General information
Full name plenum van 2013-05-16 14:22:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/53/ip142x.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
53K1710
08/08/2011
✔
Proposition de résolution relative à la distribution des journaux et périodiques.
53K0050
09/08/2010
✔
Projet de loi modifiant les dispositions du Code judiciaire relatives à la rectification d'erreurs matérielles ou à la réparation d'omissions dans les décisions judiciaires ainsi qu'à l'interprétation des décisions judiciaires.
53K1792
12/10/2011
✔
Projet de loi modifiant la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière en vue de classer comme infraction du deuxième degré les comportements en matière d'immatriculation permettant de se soustraire aux poursuites.
53K2263
14/06/2012
✔
Projet de loi modifiant la loi du 7 novembre 1969 relative à l'application de la sécurité sociale aux titulaires d'une licence de "coureur cycliste professionnel".
53K2756
17/04/2013
✔
Projet de loi portant des dispositions fiscales et financières et des dispositions relatives au développement durable.
53K2241
07/06/2012
✔
Projet de loi en vue d'instaurer le signal d'inciation "voie sans issue, à l'exception des piétons et des cyclistes".
53K2743
11/04/2013
✔
Projet de loi modifiant la sixième partie du Code judiciaire relative à l'arbitrage.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#1
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#2
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#12
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#13
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#14
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#15
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#26
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#42
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#48
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#49
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#50
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#51
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#52
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#53
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#54
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#55
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#56
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#57
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#58
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#59
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#60
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#61
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#62
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#63
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#64
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#65
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#66
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#67
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#68
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#69
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#70
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#0
#1
Official text
Monsieur le président, je me réjouis du fait que ce texte ait fait l'unanimité en commission. J'espère que le vote en séance plénière sera identique.
Translated text
I am pleased that this text was unanimous in the committee. I hope the vote in the plenary session will be the same.
#2
Official text
Mme Karine Lalieux, rapporteur, s'en réfère à son rapport écrit.
Translated text
Karine Lalieux, the rapporteur, refers to this in her written report.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, wij hebben graag en constructief meegewerkt aan de voorliggende resolutie, omdat wij de onafhankelijke dagbladwinkels een warm hart toedragen. De sector van de gedrukte media staat onder druk als gevolg van digitalisering en internet en van het feit dat andere spelers, zoals warenhuizen en benzinestations, op de markt komen.
Daarnaast speelt nog de conjunctuur. Een krantenwinkel haalt doorgaans 25 tot 30 % van zijn omzet uit de verkoop van kranten en tijdschriften en de rest van de omzet komt uit de verkoop van sigaretten, kansspelen zoals Lotto, schrijfgerief, wenskaarten en snoepgoed. Het is een harde stiel, want sommige bedelers beginnen reeds om 3 uur ’s ochtends met hun ronde. Hier kijken personen toe wier winkel vanochtend om 5.00 uur opengegaan is en die sluit om 17.00 uur.
Er werd een hoorzitting georganiseerd omtrent de problematiek, waarop voornamelijk vertegenwoordigers van de sector en van de distributeur AMP aanwezig waren. AMP is de distributeur van kranten en tijdschriften, die enige tijd geleden de distributiekosten verdubbelde tot ongeveer 250 euro per maand. AMP werd niet alleen wegens de tariefverhoging op de korrel genomen, maar ook wegens de problemen met retourzendingen. Dat is terecht.
Dat probleem wordt door de handelaars echter aangezien als een ongemak naast de andere problemen. De distributiekosten van 250 euro per maand betekenen voor de handelaars 8 euro per dag. Voor dat bedrag kunnen zij moeilijk zelf de kranten en tijdschriften halen en terugbrengen.
Welke zijn de belangrijkste problemen volgens de handelaars? Ik vernoem als eerste de ongelijke behandeling door de uitgevers, die kranten en tijdschriften aanbieden via de post met kortingen van 30 tot wel 50 % en die daarbij nog een iPad en een kookpot schenken, zoals een krant het vorige week nog aanbood. Voor de klant is dat een welkomstgeschenk, terwijl de handelaars een commissie krijgen van 23 tot 25 %.
Laat ik een paar voorbeelden geven van de ongelijke behandeling door de uitgevers. Een dagbladwinkel verkocht een proefabonnement voor drie maanden, maar nadien wordt een jaarabonnement aangeboden via de post en valt de dagbladwinkel buiten schot. Een dagbladhandelaar zag een ronde van 600 klanten op een jaar tijd met 200 stuks terugvallen door de campagnes van de uitgevers via de post.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Secretary of State, colleagues, we have gladly and constructively contributed to the present resolution, because we give the independent newspaper stores a warm heart. The print media sector is under pressure due to digitalisation and the Internet and the fact that other players, such as merchants and gas stations, enter the market.
There is also the conjuncture. A newspaper store generally earns 25 to 30 percent of its revenue from the sale of newspapers and magazines and the rest of the revenue comes from the sale of cigarettes, gambling such as Lotto, writing gear, wish cards and candy. It’s a tough stake, because some beggars start their round already at 3 a.m. Here you can watch people whose store has opened at 5.00 this morning and which closes at 17.00.
A hearing was held on the issue, which was mainly attended by representatives of the industry and the distributor AMP. AMP is the distributor of newspapers and magazines, which some time ago doubled its distribution costs to about 250 euros per month. AMP was taken on the grass not only because of the tariff increase, but also because of the problems with returns. That is right.
That problem, however, is seen by traders as an inconvenience alongside the other problems. The distribution costs of 250 euros per month mean for the merchants 8 euros per day. For that amount, it is difficult for them to get and bring back the newspapers and magazines themselves.
What are the main problems according to traders? First, I would mention the inequality of treatment by publishers, who offer newspapers and magazines by post with discounts of 30 to 50 % and who also give an iPad and a cookpot, as one newspaper offered last week. For the customer, this is a welcome gift, while merchants receive a commission of 23 to 25%.
Let me give a few examples of the unequal treatment by the publishers. A daily newspaper store sold a trial subscription for three months, but then an annual subscription is offered by post and the daily newspaper store falls out of shoot. A newspaper dealer saw a round of 600 customers over a year period with 200 pieces falling back through the publisher’s campaigns via mail.
#4
Official text
Naast die ongelijke behandeling van de uitgevers is er de bedeling van bpost, die jaarlijks 300 miljoen euro overheidssteun krijgt, onder andere voor het bestellen van kranten en tijdschriften.
Om uit de impasse te geraken, dient er een overleg met alle betrokkenen te komen. Daarbij moet een aantal denksporen worden besproken. Er moet een level playing field zijn, dat door alle uitgevers wordt gehanteerd en een postabonnement of een abonnement via de krantenwinkel op gelijke voet zet. Gelijke voorwaarden dus voor iedereen, voor degenen met een abonnement en voor degenen die naar de winkel gaan.
Er moet ook een gentlemen’s agreement komen, waarbij de uitgevers respect opbrengen voor de winkelier die hun klanten aanbrengt. De uitgevers moeten de dagbladhandelaars ook betrekken in hun campagnes en voordeelacties.
Via een amendement hebben wij meegewerkt aan een driehoeksoverleg tussen de representatieve organisatie van de sector, de uitgevers van magazines en dagbladen en de distributeurs die zorgen voor de bedeling aan de verkooppunten.
Ik denk dat voorafgaand de spanningen tussen handelaars en AMP moeten worden weggewerkt.
De coördinatie van dat overleg zou volgens het voorstel van resolutie in handen van de FOD Economie komen.
Ons amendement werd bijna letterlijk door de meerderheid overgenomen. Wij hadden gerekend op enige hoffelijkheid om ons mee te laten ondertekenen.
Het voorstel voorziet ook in een zesmaandelijkse stand van zaken van het overleg en een rapportering aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. Wij hopen dat het geen dode letter wordt en dat de tekst niet vrijblijvend is. De afspraak staat reeds genoteerd in mijn agenda voor november.
Translated text
In addition to this inequal treatment of publishers, there is the distribution of bpost, which annually receives 300 million euros of government support, including for ordering newspapers and magazines.
In order to get out of the impasse, consultation with all stakeholders is necessary. A number of thinking tracks should be discussed. There must be a level playing field, which is handled by all publishers, and a postal subscription or a subscription through the newspaper store puts on equal footing. Equal conditions therefore for everyone, for those with a subscription and for those who go to the store.
There should also be a gentlemen’s agreement, where publishers respect the shopkeeper who offers their customers. Publishers should also involve newspaper traders in their campaigns and benefit actions.
Through an amendment, we have cooperated in a triangular consultation between the representative organization of the sector, the publishers of magazines and newspapers and the distributors responsible for the distribution at the points of sale.
I think that the tensions between traders and AMP should be eliminated in advance.
The coordination of that consultation would be in the hands of the FOD Economy, according to the draft resolution.
Our amendment was almost literally adopted by the majority. We had counted on some politeness to have us sign with.
The proposal also provides for a six-month status of the consultation and a reporting to the House of Representatives. We hope that it does not become a dead letter and that the text is not non-binding. The appointment is already listed in my agenda for November.
#5
Official text
Collega Uyttersprot heeft de situatie al heel duidelijk geschetst. Er is duidelijk een probleem in de sector van de dagbladhandelaars. De inkomsten dalen. De verkoop van pers, tabak en kansspelen gaat er jaar na jaar op achteruit. De oorzaken van die omzetdaling zijn heel divers. Minder consumenten kopen nog persartikelen, onder meer door het digitale krantenaanbod. De concurrentie met onder meer warenhuizen neemt toe. Alsmaar meer lezers ontvangen hun krant of tijdschrift ook via een postabonnement, wat vaak veel goedkoper is dan een abonnement bij de dagbladhandelaar.
Naast die algemeen dalende tendens wordt de dagbladhandelsector ook geconfronteerd met de problemen die hij ondervindt met AMP. Zo wijzigde AMP in 2009 eenzijdig zijn retoursysteem. Uit een onderzoek dat de FOD Economie heeft uitgevoerd, blijkt ook dat het retoursysteem een aantal mankementen vertoont, waardoor de krantenverkopers financieel verlies lijden. AMP verdubbelde ook eenzijdig de transportkosten, waardoor de krantenhandelaars per jaar plots veel meer moesten betalen.
Het is dus duidelijk dat er iets scheelt in de sector. De vraag is wat daaraan gedaan kan worden. In eerste instantie vinden wij dat het aan de sector zelf is, om een oplossing te zoeken voor de problemen waarmee hij geconfronteerd wordt. Het is echter net daar dat het schoentje knelt. Tijdens de verschillende hoorzittingen hebben wij namelijk met zijn allen kunnen vaststellen dat de verschillende partijen gewoonweg niet meer met elkaar praten. Dialoog is nochtans de enige weg om uit de impasse te raken. Vandaar dat het voorstel van resolutie werd ingediend.
In de tekst wordt de regering gevraagd om een overleg te organiseren tussen de dagbladhandelaars, de uitgevers en de distributeurs, om zo tot een oplossing voor de problemen te komen. Voor CD&V was het heel belangrijk dat ook de distributeurs in het overleg werden betrokken. Bovendien leek het ons ook wel een must dat een vertegenwoordiger van een FOD aan het overleg deelneemt, om als bemiddelaar op te treden. Om te vermijden dat het overleg tot niets leidt, is er op ons verzoek ook een zesmaandelijkse rapportering van de vooruitgang aan de commissie voor het Bedrijfsleven in opgenomen.
Het is nu aan de sector zelf om de kans tot overleg te grijpen. Het is volgens mij een kans om via dialoog de leefbaarheid van de sector in de toekomst te garanderen. Wij zullen het dossier vanuit de commissie voor het Bedrijfsleven blijven opvolgen, onder meer via de zesmaandelijkse stand van zaken, die wij zullen krijgen. Indien er echter geen oplossingen komen of geen vooruitgang wordt geboekt, dan zullen wij uiteraard niet nalaten om zelf wetgevende initiatieven te nemen. Laten we hopen dat dat niet nodig is en dat de betrokkenen zelf via dialoog tot een oplossing komen.
Translated text
Mr. Uyttersprot has already described the situation very clearly. There is clearly a problem in the newspaper dealer sector. Revenue is falling. The sales of press, tobacco and gambling are declining year after year. The causes of this decline are very diverse. Fewer consumers still buy press articles, including through the digital newspaper offer. Competition with, among other goods houses is increasing. More and more readers also receive their newspaper or magazine via a postal subscription, which is often much cheaper than a subscription at the newspaper dealer.
In addition to that generally declining trend, the newspaper trading sector is also facing the problems it is experiencing with AMP. In 2009, AMP unilaterally changed its return system. A study conducted by the FOD Economie also shows that the return system shows a number of shortcomings, causing the newspaper sellers to suffer financial losses. AMP also unilaterally doubled the transportation costs, causing the newspaper dealers to suddenly pay much more each year.
So it is clear that there is something wrong in the sector. The question is what can be done about it. Initially, we think it is up to the sector itself to find a solution to the problems it is facing. However, it is exactly where the shoe is knocking. During the various hearings, we have all been able to conclude that the different parties simply no longer talk to each other. Dialogue is the only way to get out of the impasse. Therefore, the draft resolution was submitted.
The text asks the government to organize a consultation between the newspaper dealers, publishers and distributors in order to find a solution to the problems. For CD&V it was very important that distributors were also involved in the consultation. In addition, it also seemed to us a must that a representative of a FOD participates in the consultation, in order to act as a mediator. In order to prevent the consultation from resulting in nothing, on our request, a six-month report on progress to the Business Committee has also been included.
It is now up to the sector itself to seize the opportunity for consultation. I think it is an opportunity to ensure the viability of the sector in the future through dialogue. We will continue to follow the file from the committee for business, including through the six-month state of affairs, which we will receive. However, if there are no solutions or no progress is made, then of course we will not fail to take legislative initiatives ourselves. Let us hope that this is not necessary and that the stakeholders themselves will find a solution through dialogue.
#6
Official text
Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, comme cela vient d'être évoqué, la situation rencontrée par le secteur de la distribution de la presse au sens large, des vendeurs de presse et des libraires indépendants en particulier, est devenue difficile.
Ce secteur subit plusieurs évolutions: la concurrence de l'information en ligne tout d'abord, et pour les librairies plus spécialement, la disponibilité sur internet des produits de la Loterie Nationale; la vente des produits de tabac qui pourrait diminuer davantage s'ils sont soumis à une législation plus contraignante telle que l'uniformisation de l'emballage des paquets de cigarettes; la situation de quasi-monopole de l'AMP en tant que distributeur dans notre pays, et la concurrence des grandes surfaces.
Ainsi, les marges bénéficiaires de ces librairies, de ces indépendants, se sont réduites comme peau de chagrin, avec comme conséquence une disparition de 18,5 % d'entre eux entre 2005 et 2012.
Les différentes parties concernées par le texte qui nous occupe, à savoir les associations professionnelles des vendeurs de presse, d'une part, et le groupe AMP, d'autre part, sont au milieu d'un combat judiciaire qui n'est toujours pas résolu et dans lequel nous n'avons pas à intervenir. Cependant, au travers des différentes auditions réalisées en commission, nous avons été éclairés plus précisément sur les difficultés rencontrées par chacune des parties et également sur l'interdépendance nécessaire de ces partenaires commerciaux si nous souhaitons garantir à nos citoyens un accès large à de nombreuses éditions de quotidiens et périodiques.
Au-delà de l'aspect économique, n'oublions pas l'aspect social des librairies, qui sont généralement des commerces de proximité.
Pour les raisons que j'ai évoquées précédemment, mon groupe a soutenu l'amendement visant notamment à chercher des moyens d'accroître la rentabilité des magasins de journaux et d'associer les distributeurs à la réflexion.
L'objectif poursuivi par la résolution ainsi amendée est essentiellement la mise en place d'un comité de concertation composé de l'ensemble des intervenants et d'un représentant du SPF Économie en vue d'évaluer les difficultés rencontrées et d'envisager le futur de ce secteur. Il est également prévu que la Chambre sera tenue informée des résultats de cette concertation de manière semestrielle.
S'il est essentiel de préserver l'accès de tous à l'information et aux médias via la diffusion des journaux et magazines, l'avenir et la reconversion du secteur de la distribution de la presse restent au cœur des préoccupations.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Secretary of State, dear colleagues, as has just been mentioned, the situation faced by the sector of the distribution of the press in the broad sense, in particular by press sellers and independent bookstores, has become difficult.
This sector undergoes several developments: the competition of online information in the first place, and for bookstores in particular, the availability on the internet of the products of the National Lottery; the sale of tobacco products that could decrease further if they are subject to more compelling legislation such as the uniformization of the packaging of cigarette packages; the situation of quasi-monopoly of AMP as a distributor in our country, and the competition of large surfaces.
Thus, the profit margins of these bookstores, of these self-employed, decreased as skin of sorrow, with as a consequence a disappearance of 18.5% of them between 2005 and 2012.
The different parties concerned by the text that concerns us, namely the professional associations of press vendors, on the one hand, and the AMP group, on the other, are in the midst of a judicial struggle that is still unresolved and in which we do not have to intervene. However, through the various committee hearings, we have been informed more precisely of the difficulties encountered by each of the parties and also of the necessary interdependence of these business partners if we want to guarantee our citizens a broad access to numerous editions of daily and periodicals.
Beyond the economic aspect, let’s not forget the social aspect of bookstores, which are usually nearby shops.
For the reasons I mentioned earlier, my group supported the amendment aiming in particular to look for ways to increase the profitability of newspaper stores and to engage distributors in reflection.
The objective pursued by the resolution thus amended is essentially the establishment of a consultation committee composed of all stakeholders and a representative of the SPF Economy in order to assess the difficulties encountered and to consider the future of this sector. It is also planned that the Chamber will be kept informed of the results of this consultation in a half-year manner.
While it is essential to preserve access to information and media for all through the distribution of newspapers and magazines, the future and reconversion of the press distribution sector remain at the heart of concerns.
#7
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, krantenwinkels hebben een belangrijke functie in ons sociaal leven. Het zijn vaak de laatste dorpswinkels die overblijven in een klein dorp of een gemeente. Ze komen echter meer en meer onder druk te staan.
Reeds in 2011 had ik dit voorstel van resolutie betreffende de distributie van dagbladen en tijdschriften ingediend. Op dat ogenblik was er al dringend nood aan overleg met de betrokkenen.
Er zijn verschillende oorzaken waarom de krantenhandelaars het moeilijk hebben, ondanks het feit dat zij veel uren kloppen en hard werken. Er komt meer en meer concurrentie van de supermarkten en de internetabonnementen. Ze hebben maar kleine marges op kranten en kleine winsten op rookwaren en kansspelen. Kortom, ze hebben geen grote tegenslagen nodig om hun zaak over kop te zien gaan.
Wat de krantenhandelaars onder andere enorm dwarszit, is de samenwerking met AMP, het persdistributiebedrijf dat ongeveer 90 % van de kranten en tijdschriften in België verdeelt en dus een monopoliepositie inneemt.
AMP verhoogde bijvoorbeeld de transportkosten met 112 % en ook de retourregeling van de onverkochte dagbladen en tijdschriften is problematisch.
De Economische Inspectie stelde een neutraal onderzoek in en het resultaat was ronduit slecht. Bij 38 van de 50 verkooppunten, dit betekent 76 %, werd een probleem met de stock vastgesteld, in de zin dat er een verschil was tussen wat werd aanvaard en wat beweerd werd te zijn aanvaard.
Zelfs bij handelaars die hun onverkochte goederen zelf naar AMP-centra droegen, werden er fouten vastgesteld. Er is een probleem met het automatisch telsysteem, wat AMP zelf toegeeft. Dat heeft grote financiële gevolgen voor de dagbladhandelaars.
Krantenwinkels hebben het al enorm moeilijk om te overleven. Zoals ik reeds aanhaalde, zijn er elektronische kranten, wordt er minder gerookt en is het aantal verkooppunten van de Nationale Loterij toegenomen, waardoor de stukken van de taart voor de krantenwinkels kleiner worden.
Het blijft maar rommelen tussen AMP en de krantenwinkels. In maart organiseerde de commissie voor het Bedrijfsleven een hoorzitting, waarna wij moesten concluderen dat wij daarmee niet ver vooruit zijn geraakt.
Translated text
Newspapers play an important role in our social life. They are often the last village shops that remain in a small village or municipality. However, they are increasingly under pressure.
In 2011, I had already submitted this proposal for a resolution on the distribution of newspapers and magazines. At that time, there was an urgent need for consultation with the parties involved.
There are several reasons why the newspaper dealers find it difficult, despite the fact that they beat for many hours and work hard. There is more and more competition from the supermarkets and the internet subscriptions. They only have small margins on newspapers and small profits on smoking goods and gambling. In short, they do not need big disasters to see their case go overhead.
Among other things, the dealers of newspapers are deeply troubled by the cooperation with AMP, the press distribution company that distributes about 90% of the newspapers and magazines in Belgium and thus occupies a monopoly position.
For example, AMP increased transportation costs by 112 % and also the return scheme for unsold newspapers and magazines is problematic.
The Economic Inspectorate ordered a neutral investigation and the result was quite bad. At 38 out of 50 points of sale, that is 76 %, a stock problem was identified, in the sense that there was a difference between what was accepted and what was claimed to have been accepted.
Even among traders who carried their unsold goods themselves to AMP centers, errors were found. There is a problem with the automatic counting system, which AMP itself admits. This has significant financial implications for newspaper traders.
Newspapers are very difficult to survive. As I mentioned earlier, there are electronic newspapers, there is less smoking and the number of National Lottery sales points has increased, making the pieces of the cake for the newspaper stores smaller.
There is only a mess between AMP and the newspaper stores. In March, the committee for business organized a hearing, after which we had to conclude that we have not made much progress with this.
#8
Official text
Alleen werd de overtuiging sterker dat er iets moest gebeuren en dat het broodnodig was om toch overleg te organiseren tussen de krantenwinkels, de distributiebedrijven en de uitgevers, waar de problemen van de sector op tafel kunnen worden gelegd en hopelijk een redelijke oplossing kan komen voor iedereen.
Collega’s, ik wil u het volgende nog meegeven, ik heb het reeds voorgelezen in de commissie, het zijn enkele noodkreten van handelaars die het echt niet meer zien zitten.
Eerste citaat: “Onze beslissing is als volgt: aangezien het verlies steeds groter wordt en het veel moeite kost om te vechten tegen AMP voor ons gelijk, hebben we besloten om nog drie jaar vol te houden, zoniet leggen we de boeken neer.”
Tweede citaat: “Alle hulp is welkom om onze sector te redden. Ikzelf heb 24 jaar ’s nachts een grote krantenronde gedaan, terwijl mijn echtgenote heel de dag in de winkel stond. Door ziekte ben ik nu verplicht geweest om begin dit jaar alles te stoppen. De winkel staat sindsdien op naam van mijn echtgenote. Nu de inkomsten van mijn toer zijn weggevallen, beseffen wij maar al te goed hoe slecht onze sector ervoor staat. Het is vechten om te overleven. Wij hadden na 25 jaar werken eigenlijk reeds lang binnen moeten zijn.”
Derde citaat: “Wij zien geen toekomst meer. Wij hebben veel geïnvesteerd en doen ons werk graag, maar als wij straks massaal onze deuren sluiten, kunnen wij nergens terecht. Wij hebben geen recht op opvang, geen inkomen meer en geen toekomst. En dat allemaal door onze eigen werkgevers. Wij hebben geen alternatief. Help ons alstublieft.”
Dat zijn drie citaten, maar ik ontvang er elke week een heel aantal.
Collega’s, als men zulke noodkreten binnenkrijgt, zit het hart niet op de juiste plaats als men die mensen geen hand toereikt. Dus verzoeken wij de regering om een evaluatie te maken van de sector van dagbladhandelaars in het licht van de uitdagingen en moeilijkheden waarmee de sector wordt geconfronteerd.
Wij vragen ook om een overleg te plegen tussen dagbladhandelaars, uitgevers, distributiebedrijven en een vertegenwoordiging van de FOD Economie.
Wij vragen ook om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de omzet en de winstgevendheid van de dagbladhandelaars te verhogen. Er moeten verschillende pistes worden onderzocht, zoals de uitbreiding van het productengamma, inkomsten uit verkoop van kranten en tijdschriften, ook op de verkoop via alternatieve distributiekanalen, de samenwerking met andere distributeurs, alsook de rol van bpost.
Translated text
Only the conviction became stronger that something had to happen and that it was urgently necessary to organize consultations between the newspaper stores, the distribution companies and the publishers, where the problems of the sector can be put on the table and hopefully a reasonable solution can come for everyone.
Colleagues, I would like to tell you the following, I have already read it in the committee, they are some emergency cries of traders who really don’t see it.
First quote: “Our decision is as follows: as the loss is growing and it takes a lot of effort to fight against AMP for us right, we have decided to keep up for another three years, otherwise we will lay down the books.”
Second quote: “All help is welcome to save our sector. I myself did a large round of newspapers at night for 24 years, while my wife was in the store all day. Because of my illness, I was forced to stop everything at the beginning of this year. The shop has since been on behalf of my wife. Now that the revenues of my tour have fallen away, we realize too well how bad our sector is. It is fighting to survive. After 25 years of work, we should have been in there for a long time.”
Third quote: “We see no future anymore. We have invested a lot and do our work with pleasure, but if we close our doors massively in the future, we can go nowhere. We have no right to accommodation, no income anymore and no future. And all this by our own employers. We have no alternative. Please help us.”
Those are three quotes, but I get a lot of them every week.
Colleagues, when one receives such emergency calls, the heart is not in the right place if one does not hand those people. So we ask the government to make an assessment of the newspaper traders sector in the light of the challenges and difficulties faced by the sector.
We also ask for a consultation between newspaper dealers, publishers, distribution companies and a representation of the FOD Economie.
We also ask to explore the possibilities to increase the revenue and profitability of the newspaper traders. Several pistes should be examined, such as the expansion of the product range, revenue from sales of newspapers and magazines, including on sale through alternative distribution channels, cooperation with other distributors, as well as the role of bpost.
#9
Official text
Wij vragen ook om om de zes maanden een stand van zaken en nog te ontplooien initiatieven door te geven aan de leden van de commissie voor het Bedrijfsleven, kwestie van enige controle te hebben. Daarmee stellen wij duidelijk dat wij de noodkreet van de sector hebben begrepen. Wij zetten hier vandaag een eerste stap in de goede richting om tot een weloverwogen, evenredige oplossing te komen waarbij alle betrokken actoren gehoord worden.
Translated text
We also request that every six months a state of affairs and initiatives to be developed be forwarded to the members of the Committee for Business, question of having some control. This makes it clear that we have understood the urgency of the sector. Today we are taking a first step in the right direction to reach a well-considered, proportionate solution where all stakeholders involved are heard.
#10
Official text
Collega’s, het kan gebeuren dat liberalen en socialisten samenwerken. Ik moet eerlijk bekennen dat ik in het begin niet bepaald warm liep voor het voorstel van mevrouw Vanheste, maar als parlementslid moet men af en toe ook de nederigheid hebben om uit zijn comfortzone te komen.
Bij een kleine prospectie van het terrein en van de sector van de dagbladhandelaars kan ik u zeggen dat socialisten, christendemocraten en liberalen gelijk verontwaardigd waren. Ik moet eraan toevoegen dat beide partijen, distributeurs en handelaars, ondertussen in een juridisch dispuut verwikkeld zijn. Dat beperkt enigszins de slagkracht van het Parlement; wij kunnen niet in de plaats treden van rechters.
Niettemin verheug ik mij erop dat wij hierin het spoor van de Economische Inspectie volgen. Als liberalen — en anderen ook, neem ik aan — kunnen wij immers niet tolereren dat in een economische sector malversaties zouden plaatsvinden en de vrije markt daar niet haar heilzame werking kan laten gevoelen, met andere woorden, dat sommigen misbruik maken van hun dominante positie.
Collega Vanheste, het is zeer goed dat wij in de resolutie hebben opgenomen dat de regering als bemiddelaar zal optreden. De regering hoeft niet alleen in sociale conflicten te bemiddelen; dat kan ook wanneer twee economische spelers uit het oog verliezen dat zij elkaar wederzijds nodig hebben om verder te bestaan.
Ik voeg eraan, collega's, dat een niet te veronachtzamen element in dit dossier de subsidies van bpost zijn. Hoe komt het, denkt u, dat kranten kunnen zwaaien met iPad-abonnementen, kookpotten of reisjes naar al dan niet verre bestemmingen? Omdat de post ver onder de marktprijs dezelfde diensten kan aanbieden en dat omdat bpost een aanzienlijke dotatie ontvangt. Om die reden kan ik mij uiteraard ook achter de resolutie scharen, niet het minst omdat erin is opgenomen dat de regering werk zal maken van een grondige evaluatie van de impact van de subsidies van bpost op de situatie van de dagbladhandelaars en de distributiekanalen.
Om al deze redenen, collega’s, ben ik dan ook verheugd u mede te delen dat ter zake socialisten, christendemocraten, liberalen en nationalisten — het mag gezegd zijn — hetzelfde doel voor ogen houden en deze resolutie hebben goedgekeurd. Zij hebben de regering met een duidelijke en belangrijke opdracht opgezadeld.
Translated text
It can happen that liberals and socialists work together. I must honestly confess that in the beginning I was not ⁇ warm for the proposal of Mrs Vanheste, but as a member of Parliament one must also occasionally have the humility to get out of his comfort zone.
With a small prospect of the territory and the sector of the newspaper dealers, I can tell you that socialists, Christian Democrats and liberals were equally outraged. I have to add that both parties, distributors and traders, have been involved in a legal dispute. This limits somewhat the power of Parliament; we cannot replace judges.
Nevertheless, I look forward to following the footsteps of the Economic Inspection. In fact, as liberals — and others, I suppose, too — we cannot tolerate that in an economic sector malversations take place and the free market can not feel its beneficial effect there, in other words, that some abuse their dominant position.
Colleague Vanheste, it is very good that we have included in the resolution that the government will act as a mediator. The government does not only need to mediate in social conflicts; it can also do so when two economic actors lose sight of the fact that they need each other to continue to exist.
I would add, colleagues, that a not to be neglected element in this file is the subsidies of bpost. Why do you think newspapers can float with iPad subscriptions, cooking pots, or trips to distant or not distant destinations? Because the post can offer the same services well below the market price and that because bpost receives a substantial grant. For this reason, of course, I can also support the resolution, not least because it includes that the government will work on a thorough assessment of the impact of the subsidies of bpost on the situation of the newspaper dealers and the distribution channels.
For all these reasons, colleagues, I am therefore pleased to inform you that, in this regard, socialists, Christian Democrats, liberals and nationalists — it may be said — have the same objective and have adopted this resolution. They have assigned the government with a clear and important mission.
#11
Official text
Monsieur le président, je n'ai pas eu le plaisir de participer aux travaux en commission sur le sujet; c'est pourquoi je souhaitais intervenir aujourd'hui.
En effet, cette situation particulièrement choquante existe depuis bien longtemps. Elle divise les libraires et les acteurs de la distribution, plus spécifiquement l'AMP, qui profite d'une position dominante. Je partage entièrement l'analyse des collègues: il est inacceptable que cette situation perdure et que les libraires subissent une situation aussi compliquée.
Nous avons donc soutenu, via mon collègue Ronny Balcaen, cette résolution en commission. Effectivement, le gouvernement doit s'impliquer dans la médiation, dans la recherche d'une solution, dans la régulation du secteur et de l'activité entre les libraires et les distributeurs.
Néanmoins, j'attirerai l'attention sur la nécessité de mesurer l'impact de réglementations et de lois que nous avons ou que nous n'avons pas adoptées, mais qui ont des conséquences directes sur les libraires et qui restent en lien avec leurs activités.
La presse, ainsi que ses diffuseurs, est mise à mal par l'informatisation et la diminution des journaux papier vendus. Elle est aussi mise à mal par la manière dont la distribution s'exécute. Néanmoins, parmi leurs activités, il convient encore de relever la vente de livres grand public, comme des œuvres à grand succès, qu'ils cèdent de manière complémentaire aux journaux.
Les libraires diffuseurs de presse tout comme les libraires vendeurs de publications réclament à cor et à cri des mesures pour limiter la réduction sur le prix des livres et pour leur permettre de vivre du commerce du livre avec une marge bénéficiaire suffisante pour subsister.
Des accords ont été pris partiellement en Flandre. Le Parlement fédéral dispose de textes déposés depuis des années. Ne pas prendre de mesures induit une situation difficile.
Ce matin, je lisais dans la presse que "l'AMP se mettait à la disposition des libraires pour les aider à diversifier leurs produits, donc leurs recettes via diverses activités à développer". Je trouve assez "fort de café" que cette AMP qui ne parvient pas à trouver un accord respectant les libraires, leur propose son aide pour diversifier leurs activités dans d'autres registres de vente, dans lesquels, en principe, ils n'ont d'ailleurs pas à intervenir.
Translated text
Mr. Speaker, I did not have the pleasure of participating in the committee’s work on the subject; that is why I wanted to speak today.
Indeed, this ⁇ shocking situation has existed for a long time. It divides the bookstores and the actors of the distribution, more specifically the AMP, which benefits from a dominant position. I fully agree with the analysis of the colleagues: it is unacceptable that this situation continues and that librarians face such a complicated situation.
So we supported, through my colleague Ronny Balcaen, this resolution in committee. Indeed, the government must engage in mediation, in the search for a solution, in the regulation of the sector and in the activity between bookstores and distributors.
Nevertheless, I will draw attention to the need to measure the impact of regulations and laws that we have or have not adopted, but that have direct consequences on bookstores and that remain related to their activities.
The press, as well as its broadcasters, is damaged by the computerization and the decrease in the number of paper newspapers sold. It is also affected by the way the distribution is executed. Nevertheless, among their activities, it is still worth highlighting the sale of public books, as works of great success, which they supplement in a complementary way to the newspapers.
Press-distributing bookshops as well as bookshops selling publications call for measures to limit the reduction on the price of books and to allow them to live from the book trade with a sufficient profit margin to survive.
Particular agreements were made in Flanders. The Federal Parliament has documents deposited for years. Failure to take action leads to a difficult situation.
This morning, I read in the press that "AMP was put at the disposal of bookstores to help them diversify their products, thus their revenues through various activities to develop". I find it quite "strong of coffee" that this AMP, which fails to find an agreement respecting the bookstores, offers them its help to diversify their activities in other sales registers, in which, in principle, they do not have to intervene.
#12
Official text
Cette résolution, je l'espère, va permettre à l'État de s'immiscer dans ces relations et de mieux de prendre en compte les difficultés que rencontrent les libraires. Ainsi, ils pourront conserver leur rôle, c'est ce que nous espérons au sein d'Ecolo-Groen.
Cette résolution permettra aussi d'assurer la présence de libraires pour la diffusion de la presse écrite qui reste un vecteur d'information particulièrement important puisqu'il s'adresse à tous les citoyens.
Translated text
This resolution, I hope, will allow the State to interfere in these relations and better take into account the difficulties faced by bookstores. Thus, they will be able to retain their role, which is what we hope within Ecolo-Groen.
This resolution will also ensure the presence of bookstores for the dissemination of the written press, which remains a ⁇ important medium of information since it addresses all citizens.
#13
Official text
On me dit que Mme Lalieux arrive.
Translated text
I was told that Mrs. Lilly arrived.
#14
Official text
Monsieur le président, chers collègues, je vous demande de bien vouloir excuser mon retard. Je voudrais intervenir brièvement au sujet de cette proposition de résolution qui résulte des auditions organisées par notre commission.
Nous sommes tous très conscients des difficultés rencontrées aujourd'hui par le secteur des libraires. Si ces difficultés ne sont pas nouvelles, on sait désormais qu'elles sont croissantes. L'un des problèmes majeurs réside dans le conflit qui ne cesse de s'enliser entre l'AMP et les diffuseurs de presse. D'ailleurs, les auditions organisées par notre commission ont démontré cet enlisement par l'absurde puisque les opérateurs étaient entourés de leurs avocats respectifs. Or, la Chambre des représentants n'est en aucun cas un tribunal.
En revanche, chers collègues, si nous n'avons pas à nous immiscer dans un conflit juridique, nous avons la possibilité d'agir et de nous inquiéter des difficultés rencontrées par l'ensemble du secteur. C'est pourquoi des amendements ont été déposés par la majorité qui visent précisément à élargir les demandes initiales afin d'analyser l'ensemble des problématiques rencontrées par les libraires et l'ensemble du secteur. Cependant, une telle analyse n'a aucun sens si l'ensemble des parties prenantes continuent à se regarder en chien de faïence ou à se parler par avocats interposés. C'est la raison pour laquelle cette résolution demande également au gouvernement d'organiser une concertation avec l'ensemble du secteur: le secteur des diffuseurs de presse, les éditeurs, les distributeurs et un représentant du SPF Économie qui agira en médiateur.
Chers collègues, cette résolution votée à l'unanimité – je tiens à le souligner et à féliciter M. Vanheste –, se veut être un signal clair de soutien envoyé au secteur des diffuseurs de presse, aux libraires qui remplissent un rôle important dans le tissu économique, mais aussi et surtout un rôle social dans la vie de nos quartiers, de nos villages et de nos villes.
Translated text
I would like to apologize for my delay. I would like to speak briefly about this proposal for a resolution resulting from the hearings organized by our committee.
We are all very aware of the difficulties faced today by the library industry. If these difficulties are not new, we now know that they are growing. One of the major problems lies in the continuous conflict between the AMP and the press broadcasters. Furthermore, the hearings organized by our committee demonstrated this intrusion by the absurdity since the operators were surrounded by their respective lawyers. The House of Representatives is in no way a court.
On the other hand, dear colleagues, if we do not have to get involved in a legal conflict, we have the opportunity to act and worry about the difficulties encountered by the whole sector. This is why amendments have been submitted by the majority that aim precisely to expand the initial requests in order to analyze all the problems encountered by bookstores and the entire sector. However, such an analysis makes no sense if all of the stakeholders continue to look at each other as a fain dog or talk to each other through interposed lawyers. That is why this resolution also calls on the government to arrange a consultation with the entire sector: the press broadcaster sector, publishers, distributors and a representative of SPF Economy who will act as a mediator.
This resolution was unanimously voted – I would like to emphasize this and congratulate Mr. Vanheste – is a clear signal of support to the press broadcaster sector, to the bookstores that play an important role in the economic fabric, but also and above all a social role in the lives of our neighborhoods, our villages and our cities.
#15
Official text
Mme Isabelle Emmery, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Translated text
Isabelle Emmery, rapporteur, refers to her written report.
#16
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, deze voormiddag was ik op het Vlaams Congres Verkeersveiligheid dat in Antwerpen plaatsvond onder het motto “Wake-up call 2020: de weg naar meer verkeersveiligheid”. Op dat congres werden hoopgevende cijfers voorgesteld met betrekking tot het aantal verkeersslachtoffers in 2012. Na de stagnatie in 2011 is er opnieuw een betekenisvolle vooruitgang op het vlak van verkeersveiligheid.
Het geboekte resultaat mag ons echter niet in slaap wiegen. De verkeersstatistieken blijven immers dramatisch en er bleek nauwelijks nog aandacht voor te zijn. Bij die evolutie mogen wij ons niet neerleggen.
In november bracht ik hier al een wake-up call voor meer verkeersveiligheid en die moeten wij blijven herhalen, tot vervelens toe als het moet. Het aantal verkeersslachtoffers moet in ons land drastisch naar omlaag. Immers, ondanks de positieve evolutie in 2012 blijft ons land op het vlak van verkeersveiligheid aan de staart van het Europese peloton hangen. Wij staan op een bedroevende twintigste plaats. Elke dag komen in ons verkeer nog twee mensen om.
Zullen wij dit oplossen met het voorliggende voorstel? Nee, uiteraard niet; het is slechts een element. Het is een van de vele maatregelen uit ons zogenaamde Kick-Assplan. Met dat plan viseren wij drie soorten verkeerscriminelen, die menen dat verkeersregels niet voor hen gelden, die de wegen tot een gevaarlijke speeltuin herleiden en die andere weggebruikers louter als vervelende obstakels op hun weg zien. Wij hebben het over de alcoholrecidivisten, de snelheidsduivels en de strafontlopers.
In ons plan hebben wij een reeks van twaalf wetgevende initiatieven opgenomen, om deze groepen strenger aan te pakken. Heel wat van deze wetgevende initiatieven zijn ondertussen wet, zoals bijvoorbeeld de wet op het alcoholslot, de uitbreiding van de herhalingstermijnen en de strengere recidiveregeling voor bestuurders die, ondanks een rijverbod, blijven rijden.
Het voorliggend wetsvoorstel past eveneens in het Kick-Assplan. Het verstrengt de aanpak van de bestuurders die bewust hun straf trachten te ontlopen, door de identificatie van hun voertuig onmogelijk te maken. De geviseerde bestuurders rijden met een niet-ingeschreven voertuig, zij schaden de leesbaarheid van de nummerplaat, zij sturen de nummerplaat niet tijdig terug, zij rijden met een verkeerde of zonder reproductieplaat, zij rijden met een overdekte nummerplaat, enzovoort. Zo wordt het voor de politie onmogelijk het voertuig bij een overtreding te identificeren en op die manier proberen de betrokkenen bestuurders te ontsnappen aan bepaalde overtredingen.
Momenteel is het onmogelijk maken van de identificatie slechts een overtreding van de eerste graad. Met voorliggende voorstel verdubbelen wij de straf, door er een overtreding van de tweede graad van te maken. Bovendien krijgt de politierechter de mogelijkheid om een verval van het recht tot sturen op te leggen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Secretary of State, colleagues, this morning I was at the Flemish Congress on Traffic Safety that took place in Antwerp under the motto “Wake-up call 2020: the road to more road safety”. At that congress, promising figures were proposed regarding the number of road traffic casualties in 2012. Following the stagnation in 2011, there is again significant progress in road safety.
However, the result should not make us sleep. After all, traffic statistics remain dramatic and there was hardly any attention to it. In this evolution, we must not give up.
In November, I already made a wake-up call here for more road safety and that we must continue to repeat, until boredom if it should. The number of road traffic casualties in our country has to decline drastically. After all, despite the positive developments in 2012, our country remains at the tail of the European peloton in terms of road safety. We are in a sad twentieth place. Every day, two more people die in our traffic.
Will we resolve this with the present proposal? No, of course not; it is just an element. It is one of the many measures in our so-called Kick-Assplan. With that plan, we target three types of road offenders, who believe that traffic rules do not apply to them, who redirect the roads to a dangerous playground and who see other road users merely as annoying obstacles on their way. We are talking about the alcohol recidivists, the speed demons and the punishment evaders.
In our plan, we have included a series of twelve legislative initiatives to address these groups more stringently. Many of these legislative initiatives have now become law, such as the law on the alcohol lock, the extension of the repeat periods and the stricter recidive regime for drivers who, despite a driving ban, continue to drive.
The present bill also fits into the Kick-Assplan. It reinforces the approach of drivers who deliberately try to escape their punishment, by making it impossible to identify their vehicle. The vicious drivers drive an unregistered vehicle, they damage the readability of the number plate, they do not send the number plate back in time, they drive with a wrong or no reproduction plate, they drive with a covered number plate, and so on. Thus, it becomes impossible for the police to identify the vehicle in the event of an infringement and thus the involved drivers try to escape certain infringements.
At present, the impossibility of identification is only a violation of the first degree. With the present proposal, we double the punishment by making it a second-degree offence. In addition, the police judge will be given the opportunity to impose an expiration of the right to send.
#17
Official text
Ook al brengen deze overtredingen de veiligheid van personen niet rechtstreeks in gevaar, toch menen wij dat een zwaardere straf hiervoor op haar plaats is. Meer zelfs, het is hoogstnoodzakelijk. De identificatie van de overtreder is immers een sleutelelement in het hele handhavingsbeleid. Het bedrag van de huidige boete ligt bijvoorbeeld veel lager dan een boete voor een serieuze snelheidsovertreding. Het bewust ontlopen van controlemogelijkheden en daaraan gekoppeld het bewust gevaar creëren in het verkeer mogen wij niet tolereren. Wij moeten dit strenger kunnen aanpakken.
Wij hopen dan ook dat dit voorstel, net zoals in de commissie, zal kunnen rekenen op een ruime meerderheid van deze Kamer. Ik dank de collega’s van de commissie voor de Infrastructuur voor de constructieve samenwerking.
Translated text
Although these violations do not directly endanger the safety of persons, we still believe that a heavier punishment is appropriate. Moreover, it is extremely necessary. After all, the identification of the infringer is a key element in the entire enforcement policy. For example, the amount of the current fine is much lower than a fine for a serious breach of speed. We should not tolerate the conscious evasion of control possibilities and, in conjunction with this, the conscious creation of danger in traffic. We must be able to deal with this more rigorously.
We therefore hope that this proposal, as in the committee, will be able to count on a vast majority of this Chamber. I would like to thank my colleagues in the Infrastructure Committee for the constructive cooperation.
#18
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, de heer Van den Bergh heeft het zonet al gezegd. In verband met verkeersveiligheid moeten wij in dit land niet echt fier zijn. Er is weliswaar een lichte verbetering. Na de stagnatie van vorig jaar is er dit jaar een lichte verbetering merkbaar. In de Europese context bengelen wij echter nog altijd achteraan. België doet het absoluut niet goed op het vlak van verkeersveiligheid. Ook de staatssecretaris, de heer Wathelet, heeft dat al een paar keer erkend. België is een slechte leerling in Europa, zeker wat betreft het aantal doden in ons verkeer.
De heer Van den Bergh heeft al een aantal cijfers gegeven. Ik wil er nog een aan toevoegen dat zeer sprekend is, namelijk het aantal doden per miljoen inwoners per land. Het zijn cijfers van 2011 dus we zouden er iets kunnen aftrekken. Als men het percentage er aftrekt blijft het echter nog steeds zeer sprekend. Het aantal doden per miljoen inwoners voor Duitsland is 49, voor Frankrijk 61, voor Nederland 33 en voor België 77. Ik meen dus dat dit cijfer zeer duidelijk is.
Collega’s, een goed verkeersbeleid betekent ook dat we een goed handhavingsbeleid moeten hebben. Daar kunnen kleine maatregelen, zoals diegene die hier wordt voorgesteld, zeker toe bijdragen. Het is inderdaad zo dat sommige bestuurders aan de handhaving en eigenlijk aan de straf willen ontsnappen door de identificatie van hun voertuig via de nummerplaat totaal onmogelijk te maken. Ze doen dit zeer bewust. Momenteel is dit een overtreding van eerste graad, wat betekent dat het een zeer lage straf is, een onmiddellijke inning van 50 euro en geen mogelijkheid tot verzwaring bij herhaling, geen mogelijkheid tot het opleggen van een rijverbod.
Dit voorstel wil daar iets aan doen door er een overtreding van tweede graad van te maken. Hierdoor krijgt men een onmiddellijke inning van 100 euro. De rechter kan bovendien een verval van het recht tot sturen uitspreken. Dat is effectief een signaal dat dit een zware overtreding is.
Collega’s, tijdens de hoorzittingen was het duidelijk dat zowel de advocaat-generaal als de politierechters heel enthousiast waren over dit voorstel. Zij merken ook dat heel wat mensen ontsnappen aan een vervolging door dit feit, vooral omdat men de nummerplaat niet kan identificeren. Bij zware verkeersovertredingen en snelheidsovertredingen worden deze mensen niet vervolgd omdat men de nummerplaat niet kan identificeren. Bovendien is de straf voor het onidentificeerbaar maken van de nummerplaat zeer licht.
Translated text
Mr. Van den Bergh has already said it. We should not be very proud of road safety in this country. However, there is a slight improvement. Following last year’s stagnation, a slight improvement is noticeable this year. In the European context, however, we are still backward. Belgium is not doing well in terms of road safety. The Secretary of State, Mr. Wathelet, has also acknowledged this several times. Belgium is a bad pupil in Europe, especially in terms of the number of deaths in our traffic.
Mr Van den Bergh has already given a number of figures. I would like to add one that is very speaking, namely the number of deaths per million inhabitants per country. These are figures from 2011, so we could deduct something from them. However, if the percentage is deducted, it still remains very speaking. The number of deaths per million inhabitants for Germany is 49, for France 61, for the Netherlands 33 and for Belgium 77. I think this figure is very clear.
Colleagues, a good traffic policy also means that we must have a good enforcement policy. Small measures, such as those proposed here, can ⁇ contribute to that. It is indeed true that some drivers want to escape enforcement and actually punishment by making the identification of their vehicle via the number plate completely impossible. They do this very consciously. At present, this is a first-degree infringement, which means that it is a very low penalty, an immediate collection of 50 euros and no possibility of aggravation when repeated, no possibility of imposing a driving ban.
This proposal aims to address this by making it a second-degree infringement. This will result in an immediate collection of 100 euros. In addition, the judge may decline the right to send. This is an effective signal that this is a serious violation.
Colleagues, during the hearings it was clear that both the Attorney General and the police judges were very enthusiastic about this proposal. They also notice that a lot of people escape persecution because of this fact, especially because one cannot identify the number plate. In serious traffic violations and speed violations, these persons are not prosecuted because the number plate cannot be identified. In addition, the penalty for rendering the number plate unidentifiable is very light.
#19
Official text
Monsieur le président, si vous le permettez, je vais renvoyer au rapport écrit.
Translated text
Mr. Speaker, if you allow me to do so, I will return to the written report.
#20
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, wanneer wij denken aan het toekomstige verkeer in onze steden, moeten wij nagaan welke alternatieven er zijn voor het autovervoer. De auto is in onze samenleving inderdaad een gewenst verplaatsingsmiddel, maar in onze steden brengt hij heel wat ongemakken met zich, en verkeersonveiligheid in het bijzonder.
Wij moeten er dus de nadruk op leggen dat er alternatieven zijn, bijvoorbeeld de fiets en het openbaar vervoer. Als wij kiezen voor de fiets als alternatief, moeten wij ook de randvoorwaarden voor het gebruik van de fiets zo veel mogelijk bevorderen. Een van de mogelijkheden daarvoor vindt men zeker in onderhavig wetsvoorstel, waardoor men zal kunnen aanduiden dat bepaalde doodlopende straten niet doodlopen voor fietsers.
Ik heb het voorstel met veel overtuiging mee ondertekend. Ik hoop dat het zal bijdragen tot een groter gebruik van de fiets, en vooral tot een veiliger gebruik van de fiets in onze steden.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, when we think of the future of traffic in our cities, we need to look at alternatives to car transport. The car is indeed a desired means of transport in our society, but in our cities it brings a lot of inconvenience, and traffic safety in particular.
Therefore, we must emphasize that there are alternatives, such as bicycle and public transport. If we choose the bike as an alternative, we should also promote the marginal conditions for the use of the bike as much as possible. One of the possibilities for this is ⁇ found in this bill, which will be able to indicate that certain deadly streets are not deadly for cyclists.
I signed the proposal with great conviction. I hope that it will contribute to a greater use of the bicycle, and especially to a safer use of the bicycle in our cities.
#21
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik dank in eerste instanties de collega’s uit de commissie voor de Infrastructuur en het kabinet van staatssecretaris Wathelet voor de samenwerking met betrekking tot onderhavig voorstel.
Het is niet omdat een weg doodloopt voor voertuigen dat de weg niet kan doorlopen voor fietsers en voetgangers of de zwakke weggebruikers, zoals mevrouw Temmerman ze heeft genoemd.
De aanleiding voor het wetsvoorstel was een steekproef die vorig jaar werd afgenomen en die opvallende cijfers toonde. Uit die steekproef is immers gebleken dat 70 % van onze doodlopende wegen eigenlijk doorlopend voor fietsers en voetgangers zijn.
Met het wetsvoorstel wordt in de Wegcode een wettelijke basis aan het verkeersbord F45b gegeven, het bord dat aantoont dat de weg doodloopt en dus niet langer door voertuigen kan worden gebruikt, maar wel doorlopend is voor voetgangers en fietsers.
Ik hoop dat voetgangers en fietsers met het voorstel nieuwe wegen zullen ontdekken die vandaag voor hen ontoegankelijk blijken.
Ik doe vandaag ook een oproep aan de lokale mandatarissen onder u allen, zowel van de meerderheid als van de oppositie, om in uw stad of gemeente te kijken welke wegen doorlopend zijn voor voetgangers en fietsers en het nieuwe bord, waarover wij straks zullen stemmen en waarvoor ik uw steun vraag, te plaatsen.
Le president: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Translated text
Mr. Speaker, first of all, I would like to thank my colleagues from the Infrastructure Committee and the Cabinet of Secretary of State Wathelet for their cooperation on this proposal.
It’s not because a road goes dead for vehicles that the road can’t go through for cyclists and pedestrians or the weak road users, as Ms. Temmerman called them.
The reason for the bill was a sample taken last year that showed remarkable figures. In fact, that sample showed that 70% of our dead roads are actually continuous for cyclists and pedestrians.
With the bill, the Road Code gives a legal basis to the traffic sign F45b, the sign that shows that the road is dead and therefore no longer can be used by vehicles, but is continuous for pedestrians and cyclists.
I hope that with the proposal pedestrians and cyclists will discover new roads that today appear inaccessible to them.
Today I also make a call to the local mandators among you all, both of the majority and of the opposition, to look in your city or municipality which roads are continuous for pedestrians and cyclists and to place the new sign, on which we will vote later and for which I ask your support.
Le Président: Somebody asks-t-il yet the word? (No to)
#22
Official text
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
Translated text
Does anyone ask for the word? (Not to)
The general discussion is closed.
#23
Official text
De algemene bespreking is gesloten.
Translated text
The general discussion is closed.
#24
Official text
Discussion des articles
Translated text
Discussion of Articles
#25
Official text
Monsieur le président, chers collègues, la commission des Affaires sociales a examiné cette proposition de loi lors de sa réunion du 30 avril 2013.
Dans son exposé introductif, l'auteur principale, Mme Van Cauter, a expliqué que l'objectif premier de cette proposition est de garantir la récupération des cotisations sociales auprès des équipes cyclistes qui emploient des coureurs professionnels ayant leur résidence principale dans notre pays.
En effet, pour ce qui concerne les cotisations dues à l'ONSS, c'est la Royale ligue vélocipédique belge (RLVB) qui est réputée être l'employeur de tous les coureurs cyclistes, à qui elle a délivré une licence professionnelle. Les cotisations sont calculées sur une base de montants forfaitaires et toutes les journées comprises dans la durée de validité de la licence sont considérées comme des journées de travail.
Confrontés à des problèmes de récupération auprès de certaines équipes étrangères, la proposition subordonne désormais la délivrance de la licence de coureur Élite avec contrat. La proposition adapte également la terminologie juridique à la constitution d'une garantie par tiers à concurrence des cotisations sociales dues pour la durée de la licence. De cette manière, on préserve les droits de la RLVB mais aussi et surtout ceux de la sécurité sociale et ceux des cyclistes professionnels pour qui il existe une présomption irréfragable de travailleur salarié sous contrat d'employé et non plus d'ouvrier.
Lors de la discussion générale, MM. Geerts, Mayeur et Van den Bergh ont insisté sur la dimension pragmatique de la proposition de loi.
M. Bracke partage l'objectif de garantir un statut social décent aux coureurs cyclistes professionnels, mais il a fait part d'une série de remarques qui ne sont pas de nature à lui permettre d'apporter son soutien au texte. Tout d'abord, M. Bracke estime que le choix du mécanisme retenu pour assurer le statut social valide, en quelque sorte, un schéma malsain, qui consiste à méconnaître les véritables employeurs des coureurs cyclistes. Notre collègue n'a pas écarté non plus l'hypothèse selon laquelle les coureurs exercent une activité indépendante pour au moins une partie de celle-ci.
Translated text
The Social Affairs Committee examined this bill at its meeting on 30 April 2013.
In its introductory presentation, the lead author, Ms. Van Cauter, explained that the primary objective of this proposal is to ensure the recovery of social contributions from cycling teams that employ professional runners with their main residence in our country.
Indeed, as regards the contributions due to the ONSS, it is the Royal Belgian Vélocipédic League (RLVB) which is considered to be the employer of all cyclists, to whom it has issued a professional license. Contributions are calculated on the basis of flat-rate amounts and all days included in the validity period of the license are considered working days.
Faced with recovery problems from some foreign teams, the proposal now subordinates the issuance of the Elite rider license with contract. The proposal also adapts the legal terminology to the constitution of a third-party guarantee against the social contributions due for the duration of the licence. In this way, the rights of the RLVB are preserved but also and especially those of the social security and those of professional cyclists for whom there is an irrefractable presumption of an employee under an employee contract and not an employee.
During the general discussion, Mr. Geerts, Mayeur and Van den Bergh emphasized the pragmatic dimension of the bill.
by Mr. Bracke shares the objective of guaranteeing a decent social status to professional cyclists, but he has made a series of remarks that are not in a way to enable him to provide his support for the text. First of all, Mr. Bracke believes that the choice of the mechanism chosen to ensure social status valid, in some way, an unhealthy scheme, which consists in ignoring the real employers of cyclists. Our colleague did not exclude the hypothesis that runners carry out an independent activity for at least part of it.
#26
Official text
Ensuite, constatant l'existence d'un système dérogatoire de cotisations forfaitaires qui ne se justifie pas, M. Bracke a plaidé pour une uniformisation du statut social de l'ensemble des sportifs professionnels. Enfin, M. Bracke estime que la RLVB se voit dotée d'un pouvoir excessif et que l'on n'a pas mesuré assez les risques d'une délocalisation des coureurs.
Cette préoccupation d'un risque de délocalisation surtout des grands coureurs, bien évidemment par leur talent et non par leur taille, est partagée par M. Clarinval.
M. Mayeur a rappelé qu'il ne fallait pas analyser cette proposition sous l'angle des vedettes du cyclisme professionnel, mais bien sous l'angle de l'intérêt de tous les cyclistes. Si un risque de délocalisation ne peut être exclu, la responsabilité du législateur doit être, avant tout, d'assurer la protection sociale de tous ceux qui sont établis en Belgique et d'éviter la prolifération de faux indépendants. Par ailleurs, dans un secteur qui brasse beaucoup d'argent, l'intervenant considère qu'il est normal de mettre en place un mécanisme qui assure effectivement à la sécurité sociale ce à quoi elle a droit, surtout par rapport aux risques spécifiques en termes de santé et de pression sanitaire qui pèsent sur les cyclistes professionnels.
Mme Van Cauter a admis que l'on pouvait regretter le manque d'uniformité en ce qui concerne le régime de protection sociale de l'ensemble des sportifs professionnels ou encore le système de cotisation calculé sur la base de montants forfaitaires.
Les problèmes doivent être réglés par étapes et, concernant les cyclistes professionnels, le texte soumis à la commission traduit un consensus entre les différents acteurs du secteur qui ont été impliqués dans la rédaction du texte.
La déléguée de la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique a apporté un avis positif sur la proposition de loi.
L'article 1er a été adopté à l'unanimité. Les articles 2 et 3 ont été adoptés par dix voix et deux absentions. L'article 4 a été adopté à l'unanimité. Un amendement technique introduisant un article 1er, 1°, porte sur l'intitulé de la loi du 7 novembre 1969. Il a été adopté à l'unanimité. L'ensemble de la proposition de loi telle qu'amendée et moyennant quelques adaptations techniques a été adoptée par onze voix et deux abstentions.
Monsieur le président, permettez-moi, maintenant, de m'exprimer au nom de mon groupe.
Le groupe socialiste soutient, évidemment, cette proposition de loi qui, comme mon collègue Yvan Mayeur l'a rappelé en commission, ne doit pas être analysée sous l'angle du vedettariat et d'un risque toujours possible de délocalisation de certains cyclistes professionnels, mais bien sous l'angle des droits de la sécurité sociale et de tous les cyclistes professionnels.
Le cyclisme est un sport d'équipe et, souvent, de renonciation. Chaque compétition dans cette discipline apporte la preuve à ceux qui en doutent encore que, sans leurs équipiers, les "porteurs d'eau", les leaders d'équipe ne pourraient pas grand-chose. Et c'est précisément en quoi le législateur doit intervenir afin d'encadrer juridiquement ce métier particulier, exigeant et parfois dangereux.
On rappellera que le cycliste professionnel est exposé à des risques spécifiques en matière de santé et d'accidents et qu'il n'est pas acceptable que des équipes étrangères refusent d'assumer leurs responsabilités à l'égard de notre sécurité sociale et de ceux dont le lien de subordination vis-à-vis des dirigeants d'équipe est incontesté et incontestable. Tous les équipiers dont la licence a été accordée par la RLVB doivent bénéficier effectivement de notre protection sociale.
Dès lors, par rapport à un secteur qui dispose de moyens confortables, notre groupe soutient le mécanisme mis en place par la proposition, à savoir celui de la garantie par tiers à concurrence des cotisations dues pour la durée de la licence.
Enfin, nous sommes favorables à une réflexion de fond quant à l'opportunité de maintenir les cotisations sociales calculées sur base forfaitaire, ainsi qu'une harmonisation progressive du régime de protection sociale de l'ensemble des sportifs professionnels.
Translated text
Further, stating the existence of a derogatory system of flat-rate contributions that is not justified, Mr. Bracke has pledged for a uniformisation of the social status of all professional athletes. Finally Mr. Bracke believes that the RLVB is endowed with excessive power and that the risks of a relocation of runners have not been sufficiently measured.
This concern of a risk of relocation especially of the big runners, obviously by their talent and not by their size, is shared by Mr. by Clarinval.
by Mr. Mayeur recalled that this proposal should not be analyzed from the perspective of the stars of professional cycling, but rather from the perspective of the interest of all cyclists. If a risk of relocation cannot be excluded, the responsibility of the legislator must be, first and foremost, to ensure the social protection of all those who are established in Belgium and to prevent the proliferation of false self-employed. Moreover, in a sector that brings a lot of money, the interviewer considers that it is normal to set up a mechanism that effectively ensures the social security what it is entitled to, especially in relation to the specific risks in terms of health and health pressure that weigh on professional cyclists.
Ms. Van Cauter admitted that one could regret the lack of uniformity as regards the social protection scheme for all professional athletes or the system of contribution calculated on the basis of flat-rate amounts.
Problems must be resolved in stages and, for professional cyclists, the text submitted to the committee reflects a consensus between the different sector actors who have been involved in the drafting of the text.
The delegate of the Minister of Social Affairs and Public Health gave a positive opinion on the bill.
Article 1 was adopted unanimously. Articles 2 and 3 were adopted by ten votes and two absents. Article 4 was adopted unanimously. A technical amendment introducing an article 1, 1°, refers to the title of the law of 7 November 1969. It was adopted unanimously. The entire bill, as amended and with some technical adjustments, was adopted by eleven votes and two abstentions.
Let me now speak on behalf of my group.
The Socialist group, of course, supports this bill that, as my colleague Yvan Mayeur recalled in the committee, should not be analyzed from the perspective of the vetetariat and of a still possible risk of relocation of some professional cyclists, but rather from the perspective of the rights of social security and of all professional cyclists.
Cycling is a team sport and often withdrawal. Each competition in this discipline brings proof to those who still doubt that, without their teammates, the "water carriers", team leaders could not do much. And this is precisely where the legislator must intervene in order to legally frame this particular, demanding and sometimes dangerous profession.
It will be recalled that the professional cyclist is exposed to specific health and accident risks and that it is not acceptable that foreign teams refuse to assume their responsibilities with regard to our social security and those whose link of subordination to team leaders is undisputed and undisputed. All crew members whose license has been granted by the RLVB must effectively benefit from our social protection.
Therefore, compared to a sector that has comfortable means, our group supports the mechanism established by the proposal, namely that of third-party guarantee against the contributions due for the duration of the license.
Finally, we are in favor of a substantial reflection on the possibility of ⁇ ining the social contributions calculated on a flat-rate basis, as well as a gradual harmonisation of the social protection scheme for all professional athletes.
#27
Official text
Monsieur Sampaoli, je vous félicite pour votre première intervention dans cette assemblée. (Applaudissements)
Translated text
Mr. Sampaoli, you congratulate for your first intervention in this assembly. (Applause of Applause)
#28
Official text
Mijnheer de voorzitter, ook ik wil de verslaggever danken voor zijn uitgebreid en uitstekend verslag en ik feliciteer hem uiteraard ook met zijn maidenspeech. Hij heeft ervoor gezorgd dat mijn uiteenzetting hier zeer beperkt kan zijn.
Ik kan alleen herhalen dat onze fractie zich straks bij de stemming over dit voorstel zal onthouden, vanzelfsprekend niet omdat wij tegen de sociale bescherming van beroepsrenners zouden zijn. Daar heeft het vanzelfsprekend niets mee te maken. Wel denken wij – zoals aangegeven in het verslag trouwens – dat een enkel socialezekerheidsstatuut voor beroepssporters veel meer is aangewezen. Ondanks de beste bedoelingen zal dit voorstel de complexiteit van ons systeem nog een beetje verhogen. Het is eigenlijk al onnoemelijk complex waardoor het af en toe geloofwaardigheid mist. Men kan zich natuurlijk ook vragen stellen bij het geven van wat dan sociale gunsttarieven worden genoemd voor topsporters die niet bij de kleinverdieners kunnen worden gerangschikt. Dat is in een notendop de redenering. Daarbij komt nog het idee dat hier in het voorstel sprake is van een soort beheersvergoeding voor de wielrijdersbond. Persoonlijk vind ik dat dit een moeilijk ding is omdat het niet nader gepreciseerd is.
Nogmaals, wij hebben niets tegen sociale bescherming voor beroepsrenners, wel tegen de hier gevolgde methode. Daarom zullen wij ons onthouden bij de stemming.
Translated text
Mr. Speaker, I also want to thank the reporter for his comprehensive and excellent report and, of course, I also congratulate him on his maiden speech. He has made sure that my explanation here can be very limited.
I can only repeat that our group will soon abstain from voting on this proposal, of course not because we would be against the social protection of professional runners. Of course, it has nothing to do with this. However, as indicated in the report, we believe that a single social security status for professional athletes is much more appropriate. Despite the best intentions, this proposal will further increase the complexity of our system. In fact, it is already unnamedly complex so that it sometimes lacks credibility. One can, of course, also ask questions when giving what is called social preferential rates for top athletes that cannot be ranked among the small earners. That is in a nutshell the reasoning. In addition, the idea that in this proposal there is a kind of management fee for the cyclist union. Personally, I find this a difficult thing because it is not specified.
Again, we have nothing against social protection for professional runners, but against the method followed here. We will abstain in the vote.
#29
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, het wielrennen is een mooie sport. Als u het mij vraagt, is het misschien wel de mooiste sport. De dood van Wouter Weylandt ligt echter nog vers in het geheugen. Zijn tragische lot bewijst dat wielrenners, en sportbeoefenaars in het algemeen, nood hebben aan een degelijke sociale bescherming. Daarom hebben wij sinds 1969 een wetgeving die wielrenners een waarborg op sociale zekerheid biedt, door de fictie aan te nemen dat ten aanzien van de Sociale Zekerheid de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond geacht wordt de werkgever te zijn van de wielrenners.
Dit systeem dreigt echter te worden ondermijnd. Wij moeten immers vaststellen dat buitenlandse ploegen weigeren de sociale bijdrage te betalen. Dat, collega Bracke, is eenvoudigweg ook de reden waarom wij de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond middels dit wetgevend initiatief toestaan het verlenen van de licentie afhankelijk te maken van de waarborg dat de sociale zekerheid wordt betaald, zodat dat de renners sociaal verzekerd zijn wanneer zij op de weg komen.
Wat doen wij nog? Wij brengen de wetgeving inzake beroepsrenners, of eliterenners met een contract, in overeenstemming met de wetgeving inzake de betaalde sportbeoefenaars. Meer bepaald vervangen wij het contract waardoor zij als arbeiders gelden door een bediendenovereenkomst. Dit is trouwens een mooi bewijs dat het oude onderscheid tussen arbeider en bediende achterhaald is.
Denkend aan Parijs-Roubaix kan men zich de vraag stellen: was het het hoofd of waren het de benen van Cancellara die Sep Vanmarcke verslagen hebben? Misschien ging het om een combinatie van beide, en past hier beter het statuut van werknemer.
Collega Bracke, u zegt dat er beter één sociaal zekerheidstatuut zou zijn voor betaalde sportbeoefenaars. Welnu, dat bestaat. Er is de wetgeving inzake de betaalde sportbeoefenaars. Er is één statuut, één regelgeving, van toepassing voor alle professionele sportbeoefenaars.
Translated text
Cycling is a beautiful sport. If you ask me, it is probably the most beautiful sport. However, the death of Wouter Weylandt is still fresh in the memory. His tragic fate proves that cyclists, and sports practitioners in general, need solid social protection. Therefore, since 1969, we have a legislation that provides cyclists with a guarantee of social security, by assuming the fiction that with regard to the Social Security, the Royal Belgian Cyclist Federation is considered to be the employer of the cyclists.
However, this system is threatened to be undermined. After all, we must note that foreign teams refuse to pay the social contribution. That, colleague Bracke, is simply also the reason why we allow the Royal Belgian Cyclists Federation through this legislative initiative to make the granting of the license conditional on the guarantee that the social security is paid, so that the runners are socially insured when they come on the road.
What do we still do? We bring the legislation on professional runners, or elite runners with a contract, in line with the legislation on paid sports practitioners. More specifically, we replace the contract by which they are considered as workers with an employee agreement. This, by the way, is a beautiful proof that the old distinction between worker and servant is obsolete.
Thinking of Paris-Roubaix, one can ask the question: Was it the head or were it the legs of Cancellara that defeated Sep Vanmarcke? Per ⁇ it was a combination of both, and the status of employee fits better here.
Colleague Bracke, you say that it would be better to have one social security status for paid sports practitioners. Well, that exists . There is legislation on paid sports practitioners. There is one statute, one regulation, applicable to all professional sports practitioners.
#30
Official text
Alleen heeft u gelijk dat de garantie dat de sociale bijdragen worden betaald, wordt gesteld door de federatie en dat dit enkel geldt voor het wielrennen. Ik denk dat dit een waterdichte garantie is, die noodzakelijk is. Ik zou suggereren dat u een initiatief neemt om dat voor andere sporttakken ook te doen. Ik denk bijvoorbeeld aan het voetbal en dergelijke meer. Ik kijk uit naar uw initiatieven ter zake.
Collega’s, ik wil alle fracties danken die hun medewerking hebben verleend aan het totstandkomen van het wetsvoorstel, ook collega Mayeur die de diligentie heeft gehad om het voorstel snel te agenderen.
Tot slot wens ik een warm woord te richten tot onze gouverneur André Denys. Het is jammer dat hij de goedkeuring van het wetsvoorstel niet heeft kunnen meemaken, maar u weet even goed als ik dat hij als fervente wielerliefhebber het voorstel zeker genegen was. Misschien draag ik het wetsvoorstel wel aan hem op.
Translated text
Only you are right that the guarantee that the social contributions are paid is provided by the federation and that this only applies to cycling. I think this is a waterproof guarantee, which is necessary. I would suggest that you take the initiative to do the same for other sports. I think of football and more like that. I look forward to your initiatives in this regard.
Colleagues, I would like to thank all the political groups that have cooperated with the draft law, including Mr. Mayeur, who has had the diligence to quickly schedule the proposal.
Finally, I would like to address a warm word to our Governor André Denys. It is a pity that he has not been able to experience the approval of the bill, but you know just as well as me that he, as an avid cycling enthusiast, was ⁇ pleased with the proposal. Per ⁇ I will bring the bill to him.
#31
Official text
À ce propos, nous rendrons hommage à M. André Denys jeudi prochain.
Translated text
We will pay tribute to Mr. André Denys on Thursday.
#32
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal kort verslag uitbrengen over het wetsontwerp tot wijziging van het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de arbitrage.
Dit wetsontwerp is gebaseerd op het voorbereidend werk van CEPINA en van de werkgroep onder voorzitterschap van de heer Guy Keutgen, erevoorzitter van CEPINA, maar ook van vele anderen, waaronder ook professor Verbist, die hier aanwezig zijn en die dit op heel ordentelijke wijze hebben voorbereid.
Op internationaal vlak hinkt België een beetje achterop wat de omkadering van de arbitrage betreft. Heel wat landen hebben hun wetgeving al hervormd in het licht van de modelwet inzake de internationale handelsarbitrage van de commissie van de Verenigde Naties voor het internationaal handelsrecht - UNCITRAL in het Engels of CNUDCI in het Frans -, of beogen dit te doen.
Het is dus ook tijd dat België zijn wetgeving afstemt op deze vooruitstrevende wetgeving inzake arbitrage.
Met deze hervorming wil België tonen dat het heel uitdrukkelijk beschikbaar is voor arbitrage, dat internationale arbitrages ook best hier kunnen worden georganiseerd, dat wij een vooruitstrevende wetgeving hebben en dat wij met andere woorden een aantrekkelijke plaats zijn voor arbitrage.
Ik denk dat alle initiatieven om arbitrage als een alternatieve, een andere manier om geschillen af te handelen welkom zijn en alle steun verdienen.
Omgekeerd moeten wij ook vermijden dat het afhandelen van arbitrages wordt gedelokaliseerd en dat men elders gaat om geschillen afgehandeld te zien.
Wij hebben het Belgisch recht dus aangepast. Er zijn negen korte elementen: de verduidelijking van de voorwaarden van de objectieve arbitreerbaarheid; de afschaffing van de dubbele aanleg; de bevestiging dat de arbitrageovereenkomsten niet schriftelijk opgesteld moeten zijn en dat de bewijslast van het bestaan ervan rust op degene die er zich op beroept; de bevestiging dat partijen contractueel de procedure tot wraking van arbiters kunnen organiseren; de uitdrukkelijke vermelding van de regeling inzake de voorlopige of bewarende maatregelen die door het scheidsgerecht kunnen worden bevolen; de vermelding van de gelijke behandeling der partijen en van de loyaliteit die aan de debatten ten grondslag moet liggen; de bijstand door de gewone rechtbank ten behoeve van de bewijsgaring; de vernietiging van een arbitrale uitspraak die enkel kan geschieden op basis van een limitatief opgesomd aantal gronden; een arbitrale uitspraak kan ook worden gered door terugzending naar het scheidsgerecht, de bestuurlijke lus, die wij hopelijk verder kunnen uitbouwen in het kader van het administratief recht en, tot slot, de centralisatie van oude procedures tot vernietiging en uitvoerbaarverklaring bij vijf rechtbanken, wat uiteraard de specialisatie verder in de hand werkt.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I will briefly report on the bill amending the sixth part of the Judicial Code on arbitration.
This bill is based on the preparatory work of CEPINA and the working group under the chairmanship of Mr. Guy Keutgen, Honorary Chairman of CEPINA, as well as many others, including Professor Verbist, who are present here and who have prepared this in a very orderly manner.
On the international level, Belgium is a little behind in the frameworking of the arbitration. Many countries have already reformed their legislation in the light of the Model Law on International Trade Arbitration of the United Nations Commission on International Trade Law – UNCITRAL in English or CNUDCI in French – or are aiming to do so.
So it is also time for Belgium to align its legislation with this progressive legislation on arbitration.
With this reform, Belgium wants to show that it is very explicitly available for arbitration, that international arbitration can also be organized here, that we have a progressive legislation and that we are, in other words, an attractive place for arbitration.
I think all initiatives to arbitration as an alternative, another way to settle disputes are welcome and deserve all support.
Conversely, we must also avoid de-localizing arbitration and going elsewhere to see disputes resolved.
We have amended the Belgian law. There are nine short elements: the clarification of the conditions of objective arbitration; the abolition of the double placement; the confirmation that the arbitration agreements must not be drawn in writing and that the burden of proof of their existence rests on the one who appeals to them; the confirmation that the parties may contractually organize the procedure for the wrapping of arbitrators; the explicit mention of the arrangement for the provisional or preservative measures that may be ordered by the arbitral tribunal; the mention of the equal treatment of the parties and of the loyalty that must be the basis of the debate; the assistance by the ordinary court for the purpose of the proof guarantee; the destruction of an arbitral ruling which can only be made on the basis of a limitative assembly, of course, does not work out of a number of grounds; an arbitration and the conclusion of the arbitration, which can also be brought back to the judicial framework, hopefully, by the special administrative device, which can also be retrieved in the judicial framework.
#33
Official text
Aan de verhouding tussen de bepalingen van arbitrage en de overige delen van het Gerechtelijk Wetboek wordt niets veranderd.
Dit wetsontwerp werd door alle fracties goed onthaald. Een aantal fracties stelde nog concrete vragen over sommige opmerkingen van de Raad van State, die niet werden gevolgd.
Er is ook een debat geweest over de vraag op welke manier een arbiter met strafrechtelijke elementen moet omgaan, meer bepaald bijvoorbeeld de vraag op welke manier hij met de witwasmisbruiken moet omgaan. Op vraag van leden is aan het verslag een bijzondere nota toegevoegd over de manier waarop de arbiter moet handelen ingeval hij onregelmatigheden vaststelt.
Er werd door de N-VA één amendement ingediend, namelijk om als grond tot nietigverklaring de afwezigheid van een schriftelijke beslissing van het Arbitragecollege toe te voegen. Dit amendement werd door de meerderheid als overbodig gekwalificeerd, omdat bij afwezigheid van een geschrift er ook geen beslissing is en ze dus ook niet uitvoerbaar kan worden verklaard.
De artikelen en het geheel werden door de aanwezige leden eenparig goedgekeurd. Mochten de leden van Ecolo-Groen aanwezig zijn geweest, zouden zij het ontwerp hebben gesteund. Het is dus op eenparige basis goedgekeurd.
Mijnheer de voorzitter, ik dank u en alle diensten voor de medewerking aan mijn verslag.
Translated text
The relationship between the provisions of arbitration and the other parts of the Judicial Code is not changed.
This bill was welcomed by all political parties. A number of political groups still asked concrete questions about some of the comments of the State Council, which were not followed.
There has also been a debate on the question of how an arbitrator should deal with criminal elements, more specifically, for example, how he should deal with the abuse of money laundering. At the request of the members, a special note has been added to the report on how the arbitrator should act in case of irregularities.
A single amendment was submitted by the N-VA, namely to add as grounds for annulment the absence of a written decision of the Arbitration College. This amendment was qualified by the majority as unnecessary, because in the absence of a letter there is also no decision and therefore it cannot be declared enforceable.
The articles and the whole were unanimously approved by the members present. If the members of Ecolo-Groen were present, they would have supported the design. It was unanimously approved.
Mr. Speaker, I would like to thank you and all the services for cooperating on my report.
#34
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, u treedt op in de plaats van de bevoegde minister. Het zal echter wel lukken.
Zoals de rapporteur al heeft geschetst, vervangt het voorliggende wetsontwerp bijna volledig de huidige arbitrageprocedure. Het opzet van het wetsontwerp bestaat erin de doeltreffendheid en de flexibiliteit van de arbitrageprocedure te verhogen en aldus ons land aantrekkelijker te maken bij het voeren van – dit staat misschien tussen haakjes, maar is wel een heel belangrijk element – internationale arbeidsprocedures, vooral voor ondernemers.
Het wetsontwerp is dan ook grotendeels geïnspireerd door de modelwet inzake de internationale handelsarbitrage van de Commissie van de Verenigde Naties voor het Internationaal Handelsrecht. Het neemt zelfs vaak de bewoordingen over, wat de leesbaarheid en herkenbaarheid voor een internationaal publiek dient te vergroten.
Op een aantal punten is de voorgestelde wetgeving zelfs vooruitstrevender – lees: meer flexibel – dan de modelwet, doordat enkele best practices van andere landen in onze wet zijn overgenomen.
Wij hebben dus niet enkel een inhaaloperatie gemaakt. Wij staan met deze wet misschien wel aan de top op het vlak van de arbitrageprocedures.
Jammer is wel dat er geen cijfermateriaal ter beschikking is. Wij weten niet hoeveel arbitrageprocedures in het verleden werden gevoerd. Wij kunnen dan ook niet inschatten in welke mate deze procedure echt succesvol zal zijn. De procedure is bij wijze van spreken nieuw. Wij hopen alleen maar dat ze succesvol zal zijn.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Secretary of State, you are acting in the place of the Minister. However, it will succeed.
As the rapporteur has already outlined, the proposed bill will almost completely replace the current arbitration procedure. The purpose of the draft law is to increase the efficiency and flexibility of the arbitration procedure and thus make our country more attractive to conduct – this may be a crossroads but is a very important element – international labor procedures, especially for entrepreneurs.
The draft law is therefore largely inspired by the Model Law on International Trade Arbitration of the United Nations Commission on International Trade Law. It often even takes over the wording, which is meant to increase its readability and recognition for an international audience.
On a number of points, the proposed legislation is even more progressive – read: more flexible – than the model law, because some best practices from other countries have been incorporated into our law.
We did not just carry out a recovery operation. With this law, we may be at the top of arbitration proceedings.
It is a pity that there is no data available. We do not know how many arbitration procedures have been conducted in the past. Therefore, we cannot estimate to what extent this procedure will really be successful. The procedure is new in terms. We only hope that it will be successful.
#35
Official text
Wij weten ook niet hoeveel dergelijke procedures gemiddeld zullen kosten in vergelijking met een gerechtelijke procedure. Het zou immers de bedoeling moeten zijn dat men kiest voor arbitrage in plaats van een geschil voor het gerecht. De vraag is dan ook of de nieuwe wetgeving effect zal sorteren, maar wij zullen dat zien als wij over een jaar of twee een evaluatie houden in de commissie.
Het is overigens een gemiste kans dat de arbitrage — volgens ons een instrument van alternatieve geschillenbeslechting — niet wordt gezien als een middel om de gerechtelijke achterstand weg te werken. Ook tijdens de besprekingen in de commissie is gebleken dat men in die optiek van de nieuwe arbitragewetgeving weinig verwacht omdat zij geen invloed zou hebben op de gerechtelijke achterstand. Mijn fractie hoopt dat deze wetgeving wel een invloed zal hebben op de gerechtelijke achterstand.
Tijdens de bespreking in de commissie was het evenmin duidelijk hoever de vertrouwelijkheids- of zelfs geheimhoudingsplicht van de aangestelde arbiter reikt. Of — en dat is de andere kant van de medaille — in hoeverre de aangifteplicht op hem rust ingeval in het kader van de arbitrageprocedure een misdrijf aan het licht komt. De rapporteur heeft er al naar verwezen dat er aan het verslag van dit wetsontwerp een nota van de deskundige werd toegevoegd. Na het lezen van die nota heb ik toch nog een aantal vragen en ik hoop daarop een antwoord te krijgen aan het einde van mijn betoog, mevrouw de staatssecretaris.
In de nota wordt duidelijk gestipuleerd dat als de arbiter vaststelt dat er een vermoeden is van valsheid in geschrifte — men stelt dit vast, maar men is nog niet zeker, want uiteindelijk gaat het om een gerechtelijke procedure — het aan de partijen toekomt strafklacht in te dienen. De arbiter heeft dus geen rol te spelen in het vaststellen van het misdrijf; hij kan zelf blijkbaar geen stappen zetten. Ik stel mij daar vragen bij. Hier wordt gesteld dat enkel ambtenaren een meldingsplicht hebben bij het vaststellen van een misdrijf, maar quid in geval van schuldig verzuim? In de commissie rond seksueel misbruik in gezagsposities hebben wij toch gehoord dat uiteindelijk iedereen meldingsplicht heeft om een einde te stellen aan het misdrijf. Bij schuldig verzuim moet de arbiter dan toch handelen? Mevrouw de staatssecretaris, is het geen hiaat dat hierover in de wet geen duidelijkheid wordt gegeven?
Naar ons aanvoelen heeft men hier vooral sterk ingezet op flexibiliteit, op snelheid en doeltreffendheid van de procedure. Op bepaalde plaatsen staat dit op gespannen voet met het recht op tegenspraak.
Translated text
We also do not know how much such procedures will cost on average compared to a judicial procedure. After all, it should be the intention that one chooses arbitration rather than a dispute before the court. The question is, therefore, whether the new legislation will sort out effect, but we will see if we hold an evaluation in the committee in a year or two.
Furthermore, it is a missed chance that arbitration — which we consider to be an instrument of alternative dispute resolution — is not seen as a means of removing the judicial downturn. Also during the discussions in the committee it has been shown that in this perspective little is expected of the new arbitration legislation because it would not affect the judicial backwardness. My group hopes that this legislation will have an impact on the judicial lag.
During the discussion in the committee, it was also not clear to what extent the confidentiality or even confidentiality obligation of the appointed arbitrator extends. Or — and that is the other side of the medal — to what extent the obligation to declare lies on him in the event of an offence being revealed in the context of the arbitration procedure. The rapporteur has already mentioned that an expert note was added to the report of this draft law. After reading this note, I still have a few questions and I hope to get an answer at the end of my speech, Mrs. Secretary of State.
The note clearly stipulates that if the arbitrator determines that there is a suspicion of false writing — one establishes this, but one is not yet certain, because ultimately it is a judicial procedure — it is up to the parties to file criminal charges. The arbitrator therefore has no role to play in establishing the crime; he himself apparently cannot take steps. I am asking questions about that. It is stated here that only officials have an obligation to report when establishing a crime, but quid in case of guilty omission? In the committee on sexual abuse in authority positions, we have heard that ultimately everyone has a reporting obligation to end the crime. In case of guilty failure, should the arbitrator act? Mrs. Secretary of State, is it not a hideout that this is not clearly stated in the law?
To our senses, we have put a lot of emphasis here on flexibility, speed and efficiency of the procedure. In some places, this is on a tense foot with the right to contradict.
#36
Official text
Ik zal moeten verwijzen naar een bepaald artikel. Bijvoorbeeld artikel 1680, 1, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, zetelend zoals in kort geding, een arbiter kan aanstellen op eenzijdig verzoekschrift van de meest gerede partij en hiertegen geen voorziening — dus geen hoger beroep — openstaat. Hierdoor kan aan een partij een arbiter worden opgedrongen door een rechter zonder dat die partij hierin inspraak heeft of samen met de andere partij een keuzekan maken over de arbiter. Ook uit artikel1682, 2, blijkt dat een arbitrageprocedure toch kan worden opgestart of voortgezet, en een arbitrale uitspraak kan worden gedaan door een arbiter die is gewraakt. Dit getuigt van het feit dat er in deze wetgeving een loopje wordt genomen met het recht op tegenspraak.
Mevrouw de staatssecretaris, de rapporteur heeft er al op gewezen dat wij dit wetsontwerp hebben goedgekeurd. De reden is dat er wel kan worden gezegd dat dit ontwerp een zeer hoge kwaliteit heeft. Het is een degelijk werkstuk dat werd voorbereid door verschillende academici. Bovendien werd met de opmerkingen van de Raad van State grotendeels rekening gehouden. De debatten in de commissie gingen over de opmerkingen van de Raad van State, die niet werden weerhouden.
Ik wil de deskundigen danken voor hun inzet. Dit werk verdient een pluim.
De staatssecretaris heeft het ons niet gemakkelijk gemaakt om hiertegen oppositie te voeren. Wij hebben in de commissie toch ons best gedaan en ik hoop dan ook dat mijn opmerkingen met betrekking tot het vaststellen van misdrijven zeker in het verslag zullen worden opgenomen, want ik hoop dat wij in de toekomst niet met een conflict zullen worden geconfronteerd.
Gelet op de mogelijk positieve effecten op het vlak van dienstverlening en expertise en gezien het feit dat het om een kwalitatief ontwerp gaat, is de N-VA voorstander van dit wetsontwerp. Wij zullen dit ontwerp dan ook goedkeuren.
Translated text
I will have to refer to a particular article. For example, Article 1680, paragraph 1, of the Judicial Code provides that the chairman of the court of first instance, sitting as in short-term proceedings, may appoint an arbitrator upon unilateral petition of the most defensive party and against it there is no appeal — therefore no appeal — open. This makes it possible to impose an arbitrator on one party by a judge without that party participating in it, or together with the other party to make a choice over the arbitrator. Article 1682, paragraph 2, states that an arbitration proceedings may still be initiated or continued, and an arbitral ruling may be made by an arbitrator who has been revoked. This testifies to the fact that this legislation takes a course with the right to contradict.
Mr. Secretary of State, the rapporteur has already pointed out that we have approved this bill. The reason is that it can be said that this design has a very high quality. It is a solid piece of work that was prepared by various academics. Furthermore, the comments of the State Council were largely taken into account. The discussions in the committee focused on the comments of the State Council, which were not stopped.
I would like to thank the experts for their efforts. This work deserves a plum.
The Secretary of State did not make it easy for us to oppose this. However, we have done our best in the committee and I therefore hope that my comments regarding the establishment of crimes will ⁇ be included in the report, because I hope that we will not face a conflict in the future.
Given the potential positive effects in terms of services and expertise and given the fact that it is a qualitative design, the N-VA is in favour of this bill. We will approve this draft.
#37
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal ter vervanging van mijn collega, de minister van Justitie, en namens haar beide heren willen bedanken voor het geleverde werk. Zij hebben ervoor gezorgd dat nu ook in ons land een kader kan worden gecreëerd voor arbitragemogelijkheden.
Wat betreft de bezorgdheid van mevrouw Dumery over het eventueel constateren van strafbare feiten verwijs ik naar de bijlage die nadien door de minister van Justitie aan het verslag werd toegevoegd. In punt 4 staat te lezen, ik citeer: “In ieder geval, op straffe van vernietiging van hun arbitrale uitspraak, zullen de arbiters de relevante bepalingen van openbare orde toepassen.”
Translated text
Mr. Speaker, I would like to thank both of you on behalf of my colleague, the Minister of Justice, and on behalf of her, for the work done. They have ensured that a framework for arbitration possibilities can now also be created in our country.
As regards Mrs Dumery’s concerns regarding the possible detection of criminal offences, I refer to the annex subsequently added to the report by the Minister of Justice. In paragraph 4, I cite: “In any case, under the penalty of annulment of their arbitral ruling, the arbitrators shall apply the relevant provisions of public order.”
#38
Official text
Het is dus niet nodig om daarbij nog een meldingsplicht in te voeren. De Europese regelgeving gaat ook niet zover om dat aan arbiters op te leggen. Net zoals de ons omringende landen, bijvoorbeeld Frankrijk, Duitsland en Italië, zijn wij niet verder willen gaan dan wat de Europese regelgeving ter zake voorschrijft.
Translated text
Therefore, there is no need to introduce an additional reporting obligation. The European legislation does not impose such a requirement on arbiters. Like the surrounding countries, for example France, Germany and Italy, we do not want to go beyond what the European legislation requires in this regard.
#39
Official text
Mevrouw de staatssecretaris, het is niet omdat andere landen niet in hun wetgeving ter zake opnemen dat het vaststellen van een misdrijf moet worden gemeld, dat wij de ambitie niet mogen hebben om dat wel op te leggen. De meldingsplicht is aan ambtenaren opgelegd; waarom zou zijn dan niet gelden voor arbiters?
In de commissievergadering hebben wij daarover ook gediscussieerd en de verschillende standpunten stonden tegenover elkaar. U kon mij niet overtuigen om mijn standpunt te wijzigen. Het is mogelijk dat een arbiter gedurende een procedure vaststelt dat er misdrijven zijn gepleegd. In dat verband denk ik vooral aan wat wij hebben gehoord in de opvolgingscommissie omtrent misbruik. Om het even wie die weet dat er slachtoffers kunnen vallen door een misdrijf, moet dat melden. Het gaat niet alleen om fiscale zaken, maar om alle soorten misdrijven die vastgesteld kunnen worden. Dat de arbitrage dan niet kan doorgaan omdat zij strijdig is met de openbare orde, vind ik eigenlijk een beetje te mak.
Translated text
Mrs. Secretary of State, it is not because other countries do not include in their legislation on the subject that the establishment of a crime must be ⁇ , that we should not have the ambition to impose it. The reporting obligation is imposed on officials; why would it not apply to arbitrators?
We also discussed this in the committee meeting and the different views were opposed. You could not convince me to change my position. It is possible that an arbitrator during a procedure determines that crimes have been committed. In this regard, I think especially of what we have heard in the follow-up committee on abuse. Anyone who knows that there may be victims of a crime should report it. It is not just about tax matters, but about all kinds of crimes that can be established. That the arbitration then cannot continue because it is contrary to public order, I actually find it a bit easy.
#40
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.
Translated text
I refer to my written report.
#41
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de titel van het wetsontwerp geeft al aan dat wij verschillende thema’s in dat wetsontwerp hebben behandeld.
Een eerste thema, dat ik zeer positief in dit wetsontwerp vind maar dat, mijn inziens, nog niet voldoende is uitgewerkt, zijn de hervormingen in het licht van de tax shelter. Volgens ons is dat een eerste stap in de goede richting met onder meer de specifieke regeling voor de animatiesector en de investeringsverplichting. Daarmee zijn wij het volledig eens.
Ik wil er hier in de Kamer echter ook nog eens op wijzen dat de hoorzittingen die wij hierover hebben gehad nog heel wat andere problemen aan het licht hebben gebracht zoals het risico voor investeerders bij fiscale betwistingen en de vorming van fiscale controleurs in het raam van de tax shelter. Er zijn dus nog heel wat punten die verdere aandacht nodig hebben.
Dit is dus slechts een overgangsmaatregel, maar in elk geval al een goede stap om de sector te ondersteunen.
Daarom wil ik de commissievoorzitter en de minister oproepen om zo snel als mogelijk werk te maken van een meer diepgaande herziening ter zake.
Een tweede punt betreft het artikel 21, door de hernummering nu artikel 22 van het wetsontwerp. Hierdoor wordt de roerende voorheffing voor een rijksinwoner die bij verdrag vrijgestelde inkomsten heeft die niet in aanmerking komen voor het progressievoorbehoud, een eindheffing.
In dat hele verhaal wordt geen rekening gehouden met het specifieke geval waarover het arrest van het Grondwettelijk Hof van 29 maart 2012 handelt.
Wanneer de roerende voorheffing niet wordt terugbetaald indien de belastingplichtige een bij verdrag vrijgesteld beroepsinkomen krijgt zonder progressievoorbehoud dat lager is dan de belastingvrije som, dan lijkt het artikel een schending voor het gemeenschapsrecht te vormen.
Translated text
The title of the bill already indicates that we have dealt with several topics in that bill.
A first theme, which I find very positive in this bill but which, in my opinion, has not yet been sufficiently elaborated, are the reforms in the light of the tax shelter. We believe that is a first step in the right direction, including the special arrangement for the animation sector and the investment obligation. We fully agree with that.
However, I would like to point out once again that the hearings we have held on this subject have highlighted many other problems, such as the risk for investors in tax disputes and the formation of tax auditors in the framework of the tax shelter. So there are a lot of issues that need further attention.
Thus, this is only a transitional measure, but in any case already a good step in supporting the sector.
Therefore, I would like to call on the President of the Commission and the Minister to work as quickly as possible on a deeper review of the matter.
The second point concerns Article 21, with the renumbering now of Article 22 of the Bill. As a result, the mobile advance tax for a resident who has income exempted by a treaty that is not eligible for the progression reservation becomes a final tax.
That whole case does not take account of the specific case referred to in the judgment of the Constitutional Court of 29 March 2012.
If the movable tax is not refunded if the taxable person receives a professional income exempt by the Treaty without a progressive reservation that is lower than the tax-free amount, the article appears to constitute a breach of Community law.
#42
Official text
Mijnheer de minister, u heeft in de commissie zelf erkend dat dit artikel verdere studie vereist. Mag ik uw aandacht erop vestigen dat deze meerderheid dit artikel toch heeft goedgekeurd? Men gaat ermee akkoord terwijl u zelf in de commissie hebt aangekaart dat dit artikel zou moeten worden weggestemd of geamendeerd omdat het artikel eigenlijk nog niet helemaal rijp is om kracht van wet te worden omdat het nog een foutje bevat. Wij zullen dan ook opnieuw een amendement indienen om dit artikel te schrappen. Ik hoop dat de meerderheid uw raad nu wel zal volgen.
Een ander punt dat aan de orde is geweest, is de al dan niet vrijstelling van de btw in het onderwijs. Zowel de collega’s van CD&V, de heer Devlies, als van Open Vld, de heer Van Biesen, hadden daar toch ook een aantal vragen bij. Dat is dan ook de reden waarom wij ons amendement hier in plenaire vergadering opnieuw willen indienen. De heer Van Biesen gaat volgens mij ook niet helemaal akkoord met het antwoord dat u hierop heeft gegeven.
Wij hebben ter zake volgens mij een probleem op het vlak van het neutraliteitsbeginsel. Het neutraliteitsbeginsel dat geldt in de btw, bepaalt dat alle btw-handelingen, ongeacht de hoedanigheid van de verstrekker, neutraal moeten worden benaderd op het vlak van vrijstellingen of tarief.
Wat betreft het onderwijs, wordt door de toevoeging aan het nieuwe artikel 46 van de bepaling dat de belastingplichtige geen winstoogmerk mag beogen, noch winsten mag uitkeren, volgens ons een onterecht onderscheid ingevoerd naar gelang de hoedanigheid van de belastingplichtige. In de praktijk wordt bijvoorbeeld taalonderwijs volgens mij aangeboden door zowel publiekrechtelijke lichamen in het vrije onderwijs, vzw’s als commerciële ondernemingen. Enkel deze laatsten zouden btw moeten aanrekenen voor dezelfde diensten als deze die worden aangeboden door publiekrechtelijke lichamen en vzw’s.
Translated text
Mr. Minister, you have acknowledged in the committee yourself that this article requires further study. Can I draw your attention to the fact that this majority has approved this article? You agree with it while you have yourself informed in the committee that this article should be voted down or amended because the article is actually not yet fully mature to become force of law because it still contains an error. We will therefore submit another amendment to delete this article. I hope that the majority will follow your advice.
Another point that has been discussed is whether or not exemption from VAT in education. Both the colleagues of CD&V, Mr. Devlies, and of Open Vld, Mr. Van Biesen, had a number of questions. That is why we want to submit our amendment again here in the plenary session. Mr Van Biesen does not seem to agree entirely with the answer you gave to this question.
I think there is a problem with the principle of neutrality. The principle of neutrality in VAT provides that all VAT transactions, regardless of the quality of the provider, should be approached neutrally in terms of exemptions or rates.
As regards education, the addition to the new Article 46 of the provision that the taxable person may not pursue a profit or earn profits, in our opinion, introduces an unjustified distinction according to the status of the taxable person. In practice, for example, language education is, in my opinion, offered by both public law bodies in the free education sector, VZW’s and commercial enterprises. Only these latter would be required to charge VAT for the same services as those provided by public law bodies and social enterprises.
#43
Official text
Volgens ons is er sprake van discriminatie. Al eerder erkende de administratie het onderscheid als concurrentieverstorend. Om die reden werd beslist dat de vrijstelling beoogd in artikel 44, § 2, ten vierde van het btw-Wetboek, kon worden uitgebreid tot iedere vorm van taalonderwijs, ongeacht de juridische vorm van de dienstverrichter, de hoeveelheid en de frequentie van de gegeven lessen of hun inpassing in een normale levenscyclus.
Met de invoering van het nieuwe artikel van het wetsontwerp wordt eigenlijk de eerdere administratieve beslissing ongedaan gemaakt en zo herleeft volgens ons de concurrentieverstoring. Daarom dienen wij een amendement in. Wij willen namelijk de neutraliteit van de btw, ongeacht de hoedanigheid van de btw-plichtige, herstellen. Mijnheer Van Biesen, ik denk dat u daar niet op tegen kan zijn, want u gaf zelf aan dat u heel wat advies had ingewonnen bij btw-specialisten, die daar ook mee akkoord gingen. Ik hoop dus, mijnheer Van Biesen, dat u in dezen toch eens eindelijk met ons meestemt. Zo niet gaat u in tegen wat u zelf hebt verkondigd in de commissie.
Een laatste punt waar ik het even over wil hebben, is het verhaal van de niet-recurrente resultaatgebonden voordelen. Ik wil niet alleen de collega’s van sp.a, maar ook die van de PS, op het volgende wijzen. In de programmawet van 27 december 2012 hebben wij in artikel 75 de niet-recurrente resultaatgebonden voordelen, in de volksmond de loonbonus, verhoogd van 2 488 euro naar 3 100 euro. Dat was een goede stap, maar daarnaast moet er op die voordelen ook een solidariteitsbijdrage van 13,07 % door de werknemers worden betaald. Als men de berekening maakt, gaat het uiteindelijk maar over een verhoging tot 2 695 euro. Hoe komt dat? De regering is vergeten de verhoging fiscaal vrij te stellen, zodat de helft van de verhoging van 207 euro die we uiteindelijk zouden overhouden, ook nog eens naar de fiscus gaat.
Translated text
We believe there is discrimination. Earlier, the administration recognized the distinction as distorting competition. For this reason, it was decided that the exemption envisaged in Article 44, § 2, fourth of the VAT Act could be extended to all forms of language education, regardless of the legal form of the service provider, the quantity and frequency of the lessons given or their adaptation to a normal life cycle.
With the introduction of the new article of the draft law, the previous administrative decision is actually revoked and, in our opinion, the distortion of competition is revived. We therefore submit an amendment. We want to restore the neutrality of VAT, regardless of the status of the VAT liable. Mr Van Biesen, I think you cannot object to this, because you indicated yourself that you had obtained a lot of advice from VAT specialists, who also agreed. So I hope, Mr. Van Biesen, that you will finally join us in this. Otherwise, you are contrary to what you have declared in the committee.
A final point I would like to talk about is the story of the non-recurring result-related benefits. I would like to point out not only the colleagues of sp.a, but also those of the PS, as follows. In the Program Law of 27 December 2012, in Article 75, we increased the non-recurrent result-related benefits, in popular terms the salary bonus, from 2 488 euros to 3 100 euros. That was a good step, but in addition to these benefits, a solidarity contribution of 13,07 % must be paid by the workers. If one makes the calculation, it is ultimately only about an increase to 2 695 euros. How does that come? The government has forgotten to exempt the increase from tax, so that half of the increase of 207 euros that we would eventually retain will also go to the tax office again.
#44
Official text
Concreet betekent het dat heel die verhoging de werknemer 100 euro netto oplevert. Meer dan 700 euro belastingen staan tegenover een nettostijging van 100 euro.
Ik wil de collega’s van de PS en sp.a er toch op wijzen dat hun respectieve ministers, mevrouw Laurette Onkenlinx en mevrouw Monica De Coninck, op vragen die ik hun beiden heb gesteld, zich ermee akkoord verklaarden dat de 13,07 % een solidariteitsbijdrage is, waardoor men geen sociale rechten kan opbouwen. De loonbonus valt, aangezien het een fiscale gunstmaatregel is, dus buiten de loonnorm, aldus beide dames.
Mijnheer de minister, logischerwijze zou er nu dus toch een fiscale vrijstelling moeten komen. Die fiscale vrijstelling zou verhoogd moeten worden, als u wilt dat er toch nog iets overblijft nadat het brutobedrag van 3 100 euro verminderd wordt met de solidariteitsbijdrage.
Dat is de eerste aanpassing, die wij aan die wet willen aanbrengen. Dat amendement dienen wij opnieuw in, aangezien de collega’s van sp.a zich onthouden hebben bij de stemming over ons amendement in de commissie. Misschien komen zij vandaag over de brug door ons amendement te steunen.
Een tweede wijziging die wij zouden willen doorvoeren, heeft te maken met de indexering van de loonbonus. In het sociaal hoofdstuk van de programmawet van 27 december 2012 wordt de loonbonus immers aan een recentere index gekoppeld, terwijl er in de fiscaliteit geen aanpassing gebeurt. Als wij een gelijke tred willen tussen de verhoging en de fiscale vrijstelling, dan moet men op fiscaal en sociaal vlak natuurlijk een gelijke indexering hanteren.
Dat waren kort toegelicht voor ons de belangrijkste punten in het voorliggend wetsontwerp houdende fiscale en financiële bepalingen.
Translated text
Concretely, it means that all this increase will bring the employee 100 euros net. More than 700 euros of taxes are opposed to a net increase of 100 euros.
I would like to point out to the colleagues of the PS and sp.a. that their respective ministers, Mrs. Laurette Onkenlinx and Mrs. Monica De Coninck, on questions I have asked them both, agree that the 13,07 % is a solidarity contribution, which makes it impossible to build social rights. The salary bonus falls, as it is a tax favor measure, thus outside the salary standard, said both ladies.
Therefore, logically, there should be a tax exemption now. That tax exemption should be increased if you want something to remain after the gross amount of 3 100 euros is reduced with the solidarity contribution.
This is the first amendment that we intend to make to this law. That amendment we submit again, as the colleagues of sp.a abstained in the voting on our amendment in the committee. Per ⁇ they will come across the bridge today by supporting our amendment.
A second change that we would like to implement has to do with the indexation of the wage bonus. In the social chapter of the Program Law of 27 December 2012, the wage bonus is linked to a more recent index, while there is no adjustment in taxation. If we want an equal line between the increase and the tax exemption, then on the fiscal and social level one must naturally use an equal indexation.
These were briefly explained to us the main points in the present bill containing fiscal and financial provisions.
#45
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het voorliggend wetsontwerp bevat een reeks maatregelen in diverse domeinen, die we in de commissie uitvoerig hebben besproken. Ik wil graag nog even terugkomen op een paar van de geplande maatregelen.
Ten eerste zijn er de fiscale maatregelen in het kader van het relanceplan. Het gaat hier om de mogelijkheid voor kmo’s om de aftrek voor octrooi-inkomsten te verkrijgen, zelfs zonder dat ze beschikken over een onderzoekscentrum in een afzonderlijke bedrijfsafdeling. Het gaat hier verder om de verhoogde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing wanneer het gaat om wetenschappelijk onderzoek. Ten slotte wordt ook voorzien in een lichte verhoging van het belastingkrediet voor werknemers met een laag loon. Het is duidelijk dat in economisch moeilijke tijden het budget gezocht moet worden. Het is positief dat er precies een budget wordt vrijgemaakt om zuurstof te geven aan werknemers, bedrijven en sectoren die het nodig hebben, zijnde de kmo’s, de sector van het wetenschappelijk onderzoek, research and development en werknemers met lage lonen. We steunen de regering bij die politieke keuze.
De tweede belangrijke maatregel, die onze fractie toejuicht, heeft betrekking op de tax shelter. Uit de verschillende hoorzittingen in de commissie is gebleken dat er door bepaalde constructies hoge rendementen worden aangeboden aan investeerders, ten koste van de productiebudgetten in de audiovisuele sector. Die praktijken kunnen resulteren in een soort luchtbel. Er wordt kapitaal opgehaald via de tax shelter, waarvan een steeds groter gedeelte wordt gebruikt als rendement voor de investeerder. Dat strookt natuurlijk niet met de oorspronkelijke bedoeling van de tax shelter. De oorspronkelijke bedoeling van de overheid was de audiovisuele sector een duwtje in de rug te geven. Vandaar dat de bepalingen die in het wetsontwerp zijn opgenomen, belangrijke bijsturingen vormen. Het doel is om het via de tax shelter bij de investeerder opgehaalde geld ook effectief te doen uitgeven aan productiekosten voor de realisatie van het audiovisuele werk. Dat is een zeer goede zaak. Wij kijken natuurlijk wel uit naar de andere maatregelen, die de regering zal nemen in het kader van de hervorming, verbetering en versterking van het systeem van de tax shelter.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, the present bill contains a series of measures in various fields, which we have discussed extensively in the committee. I would like to come back to a few of the planned measures.
First, there are the fiscal measures within the framework of the relance plan. This is about the possibility for SMEs to obtain the deduction for patent revenues, even without having a research center in a separate business department. This includes the increased exemption from the transfer of corporate advance fee when it comes to scientific research. Finally, it also provides for a slight increase in the tax credit for low-wage workers. It is clear that in economically difficult times the budget must be sought. It is positive that exactly a budget is being released to provide oxygen to workers, companies and sectors that need it, such as SMEs, the sector of scientific research, research and development and low-wage workers. We support the government in this political choice.
The second important measure, which our group welcomes, relates to the tax shelter. The various committee hearings showed that certain structures offer high returns to investors at the expense of the production budgets in the audiovisual sector. These practices can result in a kind of air bubble. Capital is raised through the tax shelter, a growing portion of which is used as a return for the investor. This, of course, does not coincide with the original purpose of the tax shelter. The original intention of the government was to give the audiovisual sector a push in the back. Therefore, the provisions included in the draft law constitute important additions. The aim is to make the money collected from the investor through the tax shelter also effectively spend on production costs for the realisation of the audiovisual work. That is a very good thing. We are, of course, looking forward to the other measures that the government will take in the context of the reform, improvement and strengthening of the tax shelter system.
#46
Official text
Een derde zeer belangrijke evolutie die dit wetsontwerp mogelijk maakt, is de verdere automatisering en digitalisering van het belastingproces. De FOD Financiën heeft de ambitie om een modern bestuur te garanderen dat mee evolueert met de samenleving en met de nieuwe informatie- en communicatietechnologie. Zo wordt de belastingplichtige reeds enkele jaren de mogelijkheid geboden zijn aangifte voor de personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de btw via elektronische weg in te dienen. Op zoek naar manieren om de dienstverlening aan de burger nog te verbeteren en te vereenvoudigen, wenst de administratie de aanslagbiljetten van natuurlijke personen nu ook elektronisch aan te bieden.
Dat deze mogelijkheid geboden wordt, kunnen wij alleen maar toejuichen. Het is efficiënter, het is moderner, en het zorgt voor belangrijke besparingen inzake papier, drukkosten en verzendkosten. Een belangrijke kanttekening hierbij is wel dat het voor wie dat wenst altijd mogelijk moet blijven zijn aanslagbiljet op papier te ontvangen.
Ik wil het ten slotte nog even hebben over de strijd tegen de fiscale fraude. De staatssecretaris is er nu niet, maar ik wil deze vraag ook aan hem richten. In het wetsontwerp wordt een nieuw begrip ingevoerd, namelijk “ernstige fraude,” al dan niet georganiseerd. Op zich zijn wij zeer verheugd dat de aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie naar de grote fiscale fraude gevolgd wordt om dit begrip in te voeren en er een strafmaat aan te koppelen van vijf jaar gevangenisstraf. Ik wijs echter nogmaals — het kwam in de commissie al diverse keren aan bod — op het belang van een duidelijke definitie van wat als “ernstige fraude” moet worden gezien.
Het grondwettelijke legaliteitsbeginsel wil dat de strafwet duidelijk is. De mensen moeten duidelijkheid hebben over welke fraude als ernstig wordt gezien, welke niet, en welke strafmaat eraan gekoppeld is. In dit wetsontwerp en in de bestaande wetgeving is dat niet het geval. Ik hoop dat wij hierover binnenkort op een of andere manier meer duidelijkheid kunnen krijgen.
Dit waren in een notendop enkele bedenkingen en opmerkingen bij dit ontwerp dat wij uiteraard zullen steunen.
Translated text
A third very important evolution that makes this bill possible is the further automation and digitalization of the tax process. The FOD Finance has the ambition to guarantee a modern governance that evolves with society and with the new information and communication technologies. For example, the taxable person has been offered the possibility for several years to submit his personal tax, corporate tax or VAT declaration electronically. In search of ways to further improve and simplify the provision of services to the citizen, the administration now wishes to also offer electronic tickets for natural persons.
We can only welcome this opportunity. It is more efficient, more modern, and provides significant savings in paper, printing and shipping costs. An important point here is that for those who wish, it should always be possible to continue to receive their ticket on paper.
Finally, I want to talk about the fight against tax fraud. The Secretary of State is not present, but I would like to address this question to him as well. The bill introduces a new concept, namely, “serious fraud,” whether or not organized. In itself, we are very pleased that the recommendation of the Parliamentary Investigation Committee on Major Tax Fraud is being followed in order to introduce this concept and attach a penalty of five years in prison to it. However, I reiterate — which has been discussed several times in the committee — the importance of a clear definition of what should be considered as ‘serious fraud’.
The constitutional principle of legality requires that the criminal law be clear. People need to be clear about which fraud is considered serious, which is not, and what penalty is associated with it. This is not the case in this bill and in the existing legislation. I hope that we will soon be able to get somewhat more clarity on this.
These were, in a nutshell, some of the concerns and comments to this draft that we will of course support.
#47
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, vous me permettrez de ne pas partager l'enthousiasme van een uitstekend collega, mijnheer De Potter.
Dans une proposition de loi portant des dispositions diverses, il y a à boire et à manger. Nous le savons pour avoir déjà réalisé cet exercice avec vos prédécesseurs. Ici, en l'occurrence, plusieurs des dispositions contenues dans le texte sont imbuvables et très peu appétissantes. Il s'agit notamment de celles relatives aux garanties accordées à la structure de défaisance Dexia et au registre central des comptes dans le cadre de la levée du secret bancaire.
Il y a aussi des occasions manquées, notamment en matière de réforme des intérêts notionnels et de tax shelter. Nous avons tenté de les améliorer par des amendements mais la majorité ne nous a malheureusement pas suivis.
Des commentaires seraient à faire sur des dispositions positives que nous avons soutenues: en matière de soutien aux associations actives dans le secteur du développement durable (c'était la partie de M. Verherstraeten, votre collègue secrétaire d'État); en matière de lutte contre la fraude fiscale, nous avons également soutenu la plupart des propositions de M. Crombez.
Je vais néanmoins me concentrer sur les quatre points que j'ai énoncés, en commençant par le tax shelter. Notre commission a profité de l'intermède entre deux ministres des Finances pour entendre les représentants du secteur culturel, de la création cinématographique tant francophone que néerlandophone.
Ils ont, dans une belle unanimité, décrit les dérives du système du tax shelter. Celui-ci doit aujourd'hui être révisé avec plusieurs objectifs:
- faire en sorte que ce mécanisme de déduction fiscale soutienne effectivement la création culturelle, une création culturelle diverse, y compris une création différente, vraiment pointue sur le plan culturel, pas seulement des films à très haute audience;
- éviter les fraudes et la captation par les intermédiaires de l'argent qui devrait revenir aux créateurs, limiter les commissions que prennent au passage des sociétés qui ont dévié le système de son objectif initial, et en arriver à des mécanismes beaucoup plus simples.
Face à la richesse de ces auditions, nous pouvons regretter que le texte qui nous a été soumis, même s'il a le mérite d'exister, soit relativement minimaliste.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, you will allow me not to share the enthusiasm of one excellent colleague, mijnheer De Potter.
In a proposed law with various provisions, there is to drink and to eat. We know this because we have already done this exercise with your predecessors. Here, in this case, many of the provisions contained in the text are unbearable and very little appetizing. These include those relating to the guarantees granted to the Dexia default structure and to the central account register in the context of the lifting of bank secrecy.
There are also missed opportunities, ⁇ in terms of notional interest reform and tax shelter. We tried to improve them with amendments, but unfortunately the majority did not follow us.
Comments should be made on the positive provisions that we have supported: in terms of supporting associations active in the sector of sustainable development (this was the part of Mr. Verherstraeten, your colleague Secretary of State); in terms of combating tax fraud, we also supported most of Mr. Verherstraeten’s proposals. and Crombes.
I will, however, focus on the four points I have stated, starting with the tax shelter. Our committee took advantage of the intermediacy between two Finance Ministers to hear representatives of the cultural sector, of the French- and Dutch-speaking cinematographic creation.
They have, in a beautiful unanimity, described the derivatives of the tax shelter system. It must now be revised with several objectives:
- ensure that this tax deduction mechanism effectively supports cultural creation, a diverse cultural creation, including a different creation, truly culturally pointing, not just films with very high audience;
- to avoid fraud and the intermediacy of the money that should return to the creators, to limit the commissions they take on the passage of companies that have deviated the system from its original goal, and to come to much simpler mechanisms.
Faced with the richness of these hearings, we can regret that the text that was submitted to us, even if it has the merit of existing, is relatively minimalist.
#48
Official text
Nous attendons davantage: des mesures qui empêcheront certains producteurs de se voir réclamer, de la part des intermédiaires, des intérêts, des dividendes jusqu'à 18 ou 20 %, ce qui détourne de l'argent de la création culturelle et d'un salaire correct pour chaque intervenant, chaque maillon de la création culturelle, des acteurs aux techniciens en passant par les sociétés de postproduction.
Le groupe Ecolo-Groen, en lien avec les acteurs que nous avons entendus en commission, travaille à une proposition de loi que nous déposerons très prochainement. Dès à présent, nous avons une suggestion à vous présenter: améliorer le système de contrôle fiscal sur le tax shelter.
Aujourd'hui, il n'existe aucune cellule spécialisée, alors que c'est un mécanisme relativement neuf et complexe. Chaque ressort régional est responsable du contrôle des dossiers de tax shelter avec une incapacité pour les fonctionnaires de terrain de se spécialiser.
Notons aussi l'absence de dialogue avec les administrations des Communautés, actives en matière culturelle et cinématographique, qui connaissent bien le secteur et qui sont capables, si nous parvenions à en organiser un, dont je conviens qu'il serait original par rapport à la structure fédérale de notre État, d'attirer l'attention des contrôleurs fiscaux sur certaines anomalies dans les dossiers.
Ce sont les suggestions émises lors des auditions organisées en commission des Finances, que nous avons concrétisées par la voie d'un amendement, qui n'a, hélas, pas été retenu par la majorité. Nous le redéposerons sous la forme d'une proposition de loi plus complète. Cependant, je voudrais vous encourager, car le dialogue devrait se poursuivre entre les membres de votre cabinet et les représentants des producteurs de films, d'une industrie cinématographique utile à notre économie et dont nous pouvons être fiers sur le plan culturel tant dans le chef de la Communauté française que de la Communauté flamande.
Je voudrais vous encourager à poursuivre le travail, car en matière de réforme, il reste à faire, d'autant plus face aux prochaines échéances: l'Europe annonce des réformes pour 2015 et d'ici six mois, nous serons pris dans d'autres aventures pré- et post électorales, qui seront moins propices à un véritable travail législatif de qualité.
En résumé, s'il est un des dossiers dont vous pouvez vous saisir, c'est celui-là! Et si à ce stade, le contenu, pour ce qui concerne le tax shelter de cette proposition de loi portant des dispositions diverses, est positif, nous estimons que c'est une occasion manquée d'aller plus loin face aux urgences qui nous ont été décrites. Si on ne change pas le système, il va mourir de sa plus belle mort!
Translated text
We expect more: measures that will prevent certain producers from being claimed, from intermediaries, interests, dividends up to 18 or 20%, which diverts money from cultural creation and a fair salary for each stakeholder, every link of cultural creation, from actors to technicians and through post-production societies.
The Ecolo-Groen group, in connection with the actors we have heard in the committee, is working on a bill that we will submit very soon. From now on, we have a suggestion to present to you: improve the tax control system on the tax shelter.
Today, there is no specialized cell, although it is a relatively new and complex mechanism. Each regional district is responsible for controlling tax shelter files with an inability for field officials to specialize.
Let us also note the lack of dialogue with the administrations of the Communities, active in cultural and cinematographic matters, who are well acquainted with the sector and who are able, if we manage to organize one, which I agree that would be original in relation to the federal structure of our state, to draw the attention of the tax inspectors on certain anomalies in the files.
These are the suggestions issued during the hearings organized in the Finance Committee, which we concrete through an amendment, which, unfortunately, was not supported by the majority. We will put it back in the form of a more comprehensive bill. However, I would like to encourage you, because the dialogue should continue between the members of your office and the representatives of the film producers, a film industry useful to our economy and of which we can be culturally proud both in the head of the French Community and the Flemish Community.
I would like to encourage you to continue the work, because in terms of reform there is still work to be done, especially in the face of the upcoming deadlines: Europe announces reforms for 2015 and in six months, we will be caught up in other pre- and post-election adventures, which will be less conducive to a genuine quality legislative work.
In summary, if there is one of the files you can catch, it is this one! And if at this stage the content, as regards the tax shelter of this bill with various provisions, is positive, we consider that this is a missed opportunity to go further in the face of the urgencies that have been described to us. If you don’t change the system, he will die of his most beautiful death!
#49
Official text
Toutes ces possibilités de création dont nous pouvons être fiers – et je rappelle que le Festival de Cannes débute ce jour – risquent de disparaître.
Le deuxième sujet que je voulais aborder est celui des intérêts notionnels.
Depuis 2006 et l'adoption de cette loi sur la déduction notionnelle sur le capital à risque, le groupe Ecolo-Groen conteste la mesure quant à son efficacité économique et quant à son coût en termes de moindres recettes fiscales pour l'État. À l'époque, nous étions les seuls à nous opposer à cette mesure. J'ai déjà tenu ce débat avec vos prédécesseurs, M. Reynders et M. Vanackere, et j'espère trouver en notre nouveau ministre des Finances une oreille peut-être plus attentive.
Selon nous, plusieurs problèmes apparaissent dans ce mécanisme des intérêts notionnels. D'abord, une forme d'automaticité d'accès à la mesure sans que son efficacité économique, notamment en termes de création et de maintien d'emplois, ne soit évaluée. Ensuite, le fait qu'elle propose d'énormes avantages aux entreprises capables de mobiliser du capital; je pense aux multinationales, à leurs banques internes et aussi à toutes les entreprises actives dans le secteur financier. Un autre souci, aujourd'hui dénoncé par l'Europe et j'y reviendrai en commission, consiste à permettre des montages triangulaires (double dip), c'est-à-dire la possibilité pour une société mère et sa filiale d'utiliser les mêmes fonds propres pour obtenir deux fois une déduction. Enfin, dans le contexte budgétaire tel que nous le connaissons, le coût de la mesure échappe à l'impôt alors qu'il dépasse les 5 milliards d'euros annuels.
Ainsi, aujourd'hui, certaines entreprises paient le taux théorique normal d'impôt, soit environ 30 %, comme les plus petites entreprises, les PME. Au contraire, ces entreprises sous intérêts notionnels, y compris lorsqu'elles présentent des comportements de cow-boys à l'égard de notre économie, des comportements purement monétiques, ou qu'elles décident de désinvestir de notre pays malgré des bénéfices importants, bénéficient de la mesure pour des montants astronomiques. Le bénéfice annuel d'ArcelorMittal est de 1,3 à 1,5 milliard d'euros suivant les années, qui plus est reportable en sept années.
Tout à l'heure, vous répondiez à une question de notre collègue Delizée concernant un problème d'impôt qui se poserait pour les allocataires sociaux, en l'occurrence les pensionnés: selon vous, le problème existera, mais le résoudre pour tout le monde coûterait très cher!
Translated text
All these creative possibilities that we can be proud of – and I remind you that the Cannes Festival begins this day – are at risk of disappearing.
The second topic I wanted to address is that of notional interests.
Since 2006 and the adoption of this law on the notional deduction on venture capital, the Ecolo-Groen group has challenged the measure in terms of its economic efficiency and in terms of its cost in terms of lower tax revenues for the state. At the time, we were the only ones who opposed this measure. I have discussed this with your predecessors. Reynders and Mr. Vanackere, and I hope to find in our new Minister of Finance ⁇ a more attentive ear.
In our view, several problems arise in this mechanism of notional interests. First, a form of automatic access to the measure without assessing its economic effectiveness, in particular in terms of job creation and maintenance. Then, the fact that it offers enormous advantages to companies capable of mobilizing capital; I think of multinationals, their domestic banks, and also all companies active in the financial sector. Another concern, today denounced by Europe and I will return to it in the commission, is to allow triangular assembly (double dip), i.e. the possibility for a parent company and its subsidiary to use the same own funds to obtain a double deduction. Finally, in the budgetary context as we know it, the cost of the measure is exempt from tax when it exceeds 5 billion euros annually.
So today, some companies pay the theoretical normal tax rate, or about 30%, like smaller companies, SMEs. On the contrary, these companies under notional interests, including when they exhibit cowboy behavior towards our economy, purely monetary behavior, or decide to disinvest from our country despite significant profits, benefit from the measure for astronomical amounts. ArcelorMittal’s annual profit is 1.3 to 1.5 billion euros, which is more reportable in seven years.
Just recently, you were answering a question from our colleague Delizée regarding a tax problem that would arise for social benefits, in this case pensioners: you think the problem will exist, but solving it for everyone would cost very expensive!
#50
Official text
J'entends le raisonnement. Mais dans le contexte actuel, les intérêts notionnels nous coûtent encore beaucoup plus cher, sans servir notre économie en termes d'investissements productifs visant à la création d'emplois et au soutien de l'économie réelle. Vous direz que c'est facile à dire. Mais nous avons, notamment, la responsabilité de faire des propositions. Nous avons déposé une proposition de loi sur le sujet, que nous défendons systématiquement. J'en ai extrait quelques principes qui ont été défendus en tant qu'amendements à l'occasion de la discussion. À l'époque, c'était M. Bogaert ou M. Verherstraeten qui vous représentait en commission. Je profite donc de votre présence pour essayer de vous convaincre. Même si vous ne décidez pas de soutenir ces amendements aujourd'hui, j'espère avoir, au moins, suscité votre intérêt. Cela dit, j'espère qu'ils le seront un peu plus tard, mais pas trop tard car cela devient urgent.
Nous pensons qu'il faut limiter la base de calcul sur laquelle ces intérêts notionnels sont calculés (au maximum un tiers du passif des entreprises). Les statistiques indiquent qu'une entreprise bien dotée en fonds propres a une résistance plus forte aux mauvaises circonstances économiques, mais que cet avantage n'est plus significatif au-delà d'un tiers du passif. Donc, la capitalisation idéale d'une entreprise, pour dire les choses autrement, c'est, d'après les statistiques, un tiers du passif. Si l'objectif de la mesure relative aux intérêts notionnels est de renforcer les fonds propres des entreprises, limitons cet avantage jusqu'à un tiers du passif. Vous jouez sur les taux appliqués. Nous vous proposons, pour notre part, de jouer sur la base. De cette façon, nous pourrons effectivement soutenir les entreprises jusqu'à leur donner une plus grande solidité économique.
Monsieur le ministre, nous vous demandons également d'interdire les montages triangulaires. La mesure a peu de sens économique, mais elle a encore moins de sens économique quand on permet de déduire deux fois les mêmes fonds propres. M. Reynders, qui était ministre des Finances au moment de la mesure, préfaçait, quelques mois après l'adoption de ladite mesure, un livre de M. Bruno Colmant qui explique comment fonctionne la mesure et explique aux entreprises comment, tout bonnement, spolier l'État en appliquant cette possibilité de double dip. Aujourd'hui, la Commission européenne – c'est un rapport qui a moins d'un mois et sur lequel je vous interrogerai – s'interroge quant à cette triangulation, s'étonne de l'absence de dispositifs anti-abus dans la loi. Il est encore temps, même urgent, de l'adopter.
Translated text
I hear the reasoning. But in the current context, notional interests still cost us much more, without serving our economy in terms of productive investments aimed at creating jobs and supporting the real economy. You will say that it is easy to say. We have the responsibility to make proposals. We have submitted a bill on the subject, which we systematically defend. I have taken out some principles that were defended as amendments during the discussion. At the time, it was Mr. Bogart or Mr. Verherstraeten who represented you in the commission. I take advantage of your presence to try to convince you. Even if you do not decide to support these amendments today, I hope to have at least aroused your interest. That said, I hope they will be a little later, but not too late as it becomes urgent.
We believe that it is necessary to limit the calculation basis on which these notional interests are calculated (to a maximum of one-third of the corporate liability). Statistics indicate that a well-funded enterprise has a stronger resistance to bad economic circumstances, but that this advantage is no longer significant beyond one-third of the liability. So, the ideal capitalization of a company, to say otherwise, is, according to statistics, one-third of the liability. If the purpose of the notional interest measure is to strengthen the company’s own funds, limit that advantage to one-third of the liability. You play on the rates applied. We invite you to play on the base. In this way, we can effectively support companies to give them greater economic solidity.
We also call for the prohibition of triangular mountains. The measure has little economic meaning, but it has even less economic meaning when one can deduct the same equity twice. by Mr. Reynders, who was Minister of Finance at the time of the measure, pre-wrote, a few months after the adoption of the said measure, a book by Mr. Reynders. Bruno Colmant who explains how the measurement works and explains to companies how, simply, to spoil the state by applying this possibility of double dip. Today, the European Commission – a report that is less than a month old and on which I will question you – is questioning about this triangulation, is amazed at the absence of anti-abuse devices in the law. There is still time, even urgent, to adopt it.
#51
Official text
Le troisième élément de réforme indispensable est de conditionner cette mesure au maintien de l'emploi. S'il y a une aide directe ou indirecte de l'État aux entreprises, quel que soit le niveau de pouvoir, elle ne peut pas être sans condition. Il faut demander aux entreprises de jouer le jeu. Nous faisons notre part du travail en tant que pouvoir subsidiant en créant des conditions d'investissement, mais elles doivent s'engager à maintenir de l'emploi chez nous.
Enfin, nous pensons que les plus petits entreprises, dont l'emploi n'est pas délocalisable, ne récoltent que les miettes de ce système. Pourtant, pour elles, il est encore plus pertinent de renforcer les fonds propres. C'est aussi le sens de certaines propositions que vous essayez de défendre dans les journaux, même si on a plus parlé de la question de l'exonération de précompte sur le carnet d'épargne. Si les intérêts notionnels permettent aux PME de renforcer leurs fonds propres, augmentons le bénéfice des plus petites entreprises en matière d'intérêts notionnels! Nous proposons de l'augmenter à deux points. Aujourd'hui, le différentiel est d'un demi-point. Nous aurions donc une mesure, avec les différents amendements que nous avons défendus, qui aurait beaucoup plus de sens économique de soutien à l'activité réelle. Là aussi, c'est une nouvelle occasion manquée. Il ne s'agit pas uniquement de jouer sur la variable taux, il y a d'autres choses à corriger dans le dispositif des intérêts notionnels.
J'en arrive à l'article 29 de la loi, qui concerne les dispositions relatives au registre central des comptes en banque. Cette disposition est arrivée dans la loi un soir où, en commission des Finances, la majorité a décidé d'amender d'une façon spectaculaire une proposition de loi portant des dispositions diverses en y ajoutant différents articles. Il y avait les mécanismes pour faciliter la levée du secret bancaire en cas de soupçon de fraude. En 2011, et nous considérons que c'est la pierre angulaire du mécanisme, il y a eu la mise en place du registre central des comptes.
Translated text
The third essential element of reform is to condition this measure to the maintenance of employment. If there is direct or indirect state aid to enterprises, regardless of the level of power, it cannot be unconditional. Companies should be asked to play the game. We do our part of the work as a subsidizing power by creating investment conditions, but they must commit to ⁇ ining employment with us.
Finally, we believe that the smaller companies, whose employment is not relocalizable, only harvest the pieces of this system. However, for them, it is even more relevant to strengthen their own funds. This is also the meaning of certain proposals that you are trying to defend in the newspapers, even though we have not talked about the issue of pre-count exemption on the savings book. If notional interests allow SMEs to strengthen their own funds, let’s increase the profit of smaller companies in terms of notional interests! We propose to increase it to two points. Today, the difference is half a point. We would therefore have a measure, with the various amendments we defended, which would have much more economic sense of supporting the actual activity. This is also a missed opportunity. It’s not just about playing on the rate variable, there are other things to correct in the notional interest device.
Article 29 of the Act relates to the provisions relating to the central register of bank accounts. This provision came into the law one evening when, in the Finance Committee, the majority decided to dramatically amend a bill containing various provisions by adding different articles. There were mechanisms to facilitate the lifting of bank secrecy in case of suspicion of fraud. In 2011, and we consider that it is the cornerstone of the mechanism, there was the establishment of the central register of accounts.
#52
Official text
Et puis, autre chose nous a fait beaucoup moins plaisir, et nous ne cessons de le dénoncer. Je veux parler de l'élargissement des possibilités de transaction pénale amiable à des fautes lourdes, notamment en termes de fraude fiscale - dont le premier bénéficiaire est un Belge d'origine kazakhe, M. Chodiev. Ce dernier est aujourd'hui désigné comme étant responsable du pillage des ressources naturelles au Congo. Il s'était retrouvé mal embarqué dans une affaire de fraude qui allait être jugée, mais la veille du jugement, il a pu conclure une transaction pénale amiable. Pour nous, c'est une justice de classe. Je ferme la parenthèse.
J'en reviens au point de contact central, prévu depuis 2011 et qui n'a toujours pas été mis en œuvre. Quel en est le principe? Il s'agit de transposer en droit belge et de façon plus restreinte ce qui existe en France sous le nom de FICOBA. C'est un registre central des comptes, dépendant de la Banque nationale et qui comprend une liste reprenant le nom des citoyens belges et les différents comptes bancaires dont ils disposent. Aujourd'hui, lorsque l'administration fiscale a un soupçon et souhaite obtenir des informations auprès des banques, elle doit toutes les interroger pour savoir si, par exemple, M. Gilkinet y a ouvert un compte. En termes de respect de ma vie privée, ce n'est pas extraordinaire. C'est pourquoi disposer d'un registre central que l'on peut consulter pour connaître les établissements bancaires dans lesquels – et ils ne sont pas très nombreux, je vous rassure – j'ai ouvert un compte est une manière de faciliter le travail de l'administration fiscale en lui faisant perdre moins de temps – cela vaut d'ailleurs aussi pour les banques. De la sorte, sa recherche de preuves en cas de soupçon de fraude fiscale est rendue plus efficace.
J'ai été particulièrement étonné en examinant le dispositif prévu, puisque l'article 29 habilite le gouvernement à déterminer les types de comptes et de contrats relevant du prélèvement de l'impôt. En commission des Finances, je vous ai posé une question à laquelle vous n'avez pas répondu: quelle sorte de compte en banque ne serait-il pas utile dans le travail de lutte contre la fraude fiscale? Pourquoi une liste limitative? Pourquoi prendre le risque d'oublier un type de compte bancaire ou permettre, par le biais d'une liste, aux établissements bancaires de créer d'autres formes de comptes qui ne devraient pas figurer dans ce registre?
C'est ce qui s'est passé au Grand-Duché de Luxembourg avec la directive épargne. Dès le moment où cet État l'a acceptée et a donc consenti à payer le précompte sur les intérêts des comptes en banque appartenant à des citoyens belges, notamment, les banquiers luxembourgeois ont dit aux épargnants qui avaient des liquidités: "Ce n'est pas grave, vous pouvez transformer votre compte en banque en produit d'assurance des branches 21 et 23 qui ne sont pas concernées par la directive épargne".
Translated text
And then, something else has made us much less pleased, and we do not cease to denounce it. I want to talk about the expansion of the possibilities of amicable criminal transaction to heavy faults, in particular in terms of tax fraud - the primary beneficiary of which is a Belgian of Kazakh origin, Mr. by Chodiev. He is now identified as responsible for the looting of natural resources in the Congo. He had found himself badly embarked in a fraud case that was to be tried, but the day before the verdict, he was able to conclude an amicable criminal transaction. For us, this is class justice. I close the parenthesis.
I return to the central contact point, planned since 2011 and which has not yet been implemented. What is the principle? It is about transposing into Belgian law and in a more restricted manner what exists in France under the name FICOBA. It is a central register of accounts, dependent on the National Bank and comprising a list containing the names of Belgian citizens and the different bank accounts they have. Today, when the tax administration has a suspicion and wants to obtain information from banks, it must question them all to see if, for example, Mr. Gilkinet opened an account. In terms of respect for my privacy, this is not extraordinary. That is why having a central register that can be consulted to know the banking institutions in which – and they are not very many, I reassure you – I have opened an account is a way to facilitate the work of the tax administration by making it waste less time – this also applies to banks. In this way, its search for evidence in case of suspicion of tax fraud is made more efficient.
I was ⁇ surprised by examining the arrangement, as Article 29 empowers the government to determine the types of accounts and contracts subject to tax collection. In the Finance Committee, I asked you a question that you did not answer: what kind of bank account would not be useful in the work of fighting tax fraud? Why a limited list? Why take the risk of forgetting a type of bank account or allowing, through a list, banking institutions to create other types of accounts that should not be included in that register?
This is what happened in the Grand Duchy of Luxembourg with the Savings Directive. From the moment that this state accepted it and therefore agreed to pay the advance on interest on bank accounts belonging to Belgian citizens, in particular, the Luxembourg banks told the savers who had liquidity: "It's not important, you can turn your bank account into insurance product of branches 21 and 23 that are not covered by the Savings Directive."
#53
Official text
En faisant le choix d'établir une liste limitative – je ne sais pas dans quel délai votre gouvernement pourra s'accorder sur le sujet car c'est une véritable usine à gaz –, vous risquez de laisser des brèches dans le dispositif.
Aujourd'hui, sur les plateaux télé ou à la tribune de ce parlement, j'entends tous les collègues dire que la lutte contre la fraude fiscale, qui représente de 10 à 20 milliards d'euros de non-recettes à l'échelle de la Belgique, est une priorité. Mais, des dispositifs efficaces ne sont pas mis en place et dans la façon de les mettre en place, vous vous créez des difficultés inutiles et vous créez des brèches dans lesquelles je crains que certains ne s'engouffrent.
Je n'ai toujours pas compris l'utilité de limiter ce registre à ce qui serait pertinent en matière fiscale. Pour moi, toute information bancaire est pertinente en matière fiscale. Je regrette, et je l'ai déjà dit à votre prédécesseur, que le gouvernement n'ait pas agi plus rapidement en la matière.
Je vais aborder le point qui m'insatisfait particulièrement. Il est relatif à la garantie accordée par le gouvernement, via deux arrêtés royaux du 18 octobre 2011 et du 19 décembre 2012, à la structure de défaisance de Dexia. Ceci concerne les articles 116 et 125 du projet de loi ainsi que les amendements 1 et 2. Cet engagement, qui a été pris par simple signature du ministre des Finances, M. Reynders, équivaut à 15 % de notre PIB et nous engage pour trente ans. Il a été pris sans consultation du parlement alors qu'il a un impact macro-budgétaire majeur, vous en conviendrez. Il constitue une épée de Damoclès, une menace permanente sur le budget de l'État et sur le bien-être de tous les Belges. Il n'y a jamais eu, avant aujourd'hui, de discussion au sein de ce parlement pour savoir s'il était pertinent d'accorder une telle garantie et de le faire dans les modalités qui ont été négociées à l'époque.
Translated text
By choosing to set up a limiting list – I don’t know how long your government will be able to agree on the subject because it’s a real gas plant – you risk leaving gaps in the device.
Today, on the television platforms or on the tribune of this Parliament, I hear all my colleagues say that the fight against tax fraud, which represents between 10 and 20 billion euros of non-revenue across Belgium, is a priority. But, effective devices are not put in place and in the way you put them in place, you create unnecessary difficulties and you create breaches into which I fear that some will sink.
I still did not understand the usefulness of limiting this register to what would be relevant in tax matters. For me, any banking information is relevant in tax matters. I regret, and I have already told your predecessor, that the government has not acted faster in this matter.
I will address the point that is ⁇ dissatisfactory to me. It relates to the guarantee granted by the government, through two royal orders of 18 October 2011 and 19 December 2012, to the Dexia discharge structure. This applies to Articles 116 and 125 of the bill, as well as amendments 1 and 2. This commitment, which was made by simple signature of the Minister of Finance, Mr. Reynders, equals 15% of our GDP and commits us for thirty years. It was taken without consulting parliament while it has a major macro-budgetary impact, you will agree. It constitutes a Damocles sword, a permanent threat to the state budget and to the well-being of all Belgians. There has never been, before today, a discussion within this Parliament as to whether it was appropriate to grant such a guarantee and to do so in the manner that was negotiated at the time.
#54
Official text
Monsieur le ministre des Finances, nous avons toujours contesté cette garantie, et je vais vous réexpliquer pourquoi.
D'une part, nous regrettons que la période de 2008 à 2011, après le premier sauvetage de Dexia, n'ait pas été utilisée, sur la base de consignes claires qui auraient été données par le gouvernement belge, pour préparer un démantèlement du groupe Dexia et sa scission dans de bonnes conditions. En 2011, le groupe a été scindé mais dans de très mauvaises conditions.
Tout au contraire, le duo constitué du président du conseil d'administration, M. Dehaene et du CEO de la banque, M. Mariani, a renforcé l'intrication du groupe, le lien financier entre Dexia Banque Belgique et le reste du groupe, ce qui a finalement mis la Belgique en situation particulièrement difficile en 2011, quand il s'est agi de scinder le groupe.
C'est l'illustration concrète de la raison pour laquelle il faut séparer les métiers bancaires. La banque de dépôt, Dexia Banque Belgique, a été utilisée comme un bouclier, comme une assurance-vie par le reste du groupe, obligeant les États, surtout le nôtre, à intervenir en 2011, au moment où les problèmes ne pouvaient plus être dissimulés. Soit dit en passant, nous attendons de votre gouvernement des mesures beaucoup plus claires et volontaristes en matière de séparation des métiers ou de cloisonnement de ceux-ci.
D'autre part, nous avons dénoncé la répartition de cette garantie telle qu'elle a été négociée à l'époque par le ministre des Finances, M. Reynders, et par le premier ministre, M. Leterme, qui représentaient l'État fédéral dans cette négociation dont nous ne savons pas grand-chose, si ce n'est son résultat.
Pourquoi la Belgique a-t-elle accepté d'assumer à l'époque 60 % du montant de 90 milliards d'euros, soit 54 milliards d'euros, 15 % de notre PIB, alors que l'État français était bien plus capable au vu de son poids économique d'assumer cette charge, alors que les problèmes de la banque venaient des choix stratégiques ou plutôt non stratégiques posés en France par Dexia Crédit Local, alors que les erreurs de gestion et les folies financières étaient surtout françaises, comme le démontrent encore aujourd'hui les procès que les collectivités locales françaises intentent et gagnent contre Dexia, notamment le jugement de Nanterre?
Pourquoi s'être mis ainsi la corde au cou? Cette répartition de la charge est une catastrophe pour les finances publiques. C'est une menace permanente qui met votre gouvernement en difficulté et qui est la justification, que nous n'acceptons pas, des pires politiques d'austérité que vous mettez en œuvre.
Translated text
Mr. Minister of Finance, we have always challenged this guarantee, and I will explain again why.
On the one hand, we regret that the period from 2008 to 2011, following the first rescue of Dexia, was not used, on the basis of clear instructions that would have been given by the Belgian government, to prepare a dismantling of the Dexia group and its split under good conditions. In 2011, the group was split, but in very poor conditions.
On the contrary, the duo consisting of the Chairman of the Board of Directors, Mr. Dehaene and the CEO of the bank, Mr. Mariani, has strengthened the group’s intrigue, the financial link between Dexia Banque Belgium and the rest of the group, which eventually put Belgium in a ⁇ difficult situation in 2011, when it came to split the group.
This is a concrete illustration of why banking business needs to be separated. The deposit bank, Dexia Banque Belgique, was used as a shield, as a life insurance by the rest of the group, forcing states, especially ours, to intervene in 2011, at a time when the problems could no longer be concealed. By the way, we expect from your government much clearer and more voluntary measures in terms of separating or dividing the professions.
On the other hand, we denounced the distribution of this guarantee as it was negotiated at the time by the Minister of Finance, Mr. Reynders, and by the Prime Minister, Mr. Leterme, who represented the federal state in this negotiation of which we do not know much, except its outcome.
Why did Belgium accept to assume at the time 60% of the amount of 90 billion euros, or 54 billion euros, 15% of our GDP, while the French state was much more capable in view of its economic weight to assume this burden, while the problems of the bank came from strategic or rather non-strategic choices made in France by Dexia Crédit Local, while the management errors and financial madness were mainly French, as is demonstrated today by the lawsuits that the French local authorities initiate and win against Dexia, in particular the judgment of Nanterre?
Why did you put the rope on your neck? This distribution of burden is a catastrophe for public finances. It is a permanent threat that puts your government in trouble and that is the justification, which we do not accept, of the worst austerity policies you are implementing.
#55
Official text
De même, nous nous inquiétons depuis le début, monsieur le ministre, des modalités de mise en œuvre de la garantie. L'arrêté royal précise que cette garantie peut être appelée à première demande, y compris sans l'intervention des États voisins, y compris si des opérations illégales ont été mises en œuvre par la banque.
À la lecture de l'exposé des motifs et en écoutant les réponses fournies à nos questions, on comprend qu'il s'agit très clairement de rassurer les marchés, de prendre sur le dos de l'État et donc des citoyens la majeure partie du risque. M. Bogaert a dit en commission: "Pour la Belgique, il était important de garantir une sécurité juridique aux créanciers. L'exigibilité à première demande s'inscrit dans ce cadre. Cet élément était important pour la position de Dexia sur le marché. Ne pas accorder cette possibilité a également des conséquences financières sous la forme d'une prime de risque. Nous avons voulu éviter de telles conséquences".
Finalement, c'est un choix spéculatif qui a été posé par le gouvernement. Pour rassurer le marché et les créanciers, on prend sur notre dos et sur le dos de tous les citoyens la majeure partie du risque. L'État belge se met de façon volontaire en position de faiblesse dans ce dossier.
Nous dénonçons à la fois les erreurs et les inattentions passées qui nous ont conduits dans cette situation – on peut s'interroger sur la période 1990-2008 – et ce manque d'imagination et de combativité qui fait qu'on accepte aujourd'hui comme une fatalité ce sort peu enviable. C'est en tout cas ce que j'ai ressenti en commission des Finances, où hormis ma collègue Mme Meyrem Almaci et moi-même, personne n'est intervenu pour s'interroger sur les amendements 1 et 2.
Enfin, nous avons toujours considéré et nous considérons toujours, monsieur le ministre, que cette manière de procéder était démocratiquement inacceptable et formellement illégale. Après l'avoir dénié en tout temps, la majorité fédérale nous donne en quelque sorte aujourd'hui raison en ajoutant à cette loi portant des dispositions diverses les amendements 1 et 2, qui confirment par la loi ces fameux arrêtés pris selon nous de façon illégale.
La compétence budgétaire appartient, dans un État démocratique, au parlement. On ne peut pas faire, comme cela, une délégation à l'exécutif à hauteur de 50 milliards d'euros. Nous verrons ce qu'en pense le Conseil d'État – je vais respecter la séparation des pouvoirs ou vous allez, en tant que professeur de droit, me taper sur les doigts. Une action est en effet toujours pendante en la matière auprès du Conseil d'État.
Translated text
Likewise, we have been concerned from the beginning, Mr. Minister, about the modalities of implementation of the guarantee. The Royal Decree specifies that this guarantee may be called upon first request, including without the intervention of neighboring States, including if illegal operations have been carried out by the bank.
By reading the exhibition of reasons and listening to the answers provided to our questions, we understand that it is very clear that it is about reassuring the markets, taking on the back of the state and therefore of the citizens the majority of the risk. by Mr. Bogaert said in the committee: “For Belgium, it was important to guarantee legal certainty to creditors. The requirement for first application is within this framework. This element was important for Dexia’s position in the market. Not granting this opportunity also has financial consequences in the form of a risk premium. We wanted to avoid such consequences.”
Ultimately, this is a speculative choice made by the government. To reassure the market and the creditors, we take the majority of the risk on our back and on the back of all citizens. The Belgian State is voluntarily putting itself in a weak position in this matter.
We denounce both the past mistakes and inattentions that have led us into this situation – one can ask about the period 1990-2008 – and that lack of imagination and combativity that makes one accept today as a fatality this unenvyable fate. This is at least what I felt in the Finance Committee, where, except for my colleague Ms. Meyrem Almaci and myself, no one intervened to question amendments 1 and 2.
Finally, we have always considered and we always consider, Mr. Minister, that this way of proceeding is democratically unacceptable and formally illegal. After having denied it at all times, the federal majority gives us somehow right today by adding to this law with various provisions the amendments 1 and 2, which confirm by law these famous resolutions taken, in our opinion, in an unlawful manner.
In a democratic state, budgetary competence belongs to the parliament. We cannot make a delegation to the executive in the amount of 50 billion euros. We will see what the State Council thinks of it – I will respect the separation of powers or you, as a law teacher, will tap me on the fingers. There is still an action pending in this matter before the Council of State.
#56
Official text
En tout cas, il est certain que le débat peut se dérouler aujourd'hui en séance plénière. Mais pour un débat, il faut être au moins deux, voire plus que deux dans un parlement. Je vous avoue être étonné du silence assourdissant des membres de la majorité en commission. Peut-être retrouveront-ils la voix aujourd'hui … Je songe à Mme Vienne, M. Arens, M. Destrebecq, M. Van der Maelen, M. Devlies, M. Van Biesen.
Tous ces collègues de la commission des Finances, sur un sujet aussi important qui impliquera encore quelques générations d'élus vu qu'il s'agit d'un engagement pour 30 ans au moins, se fichent-ils finalement de cette question?
Est-il normal qu'un État s'engage dans ces conditions dans un tel bateau à la dérive?
À mon sens, cette indifférence a quelque chose de surréaliste, monsieur Van der Maelen, puisque, avec M. Van Biesen, vous êtes le seul parmi ceux que j'ai cités à m'écouter. Excusez-moi, je n'avais pas vu Mme Vienne, que je serai heureux d'entendre après.
Monsieur le ministre, une nouvelle fois, mais sans doute pas la dernière et j'en suis désolé, je vous reposerai les questions qui nous taraudent sur le sujet de cette garantie.
Pourquoi avoir laisser Dexia se développer ainsi, jusqu'à devenir un monstre à plusieurs têtes, ingérable, qui coûte si cher maintenant aux finances publiques?
Pourquoi les responsables de cette débâcle n'ont-ils jamais été sanctionnés?
Pourquoi les leçons de cette crise ne sont-elles pas tirées, notamment pour ce qui concerne la séparation des métiers bancaires?
Pourquoi, mais cela concerne vos prédécesseurs, après 2008, ne pas avoir explicitement donné pour mandat aux gérants du groupe – j'ai cité M. Mariani et M. Dehaene – de préparer son démantèlement dans de bonnes conditions et, au moins, dans de meilleures conditions que celles que vous voulez nous faire accepter aujourd'hui?
Pourquoi avoir accepté une telle charge de garantie – 60 % de 90 milliards d'euros – sur les épaules du contribuable belge en 2011, au moment de la scission effective du groupe?
Pourquoi, à l'époque, ne pas avoir associé le parlement? C'est bien de dire qu'on le fait aujourd'hui, 16 mai 2013, mais vous conviendrez avec moi que c'est assez tard, particulièrement pour une décision d'une telle importance.
Pourquoi avoir accepté de signer une convention contenant des conditions si désavantageuses pour l'État belge? Il s'agit d'une garantie appelable à la première demande, y compris de façon disjointe des deux autres États, puisque le marché le demande.
Translated text
In any case, it is certain that the debate can take place today in plenary session. But for a debate, there must be at least two, or even more than two in a parliament. I am surprised by the silence of the majority members of the committee. Maybe they will find their voice again today ... I think of Mrs. Vienne, Mr. by Arens, Mr. by Destrebecq, Mr. Van der Maelen, Mr. by Devlies, Mr. by Van Biesen.
All these colleagues in the Finance Committee, on such an important topic that will involve a few generations of elected as it is a commitment for at least 30 years, do they finally care about this question?
Is it normal for a State to engage under such conditions in such a ship at the drift?
In my opinion, this indifference has something surreal, Mr. Van der Maelen, since, with Mr. Van der Maelen, this indifference has something surreal. Van Biesen, you are the only one among those I cited to listen to me. Sorry, I had not seen Mrs. Vienne, which I will be happy to hear later.
Mr. Minister, once again, but probably not the last and I am sorry, I will rest on you the questions that we have about the subject of this guarantee.
Why have to let Dexia grow like this, until it becomes a multi-headed, untreatable monster that now costs so much to the public finances?
Why have those responsible for this disaster never been punished?
Why are the lessons of this crisis not taken, especially with regard to the separation of banking professions?
Why, but this concerns your predecessors, after 2008, who have not explicitly given a mandate to the group managers – I cited Mr. Mariani and Mr. Dehaene – to prepare its dismantling in good conditions and, at least, in better conditions than those you want us to accept today?
Why have they accepted such a guarantee burden – 60% of €90 billion – on the shoulders of the Belgian taxpayer in 2011, at the time of the actual division of the group?
Why, at the time, did not join the parliament? It is right to say that we are doing it today, May 16, 2013, but you will agree with me that it is too late, especially for a decision of such importance.
Why have you agreed to sign a convention containing such unfavorable conditions for the Belgian State? This is a guarantee that can be called upon on the first application, including in a way that is not joined by the other two States, since the market requires it.
#57
Official text
Quels sont les risques réels liés à cette garantie? Combien de recapitalisations la structure de défaisance justifiera-t-elle encore, dans les prochains mois et les prochaines années?
Ne sommes-nous pas occupés de nous endormir et d'utiliser la garantie, comme on l'a fait, il y a moins d'un an, et comme on le fera peut-être demain – ce que je n'espère pas –, pour recapitaliser Dexia?
Quels sont les bénéficiaires de tout ce mécanisme de contreparties de Dexia?
Quelles sont – je vous posais la question, hier, en commission – les précautions prises pour éviter une spéculation sur le destin de Dexia et de nouveaux coûts pour les finances publiques?
Combien cela va-t-il coûter à l'État et donc à nos concitoyens?
Tout cela se situe évidemment dans le contexte d'une réforme profonde et urgente du secteur financier que nous demandons. Évidemment, je n'ai reçu aucune réponse satisfaisante à ces questions en commission, questions qui ont d'ailleurs été maintes fois posées, notamment dans le cadre des travaux de la commission Dexia.
Nous n'avons pas soutenu les amendements 1 et 2 du gouvernement qui concernent la transposition sous force de loi de ces arrêtés. Nous ne l'avons pas fait, contrairement à nos collègues de la majorité, des six partis traditionnels que ma collègue, Meyrem Almaci, qualifie parfois et c'est très parlant, de Dexia partijen. Nous ne les avons pas soutenus, contrairement à nos collègues de la majorité qui portent, dès lors, une responsabilité extraordinaire quant à l'avenir budgétaire de notre pays et des générations futures.
De la même façon, tout à l'heure, nous ne voterons pas ce texte qui a un impact beaucoup trop fort et non maîtrisé. Nous continuons de penser qu'un autre accord était nécessaire et possible et nous ne voulons en aucun cas conditionner et appuyer celui qui a été conclu de façon inconsidérée par le gouvernement pentapartite en 2011.
Translated text
What are the real risks associated with this guarantee? How many recapitalizations will the defeat structure still justify, in the coming months and years?
Are we not busy falling asleep and using the guarantee, as we did less than a year ago, and as we may do tomorrow – which I do not hope – to recapitalize Dexia?
Who are the beneficiaries of all this Dexia counterparty mechanism?
What are – I asked you the question yesterday in the commission – the precautions taken to avoid speculation on the fate of Dexia and new costs for public finances?
How much will this cost the state and therefore our fellow citizens?
All this is evidently in the context of a profound and urgent reform of the financial sector that we demand. Obviously, I have not received any satisfactory answers to these questions in the committee, questions that have been asked many times, in particular in the context of the work of the Dexia committee.
We have not supported the Government’s amendments 1 and 2, which concern the transposition by force of law of these resolutions. We did not do so, unlike our majority colleagues, of the six traditional parties that my colleague, Meyrem Almaci, sometimes calls, and it is very speaking, Dexia partijen. We did not support them, unlike our majority colleagues who, therefore, have an extraordinary responsibility for the budgetary future of our country and future generations.
Similarly, just now, we will not vote on this text that has a far too strong and uncontrolled impact. We continue to think that another agreement was necessary and possible and we do not want in any way to condition and support that which was unconsciously concluded by the Pentaparty government in 2011.
#58
Official text
Merci, monsieur Gilkinet. Je n'ai plus d'inscrits.
M. Gilkinet a essayé d'attendre Mme Almaci, mais elle n'est pas là – ça n'a pas marché.
Translated text
Thank you Mr Gilkinet. I no longer have any inscriptions.
by Mr. Gilkinet tried to wait for Mrs. Almaci, but she’s not there – it didn’t work.
#59
Official text
Monsieur le président, chers collègues, j'ai l'honneur de répondre, autant que faire se peut, aux questions qui m'ont été posées.
Translated text
I have the honour to answer, as far as I can, the questions I have been asked.
#60
Official text
Mevrouw Wouters, het verheugt mij dat u toch een zekere waardering uitdrukt voor de tax shelter, die u een stap in de goede richting noemt.
Wij hebben het overleg met de sector hernomen. De maatregel, zoals hij nu is verbeterd, is al het resultaat van een aantal hoorzittingen, wat u ook weet. Wij zullen dus in het kader van het hernemen van het overleg en na de correcties die nu zijn aangebracht en die uw goedkeuring wegdragen, het dossier zeker blijven evalueren en bijsturen.
Translated text
Mrs Wouters, I am pleased that you express some appreciation for the tax shelter, which you call a step in the right direction.
We have resumed the negotiations with the sector. The measure, as it has now been improved, is already the result of a number of hearings, whatever you know. Therefore, as part of the resumption of the consultation and after the corrections that have now been made and that take away your approval, we will ⁇ continue to evaluate and update the dossier.
#61
Official text
C'est par ailleurs ce que j'aimerais aussi répondre à M. Gilkinet, qui a insisté dans le même sens sur un bon suivi de la mesure du tax shelter, pour qu'il en soit fait une utilisation aussi bonne que possible et sans abus par l'industrie de la création audiovisuelle.
Translated text
This is also what I would like to answer Mr. Gilkinet, who insisted in the same way on a good follow-up of the tax shelter measure, in order to make its use as good as possible and without abuse by the audiovisual creative industry.
#62
Official text
Mevrouw Wouters, artikel 21 stelt inderdaad voor om de mogelijkheid tot terugbetaling van roerende voorheffing te laten wegvallen voor degenen die vrijgestelde arbeidsinkomsten uit het buitenland hebben. Zij kunnen de roerende voorheffing nu terugbetaald krijgen omdat zij geen Belgisch belastbare inkomsten hebben, terwijl de terugstorting van de roerende voorheffing eigenlijk bedoeld is voor personen met lage inkomsten. Hetzelfde geldt voor het tarief van de diverse inkomsten. Ook daar kan men door aangifte terugkrijgen, als men lage inkomsten heeft.
Artikel 21 heeft dus de bedoeling om die terugbetaling niet mogelijk te maken voor mensen met buitenlandse arbeidsinkomsten die niet onderworpen zijn aan het progressievoorbehoud.
Het is inderdaad zo dat ik in de commissie heb verklaard dat het nuttig zou kunnen zijn om deze maatregel opnieuw te bestuderen. Ik zal in elk geval aan mijn administratie vragen om dat te doen.
U en ik hebben in de commissie uitvoerig gediscussieerd over de maatregel inzake vrijstelling van betaalde onderwijsdiensten, samen met de heer Van Biesen en de heer Arens. Wij hebben met name de vraag gesteld wat precies de artikelen 132 en 133 van de richtlijn inzake btw hierover bepalen. Het is zo dat de richtlijn betaalde onderwijsdiensten vrijstelt van btw, voor zover die verstrekt worden door publieke instellingen of door private instellingen met gelijkaardige doeleinden.
Het is zo dat artikel 133 de lidstaten toelaat om de woorden “private instelling met soortgelijke doeleinden” verder te definiëren. Wij hebben dat gedaan als “instellingen die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting”, maar met lichtjes andere woorden, en op die manier de in een commercieel verband verstrekte onderwijsdiensten niet vrijgesteld van de btw. Dat is de bedoeling van de regering en ook volledig conform de Europese btw-richtlijn.
Met betrekking tot de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen heeft het meerderheidsoverleg niet tot een akkoord geleid.
Translated text
Mr Wouters, in fact, Article 21 proposes to eliminate the possibility of reimbursement of mobile advance duty for those who have exempt work income from abroad. They can now be reimbursed because they do not have Belgian taxable income, while the reimbursement of the mobile tax is actually intended for low-income persons. The same applies to the rate of the various incomes. It can also be returned by declaration if you have low incomes.
Article 21 is therefore intended to prevent such reimbursement from being made possible to persons with foreign employment income who are not subject to the progression reservation.
Indeed, I have stated in the committee that it could be useful to re-examine this measure. I will ask my administration to do that.
You and I have held extensive discussions in the committee on the measure relating to the exemption of paid educational services, together with Mr Van Biesen and Mr Arens. In particular, we asked what exactly Articles 132 and 133 of the VAT Directive provide in this regard. It is true that the directive exempts paid educational services from VAT insofar as they are provided by public institutions or by private institutions with similar purposes.
Article 133 allows Member States to further define the terms ‘private institution with similar purposes’. We have done so as “institutions subject to corporate tax”, but in slightly different words, and thus the educational services provided in a commercial connection are not exempt from VAT. This is the intention of the government and also fully in accordance with the European VAT Directive.
Regarding the non-recurring result-based benefits, the majority consultation did not lead to an agreement.
#63
Official text
Ik kom tot de vragen van de heer De Potter, meer bepaald over wat onder "ernstige fraude" wordt verstaan. Dat antwoord is te vinden in de memorie van toelichting bij de programmawet van 27 april 2007. Er zijn in de witwaswet ongeveer veertien indiciën van ernstige fiscale fraude gegeven en ik kan u daarnaar verwijzen.
Translated text
I come to the questions of Mr. De Potter, more specifically, about what is understood by “serious fraud.” This is stated in the Explanatory Memorandum to the Program Law of 27 April 2007. There are approximately fourteen indications of serious tax fraud in the money laundering law and I can refer you to them.
#64
Official text
Monsieur Gilkinet, je crois avoir répondu à votre question et à vos remarques concernant le tax shelter.
Pour ce qui concerne les intérêts notionnels, vous avez souligné, à juste titre, que le gouvernement a insisté sur le taux et non pas sur la base. Nous avons notamment proposé de modifier le calcul du taux de base de la déduction des intérêts notionnels dans le sens où la moyenne des obligations linéaires à dix ans des mois de juillet, août et septembre de l'année est prise en considération. Pour l'exercice 2014, ceci amènerait à un taux correspondant à 2,742 %.
Vous dites qu'il faudrait davantage travailler sur la base, notamment en limitant la déduction à un tiers du passif. Je vous ai bien écouté mais vous savez que cela n'entre pas dans les intentions du gouvernement. Dans le nouveau projet de loi que le gouvernement pourrait approuver demain, lors du Conseil des ministres, nous avons proposé, sur base d'une suggestion faite au parlement quant aux mesures anti-abus à prendre en matière d'intérêts notionnels, de faire en sorte que le double emploi de la déduction des revenus définitivement taxés et la déduction des intérêts notionnels ne soient plus possibles quant à l'actif financier non fixe, c'est-à-dire en actions les investissements liquides qui seraient détenus pendant plus d'un an.
En ce qui concerne le double dip, dont vous parlez en matière d'intérêts notionnels, l'administration de l'ISI a fait une enquête et, pour l'instant, elle m'a indiqué que l'abus est beaucoup moins grave qu'on ne le pense. Cela ne signifie pas qu'on n'envisagera pas davantage de mesures anti-abus mais il me semble qu'il est aussi important d'avoir une certaine stabilité en matière d'intérêts notionnels sous peine de semer le doute sur l'avenir de ce régime.
Translated text
Mr. Gillian, I think I have answered your question and your comments regarding the tax shelter.
Regarding notional interests, you rightly pointed out that the government insisted on the rate and not on the basis. We have proposed, in particular, to change the calculation of the base rate for the deduction of notional interest to take into account the average ten-year linear bonds of the months of July, August and September of the year. For the financial year 2014, this would result in a rate of 2,742%.
You say that more work should be done on the base, including by limiting the deduction to one-third of the liability. I have listened to you well, but you know that this is not within the intentions of the government. In the new bill that the Government could approve tomorrow, at the Council of Ministers, we have proposed, on the basis of a suggestion to Parliament regarding the anti-abuse measures to be taken in the field of notional interests, to ensure that the double use of the deduction of definitively taxed income and the deduction of notional interests is no longer possible with regard to the non-fixed financial asset, i.e. in shares the liquid investments that would be held for more than a year.
Regarding the double dip, of which you are talking in terms of notional interests, the ISI administration has conducted an investigation and, for now, it has indicated to me that the abuse is much less serious than one thinks. This does not mean that no more anti-abuse measures will be considered, but it seems to me that it is also important to have some stability in terms of notional interests in order not to sow doubt about the future of this regime.
#65
Official text
Pour ce qui concerne le Point Central qui serait tenu par la Banque nationale, notamment les comptes et les contrats qui doivent être communiqués, je peux vous référer à la réponse que j'ai donnée à une question au Sénat du Sénateur Laaouej de ce jour. En effet, le projet d'arrêté royal à ce sujet est tout à fait prêt.
Par ailleurs, au sein de la commission des Finances, j'ai donné lecture de tout ce qui se trouve dans ce projet d'arrêté royal quant aux comptes et aux contrats à communiquer. Je crois avoir suffisamment souligné que le but est d'être aussi complet que possible, d'une part, quant aux comptes et, d'autre part, quant aux contrats à communiquer.
J'en viens à Dexia. À ce sujet, nous avons eu l'honneur de nous disputer, gentiment, au sein de la commission où vous ne cessez, à juste titre, de me soumettre au contrôle démocratique de vos questions. En ce qui concerne les mesures anti-crise qui sont ici proposées dans le cadre de l'article 116, il est clair que l'État belge devait faire en sorte que Dexia Holding continue à être soumise à la surveillance consolidée de la Banque nationale de Belgique. Dès lors, il fallait rendre certaine cette surveillance consolidée dans le cadre de l'article 36/24 de la loi organique sur la Banque nationale. Si nous ne le faisions pas, il ne serait pas certain que les garanties que nous ayons données ou donnerions seraient tout à fait valables.
Pour ce qui concerne l'amendement que le gouvernement a déposé par rapport à la base juridique des arrêtés royaux pris dans le cadre des garanties Dexia et qui, en effet, tentent de remédier aux doutes qui ont été semés sur la validité de ces arrêtés royaux, ces mesures prises par l'État belge me semblent évidentes. Par conséquent, le gouvernement demande à votre parlement de donner la base juridique certaine, qui est nécessaire pour ne plus avoir de problèmes de validité par rapport à ces arrêtés royaux.
Translated text
Regarding the Central Point that would be held by the National Bank, in particular the accounts and contracts that must be communicated, I can refer you to the answer I gave to a question to the Senate of Senator Laaouej today. Indeed, the draft royal decree on this subject is fully prepared.
Furthermore, within the Finance Committee, I read all that is in this draft royal decree concerning the accounts and the contracts to be communicated. I believe I have sufficiently stressed that the aim is to be as comprehensive as possible, on the one hand, as regards the accounts and, on the other, as regards the contracts to be communicated.
I went to Dexia. On this subject, we have had the honour to argue gently within the committee where you do not cease, rightly, to submit me to the democratic control of your questions. As regards the anti-crisis measures proposed herein under Article 116, it is clear that the Belgian State had to ensure that Dexia Holding continued to be subject to the consolidated supervision of the National Bank of Belgium. Therefore, this consolidated supervision must be made certain within the framework of Article 36/24 of the Organic Law on the National Bank. If we did not, it would not be certain that the guarantees we have given or would give would be entirely valid.
As regards the amendment submitted by the Government with regard to the legal basis of the Royal Decrees taken under the Dexia guarantees and which, in fact, seek to remove the doubts which have been planted on the validity of those Royal Decrees, these measures taken by the Belgian State appear to me to be obvious. Therefore, the government asks your parliament to give the certain legal basis, which is necessary to no longer have validity issues in relation to these royal decrees.
#66
Official text
Monsieur le président, chers collègues, j'espère ainsi avoir répondu aux questions qui m'ont été posées et je vous remercie de votre attention.
Translated text
I hope you have answered my questions and thank you for your attention.
#67
Official text
Mijnheer de minister, hartelijk dank voor uw antwoorden. Ik ben heel blij dat het overleg met de sector in het kader van de tax shelter is hervat. Ik hoop dan ook dat spoedig de aanpassingen kunnen gebeuren waarover wij tijdens de hoorzittingen in de commissie hebben gesproken en dat bepaalde problemen zo spoedig mogelijk kunnen worden aangepakt, en dat het Parlement daarbij wordt betrokken.
Ik ben blij dat u zegt dat met betrekking tot artikel 21 nog nadere studie nodig is, namelijk inzake bij verdrag vrijgestelde beroepsinkomsten zonder progressievoorbehoud wanneer het bedrag kleiner is dan de belastingvrije som. Ik kijk ernaar uit dat die aanpassing er komt in een volgende wet houdende diverse bepalingen. Een andere oplossing is natuurlijk ons amendement steunen en het artikel voorlopig nog niet goedkeuren en laten vallen uit het wetsontwerp.
Over de vrijstelling van de btw zegt u dat artikel 132 van de Europese richtlijn wordt toegepast, maar artikel 133 geeft ons de mogelijkheid om extra voorwaarden op te leggen met een iets restrictievere uitleg. Ik vrees dat collega Van Biesen zich ook afvraagt of de interpretatie die de administratie hieraan geeft wel de juiste is. De toekomst zal echter uitwijzen wie gelijk heeft. Ik dank u in ieder geval voor uw antwoord.
Translated text
Mr. Minister, thank you very much for your answers. I am very pleased that the consultation with the sector in the framework of the tax shelter has been resumed. I therefore hope that the adjustments we talked about during the committee hearings can be made soon and that certain issues can be addressed as soon as possible, and that Parliament is involved.
I am pleased that you say that further study is needed with regard to Article 21, namely with regard to professional income exempted by the Treaty without progression reservation when the amount is lower than the tax-free sum. I look forward to this adjustment in a next law containing various provisions. Another solution is, of course, to support our amendment and not to approve the article for the time being and to remove it from the draft law.
Regarding the exemption from VAT, you say that Article 132 of the European Directive is applied, but Article 133 gives us the possibility to impose additional conditions with a slightly more restrictive interpretation. I am afraid that colleague Van Biesen also questions whether the interpretation given by the administration to this is correct. The future will tell who is right. I thank you in any case for your answer.
#68
Official text
Monsieur le ministre, je voudrais d'abord vous remercier pour la cordialité du dialogue et pour le souci d'exhaustivité présent dans vos réponses. Je n'ai pas toujours connu cela avec vos prédécesseurs. Cela ne signifie évidemment pas que nous serons d'accord sur tout. En tout cas, je me réjouis que le travail sur le tax shelter se poursuive, et vous pouvez compter sur nous pour vous soumettre des propositions constructives.
La loi sur les intérêts notionnels remonte à 2006. Depuis le départ, nous en dénonçons les abus. Mieux vaut tard que jamais! Cependant, il aura quand même fallu attendre 2013, avec une perte pour l'État dont j'ignore l'importance, pour identifier un problème existant entre le cumul des revenus définitivement taxés et les intérêts notionnels. Nous estimons qu'il faudrait, même si vous en minimisez l'impact budgétaire, supprimer le double dip. J'aborderai encore ce sujet avec vous en me fondant sur le rapport de la Commission européenne, que j'ai cité à la tribune.
Je voudrais revenir sur l'argument selon lequel il conviendrait d'éviter de semer trop de doutes au sujet de la stabilité en matière fiscale. Pour moi, c'est un argument "tarte à la crème". Si l'une des dispositions est trop coûteuse et inopérante sur le plan économique, la responsabilité politique implique de la corriger. Nous proposons de maintenir le principe des intérêts notionnels, mais en le rendant plus efficace sur le plan économique et en termes de soutien à l'emploi, vu la situation que connaît notre pays. C'est notre responsabilité à tous.
Quant au point de contact central, je me réjouis de voir cet arrêté publié, de le consulter et d'essayer de trouver les types de comptes – comptes-titres ou autres – que vous auriez oubliés. Je reste persuadé qu'il existe une voie plus directe pour atteindre l'objectif, mais je ne demande qu'à être détrompé.
S'agissant enfin de Dexia, c'est peut-être là que vous avez été le moins disert – mais peut-être ai-je été trop ambitieux en vous posant autant de questions sur ce dossier dont vous avez hérité. Nous contestons clairement l'opportunité d'une telle garantie et le refus gouvernemental de chercher d'autres possibilités plus soutenables pour les finances publiques et pour tous nos concitoyens.
Translated text
Mr. Minister, first of all, I would like to thank you for the cordiality of the dialogue and for the concern of exhaustivity present in your answers. I have not always known this with your predecessors. This does not mean that we will agree on everything. In any case, I am delighted that the work on the tax shelter continues, and you can count on us to submit constructive proposals.
The Notional Interests Act dates back to 2006. Since the beginning, we have denounced abuses. Better late than never! However, it would still have to wait for 2013, with a loss for the State of which I do not know the importance, to identify a problem existing between the cumulation of the finally taxed income and notional interest. We believe that even if you minimize the budget impact, you should eliminate the double dip. I will continue to discuss this issue with you, based on the report of the European Commission, which I cited on the tribune.
I would like to return to the argument that it should be avoided to sow too many doubts about tax stability. For me, this is an argument “cream cake”. If one of the provisions is too expensive and economically inoperative, political responsibility involves correcting it. We propose to maintain the notional interest principle, but by making it more effective economically and in terms of support for employment, given the situation in our country. This is our responsibility to all.
As for the central contact point, I look forward to seeing this ruling published, reviewing it and trying to find the types of accounts – headlines or other – that you would have forgotten. I remain convinced that there is a more direct way to ⁇ the goal, but I ask only to be deceived.
Finally, when it comes to Dexia, it’s ⁇ where you’ve been the least discerning – but maybe I’ve been too ambitious to ask you so many questions about this file you’ve inherited. We clearly challenge the necessity of such a guarantee and the government’s refusal to look for other more sustainable options for public finances and for all our fellow citizens.
#69
Official text
C'est le problème majeur qui justifie le vote négatif que nous poserons tout à l'heure sur ce projet de loi, même s'il y a des dispositions positives à l'un ou l'autre article.
Translated text
This is the major problem that justifies the negative vote we will put on this bill recently, even if there are positive provisions to one or the other article.
#70
Official text
Monsieur le président, j'avoue être choquée. On parle ici d'un projet qui va engager les finances de la Belgique jusqu'en 2031 pour des dizaines de milliards et cela se passe dans l'indifférence générale!
Que nous propose-t-on de voter?
Dexia a fait des bêtises. On a dû la sauver une première fois. Ils ont continué à faire des bêtises et maintenant on leur dit de ne pas s'inquiéter, que quoi qu'ils fassent, à leur première demande, même s'ils font des choses illégales, on les aidera. C'est totalement non éducatif! Imaginez un enfant qui fait des bêtises qui ont coûté très cher, qu'il a fallu aider puis on lui dirait de ne pas s"inquiéter, que quoi qu'il fasse dans le futur, on l'aidera et il n'aura pas à subir les conséquences de ses actes.
C'est incompréhensible! Les seuls qui auront à subir les conséquences de ces actes, ce sont les citoyens belges.
Je ne comprends pas comment vous pouvez ignorer la question de l'insertion de la mention "même si vous faites quelque chose d'illégal, on vous aidera à la première demande". Jusqu'en 2031, sans repasser par le parlement! Le fait qu'il n'y ait aucune réponse, aucun débat est inacceptable!
Translated text
I confess to be shocked. We are talking here about a project that will engage the finances of Belgium until 2031 for tens of billions and this happens in general indifference!
What are we supposed to vote for?
Dexia did some nonsense. I had to save her for the first time. They continued to do nonsense and now they are told not to worry, that whatever they do, at their first request, even if they do illegal things, they will be helped. This is completely non-educational. Imagine a child who does nonsense that has cost very expensive, that he had to help and then he would be told not to worry, that whatever he does in the future, we will help him and he will not have to suffer the consequences of his actions.
This is incomprehensible! The only ones who will suffer the consequences of these acts are the Belgian citizens.
I don’t understand how you can ignore the question of inserting the statement “even if you do something illegal, we will help you on the first request.” Until 2031, without passing through parliament! The fact that there is no answer, no debate is unacceptable!