General information
Full name plenum van 2006-11-23 17:55:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip244x.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K2711
16/10/2006
✔
Projet de loi établissant un prélèvement visant à lutter contre la non-utilisation d'un site de production d'électricité par un producteur.
51K2565
16/06/2006
✔
Projet de loi sur l'accueil des demandeurs d'asile et de certaines autres catégories d'étrangers.
51K2679
07/09/2006
✔
Projet de loi portant des dispositions diverses en vue de la création du service de médiation pour le secteur postal et modifiant la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques.
51K2555
15/06/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, et la loi sur la fonction de police.
51K2725
27/10/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 6 avril 1995 relative à la prévention de la pollution de la mer par les navires concernant des matières visées à l'article 78 de la Constitution.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#13
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#14
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#23
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#24
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#25
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#33
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#34
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#35
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#36
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#41
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#42
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#49
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#50
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#51
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#52
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#53
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#54
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#55
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#56
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#57
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#58
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#59
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#60
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#61
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#62
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#63
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#64
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#65
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#66
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#67
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#68
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#69
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#70
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#71
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#72
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#73
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#74
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#75
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#76
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#77
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#78
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#79
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, CD&V heeft zich bij de stemming over dit ontwerp in de commissie onthouden. Dat zal u niet verbaasd hebben, want wij hadden en hebben daarvoor verschillende redenen.
Ten eerste, het ontwerp zet volgens ons een fundamenteel uitgangspunt van de wet op de geïntegreerde politie op de helling, met name de strikte scheiding tussen het operationeel kader en het administratief en logistiek kader. De wet op de geïntegreerde politie stelt duidelijk dat leden van het operationeel kader die worden onderverdeeld bij het administratief en logistiek kader indien dat niet volledig is opgevuld, hun politionele bevoegdheden, zowel OBP- als OGP-bevoegdheden, verliezen. Nu gaat men een deel van het CALog-personeel wel die politionele bevoegdheden toekennen.
Ten tweede, een ander fundamenteel principe van de wet op de geïntegreerde politie wordt volgens ons eveneens op de helling geplaatst. De wetgever heeft in het raam van de politiehervorming gesteld dat het nefast is voor de werking van de politiediensten dat binnen dezelfde dienst personeel werkzaam zou zijn dat een verschillend statuut heeft. Daarom is er toen gekozen voor een eenheidsstatuut met enerzijds, operationeel en anderzijds, administratief en logistiek personeel. Het ontwerp zet dat principe nu volgens ons opnieuw op losse schroeven, want binnen gerechtelijke labo’s zullen voortaan mensen van beide kaders dezelfde taken uitvoeren. Dat gebeurt dan door personeelsleden met een verschillend statuut.
Naast het CALog-personeel van niveau B, met beperkte OGP-bevoegdheden, zullen er eveneens hoofdinspecteurs van het operationeel kader werkzaam zijn die net daarnaast dezelfde taken uitvoeren. Die laatsten zullen natuurlijk financieel wel een veel beter statuut hebben. Wij zijn ervan overtuigd dat dit de samenwerking tussen personeelsleden niet ten goede kan komen. Wij mogen bovendien niet vergeten dat bij die diensten ook basiskaderpersoneel werkzaam zal zijn. Afhankelijk van hun voorgeschiedenis bij de politiediensten hebben die personeelsleden al of niet OGP-bevoegdheden. Voor die mensen is dat zeker ook een doorn in het oog.
Ten derde, is er de wijze waarop dat ontwerp inzake deze problematiek tot stand is gekomen en hoe men gepoogd heeft een oplossing te bieden. Want de beslissing om aan het CALog-personeel van de gerechtelijke labo’s beperkte politiebevoegdheden te geven, dateert bij ons weten al van zo’n twee jaar geleden. Sindsdien heeft men inderdaad personeelsleden aangenomen en vacatures uitgeschreven waarbij werd gesteld dat die mensen beperkte politiebevoegdheden zouden krijgen. Nu, twee jaar later, maakt men een wettelijke regeling. Wij vragen ons af op welke basis de mensen die intussen aan het werk zijn, gewerkt hebben en welk wettelijk kader daarvoor bestond.
U weet ook dat nu in de mogelijkheid wordt voorzien om processen-verbaal uit te schrijven. Dit spreekt voor zich want dat is mee de bedoeling van dit ontwerp. In welke opleidingen is dan voor die mensen voorzien?
Translated text
Mr. Chairman, Mr. Minister, colleagues, CD&V abstained from voting on this draft in the committee. This will not surprise you, because we had and have various reasons for this.
First, the draft sets, in our opinion, a fundamental starting point of the Integrated Police Act on the slope, in particular the strict separation between the operational framework and the administrative and logistical framework. The Integrated Police Act clearly states that members of the operational framework that are subdivided into the administrative and logistical framework if it is not fully fulfilled, lose their police powers, both OBP and OGP powers. Now some of the CALog staff will be granted those police powers.
Second, another fundamental principle of the law on the integrated police is, in our opinion, also placed on the slope. The legislature has stated in the context of the police reform that it is detrimental to the functioning of the police services that within the same service employees who have a different status would be employed. Therefore, it was then chosen for a unit status with operational and administrative and logistical personnel on the one hand. The draft now puts that principle again on loose screws, because within judicial labs people from both cadres will perform the same tasks from now on. This is done by employees with different status.
In addition to the CALog level B staff, with limited OGP powers, there will also be chief inspectors of the operational framework, who will also carry out the same tasks. The latter will, of course, have a much better financial status. We are convinced that this cannot benefit the cooperation between staff members. Furthermore, we must not forget that these services will also include basic framework personnel. Depending on their history at the police services, those staff members have or do not have OGP powers. For those people, it is also a thorn in the eye.
Third, there is the way in which that draft on this problem has come about and how it has been attempted to provide a solution. Because the decision to give the CALog staff of the judicial labs limited police powers dates to us about two years ago. Since then, employees have been recruited and vacancies have been issued stating that those people would be given limited police powers. Now, two years later, a legal regulation is being made. We ask ourselves on what basis the people who were working in the meantime worked and what legal framework existed for this.
You also know that now the possibility is provided to write out processes-verbal. This speaks for itself because that is the purpose of this project. What training is provided for these people?
#2
Official text
Een vierde punt betreft de tewerkstelling van visueel gehandicapte personen bij de gerechtelijke diensten. De minister heeft er duidelijk op gewezen dat er 36 visueel gehandicapte personeelsleden aangeworven zouden worden. Volgens mijn informatie zouden het er in eerste instantie, op dit ogenblik, maar zes zijn. De rest is voor later. Ik vraag mij af voor wanneer. Tot nu toe hebt u ons daarover geen duidelijkheid gegeven, mijnheer de minister.
Hoewel wij principieel natuurlijk geen probleem hebben met het feit dat op deze manier visueel gehandicapte mensen tewerkgesteld kunnen worden, hebben wij er wel een probleem mee dat men laat blijken dat dit ontwerp specifiek voor deze mensen bedoeld zou zijn, terwijl volgens ons veeleer de andere categorie wordt geviseerd en men daarvoor maatregelen wenste in te voeren.
Principieel hebben wij dus geen probleem met het feit dat visueel gehandicapten tewerkgesteld zullen worden op deze manier, maar dat onder deze dekmantel een situatie wordt rechtgetrokken die al twee jaar bestaat, vinden wij minder netjes. Daarom zullen wij ons onthouden.
Translated text
The fourth point concerns the employment of visually impaired persons in the judicial services. The Minister clearly pointed out that 36 visually impaired staff members would be recruited. According to my information, there would be initially, at the moment, but six. The rest is for later. I wonder for when. So far you have not given us any clarity on this, Mr. Minister.
Although we, in principle, of course, have no problem with the fact that visually impaired people can be employed in this way, we have a problem with it that it is shown that this design is specifically intended for these people, while in our opinion rather the other category is fished and measures were wanted to be introduced for that.
In principle, we do not have a problem with the fact that visually impaired people will be employed in this way, but that under this coverage a situation that has existed for two years is corrected, we find it less clean. That is why we will abstain.
#3
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, les modifications apportées à la loi sur la police intégrée et à la loi sur la fonction de police répondent assurément à deux nécessités: d'une part, celle de doter nos spécialistes civils de la police technique et scientifique de prérogatives juridiques leur permettant d'être pleinement opérationnels et, d'autre part, d'élargir les possibilités de recrutement au sein du secteur de la police, dont l'importance est de plus en plus prégnante depuis quelques années dans la résolution des crimes et délits.
Les séries télévisées du type "Les Experts" ont certainement mis en lumière le nouveau visage de la police scientifique et technique. En effet, il en est fini des rudimentaires autopsies et simples empreintes digitales. Nous en sommes maintenant à l'utilisation des techniques les plus pointues recourant à des appareillages de haute technologie.
Dans ce cadre, les qualités professionnelles des femmes et des hommes de la police technique et scientifique, qu'ils soient policiers ou civils, sont primordiales. Il en va de la qualité et de l'admissibilité juridique des preuves recueillies grâce aux nouvelles techniques policières.
Le projet de loi vise à créer une base légale permettant au personnel civil d'effectuer des constatations judiciaires sans devoir être accompagné d'un membre opérationnel revêtu de la qualité d'officier de police judiciaire. Les membres du personnel concerné seront désormais habilités à consigner eux-mêmes leurs constatations techniques et scientifiques dans un procès-verbal qui, comme tout autre procès-verbal, peut être utilisé comme preuve devant les tribunaux. Cela permettra de simplifier et d'accélérer les procédures. Cela permettra également d'ouvrir les métiers de la police aux civils, ce qui assurera une diversification et une pluralité au sein de ce service public.
Lors du débat en commission, monsieur le ministre, vous vous êtes engagé à renforcer la capacité des laboratoires de la police scientifique et technique actifs au sein des 27 arrondissements judiciaires par l'engagement de 91 membres du personnel supplémentaires (personnel civil de niveau B+). Je m'en réjouis car ce secteur de la police a un grand besoin de renforts.
Par ailleurs, ce projet de loi a un autre volet. Il s'agit de permettre le recrutement de personnes qui, en raison de leurs compétences auditives particulières, dues à leur cécité ou à leur mauvaise vue, procéderont aux écoutes téléphoniques dans les chambres d'écoute des services de police et transcriront les messages. Le projet de loi vise aussi à octroyer, dans certaines limites, la qualité d'OPJ auxiliaire du procureur du Roi, à cette catégorie particulière du cadre administratif et logistique (CALog).
L'objectif est de permettre l'intégration sociale et professionnelle de ces personnes au sein de la police. Leur contribution à la qualité de l'action policière sera certaine. Non seulement, leur cécité leur donne des capacités auditives supérieures, mais permettra également de libérer des policiers qui seront plus présents en rue et sur le terrain.
Mon groupe votera favorablement ce projet de loi. Il reste maintenant à améliorer le statut des CALog, mais c'est une autre question.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the amendments made to the Integrated Police Act and the Police Function Act ⁇ meet two needs: on the one hand, that of equipping our civilian specialists of technical and scientific police with legal prerogatives allowing them to be fully operational and, on the other hand, to broaden the possibilities of recruitment within the police sector, the importance of which has become increasingly preeminent for several years in the resolution of crimes and crimes.
The television series “The Experts” ⁇ highlighted the new face of scientific and technical police. In fact, rudimentary autopsies and simple fingerprints are over. We are now talking about the use of the most sophisticated techniques using high-tech devices.
In this context, the professional qualities of women and men in the technical and scientific police, whether they are police officers or civilians, are primary. It concerns the quality and legal admissibility of the evidence collected through new police techniques.
The draft law aims to create a legal basis allowing civil personnel to make judicial findings without having to be accompanied by an operational member holding the status of judicial police officer. The relevant staff members will now be entitled to record their own technical and scientific findings in a record that, like any other record, can be used as evidence before the courts. This will simplify and speed up procedures. This will also open the police offices to civilians, which will ensure diversification and pluralism within this public service.
During the committee debate, Mr. Minister, you pledged to strengthen the capacity of the scientific and technical police laboratories active within the 27 judicial districts by engaging 91 additional staff members (civil personnel level B+). I am pleased with this because this police sector needs great reinforcements.
However, this bill has another aspect. This is to enable the recruitment of persons who, due to their special hearing skills, due to their blindness or poor vision, will conduct telephone listening in the police service listening rooms and transcribe messages. The bill also aims to grant, within certain limits, the status of an auxiliary public prosecutor of the King, to this particular category of the administrative and logistical framework (CALog).
The objective is to enable the social and professional integration of these people in the police. Their contribution to the quality of police action will be certain. Not only does their blindness give them superior hearing capabilities, but it will also free police officers who will be more present on the street and on the field.
My group will vote in favour of this bill. It remains now to improve the status of the CALog, but that is another issue.
#4
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik kan verwijzen naar wat ik in de commissie heb gezegd. Er is een vraag geweest van mevrouw Schryvers over de aanwerving van de personen in kwestie. Welnu, dat gebeurt zo snel mogelijk. U weet ook dat het niet van vandaag op morgen kan, inzonderheid wanneer het gaat over degenen die geconfronteerd worden met een handicap. De wens van de regering is uiteraard zo snel mogelijk tot die aanwervingen te kunnen overgaan omdat ik meen, mijnheer de voorzitter en collega's, dat we hier toch wel een win-winsituatie krijgen. Wij kunnen mensen met zo'n handicap effectief integreren in het arbeidsproces. Zij beschikken over bijzondere hoedanigheden om dat zeer goed te kunnen doen. Daardoor maken we recherchecapaciteit vrij om mensen met een politieopleiding opnieuw te kunnen inschakelen in het operationele politiewerk.
Ik verheug mij erover dat dit ontwerp in de commissie een ruime meerderheid heeft gekregen. Misschien dat ik mevrouw Schryvers vandaag nog kan overtuigen haar onthouding om te zetten in een ja-stem.
Translated text
I can refer to what I said in the committee. There was a question from Ms. Schryvers regarding the recruitment of the persons in question. Well, that happens as soon as possible. You also know that it can’t be from today to tomorrow, especially when it comes to those facing disability. The government’s desire is of course to be able to move to these recruitments as soon as possible because I think, Mr. Chairman and colleagues, that we will get a win-win situation here. We can effectively integrate people with such disabilities into the work process. They have special qualities to do this very well. Thus, we release research capacity to re-engage people with police training in the operational police work.
I am pleased that this draft has received a large majority in the committee. Per ⁇ I can persuade Ms. Schryvers today to turn her abstinence into a “yes” vote.
#5
Official text
Dat zullen we straks zien.
Translated text
We will see that later.
#6
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, het voorliggend wetsontwerp is erop gericht om Europese richtlijn 2003/9/EG van de Raad van Europa, tot vaststelling van de minimumnormen voor de opvang van asielzoekers, om te zetten in Belgisch recht.
Deze richtlijn vormt een eerste fase in een proces dat een gemeenschappelijk asielstelsel en een uniform vluchtelingenstatuut in de EU tot stand moet brengen. Deze richtlijn heeft tot doel minimumnormen vast te leggen voor de opvangvoorzieningen voor asielzoekers om hen een menswaardig leven te waarborgen en vergelijkbare levensomstandigheden in alle lidstaten toe te kennen en op die manier de secundaire stromen van asielzoekers, het zogenaamde asielshoppen, tegen te gaan of alleszins te beperken.
De richtlijn moest uiterlijk op 6 februari 2005 omgezet zijn in Belgisch recht. De regering heeft echter te kennen gegeven ervoor gekozen te hebben om dit wetsontwerp te koppelen aan dat over de hervorming van de asielprocedure. Het is volgens de regering belangrijk om de nadruk te leggen op het feit dat de opvang van asielzoekers parallel ingesteld wordt met de hervorming van de asielprocedure.
Vanwege de aantrekkingskracht van het Belgisch opvangsysteem werd de toekenning van financiële steun in 2000 vervangen door de toekenning van zogenaamde materiële hulp in de eerste fase, met name de ontvankelijkheidsfase. Ter ondersteuning daarvan heeft de regering het opvangnetwerk versterkt en het aantal opvangplaatsen verhoogd tot 15.600 plaatsen.
Het ontwerp voert het principe in van materiële opvang gedurende de hele procedure, en dit in twee fases, tijdens de eerste vier maanden in een gemeenschappelijke opvangstructuur en vervolgens in een individuele opvangstructuur, beheerd door een OCMW of een andere opvangpartner. Er zijn natuurlijk ook bepaalde uitzonderingen mogelijk.
Bij de opstelling van het ontwerp werd als algemeen principe vooropgesteld dat aan asielzoekers een levensstandaard moet gewaarborgd worden overeenkomstig met artikel 1 van de OCMW-wet.
Dit wetsontwerp bevat de algemene beginselen die de grondslag vormen van de organisatie van de opvang, evenals een overzicht van de rechten en plichten van de asielzoekers enerzijds en van Fedasil dat instaat voor de opvang, anderzijds. Het verduidelijkt de opdrachten van Fedasil, meer bepaald inzake de opvang van niet-begeleide buitenlandse minderjarigen en inzake de vrijwillige terugkeer.
Voorts probeert dit wetsontwerp de bepalingen die tot nu toe verspreid waren over de organieke wet van 8 juli 1976, die dus de basis gaf voor de materiële opvang, de programmawet van 19 juli 2001, die de basis gaf voor de werking van Fedasil, en de wet van 15 december 1980 met bepalingen inzake de verplichte plaats van inschrijving, in één enkele tekst te gieten.
Translated text
The purpose of this bill is to transpose into Belgian law the European Directive 2003/9/EC of the Council of Europe laying down minimum standards for the reception of asylum seekers.
This Directive constitutes a first stage in a process aimed at establishing a common asylum system and a uniform refugee status in the EU. The aim of this Directive is to establish minimum standards for the accommodation facilities for asylum seekers in order to guarantee them a dignified life and to grant comparable living conditions in all Member States, thereby preventing or reducing the secondary flows of asylum seekers.
The Directive had to be transposed into Belgian law by 6 February 2005. However, the government has stated that it has chosen to link this bill to that on the reform of the asylum procedure. It is important to emphasize the fact that the reception of asylum seekers is established in parallel with the reform of the asylum procedure.
Due to the attractiveness of the Belgian reception system, the granting of financial assistance in 2000 was replaced by the granting of so-called material assistance in the first phase, in particular the eligibility phase. To support this, the government has strengthened the reception network and increased the number of shelters to 15,600 places.
The design implements the principle of material reception throughout the entire procedure, and this in two phases, during the first four months in a common reception structure and then in an individual reception structure, managed by an OCMW or another reception partner. Of course, certain exceptions are also possible.
In preparing the draft, the general principle was that asylum seekers should be guaranteed a standard of living in accordance with Article 1 of the OCMW Act.
This bill contains the general principles underlying the organisation of the reception, as well as a summary of the rights and duties of asylum seekers on the one hand and of Fedasil responsible for the reception on the other. It clarifies the mandates of Fedasil, in particular on the reception of unaccompanied foreign minors and on voluntary return.
Furthermore, this bill seeks to combine the provisions previously spread on the organic law of 8 July 1976, which thus provided the basis for the material receipt, the program law of 19 July 2001, which provided the basis for the operation of Fedasil, and the law of 15 December 1980 containing provisions on the mandatory place of registration, into a single text.
#7
Official text
Het wetsvoorstel nr. 939 van collega Dirk Claes en mezelf werd ook gekoppeld aan het onderhavig ontwerp. Het voorstel beoogt een harmonieuze spreiding van de asielzoekers. Het spreidingsplan bepaalt namelijk dat de gemeenten volgens een aantal parameters asielzoekers toegewezen krijgen. In de praktijk echter kan de asielzoeker die maatregel makkelijk omzeilen en zich vestigen in andere gemeenten dan die waaraan hij is toegewezen. Wij zijn, als indieners, ervan overtuigd dat er een sanctiemechanisme nodig is voor het OCMW als het niet alles in het werk stelt om de asielzoekers te huisvesten, maar er moet ook een sanctiemechanisme bestaan voor de asielzoeker die zich niet vestigt in de hem toegewezen gemeente, hetgeen tot nu toe ontbrak in de wetgeving.
De verplichting tot vestiging moet volgens ons ook gelden voor de duur van de hele asielprocedure. Een daadwerkelijke vestiging is een voorwaarde voor de asielzoeker om steun te krijgen. Op die manier willen wij dus een instrument bieden aan de OCMW’s, zodat zij de asielzoekers op hun grondgebied gevestigd krijgen.
Uiteindelijk hebben wij beslist om ons wetsvoorstel toch van het ontwerp te ontkoppelen, aangezien wij toch eerst de evaluatie willen afwachten van de wet. Die evaluatie zal er na een jaar komen.
Tot hiertoe heb ik een schets gegeven van het wetsontwerp zelf en van het eraan gekoppeld wetsvoorstel van Dirk Claes en mezelf.
Ik kom nu tot de algemene bespreking van het wetsontwerp. Het zou mij te ver brengen om u een integraal verslag te brengen van alle discussiepunten en van alle amendementen die werden ingediend, hoe waardevol ze ook mogen zijn. Ik zal mij dus beperken tot een aantal punten waarover wel wat discussie bestond in de commissie.
Ten eerste, aangaande de medische zorg die aan de mensen in de opvang worden toegekend, voorziet het ontwerp in een uitsluiting bij koninklijk besluit van de medische zorg die manifest niet noodzakelijk blijken te zijn. Diverse sprekers in de commissie uiten hun bezorgdheid over die passage en vragen of de toediening van medische zorg reeds bij voorbaat kan worden uitgesloten via een koninklijk besluit.
Een tweede aspect waarover discussie bestond, was werk. Er is onduidelijkheid over de uitvoering van de EU-richtlijn aangaande het aspect werk. De heer Benoît Drèze en mevrouw Marie Nagy, evenals ikzelf, waren van oordeel dat de minister voort overleg moest plegen met zijn collega, de minister van Werk, om de regeling van de opvang met volledige materiële steun af te stemmen op de mogelijkheid van de asielzoeker om toegang te hebben tot de arbeidsmarkt, en om na te gaan wanneer er aanpassingen nodig zijn in de ene of de andere richting.
Translated text
The Bill No. 939 from colleague Dirk Claes and myself was also linked to the present design. The proposal aims at harmonious distribution of asylum seekers. The spread plan stipulates that the municipalities will be allocated asylum seekers according to a number of parameters. In practice, however, the asylum seeker can easily bypass that measure and settle in other municipalities than those to which he is assigned. We, as applicants, are convinced that a sanction mechanism is needed for the OCMW if it does not make every effort to accommodate the asylum seekers, but there must also be a sanction mechanism for the asylum seekers who do not settle in the municipality assigned to him, which has so far been lacking in the legislation.
We believe that the obligation to establish should also apply for the duration of the entire asylum procedure. An actual establishment is a prerequisite for the asylum seeker to receive support. Thus, we want to provide an instrument for the OCMWs so that they can establish asylum seekers in their territory.
In the end, we decided to disconnect our bill from the draft, since we would like to wait for the evaluation of the law first. This evaluation will come after a year.
Until now, I have given a sketch of the bill itself and the associated bill of Dirk Claes and myself.
I now come to the general discussion of the draft law. It would take me too far to give you a comprehensive report of all the discussion points and of all the amendments submitted, no matter how valuable they may be. Therefore, I will limit myself to a few points that have been discussed in the committee.
First, as regards the medical care provided to the persons in the reception, the draft provides for a exclusion by royal decree of the medical care which manifestly does not prove necessary. Several speakers in the committee express their concerns about that passage and ask whether the provision of medical care can be ruled out in advance by a royal decree.
A second aspect that was discussed was work. There is uncertainty about the implementation of the EU Directive on the work aspect. Mr. Benoît Drèze and Mrs. Marie Nagy, as well as myself, were of the opinion that the Minister should continue to consult with his colleague, the Minister of Labour, in order to align the regime of reception with full material support to the possibility of the asylum seeker to access the labour market, and to examine when adjustments are needed in one direction or the other.
#8
Official text
Een derde punt waarover discussie bestond in de commissie was de duurtijd en vorm van opvang. De heer Drèze en mevrouw De Meyer merkten op dat het aanvankelijk de bedoelding was dat de duur van het toekennen van de materiële hulp beperkt zou zijn tot één jaar. Na deze termijn zou de materiële hulp worden omgezet in financiële hulp die zou worden toegekend vanuit de OCMW’s. De asielzoeker zou toegang hebben tot de arbeidsmarkt zoals dat ook voorgesteld wordt door de richtlijn. De Ministerraad heeft er nochtans voor gekozen de duur van de opvang niet in de wet te beperken omdat men de OCMW’s niet nodeloos wou overbelasten indien de procedure meer tijd in beslag zou nemen. Dit is volgens de heer Drèze een foute keuze. Hij voegde eraan toe dat het opvangbeleid sinds enkele jaren in crisis verkeert en dat de momenteel van toepassing zijnde procedures als gevolg hebben dat een groot aantal mensen zeer lange tijd – gemiddeld vier tot vijf jaar – in opvangstructuren zit. De heer Bultinck had als fundamenteel bezwaar tegen het ontwerp dat de asielzoekers nog steeds in open structuren worden opgevangen.
Ook over de niet-begeleide minderjarigen is er wat discussie geweest. Mevrouw Nagy vond dat het wetsontwerp tekortschoot op het vlak van de regeling voor de niet-begeleide minderjarigen. Ze was van oordeel dat het niet opportuun is om een minderjarige waarover geen enkele twijfel bestaat dat hij of zij minderjarig is op te vangen in een gesloten centrum gesitueerd in het grensgebied. Zij pleitte dan ook voor een specifieke regeling voor minderjarigen.
Dat waren een aantal discussiepunten. In de commissie zijn ook heel wat amendementen ingediend. Ik zal ze niet allemaal overlopen, ik zal mij beperken tot de goedgekeurde amendementen. Eerst en vooral is er het regeringsamendement. Het amendement van de regering wil een nieuw artikel 40bis invoegen over de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Dit amendement is een oplossing voor het vraagstuk van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Voortaan zullen die minderjarigen niet langer vastgehouden worden in een gesloten centrum maar opgevangen worden in een beveiligd centrum dat wordt gelijkgeschakeld met een welbepaalde plaats gesitueerd in het grensgebied. Men noemt het eigenlijk een observatie- en oriëntatiecentrum. Het verblijf daar mag niet langer dan 15 dagen duren. Als het terugdrijven van die minderjarige niet binnen de 15 dagen kan plaatsvinden, wordt de minderjarige tot het grondgebied toegelaten of verder opgevolgd door de voogdijdiensten.
Een tweede amendement dat werd aangenomen is het amendement ingediend door de dames Burgeon en Lambert, amendement nummer 28 op artikel 20. Dat artikel gaat over het recht op eerbiediging van het privéleven, het recht op eerbiediging van het gezinsleven en eerbiediging van zijn overtuiging. De aanvankelijke tekst was wat onduidelijk. Door een aanpassing die werd goedgekeurd is het nu duidelijk dat die eerbiediging zowel in de individuele als in de collectieve opvang geldt. Het amendement werd eenparig aangenomen.
Translated text
A third point that was discussed in the committee was the duration and form of reception. Mr Drèze and Mrs De Meyer noted that it was originally intended that the duration of granting material aid would be limited to one year. After this period, the material assistance would be converted into financial assistance granted from the OCMWs. Asylum seekers would have access to the labour market as proposed by the Directive. However, the Council of Ministers has chosen not to limit the duration of the reception in the law because it did not want to overload the OCMWs unnecessarily if the procedure would take more time. According to Mr. Drèze, this is a wrong choice. He added that the reception policy has been in crisis for several years and that the procedures currently in place have resulted in a large number of people sitting in reception structures for a very long time – an average of four to five years. Mr. Bultinck had as a fundamental objection to the draft that asylum seekers are still accommodated in open structures.
There was also some discussion about unaccompanied minors. Ms Nagy considered that the draft law lacked the scheme for unaccompanied minors. She was of the opinion that it is not appropriate to arrest a minor whom there is no doubt that he or she is a minor in a closed centre located in the border area. Therefore, she called for a specific regime for minors.
These were some discussion points. A number of amendments have also been submitted to the committee. I will not overlook them all, I will limit myself to the approved amendments. First and foremost, there is the government amendment. The government’s amendment aims to introduce a new article 40bis on unaccompanied minor foreigners. This amendment is a solution to the problem of unaccompanied minor foreigners. From now on, those minors will no longer be held in a closed centre but will be taken in a secure centre that is equated with a specified place located in the border area. It is actually called an observation and orientation center. The stay there should not be longer than 15 days. If the repatriation of that minor cannot take place within 15 days, the minor shall be admitted to the territory or further followed by the guardianship services.
A second amendment that was adopted is the amendment submitted by Mrs. Burgeon and Mrs. Lambert, amendment number 28 to Article 20. That article concerns the right to respect for private life, the right to respect for family life and respect for his or her convictions. The original text was somewhat unclear. As a result of an adjustment that was approved, it is now clear that that respect applies both in the individual and in the collective reception. The amendment was unanimously adopted.
#9
Official text
Ten slotte, amendement nr. 30, het laatste amendement, strekt ertoe een artikel 65bis in te voegen. Het werd ingediend door mezelf en voorziet erin dat de regering 1 jaar na de inwerkingtreding van de wet een evaluatie uitvoert en hiervan verslag uitbrengt aan het Parlement. Het amendement werd eenparig goedgekeurd.
Mijnheer de voorzitter, ik wil de diensten van de Kamer danken voor het uitstekend verslag.
Translated text
Finally, the amendment No. 30, the last amendment, aims to insert an article 65bis. It was submitted by myself and provides for the Government to carry out an evaluation one year after the entry into force of the law and report it to Parliament. The amendment was unanimously approved.
Mr. Speaker, I would like to thank the services of the House for the excellent report.
#10
Official text
Le projet de loi a été scindé par la commission, en application de l'article 72.2 alinéa 2 du Règlement. J'en dirai un mot tout à l'heure quand je parcourrai les articles.
Translated text
The draft law was divided by the committee, pursuant to Article 72.2 paragraph 2 of the Rules of Procedure. I will say a word about it soon when I go through the articles.
#11
Official text
De heer Drèze heeft het woord in de algemene bespreking. Daarna volgen mevrouw Lanjri, mevrouw Nagy en de heer Bultinck.
Translated text
Mr Drèze has the word in the general discussion. Lanjri, Nagy and Bultinck.
#12
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je me réjouis de la transposition - bien que tardive - en droit belge de la directive européenne relative à l'harmonisation des conditions d'accueil. Si la jurisprudence répondait majoritairement aux questions essentielles concernant le droit à l'aide financière ou matérielle des demandeurs d'asile ou des autres catégories d'étrangers, comme les familles avec enfants en situation de séjour illégal, il était urgent qu'un texte de loi reprenne clairement ces principes établis. L'élaboration d'un cadre législatif et juridique cohérent garantissant une égalité de traitement entre les demandeurs d'asile demeure un objectif louable.
Avec mes collègues du cdH, je tiens à souligner les initiatives du projet qui nous semblent aller dans un sens positif.
1. La volonté du texte d'offrir aux résidents un accueil adapté à leurs besoins particuliers, notamment par le biais de l'identification de groupes vulnérables, comme les femmes isolées et les victimes de la torture.
2. La définition de critères de désignation dans les structures d'accueil ainsi qu'une politique claire de transfert.
3. La mise en place d'un système plus clair d'accompagnement médical, psychologique, social et juridique censé assurer aux bénéficiaires de l'accueil une vie conforme à la dignité humaine.
4. La mise en place de procédures de recours contre des décisions prises par les structures d'accueil ou de traitement des plaintes.
Néanmoins, monsieur le ministre, il est utile de rappeler que, si ce projet est majoritairement positif, l'accueil connaît depuis plusieurs années dans notre pays une véritable situation de crise. L'engorgement des différentes instances d'asile et plus particulièrement du Conseil d'État a eu pour conséquence de laisser vivre dans des structures d'accueil des milliers de personnes durant des périodes extrêmement longues.
On estime actuellement à environ cinq ans le délai d'examen d'un recours en annulation d'une décision du CGRA devant le Conseil d'État. De nombreux demandeurs d'asile déboutés de la procédure et en recours au Conseil d'État résident dans des centres communautaires depuis parfois quatre ans, en attente d'une réponse relative au recours et dans la crainte d'une expulsion. Ces durées de séjour anormalement longues en structure conduisent à de graves séquelles psychologiques. Le ECRE, le HCR, la Croix-Rouge, la Rode Kruis et Fedasil soutiennent que la durée maximale en structure d'accueil est de six mois. Enfin, les structures d'accueil sont saturées. Plus de 40% du réseau est actuellement occupé par des demandeurs d'asile déboutés en recours au Conseil d'État.
Au départ, la réforme de l'accueil avait comme objectif louable de limiter le séjour en aide matérielle, c'est-à-dire en structure d'accueil, à une durée d'un an. Après ce délai, l'aide matérielle se convertissait en aide financière à charge du CPAS, selon le code de répartition 207, avec accès au marché du travail comme le commande la directive européenne. Néanmoins, le Conseil des ministres a choisi de ne pas limiter l'accueil à une durée maximale car, à l'entendre, il ne souhaitait pas surcharger les CPAS en raison d'un mauvais calcul.
C'est là, selon nous, un mauvais choix, ce notamment quand on sait - cela a été prouvé - que les frais engendrés par l'accueil matériel sont de loin plus importants que les frais d'aide sociale financière à charge des CPAS.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, I look forward to the transposition – although late – into Belgian law of the European Directive on the harmonisation of reception conditions. While jurisprudence mostly answered the essential questions concerning the right to financial or material assistance of asylum seekers or other categories of foreigners, such as families with illegally staying children, it was urgent that a text of law clearly replicated these established principles. The development of a coherent legislative and legal framework ensuring equal treatment among asylum seekers remains a commendable goal.
Together with my colleagues from the CDH, I would like to highlight the initiatives of the project that we seem to go in a positive direction.
1 of 1. The aim of the text is to offer residents an accommodation tailored to their particular needs, including through the identification of vulnerable groups, such as isolated women and victims of torture.
2 of 2. The definition of designation criteria in host structures as well as a clear transfer policy.
3 of 3. The establishment of a clearer system of medical, psychological, social and legal support intended to ensure the recipients of the reception a life consistent with human dignity.
4 of 4. The establishment of procedures for appeals against decisions taken by the reception or handling structures of complaints.
Nevertheless, Mr. Minister, it is worth reminding that, although this project is mostly positive, the reception has been experiencing for several years in our country a real crisis situation. The congestion of the various asylum institutions, and more ⁇ of the State Council, has resulted in allowing thousands of people to live in reception structures for extremely long periods.
It is currently estimated to be approximately five years for the examination of an appeal for annulment of a CGRA decision before the State Council. Many asylum seekers who have been removed from the procedure and appealed to the State Council have resided in community centers for sometimes four years, waiting for a response regarding the appeal and in fear of expulsion. These abnormally long stays in structure lead to serious psychological consequences. ECRE, UNHCR, the Red Cross, Rode Kruis and Fedasil argue that the maximum duration of the reception structure is six months. Finally, the reception structures are saturated. More than 40% of the network is currently occupied by asylum-seekers who have appealed to the State Council.
Initially, the reception reform had as a praised goal to limit the stay in material aid, i.e. in a reception structure, to a duration of one year. After this period, the material aid was converted into financial aid charged by the CPAS, according to the distribution code 207, with access to the labour market as ordered by the European directive. Nevertheless, the Council of Ministers has chosen not to limit the reception to a maximum duration because, to hear it, it did not want to overload the CPAS due to a poor calculation.
This is, in our opinion, a wrong choice, especially when we know - this has been proven - that the costs incurred by the material reception are far greater than the costs of financial social assistance borne by the CPAS.
#13
Official text
Par conséquent, les demandeurs d'asile resteront dans les structures d'accueil pendant toute la durée de la procédure. C'est pour cette raison que je redépose un amendement visant à limiter à un an la durée de séjour en centre d'accueil communautaire.
En outre, en instaurant un filtre large au Conseil d'État et en refusant toute politique de régularisation, la réforme de l'asile risque de n'apporter aucune solution réduisant une procédure anormalement longue. En liant la procédure à l'accueil, le législateur ne prévoit pas de limite raisonnable et objective à la durée de séjour du demandeur en structure d'accueil. Je dépose également un amendement visant à éviter que les avocats pro deo soient les seuls à prendre en charge l'accompagnement juridique dans la procédure d'asile. Pour être effectif et de qualité, il est nécessaire de combiner plusieurs intervenants, notamment les associations et services sociaux visés à l'article 33 du présent texte.
Je propose également d'intégrer un nouvel article 40bis afin de garantir aux MENA un droit de séjour automatique si aucune solution durable n'a été proposée à la fin du délai de deux semaines et afin de garantir une bonne circulation des informations entre le centre d'orientation et d'observation et le tuteur. La directive en transposition contient également des dispositions relatives aux demandeurs d'asile en détention en centre fermé. Elle énumère des catégories de personnes particulièrement vulnérables qui doivent faire l'objet de mesures d'accueil spécifiques au terme d'une évaluation de leurs besoins; je pense notamment aux enfants détenus en centre fermé.
À propos de l'accompagnement social et médical, le projet du gouvernement suscite l'inquiétude de plusieurs associations dont Médecins Sans Frontières. En effet, le projet garantit au bénéficiaire de l'accueil un droit à l'accompagnement médical et social nécessaire pour mener une vie conforme à la dignité humaine. Néanmoins, il introduit aussi certaines limitations qui créent de nouvelles discriminations. D'abord, selon nous, le texte contient en germe les bases d'une médecine à deux vitesses: la première pour les personnes établies légalement sur le territoire, la seconde pour les demandeurs d'asile.
En effet, l'article 24, alinéa 2 du projet permet au gouvernement d'établir une liste de prestations dont le remboursement pourra être refusé aux demandeurs d'asile alors que ces mêmes prestations sont pourtant explicitement remboursées pour les personnes résidant régulièrement dans notre pays. Pour le cdH, c'est une question de principe: si l'État a établi une liste de prestations remboursables jugées nécessaires à notre santé, tous les êtres humains établis sur notre territoire y ont droit.
Le ministre a affirmé en commission que la liste des prestations des médicaments remboursables pour les bénéficiaires aurait été négociée avec Médecins Sans Frontières. Cette ONG nous a cependant confirmé que seule une partie de la liste a fait l'objet d'une concertation, à savoir celle qui ne suscite aucune discussion éthique: la liste des médicaments actuellement non remboursés par l'assurance maladie. L'autre partie, la plus délicate, à savoir les médicaments remboursables qui seraient dorénavant exclus du remboursement pour les demandeurs d'asile n'a pas été négociée.
Translated text
As a result, asylum seekers will remain in the reception structures for the entire duration of the procedure. This is why I am proposing an amendment to limit the duration of the stay in a community reception centre to one year.
Furthermore, by introducing a broad filter in the State Council and rejecting any policy of regularization, the asylum reform risks not to provide any solution reducing an abnormally long procedure. By linking the procedure to the reception, the legislator does not provide for a reasonable and objective limit to the duration of the applicant's stay in the reception structure. I also submit an amendment aimed at preventing pro deo lawyers from being the only ones in charge of legal assistance in the asylum procedure. To be effective and of quality, it is necessary to combine several stakeholders, in particular the associations and social services referred to in Article 33 of this text.
I also propose to incorporate a new Article 40bis to guarantee MENAs an automatic right of residence if no sustainable solution has been proposed at the end of the two-week period and to ensure a smooth flow of information between the orientation and observation center and the tutor. The transposed Directive also contains provisions relating to asylum seekers detained in a closed centre. It lists categories of especially vulnerable persons who must be subject to specific welfare measures after an assessment of their needs; I think in particular of children held in closed centres.
Regarding social and medical support, the government’s project raises the concern of several associations including Doctors Without Borders. In fact, the project guarantees the recipient of the reception a right to the medical and social support necessary to lead a life consistent with human dignity. However, it also introduces some limitations that create new discriminations. First, in our opinion, the text contains in germ the foundations of a two-speed medicine: the first for persons legally established in the territory, the second for asylum seekers.
In fact, Article 24, paragraph 2 of the draft allows the government to establish a list of benefits whose refund may be refused to asylum seekers, while these same benefits are explicitly refunded for persons regularly residing in our country. For the CDH, this is a matter of principle: if the State has established a list of reimbursable benefits deemed necessary for our health, all human beings established on our territory are entitled to it.
The Minister said in a committee that the list of benefits of reimbursable medicines for beneficiaries would have been negotiated with Doctors Without Borders. This non-governmental organization, however, confirmed to us that only one part of the list has been negotiated, namely the one that does not arouse any ethical discussion: the list of medicines currently not reimbursed by health insurance. The other, the most delicate part, namely the refundable medicines that would now be excluded from the refund for asylum seekers has not been negotiated.
#14
Official text
Deuxième élément dans les limitations qui, à nos yeux, engendrent des discriminations. Le texte entraîne des difficultés d'accès, pour les demandeurs d'asile, à un médecin choisi librement en dehors du centre de référence. En effet, selon l'exposé des motifs, le bénéficiaire de l'aide peut choisir un médecin en dehors du centre; dans ce cas, le coût de la consultation ne sera pas remboursé. Cependant, en commission, le ministre a répondu aux questions posées sur le sujet: ce remboursement pourrait bel et bien avoir lieu.
Il existe donc une contradiction qu'il aurait été nécessaire de clarifier dans le texte de loi lui-même. Le droit au libre choix du praticien professionnel est un droit fondamental garanti par la loi sur les droits du patient. Ce droit implique que les conditions du remboursement des soins soient les mêmes pour tous ceux qui y ont droit et non seulement pour certains d'entre eux.
Troisième et dernière limitation que j'évoquerai. Nous contestons que le texte proposé ne modifie en rien la situation des demandeurs d'asile qui vivent en dehors des centres d'accueil. Sur ce point, je rejoins la critique de Médecins Sans Frontières qui constate, sur le terrain, de grandes difficultés d'accès aux soins pour ces personnes.
Le ministre a répondu en commission qu'il prépare un arrêté royal afin de résoudre ce problème. Selon nous, ce problème aurait aussi pu être réglé dans la loi elle-même.
Sur ces trois points, le cdH a introduit en commission des amendements et les redépose ici en séance plénière.
Un dernier amendement redéposé vise à préciser dans la loi que le code de déontologie applicable à tous les membres du personnel de la structure d'accueil devrait être négocié avec les catégories de personnel concernées. En effet, certaines catégories professionnelles sont déjà soumises à des codes de déontologie qui leur sont propres; je pense en particulier aux médecins et aux assistants sociaux. L'amendement en question vise à éviter les éventuelles contradictions.
Enfin, monsieur le ministre, le cdH regrette que le ministre de l'Intérieur, vous-même, ministre de l'Intégration sociale, et votre collègue ministre de l'Emploi ne se soient pas accordés pour transposer à temps et en même temps la directive européenne du 27 janvier 2003 relative à des normes minimales pour l'accueil des demandeurs d'asile. Certains textes sont adoptés, d'autres non; les dates d'entrée en vigueur ne coïncident pas. Tout cela ne sera pas sans poser un certain nombre de problèmes.
Pour terminer, nous n'acceptons pas que l'article 11 de la directive européenne reste actuellement dans les limbes. Cet article traite de l'accès au marché du travail des demandeurs d'asile; il n'est pas acceptable que le gouvernement néglige cette dimension positive de la directive alors qu'il s'est empressé, avant les vacances parlementaires, de durcir le droit d'asile et de rejeter toute avancée, fût-elle partielle, en matière de régularisation.
Translated text
The second element in the limitations that, in our view, generate discrimination. The text causes difficulties for asylum seekers in accessing a doctor freely chosen outside the reference centre. Indeed, depending on the exposition of the reasons, the beneficiary of the aid may choose a doctor outside the centre; in this case, the cost of the consultation will not be reimbursed. However, in the committee, the minister answered the questions raised on the subject: this refund could indeed take place.
There is therefore a contradiction that would have been necessary to clarify in the text of the law itself. The right to the free choice of professional practitioner is a fundamental right guaranteed by the Patient Rights Act. This right implies that the conditions of reimbursement of care are the same for all those who are entitled to it and not only for some of them.
The third and last limitation I will mention. We contest that the proposed text does not change the situation of asylum seekers who live outside the reception centres. On this point, I agree with the criticism of Médecins Sans Frontières that finds, on the ground, great difficulties in accessing care for these people.
The Minister responded in a committee that he is preparing a royal decree to solve this problem. This problem could have been resolved in the law itself.
On these three points, the CDH introduced amendments in the committee and put them back here in plenary session.
A last revised amendment aims to clarify in the law that the code of conduct applicable to all staff members of the host structure should be negotiated with the relevant categories of staff. Indeed, certain occupational categories are already subject to their own codes of ethics; I think in particular of doctors and social workers. This amendment aims to avoid possible contradictions.
Finally, Mr. Minister, the CDH regrets that the Minister of the Interior, you, Minister of Social Integration, and your colleague Minister of Employment have not agreed to transpose timely and simultaneously the European Directive of 27 January 2003 on minimum standards for the reception of asylum seekers. Some texts are adopted, others are not; the dates of entry into force do not coincide. All this will not be without posing a number of problems.
Finally, we do not accept that Article 11 of the European Directive is currently in the limbs. This article deals with access to the labour market for asylum seekers; it is unacceptable that the government has neglected this positive dimension of the directive while it has sought, before the parliamentary holidays, to tighten the right of asylum and reject any progress, even partial, in regularization.
#15
Official text
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega’s, wanneer wij het ontwerp technisch van naderbij bekijken, dan merken wij dat het ontwerp twee zaken doet.
Enerzijds is het ontwerp een omzetting van een Europese richtlijn van 27 januari 2003, die ons verplicht een aantal minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten in Belgisch recht om te zetten.
Mijnheer de minister, het mag nog eens worden herhaald: ook hier zijn wij, net als in andere, gelijkaardige dossiers, er niet in geslaagd om een flinke leerling van de Europese klas te zijn. Immers, de richtlijn moest reeds tegen 6 februari 2005 zijn omgezet.
Anderzijds en in tweede orde doet het ontwerp niet veel minder dan een aantal verduidelijkingen en vervolledigingen geven aan de specifieke opdrachten met betrekking tot het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers.
Het wetsontwerp voert het principe in dat de materiële opvang van asielzoekers tijdens de volledige duur van de procedure zal gelden, dus zowel in de administratieve als in de rechterlijke fase. Het principe hangt uiteraard samen met de vóór het parlementaire reces goedgekeurde hervorming van de asielprocedure, die toen heel uitgebreid en maandenlang in de commissie voor de Binnenlandse Zaken werd behandeld.
Het gevolg van de hervorming zal zijn dat het bestaande onderscheid tussen de ontvankelijkheidsfase en de gegrondheidfase zal vervallen. Dat zou er uiteindelijk moeten toe kunnen leiden dat wij een versnelde afhandeling van de asielaanvragen krijgen.
Wij kennen allemaal de problematiek. Tijdens de ontvankelijkheidsfase wordt materiële hulp verleend, terwijl, eenmaal het dossier ontvankelijk is verklaard, door de OCMW’s ook nog financiële steun wordt toegekend.
Op dat vlak volgt nu de volledige afschaffing van voornoemde, maatschappelijke dienstverlening in de vorm van financiële steun. Onze fractie heeft er geen probleem mee toe te geven dat het in vergelijking met de huidige gang van zaken en met de praktijk zoals die bestond, een stap voorwaarts is.
Mijnheer de minister, wij blijven echter in onze rol van attentieve oppositiepartij. Wij blijven erop drukken dat het iets te vroeg is om op alle banken te juichen.
Eerlijk gezegd, ook na de werkzaamheden in de commissie blijft grote onduidelijkheid heersen over de inwerkingtreding van het voorliggende wetsontwerp.
Mijnheer de minister, ik zeg zelfs meer. Wij hebben in de commissie voor de Volksgezondheid constant benadrukt dat wij verwachten dat de inwerkingtreding voor 1 april 2007 zal zijn. Ik heb gisteren echter ook akte kunnen nemen van een aantal antwoorden die uw collega van Binnenlandse Zaken op ongeveer gelijkaardige vragen over de inwerkingtreding gaf. Uiteindelijk zijn de twee aan elkaar gekoppeld, namelijk het voorliggende wetsontwerp aan de besprekingen over de vernieuwing en de verandering van de asielprocedure in de commissie voor de Binnenlandse Zaken. Uw collega Dewael bleef op dat vlak nogal vaag.
Er blijven dus een aantal grote vraagtekens. Wanneer komt nu de bewuste, cruciale inwerkingtreding? Het ziet er immers wel degelijk naar uit dat een aantal zaken dode letter zal blijven. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Ministers, colleagues, when we look at the draft technically, we find that the draft does two things.
On the one hand, the draft is a transposition of a European directive of 27 January 2003, which obliges us to transpose a number of minimum standards for the reception of asylum seekers in the Member States into Belgian law.
Mr. Minister, it can be repeated again: here too, as in other, similar files, we have failed to be a good pupil of the European class. The Directive had to be transposed by 6 February 2005.
On the other hand, and in second order, the draft does not much less than provide a number of clarifications and completions to the specific assignments relating to the Federal Agency for the Reception of Asylum Seekers.
The draft law implements the principle that the material reception of asylum seekers will apply throughout the entire duration of the procedure, thus both in the administrative and in the judicial phase. The principle is, of course, linked to the reform of the asylum procedure, approved before the parliamentary cessation, which was then discussed very extensively and for months in the Committee on Internal Affairs.
The result of the reform will be that the existing distinction between the admissibility phase and the gratification phase will disappear. This could ultimately lead to an accelerated processing of asylum applications.
We all know the problem. During the admissibility phase, material assistance is provided, while, once the file has been declared admissible, financial support is also granted by the OCMWs.
In this regard, now follows the complete abolition of the aforementioned social services in the form of financial support. Our group has no problem in acknowledging that it is a step forward compared with the current course of affairs and with the practice as it existed.
Mr. Minister, however, we remain in our role of attentive opposition party. We continue to stress that it is too early to congratulate all banks.
To be honest, even after the work in the committee, there is still much uncertainty about the entry into force of the present draft law.
Mr. Minister, I will say even more. We have repeatedly emphasized in the Committee on Public Health that we expect it to enter into force before 1 April 2007. However, yesterday I was also able to take note of a number of answers given by your colleague on approximately similar questions about the entry into force. In the end, the two are linked, namely the present bill, to the discussions on the renewal and change of the asylum procedure in the committee for internal affairs. Your colleague Dewael remained quite vague in that regard.
There are still a number of major questions. When will the conscious, crucial action come into effect? However, it seems that some things will remain dead letter. That may not be the intention.
#16
Official text
Veel fundamenteler - u zult daarover niet verwonderd zijn, mijnheer de minister, want u kent de standpunten van onze fractie dienaangaande - is dat wij het moeilijk hebben met de blijvende procedure, waarin opvang van asielzoekers in open structuren gebeurt. Ik meen dat dit een cruciaal gegeven is. Ik heb in de commissie ook gezegd dat wij daarvan akte nemen, maar dat het Vlaams Belang geenszins gelukkig is daarmee, en dat wij beseffen dat de Belgische wetgever op dit vlak met handen en voeten gebonden is aan de fameuze EU-richtlijn van 27 januari 2003.
Ik citeer even uit de richtlijn, collega’s: “Asielzoekers kunnen zich vrij bewegen op het grondgebied van de ontvangende lidstaat of binnen het hun daartoe door de lidstaat aangewezen gebied. Dit aangewezen gebied mag de onvervreemdbare sfeer van het privéleven niet aantasten en dient voldoende bewegingsvrijheid te bieden om ervoor te zorgen dat alle voorzieningen die deze richtlijn biedt toegankelijk zijn”. Er zijn echter wel degelijk een aantal uitzonderingsmogelijkheden, bijvoorbeeld de fameuze uitzondering van de openbare orde. Er is dus een bepaalde mogelijkheid en speelruimte voor het in vraag te stellen van het feit of de procedure alleen via open centra kan verlopen. Onze optie om te opteren voor gesloten centra zou open moeten blijven.
Wij stellen vast, en wij zijn daarmee niet gelukkig, dat ook in dezen Europa wel degelijk een flinke rem is op de mogelijkheid om een ernstig immigratie- en asielbeleid te voeren. Het is niet slecht dat hier nog even gezegd kan worden dat mijn fractie achter de stelling blijft staan dat gesloten opvangcentra de enige manier zijn om te verzekeren dat een verwijderingsbeslissing – dat is cruciaal in een aantal dossiers – geconcretiseerd kan worden.
Jammer genoeg voor u, mijnheer de minister, delen zelfs de vrienden van de multiculturele samenleving eindelijk mijn analyse. Wat zegt het Overlegcentrum voor de Integratie van Vluchtelingen? In de praktijk verdwijnt ongeveer 85% van de uitgeprocedeerde asielzoekers – ik omschrijf het eufemistisch – in de natuur, als gevolg van een bevel om het grondgebied te verlaten.
Wat doet zich voor in die gevallen, mijnheer de minister? Wij kennen allemaal de problematiek. Ze was ook uitgebreid aan de orde in de commissie voor de Volksgezondheid. Die mensen trekken naar de probleemwijken en de grote steden – Antwerpen, Brussel en Luik – waar zij ongetwijfeld ten prooi vallen aan huisjesmelkers en slechts kunnen overleven door zwartwerk, criminaliteit en prostitutie.
Ik moet u eerlijk zeggen, mijnheer de minister, dat men op de duur schrik zou krijgen in deze politiek correcte tijden, waarin de multiculturaliteit een staatsgodsdienst geworden is. Mag men het nog zeggen? Mag men het zich nog afvragen? Onze fractie durft wel degelijk vragen te stellen bij het zogenaamde ruimhartige asielbeleid, dat – als men het echt ernstig bekijkt – bijlange niet zo humaan is als het op eerste gezicht lijkt. Als wij de cijfers goed bekijken en vaststellen dat zeer velen, waaronder alle aanbidders van de multiculturele samenleving, de ogen sluiten voor de tienduizenden uitgeprocedeerde asielzoekers die na ontvangst van hun uitwijzingsbevel in de illegaliteit verdwijnen, dan lijkt mij dat, als sociaal voelende Vlaams Belanger, alles behalve sociaal verantwoord. Ik zou het beleid van het verleden, en ik vrees ook het beleid van de toekomst, inzake asiel veeleer als een non-beleid omschrijven dan als een beleid.
Translated text
Much more fundamental – you will not be surprised, Mr. Minister, because you know the views of our group on this subject – is that we have difficulty with the permanent procedure, in which the reception of asylum seekers takes place in open structures. I think this is a crucial data. I have also said in the committee that we take note of this, but that the Flemish Belang is by no means happy with it, and that we realize that the Belgian legislature in this area is bound with hands and feet by the famous EU Directive of 27 January 2003.
“Asylum seekers may move freely within the territory of the host Member State or within the territory designated for them by the Member State. This designated area should not affect the inalienable sphere of private life and should provide sufficient freedom of movement to ensure that all facilities provided by this Directive are accessible.” However, there are a number of exceptions, such as the famous public order exception. There is thus a certain possibility and room for questioning whether the procedure can only be carried out through open centres. Our option to opt for closed centers should remain open.
We recognize, and we are not happy with this, that even in this Europe there is indeed a significant barrier to the possibility of pursuing a serious immigration and asylum policy. It is not bad to say here for a moment that my group remains behind the assertion that closed reception centers are the only way to ensure that a removal decision – which is crucial in a number of cases – can be concrete.
Unfortunately for you, Mr. Minister, even the friends of the multicultural society finally share my analysis. What does the Refugee Integration Consultation Centre say? In practice, approximately 85% of outgoing asylum seekers – I describe it euphemistically – disappear in the wild, as a result of an order to leave the territory.
What happens in these cases, Mr. Minister? We all know the problem. She was also extensively discussed in the Public Health Committee. Those people move to the problem neighborhoods and the big cities – Antwerp, Brussels and Liège – where they undoubtedly fall into the prey of house milkers and can only survive through black labour, crime and prostitution.
I must honestly tell you, Mr. Minister, that in the long run one would be frightened in these politically correct times, when multiculturalism has become a state religion. Can we still say it? Can we still ask? Our group does dare to ask questions about the so-called generous asylum policy, which – if you look at it really seriously – is not as human as it seems at first glance. If we look carefully at the figures and find that very many, including all the worshippers of the multicultural society, close their eyes to the tens of thousands of prosecuted asylum seekers who disappear in the illegality after receiving their order of expulsion, then it seems to me that, as a socially feeling Flemish Interested, everything except social responsibility. I would describe the policy of the past, and I fear also the policy of the future, on asylum as a non-policy rather than as a policy.
#17
Official text
Laat ik het nogmaals duidelijk zeggen: de gesloten centra, waarover het Vlaams Belang inderdaad spreekt, moeten wel degelijk worden onderscheiden van de gesloten uitzettingscentra die bestaan voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Voor ons moet er inderdaad een aangepast regime bestaan. Er moet het nodige comfort zijn. De procedure moet zo kort mogelijk zijn. In onze visie gaan wij er ook vanuit dat de procedure nog veel sneller kan dan de voorliggende procedure. Tegelijk moet, als er een afwijzing van het asielverzoek komt, de afgewezen asielzoeker naar een gesloten uitzettingscentrum worden overgeplaatst. Wij vinden dan ook dat het niet kan dat de capaciteit van de opvangcentra wordt gebruikt voor het veel te langdurig verblijf van een aantal uitgeprocedeerde mensen, die nog een administratief cassatieberoep bij de Raad van State kunnen instellen.
Wij moeten ons trouwens de vraag durven te stellen of de fameuze cassatievoorziening bij de Raad van State niet overbodig is geworden. Als wij de getallen bekijken, moeten wij immers vaststellen dat het aantal gegronde beroepen niet meer dan 5% bedraagt. U hoort dat goed, collega’s. Dan kunt u toch niet boos zijn, mijnheer de minister, dat wij bij het beleid grote vraagtekens plaatsen.
Sta mij toe op twee aangelegenheden dieper in te gaan, mijnheer de minister. In titel 1 van uw ontwerp gaat het over toewijzing van een verplichte plaats van inschrijving. Het artikel 10 van het ontwerp legt inderdaad het principe vast van de aanwijzing van een verplichte plaats van inschrijving voor asielzoekers. Dat kan inderdaad gebeuren in een federaal opvangcentrum, de opvangvoorzieningen van het Rode Kruis of de fameuze opvangplaatsen van het OCMW, die instaan voor de opvang van de asielzoekers. U koestert de stille hoop, mijnheer de minister, dat de evolutie die u op gang tracht te brengen, tot een betere spreiding van de asielzoekers over het grondgebied zal leiden. U hoopt ook dat de ontvankelijk verklaarde asielzoeker niet wordt gestraft, zoals in het bestaande spreidingsplan het geval is. Dat is nu de praktijk als hij er vrijwillig voor kiest zich niet te vestigen in de gemeente waar hij aan het OCMW ervan werd toegewezen. De vernieuwing die u nu doorvoert, zou kunnen leiden tot iets minder concentratie in de grote steden.
Er is een belangrijke maar, mijnheer de minister. Het is trouwens niet het Vlaams Belang dat dit zegt. Om het u gemakkelijk te maken, zal ik binnen uw eigen socialistische familie blijven. Ik verwijs naar de uitspraken van de zeer bekende Antwerpse OCMW-voorzitster, mevrouw Monica De Coninck, die duidelijk zegt dat er in het dossier slechts een oplossing voor het probleem is, namelijk de verplichte huisvesting zolang de asielprocedure loopt.
Reeds in mei 2006 zei zij dat de nieuwe opvangwet nog altijd de vrijheid van vestiging behoudt, waar eigenlijk het fundamentele probleem ligt. Ik geef nog een citaat van Monica De Coninck: “Als de federale overheid de spreiding van asielzoekers wil handhaven, moet ze de procedure inkorten en de asielzoekers een verplichte vestigingsplaats opleggen in afwachting van het afronden van hun dossier”.
Veel crucialer - het is goed om dit hier te zeggen, collega’s, want men is dit niet altijd gewoon van socialisten - is wat mevrouw Monica De Coninck vervolgens zegt: “Ik zie niet in wat onmenselijk zou kunnen zijn aan het feit om mensen een aantal maanden te verplichten ergens te wonen”.
Translated text
Let me make it clear again: the closed centers, of which the Flemish Interest actually speaks, must indeed be distinguished from the closed deportation centers that exist for out-processed asylum seekers. For us, there must indeed be an adapted regime. There must be the necessary comfort. The procedure should be as short as possible. In our vision, we also assume that the procedure can still be much faster than the prevailing procedure. At the same time, if the asylum application is rejected, the rejected asylum seeker should be transferred to a closed deportation centre. We therefore consider that it is not possible that the capacity of the reception centres is used for the much too long stay of a number of out-processed persons, who can still bring an administrative cassation appeal to the State Council.
Furthermore, we must have the courage to ask whether the famous cassation facility at the Council of State has not become superfluous. In fact, if we look at the numbers, we must conclude that the number of justified professions does not exceed 5%. You hear that well, colleagues. Then you can’t be angry, Mr. Minister, that we put great questions in the policy.
Let me go deeper into two matters, Mr. Minister. In Title 1 of your draft, it is about allocating a mandatory place of registration. Article 10 of the draft stipulates the principle of the designation of a mandatory place of registration for asylum seekers. This can indeed happen in a federal reception centre, the Red Cross reception facilities or the famous OCMW shelters, which provide for the reception of asylum seekers. You cultivate the silent hope, Mr. Minister, that the evolution you seek to initiate will lead to a better spread of asylum seekers across the territory. You also hope that the asylum seeker declared admissible will not be punished, as is the case in the existing spread plan. This is now the practice if he voluntarily chooses not to settle in the municipality where he was assigned to the OCMW of it. The renewal you are now carrying out could lead to slightly less concentration in the big cities.
There is one important but, Mr. Minister. It is not the Flemish Importance that says this. To make it easy for you, I will remain within your own socialist family. I refer to the statements of the very well-known Antwerp OCMW chairwoman, Ms. Monica De Coninck, who makes it clear that there is only one solution to the problem in the file, namely the mandatory housing as long as the asylum procedure runs.
Already in May 2006, she said that the new Acceptance Act still preserves the freedom of establishment, where the fundamental problem lies. Monica De Coninck: “If the federal government wants to maintain the spread of asylum seekers, it must shorten the procedure and impose an obligatory settlement place for asylum seekers until their file is completed.”
Much more crucial – it is good to say this here, colleagues, because one is not always this ordinary of socialists – is what Ms. Monica De Coninck then says: “I don’t see in what could be inhuman about forcing people to live somewhere for a few months.”
#18
Official text
Mijnheer de minister, waar ligt het fundamenteel probleem? Het probleem ligt uiteraard bij uw eigen Waalse socialistische familie die niet wil raken aan de vrijheid van vestiging. Hierdoor blijft de hele problematiek buiten schot.
Ik kom terug op mevrouw De Coninck omdat zij in dit dossier een cruciale rol heeft gespeeld.
Translated text
Where is the fundamental problem? The problem, of course, lies with your own Wallish socialist family, which does not want to touch the freedom of establishment. This leaves the whole problem out of shoot.
I return to Mrs. De Coninck because she played a crucial role in this case.
#19
Official text
(…)
Translated text
The [...]
#20
Official text
Inderdaad, mijnheer de fractieleider, zij zal ons eerstdaags komen vervoegen. Jammer dat ze hier nu nog niet aanwezig is. Anders hadden we een tegensprekelijk debat kunnen voeren en hadden we mevrouw De Coninck kunnen confronteren met de uitspraken die ze een paar maanden geleden heeft gedaan. Op die manier hadden we kunnen vaststellen of ze in ruil voor de parlementaire pluche al dan niet een inhoudelijke bocht zou hebben genomen.
Mevrouw De Coninck stelt heel duidelijk dat de nieuwe opvangwet de situatie in de grote steden niet zal verbeteren. Integendeel, mevrouw De Coninck zegt dat het afpakken van de financiële steun asielzoekers niet zal afschrikken. Ze zullen naar de steden blijven komen. Nu ze het zonder centen moeten rooien, dwingt de federale overheid hun zwartwerk uit te voeren of op een andere manier in hun levensonderhoud te voorzien. De regering moet weten wat ze wil, zo vervolgt mevrouw De Coninck. Als ze wil vasthouden aan de vrijheid van vestiging moet ze de steden voldoende middelen geven. Met de middelen die de steden thans krijgen, lukt dat helemaal niet. Tot zo ver mevrouw De Coninck.
Mijnheer de minister, ik zou evengoed naar uw eigen socialistische familie kunnen wijzen en op de uitspraak van de burgemeester van Antwerpen in volle campagneperiode. Vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen stelde hij dat hij niet langer asielzoekers uit andere gemeenten zou willen inschrijven. Begin oktober zegt hij letterlijk, ik citeer: "Alle gesprekken met de federale regering over het probleem van asielzoekers die door andere OCMW's in Antwerpen worden geplaatst, hebben niets opgeleverd. Dus moeten we maar overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Ik wil zulke asielzoekers niet meer inschrijven".
Mijnheer de minister, ik zou het appreciëren mocht u, als collega-socialist, binnen de socialistische familie hierop reageren. Indien twee eminente socialisten dit soort zaken zeggen, wie ben ik dan als eenvoudige Vlaams Belanger om die mensen tegen te spreken.
Een tweede punt waarop ik wil terugkomen is de fameuze Titel 5 van het ontwerp die handelt over integratie van collectieve opvangstructuren in de lokale omgeving en subsidies aan de gemeenten. Artikel 51 voorziet in de mogelijkheid om door de collectieve opvangstructuren, met uitzondering van deze die georganiseerd worden door het OCMW, een aantal buurtinitiatieven te laten nemen die tot doel hebben de integratie van de collectieve opvangstructuren in de lokale omgeving te bevorderen en een positief beeld – u hoort het goed – te scheppen van het opvangbeleid voor asielzoekers in de samenleving.
Mijnheer de minister, u zult begrijpen dat het Vlaams Belang het op zijn zachtst uitgedrukt nogal moeilijk heeft dat er eens te meer subsidies worden ingezet om de multiculturele propagandamachine verder draaiende te houden. Als we een beetje ernstig willen blijven met onszelf, hebben we het hier serieus moeilijk mee. Dat zult u begrijpen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik rond af. Het Vlaams Belang heeft er geen probleem mee te erkennen dat dit ontwerp een aantal zeer kleine positieve stapjes bevat, maar we blijven ervan overtuigd dat dit de zoveelste window dressing van de regering-Verhofstadt zal zijn. Veel beter dan wie ook weet u, mijnheer de minister – en uw politieke partij is ter zake het best geplaatst om dit te weten -, dat u er geen enkele baat bij hebt om het fundamentele dossier van asiel of vreemdelingen te hervormen. Dit zijn immers de mensen die u zowel in Brussel als in Wallonië van voldoende nieuw kiesvee – oneerbiedig gezegd – voorzien.
Vandaar dat het Vlaams Belang zeer duidelijk vreest dat zolang men niet durft te raken aan het fundamenteel probleem van de vrijheid van vestiging van asielzoekers, er geen echte oplossing in zicht is. Ik vrees dat na de evaluatie waarin binnen 1 jaar is voorzien, u hier terug zult staan met hangende pootjes om samen met ons vast te stellen dat in dit dossier fundamenteel niets ten goede is gekeerd.
Translated text
Indeed, Mr. Leader of the Group, she will join us on the first day. It is a pity that she is not present here yet. Otherwise we could have conducted a contradictory debate and we could have confronted Mrs. De Coninck with the statements she made a few months ago. In this way we could have determined whether or not she would have taken a substantial curve in exchange for the parliamentary plough.
Ms. De Coninck makes it very clear that the new reception law will not improve the situation in the major cities. On the contrary, Ms. De Coninck says that cutting off the financial support will not deter asylum seekers. They will continue to come to the cities. Now that they have to roast it without a penny, the federal government is forcing them to do their black work or provide their livelihoods in any other way. The government must know what it wants, as Ms. De Coninck continues. If it wants to uphold the freedom of establishment, it must provide the cities with sufficient resources. With the resources available to the cities today, this is not possible at all. So far, Mrs. De Coninck.
Mr. Minister, I could also point to your own socialist family and to the decision of the mayor of Antwerp in full campaign period. Just before the municipal council elections, he stated that he would no longer want to register asylum seekers from other municipalities. In early October, he says literally, I quote: "All conversations with the federal government on the problem of asylum seekers placed by other OCMWs in Antwerp have produced nothing. So we have to move to civil disobedience. I don’t want to register such asylum seekers anymore.”
Mr. Minister, I would appreciate if you, as a fellow socialist, reacted to this within the socialist family. If two eminent socialists say these kinds of things, who am I then as a simple Flemish Interesting to speak against those people.
A second point I would like to return to is the famous Title 5 of the draft which deals with the integration of collective reception structures in the local environment and subsidies to the municipalities. Article 51 provides for the possibility of allowing the collective reception structures, with the exception of those organized by the OCMW, to take a number of neighborhood initiatives aimed at promoting the integration of the collective reception structures in the local environment and to create a positive image – you hear it well – of the reception policy for asylum seekers in society.
Mr. Minister, you will understand that the Flemish Interest, in its softest terms, has the difficulty of using more and more subsidies to keep the multicultural propaganda machine running. If we want to stay a little serious with ourselves, we have a serious difficulty with this. That you will understand.
Mr. Speaker, Mr. Minister, I am going around. The Flemish Interest has no problem with acknowledging that this design contains a number of very small positive steps, but we remain convinced that this will be another window dressing of the government-Verhofstadt. Much better than anyone, you know, Mr. Minister – and your political party is in the best position to know this – that you have no benefit from reforming the fundamental file of asylum or foreigners. After all, these are the people who provide you both in Brussels and in Wallonia with enough new cattle – disrespectfully speaking.
Therefore, the Flemish Interest very clearly fears that as long as one does not dare to touch the fundamental problem of the freedom of establishment of asylum seekers, there is no real solution in sight. I am afraid that after the evaluation that is provided within 1 year, you will be back here with hanging feet to establish together with us that in this file fundamentally nothing has been turned to the good.
#21
Official text
Ik herhaal tot besluit nog even ons standpunt. Het Vlaams Belang heeft altijd gezegd een terugkeer naar de oorspronkelijke opzet van de Conventie van Genève, met name het alleen toelaten van Europese asielzoekers, te verkiezen.
In tweede orde moet de procedure veel korter zijn dan ze nu is en moet een lijst van veilige landen worden opgesteld. Wat ons betreft, moet die procedure veel korter zijn dan zoals bepaald in uw ontwerp. In uw ontwerp spreekt u in het beste scenario nog altijd over een procedure van een jaar.
Een derde hoofditem waarop wij altijd focussen, is dat zolang die procedure loopt, de asielzoekers in gesloten instellingen moeten verblijven waar louter materiële hulp wordt verleend.
Ten vierde, als men een streng en rechtvaardig asielbeleid wil voeren, betekent dat ook dat mensen die uitgeprocedeerd zijn daadwerkelijk moeten worden gerepatrieerd.
Mijnheer de minister, u zult begrijpen dat het voor ons na een dergelijke uiteenzetting vrij logisch is dat wij dit ontwerp niet zullen goedkeuren en vol overtuiging tegen zullen stemmen.
Translated text
I would like to reiterate our position for a moment. The Flemish Interest has always said to prefer a return to the original layout of the Geneva Convention, in particular the admission of only European asylum seekers.
Secondly, the procedure should be much shorter than it is now and a list of safe countries should be drawn up. As far as we are concerned, that procedure should be much shorter than as specified in your design. In your design, in the best scenario, you still talk about a one-year procedure.
A third main theme that we always focus on is that as long as this procedure is in place, asylum seekers must stay in closed institutions where merely material assistance is provided.
Fourth, if a strict and fair asylum policy is to be pursued, it also means that persons who have been prosecuted must be effectively repatriated.
Mr. Minister, you will understand that after such an explanation, it is quite logical for us that we will not approve this draft and vote against it with full conviction.
#22
Official text
Monsieur le président, chers collègues, je voudrais tout d'abord remercier les deux rapporteurs pour l'excellent rapport réalisé sur les discussions en commission qui ont été approfondies et extrêmement intéressantes.
C'est évidemment avec un certain retard que le gouvernement entend transposer la directive 2003/9/CE portant sur l'accueil des demandeurs d'asile. La Belgique fait l'objet d'ailleurs d'une procédure devant la Cour de justice européenne en raison de ce retard.
Bien qu'il s'agisse d'une transposition, le projet pose des problèmes majeurs. La durée de l'aide matérielle prévue durant toute la procédure risque de dépasser l'année, contrairement aux déclarations ou aux bonnes intentions du ministre. Par ailleurs, il n'est pas acceptable que certains soins prévus par la nomenclature INAMI soient exclus par l'arrêté royal des soins dispensés aux bénéficiaires de l'accueil. Enfin, il n'y a aucune raison de prévoir un centre d'accueil à la frontière pour les mineurs étrangers non accompagnés au sujet desquels il n'y a pas de doute quant à leur état de minorité.
Le principe prévu par l'article 11, §1ᵉʳ du projet est de fournir une aide matérielle durant toute la procédure, y compris durant le recours au Conseil du contentieux des étrangers et au Conseil d'État, en prévoyant qu'une période maximale doit être fixée par le gouvernement après l'évaluation de la nouvelle procédure d'asile. Or, la durée maximale d'accueil en centre communautaire est une question primordiale, bien trop importante pour ne pas être définie dans la loi! Il revient au pouvoir législatif de la déterminer en la fixant en l'occurrence à un an et de mettre de la sorte le gouvernement face à son engagement de traiter les demandes d'asile dans un délai raisonnable.
Il doit d'ailleurs être relevé qu'aucun délai maximum n'a été fixé pour le traitement des demandes d'asile dans la réforme de la loi du 15 décembre 1980. Par conséquent, les demandeurs d'asile ne sont pas à l'abri de nouveaux dépassements d'un délai raisonnable de traitement et risquent de devoir rester en centre d'accueil durant toute la durée de la procédure d'asile. Or, il n'est pas acceptable qu'ils aient encore à pâtir des risques éventuels d'engorgement et donc de retard des instances d'asile dus à des dysfonctionnements futurs éventuels et ce, au détriment de leurs conditions d'accueil en Belgique.
La vie en structure d'accueil n'est absolument pas une formule adaptée pour des séjours trop longs. Actuellement, de nombreux demandeurs d'asile y séjournent depuis plusieurs années, ce qui a des conséquences psychologiques graves. Outre le fait qu'ils doivent attendre pendant ces années angoissantes l'issue de leur procédure, la vie en centre d'accueil ne permet pas le respect de la vie privée, le respect de l'intimité nécessaire à l'équilibre psychologique et au développement de la personnalité de tout individu. En outre, le réseau des structures d'accueil est saturé. Saturation qui ne cesse de s'amplifier.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, I would like to thank the two rapporteurs for the excellent report on the discussions in committees that were in-depth and extremely interesting.
It is obviously with some delay that the Government intends to transpose the Directive 2003/9/EC on the reception of asylum seekers. Belgium has been prosecuted before the European Court of Justice due to this delay.
Although this is a transposition, the project poses major problems. The duration of material assistance planned throughout the procedure may exceed one year, contrary to the declarations or good intentions of the Minister. Furthermore, it is not acceptable that certain care provided for by the INAMI nomenclature are excluded by the royal decree from care provided to recipients of the reception. Finally, there is no reason to provide for a border reception center for unaccompanied foreign minors for whom there is no doubt as to their minority status.
The principle provided by Article 11, §1 of the draft is to provide material assistance throughout the procedure, including during the appeal to the Foreign Dispute Council and the State Council, providing that a maximum period must be fixed by the Government after the evaluation of the new asylum procedure. However, the maximum duration of reception in a community center is a primary issue, too important to not be defined in the law! It is up to the legislative authority to determine it by fixing it to one year in this case and to put the government in the face of its commitment to process asylum applications within a reasonable time.
It should also be noted that no maximum deadline was fixed for the processing of asylum applications in the reform of the law of 15 December 1980. As a result, asylum seekers are not safe from further exceeding a reasonable processing time and are likely to have to remain in the reception centre for the entire duration of the asylum procedure. However, it is not acceptable that they still have to suffer possible risks of clogging and therefore of delaying asylum instances due to possible future malfunctions, at the expense of their conditions of reception in Belgium.
Living in a host structure is absolutely not a formula suitable for too long stays. Currently, many asylum seekers have been staying there for several years, which has serious psychological consequences. In addition to the fact that they have to wait during these troubling years for the outcome of their procedure, the life in the reception center does not allow respect for privacy, respect for the intimacy necessary for the psychological balance and the development of the personality of each individual. In addition, the network of reception structures is saturated. Saturation that continues to increase.
#23
Official text
Enfin, comme le relève, de manière très pertinente, le CIRÉ dans sa note élaborée dans le cadre de la discussion du présent projet, un séjour d'une durée indéterminée en centre d'accueil est tout à fait inadéquat et incompatible avec l'obligation prévue par la directive de donner accès au marché du travail au demandeur d'asile qui n'a pas reçu une décision définitive dans un délai d'un an.
Il n'est pas possible d'imaginer concrètement une combinaison de l'aide matérielle avec l'accès au marché du travail car l'aide matérielle comprenant entre autres le logement et la nourriture est censée prendre fin lorsque l'intéressé perçoit des revenus du travail. Or, dans les conditions actuelles du marché de l'emploi, qui connaît un grand succès des contrats de courte durée et des intérims, il est rare de décrocher un emploi à durée indéterminée. On se trouvera dès lors devant la situation selon laquelle des personnes perçoivent des revenus, mais ne pourront quitter leur centre, faute d'un minimum de stabilité de leurs revenus.
Relevons également que l'aide sociale matérielle est plus coûteuse que l'aide sociale financière accordée par les CPAS. Un délai maximal d'un an en centre d'accueil doit donc être fixé afin de respecter non seulement la vie privée et l'équilibre psychologique et psychosociologique des demandeurs d'asile, leur meilleure intégration dans la société, mais aussi la logique interne de la directive qui prescrit l'accès au marché du travail au-delà d'un délai d'un an de procédure, lorsque aucune décision définitive n'a été prise en ce qui concerne la demande d'asile.
Le projet prévoit l'adoption d'un arrêté royal qui devra déterminer les soins médicaux qui, bien que figurant dans la nomenclature INAMI, devront être considérés comme manifestement non nécessaires aux demandeurs d'asile et, à ce titre, pourront ne pas être dispensés de même que ceux qui, bien que ne figurant pas dans cette nomenclature, devront être dispensés parce que relevant de la vie quotidienne. Il est évidemment positif que les soins médicaux relevant de la vie quotidienne puissent être dispensés, même s'ils ne sont pas inscrits dans la nomenclature INAMI. Par contre, il n'est pas acceptable que certains soins prévus par cette nomenclature puissent être exclus par arrêté royal des soins dispensés aux bénéficiaires de l'accueil.
Comme le relève très justement la note adressée par une plateforme d'ONG du secteur médical, dont MSF, aux membres de la commission Santé publique, il est étrange que le projet de loi permette d'exclure par arrêté royal un groupe spécifique de patients du bénéfice des soins de santé, alors que ces soins sont pourtant repris dans la nomenclature actuelle, s'agissant de soins de santé qui ont déjà fait l'objet d'une analyse coûts/bénéfices détaillée par divers conseils et commissions avec l'intervention du ministère des Affaires sociales et qui ont été finalement jugés suffisamment nécessaires pour être remboursés par l'assurance maladie.
Le fait que des soins pourront être exclus a priori dans le cas des demandeurs d'asile ouvre la voie à une dualité des soins de santé et à des discriminations entre différents groupes de patients.
Translated text
Finally, as the CIRÉ points out, in a very relevant manner, in its note drawn up in the context of the discussion of this project, an indefinite stay in a reception centre is completely inadequate and incompatible with the obligation provided by the directive to give access to the labour market to the asylum seeker who has not received a final decision within one year.
It is impossible to concrete a combination of material aid with access to the labour market because material aid including, among other things, housing and food is supposed to cease when the person concerned receives income from work. However, in the current conditions of the labour market, which has a great success of short-term contracts and interim contracts, it is rare to get an employment on an indefinite basis. We will therefore find ourselves in the situation that people receive income, but cannot leave their center, in the absence of a minimum of stability of their income.
Also note that material social assistance is more expensive than the financial social assistance granted by the CPAS. A maximum period of one year in a reception centre should therefore be fixed in order to respect not only the privacy and the psychological and psychosociological balance of asylum seekers, their better integration in society, but also the internal logic of the directive which requires access to the labour market beyond a period of one year of procedure, where no final decision has been taken with regard to the asylum application.
The draft provides for the adoption of a royal decree which will determine the medical care that, although included in the INAMI nomenclature, will be considered to be manifestly unnecessary to asylum seekers and, as such, may not be dispensed as well as those who, although not included in this nomenclature, will have to be dispensed because they belong to everyday life. It is obviously positive that medical care within the daily life can be provided, even if they are not included in the INAMI nomenclature. On the other hand, it is not acceptable that certain care provided for by this nomenclature may be excluded by royal decree from the care provided to beneficiaries of the reception.
As the note addressed by a platform of non-governmental organizations in the medical sector, including MSF, to members of the Public Health Commission, it is strange that the bill allows to exclude by royal decree a specific group of patients from the benefit of health care, while these care are nevertheless taken back into the current nomenclature, referring to health care that have already been the subject of a cost/benefit analysis detailed by various councils and commissions with the intervention of the Ministry of Social Affairs and which have finally been deemed sufficiently necessary to be reimbursed by the health insurance.
The fact that care can be excluded a priori in the case of asylum seekers paves the way for a duality of health care and for discrimination between different patient groups.
#24
Official text
En outre, c'est en totale contradiction avec l'esprit du projet de loi qui sous-entend le principe selon lequel les bénéficiaires de l'accueil ont droit aux mêmes soins de santé. Ceux-ci doivent leur permettre, tout comme aux autres habitants du pays, de mener "une vie conforme à la dignité humaine".
Enfin, il n'y a aucune raison de prévoir un centre d'accueil à la frontière pour des mineurs étrangers non accompagnés dont on ne doute pas de leur état de minorité.
Cette disposition tend à légitimer, par le biais de l'accueil, le principe de la détention des mineurs étrangers non accompagnés et confond la question distincte de l'accueil avec celle de l'accès au territoire. La justification de l'amendement du gouvernement se base sur l'article 74/5 de la loi du 15 décembre 1980 qui régit la détention à la frontière des personnes qui tentent de pénétrer sur le territoire belge sans être porteuses de documents requis en feignant d'ignorer qu'un régime de protection spécifique doit être appliqué au mineur en raison justement de son état de minorité. Ce régime spécifique découle d'ailleurs de la loi-programme du 24 décembre 2002 qui instaure le régime de tutelle des mineurs étrangers non accompagnés et de la circulaire du 15 septembre 2005 qui prévoit la délivrance d'une déclaration d'arrivée au mineur non accompagné non-demandeur d'asile ou au MENA demandeur d'asile débouté à la demande de son tuteur.
La détention d'un étranger à la frontière n'a pas d'autre objectif que de permettre son refoulement et son rapatriement. Or, un régime spécifique a été organisé pour les MENA par le biais de la tutelle et de la circulaire du 15 septembre 2005 afin d'éviter justement que des détentions de mineurs, suivies d'expulsions, ne se reproduisent plus à l'avenir sans qu'une solution durable n'ait pu être évaluée et trouvée, ce qui ne peut se faire durant le délai "court", par définition, de la détention des mineurs.
Cette notion de "centre à la frontière" est ambiguë et fait penser aux centres fermés, également considérés comme centres à la frontière où sont détenus des étrangers qui n'ont pas accès au territoire. Même si le ministre a rappelé, à plusieurs reprises, qu'il s'agissait d'un centre ouvert et non d'un nouveau type de centre fermé, il est important que le texte légal lève l'ambiguïté sur ce point.
En outre, ce concept de "centre situé à la frontière" est une fiction juridique pouvant engendrer certains problèmes pour les jeunes concernés. Par exemple, si un jeune qui réside dans un tel centre introduit une demande de régularisation auprès du bourgmestre de la commune de résidence, lequel la transmet à l'Office des étrangers pour traitement, l'Office des étrangers risque de déclarer sa demande irrecevable au motif que le mineur ne réside pas sur le territoire belge. C'est ce qui arrive aux étrangers détenus dans les centres fermés 127 et 127bis.
Cela pourrait également poser des problèmes pour la compétence du juge de la jeunesse, celle-ci étant déterminée par rapport à la commune de résidence du mineur en Belgique.
Or, même si la période prévue pour l'accueil dans ce centre est de quinze jours, on sait très bien qu'actuellement les jeunes hébergés dans les deux centres d'observation et d'orientation de Steenokkerzeel et de Neder-over-Heembeek y restent en général plusieurs mois, en raison de la pénurie d'autres structures d'accueil pouvant les accueillir.
Translated text
Furthermore, it is in total contradiction with the spirit of the bill which underlies the principle that the recipients of the reception are entitled to the same health care. These must enable them, as well as other inhabitants of the country, to lead "a life consistent with human dignity".
Finally, there is no reason to provide for a reception center at the border for unaccompanied foreign minors whose minority status is undoubted.
This provision tends to legitimize, through reception, the principle of detention of unaccompanied foreign minors and confuses the separate question of reception with that of access to the territory. The Government amendment is based on Article 74/5 of the law of 15 December 1980, which regulates the detention at the border of persons who attempt to enter the Belgian territory without bearing the required documents, pretending to ignore that a special protection regime must be applied to the minor on the basis of his or her minority status. This specific regime arises also from the program law of 24 December 2002 establishing the guardianship regime for unaccompanied foreign minors and from the circular of 15 September 2005 which provides for the issue of an arrival declaration to the unaccompanied minor non-asylum seeker or to the MENA asylum seeker debited at the request of its guardian.
The detention of a foreigner at the border has no other purpose than to enable his removal and repatriation. However, a specific regime was organised for the MENA through the custody and circulary of 15 September 2005 in order to prevent detention of minors, followed by expulsions, from repeating in the future without a sustainable solution being evaluated and found, which cannot be done during the “short” period, by definition, of detention of minors.
This notion of "centre at the border" is ambiguous and reminds us of closed centers, also considered as centers at the border where foreigners who do not have access to the territory are detained. Although the Minister has repeatedly recalled that this was an open center and not a new type of closed center, it is important that the legal text removes ambiguity on this point.
Furthermore, the concept of “centre located at the border” is a legal fiction that can create certain problems for young people concerned. For example, if a young person residing in such a centre submits an application for regularization to the mayor of the municipality of residence, who transmits it to the Foreign Office for treatment, the Foreign Office may declare its application inadmissible on the grounds that the minor does not reside in the Belgian territory. This is what happens to foreigners detained in closed centers 127 and 127bis.
This could also pose problems for the jurisdiction of the youth judge, which is determined in relation to the municipality of residence of the minor in Belgium.
Now, although the scheduled period for the reception in this centre is fifteen days, it is well known that at present the youth hosted in the two observation and orientation centers of Steenokkerzeel and Neder-over-Heembeek generally stay there for several months, due to the shortage of other reception structures that can accommodate them.
#25
Official text
Il est donc regrettable que le gouvernement ne tire pas d'enseignements conséquents de la condamnation de la Belgique, il y a un peu plus d'un mois, par la Cour européenne des droits de l'homme, dans l'affaire dite Tabitha.
Au contraire, il tente de réinjecter dans l'arsenal législatif, par le biais d'un projet de loi sur l'accueil, des bases légales pour fonder la détention de mineurs étrangers non accompagnés. Il faut rappeler que l'enfermement des enfants en centre fermé devait être interdit purement et simplement.
Pour toutes ces raisons, mon groupe s'abstiendra lors du vote de ce projet.
Translated text
It is therefore regrettable that the government does not draw consistent lessons from the condemnation of Belgium, a little more than a month ago, by the European Court of Human Rights, in the so-called Tabitha case.
Rather, it tries to re-inject into the legislative arsenal, through a draft law on reception, legal bases for founding the detention of unaccompanied foreign minors. It should be remembered that the imprisonment of children in a closed centre should be prohibited purely and simply.
For all these reasons, my group will abstain when voting on this draft.
#26
Official text
Mevrouw Lanjri, ik heb u wat later in de rij van de sprekers gezet, omdat u reeds het verslag hebt gebracht. Normaal gezien komt de oppositie als eerste aan de beurt. Dat was kennelijk geen probleem.
Translated text
Mrs Lanjri, I put you in the line of speakers a little later, because you have already delivered the report. Usually the opposition comes first. Apparently that was no problem.
#27
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, reeds bij de oprichting van het federaal agentschap Fedasil is CD&V vragende partij geweest voor een autonome wetgeving in verband met de werking van en de opvang door het agentschap. Tot op vandaag zat dat verspreid over diverse wetten en in het bijzonder over een aantal programmawetten, wat de leesbaarheid en de transparantie helemaal niet bevorderde.
Alvast wat dat betreft bevat het ontwerp een aantal positieve punten. We zien nog een aantal andere positieve punten, onder meer dat een aantal aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Vermeersch wordt hernomen. Zo zullen voortaan de asielzoekers duidelijk geïnformeerd moeten worden over het verloop van hun asielprocedure en de mogelijkheden tot vrijwillige terugkeer bij negatieve beslissing. Ook dat rekening wordt gehouden met de bijzondere behoeften van een persoon in de opvang, is een positief element in het ontwerp. Opnieuw levert Europa een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van onderhavige wet. Dat was al eerder het geval met de wijziging van de vreemdelingenwet, waaraan eveneens een aantal Europese richtlijnen die moesten worden omgezet, ten grondslag lag.
Dat brengt ons bij het eerste punt van kritiek. Richtlijn 2003/9 van 27 januari stelt als verplichting de omzetting in Belgisch recht vóór 6 februari 2005. We zijn dus weer schromelijk te laat met de omzetting van de richtlijn, te meer daar de inwerkingtreding ook nog niet vaststaat. Die is immers verbonden aan de inwerkingtreding van de wijzigingen aan de vreemdelingenwet. De regering heeft hier reeds de datum van 1 april 2007 vooropgesteld, maar het is op zijn minst onduidelijk of die ook effectief wordt gehaald.
Wat zijn nog onze punten van kritiek? Ten eerste is er onduidelijkheid over het tijdstip waarop de nieuwe wet in uitvoering gaat. Tijdens de besprekingen in de commissie heb ik, net als andere collega's, aan minister Dupont gevraagd wanneer hij van plan was de nieuwe opvangwet ingang te doen vinden. Hij antwoordde steevast 1 april 2007, want dat is de datum die de regering naar voren heeft geschoven voor de inwerkingtreding van de derde en laatste fase van de wijzigingen aan de vreemdelingenwet. Ik was dan ook verbaasd toen de minister van Binnenlandse Zaken gisteren die datum niet bevestigde toen ik hem daarover ondervroeg; hij sprak over de lente 2007. De lente kan natuurlijk duren tot 21 juni en mijn vraag is dan ook of de regering van plan is de zaak gewoon uit te stellen tot na de verkiezingen. We keuren vandaag dus eigenlijk een wet goed waarvan we niet weten wanneer die in uitvoering gaat.
Ten tweede, hoe zit het met de gesloten centra? Gelden daar ook minimumnormen voor opvang? We moeten vaststellen dat niet alle elementen van de richtlijn in het ontwerp werden geregeld, wegens niet behorend tot de bevoegdheid van minister Dupont. De opvang in de gesloten centra blijft buiten de werking van de wet. We moeten erop wijzen dat er zich op dit vlak toch nog problemen voordoen.
Translated text
Already at the establishment of the federal agency Fedasil, CD&V has been the requesting party for an autonomous legislation in relation to the operation and reception by the agency. Until today, this was spread across various laws and in particular a number of program laws, which did not promote readability and transparency at all.
In this regard, the design contains a number of positive points. We see a number of other positive points, including that a number of recommendations from the report of the committee-Vermeersch are being taken over. As a result, asylum seekers will need to be clearly informed about the progress of their asylum procedure and the possibilities of voluntary return in the event of a negative decision. Also taking into account the special needs of a person in the accommodation is a positive element in the design. Again, Europe is making an important contribution to the creation of this law. This was already the case with the amendment of the Foreigners Act, which was also the basis for a number of European directives that had to be transposed.
This brings us to the first point of criticism. Directive 2003/9 of 27 January 2003 requires the transposition into Belgian law before 6 February 2005. We are therefore again too late with the transposition of the Directive, especially since the entry into force is not yet established. This is related to the entry into force of the amendments to the Foreigners Act. The government has already anticipated the date of 1 April 2007 here, but it is at least unclear whether it is effectively achieved.
What are our points of criticism? First, there is uncertainty about the time when the new law will come into effect. During the discussions in the committee, I, like other colleagues, asked Minister Dupont when he planned to bring into force the new Acceptance Act. He responded constantly on 1 April 2007, because that is the date that the government has pushed forward for the entry into force of the third and final phase of the amendments to the Foreigners Act. I was therefore surprised when the Minister of Home Affairs did not confirm that date yesterday when I questioned him about it; he spoke about the spring of 2007. Spring, of course, can last until June 21 and my question is, therefore, whether the government plans to just postpone the matter until after the elections. So today we actually pass a law that we don’t know when it will come into effect.
Second, what about the closed centers? Are there minimum standards for reception? We must conclude that not all elements of the directive were regulated in the draft, because they did not fall within the competence of Minister Dupont. Reception in closed centers remains outside the scope of the law. It should be noted that there are still problems in this area.
#28
Official text
In de Europese richtlijn is sprake van minimumnormen, maar de uitvoering laat op zich wachten. We weten ook dat er problemen zijn. Vorige week nog heeft Amnesty International dit probleem aangekaart en aan de alarmbel getrokken. Ik denk in het bijzonder aan de situatie van minderjarige kinderen in gesloten centra.
Wij zullen bij de minister van Binnenlandse Zaken blijven aandringen opdat hij de minimumregels zou opleggen aan de gesloten centra en zorgt voor een betere regeling. Wij wachten bovendien het resultaat af van het onderzoek dat hij heeft aangekondigd naar aanleiding van de klacht van Amnesty International.
Een derde punt van kritiek is dat er geen tijdslimiet staat op de duur van de opvang. Het ontwerp voorziet in de materiële opvang van de asielzoeker gedurende heel de periode van zijn asielaanvraag. Bij de bespreking van de vreemdelingenwet heeft de minister van Binnenlandse Zaken erop gewezen dat deze procedure in de toekomst binnen het jaar zou worden afgerond. Aangezien de meerderheid er toen voor gekozen heeft slechts een zwakke filterprocedure bij de Raad van State in te bouwen – in tegenstelling tot de filterprocedure die wij met de CD&V hebben voorgesteld en die ook werd geadviseerd door de Raad van State – vrezen wij dat de periode van een jaar niet gehaald zal worden.
Wij hebben trouwens een sterk vermoeden dat die vrees ook in de regering bestaat. Het voorontwerp voorzag immers in een materiële opvang van een jaar. Deze termijn is in het uiteindelijke ontwerp verdwenen. Hoe dan ook heeft deze beslissing belangrijke budgettaire consequenties. Bovendien betekent een langere opvangperiode ook dat meer mensen langer in die opvang blijven dan nu het geval. Er moet dan ook in meer opvang worden voorzien.
Ten vierde, er is en blijft onduidelijkheid over het recht op werk. De beslissing van materiële opvang heeft ongetwijfeld ook tot gevolg dat de asielzoeker in principe geen toegang heeft tot de arbeidsmarkt. Tot nu toe kon hij een arbeidsvergunning verkrijgen tijdens de gegrondheidsfase van zijn asielaanvraag. Gelet op de wijziging aan de asielprocedure vervalt die gegrondheidsfase en zal men moeten voldoen aan de Europese richtlijn die duidelijk bepaalt dat maximaal een jaar na het indienen van de aanvraag tot asiel, de lidstaten een regeling moeten uitwerken met betrekking tot de tewerkstelling van asielzoekers, al dan niet met beperkingen.
Wij hebben in de commissie verschillende keren geprobeerd om duidelijkheid te krijgen van de minister. Minister Dupont wees erop dat dit niet tot zijn bevoegdheid behoorde, maar tot die van zijn collega. Mag een asielzoeker die de procedure doorloopt, werken? Vanaf wanneer mag dat eventueel? Mag dat onbeperkt? Verliest de asielzoeker dan zijn recht op materiële opvang? Zal hij eventueel een deel van de kosten van de opvang moeten bijpassen?
Translated text
The EU directive sets minimum standards, but the implementation is waiting. We also know that there are problems. Last week, Amnesty International addressed this problem and called the alarm bell. I think in particular of the situation of minor children in closed centres.
We will continue to urge the Minister of Internal Affairs to impose the minimum rules on the closed centers and to ensure better regulation. We are also awaiting the results of the investigation he announced following the complaint of Amnesty International.
A third point of criticism is that there is no time limit on the duration of the reception. The draft provides for the material reception of the asylum seeker throughout the entire period of his asylum application. In the discussion of the Foreign Affairs Act, the Minister of Interior pointed out that this procedure would be completed in the future within the year. Since the majority then chose to introduce only a weak filter procedure in the State Council – unlike the filter procedure we proposed with the CD&V and which was also advised by the State Council – we fear that the one-year period will not be fulfilled.
We have a strong suspicion that this fear also exists in the government. The preliminary design provided for a material reception of one year. This term has disappeared in the final draft. This decision has significant budgetary consequences. Furthermore, a longer reception period also means that more people stay in that reception longer than it is now. Therefore, more reception should be provided.
Fourth, there is and remains uncertainty about the right to work. The decision on material reception has undoubtedly also resulted in the asylum seeker having in principle no access to the labour market. Until now, he was able to obtain a work permit during the consideration phase of his asylum application. Given the change in the asylum procedure, this consideration phase expires and one will have to comply with the European directive which clearly stipulates that up to one year after the submission of the application for asylum, Member States must develop a system relating to the employment of asylum seekers, whether or not with restrictions.
We have tried several times in the committee to obtain clarity from the minister. Minister Dupont pointed out that this was not within his competence, but within that of his colleague. Can an asylum seeker who goes through the procedure work? From when can this be possible? Can it be unlimited? Does the asylum seeker lose his right to material reception? Will he eventually have to adjust part of the cost of the reception?
#29
Official text
Mag hij dan wel in het systeem van de materiële opvang blijven? Voor ons is het een van de twee. Ofwel mogen zij vanaf een bepaald ogenblik werken, bijvoorbeeld na zes, negen of twaalf maanden, en dan moeten ze ook bijdragen in de kosten voor hun huisvesting en voeding in het opvangcentrum. Ofwel mogen zij niet werken zolang ze tijdens de hele asielprocedure in de opvang verblijven.
Minister Dupont kon geen antwoord geven. Dus trok ik naar de minister van Werk, de heer Vanvelthoven, die evenmin opheldering heeft gebracht. Men schuift het probleem blijkbaar voor zich uit. Minister Vanvelthoven stelt duidelijk in zijn antwoord dat het probleem dan zal worden opgelost. Wij hopen in elk geval dat de knoop wordt doorgehakt vóór de inwerkingtreding van onderhavige wet. Wij vrezen er echter voor.
Een vijfde punt van kritiek is het feit dat de wet alleen voor nieuwe asielzoekers geldt. Dat kan evident lijken. De vraag is echter wat men met de asielzoekers doet die hier reeds zijn. Hoe gaat men daarmee om? Dat is blijkbaar een last die de gemeenten maar moeten dragen, terwijl het volgens mij toch de bedoeling is dat, zolang die mensen niet erkend zijn, de opvangkosten volledig moeten worden gedragen door de federale overheid.
De kosten mogen niet worden afgewenteld op de gemeenten. Dat wordt nu geregeld voor de nieuwe asielzoekers, maar wat met de vroegere asielzoekers die nog altijd in een procedure verwikkeld zijn? Men wordt nu ook geconfronteerd met een heleboel asielzoekers die op eigen initiatief naar de grootsteden trekken of door steden worden gedumpt. Wat wordt daaraan gedaan?
Ik geef het voorbeeld van de stad Antwerpen, die 7.404 asielzoekers op haar grondgebied heeft die niet werden toegewezen aan de stad. Die komen van meer dan 500 OCMW's over het hele land. Men stelt vast dat hun, nadat er een negatieve uitspraak in het asielonderzoek is geweest en nadat zij het bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten, niets meer rest dan een illegaal bestaan in de grootstad, met alle gevolgen van dien: zwartwerk, uitbuiting enzovoort. Ook dat probleem is nog niet opgelost.
Ten zesde, minister Dupont creëert geen bijkomende opvangplaatsen voor de asielzoekers. Op 2 oktober 2006 waren er in ons land 15.875 plaatsen, waar 12.750 asielzoekers werden gehuisvest. Er zijn dus nog iets meer dan 2.000 vacante plaatsen. Dat is volgens mij echter te weinig om iedereen in de toekomst op te vangen. Men vangt die mensen nu immers op gedurende een beperkte periode, namelijk de periode van de ontvankelijkheid. In de toekomst zullen zij gedurende de hele periode van de asielprocedure worden opgevangen, periode die zelfs langer dan een jaar zou kunnen duren. Die garantie heeft men immers nog niet in de wet ingeschreven.
Translated text
Can he remain in the system of material reception? For us, it is one of the two. Either they can work from a certain moment, for example after six, nine or twelve months, and then they must also contribute to the costs of their housing and food in the reception center. They may not work as long as they remain in the reception facility during the entire asylum procedure.
Minister Dupont could not answer. So I went to the Minister of Labour, Mr. Vanvelthoven, who also did not provide clarification. Apparently, the problem is being dismissed. Minister Vanvelthoven clearly states in his answer that the problem will then be solved. In any case, we hope that the node will be cut through before the entry into force of this law. However, we fear it.
A fifth point of criticism is the fact that the law only applies to new asylum seekers. This may seem obvious. The question, however, is what is done with the asylum seekers who are already here. How is it dealt with? That is apparently a burden that the municipalities must bear, while, in my opinion, it is intended that, as long as those people are not recognised, the collection costs must be fully borne by the federal government.
The costs should not be transferred to the municipalities. This is now arranged for the new asylum seekers, but what about the former asylum seekers who are still involved in a procedure? A lot of asylum seekers are now also faced who move to the major cities on their own initiative or are dumped by cities. What is done about it?
I give the example of the city of Antwerp, which has 7,404 asylum seekers on its territory who were not allocated to the city. These come from more than 500 OCMWs across the country. It is established that, after a negative decision in the asylum examination and after they have been ordered to leave the territory, nothing remains to them but an illegal existence in the big city, with all the consequences thereof: black labour, exploitation and so on. This problem is also not yet solved.
Sixth, Minister Dupont does not create additional shelters for asylum seekers. As of 2 October 2006, there were 15,875 places in our country, where 12,750 asylum seekers were housed. There are still over 2,000 vacancies. However, I think that is too little to capture everyone in the future. Indeed, these people are now captured for a limited period, namely the period of receptivity. In the future, they will be welcomed throughout the entire period of the asylum procedure, a period that could even last longer than one year. This guarantee has not yet been included in the law.
#30
Official text
Volgens mij is er dus echt te weinig opvangcapaciteit. De regering is blijkbaar hiervan niet overtuigd en zegt dat de capaciteit wel voldoende zal zijn omdat de procedures zijn ingekort. Als u dat werkelijk meende en ervan overtuigd was dat de procedures zijn ingekort, dan had u net zo goed in de wet kunnen schrijven dat men maximaal één jaar in een opvangcentrum mag verblijven, als u dan toch zo zeker bent dat de procedures korter zouden zijn. Blijkbaar is men echter niet zeker over die termijn en voorziet men niet in bijkomende opvang.
Ik wil daar ook bij zeggen dat wij in het verleden reeds herhaaldelijk aan de minister hebben voorgesteld om meer LOI's toe te laten. Er zijn wel heel wat lokale opvanginitiatieven, ongeveer de helft van het aantal opvangplaatsen. Er is momenteel echter een moratorium. Wij denken dat daar ook een oplossing ligt. Als er onvoldoende plaatsen blijken te zijn, vinden wij dat dit moratorium moet worden opgeheven.
Ten slotte, denken wij dat deze wet niet helemaal waterdicht is. Wij hebben toch wel bedenkingen en vragen bij die wet. Zal die wet werken? Zal de dumping definitief stoppen? Deze wet is natuurlijk, dat geven wij ook grif toe, een flinke stap vooruit. Ze gaat ook helemaal in de richting van de filosofie van het wetsvoorstel dat wij hebben ingediend. Daarom willen wij het mee goedkeuren.
Men moet echter ook duidelijk weten dat nu reeds, in de huidige stand van zaken, in de huidige procedure, 10% tot 15% van de asielzoekers gewoon niet opdaagt in het centrum waaraan ze zijn toegewezen, in de LOI's en ervoor kiest om, vooral, naar een stad te trekken. Nu is dat dus reeds 10% tot 15%. Dat zijn mensen die zeggen dat ze geen opvang nodig hebben en zelfs geen financiële steun. Over die groep gaat het.
Wij denken ook dat het niet echt een afschrikmiddel is. Wij vragen ons af of, als men geen financiële steun geeft, maar alleen materiële, dat wel echt een stok achter de deur is en of iedereen daardoor in het centrum zal blijven. Zij laten zich onderhouden door familie of komen terecht in het circuit van zwartwerk of misschien zelfs in de criminaliteit.
De wet die vandaag voorligt is zeker niet waterdicht. Wie geen materiële steun wil, want het is uiteindelijk een recht, kan gewoon gaan waar hij wil. De wet legt geen verplichting op om ergens te wonen, in tegenstelling tot ons wetsvoorstel. Ons wetsvoorstel legt die verplichting wel op. De asielzoeker moet zich vestigen in de gemeente waaraan hij is toegewezen.
Minister Dupont, u vindt dat dit niet kan omdat men de vrijheid van komen en gaan moet garanderen. Dat vinden wij ook, maar de Europese richtlijn laat ook heel duidelijk toe dat men in een bepaalde periode, bijvoorbeeld de periode van het asiel, wel een beperking oplegt.
Ik sluit af met het volgende. Om na te gaan of deze wet wel zal werken, hebben wij na één jaar een evaluatie gevraagd. Wij hebben dit ook op die manier in de wet laten opnemen. Dat amendement werd ook aanvaard.
Translated text
In my opinion, there is really too little reception capacity. The government is apparently not convinced of this and says the capacity will be sufficient because the procedures have been shortened. If you really thought so and were convinced that the procedures were shortened, then you could have written in the law that one may stay in a reception center for a maximum of one year, if you are so sure that the procedures would be shorter. Apparently, however, there is no certainty about that deadline and no additional reception is provided.
I would also like to say that in the past we have repeatedly proposed to the Minister to allow more LOIs. There are many local reception initiatives, about half of the number of shelters. There is currently a moratorium. We believe that there is also a solution. If there are insufficient seats, we believe that this moratorium should be lifted.
Finally, we think that this law is not entirely waterproof. We have questions and concerns about this law. Will this law work? Will the dumping end permanently? This law is, of course, and we acknowledge it, a significant step forward. It also goes completely in the direction of the philosophy of the bill we have submitted. That is why we want to approve it.
However, one should also be clear that already, in the current state of affairs, in the current procedure, 10% to 15% of asylum seekers simply do not appear in the center to which they are assigned, in the LOIs and choose, above all, to move to a city. Now it is 10 to 15 percent. That’s people who say they don’t need shelter and even no financial support. This is about that group.
We also think that it is not really a deterrent. We ask ourselves whether, if one does not give financial support, but only material, that is really a stick behind the door and whether everyone will therefore remain in the center. They allow themselves to be ⁇ ined by family or end up in the circuit of black work or ⁇ even in crime.
The law presented today is ⁇ not waterproof. Who does not want material support, because it is ultimately a right, can just go where he wants. The law does not impose an obligation to live somewhere, contrary to our bill. Our bill imposes that obligation. The asylum seeker must settle in the municipality to which he is assigned.
Minister Dupont, you think that this cannot be done because one must guarantee the freedom of coming and going. We also think so, but the European directive also very clearly permits a restriction to be imposed during a certain period, for example the period of asylum.
I conclude with the following. To see if this law will work, we asked for an evaluation after one year. We have included this in the law as well. This amendment was also accepted.
#31
Official text
Daarom willen we vandaag de wet wel goedkeuren, ondanks de vele vragen, bedenkingen en tekortkomingen. We hopen wel dat deze kritiek beschouwd wordt als een opbouwende kritiek en dat u aan de zeven punten van kritiek die wij gegeven hebben, op korte termijn ook iets zult verhelpen. Als na de door ons gevraagde evaluatieperiode blijkt dat de wet niet werkt, dan weet u, mijnheer de minister, dat wij opnieuw klaar staan met ons wetsvoorstel en – wie weet – een wetsontwerp.
Translated text
That is why we want to pass the law today, despite the many questions, concerns and shortcomings. We hope that this criticism will be viewed as a constructive criticism and that you will correct the seven points of criticism that we have given in the short term. If, after the review period we have requested, it turns out that the law does not work, then you know, Mr. Minister, that we are again ready with our bill and – who knows – a bill.
#32
Official text
Mme Belhouari est la dernière à prendre la parole dans la discussion générale. Monsieur le ministre, vous serez bref dans votre réplique, n'est-ce pas? (Oui)
Translated text
Ms Belhouari is the last to speak in the general discussion. Mr. Minister, you will be brief in your response, right? (Yes to)
#33
Official text
Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, mon groupe politique ne peut que se réjouir de l'initiative prise par le ministre de l'Intégration sociale. En effet, outre le fait de respecter nos obligations européennes en transposant la directive dans notre droit, le projet va plus loin que ce qui est proposé par cette dernière, en maintenant des pratiques plus favorables que ce que nous impose la norme européenne.
Au-delà de normes minimales fixées pour les demandeurs d'asile, il a aussi été question du sort à réserver aux mineurs étrangers non accompagnés, problématique qui ne se retrouve pas dans la directive mais bel et bien dans un accord gouvernemental. Le projet a donc été amendé en ce sens.
Comme je l'avais souligné en commission, il est important que ces personnes bénéficient d'une protection spécifique étant donné leur âge, leur grande fragilité et se retrouvant seules. Une proposition de résolution socialiste avait d'ailleurs été déposée en ce sens pour que les mineurs non accompagnés ne soient pas détenus en centre fermé, ceci pour assurer le respect des droits de l'enfant; j'y reviendrai.
Nous attendons avec beaucoup d'impatience l'étude commanditée par le ministre de l'Intérieur sur la situation des enfants séjournant en centre fermé avec leurs familles.
Ce qui est évidemment formidable dans ce projet, c'est sa volonté de rassembler les dispositions déjà existantes mais qui se trouvent dans des textes différents, tout en intégrant de nouvelles dispositions européennes, ce qui est de nature à rendre le système plus cohérent.
Ce projet, qui modalise le droit à l'aide matérielle en assurant la coordination entre les centres d'accueil, vise à fournir une aide matérielle pendant toute la durée de la procédure d'examen de la demande d'asile.
Je voudrais, après ces considérations générales, souligner quelques points qui me paraissent importants.
Le projet vise à augmenter le nombre de places tout en limitant la durée de séjour des personnes et ceci dans un souci d'humanité; je m'en réjouis. Cela devrait aussi diminuer le coût élevé des frais médicaux.
Le projet devrait permettre de garantir une égalité de traitement pour tous, tout en assurant l'accompagnement individualisé, lequel respecterait à la fois la situation des personnes, comme par exemple les femmes isolées ou les mineurs non accompagnés, en leur prodiguant une aide juridique ou médicale. Une attention particulière sera accordée à l'accompagnement psychologique de ces personnes, par définition fortement précarisées.
Nous avons également pris l'initiative d'amender le projet afin de garantir au demandeur d'asile, qu'il séjourne en structure d'accueil communautaire ou individuelle, le droit au respect de sa vie privée et de ses convictions religieuses ou philosophiques.
Le projet s'entoure de garanties pour que le système fonctionne avec le plus d'efficacité possible: un code de déontologie, la formation du personnel ainsi que la délivrance d'une brochure d'information contenant les droits et obligations, un règlement d'ordre intérieur soucieux de respecter la nature de chaque structure d'accueil.
Ces nouveaux instruments devraient permettre, à terme, d'arriver à une meilleure collaboration des services.
Je souhaiterais maintenant évoquer deux sujets.
Je commencerai par les mineurs non accompagnés. Je me réjouis du fait que le gouvernement nous a proposé un amendement important relatif aux mineurs non accompagnés. Il complète le dispositif de protection de cette catégorie particulièrement vulnérable de demandeurs d'asile ou de migrants.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Ministers, dear colleagues, my political group can only welcome the initiative taken by the Minister of Social Integration. In fact, in addition to complying with our European obligations by transposing the directive into our law, the project goes beyond what is proposed by the latter, ⁇ ining more favourable practices than what the European standard imposes on us.
Beyond the minimum standards set for asylum seekers, there was also a question of the fate to be reserved for unaccompanied foreign minors, a problem that is not found in the directive but in a government agreement. The proposal has been amended in this regard.
As I pointed out in the committee, it is important that these people benefit from specific protection given their age, high vulnerability and being alone. A proposal for a socialist resolution had also been submitted in this sense to ensure that unaccompanied minors are not held in a closed centre, this to ensure respect for the rights of the child; I will return to it.
We look forward to the study commissioned by the Minister of the Interior on the situation of children staying in a closed centre with their families.
What is obviously formidable in this project is its willingness to bring together the provisions already existing but which are found in different texts, while incorporating new European provisions, which is in a way to make the system more coherent.
This project, which modules the right to material assistance by ensuring coordination between the reception centres, aims to provide material assistance during the entire duration of the procedure for examining the asylum application.
After these general considerations, I would like to highlight a few points that I find important.
The project aims to increase the number of seats while limiting the duration of people’s stay and this in a concern of humanity; I welcome this. This should also reduce the high cost of medical expenses.
The project should ensure equal treatment for all, while ensuring individualized accompaniment, which would respect both the situation of individuals, such as isolated women or unaccompanied minors, by providing them with legal or medical assistance. Particular attention will be paid to the psychological accompaniment of these persons, by definition highly precarious.
We also took the initiative to amend the draft in order to guarantee to the asylum seeker, whether he stays in a community or individual reception structure, the right to respect for his privacy and his religious or philosophical beliefs.
The project encompasses guarantees for the system to operate as efficiently as possible: a code of ethics, staff training as well as the issuance of an information brochure containing the rights and obligations, an internal regulation concerned with respecting the nature of each host structure.
These new instruments should, in the long run, enable a better collaboration between services.
I would like to discuss two topics now.
I will start with unaccompanied minors. I am pleased that the government has proposed an important amendment on unaccompanied minors. It complements the mechanism for the protection of this ⁇ vulnerable category of asylum seekers or migrants.
#34
Official text
En plus des dispositions de la loi-programme de décembre 2002 sur la tutelle des mineurs non accompagnés, la détention des MENA sera limitée et remplacée par une mesure alternative plus respectueuse de l'avenir de ces enfants.
Je vous rappelle que, récemment, la Belgique a été condamnée par la Cour européenne des droits de l'homme dans l'affaire de la petite Tabitha, considérant la détention des mineurs comme une mesure inhumaine et attentatoire à la Convention internationale sur les droits des enfants. Selon cet acte international ratifié par notre pays, la détention des mineurs doit être une mesure d'ultime recours et aussi brève que possible.
Le projet de loi concrétise donc cette disposition en ce qui concerne les mineurs non accompagnés. Il reste donc les autres mineurs, c'est-à-dire ceux qui sont détenus avec leurs parents dans les centres fermés. Je continue à m'interroger sur la conformité des pratiques actuelles de l'Office des étrangers à cet égard avec la Convention européenne des droits de l'homme et la Convention internationale sur les droits de l'enfant.
Avec d'autres collègues, j'ai déposé une proposition de loi limitant la détention des familles en centre fermé et demandant des mesures alternatives. Le ministre de l'Intérieur nous a annoncé une étude. Il importe que le débat se poursuive rapidement. J'espère que nous pourrons continuer à humaniser le sort des demandeurs d'asile dans notre pays.
Cela m'amène au deuxième point: la transposition de la directive Accueil en centre fermé.
Comme le signale le Conseil d'Etat dans son avis préalable, cette directive doit aussi être transposée pour les personnes détenues dans les centres fermés. C'est la compétence du ministre de l'Intérieur. Nous serons particulièrement attentifs à cela, d'autant plus lorsque je prends connaissance des rapports des ONG et du Centre pour l'Égalité des chances à propos des centres fermés.
Pour conclure, notre groupe soutient le projet. À l'avenir, nous resterons attentifs à l'évaluation systématique et régulière de sa mise en pratique.
Translated text
In addition to the provisions of the December 2002 Program Law on the guardianship of unaccompanied minors, the holding of MENAs will be limited and replaced by an alternative measure more respectful of the future of these children.
Recently, Belgium was condemned by the European Court of Human Rights in the case of the little Tabitha, considering the detention of minors as an inhumane and attentate measure to the International Convention on the Rights of the Child. According to this international act ratified by our country, detention of minors must be a measure of last resort and as short as possible.
The draft law thus concretizes this provision with regard to unaccompanied minors. Therefore, there remain the other minors, that is, those who are detained with their parents in closed centers. I continue to question whether the current practice of the Foreign Office in this regard is compatible with the European Convention on Human Rights and the International Convention on the Rights of the Child.
Together with other colleagues, I submitted a bill limiting family detention in closed centers and calling for alternative measures. The Ministry of Internal Affairs announced a study. It is important that the debate continues quickly. I hope that we can continue to humanize the fate of asylum seekers in our country.
This brings me to the second point: the transposition of the Accommodation Directive into a closed centre.
As the State Council pointed out in its preliminary opinion, this directive must also be transposed for persons detained in closed centres. This is the responsibility of the Interior Minister. We will be especially attentive to this, especially when I take note of the reports of NGOs and the Centre for Equal Opportunities about closed centres.
In conclusion, our group supports the project. In the future, we will remain attentive to the systematic and regular evaluation of its implementation.
#35
Official text
Monsieur le président, je pense pouvoir être bref puisque, en commission, nous avons répondu largement à l'ensemble des arguments que j'ai entendus ici. Comme certains éléments reviennent systématiquement, je voudrais donner l'une ou l'autre précision à leur sujet.
L'aide matérielle est octroyée durant toute la durée de la procédure d'asile. Certains auraient voulu qu'elle soit limitée à un an. Nous avons répondu que cette durée devait être évaluée après un an de fonctionnement de la nouvelle procédure d'asile. C'est donc une bonne solution de voir combien de temps dure cette procédure avant de prendre des dispositions. C'était un argument de M. Drèze, mais plusieurs d'entre vous l'ont repris.
Comme dit en commission, la loi prévoit bien que l'on puisse conclure des conventions avec des associations pour aider juridiquement les demandeurs d'asile.
Au sujet de la liste INAMI, il est vrai qu'elle doit être revue; elle le sera en collaboration avec toutes les associations partenaires.
Translated text
Mr. Speaker, I think I can be brief because, as a committee, we have responded broadly to all of the arguments I have heard here. Since some elements return systematically, I would like to give one or the other precision about them.
Material assistance shall be granted during the entire duration of the asylum procedure. Some would have wanted it to be limited to one year. We answered that this duration should be assessed after one year of operation of the new asylum procedure. Therefore, it is a good solution to see how long this procedure takes before making arrangements. This was the argument of Mr. It’s hard, but many of you have taken it back.
As stated in the commission, the law provides for the possibility of concluding agreements with associations to provide legal assistance to asylum seekers.
Regarding the INAMI list, it is true that it must be reviewed; it will do so in collaboration with all partner associations.
#36
Official text
Je pense avoir répondu globalement en commission aux questions relatives aux amendements déposés par M. Drèze. Je me suis également exprimé à propos de ceux avec lesquels je ne suis pas d'accord.
Translated text
I think I have answered in general in the committee the questions concerning the amendments submitted by Mr. and Dresden. I also spoke about those with whom I disagree.
#37
Official text
De heer Bultinck – en u ook, mevrouw Lanjri – heeft mij ondervraagd over de verplichte plaats van inschrijving. Ik geef u geen intentie. Alles wat ik kan zeggen is dat men dat reeds heeft geprobeerd in een wet, met name de wet over het wachtregister. De Raad van State heeft toen een negatief advies gegeven. Daarna heeft ook het Arbitragehof een negatief advies gegeven, over de verplichte plaats van inschrijving. Wij kunnen dat dus niet doen, tenminste niet op dit ogenblik.
Wat de materiële steun betreft en de effectieve spreiding – dat is voor u, mijnheer Bultinck – het volgende. De materiële steun zal precies zorgen voor een effectieve spreiding van de asielzoekers.
Translated text
Mr. Bultinck – and you too, Mrs. Lanjri – asked me about the mandatory place of registration. I do not give you an intention. All I can say is that one has already tried that in a law, in particular the law on the waiting register. The State Council gave a negative opinion. Subsequently, the Arbitration Court also gave a negative opinion on the mandatory place of registration. We cannot do that, at least not at the moment.
As for material support and effective dissemination – that is for you, Mr. Bultinck – the following. The material support will ensure an effective distribution of asylum seekers.
#38
Official text
Madame Nagy, vous avez aussi parlé de la nomenclature INAMI. Vous avez beaucoup insisté sur ce que vous appelez des centres fermés et qui n'en sont pas. On a expliqué en long et en large en commission que les mineurs dits "frontières" seront accueillis dans un centre d'observation et d'orientation qui est dit "sécurisé", parce que ni vous ni moi ne voudrions que des enfants de dix ans arrivant dans un centre, venant de nulle part, puissent ressortir et repartir nulle part. Voilà pourquoi on dit "sécurisé" et "encadré". Il n'y a pas d'autre différence avec nos centres d'observation et d'orientation.
Que leur séjour dure maintenant plusieurs mois, ce n'est pas vrai. J'ai moi-même visité Neder-over-Heembeek où le "turnover" est beaucoup plus important. Ce qui rend difficile la tâche des travailleurs de Neder-over-Heembeek est justement le fait que, chaque jour, ils recommencent avec un nouveau groupe. Je ne dis pas qu'il s'agit d'un groupe différent chaque jour mais que des individus quittent ou rejoignent le groupe chaque jour. Je vous invite à visiter ce centre, à aller voir sa directrice et peut-être que certains de vos préjugés disparaîtront. Peut-être fondrez-vous devant son discours et son approche! Ce fut mon cas!
Translated text
Madame Nagy, you also talked about the INAMI nomenclature. You have much insisted on what you call closed centers and who are not. It was explained long and broadly in the commission that the so-called "frontier" minors will be welcomed in an observation and orientation center that is said to be "secure", because neither you nor I would like that ten-year-olds arriving in a center, coming from nowhere, can come out and go back nowhere. That’s why they say “secure” and “framed”. There is no other difference with our observation and orientation centers.
That their stay now lasts several months, is not true. I myself visited Neder-over-Heembeek where the "turnover" is much more important. What makes the task of the workers of Neder-over-Heembeek difficult is precisely the fact that, every day, they start again with a new group. I’m not saying that this is a different group every day, but that individuals leave or join the group every day. I invite you to visit this center, go see its director and maybe some of your prejudices will disappear. Maybe you melt before his speech and his approach! That was my case!
#39
Official text
Ik dank u voor uw opbouwende kritiek, mevrouw Lanjri, en voor uw advies. Inzake de duur van de opvang heb ik reeds geantwoord.
Ik kom thans tot de toegang tot de arbeidsmarkt.
Translated text
I thank you for your constructive criticism, Mrs. Lanjri, and for your advice. As to the duration of the reception, I have already answered.
I now come to the access to the labour market.
#40
Official text
Tout le monde a parlé de l'accès au marché du travail.
Translated text
Everyone talked about access to the labour market.
#41
Official text
Welnu, volgende week is er met mijn collega Vanvelthoven een IKW, een interkabinettenwerkgroep, over het onderwerp. Wij zullen dus samen over de kwestie discussiëren. U merkt hoe snel wij reageren. U kunt dat verifiëren. Wij zullen u ook op de hoogte brengen van wat er gebeurt en wanneer het gebeurt.
Wat betreft het te gering aantal plaatsen, dat is voor het ogenblik absoluut niet het geval. In de commissie heb ik verklaard dat ik niet naar de regering zou kunnen stappen om meer plaatsen te vragen, terwijl er nog vrije plaatsen in onze centra zijn.
Translated text
Well, next week, with my colleague Vanvelthoven, there will be an IKW, an inter-kabinet working group, on the subject. So we will discuss the issue together. You can see how quickly we react. You can verify that. We will also inform you about what happens and when it happens.
As far as the number of places is too small, that is absolutely not the case at the moment. In the committee, I stated that I could not step into the government to ask for more seats, while there are still free seats in our centers.
#42
Official text
Monsieur le président, je pense n'avoir éludé aucune question. En tout cas, si cela a pu être le cas dans cette enceinte, ce ne le fut certainement pas en commission. La discussion y a été très longue et très constructive. Le projet a été positivement amendé. Je tiens d'ailleurs à remercier chaleureusement les membres de la commission pour le travail qu'ils ont effectué ainsi que pour leurs interventions de ce jour.
Translated text
I have not avoided any questions. In any case, if this could have been the case in this council, it ⁇ wasn’t in the commission. The discussion was very long and constructive. The proposal has been positively amended. I would like to thank the members of the committee for the work they have done and for their interventions today.
#43
Official text
De heer De Coene is verslaggever.
Translated text
Mr. De Coene is a reporter.
#44
Official text
Mijnheer de voorzitter, de heer De Coene verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
Translated text
Mr De Coene refers to his written report.
#45
Official text
De minister is gevraagd. Ecce mulier. Mevrouw de minister, uw timing is uitstekend. Mevrouw De Bue is ingeschreven in de algemene bespreking. Mijnheer Deseyn?
Translated text
The Minister was asked. The Ecce Mulier. Your timing is excellent. Ms. De Bue is registered in the general discussion. Mr Deseyn is?
#46
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik had nog een vraag over het schriftelijk verslag. Het is niet zo onbelangrijk. Het is jammer dat de heer De Coene hier niet is.
Translated text
I have another question about the written report. It is not so insignificant. It is a pity that Mr. De Coene is not here.
#47
Official text
Hij is daar. De timing is zeer goed vanavond. De minister is op tijd binnengekomen. De heer De Coene is op tijd. Mijnheer De Coene, u hebt naar uw schriftelijk verslag laten verwijzen via uw fractieleider. De heer Deseyn heeft nu een vraag over uw verslag.
Translated text
He is there. The timing is very good tonight. The Minister arrived on time. Mr. De Coene is on time. Mr De Coene, you have been referenced to your written report through your group leader. Mr Deseyn now has a question about your report.
#48
Official text
Mijnheer de voorzitter, op pagina 7 lees ik dat amendement nr. 4 wordt ingediend door mijzelf en de heer Van den Bergh en dat het amendement wordt aangenomen. Iets verder op pagina 7 lees ik nogmaals dat amendement nr. 4 wordt ingediend en dat dit amendement dan niet ter stemming is voorgelegd. Mag ik eraan herinneren dat de minister akkoord ging met het laatste amendement dat onderaan pagina 7 wordt beschreven. Men spreekt twee keer over amendement nr. 4. Een verdere lezing van het verslag en van de conclusies voor de stemming zijn in dit opzicht problematisch. Op pagina 7 staat immers dat amendement nr. 4 wordt aangenomen. Op pagina 9 staat dan dat amendement nr. 4 niet ter stemming wordt voorgelegd.
Ik weet dat de minister haar goedkeuring aan dat amendement had gegeven. Het zou dus goed zijn dat wij daarvoor vandaag een uitweg vinden. Ik wil het ook opnieuw indienen. Zo niet, zullen wij een probleem hebben met de coördinatie van de tekst.
Translated text
On page 7, I read this amendment. 4 is submitted by me and Mr Van den Bergh and that the amendment is adopted. Further on page 7, I read this amendment. 4 is submitted and that this amendment has not been submitted to vote. I would like to remind you that the Minister agreed with the last amendment described at the bottom of page 7. The amendment is mentioned twice. 4 is A further reading of the report and the conclusions before the vote is problematic in this regard. On page 7 is the amendment. 4 is adopted. On page 9 there is the amendment. 4 is not submitted to vote.
I know that the Minister had given its approval to that amendment. So it would be good to find a way out of that today. I would also like to submit it again. If not, we will have a problem with the coordination of the text.
#49
Official text
Ik ben aan het zoeken in het verslag. U bent bezig over artikel 5bis of 5ter?
Translated text
I am looking in the report. Are you referring to article 5bis or 5ter?
#50
Official text
Mijnheer de voorzitter, bovenaan pagina 7 staat artikel 4 en 4bis. Meteen daaronder staat dat amendement nr. 4 wordt ingediend. Drie paragrafen verder staat dat het artikel en het amendement eenparig worden aangenomen. Eind pagina 7 wordt echter opnieuw melding gemaakt van amendement nr. 4, vervolgens wordt de discussie beschreven en op pagina 9 staat in de eerste paragraaf dat amendement nr. 4 niet ter stemming wordt voorgelegd.
Translated text
At the top of page 7 are Articles 4 and 4bis. The following is the amendment no. 4 is submitted. Three paragraphs further stated that the article and the amendment are adopted unanimously. At the end of page 7, however, amendment no. 7 is again mentioned. 4, then the discussion is described and on page 9 in the first paragraph that amendment no. 4 is not submitted to vote.
#51
Official text
Mijnheer De Coene, wat is het probleem? Werd het in het verslag verkeerd verwoord?
Translated text
Mr. De Coen, what is the problem? Was it misrepresented in the report?
#52
Official text
Mijnheer de voorzitter, in het slechtste geval zal het om een slechte nummering van het amendement gaan. Het kan enkel dat zijn.
Translated text
Mr. Speaker, in the worst case, it will be a poor numbering of the amendment. It can only be that.
#53
Official text
Het heeft inderdaad ook te maken met de nummering. Er is echter meer dan dat aan de hand.
Er is ook verwarring geweest over het eigenlijke amendement nr. 4. In het verslag staat dat het amendement niet ter stemming wordt voorgelegd. Precies over dat amendement hadden wij een discussie.
Mevrouw de minister, u zult zich wel herinneren dat het over het al dan niet schriftelijk en telefonisch indienen van klachten ging. U ging akkoord. Ik stel voor dat wij bij wijze van correctie de woorden beschreven in het amendement nr. 4 invoegen. Zou de minister haar akkoord nogmaals kunnen bevestigen, net zoals zij dat toen in de commissie deed?
Translated text
It also has to do with the numbering. However, there is more than that happening.
There was also confusion about the actual amendment. 4 is The report states that the amendment is not submitted to vote. This amendment has been discussed.
Mrs. Minister, you will remember that it was about whether or not submitting complaints in writing and by telephone. You agreed. I suggest that we correct the words described in the amendment no. 4 to add. Could the Minister reaffirm her agreement, just as she did in the committee then?
#54
Official text
U moet twee zaken onderscheiden.
Ik heb er geen probleem mee dat het verslag, indien dat nodig is, zou worden verbeterd. Er kan echter geen amendement bij de tekst worden gevoegd, want anders is een tweede lezing nodig.
Translated text
You need to distinguish two things.
I have no problem with improving the report if necessary. However, no amendment can be attached to the text, otherwise a second reading is required.
#55
Official text
Mijnheer de voorzitter, het gaat om het schrappen van het woord “niet-schriftelijk”.
Om klachten tegenstelbaar te maken – wat in dit geval vrij belangrijk is, omdat de financiering van het systeem ook afhangt van het aantal klachten dat per operator wordt ingediend –, lijkt het wenselijk om een schriftelijke weerslag van elke klacht te vragen, zelfs indien de klacht initieel telefonisch werd ingediend. De klacht hoeft dus niet meteen schriftelijk te worden ingediend. Zo moet u het niet begrijpen. U moet uit de tekst wel begrijpen dat, om de klacht te laten registreren, er een schriftelijke weergave moet zijn. De manier van financieren hangt daarvan immers af. In een laatste stadium gebeurt elke klacht dus schriftelijk.
Dat is het geval bij elke ombudsdienst. Wanneer de dienst effectief iets met de klacht doet, moet die worden neergeschreven en bevestigd. Dat in eerste instantie klagers op andere wijzen contact met een ombudsdienst kunnen nemen, spreekt voor zich. Ik zal het op die manier verduidelijken.
Ik zou het amendement niet volgen. Er wordt in dat geval immers de indruk gegeven dat de klacht niet schriftelijk hoeft te gebeuren, wat nochtans nodig is voor de tegenstelbaarheid. Mijnheer Deseyn, ik begrijp – ik wil dit met mijn woorden ook duiden – dat niemand zijn klacht onmiddellijk schriftelijk hoeft in te dienen. In een laatste stadium lijkt dat echter wel nodig.
Translated text
It is about removing the word “non-written”.
In order to make complaints challenging – which is quite important in this case, as the funding of the system also depends on the number of complaints submitted per operator – it seems desirable to request a written reflection of each complaint, even if the complaint was initially submitted by telephone. Therefore, the complaint does not need to be submitted immediately in writing. You should not understand it this way. You must understand from the text that, in order for the complaint to be registered, there must be a written presentation. The way of funding depends on it. At the last stage, every complaint is made in writing.
This is the case with every Ombudsman’s office. When the service effectively deals with the complaint, it must be written down and confirmed. The fact that complainants can initially contact a Ombudsman’s office in other ways speaks for itself. I will clarify it in this way.
I would not follow the amendment. In that case, it gives the impression that the complaint does not have to be made in writing, which, however, is necessary for the objectivity. Mr. Deseyn, I understand – I want to express this with my words – that no one has to submit his complaint immediately in writing. In the final stage, however, this seems necessary.
#56
Official text
Mijnheer De Coene, mag ik van u als verslaggever weten of de tekst van het wetsontwerp van 20 november 2006 met het nieuwe opschrift de correcte weergave van de in de commissie gedane stemming is? Dat moet ik weten.
Translated text
Mr De Coene, can I know from you as a reporter whether the text of the bill of 20 November 2006 with the new title is the correct representation of the vote held in the committee? I need to know.
#57
Official text
Mijnheer de voorzitter, neem mij niet kwalijk. Ik word hier met bepaalde zaken geconfronteerd.
Mijnheer Deseyn, wij gaan hier toch niet beginnen te improviseren. Ik zou graag lectuur krijgen van de twee versies, zijnde de door de heer Deseyn voorgestelde versie en de versie die wij hier voorhanden hebben.
Ik wijs overigens op het volgende. Wij zijn hier nu al uren bijeen. De heer Deseyn had mij in afwachting van de bespreking op zijn minst, indien het om een technische correctie gaat, van zijn intenties kunnen verwittigen, zodat wij de bepaling al voordien hadden kunnen wijzigen en de wijziging hier meteen hadden kunnen aankondigen.
Ik houd mij dus ter beschikking om de twee varianten te bekijken. Ik wil er echter wel over waken dat wij hier niet op een sluipende manier een amendement goedkeuren waarvoor geen politieke meerderheid was.
Translated text
Mr. President, do not apologize to me. I am faced with certain things here.
Mr. Deseyn, we are not going to start improvising here. I would like to read from the two versions, namely the version proposed by Mr. Deseyn and the version we have here.
I would like to point out the following. We have been here for hours now. Mr. Deseyn could have informed me of his intentions, at least in the event of a technical correction, in anticipation of the discussion, so that we could have amended the provision already before and could have immediately announced the amendment here.
I am therefore available to look at the two variants. However, I would like to be careful that we do not approve an amendment here in a sluggish way for which there was no political majority.
#58
Official text
Er zijn twee mogelijkheden. We kunnen dit oplossen. Indien er bewoordingen zijn in het verslag die eventueel verkeerd genoteerd zouden zijn, dan kunnen we dat rechtzetten: dat is geen probleem. Wat ik moet weten als Kamervoorzitter is of de tekst die uit de commissie komt en die ik straks in de artikelsgewijze bespreking zal voorleggen, correct is. U kunt een amendement op de tekst indienen, dat is geen probleem.
Translated text
There are two possibilities. We can solve this. If there are words in the report that may be incorrectly noted, we can correct that: that is not a problem. What I need to know as a Chamber Chairman is whether the text that comes from the committee and which I will submit later in the article-by-article discussion is correct. You can submit an amendment to the text, which is no problem.
#59
Official text
Als ik nu het amendement opnieuw indien, kunnen we daarover discussiëren en stemmen.
Translated text
If I now submit the amendment again, we can discuss it and vote on it.
#60
Official text
Dat is goed. Dient u een nieuw amendement in, dan zal ik het behandelen bij de artikelen.
Translated text
That is good. If you submit a new amendment, I will address it in the articles.
#61
Official text
Mijnheer de voorzitter, deze wijze van handelen is andersluidend dan wat de heer Deseyn in zijn eerste interventie heeft gezegd. Uit zijn eerste interventie kon blijken dat wij hier alleen een technische vergissing hadden begaan. Nu zegt hij dat hij een amendement zal indienen met een tekstwijziging. Dat is iets anders dan de door hem aangekondigde technische fout in een verslag.
Translated text
Mr. Speaker, this approach is different from what Mr. Deseyn said in his first intervention. His first intervention showed that we had only made a technical mistake here. Now he says he will submit an amendment with a text amendment. This is something different from the technical error announced by him in a report.
#62
Official text
Dat is zijn recht.
Translated text
That is his right.
#63
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat we ingaan op het voorstel van de heer Deseyn dat hij zijn amendement indient. De Kamer zal dan oordelen in plenaire vergadering.
Translated text
Mr. Speaker, I propose that we consider Mr. Deseyn’s proposal to submit his amendment. The House will then judge in plenary session.
#64
Official text
Ik wilde alleen maar weten of de tekst die uit de commissie kwam, correct was.
Translated text
I just wanted to know if the text that came from the committee was correct.
#65
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik herinner mij, en het is belangrijk dat de collega's dat weten, dat er in de commissie, naar aanleiding van de twee amendementen, een beetje verwarring ontstond over wat precies was goedgekeurd: welk amendement bij welk artikel? Die verwarring blijkt nu ook uit het verslag. Het amendement waarop ik net alludeerde werd eigenlijk niet ter stemming voorgelegd, maar ik herinner mij dat de minister toen zei dat hij er geen probleem mee had de woorden "of niet schriftelijk" weg te laten, omdat dat ook zo is voor andere meldingspunten die gangbaar zijn in de telecomsector. Daarom dacht ik dat als mijn interpretatie van het verloop van het debat in de commissie gedeeld kon worden, wij dat zonder meer konden invoegen. Wij hoeven inderdaad niet langer te discussiëren: ik stel voor dat ik nu het amendement indien. Ik wil er even aan herinneren dat daarover destijds wel een consensus bestond.
Translated text
Mr. Speaker, I remember, and it is important that the colleagues know this, that in the committee, following the two amendments, there was a little confusion about what exactly was approved: which amendment to which article? This confusion is now shown in the report. The amendment I just cited was actually not put to the vote, but I remember that the minister then said that he had no problem with removing the words "or not in writing", as this is also the case for other notification points common in the telecommunications sector. Therefore, I thought that if my interpretation of the course of the debate could be shared in the committee, we could definitely add it. Indeed, we do not need to debate anymore: I propose that I now submit the amendment. I would like to remind you that there was consensus about this at the time.
#66
Official text
Monsieur le président, madame la vice-première ministre, chers collègues, comme chacun le sait, le secteur postal est en pleine évolution depuis plusieurs années. L'un des aspects les plus connus de cette évolution est la diminution progressive du poids des envois dont le traitement est réservé aux opérateurs historiques, chez nous La Poste.
Cela entraîne également certaines modifications dans les relations entre le citoyen consommateur et les différents prestataires de services – puisque La Poste n'est plus seule. Et la situation va encore évoluer dans deux ans, comme le prévoit la proposition de troisième directive postale. Il est donc temps maintenant d'adapter à la nouvelle donne les structures, les instances de recours: il n'était plus logique de maintenir un seul médiateur au sein – ou plus exactement en marge – de La Poste alors que nombre d'opérateurs sont actifs en Belgique.
En effet, si un consommateur a un litige avec un prestataire de services autre que La Poste, son seul recours consiste à s'adresser à la justice, avec toutes les conséquences que cela entraîne (formalités lourdes, coûts, délais,…) alors que les clients de La Poste disposent d'une instance de recours, que l'on pourrait qualifier d'appel.
Nous avions aussi déposé une proposition de loi qui, à l'instar de ce projet de loi, créait un service de médiation pour l'ensemble du secteur postal au sein de l'IBPT. Par conséquent, comme il l'a fait en commission, le MR soutiendra ce projet de loi qui correspond parfaitement à ses attentes. Je vous remercie pour votre attention.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. One of the most well-known aspects of this evolution is the gradual decrease in the weight of shipments whose processing is reserved for historical operators, with us La Poste.
This also leads to some changes in the relationship between the consumer citizen and the different service providers – since La Poste is no longer alone. And the situation will continue to evolve in two years, as envisaged in the proposal for the Third Postal Directive. So it is now time to adapt to the new situation the structures, the appeal bodies: it was no longer logical to keep a single mediator within – or more precisely in margin – La Poste while a number of operators are active in Belgium.
Indeed, if a consumer has a dispute with a service provider other than La Poste, his only remedy is to go to justice, with all the consequences that this entails (heavy formalities, costs, deadlines,...) while the customers of La Poste have an appeal instance, which could be qualified as an appeal.
We had also submitted a bill that, like this bill, created a mediation service for the entire postal sector within the IBPT. Therefore, as he did in the committee, the MR will support this bill that perfectly corresponds to his expectations. I thank you for your attention.
#67
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, CD&V steunt bijna volmondig de inhoud van het wetsontwerp. Enkel over het amendement moet nog worden gediscussieerd. Het wetsontwerp ligt namelijk volledig in het verlengde van een wetsvoorstel dat ik vroeger heb ingediend tot regeling van een postale ombudsdienst waarvan de verantwoordelijkheid ruimer is en zich niet alleen beperkt tot het bedrijf De Post. De ombudsdienst in de postsector is momenteel immers een ombudsdienst bij het overheidsbedrijf De Post en niet voor de totale sector.
Laat me even het verschil schetsen. De ombudsdienst voor telecommunicatie heeft zeggenschap over de hele sector van de telecom. Elke klant die ontevreden is over zijn telecomoperator kan de ombudsdienst gratis vragen om tussenbeide te komen. De ombudsdienst in de postsector kan evenwel enkel ingrijpen wanneer het probleem zich bij De Post voordoet.
Collega's, door de toenemende liberalisering in de postsector en het daaraan verbonden toegenomen aantal post- en pakjesbedrijven komt de burger, de consument steeds meer in aanraking met andere bedrijven dan De Post. Over deze concurrenten heeft de ombudsdienst bij De Post geen bevoegdheid. Vaak gebeurt het contact van de burger met het bedrijf De Post, die veelal verantwoordelijk is voor de eindaflevering, nadat de brief of het pakket al een hele weg heeft afgelegd via andere operatoren. Wanneer er vroeg in deze ketting iets misgaat, heeft de ombudsdienst bij De Post alweer geen bevoegdheid.
Om de nadelen van de liberalisering, met name de geringere mogelijkheden voor de burger om een beroep te doen op een bemiddelingsorgaan, wat te kanaliseren, was het van dringend belang om de bevoegdheid van de ombudsdienst uit te breiden naar alle ondernemingen in de post- en pakjessector. De CD&V-fractie is reeds lang vragende partij voor de uitbreiding van de bevoegdheden van de postale ombudsdienst. Bij verschillende van mijn vragen bevestigde de minister van Consumentenzaken hiervoor haar steun. Het is ook goed dat minister Verwilghen hier aanwezig is want uit VLD-hoek kwam op bepaalde momenten wel wat tegenkanting. Zo verklaarde minister Verwilghen in mei 2005 op een van onze vragen, dat de oprichting niet aan de orde was. Uiteindelijk diende onze fractie een wetsvoorstel in om de zaak te bespoedigen. Wij zijn verheugd dat de uitbreiding van de bevoegdheden nu eindelijk een feit is. Het had evenwel veel sneller kunnen en ook moeten gaan.
Tijdens de bespreking in commissie hebben we ook onze steun geuit voor het mechanisme dat de ombudsbijdrage van de verschillende operatoren deels zal doen afhangen van het aantal te behandelen klachten in verband met een bepaalde operator. We betreuren evenwel dat men hetzelfde principe niet hanteerde voor de ombudsbijdrage aan de ombudsdienst telecommunicatie zoals wij via een amendement hadden voorgesteld. Mogelijk kunnen we de evaluatie van dit berekeningssysteem een jaar of iets langer afwachten om, wanneer dit werkbaar zou blijken, er ook in te voorzien op het vlak van de ombudsbijdrage aan de ombudsdienst telecom. We hopen oprecht dat het systeem werkbaar is maar vrezen, wegens het ontbreken van een overgangsregeling, toch voor heel wat disputen.
Ik zal niet terugkomen, voorzitter, op het feit dat de verkeerde documenten - het ging om de memorie van toelichting en het voorontwerp, maar het kon evengoed om het ontwerp zelf zijn gegaan en dat konden we niet afleiden – aan het Parlement werden voorgelegd. We konden pas over de echte documenten beschikken tijdens de bespreking. CD&V heeft trouwens geanticipeerd op deze situatie via het commissiesecretariaat. Wij hebben ook het kabinet op de hoogte gebracht van deze fouten zodat dit nog op de valreep, vlak vóór de bespreking in commissie kon worden gerepareerd.
Translated text
Mr. President, Mrs. Minister, colleagues, CD&V almost fully supports the content of the bill. Only the amendment remains to be discussed. The draft law is in fact entirely in the extension of a bill I have submitted earlier to regulate a postal ombudsman service whose responsibility is wider and is not limited only to the company De Post. The Ombudsman’s service in the postal sector is currently an ombudsman’s service at the public company De Post and not for the entire sector.
Let me illustrate the difference. The Telecommunications Ombudsman’s Office controls the entire telecommunications sector. Any customer who is dissatisfied with his telecom operator can request the Ombudsman service to intervene free of charge. However, the Ombudsman’s office in the postal sector can only intervene if the problem occurs with De Post.
Colleagues, due to the increasing liberalization in the postal sector and the associated increased number of postal and parcel companies, the citizen, the consumer, is increasingly in contact with other companies than De Post. With regard to these competitors, the Ombudsman’s office at De Post has no competence. Often the contact of the citizen with the company De Post, which is often responsible for the final delivery, occurs after the letter or the package has already gone a long way through other operators. If something goes wrong early in this chain, the Ombudsman’s service at De Post has no competence.
In order to channel the disadvantages of liberalization, in particular the reduced opportunities for citizens to resort to a mediation body, it was urgent to extend the Ombudsman’s office’s competence to all companies in the postal and parcel sector. The CD&V Group has long been asking for the extension of the powers of the Postal Ombudsman Service. In several of my questions, the Minister of Consumer Affairs confirmed his support for this. It is also good that Minister Verwilghen is present here because from the VLD corner there was some opposite at certain times. Thus, in May 2005, Minister Verwilghen stated, on one of our questions, that the establishment was not in question. Eventually, our group submitted a bill to speed up the case. We are pleased that the expansion of powers is now finally a fact. It could and should have been much faster.
During the discussion in the committee, we also expressed our support for the mechanism that will make the Ombudsman’s contribution of the different operators partially dependent on the number of complaints to be handled in connection with a particular operator. We regret, however, that the same principle was not applied to the Ombudsman’s contribution to the Ombudsman’s Telecommunications Service as we proposed in an amendment. It may be possible for us to wait a year or a little longer for the evaluation of this calculation system in order, if this proves feasible, to provide for the Ombudsman’s contribution to the Ombudsman’s telecom service. We sincerely hope that the system is operable but fear, because of the lack of a transitional arrangement, yet for a lot of disputes.
I will not return, Mr. Speaker, to the fact that the wrong documents – it was about the memory of the explanatory note and the preliminary draft, but it could also have gone about the draft itself and that we could not deduce – were submitted to Parliament. We could only have the actual documents available during the discussion. CD&V has, by the way, anticipated this situation through the Commission Secretariat. We have also informed the Cabinet of these errors so that this could be corrected even on the runway, just before the discussion in the committee.
#68
Official text
Samen met de correcties die we hebben aangebracht via amendering en technische correcties meen ik te mogen stellen dat CD&V een zeer constructieve oppositie heeft gevoerd.
Mevrouw de minister, ik heb nog een bijkomende vraag. Gisteren heeft de commissie voor de Infrastructuur een hoorzitting georganiseerd in het raam van een nieuwe Europese postrichtlijn. Daarbij kwam de ombudsbijdrage ter sprake. De vertegenwoordiging van de expresbedrijven stelde dat zij niet zouden bijdragen omdat ze geen postdiensten leveren. Tijdens de bespreking van voorliggend ontwerp stelde u evenwel dat ook de omzet in de pakjessector – dit is een belangrijk onderscheid dat men maakt tussen de gewone postale sector en de pakjessector – mee zou tellen voor de berekening van de bijdrage. Vandaar mijn vraag. Wat is de grens tussen postdiensten en transport? Het bevoegdheidsgebied van de ombudsdienst is daarmee immers verbonden.
Mevrouw de minister, kunt u meedelen of de expresbedrijven zullen moeten bijdragen? Universal Post Union zou de grens voor de postdiensten op zendingen tot 30 kilogram hebben gelegd. Zal de ombudsbijdrage worden berekend op de omzet beneden deze grens? Is dit meteen de grens voor het bevoegdheidsgebied van de ombudsdienst? Dit zijn geen onbelangrijke vragen in het licht van het berekeningsmechanisme. Ik herhaal ze kort: de grens tussen post en transport, de situatie van de expresbedrijven, de 30-kilogramgrens en het bevoegdheidsgebied van de ombudsdienst.
Translated text
Together with the corrections we have made through amendments and technical corrections, I think I can say that CD&V had a very constructive opposition.
Mr. Minister, I have an additional question. Yesterday, the Infrastructure Committee held a hearing in the framework of a new European Postal Directive. This was the Ombudsman’s contribution. The representation of the express companies stated that they would not contribute because they do not provide postal services. However, during the discussion of the present draft, you argued that the turnover in the package sector – this is an important distinction between the ordinary postal sector and the package sector – would also be included in the calculation of the contribution. Hence my question. What is the boundary between postal services and transport? The scope of the Ombudsman’s office is connected to this.
Can you tell me if the express companies will have to contribute? Universal Post Union would have set the limit for postal services on consignments up to 30 kilograms. Will the Ombudsman’s contribution be calculated on the turnover below this limit? Is this the limit of the Ombudsman’s competence? These are not insignificant questions in the light of the calculation mechanism. I repeat them briefly: the border between mail and transport, the situation of the express companies, the 30-kilogram limit and the scope of the Ombudsman’s office.
#69
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Deseyn, de grens tussen post en pakjes ligt vast in internationale verdragen. De grens is vastgelegd op 30 kilogram. Kortom, iedereen en elk bedrijf die iets verzendt dat minder dan 30 kilogram weegt, valt hieronder en zal bijgevolg moeten bijdragen.
Translated text
Mr. Deseyn, the boundary between mail and packages is fixed in international treaties. The limit is set at 30 kilograms. In short, anyone and any company that ships something weighing less than 30 kilograms falls below and will therefore have to contribute.
#70
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik neem aan dat dit meteen ook de grens is voor het bevoegdheidsgebied van de ombudsdienst. Ik merk dat u dit bevestigt. Ik neem hiervan akte.
Wat de grens van Universal Post Union betreft, u verwijst naar internationale verdragen. In andere landen ligt de grens op 50 kilogram. In die zin was mijn vraag wel belangrijk.
In de drukte van de bespreking werd het amendement – ik maak even allusie op de discussie van zopas – niet ter stemming voorgelegd. Dit amendement werd ingediend op basis van onze vraag waarom telefonische en mondelinge klachten naar aanleiding van een bezoek aan de ombudsdienst niet geldig zijn. Volgens het voorliggend ontwerp zijn deze klachten niet ontvankelijk. Bij de ombudsdienst voor telecommunicatie worden mondelinge klachten wel in aanmerking genomen. Ik herhaal opnieuw dat u het, mijns inziens, wel eens was met mijn voorstel tot correctie. Blijkbaar is het moeilijk dit vandaag te beamen of via technische correctie te aanvaarden. Vandaar dat ik het amendement opnieuw indien.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, I assume that this is immediately also the limit of the scope of the Ombudsman’s office. I see you confirm this. I take records of this.
As for the border of Universal Post Union, you refer to international treaties. In other countries the limit is 50 kilograms. In that sense, my question was important.
In the pressures of the discussion, the amendment – I refer to the discussion of Zopas – was not submitted for voting. This amendment was submitted on the basis of our question why telephone and oral complaints following a visit to the Ombudsman’s office are not valid. According to the present draft, these complaints are not admissible. The Telecommunications Ombudsman Service takes oral complaints into account. I repeat once again that you, in my opinion, did the same with my proposal for correction. Apparently, it is difficult to bear this today or accept it through technical correction. I am therefore repeating the amendment.
#71
Official text
Mijnheer Deseyn, uw amendement heeft betrekking op artikel 4 niet op artikel 5. De artikelen zijn van nummer veranderd. Indien u toestemt, is dit een amendement op artikel 4. Hetgeen u zegt is correct. "Artikel 43ter, paragraaf 4, ten eerste". Het is artikel 4 geworden en niet artikel 5.
Translated text
Mr Deseyn, your amendment relates to Article 4 not to Article 5. Articles have changed by number. If you agree, this is an amendment to Article 4. What you say is correct. “Article 43ter, paragraph 4, first.” It has become Article 4, not Article 5.
#72
Official text
Mijnheer de voorzitter, ook tijdens de bespreking telde de memorie eveneens meer artikelen dan het uiteindelijk ontwerp.
Mevrouw de minister, ander belangrijk punt is de overgangsperiode. De berekening van de ombudsbijdrage hangt af van de behandelde klachten van het jaar voordien. Voor de alternatieve postoperatoren bestaat het voorgaande jaar evenwel niet omdat ze niet onder de bevoegdheid van de ombudsdienst vielen. Vandaar mijn laatste vraag. Hoe en op welke wijze zal u de overgangssituatie regelen?
Translated text
Mr. Speaker, even during the discussion, the memory also counted more articles than the final draft.
Another important point is the transition period. The calculation of the Ombudsman’s contribution depends on the complaints handled in the previous year. For the alternative postal operators, however, the previous year does not exist because they did not fall within the competence of the Ombudsman’s Office. Hence my last question. How and how will you manage the transitional situation?
#73
Official text
Mme Karine Lalieux, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Translated text
Karine Lalieux, the rapporteur, refers to her written report.
#74
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, met het eerste wetsontwerp wordt een nieuwe heffing ingevoerd op elektriciteitssites die niet of niet meer worden benut of onderbenut zijn.
Het gaat om een heffing van 11.000 euro per megawattuur en de opbrengst wordt geraamd op 70 miljoen euro jaarlijks. Dat zijn geen te versmaden inkomsten in deze periode van budgettaire tekorten.
Op de markt is er een dominante speler, Electrabel. Electrabel kan aan die heffing ontkomen als ze die onderbenutte of niet-benutte sites verkoopt aan andere producenten. Het verplicht ter beschikking stellen van niet-benutte of onderbenutte sites aan derden door Electrabel werd door de regering reeds eerder voorgesteld naar aanleiding van Pax Electrica I, met name de overname van Electrabel door Suez.
Electrabel heeft intussen drie sites te koop aangeboden. Beringen zou verkocht zijn aan het Duitse E.ON en Marchienne-au-Pont en Sint-Pieters-Leeuw/Drogenbos zouden ook op de markt zijn gebracht. Het Spaanse Endesa had interesse voor beide sites maar ik heb vernomen dat de onderhandelingen intussen zouden afgesprongen zijn omdat de sites niet interessant zijn omwille van de moeilijke aansluiting op het net. De minister zei deze week nog dat de onderhandelingen met Endesa nog altijd bezig waren, maar ik lees vandaag dat die afgesprongen zouden zijn.
Over het principe van het ter beschikking stellen van niet-benutte of onderbenutte elektriciteitssites zijn we het eens. Wij lezen deze wet echter samen met de elektriciteitswet waarbij de meerderheid vorig jaar akkoord ging met het feit dat alle kosten en belastingen door de elektriciteitsproducenten mogen worden doorgerekend in de elektriciteitsprijs. Onze vrees is nu dat Electrabel geen vragende partij zal zijn voor meer concurrentie en bijgevolg eerder geneigd zal zijn de belasting te betalen die ze kan doorrekenen in de prijs per kilowattuur.
Deze wet kan alleen maar werken als Electrabel bereid is meer concurrentie te aanvaarden en interessante sites ter beschikking te stellen van andere concurrenten. Bovendien moet zij bereid zijn die sites ter beschikking te stellen aan een redelijke prijs. Als de vraagprijs te hoog is, zullen andere producenten weinig interesse tonen in deze ter beschikking gestelde sites.
Mijnheer de minister, hetgeen ik hier vertel, is een herhaling van hetgeen ik in de commissie heb gezegd. Wij vrezen dat de nieuwe heffing een interessante budgettaire operatie kan zijn voor de Staatskas, maar dat zij weinig zal opleveren wat de verhoging van de concurrentie op de elektriciteitsmarkt betreft.
Omdat we akkoord gaan met het principe maar niet naïef zijn wat de uitvoering betreft, onthouden wij ons op het eerste ontwerp.
Het tweede ontwerp bevat de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen de boete en dat ontwerp zullen wij dus goedkeuren. Mijnheer de voorzitter, er zal straks dus verschillend worden gestemd. Voor het eerste ontwerp zullen wij ons onthouden en het tweede ontwerp zullen wij goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, with the first draft law, a new tax is introduced on electricity sites that are not or are no longer exploited or are underused.
It is a tax of 11,000 euros per megawatt hour and the yield is estimated at 70 million euros annually. This is not an insufficient income in this period of budget deficits.
In the market there is a dominant player, Electrabel. Electrabel may escape that tax if it sells those underused or unused sites to other producers. The mandatory provision by Electrabel of unused or underused sites to third parties was already proposed by the government following Pax Electrica I, in particular the acquisition of Electrabel by Suez.
In the meantime, Electrabel has offered three sites for sale. Beringen would have been sold to the German E.ON and Marchienne-au-Pont and Sint-Pieters-Leeuw/Drogenbos would also have been marketed. The Spanish Endesa had an interest in both sites but I have heard that the negotiations would have jumped off in the meantime because the sites are not interesting because of the difficult connection to the network. The minister said this week that the negotiations with Endesa were still underway, but I read today that they would have jumped off.
We agree on the principle of making available unused or underused electricity sites. However, we read this law together with the Electricity Act in which the majority agreed last year that all costs and taxes by the electricity producers may be included in the electricity price. Our fear now is that Electrabel will not be the requesting party for more competition and therefore will be more likely to pay the tax that it can transfer to the price per kilowatt hour.
This law can only work if Electrabel is willing to accept more competition and make interesting sites available to other competitors. Furthermore, it should be willing to make those sites available at a reasonable price. If the demand price is too high, other producers will show little interest in these available sites.
Mr. Minister, what I say here is a repeat of what I said in the committee. We fear that the new tax may be an interesting budgetary operation for the State Treasury, but that it will yield little in terms of increasing competition in the electricity market.
Since we agree with the principle but are not naive in the implementation, we refrain from the first draft.
The second draft includes the possibility of appealing against the fine and we will therefore approve that draft. There will then be a different vote. For the first draft we will abstain and we will approve the second draft.
#75
Official text
Ik zal voor de ontwerpen twee naamstemmingen houden.
Translated text
I will have two names for the designs.
#76
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal mij beperken tot het aangeven van het waarom van deze wetsontwerpen.
In België is er een gebrek aan capaciteit. Het is die capaciteit die nodig is om de concurrentie te kunnen installeren. Er zijn drie middelen die daarvoor tezamen worden gebruikt.
Ten eerste, de interconnectie verzorgen. Dat betekent de aansluitingen met het buitenland verzorgen zodanig dat er stroom kan uitgewisseld worden tussen verschillende landen. Dat doen wij in een vijflandenoverleg, als eerste, als voortrekkers in de Europese Unie.
Ten tweede, een stroombeurs tot stand brengen. Die is ondertussen, deze week is opgestart. Dat is de Belpex-beurs; Daar wordt de stroom verhandeld.
Ten derde, de heffing op niet-benutte sites.
Spijtig genoeg zijn er geen tovermiddelen. Wij moeten die allemaal door mekaar gebruiken.
Als wijziging in verband met de bespreking die wij hebben gehad op het ogenblik dat wij de wetsontwerpen hebben behandeld, kan ik melden dat het effectief zo is dat een van de drie sites is overgedragen, met name deze van Edingen. Voor Marchienne-au-Pont en Drogenbos zijn de onderhandelingen momenteel afgesprongen. Dat belet echter natuurlijk niet dat ook deze sites zich voegen bij de onderbenutte of niet-benutte sites en dus onder de heffing zullen vallen.
Het enige gevaar dat bestaat is dat men zegt dat Electrabel zich zal wentelen in een comfortabele situatie en misschien de heffing zal betalen om geen concurrentie toe te laten. Het gaat dan wel om een bijzonder hoog bedrag van 11.000 euro per megawatt. Dat is dus een enorm bedrag, zeker en vast als wij kijken naar de echte kostprijs van een eurowatt elektriciteit die wordt geproduceerd. Dat is echter een bijkomend gegeven. Dat is ook nieuw sedert deze week. Wij weten nu dag per dag exact de verhandeling en wat een megawatt kost en betekent. Die beurs is er. Gesteld dat Electrabel op een bepaald ogenblik zegt dat men de bluts met de buil neemt en de 11.000 euro per megawatt erbijvoegt, dan gaat zich dat onmiddellijk vertalen in de kostprijs, op een zodanig schrijnende wijze dat eenieder zal zien dat het de gewone recuperatie is.
Er is met andere woorden in elk geval reeds een drukkingsmiddel, los van de toezeggingen die gebeurd zijn aan de kant van Suez-Electrabel binnen de fusie. Zij hebben te kennen gegeven dat ze drie spelers zullen toelaten op de markt met een gelijkaardige portefeuille. Dit betekent natuurlijk dat er capaciteit zal moeten vrijgemaakt worden. Daarvoor zal ook voor een stuk de onderbenutte of niet-benutte capaciteit in aanmerking moeten komen.
Mevrouw Creyf, ik ben het met u eens in die zin dat er grote waakzaamheid geboden is. Het zal geen tovermiddel zijn; dat is duidelijk. Ik hoop dat de werkzaamheden van die aard zullen zijn dat wij effectief via het tot stand brengen van deze wet, de gewezen monopolist kunnen dwingen om het capaciteitsdeel dat het niet benut, en waarvoor toestemmingen werden verleend, ook vrijgemaakt worden voor andere spelers op de markt.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I will limit myself to stating the reasons for these bills.
There is a shortage of capacity in Belgium. It is that capacity that is necessary to install the competition. There are three methods that are used together.
First, take care of the interconnection. This means providing the connections with abroad in such a way that electricity can be exchanged between different countries. This is what we do in a five-country dialogue, first of all, as pioneers in the European Union.
Second, establish a power agent. In the meantime, this week has begun. That is the Belpex exchange; there the power is traded.
Third, the tax on unused sites.
Unfortunately, there are no magic remedies. We must use them all together.
As a change in connection with the discussion we had at the time we dealt with the draft laws, I can report that it is effective so that one of the three sites was transferred, in particular that of Edingen. For Marchienne-au-Pont and Drogenbos, the negotiations have now jumped off. However, this does not prevent these sites from joining the under-used or unused sites and will therefore be subject to the tax.
The only danger that exists is that it is said that Electrabel will roll in a comfortable situation and ⁇ will pay the fee to avoid competition. This is a ⁇ high amount of 11,000 euros per megawatt. So that is a huge amount, certain and fixed if we look at the actual cost of a Eurowatt of electricity produced. However, this is an additional given. This is also new since this week. We now know every day exactly the trade and what a megawatt costs and means. The stock market is there. Assuming that Electrabel at a certain moment says that one takes the bluts with the buil and adds the 11,000 euros per megawatt, then that is immediately translated into the cost price, in such a shrinking way that everyone will see that it is the ordinary recovery.
In other words, in any case, there is already a pressure agent, apart from the promises made on the part of Suez-Electrabel within the merger. They have announced that they will allow three players to enter the market with a similar portfolio. This, of course, means that capacity will have to be released. This will also include the underused or unused capacity.
Mrs. Creyf, I agree with you in the sense that great vigilance is required. It will not be a magic remedy; that is clear. I hope that the work will be of such nature that we can effectively, through the introduction of this law, force the former monopoly to release the portion of capacity that it does not use, and for which permissions were granted, also to other players on the market.
#77
Official text
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik kan u voor een groot deel volgen. Er zijn inderdaad initiatieven genomen en stappen gezet naar een betere marktwerking en het verminderen van de dominantie van de speler. De wijze waarop de drie eerste minder of niet-benutte sites ter beschikking zijn gesteld, doet ons echter enigszins aarzelen, vooral omdat de onderhandelingen over twee van de drie sites afgesprongen zijn. Ik hoop dus dat de zware boete een incentive is voor Electrabel, maar niet doorgerekend zal worden aan de consument. Dat zou natuurlijk een kwalijke evolutie zijn voor iedereen.
Translated text
Mr. Minister, I thank you for your response. I can follow you for a large part. Indeed, initiatives have been taken and steps have been taken to improve market performance and reduce player dominance. However, the way in which the first three less or unused sites have been made available makes us somewhat hesitant, especially since the negotiations on two of the three sites have failed. So I hope that the heavy fine is an incentive for Electrabel, but will not be transferred to the consumer. That would, of course, be a bad evolution for everyone.
#78
Official text
Ik zou mij niet blindstaren op de eerste verkopen van sites, want toen waren het sites die door Electrabel zelf zijn aangeduid. We herinneren ons nog allemaal de kritieken die toen bestonden bij de kandidaat-producenten die zeiden dat het niet de meest interessante waren. Zij wisten er veel interessantere liggen. Door het feit dat men nu een heffing zal opleggen op alle niet-benutte sites, zal men op een bepaald ogenblik de vrije markt moeten laten spelen op dat vlak. Ik verhoop dat op dat ogenblik ook sites die interessanter zijn dan de eerst aangebodene in aanmerking zullen komen om toegewezen te worden aan nieuwe concurrenten.
Translated text
I would not blindly look at the first sales of sites, because then they were sites designated by Electrabel itself. We all remember the criticisms that existed at the time with the candidate producers who said they were not the most interesting. They knew there was much more interesting. Because of the fact that one will now impose a tax on all unused sites, one will at some point have to let the free market play in that area. I hope that at that point also sites that are more interesting than the first offered will be eligible to be assigned to new competitors.
#79
Official text
Mijnheer de voorzitter, het betreft een ontwerp dat in een betere regeling moet voorzien wanneer een verontreiniging door schepen wordt vastgesteld.
Minister Landuyt heeft toegelicht dat daaromtrent afspraken zijn gemaakt met de parketten van Brugge en Oostende opdat er adequater zou kunnen opgetreden worden bij een dergelijke schending of lozing. We hebben daarbij slechts vijf minuten stilgestaan in commissie en alle fracties konden met dit ontwerp leven.
Translated text
Mr. Speaker, this is a draft that should provide for a better regulation when a pollution from ships is detected.
Minister Landuyt explained that agreements have been made with the parks of Bruges and Oostende in this regard in order to be able to take more adequate action in the event of such violation or discharge. We stood in the committee for only five minutes and all the groups were able to live with this draft.