General information
Full name plenum van 2006-11-16 14:20:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip241x.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K2590
28/06/2006
✔
Projet de loi relatif à la confirmation de l'arrêté royal du 30 septembre 2005 désignant les infractions par degré aux règlements généraux pris en exécution de la loi relative à la police de la circulation routière.
51K2717
20/10/2006
✔
Projet de loi transposant la directive 2004/52/CE du Parlement européen et du Conseil du 29 avril 2004 concernant l'interopérabilité des systèmes de télépéage routier dans la communauté.
51K2464
04/05/2006
✔
Projet de loi transposant en droit belge la directive 2001/84/CE du Parlement européen et du Conseil du 27 septembre 2001 relative au droit de suite au profit de l'auteur d'une oeuvre d'art originale.
51K2546
13/06/2006
✔
Projet de loi visant au contrôle de l'application des résolutions de la Conférence mondiale sur les femmes réunie à Pékin en septembre 1995 et intégrant la dimension du genre dans l'ensemble des politiques fédérales.
51K2653
20/07/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs.
51K2649
17/07/2006
✔
Projet de loi relatif à l'utilisation de l'infrastructure ferroviaire.
51K2643
17/07/2006
✔
Projet de loi relatif à la sécurité d'exploitation ferroviaire.
51K2411
10/04/2006
✔
Projet de loi relatif à l'interdiction de la production commerciale et du commerce des fourrures de chiens et de chats et les produits dérivés.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#7
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#8
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#9
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#42
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#48
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#49
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#50
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#51
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#52
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#53
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#54
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#55
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#56
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#57
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#58
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#59
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#60
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#61
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#62
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#63
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#64
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#65
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#66
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#67
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#68
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil even een toelichting geven vanop mijn bank, omdat ik enkele opmerkingen wil maken.
Ten eerste, ik heb in de commissie ook aangehaald dat het ontwerp voor ons vooral een symbolische waarde heeft. Daarom wil ik de hoogdringendheid, die de verslaggeefster inroept, nuanceren. Het probleem werd immers reeds een kwarteeuw geleden opgelost. Er is ook een engagement van de sector, dat in 2002 werd bevestigd. Bovendien is er een initiatief van Europa, dat bijna klaar is.
Mijnheer de minister, na lezing van het ontwerp, zoals het op tafel ligt, wil ik echter hier en nu nogmaals wijzen op het slordige werk op het vlak van de legistiek, wat blijkbaar een handelsmerk is. Het gaat dan over foutieve terminologie, namelijk het verschil tussen huiden en vellen in de memorie bij artikel 3.
Wij hadden geïnsisteerd dat in dat artikel de term “vellen” zou worden gebruikt voor de lederhuid en de vacht samen voor zoogdieren van minder dan 15 kg. Dat is immers de juiste terminologie voor “vellen”. Dat hadden wij dan ook graag gewijzigd gezien.
Ik denk dat mijn volgende opmerking reeds werd beantwoord, maar ik zal daarvan wellicht onmiddellijk wel de bevestiging krijgen.
Wij hadden ook gevraagd om uitdrukkelijk geen discriminatie in te voeren en dus niet alleen producten van bont, maar ook producten van leder op te nemen. In concreto gaat het over de zogenaamde kits voor schoen- en handschoennijverheid. Daarvoor werden blijkbaar ook nog een aantal “producten” van honden en katten gebruikt. Wij vroegen dus om voornoemde producten ook op te nemen op de lijst van verboden producten. Wij gaan ervan uit dat voornoemde producten de afgeleide producten zijn die werden genoemd.
Mijnheer de voorzitter, die twee nuances zouden zeker aan het ontwerp, dat wij inhoudelijk uiteraard zullen steunen, moeten worden aangebracht.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to give a brief explanation from my bank, because I would like to make a few comments.
First, I also cited in the committee that the design has a symbolic value for us above all. Therefore, I would like to nuance the high urgency that the reporter invokes. The problem was solved a quarter of a century ago. There is also an industry commitment, which was confirmed in 2002. In addition, there is a European initiative, which is almost completed.
However, Mr. Minister, after reading the draft, as it is on the table, I would like to point out here and now again the sluggish work in the field of legistics, which is apparently a trademark. It is then about incorrect terminology, namely the difference between skins and leaves in the memory at Article 3.
We had insisted that in that article the term “flakes” would be used for the leather skin and the fur together for mammals weighing less than 15 kg. After all, this is the correct terminology for “leaves”. We would have liked to see this changed.
I think my next comment has already been answered, but I may receive confirmation immediately.
We had also requested that no discrimination be explicitly introduced and thus not only fur products, but also leather products. In particular, we are talking about the so-called kits for the shoe and gloves industry. For this, apparently, a number of “products” of dogs and cats were also used. We therefore requested that the aforementioned products also be included on the list of prohibited products. We assume that the aforementioned products are the derivative products that were mentioned.
Mr. Speaker, these two nuances should ⁇ be applied to the draft, which we will, of course, substantially support.
#2
Official text
Chers collègues, vous me laisserez le plaisir d'accueillir Mme Corinne Touzet qui est la marraine de l'Association française et internationale de la protection animale et qui est allée ce matin chez le ministre, ce qui l'aura disposé favorablement, après avoir vu le président de la Chambre au déjeuner avec le Prince Laurent. Merci, madame, pour votre dévouement à cette cause. Nous vous félicitons. (Applaudissements)
Translated text
Dear colleagues, you will leave me the pleasure of welcoming Ms. Corinne Touzet who is the marraine of the French and international Association for the Protection of Animals and who went this morning to the minister, which will have arranged favorably, after seeing the chairman of the House at lunch with Prince Laurent. Thank you, Madame, for your dedication to this cause. We congratulate you. (The applause)
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, elk jaar worden in Azië 2 miljoen honden en katten op afschuwelijke wijze gedood voor hun vacht. Ze worden gevangen op straat of worden in erbarmelijke omstandigheden gefokt. Vaak worden ze levend gevild. Hun vacht wordt over de hele wereld geëxporteerd, jammer genoeg ook naar ons land. Amper een goede maand geleden onthulde de Franse dierenrechtenorganisatie Afipa waarvan we een hele bekende vertegenwoordigster in het halfrond verwelkomen en een ambassadrice, in Brussel bontjassen van hondenpels werden verkocht onder de titel Koreaanse wolf. Een DNA-onderzoek onder deurwaarderstoezicht toonde onherroepelijk aan dat het om hondenvacht ging.
Reeds meer dan drie jaar pleiten diverse organisaties voor een handelsverbod op honden-en kattenbont in Europa in het algemeen en in België in het bijzonder. Vaak zijn consumenten gewoon niet op de hoogte van het feit dat het bont die ze kopen wel degelijk afkomstig is van honden of katten, dieren die bij ons als gezelschapsdieren worden gezien. Informatie van de consument blijkt absoluut nodig. Dierenrechtenorganisaties hebben hier een belangrijke rol in te spelen. De wetgever evenwel ook.
Vandaar dat sp.a-spirit verheugd is over het huidige handelsverbod zoals het in het voorliggend wetsontwerp naar voren wordt geschoven. De wetgever moet ervoor zorgen dat dit verbod ook wordt nageleefd. De wet voorziet in sancties. Zowel de politie als de inspectie kunnen optreden op eigen initiatief maar ook op verzoek van derden, een belangrijk element voor de dierenorganisaties en alerte consumenten om waakzaam te blijven en uitwassen te signaleren aan de politie en inspectie.
Ook voor ons is dit evenwel slechts een eerste stap in de strijd tegen bont. Sp.a houdt niet van madammen met een bontjas. Voor ons is het verbod op honden- en kattenbont een eerste stapje in een globaal verbod. De volgende stap waarop we met veel spanning wachten, is het handelsverbod op zeehondenbont, ons reeds lang beloofd door de betrokken minister. We maken een hele lijdensweg mee voor Europa en de Wereldhandelsorganisatie. Canada is druk bezig met lobbyen om hiertegen iets te doen. Het is bijzonder belangrijk dat België ook op dit vlak het voortouw neemt. Ik ben zelf getuige geweest van de afschuwelijke zeehondenslachting in Canada. Ik kan u verzekeren dit kan echt niet. Ik denk dat vele collega's het ter zake met me eens zijn.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, every year in Asia 2 million dogs and cats are horribly killed for their fur. They are caught on the street or raised in miserable conditions. They are often killed alive. Their fur is exported all over the world, unfortunately also to our country. Just a good month ago, the French animal rights organization Afipa of which we welcome a very well-known representative in the hemisphere and an ambassador, in Brussels, fur jackets of dog fur were sold under the title Korean wolf. A DNA test under door guard supervision irrevocably showed that it was dog fur.
For more than three years, various organizations have been advocating for a trade ban on dog and cat butter in Europe in general and in Belgium in particular. Often consumers are simply not aware of the fact that the fur they buy actually comes from dogs or cats, animals that are seen as companion animals. Consumer information is absolutely necessary. Animal rights organizations play an important role here. The legislator too.
Therefore, sp.a-spirit welcomes the current trade ban, as it is promoted in the present draft law. The legislator must ensure that this prohibition is also complied with. The law provides for sanctions. Both the police and the inspectorate can act on their own initiative but also at the request of third parties, an important element for the animal welfare organizations and warn consumers to stay alert and signal washing to the police and inspection.
For us, however, this is only the first step in the fight against fur. Sp.a doesn’t like ladies with a fur coat. For us, the ban on dogs and cats is a first step in a global ban. The next step that we look forward to with great excitement is the trade ban on seagull butter, long promised to us by the minister concerned. We share a lot of suffering for Europe and the World Trade Organization. Canada is busy lobbying to do something about this. It is ⁇ important that Belgium also takes the lead in this area. I myself have witnessed the horrible sea horse slaughter in Canada. I can assure you this really can not. I think many colleagues agree with me on this.
#4
Official text
Trouwens, in het algemeen vinden wij het onethisch om dieren enkel en alleen voor de pels te kweken, vandaar ook ons wetsvoorstel dat vandaag in overweging wordt genomen. Dat wetsvoorstel strekt ertoe om een uitdoofbeleid voor nertskwekerijen te installeren. Nertsen zijn wilde dieren. Zij horen niet thuis in kleine kooien, per twee of drie opgesloten. Dit zijn dieren die in werkelijkheid ettelijke vierkante kilometers nodig hebben om in te leven. Zij horen niet thuis in dergelijke kooien.
Bovendien is het zo dat het dragen van bont niet meer van deze tijd is. Wij zijn reeds lang de middeleeuwse toestanden voorbij. Er is voldoende nepbont op de markt, die niet van werkelijke bont te onderscheiden is en die trouwens voor heel veel extratewerkstelling kan zorgen. Ons land kan daarin het voortouw nemen.
Ten slotte, collega's, ten slotte, is het belangrijk dat ook mensen die een voorbeeldfunctie hebben in de maatschappij opkomen voor nepbont. Ik wil nogmaals hulde brengen aan de Franstalige actrice die hier aanwezig is en haar bekendheid inzet in de strijd tegen bont.
Ik kan slechts betreuren, van ons eigen koningshuis, dat de schitterende prinses Mathilde gisteren op Koningsdag een vossenbontkraagje droeg op haar overigens voortreffelijke outfit. Dat laat ze in het vervolg toch beter thuis.
Translated text
Moreover, in general, we find it unethical to raise animals only for the fur, hence our bill that is being considered today. That bill aims to establish an extinguishing policy for nertheasery farms. Nertsen are wild animals. They do not belong to home in small cages, locked in two or three. These are animals that in reality need countless square kilometers to live in. They do not belong home in such cages.
In addition, it is true that wearing fur is no longer of this time. We have long passed the medieval conditions. There is enough fake bone on the market, which cannot be distinguished from actual fur and which, by the way, can provide a lot of extra work. Our country can take the lead in this.
Finally, colleagues, finally, it is important that people who have a role of example in society also stand up for fake bone. I would like to once again pay tribute to the French-speaking actress who is present here and puts her fame in the fight against fur.
I can only regret, from our own royal house, that the magnificent princess Mathilde yesterday on King's Day wore a fox bone collar on her otherwise excellent outfit. It is better to leave them at home in the future.
#5
Official text
Mevrouw De Meyer, u maakt het nogal bont.
Translated text
Mrs. De Meyer, you make it pretty fur.
#6
Official text
Monsieur le président, sachez tout d'abord que je ne courais pas le guilledou, mais que je travaillais dans le cadre d'un autre réunion.
Translated text
Mr. Speaker, first of all, know that I was not running the guilledou, but that I was working on another meeting.
#7
Official text
Monsieur Monfils, je n'ai jamais douté du fait que les membres qui ne sont pas présents ici travaillaient ailleurs.
Translated text
Mr. Monfils, I never doubted the fact that members who are not present here were working elsewhere.
#8
Official text
Je vous en remercie, monsieur le président.
Monsieur le ministre, chers collègues, je voudrais tout d'abord féliciter Mme Ghenne pour son rapport de ce projet de loi qui est enfin examiné par notre assemblée. En effet, il y a bien longtemps que ce problème est posé et bien longtemps que l'on ne réussissait pas à y apporter une solution.
Permettez-moi de vous rappeler très modestement, monsieur le ministre, qu'en mai 2002, j'avais déjà déposé, au Sénat, une proposition de loi visant à interdire la commercialisation de peaux de chiens et de chats, proposition que j'ai redéposée à la Chambre en 2003. Malheureusement, un certain nombre de problèmes d'ordre technique et même politique se sont posés. Il y a eu notamment l'avis du Conseil d'État. Mais certains estimaient surtout qu'il s'agissait d'un règlement technique pouvant avoir un impact significatif sur le commerce avec les autres États membres et qu'il fallait que le projet soit notifié à l'OMC. Certains pays, comme la Chine, avaient fait d'importantes objections à cet égard. C'est ainsi que le ministre a dû poser des questions, intervenir auprès de la Commission européenne. Finalement, ce n'est que le 23 février 2006 - vous le savez, monsieur le ministre - que cette dernière a donné son feu vert. Le projet de loi a été notifié à l'OMC en mars et déposé à la Chambre en avril 2003.
Finalement, les choses ont bien avancé et c'est important. En effet, même si la Belgique est le seul pays à interdire la commercialisation de ces peaux, encore que certains pays comme les États-Unis, la France, l'Italie, l'Australie, la Grèce, le Danemark ont déjà légiféré dans ce sens, il est question ici de l'attitude que nous voulons adopter par rapport à une situation jugée inacceptable.
Bien sûr, nous connaissons tous les conditions intolérables dans lesquelles sont détenus, élevés, transportés ou abattus certains animaux, dont les chiens et les chats dans certains pays. Il fallait bien que les choses commencent à bouger quelque part! Ce trafic, qui permettait de trouver des manteaux de fourrure faits de peaux de chiens ou de chats, n'était donc pas acceptable dans notre pays.
Une enquête récente de la FIPA a démontré que l'on pouvait se procurer de la fourrure de chat dans de nombreux pays, et même chez nous. Un manteau en fourrure de chat peut être commandé sur mesure pour 650 euros dans certains pays de l'Est. Par ailleurs, comme l'a expliqué la presse belge du 28 septembre, il est également possible de trouver ce type de fourrure chez nous. Il fallait donc légiférer en la matière.
Translated text
Thank you for this, Mr. President.
Mr. Minister, dear colleagues, first of all, I would like to congratulate Ms. Ghenne for her report on this bill which is finally being examined by our assembly. In fact, this problem has been posed for a long time and for a long time there was no solution to it.
Let me remind you very modestly, Mr. Minister, that in May 2002, I had already submitted, in the Senate, a bill aimed at prohibiting the marketing of dog and cat skins, a proposal that I re-submitted to the House in 2003. Unfortunately, a number of technical and even political problems have arisen. This includes the opinion of the State Council. But some believed, above all, that this was a technical regulation that could have a significant impact on trade with other Member States and that the project should be notified to the WTO. Some countries, such as China, had made significant objections in this regard. So the Minister had to ask questions, intervene with the European Commission. Finally, it was only on 23 February 2006 – you know, Mr. Minister – that the latter gave its green light. The bill was notified to the WTO in March and submitted to the House in April 2003.
Eventually, things have gone well and that is important. Indeed, although Belgium is the only country to prohibit the marketing of these skins, although some countries such as the United States, France, Italy, Australia, Greece, Denmark have already legislated in this sense, it is here the attitude we want to adopt in relation to a situation deemed unacceptable.
Of course, we know all the intolerable conditions in which certain animals, including dogs and cats, are held, raised, transported or slaughtered in some countries. Things had to start moving somewhere. This traffic, which allowed to find fur coats made of dog or cat skins, was therefore unacceptable in our country.
A recent FIPA survey showed that cat fur can be obtained in many countries, and even at home. A cat fur coat can be ordered tailor-made for 650 euros in some Eastern countries. Furthermore, as explained by the Belgian press on September 28, it is also possible to find this type of fur at home. It was necessary to legislate on this issue.
#9
Official text
Je répondrai à deux objections soulevées. Selon d'aucuns, les cas relevés sont peu nombreux. En effet, les gens ne se précipitent généralement pas pour acheter des manteaux de fourrure faits de peaux de chats et de chiens. Chers collègues, si on mesurait systématiquement l'intérêt d'une législation au nombre de cas qu'elle règle, je vous assure que, pour une série de secteurs, notamment au niveau pénal, on ne légifèrerait plus. La question qu'il importe de se poser est de savoir s'il est opportun ou non de légiférer pour interdire ce type de trafic qui met en cause des animaux domestiques.
Par ailleurs, il s'agirait d'un problème d'ordre culturel. Certes, des pays comme la Chine, le Kenya et d'autres n'ont pas à l'égard des chiens l'attitude que nous avons. Ils servent parfois aussi de réserve de nourriture.
Il n'est pas question, dans le cas qui nous occupe, d'intervenir au niveau de l'attitude "culturelle" de certains États. Nous interdisons en Belgique l'exportation et la vente de fourrures de chiens et de chats. Que se passera-t-il au plan international, à partir du moment où ce projet sera voté? C'est une tout autre question. De toute évidence, monsieur le ministre, il serait peut-être souhaitable de prendre les contacts nécessaires auprès du commissaire compétent à la Commission européenne pour essayer d'avancer dans ce secteur et qu'en tout cas, une interdiction généralisée se manifeste pour commencer dans nos pays européens, où cet obstacle culturel n'existe manifestement pas, mais que l'on pourrait rencontrer au niveau international dans certains pays.
Monsieur le président, chers collègues, ce projet, qui enfin voit le jour, empêchera incontestablement des abus et fera plaisir non seulement à nos amis à quatre pattes mais à tous ceux qui possèdent de tels animaux domestiques.
Translated text
I will answer two objections. According to some, the cases recorded are few. In fact, people usually don’t rush to buy fur coats made from cat and dog skins. Dear colleagues, if we systematically measured the interest of a legislation by the number of cases it regulates, I assure you that for a number of sectors, especially at the criminal level, we would no longer legislate. The important question to be asked is whether it is appropriate or not to legislate to prohibit this type of trafficking that challenges domestic animals.
It would also be a cultural issue. Certainly, countries like China, Kenya and others do not have the attitude we have towards dogs. Sometimes it also serves as a food reserve.
There is no question, in the case that concerns us, of intervening at the level of the “cultural” attitude of certain States. We prohibit the export and sale of dog and cat fur in Belgium. What will happen at the international level, from the moment that this project is voted? This is a completely different question. Obviously, Mr. Minister, it might be desirable to make the necessary contacts with the Commissioner responsible for the European Commission to try to advance in this sector and that in any case, a widespread ban manifests to begin in our European countries, where this cultural barrier obviously does not exist, but that could be encountered internationally in some countries.
Mr. Speaker, dear colleagues, this project, which finally comes into being, will undoubtedly prevent abuses and will delight not only our four-legged friends but all those who own such pets.
#10
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil er eerst op wijzen dat het wetsontwerp op een breed maatschappelijk draagvlak kon rekenen. Dat wij dit wetsontwerp tot een goed einde kunnen brengen, stemt mij uiterst tevreden. Ik salueer van hieruit al degenen die dat mogelijk hebben gemaakt, in de eerste plaats in het Parlement.
Translated text
First, I would like to point out that the draft law could count on a broad social support. That we can bring this bill to a good end, I am very pleased. From here, I greet all those who have made this possible, first of all in Parliament.
#11
Official text
Je salue également toutes les personnes qui ont défendu les intérêts qui sont en jeu ici, notamment Mme Corinne Touzet, que j'ai reçue ce matin, ainsi que la société française qui défend les droits des chiens et des chats.
Translated text
I also greet all those who have defended the interests that are at stake here, including Ms. Corinne Touzet, whom I received this morning, as well as the French society that defends the rights of dogs and cats.
#12
Official text
Ik doe evenwel hetzelfde voor Michel Vandenbosch en Pol Goossen, die ik vanmorgen heb mogen ontvangen en die voorvechters zijn geweest in deze.
Men zegt dat het probleem is opgelost. Dat heb ik daarnet van op de banken gehoord. Ik moet u zeggen, mijnheer de voorzitter, dat ik toch heb kunnen vaststellen dat waar men zegt dat het al een kwarteeuw is opgelost, het nog niet langer dan amper twee maanden geleden is dat er proces-verbaal opgesteld moest worden door een gerechtsdeurwaarder waaruit blijkt dat er nog wel degelijk handel gedreven wordt in honden- en kattenbont, wat wij precies met dit wetsontwerp willen bestrijden.
Men maakt een onderscheid – dat zal ongetwijfeld etymologisch bestaan – tussen huiden en vellen – zoals dat indertijd ook tussen boten en schepen bestond – maar ik kan u wel zeggen dat de inspiratie voor dit wetsontwerp – en daarmee is meteen de kritiek weggewuifd van het slordige wetgevend werk dat ter zake aan de dag zou zijn gelegd – een kopie is van wat in Frankrijk en Italië al eerder het daglicht heeft gezien.
Translated text
However, I do the same for Michel Vandenbosch and Pol Goossen, whom I was able to receive this morning and who have been advancers in this.
It is said that the problem has been solved. I heard this from the banks. I must tell you, Mr. Speaker, that I have nevertheless been able to establish that where it is said that it has been resolved for a quarter of a century, it is not more than just two months ago that there had to be drawn up a process-verbal by a court executor showing that there is still a real trade in dog and cat beet, which we want to combat precisely with this bill.
One makes a distinction – which will undoubtedly be etymological – between leaves and leaves – as it existed at the time also between boats and ships – but I can tell you that the inspiration for this draft law – and with it immediately the criticism of the blatant legislative work that would have been laid out on the subject – is a copy of what in France and Italy has already seen the light of day.
#13
Official text
Je trouve d'ailleurs de bon augure que, tout comme la France et l'Italie, la Belgique se soit dotée d'une loi en la matière. Nous faisons partie des pères fondateurs de l'Union européenne, ce qui nous autorise à lancer cette idée au niveau européen.
Translated text
I find it good that, like France and Italy, Belgium has a law in this area. We are one of the founding fathers of the European Union, which enables us to launch this idea at the European level.
#14
Official text
Mijn laatste opmerking heeft betrekking op het zeehondenbont. Wij hebben de procedure scrupuleus gevolgd. De Canadezen en de Noren werden gehoord. Ik wacht nu op de beslissing die genomen zal worden door de Wereldhandelsorganisatie. Het is wel degelijk de bedoeling van de regering om dit wetsontwerp tot een goed einde te brengen, zodra dat uitgesloten en kortgesloten is.
Translated text
My last comment relates to the seagull. We followed the procedure scrupulously. The Canadians and the Norwegians were heard. I am now waiting for the decision to be taken by the World Trade Organization. It is indeed the intention of the government to bring this bill to a good end, as soon as it is excluded and shortened.
#15
Official text
Monsieur le ministre, je vous remercie.
J'ai constaté que la commission avait, à l'unanimité, approuvé le texte qui avait été amélioré en tenant compte des remarques du Conseil d'État.
Translated text
Mr Minister, I thank you.
I found that the committee had unanimously approved the text, which had been improved taking into account the comments of the State Council.
#16
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even repliceren op wat de minister zei.
Mijnheer de minister, inderdaad, in elk milieu zullen er wel een aantal malafide praktijken en malafide personen zijn. Ik vind evenwel niet dat u daarmee de zaak moet veralgemenen en dan ook nog op de spits drijven. Dat vind ik niet nodig.
Trouwens, u hebt niet geantwoord op mijn vraag om de tekst te repareren en “de huiden” door “de vellen” te vervangen. Dat vindt u blijkbaar niet nodig, dat vindt u blijkbaar niet zo belangrijk. Ik betreur dat, uiteraard.
Translated text
I would like to react to what the Minister said.
Mr. Minister, indeed, in every environment there will be a number of malafide practices and malafide persons. However, I do not think that you should thus generalize the matter and therefore still drive it to the top. I do not find it necessary.
By the way, you didn’t answer my question to fix the text and replace “the skins” with “the leaves”. You obviously don’t need that, you obviously don’t find it so important. I regret that, of course.
#17
Official text
Over welk artikel hebt u het precies, mijnheer Verhaegen?
Translated text
Which article are you talking about, Mr. Verhaegen?
#18
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik heb het over de toelichting bij artikel 3. In de memorie van toelichting van artikel 3 staat telkenmale het woord “huiden” in plaats van “vellen”.
Translated text
I am referring to the explanation to Article 3. In the Explanatory Memorandum of Article 3, telkenmale means “skins” instead of “leaves”.
#19
Official text
Mijnheer Verhaegen, de toelichting maakt geen deel uit van onze beslissing. Ik wil u daar niet op pakken, maar wij stemmen over het wetsontwerp. De toelichting is een inleiding en een uitleg. Ik zou mij daar toch niet zo erg formeel op vastpinnen, hoor.
Translated text
Mr. Verhaegen, the explanation is not part of our decision. I don’t want you to talk about this, but we vote on the bill. It is an introduction and an explanation. I ⁇ ’t be so formal about it.
#20
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik vind toch dat de terminologie correct gebruikt moet worden. Desnoods moet dan maar worden ingeschreven in een wet – als die er komt – dat zeker rekening gehouden moet worden met het feit dat het hier eventueel om vellen zou kunnen gaan. Ik ben daarin heel duidelijk geweest. Ik heb het ook voldoende tijd gegeven om dat na te trekken. Blijkbaar is de terminologie blijven staan. Als u vindt dat dit niet nodig is, dan zij we weer een slordige wet aan het maken. Dat mag toch niet de bedoeling zijn, denk ik.
Translated text
The terminology should be used correctly. If necessary, it must be inscribed in a law – if it comes – which must ⁇ be taken into account with the fact that this could possibly be sheets. I have been very clear about it. I also gave it enough time to find out. The terminology remains. If you find that this is not necessary, then we are making another foolish law. That should not be the intention, I think.
#21
Official text
Ik zocht dat woord in de tekst van de wet zelf. U verwijst naar wat de wet omringt.
Mijnheer de minister, wenst u daarop te reageren?
Translated text
I searched for that word in the text of the law itself. You refer to what surrounds the law.
Mr. Minister, would you like to respond to this?
#22
Official text
Mijnheer de voorzitter, wij hebben daarover gediscussieerd tijdens de werkzaamheden. Ik heb toen een afdoend antwoord gegeven aan de heer Verhaegen. Ik kan aannemen dat dit wetsontwerp hem niet ligt. Goed, dan zal hij de consequenties ervan moeten ondergaan. Dit is geen wetgeving waarin geen exacte terminologie gebruikt werd.
Translated text
Mijnheer de voorzitter, we have thereover gediscussieerd during de werkzaamheden. I have then an affidavit answer given to Mr. Verhaegen. I can announce that said wetsontwerp hem niet ligt. Good, dan zal hij of consequences ervan moeten undergaan. This is no legislation in which no exact terminology was used.
#23
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik neem het verwijt niet dat wij spijkers op laag water zouden zoeken.
Mijnheer de minister, wij willen verder gaan dan de regering. Wij vragen dat de wetgeving sluitend zou worden gemaakt, ook voor het leder.
Daarnaast vragen wij tevens dat er geen slordige wetgeving zou worden gemaakt, maar een correcte wetgeving. Wij vragen niet meer of niet minder dan dat.
Translated text
Mr. Speaker, I do not take the blame that we are looking for nails in low water.
We want to go beyond the government. We demand that the legislation be made closer, including for the leather.
In addition, we also demand that there be no misleading legislation, but a correct legislation. We do not ask for more or less than that.
#24
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de commissie voor het Bedrijfsleven heeft dit ontwerp besproken tijdens de vergaderingen van 7 en 20 juni, 5 juli en uiteindelijk 24 oktober.
Tijdens de eerste vergadering werd het ontwerp door de minister toegelicht. Het ontwerp strekt ertoe de Europese richtlijn inzake het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk in onze wetgeving om te zetten.
Het volgrecht is een recht dat de auteur van een kunstwerk toelaat om een vergoeding te ontvangen telkens zijn kunstwerk verkocht wordt op een openbare veiling. Zo wil men bewerkstelligen dat de auteur ook kan genieten van een verkoop van zijn werk in de toekomst.
De Europese Unie wil met deze richtlijn de concurrentievervalsing binnen de Europese markt wegwerken en tevens de goede werking van de interne markt blijvend waarborgen. Het volgrecht wordt momenteel immers geregeld in de nationale wetgevingen van de lidstaten, maar deze wetten vertonen onderling heel wat verschillen, bijvoorbeeld voor de tarieven van het volgrecht. Deze verschillen beïnvloeden bijgevolg ook de concurrentievoorwaarden en met deze richtlijn wil men dus komen tot een uniforme regeling voor alle lidstaten.
Daarna gaf de minister een kort overzicht van de belangrijkste maatregelen van het ontwerp.
Ten eerste komt er een eenvormige terminologie.
Ten tweede wordt het toepassingsgebied van het volgrecht bepaald.
Ten derde voorziet het ontwerp in een uitzondering voor de promotieverkopen. Deze uitzondering is er gekomen op vraag van de veilinghuizen, de kunstgalerijen en de beheersvennootschappen.
Ten vierde, een vierde maatregel heeft betrekking op de drempel waarop het volgrecht van toepassing wordt. De richtlijn stelt voor om deze op 3.000 euro vast te leggen. In het ontwerp wordt evenwel voorgesteld om de bestaande drempel van 1.250 euro te behouden. De richtlijn laat toe om een lagere drempel in te voeren.
Ten vijfde, een vijfde maatregel heeft betrekking op de administratieve afhandeling van het volgrecht. Zo wordt in het ontwerp een onderscheid gemaakt tussen de doorverkopen op een openbare veiling en de verkopen die dat niet zijn.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Colleagues, the Committee on Business discussed this draft during the meetings of 7 and 20 June, 5 July and finally 24 October.
During the first meeting, the draft was explained by the Minister. The proposal aims to transpose the European Directive on the right of succession to the author of an original artwork into our legislation.
The follow-up right is a right that allows the author of an artwork to receive a compensation whenever his artwork is sold at a public auction. The aim is to ensure that the author can also enjoy a sale of his work in the future.
The purpose of this Directive is to eliminate distortions of competition within the European market and to ensure the proper functioning of the internal market. Follow-up rights are currently regulated in the national laws of the Member States, but these laws differ considerably from each other, for example with regard to the rates of follow-up rights. Those differences therefore also affect the conditions of competition, and this Directive is therefore intended to create a uniform regime for all Member States.
Then the Minister gave a brief overview of the main measures of the draft.
First, there is a uniform terminology.
Second, the scope of the follow-up right is determined.
Thirdly, the draft provides for an exception for promotional sales. This exception was made at the request of the auction houses, the art galleries and the management companies.
Fourth, a fourth measure concerns the threshold on which the follow-up right applies. The directive proposes to fix it at 3,000 euros. However, the draft proposes to maintain the existing threshold of EUR 1,250. The directive allows the introduction of a lower threshold.
Fifth, a fifth measure relates to the administrative settlement of the succession right. Thus, the draft makes a distinction between the resale at a public auction and the sales that are not.
#25
Official text
Ten zesde, een zesde maatregel geeft aan de beheersvennootschappen en de auteurs het recht om inlichtingen te kunnen vragen over de inning en de verdeling van het volgrecht. Uiteraard voorziet het ontwerp in een overgangsregeling voor kunstgalerieën.
Tot slot heeft de minister nog meegedeeld dat het ontwerp in principe tegen 1 januari 2006 omgezet had moeten zijn in onze wetgeving. Daarom drong hij ook erop aan om zo spoedig mogelijk onze wetgeving in overeenstemming te brengen met de richtlijn.
Verschillende leden van de commissie hadden aangedrongen op het organiseren van hoorzittingen. Er werden zes geïnteresseerden door de commissie gehoord. Eerst kwam de heer Raemdonck, namens de Beroepsvereniging van handelaars in moderne en hedendaagse kunst, aan het woord. Deze vereniging verdedigt de belangen van alle galerieën. Hij pleitte ervoor om de minimumprijs op te trekken tot 3.000 euro, in plaats van de voorgestelde 1.250.
Een volgende spreker was de heer Serck, die sprak namens de Kamer van veilingzalen. Ook deze spreker pleitte voor het optrekken van de minimumdrempel tot een bedrag van 3.000 euro. Hij was van oordeel dat een lagere drempel de marktpositie van ons land verder zou ondermijnen.
De derde spreker, de heer Carlier, sprak namens de Koninklijke Vereniging van de beroepskunstenaars van België. Hij pleitte voor het zo laag mogelijk houden van de drempel. Het percentage volgrecht daarentegen, moet volgens hem zo hoog mogelijk worden gelegd.
Daarna kwam mevrouw Verstringe, namens SABAM, de Belgische Vereniging van auteurs, componisten en uitgevers, aan het woord. Net zoals de vorige spreker was zij van oordeel dat de drempel in het ontwerp te hoog was. Volgens haar was dat nadelig voor jonge, beginnende kunstenaars, omdat zij nooit dergelijke prijzen halen.
De volgende spreker was mevrouw Malengrau, namens SOFAM, de beheersmaatschappij voor de auteursrechten, gespecialiseerd in de visuele kunsten. Ook zij pleitte voor een lagere drempel. Zij stelde concreet voor om de drempel te verlagen tot een bedrag van 1.000 euro.
De laatste spreker die gehoord werd, was de heer De Maere, die UBEMA, de Unie van de Belgisch-Luxemburgse kunstmarkt, vertegenwoordigde. Hij was voorstander van een verhoging van de drempel tot 3.000 euro, omdat dit bedrag ook reeds in de andere landen werd aanvaard.
Na de hoorzitting was er uiteraard een mogelijkheid tot het stellen van vragen door de leden, aan de personen die gehoord werden. Bij de aanvang van de feitelijke bespreking van het ontwerp wees de voorzitter van de commissie op het feit dat de omzettingstermijn van de richtlijn reeds was verstreken. Hij hoopte dan ook dat de commissie haar werkzaamheden snel zou kunnen afronden.
Collega de Donnea pleitte ervoor om het drempelbedrag van 3.000 euro te behouden. Een lagere drempel zou vooral voor meer administratieve rompslomp zorgen. Hij betwijfelde tevens of jonge kunstenaars wel beter worden van een lagere drempel. Bovendien zou een drempel van 3.000 euro ook verhinderen dat de kunstmarkt zou uitwijken naar het buitenland.
Translated text
Sixth, a sixth measure gives management companies and authors the right to request information on the collection and distribution of the right of succession. Of course, the draft provides for a transitional arrangement for art galleries.
Finally, the Minister also communicated that the draft should in principle have been transposed by 1 January 2006 into our legislation. Therefore, he also urged to bring our legislation into line with the Directive as soon as possible.
Several members of the committee had called for the organization of hearings. Six interested parties were heard by the committee. First, Mr. Raemdonck, on behalf of the Professional Association of Traders in Modern and Contemporary Art, spoke. This association defends the interests of all galleries. He pledged to raise the minimum price to 3,000 euros, instead of the proposed 1,250.
The next speaker was Mr Serck, who spoke on behalf of the Chamber of Auction Halls. This speaker also called for the increase of the minimum threshold to a sum of 3,000 euros. He believed that a lower threshold would further undermine our country’s market position.
The third speaker, Mr Carlier, spoke on behalf of the Royal Association of Professional Artists of Belgium. He called for keeping the threshold as low as possible. The percentage of consistency, on the other hand, should be placed as high as possible.
Mrs Verstringe then spoke on behalf of SABAM, the Belgian Association of Authors, Composers and Publishers. Like the previous speaker, she held that the threshold in the design was too high. According to her, this was detrimental to young, beginner artists, because they never get such prizes.
The next speaker was Ms. Malengrau, on behalf of SOFAM, the copyright management company specializing in the visual arts. He also called for a lower threshold. It specifically proposed to lower the threshold to a sum of 1,000 euros.
The last speaker to be heard was Mr De Maere, who represented UBEMA, the Union of the Belgian-Luxembourg art market. He was in favour of raising the threshold to €3,000, as this amount was already accepted in other countries.
After the hearing, there was, of course, a possibility to ask questions by the members, to the persons who were heard. At the beginning of the actual discussion of the draft, the chairman of the committee pointed out that the deadline for transposition of the directive had already expired. He hoped that the committee would be able to finish its work quickly.
Collega de Donnea pledged to maintain the threshold of €3,000. A lower threshold would generate more administrative burden. He also questioned whether young artists would get better from a lower threshold. In addition, a threshold of €3,000 would also prevent the art market from moving abroad.
#26
Official text
Collega Pieters heeft zich daarbij aangesloten en ook zij haalde een aantal argumenten aan waarom men best in een drempel van 3.000 euro voorziet.
Collega De Meyer daarentegen verzette zich tegen een hogere drempelwaarde. Volgens haar zou een hogere drempel vooral in het nadeel zijn van jonge, beginnende kunstenaars, terwijl net die groep het moeilijk heeft om het hoofd boven water te houden.
Ook collega T'Sijen is voor het behoud van de drempel op 1.250 euro en hij pleitte tevens voor een uitstel tot 2010.
In zijn antwoord stelde de minister dat de regering besloten had om het Parlement de drempel te laten bepalen. Tevens is hij voorstander van een evaluatie van het vastgestelde drempelbedrag over 1 à 2 jaar.
Tot slot werd een aantal amendementen ingediend en vervolgens werd het gehele, geamendeerde ontwerp door de commissie aangenomen met 12 stemmen voor en 3 onthoudingen.
Translated text
Collega Pieters has joined the initiative, and she also raised a number of arguments on why a threshold of 3,000 euros is best provided.
Meyer, on the other hand, opposed a higher threshold. According to her, a higher threshold would be mostly at the disadvantage of young, beginner artists, while just that group has difficulty keeping their head above water.
Also colleague T'Sijen is in favor of ⁇ ining the threshold at 1.250 euros and he also called for a postponement until 2010.
In his response, the minister stated that the government had decided to let Parliament determine the threshold. He also supports an evaluation of the fixed threshold amount over 1 to 2 years.
Finally, a number of amendments were submitted and then the entire amended draft was adopted by the committee with 12 votes in favour and 3 abstentions.
#27
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, toen de minister stelde dat het een moeilijk te trancheren dossier was, dacht ik dat we door het houden van hoorzittingen wel wijzer zouden worden. Het wetsontwerp betreffende het volgrecht is de omzetting van een Europese richtlijn van 21 december 2001. De richtlijn diende te worden omgezet vóór januari 2006. Aangezien het wetsontwerp pas op 4 mei 2006 werd ingediend, was dat van meet af onhaalbaar.
De behandeling van het wetsontwerp heeft daarenboven bijzonder lang aangesleept, voornamelijk omdat de meerderheid herhaaldelijk niet in aantal was. De hoorzittingen maakten ons duidelijk dat niet iedereen die betrokken partij is, op dezelfde golflengte zit en dan voornamelijk inzake de drempel van de verkoopprijs waarvoor volgrecht geldt.
Zoals we uit het verslag hebben vernomen, zijn er enerzijds de vertegenwoordigers van de kunstenaars: SABAM, de Koninklijke Vereniging van beroepskunstenaars van België vzw en SOFAM. Zij vinden een drempel van 1.250 euro een absoluut maximum. Met een hogere drempel zouden jonge kunstenaars niet meer aan hun trekken kunnen komen. Anderzijds zijn er de BUP, de Kamer van veilingzaken en UBEMA. Zij pleiten wel voor een volgrecht van 3.000 euro om competitief te kunnen blijven met de kunsthandel in het buitenland. Zij bekijken het volgrecht immers samen met het hoge btw-tarief van 21% dat daarvoor in ons land geldt. Dat tarief is merkelijk hoger dan in andere landen.
De minister gaf na veel discussies en vergaderingen aan dat het Parlement zich zal moeten uitspreken over de opportuniteit van een eventuele verhoging van de drempel.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, when the Minister stated that it was a difficult file to tranch, I thought we would become wiser by holding hearings. The draft law on the right of succession is the transposition of a European Directive of 21 December 2001. The Directive had to be transposed by January 2006. Since the draft law was only submitted on 4 May 2006, it was impossible from the outset.
Furthermore, the treatment of the draft law has been ⁇ lengthy, mainly because the majority was repeatedly out of number. The hearings made it clear to us that not all parties involved are on the same wavelength and then mainly with regard to the threshold of the sales price to which consistency applies.
As we learned from the report, there are, on the one hand, the representatives of the artists: SABAM, the Royal Association of Professional Artists of Belgium vzw and SOFAM. They consider a threshold of 1.250 euros an absolute maximum. With a higher threshold, young artists would no longer be able to get to their tracks. On the other hand, there are the BUP, the Chamber of Auctions and UBEMA. They are advocating for a follow-up fee of 3,000 euros in order to remain competitive with the art trade abroad. In fact, they look at the follow-up right together with the high VAT rate of 21% that applies to it in our country. This rate is significantly higher than in other countries.
After many discussions and meetings, the Minister indicated that Parliament will have to take a decision on the opportunity of a possible increase in the threshold.
#28
Official text
Wat een kans, zou men zeggen.
Hij geeft ook aan dat de Ministerraad niet heeft voorzien in een overgangsregeling, maar dat het opnieuw aan het Parlement is om te oordelen over het nut van de invoering van een afwijking. Bij de algemene bespreking vraagt de commissievoorzitter om snel te beslissen, aangezien de omzettingstermijn verstreken is.
Wij pleiten voor een drempelbedrag van 3.000 euro en sluiten ons aan bij de argumentatie van de heer de Donnea. Wij voegen eraan toe dat er waakzaamheid is geboden om het belangrijk kunstpatrimonium dat er in ons land nog is, in ons land te houden, voor zover dat nog mogelijk is.
Voor ons is het behoud van ons rijk cultuurpatrimonium in ons land van cruciaal belang. Het lijkt ons dan ook duidelijk dat in geval van een minimumdrempel van 1.250 euro de administratieve rompslomp - de heer Van Quickenborne houdt zich liever bezig met de solden dan met de echte administratieve rompslomp - aanzienlijk zal toenemen, terwijl het voordeel voor de kunstenaar zelf minimaal is. Op een kunstwerk van bijvoorbeeld 1.250 euro zal de kunstenaar 50 euro ontvangen, maar er geldt wel een aangifteplicht en dus een grotere administratieve rompslomp.
De minister onderstreept nogmaals dat het Parlement de keuze heeft om zelf een nieuw drempelbedrag vast te leggen en dat maar liefst acht lidstaten hebben gekozen voor 3.000 euro. Hij geeft ons bijna de pap in de mond.
De minister stelt dat België een hoog btw-tarief heeft, maar dat dat een ander debat is. Dat is inderdaad correct. De hoge btw-aanslag heeft echter een rechtstreeks effect op de prijzen van kunstwerken en is dus wel een factor in het debat wat betreft de drempel op het vlak van het volgrecht. In de internationale concurrentie gaat het immers altijd over het totaalplaatje. Als ons kunstpatrimonium hier wegvlucht, is het vooral omdat onze btw-voet daarop veel te hoog is. Het debat daarover is dus wel aan de orde.
Na nog een aantal vergaderingen, wegens de afwezigheid van de meerderheid, duiken plots nieuwe leden op - plaatsvervangers en andere - en is onze verslaggever afwezig. Ik weet niet om welke reden dat was, maar ik heb wel een vermoeden. Zij komen aanzetten met nieuwe amendementen. Het amendement van de heer de Donnea, dat mee was ondertekend door de VLD, wordt weggestemd, onder andere door de VLD zelf en er wordt een nieuw amendement ingediend door de VLD, sp.a en de PS.
Translated text
What a chance, one might say.
He also indicates that the Council of Ministers has not provided for a transitional arrangement, but that it is again up to Parliament to judge on the usefulness of introducing a derogation. At the general meeting, the chairman of the committee asks for a quick decision, as the transposition deadline has expired.
We advocate a threshold of €3,000 and agree with Mr. de Donnea’s argument. We add that vigilance has been required to keep the important art heritage that still exists in our country in our country, as far as it is still possible.
For us, preserving our rich cultural heritage in our country is of crucial importance. It is therefore clear to us that, in the case of a minimum threshold of EUR 1.250, the administrative fee – Mr. Van Quickenborne prefers to engage in the soldees rather than with the actual administrative fee – will increase significantly, while the benefit for the artist himself is minimal. For an artwork of, for example, 1,250 euros, the artist will receive 50 euros, but there is a declaration obligation and therefore a greater administrative burden.
The Minister reiterates that Parliament has the choice to set a new threshold itself and that as many as eight Member States have chosen €3,000. He almost gives us the pot in the mouth.
The Minister argues that Belgium has a high VAT rate, but that is another debate. That is indeed correct. However, the high VAT tax has a direct effect on the prices of works of art and is thus a factor in the debate on the threshold for the right of follow-up. In international competition, it is always about the total plate. If our artistic heritage flies away here, it is mainly because our VAT rate on it is much too high. The debate on this subject is therefore in question.
After another number of meetings, due to the absence of the majority, suddenly new members appear - deputy and others - and our reporter is absent. I don’t know why, but I have a suspicion. They are promoted with new amendments. The amendment of Mr de Donnea, which was signed by the VLD, is rejected, among others by the VLD itself, and a new amendment is submitted by the VLD, sp.a and the PS.
#29
Official text
Vele commissieleden waren nooit tevoren aanwezig, hebben de hoorzittingen eenvoudigweg niet meegemaakt, weigeren hun parlementaire verantwoordelijkheid op te nemen en kaatsen de bal terug naar de regering. Het Parlement krijgt in dit ontwerp op nog een tweede punt de vrijheid om te beslissen, maar opnieuw wordt de bal teruggekaatst naar de regering. Het amendement van de heer Hove om de Belgische doorverkopen van kunstwerken van overleden kunstenaars die niet op openbare veilingen worden verkocht, vrij te stellen van volgrecht tot 2010, wordt ingetrokken door de VLD zelf en wordt vervangen door een amendement van mevrouw De Meyer waarbij de Koning – niet het Parlement! – de bevoegdheid krijgt om het volgrecht op kunstwerken van overleden kunstenaars die niet op openbare veilingen worden verkocht, vrij te stellen. Het Parlement heeft dus tot twee keer toe een uitstekende kans gekregen om zich te bewijzen, maar men heeft zich deze kansen aan de neus laten voorbijgaan. Wat dit laatste betreft: wij hebben geen enkele garantie dat de Koning dit zal doen. De meerderheid heeft hier verzaakt aan haar parlementaire rechten en plichten.
De wonderen zijn de wereld nog niet uit, mijnheer de voorzitter. Uw dierbaar Parlement kaatst in deze aangelegenheid, die u ook dierbaar is en waarbij u wellicht met meer kennis van zaken zou kunnen spreken dan vele van uw VLD-collega's, de bal terug naar de regering die ook geen beslissing heeft genomen of heeft kunnen nemen. Het parlement neemt geen enkele verantwoordelijkheid, weet wellicht niet waarover het gaat en geeft terug aan de regering wat de regering niet toekomt, omdat niet tot een vergelijk werd gekomen. Wat een vaudeville! Wellicht is dit de nieuwe VLD: progressief en liberaal, maar vooral onbeslist en zelfs niet meer in staat tot het vinden van een compromis. Wij zullen ons hierbij onthouden, omwille van de drempel. Wij weten dat dit goedgekeurd moet worden en dat wij al te laat zijn: vandaar geen neen-stem, maar een onthouding.
Translated text
Many committee members have never been present before, have simply not attended the hearings, refuse to assume their parliamentary responsibilities and throw the ball back to the government. In this draft, Parliament is given the freedom to decide on another point, but again the ball is returned to the government. Mr Hove’s amendment to exempt the Belgian resale of artworks of deceased artists who are not sold at public auctions from the right of follow-up until 2010, is repealed by the VLD itself and is replaced by an amendment by Mrs. De Meyer in which the King – not the Parliament! – be empowered to exempt the right of succession to artworks of deceased artists that are not sold at public auctions. Parliament has thus twice been given an excellent opportunity to prove itself, but these opportunities have been overlooked. As for the latter, we have no guarantee that the King will do this. The majority has here renounced its parliamentary rights and duties.
The miracles are not yet out of the world, Mr. President. Your dear Parliament in this matter, which is also dear to you and in which you might be able to speak with more knowledge of matters than many of your VLD colleagues, the ball back to the government that has also not taken a decision or has been able to take a decision. Parliament does not assume any responsibility, may not know what it is about and will return to the government what does not belong to the government, because there has not been a settlement. What a vaudeville! Per ⁇ this is the new VLD: progressive and liberal, but above all indecisive and even no longer able to find a compromise. We will refrain from this because of the threshold. We know that this must be approved and that we are already too late: hence not a no vote, but an abstinence.
#30
Official text
Monsieur le président, je ne serai pas très longue.
Monsieur le ministre, chers collègues, je tiens tout d'abord à remercier M. Hove pour la qualité de son rapport.
Le projet de loi relatif au droit de suite au profit de l'auteur d'une œuvre originale entend rendre le droit belge conforme à une directive européenne du 27 septembre 2001. Les principales adaptations de la loi du 30 juin 1994 relative aux droits d'auteur et aux droits voisins concernent le champ d'application, les tarifs mais aussi la gestion administrative du droit de suite.
Le droit de suite a une importance économique pour l'auteur d'une œuvre d'art plastique ou graphique en ce qu'il lui permet de participer au succès économique de son œuvre. Il tend ainsi à rétablir un équilibre entre la situation des auteurs d'œuvres d'art et celle des autres créateurs qui tirent profit des exploitations successives de leurs œuvres.
Notre groupe socialiste estime qu'il s'agit d'un bon projet en ce qu'il constitue avant tout un compromis global et intelligent entre les différents acteurs concernés. Il apporte des solutions équilibrées et qui ne défavorisent pas la promotion des intérêts des nouveaux artistes, ce à quoi mon groupe est très sensible et est, dès lors, resté attentif durant les discussions en commission.
Enfin, ce projet peut encore être qualifié de projet "ouvert" en ce sens qu'il permet, dans le cadre de sa réalisation et conformément à la directive prise en la matière, de procéder à des adaptations en cours de réalisation et ce, dans un souci de concilier les divers intérêts en jeu sur le marché des œuvres d'art originales.
Les mesures d'information et de notification visant à garantir l'efficacité de la perception du droit de suite ont été précisées, voire renforcées dans le projet, ce qui constitue déjà une belle avancée en matière de transparence au sein du secteur.
Translated text
I will not be too long.
First of all, I would like to thank Mr. Hove for the quality of his report.
The draft law on the right of succession for the benefit of the author of an original work aims to make Belgian law consistent with a European Directive of 27 September 2001. The main adjustments to the Act of 30 June 1994 on copyright and related rights concern the scope, the tariffs but also the administrative management of the successive right.
The right of succession has an economic importance for the author of a work of plastic or graphic art in that it allows him to participate in the economic success of his work. It thus tends to restore a balance between the situation of authors of works of art and that of other creators who benefit from successive exploits of their works.
Our Socialist Group considers this a good project in that it constitutes above all a comprehensive and intelligent compromise between the various stakeholders concerned. It provides balanced solutions that do not disadvantage the promotion of the interests of new artists, which my group is very sensitive to and has, therefore, remained attentive during the discussions in the committee.
Finally, this project can still be qualified as an “open” project in the sense that it allows, in the context of its implementation and in accordance with the directive adopted in the matter, to carry out adaptations in progress, in an effort to reconcile the various interests at stake on the market of original works of art.
The information and notification measures aimed at ensuring the effectiveness of the collection of the follow-up right have been specified or even strengthened in the project, which already constitutes a significant advance in transparency within the sector.
#31
Official text
Het woord is aan de heer Hove, niet meer als verslaggever, maar namens zijn fractie.
Translated text
The word is to Mr. Hove, no longer as a reporter, but on behalf of his group.
#32
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, hoewel dit wetsontwerp in feite niet meer is dan de omzetting van een Europese richtlijn, waren er toch een aantal mogelijkheden voor ons land om gebruik te maken van de vrijheden die Europa ons liet. Dat betrof in feite een tweetal aspecten in het ontwerp, enerzijds de drempel inzake de vrijstelling op het volgrecht en anderzijds het toepassingsveld, met name de datum van inwerkingtreding voor bepaalde handelaars, met name de kunstgalerijen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de discussie zich voornamelijk op die twee punten heeft toegespitst.
Zoals de minister heeft toegelicht, voorziet de wet vandaag reeds in een volgrecht van 4 procent op het verkoopbedrag van beeldende kunst die openbaar wordt geveild. Het verkoopbedrag moet wel minimum 1.250 euro bedragen. Daaronder is er een vrijstelling.
In vergelijking met de andere Europese landen zijn er toch nog talrijke verschillen. Om een harmonisering tot stand te brengen – zo heb ik het althans begrepen – is er nu deze Europese richtlijn. Concurrentievervalsing wordt beperkt, maar niet uitgeschakeld omdat, zoals reeds gezegd, de harmonisering niet totaal is. Zo heeft België gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in een uitzondering te voorzien voor promotieverkopen. De richtlijn bepaalt dat het volgrecht pas moet worden toegepast vanaf een drempel van 3.000 euro, wat dus hoger is dan wat nu in België gangbaar is.
Lidstaten kunnen een lagere drempel invoeren. De regering wou oorspronkelijk de lagere grens van 1.250 euro behouden. Het Parlement kon deze drempel echter verhogen. Als we naar de ons omringende buurlanden kijken, stellen we vast dat bijvoorbeeld Nederland reeds aangegeven heeft om een drempel van 3.000 euro in te voeren. Daarenboven heeft een Brits onderzoek aangetoond dat de administratieve kosten voor het innen van het volgrecht onder de 3.000 euro – dat is hier daarnet reeds gezegd – onredelijk hoog oplopen in vergelijking met wat er eventueel naar de kunstenaars of later hun erfgenamen, zou vloeien.
Volgens een aantal sprekers zou een lage drempel onze marktpositie nog verder ondermijnen. Men mag ook niet vergeten dat in ons land een hoger btw-tarief geldt dan in de ons omringende landen. In Nederland geldt een tarief van 19 procent en ook Frankrijk hanteert een lager btw-tarief, namelijk 19,6 procent. Groot-Brittannië kent een btw-tarief van 17,5 procent. Dit gegeven, gecombineerd met een lage drempel, leidt tot concurrentievervalsing. Daarom had ik een amendement ingediend om de drempel te verhogen tot 3.000 euro.
Ten opzichte van deze problematiek bestaan en bestonden er duidelijk twee visies. Die breuklijn is ook duidelijk tot uitdrukking gekomen tijdens de hoorzittingen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, although this bill is in fact nothing more than the transposition of a European directive, there were still a number of opportunities for our country to take advantage of the freedoms that Europe gave us. In fact, it concerned two aspects of the draft, on the one hand the threshold for the exemption from the right of follow-up and on the other hand the scope, in particular the date of entry into force for certain traders, in particular the art galleries. It is therefore not surprising that the discussion focused primarily on these two points.
As the minister explained, the law already provides today for a follow-up right of 4 percent on the sales amount of visual art auctioned to the public. The sales amount must be at least 1.250 euros. There is an exemption here.
Compared to other European countries, there are still numerous differences. In order to ⁇ a harmonisation – I have at least understood it – this European Directive is now there. Competition distortion is limited but not eliminated because, as already stated, harmonisation is not total. For example, Belgium has taken advantage of the possibility to provide for an exception for promotional sales. The directive stipulates that the follow-up right must only be applied from a threshold of 3,000 euros, which is therefore higher than what is currently common in Belgium.
Member States may introduce a lower threshold. The government originally intended to maintain the lower limit of 1.250 euros. However, the Parliament was able to raise this threshold. If we look at the neighboring countries around us, we find that, for example, the Netherlands has already indicated to introduce a threshold of 3,000 euros. Furthermore, a British study has shown that the administrative costs for collecting the follow-up right below the €3,000 – which has already been said here – are unreasonably high compared to what would eventually flow to the artists or later their heirs.
According to some speakers, a low threshold would further undermine our market position. It should also be noted that in our country a higher VAT rate applies than in the countries around us. In the Netherlands there is a rate of 19 percent and also in France there is a lower VAT rate, namely 19.6 percent. Britain has a VAT rate of 17.5 percent. This, combined with a low threshold, leads to competition distortion. Therefore, I had submitted an amendment to raise the threshold to 3000 euros.
In relation to this problem there existed and clearly existed two visions. This breaking line was also clearly expressed during the hearings.
#33
Official text
Enerzijds zijn er mensen van mening dat het volgrecht ook de kleine kunstenaar ten goede moet komen. Een hoge vrijstelling is voor hen uit den boze, omdat dan alleen in het geval van dure en populaire werken een volgrecht moet worden betaald. Anderzijds is er een groep mensen van oordeel dat de kunstenaar vooral gebaat is met een bloeiende kunsthandel. Daarvoor is het nodig om eventuele concurrentienadelen te voorkomen. Anders dreigt de handel te delokaliseren met alle nefaste gevolgen van dien, ook en misschien wel in de eerste plaats voor die kleine kunstenaar. Deze groep pleit er dan ook voor om het minimumbedrag op te trekken tot wat in de richtlijn werd voorzien.
Mijn persoonlijke visie is dat als de financiële opbrengst van het volgrecht voor de belanghebbenden – en dat zou in de eerste plaats de kunstenaar zelf moeten zijn en pas dan zijn erfgenamen – niet opweegt tegen de belangen van een bloeiende kunsthandel, we er dan over moeten waken dat wij hen geen overdreven concurrentienadeel moeten berokkenen.
De vraag rijst bovendien of het volgrecht in de eerste plaats wel de kunstenaars ten goede komt en of er voor de kunstenaar ook geen nefaste gevolgen, bijvoorbeeld de ontwikkeling van een zwarte markt, zijn wanneer wij de drempel verlagen. Ik volg dus deels de visie van de tweede groep. Het is overigens duidelijk dat heel wat anderen eveneens bekommerd zijn over mogelijke concurrentievervalsing.
Een ander aspect betreft de overgangsregeling voor kunstgalerieën. Uit de toelichting van de minister was duidelijk gebleken dat ons land over de juridische mogelijkheid beschikte om tot 1 januari 2010 de kunstgalerieën van volgrecht vrij te stellen. Zoiets is trouwens ook in Frankrijk gebeurd, met name om er voor te zorgen dat er geen kunstmatig, om een toepasselijk woord te gebruiken, concurrentienadeel ten aanzien van de eigen kunstgalerieën zou worden gecreëerd. Ook hier wordt het aan het Parlement overgelaten om in een eventuele afwijking te voorzien.
Omdat een aantal buurlanden verkiest om te wachten tot 2010 om de richtlijn in te voeren, had ik een amendement in die zin ingediend. Het is immers niet ondenkbeeldig dat, indien ons land het volgrecht nu al invoert en de buurlanden pas in 2010, er niemand nog via Belgische galerieën zal willen werken. In dit kader voel ik dus veel voor het optrekken van de drempel naar 3.000 euro. Bovendien had ik ook een amendement ingediend om het Belgisch doorverkopen van kunstwerken van overleden kunstenaars die niet op de openbare veilingen worden verkocht, vrij te stellen van volgrecht tot 2010. Zoals daarnet geschetst, liet de Europese richtlijn een dergelijke vrijstelling toe.
Wat echter in de commissie tot stand is gekomen, is duidelijk een compromis. Het wordt aan de Koning overgelaten om de datum van inwerkingtreding van deze wet, alsook een eventuele verhoging van het drempelbedrag te bepalen. Dit moet dan toelaten om flexibel in te spelen op de evolutie op de markt. Naar mijn mening echter moet de regering haar verantwoordelijkheid nemen en de concurrentiepositie van de kunsthandel vrijwaren, de administratieve rompslomp beperken om zo de belangen van de kunstenaar daadwerkelijk te verdedigen.
Translated text
On the one hand, there are people who believe that the follow-up right should also benefit the small artist. A high exemption is for those out of the evil, because then only in the case of expensive and popular works a follow-up fee must be paid. On the other hand, there is a group of people who believe that the artist is especially benefited by a thriving art trade. This is necessary to avoid potential competitive disadvantages. Otherwise, the trade threatens to be relocalized with all the nefarious consequences thereof, also and ⁇ in the first place for that little artist. This group therefore proposes to raise the minimum amount to what was provided for in the Directive.
My personal view is that if the financial proceeds of the follow-up right for the stakeholders – and that should first be the artist himself and only then his heirs – do not outweigh the interests of a thriving art trade, then we must be careful that we do not cause them an excessive competitive disadvantage.
Furthermore, the question arises whether the right of follow-up is in the first place beneficial to the artists and whether there are no negative consequences for the artist, for example the development of a black market, if we lower the threshold. So I partially follow the vision of the second group. Furthermore, it is clear that many others are also concerned about possible competition distortion.
Another aspect concerns the transitional arrangement for art galleries. The Minister’s explanation clearly showed that our country had the legal possibility to exempt the art galleries from subsequent rights until 1 January 2010. This has, by the way, also occurred in France, in particular to ensure that no artificial, to use an appropriate word, competitive disadvantage would be created in relation to its own art galleries. Here too, it is left to Parliament to provide for a possible derogation.
Since a number of neighboring countries prefer to wait until 2010 to implement the directive, I had submitted an amendment in that regard. After all, it is not unthinkable that if our country already introduces the follow-up right and the neighboring countries only in 2010, no one will still want to work through Belgian galleries. In this context, I feel very much for raising the threshold to 3000 euros. In addition, I had also submitted an amendment to exempt the Belgian resale of works of art of deceased artists that are not sold at public auctions from the right of follow-up until 2010. As mentioned above, the European Directive allowed such an exemption.
However, what has been achieved in the committee is clearly a compromise. It is left to the King to determine the date of entry into force of this law, as well as any increase in the threshold amount. This should then allow to flexibly respond to the evolution of the market. In my opinion, however, the government must take its responsibility and safeguard the competitive position of the art trade, reduce the administrative burden in order to effectively defend the interests of the artist.
#34
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik repliceer nog heel kort vanop mijn bank, want alles is gezegd door de rapporteur bij de behandeling van zijn rapport.
Het gaat om de omzetting van een richtlijn van 2001. Die moet zo spoedig mogelijk geschieden. Er waren twee punten waarvan de regering heeft gezegd dat het Parlement kon trancheren. Het Parlement heeft getrancheerd, maar dan in de zin dat geen drempelbepaling en ook geen datum van inwerkingtreding werd vastgelegd. Dat wordt overgelaten aan de Koning. Wij zullen dat dus met de nodige flexibiliteit en naar godsvrucht en vermogen invullen.
Translated text
Mr. Speaker, I will replicate very briefly from my bank, because everything has been said by the rapporteur during the reading of his report.
It is about transposing a 2001 Directive. This should be done as soon as possible. There were two points that the government said the Parliament could tranch. The Parliament ranks, but in the sense that no threshold was fixed, nor was a date of entry into force fixed. This is left to the King. We will therefore fill it with the necessary flexibility and according to godfather and ability.
#35
Official text
Mevrouw Lanjri, u bent verslaggever van dit wetsontwerp.
Dat blijkt u te verrassen.
Translated text
Mrs Lanjri, you are the reporter of this bill.
This seems to surprise you.
#36
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat dit ontwerp volgende week stond geagendeerd.
Translated text
Mr. Speaker, I thought this draft was scheduled next week.
#37
Official text
Nee, het staat nu op de agenda. Het gaat hier niet over de resolutie. Het gaat over de controle van de resolutie. Er zijn twee elementen. Dit document gaat niet over de plechtige verklaring.
Translated text
It is now on the agenda. This is not about the resolution. It is about the control of the resolution. There are two elements. This document is not about the solemn declaration.
#38
Official text
Dan gaat het over de statistieken.
Ik heb momenteel het verslag niet bij. Ik verwijs naar het verslag.
Ik durf ook te stellen dat het erop neerkomt om, in uitvoering van de besprekingen tijdens de vorige bijeenkomsten van de Wereldvrouwenconferentie, overal waar het nodig en nuttig is de gepaste gegevens te verzamelen die betrekking hebben op gender. Daarvoor wordt er bij de administratie een interdepartementale werkgroep opgericht.
Dat is in een notendop de weergave van het verslag van dit wetsontwerp.
Translated text
Then it is about the statistics.
I do not currently have the report. I refer to the report.
I also dare to say that it means, in the course of the discussions at the previous meetings of the World Conference on Women, to collect the appropriate gender-related data wherever it is necessary and useful. For this purpose, an interdepartmental working group will be established at the administration.
That is, in a nutshell, the reflection of the report of this bill.
#39
Official text
U dacht aanvankelijk dat het ging om het ander ontwerp dat volgende week aan de orde zal zijn.
Translated text
You initially thought it was about the other design that will be discussed next week.
#40
Official text
Ik werk ondertussen aan iets anders, maar in dat verband ben ik blijkbaar geen verslaggever.
Translated text
I am currently working on something else, but in that regard I am apparently not a reporter.
#41
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik dank de rapporteur voor haar kort, maar bondig verslag.
Het wetsontwerp heeft de intentie om de gender mainstreaming te institutionaliseren in het beleid aan de hand van mechanismestructuren en -instrumenten. De aanzet hiertoe is de resolutie aangenomen tijdens de 49ˢᵗᵉ zitting van de commissie voor de Status van de Vrouw vorig jaar. Die resolutie zet de staten ertoe aan om de gender mainstreaming te verankeren in de nationale beleidslijnen en programma's en werk te maken van naar gender opgesplitste statistieken en genderindicatoren.
Een zeer belangrijk beleidsinstrument dat wordt ingevoerd door het ontwerp, zijn de naar geslacht opgesplitste statistieken. Meten is immers weten. De VLD is hiervoor reeds jaren vragende partij. Vorig jaar diende onze fractie daarvoor nog een resolutie in.
De naar geslacht uitgesplitste statistieken zijn een onmisbaar instrument om een beeld te krijgen van de situatie van vrouwen en mannen in de samenleving, de vooruitgang te beoordelen van de strategische gelijkheidsdoelstellingen en het beter kunnen inschatten van de gevolgen van de reeds ingediende maatregelen.
Weliswaar gaat het dienaangaand enkel om de relevante statistieken. Het heeft geen zin om alle statistieken op te splitsen. Dat zou een gigantisch, tijd- en kostenrovend werk zijn. Daarom werd in de commissie ook een amendement in die zin ingediend.
Het dient te worden gezegd dat het een transversale bevoegdheid is en dus nog een immens groot werk voor de bevoegde minister van Gelijke Kansen is.
Mijnheer de minister, het voorliggend ontwerp heeft lang op zich laten wachten. Het is immers sinds de Vrouwenconferentie van 1995 dat het als doelstelling werd beoogd. Het heeft veel voeten in de aarde gehad, maar we denken dat een en ander wordt goedgemaakt, doordat in het voorliggend wetsontwerp een globaal actieplan vervat zit voor het institutionaliseren van de gender mainstreaming.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, I thank the rapporteur for her brief but concise report.
The bill intends to institutionalize gender mainstreaming in policy through mechanism structures and instruments. The initiative for this was the resolution adopted at the 49th session of the Committee on the Status of Women last year. The resolution encourages states to incorporate gender mainstreaming into their national policies and programmes and to work on gender-split statistics and gender indicators.
A very important policy instrument introduced by the draft is the statistics divided by gender. Measurement is knowing. The VLD has been a party asking for this for years. Last year, our group submitted a resolution on this.
Gender-specific statistics are an indispensable tool to gain a picture of the situation of women and men in society, to assess progress towards the strategic equality objectives and to better assess the impact of the measures already submitted.
However, this is only about the relevant statistics. There is no point in dividing all statistics. That would be a huge, time-consuming and costly work. There was also an amendment in this regard.
It must be said that it is a transversal competence and therefore still an immense job for the competent Minister of Equal Opportunities.
The present draft has been waiting for a long time. It is since the 1995 Women’s Conference that it has been aimed at. It has had a lot of feet in the earth, but we think something is being corrected because the current bill contains a global action plan for institutionalizing gender mainstreaming.
#42
Official text
Mijnheer de voorzitter, uiteraard staan wij achter dat voorstel. Toch betreuren wij ten zeerste dat het initieel voorstel van de regering in de commissie werd afgezwakt door een amendement van de meerderheidsfracties.
Het initiële voorstel had eigenlijk de bedoeling om alle gegevens te verzamelen die betrekking kunnen hebben op gender. Dat is nu beperkt tot de zogenaamde relevante gegevens. Uit de situatie in het buitenland, vooral in de Scandinavische landen, blijkt dat men soms tot verrassende conclusies is gekomen, bijvoorbeeld uit cijfers die verzameld werden binnen departementen, waarvan aanvankelijk niet werd gedacht dat die cijfers zo relevant zouden zijn.
Het is dus jammer dat de gegevens nu worden beperkt tot bepaalde cijfers, en dat niet van alles de cijfers die betrekking hebben op gender – en die hoe dan ook worden verzameld –, worden bijgehouden.
Ik hoop dan toch dat het amendement dat ik in de commissie heb voorgesteld en dat verworpen werd, na een evaluatie van dit ontwerp desgevallend de wet zal kunnen bijsturen. Over een jaar of twee zal ik er misschien – hopelijk – op kunnen terugkomen.
Translated text
Of course, we support this proposal. Nevertheless, we deeply regret that the initial proposal of the government in the committee was weakened by an amendment of the majority factions.
The initial proposal was actually intended to collect all data that could be related to gender. This is now limited to the so-called relevant data. The situation abroad, especially in the Scandinavian countries, shows that sometimes surprising conclusions have been reached, for example from figures collected within departments, which initially were not thought to be so relevant.
Therefore, it is regrettable that the data is now limited to certain figures, and that not all the figures relating to gender – and which are collected anyway – are tracked.
I hope, however, that the amendment I have proposed in the committee and which was rejected, after an evaluation of this draft, will be able to amend the law if necessary. In a year or two, I may, hopefully, be able to get back on it.
#43
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil op dat punt reageren.
Het amendement dat door ons werd ingediend, bevat inderdaad de zinsnede “alleen wanneer dit relevant is”. Dat amendement werd gemaakt omdat wij benaderd waren door mensen van het Nationaal Instituut voor de Statistiek, die zeiden dat alle begin moeilijk is. Zij willen wel beginnen met de verzameling van gegevens voor een aantal zaken, maar ze kunnen dat niet voor alles tegelijk. Ik moet zeggen, het heeft al meer dan tien jaar geduurd eer we tot het huidig resultaat zijn kunnen komen. Als we nu alles in de war zouden laten lopen door registratie, dan zouden we daar ook niet mee gebaat zijn.
Mevrouw Lanjri, ik neem het voorbeeld wel aan dat u in de commissie vernoemde. In de Scandinavische landen is men met die gegevensverzameling al veel vroeger begonnen. Ik neem aan dat er mettertijd ook hier zaken zullen bijkomen, en die mogelijkheid staat ook open. Daartoe kan een verzoek ingediend worden. Als er betwisting is over de vraag of het verzoek al dan niet relevant is, dan wordt het advies gevraagd van de raad voor Gelijke Kansen. Wat u nu zegt, is dus nog altijd mogelijk, ondanks ons amendement. Onze doelstelling is eigenlijk dezelfde.
Mevrouw Lanjri, u hebt zelf een amendement ingediend dat bepaalt dat de gegevens enkel betrekking moeten hebben op personen. Mijn collega Turtelboom en ikzelf meenden dat we dan niet hetzelfde beoogden.
Maar ik denk dat we wel hetzelfde doel voor ogen hebben. Ik denk dat we er mettertijd samen wel zullen komen.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to respond to this point.
In fact, the amendment we submitted contains the phrase “only when relevant”. That amendment was made because we were approached by people from the National Institute of Statistics, who said that all beginnings are difficult. They want to start collecting data for a number of things, but they can’t do it for everything at once. I must say that it has taken more than ten years before we have been able to reach the current result. If we now confused everything through registration, we would not benefit from it either.
Mrs Lanjri, I take the example you mentioned in the committee. In the Scandinavian countries, this data collection has begun much earlier. I assume that with time there will also be things here, and that possibility is also open. For this purpose a request can be submitted. If there is a dispute as to whether the request is relevant or not, the opinion is requested from the Equal Opportunities Board. So what you say now is still possible, despite our amendment. Our goal is actually the same.
Mrs Lanjri, you have submitted an amendment that states that the data should only relate to persons. My colleague Turtelboom and myself thought that we did not intend the same.
But I think we have the same goal. I think we will come together with time.
#44
Official text
Werd de Kamer voldoende ingelicht?
Translated text
Was the room sufficiently informed?
#45
Official text
Monsieur le président, j'interviens tout simplement pour dire que le cdH soutiendra ce projet de loi, même si nous estimons qu'il est toujours possible d'aller plus loin et de peaufiner les textes.
Translated text
Mr. Speaker, I am simply intervening to say that the CDH will support this bill, even though we believe that it is always possible to go further and refine the texts.
#46
Official text
De rapporteur, de heer Dylan Casaer, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
Translated text
The rapporteur, Mr Dylan Casaer, refers to his written report.
#47
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, ce deuxième projet de loi, qui a été pris dans la foulée du premier, traite de la sécurité d'exploitation ferroviaire et revêt toute l'importance dont je parlais dans mon introduction tout à l'heure.
Nous bénéficions, en Belgique, d'un système qui est déjà hautement sécurisé, même s'il y a parfois, comme partout, quelques couacs. Ce système nous est d'ailleurs envié à l'étranger. Tous les intervenants étaient d'accord pour dire que ce système de sécurité devait être préservé et qu'il ne fallait pas brader la sécurité au nom de la rentabilité.
Le projet prévoit la mise en place de trois organes: un organe de sécurité national, indépendant d'Infrabel et des entreprises ferroviaires; un organisme d'enquête permanent, tout aussi indépendant, qui offre des garanties de neutralité et d'impartialité lors d'incidents ou d'accidents; enfin, un centre de formation du personnel de bord et des conducteurs du rail. Chaque partie est entièrement responsable de ses actes dans le cadre de ses missions.
Tous les intervenants soulignaient l'importance d'une harmonisation communautaire afin d'arriver à un véritable espace ferroviaire européen mais tous ont dit aussi qu'il fallait prendre garde à ne pas niveler par le bas pour maintenir un système de sécurité performant.
Un commissaire, M. Deseyn, a insisté sur l'importance de la mise en œuvre de l'ETCS, le système de signalisation communautaire, accouplé avec le GSMR, que nous avons voté dans un projet de loi avant les vacances, tout cela faisant partie de l'ERTMS (European Rail Traffic Management System).
Deux commissaires ont insisté sur le fait qu'au-delà de l'exigence de la certification pour les conducteurs de trains, il était important de prendre en compte d'autres consignes de sécurité, comme par exemple les horaires de travail pour les conducteurs, en tenant compte des heures de travail, des heures de conduite et des heures de repos puisque cela a déjà fait l'objet d'une CCT communautaire, donc européenne, il y a quelques mois.
Divers amendements ont été déposés par votre rapporteur, notamment concernant le fait de prendre des décisions jugées importantes en Conseil des ministres. Pour plus de précisions, je m'en référerai à mon rapport écrit.
Enfin, votre rapporteur a déposé un amendement, qui a également été adopté, sur le retour éventuel des travailleurs de la SNCB Holding qui auraient intégré l'organe de l'Autorité nationale de sécurité vers leur fonction première, à leur demande.
L'ensemble du projet a été voté par dix voix et quatre abstentions.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, this second bill, which was adopted in the aftermath of the first, deals with the safety of railway operation and has all the importance of which I spoke in my introduction just recently.
We benefit, in Belgium, from a system that is already highly secure, even though there are sometimes, as everywhere, a few bugs. We are envious of this system abroad. All the speakers agreed that this security system should be preserved and that security should not be blamed in the name of profitability.
The project provides for the establishment of three bodies: a national security body, independent of Infrabel and railway companies; a permanent investigation body, equally independent, which offers guarantees of neutrality and impartiality in case of incidents or accidents; and finally, a training center for board personnel and railway drivers. Each Party is fully responsible for its actions in the framework of its tasks.
All speakers highlighted the importance of a Community harmonisation in order to reach a true European railway space but all also said that it is necessary to be careful not to level downwards in order to maintain a performance safety system.
A member of the Commission, Mr. Deseyn, insisted on the importance of implementing ETCS, the Community Signal System, coupled with GSMR, which we voted in a bill before the holidays, all of which are part of the ERTMS (European Rail Traffic Management System).
Two Commissioners insisted on the fact that beyond the requirement of certification for train drivers, it was important to take into account other safety guidelines, such as the working hours for drivers, taking into account working hours, driving hours and rest hours since this was already the subject of a Community CCT, thus European, a few months ago.
Several amendments have been submitted by your rapporteur, in particular concerning the taking of decisions deemed important in the Council of Ministers. For further clarification, I will refer to my written report.
Finally, your rapporteur submitted an amendment, which was also adopted, on the possible return of employees of SNCB Holding who would have integrated the body of the National Security Authority into their primary function, at their request.
The whole proposal was voted by ten votes and four abstentions.
#48
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de omzetting van de richtlijnen die vervat zitten in het eerste en het tweede spoorpakket en die de vrijmaking van het goederenvervoer per spoor beogen, werden tot heden in vrij hoog tempo door het Parlement gejaagd, hetzij via de programmawet, hetzij deze keer via de spoedprocedure. Wij vinden dat jammer, omdat volgens ons het Parlement uitgebreid moet kunnen debatteren over een belangrijk onderwerp als de liberalisering van het spoorvervoer, een vrijmaking die absoluut noodzakelijk is om de modal shift van het goederenvervoer van de weg naar het spoor te realiseren. Dat past in het streven van het Witboek Vervoer van de Europese Commissie om bereikbaarheid en leefbaarheid met elkaar te verzoenen.
Onze fractie hoopt dat de commissie voor de Infrastructuur over het veelbelovende derde spoorpakket, dat gaat over het reizigersvervoer en dat reeds voorligt bij de Raad van Ministers, wel uitgebreid zal kunnen debatteren.
Wij zijn ook van mening dat België als transitland met het dichtste spoorwegnet een slechte indruk nalaat door de Europese richtlijn niet tijdig om te zetten vóór de vastgelegde datum van 30 april 2006. De Belgische regering moet volgens ons proactief en constructief de Europese spoordossiers opvolgen en niet verkeerdelijk de indruk wekken dat de Europese liberaliseringtrein nog tot stilstand gebracht kan worden. De bevoegde ministers moeten nu op de trein springen vóór het te laat is.
Onze fractie heeft ook een uitgesproken progressieve visie op de liberalisering van het goederenvervoer per spoor. Wij willen om te beginnen nogmaals de noodzaak van de spoorpakketten benadrukken. Het is voor iedereen duidelijk, collega’s, dat het spoor veel efficiënter en dynamischer moet worden dan nu het geval is. Het aandeel van het spoor in het totale goederenvervoer is gezakt tot een historisch dieptepunt. In 1970 was het spoor nog goed voor 28% van het totale goederenvervoer. In 2003 bedroeg dat aandeel nog amper 11% en sindsdien is het gestagneerd. Dat is in feite een zeer betreurenswaardige ontwikkeling, zeker voor een regio die met de Antwerpse haven over een enorm potentieel beschikt inzake aan- en afvoer van containers die voor spoorvervoer in aanmerking komen.
Er zijn nochtans enkele landen waar het spoor wel succesvol is. In Hamburg gaat bijna 30% van de containers op de trein. In Antwerpen is dat amper 10%. Rekening houdend met de prognoses inzake goederentrafiek kunnen wij ons dus niet langer permitteren dat wij een belangrijk transportmiddel als het spoor onvoldoende gebruiken. Vlaanderen moet zijn centrale ligging doen renderen, ook op het spoor.
Met de spoorpakketten geven het Europees Parlement en de Raad een zeer duidelijk signaal. Het spoor moet dringend op Europese schaal werken. De nationale spoorwegmonopolies hebben geen toekomst meer.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, the transposition of the directives contained in the first and second rail packages, which aim to liberalize the freedom of freight transport by rail, has so far been pursued by Parliament at a fairly high rate, either through the Program Act or this time through the emergency procedure. We find this unfortunate, because we believe that Parliament should be able to debate extensively on an important topic such as the liberalization of rail transport, a liberalization that is absolutely necessary to realize the modal shift from road to rail goods transport. This is in line with the European Commission’s White Paper on Transport to reconcile accessibility and viability.
Our group hopes that the Infrastructure Committee will have an extensive debate on the promising third rail package, which is about passenger transport and which is already ahead of the Council of Ministers.
We also believe that Belgium, as a transit country with the closest rail network, leaves a bad impression by not transposing the European Directive in time before the fixed date of 30 April 2006. The Belgian government should proactively and constructively follow up on the European rail record and not mistakenly give the impression that the European liberalization train can still be stopped. The competent ministers must now jump on the train before it is too late.
Our group also has a pronounced progressive vision on the liberalization of rail freight transport. We would like to emphasize once again the need for railway packages. It is clear to everyone, colleagues, that the railway needs to be much more efficient and dynamic than it is now. The share of the rail in the total freight transport has fallen to a historic low. In 1970, the railway accounted for 28% of the total freight transport. In 2003 that share was still just 11% and since then it has stagnated. This is, in fact, a very regrettable development, especially for a region that, with the port of Antwerp, has a huge potential in the procurement and discharge of containers eligible for rail transport.
However, there are some countries where the railway is successful. In Hamburg, almost 30% of the containers go on the train. In Antwerp, this is only 10%. Therefore, taking into account the forecasts on freight traffic, we can no longer afford to insufficiently use an important means of transport such as the rail. Flanders must render its central location, including on the rail.
The railway packages send a very clear signal to the European Parliament and the Council. The railway needs to work urgently at European level. National railway monopolies no longer have a future.
#49
Official text
De spoorwegen moeten hun unieke troeven maximaal uitspelen, namelijk het garanderen van betrouwbaarheid en van stabiel transport op lange afstand. De spoorwegmaatschappijen moeten daarom klantgericht en proactief op zoek gaan naar nieuwe, buitenlandse afzetmarkten. Zij moeten vooral werken aan een betere, grensoverschrijdende dienstverlening.
Het wetsontwerp betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen, dat nu ter stemming voorligt, zet de veiligheidsrichtlijnen uit en zet het tweede spoorpakket om in nationaal recht.
Een hardnekkig, dikwijls gecultiveerd misverstand, namelijk dat de liberalisering van de spoorwegen de veiligheid ervan in het gedrang brengt, wordt met de richtlijn definitief uit de wereld geholpen. Immers, door de opname van aparte veiligheidsrichtlijnen in het tweede spoorpakket tonen het Europees Parlement en de Europese Raad aan dat de veiligheid van de spoorwegen terecht een hoofdbekommernis is en zal blijven binnen de vrijgemaakte spoorwegmarkt. De veiligheidsrichtlijn stelt immers een hoog niveau van veiligheid tot doel, waarin ook de nationale regelgever een belangrijke rol blijft spelen.
Concreet voorziet het wetsontwerp in de oprichting van een onafhankelijke, nationale veiligheidsinstantie die volledig losstaat van de huidige NMBS-structuren en bevoegd zal worden voor het afleveren van veiligheidscertificaten en veiligheidsvergunningen aan respectievelijk de exploitanten en de infrastructuurbeheerder.
Wij steunen het wetsontwerp en willen de bevoegde minister oproepen er nauwgezet op toe te zien dat een niet-discriminerende toegang tot de spoorwegmarkt voor alle spoorwegondernemingen die aan de veiligheidsvoorschriften voldoen, zal worden gegarandeerd.
In dat opzicht willen wij volgend knelpunt signaleren.
Tot op heden blijven alle opleidingsfaciliteiten voor het treinpersoneel, in het bijzonder voor de treinbestuurders, volledig binnen de NMBS-Holding geconcentreerd. Verschillende privé-operatoren hebben hun ongerustheid daarover openbaar gemaakt. Door een nijpend tekort aan treinbestuurders kunnen voornoemde operatoren hun activiteiten, die nochtans winstgevend zijn, niet verder uitbouwen.
Het wetsontwerp voorziet weliswaar in de oprichting van een onafhankelijk opleidingsinstituut. Veel zal echter afhangen van hoe het instituut in de komende maanden concreet gestalte zal krijgen.
Kortom, wij roepen de regering op om bij de invulling van de voorliggende kaderwet aan de hand van diverse koninklijke besluiten de liberale geest van de veiligheidsrichtlijn zoveel mogelijk te respecteren.
Conclusie is dat de grote uitdaging er nu in bestaat om de liberalisering ook op het terrein waar te maken en alle neuzen binnen de diverse geledingen van de spoorwegsector in dezelfde richting te krijgen. Wij wensen de regering daarbij veel succes toe.
Translated text
The railways should maximize their unique assets, namely ensuring reliability and stable long-distance transport. The railway companies must therefore be customer-oriented and proactive in search of new foreign markets. They should primarily work towards better cross-border services.
The draft law on operational safety of railways, which is now put to the vote, suspends the safety guidelines and transposes the second railway package into national law.
A persistent, often cultivated misconception, namely that the liberalization of railways threatens its safety, is finally removed by the directive. Indeed, by incorporating separate safety directives into the second rail package, the European Parliament and the European Council show that railway safety is rightly a major concern and will remain within the liberated railway market. In fact, the Safety Directive aims at a high level of safety, in which the national regulatory authority continues to play an important role.
Specifically, the draft law provides for the establishment of an independent, national safety authority that will be completely separate from the current NMBS structures and will be authorised to issue safety certificates and safety permits to operators and infrastructure managers, respectively.
We support the draft law and would like to call on the competent minister to carefully ensure that non-discriminatory access to the railway market is guaranteed for all railway undertakings that comply with the safety rules.
In this regard, we would like to signal the next troublesome point.
To date, all training facilities for train personnel, in particular for train drivers, remain fully concentrated within the NMBS-Holding. Several private operators have made public their concerns about this. Due to a sharp shortage of train drivers, the above-mentioned operators are unable to further expand their activities, which are, however, profitable.
However, the bill provides for the establishment of an independent training institution. However, much will depend on how the institute will become concrete in the coming months.
In short, we call on the Government to respect, as far as possible, the liberal spirit of the Security Directive in the implementation of the present Framework Law by means of various Royal Decrees.
The conclusion is that the great challenge now lies in implementing liberalization also on the ground and bringing all the noses within the various lines of the railway sector in the same direction. We wish the government a lot of success.
#50
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik was niet van plan om het woord te voeren, maar ik zou graag even aansluiten bij de woorden van collega De Padt met betrekking tot de liberalisering van het spoorverkeer. Onze visies sluiten waarschijnlijk niet voor 100% op elkaar aan, maar ik zou toch mee op de trein willen springen met de vraag om het debat eens ten gronde te voeren hier in het Parlement. Dat is immers tot nu toe nog niet het geval geweest. In het kader van het derde spoorwegpakket lijkt mij dat wel erg zinvol. Ik wil die vraag van collega De Padt dus graag steunen.
Translated text
Mr. Speaker, I did not intend to speak, but I would like to join the words of Mr. De Padt regarding the liberalization of railway traffic. Our visions are probably not 100% consistent with each other, but I would still like to jump on the train with the question of bringing the debate to the ground here in Parliament. This has not been the case so far. In the context of the third railway package, this seems to me very meaningful. I would like to support this question from Mr De Padt.
#51
Official text
Mijnheer de voorzitter, een kleine opmerking. Ik denk dat in het openbaar vervoer, inzonderheid wat de trein betreft liberalisering een methode is, maar nooit een doelstelling. De doelstelling van België is te zorgen voor goed openbaar vervoer en dat te vrijwaren. In het bijzonder gaat het in deze tijden ook om een veilig openbaar vervoer.
Translated text
My Lord of the Presidents, a small note. I think that in the openbaar vervoer, in particularheid wat de trein betreft liberalization a method is, but never a goalstelling. De doelstelling van België is te zorgen voor goed openbaar vervoer in dat te vrijwaren. In particular, it is in this time also about a secure public transport.
#52
Official text
De tweede bijlage bij het wetsontwerp was daarstraks door vergetelheid niet toegevoegd, maar zij werd uitgedeeld in de commissie en maakt dus terecht en correct deel uit van onze besprekingen. Dat heb ik daarnet aan de heer Deseyn nog eens apart uitgeleid. Er is geen bezwaar van zijnentwege.
Translated text
The second annex to the draft law was thereafter not added by forgetting, but it was distributed in the committee and therefore is rightly and correctly part of our discussions. I have just submitted this to Mr. Deseyn separately. There is no objection from his way.
#53
Official text
Madame Dieu, vous avez la parole en tant que rapporteur. Je préfère dire rapporteur plutôt que rapporteuse.
Translated text
You have the word as the speaker. I would rather be a speaker than a speaker.
#54
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, les deux projets de loi dont je suis successivement rapporteur cet après-midi portent tous les deux sur la libéralisation du marché ferroviaire et ses conséquences.
À nos yeux, ils revêtent une grande importance puisqu'il s'agit de la sécurité de l'utilisation de notre infrastructure ferroviaire. Les deux projets ont été pris dans la foulée de l'application de directives européennes, faut-il le dire.
Le premier est relatif à l'utilisation de l'infrastructure elle-même et propose la mise sur pied d'un organe de contrôle, d'une part, du gestionnaire de l'infrastructure, Infrabel, chargé de réserver un traitement égal à tous les candidats demandeurs de circuler sur nos sillons et, d'autre part, des entreprises ferroviaires candidates à l'utilisation de notre infrastructure mais qui doivent respecter certaines obligations.
Outre sa mission de contrôle, l'organe de contrôle peut émettre des avis et traiter des plaintes et des recours de type administratif. Il délivrera également les licences d'exploitation de notre infrastructure ferroviaire. Ceci change quand même de nombreuses choses par rapport à ce que nous connaissons aujourd'hui.
La discussion générale a porté sur la compétence bicamérale ou non de l'examen du projet, sur la notion de recours ainsi que sur la responsabilité précise des différents acteurs.
Un amendement a été déposé par votre rapporteur à l'article 61 du projet, dans la mesure où j'estimais qu'une décision importante comme celle de désigner l'organe de contrôle au sein d'une administration méritait un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres. Ceci a été accepté par le ministre et par l'ensemble des commissaires.
Tous les articles ont été adoptés à la majorité, de même que l'ensemble du projet.
Monsieur le président, j'en ai terminé avec le premier projet.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the two bills of which I am successively rapporteur this afternoon both address the liberalization of the railway market and its consequences.
In our view, they are of great importance as it is about the safety of the use of our railway infrastructure. Both projects were adopted following the implementation of European directives, it must be said.
The first concerns the use of the infrastructure itself and proposes the establishment of a supervisory body, on the one hand, the infrastructure manager, Infrabel, responsible for providing equal treatment to all applicants applying to circulate on our trails and, on the other hand, railway companies applying to use our infrastructure but who must comply with certain obligations.
In addition to its supervisory task, the supervisory body may issue opinions and deal with administrative complaints and appeals. It will also issue licenses to operate our railway infrastructure. This, however, changes many things compared to what we know today.
The general discussion focused on the bicameral competence or not of the examination of the project, on the notion of appeal as well as on the precise responsibility of the various actors.
An amendment was submitted by your rapporteur to article 61 of the draft, insofar as I felt that an important decision such as the designation of the control body within an administration deserved a royal decree deliberated in the Council of Ministers. This was accepted by the Minister and by all Commissioners.
All articles were adopted by the majority, as well as the entire project.
I finished with the first project.
#55
Official text
Madame Dieu, je suis un peu ennuyé car je dois suivre l'ordre des projets. Bis repetita placent, vous devrez revenir!
Translated text
Madame God, I am a bit bored because I have to follow the order of the projects. Bis repetita placent, you will have to come back!
#56
Official text
Je reviendrai!
Translated text
I will come back!
#57
Official text
À tout à l'heure, madame Dieu.
Translated text
See you soon, Madame God.
#58
Official text
De heer De Padt heeft zich ingeschreven voor de algemene bespreking.
Translated text
Mr De Padt has registered for the general discussion.
#59
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wens het woord te voeren over het volgende ontwerp.
Translated text
I would like to speak on the following draft.
#60
Official text
Bijgevolg is niemand ingeschreven voor de algemene bespreking.
Translated text
Therefore, no one is registered for the general discussion.
#61
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik dank de leden voor de goede samenwerking in commissie.
Translated text
Myheer de voorzitter, I thank the members for good cooperation in the committee.
#62
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, het betreft hier een wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen.
Dit wetsontwerp strekt ertoe een wijziging aan te brengen aan de onbeperkte dekking die geldt in de burgerlijke aansprakelijkheid motorrijtuigenverzekering. De herverzekeraars hebben aangekondigd niet langer bereid te zullen zijn een onbeperkte dekking te verschaffen met als gevolg dat de verzekeringsondernemingen, die krachtens de huidige wet verplicht zijn een onbeperkte dekking te verschaffen, in moeilijkheden dreigen te geraken; althans voor de grote schadegevallen.
De motorrijtuigenverzekeraar is verplicht de slachtoffers integraal te vergoeden terwijl hij slechts op een beperkte herverzekeringsdekking kan terugvallen. Het wetsontwerp behoudt de onbeperkte dekking voor de vergoeding van de schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels maar creëert de mogelijkheid voor de verzekeringsondernemingen om de dekking van de stoffelijke schade te beperken tot minimum 100 miljoen euro per schadegeval.
Tijdens de algemene bespreking werden opmerkingen gemaakt door collega's Creyf en Gerkens. Mevrouw Creyf stelde dat, hoewel de minister beweerde dat het een onbeperkte dekking van lichamelijke schade betreft, in artikel 2 staat dat de Koning gemachtigd wordt om ook voor lichamelijke schade de dekking te plafonneren. Zij vindt het onaanvaardbaar dat dit zou kunnen via een KB en zij meent dat dit in de wet moet worden opgenomen. De minister repliceerde dat eventueel een plafond van 100 miljoen euro kan worden ingevoerd maar dat dit enkel kan na overleg in de Ministerraad. Die werkwijze staat garant voor een weldoordachte beslissing.
Ook mevrouw Gerkens sloot zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Creyf. Zij had dezelfde opmerking. Zij vond het niet kunnen dat die afwijking kan worden doorgevoerd zonder enige controle van het Parlement.
Bij de stemmingen van de drie artikelen werd artikel 1 eenparig aangenomen. Op artikel 2 heeft de minister een amendement ingediend om in paragraaf 2, tweede lid de woorden "de verzekeringsondernemingen" weg te laten. Dit amendement werd eenparig aangenomen. Artikel 2 werd aangenomen met 8 stemmen voor en 2 onthoudingen. Artikel 3 werd aangenomen met 8 stemmen voor en 2 onthoudingen. Het aldus gewijzigde wetsontwerp werd aangenomen met 8 stemmen voor en 2 onthoudingen.
Translated text
Amendment to the Act of 21 November 1989 on the compulsory liability insurance for motor vehicles.
This draft law aims to amend the unlimited coverage applicable in the civil liability insurance of motor vehicles. The reinsurance undertakings have announced that they will no longer be willing to provide unlimited coverage, with the consequence that the insurance undertakings, which under the current law are obliged to provide unlimited coverage, are at risk of getting into difficulties, at least for the major damage cases.
The motor vehicle insurance company is obliged to compensate the victims in their entirety while it can only recover from a limited reinsurance coverage. The draft law retains the unlimited coverage for compensation for damage resulting from physical injury but creates the possibility for insurance companies to limit the coverage of physical damage to a minimum of 100 million euros per damage event.
During the general discussion, comments were made by colleagues Creyf and Gerkens. Mrs Creyf stated that while the Minister claimed that it was an unlimited coverage of physical injury, Article 2 states that the King is empowered to limit the coverage even for physical injury. She considers it unacceptable that this could be done through a KB and she considers that this should be included in the law. The Minister replicated that a ceiling of 100 million euros could possibly be introduced but that this can only be done after consultation in the Council of Ministers. This method guarantees a well-thoughtful decision.
Mrs Gerkens also joined Mrs Creyf’s comments. She had the same comment. She found it impossible that that derogation could be implemented without any control by Parliament.
In the voting of the three articles, Article 1 was unanimously adopted. On Article 2, the Minister submitted an amendment to remove in paragraph 2, paragraph 2, the words "the insurance companies". This amendment was unanimously adopted. Article 2 was adopted with 8 votes for and 2 abstentions. Article 3 was adopted with 8 votes for and 2 abstentions. The amended bill was adopted with 8 votes for and 2 abstentions.
#63
Official text
Mevrouw Creyf heeft het woord in de algemene bespreking.
Translated text
Ms Creyf has the word in the general discussion.
#64
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, zoals de verslaggever daarnet zei, gaat het over een wetsontwerp met drie artikelen. Het is dus een klein wetsontwerp, maar het heeft wel een grote draagwijdte.
Door het wetsontwerp wordt de onbeperkte dekking van de stoffelijke schade in de verzekering “burgerlijke aansprakelijkheid auto” afgeschaft. Dit gebeurt op verzoek van de verzekeraars en vooral van de herverzekeraars, die grote problemen hebben met verzekeringen met een onbeperkte dekking. Ik meen dat dit inderdaad een reëel probleem is, dat al heel lang door de verzekeringssector naar voren wordt geschoven. Zij willen eigenlijk af van verzekeringen met onbeperkte dekking.
De verzekeraars en herverzekeraars zijn ook vragende partij voor de afschaffing van de onbeperkte dekking van de lichamelijke schade. Minister Verwilghen heeft altijd verklaard enkel de onbeperkte dekking van de stoffelijke schade te willen afschaffen en niet de onbeperkte dekking van de lichamelijke schade. Ondanks die verklaringen van de minister, staat in artikel 2 toch de mogelijkheid om de onbeperkte dekking van de lichamelijke schade af te schaffen bij koninklijk besluit.
Mijnheer de minister, ik herhaal wat ik in de commissie heb gezegd. Een dergelijk ingrijpende aangelegenheid kan niet geregeld worden bij koninklijk besluit. Dit komt toe aan het Parlement. Voor mij zijn er twee mogelijkheden: ofwel neemt men alleen de afschaffing van de onbeperkte dekking van de stoffelijke schade op in de wet, ofwel neemt men de afschaffing van zowel de onbeperkte dekking van de stoffelijke schade als van de onbeperkte dekking van de lichamelijke schade op in de wet, maar dan staat het in de wet en dan gebeurt het ook na een debat in het Parlement. Een koninklijk besluit voor een dergelijk ingrijpende aangelegenheid vinden wij niet gepast.
Samen met collega Pieters heb ik mij onthouden in de commissie, maar wij hebben er toch voor gezorgd dat het wetsontwerp kon worden goedgekeurd door het leveren van het quorum om geldig te kunnen te stemmen, vermits de meerderheid niet in aantal was om geldig te stemmen. Onze fractie zal zich dus ook onthouden bij de stemming over dit wetsontwerp.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, as the reporter just said, it is a bill of three articles. Therefore, it is a small bill, but it has a large scope.
The draft law abolishes the unlimited coverage of material damage in the insurance “car civil liability”. This is done at the request of the insurers and especially of the reinsurers, who have major problems with insurance with unlimited coverage. I think this is indeed a real problem, which has been pushed forward by the insurance sector for a very long time. They actually want to quit insurance with unlimited coverage.
Insurers and reinsurers are also requesting parties for the abolition of the unlimited coverage of physical damage. Minister Verwilghen has always stated that he intends to abolish only the unlimited coverage of physical damage and not the unlimited coverage of physical damage. Despite the ministry’s statements, Article 2 still provides for the possibility of abolishing the unlimited coverage of bodily damage by royal decree.
I repeat what I said in the committee. Such an important matter cannot be settled by a royal decree. This comes to Parliament. For me, there are two possibilities: either one takes only the abolition of the unlimited coverage of physical damage into the law, or one takes the abolition of both the unlimited coverage of physical damage and of the unlimited coverage of physical damage into the law, but then it is stated in the law and then it happens after a debate in the Parliament. We do not find a royal decision for such an important matter appropriate.
Together with colleague Pieters, I abstained in the committee, but we still ensured that the bill could be approved by providing the quorum to be able to validly vote, since the majority was not in number to validly vote. Our group will therefore also abstain from voting on this bill.
#65
Official text
Mijnheer de voorzitter, in de commissie heb ik gezegd dat er drie redenen zijn om de aanpassing door te voeren. Ten eerste is er de beurscrisis in het verleden. Ten tweede zijn er de gebeurtenissen na 11 september 2001. Ten derde is er - dit wordt vaak vergeten - de Europese richtlijn van 16 november 2005 die zich in het algemeen uitspreekt over het feit dat onbeperkte dekkingen niet meer kunnen worden toegestaan. Op een bepaald ogenblik hebben wij een aantal inspanningen geleverd.
Nous avons demandé l'avis du Comité des assurances auprès de l'OCDE. Nous avons fait de même avec la CBFA et avec le président du Fonds commun de garantie automobile qui ont insisté pour trouver une solution.
Translated text
Mijnheer de voorzitter, in de commission heb ik gezegd dat er three redenen zijn om de aanpassing door te voeren. Ten first is a stock market crisis in the past. Ten second are the events of September 11, 2001. Ten third is er - dit wordt vaak vergeten - de Europese richtlijn van 16 november 2005 die zich in het algemeen uitspreekt over het feit dat unbeperkte dekkingen niet meer kunnen worden toegestaan. At a certain moment we have a number of efforts.
We have requested the opinion of the OECD Insurance Committee. We did the same with CBFA and with the chairman of the Joint Automotive Guarantee Fund who insisted on finding a solution.
#66
Official text
Dan kom ik eigenlijk tot de beslissing die we genomen hebben. Als u de wet leest, zult u dat ook zien. Er komt een beperking voor de materiële schade tot honderd miljoen euro. De lichamelijke schade blijft onbeperkt, tenzij in zeer uitzonderlijke gevallen; dan kan een ander bedrag worden bepaald. Het kan niet lager zijn dan honderd miljoen euro afzonderlijk. In dit geval gaat het dus over tweehonderd miljoen euro. Dat kan na een in Ministerraad overlegde beslissing.
Daarmee hebben wij eigenlijk in grote mate gevolg gegeven aan een van de adviezen van de CBFA. Juist de CBFA drong aan om ook dat te limiteren, maar ik heb dat niet willen doen en de regering ook niet. Niemand kan natuurlijk voorspellen wat de verre toekomst zal inhouden. Om enigszins illustratief te zijn, een aantal landen – de lijst is niet exhaustief – als Nederland, Duitsland, Zweden en Denemarken, heeft ook een beperking voor de lichamelijke schade. Wij hebben dat niet aangehouden in de wet, tenzij in een zeer uitzonderlijke situatie, die wij hoegenaamd niet wensen te gebruiken of misbruiken.
Translated text
Then we come to the decision we have made. If you read the law, you will see it. There is a limit for material damage up to 100 million euros. The physical damage remains unlimited, except in very exceptional cases; then a different amount may be determined. It cannot be less than one hundred million euros separately. In this case, we are talking about 200 million euros. This can be done after a decision taken in the Council of Ministers.
In this way, we have actually largely followed one of the recommendations of the CBFA. It was the CBFA that insisted on limiting that too, but I did not want to do that and the government did not. Of course, no one can predict what the distant future will involve. To be somewhat illustrative, a number of countries – the list is not exhaustive – like the Netherlands, Germany, Sweden and Denmark, also has a limit for physical injury. We have not retained that in the law, except in a very exceptional situation, which we generally do not wish to use or abuse.
#67
Official text
Mijnheer de voorzitter, wat de argumenten die de minister aanbrengt betreft, hebben we geen probleem. Ik heb echter zelf gezegd dat dergelijke belangrijke zaken in de wet moeten staan. Dat moet in de wet staan. A la limite kon ik eventueel akkoord gaan met een beperking van de lichamelijke schade tot 100 miljoen euro, zoals dat nu bij uitzondering zal moeten toegestaan worden bij KB. Wij konden eventueel aanvaarden dat het in de wet stond maar ons verzet rijst tegen het feit dat dit geregeld zou kunnen worden bij KB. Daar hebben wij toch wel vragen bij. Bovendien zijn er, zoals de minister zegt, heel wat landen die wel een beperking van de dekking hebben voor stoffelijke schade maar geen beperking van de dekking voor de lichamelijke schade.
Translated text
With regard to the arguments put forward by the Minister, we have no problem. However, I have said myself that such important matters should be included in the law. That must be stated in the law. A la limite I could eventually agree to a limitation of the physical damage to 100 million euros, as now exceptionally will have to be allowed at KB. We could possibly accept that it was in the law but our resistance arises against the fact that this could be arranged at KB. We have questions about that. In addition, as the Minister says, there are many countries that have a limitation of coverage for physical damage but no limitation of coverage for physical damage.
#68
Official text
De heer De Padt verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
Translated text
Mr De Padt refers to his written report.