General information
Full name plenum van 2006-05-18 14:21:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip210.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K2263
07/02/2006
✔
Projet de loi réglant des activités économiques et individuelles avec des armes.
51K2413
12/04/2006
✔
Projet de loi modifiant l'article 13 de la loi du 5 septembre 2001 visant à améliorer le taux d'emploi des travailleurs.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#14
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#18
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#19
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#20
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#21
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik intervenieer heel kort en enkel om — wij hebben dat vanmorgen al in de commissie gedaan, collega's maar ik wil het nog eens herhalen — mevrouw Deboutte en haar diensten, de juridische dienst en alle diensten van de Kamer die vannacht en vanmorgen enorm hard gewerkt hebben om alle documenten gedrukt hier op uw banken te krijgen, nog eens van harte te bedanken voor het werk dat zij verricht hebben. Dank u.
Translated text
Mr. Speaker, I am intervening very briefly and only to — we have already done that this morning in the committee, colleagues, but I would like to repeat it again — to thank Ms. Deboutte and her services, the legal service and all the services of the Chamber who worked tremendously hard this night and this morning to get all the documents printed here on your banks, once again heartily thank you for the work they have done. thank you .
#2
Official text
Uit ervaring, ook bij het volgen van alle aspecten van deze discussie, beaam ik volmondig, mevrouw wat u gezegd hebt. Ik profiteer van de omstandigheden om alle diensten van de Kamer te complimenteren.
Translated text
From experience, also following all aspects of this discussion, I fully understand, Mrs. What you said. I take advantage of the circumstances to compliment all the services of the Chamber.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, mevrouw de minister, toen ik vorige week woensdag in de commissievergadering aangesteld werd als verslaggever toen wij de werkzaamheden inzake onderhavige wetgeving aan het regelen waren, had ik nooit durven te vermoeden dat ik één week later hier reeds zou staan om verslag te geven van onze besprekingen. Maar het was duidelijk voor alle leden van de commissie en ook voor alle leden van het Parlement dat wij na de dramatische gebeurtenissen die zich vorige week donderdag in Antwerpen voordeden, zeer strenge antwoorden moesten bieden op de vraag vanuit de samenleving om snel een nieuwe wapenwet goed te keuren.
Wij hebben onze werkzaamheden versneld georganiseerd, waarvoor dank aan voorzitster Martine Taelman. Wij hebben dinsdag hoorzittingen georganiseerd en woensdag en vanochtend hebben wij gedebatteerd, om hier vandaag verslag te kunnen komen uitbrengen.
Mevrouw Taelman heeft er bij de besprekingen op gewezen dat het zeker niet wil zeggen dat wij de besprekingen daarom minder grondig hebben gevoerd.
Mijnheer de voorzitter, het is onmogelijk in extenso verslag te doen van de besprekingen die wij gisteren en ook vandaag hebben gehad, maar ik wil toch verwijzen naar de toelichting die mevrouw de minister gegeven heeft bij het wetsontwerp. Mevrouw de minister heeft gezegd dat in het regeerakkoord van juli 2003 al was afgesproken dat wij de wetgeving van 1933 zouden herzien, met daarbij twee doelstellingen: ten eerste, het terugdringen van het privé-wapenbezit en, ten tweede, onze Belgische wetgeving in overeenstemming brengen met de Europese richtlijn van 18 juni 1991.
De aanpassingen die in 1991 aan de wetgeving werden aangebracht, volstonden immers niet. De volgende knelpunten bleven over. Ten eerste was het aantal categorieën wapens dat in de wetgeving was opgenomen, te groot. Ook de bevoegdheden om in deze vergunningen allerhande toe te kennen, was veel te versnipperd, wat voor een diffuus beleid zorgde. Er waren tal van veiligheidsrisico's door de vrije verkoop van bepaalde categorieën wapens, door een gebrek aan traceerbaarheid van een aantal wapens en door een te lichte regeling voor het beroep van wapenhandelaar. Daarom hebben wij nu een aantal wijzigingen voorgesteld, waaronder, ten eerste — en dit is toch wel belangrijk — het feit dat elk wapen vergunningsplichtig wordt gemaakt.
Daarom hebben we nu een aantal wijzigingen voorgesteld die in de eerste plaats — dat is toch wel zeer belangrijk — elk wapen vergunningsplichtig maken. Er is een wettige reden nodig om een wapen te kunnen aanschaffen en elke vergunning is per definitie tijdelijk en moet dus vernieuwd worden. Dat neemt niet weg dat we blijvend voorzien in een soepel regime voor jagers, sportschutters en verzamelaars omdat deze groepen in het verleden steeds hebben aangetoond dat zij niet degenen zijn die problemen veroorzaken, dat zij op een verantwoorde manier met wapens kunnen omgaan.
Er is een nieuwe indeling van wapens in drie duidelijke categorieën, er is een concentratie van de bevoegdheid voor het verlenen van vergunningen bij de gouverneur, de straffen op het overtreden van deze wapenwet zijn ook verhoogd en er is voorzien in een amnestieperiode voor mensen die niet in regel zijn met de wetgeving.
Na deze toelichting van de minister hebben de indieners van de verschillende wetsvoorstellen die aan dit wetsontwerp gekoppeld zijn, de mogelijkheid gekregen om hun voorstellen toe te lichten.
De heer Monfils heeft kort uiteengezet, met verwijzing naar de toelichting bij zijn wetsvoorstel, dat gezien de mogelijkheid van een snelle verspreiding van wapens zoals die op dit moment bestaat, er meer toezicht nodig is en dat er ook nog maatregelen moeten worden genomen om de Europese richtlijn waarnaar ik daarnet verwees, om te zetten.
De heer De Man heeft verwezen naar het wetsvoorstel dat hij samen met zijn collega Caslo heeft ingediend om toe te staan dat pepperspray ter zelfverdediging zou kunnen gebruikt worden in bepaalde omstandigheden, specifiek voor handelaars en specifieke vrije beroepen. Hij heeft daarbij ook verwezen naar de toelichting bij zijn voorstel.
Mevrouw Gerkens heeft verwezen naar het voorstel dat ze samen met mevrouw Nagy heeft ingediend om de onduidelijkheid die vandaag bestaat rond de verspreiding van politiewapens die niet meer bruikbaar zijn voor de politiediensten, duidelijk te regelen en te vermijden dat die wapens in de samenleving zouden terechtkomen.
Ikzelf heb vervolgens een toelichting gegeven bij het wetsvoorstel dat ik samen met spirit-collega's Lambert, Muls, Roppe, Storms en T'Sijen heb ingediend, waarbij we ook uitgingen — net als het ontwerp van de regering — van een volledige hervorming van de wapenwet, waarmee wij een tegengewicht willen geven aan de tendens om wapens in huis te halen in functie van zelfverdediging, waarmee wij het geweldmonopolie van de overheid willen versterken en dat ook de grote lijnen van het ontwerp omvatte die ik die daarnet heb geschetst.
Mijnheer de voorzitter, om duidelijk te maken dat wij wel snel, maar niet halfslachtig te werk gegaan zijn, wil ik kort citeren welke mensen wij gehoord hebben op onze hoorzitting dinsdag. Dat waren Bart Horemans namens Pax Christi, de heer Jef Vermassen als advocaat, mevrouw Anne-Marie Moermans, die als directrice van de NV Verrees ervaring heeft met de productie van luxewapens, de heer Ilhan Berkol van het GRIP, de heer Piet De Gryse, conservator van het Koninklijk Legermuseum, de heer Philippe Kodeck, secretaris-generaal van de Fédération des associations belge de collectionneurs d'armes et de munitions, de heer Jean-Marie Demaret, vice-president van UNACT en de heer Brees van het Koninklijk Verbond der Belgische Schuttersverenigingen. Door deze personen te horen kregen wij een goed zicht op de standpunten die ten opzichte van dit wetsontwerp door de verschillende betrokkenen ingenomen worden.
Mijnheer de voorzitter, ik zal niet te uitbreid ingaan op de algemene bespreking die wij gehad hebben. Ik denk dat de collega's dadelijk in hun interventies nog de kans zullen hebben om terug te komen op elementen waarvan zij vinden dat ze hier vandaag herhaald moeten worden. Ik wil vooral focussen op een aantal belangrijke discussiepunten in de artikelsgewijze bespreking.
Er zijn twee elementen die bij de algemene bespreking aan bod kwamen en die ik hier wil vermelden. Ten eerste, thans wordt geregeld hoe legaal een wapen te bezitten, maar de vraag werd gesteld of de illegale wapentrafiek niet moet worden aangepakt. De minister heeft daarop geantwoord dat in het ontwerp de strafrechtelijke sancties op illegaal wapenbezit gevoelig verzwaard zullen worden en dat zij ook werk zal maken van een actieplan om het illegaal wapenbezit tegen te gaan, samen met het college van procureurs-generaal dat zij zal uitnodigen voor overleg na de inwerkingtreding van deze wet.
Ten tweede werd ook uitvoerig ingegaan op de manier waarop wij ervoor kunnen zorgen dat een impulsieve aankoop, zoals we die vorige donderdag helaas hebben gekend, zo snel mogelijk onmogelijk gemaakt zou worden. Sommige collega's waren vragende partij opdat de regering dit snel via een KB zou regelen. Volgens de uitleg van de minister en de deskundigen uit de administratie laat de wet dit echter niet toe. Toch hebben wij een compromis gevonden waarbij wij de wet zo snel mogelijk van kracht zullen laten worden, met name de dag van de publicatie in het Staatsblad. Daar kom ik later nog op terug, bij de artikelsgewijze bespreking.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik probeer kort in te gaan op een aantal discussies die we hebben gevoerd. Een eerste punt dat ik wil aanhalen werd gisteren aangehaald door collega Wathelet. Hij zei dat men bij artikel 9 spreekt van de wettige redenen voor het dragen van een vrij beschikbaar wapen. Ook in artikel 11, §3, 9 is er sprake van het begrip wettige redenen voor het verwerven van een vergunningsplichtig wapen. De heer Wathelet vreesde dat door het hanteren van dezelfde terminologie de indruk zou gewekt worden dat het twee keer om dezelfde inhoud ging. Daar werd uitvoerig op ingegaan. De minister heeft duidelijk gemaakt dat artikel 9 enkel betrekking heeft op handelingen met vrij verkrijgbare wapens, terwijl artikel 11 slaat op handelingen met vergunningsplichtige wapens. De tekst van artikel 9, de formulering die daar wordt gebruikt, is in feite vandaag al gangbaar. Dat geldt in die aangelegenheid en er bestaat rechtspraak over. Dit kan dus op geen enkele manier verward worden met de zeer duidelijk in de nieuwe wet omschreven wettige redenen van artikel 11, die over iets heel anders gaan.
De heer Monfils had bij artikel 9 ook een voorstel om een extra categorie in de wet in te voeren, namelijk de aangifteplichtige wapens. Het zou gaan om jacht- en sportwapens. De heer Monfils vindt voor voornoemde wapens een vergunningsplicht niet wenselijk. Wij hebben echter geoordeeld dat het belangrijk is dat alle wapens in de toekomst vergunningsplichtig zouden zijn, juist om incidenten waarbij mensen in een vlaag van zinsverbijstering snel een wapen kunnen aankopen, definitief te vermijden.
Ook bij de bespreking van artikel 11, dat de wettige redenen omschrijft waaronder een wapen kan worden aangeschaft, kwam de vraag naar voren — ze werd onder andere opgeworpen door de heer Wathelet — wat de situatie is van mensen die via een erfenis een wapen in handen krijgen.
De heer Wathelet stelde in dat verband voor om op een meer soepele manier het verkrijgen van een vergunning mogelijk te maken voor die mensen die duidelijk niet de intentie hebben om het wapen ook te gebruiken als schietwapen. Hij stelde voor hen vrij te stellen van het voorleggen van een medisch attest en het afleggen van de praktische test die in het artikel worden vastgelegd.
De teneur in de commissie was dat voornoemd voorstel niet wenselijk was. Het zou immers de deur openzetten voor misbruiken. Wij hebben echter wel duidelijk besproken wat de mogelijkheden zijn voor iemand die in de toekomst een wapen zou verwerven via een erfenis.
Via artikel 17, tweede lid, krijgt voornoemde persoon de mogelijkheid om alsnog een vergunning aan te vragen. Hij krijgt daarvoor ook voldoende tijd. Indien hij binnen drie maanden de vergunning aanvraagt, kan hij, als hij de vergunning krijgt, het wapen intact bewaren.
Indien de betrokkene niet beantwoordt aan de wettige redenen, heeft hij een aantal mogelijkheden. Hij kan het wapen aan een erkende wapenhandelaar verkopen. Hij kan het wapen ook laten neutraliseren. Het wapen zou in dat geval volgens sommige collega's te veel waarde kunnen verliezen. Voor de mensen die hun wapen willen bijhouden, maar vinden dat het, ook financieel, te veel waarde voor hen heeft om het te laten neutraliseren, is er de mogelijkheid om het wapen bij de erkende wapenhandelaars in bewaring te geven.
Er werden dus voldoende oplossingen geboden om het probleem van de erfenis op te vangen.
De heer Laeremans heeft bij de discussie over de toekenning van de vergunningen vragen gesteld bij de termijn die in artikel 11 werd opgenomen voor de korpschef om een advies te verlenen. De termijn bedraagt drie maanden. De heer Laeremans vroeg zich af wat er gebeurt indien de korpschef niet binnen drie maanden overgaat tot het geven van advies. De minister antwoordde dat de termijn duidelijk een termijn van orde is. Er kan dus geen vermoeden van instemming bestaan, indien de korpschef het advies niet zou geven. De gouverneur kan de termijn waarbinnen de korpschef een advies kan geven, verlengen. Dat moet dan wel op gemotiveerde wijze gebeuren.
Later kwam de vraag aan bod wat er moet gebeuren indien een persoon een vergunning vraagt, maar de gouverneur te lang aarzelt om een beslissing te nemen. De minister heeft daarvoor verwezen naar de jurisprudentie van de Raad van State, waar er steeds de mogelijkheid is de gouverneur in gebreke te stellen. Indien hij daar niet op reageert, is dit een weigeringsbeslissing die kan worden aangevochten bij de Raad van State. Voor alle duidelijkheid werd gesteld dat de gouverneur ook een positieve beslissing moet motiveren.
Mevrouw Van der Auwera bracht een aantal elementen aan om de procedure tot het verkrijgen van een vergunning tegensprekelijk te maken, maar daar werd op geantwoord dat er sowieso een verplichting is om de betrokkene te horen in de procedure en dat dus dienaangaande geen bijkomende waarborgen moesten worden verstrekt.
Collega's, ik wil het kort ook even hebben over de discussie in verband met de definitie van de wettige redenen, opgenomen in artikel 11 §3, 9°. Onder andere collega Laeremans, collega Gerkens en ikzelf hebben vragen gesteld over de draagwijdte van de zes concrete voorwaarden waaronder men kan spreken over een wettige reden. Meer bepaald was er twijfel of de eerste twee redenen, jacht- en faunabeheersactiviteiten en het sportief en recreatief schieten, wel moesten worden opgenomen. Immers, artikel 12 geeft mensen die over een jacht- of sportschutterslicentie beschikken, de mogelijkheid op een eenvoudigere manier een wapen aan te schaffen. De vraag was of de punten a en b, waarnaar ik heb verwezen, nog worden opgenomen in de wet.
De minister heeft daarop geantwoord dat die elementen daar best in blijven staan, omdat op dit moment niet alle Gemeenschappen beschikken over een decreet betreffende de vergunning voor sportschutters en recreatieve schutters. In afwachting van dergelijk decreet kan die bepaling toch een wettige reden aanreiken voor sportschutters en recreatieve schutters om een wapen en bijbehorende munitie te kunnen aankopen. De minister heeft gezegd dat de bepalingen inzake jacht- en faunabeheersactiviteiten en het sportief en recreatief schieten moeten worden gezien als de overgang naar gemeenschaps- en gewestdecreten terzake.
Mevrouw Gerkens heeft ook uitleg gevraagd over wat er juist wordt bedoeld met het begrip "persoonlijke verdediging" onder noemer d. Daarop heeft de minister geantwoord dat er een verbod is om vuurwapens te hanteren, tenzij men een wettige reden daartoe heeft, opgesomd onder punt 9. Bij de term "uitoefening van een beroep dat bijzondere risico's inhoudt" kunnen onder andere volgende beroepen bedoeld worden: lijfwachten, begeleiders van geldtransporten en juweliers. De minister heeft daarbij beklemtoond dat voortaan de personen die beweren dat zij een vuurwapen nodig hebben voor hun persoonlijke verdediging, omdat zij een objectief en groot risico lopen, ook effectief moeten aantonen dat het voorhanden hebben van een vuurwapen dat groot risico in grote mate beperkt en hen kan beschermen.
Voorheen bestond deze voorwaarde niet. De verschillende politiezones interpreteerden het begrip "persoonlijke bescherming" elk op hun eigen manier. Het wetsontwerp maakt een einde aan deze onduidelijkheid. Het geeft een duidelijke definitie die verder zal worden ingevuld door een ministeriële rondzendbrief.
In de marge van die bespreking heeft de heer Laeremans ook aan de minister gevraagd hoeveel het zal kosten om een wapenvergunning volgens de regeling in artikel 11 aan te vragen. De minister heeft daarop geantwoord dat het maximale bedrag dat door de gemeenten mag worden opgelegd, 25 euro bedraagt. Bij artikel 29 hebben verschillende collega's opmerkingen gemaakt over het feit dat er volgens hun lezing van het artikel preventieve controles zonder machtiging van de onderzoeksrechter mogelijk zouden worden. De minister heeft erop gewezen dat in het advies van de Raad van State geen enkele opmerking werd geformuleerd over dit artikel. De eerste twee leden betreffen gerechtelijke onderzoeken. De laatste twee leden gaan over administratieve onderzoeken. Het gaat dus over totaal verschillende zaken. In het kader van een gerechtelijk onderzoek geldt steeds dat een huiszoeking in een privéwoning slechts kan met toestemming van de onderzoeksrechter, zoals ook alle andere rechten van de verdediging moeten worden gewaarborgd.
De onschendbaarheid van de privé-woning in het kader van een administratief onderzoek wordt door de expliciete vermelding ervan in het artikel eveneens gevrijwaard, ook ten aanzien van erkende personen die in hun privé-woning wapens bewaren.
Preventieve controles in een privé-woning zijn dus wel degelijk aan beperkingen onderworpen. De bewoner moet er zijn toestemming voor geven.
Om het onderscheid tussen het gerechtelijk en het administratief onderzoek in het artikel duidelijk aan te tonen, hebben wij een amendement aanvaard, op grond waarvan de bepaling logischer zal worden ingedeeld en waarbij de eerste twee leden in paragraaf 1 en de laatste twee leden in paragraaf 2 worden opgenomen. Dat zou de onduidelijkheid moeten wegwerken.
Bij artikel 32, dat handelt over de vernieuwing van vergunningen, zijn wij ingegaan op een aantal suggesties geformuleerd tijdens de hoorzitting. In de toekomst zal, bij de vernieuwing van een vergunning, opnieuw een medisch attest moeten worden voorgelegd. Er zal ook moeten worden aangetoond dat de wettige reden die oorspronkelijk bestond om een vergunning aan te vragen, nog steeds geldig is.
Bij de bespreking van artikel 37 hebben wij eveneens een suggestie uit de hoorzittingen aangenomen. Wij hebben een amendement van de heer Van der Maelen aanvaard, dat ertoe strekt om in de adviesraad te voorzien in een Nederlandstalige en Franstalige vertegenwoordiger van onafhankelijke verenigingen of organisaties die blijk geven van daadwerkelijke ervaring in het beheer en de preventie van de problemen die optreden als gevolg van het bezit en het gebruik van lichte wapens. Wij hebben dat opgenomen, omdat op die manier niet alleen vertegenwoordigers van mensen die hobbymatig of professioneel met wapens bezig zijn in deze adviesraad zullen zitten, maar dat ook mensen die zich zeer bewust zijn van de risico's van de spreiding van die wapens hun stem kunnen laten luiden.
Collega's, alvorens af te sluiten, wil ik kort even blijven stilstaan bij de overgangsmaatregelen die in het wetsontwerp zijn voorzien. Artikel 42, paragraaf 2 bepaalt dat men voor wapens die in de toekomst door de nieuwe wet vergunningsplichtig worden met een aangifte binnen de zes maanden op een vereenvoudigde manier een vergunning zou kunnen bekomen. Collega Van der Maelen heeft aangehaald dat er sinds het bekend worden van dit wetsontwerp sprake kan zijn van een zekere verdachte periode waarbinnen een gestegen verkoop van de niet-vergunningsplichtige wapens vast te stellen is geweest. Die stijging van verkoop werd bevestigd door mevrouw de minister. De heer Van der Maelen wenste bijkomende garanties dat de personen voldoende goed gecontroleerd zouden worden. Tijdens de discussie terzake werd voor en tegen afgewogen. Uiteindelijk is de uitkomst de volgende geworden. Indien het vergunningsplichtige wapen na 1 januari 2006 werd verworven, wordt de vergunning slechts voorlopig uitgereikt voor de duur van 1 jaar, waarna men opnieuw in een procedure moet stappen en een vergunning moet aanvragen onder de strenge voorwaarden zoals in de wet vooropgesteld.
Mijnheer de voorzitter, ik het kader van het verslag wens ik nog een element aan te halen. In artikel 47 dat de inwerkingtreding van deze wet regelt, heeft de wetgever besloten een maximaal aantal artikelen, in casu degenen die niet afhankelijk zijn van het afkondigen van uitvoeringsbesluiten door de regering, onmiddellijk, op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad, in werking te laten treden. Dat betekent dat vanaf de dag van de publicatie het niet langer mogelijk zal zijn om een impulsieve aankoop enkel en alleen op het vertonen van de identiteitskaart te doen. Gelet op de discussie die ik zopas heb geschetst en waarin het onmogelijk bleek om dit te regelen via een koninklijk besluit, is dit écht wel de allersnelste manier waarop we aan de verzuchting tegemoet konden komen.
Mijnheer de voorzitter, tot zover mijn verslag. Indien u het goed vindt, zal ik onmiddellijk mijn persoonlijke commentaar geven bij dit wetsontwerp.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, Mrs. Minister, when I was appointed as a reporter at the committee meeting on Wednesday last week while we were regulating the work on this legislation, I never dared to suspect that one week later I would already be here to report on our discussions. But it was clear to all members of the committee and also to all members of the Parliament that after the dramatic events that took place last Thursday in Antwerp, we had to provide very strict answers to the demand from society to quickly approve a new weapons law.
We have organized our work at an accelerated rate, thanks for this to President Martine Taelman. We held hearings on Tuesday, and we debated on Wednesday and this morning, in order to come here today to report.
Ms. Taelman pointed out during the discussions that it ⁇ does not mean that we have therefore conducted the discussions less thoroughly.
Mr. Speaker, it is impossible to report extensively on the discussions we had yesterday and today, but I would like to refer to the explanation that Mrs. Minister gave to the draft law. The Minister said that the Government Agreement of July 2003 already agreed that we would revise the legislation of 1933 with two objectives: first, the reduction of private possession of weapons and, second, bringing our Belgian legislation in line with the European Directive of 18 June 1991.
The amendments made to the legislation in 1991 were not sufficient. The next clashes remained. First, the number of categories of weapons included in the legislation was too large. The powers to grant all kinds of permits in these licenses were too fragmented, which led to a diffuse policy. There were numerous security risks due to the free sale of certain categories of weapons, due to the lack of traceability of some weapons and due to a too light regulation for the profession of arms dealer. That is why we have now proposed a number of changes, including, first, and this is important, the fact that every weapon is subject to licensing.
That’s why we have now proposed a number of changes that, first and foremost – which is very important – make any weapon licensed. A legitimate reason is required to acquire a weapon and any license is, by definition, temporary and must therefore be renewed. That does not mean that we are permanently providing for a smooth regime for hunters, sports shooters and collectors because these groups in the past have repeatedly demonstrated that they are not the ones that cause problems, that they can handle weapons in a responsible way.
There is a new classification of weapons into three clear categories, there is a concentration of the power to grant permits to the governor, the penalties for violation of this weapons law have also been increased, and an amnesty period has been provided for people who are not in line with the law.
Following this explanation by the Minister, the submissions of the various bills linked to this bill have been given the opportunity to explain their proposals.
Mr Monfils briefly stated, with reference to the explanation to his bill, that given the possibility of a rapid spread of weapons such as that which exists at present, more supervision is needed and that measures must also be taken to transpose the European directive to which I referred at the time.
Mr De Man referred to the bill he submitted together with his colleague Caslo to allow pepper spray to be used for self-defense in certain circumstances, specifically for traders and specific freelancers. He also referred to the explanation in his proposal.
Ms. Gerkens referred to the proposal she submitted together with Ms. Nagy to clearly regulate the uncertainty existing today around the spread of police weapons that are no longer useful for police services and to prevent those weapons from entering society.
I myself then gave an explanation to the bill I submitted together with my spirit colleagues Lambert, Muls, Roppe, Storms and T'Sijen, in which we also outlined — like the government's draft — a complete reform of the Arms Act, by which we want to counterbalance the tendency to take arms in the home in the function of self-defense, by which we want to strengthen the monopoly of violence of the government and that also included the broad lines of the draft that I described thereafter.
Mr. Speaker, in order to make it clear that we have acted quickly, but not half-workingly, I would like to briefly quote what people we heard at our hearing on Tuesday. These were Bart Horemans on behalf of Pax Christi, Mr. Jef Vermassen as lawyer, Mrs. Anne-Marie Moermans, who has experience in the production of luxury weapons as director of NV Verrees, Mr. Ilhan Berkol of the GRIP, Mr. Piet De Gryse, conservator of the Royal Army Museum, Mr. Philippe Kodeck, secretary general of the Fédération des associations belge de collectionneurs d'armes et de munitions, Mr. Jean-Marie Demaret, vice president of UNACT and Mr. Brees of the Royal Association of the Belgian Arms and Munitions Associations. By hearing these persons, we gained a good insight into the views taken by the various stakeholders regarding this draft law.
Mr. Speaker, I will not go too far into the general discussion we have had. I think that the colleagues will soon have a chance in their interventions to come back to elements which they believe should be repeated here today. In particular, I would like to focus on a number of important discussion points in the article-by-article discussion.
There are two elements that were discussed in the general discussion and which I would like to mention here. First, it is now regulated how to legally possess a weapon, but the question was asked whether the illegal weapons trafficking should not be addressed. The Minister responded that in the draft the criminal sanctions for illegal possession of weapons will be substantially tightened and that she will also work on an action plan to counter illegal possession of weapons, together with the College of Prosecutors General, which she will invite for consultation after the entry into force of this law.
Secondly, we also discussed in detail how we can ensure that an impulsive purchase, as we unfortunately knew last Thursday, would be made impossible as soon as possible. Some colleagues were asking party so that the government would quickly settle this through a KB. However, according to the explanations of the minister and the experts from the administration, the law does not allow this. Nevertheless, we have found a compromise in which we will bring the law into force as soon as possible, in particular on the day of its publication in the Official Gazette. I will return to this later, in the article-based discussion.
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. A first point I would like to point out was quoted yesterday by colleague Wathelet. He said that Article 9 speaks of the legitimate reasons for carrying a freely available weapon. Also in Article 11, § 3, 9 is the concept of legitimate grounds for the acquisition of a licensed weapon. Mr Wathelet feared that using the same terminology would create the impression that it was about the same content twice. This was extensively discussed. The Minister has made clear that Article 9 only covers transactions with freely available weapons, while Article 11 covers transactions with licensed weapons. The text of Article 9, the wording used there, is in fact already common today. This is the case and there is justice. This, therefore, cannot be confused in any way with the very clearly defined lawful reasons of Article 11, which are about something very different.
Mr. Monfils also had a proposal in Article 9 to introduce an additional category in the law, namely the declared weapons. It would be about hunting and sports weapons. Mr Monfils considers that a licensing requirement for the aforementioned weapons is not desirable. However, we have considered that it is important that all weapons in the future be licensed, precisely in order to permanently avoid incidents in which people in a flagship of philosophy can quickly purchase a weapon.
Also in the discussion of Article 11, which describes the legitimate reasons under which a weapon can be purchased, the question – which was raised, among other things, by Mr Wathelet – was raised as to what is the situation of persons who receive a weapon through an inheritance.
Mr Wathelet proposed, in this context, to make it more flexible to obtain a permit for those people who clearly do not intend to use the weapon as a firearm. He proposed exempting them from submitting a medical certificate and passing the practical test set out in the article.
The committee’s argument was that the aforementioned proposal was not desirable. It would open the door to abuse. However, we have clearly discussed the possibilities for someone who would in the future acquire a weapon through an inheritance.
Under Article 17, paragraph 2, the aforementioned person is given the possibility to apply for a permit. He will also have enough time for it. If he applies for the permit within three months, he may, upon obtaining the permit, keep the weapon intact.
If the person concerned does not respond to the legitimate reasons, he has a number of options. He can sell the weapon to an authorized arms dealer. They can also neutralize the weapon. In this case, according to some colleagues, the weapon could lose too much value. For those who want to keep track of their weapons, but find it, even financially, has too much value for them to have it neutralized, there is the possibility to place the weapon in custody with the authorized arms dealers.
Therefore, sufficient solutions were offered to address the problem of inheritance.
During the discussion on the granting of the permits, Mr. Laeremans raised questions regarding the time limit set in Article 11 for the chief of the corps to give an opinion. The term is three months. Mr. Laeremans wondered what would happen if the chief of the corps did not proceed to give advice within three months. The Minister replied that the deadline is clearly a deadline of order. There can therefore be no presumption of consent if the chief of the corps would not give the advice. The Governor may extend the period within which the Corps Chief can give advice. This must be done in a motivated manner.
Later came the question of what to do if a person applies for a permit, but the governor hesitates too long to make a decision. The Minister referred to the case-law of the Council of State, where there is always the possibility of dismissing the governor. If he does not respond, this is a refusal decision that can be appealed before the Council of State. For all clarity, it was stated that the governor must also justify a positive decision.
Ms. Van der Auwera submitted a number of elements in order to make the procedure for obtaining an authorisation contradictory, but it was answered that there is in any case an obligation to hear the person concerned in the procedure and that therefore no additional safeguards should be provided in this regard.
Colleagues, I would also like to briefly address the discussion concerning the definition of the legitimate grounds, contained in Article 11 § 3, 9°. Among others, colleague Laeremans, colleague Gerkens and myself have asked questions about the scope of the six concrete conditions under which one can speak of a legitimate reason. More specifically, there were doubts whether the first two reasons, hunting and fauna management activities and sports and recreational shooting, should be included. After all, Article 12 gives people who hold a hunting or sports shooter license the opportunity to purchase a weapon in a simpler way. The question was whether the points a and b, to which I referred, are still included in the law.
The Minister replied that these elements remain in place, since at the moment not all Communities have a decree concerning the authorisation of sports shooters and recreational shooters. Until such a decree is issued, that provision may, however, provide a legitimate reason for sports shooters and recreational shooters to purchase a weapon and related ammunition. The Minister has said that the provisions on hunting and fauna management activities and sports and recreational shooting should be seen as the transition to community and regional decrees in question.
Ms. Gerkens also asked for explanation as to what exactly is meant by the term "personal defence" under denominator d. The Minister responded that there is a ban on the use of firearms, unless there is a legitimate reason to do so, listed under point 9. The term "exercise of a profession involving special risks" may include, inter alia, the following professions: bodyguards, accompanyers of money transport and jewellery. The Minister stressed that from now on, persons who claim that they need a firearm for their personal defense, because they are subject to an objective and high risk, must also effectively demonstrate that possession of a firearm that greatly reduces the high risk and can protect them.
Previously, this condition did not exist. The different police zones interpreted the concept of “personal protection” each in their own way. The bill eliminates this uncertainty. It provides a clear definition that will be further supplemented by a ministerial circular letter.
On the sidelines of that discussion, Mr. Laeremans also asked the Minister how much it would cost to apply for a gun permit in accordance with the procedure in Article 11. The Minister responded that the maximum amount that may be imposed by the municipalities is 25 euros. On Article 29, several colleagues commented on the fact that, according to their reading of the article, preventive checks would be possible without the authorization of the investigation judge. The Minister pointed out that in the opinion of the State Council no comments were made on this article. The first two articles relate to judicial investigations. The last two members are about administrative investigations. Therefore, it is about completely different things. In the context of a judicial investigation, it is always true that a house search in a private home can only be done with the permission of the investigation judge, just as all other rights of the defence must be guaranteed.
The inviolability of the private home in the context of an administrative investigation is also exempted by the explicit mention thereof in the article, also with respect to authorised persons who hold weapons in their private home.
Preventive controls in a private home are therefore subject to restrictions. The resident must give his permission.
In order to clearly demonstrate the distinction between judicial and administrative investigation in the article, we have adopted an amendment, according to which the provision will be classified more logically and including the first two paragraphs in paragraph 1 and the last two paragraphs in paragraph 2. This should eliminate the uncertainty.
With regard to Article 32, which deals with the renewal of permits, we have taken into account a number of suggestions made during the hearing. In the future, when renewing a permit, a medical certificate will need to be submitted again. It will also need to prove that the legitimate reason that originally existed to apply for a permit is still valid.
In the discussion of Article 37, we also adopted a suggestion from the hearings. We have accepted an amendment by Mr. Van der Maelen, which aims to provide in the Advisory Board a representative in Dutch and French language of independent associations or organizations that demonstrate actual experience in the management and prevention of the problems arising from the possession and use of light weapons. We have included that, because in this way not only representatives of people who are hobbyistically or professionally engaged in weapons will sit in this advisory board, but also people who are very aware of the risks of the spread of those weapons will be able to give their voice.
Before concluding, I would like to briefly refer to the transitional measures provided for in the draft law. Article 42, paragraph 2, provides that for weapons which in the future become licensed by the new law, a declaration could be obtained within six months in a simplified manner. Collega Van der Maelen has cited that since the publication of this bill there may be a certain suspicious period within which an increase in the sales of the non-licensing weapons could be established. This increase in sales was confirmed by the Minister. Mr Van der Maelen wanted additional guarantees that the persons would be adequately controlled. During the discussion there was a balance of for and against. In the end, the result was the following. If the licensed weapon was acquired after 1 January 2006, the license is granted only temporarily for the duration of one year, after which one must re-enter the procedure and apply for a license under the strict conditions prescribed by the law.
I would like to add another element to the framework of the report. In Article 47 governing the entry into force of this law, the legislator has decided to make a maximum number of articles, in the present case those which are not subject to the announcement of implementing decisions by the government, immediately, on the date of publication in the Belgian Staatsblad, into force. This means that from the day of publication it will no longer be possible to make an impulsive purchase solely on displaying the identity card. Given the discussion I have just outlined, and in which it turned out impossible to settle this through a royal decree, this is indeed the fastest way we could deal with the sucking.
So far, my report. If you agree, I will immediately give my personal comment on this bill.
#4
Official text
Ga uw gang, mijnheer Bex.
Translated text
Go ahead, Mr Bex.
#5
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice eerste minister, collega's, ik sta op dit spreekgestoelte met een dubbel gevoel. Enerzijds ben ik sterk verheugd dat er eindelijk een strengere wapenwet komt. Mijn partij spirit trekt hier al jaren aan de kar.
Toen ik ons wetsvoorstel heb ingediend, ben ik samen met collega Lambert hier een beetje verder, vlakbij het Parlement, een wapenwinkel binnengelopen. We hebben toen aangetoond dat we een jachtwapen konden kopen enkel en alleen op het vertoon van onze identiteitskaart en Visakaart. De wapenhandelaar zei zelfs dat we de kogels er gratis bij kregen want — zo zei hij - om met een auto te kunnen rijden moet er ook benzine in zitten. We kregen de kogels er gratis bij. Sommigen hebben dat toen geïnterpreteerd als een goedkope publiciteitsstunt. Ik denk dat de gebeurtenissen van vorige week jammerlijk hebben aangetoond dat dit alles behalve een goedkope publiciteitsstunt was, maar dat we toen reeds de vinger op de wonde hebben gelegd en heel duidelijk hebben gemaakt wat er aan de wetgeving fout loopt.
Daarom sta ik hier met een dubbel gevoel omdat ik heel hard betreur dat we vandaag ook moeten denken aan de slachtoffers van de schietpartij vorige week in Antwerpen. Ik betreur het dat die slachtoffers nodig zijn geweest om de andere partijen te laten inzien dat wapens heel gevaarlijk zijn en dat we dringend iets moeten veranderen aan die regelgeving. Het is een goede zaak dat dit dossier eindelijk in een stroomversnelling komt. Spirit zegt al jaren dat wapens niet thuishoren in de huiskamer, bij gezinnen. Staatssecretaris Els Van Weert plaatste als kamerlid zes jaar geleden het dossier van de wapens al op de agenda en deed talrijke voorstellen om wapens uit de huishoudens te bannen. Dit werd haar echter niet in dank afgenomen door andere politieke partijen en door wapenliefhebbers. Verschillende partijen liepen aan de hand van de wapenlobby en hadden niet de moed om het algemeen belang te verdedigen, met als gevolg dat het wetsvoorstel het in de vorige legislatuur niet heeft gehaald.
Als spirit-voorzitter heeft Els Van Weert bij de onderhandelingen van het regeerakkoord bedongen dat er een strengere wapenwet zou moeten komen. Zij werd voor haar inzet bedreigd door wapenfreaks.
Collega's, de wapenwet die hier vandaag wordt besproken, ligt voor een groot deel in de lijn van het wetsvoorstel voor een strengere wapenwet dat spirit-collega's en ikzelf hebben ingediend. De krachtlijnen zijn de volgende. De categorieën van wapens worden opnieuw en op een eenvoudiger wijze ingedeeld. Er komt een strikter beleid inzake wapenbezit en wapendracht. Het beroep van wapenhandelaar wordt strenger gereglementeerd en de opspoorbaarheid van de wapens wordt op en top gegarandeerd.
Strafpleiter Jef Vermassen heeft in zijn boek "Moordenaars en hun motieven", en ook deze week in dit Parlement met overtuiging aangetoond dat verschillende moordenaars achteraf verklaren dat zij die moord zeker niet zouden hebben gepleegd indien er geen wapen in de buurt was geweest.
Ik heb het dan nog niet over ongelukken. Verschillende studies tonen immers aan dat wanneer een bange huisvader een wapen in huis haalt om zijn gezin te beschermen tegen bijvoorbeeld inbrekers, er een grotere kans bestaat dat hij of iemand van zijn gezin hiervan het slachtoffer wordt en niet de mogelijke inbreker. Wapens horen gewoonweg niet thuis in een gezin.
Dat een wapen kan worden gebruikt bij een wanhoopsdaad is al te duidelijk. Er zijn echter ook talrijke voorbeelden van spijtige ongelukken in families met een wapen. Ik geef er een. Enkele jaren geleden knalde in Frankrijk een vader zijn dochter neer toen zij 's nachts een potje yoghurt uit de koelkast wilde halen. De vader dacht dat er een inbreker was en haalde het wapen tevoorschijn uit zijn nachtkastje.
Collega's, dat er vandaag een nieuwe wapenwet voorligt, is voor spirit een hele opluchting. Een wapen aankopen zonder voorafgaand een vergunning te hebben, zal onmogelijk worden. Dat is een belangrijke stap, maar we zijn er nog niet. Spirit zal ook bij de uitvoering van deze wet zeer aandachtig blijven. Er blijven immers nog enkele technische uitvoeringen nodig. Deze mogen geen achterpoortjes worden om de wet uit te hollen.
Zo zal er bijvoorbeeld in een circulaire nog moeten omschreven worden hoe die wettige redenen uit artikel 11, waaraan men moet voldoen om een vergunning te kunnen aanvragen, juist moeten omschreven worden. Volgens ons moet dit zeer streng geïnterpreteerd worden. Wij zullen op onze hoede zijn, maar wij hebben daar ook het vertrouwen in u, mevrouw de minister, dat de wapenlobby en enkele bevriende politici deze mogelijkheden niet zullen misbruiken om deze wet uit te hollen.
Mevrouw de minister, ik heb daarstraks ook reeds verwezen naar de memorie van toelichting en naar de commentaar die u in de commissie hebt gegeven. Die stelt ons gerust dat u van plan bent om dit op een voldoende strenge manier verder vorm te geven.
Collega's, ik hoorde mensen uit de wapenlobby deze week, en niet alleen deze week, ook in het verleden, overal verklaren dat een strengere wapenwet onzin is, want dat zij de poort openzet voor illegaal wapengebruik. Ik ben het daarmee niet eens. Wij moeten natuurlijk een strenge wet hebben die het legaal wapenbezit regelt om nadien streng te kunnen optreden tegen de overtreders van die wapenwetgeving. Het is dus geen verhaal van of een strenge wapenwet of wapens op de zwarte markt. Neen, er is nood aan een strenge wapenwet en nood aan een strenge controle op de zwarte markt.
Mevrouw de minister van Justitie, u gaf deze week reeds aan dat u van de bestrijding van wapens op de zwarte markt echt een prioriteit wilt maken. Daarbij zal er overleg gepleegd worden met het College van procureurs-generaal om dit aan te pakken. Wij hopen echt dat dit zal lukken, dat het illegale wapencircuit hard zal worden aangepakt. Die verbeterde traceerbaarheid, die in deze wet staat ingeschreven, is daarbij alvast een stap in de goede richting.
Collega's, een ander belangrijk element zijn de wapeninzamelacties. Spirit vraagt hier ook reeds jaren naar. De stad Leuven heeft dit reeds met succes op kleine schaal gedaan in het verleden. Enkele weken geleden vond in de provincie Oost-Vlaanderen een gelijkaardige actie plaats. Met succes werden bijna 5.000 wapen door privé-bezitters afgestaan of in orde gebracht met de bestaande regelgeving. Deze acties gingen gepaard met een grote sensibiliseringscampagne waarbij de mensen werd gewezen op de gevaren van wapenbezit.
Mevrouw de minister, wij hopen ook dat de inwerkingtreding van deze wet gepaard zal gaan met een grootschalige campagne om wapenbezitters aan te zetten om hun wapens in te leveren. Wij moeten een grote voorlichtingscampagne met voldoende ruchtbaarheid organiseren en wij moeten mensen in heel het land aanmoedigen om hun wapen effectief in te leveren.
Laten wij duidelijk zijn, wij willen niemand die op dit moment een wapen bezit met de vinger wijzen. Wij willen hen alleen op de gevaren wijzen en hun de mogelijkheid geven om hun wapen op een legale manier af te staan. Een vuurwapen hoort gewoon niet thuis in een gezinswoning.
Collega's, ik wil er ook op ingaan dat wij met deze wetgeving absoluut niet de bedoeling hebben om jagers, sportschutters te criminaliseren of hun hobby af te pakken of te bemoeilijken. Jagers en sportschutters zijn vaak in orde met de regelgeving wanneer zij hun hobby uitoefenen. Zij hebben reeds strenge proeven doorstaan. Er zijn cowboys die de huidige regelgeving misbruiken. Die moeten eruit en de nieuwe wetgeving is daar een garantie voor. Wij zijn er echter echt van overtuigd dat die wapenliefhebbers, die hobbyisten, die jagers, die sportschutters juist gebaat zijn bij een strenge wetgeving.
Collega's, ik rond af. De wet die vandaag goedgekeurd zal worden, is een mijlpaal voor spirit. Wij hebben daar al jaren aandacht voor gevraagd, en dat tegen verschillende partijen in. Ik verwijs naar het Vlaams Belang, ik verwijs ook naar enkele leden van CD&V en VLD, die in het verleden steevast de gewapende cultuur verdedigd hebben, die voorstellen doen om niet enkel je familie en jezelf, maar ook je bezittingen te kunnen verdedigen, gewapenderhand. Filip Dewinter heeft onlangs nog een oproep gedaan om mensen de mogelijkheid te geven om te schieten op inbrekers. Maar het moet duidelijk zijn: als men de mensen aanspoort om een wapen in huis te halen, dan creëert men alleen onveiligheid; men creëert daar geen veiligheid mee. Gewapende oplossingen aanreiken, maakt de maatschappij alleen maar gevaarlijker.
Aan het Vlaams Belang zeg ik dus: jullie zijn mis. Jullie mogen dan misschien wel als slogan het woord "veiligheid" gebruiken en voorstellen doen om gewapend terug te slaan, maar de feiten van de afgelopen dagen hebben jullie ongelijk gegeven. De spiegel die jullie nu wordt voorgehouden, moet jullie doen inzien dat jullie zogezegde oplossingen enkel maar tot meer problemen leiden en tot minder veiligheid.
Collega's, ik wil afsluiten met een positieve oproep. Keur deze wet goed. Toon aan de maatschappij dat de politiek krachtdadige oplossingen kan aanreiken voor problemen. Ik ben er 100% van overtuigd dat een strengere wapenwet goed is voor iedereen.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Deputy Prime Minister, colleagues, I stand on this floor with a double feeling. On the one hand, I am very pleased that there is finally a stricter gun law. My party spirit has been pulling the car here for years.
When I submitted our bill, I and colleague Lambert walked into a weapons store a little further here, near the Parliament. We then demonstrated that we could buy a hunting weapon only by showing our identity card and Visa Card. The gun dealer even said that we got the bullets for free because — he said — to be able to drive a car, there must also be gasoline in it. We received the bullets for free. Some have interpreted it then as a cheap advertising stunt. I think the events of last week have sadly demonstrated that this was all but a cheap publicity stunt, but that we have already placed our finger on the wound and made very clear what is wrong with the legislation.
That is why I stand here with a double feeling because I deeply regret that today we must also remember the victims of the shooting last week in Antwerp. I regret that these victims have been needed to make other parties realize that weapons are very dangerous and that we urgently need to change something in that regulation. It is a good thing that this file finally comes into a current acceleration. Spirit has been saying for years that weapons do not belong in the living room, in families. State Secretary Els Van Weert, as a member of the Chamber six years ago, already put the arms file on the agenda and made numerous proposals to ban weapons from households. This, however, was not taken to her thanks by other political parties and by gun lovers. Several parties ran on the basis of the arms lobby and did not have the courage to defend the public interest, with the consequence that the bill failed in the previous legislature.
As spirit chairman, Els Van Weert stated in the negotiations of the government agreement that there should be a stricter gun law. She was threatened by weapons freaks.
Colleagues, the weapons law discussed here today is largely in line with the draft law for a stricter weapons law submitted by spirit colleagues and myself. The strength lines are the following. The categories of weapons are classified again and in a simpler way. There will be a stricter policy on weapons ownership and weapons carriage. The profession of arms dealer is stricter regulated and the traceability of the weapons is guaranteed at the top.
Prosecutor Jef Vermassen has in his book "Murderers and their Motives", and also this week in this Parliament demonstrated with conviction that several murderers subsequently declare that they would ⁇ not have committed that murder if there had been no weapon nearby.
I am not talking about accidents. Several studies have shown that when a frightened home father gets a gun in the house to protect his family from, for example, thieves, there is a greater chance that he or someone in his family becomes the victim of this and not the potential thief. Weapons simply do not belong to a family.
That a weapon can be used in an act of despair is too clear. However, there are also numerous examples of regrettable accidents in families with a gun. I will give one. A couple of years ago in France, a father struck his daughter when she wanted to get a cup of yogurt out of the refrigerator at night. The father thought there was a thief and pulled the weapon out of his nightclub.
Colleagues, today a new weapons law is a great relief for spirit. Buying a weapon without having a prior license will become impossible. This is an important step, but we are not there yet. Spirit will also remain very attentive in the implementation of this law. There are still some technical implementations needed. These should not become backdoors to remove the law.
For example, in a circular it will still have to be described how those legal grounds in Article 11, which one must meet in order to be able to apply for a permit, must be correctly defined. This should be interpreted very strictly. We will be vigilant, but we also have confidence in you, Mrs. Minister, that the weapons lobby and some friendly politicians will not abuse these possibilities to remove this law. Their
Mrs. Minister, I have already referred to the memorandum of explanation and to the comment you gave in the committee. That reassures us that you intend to further shape this in a sufficiently rigorous manner. Their
Colleagues, I heard people from the weapons lobby this week, and not only this week, and in the past, everywhere declaring that a stricter weapons law is nonsense, because that it opens the gate for illegal weapons use. I do not agree with this. We must, of course, have a strict law that regulates the legal possession of weapons in order to then be able to take strict action against the violators of that weapons law. So it’s not a story of whether a strict weapons law or weapons on the black market. No, there is a need for a strict gun law and a need for a strict control of the black market. Their
Mrs. Minister of Justice, you already stated this week that you really want to make the fight against weapons on the black market a priority. There will be consultations with the College of Attorneys General to address this issue. We really hope that this will succeed, that the illegal weapons circuit will be tackled hard. That improved traceability, which is inscribed in this law, is already a step in the right direction. Their
Another important aspect is the collection of weapons. Spirit has been asking for this for years. The city of Leuven has already successfully done this on a small scale in the past. A similar operation took place in the province of Eastern Flanders a few weeks ago. Almost 5,000 weapons were successfully handed over by private owners or brought into order with existing regulations. These actions were accompanied by a large awareness-raising campaign in which people were alerted to the dangers of arms possession. Their
Mrs. Minister, we also hope that the entry into force of this law will be accompanied by a large-scale campaign to encourage gun owners to surrender their weapons. We must organize a large awareness campaign with sufficient agility and we must encourage people across the country to deliver their weapons effectively. Their
Let’s be clear, we don’t want anyone who is currently in possession of a weapon to point the finger. We only want to alert them to the dangers and give them the opportunity to legally give up their weapons. A firearm simply does not belong in a family home. Their
Colleagues, I would also like to point out that with this legislation we absolutely do not intend to criminalize hunters, sports shooters or to take away or complicate their hobbies. Hunters and sports shooters are often in order with the regulations when exercising their hobby. They have already passed severe tests. There are cowboys who abuse current regulations. They need to be removed and the new legislation is a guarantee for that. However, we are truly convinced that those gun lovers, those hobbyists, those hunters, those sports shooters will benefit from strict legislation.
Ladies and gentlemen, I go around. The law that will be passed today is a milestone for spirit. We have been asking for this attention for years, and that against different parties. I refer to the Flemish Interest, I also refer to some members of CD&V and VLD, who in the past have constantly defended the armed culture, who make proposals to be able to defend not only your family and yourself, but also your possessions, armed. Filip Dewinter has recently made another call to give people the opportunity to shoot into thieves. But it must be clear: if you encourage people to bring a weapon home, you only create insecurity; you do not create security with it. Providing armed solutions only makes society more dangerous.
So to the Flemish Interest I say: you are wrong. You may be allowed to use the word “security” as a slogan and make suggestions to shoot back armed, but the facts of the last few days have mistaken you. The mirror presented to you now must make you realize that your so-called solutions only lead to more problems and less security.
I would like to conclude with a positive call. Approve this law well. Demonstrate to society that politics can provide powerful solutions to problems. I am 100% convinced that a stricter gun law is good for everyone.
#6
Official text
Door het feit dat u het woord gevoerd hebt namens uw fractie, is de algemene bespreking reeds begonnen.
Voor de algemene bespreking voeren de volgende leden het woord: M. Wathelet, mevrouw Van der Auwera, M. Monfils, de heer Annemans, Mme Lambert, de heer Marinower, Mme Gerkens, de heer De Groote.
Translated text
As you spoke on behalf of your group, the general discussion has already begun.
The following members shall speak before the general discussion: M. Wathelet, Mrs. Van der Auwera, M. Monfils, Mr Annemans, Mrs Lambert, Mr Marinower, Mrs Gerkens, Mr De Groote.
#7
Official text
Madame la ministre, chers collègues, toute initiative visant à améliorer le contrôle des armes, à augmenter les garanties de bon usage et à diminuer les risques d'accidents ne peut qu'être favorablement accueillie. Par ailleurs, la Belgique devait veiller à la mise en conformité de son droit national avec la directive européenne 91/477 du 18 juin 1991 et avec le nouveau protocole de l'ONU sur le trafic d'armes.
Nous avons également tous en mémoire les faits tragiques de la semaine dernière à Anvers. Comme beaucoup, je me suis demandé comment il était encore possible aujourd'hui d'entrer dans une armurerie, de choisir une arme à feu et de pouvoir l'emmener sans la moindre formalité, sans le moindre contrôle préventif, sans la moindre vérification. Une telle situation, pourtant permise par notre droit, est inacceptable et nécessite une réaction proportionnée, concertée et rapide.
Le projet qui nous était soumis cette semaine poursuivait un triple objectif: en finir avec la vente libre des armes à feu, contrôler plus strictement le marché et diminuer considérablement le nombre d'armes en circulation. Le cdH est évidemment d'accord avec la philosophie de ce projet car il s'inscrit dans la continuité de ses objectifs dont la liste est dressée dans son résumé. Le projet entend permettre une limitation du nombre d'armes, qu'elles soient en détention ou en circulation, et du nombre d'accidents qu'elles génèrent.
Certes, ce projet ne permettrait pas à lui seul de lutter contre la grande criminalité, contre les grands trafics d'armes, contre les trafics parallèles qui existent aujourd'hui. C'est pourquoi nous attendons également les initiatives annoncées par la ministre en vue de réduire sensiblement le nombre d'armes à feu détenues par les milieux criminels et acquises par le biais des trafics parallèles. Ce projet ne permettra pas non plus d'éviter tous les crimes de sang mais s'il permet de sauver une vie, une seule, il aura déjà atteint en partie son objectif, ce qui est positif.
Nous voterons ce projet. Il nous paraissait important non seulement de ne plus permettre la vente libre des armes à feu mais aussi de contrôler plus strictement le marché des armes et de diminuer considérablement le nombre d'armes en circulation. Bien qu'imparfait sur certains points — j'y reviendrai plus tard —, il remplit une partie de ses objectifs d'une manière logique. La détention d'une arme sera soumise à une autorisation. Pour l'obtenir, il faudra remplir des conditions. Désormais, un permis de chasse sera nécessaire pour obtenir une arme de chasse. L'achat d'une arme de sport suppose que son détenteur soit titulaire d'une licence de tireur sportif.
En dehors de ces hypothèses, l'autorisation de détention ne pourra être allouée que moyennant certaines conditions strictes, reprises à l'article 11.
Toutes les armes à feu seront ou devront être — nous espérons que ce soit le cas — enregistrées dans le registre central des armes. Elles ne pourront plus être ni vendues ni cédées qu'aux personnes agréées ou munies d'une autorisation.
Il s'agit là d'objectifs qui visent à sécuriser le marché des armes, que nous soutenons également sans détour. Nous espérons que ces objectifs seront atteints.
Toutefois, s'il présente effectivement des avancées, le texte pourrait soulever certains problèmes pratiques pour les différentes catégories de personnes visées par le projet et pourrait ainsi donner lieu à des désagréments parfois disproportionnés eu égard à la philosophie générale du texte.
Ainsi, il y a des personnes dont le motif légitime de la détention de l'arme ne vise que sa détention en tant que telle: arme historique, arme de collection, arme reçue en héritage ou représentant un bien patrimonial important. Il aurait été à notre avis préférable de leur permettre de la détenir au titre d'arme de collection, sans les autoriser à acquérir ou détenir les munitions y afférentes.
Cette détention d'arme leur est par ce texte interdite, car ils ne disposent pas d'un permis de chasse ou d'une licence de tireur sportif. Pour nous, il convenait dès lors de dispenser ces personnes de devoir apporter la preuve de leur aptitude à la manipulation de l'arme — critère de l'article 11 —, les autres conditions pour obtenir l'autorisation étant, par contre, bien entendu maintenues.
À tout le moins, par exemple, une personne ayant hérité d'un fusil ou ayant acquis une arme de valeur patrimoniale importante, sans en avoir la volonté de l'utiliser, aurait été dispensée d'apporter la preuve - points 7 et 8 du projet -, d'être en mesure de manipuler cette arme pour le tir. Nous regrettons de ne pas avoir pu réunir le consensus sur ce point en commission. Nous pensons que cette manière proportionnée d'aborder le problème aurait permis à tous les détenteurs d'une arme de rentrer dans le régime légal et de soumettre effectivement la possession d'une arme à une autorisation. On aurait ainsi répondu avec efficacité au souci de sécurité commune que nous recherchons tous.
À l'inverse, le travail en commission a permis d'apporter quelques améliorations au texte initial. Je me réjouis tout particulièrement du fait que la commission ait adopté à l'unanimité notre amendement visant à ouvrir un recours auprès du ministre de la Justice en cas d'absence de décision du gouverneur dans le délai de quatre mois. En effet, un tel recours en toute hypothèse devant le ministre de la Justice garantit à tout demandeur un degré de juridiction supplémentaire et une procédure rapide et efficace: devant le ministre, les délais sont prévus alors qu'un recours auprès du Conseil d'État peut être soumis à un délai nettement plus important.
Une fois ce texte rédigé, madame la ministre, il vous appartiendra de le mettre en oeuvre et, vu le nombre d'initiatives que ce texte vous confie, le travail est important. Le nombre de références à l'élaboration d'arrêtés royaux, présentes dans le texte, est énorme. Si je ne me suis pas trompé, il y en a vingt-neuf.
Un certain nombre d'initiatives, de précisions et d'améliorations seront nécessaires; vous devrez affiner ce texte par le biais de vos arrêtés royaux. Il vous incombe donc, une nouvelle fois, une importante responsabilité: vous devrez faire en sorte que ce projet soit un succès et qu'il atteigne les objectifs que nous lui fixons aujourd'hui.
Madame la ministre, je ne vous cache pas mon inquiétude quant aux moyens qu'il faudra mettre en oeuvre pour assurer l'efficacité de ce texte. Nous espérons réellement que les budgets seront disponibles pour, notamment, assurer un bon fonctionnement du registre central des armes. Les services du gouverneur devront délivrer l'ensemble des agréments, des autorisations et des permis. Enfin, l'ensemble des déclarations des personnes ayant acquis des armes, qui aujourd'hui sont en vente libre mais qui demain seront soumises à autorisation, devront être enregistrées dans des conditions acceptables. De plus, les délais pendant lesquels l'ensemble des personnes qui possèdent des armes en vente libre pourront les déclarer sont assez restreints. Cela devra se faire très rapidement. Mais nous espérons que cela ne se fera pas dans la précipitation et que les personnes qui doivent enregistrer une arme recevront un accueil optimal, de manière à ce qu'elles ne soient pas découragées à entrer dans ce nouveau système de déclarations, qui vise une meilleure traçabilité et régulation du marché des armes.
En soutenant ce texte aujourd'hui, madame la ministre, nous vous fixons rendez-vous dans quelques mois, afin de procéder rapidement à une première évaluation de l'efficacité des conséquences de cette loi. Peut-être devrons-nous revenir sur un certain nombre de points. Nous verrons si les objectifs auront été atteints par le volet budgétaire et par les différents arrêtés royaux qui devront être pris. Seule une législation proportionnée et seuls les moyens nécessaires nous permettront d'atteindre les objectifs que nous nous fixons aujourd'hui. Nous aurons certainement l'occasion de revenir sur ceci et d'en discuter avec vous, ou votre successeur. Ne voyez rien de spécial dans cette allusion; aujourd'hui, tout est une question de délai!
Translated text
Any initiative aimed at improving gun control, increasing the guarantees of good use and reducing the risks of accidents can only be welcomed. In addition, Belgium must ensure that its national law is in line with the European Directive 91/477 of 18 June 1991 and with the new UN Protocol on the Trafficking in Weapons. by
We all remember the tragic events of last week in Antwerp. Like many, I wondered how it was still possible today to enter an armoury, to choose a firearm and to be able to take it without the slightest formality, without the slightest preventive control, without the slightest verification. Such a situation, yet permitted by our law, is unacceptable and requires a proportionate, concerted and prompt response. by
The project that was submitted to us this week pursued a triple goal: to end the free sale of firearms, to stricter control of the market and to significantly reduce the number of weapons in circulation. The CDH obviously agrees with the philosophy of this project because it is part of the continuity of its objectives, the list of which is drawn up in its summary. The project aims to limit the number of weapons, whether they are in possession or in circulation, and the number of accidents they generate. by
Certainly, this project alone would not allow to fight against large crime, against large arms trafficking, against the parallel trafficking that exists today. Therefore, we also look forward to the initiatives announced by the Minister in order to significantly reduce the number of firearms held by criminal circles and acquired through parallel trafficking. This project will also not prevent all blood crimes, but if it can save one life, one life, it will have already partially achieved its goal, which is positive.
We will vote on this project. We found it important not only to stop the free sale of firearms, but also to stricter control of the weapons market and to significantly reduce the number of weapons in circulation. Although imperfect on some points — I will return to it later — it fulfils some of its goals in a logical way. The possession of a weapon will be subject to a permit. In order to obtain it, conditions must be met. From now on, a hunting license will be required to obtain a hunting weapon. The purchase of a sports gun presupposes that its holder is the holder of a sports shooter license. by
Outside these hypotheses, permission for detention may be granted only under certain strict conditions, as set forth in Article 11.
All firearms will be or will be – we hope that will be – registered in the Central Register of Weapons. They may no longer be sold or transferred except to persons authorized or with an authorization.
These are goals aimed at securing the weapons market, which we also firmly support. We hope that these goals will be achieved.
However, if it actually shows progress, the text could raise certain practical problems for the different categories of people covered by the project and could thus give rise to discomforts sometimes disproportionate in view of the general philosophy of the text.
Thus, there are persons whose legitimate reason for the possession of the weapon is only the possession as such: historical weapon, collection weapon, weapon received in inheritance or representing an important patrimonial property. It would have been, in our opinion, preferable to allow them to hold it as a collective weapon, without allowing them to acquire or hold the related ammunition.
This possession of weapons is forbidden to them by this text, because they do not have a hunting license or a sports shooter license. For us, it was therefore appropriate to exempt those persons from the obligation to provide proof of their aptitude to handle a weapon — a criterion of Article 11 —, while the other conditions for obtaining the authorisation are, of course, ⁇ ined.
At least, for example, a person who inherited a rifle or acquired a weapon of significant patrimonial value, without having the will to use it, would have been exempted from providing the proof – points 7 and 8 of the project – of being able to manipulate that weapon for the shooting. We regret not being able to reach consensus on this issue in the committee. We believe that this proportionate approach to the problem would have enabled all holders of a weapon to return to the legal regime and effectively subject the possession of a weapon to an authorization. This would have effectively responded to the common security concern that we all seek.
On the contrary, the work in committee allowed some improvements to the original text. I am ⁇ pleased that the committee has unanimously adopted our amendment to appeal to the Minister of Justice in the absence of a decision by the Governor within four months. Indeed, such an appeal in any case before the Minister of Justice guarantees to any applicant an additional degree of jurisdiction and a quick and efficient procedure: before the Minister, the deadlines are provided while an appeal to the Council of State can be subject to a much longer deadline.
Once this text has been drafted, Mrs. Minister, it will be up to you to implement it and, given the number of initiatives that this text entrusts you, the work is important. The number of references to the elaboration of royal decrees, present in the text, is enormous. If I am not mistaken, there are twenty-nine.
A number of initiatives, clarifications and improvements will be needed; you will have to refine this text through your royal decrees. Therefore, once again, you have an important responsibility: you will have to make sure that this project is a success and that it achieves the objectives we set for it today.
I do not hide my concern about the means that need to be implemented to ensure the effectiveness of this text. We truly hope that budgets will be available, in particular, to ensure the proper functioning of the central register of weapons. The governor’s services will have to issue all the approvals, permits and permits. Finally, all statements of persons who have acquired weapons, which are currently on free sale but which will be subject to authorization tomorrow, will have to be registered under acceptable conditions. Furthermore, the deadlines during which all persons who possess weapons for free sale will be able to declare them are quite limited. This will have to be done very quickly. But we hope that this will not be done in the rush and that people who need to register a weapon will receive an optimal welcome, so that they are not discouraged from entering this new system of reporting, which aims at better traceability and regulation of the weapons market.
By supporting this text today, Mrs. Minister, we set a meeting with you in a few months, in order to proceed quickly to a first assessment of the effectiveness of the consequences of this law. Per ⁇ we will have to go back on a number of points. We will see if the objectives have been achieved by the budget component and by the various royal decrees that will have to be taken. Only proportionate legislation and only the necessary means will enable us to ⁇ the goals we set ourselves today. We will ⁇ have the opportunity to go back on this and discuss it with you, or your successor. Do not see anything special in this allusion; today, everything is a matter of time!
#8
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, van een strengere wapenwet zijn wij steeds voorstander geweest, net zoals iedereen. Dat was in het verleden echter niet altijd duidelijk. Wij herinneren ons immers de voorbije jaren. Het dossier van de strengere wapenwetgeving ligt al geruime jaren op de tafel. Echter, onder andere door toedoen van de PS werd er eigenlijk nooit echt vooruitgang geboekt.
Het is erg jammer dat door de tragische gebeurtenissen van de voorbije week de behandeling van de wapenwetgeving eindelijk in een stroomversnelling is geraakt. Het is misschien een goede zaak, maar ik meen dat dergelijke zaken in het verleden hadden kunnen worden voorkomen.
De doelstellingen van de strengere wapenwet zijn te komen tot een transparantie van de wapenmarkt, onder andere door een centralisatie van de vergunningen bij de gouverneur. Ook zullen er strengere erkenningen komen voor wapenhandelaars. Wij willen ook komen tot een uniformiteit en dus ook tot een beperking van het privéwapenbezit.
Hoe wil de wetgever tot de beperking van het privé-wapenbezit komen? Ook de wapens voor de jacht en wapens voor de sportschutters worden vergunningsplichtig. Iemand die op dit ogenblik de bezitter is van een vergunningsplichtig wapen, zal na de inwerkingtreding van de wet een nieuwe vergunning dienen te halen. Mensen die op dit ogenblik bezitters zijn van een nietvergunningsplichtig wapen, zullen na de inwerkingtreding van de wet ook een vergunning dienen te bekomen.
Mevrouw de minister, u hebt het zelf aangehaald in uw uiteenzetting na de algemene bespreking: er zullen nog heel wat technische uitvoeringsbesluiten nodig zijn. Er zullen omzendbrieven nodig zijn om te weten hoe de vergunningen moeten worden aangevraagd en toegekend. U verklaart op dat punt letterlijk: "Hoewel terzake toepassingsbesluiten nodig zullen zijn, inzonderheid voor de erkenning van de wapenhandelaar of inzake de opspoorbaarheid van de wapens, zal ervoor moeten worden gezorgd dat de inwerkingtreding van de in dit wetsontwerp vervatte bepalingen niet van al die besluiten afhangt."
Mevrouw de minister, reeds gistervoormiddag hebt u de kern van het hele probleem aangehaald. Dat is namelijk de inwerkingtreding van de voorliggende wapenwet.
De bedoeling moet alleszins zijn dat het in de toekomst niet meer mogelijk is dat iemand een wapenwinkel binnenstapt, er een wapen koopt, ermee naar huis gaat en onderweg een bloedbad aanricht. U verklaart dat dit in de toekomst niet meer mogelijk zal zijn, omdat de bedoelde wapens nu ook vergunningsplichtig kunnen worden. Op dit ogenblik kan een dergelijk wapen eenvoudig worden bekomen op vertoon van een identiteitskaart.
Als u ervoor zorgt dat de wet binnen een aantal weken in werking kan treden, zouden wij er ons mee kunnen verzoenen dat er geen overgangsmaatregelen worden bepaald. Echter, mevrouw de minister, u zei zelf: "Wij zullen ervoor dienen te zorgen ...". Dat volstaat voor ons niet. Vanaf morgen of liefst zo snel mogelijk moeten voornoemde situaties worden vermeden. Wij hebben u dan ook de suggestie gedaan het koninklijk besluit van 1991 in die mate aan te passen dat een jacht- of sportwapen niet meer kan worden bekomen op eenvoudig vertoon van de identiteitskaart. Een soort moraliteitsonderzoek zou daarvoor dan nodig zijn. Onder andere zou het gerechtelijk verleden van de persoon die een wapen wil bekomen, moeten worden onderzocht. Er zou ook moeten worden onderzocht in welke milieus de gegadigde vertoeft, wat zijn sympathieën zijn en dergelijke.
Zo'n onderzoek kan gemakkelijk een aantal weken in beslag nemen zodanig dat emotionele aankopen niet meer mogelijk zijn. U zegt dat er juridische argumenten zijn om deze wijzigingen niet uit te voeren en dat er advies nodig is van de Raad van State, wat de zaken eigenlijk ook niet zou bespoedigen. Mevrouw de minister, wij denken dat voor een dergelijk KB op korte termijn een advies van de Raad van State kan ingewonnen worden. In de hele maatschappelijke context, waar toch voor alle partijen veiligheid prioritair is, zouden er weinig mensen zijn die naar de Raad van State zouden stappen om dat KB tot uitbreiding aan te vechten. Wij denken dat dit nog altijd een zeer zinvolle optie is, mevrouw de minister, in afwachting van de inwerkingtreding van deze wapenwet.
Alleszins zullen we erop toezien — ik hoor dat ook van leden van de andere fracties — dat die inwerkingtreding er snel zal komen. In de toekomst mag immers niet meer gebeuren wat de afgelopen week is gebeurd.
Ik hoorde rapporteur Bex in zijn uiteenzetting en zijn verslag ook zeggen dat u daaraan tegemoet hebt willen komen door een soort van retroactieve maatregel in te voeren die er eigenlijk op neerkomt dat iedereen die in de loop van dit jaar een wapen heeft gekocht, een op dit ogenblik niet-vergunningplichtig wapen, na de inwerkingtreding over een termijn van drie maanden zal beschikken om daarvan bij de gouverneur melding te maken en een vergunning te bekomen. Het gaat over drie maanden, mevrouw de minister. De termijn werd uiteindelijk aangepast. Men kan zich dan melden bij de gouverneur om te zeggen dat men een wapen in huis heeft. Daarmee zou een en ander kunnen worden voorkomen.
Mevrouw de minister, ik denk dat wij ons weinig illusies mogen maken. Indien iemand slechte bedoelingen heeft met een wapen dat hij nog gauw heeft gekocht, zal hij daar zeker niet spontaan melding van maken bij de gouverneur. Hij zal ook geen vergunning aanvragen. U stelt daarop dat er vanuit de politiediensten en vanuit het wapenregister voldoende elementen voorhanden zijn om die mensen te kunnen traceren. De verslagen van het Comité P terzake zijn zeer duidelijk, het wapenregister functioneert niet. Dat is zo lek als een zeef. Ik denk dus dat dit weinig garanties inhoudt om onmiddellijk te voorkomen dat zich nog dergelijke drama's voordoen.
Cruciaal in dit ganse debat, mevrouw de minister, is de inwerkingtreding van deze wet. We zullen er in de komende maanden op toezien dat dit snel zal gebeuren, dat die wet snel zal gepubliceerd worden en op de datum van haar publicatie in werking zal treden.
Deze wet gaat niet alleen over de aankoop van wapens maar heeft ook veel te maken met wapenhandel en de uitvoer van wapens. Ik denk dat er daarvoor in de toekomst eventueel nog reparatiewetgeving zal moeten komen. Alleszins, wat nu beoogd wordt, het transparant maken van de wapenmarkt, weten waar welke wapens zitten en het afleveren van vergunningen, kan op deze manier gebeuren. Mevrouw de minister, wij zullen erop toezien dat u niet zuiver een eenmalige brand hebt proberen te blussen en op de — terechte — publieke opinie hebt ingespeeld maar dat dit ook effectief gebeurt door de inwerkingtreding van deze wapenwet.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, colleagues, we have always been in favor of a stricter weapons law, just like everyone else. In the past, however, this was not always clear. We remember the past years. The issue of stricter arms legislation has been on the table for several years. However, thanks, among other things, to the PS, there was never really progress.
It is very unfortunate that, due to the tragic events of the past week, the processing of the weapons legislation has finally come to an acceleration. It may be a good thing, but I think such things could have been prevented in the past.
The objectives of the stricter weapons law are to ⁇ transparency of the weapons market, including through a centralization of the permits to the governor. There will also be stricter recognition for arms dealers. We also want to come to a uniformity and thus also to a limitation of private weapons possession.
How does the legislature want to limit private weapons ownership? Weapons for hunting and weapons for sports shooters are also licensed. Anyone who is currently in possession of a licensed weapon will need to obtain a new license after the entry into force of the law. People who are currently in possession of a non-licensing weapon will also need to obtain a permit after the law comes into force.
Mrs. Minister, you mentioned it yourself in your presentation after the general discussion: there will still be a lot of technical implementing decisions needed. Transmission letters will be required to know how permits should be applied for and granted. You literally declare at that point: "Al ⁇ implementing decisions will be necessary in this regard, in particular for the recognition of the arms dealer or on the traceability of the weapons, it will be necessary to ensure that the entry into force of the provisions contained in this draft law does not depend on all those decisions."
You mentioned the core of the whole problem yesterday morning. This is the entry into force of the Arms Act.
The intention must be that in the future it will no longer be possible for anyone to enter a weapons store, buy a weapon there, go home with it and carry a massacre along the way. You declare that this will no longer be possible in the future, as the arms in question may now also become licensed. At the moment, such a weapon can be easily obtained by showing an identity card.
If you ensure that the law can enter into force within a few weeks, we could reconcile with the fact that no transitional measures will be established. However, Mrs. Minister, you said yourself: “We will have to take care of ...”. That is not enough for us. From tomorrow, or preferably as soon as possible, the above situations should be avoided. We have therefore suggested you to modify the Royal Decree of 1991 to the extent that a hunting or sports weapon can no longer be obtained by simply showing the identity card. A sort of morality study would then be necessary. Among other things, the legal history of the person who wishes to obtain a weapon should be examined. It should also be examined in which environments the candidate resides, what his sympathies are and so on.
Such research can easily take several weeks in such a way that emotional purchases are no longer possible. You say that there are legal arguments for not implementing these changes and that there is a need for advice from the State Council, which would not actually accelerate things. Mr. Minister, we believe that for such a KB, in the short term, an opinion of the State Council can be obtained. In the whole societal context, where security is a priority for all parties, there would be few people who would step into the Council of State to challenge that KB to expand. We think this is still a very meaningful option, Mrs. Minister, in anticipation of the entry into force of this weapons law.
All in all, we will make sure — I hear that also from members of the other groups — that that entry into force will come soon. In the future, what happened last week should not happen again.
I heard Rapporteur Bex in his presentation and his report also say that you intended to address this by introducing a sort of retroactive measure that actually consists in providing that anyone who has purchased a weapon during this year, a weapon currently non-licensing, will have a three-month period after the entry into force to report it to the Governor and obtain a license. It will be in three months, Mrs. Minister. The deadline was eventually adjusted. You can then report to the governor to say that you have a gun in the house. This could prevent something.
I think we should have little illusions. If someone has bad intentions with a weapon he has soon purchased, he will ⁇ not spontaneously report it to the governor. He will also not apply for permission. You argue that there are sufficient elements from the police services and from the weapons register to be able to track those people. The reports of the Committee P on this subject are very clear, the weapons register is not functioning. It is like a seed. So I think this involves few guarantees to immediately prevent such dramas from happening.
The key in this whole debate, Mr. Minister, is the entry into force of this law. We will see in the coming months that this will happen quickly, that the law will be promptly published and will enter into force on the date of its publication.
This law is not only about the purchase of weapons but also has a lot to do with the arms trade and the export of weapons. I think that in the future there will probably be a repair legislation. Alleszins, what is now aimed at, making the weapons market transparent, knowing where the weapons are and issuing licenses, can happen in this way. Mrs. Minister, we will ensure that you have not purely tried to extinguish a single fire and have played on the — rightly — public opinion but that this is also effectively done by the entry into force of this weapons law.
#9
Official text
Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, je commencerai par féliciter M. Bex pour son rapport. Il a manifestement commis un excès de vitesse pardonnable et positif puisque les travaux se sont terminés hier soir et qu'il nous présente aujourd'hui un rapport analytique extrêmement complet. Evidemment, je ne partage pas nécessairement son avis quant à la deuxième partie de son intervention dans laquelle il explique sa position à l'égard de ce projet de loi.
Monsieur le président, madame la ministre, mesdames, messieurs, il y a des moments où la procédure parlementaire qui conduit à l'adoption d'un texte de loi doit être quelque peu bousculée. Je crois que les bruits de la rue ne s'arrêtent pas aux murs de cette Chambre et que, par conséquent, il est normal que nous prenions en compte non seulement le problème de société posé par la détention des armes mais aussi la demande des citoyens de réagir par la loi, rapidement, au drame intervenu tout récemment. C'est cela qui m'a amené à demander, il y a quelques jours, que, très vite, une loi soit votée qui remédie aux carences actuelles de la législation. C'est ce qui nous occupe aujourd'hui et nous nous en félicitons.
Mais il ne faudrait pas que ce débat fondamental occulte la réflexion sur le véritable auteur du drame, à savoir le criminel. L'arme a tué mais c'est quand même le criminel qui a poussé sur la gâchette. Et force est de constater qu'actuellement, tout se focalise sur nos travaux en oubliant complètement la crapule qui a commis cet acte et peut-être aussi les motivations et les connexions de cet individu avec les courants xénophobes et racistes que connaît notre pays. Je sais que c'est l'affaire de la Justice mais il est quand même important de le rappeler du haut de cette tribune.
Le coupable n'est pas le fusil ou l'armurier, c'est le monstre qui avait prémédité son acte et qui a trouvé le moyen de l'accomplir. Il est d'ailleurs probable que si l'arme ne lui avait pas été vendue, il aurait trouvé d'autres solutions sur le marché parallèle.
Je ne voudrais pas non plus qu'on profite de cette situation dramatique pour faire passer tous les détenteurs d'armes pour des criminels. Chasseurs, compétiteurs sportifs, collectionneurs, détenteurs d'armes par héritage, toutes ces personnes sont, comme toutes les catégories sociales, dignes d'attention et les cas de dérapages ne sont évidemment pas fréquents. Si je dis cela, c'est simplement parce qu'on pourrait avoir l'impression qu'une suspicion généralisée transparaît à travers ce projet de loi. Certes, personne ne remet en cause la préoccupation d'aller plus loin que la loi actuelle et d'empêcher qu'on puisse entrer dans une armurerie et acheter, sans le moindre contrôle, une arme dévastatrice. Mais la question est de savoir, et c'est cela qui nous a occupé, s'il faut prendre des mesures telles qu'elles créent sans raison d'énormes difficultés pour de nombreux possesseurs d'armes. A moins, bien entendu, et c'est l'impression que j'ai après avoir assisté aux débats, que certains aient utilisé l'occasion pour essayer de réduire de manière drastique la détention d'armes par des particuliers.
Je serais naturellement parmi les premiers à envisager cette solution si j'avais la certitude que réduire ou supprimer la détention d'armes conduirait à une réduction parallèle de la délinquance. Ce n'est malheureusement pas le cas et chacun sait que le marché illégal de l'armement est bien plus porteur de risques d'agressions que celui de la vente en clair d'armes à des particuliers. M. Melchior Wathelet en a parlé il y a un instant.
A la question de savoir si la ministre envisageait de lutter contre le marché parallèle des armes, celle-ci s'est contentée de répondre que, dans le projet de loi, on avait accru les sanctions contre les armes illégales. Elle n'a donc pas répondu à la question posée. Le problème n'est pas de savoir combien de jours de prison ou d'euros d'amende risque un malfrat trouvé en possession d'une kalachnikov. Il n'est d'ailleurs pas sûr qu'il fera de la prison. Il s'agit plutôt de démanteler les filières qui alimentent ce marché parallèle. Sur ce point, nous n'avons obtenu pour ainsi dire aucune réponse précise à la question qui pourtant préoccupe un grand nombre de citoyens car c'est à ce marché parallèle que se fournit la grande criminalité.
Si la loi proposée réglemente, de manière sévère, la détention d'armes chez les particuliers, ce n'est évidemment pas la solution unique et définitive à tous les problèmes de criminalité. En tout cas, il ne faut pas le faire croire à l'opinion publique! La loi qui sera votée diminuera peut-être la criminalité - en tout cas, je le souhaite -, mais elle ne règlera pas l'ensemble de la problématique.
Le projet qui est soumis au vote n'est pas nouveau. Il date de plusieurs années, même s'il a connu quelques évolutions par rapport au projet initial. Je n'ai pas l'intention, contrairement à certains collègues de la Chambre - n'est-ce pas, madame Gerkens - de revenir sur l'historique du projet, si ce n'est pour rappeler que celui-ci a été discuté pendant dix mois au Sénat. Il était extrêmement mauvais; je dois reconnaître que le projet de Mme Onkelinx est meilleur. Il a été mal dirigé. Nous ne reviendrons pas sur ce point. Toujours est-il qu'il a échoué. Il a été rejeté en séance plénière parce que les parlementaires n'ont pas très bien compris ce qui se passait! Tant pis pour eux!
Depuis lors, autrement dit depuis trois ans, madame Gerkens, rien ne se passe! Vous devez savoir que ce ne sont pas les parlementaires qui ont bloqué le dépôt d'un projet de loi au parlement. Ce ne sont pas eux non plus qui ont bloqué le projet de loi à propos duquel le Conseil d'Etat a émis un deuxième avis au mois de juillet.
Je ne veux faire ici le procès de personne. Mais il ne faudrait pas non plus que l'on "vienne me casser les pieds" avec de l'histoire ancienne, sinon on pourrait rappeler tout ce qui s'est passé, la manière dont cela s'est passé et le cheminement de ce projet jusqu'à ce jour.
Pour ma part, je ne m'intéresse pas au passé; je m'intéresse plutôt au fond du problème. Je ne me préoccupe pas de la procédure, mais du contenu du texte de loi.
Madame ministre, comme on a pu le constater hier à l'occasion de l'examen hâtif - ce n'est pas une critique puisqu'il en avait été décidé ainsi -, des points restent obscurs, des problèmes d'interprétation se posent; il y a même des incertitudes quant au contenu futur de grands arrêtés royaux et d'application. Cinquante articles ont été examinés en plus ou moins 4 heures.
C'est la raison pour laquelle j'avais proposé, en début de semaine, une opération en deux temps. D'abord, le vote d'une loi pour répondre à la légitime angoisse de la population, ceci m'a valu beaucoup de problèmes auprès des professionnels de la chose. Ensuite, après quelques mois de fonctionnement et sur la base de l'avis du Conseil consultatif institué par cette loi, une réflexion de manière plus sereine, après les élections communales, à la fin de l'année, sur les éléments qui posent problème afin d'aboutir à un consensus sur l'ensemble de la problématique des armes.
Cela n'a pas été admis. On s'est contenté d'un examen rapide et d'un vote éclair au Parlement.
Dans la mesure où la ministre refusait de procéder à un réexamen ultérieur du texte, il fallait que des amendements soient déposés. C'est ce que j'ai fait.
La base de ma réflexion a porté sur la situation des catégories de citoyens essentiellement détenteurs d'armes de chasse et de sport.
Le projet de loi impose pour ceux-ci un système d'autorisation assez contraignant qui, dans certaines circonstances et après certains délais, conduira le détenteur d'une arme soit à abandonner celle-ci, soit à la rendre totalement inapte au tir, réduisant à néant sa valeur. Je parle ici notamment des armes richement décorées et ciselées par des artisans graveurs qui exercent encore leur art dans notre pays et spécialement, pourquoi ne pas le dire, en Région wallonne et, en particulier, dans la région liégeoise.
Comme il n'est évidemment pas question de maintenir les armes de chasse et de sport en vente libre - personne ne défend ce point de vue - j'ai proposé un système de déclaration assorti de la présentation d'un certificat de bonne vie et moeurs, lequel permet un délai d'attente qui peut être mis à profit par la police pour porter un jugement sur la personnalité de l'acheteur, de l'héritier ou du collectionneur.
La procédure de déclaration n'est pas une initiative farfelue. Elle vient en droite ligne du système prôné par la directive européenne de 1991 sur les armes qui prévoyait une catégorie particulière d'armes soumises à déclaration. Malheureusement, cette solution n'a pas été acceptée et la procédure d'autorisation généralisée a été maintenue, ce que je déplore.
Sauf cas particulier d'ailleurs, aucun amendement important n'a été accepté au sein de la commission à l'exception d'un seul. Et c'est précisément l'amendement qui renforce encore la suspicion jetée sur tous les détenteurs d'armes en instaurant un régime dérogatoire moins favorable pour ceux qui auraient acheté une arme entre le 1 er janvier 2006 et l'entrée en vigueur de la nouvelle loi.
Finalement, comme vous l'aurez certainement compris, je retiens de ce débat un sentiment mitigé. Il fallait une réponse législative. C'est ce que j'ai demandé, c'est ce qui a été fait et je m'en réjouis. Mais il fallait aussi, selon nous, réfléchir à plus long terme et trouver des formules particulières pour des catégories de détenteurs (chasseurs, tireurs, collectionneurs et héritiers) qui présentent évidemment certaines spécificités.
On ne l'a pas voulu, et c'est regrettable.
D'ailleurs, mon parti, le MR, vient de diffuser un communiqué de presse, dans lequel, tout en se félicitant du texte de la loi, il souligne le fait qu'il incombe à la ministre de la Justice de rapidement mettre sur pied le Conseil consultatif des armes afin qu'il puisse rendre des avis tant sur les projets d'arrêté d'exécution que sur tout aménagement de la loi qu'il serait utile d'adopter. Et le communiqué de poursuivre: "Le MR considère en effet que la nouvelle loi votée sur les armes aujourd'hui nécessitera une évaluation et, le cas échéant, des améliorations pour rencontrer notamment les situations particulières vécues tant par les tireurs sportifs que par les chasseurs ou encore les collectionneurs".
Je n'ai pu que prendre note des promesses lénifiantes du dirigeant du registre central des armes. Cela ne marche pas aujourd'hui. Le Comité P l'a largement évoqué. Je ne vais pas vous en donner à nouveau lecture. Nous n'en sommes plus aujourd'hui à relire les textes assassins du Comité P. La réponse est que cela ira mieux demain et que nous disposons d'un plan. Mais, madame la ministre, que n'a-t-on exécuté ce plan il y a un certain nombre d'années, car le registre central est dans un état catastrophique depuis longtemps; c'est pourtant un pion essentiel dans l'organisation du contrôle des armes. C'est la connaissance des armes et la traçabilité qui sont essentielles. Pour l'instant, en raison des carences de service, des armes apparaissent, disparaissent, sont échangées sans que nul ne sache exactement ce qui se passe. On a même cité des cas où une arme était enregistrée 100 fois au nom de 100 personnes différentes. Je ne crois pas qu'il y ait eu 10 échanges réels entre collectionneurs ou amoureux des fusils. Évidemment, il s'agit d'une erreur du registre central.
Je vous engage vivement à mettre de l'ordre dans ce service, comme d'ailleurs à prévoir les moyens financiers nécessaires à l'application de la loi. Il y a quelques mois, les gouverneurs ont lancé un cri d'alarme en disant qu'avec les moyens dont ils disposaient, il était impossible de remplir les missions d'autorisation et de contrôle qui leur sont imposées par la loi.
Si le service central ne fonctionne pas, si les moyens en matériel et le personnel ne sont pas donnés aux autorités de contrôle, cette loi ne sera qu'un chiffon de papier.
J'espère que le travail d'exécution de la loi et la réflexion subséquente du Conseil consultatif permettront concrètement de mettre de l'ordre dans le secteur des armes individuelles et de rassurer l'opinion publique.
Translated text
First of all, I would like to congratulate Mr. President. Bex for his report. He obviously committed a forgivable and positive speed excess since the work was completed last night and he presents us today with an extremely comprehensive analytical report. Obviously, I do not necessarily agree with his opinion on the second part of his speech in which he explains his position regarding this bill. by
Mr. Speaker, Mrs. Minister, Ladies and Gentlemen, there are times when the parliamentary procedure leading to the adoption of a bill must be somewhat shaken. I believe that the noise of the street does not stop at the walls of this House and that, therefore, it is normal that we take into account not only the social problem posed by the possession of weapons but also the demand of citizens to react by law, quickly, to the recent drama. This is what led me to ask, a few days ago, that, very soon, a law be passed that remedies the current deficiencies of the legislation. This is what we are dealing with today and we welcome it.
But this fundamental debate should not hide the reflection on the true author of the drama, namely the criminal. The gun killed, but it was still the criminal who pushed the gun. And it is hard to see that at present, everything is focused on our work, completely forgetting the crapule who committed this act and ⁇ also the motivations and connections of this individual with the xenophobic and racist currents that our country knows. I know that this is the matter of justice but it is still important to recall it from the top of this tribune.
The culprit is not the rifle or the armorist, it is the monster who had premeditated his act and who has found the way to accomplish it. It is also likely that if the weapon had not been sold to him, he would have found other solutions in the parallel market.
Nor would I like to take advantage of this dramatic situation to make all gunholders criminals. Hunters, sports competitors, collectors, possessors of weapons by inheritance, all these people are, like all social categories, worthy of attention and cases of disappearance are obviously not frequent. If I say this, it is simply because we might have the impression that a widespread suspicion is transmitting through this bill. Certainly, no one is questioning the concern of going beyond the current law and of preventing one from entering an armor shop and buying, without the slightest control, a devastating weapon. But the question is whether, and this is what has occupied us, if we should take measures such that they create unreasonably enormous difficulties for many weapons owners. Unless, of course, and this is the impression I have after attending the debates, that some have used the opportunity to try to drastically reduce the possession of weapons by individuals.
I would naturally be among the first to consider this solution if I had the certainty that reducing or eliminating the possession of weapons would lead to a parallel reduction in crime. Unfortunately, this is not the case, and everyone knows that the illegal arms market carries far more risks of aggression than that of the sale of arms to individuals. by Mr. Melchior Wathelet spoke about it a moment ago.
Asked whether the minister was considering fighting against the parallel weapons market, she merely answered that in the bill the sanctions against illegal weapons had been increased. Therefore, he did not answer the question raised. The problem is not how many days of imprisonment or a fine of euros risks a crime found in possession of a kalachnikov. He is not sure that he will be in prison. Rather, it is about dismantling the chains that feed this parallel market. On this point, we have not obtained, so to speak, any precise answer to the question which, however, concerns a large number of citizens because it is this parallel market that provides the great crime.
While the proposed law strictly regulates the possession of weapons by individuals, it is obviously not the single and definitive solution to all crime problems. In any case, it should not be believed by the public. The law that will be voted may reduce crime – in any case, I wish it – but it will not solve the whole problem.
The proposal that is being voted is not new. It dates from several years, although it has experienced some changes compared to the original project. I have no intention, unlike some of my colleagues in the House – isn’t it, Mrs. Gerkens – to go back on the history of the project, except to remind that it has been discussed for ten months in the Senate. It was extremely bad; I must acknowledge that Ms. Onkelinx’s project is better. He was misdirected. We will not return to this point. It is still that he failed. It was rejected in plenary session because parliamentarians did not very well understand what was going on! So bad for them!
Since then, in other words for three years, Mrs. Gerkens, nothing has happened! You should know that it is not the parliamentarians who have blocked the filing of a bill in parliament. Nor were they the ones who blocked the bill on which the State Council issued a second opinion in July. by
I do not want to judge anyone here. But it would also not be necessary that one "comes to break my feet" with ancient history, otherwise one could recall all that happened, the way it happened and the path of this project to this day. by
For my part, I am not interested in the past; I am more interested in the essence of the problem. I am not concerned with the procedure, but with the content of the bill. by
Mr. Minister, as we observed yesterday on the occasion of the hasty examination – this is not a criticism since it was so decided – points remain obscure, problems of interpretation arise; there are even uncertainties as to the future content of large royal decrees and implementation. Fifty articles were reviewed in more or less 4 hours. by
That is why I had proposed, at the beginning of the week, an operation in two times. First, voting a law to respond to the legitimate anxiety of the population, this has caused me a lot of problems with the professionals of the thing. Then, after a few months of operation and on the basis of the opinion of the Advisory Council established by this law, a more serene reflection, after the municipal elections, at the end of the year, on the elements that pose problem in order to reach a consensus on the whole problem of weapons. by
This was not admitted. We were content with a quick review and a bright vote in Parliament.
As the Minister refused to carry out a further review of the text, amendments had to be submitted. That is what I did. by
The basis of my reflection focused on the situation of the categories of citizens essentially holding hunting and sports weapons. by
The bill imposes for them a fairly binding authorisation system that, under certain circumstances and after certain periods, will lead the holder of a weapon to either abandon it or make it completely unfit for fire, reducing its value to nothing. I am speaking here in particular of weapons richly decorated and ciseled by engraving craftsmen who are still exercising their art in our country and especially, why not say so, in the Walloon Region and, in particular, in the Liege region.
Since there is obviously no question of keeping hunting and sports weapons for free sale – no one defends this view – I have proposed a reporting system with the presentation of a certificate of good life and morals, which allows a waiting period that can be exploited by the police to make a judgment on the personality of the buyer, heir or collector.
The declaration procedure is not a foul initiative. It comes in the right line of the system promoted by the European Directive of 1991 on weapons which provided for a particular category of weapons subject to declaration. Unfortunately, this solution was not accepted and the generalized authorisation procedure was ⁇ ined, which I regret.
No major amendment was accepted in the committee except for one. And it is precisely the amendment that further reinforces the suspicion thrown on all gunholders by establishing a less favourable derogatory regime for those who would have purchased a weapon between January 1, 2006 and the entry into force of the new law. by
Finally, as you will ⁇ understand, I hold a mixed feeling from this debate. We needed a legislative response. That’s what I asked for, that’s what was done and I look forward to it. But it was also necessary, in our opinion, to think longer-term and find specific formulas for categories of holders (hunters, shooters, collectors and heirs) that obviously have certain specificities.
We did not want it, and that is regrettable. by
Meanwhile, my party, MR, has just broadcast a press release, in which, while welcoming the text of the law, he emphasizes the fact that it is the responsibility of the Minister of Justice to quickly set up the Advisory Council on Arms so that it can give opinions both on the draft execution decree and on any modification of the law that would be useful to adopt. “The MR believes that the new law on weapons voted today will require an evaluation and, if necessary, improvements to meet in particular the special situations experienced by both sports shooters and hunters or collectors.”
I could only take note of the lenient promises of the head of the Central Register of Weapons. This does not work today. The P-Committee has spoken about this. I will not let you read it again. We are no longer able to read the murderous texts of the Committee P. The answer is that it will be better tomorrow and that we have a plan. But, Mrs. Minister, that this plan was not implemented a number of years ago, because the central register has been in a catastrophic state for a long time; yet it is an essential pivot in the organization of arms control. Knowledge of weapons and traceability are essential. For now, due to service deficiencies, weapons appear, disappear, are exchanged without anyone knowing exactly what is happening. It has even been cited cases where a weapon was registered 100 times on behalf of 100 different people. I don’t think there were 10 real exchanges between collectors or gun lovers. Obviously, this is an error of the central register.
I strongly commit you to put order in this service, as well as to provide the financial means necessary for the enforcement of the law. A few months ago, governors raised an alarm cry saying that with the means they had at their disposal, it was impossible to fulfill the authorization and control tasks imposed on them by law.
If the central service does not function, if the means of equipment and personnel are not given to the supervisory authorities, this law will be only a piece of paper. by
I hope that the law enforcement work and the subsequent reflection of the Advisory Council will effectively bring order in the individual weapons sector and reassure the public opinion.
#10
Official text
Mijnheer de voorzitter, waarde collega's, het Vlaams Belang heeft de totstandkoming van onderhavige wet mee ondersteund, die qua snelheid — in de geschiedschrijving zal men wellicht zeggen qua overhaastheid — naar mijn aanvoelen een unicum is.
Mijnheer de voorzitter, steeds meer wetgevend werk komt tot stand op het ritme van het televisienieuws. Het is een tendens die in het algemeen zou kunnen inspireren tot een aantal filosofische beschouwingen over normen en waarden, over de totstandkoming van normen en wetten en over de bronnen van ons recht. Het is zeker dat de wet omstreden zal zijn.
Niettemin, wie een wapen in huis wil halen, moet daarvoor inderdaad een verantwoording kunnen geven. Het is ook logisch en wenselijk dat de politie hierbij om advies wordt gevraagd en dat er proeven afgelegd moeten worden. Dat zal onvermijdelijk ontradend werken en dwaze of criminele aankopen verhinderen. Wij weten dat tegen de wet een aantal praktische bezwaren kunnen worden ingebracht, maar door de wijze waarop het debat werd gevoerd, konden die niet op een normale manier worden afgehandeld.
Tot slot dient de vraag gesteld te worden waarom en door wie een wet die impulsieve wapenaankopen onmogelijk maakt, zo lang is uitgesteld. De liberale partijen zijn sinds 1999 aan de macht. Zelfs de groene partijen waren na 1999 vier jaar mee aan de macht. De socialistische partijen zijn straks 20 jaar aan de macht. Er is de afgelopen dagen veel gesproken over een zogenaamde verpletterende verantwoordelijkheid en over het zogenaamde in-heteigen-hart-kijken. Ik hoop oprecht dat iedereen in politiek België bereid is dat ook te doen.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, the Flemish Interest has supported the establishment of this law, which in terms of speed – in the history writing one may say in terms of hasteness – is, in my opinion, a unicum.
More and more legislative work is being carried out at the rhythm of television news. It is a tendency that could generally inspire a number of philosophical considerations about norms and values, about the creation of norms and laws, and about the sources of our law. It is certain that the law will be controversial.
Nevertheless, whoever wants to get a gun in the home, must indeed be able to give a responsibility for it. It is also logical and desirable that the police should be asked for advice and that tests should be carried out. That will inevitably work dissuasively and prevent foolish or criminal purchases. We know that a number of practical objections can be raised against the law, but due to the way the debate was conducted, they could not be solved in a normal way.
Finally, the question must be asked why and by whom a law that makes impulsive arms purchases impossible has been postponed for so long. The Liberal Party has been in power since 1999. Even the Greens were in power for four years after 1999. The Socialist Party will be in power for 20 years. There has been a lot of talk in recent days about a so-called crushing responsibility and the so-called in-heat-heart-looking. I sincerely hope that everyone in political Belgium is willing to do the same.
#11
Official text
Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, permettez-moi de m'exprimer brièvement au nom du groupe PS dans le cadre de la discussion du projet de loi qui nous est soumis aujourd'hui par le gouvernement au sujet des armes et qui vise à régler les activités économiques et individuelles liées aux armes.
L'émotion suscitée par les événements de ces dernières semaines ne peut nous laisser indifférent et nous impose beaucoup d'humilité. Néanmoins, je voudrais rappeler que dans ce domaine, la position de mon groupe n'a jamais changé. Oui, nous voulons un encadrement strict de la délivrance d'armes. Oui, nous estimons en cette matière, au nom du principe de précaution, que des garanties importantes et vérifiables concrètement doivent être imposées aux possesseurs d'armes.
Une société qui promeut les valeurs de paix et de dialogue se doit de réglementer de manière stricte l'utilisation d'armes car elle ne peut ignorer les risques encourus et les conséquences désastreuses d'un usage abusif.
On pourrait s'interroger longuement sur les finalités de la possession d'une arme dans une société telle que la nôtre, et surtout telle que nous la souhaitons. Une arme ne sert-elle pas à intimider, à blesser, voire à tuer? Oui, je rêve d'une société sans armes mais je suis consciente que le chemin est encore long.
Je ne voudrais pas m'adonner à la stigmatisation d'une catégorie de personnes: les chasseurs ou les sportifs ne sont pas des criminels. Je connais et je respecte les arguments des chasseurs et autres sportifs. Néanmoins, j'estime qu'un régime d'autorisation, même assoupli, est indispensable pour eux également. Je pense qu'il était fondamental de se doter d'une législation claire pour tout le monde et d'éviter autant que faire se peut toute catégorisation.
Je me permettrai également de rappeler que les discussions concernant cette matière ne datent pas d'hier. Les arguments des uns et des autres ont pu être échangés et débattus. La législation sur les armes a évolué dans la plupart des États membres de l'Union européenne. La nôtre, par contre, date de 1933. Les modifications partielles intervenues en 1991 n'ont pas comblé certaines lacunes ni suffi à mettre notre réglementation en concordance avec la directive européenne de 1991.
Le système actuel, basé sur la simple déclaration, n'est pas satisfaisant. Le système d'acquisition par simple déclaration n'est pas satisfaisant dans son principe. En effet, la procédure suppose uniquement que l'autorité soit informée de l'achat sans pouvoir intervenir sur l'opportunité de celui-ci. C'est pourquoi nous soutenons le système d'autorisation centralisée chez le gouverneur. En effet, quoi de plus normal que de voir les détenteurs d'armes faire l'objet d'un contrôle quant à la légitimité des motifs invoqués? L'obligation générale d'autorisation est essentielle pour une bonne prévention, les autorisations étant délivrées pour une durée limitée et renouvelable.
Le point suivant que je voulais souligner concerne l'amélioration de la traçabilité des armes. Il est prévu de créer un numéro national d'identification pour toutes les armes fabriquées ou importées en Belgique. Il est important en effet d'avoir une idée claire du nombre d'armes en circulation et de faire apparaître à la surface le plus grand nombre d'armes possible. Comme dans d'autres domaines, il est tout à fait légitime de connaître l'origine et la destination d'un produit.
Quelques mots encore sur les conditions imposées à la profession d'armurier. Désormais, ceux-ci devront démontrer leur aptitude professionnelle et justifier l'origine de leurs moyens financiers. Nous pouvons les rassurer: ces nouvelles dispositions devraient rendre la profession plus transparente. Ceux qui travaillent dans la légalité et n'ont rien à se reprocher ne seront pas inquiétés. Ces nouvelles mesures pourraient en outre renforcer le sentiment de légitimité et celui de sécurité dans le métier.
Par ailleurs, comme la commission en a longuement discuté hier, il convenait de prévoir des dispositions transitoires au projet de loi qui nous est soumis et d'être attentif aux abus qui pourraient se produire avant l'entrée en vigueur de la loi que nous sommes sur le point de voter. En effet, selon d'aucuns, dans certaines régions du pays, de nombreuses armes qui sous l'empire de la nouvelle loi seront soumises à autorisation ont été achetées ces dernières semaines par des personnes souhaitant bénéficier d'une réglementation plus souple. L'amendement déposé par notre collègue M. Van der Maelen prévoyant une autorisation provisoire pour les armes à feu acquises après le 1 er janvier 2006 permettra d'exercer un certain contrôle sur les achats en cette période que l'on pourrait qualifier de suspecte. Cette solution offre toutes les garanties juridiques voulues.
En conclusion, monsieur le président, chers collègues, pour participer à la construction d'une société plus juste d'où la violence est bannie, il est essentiel que la loi que nous allons voter soit applicable rapidement et mène à des résultats concrets. C'est donc avec conviction que mon groupe votera en faveur du projet de loi proposé.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, dear colleagues, allow me to speak briefly on behalf of the PS Group as part of the discussion of the draft law submitted to us today by the Government on weapons and which aims to regulate the economic and individual activities related to weapons.
The emotion aroused by the events of the last few weeks cannot leave us indifferent and imposes us a lot of humility. Nevertheless, I would like to remind you that in this area, the position of my group has never changed. Yes, we want a strict framework for the release of weapons. Yes, we believe in this regard, in the name of the precautionary principle, that significant and practically verifiable guarantees should be imposed on the possessors of weapons. by
A society that promotes the values of peace and dialogue must strictly regulate the use of weapons because it cannot ignore the risks incurred and the disastrous consequences of abuse. by
One could long wonder about the purpose of possessing a weapon in a society like ours, and above all as we want it. Isn’t a weapon used to intimidate, hurt, or even kill? Yes, I dream of a society without weapons but I am aware that the road is still long. by
I ⁇ ’t want to go into stigmatizing a category of people: hunters or athletes are not criminals. I know and respect the arguments of hunters and other athletes. Nevertheless, I believe that a licensing regime, even relaxed, is indispensable for them too. I think it was fundamental to have a clear legislation for everyone and to avoid as much as possible any categorization. by
I would also like to remind myself that the discussions on this subject are not from yesterday. The arguments of each other could be exchanged and discussed. Weapons legislation has evolved in most EU Member States. On the other hand, it is from 1933. The partial changes made in 1991 did not fill certain gaps and were not sufficient to bring our regulation in line with the European Directive of 1991. by
The current system, based on the simple declaration, is not satisfactory. The simple declaration acquisition system is not in principle satisfactory. In fact, the procedure only presupposes that the authority is informed of the purchase without being able to intervene on the convenience of the purchase. That is why we support the centralized authorization system at the governor. Indeed, what is more normal than seeing gunholders be subject to a control over the legitimacy of the reasons invoked? The general authorisation obligation is essential for good prevention, with authorisations issued for a limited and renewable period. by
The next point I wanted to highlight is about improving the traceability of weapons. It is planned to create a national identification number for all weapons manufactured or imported in Belgium. It is important in fact to have a clear idea of the number of weapons in circulation and to make appear on the surface as many weapons as possible. As in other areas, it is quite legitimate to know the origin and destination of a product. by
A few words about the conditions imposed on the profession of armorist. They will now have to demonstrate their professional aptitude and justify the origin of their financial resources. We can reassure them: these new provisions should make the profession more transparent. Those who work in legality and have nothing to blame will not be worried. These new measures could also strengthen the sense of legitimacy and security in the profession. by
Furthermore, as the committee long discussed yesterday, it was appropriate to provide for transitional provisions to the bill that is submitted to us and to be attentive to abuses that may occur before the entry into force of the law that we are about to vote. In fact, according to some, in some regions of the country, many weapons that under the rule of the new law will be subject to authorization have been purchased in recent weeks by people wishing to benefit from a more flexible regulation. The amendment submitted by Mr. Van der Maelen’s provisional authorisation for firearms acquired after 1 January 2006 will allow some control over purchases during this period that could be called suspicious. This solution offers all the desired legal guarantees.
In conclusion, Mr. Speaker, dear colleagues, in order to participate in the construction of a more just society from which violence is banned, it is essential that the law we are going to vote for is rapidly applicable and leads to concrete results. It is therefore with conviction that my group will vote in favour of the proposed bill.
#12
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-premier en minister van Justitie, we staan nu voor het sluitstuk met de stemming over een wetsontwerp waarvan de discussies — ik heb dit gisteren reeds in de commissie gezegd — een aanvang hebben genomen vele tientallen jaren geleden. Iedereen heeft het maar over het wetsontwerp dat onder minister van Justitie Verwilghen werd ingediend. Gisteren citeerde ik uit een bijdrage in De Standaard van 2002, ongeveer de periode dat het wetsontwerp van minister Verwilghen besproken werd. Uit de bijdrage bleek dat de eerste reacties die zouden hebben kunnen leiden tot een wetsontwerp om de aanschaf en het dragen van jacht- en oorlogswapens te beperken, teruggaan tot 1886. Een tweede reeks volgde onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog. Dat bracht ons uiteindelijk tot de wapenwet, die in 1933 goedgekeurd werd en waaraan thans een aantal belangrijke wijzigingen worden aangebracht. Hetzelfde persartikel herinnerde aan minister van Justitie Vranckx, die in zijn ambtsperiode 1968-1972 ook van de strijd tegen de georganiseerde misdaad een prioriteit maakte. Een van de talrijke maatregelen die hij toen voorstelde, was de verstrenging van de wapenwet van januari 1933. Minister Vranckx kreeg toen een volledige lobby over zich heen. In 1970 in het midden van zijn legislatuur werd met dat doel ook een unie van wapenhandelaars opgericht. Het wetsontwerp van minister Vranckx werd afgevoerd.
De historiek van het moeizaam gevecht om het particulier vuurwapenbezit aan banden te leggen, brengt ons allen bij de kern van de discussie. In een rechtsstaat heeft de overheid het monopolie van het gebruik van geweld. Het vloeit logischerwijze voort uit het gedachtegoed van het sociaal contract, waarbij het individu aan de overheid een gedeelte van zijn vrijheid afstaat en de overheid in ruil waakt over ons aller veiligheid. Daarom was het een beetje pijnlijk, collega Bex, om tijdens uw betoog te horen zeggen dat de liberalen altijd degenen zouden zijn geweest die aan de zijde van de wapendragers en de wapenindustrie stonden. Het volstaat echter te verwijzen naar hetgeen gebeurd is in de vorige legislatuur toen een aantal partijen getekend heeft voor het feit dat het ontwerp-Verwilghen, dat meer dan de basis heeft gevormd van het huidig ontwerp, niet goedgekeurd is geraakt.
Belangrijk is ook eraan te herinneren — voor zover als nodig — dat de behandeling van onderhavig wetsontwerp een aanvang heeft genomen een aantal weken geleden, alvorens enige zeer dramatische gebeurtenis in Antwerpen plaatsvond, zodat de indruk die heerst dat het Parlement de aanvang van de bespreking pas na de moordpartijen heeft aangevat, verkeerd is. Correct is dat heel het debat in een stroomversnelling is gekomen.
Een ander element dat ten grondslag van de huidige wetgeving heeft gelegen, is hetgeen uit het rapport van het Comité P van vorig jaar is gebleken. Ik citeer uit een Franstalig krantenbericht: "Une même arme appartenant à 100 personnes différentes et 47.300 armes en possession de personnes décédées, certaines il y a plus de 10 ans". Dat is de aberratie die met de wetgeving ook definitief tot het verleden diende te geraken.
Er mag geen mogelijkheid meer worden ingelast voor de impulsaankopen — wat sinds vorige week in de actualiteit is gekomen -, of het in praktijk brengen van de opportuniteitstheorie waarbij naar wapens die thuis liggen, gegrepen wordt op het moment dat een ruzie escaleert, met alle verschrikkelijke gevolgen van dien, omdat dergelijke schietincidenten met wapens in de meeste gevallen dodelijk zijn, zo niet dan toch bijzonder ernstige verwondingen veroorzaken.
Het voorliggend wetsontwerp, dat de VLD zeer zeker steunt, ontneemt ook, voor zover dat mogelijk zou kunnen zijn, alle mogelijkheden voor de Van Themsches of anderen van deze wereld of van deze regio.
Een van de belangrijkste kenmerken van de nieuwe tekst, die zijn oorsprong vindt in het ontwerp-Verwilghen, is dat men spreekt over vergunningen. Niemand zal nog gewoon met een wapen kunnen rondlopen zonder dat daaraan voorafgaandelijk een controle zal zijn gegeven, die tot een mogelijke vergunning zal kunnen leiden. Voor particulieren een geregistreerd en beheersbaar wapenbezit, dat is hetgeen hier beoogd wordt. De sport- en jachtwapenliefhebber of — bezitter kan geen bezwaar hebben tegen de thans voorliggende wetgeving. De bedoeling is, ook bij hen, dat de rotte appels uit de wereld zouden verdwijnen.
Cijfers van de federale politie zijn reeds aangehaald. Sta me toe er nog een paar aan te halen. Het wapenbezit neemt toe. In 1998 werden 527.807 registraties gedaan van verweerwapens. Drie jaar later, in 2001 waren er dat reeds 569.000. In dezelfde periode steeg het aantal jacht- en sportwapens van 115.000 tot 154.000 wapens. Meer recente cijfers geven voor 2002 nog een bijkomende stijging naar 587.660 en voor sportwapens naar 168.000. De geregistreerde wapens zijn slechts hert topje van de ijsberg.
Voor de wapens die in omloop zijn meende Knack in een reportage midden augustus 2002 het cijfer van 2 miljoen te kunnen hanteren. Wanneer het wapenbezit toeneemt en wanneer het bezit van wapens zorgt voor de toename van het geweld, omdat het dat geweld op bepaalde crisismomenten veel vlugger zal uitlokken of vergemakkelijken, is het ook zo dat die kerntaak bij uitstek van de overheid om haar burgers te beschermen in ogenschouw genomen moet worden en het misbruik, of het verkeerde gebruik, van wapens, ontmoedigd of tegengegaan moet worden.
Het ontwerp dat ter tafel lag en dat nu voorligt, heeft verschillende doelen. Wij menen een aantal van die doelen bij deze bereikt te hebben.
Ik geef als voorbeeld het centrale wapenregister, waarover u, mevrouw de minister van Justitie, vorig jaar een aantal keer ondervraagd werd. Toen stelde u in het vooruitzicht dat tegen het einde van 2006 de mankementen van het centrale wapenregister geabsorbeerd zouden kunnen worden. Ik meen dan ook dat het van belang was voor de commissie de verantwoordelijke voor dat centrale wapenregister rechtstreeks daarover te kunnen ondervragen ter gelegenheid van de bespreking van onderhavig ontwerp, waarbij de gegevens die u eerder al had aangehaald, bevestigden dat eind 2006, begin 2007, de problematiek van het centrale wapenregister tot het verleden zou moeten behoren.
Een volgend positief element is dat bij de vergunning niet meer gewerkt zal worden met 196 verschillende commissarissen, die ieder hun advies moeten geven. Er was inderdaad opgemerkt dat er absoluut geen uniformiteit bestond. Welnu, onderhavig wetsontwerp voorziet in regelmatigheid en uniformiteit, door die bevoegdheid aan de gouverneurs over te laten.
Er is vrij lang gediscussieerd, mevrouw de minister en mevrouw de voorzitster van de commissie voor de Justitie, over de werkwijze in de periode voorafgaand aan het wetsontwerp, te meer omdat er de voorbije periode — dit is in verschillende betogen naar voren gebracht — een beduidende stijging van aankopen van wapens is geweest.
De commissie is daar heel lang bij blijven stilstaan gisteren. Ik meen dat het compromis dat terzake bereikt werd, van belang is. Voor degenen die mogelijkerwijze — en dit is geen intentieproces — gebruik of "misbruik" zouden gemaakt hebben van de periode onmiddellijk voorafgaand aan de goedkeuring van onderhavige wet, zou het, indien er een vergunning aangevraagd en verkregen werd, gaan om een voorlopige vergunning en niet onmiddellijk om een vergunning voor 5 jaar. Ook de bekommering terzake menen wij opgevangen te hebben in het voorliggende ontwerp.
Ik rond mijn betoog af met een opmerking over de financiering wanneer het gaat over de toekenning van de vergunningen. Mevrouw de minister, wij hebben er uitdrukkelijk bij u op aangedrongen dat, zoals bij zovele ontwerpen nodig is, de middelen voorradig zou zijn, omdat wij anders niet alleen het doel gemist zullen hebben gemist, maar ook omdat dat catastrofale gegeven vele gevolgen zou kunnen hebben. U hebt ons in de verschillende antwoorden verzekerd dat er noch wat personeel noch wat financiële middelen betreft problemen mogen rijzen, daar de prioriteit voor iedereen op hetzelfde niveau komt te liggen. In die zin, mevrouw de minister, mijnheer de voorzitter, collega's, zal onze fractie het ontwerp straks goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Deputy Prime Minister and Minister of Justice, we are now at the closing point with the vote on a bill whose discussions — I said this yesterday in the committee — began many decades ago. Everyone is talking about the bill submitted under Minister of Justice Verwilghen. Yesterday I quoted from a contribution in The Standard of 2002, about the period during which Minister Verwilghen’s bill was discussed. The contribution revealed that the first reactions that could have led to a bill to restrict the purchase and carrying of hunting and war weapons date back to 1886. A second series followed immediately after the First World War. That eventually brought us to the Arms Act, which was passed in 1933 and which is now undergoing a number of major changes. The same press article reminded the Minister of Justice Vranckx, who in his term of office 1968-1972 also made the fight against organized crime a priority. One of the many measures he then proposed was the tightening of the Arms Act of January 1933. Minister Vranckx then got a full lobby over him. In 1970, in the middle of his legislature, a union of arms dealers was also established for this purpose. Minister Vranckx’s bill was removed.
The history of the arduous struggle to put a stop to private firearm ownership brings us all to the heart of the discussion. In a rule of law, the government has the monopoly of the use of force. It logically derives from the concept of the social contract, in which the individual gives a portion of his freedom to the government, and in exchange the government guarantees the security of all of us. Therefore, it was a little painful, colleague Bex, to hear you say during your speech that the liberals would always have been those who stood on the side of the weapons carriers and the weapons industry. However, it is sufficient to refer to what happened in the previous legislature when a number of parties signed for the fact that the draft-Verwilghen, which formed more than the basis of the current draft, has not been approved.
It is also important to recall, to the extent necessary, that the examination of this draft law began several weeks ago, before any very dramatic event occurred in Antwerp, so that the impression that the Parliament started the discussion only after the murders occurred is incorrect. It is true that the whole debate has come in a current acceleration.
Another element underlying the current legislation is what was shown in the report of Committee P last year. I quote from a French-language newspaper report: “One same poor appartenant to 100 persons different and 47.300 arms and possession of persons deceased, some il y a plus de 10 years.” That is the aberration that, with the legislation, should finally come to the past.
There should be no more possibility of charging for impulse purchases — which have become actual since last week — or the implementation of the theory of opportunity, which seeks to seize weapons at home at the moment of an escalation of a dispute, with all the terrible consequences thereof, because such shooting incidents with weapons are in most cases fatal, if not yet cause ⁇ serious injuries.
The present bill, which the VLD most ⁇ supports, also deprives, to the extent that could be possible, of all possibilities for the Van Themsches or others of this world or of this region.
One of the main features of the new text, which originates in the draft-Verwilghen, is that one speaks of permits. No one will be able to walk around with a weapon without having given it a prior check, which may lead to a possible license. For individuals a registered and manageable weapon possession, which is what is intended here. The sports and hunting weapons enthusiast or possessor cannot object to the current legislation. The intention is, even with them, that the rotten apples would disappear from the world.
The figures from the federal police have already been cited. Allow me to add a few more. Weapons ownership is increasing. In 1998, 527,807 registrations of defensive weapons were made. Three years later, in 2001, there were already 569,000. In the same period, the number of hunting and sports weapons increased from 115,000 to 154,000 weapons. More recent figures indicate an additional increase for 2002 to 587,660 and for sports weapons to 168,000. The registered weapons are only the tip of the iceberg.
For the weapons in circulation, Knack believed in a report in mid-August 2002 that he could handle the figure of 2 million. When the possession of weapons increases, and when the possession of weapons causes the increase of violence, because it is much faster to provoke or facilitate that violence at certain moments of crisis, it is also true that that core task of the government to protect its citizens must be taken into account and the abuse, or the misuse, of weapons must be discouraged or countered.
The design that was on the table and which now prevails has different goals. We believe that some of these goals have been achieved.
I will take as an example the central register of weapons, about which you, Mrs. Minister of Justice, were questioned several times last year. Then you predicted that by the end of 2006 the shortcomings of the central register of weapons could be absorbed. I therefore consider that it was important for the committee to be able to question the person responsible for that central arms register directly on the occasion of the discussion of this draft, where the data you have already cited confirmed that at the end of 2006, at the beginning of 2007, the problem of the central arms register should belong to the past.
Another positive element is that the authorisation will no longer work with 196 different Commissioners, who each have to give their advice. Indeed, it was noted that there was absolutely no uniformity. Now, the present bill provides for regularity and uniformity, by transferring that power to the governors.
There has been a fairly long discussion, Mrs. Minister and Mrs. Chair of the Committee on Justice, on the procedure in the period prior to the draft law, in particular because there has been a significant increase in the purchase of weapons in the past period — this has been highlighted in various arguments.
The committee stood still on this for a long time yesterday. I think the compromise that has been reached on this issue is important. For those who possibly – and this is not an intentional process – would have made use or “abuse” of the period immediately preceding the approval of this Act, if a permit was requested and obtained, it would be a provisional permit and not immediately a permit for 5 years. We also believe that the concern in this regard has been addressed in the present draft.
I close my discussion with a comment on funding when it comes to granting the licenses. Mrs. Minister, we have expressly urged you that, as with so many projects is necessary, the resources would be in stock, because otherwise we would not only have missed the purpose, but also because that catastrophic date could have many consequences. You have assured us in the various answers that there should be no problems in terms of staff or financial resources, since the priority for everyone should be at the same level. In this sense, Mrs. Minister, Mr. President, colleagues, our group will approve the draft later.
#13
Official text
On me signale un problème technique concernant les câblages qui empêcherait d'enregistrer nos propos. Cela semble être réparé?
Si je peux me risquer à continuer, monsieur le greffier, je préfère poursuivre le débat avant de suspendre la séance. La technique est souvent plus forte que notre raison.
Translated text
I was notified of a technical problem with the cables that would prevent us from recording our remarks. Does this seem to be repaired?
If I can risk continuing, Mr. Secretary, I would rather continue the debate before suspending the session. Technology is often stronger than our reason.
#14
Official text
Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, il est clair que, pour les écologistes, ce projet de loi est important. S'il est vrai que l'arme n'est jamais qu'un moyen mis ou pris à sa disposition par des individus qui posent des actes graves, la présence d'armes renforce et augmente la violence des actes posés, la banalise et permet souvent à leurs auteurs d'avoir un sentiment de surpuissance qui rend difficile l'organisation d'une société dans le respect mutuel.
Je ne m'étendrai pas sur le contenu de ce projet puisque d'autres l'ont fait; nous le partageons et le soutenons dans ses objectifs et dans les moyens mis en oeuvre. Cependant, je me permettrai un petit historique, non pour ressasser le passé mais pour éviter de commettre les mêmes erreurs et de répéter des actes manqués du passé.
En mai 2002, une tuerie a eu lieu à Schaerbeek, perpétrée par le même genre de personne, dans un contexte socio-politique similaire. Quatre ans plus tard, en mai 2006, voilà l'assassinat de la petite Luna et de sa baby-sitter à Anvers, au moyen d'une arme acquise légalement. Nous considérons que ces deux décès et bien d'autres entre ces deux dates auraient pu être évités si nous avions adopté ce projet quatre ans plus tôt.
En quoi un tel historique est-il intéressant? Aujourd'hui, comme en 2002, une part importante de la société et des citoyens réagit à la violence, aux actes et aux propos racistes qui l'accompagnaient. Comme aujourd'hui, en 2002, le gouvernement avait promis d'agir pour réglementer la possession et le commerce des armes après cette tuerie de Schaerbeek. Mais à l'époque, puisque les choses se passaient au Sénat et non pas à la Chambre, certains sénateurs, suivis activement ou passivement par leurs partis, ont refusé de faire aboutir les travaux. Sous la houlette de Jean-Marie Happart et de M. Monfils, au moment du vote, MR, PS, CD&V et cdH ont empêché l'aboutissement des travaux.
Aujourd'hui, après de nouveaux assassinats qui auraient pu être évités, le gouvernement a pris les mêmes engagements; mais aujourd'hui plus aucun parlementaire n'oserait adopter la même position. Cela fait que nous allons pouvoir aboutir à l'adoption d'une loi qui va réglementer la possession et la vente des armes en assurant leur marquage, leur traçabilité, des conditions strictes pour la vente et pour l'autorisation de posséder une arme. Mais de nombreux arrêtés sont nécessaires et des moyens budgétaires doivent être dégagés et accordés aux organismes et aux administrations chargés d'octroyer les autorisations, les agréments, les enregistrements et d'assurer les évaluations, le suivi et le contrôle. Nos craintes ne seront apaisées qu'avec la concrétisation de ces arrêtés et la confirmation des moyens octroyés. Les malheureux hasards du calendrier ont permis d'accélérer les travaux mais il faut résister à la tentation de faire croire qu'en adoptant une loi aujourd'hui, gouvernement et Parlement apportent la solution, la solution toute faite et immédiate après un drame et une mobilisation citoyenne. Si nous n'arrivons pas à concrétiser et à offrir les moyens budgétaires nécessaires à l'application de cette loi, nous répéterons l'erreur de 2002: prendre un engagement vis-à-vis des citoyens sans arriver à le traduire dans les faits.
Il nous faut prouver à présent que nous voulons et que nous pouvons agir contre la violence et contre le trafic d'armes. Ce projet y contribue mais n'est qu'un élément d'un chantier qui nous attend. ECOLO va soutenir ce projet de loi, veillera à son application et veillera à ce que sa portée ne soit pas diminuée.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, dear colleagues, it is clear that, for environmentalists, this bill is important. While it is true that weapons are never but a means made or made available by individuals who commit serious acts, the presence of weapons reinforces and increases the violence of the acts made, banalizes it and often allows their perpetrators to have a feeling of overpower that makes it difficult to organize a society in mutual respect.
I will not extend on the content of this project since others have done it; we share it and support it in its objectives and in the means implemented. However, I will allow myself a little history, not to reshape the past but to avoid making the same mistakes and repeating the failed acts of the past.
In May 2002, a massacre took place in Schaerbeek, perpetrated by the same type of person, in a similar socio-political context. Four years later, in May 2006, the little Luna and her babysitter were murdered in Antwerp, using a legally acquired weapon. We believe that these two deaths and many more between these two dates could have been avoided if we had adopted this project four years earlier. by
How is such a history interesting? Today, as in 2002, a significant part of society and citizens respond to the violence, acts and racist statements that accompanied it. As today, in 2002, the government had promised to act to regulate the possession and trade of weapons after the Schaerbeek killing. But at the time, since things were happening in the Senate and not in the House, some senators, actively or passively followed by their parties, refused to bring the work to an end. Under the influence of Jean-Marie Happart and Mr. Monfils, at the time of the vote, MR, PS, CD&V and cdH prevented the completion of the work. by
Today, after further murders that could have been avoided, the government has made the same commitments; but today no parliamentary would dare to take the same position. This means that we will be able to lead to the adoption of a law that will regulate the possession and sale of weapons by ensuring their marking, their traceability, strict conditions for the sale and for the authorization to possess a weapon. But many decisions are needed and budgetary resources must be disclosed and granted to the bodies and administrations responsible for granting authorisations, approvals, registrations and providing for evaluations, monitoring and control. Our fears will be calmed only by the realization of these decisions and the confirmation of the means granted. The unfortunate coincidences of the calendar have allowed to accelerate the work but we must resist the temptation to make believing that by adopting a law today, government and Parliament bring the solution, the solution all made and immediate after a drama and a citizen mobilization. If we fail to concrete and provide the budgetary resources necessary for the enforcement of this law, we will repeat the mistake of 2002: take a commitment to citizens without reaching to translate it into facts. by
We must now prove that we want and can act against violence and against arms trafficking. This project contributes to this but is only a part of a construction project that awaits us. ECOLO will support this bill, ensure its implementation and ensure that its scope is not diminished.
#15
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, collega's, straks keuren wij de nieuwe wapenwet goed. Volmaakt is die wet niet. Welke wet is dat trouwens wel? Maar het is beslist een grote stap vooruit, want de bestaande wetgeving was een bron van kritiek voor zowat iedereen eigenlijk, gaande van de gerechtelijke overheden en de politiemensen tot de sportbeoefenaars, jagers, wapenhandelaars en verzamelaars.
Niet iedereen, collega's, die een wapen heeft, is een misdadiger. Maar het ongebreidelde misbruik van wapens moesten wij aanpakken. Belangrijk is de impulsieve aankoop onmogelijk te maken. Ik meen dat dat in het wetsvoorstel duidelijk is bepaald.
Anderzijds, wie denkt dat alle problemen van de baan zijn met de goedkeuring van onderhavige wet, heeft het verkeerd voor. Euforie is hier allerminst op zijn plaats, collega's, want hoelang spreekt men al niet over de fameuze wapenwet. Integendeel, in plaats van euforie hoort misschien bescheidenheid en voor sommigen wat bezinning hier thuis.
Toen minister Verwilghen destijds de wapenwet wilde wijzigen, was er verzet vanuit Franstalig België. Verschillende partijen verhinderden in het verleden een strengere wapenwet. Ook toenmalig minister van Justitie, de heer Van Parys, probeerde in het verleden het tij te keren, maar ook hij werd daarbij geboycot.
Het is een pijnlijke vaststelling, collega's, maar het moet mij toch van het hart. Ik stel vast dat pas na de mp3-moord het plots mogelijk was het jeugdsanctierecht goed te keuren, weliswaar een lightversie.
Ik stel alleen vast dat na de mp3-moord plots mogelijk was het jeugdsanctierecht goed te keuren, weliswaar, mijns inziens, een lightversie. Ik stel ook vast dat na de dramatische gebeurtenissen in Antwerpen een snelle goedkeuring van de wapenwet mogelijk is. Het is jammer, collega's, dat dat slechts kan na een crisis, en gebaseerd is op emotionele verontwaardiging. Want in één week tijd heeft het Parlement bewezen een hele berg werk te kunnen verzetten, als de wil er is.
Collega's, wij hebben een theoretisch gedeelte, een visie, klaarliggen. Maar nu komt het grote werk: de praktische uitwerking van dit wetsontwerp, de uitvoeringsbesluiten. Collega's, ik vraag u om van het schrijven van de uitvoeringsbesluiten geen gelegenheid te maken om die wet uit te hollen. Er moet werk van gemaakt worden, en hopelijk komen die uitvoeringsbesluiten er even snel.
Ik ben alvast bezorgd over de tijdspanne die wij nodig zullen hebben. We hoopten al even in de commissie snel te kunnen ingrijpen met het voorstel om impulsaankopen versneld bij koninklijk besluit aan te pakken, maar volgens de minister was dat niet mogelijk. Ik vraag mij af of daarover ooit al een uitspraak werd gedaan door de Raad van State.
Wij moeten er ons ook bewust van zijn dat die wet niet elke moord met een vuurwapen zal kunnen voorkomen. Ook de illegale wapenhandel zal daarmee niet verdwijnen.
De systematische registratie van alle vuurwapens is voor ons een goede zaak, en is zeker niet overbodig, als men weet dat in België minder dan de helft van het aantal circulerende wapens is geregistreerd. Het gaat over 890.000 op anderhalf tot twee miljoen; dat is niet niks.
Maar ook niet-geregistreerde wapens zullen nu geregistreerd kunnen worden. Met andere woorden, de markt wordt transparant gemaakt.
De classificatie van de wapens werd volledig herzien en sterk vereenvoudigd, wat de complexiteit gevoelig vermindert. Men gaat uit van het principe dat alle vuurwapens verboden zijn, behalve wanneer men een vergunning heeft. Dat is mijns inziens een goed uitgangspunt. Er komt ook een regularisatie.
Wat het vergunningsbeleid betreft, de erkenning van de vergunningsaanvragen en de aanvragen tot erkenning door de gouverneur lijkt mij praktisch een bijna onmogelijke opdracht. Daar zal toch een ernstige ondersteuning nodig zijn.
Naast de doelstellingen van dit wetsontwerp, namelijk onwettige wapenhandel voorkomen, bestrijden, en alle aspecten aanpakken, beoogt het ook de maatschappij — dat staat duidelijk in het wetsontwerp — beter te beveiligen. De twee belangrijke elementen die worden aangehaald, zijn de garantie van de volledige opspoorbaarheid van alle wapens die ons land binnenkomen en de beveiliging van de wapenmarkt. Wat betreft de veiligheid wil ik toch even stellen dat het bezit van een verweerwapen enkel het gevoel van veiligheid verhoogt, maar geenszins de veiligheid zelf. Ik maak dan ook van de gelegenheid gebruik — omdat het toch in het wetsontwerp staat veiligheid te garanderen — om te stellen dat voor N-VA de veiligheid tot de kwaliteit van het leven behoort. Het garanderen van die veiligheid aan de burgers is dan ook een essentiële opdracht van de overheid. Wij willen dat recht op veiligheid in de Grondwet toevoegen als een nieuw sociaal grondrecht, waardoor de overheid verplicht wordt concrete maatregelen te nemen. De veiligheid van de burger moet eigenlijk een centrale afweging zijn van het beleid, zowel op het vlak van de preventie als repressie, als inzake de nazorg. Daarom, met het plaatsen van een nieuw lid in artikel 23 van de Grondwet, wordt de bescherming van de veiligheid van de burger eigenlijk opgetild boven de dagelijkse en de wisselvallige samenstelling van de politieke meerderheden. Ik wens u allen de moed om er samen aan verder te werken zodat dit wetsontwerp op een keurige manier wordt omgezet, maar wij zullen erop toezien dat in de volgende weken op een even snel tempo die papieren wet wordt omgezet in een krachtdadig beleid. Mevrouw de vice-premier, op onze steun kunt u alvast rekenen.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Deputy Prime Minister, colleagues, we will approve the new weapons law soon. This law is not perfect. What law is that, by the way? But it is definitely a big step forward, as the existing legislation has been a source of criticism for almost everyone, ranging from the judicial authorities and police officers to the sports practitioners, hunters, arms dealers and collectors.
Not everyone, colleagues, who has a gun is a criminal. But the unrestricted abuse of weapons had to be addressed. It is important to make impulsive purchases impossible. I think this is clearly stated in the bill.
On the other hand, who thinks that all the problems of the job are with the approval of this law, is wrong for. Euphoria is not at all in place here, colleagues, for how long have we not been talking about the famous weapons law. On the contrary, instead of euphoria may be humility and for some some reflection here at home.
When Minister Verwilghen at the time wanted to change the weapons law, there was resistance from French-speaking Belgium. Several parties have prevented a stricter gun law in the past. The then Minister of Justice, Mr. Van Parys, also tried in the past to reverse the tide, but he was also boycotted.
It is a painful conclusion, colleagues, but it should be of my heart. I note that only after the mp3 murder it was suddenly possible to approve the youth sanction law, though a light version.
I only note that after the mp3 murder suddenly it was possible to approve the youth sanction law, although, in my opinion, a light version. I also note that after the dramatic events in Antwerp, a quick adoption of the weapons law is possible. It is a pity, colleagues, that this can only be done after a crisis, and is based on emotional outrage. For in a week time the Parliament has proved that it can move a whole mountain of work, if the will is there.
We have a theoretical part, a vision. But now comes the big work: the practical development of this draft law, the implementing decisions. Colleagues, I ask you not to give the writing of the implementing decisions an opportunity to extract that law. Work needs to be done, and hopefully those implementation decisions will come as soon as possible.
I am worried about the time we will need. We hoped for a moment in the committee to be able to intervene quickly with the proposal to tackle impulse purchases accelerated by royal decree, but according to the minister, this was not possible. I wonder if this has ever been ruled by the State Council.
We must also be aware that this law will not prevent every murder with a firearm. The illegal arms trade will not disappear.
The systematic registration of all firearms is a good thing for us, and is ⁇ not superfluous, if one knows that in Belgium less than half of the number of circulating weapons is registered. It’s about 890,000 on one-and-a-half to two million; that’s nothing.
Unregistered weapons can also be registered. In other words, the market is made transparent.
The classification of the weapons was completely revised and greatly simplified, which significantly reduces the complexity. The principle is that all firearms are prohibited, except when they are licensed. That is, in my opinion, a good starting point. There is also a regularization.
As regards the licensing policy, the recognition of the licensing applications and the applications for recognition by the Governor seems to me to be a practically impossible task. This will require serious support.
In addition to the objectives of this draft law, namely preventing, combating, and addressing all aspects of illegal arms trade, it also aims to improve the safety of society, as is clearly stated in the draft law. The two important elements that are cited are the guarantee of the full traceability of all weapons entering our country and the security of the weapons market. When it comes to security, I would like to say that possession of a weapon only increases the sense of security, but in no way the security itself. I therefore take the opportunity — because it is in the draft law to guarantee safety — to state that for N-VA safety belongs to the quality of life. Guaranteeing that security to the citizens is therefore an essential task of the government. We want to add that right to security to the Constitution as a new basic social right, obliging the government to take concrete measures. The safety of citizens should actually be a central weight of policy, both in the field of prevention and repression, as well as in the field of aftercare. Therefore, with the placement of a new member in Article 23 of the Constitution, the protection of the security of the citizen is actually raised above the daily and interchangeable composition of the political majorities. I wish you all the courage to continue working together so that this bill will be translated in a proper way, but we will ensure that in the coming weeks at a equally rapid pace this paper law will be translated into a vigorous policy. First of all, you can count on our support.
#16
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de fractieleider van het Vlaams Belang vroeg zonet wat de socialisten in de 19 jaar dat ze in de regering zitting hebben, gepresteerd hebben op het vlak van de bestrijding van wapens. Mag ik even in herinnering brengen dat het onder de leiding van socialisten was dat dit land als eerste in de wereld een verbod op antipersoonsmijnen heeft afgekondigd? Mag ik eraan herinneren dat het onder de impuls van de socialisten was dat dit land als eerste land in Europa de Europese gedragscode met betrekking tot internationale wapenhandel in zijn eigen nationale wetgeving heeft omgezet? Mag ik eraan herinneren dat het de socialisten waren die de leiding hebben genomen van de actie om ook als eerste land in de wereld clusterbommen te verbieden?
Wat heeft de partij die aan ons die vraag stelde, op dit vlak gepresteerd? Bij elk van de hier opgesomde maatregelen ging ze in verzet tegen hetgeen socialisten, samen met hun regeringspartners, nu eens rooms, dan blauw, hebben voorgesteld.
Ik houd heel goed bij wat het Vlaams Belang met betrekking tot de problematiek van beheersing van wapens voorstelt. Collega's, op mijn lijstje staat één wetsvoorstel tot legalisering van pepperspray. Dat is de bijdrage van het Vlaams Belang tot de beheersing van wapens. Die partij durft aan ons te vragen wat wij terzake hebben gepresteerd.
Het wetsvoorstel waarover wij straks gaan stemmen, ligt volledig in de lijn van de actie die wij leveren. Ik ben tegen wapens. Onze fractie is tegen wapens, maar wij zijn realistisch. Wij weten dat er altijd al wapens zijn geweest en helaas waarschijnlijk ook altijd zullen zijn. Wij zijn onverzettelijke voorstanders van een sluitende wetgeving en een strenge controle, opdat wapens geen onschuldige slachtoffers zouden maken. Wereldwijd zijn er 640 miljoen kleine en lichte wapens. Die maken per jaar 500.000 slachtoffers. 90% daarvan is burger. Kofi Annan, secretaris-generaal van de VN, heeft dus groot gelijk wanneer hij zegt dat de kleine en lichte wapens de massavernietigingswapens van het moment zijn. Dat is de situatie op internationaal vlak.
Laten we nu eens kijken naar de situatie in België. In België zijn er volgens ramingen 1,5 tot 2 miljoen wapens, waarvan 890.000 geregistreerd. Ook die wapens maken jaarlijks talloze slachtoffers bij familieruzies, bij overvallen, bij inbraken of domweg door ongelukken. Onze fractie is zeer blij dat wij vandaag kunnen stemmen over het voorliggend wetsontwerp. Het wetsontwerp is immers een serieuze stap in de goede richting.
Ik som even op waarom wij vinden dat het wetsontwerp verdient te worden goedgekeurd.
Ten eerste, alle vuurwapens zullen in de toekomst een vergunning nodig hebben. Wie geen wapen behoeft, of daarmee niet kan omgaan, of niet voldoet aan een van de volwaarden, opgesomd in artikel 11 van de wet, zal geen vergunning krijgen.
Ten tweede, de toegang tot en het uitoefenen van het beroep van wapenhandelaar wordt streng gereglementeerd.
Ten derde, de registratie van vuurwapens maakt de traceerbaarheid mogelijk, wat helpt bij het opsporen van misdrijven.
Ten vierde, er komt een federale overheidsdienst en een adviesraad voor wapens.
Ten vijfde, neem het van mij aan, de belangrijkste bijdrage tot het beheersen van de problematiek van de massale aanwezigheid van wapens in onze samenleving ligt in de regeling waarin onderhavig wetsontwerp voorziet voor de stock van 1,5 tot 2 miljoen wapens die in onze samenleving aanwezig zijn. Wij hebben via een amendement verkregen dat iedereen die een wapen heeft gekocht in wat wij de verdachte periode noemen en die vanaf 1 januari 2006 zal ingaan, binnen het jaar de toets zal moeten kunnen doorstaan van de strenge criteria van artikel 11. Wie die toetsing niet doorstaat, zal niet langer meer bezitter van een wapen mogen zijn.
Collega's, wat betreft de wapens die gekocht zijn vóór 1 januari 2006 — dit is nog belangrijker — voorziet de wet erin dat 5 jaar na de inwerkingtreding van de wet, luister goed, alle wapens en alle wapenbezitters onderworpen zullen worden aan de toets van de criteria van artikel 11.
Collega's, neem het van mij aan, als men over 20 of 30 jaar zal terugblikken op wat er in het begin van deze eeuw met betrekking tot wapens werd goedgekeurd in ons Parlement, dan zal men ondrehavig wetsontwerp als een van de meest belangrijke en ingrijpende beschouwen van allemaal. Om die reden zal onze fractie met volle overtuiging straks het wetsontwerp goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, colleagues, the group leader of the Flemish Interest asked recently what the socialists in the 19 years that they have served in the government, have achieved in the field of combating weapons. Can I remind you that it was under the leadership of socialists that this country was the first in the world to announce a ban on anti-personnel mines? Can I remind you that it was under the impulse of the socialists that this country was the first country in Europe to transpose the European Code of Conduct concerning international arms trade into its own national legislation? Can I remind you that it was the socialists who took the lead of the action to ban cluster bombs as the first country in the world?
What has the party that asked us this question achieved in this area? With each of the measures listed here, she opposed what the socialists, together with their government partners, have proposed, now rooms, then blue.
I adhere very closely to what the Flemish Interest proposes in relation to the problem of weapons control. On my list, there is one bill to legalize pepperspray. This is the contribution of the Flemish Belang to the control of weapons. That party dares to ask us what we have achieved in this regard.
The bill we are going to vote on in the future is fully in line with the action we deliver. I am against weapons. Our group is against weapons, but we are realistic. We know that weapons have always been and, unfortunately, probably will always be. We strongly advocate closing legislation and strict control so that weapons do not make innocent victims. There are 640 million small and light weapons worldwide. They cause 500,000 victims each year. 90% of them are citizens. UN Secretary-General Kofi Annan, therefore, is very right when he says that small and light weapons are the weapons of mass destruction of the moment. This is the situation at the international level.
Let us now look at the situation in Belgium. It is estimated that there are between 1.5 million and 2 million weapons in Belgium, of which 890,000 are registered. Also these weapons make countless casualties each year in family riots, in robberies, in theft, or stupidly due to accidents. Our group is very pleased that we can vote today on the proposed bill. After all, the draft law is a serious step in the right direction.
Let me summarize why we think the bill deserves to be approved.
First, all firearms will need a license in the future. Anyone who does not need a weapon, or cannot handle it, or does not meet any of the full values listed in article 11 of the law, will not be granted a permit.
Second, access to and exercise of the profession of arms dealer is strictly regulated.
Third, the registration of firearms enables traceability, which helps in the detection of crimes.
Fourth, there will be a federal government service and a weapons advisory council.
Fifth, assume it from me, the most important contribution to the control of the problem of the mass presence of weapons in our society lies in the arrangement that this bill provides for the stock of 1.5 to 2 million weapons present in our society. We have obtained through an amendment that anyone who has purchased a weapon in what we call the suspicious period and who will enter from 1 January 2006, within the year will have to pass the test of the strict criteria of Article 11. Those who do not pass this check will no longer be allowed to own a weapon.
Colleagues, with regard to weapons purchased before 1 January 2006 – this is even more important – the law provides that 5 years after the entry into force of the law, listen carefully, all weapons and all weapons owners will be subject to the test of the criteria of Article 11.
Colleagues, assume it from me, if in 20 or 30 years one will look back on what was approved in our Parliament at the beginning of this century regarding weapons, then one will inadvertently consider the bill as one of the most important and profound of all. For this reason, our group will soon approve the bill with full conviction.
#17
Official text
Monsieur le président, il serait peut- être opportun de signaler que le discours prononcé maintenant n'est pas celui de Philippe Monfils car mon nom apparaît sur les deux écrans. Je ne crois pas que ni M. Van der Maelen ni moi serions contents qu'on échange de discours.
Translated text
Mr. Speaker, it might be appropriate to point out that the speech spoken now is not that of Philippe Monfils because my name appears on both screens. I do not believe that Mr. Neither Van der Maelen nor I would be happy if we exchanged speeches.
#18
Official text
C'est finalement un beau tableau.
Translated text
In the end, it is a beautiful picture.
#19
Official text
Quoique des conversions dans un sens ou dans l'autre peuvent se faire.
Translated text
Conversions in one direction or the other can happen.
#20
Official text
Dieu sait ce qu'il y a derrière! Le nom de Philippe Monfils ne veut pas disparaître des écrans.
Translated text
God knows what is behind. The name of Philippe Monfils does not want to disappear from the screens.
#21
Official text
Monsieur le président, avec mon administration, avec mon cabinet — je les remercie -, j'ai énormément travaillé sur ce projet de loi. Nous avons repris les choses à zéro. Nous avons eu des concertations avec le secteur, avec toutes les personnes intéressées, des opposants mais aussi tant d'autres qui soutenaient l'optique de ce projet de loi. Je l'ai fait avec l'intime conviction qu'elle était nécessaire. Je crois que, plus que tous les chiffres du monde, un film tel que "Bowling for Columbine" montre la responsabilité directe qu'endossent celles et ceux qui permettent la circulation libre d'armes à feu.
La loi est maintenant claire. Ceux qui ne la respecteront pas seront sous le coup de sanctions pénales qui ont été augmentées. Mais plus encore, monsieur Monfils, je me suis engagée devant la commission de la Justice à travailler avec le Collège des procureurs généraux sur un plan d'action visant la circulation illégale d'armes à feu. Il est vrai que cette loi en tant que telle est importante mais il faudra la compléter avec de nombreux arrêtés royaux. Mon administration et mon équipe sont déjà en train d'y travailler.
Cela étant dit, cette loi va être directement applicable pour un élément essentiel: la fin de la vente libre d'armes à feu dès sa publication au Moniteur belge. Je pense que nous avons tous l'obligation de dire, et il y aura une grande campagne d'information sur le sujet, que dès le mois de juin — je compte évidemment sur une volonté dans ce sens de la part du Sénat —, si tout se passe donc comme prévu, il en sera terminé de la vente libre d'armes à feu. Et bien plus: comme on vient de le signaler à la tribune, commencera d'abord un délai d'amnistie pour celles et ceux qui détiennent des armes illégales. Ce délai d'amnistie sera de six mois. Par ailleurs, commencera également, pour tous ceux et toutes celles qui ont acquis une arme à feu qui, dorénavant, est soumise à autorisation, un délai endéans lequel ils doivent déclarer cette arme par le biais de la police locale, ce qui leur permettra d'obtenir une autorisation.
Attention! Tous ceux qui auront acquis une arme après le 1 er janvier 2006 devront bien entendu, comme les autres, déclarer cette arme. On vérifiera leur certificat de bonne vie et moeurs, on vérifiera leurs antécédents pénaux et, si l'examen est favorable, ils auront une autorisation provisoire d'un an. Pour le reste, ils devront se conformer à l'ensemble des obligations prévues dans la nouvelle loi.
Je pense qu'il faut être très clair dans notre message vis-à-vis de l'extérieur: à partir du mois de juin, ils auront six mois au maximum pour respecter l'ensemble du prescrit de la loi sinon ils verseront dans l'illégalité dont je viens de parler.
Monsieur le président, voilà ce que je voulais dire en réponse aux interpellations.
Pour le reste, je pense que tout le monde connaît l'essentiel de cette loi: la fin des ventes libres d'armes à feu, un régime d'autorisation beaucoup mieux cadré avec les nécessités d'aujourd'hui, un régime de transparence et de traçabilité, des conditions d'agrément beaucoup plus strictes pour les armuriers.
Je terminerai en vous disant que cette loi n'est pas une loi de réparation. Elle ne va pas réparer les violences, les crimes qui ont été facilités par la vente libre d'armes à feu. Cette loi est plutôt une loi d'espoir: l'espoir qu'elle contribue à diminuer la violence dans notre pays, l'espoir que la société, confrontée à des horreurs comme le double assassinat d'Anvers, et en mémoire des victimes, assume concrètement un "plus jamais ça!"
Le gouvernement, en adoptant le projet de loi, et le Parlement, en le soutenant, n'ont fait, je crois, que leur devoir. Je les en remercie.
Translated text
Mr. Speaker, with my administration, with my cabinet – I thank them – I have worked enormously on this bill. We took things back to zero. We had consultations with the sector, with all interested persons, opponents but also so many others who supported the perspective of this bill. I did it with the inner conviction that it was necessary. I believe that, more than all the figures in the world, a movie like “Bowling for Columbine” shows the direct responsibility of those and those who allow the free movement of firearms.
The law is now clear. Those who do not comply with it will be subject to criminal penalties that have been increased. Moreover, Mr. Monfils, I committed myself before the Justice Committee to work with the College of Prosecutors General on an action plan aimed at the illegal movement of firearms. It is true that this law as such is important but it will need to be supplemented with many royal decrees. My administration and my team are already working on this.
That being said, this law will be directly applicable for an essential element: the end of the free sale of firearms as soon as it is published in the Moniteur belge. I think we all have the obligation to say, and there will be a large information campaign on the subject, that from the month of June — I obviously count on a will in this direction from the Senate — if everything goes as planned, there will be an end to the free sale of firearms. And much more: as we have just ⁇ on the tribune, an amnesty period will first begin for those and those who hold illegal weapons. The amnesty period will be six months. Furthermore, for all those who have acquired a firearm which, from now on, is subject to authorization, a deadline will also begin within which they must declare this weapon through the local police, which will allow them to obtain an authorization.
Attention to ! Anyone who has acquired a weapon after January 1, 2006 must, of course, as everyone else, declare that weapon. Their certificate of good life and morals will be checked, their criminal records will be checked and, if the examination is favorable, they will have a one-year provisional authorization. For the rest, they will have to comply with all the obligations provided for in the new law.
I think we need to be very clear in our message to the outside: from June, they will have a maximum of six months to comply with the whole prescribed by the law, otherwise they will fall into the illegality that I just talked about.
This is what I wanted to say in response to the questions. by
For the rest, I think everyone knows the essence of this law: the end of the free sale of firearms, a licensing regime much better aligned with today’s needs, a regime of transparency and traceability, much stricter licensing conditions for armoured artillery. by
I will conclude by telling you that this law is not a law of reparation. It will not repair the violence, the crimes that have been facilitated by the free sale of firearms. This law is rather a law of hope: the hope that it helps to reduce violence in our country, the hope that society, faced with horrors such as the double murder in Antwerp, and in memory of the victims, assumes concretely a “never more that!”
The government, by adopting the bill, and the Parliament, by supporting it, have, I believe, only done their duty. I thank them.
#22
Official text
Mijnheer de voorzitter, het is een zeer kort verslag.
Dit ontwerp werd besproken tijdens de vergadering van de commissie voor Sociale Zake op 2 mei laatstleden. De bespreking startte met een inleiding door minister Vanvelthoven, minister van Werk.
Dit ontwerp is een uitvoering van een maatregel uit het Generatiepact, namelijk maatregel 59 waardoor het recht van de ontslagen werknemer ouder dan 45 jaar op outplacement wordt vervangen door een plicht van de werkgever om deze oudere werknemers outplacement aan te bieden.
Daarnaast wordt voorzien in een informatieplicht voor de werkgever.
Tot slot dient de werkgever op het C4-formulier aan te duiden of hij al dan niet een aanbod voor outplacement heeft gedaan.
Tijdens de algemene bespreking benadrukten alle sprekers het belang van de invoering van deze outplacementplicht. Tevens waren er een aantal bijkomende vragen naar informatie alsook naar de doeltreffendheid van de outplacement.
Collega Drèze diende twee amendementen in omdat hij van oordeel was dat er in het ontwerp niet genoeg middelen en resultaatsverbintenissen voor de werkgever aanwezig zouden zijn.
De minister repliceerde dat de verplichting tot outplacement de doeltreffendheid ervan ten goede zal komen. In verband met de ingediende amendementen verklaarde hij dat de inhoud ervan te ver ging en bovendien eerder een materie was voor de Gewesten. Daarom suggereerde hij om de sociale partners de voorstellen te laten bekijken en eventueel na te gaan wat er op het niveau van de Gewesten zou kunnen gebeuren.
Beide amendementen werden na deze uitleg dan ook ingetrokken door de indiener.
De stemming volgde. Het ontwerp werd unaniem aangenomen.
Translated text
This is a very short report. Their
This draft was discussed at the meeting of the Social Zake Committee on 2 May last year. The discussion began with an introduction by Minister Vanvelthoven, Minister of Work. Their
This draft is a implementation of a measure of the Generation Pact, namely measure 59 which replaces the right of the dismissed worker over 45 years of age to outplacement by an obligation of the employer to offer outplacement to these older workers. Their
There is also an information obligation for the employer. Their
Finally, the employer must indicate on the C4 form whether or not he has made an offer for outplacement. Their
During the general discussion, all speakers emphasized the importance of introducing this outplacement obligation. There were also a number of additional questions on information as well as on the effectiveness of the outplacement. Their
Collega Drèze submitted two amendments because he believed that the draft would not include sufficient resources and result commitments for the employer. Their
The Minister replicated that the obligation to outplace will benefit its effectiveness. With regard to the amendments submitted, he stated that their content went too far and, in addition, was rather a matter for the Regions. Therefore, he suggested that the social partners review the proposals and possibly examine what could happen at the level of the Regions. Their
Both amendments were therefore withdrawn by the applicant after this explanation. Their
The vote followed. The draft was unanimously adopted.
#23
Official text
Collega's, ik merk dat niemand in de algemene bespreking is ingeschreven. Ik wil die sluiten en komen tot de artikelsgewijze bespreking.
Mijnheer de minister, u vraagt nog het woord. U bent aan mijn nochtans waakzaam oog ontsnapt. Mevrouw D'hondt ontsnapt daar niet aan! De oppositie heeft een groot nut.
Mijnheer de minister, u hebt het woord.
Translated text
Colleagues, I notice that no one is registered in the general discussion. I want to close that and come to the article-like discussion.
Mr. Minister, you are still asking for the word. You have escaped my watchful eye. Mrs. D'Hondt will not escape this! The opposition is very useful.
Mr. Minister, you have the word.
#24
Official text
Mijnheer de voorzitter, in de nabeschouwing van de bespreking in de commissie wil ik nog het volgende aan de Kamer meedelen.
Collega Drèze heeft inderdaad twee amendementen ingetrokken met het verzoek om de inhoud van die amendementen voor te leggen aan de Nationale Arbeidsraad, de NAR. Ik wil bevestigen dat dat ondertussen gebeurd is. Ik zal u een kopie van de brief aan de NAR overhandigen, zodat die aan het dossier kan worden toegevoegd.
Translated text
Following the discussion in the committee, I would like to communicate the following to the Chamber.
Collega Drèze has indeed withdrawn two amendments with the request to submit the content of those amendments to the National Labour Council, the NAR. I would like to confirm that this has happened in the meantime. I will hand you a copy of the letter to the NAR so that it can be added to the file.