plenum van 2013-10-10 14:27:00+00:00 in Chamber of representatives

General information

Full name: plenum van 2013-10-10 14:27:00+00:00 in Chamber of representatives
Type: plenum
URL: https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/53/ip160x.html
Parliament: Chamber of representatives

You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!

Propositions that were discussed

Code	Date	Adopted	Title
53K2841	29/05/2013	✔	Projet de loi portant le Code consulaire.
53K3050	08/10/2013	✔	Proposition de résolution relative à l'inculpation pour piraterie d'activistes pacifiques en Russie.
53K2952	16/07/2013	✔	Projet de loi modifiant le Chapitre 8 du Titre IV de la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 et le Code pénal social.
53K2989	26/07/2013	✔	Projet de loi modifiant la section 3 du chapitre 7 du titre IV de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002.

Discussions

You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.

Discussions statuses

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#4	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#5	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#6	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#11	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#12	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#13	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#14	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#15	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#16	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#17	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#18	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#19	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#20	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#21	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#22	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#23	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#24	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#25	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#26	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#27	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#28	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#29	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#30	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#31	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#32	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#33	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#34	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#35	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#36	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#37	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#38	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#39	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#40	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#41	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#42	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#43	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#44	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#45	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#46	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#47	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#48	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#49	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#50	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#51	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#52	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#53	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#54	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#55	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#56	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#57	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★

#0

#1

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ten onrechte wordt het consulaire werk soms over het hoofd gezien. Ik had hier eigenlijk graag de minister van Buitenlandse Zaken gezien, maar er is een lid van de regering en daar zijn wij al blij mee. Nochtans is diplomatie meer dan alleen maar highlevelbezoeken organiseren tussen staatshoofden en regeringsleiders, of politieke onderhandelingen voeren in internationale organisaties.

Voor onze landgenoten in het buitenland is een bezoek aan een consulaat het moment waarop hij of zij in contact komt met de diplomatie. Veelal gaat het om administratieve handelingen, zoals het verlengen van een rijbewijs of het verlijden van een notariële akte. Soms betreft het echte noodgevallen. Stel, u wordt op reis overvallen, u bent ziek of u moet dringend worden gerepatrieerd. Op zulke momenten is het van cruciaal belang dat onze diplomatieke en consulaire medewerkers in het buitenland efficiënt kunnen optreden. Ook de burger moet op een klantvriendelijke en empathische manier kunnen worden voortgeholpen, zeker wanneer hij of zij in moeilijkheden verkeert.

Het consolideren en actualiseren van de bestaande wetgeving in dit Consulair Wetboek is op zich een goede zaak. Toch zijn wij ervan overtuigd dat hier sprake is van een gemiste kans. Het voorliggend ontwerp is immers niet duidelijk en ook niet volledig.

Translated text

Mr. Speaker, Mrs. Minister, colleagues, the consular work is sometimes mistakenly overlooked. I would really like to see the Minister of Foreign Affairs here, but there is a member of the government and we are already pleased with that. However, diplomacy is more than just organizing high-level visits between heads of state and government, or conducting political negotiations in international organizations.

For our compatriots abroad, a visit to a consulate is the moment when he or she comes into contact with diplomacy. Often these are administrative acts, such as the renewal of a driving license or the death of a notarial act. Sometimes there are real emergencies. Suppose you are robbed on a trip, you are sick or you need to be urgently repatriated. At such times, it is crucial that our diplomatic and consular staff can act efficiently abroad. The citizen must also be able to be assisted in a customer-friendly and empathic way, especially when he or she is in difficulty.

Consolidating and updating the existing legislation in this Consular Code is in itself a good thing. However, we are convinced that this is a missed opportunity. The present draft is neither clear nor comprehensive.

#2

Official text

                    
                    Sta me toe hier even dieper op in te gaan. Wat bedoelen wij met “niet duidelijk”? Als voorbeeld zou ik de taalwetgeving willen aanhalen. Mijn fractie heeft dit in de commissie al aangehaald en diende ter zake ook een amendement in. Het klopt dat onze beroepsdiplomaten en consuls meertalig moeten zijn, maar in de praktijk gebeurt het vaak dat landgenoten aan het consulair loket niet in hun eigen taal kunnen worden geholpen. Ik blijf ervan overtuigd dat burgers en ondernemers in het buitenland meer gebaat zijn bij een dienstverlening in hun eigen taal dan bij de parallelle ondersteuning via de federale economische adviseurs. Daar had de focus op moeten liggen.

Het wetsontwerp omschrijft de taken van de consulaire ambtenaren en de ereconsuls. Zullen de taken in de wet nog worden aangepast naar aanleiding van het nieuwe organiek reglement van uw administratie? Het gaat om de administratie van de heer Reynders, maar ik kijk alleszins naar de vertegenwoordiging hier om daar een antwoord op te krijgen. Het is allerminst duidelijk wat het onderscheid is tussen de taken van de ereconsuls, enerzijds, en die van de economische adviseurs, anderzijds. Ik zal hier de kritiek op de adviseurs niet herhalen, wij hebben die in de commissie uitvoerig geuit. Ik neem echter wel akte van de vage omschrijving van het takenpakket van de adviseurs, die “in uitzonderlijke gevallen welbepaalde taken” kunnen uitvoeren. Dat is dus niet duidelijk; misschien kan er straks enige verduidelijking komen.

Een tweede punt van kritiek is de onvolledigheid, want volgens mijn fractie staan er ook heel wat tekortkomingen in. Zo wordt nergens melding gemaakt van de taken die de Europese dienst voor extern optreden te vervullen heeft in consulaire zaken. Nochtans moeten ook niet-Belgen verder geholpen worden door onze diplomatieke vertegenwoordigingen. Omgekeerd verwachten onze landgenoten ook assistentie van andere EU-ambassades.

In het wetsontwerp wordt verder nergens verwezen naar de taak die privéondernemingen te vervullen hebben, bijvoorbeeld bij het uitreiken van visa.

Wat met de consulaire rechtsbijstand waarop landgenoten in het buitenland een beroep kunnen doen? Dat is immers een kerntaak van elke consul.

Heel wat vragen blijven hier open en er zijn heel wat onduidelijkheden. Ik zal niet verder ingaan op de technische opmerkingen, wij hebben dat volop gedaan in de commissie. Omwille van de net aangehaalde redenen zal mijn fractie zich echter onthouden bij de stemming over dit wetsontwerp.

Translated text

Allow me to go a little deeper into this. What do we mean by “not clear”? As an example, I would like to take the language legislation. My group has already cited this in the committee and has also submitted an amendment in this regard. It is true that our professional diplomats and consuls must be multilingual, but in practice it often happens that compatriots at the consular lock cannot be assisted in their own language. I remain convinced that citizens and entrepreneurs abroad benefit more from services in their own language than from parallel support through federal economic advisors. That should have been the focus.

The draft law defines the duties of consular officials and honorary consuls. Will the duties in the law still be adjusted following the new organic regulation of your administration? It is about the administration of Mr. Reynders, but I look at the representation here to get an answer to that. It is not at all clear what the distinction is between the duties of the honorary consul, on the one hand, and those of the economic advisors, on the other. I will not repeat the criticism of the advisors here, we have expressed them in the committee in detail. However, I take note of the vague description of the task package of the advisors, who “in exceptional cases can perform specific tasks”. So this is not clear; maybe some clarification may come later.

A second point of criticism is the incompleteness, because according to my group there are also many shortcomings. There is no mention of the tasks that the European External Action Service has to perform in consular matters. Nevertheless, non-Belgium should also be further assisted by our diplomatic missions. On the contrary, our compatriots also expect assistance from other EU embassies.

Furthermore, the draft law does not refer anywhere to the task that private companies have to fulfill, for example in issuing visas.

What about the consular legal aid that compatriots abroad can apply to? This is one of the main tasks of every consul.

A lot of questions remain open here and there are a lot of uncertainties. I will not go further into the technical comments, we have done this in full in the committee. However, for the reasons just cited, my group will abstain when voting on this bill.

#3

Official text

                    
                    Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, au-delà de ses aspects techniques, ce Code consulaire nouvelle mouture est important, car il permettra d'y voir plus clair dans les relations consulaires de notre pays en replaçant et regroupant un nombre de lois déjà existantes tout en les actualisant et les modernisant.

Autant de dispositions qui permettront, je le pense, de faciliter la vie des Belges à l'étranger mais aussi des diplomates et de l'ensemble des fonctionnaires des Affaires étrangères.

Les services à nos expatriés doivent être une priorité. Mon groupe est assez convaincu de l'importance des services à rendre aux Belges et plus largement aux citoyens européens dans le cadre de notre solidarité intra-européenne qui doit faire intégralement partie des objectifs des Affaires étrangères et ce, tant dans les situations classiques que plus pénibles.

Les nouvelles compétences et responsabilités dans le chef des consuls généraux me semblent ainsi aller dans le bon sens, de même que le fait que les ambassadeurs restent, bien entendu, les chefs des postes effectifs. À ce titre, j'aimerais souligner que mon groupe soutient le projet de fusion des carrières extérieures. Autant de raisons pour nous de soutenir ce projet de loi.

Cependant, si de nombreuses questions ont trouvé réponses en commission, les débats ont également mis en lumière certaines difficultés comme celles de la présomption de paternité et les problèmes d'application de l'article 316bis du Code civil, un problème technique que j'ai soulevé de même que le médiateur fédéral dans son récent rapport intermédiaire.

Toutefois, le présent projet de loi prévoit déjà une base légale permettant de faire la déclaration prévue dans cet article au cas où les règles belges évolueraient et permettraient, par la suite, que cette déclaration puisse avoir lieu à l'étranger.

La balle semble donc aujourd'hui être dans le camp de la ministre de la Justice pour clarifier cette situation. Ma collègue Laurence Meire l'a d'ailleurs interrogée en commission à ce sujet. À ce titre, je pense qu'il n'a pas été possible d'entendre le médiateur fédéral à ce sujet en commission. Son audition dans le cadre du passage et l'adoption de ce projet au Sénat serait une très bonne initiative qui pourrait être prise par nos collègues sénateurs.

Translated text

Mr. Speaker, Mrs. Minister, dear colleagues, beyond its technical aspects, this new Consular Code is important, because it will allow to see it more clearly in the consular relations of our country by replacing and regrouping a number of already existing laws while updating and modernizing them.

All these arrangements will, I think, make it possible to facilitate the life of Belgians abroad, but also of diplomats and of all foreign affairs officials.

Services to our expatriates should be a priority. My group is quite convinced of the importance of the services to be rendered to the Belgians and more broadly to the European citizens in the context of our intra-European solidarity that must be integral to the objectives of Foreign Affairs, both in the traditional and more painful situations.

The new competencies and responsibilities in the head of the general consuls seem to me thus to go in the right direction, as does the fact that the ambassadors remain, of course, the heads of actual positions. As such, I would like to emphasize that my group supports the project for the merger of external careers. There are many reasons for us to support this bill.

However, while many questions were answered in the committee, the debates also highlighted some difficulties such as those of the presumption of paternity and the problems of applying Article 316bis of the Civil Code, a technical problem that I and the Federal Ombudsman raised in its recent interim report.

However, this bill already provides for a legal basis for making the declaration provided for in this article in the event that the Belgian rules evolve and allow, subsequently, that such declaration may be made abroad.

So the ball now seems to be in the field of the Minister of Justice to clarify this situation. My colleague Laurence Meire also questioned her in a committee on this subject. As such, I think it was not possible to hear the Federal Ombudsman on this subject in a committee. His hearing as part of the passage and the adoption of this draft in the Senate would be a very good initiative that could be taken by our colleagues senators.

#4

Official text

                    
                    Monsieur le président, madame la ministre, mes chers collègues, la législation consulaire existe, a vécu et bien vécu. Essentiellement basé sur une législation datant de 1851, le Code consulaire faisait fi de bon nombre d'avancées légales, notamment en matière de notariat et d'état civil.

En outre, le texte législatif passait sous silence de nombreuses conventions multilatérales importantes régissant le rôle et les compétences des consuls. Je pense ici tout particulièrement au principe de la convention de Vienne sur les relations consulaires et aux accords européens relatifs à la coopération consulaire à l'étranger. Un comble pour une activité tournée par essence vers l'international! Il est temps qu'elle s'inscrive résolument dans le XXIᵉ siècle.

Je ne puis donc que me réjouir que le Code consulaire se voie rénové, simplifié et modernisé. Ce projet s'inscrit pleinement dans la réorganisation de notre réseau d'ambassades et de consulats dans le monde.

Le groupe MR votera donc ce projet de loi.

De cette manière, les consuls seront plus à même d'assister efficacement nos ressortissants à l'étranger et, à terme, tout citoyen membre de l'Union européenne qui en fera la demande. J'y reviendrai.

À cet égard, je ne peux que soutenir la demande de mon éminent collègue, le président de la commission parlementaire des Affaires étrangères, M. François-Xavier de Donnea, qui souhaite que le statut de consul honoraire soit conservé dans les régions éloignées de nos postes diplomatiques. Les tâches qui lui seraient imputées peuvent certes être limitées, mais sa présence doit être préservée, car il est l'unique point d'ancrage de nos ressortissants les plus éloignés.

Le recodification du Code consulaire belge est une bonne chose. On ne peut que s'en réjouir.

Madame la ministre, il est cependant regrettable de constater que l'Union européenne éprouve certaines difficultés à prendre des initiatives en termes de politique extérieure. En effet, aucune compétence en matière consulaire n'a été attribuée par le Traité de Lisbonne au Service européen de l'action extérieure (SEAE). À l'heure actuelle, il n'existe pas de coordination institutionnalisée en la matière à l'échelle européenne.

Que se passe-t-il lorsqu'un citoyen européen se trouve dans un pays situé hors de l'Union, dans lequel l'État membre auquel il appartient n'est pas représenté par une ambassade ou un consulat? Il est autorisé à demander la protection consulaire de tout autre État membre, dans les mêmes conditions que les ressortissants de cet État.

En outre, des mesures sont prises pour renforcer davantage la protection consulaire des citoyens de l'Union. Le 14 décembre 2012, la Commission européenne a proposé un projet de directive sur la protection consulaire des citoyens de l'Union dont l'ambassade ou le consulat n'est pas représenté dans un pays tiers. Cette proposition législative énonce des mesures de coopération, de coordination nécessaires afin de faciliter la protection consulaire au bénéfice du citoyen et des autorités consulaires.

Nous souhaitons que ce débat, mené au niveau des ministres de la Justice, puisse aboutir rapidement. Dans ce contexte, je ne peux que saluer l'initiative belge qui mena à la création de la Maison Schengen à Kinshasa.

Translated text

Mr. Speaker, Mrs. Minister, dear colleagues, the Consular legislation exists, has lived and lived well. Based essentially on legislation dating back to 1851, the Consular Code was based on many legal advances, notably in the fields of notariat and civil status.

In addition, the legislative text silenced many important multilateral conventions governing the role and competence of consuls. I am especially concerned here with the principle of the Vienna Convention on Consular Relations and the European agreements on consular cooperation abroad. A comble for an activity driven by essence towards the international! It is time for it to resolutely enter the 21st century.

I can therefore only rejoice that the Consular Code is being renewed, simplified and modernized. This project is fully part of the reorganization of our network of embassies and consulates around the world.

The party will vote on this bill.

In this way, consuls will be more able to effectively assist our nationals abroad and, in the long run, any citizen of the European Union who will request it. I will come back.

In this regard, I can only support the request of my eminent colleague, the Chairman of the Parliamentary Committee on Foreign Affairs, Mr. François-Xavier de Donnea, who wants the status of honorary consul to be retained in the regions far away from our diplomatic posts. The tasks assigned to him may be limited, but his presence must be preserved, for he is the only anchor of our most distant nationals.

The recodification of the Belgian Consular Code is a good thing. We can only rejoice.

However, it is regrettable to note that the European Union is experiencing certain difficulties in taking initiatives in terms of foreign policy. The Lisbon Treaty does not confer any competence on consular matters on the European External Action Service (EASO). At present, there is no institutionalized coordination on this subject at European level.

What happens when a European citizen is in a country outside the EU where the Member State to which he belongs is not represented by an embassy or consulate? He is entitled to apply for consular protection from any other Member State under the same conditions as nationals of that State.

Furthermore, measures are taken to further strengthen consular protection of Union citizens. On 14 December 2012, the European Commission proposed a draft directive on consular protection for EU citizens whose embassy or consulate is not represented in a third country. This legislative proposal sets out the necessary cooperation and coordination measures to facilitate consular protection for the benefit of the citizen and the consular authorities.

We hope that this debate, conducted at the level of the Ministers of Justice, can result quickly. In this context, I can only welcome the Belgian initiative that led to the creation of the Schengen House in Kinshasa.

#5

#6

#7

#8

#9

Official text

                    
                    Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, on est obligé d'abroger un système de contrôle parce que les tribunaux nous l'avaient demandé. Mais, en commission, nous avons été plusieurs à faire part de notre inquiétude. En effet, on était déjà confronté au problème du détachement de travailleurs qui est particulièrement difficile à contrôler. Avec la disparition du système d'enregistrement pour les indépendants et les stagiaires, on risque maintenant d'être confronté au même type de difficulté et d'assister à une multiplication des faux indépendants qui créeront une concurrence particulièrement dommageable pour les entreprises qui respectent les règles. J'espère donc nous verrons rapidement arriver un nouveau système permettant de respecter l'arrêt de la Cour de justice européenne tout en évitant la concurrence déloyale et le dumping social entre indépendants.

Translated text

#10

Official text

                    
                    Monsieur le président, madame et monsieur les ministres, chers collègues, la commission des Affaires sociales a examiné les projets de loi nᵒˢ 2989 et 2990 lors de sa réunion du 24 septembre 2013. Pour ces deux projets de loi, complémentaires dans le cadre du "plan horeca", le secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, dans son exposé des motifs, a parcouru les grands axes des modifications en projet.

Premièrement, à partir du 1ᵉʳ janvier 2014, il est créé une nouvelle réduction groupe cible pour les employeurs ressortissant à la commission paritaire de l'hôtellerie qui ont occupé en moyenne 49 travailleurs au maximum au cours d'une période de référence à déterminer par un arrêté royal. Cette réduction de cotisations est forfaitaire et est applicable pour cinq travailleurs à temps plein, au choix et sans limitation de temps. Elle peut être cumulée avec d'autres réductions de charges. Pour l'obtention de cette réduction, l'employeur doit utiliser la caisse enregistreuse certifiée.

Deuxièmement, le travail occasionnel est rendu plus attractif tant pour l'employeur que pour le travailleur. L'employeur bénéficiera d'un système plus simple et plus avantageux de calcul des cotisations sociales. Par ailleurs, par analogie à la réglementation relative aux étudiants, un compteur sera mis en place de sorte que l'employeur puisse consulter le solde de jours pour lesquels il peut lui-même encore occuper un travailleur occasionnel et le solde de jours auxquels un travailleur a encore droit.

Troisièmement, le travailleur bénéficiera d'un taux d'imposition distinct, de 33 %, pour les rémunérations provenant du travail occasionnel dans le secteur.

Lors de la discussion générale, M. Vincent Sampaoli a regretté que l'ensemble des textes n'ait pas été soumis à la commission des Affaires sociales, puisque la problématique de l'introduction de la caisse enregistreuse est non seulement liée aux réductions forfaitaires des cotisations sociales mais aussi à la lutte contre la fraude sociale. Il convient d'avoir une vue complète de tous les aspects de la réforme engagée.

Mme Miranda Van Eetvelde s'est interrogée sur les raisons qui justifiaient un seuil de 49 travailleurs pour l'obtention des nouvelles réductions forfaitaires de cotisations sociales et sur le risque que ce seuil ne débouche sur des scissions d'entreprise en plusieurs unités d'exploitation. Elle s'est également interrogée sur l'efficacité de l'introduction d'une caisse enregistreuse, sur la question des heures supplémentaires (question partagée par M. Mathias De Clercq) et sur le taux de taxation distinct à 33 % pour les prestations occasionnelles.

Translated text

The Social Affairs Committee examined Bills 2989 and 2990 at its meeting on 24 September 2013. For these two bills, complementary within the framework of the "plan horeca", the Secretary of State for Combating Social and Tax Fraud, in his explanation of the reasons, went through the major axes of the amendments in the draft.

First, from 1 January 2014, a new target group reduction is created for employers who are nationals of the parity committee of the hospitality industry who have employed on average no more than 49 workers during a reference period to be determined by a royal decree. This reduction in contributions is a flat rate and is applicable to five full-time employees, of choice and without time limitation. It can be combined with other reductions. To obtain this reduction, the employer must use a certified cash register.

Second, occasional work is made more attractive for both the employer and the worker. The employer will benefit from a simpler and more advantageous system for calculating social contributions. In addition, by analogy to the student regulation, a counter will be set up so that the employer can consult the balance of days for which he or she can still employ an occasional worker and the balance of days to which a worker still is entitled.

Third, the worker will benefit from a separate tax rate of 33% for salaries from occasional work in the sector.

During the general discussion, Mr. Vincent Sampaoli regretted that all the texts were not submitted to the Social Affairs Committee, as the problem of the introduction of the cash register is not only related to the flat-rate reductions of social contributions but also to the fight against social fraud. It is necessary to have a comprehensive view of all aspects of the reform undertaken.

Ms. Miranda Van Eetvelde questioned the reasons for justifying a threshold of 49 workers for obtaining the new flat-rate reductions in social contributions and the risk that this threshold would result in division of companies into several operating units. She also questioned the effectiveness of the introduction of a cash register, on the issue of overtime (a question shared by Mr. Mathias De Clercq) and on the separate tax rate at 33% for occasional benefits.

#11

Official text

                    
                    Mme Zoé Genot s'est également interrogée sur l'efficacité de la caisse enregistreuse, tout en rappelant que la diminution de la TVA n'a pas profité aux clients et n'a pas réduit le travail au noir. Elle a regretté le caractère illimité dans le temps de la réduction forfaitaire et considère que le seuil de 49 travailleurs est trop élevé. Un amendement visant à baisser le seuil à 20 travailleurs a été déposé par l'oratrice.

M. Stefaan Vercamer a regretté qu'on n'ait pas profité de l'occasion pour harmoniser l'ensemble des cotisations sociales sur base forfaitaire pour tous les travailleurs occasionnels. Mme Catherine Fonck s'est prononcée dans le même sens. Par ailleurs, l'orateur a posé plusieurs questions sur le travail d'étudiant et les modalités de cumul des deux avantages dans le chef de ceux-ci.

M. David Clarinval s'est inquiété des risques de suppression d'emplois au profit des étudiants.

Enfin, plusieurs membres ont demandé quelle était l'incidence budgétaire des différentes mesures.

Dans ses réponses, le secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale a indiqué qu'un budget de 72 millions d'euros était inscrit pour la transposition du plan horeca, sans comptabilisation des effets retours. Un budget supplémentaire est prévu pour les heures supplémentaires.

L'option d'un seuil de 49 travailleurs pour l'octroi des réductions forfaitaires, 5 travailleurs à temps-plein, correspond à un groupe facilement objectivable, les PME, pour lequel il a été décidé de concentrer les efforts en faveur de l'emploi.

Le statut de travailleurs occasionnels est cumulable avec celui notamment d'étudiant. Un étudiant pourra donc cumuler 50 jours dans son propre régime et 50 jours de travail occasionnel. Diverses précisions ont été apportées quant à l'imposition fiscale du travail occasionnel dans le secteur horeca.

Dans les répliques, Mme Miranda Van Eetvelde a déclaré que l'absence de mesures plus structurelles en matière de réduction de charges salariales ne permettrait pas son soutien aux deux projets de loi. M. Stefaan Vercamer a réitéré sa crainte d'une substitution de travailleurs réguliers pour des étudiants.

Les deux textes ont été adoptés par 9 voix et 1 abstention. L'amendement n° 1 de Mme Zoé Genot a été rejeté par 8 voix contre 1 et 1 abstention.

La commission des Affaires sociales s'est réunie ce 10 octobre pour examiner deux amendements déposés par Mme Kitir et consorts concernant le projet 2990.

Étant donné que pour les travailleurs occasionnels de l'horeca, il a été décidé par le biais d'un arrêté royal que les droits sociaux se calculeraient sur un salaire plus élevé que le forfait sur lequel ils cotisent, il convient d'introduire une exception pour ces travailleurs dans l'arrêté royal du 10 juin 2001 établissant la notion uniforme de rémunération journalière moyenne.

Translated text

Ms. Zoé Genot also asked about the effectiveness of the cash register, while recalling that the reduction in VAT did not benefit customers and did not reduce the work to the black. It regretted the unlimited character in time of the flat-rate reduction and considers that the threshold of 49 workers is too high. An amendment to lower the threshold to 20 workers was submitted by the speaker.

by Mr. Stefaan Vercamer regretted that the opportunity was not taken to harmonize all social contributions on a flat-rate basis for all occasional workers. Catherine Fonck has spoken in the same direction. In addition, the speaker asked several questions about student work and how to cumulate the two advantages in the head of these.

by Mr. David Clarinval was concerned about the risks of eliminating jobs for the benefit of students.

Finally, several members asked what was the budget impact of the various measures.

In his responses, the Secretary of State for Combating Social and Fiscal Fraud indicated that a budget of 72 million euros was registered for the transposition of the horeca plan, without accounting for the effects of returns. An additional budget is provided for extra hours.

The option of a threshold of 49 workers for the granting of flat-rate reductions, 5 full-time workers, corresponds to a easily objectivable group, SMEs, for which it was decided to concentrate efforts in favour of employment.

The status of occasional workers is cumulative with that of students. A student can therefore accumulate 50 days in his own diet and 50 days of occasional work. Several clarifications were made regarding the taxation of occasional work in the horeca sector.

In the replicas, Ms. Miranda Van Eetvelde said that the absence of more structural measures to reduce wage charges would not allow her support for both bills. by Mr. Stefaan Vercamer reiterated his fear of a replacement of regular workers for students.

Both texts were adopted by 9 votes and 1 abstinence. Amendment No. 1 by Ms. Zoé Genot was rejected by 8 votes against 1 and 1 abstentions.

The Social Affairs Committee met on 10 October to examine two amendments submitted by Ms. Kitir and colleagues concerning project 2990.

Since for occasional horeca workers it was decided by a royal decree that social rights would be calculated on a higher wage than the flat rate on which they contribute, it is appropriate to introduce an exception for these workers in the royal decree of 10 June 2001 establishing the uniform concept of average daily remuneration.

#12

Official text

                    
                    Après la présentation des deux amendements assurée par Mme Kitir, Mmes Genot et Van Eetvelde exprimèrent leurs points de vue. M. le secrétaire d’État a apporté des réponses aux remarques de nos deux collègues. Les deux amendements ont été adoptés par 11 voix pour et 3 abstentions.

En ce qui concerne le troisième projet de loi (n° 2952), qui a également été examiné en commission des Affaires sociales le 24 septembre 2013, je renvoie à mon rapport écrit.

Translated text

#13

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer de staatssecretaris, voor alle duidelijkheid: iedere maatregel om zuurstof te geven aan de horeca, zullen wij zeker en vast steunen. Dat weet u. Dat is sowieso een positieve zaak.

Het voorliggend wetsontwerp is echter slechts een doekje voor het bloeden. Ik heb u daar al een aantal keer over aangesproken; het is veruit onvoldoende. Men kan niet spreken van een structurele maatregel die de lasten op arbeid vermindert. De sector kan slechts een RSZ-korting genieten voor maximaal vijf vaste, voltijdse werknemers. Er komt nog een surplus bovenop: de horecabedrijven mogen ook niet meer dan 49 werknemers in dienst hebben. Dan vraag ik mij af welk horecabedrijf zich na de invoering van de voorgestelde wetgeving nog gestimuleerd zal voelen om een bedrijf uit te bouwen met meer dan 50 werknemers. Dat is volgens mij geen stimulans om meer jobs te creëren.

Een andere vraag is of horecabedrijven die de RSZ-korting willen genieten, werknemers vast en voltijds in dienst moeten nemen. Zo staat het momenteel in het wetsontwerp. U weet uit onderzoek naar de sector dat heel veel horecabedrijven geen behoefte hebben aan vaste, voltijdse medewerkers. Vallen die horecabedrijven dan uit de boot? Ik vrees wederom van wel.

Ook het onderdeel over gelegenheidsarbeid is erg arbitrair. Voor wie iets wil bijverdienen in de horeca, is de vaste bedrijfsvoorheffing van 33 % wel een goede zaak. Dat is een verbetering tegenover de huidige situatie, waarin men netto slechts 30 à 40 % overhoudt van zijn extra arbeid. Ook op dat vlak wordt een kans gemist, want de extra gelegenheidsarbeid zou perfect geschikt zijn om de honderdduizenden werklozen in ons land te motiveren om extra inspanningen te leveren om arbeid te verrichten in de maatschappij.

Translated text

Mr. Speaker, colleagues, Mr. Secretary of State, for all clarity: any measure to give oxygen to the hospitality industry, we will surely and firmly support. You know that. That is a positive thing anyway.

However, the present bill is only a cloth for bleeding. I have talked about it several times; it is far from sufficient. One cannot speak of a structural measure that reduces the burden on labor. The sector can only benefit from an RSZ discount for up to five permanent, full-time employees. In addition, there is another surplus: the catering companies may also employ no more than 49 employees. Then I wonder which catering company will still feel encouraged to build a company with more than 50 employees after the introduction of the proposed legislation. This is not an incentive to create more jobs.

Another question is whether catering companies wishing to benefit from the RSZ discount should hire employees on a fixed and full-time basis. This is currently stated in the bill. You know from industry research that a lot of catering companies do not need permanent, full-time employees. Will these food companies fall out of the boat? I am afraid of yes again.

The part on occasional work is also very arbitrary. For those who want to earn something in the hospitality industry, the fixed corporate premium of 33% is a good thing. That is an improvement compared to the current situation, in which one retains only 30-40% of his extra labour. There is also a missed opportunity in this area, because the extra occasional work would be perfectly suited to motivate the hundreds of thousands of unemployed in our country to make additional efforts to work in society.

#14

Official text

                    
                    De dag van vandaag biedt het voorliggend voorstel door de werkloosheidsval te weinig en zullen we werkzoekenden weinig of niet kunnen motiveren om zich in te spannen en gelegenheidsarbeid te verrichten in de sector. Nochtans heeft de sector dat echt wel nodig. Hoe moet men werkzoekenden motiveren om dat te doen, als het verschil tussen wat zij verdienen door een dag te werken of door gewoon thuis te zitten en werkloosheidssteun te ontvangen, veel te klein is? Dat is alweer een gemiste kans. We moeten evolueren naar een systeem waarin het loont om een uur te werken. Dat verschil zou duidelijk moeten worden.

Ik heb uw interview in de Horecakrant gelezen en ik maak mij ongerust over de motivatie waarachter u zich verschuilt. Ten behoeve van de collega’s citeer ik het even. Men vraagt: “Waarom is men begonnen bij de horecasector en spreekt men niet over bakkers, slagers en kappers op dit moment? Moeten die groepen zich daar nu zorgen over maken? Gaan we daar naartoe? Wat is de intentie van de staatssecretaris op dat punt?" U antwoordt daarop: “Kijk, die beslissing is niet de mijne geweest, om eerst daarmee te beginnen.” U schuift de verantwoordelijkheid een klein beetje van zich af. U zegt de beslissing te moeten uitvoeren. “We zullen wel zien wat dit gaat geven.” U zegt vandaag dus te zullen afwachten wat de impact van de maatregelen wordt. Ik maak mij dan echt wel zorgen. U gebruikt een sector waarin vandaag 125 000 personen zijn tewerkgesteld – na de overheid wellicht de grootste werkgever – als testcase voor het plan van de regering. Ik maak mij daar ongerust over en ik vrees dat die vrees niet ten onrechte is.

Over de twee wetsvoorstellen blijven we het oneens. De aanzet of intentie is wel goed, daarover zijn we het eens. We weten allemaal wat er nodig is voor de horecasector. Ik heb u ons horecaplan reeds overhandigd. Daarin vindt u wat er allemaal zou moeten gebeuren.

Wat vandaag voorligt, is slechts een klein begin, een kleine voorzet, zeer weinig, wat gerommel in de marge.

Translated text

As a result of the decline in unemployment, today’s proposal offers too little and we will have little or no motivation for job seekers to engage and do occasional work in the sector. But the industry really needs that. How should job seekers be motivated to do so, if the difference between what they earn by working a day or just sitting at home and receiving unemployment aid is far too small? This is another missed opportunity. We need to evolve into a system where it is worth working an hour. That difference should be clear.

I read your interview in the Horecakrant and I am worried about the motivation behind which you are hiding. For the sake of my colleagues, I will quote. One asks, “Why has one started with the catering sector and is not talking about bakers, slaughterhouses and hairdressers at this time? Should these groups be concerned about this now? Will we go there? What is the Secretary of State’s intention at that point?”You answer: “Look, that decision was not mine, to begin with.” You say you have to execute the decision. “We’ll see what this will bring,” you say today, so you’ll wait to see what the impact of the measures will be. I am really worried. You use a sector that today employs 125,000 people – ⁇  the largest employer after the government – as a test case for the government’s plan. I am worried about this and I am afraid that fear is not wrong.

On the two proposals we disagree. The initiative or intent is good, we agree on that. We all know what is needed for the catering sector. I have already handed you our horecaplan. In it you will find what all should happen.

What brings forth today is only a small beginning, a small advance, very little, some rolling in the margin.

#15

Official text

                    
                    Ik vind dat spijtig. Het blijft een gemiste kans.

Wij zullen dat mager beestje niet steunen, maar we zullen ons onthouden. Wij zijn er uiteraard voorstander van om de sector meer zuurstof te geven; daarom zijn wij wel voor alle maatregelen. Maar wat nu voorligt, is echt te weinig. Het is schandalig dat u de sector als een testcase wil gebruiken. Ik val bijna van mijn stoel als ik een en ander lees.

De Federatie Horeca Vlaanderen reageert nog heel voorzichtig, omdat ze zegt dat er nog met de staatssecretaris onderhandeld moet worden. De Federatie rekent nog op u. Neem die kans dus op. Doe iets voor de sector. Die mogelijkheid hebt u nog. Het is nog niet mei.

Ik heb ook al gelezen: “Als we geen goede oplossing vinden voor de overuren, hebben we geen globale goede oplossing." Dat is de hoofdtitel. Onthoud dat, neem dat mee, doe daar alstublieft iets aan. Het is veel te belangrijk. In de sector zijn vandaag 125 000 personen tewerkgesteld en dan hebben we het alleen nog maar over degenen van wie we weten dat ze erin tewerkgesteld zijn. Als we er de randgegevens bij nemen, alles wat met die sector nog te maken heeft, dan gaat het om een nog veel groter aantal jobs dat hier vandaag ter discussie staat.

Wat nu voorligt, is echt onvoldoende en daarom zullen wij ons bij de stemming onthouden. Elk nieuw initiatief van uwentwege om de maatregelen uit te breiden en om meer overlevingskansen te bieden aan de betrokken bedrijven na de invoering van de black box, zullen wij steunen als het voldoende is.

Translated text

I find that regrettable. It remains a missed opportunity.

We will not support that lean beast, but we will abstain. We are, of course, in favor of supplying the sector with more oxygen, which is why we are in favor of all measures. But what is present is really too little. It is scandalous that you want to use the sector as a test case. I almost fell from my chair when I read something.

The Federation Horeca Flanders responds very cautiously, as it says that negotiations with the state secretary still need to be negotiated. The Federation is counting on you. Take that opportunity. Do something for the industry. You still have that possibility. It is not yet May.

“If we don’t find a good solution for overtime, we don’t have a global good solution.” Remember that, take that with you, please do something about it. It is too much important. The sector currently employs 125 000 people, and then we only talk about those we know are employed in it. If we add the marginal data, everything that has to do with that sector, then it is a much larger number of jobs that are being discussed here today.

What is now presented is really insufficient and therefore we will abstain at the vote. Any new initiative from you to extend the measures and to provide more survival chances for the companies concerned after the black box introduction, we will support if it is sufficient.

#16

Official text

                    
                    Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, ces deux projets de loi qui s'inscrivent dans la stratégie de relance initiée par le gouvernement depuis juillet 2008 ont une importance toute particulière. En effet, le secteur horeca est tout d'abord l'un des deux principaux secteurs économiques du pays et le deuxième plus grand pourvoyeur d'emplois, juste derrière le secteur du bâtiment. Près de 150 000 personnes y travaillent dont deux tiers à temps partiel.

L'horeca est également un bon outil d'intégration car il offre des formations à de nombreuses personnes peu ou moyennement qualifiées au départ. L'horeca a aussi un autre atout. Il apporte convivialité et animation dans les quartiers et dans nos vies.

Aujourd'hui, il est donc essentiel pour nous de soutenir ce secteur qui a besoin d'une sérieuse dose d'oxygène – rappelons quand même qu'il a été particulièrement touché par la crise – et dont les caractéristiques sont une forte intensité de main-d'œuvre mais aussi malheureusement une sensibilité au travail au noir qu'il convient d'enrayer d'abord par des mesures préventives. En tout état de cause, il importe surtout de dépasser le deal de 2009 qui consistait en un échange de l'abaissement de la TVA et l'implémentation d'une caisse enregistreuse électronique afin de lutter contre la fraude.

Comme nous l'avons dit en commission, ces deux projets apportent une première réponse aux difficultés que rencontre le secteur horeca. Cependant, quelques interrogations subsistent. Certes, le secteur étant inévitablement soumis à des variations de rythme de travail et ce, parfois très rapidement, il était important de garantir un système de contribution sociale sur la base d'un forfait plus adapté à la réalité.

Cependant, notre groupe a quelques réserves sur l'introduction d'un taux d'imposition distinct pour les revenus provenant du travail occasionnel car il s'agit d'une nouvelle exception au principe de la progressivité de notre régime fiscal. En définitive, un revenu net plus attractif pour le travailleur et un coût moindre pour l'exploitant sont de nature à rendre plus attractif ce type de travail. C'est en fait du win-win. Mais nous devons bien constater que l'idée de départ du plan horeca, soit le soutien prioritaire aux contrats à temps plein, est quelque peu affaiblie. En outre, le nouveau système de cotisation ne contribue en rien à la lutte contre le travail au noir

Translated text

Mr. Speaker, Mr. Secretary of State, dear colleagues, these two bills that are part of the rebound strategy initiated by the government since July 2008 have a particular importance. In fact, the horeca sector is first and foremost one of the two main economic sectors of the country and the second largest job provider, just behind the building sector. Nearly 150,000 people work there, two-thirds of which are part-time.

Horeca is also a good tool for integration as it offers training to many people with low or medium qualifications at the start. The horeca also has another asset. It brings conviviality and entertainment into the neighborhoods and into our lives.

Today, therefore, it is essential for us to support this sector that needs a serious dose of oxygen – remember, however, that it has been ⁇  affected by the crisis – and whose characteristics are a high labour intensity but also unfortunately a sensitivity to black labour that must be curbed first by preventive measures. In any case, it is especially important to go beyond the 2009 deal, which consisted of an exchange of the VAT reduction and the implementation of an electronic cash register in order to fight fraud.

As we said in the committee, these two projects provide a first response to the difficulties facing the horeca sector. However, some questions remain. Certainly, since the sector is inevitably subject to variations in the working rhythm and this, sometimes very quickly, it was important to guarantee a system of social contribution on the basis of a package more adapted to the reality.

However, our group has some reservations about the introduction of a separate tax rate for income from occasional work as this is a new exception to the principle of progressivity of our tax system. Ultimately, a net income that is more attractive for the worker and a lower cost for the exploitant are likely to make this type of work more attractive. This is really a win-win. But we must note that the idea of starting the horeca plan, or priority support for full-time contracts, is somewhat weakened. In addition, the new contribution system does not contribute in any way to the fight against black labour.

#17

Official text

                    
                    Nous sommes également assez dubitatifs sur l'élargissement de ce système avantageux, notamment du quota annuel des 50 jours, aux étudiants qui pourront ainsi cumuler un double avantage annuel. Le travail des étudiants a été réformé en 2011 de manière à coller au mieux à la réalité et au vécu de ce public, mais il ne faudrait pas que la flexibilité aussi positive qu'elle soit en interne, pour répondre à des besoins spécifiques auxquels sont confrontées les entreprises, débouche sur une mise en concurrence des différentes catégories de travailleurs sur le marché du travail. Nous pensons ici, par exemple, aux demandeurs d'emploi directs ou faisant appel à une société d'intérim.

Le groupe PS a toujours plaidé pour des emplois stables et à temps plein. Il est appréciable qu'une réduction supplémentaire de cotisation sociale soit accordée pour cinq travailleurs à temps plein et pour autant que la caisse enregistreuse certifiée soit, bien entendu, installée. Par contre, le choix des travailleurs qui pourront bénéficier de cet avantage est plus problématique, car nous sommes convaincus que les réductions de charge gagnent en efficacité si elles sont ciblées avec précision. Ainsi, par exemple, entre un sommelier d'un restaurant étoilé et un serveur dans une pizzeria, il y a une différence de qualification et de rémunération.

La fixation d'un seuil de 49 travailleurs maximum au cours d'une période de référence se justifie sans doute dans une optique de lutte contre la fraude et aussi parce que les entreprises de grande taille disposent d'un budget suffisant pour faire face aux coûts inhérents à l'introduction de la caisse enregistreuse.

Toutefois, le risque est que le montage juridique soit mis sur pied pour scinder de grandes entreprises en plus petites structures. De cette manière, les organes de concertation avec les travailleurs et le contrôle syndical seraient aussi mis à mal, ce qui en soi pourrait, à nouveau, entraîner davantage de fraude.

L'ambiguïté réside aussi dans le fait que l'avantage est réservé à des employeurs qui, très souvent, n'ont pas respecté la réglementation ONSS, car on sait très bien que le travail au noir se concentre essentiellement dans les petites entités du secteur.

En conclusion, notre groupe soutiendra ces deux projets de loi, mais nous demandons au gouvernement de rester attentif à nos remarques. L'efficacité de la caisse enregistreuse et les conséquences du nouveau régime sur l'emploi régulier devront faire l'objet d'une évaluation approfondie.

Translated text

We are also quite doubtful about the extension of this advantageous system, including the annual quota of 50 days, to students who will thus be able to accumulate a double annual benefit. Students’ work was reformed in 2011 so as to best match the reality and experience of this audience, but it would not be necessary that the flexibility as positive as it may be internally, to meet the specific needs faced by companies, result in a competition of the different categories of workers on the labour market. We think here, for example, of direct job seekers or employing an interim company.

The PS Group has always pledged for stable and full-time jobs. It is worthwhile that an additional reduction in social contributions is granted for five full-time employees, and provided that the certified cash register is, of course, installed. On the other hand, choosing the workers who will benefit from this benefit is more problematic, as we are convinced that load reductions are more efficient if targeted accurately. So, for example, between a sommelier at a starred restaurant and a waiter at a pizzeria, there is a difference in qualification and remuneration.

The establishment of a threshold of a maximum of 49 employees during a reference period is undoubtedly justified in an anti-fraud perspective, as well as because large ⁇  have a sufficient budget to cope with the costs inherent in the introduction of the cash register.

However, the risk is that the legal assembly will be set up to split large companies into smaller structures. In this way, labor consultation bodies and trade union control would also be compromised, which in itself could lead to further fraud.

The ambiguity also lies in the fact that the advantage is reserved for employers who, very often, have not complied with the ONSS regulation, as it is well known that black work is mainly concentrated in small entities in the sector.

In conclusion, our group will support these two bills, but we ask the government to remain attentive to our comments. The effectiveness of the cash register and the impact of the new system on regular employment will need to be thoroughly assessed.

#18

Official text

                    
                    Monsieur le président, j'observe que les libéraux ne sont pas présents pour défendre l'horeca: leurs députés semblent avoir disparu!

Pour tout le monde, l'horeca représente un secteur important. En effet, chacun y est confronté quotidiennement et apprécie l'animation et la convivialité qu'il permet dans l'espace public. Pour nous qui sommes partisans de villes vivantes, ce secteur constitue un acteur indispensable.

Il est important en termes d'économie et en termes de tourisme: il ne mérite donc pas d'être négligé.

Enfin, il est important parce qu'il permet à une population infra qualifiée de s'insérer dans le marché du travail, alors que beaucoup d'autres secteurs rencontrent des difficultés à le permettre. De là, sa place très particulière.

Un effort a déjà été réalisé par le passé pour soutenir ce secteur par l'abaissement du taux de TVA. En France, il était alors question de diminution des prix; la Belgique a préféré réduire le travail au noir.

Soyons clairs! Les évaluations menées à la suite de la diminution du taux de TVA n'ont pas donné les résultats escomptés. En effet, les contrôles ont révélé une stagnation du travail au noir et du volume d'emploi. Bien sûr, lorsque la mesure fut prise, nous traversions une période de crise et le secteur n'était donc pas en pleine expansion.

À présent, deux nouveaux outils nous sont proposés pour soutenir spécifiquement ce secteur.

Le premier est un régime particulier pour les travailleurs occasionnels. Qui dit régime particulier sous-entend toujours une certaine inquiétude: des brèches sont ouvertes au risque de se généraliser. Malheureusement, comme chacun sait, en ce domaine, c'est souvent le mauvais emploi qui chasse le bon.

Que nous est-il proposé? D'octroyer 50 jours de plus aux travailleurs occasionnels ou aux étudiants. Des étudiants pourront donc prester 50 jours sous le régime étudiant, 50 jours en plus sous le régime de travailleur occasionnel. Ainsi, on commence à remplacer des emplois potentiels par des emplois occasionnels.

On touche donc vraiment à la limite de ce système et il faudra l'évaluer sur le terrain avec beaucoup d'attention.

Le deuxième outil qui nous est proposé, ce sont les réductions de cotisations de sécurité sociale. À ce sujet, nous n'avons pas eu de réponse claire en commission quant à son coût. Pouvez-vous nous en dire plus à ce stade?

Il y a eu beaucoup de discussions en commission sur ce que je considère comme étant une mesure "donnant donnant": on lance ces fameuses caisses enregistreuses dont on parle depuis longtemps et on donne un coup de main au secteur pour lui permettre de créer de l'emploi de qualité. En ce qui concerne la caisse enregistreuse, malgré les différents textes en suspens, il y a beaucoup de flou. Dans le dernier journal du secteur horeca, on peut lire: "Ils veulent imposer un contrôle strict et un enregistrement pointu de toutes les opérations effectuées dans les entreprises. Les heures de présence des membres du personnel seront enregistrées également, tel un pointage". Quand je lis les arrêtés qui sont déjà disponibles, je n'ai pas du tout l'impression qu'on en est là. Qu'a-t-on exactement prévu pour ces caisses enregistreuses en matière de contrôle des heures de travail? Nous sommes prêts à faire un effort particulier pour ce secteur en termes de réduction de cotisations mais il faut que cela se traduise par de l'emploi de qualité. Il faut que le deal soit tenu.

Quand je lis les arrêtés disponibles, je n'ai pas l'impression que cela permettra un contrôle des personnes présentes sur le lieu de travail. Il y a eu pas mal de questions à ce sujet en commission. La personne qui fait la vaisselle dans la cuisine est-elle répertoriée par cette fameuse caisse enregistreuse? Nous n'avons pas eu de réponse claire à cette question, qui est pourtant importante.

D'accord pour le coup de pouce particulier au secteur mais il faut que cela donne des résultats. On sait ce qu'il est advenu de la réduction de la TVA, on ne peut rejouer la même pièce!

Nous avons aussi un petit souci par rapport à la taille des entreprises. Il nous est dit que c'est un secteur particulier, que beaucoup de ces petits indépendants avec quelques salariés ont besoin d'une aide particulière. Pourtant, à la lecture du texte de loi, il nous est proposé d'aider de la même manière des entreprises jusqu'à 50 travailleurs. Or il ne s'agit plus là de petites entreprises: 50 travailleurs, c'est déjà une très grosse entreprise dans le secteur de l'horeca. Il n'y a pas beaucoup de cafés employant 49 travailleurs.

Nous avons proposé de diminuer ce seuil pour vraiment toucher les établissements visés, c'est-à-dire toutes ces petites entreprises, tous ces cafés, ces petits restaurants qui, sur le terrain, éprouvent en effet des difficultés à survivre. Nous n'avons pas compris pourquoi vous rejetiez cet amendement qui aurait permis de davantage cibler la mesure.

J'espère que vous avez eu l'occasion de vous préparer pour la plénière afin de répondre plus clairement aux questions auxquelles il n'a pas été répondu en commission.

Translated text

Mr. Speaker, I observe that the liberals are not present to defend the horeca: their deputies seem to have disappeared!

For everyone, the horeca represents an important sector. Indeed, everyone is confronted with it daily and appreciates the animation and conviviality it allows in the public space. For us who are supporters of living cities, this sector is an indispensable actor.

It is important in terms of economy and in terms of tourism: so it is not worth being neglected.

Finally, it is important because it allows an under-skilled population to enter the labour market, while many other sectors find it difficult to allow it. Hence its very special place.

An effort has already been made in the past to support this sector by lowering the VAT rate. In France, it was then about lowering prices; Belgium preferred to reduce black labour.

Let us be clear! The assessments carried out following the reduction in the VAT rate did not deliver the expected results. In fact, the controls revealed a stagnation in black work and employment volume. Of course, when the measure was taken, we were going through a crisis period and the sector was therefore not in full expansion.

Two new tools are now offered to support specifically this sector.

The first is a special regime for occasional workers. Who says particular diet always implies a certain concern: breaches are open to the risk of generalization. Unfortunately, as everyone knows, in this area, it is often the bad job that chases the good.

What is proposed to us? To grant 50 more days to occasional workers or students. Students will therefore be able to lend 50 days under the student regime, 50 more days under the occasional worker regime. Thus, we begin to replace potential jobs with occasional jobs.

Therefore, we really touch the limit of this system and it will need to be evaluated on the ground with great attention.

The second tool that we are proposing is the reduction of social security contributions. In this regard, we did not have a clear answer in the commission regarding its cost. Can you tell us more at this stage?

There have been many discussions in the committee on what I consider to be a "donor-donor" measure: we launch these famous cash registers that we have been talking about for a long time and we give a hand to the sector to enable it to create quality employment. When it comes to the cash register, despite the various texts, there is a lot of uncertainty. In the latest newspaper of the horeca sector, it can be read: "They want to impose a strict control and a sharp record of all operations carried out in companies. The hours of attendance of staff members will also be recorded, such as a scoring." When I read the stops that are already available, I do not have the impression that we are there at all. What exactly is planned for these casinos in terms of control of working hours? We are willing to make a special effort for this sector in terms of cutting contributions, but this must translate into quality employment. The deal must be kept.

When I read the available stops, I do not have the impression that this will allow a control of the people present at the workplace. There were many questions about this in the committee. Is the person who makes the dishes in the kitchen listed by this famous cash register? We did not have a clear answer to this question, which is important.

I agree with the particular boost to the sector, but it must bring results. We know what happened with the VAT reduction, we cannot play the same piece again!

We also have a small concern in relation to the size of the companies. We are told that this is a particular sector, that many of these small self-employed with a few employees need special help. However, when reading the text of the law, we are proposed to help companies up to 50 workers in the same way. Now it is no longer a small business: 50 workers, it is already a very large company in the horeca sector. There are not many cafes employing 49 workers.

We proposed to lower this threshold to really affect the establishments targeted, that is, all those small ⁇ , all those cafes, those small restaurants that, on the ground, actually experience difficulties in surviving. We do not understand why you rejected this amendment, which would have made the measure more targeted.

I hope you have had the opportunity to prepare for the plenary session in order to answer more clearly the questions that have not been answered in the committee.

#19

#20

#21

#22

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, namens mijn fractie zal ik kort interveniëren met betrekking tot dit wetsontwerp, omdat wij er tijdens de regeringsonderhandelingen sterk op hebben aangedrongen dat er voor deze sector iets zou gebeuren.

De collega van de N-VA zei dat het veel te weinig is voor de sector en voor de mensen. De vraag is wat genoeg zou zijn, gezien de budgettaire toestand en gezien de gedeelde mening dat wij de Europese richtlijnen inzake het budgettair traject moeten volgen.

Het is goed dat via drie maatregelen zuurstof zal worden gegeven aan de sector. Zo zal men met een uur- en dagforfait werken voor de gelegenheidsarbeid. Er zullen ook bijdrageverminderingen worden doorgevoerd en die zullen er vroeger komen voor de bedrijven die met de black-boxkassa werken. Dat kan alleen maar een stimulans zijn en bovendien zullen de werknemers netto meer overhouden. Als men het rekensommetje maakt, komt men snel tot 20 % meer netto voor de werknemer en aan 20 % minder kosten voor de werkgever. Collega Van Esbroeck, als u dat te weinig vindt, dan is dat uw recht, maar volgens mij is dat een serieuze loonlastenvermindering. En ik beschouw het niet als een testcase, maar als een welgemeende maatregel die de sector goed kan gebruiken om de tewerkstelling aan te zwengelen.

Mijnheer de staatssecretaris, zoals ik al zei in de commissievergadering, ben ik wat bezorgd over het feit dat de cumul tussen studentenarbeid en gelegenheidsarbeid tot 100 dagen wordt opgetrokken. Er zijn 220 werkdagen in een jaar en wij moeten ervoor opletten dat dit niet leidt tot misbruik in de sector.

Er is ook het feit dat men met twee tellers zal moeten werken. Iemand die studentenarbeid verricht, mag maximum 240 uren presteren, anders verliest men de kinderbijslag. Nu moet men twee tellers in de gaten houden, terwijl men dan nog correcties kan doorvoeren bij Dimona-aangiftes en dergelijke. Wij vragen om dit goed op te volgen.

Vervolgens, door studentenarbeid te laten cumuleren met gelegenheidsarbeid, blijf ik waarschuwen voor het verdringen van de reguliere arbeid, zeker in de horecasector.

Wij vinden het in elk geval goed dat deze maatregelen worden genomen en wij zullen ze voluit steunen.

Translated text

Mr. Speaker, on behalf of my group, I will briefly intervene with regard to this bill, as we have strongly insisted during the government negotiations that something should be done for this sector.

The N-VA colleague said that it is far too little for the sector and for the people. The question is what would be enough, given the budgetary situation and given the shared opinion that we should follow the European directives on the budgetary path.

It is good that three measures will provide oxygen to the sector. Thus, one will work with an hourly and daily allowance for the occasional work. Contribution reductions will also be implemented and those will come earlier for the companies that work with the black box cash. That can only be an incentive and, in addition, the employees will retain net more. If you make the calculation sum, you quickly get 20 % more net worth for the employee and 20 % less costs for the employer. Colleague Van Esbroeck, if you find that too little, then that is your right, but I think that is a serious reduction in wage loans. And I do not consider it as a test case, but as a common measure that the sector can use well to force employment.

Mr. Secretary of State, as I said in the committee meeting, I am somewhat concerned about the fact that the cumulation between student work and occasional work is increased to 100 days. There are 220 working days in a year and we must take care that this does not lead to abuse in the sector.

There is also the fact that one will have to work with two counters. Anyone who performs student work may perform a maximum of 240 hours, otherwise you lose the child allowance. Now one must keep an eye on two counters, while then one can still make corrections on Dimona announcements and the like. We ask that this be properly followed.

Then, by allowing student work to cumulate with occasional work, I continue to warn of the displacement of regular work, ⁇  in the hospitality sector.

In any case, we are happy that these measures are taken and we will fully support them.

#23

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, ik begrijp vanuit welke rigide manier van denken de heer Vercamer wat bevreesd is over de flexibiliteit om arbeidsmogelijkheden in de sector te scheppen.

Ik vind het evenwel jammer, mijnheer Vercamer, dat wij u nooit hebben gezien tijdens het overleg dat wij met de sector hebben gepleegd. Uw collega heeft daar andere dingen verklaard dan wat u hier vandaag op dit spreekgestoelte verklaart. Ook de staatssecretaris kan daarvan getuigen.

U moet goed weten dat het gaat om een sector in nood. Deze sector wordt als enige zwaar aangepakt. Is dat onterecht? Nee, wij zijn altijd voor een frauduleuze werking geweest. Iedereen is gelijk voor de wet. Dat is de eerlijkste manier van handelen.

(…): U bedoelt wellicht fraudeloos?

Translated text

#24

Official text

                    
                    Fraudeloos, dat bedoel ik inderdaad. Ik heb het verduidelijkt door te zeggen dat iedereen gelijk moet zijn voor de wet, nietwaar?

Als een sector in de maatschappij wordt geïsoleerd, moet men daar wel iets tegenover stellen. Ik dacht dat de regering daarin een aantal initiatieven wou nemen. Uiteraard zijn die onvoldoende. Mocht u het overleg, dat verschillende keren plaatsvond, en alle berekeningen goed hebben gevolgd, dan zou u weten dat de sector met deze kleine maatregelen heel zwaar in de problemen komt.

Al die arbeidsplaatsen waarvoor u zo graag vecht, zouden wel eens in het gedrang kunnen komen. Daar moet u ook eens bij stilstaan.

Translated text

#25

#26

#27

#28

Official text

                    
                    Ik zal nu antwoorden op heel wat opmerkingen. Ik begin met de eerste spreker. Het kan misschien verbazen, maar ik ben het met heel wat opmerkingen eens.

Ik wil als algemeen principe ook meegeven dat het debat al een hele tijd over het verwitten van de sector gaat, waarbij de installatie van de bewuste kassa inderdaad een beslissing van vroeger is. Ik ontloop ter zake mijn verantwoordelijkheid niet, hoewel wij toen in de oppositie zaten. Stel u voor dat de maatregelen die wij treffen…

Het gaat om “de verwitting” van de sector, maar op een rendabele manier, iets wat ook de horeca-uitbaters vragen en waarnaar wij op zoek zijn.

Met een aantal opmerkingen ben ik het heel erg eens. Het is evenwel een complexe sector. Het gaat over heel veel verschillende zaken. Eigenlijk zijn wij op zoek naar een pakket of een combinatie van maatregelen die voldoende in de breedte heel verschillende ondernemingen helpt.

Dat is ook het geval in het N-VA-plan, dat ik goed heb ontvangen. In dat plan wordt ook een keuze gemaakt voor een aantal steunmaatregelen. Er wordt in het plan ook voor gekozen een aantal maatregelen niet te treffen. De lastenverlaging op de contracten die wij hier voorstellen, is bijvoorbeeld geen onderdeel van het N-VA-programma.

Het gaat om keuzes. Iedereen zoekt naar de beste mix.

Mijnheer Van Esbroeck, u verklaart hier dat de lastenverlaging op de contracten te weinig is. In jullie programma kiezen jullie ervoor geen lastenverlaging te geven.

Het is zoeken naar de goede mix.

Belangrijk is dat wij eergisteren nog over een deel van het totale pakket hebben beslist. Tot de begrotingsbeslissingen behoort ook de principiële beslissing – dat is de volgende beslissing die in het Parlement zal worden besproken – om een maatregel te nemen op het vlak van de overuren omdat de impact van de verschillende maatregelen dermate verschillend is. Dit moet nog in het Parlement worden ingediend.

Wij hebben tot nu toe van de horeca enigszins dezelfde geluiden gehoord als sommige opmerkingen hier, met name dat de maatregelen goed zijn en een beetje helpen, maar dat ze niet voldoende zijn.

Translated text

I will now answer a lot of comments. Let me start with the first speaker. It may be surprising, but I agree with a lot of comments.

As a general principle, I would also like to point out that the debate has long been about informing the sector, where the installation of the conscious cashier is indeed a decision of the past. I do not escape my responsibility in this regard, even though we were in the opposition at the time. Imagine that the measures we take...

It’s about the “writing” of the sector, but in a profitable way, something that the hospitality users also ask for and that we are looking for.

With a few comments, I totally agree. However, it is a complex sector. It is about a lot of different things. In fact, we are looking for a package or a combination of measures that sufficiently in the breadth helps very different companies.

This is also the case in the N-VA plan, which I have received well. This plan also includes a selection of a number of support measures. The plan also suggests that a number of measures should not be taken. For example, the reduction of the burden on the contracts we propose here is not part of the N-VA program.

It is about choices. Everyone is looking for the best mix.

Mr Van Esbroeck, you declare here that the reduction of the burden on the contracts is too little. In your program you choose not to give a load reduction.

Looking for the right mix.

It is important that we decided on a portion of the total package. The budget decisions also include the principle decision – which is the next decision to be discussed in Parliament – to take a measure on overtime because the impact of the different measures is so different. This has yet to be submitted to Parliament.

So far we have heard from the hospitality industry somewhat the same sounds as some comments here, in particular that the measures are good and help a little, but that they are not enough.

#29

#30

#31

Official text

                    
                    Je voudrais ajouter qu'il est vrai que le secteur de l'horeca est très large. Mais la situation de ce dernier est pour ainsi dire la même que celle du secteur du bâtiment et de la construction pour qui nous avons prévu l'installation d'un système d'enregistrement des employés sur les grands chantiers. À cette occasion, le lien sera fait avec des réductions de charges.

Toujours est-il que ces deux secteurs sont des secteurs très porteurs d'emplois. Pour ces derniers, un lien est établi entre un système de contrôle et des mesures d'aide.

Translated text

#32

#33

Official text

                    
                    Madame Genot, qu'il s'agisse d'une intervention en commission ou en plénière, je suis toujours bien documenté et préparé!

Vous dites que la réduction de la TVA n'a pas apporté de résultat. Je ne suis pas d'accord! L'horeca est fortement touché lorsque la consommation diminue et le secteur vit cela depuis 2009. Dans les chiffres, on voit que cette mesure a vraiment aidé des entreprises à survivre.

Vous avez également proposé de diminuer les charges pour les entreprises comptant non pas jusqu'à 49 travailleurs mais jusqu'à 20 travailleurs. L'idée initiale du gouvernement portait également sur 20 travailleurs. Après discussion avec le secteur, nous avons choisi un seuil neutre, un seuil existant PME, qui touche beaucoup d'entreprises de taille moyenne. Je ne suis donc pas d'accord de diminuer ce seuil à 20 personnes.

En ce qui concerne le coût estimé pour l'année prochaine, quelques précisions s'imposent. Pour les extras, le coût estimé pour 2014 est de 5 à 6 millions. Pour les contrats, le coût estimé est de 27,5 millions, mais cela dépendra du nombre d'entreprises qui utiliseront la caisse enregistreuse. En reprenant toutes les mesures, l'effort pour le secteur horeca portera sur un total de 83 millions. Ce n'est pas du donnant-donnant. Nous devons pouvoir discuter avec les différents secteurs de la lutte contre le travail au noir et du maintien d'un cadre rentable. Nous devons travailler en bonne coopération. Nous devrions atteindre cet objectif.

Translated text

Mrs. Genot, whether it be in a committee or in a plenary, I am always well documented and prepared!

You say that the reduction in VAT has not resulted. I do not agree! Horeca is heavily affected as consumption declines and the sector has been experiencing this since 2009. In the figures, it can be seen that this measure really helped ⁇  to survive.

You have also proposed to reduce the charges for companies that do not have up to 49 employees but up to 20 employees. The government's initial idea also covered 20 workers. After discussion with the industry, we chose a neutral threshold, an existing SME threshold, which affects many medium-sized companies. Therefore, I do not agree to bring that limit down to 20 people.

As for the cost estimate for next year, some clarifications are needed. The estimated cost for 2014 is 5 to 6 million euros. For contracts, the estimated cost is 27.5 million, but it will depend on the number of companies that will use the funds. If all the measures are taken, the effort for the hospitality sector will amount to a total of 83 million. It is not the donor. We need to be able to discuss with the different sectors of fighting black labour and ⁇ ining a profitable framework. We need to work in good cooperation. We should ⁇  that goal.

#34

Official text

                    
                    Mijnheer Vercamer, ik maak mij op dit moment niet zo veel zorgen over de verdringing van de reguliere arbeid. Er zijn twee vragen.

Ten eerste, een vraag van de sector. Hoe vreemd het ook mag klinken, de sector heeft het zelfs moeilijk om goed gekwalificeerd en betaalbaar personeel te vinden. Horecazaken zijn zeer verschillend. Voor sommige zaken is de beschikbaarheid van onder meer studenten belangrijk.

Ten tweede, diezelfde vraag bestaat bij de studenten zelf en gaat over werken in de horeca tijdens het jaar, bijvoorbeeld enkele zondagvoormiddagen, maar ook tijdens het zomerseizoen.

Op dit moment is er eerder schaarste dan een overschot. Als er schaarste is, dan is de kans op verdringing klein. Ik ben het er wel mee eens dat wij daarvoor zeer aandachtig moeten blijven. Als men het statuut verruimt en meer mogelijkheden creëert, moet men daarvoor zeker aandachtig blijven.

Ik vat samen. Dit zijn twee stappen. Het is een deel van het verhaal. De kassa komt er volgend jaar.

Mijnheer Van Esbroeck, ik kom nog even terug op uw laatste opmerking, waarover u zich het meeste zorgen maakt. U vraagt hoe het kan dat de horeca genoemd wordt als een testsector. Het belangrijke punt daarbij is dat wij hebben beslist dat die kassa over twee jaar zal worden ingevoerd. Wij beginnen met een pakket van maatregelen om de sector te steunen.

De horecazaken die met die kassa zullen starten, zijn horecazaken die nu al geloven dat zij met de maatregelen en de kassa beter af zullen zijn dan zonder, anders zouden zij er niet mee starten. Geloof mij, er zijn horecazaken die er in januari mee zullen starten. Dat geeft binnen de sector, tussen de zaken, ook de mogelijkheid om te zien wat de effecten en de moeilijkheden zijn. Als u spreekt over een test: de invoering gebeurt over twee jaar.

Wij hebben nu twee jaar discussie, veel discussie, met de sector achter de rug. U weet dat. Ik voorspel dat wij nog twee jaar met de sector zullen discussiëren. Ik vind dat gezond. Zij zijn natuurlijk ongerust omdat de consumptie niet goed is. Dat wordt gevoeld in de sector. De kassa komt er nu bij. Natuurlijk zijn zij ongerust, maar wij hebben twee jaar discussie gehad. Die is zeer volwassen verlopen. Ik voorspel nog twee jaar discussie, die ook volwassen zal verlopen. Daarom is het een goede zaak dat wij hebben beslist om de invoering over twee jaar te spreiden.

Translated text

Mr. Vercamer, I am not so concerned at this time about the displacement of regular labour. There are two questions.

First, a question from the sector. As strange as it may sound, the sector even has difficulty finding well-qualified and affordable staff. Horeca cases are very different. In some cases, the availability of students is important.

Second, the same question exists with the students themselves and is about working in the hospitality industry during the year, for example, some Sunday morning, but also during the summer season.

At present, there is more scarcity than a surplus. If there is scarcity, then the chance of displacement is small. I agree that we need to be very careful about this. If one expands the statute and creates more possibilities, one must ⁇  remain attentive to this.

I take together. These are two steps. It is part of the story. The cash will come next year.

Mr. Van Esbroeck, I want to come back to your last comment, which is the one you are most concerned about. You ask how it is possible that the hospitality industry is called a test sector. The important point here is that we have decided that this cash register will be introduced in two years. We start with a package of measures to support the sector.

The catering affairs that will start with that cashier are catering affairs that already believe that they will be better done with the measures and the cashier than without, otherwise they would not start with it. Believe me, there are catering jobs that will start in January. That gives within the sector, between the business, also the opportunity to see what the effects and difficulties are. If you are talking about a test: the introduction takes place in two years.

We now have two years of discussion, a lot of discussion, with the sector behind. You know that. I predict that we will discuss with the industry for another two years. I think that is healthy. They are, of course, worried because the consumption is not good. This is felt in the sector. The box office is coming now. Of course they are worried, but we have had two years of discussion. It has gone very mature. I anticipate another two years of discussion, which will also run adult. Therefore, it is a good thing that we have decided to spread the introduction over two years.

#35

Official text

                    
                    J'ai posé et reposé une question en commission, et elle n'a toujours pas reçu de réponse.

La caisse enregistreuse contient-elle des données sur chacun des travailleurs présents sur le lieu de travail? La personne qui fait la vaisselle est-elle renseignée dans la caisse enregistreuse comme étant présente de telle heure à telle heure? C'est ma question.

Translated text

#36

Official text

                    
                    J'y vois deux questions: tous les travailleurs sont-ils enregistrés et leur horaire est-il encodé?

La réponse à la question "Va-t-on enregistrer tout le personnel?" est positive. Quant à la réponse à la question "Sera-ce le seul système pour enregistrer le personnel?", elle est négative. Les autres systèmes demeurent.

Ce système concernera-t-il chacun, dans chaque cas, du début à la fin? Dans certains cas, oui, mais pas encore dans tous les cas. Des discussions se poursuivent. Il est important de savoir que la possibilité existe. Une entreprise peut donc décider de procéder à tout l'enregistrement de son personnel – pas toute l'administration – par la caisse. Certaines entreprises horeca disposent de leur propre système d'enregistrement. On ne va pas leur imposer un switch vers la caisse. La possibilité existe, et non l'obligation, de le faire pour tout le monde, pour chaque heure, du début jusqu'à la fin.

Translated text

#37

#38

#39

#40

#41

Official text

                    
                    Je répète qu'il n'y a pas d'obligation. Quand une entreprise dispose de son propre système d'enregistrement, la possibilité existe de continuer à l'utiliser.

Toute l'administration va-t-elle être gérée par la caisse? La réponse est non.

Plusieurs systèmes existent. On prévoit la possibilité d'utiliser la caisse pour certaines fonctions comme l'enregistrement de l'entrée ou du début du service mais cela ne signifie pas que les systèmes existants ne peuvent plus être utilisés.

C'est la raison pour laquelle je dis que la possibilité existe pour l'entièreté mais ce n'est pas une obligation.

Translated text

#42

Official text

                    
                    Monsieur le secrétaire d'État, j'imagine que vous poursuivrez les contrôles en cours.

Si vous constatez sur le terrain qu'une entreprise continue à faire du travail au noir, pourra-t-elle à l'issue du contrôle continuer à bénéficier des réductions de cotisations sociales ou pas?

Translated text

#43

Official text

                    
                    Les entreprises qui bénéficient de réductions de charges et pour lesquelles il a été établi lors d'un contrôle qu'une infraction a été commise sont sanctionnées par les amendes prévues dans la loi. Les dispositions de la loi n'impliquent pas une interdiction de bénéficier des réductions de charges.

Translated text

#44

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, nadat bij urgentie werd beslist om deze resolutie snel te behandelen, is de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen gisterenvoormiddag samengekomen om het voorstel van resolutie van de hoofdindiener, de heer Van der Maelen, te bespreken. Van die bespreking krijgt u nu van mij een kort verslag.

De heer Van der Maelen overloopt als hoofdindiener bondig het voorstel van resolutie. Greenpeace heeft op 18 september 2013 geprobeerd om de mogelijke gevaren die verbonden zijn aan oliewinning in het Noordpoolgebied, onder de aandacht te brengen. De actievoerders van de Arctic Sunrise werden door Rusland in voorlopige hechtenis geplaatst op beschuldiging van piraterij. Specialisten zijn tot het besluit gekomen dat het ingrijpen van Rusland zowel buitenproportioneel als onwettelijk is en niet in overeenstemming met het internationaal zeerecht. De Greenpeace-actie kon onder geen beding beschouwd worden als piraterij.

Mevrouw Dumery, van de N-VA, wijst erop dat het Russisch argument dat het schip werd geënterd in de exclusieve economische zone en dat het land bijgevolg om veiligheidsredenen mocht ingrijpen, op basis van de eerste analyse alvast geen hout snijdt. Zij wijst er voorts op dat de N-VA zich niet uitspreekt over de actie van Greenpeace, maar dat het ter zake gaat om de geloofwaardigheid van het internationaal recht, het fundament van de rechtsstaat en de mensenrechten.

Mevrouw Lalieux, van de PS, wijst erop dat het voorstel van resolutie er niet toe strekt een oordeel te vellen over de Russische wetgeving inzake piraterij, noch over de actiemethode van Greenpeace, maar wel om de vrijlating te verkrijgen van de bemanningsleden. Mevrouw Lalieux onderstreept ook de zorgwekkende ontwikkeling die zich in Rusland afspeelt, met name op het vlak van milieu en mensenrechten. Zij wijst erop dat Rusland lid is van de Raad van Europa en in die hoedanigheid het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens geratificeerd heeft en bijgevolg dient te respecteren.

Mevrouw Snoy et d’Oppuers, van de fractie Ecolo-Groen, is van oordeel dat de geweldloze acties van burgerlijke ongehoorzaamheid van de Greenpeace-activisten niet kunnen worden beschouwd als daden van piraterij.

Zij onderstreept daarnaast dat de oproep ten voordele van de Greenpeace-activisten gepaard moet gaan met een meer algemene inzet voor de Russische burgers.

De heer Dallemagne, van cdH, wijst op het belang van het maatschappelijk middenveld en op de misplaatste reactie van Rusland tegenover de Greenpeace-activisten, zowel met betrekking tot het internationaal recht als het Russisch recht. De heer Dallemagne zegt ook verontrust te zijn over de wijze waarop de Russische Federatie de mensenrechten ter harte neemt, of net niet.

Mevrouw De Permentier, van de MR, wijst op de buitensporige reactie van Rusland, ook al staat de MR niet achter de door Greenpeace gehanteerde methode. Mevrouw De Permentier vraagt meer informatie over de gezondheidstoestand van de gevangenen en wil met zekerheid weten dat zij toegang krijgen tot medische zorg en juridische bijstand. Zij vindt ook dat het lot van dissidente organisaties in Rusland de blijvende aandacht van het Parlement verdient, en deelt mee dat haar fractie het voorstel van resolutie zal steunen.

Voor het Vlaams Belang zegt de heer Bruno Valkeniers dat zijn fractie het voorstel van resolutie niet steunt, ook al is de vrijheid van meningsuiting voor haar een onvervreemdbaar recht. De fractie wijst het voorstel af omdat het uitgaat van partijen die in België een cordon sanitaire in stand houden. De spreker wijst voorts op de eenzijdigheid van de standpunten van Greenpeace en op de economische schade die de Greenpeace-acties de bedrijven oplevert.

De heer Roel Deseyn, van CD&V, juicht de snelle behandeling en de inhoud van het voorstel van resolutie toe. De spreker pleit ervoor dit concreet geval even terzijde te laten en te focussen op het respect voor de vrijheid van meningsuiting en geweldloos protest als universeel recht. De spreker benadrukt dat Rusland een partner van België is en blijft, en dat het van groot belang is dat de dialoog steeds behouden blijft.

Mevrouw Wierinck, van de Open Vld, prijst de snelle reactie en de behandeling van het voorstel van resolutie. Zij vindt het vooral belangrijk dat er voldoende aandacht blijft gaan naar de nogal vreemde standpunten die Rusland soms inneemt in verband met Syrië, de holebi’s en de media.

Mevrouw Dumery, van de N-VA, stelt opnieuw dat elke fractie blijkbaar haar eigen beweegredenen heeft om het voorstel van resolutie al dan niet te steunen. Het is een verdienste van de tekst dat hij abstractie maakt van de concrete actie van Greenpeace. Het gaat er in dezen om dat internationale verdragen gerespecteerd moeten worden.

Waarnemend voorzitter, de heer Luykx, benadrukt tot slot dat het ter zake gaat om activisten die onterecht en met behulp van buitensporig geweld werden gearresteerd en vastgehouden.

De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken onderstreept dat de minister de zaak met aandacht volgt en van plan is het probleem aan te kaarten tijdens de bilaterale ontmoeting met de minister van Buitenlandse Zaken van Rusland, op 15 oktober eerstkomend. De spreker benadrukt ten slotte dat België samen met de Europese partners de mensenrechtensituatie in Rusland op de voet volgt, waarbij de dossiers inzake onder meer Pussy Riot en de wetgeving over ngo’s en holebi’s de nodige aandacht krijgen.

Het gehele voorstel van resolutie met inbegrip van de technische verbeteringen wordt aangenomen met 11 stemmen tegen 1.

Translated text

Mr. Speaker, in the aftermath of an urgent decision to address this resolution promptly, the Committee on Foreign Relations met yesterday morning to discuss the draft resolution of the chief rapporteur, Mr. Van der Maelen. From this discussion, I will give you a brief report.

Mr Van der Maelen, as the chief speaker, briefly overlooks the draft resolution. On 18 September 2013, Greenpeace tried to raise awareness of the potential hazards associated with oil production in the Arctic. The activists of the Arctic Sunrise have been placed in Russian custody on charges of piracy. Experts have concluded that Russia’s intervention is both disproportionate and unlawful and contrary to international maritime law. Greenpeace’s action could not be considered piracy.

Ms. Dumery, of the N-VA, points out that the Russian argument that the ship was seized in the exclusive economic zone and that the country was therefore allowed to intervene for security reasons does not, on the basis of the initial analysis, cut wood. She further points out that the N-VA does not comment on the action of Greenpeace, but that it concerns the credibility of international law, the foundations of the rule of law and human rights.

Ms Lalieux, of the PS, points out that the draft resolution is not aimed at making an opinion on Russian piracy legislation, nor on Greenpeace’s method of action, but rather to obtain the release of crew members. Ms Lalieux also highlights the worrying developments taking place in Russia, ⁇  in the fields of environment and human rights. It points out that Russia is a member of the Council of Europe and, in that capacity, has ratified the European Convention on Human Rights and should therefore respect it.

Snoy et d’Oppuers, of the Ecolo-Groen group, believes that the non-violent acts of civil disobedience by Greenpeace activists cannot be considered acts of piracy.

She also stresses that the call for Greenpeace activists must be accompanied by a more general commitment to Russian citizens.

Mr Dallemagne, of CDH, points out to the importance of civil society and to Russia’s inappropriate response to Greenpeace activists, both in terms of international law and Russian law. Mr Dallemagne also says he is concerned about the way the Russian Federation takes human rights seriously or not.

Ms De Permentier, of the MR, points to Russia’s excessive response, even though the MR is not in favor of the Greenpeace method. Ms. De Permentier asks for more information on the state of health of the inmates and wants to know with certainty that they will have access to medical care and legal assistance. She also believes that the fate of dissident organisations in Russia deserves the continued attention of Parliament, and says that her group will support the motion for a resolution.

Bruno Valkeniers said that his group does not support the motion, although freedom of expression is an inalienable right. The group rejects the proposal because it is based on parties who maintain a sanitary cord in Belgium. The speaker also pointed out the unilaterality of Greenpeace’s views and the economic damage that Greenpeace’s actions cause to ⁇ .

Mr Roel Deseyn, from CD&V, welcomes the swift processing and content of the motion for a resolution. The speaker calls for this particular case to be left aside and to focus on respecting freedom of expression and non-violent protest as a universal right. The speaker stressed that Russia is and remains a partner of Belgium, and that it is of great importance that the dialogue continues.

Ms Wierinck, of the Open Vld, praises the swift response and handling of the motion for a resolution. She believes it is especially important to continue to pay sufficient attention to the rather strange positions Russia sometimes holds about Syria, the hollowboys and the media.

Mrs Dumery, of the N-VA, reiterates that each group appears to have its own motives to support or not support the motion for a resolution. It is a merit of the text that it abstracts from the concrete action of Greenpeace. This means that international treaties must be respected.

Finally, Mr. Luykx, the Chairman observing, stressed that the case concerned activists who were unjustly and using excessive force arrested and detained.

The representative of the Minister of Foreign Affairs stressed that the Minister of Foreign Affairs is closely following the matter and intends to address the issue at the bilateral meeting with the Minister of Foreign Affairs of Russia on 15 October. Finally, the speaker stressed that Belgium, together with its European partners, is closely monitoring the human rights situation in Russia, giving due attention to the cases relating, among other things, to Pussy Riot and the legislation on NGOs and HOLBIs.

The entire draft resolution, including the technical improvements, will be adopted by 11 votes to 1.

#45

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, collega’s, mevrouw de minister, of het nu gaat om een actie van Greenpeace of om een commercieel schip, wat hier op het spel staat is de geloofwaardigheid van het internationaal recht, de rechtsstaat en de mensenrechten.

Op 19 september werd het Greenpeaceschip Arctic Sunrise ten zuiden van Nova Zembla door de Russische kustwacht geënterd. Het schip werd in beslag genomen en dertig bemanningsleden werden gevangengenomen en verblijven nog steeds in Moermansk.

Nederland, de vlaggenstaat van het schip, protesteerde tegen de gevangenneming van de bemanning en eist de vrijgave van het schip. Ondertussen heeft de Nederlandse regering een arbitrageprocedure gestart bij het Internationaal Zeerechttribunaal in Hamburg om het schip en de bemanning vrij te krijgen.

Rusland beweert dat het schip werd geënterd in de exclusieve economische zone en dat het daarom uit veiligheidsoverwegingen mocht ingrijpen. Wij betwijfelen sterk dat zoiets kan. Het gaat alvast regelrecht in tegen de aanklacht voor piraterij tegen de Greenpeacebemanning die, zoals ik al zei, nog steeds in voorhechtenis zit.

Voor alle duidelijkheid, de aanklacht voor piraterij is een aanklacht volgens Russisch recht, maar niet volgens het VN-zeerecht, een verdrag dat er is gekomen dankzij de inspanningen van de Nederlander Hugo de Groot in de zeventiende eeuw. Dat zeerecht stelt dat het nationaal recht beperkt is tot de kustlijn, meer bepaald 3 zeemijl, en dat alles daarbuiten onder de internationale wateren valt. Die behoren niet toe aan één staat, maar aan alle staten. In dat gebied gelden de verdragen.

De Russische diplomatie blaast dan ook warm en koud in het dossier. Eerst zei een medewerker van Poetin zelf dat de aanklacht voor piraterij ongegrond was, maar nu beweert hij het tegendeel. Het is alleszins duidelijk dat de Nederlandse regering een procedure heeft gestart en dat wij Nederland daarin moeten ondersteunen.

De N-VA-fractie heeft de resolutie mee ondertekend. Het is onze verdienste dat er geen standpunt wordt ingenomen over de aanvaardbaarheid van de onderliggende actie van Greenpeace.

Translated text

Mr. Speaker, colleagues, Mrs. Minister, whether it is an action of Greenpeace or a commercial ship, what is at stake here is the credibility of international law, the rule of law and human rights.

On September 19, the Greenpeace ship Arctic Sunrise south of Nova Zembla was seized by the Russian Coast Guard. The ship was seized and thirty crew members were captured and are still staying in Moermansk.

The Netherlands, the flag state of the ship, protested against the capture of the crew and demands the release of the ship. Meanwhile, the Dutch government has initiated an arbitration procedure at the International Maritime Law Tribunal in Hamburg to release the ship and its crew.

Russia claims that the ship was seized in the exclusive economic zone and that it was therefore allowed to intervene for security reasons. We strongly doubt that such a thing is possible. It goes straight against the accusation of piracy against the Greenpeace crew that, as I said, is still in custody.

For all clarity, the accusation of piracy is an accusation under Russian law, but not under the United Nations Maritime Law, a treaty that came up thanks to the efforts of the Dutchman Hugo de Groot in the seventeenth century. That maritime law states that national law is limited to the coastline, more specifically 3 nautical miles, and that everything outside it falls under the international waters. They do not belong to one state, but to all states. In this area, the treaties apply.

The Russian diplomacy blasts warm and cold in the dossier. At first, a collaborator of Putin himself said that the accusation of piracy was unfounded, but now he claims the opposite. It is very clear that the Dutch government has initiated a procedure and that we must support the Netherlands in doing so.

The N-VA group signed the resolution. It is our merit that no position is taken on the acceptability of the underlying action of Greenpeace.

#46

Official text

                    
                    Het is een reactie tegen de Russische Federatie die eigenlijk iets doet wat de eigen bevoegdheden te buiten gaat. Deze reactie strookt trouwens niet met het lidmaatschap van de Raad van Europa, noch met het engagement inzake fundamentele mensenrechten en evenmin met hun gebondenheid aan internationale verdragen. Ik hoop dan ook dat onze regering als gevolg van deze resolutie Nederland een hart onder de riem steekt, ook via de EU en eveneens met politieke steun.

Translated text

#47

Official text

                    
                    Monsieur le président, chers collègues, je ne reviens pas sur les faits car ceux-ci ont déjà été rappelés. J'en profite pour remercier tous mes collègues d'avoir réagi aussi rapidement face à la résolution qui leur était proposée par mon collègue, Dirk Van der Maelen, et moi-même. Face à cette situation interpellante, c'est dans l'urgence que nous avons voté, hier, en commission des Relations extérieures, la proposition de résolution.

Cette urgence est d'abord imposée par le calendrier international. On l'a dit, le ministre des Affaires étrangères rencontre ce 15 octobre son homologue russe. Par l'adoption de cette proposition de résolution, la Chambre exprime formellement sa préoccupation quant à la situation de l'équipage de l'Artic Sunrise. L'adoption à une très large majorité en plénière de ce texte apportera, j'en suis certaine, une plus-value à la position diplomatique forte et sans équivoque que devra adopter notre ministre lors de cette rencontre. Il est dommage qu'il ne soit pas là mais j'espère que ce message lui sera transmis.

Le but de cette résolution n'est bien évidemment pas de se prononcer sur la législation russe ou sur leur analyse des méthodes pacifiques utilisées par les militants de Greenpeace. Il s'agit cependant clairement d'obtenir la libération rapide des membres de l'équipage par une solution diplomatique, de dénoncer l'intervention disproportionnée contre des activistes pacifiques, je le rappelle, et de condamner l'inculpation des vingt-huit membres de Greenpeace et des deux journalistes qui les accompagnaient.

Ces demandes sont tout à fait légitimes lorsque l'on sait qu'en plus, l'accusation de piraterie ne peut s'appliquer aux actions de protestation pacifiques, telles que celles de Greenpeace et que le navire de Greenpeace, l'Artic Sunrise, a été arraisonné, comme l'a dit ma collègue, illégalement dans les eaux internationales par les garde-côtes russes.

Même si je sais que la Belgique n'est pas partie à la cause, je pense qu'il faudrait soutenir l'initiative prise par les Pays-Bas auprès du Tribunal international du droit de la mer. Je crois que c'est une piste diplomatique importante. Si le Luxembourg et la Belgique soutiennent également cette initiative, ce serait alors le Benelux qui pourrait s'y adjoindre.

Plus largement et ce n'est pas l'objet de cette résolution, le débat a eu lieu en commission mais je tiens à rappeler quelques éléments à cet égard en séance plénière. C'est la situation russe dans son entièreté qui est fortement préoccupante, tant sur le plan environnemental que sur le plan des droits de l'homme. Comme je l'ai souligné, depuis des mois, mon groupe est soucieux de la situation géopolitique tendue engendrée par les ressources naturelles présentes dans cette région.

Ces ressources font aujourd'hui plus que jamais de l'Arctique l'objet de toutes les convoitises, notamment des grands groupes pétroliers. Les tensions ne vont qu'en grandissant, de même que les risques pour l'environnement. L'Arctique doit rester une zone de paix, une région de coopération internationale, mais aussi et surtout une région où l'on protège l'environnement. Il s'agit, à l'échelle de la communauté internationale, d'agir en ce sens.

Au-delà des questions environnementales, la tenue prochaine des Jeux olympiques d'hiver et l'actualité placent aujourd'hui la Russie au centre de toutes les attentions.

Tout en respectant pleinement la souveraineté de cet État, il s'agit de rappeler que la Russie est membre à part entière du Conseil de l'Europe et a ratifié la Convention européenne des droits de l'homme. Cet État membre doit donc, comme tous les autres, s'assurer que les droits, les devoirs et les libertés en découlant s'appliquent bel et bien sur l'ensemble de son territoire et dans l'ensemble de ses législations et de ses actes.

En tant qu'État fondateur du Conseil de l'Europe, la Belgique ne peut passer à côté de ce débat du climat général qui semble régner en Russie. Je peux ainsi citer les exemples, je l'ai fait et cela a été rappelé, des peines infligées aux Pussy Riot, à des figures de l'opposition ou de l'adoption, en juin dernier par le parlement russe, d'une loi punissant tout acte de propagande homosexuelle devant des mineurs. Autant d'actes dénoncés sévèrement par les défenseurs des droits humains, d'autant que de nouvelles législations de la même mouture semblent s'annoncer en Russie.

Pour mon groupe, il est clair que les autorités publiques, quelles qu'elles soient, ne peuvent entretenir voire amplifier un état d'esprit contraire à la Convention européenne des droits de l'homme. Nous resterons plus que jamais attentifs à cette situation et à la mise en péril des valeurs qui sont les nôtres.

Le cas précis qui a justifié l'adoption de cette résolution illustre tous ces aspects. Si une solution diplomatique doit être trouvée et conduire à la libération rapide de ces activistes pacifiques de Greenpeace et des journalistes qui les accompagnent, il n'en reste pas moins que notre pays, l'Union européenne et le Conseil de l'Europe devront continuer à suivre de près la situation en Russie, un pays essentiel dans notre voisinage proche, qui mérite toute notre attention.

Pour terminer, alors que des images circulent actuellement sur internet, alors que certains s'inquiètent aujourd'hui d'une éventuelle extinction de la flamme olympique durant son parcours en Russie, ce qui nous préoccupe aujourd'hui, c'est que les droits de tout un chacun ne s'éteignent pas en Russie. Je vous remercie.

Translated text

I will not return to the facts because they have already been recalled. I use this to thank all my colleagues for reacting so quickly to the resolution proposed to them by my colleague, Dirk Van der Maelen, and myself. Faced with this challenging situation, it was in the urgency that we voted, yesterday, in the Committee on Foreign Relations, the proposal for a resolution.

This urgency is first imposed by the international calendar. The Russian Foreign Minister will meet with his Russian counterpart on October 15. By adopting this draft resolution, the House formally expresses its concern about the situation of the crew of the Arctic Sunrise. The adoption by a very large majority in the plenary session of this text will, I am sure, bring an added value to the strong and unambiguous diplomatic position that our minister will have to adopt at this meeting. It is a pity that he is not there, but I hope that this message will be passed on to him.

The purpose of this resolution is obviously not to comment on Russian legislation or their analysis of the peaceful methods used by Greenpeace activists. It is clear, however, to obtain the immediate release of crew members through a diplomatic solution, to denounce the disproportionate intervention against peaceful activists, I recall, and to condemn the prosecution of the twenty-eight members of Greenpeace and the two journalists who accompanied them.

These requests are quite legitimate when it is known that in addition, the accusation of piracy cannot apply to peaceful protests, such as those of Greenpeace, and that the Greenpeace ship, the Arctic Sunrise, has been unlawfully captured, as my colleague said, in international waters by the Russian Coast Guard.

Even though I know that Belgium is not a party to the cause, I think that the initiative taken by the Netherlands before the International Tribunal for the Law of the Sea should be supported. I think this is an important diplomatic path. If Luxembourg and Belgium also support this initiative, then it would be the Benelux that could join it.

More broadly and this is not the subject of this resolution, the debate took place in a committee but I would like to recall a few points in this regard in the plenary session. It is the situation in Russia as a whole that is highly concerned, both from the environmental and human rights point of view. As I pointed out, for months, my group has been concerned about the tense geopolitical situation generated by the natural resources present in this region.

These resources now more than ever make the Arctic the object of all cravings, especially the major oil groups. Tensions are only growing, as are the risks to the environment. The Arctic must remain a zone of peace, a region of international cooperation, but also and above all a region where the environment is protected. At the level of the international community, it is necessary to act in this direction.

Beyond the environmental issues, the upcoming holding of the Winter Olympic Games and current events now place Russia at the center of all attention.

While fully respecting the sovereignty of this state, it is necessary to recall that Russia is a full member of the Council of Europe and has ratified the European Convention on Human Rights. This Member State must therefore, like all other Member States, ensure that the rights, duties and freedoms resulting from them apply effectively throughout its entire territory and in all its laws and acts.

As the founding state of the Council of Europe, Belgium cannot ignore this debate about the general climate that seems to rule in Russia. I can thus cite the examples, I did and it has been recalled, from punishments inflicted on Pussy Riot, to figures of the opposition or the adoption, last June by the Russian parliament, of a law punishing any act of homosexual propaganda before minors. Such acts are severely denounced by human rights defenders, especially as new legislation of the same kind appears to be announced in Russia.

For my group, it is clear that public authorities, whatever they are, cannot maintain or even amplify a state of mind contrary to the European Convention on Human Rights. We will be more attentive than ever to this situation and to the jeopardization of our values.

The specific case that justified the adoption of this resolution illustrates all these aspects. If a diplomatic solution is to be found and lead to the rapid release of these peaceful Greenpeace activists and journalists who accompany them, it remains no less that our country, the European Union and the Council of Europe will continue to closely monitor the situation in Russia, a key country in our close neighborhood, which deserves all our attention.

Finally, while images are currently circulating on the internet, while some are today concerned about a possible extinction of the Olympic flame during its journey in Russia, what we are concerned today is that the rights of everyone are not extinguished in Russia. I thank you.

#48

Official text

                    
                    Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, le territoire de l'Union soviétique et de la Fédération de Russie a subi et continue de subir un certain nombre de dégradations de son cadre environnemental. Ces dégradations de l'environnement interfèrent sur la vie des citoyens russes dans leur quotidien. Je pense ici à la disparition de la mer d'Aral suite à sa surexploitation pour le développement de l'agriculture cotonnière au Kazakhstan et à la dizaine de sous-marins nucléaires en attente d'être démantelés.

À cet égard, on ne peut que se féliciter de l'action de Greenpeace. Par ses actes, l'association écologique donne un coup de projecteur souvent salvateur sur des causes méconnues du grand public ou délaissées pour des raisons politico-économiques. Par son action, elle nous rappelle que les risques écologiques pris par les uns et les autres vont bien au-delà des frontières étatiques.

Monsieur le président, si je ne peux que saluer le travail de Greenpeace tant en Russie qu'à l'étranger, je me dois de dire que je ne cautionne pas toutes les méthodes de cette organisation. Les méthodes choc de l'ONG marquent parfois les esprits et flirtent de temps en temps avec la légalité.

Cela étant, madame la ministre, la lumière doit être faite sur les événements ayant mené à l'arraisonnement de l'Arctic Sunrise.

En se basant sur la Convention de Montego Bay, Jean-Marc Thouvenin, professeur de droit à l'université Paris Ouest Nanterre La Défense et directeur du Centre de droit international considère que l'accusation de piraterie en bande organisée ne tient pas.

Dans une déclaration récente au cours du forum sur l'Arctique à Sakelhard dans le Grand Nord, Vladimir Poutine a déclaré ce qui suit: "Ces gens ont enfreint le droit international, mais il est absolument clair que ce ne sont pas des pirates. Cependant, de facto, ils ont tenté de s'emparer de la plate-forme". Cette déclaration laisse entrevoir une possible requalification des charges qui pèsent sur les trente membres d'équipage, ce dont nous nous réjouissons.

D'ici là, il faut continuer à nous mobiliser au nom du droit à la liberté de ces personnes. Les précédents qui existent quant au sort réservé à certains membres d'ONG par le gouvernement russe exigent de notre part une attention de tous les instants jusqu'à ce que ces personnes recouvrent leur liberté.

La défense des droits de l'homme est un combat noble et un axe central de notre politique étrangère. Je suis convaincue que notre ministre des Affaires étrangères abordera ce sujet lors de sa rencontre avec son homologue russe.

Translated text

The territory of the Soviet Union and the Russian Federation has suffered and continues to suffer a number of degradations of its environmental framework. These environmental degradations interfere with the lives of Russian citizens in their everyday lives. I think here of the disappearance of the Sea of Aral as a result of its overuse for the development of cotton agriculture in Kazakhstan and the dozens of nuclear submarines waiting to be dismantled.

In this regard, we can only welcome the work of Greenpeace. Through its acts, the ecological association gives a beacon on causes often unknown to the general public or overlooked for political and economic reasons. Through its action, it reminds us that the environmental risks taken by one and the other go well beyond state borders.

Mr. Speaker, if I can only welcome the work of Greenpeace both in Russia and abroad, I have to say that I do not endorse all the methods of this organization. The NGO’s shock methods sometimes mark the minds and flirt from time to time with legality.

That being said, Mrs. Minister, light must be placed on the events that led to the erosion of the Arctic Sunrise.

Based on the Montego Bay Convention, Jean-Marc Thouvenin, a professor of law at the University Paris-Ouest Nanterre La Défense and director of the Centre de droit international, considers that the accusation of organized gang piracy does not hold.

In a recent statement during the Arctic Forum in Sakelhard in the Greater North, Vladimir Putin said the following: “These people have violated international law, but it is absolutely clear that they are not pirates. However, de facto, they tried to seize the platform.” This statement suggests a possible re-qualification of the charges of the thirty crew members, which we look forward to.

Until then, we must continue to mobilize in the name of the right to freedom of these people. The precedents that exist regarding the fate reserved for some NGO members by the Russian government require our attention at all times until these people regain their freedom.

The defense of human rights is a noble struggle and a central axis of our foreign policy. I am confident that our Foreign Minister will discuss this issue at his meeting with his Russian counterpart.

#49

Official text

                    
                    Monsieur le président, chers collègues, le groupe Ecolo-Groen a participé à l'initiative de la résolution et se réjouit de la rapidité avec laquelle elle a été traitée pour être adoptée ici ce soir. Je remercie tous les collègues qui ont pris part à cette procédure d'urgence.

Vous vous en doutez, le groupe Ecolo-Groen soutient cette résolution pour deux de ses principales dimensions.

La première d'entre elles est la dimension écologique. Le fait que nous ayons voté en 2011 une résolution qui demandait que l'exploitation pétrolière, et même l'exploration, soient soumises à un moratoire et que les pays riverains s'abstiennent. Personne au monde n'a en effet la capacité de maîtriser les conséquences d'une catastrophe éventuelle en raison d'un accident quelconque laissant le pétrole s'échapper, causant ainsi une marée noire. Nous n'avons pas les moyens de prévenir ce risque. Il est donc grave de poursuivre l'exploitation pétrolière, dans la mer en particulier.

Nous étions d'accord sur ce point en 2011, et nous sommes toujours d'accord, je l'espère. C'est pour cette raison que l'action de Greenpeace mérite d'être soutenue, même si elle emprunte parfois la voie de la désobéissance civile, mais toujours non violente, je le rappelle.

Je voudrais tout de même dire que si nous sommes gentiment assis sur notre banc à dire que c'est très bien de protéger l'Arctique, le gouvernement n'en prend pas toujours la voie. En effet, très récemment, il a accordé la garantie du Ducroire à une entreprise belge qui a travaillé au port de Sabetta, en bordure de la Russie dans l'océan Arctique, pour effectuer du dragage.

Plus précisément, il s'agit d'une entreprise de dragage qui va construire un port destiné à l'exploration des fonds marins. Nous sommes aussi responsables de cela et Ecolo-Groen était le seul à interpeller le gouvernement à ce moment-là. Le ministre Vande Lanotte nous a dit que tout allait bien et que les risques étaient maîtrisés. Nous nous permettons d'en douter! J'en appelle, ici aussi, à la cohérence.

La deuxième dimension du texte concerne les droits de l'homme, la question de la qualification des actes des activistes. Nous nous insurgeons contre le fait que les activistes soient accusés de piraterie. C'est inadmissible, surtout qu'en Russie, les conséquences sur le plan humain seraient très graves puisque ces personnes risquent quinze ans de prison. Nous devons nous insurger contre cela. Je vous signale qu'en Belgique aussi, le tribunal de Wetteren a récemment qualifié les activistes anti-OGM de "malfaiteurs". Attention, la dérive nous menace aussi dans notre droit interne. Nous ne pouvons accepter que des activistes qui défendent une cause, qu'ils considèrent d'intérêt général, ce qui n'est pas un acte pénalement répréhensible, soient considérés comme des malfaiteurs. C'est aussi grave, et nous devons faire attention aux dérives de notre droit en la matière.

Nous sommes là pour que l'on cesse de qualifier les activistes de pirates. Comme l'a dit Mme Lalieux, c'est aussi le moment pour s'insurger contre les atteintes graves aux droits de l'homme de façon générale en Russie. J'ai été très impressionnée par le témoignage d'une des Pussy Riot qui a fait une grève de la faim. Elle décrivait les conditions de vie dans les camps de travail pour femmes. Ce témoignage est disponible sur le net. On se croirait à l'époque stalinienne!

Nous devons réagir et le ministre des Affaires étrangères qui rencontrera son homologue russe la semaine prochaine doit oser mettre ce point sur la table de façon générale.

En conclusion, cette résolution nous a permis d'aborder deux problèmes très importants. Je vous remercie de la voter ce soir.

Translated text

Mr. Speaker, dear colleagues, the Ecolo-Groen Group has participated in the initiative of the resolution and welcomes the rapidity with which it has been dealt with to be adopted here tonight. I would like to thank all the members who participated in this urgent procedure.

You doubt, the Ecolo-Groen group supports this resolution for two of its main dimensions.

The first is the ecological dimension. The fact that we voted in 2011 a resolution calling for a moratorium on oil exploitation, and even exploration, and for neighboring countries to abstain. In fact, no one in the world has the ability to control the consequences of a potential disaster due to an accident leaving oil to leak, thus causing a black tide. We do not have the means to prevent this risk. Therefore, it is serious to continue oil exploitation, especially at sea.

We agreed on this point in 2011 and we still agree, I hope. That’s why Greenpeace’s action deserves to be supported, even though it sometimes takes the path of civil disobedience, but still non-violent, I recall.

I would still like to say that if we are kindly sitting on our bench and saying that protecting the Arctic is very good, the government isn’t always going that way. In fact, very recently, he granted the guarantee of the Ducroire to a Belgian company that worked at the port of Sabetta, on the borders of Russia in the Arctic Ocean, to carry out dragging.

More specifically, it is a dragging company that will build a port for the exploration of the seabed. We are also responsible for this and Ecolo-Groen was the only one to appeal to the government at the time. Minister Vande Lanotte told us that everything was well and that the risks were controlled. We are allowed to doubt it! I also call for coherence.

The second dimension of the text concerns human rights, the question of the qualification of acts of activists. We rebel against the fact that activists are accused of piracy. This is unacceptable, especially because in Russia the human consequences would be very serious, as these people risk 15 years in prison. We must rebel against that. I would like to point out that in Belgium too, the Wetteren court recently called anti-GMO activists “criminals.” Be careful, we are also threatened by the law of our country. We cannot accept that activists who defend a cause, which they consider to be of general interest, which is not a criminal offence, be considered as offenders. This is also serious, and we must pay attention to the deviations of our law in this matter.

We are here to stop calling activists pirates. As Ms Lalieux said, this is also the time to rise up against the serious human rights abuses in general in Russia. I was very impressed by the testimony of one of the Pussy Riot who went on a hunger strike. She described the living conditions in women’s labor camps. This testimony is available on the net. It felt like it was in Stalin’s time.

We have to react and the foreign minister who will meet with his Russian counterpart next week must dare to put this point on the table in general.

In conclusion, this resolution allowed us to address two very important issues. Thank you for voting tonight.

#50

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, collega’s, zoals wij gisteren in de commissie hebben aangekondigd en zoals onze partij het gisteren ook in het Vlaams Parlement deed, zal het Vlaams Belang de voorliggende snel-snelresolutie niet goedkeuren.

Ik wou nog even toelichten waarom en enkele bijkomende argumenten geven. Men weet nooit of ik vandaag bijvoorbeeld een paar N-VA-leden kan overtuigen. Het is niet nodig om te hopen om te ondernemen, noch te slagen om te volharden.

Als Vlaams-nationalisten weten de Vlaams Belangers als geen ander wat het betekent te moeten leven in een land als België, waar de gedachtepolitie, het CGKR, de vrijheid van mening beknot. Ik ben echt benieuwd wat de stemming ter zake volgende week – ik wou even “straks” zeggen, maar de stemming is uitgesteld tot volgende week – zal opleveren. Het Vlaams Belang weet wat het is om te leven in een land waar partijen en mensen om hun meningsuiting voor de rechtbank worden gesleurd en veroordeeld. Vrijheid van mening is voor ons een onvervreemdbaar recht.

De indieners van voorliggende resolutie zouden dus beter eerst voor eigen deur het cordon sanitaire wegvegen en de vrije meningsuiting respecteren, vooraleer zij over de situatie in andere landen de heilige verontwaardigde uithangen.

Bovendien hebben wij de grootste moeite met de selectiviteit van de verontwaardiging. Nu het over Greenpeace gaat – natuurlijk gaat het over Greenpeace, in tegenstelling tot wat gisteren in de commissie en zopas hier in een aantal uiteenzettingen is beweerd –, kan het ineens niet snel genoeg gaan. Twee dagen volstaan om een resolutie door de Kamer te jagen.

Collega’s, mag ik u herinneren aan – ik geef slechts een paar voorbeelden – de twee resoluties, een resolutie van de N-VA en een resolutie van het Vlaams Belang, over het excessief geweld van de Turkse overheid tegenover vreedzame protesten, alsook aan een resolutie, onder andere van Ecolo-Groen, over de behandeling van de pers in Turkije?

Die drie voorstellen van resolutie zijn duidelijk minder belangrijk en minder dringend, ondanks het feit dat er doden zijn gevallen. Zij liggen hier immers al maanden te beschimmelen. In het jargon heet dat: “hangende in de Kamer”.

Translated text

Mr. Speaker, colleagues, as we announced yesterday in the committee and as our party did yesterday in the Flemish Parliament, the Flemish Interest will not approve the proposed rapid resolution.

I would like to explain why and give a few additional arguments. You never know if I can convince, for example, a few N-VA members today. It is not necessary to hope to undertake, nor to succeed in persisting.

As Flemish nationalists, the Flemish Believers know what it means to live in a country like Belgium, where the CGKR restricts freedom of opinion. I’m really curious what the vote on the matter next week – I’d like to say “a little later,” but the vote has been postponed until next week – will result. The Flemish Interest knows what it is to live in a country where parties and people to express their views are dragged and convicted in court. Freedom of opinion is an inalienable right for us.

Thus, it is better for the presenters of the resolution to wipe out the sanitary cordon at their own door and respect freedom of expression before they hang out the sacred indignation about the situation in other countries.

Moreover, we have the greatest problem with the selectivity of indignation. Now that we are talking about Greenpeace – of course, we are talking about Greenpeace, unlike what was claimed yesterday in the committee and just in a few presentations here – it can suddenly not go fast enough. Two days are sufficient to hunt a resolution through the House.

Colleagues, can I remind you – I will give just a few examples – the two resolutions, a resolution of the N-VA and a resolution of the Flemish Interest, on the excessive violence of the Turkish government in the face of peaceful protests, as well as a resolution, among others by Ecolo-Green, on the treatment of the press in Turkey?

Those three resolutions are clearly less important and less urgent, despite the fact that there have been deaths. They have been hurting here for months. In jargon, it means “hanging in the room.”

#51

Official text

                    
                    Opnieuw hanteert men twee maten en twee gewichten, waarmee we de grootste moeite hebben. Wij spelen dus niet mee.

Wij zullen onderhavig voorstel van resolutie niet goedkeuren. Wij weigeren dat niet uit sympathie voor Rusland of Poetin, laat dat duidelijk zijn. De manier waarop hij de oppositie aanpakt, kan absoluut niet door de beugel en het gaat dan zeker niet alleen om Greenpeace. Wij hebben niet zozeer problemen met de standpunten van Greenpeace – daar kunnen we ons nog in vinden – maar met de eenzijdigheid ervan, waarbij zij, net zoals de Russische overheid, geen enkele vorm van discussie toelaat. We hebben ook problemen met hun manier van handelen, die nu niet meteen ecotoerisme kan worden genoemd. Al wie er een andere mening op nahoudt dan Greenpeace, wordt zo in de hoek gezet en aangepakt dat hij in onze gemediatiseerde maatschappij geen kans meer heeft op een serene discussie. De schade die de vele acties aanrichten bij het bedrijfsleven, ook in Vlaanderen, zal dan waarschijnlijk wel collateral damage zijn zeker?

Collega’s, misschien, heel misschien is het zelfs raadzaam om het voorliggend voorstel van resolutie even uit te stellen en het bijkomend onderzoek af te wachten naar de zogezegde drugsvondsten aan boord van de Arctic Sunrise en de beschuldiging van een poging tot het rammen van een ander schip. Als dat op waarheid berust – beeldt u het zich in – riskeert u dan niet op kousenvoeten terug te moeten krabbelen? Ook in deze zaak lijkt het mij niet raadzaam om de absolutie te geven zonder biechten.

Translated text

Again, one handles two sizes and two weights, with which we have the greatest difficulty. We do not play with.

We will not approve this draft resolution. We refuse that not out of sympathy for Russia or Putin, let that be clear. The way he deals with the opposition can absolutely not go through the beugle and it is ⁇  not just about Greenpeace. We have problems not so much with the views of Greenpeace – we can still find ourselves in – but with its unilaterality, where it, like the Russian government, does not allow any form of discussion. We also have problems with their way of acting, which now cannot immediately be called ecotourism. Anyone who finds a different opinion on it than Greenpeace is put in the corner and addressed so that in our mediated society he has no chance of a serene discussion. The damage that the many actions cause to the business, including in Flanders, will probably be collateral damage?

Colleagues, maybe, very ⁇ , it is even advisable to postpone the present proposal of resolution for a moment and wait for the additional investigation into the so-called drug discoveries on board the Arctic Sunrise and the accusation of an attempt to smash another ship. If that is based on truth – you imagine it – do you not risk having to crack back on socks? Also in this case it seems to me not advisable to give the absolutions without confessions.

#52

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, ik wens even het woord te voeren van op mijn bank. Ik wil drie punten aanhalen.

Ten eerste wil ik de voorzitter van de commissie, collega Luykx, en vooral ook de collega’s danken die ervoor gezorgd hebben dat we in twee dagen tijd het voorstel van resolutie zullen hebben kunnen goedkeuren in de plenaire vergadering.

Translated text

#53

Official text

                    
                    Ten tweede, het waarom en de inhoud van het voorstel van resolutie hebben mijn collega’s voldoende duidelijk gemaakt, ik sluit mij daar bij aan. Mocht er echter iemand een tegenstrijdigheid vinden tussen wat hij of zij gezegd heeft en een andere collega, dan wil ik wel zeggen dat mijn standpunt het dichtst aanleunt bij dat van collega Karine Lalieux.

Ten derde, onderhavige tekst stelt vertrouwen in onze minister van Buitenlandse Zaken. Wij hopen dat hij samen met zijn collega’s van de Europese Unie erin slaagt om aan Moskou de boodschap te brengen dat wij het niet gepast vinden dat de democratische ruimte in dat land zo beperkt is en dat wij verwachten dat de dertig gevangengenomen actievoerders zo snel mogelijk vrijgelaten worden.

Translated text

#54

Official text

                    
                    Monsieur le président, une fois de plus, je vais devoir m'exprimer dans le brouhaha le plus absolu. Il y a parfois des choses surréalistes qui se passent dans cette assemblée. Cet après-midi, Mme Laruelle, ici présente, m'a dit que je ne devais pas m'occuper de ce qui se passe en France en dénonçant l'aide que ce pays accorde aux terroristes qui agissent en Syrie. Selon Mme Laruelle, je n'étais pas dans la bonne assemblée pour ce faire. Je devais donc prendre le TGV pour me rendre à Paris au sein de l'Assemblée nationale pour dénoncer ce pacte honteux d'un pays voisin …

Monsieur le président, je demande un minimum de calme pour pouvoir m'exprimer en ma qualité de représentant de la Nation. Je crois y avoir droit!

Translated text

#55

#56

Official text

                    
                    Oui mais la sonnette, le bruit … C'est faire preuve de très peu de respect et si c'était un membre d'un autre parti, on n'aurait pas fait retentir la sonnette à ce moment-là!

Donc, dénoncer la France, on ne peut pas, on n'est pas dans la même assemblée. Aussi, j'invite les auteurs de cette résolution, dans la même logique que Mme Laruelle et du gouvernement, à prendre l'avion pour aller dire à M. Poutine leur manière de penser. En effet, avec cette discussion, nous gaspillons clairement l'argent du contribuable!

Je voterai donc contre cette résolution, car nous n'avons clairement aucune leçon à donner à la Russie et à Poutine qui apparaît, ces derniers mois, comme un dirigeant politique responsable qui, contrairement aux responsables politiques américains ou européens, est un gage de paix sur la scène internationale.

Si je dois crier, je crierai, monsieur le président: j'ai des ressources!

Nous n'avons pas à nous immiscer dans la démocratie russe et encore moins dans sa justice. Au contraire, nous devrions nous inspirer du modèle russe.

Je répète: que les auteurs suivent le conseil que Mme Laruelle m'a donné en début de séance et qu'ils aillent donner leurs bons conseils en Russie. J'ai fait une recherche: des vols quotidiens sont assurés par Brussels Airlines entre Bruxelles et Moscou. Nul doute que Poutine les accueillera par un bon coup de pied au derrière, car s'il est interdit pour notre gouvernement de dénoncer l'attitude d'un allié européen, nous n'avons pas à donner des leçons à un pays indépendant, comme l'est la Russie.

Je vous remercie pour le spectacle que vous donnez! Je vous remercie, monsieur le président, pour le respect que vous accordez à un représentant élu de la Nation! Je vous certifie que, quoiqu'il en soit, jusqu'au bout, vous devrez faire avec moi!

Translated text

Yes, but the bell, the noise... It is showing very little respect and if it was a member of another party, we would not have been ringing the bell at that time!

So, to denounce France, we cannot, we are not in the same assembly. Also, I invite the authors of this resolution, in the same logic as Mrs. Laruelle and the government, to take the plane to go tell Mr. Laruelle. Putin’s way of thinking. In fact, with this discussion, we are clearly wasting the taxpayer’s money!

I will therefore vote against this resolution, because we clearly have no lesson to give to Russia and Putin who appears, in recent months, as a responsible political leader who, unlike American or European political leaders, is a guarantee of peace on the international stage.

If I have to scream, I will scream, Mr. President: I have resources!

We do not have to interfere with Russian democracy and even less with its justice. On the contrary, we should be inspired by the Russian model.

I repeat: let the authors follow the advice that Mrs. Laruelle gave me at the beginning of the session and let them go and give their good advice in Russia. I did a research: daily flights are provided by Brussels Airlines between Brussels and Moscow. There is no doubt that Putin will welcome them with a good kick in the back, because if it is forbidden for our government to denounce the attitude of a European ally, we do not have to give lessons to an independent country, such as Russia.

Thank you for the show you give! Thank you, Mr. President, for the respect you give to an elected representative of the Nation! I assure you that, anyway, until the end, you will have to do with me!

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#4	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#5	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#6	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#11	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#12	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#13	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#14	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#15	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#16	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#17	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#18	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#19	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#20	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#21	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#22	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#23	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#24	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#25	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#26	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#27	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#28	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#29	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#30	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#31	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#32	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#33	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#34	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#35	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#36	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#37	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#38	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#39	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#40	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#41	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#42	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#43	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#44	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#45	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#46	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#47	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#48	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#49	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#50	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#51	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#52	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#53	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#54	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#55	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#56	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#57	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#4	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#5	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#6	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#11	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#12	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#13	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#14	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#15	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#16	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#17	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#18	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#19	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#20	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#21	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#22	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#23	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#24	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#25	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#26	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#27	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#28	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#29	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#30	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#31	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#32	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#33	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#34	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#35	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#36	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#37	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#38	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#39	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#40	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#41	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#42	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#43	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#44	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#45	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#46	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#47	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#48	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#49	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#50	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#51	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#52	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#53	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#54	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#55	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#56	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#57	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#4	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#5	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#6	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#11	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#12	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#13	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#14	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#15	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#16	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#17	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#18	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#19	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#20	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#21	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#22	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#23	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#24	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#25	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#26	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#27	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#28	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#29	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#30	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#31	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#32	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#33	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#34	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#35	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#36	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#37	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#38	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#39	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#40	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#41	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#42	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#43	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#44	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#45	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#46	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#47	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#48	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#49	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#50	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#51	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#52	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#53	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#54	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#55	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#56	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#57	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★