plenum van 2011-04-28 14:16:00+00:00 in Chamber of representatives

General information

Full name: plenum van 2011-04-28 14:16:00+00:00 in Chamber of representatives
Type: plenum
URL: https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/53/ip030x.html
Parliament: Chamber of representatives

You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!

Propositions that were discussed

Code	Date	Adopted	Title
53K1106	21/01/2011	✔	Projet de loi modifiant la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisation.
53K0382	13/10/2010	✔	Proposition de résolution visant à reconnaître le syndrome de la fibromyalgie et à améliorer la prise en charge globale des patients qui en sont atteints.
53K0219	28/09/2010	✔	Projet de loi visant à interdire le port de tout vêtement cachant totalement ou de manière principale le visage.

Discussions

You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.

Discussions statuses

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#4	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#5	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#6	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#11	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#12	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#13	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#14	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#15	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#16	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#17	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#18	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#19	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#20	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#21	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#22	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#23	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#24	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#25	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#26	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#27	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#28	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#29	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#30	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#31	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#32	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#33	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#34	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#35	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#36	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#37	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#38	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#39	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#40	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#41	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#42	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#43	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#44	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#45	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#46	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#47	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#48	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#49	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#50	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#51	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#52	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#53	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#54	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#55	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#56	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#57	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#58	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#59	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#60	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#61	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#62	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#63	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#64	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#65	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#66	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#67	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#68	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#69	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#70	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#71	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#72	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#73	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙

#0

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, collega’s, de commissie voor de Binnenlandse Zaken heeft de wetsvoorstellen besproken in haar vergadering van 30 maart 2011. Met 14 stemmen tegen 1 bij 1 onthouding heeft de commissie besloten niet het advies in te winnen van de afdeling wetgeving van de Raad van State. Voorts heeft zij met 15 stemmen tegen 1 het verzoek verworpen om hoorzittingen te organiseren.

Mevrouw De Permentier heeft het basisvoorstel verder toegelicht in de commissie. Zij verwees hierbij naar de bespreking die vorig jaar reeds rond dit voorstel werd gevoerd, toen een gelijkaardig wetsvoorstel voor de plenaire vergadering van de Kamer werd goedgekeurd in de vergadering van 28 april 2010. Dit wetsontwerp werd echter door de ontbinding van de Kamers niet meer door de Senaat behandeld. Het voorliggende voorstel legt dus opnieuw een zelfde tekst voor ter goedkeuring van het Parlement.

Mevrouw De Permentier heeft er eveneens op gewezen dat ons land toen het eerste Europese land was waarin dergelijk verbod werd goedgekeurd. Ondertussen werd reeds een verbod ingesteld in Frankrijk en wordt ook in andere Europese landen wetgevend werk geleverd om een dergelijk verbod in te stellen. Volgens de spreekster is het noodzakelijk dat eenieder in het openbaar identificeerbaar moet zijn. Het onttrekken hieraan veroorzaakt moeilijkheden op het vlak van de openbare veiligheid. Mevrouw De Permentier wijst vervolgens op de diverse gemeentelijke reglementen die op dit vlak bestaan om een verbod in te stellen, maar die zorgen voor rechtsongelijkheid tussen de inwoners van de verschillende gemeenten waar al dan niet een verbod bestaat.

Tot slot wijst de spreekster op het respect voor de culturele diversiteit. Die diversiteit moet echter hand in hand gaan met een model van beter samenleven. De praktijk van de boerka wordt in vele landen door vrouwen bestreden. Het hoort ook aan ons land toe, volgens de spreekster van de MR, om hen een signaal van steun te geven in hun strijd.

Mevrouw Ponthier licht in naam van haar groep een gelijkaardig wetsvoorstel toe en verwijst hiervoor eveneens naar de bespreking van het vorige ontwerp op het einde van vorige legislatuur. De beweegredenen van het Vlaams Belang zijn volgens de spreekster in eerste instantie gericht tegen de toenemende islamisering. Daarnaast moet het verbod op dergelijke kleding ook de openbare veiligheid bevorderen, zodat identificatie van personen ten allen tijde mogelijk is. Tot slot wijst de spreekster op de onmogelijkheid van verbale en niet-verbale communicatie die door dergelijke kleding wordt veroorzaakt. Bovendien moet volgens mevrouw Ponthier de wettelijke regeling tegemoetkomen aan de gemeentelijke vraag naar meer rechtszekerheid.

Mevrouw Ponthier wijst tevens op de symbolische waarde die schuilgaat achter het dragen van de boerka. Die komt volgens haar fractie overeen met het verwerpen van alle Westerse normen en waarden en staat voor de beknotting van de fundamentele rechten van de mens, en van de vrouw in het bijzonder.

Translated text

The Internal Affairs Committee discussed the bills at its meeting on 30 March 2011. With 14 votes against 1 to 1 abstinence, the committee decided not to obtain the opinion of the Legislative Division of the State Council. It also rejected, with 15 votes against 1, the request to hold hearings.

Ms. De Permentier further explained the basic proposal in the committee. She referred to the discussion already held on this proposal last year, when a similar bill for the plenary session of the Chamber was adopted in the session of 28 April 2010. However, this bill was no longer dealt with by the Senate due to the dissolution of the Chambers. The present proposal therefore again proposes the same text for Parliament’s approval.

Mrs De Permentier also pointed out that our country was the first European country in which such a ban was approved. Meanwhile, a ban has already been imposed in France and legislative work is also being done in other European countries to impose such a ban. According to the speaker, it is necessary that everyone should be publicly identifiable. Withdrawal from them creates difficulties in the field of public safety. Mrs. De Permentier then points out the various municipal regulations that exist in this area to impose a ban, but which ensure legal inequality between the inhabitants of the different municipalities where there is a ban or not.

Finally, the speaker points out respect for cultural diversity. However, this diversity must go hand in hand with a model of better coexistence. The practice of the burka is combated by women in many countries. It also belongs to our country, according to the spokeswoman of the MR, to give them a signal of support in their fight.

Ms. Ponthier submitted a similar bill on behalf of her group and also referred to the discussion of the previous draft at the end of the previous legislature. The motives of the Flemish Interest are, according to the speaker, in the first instance directed against the increasing Islamization. In addition, the prohibition on such clothing should also promote public safety, so that identification of persons is possible at all times. Finally, the speaker points out the impossibility of verbal and non-verbal communication caused by such clothing. Furthermore, according to Ms. Ponthier, the legal system must meet the municipal demand for greater legal certainty.

Mrs Ponthier also points out the symbolic value hidden behind the wear of the burka. It represents the rejection of all Western norms and values and represents the restriction of the fundamental rights of man, and of women in particular.

#1

Official text

                    
                    Van dit verbod gaat volgens mevrouw Ponthier een emancipatorische kracht uit voor deze vrouwen, maar tegelijk verbetert het de openbare veiligheid.

Mevrouw Fonck stelt ook haar voorstel voor, dat aan dit basisstuk werd gekoppeld en een zelfde doel nastreeft. Haar voorstel gaat uit van een bekommernis om het samenleven van mensen. De spreekster wijst op het vrij recente fenomeen van de boerka in onze samenleving, dat nochtans steeds in omvang toeneemt. Het zou volgens mevrouw Fonck onverstandig zijn te wachten met maatregelen tot het gebruik ingeburgerd is.

Voor de cdH-fractie betekent het dragen van de alles bedekkende sluier een drastische breuk met de fundamentele beginselen van onze samenleving, alsook met het samenleven, de burgerzin en de maatschappelijke band. De visuele herkenning via het gelaat en de gelaatsuitdrukking is fundamenteel in onze samenleving, wat door het dragen van de alles bedekkende sluier wordt belemmerd.

Het gebruik van de alles bedekkende sluier doet volgens mevrouw Fonck ook afbreuk aan de menselijke waardigheid en identiteit. Het onttrekt de vrouwen in kwestie aan elke vorm van menselijkheid. Het staat tevens symbool voor het ontkennen van fundamentele rechten, zoals het recht op onderwijs, het recht te beschikken over het eigen lichaam, het recht vrij te gaan en te staan op de openbare weg, en het recht op een eigen en vrije meningsuiting.

Daarnaast wijst mevrouw Fonck op het aspect van de veiligheid. Zij verwijst onder meer naar de aanvallen op postkantoren in Frankrijk waar de daders zich onherkenbaar hadden gemaakt met allesbedekkende sluiers.

Ten slotte moet ook op de juridische problemen gewezen worden, en op de problemen die rijzen bij de toepassing van gemeentelijke reglementen die een verbod instellen. Er is volgens de spreekster nood aan een duidelijke wetgeving opdat alle burgers dezelfde rechtspositie hebben.

Het wetsvoorstel van cdH gaat uit van de vrijheid te gaan en te staan, maar men moet wel op elk moment kunnen worden herkend en geïdentificeerd. Geen enkele vrijheid is volgens haar fractie absoluut. Dit wetsvoorstel legt dan ook bepaalde limieten op. Nochtans kan ook cdH zich terugvinden in de tekst die als basisvoorstel wordt voorgelegd.

Bij de algemene bespreking wijzen de verschillende sprekers van CD&V, PS, Open Vld, N-VA, MR, LDD en de Ecolo/Groen-fractie op het belang van dit wetsvoorstel. Hun argumentatie voor steun aan dit wetsvoorstel is telkens gebaseerd op dezelfde elementen: het in gedrang komen van de openbare veiligheid door de niet-identificeerbaarheid van personen met alles bedekkende kledij, de noodzaak in een wettelijke regeling te voorzien naast de mogelijkheid tot gemeentelijke administratieve sanctionering.

De principiële redenen waarom de sprekers zich verzetten tegen de boerka of nikab zijn dat zij een aantasting zijn van de menselijke waardigheid en dat zij de gelijkheid en menselijke behandeling van vrouwen tegengaan.

Translated text

According to Ms. Ponthier, this prohibition implies an emancipatory force for these women, but at the same time it improves public safety.

Ms Fonck also proposes her proposal, which was linked to this basic piece and pursues the same objective. His proposal is based on a concern for the coexistence of people. The speaker points to the relatively recent burka phenomenon in our society, which, however, is increasing in size. According to Ms. Fonck, it would be unreasonable to wait with measures until the use is embedded.

For the CDH group, wearing the all-covering veil means a drastic break with the fundamental principles of our society, as well as with coexistence, citizenship and social bonds. The visual recognition through the face and facial expression is fundamental in our society, which is hindered by wearing the all-covering veil.

According to Ms Fonck, the use of the all-covering veil also undermines human dignity and identity. It deprives the women in question of any form of humanity. It also symbolizes the denial of fundamental rights, such as the right to education, the right to dispose of one’s own body, the right to freely go and stand on the public road, and the right to one’s own and free expression.

Furthermore, Ms Fonck points out the security aspect. It refers, among other things, to the attacks on postal offices in France where the perpetrators made themselves unrecognizable with all-covering veils.

Finally, it should also be pointed out the legal problems, as well as the problems arising in the application of municipal regulations which impose a ban. According to the speaker, there is a need for clear legislation so that all citizens have the same legal status.

The CDH bill assumes freedom to go and stand, but one must be able to be recognized and identified at any time. No freedom is, according to his group, absolute. This legislation sets certain limits. However, CDH can also be found in the text submitted as a basic proposal.

During the general discussion, the various speakers of CD&V, PS, Open Vld, N-VA, MR, LDD and the Ecolo/Groen group point out the importance of this bill. Their argument for supporting this bill is always based on the same elements: threatening public security by the non-identification of persons with all-covering clothing, the need to provide for a legal regulation in addition to the possibility of municipal administrative sanction.

The principled reasons why the speakers oppose the burka or nikab are that they are a violation of human dignity and that they oppose equality and human treatment of women.

#2

Official text

                    
                    Mevrouw Almaci kan zich eveneens in de doelstellingen van het voorstel terugvinden, maar vreest voor de toepasbaarheid en stelt voor eerst het advies van de Raad van State te vragen. Zoals eerder opgemerkt, werd dit verzoek verworpen. Voorts vindt mevrouw Almaci dit onvoldoende. Volgens haar moet er vooral werk worden gemaakt van een beter omkadering van de slachtoffers van dergelijke praktijken. Zij vreest dat deze slachtoffers anders twee maal slachtoffers worden.

Mevrouw Brems vraagt hoorzittingen met de mensenrechten- en vrouwenrechtenorganisaties te organiseren. Ook dit verzoek werd verworpen. Zij is het niet eens met de stelling dat meerdere landen zich achter dergelijk verbod scharen. Zij verwijst daarbij naar eerder werk dat zij als academicus omtrent dat thema heeft verricht. Mevrouw Brems beroept zich verder op de visie van verschillende organisaties en instanties die menen dat een dergelijk verbod indruist tegen de fundamentele mensenrechten en de grondwettelijke vrijheden.

De heer Dedecker dient een amendement in dat voorziet in een nieuw artikel 563bis van het Strafwetboek. Het bevat een uitdrukkelijk verbod op allesverhullende islamitische klederdracht, met name boerka of nikab, in de voor het publiek toegankelijke plaatsen. Dat amendement wordt verworpen.

De heer Dedecker dient ook een tweede amendement in dat ertoe strekt het opschrift te wijzigen in “een uitdrukkelijk verbod op het dragen van de boerka of de nikab.” Ook dat amendement wordt verworpen.

Het gehele wetsvoorstel wordt eenparig aangenomen.

Tot hier gaat het verslag.

Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij zijn er met CD&V van overtuigd dat een wettelijke regeling die een algemene bepaling in de Strafwet opneemt, naast de mogelijkheid om ook nog gemeentelijk administratief op te treden, de beste manier is om een dergelijk verbod op te leggen.

Het is duidelijk dat er verschillende redenen zijn waarom wij in ons land de praktijk van de allesverhullende kledij niet aanvaardbaar vinden.

Het vrijwaren van de veiligheid is voor ons essentieel. Het is niet zozeer een objectief gevaar dat uitgaat van het dragen van gelaatsverhullende kledij, maar veeleer een subjectief onveiligheidsgevoel. Het gezicht speelt immers een belangrijke rol in het sociaal contact tussen mensen. Wie zich intentioneel onttrekt aan die sociale interactie, creëert nu eenmaal argwaan tegenover de medemens. Bovendien moet iedereen die zich op de openbare weg bevindt, te allen tijde identificeerbaar zijn.

Wij zijn van mening dat iedereen het recht heeft om een bepaalde geloofsovertuiging en -uiting te hebben, maar die uiting moet wel degelijk passen binnen onze normen en waarden, binnen onze maatschappij en onze wetten. Het dragen van gelaatsbedekkende kledij past daar duidelijk niet in.

Wij willen nogmaals herhalen dat dit verbod niet tegen een bepaalde geloofsovertuiging is. Het verbod is algemeen en verbiedt elke mogelijke kledingdracht die identificatie en face-to-face contact onmogelijk maakt. Het is wel gericht tegen een bepaalde strekking van mensen die zich afzet tegen onze manier van samenleven, een open maatschappij waar gelijkheid van iedere mens centraal staat. Dat verbod is dan ook een zeer duidelijk signaal dat wij dergelijke praktijken in onze samenleving niet dulden.

Elke vrijheid heeft zijn grenzen, en die begint daar waar men aan andere mensen grenzen oplegt.

Translated text

Ms. Almaci may also find herself in the objectives of the proposal, but fears its applicability and proposes first to seek the opinion of the State Council. As mentioned earlier, this request was rejected. Furthermore, Ms Almaci considers this to be insufficient. In particular, work should be done to better frame the victims of such practices. They fear that otherwise these victims will become victims twice.

Ms. Brems calls for hearings with human rights and women’s rights organizations. This request was also rejected. She disagrees with the assertion that several countries support such a ban. She refers to previous work that she has done as an academic on the subject. Ms. Brems further invokes the views of various organizations and bodies who consider that such a ban violates fundamental human rights and constitutional freedoms.

Mr Dedecker submits an amendment that provides for a new article 563bis of the Criminal Code. It explicitly prohibits all-covering Islamic clothing, especially burka or nikab, in places accessible to the public. This amendment is rejected.

Mr. Dedecker should also introduce a second amendment aiming to change the headline to “an explicit prohibition on wearing the burka or the nikab.”

The entire bill is unanimously adopted.

This is where the report goes.

Mr. Speaker, colleagues, we are convinced with CD&V that a legal regulation that incorporates a general provision in the Criminal Law, in addition to the possibility to take municipal administrative action, is the best way to impose such a ban.

It is clear that there are several reasons why we find the practice of all-covering clothing in our country unacceptable.

Maintaining security is essential to us. It is not so much an objective danger that proceeds from wearing face-covering clothing, but rather a subjective sense of insecurity. After all, the face plays an important role in social contact between people. Anyone who deliberately evades this social interaction creates suspicion towards his fellow human beings. In addition, everyone on the public road must be identifiable at all times.

We believe that everyone has the right to have a certain belief and expression, but that expression must indeed fit within our norms and values, within our society and our laws. The wear of face-covering clothes clearly does not fit in this.

We would like to reiterate that this prohibition is not against a particular belief. The ban is general and prohibits any possible wear that makes identification and face-to-face contact impossible. It is directed against a certain range of people who oppose our way of coexistence, an open society where equality of every human being is central. That prohibition is therefore a very clear signal that we do not tolerate such practices in our society.

Every freedom has its limits, and it begins where one imposes limits on other people.

#3

Official text

                    
                    De verplichting of de vrije keuze om een boerka te dragen doet afbreuk aan de vrijheid van onze hele samenleving en de waarden waarvoor wij allemaal staan. Wij kunnen dit niet aanvaarden. Wij mogen dit niet aanvaarden.

CD&V zal dit voorstel dan ook goedkeuren.

Translated text

#4

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, collega’s, eerst en vooral wijs ik erop dat de N-VA-fractie heel consequent het voorliggend voorstel opnieuw zal steunen, net zoals tijdens de vorige legislatuur en in de commissie, enkele weken geleden.

Ik zal mijn uiteenzetting kort houden, maar wel een aantal argumenten aanhalen die aangeven waarom wij het een sterk en goed voorstel vinden.

Collega’s, er zijn verschillende redenen waarom mensen hun gelaat willen bedekken. Om die redenen in hun culturele context te kunnen plaatsen, moeten wij de cultuur in onze maatschappij splitsen, enerzijds in de privécultuur en anderzijds in de publieke cultuur. De privécultuur betreft de persoonlijke levenssfeer en uit zich in eetgewoontes, levensstijl en eventueel kleding. De publieke cultuur houdt het geheel van waarden en normen van onze maatschappij in.

Ik zal dit even duiden aan de hand van een voorbeeld.

Wanneer iemand thuis in zijn woonkamer een bivakmuts wil opzetten, kan hij dat volgens ons zonder problemen doen. Wanneer die persoon zich echter met een bivakmuts op zijn hoofd in de openbare cultuur begeeft, dan betreedt hij de leefwereld van onze maatschappij, waar normen en waarden gelden, rond dewelke wij allen samenleven en rond dewelke wij allen gewoon zijn te leven. Betreedt hij onze leefwereld met een bivakmuts op zijn hoofd, dan verstoort hij deze leefwereld. Onze mensen, onze maatschappij met haar normen en waarden, geven immers aan dat zij zoiets niet op straat willen tegenkomen. Eenieder heeft daarvoor zijn eigen redenen, maar het gaat sowieso om een vaste waarde.

Tijdens de vorige commissievergadering heb ik gemerkt dat sommige leden van de problematiek steevast een religieus debat willen maken. Laat het duidelijk zijn dat deze materie voor ons veel verder gaat en veel breder is dan een boerkaverbod. Wij hebben het over een algemeen verbod en een algemene sanctie, om onze maatschappij, zoals wij ze gewend zijn, leefbaar te houden.

Voor de leden die toch op het religieus aspect blijven hameren, heb ik twee opmerkingen. Ten eerste, niemand kan aanvaarden dat religieuze regels of reglementen van om het even welke godsdienst boven onze wetten komen te staan.

Translated text

Mr. Speaker, colleagues, first and foremost, I would like to point out that the N-VA Group will very consistently again support the present proposal, just as during the previous legislature and in the committee, a few weeks ago.

I will keep my presentation brief, but I will add a few arguments that indicate why we find it a strong and good proposal.

Colleagues, there are several reasons why people want to cover their face. In order to put these reasons in their cultural context, we must divide culture in our society, on the one hand in private culture and on the other in public culture. Private culture refers to the personal sphere of life and expresses itself in eating habits, lifestyle and possibly clothing. Public culture comprises the whole of values and norms of our society.

I will explain this by an example.

When someone wants to install a bivakmuts in his living room at home, he can do so without problems. However, when that person enters the public culture with a buffalo on his head, he enters the living world of our society, where norms and values apply, around which we all coexist and around which we are all accustomed to live. If he enters our world of life with a bivakmuts on his head, then he disturbs this world of life. After all, our people, our society with its norms and values, indicate that they do not want to encounter such a thing on the streets. Everyone has their own reasons for this, but it is a fixed value anyway.

During the previous committee meeting I noticed that some members of the problem constantly want to make a religious debate. Let it be clear that this matter for us goes much further and is much broader than a burka ban. We are talking about a general ban and a general sanction, to keep our society, as we are accustomed to it, alive.

For the members who continue to hammer on the religious aspect, I have two comments. First, no one can accept that religious rules or regulations of any religion come above our laws.

#5

Official text

                    
                    Ten tweede, de collega’s die ooit hebben durven beweren dat wij met dit verbod de moslims zouden viseren hebben het ook fout. Het tegendeel is waar. Het is een goede wet voor de moslimgemeenschap die zich in onze maatschappij wenst te integreren. Zij zullen blij zijn met deze wet. De dames die nu vrij kunnen rondlopen in onze maatschappij zullen opgelucht ademhalen. Zij zullen wel bij onze maatschappij betrokken worden, zij zullen niet langer bekeken worden als extremisten en zullen verlost zijn van alle excessen en vooroordelen waarmee zij soms worden geconfronteerd.

Het is slechts een kleine groep van moslimextremisten die dit veroorzaakt hebben en die dit nu niet langer zullen kunnen. Het is dus niet gericht tegen de moslimgemeenschap. Laten wij duidelijk zijn, extremisten kunnen slechte dingen veroorzaken, ook de katholieken; niet elke katholiek is lid van Opus Dei.

Ik kom tot mijn besluit. Voor de N-VA-fractie is dit een goede, belangrijke wet. Ze is goed voor het behoud van onze maatschappij, onze waarden en onze normen.

Translated text

#6

Official text

                    
                    Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le port du voile intégral est, pour mon groupe, une des expressions les plus noires de la soumission de la femme. Il faut le dire sans hésiter, le voile intégral n'est pas un symbole religieux, il est le symbole de la soumission et de la réclusion des femmes.

Personne ne reste indifférent à ces images de femmes dont on ne distingue que les yeux, personne ne reste indifférent à ce symbole d'inégalité qu'il représente.

Cela fait un long moment que ce débat est né dans l'opinion publique de la société civile et qu'il s'est déplacé dans le champ politique. Cette proposition de loi a déjà fait l'objet d'un vote unanime voilà juste un an, avant la fin de la législature précédente. Et, de fait, ce consensus s'est retrouvé en commission quant au principe de l'interdiction même du port du voile intégral dans l'espace accessible au public.

Néanmoins, des différences sont survenues dans la réflexion pour savoir s'il fallait légiférer au niveau fédéral, s'il fallait une inscription dans le Code pénal ou s'il fallait laisser aux communes la décision de règlements communaux. Un consensus s'est finalement dégagé, qui nous satisfait, et qui fait que le Parti Socialiste soutiendra cette interdiction du port du voile intégral dans l'espace public.

Et ce, au moins sous trois aspects: d'abord, le respect du droit des femmes dans l'espace public, puis le vivre ensemble et, enfin, la sécurité publique.

Interdire le port du voile intégral sur la voie publique est tout d'abord une question liée au droit des femmes, qu'il faut réaffirmer sans cesse: la femme est libre et l'égale des hommes. Le voile intégral est le symbole de la négation de cette liberté et de cette égalité. Interdire le port de la burqa dans l'espace public équivaut à réaffirmer haut et fort la liberté et l'égalité des femmes.

Nous devons repousser ces idéologies non liées à une religion et qui tentent d'imposer dans l'espace public un symbole d'un rapport homme-femme fondé sur la domination, la pression, voire la menace, ce qui est inadmissible. Nous pouvons mettre en exergue, dans ce cadre, la question de la dignité des personnes.

Peut-on laisser un individu revendiquer dans l'espace public un tel signe d'asservissement qui porte atteinte à sa propre dignité? Pour mon groupe, il est clair que non. Le PS refuse d'entendre que cette proposition porterait atteinte à la liberté religieuse. Je répète que, pour nous, le voile intégral n'est pas un symbole de liberté religieuse, mais un symbole de soumission.

Pour résumer, nous devons et pouvons opposer un refus à l'expression sur la voie publique d'idéologies ou de systèmes de pensée qui nient l'idée de progrès, de civilisation, de démocratie, d'égalité entre les sexes. À l'heure où des débats importants se mènent pour tendre à l'égalité entre les hommes et les femmes, notamment en matière de salaire, ce débat semble anachronique, une discussion d'un autre temps pour ne pas dire une régression ou un retour vers l'obscurantisme.

Une deuxième motivation est la dimension du vivre ensemble, essentielle à nos yeux.

Translated text

Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the wear of the full veil is, for my group, one of the darkest expressions of the submission of women. It must be said without hesitation, the integral veil is not a religious symbol, it is the symbol of submission and reclusion of women.

No one remains indifferent to these images of women whose eyes can only be distinguished, no one remains indifferent to this symbol of inequality that it represents.

It has been a long time since this debate has been born in the public opinion of civil society and has moved into the political field. This bill has already been voted unanimously just a year ago, before the end of the previous legislature. And, in fact, this consensus was found in commission on the principle of the very prohibition of carrying the full veil in the public-accessible space.

Nevertheless, differences have arisen in the reflection on whether to legislate at the federal level, whether to have an inscription in the Criminal Code, or whether to leave to the communes the decision of municipal regulations. A consensus finally emerged, which satisfies us, and which means that the Socialist Party will support this ban on the wear of the full veil in the public space.

And this, at least in three aspects: first, respect for the rights of women in the public space, then live it together, and finally, public security.

Prohibiting the wearing of the full veil on public roads is first and foremost a question related to the rights of women, which must be repeatedly reaffirmed: women are free and equal to men. The integral veil is the symbol of the denial of this freedom and this equality. Prohibiting the wear of the burqa in public spaces is equivalent to reaffirming the freedom and equality of women.

We must reject those ideologies that are not linked to a religion and which attempt to impose in the public space a symbol of a man-woman relationship based on domination, pressure, and even threat, which is unacceptable. In this context, we can highlight the question of the dignity of persons.

Can one allow an individual to claim in the public space such a sign of enslavement that infringes upon his own dignity? For my group, it is clear that not. The PS refuses to hear that this proposal would undermine religious freedom. I repeat that, for us, the integral veil is not a symbol of religious freedom, but a symbol of submission.

To summarize, we must and can oppose a refusal to publicly express ideologies or systems of thought that deny the idea of progress, of civilization, of democracy, of gender equality. At a time when important debates are taking place to tend to equality between men and women, especially in terms of wages, this debate seems anachronous, a discussion of another time not to say a regression or a return to obscurantism.

A second motivation is the dimension of living together, which is essential to us.

#7

Official text

                    
                    La diversité enrichit notre société, certes, mais le visage découvert, c'est tout de même le premier élément du dialogue, du respect de l'identité. Un sourire, un regard, voilà les premiers contacts entre les personnes! Notre société basée sur l'égalité peut-elle excepter cette fin de non-recevoir à tout échange humain, à toute vie sociale épanouie que signifie le port du voile intégral sur la voie publique. Pour mon groupe, il est clair que non!

Enfin, il faut reconnaître que le port du voile dans l'espace public est susceptible de porter atteinte à l'ordre public, parce qu'il permet de dissimuler son visage, mais pas seulement. L'ampleur du vêtement permet aussi de cacher des armes. Même si les situations ne sont pas nombreuses, on a assisté à ce genre de situation extrême chez nos voisins français. Et tout simplement, ce type de vêtement empêche l'identification. Il peut donc être source d'anxiété dans tout lieu fréquenté par le public.

En ce qui concerne les modalités de l'interdiction, mon groupe a toujours privilégié la mise en place de règlements communaux pour régler ce problème. On peut citer des exemples, tant à Bruxelles qu'à Molenbeek, où le système d'amendes communales fonctionne bien.

La proposition dont nous débattons aujourd'hui rencontre notre préoccupation. C'est la raison pour laquelle nous l'approuvons sans réserve, car elle prévoit, d'une part, l'interdiction générale via le Code pénal, mais elle permet, d'autre part, aux communes, dans le cas où les parquets ne sanctionnent pas, de pratiquer ces règlements communaux. Nous voterons donc ce texte sans réserves.

Toutefois, nous attirons votre attention sur la nécessité d'une politique d'explication en la matière. Le but de cette loi n'est pas de stigmatiser une communauté en particulier, à cause de sa foi ou de ses croyances. Je le répète, cette loi ne concerne pas le domaine de la religion et de sa pratique. Elle concerne l'expression du respect du droit des femmes, la sécurité publique et le vivre ensemble au sein de la société.

Chers collègues, je rappellerai, au nom de mon groupe, que nous nous opposerons toujours à celles et ceux qui utilisent les libertés démocratiques pour les retourner contre la démocratie.

Translated text

Diversity ⁇  enriches our society, but the face discovered is the first element of dialogue, of respect for identity. A smile, a look, these are the first contacts between people! Can our equality-based society exclude this purpose of non-receiving from every human exchange, from every fulfilling social life that means wearing the full veil on the public road? For my group, it is clear that not!

Finally, it must be acknowledged that wearing the veil in the public space is likely to infringe on public order, because it allows to hide his face, but not only. The size of the clothes also allows to hide weapons. Although there are not many situations, we have witnessed this kind of extreme situation in our French neighbors. And simply, this type of clothing prevents identification. It can therefore be a source of anxiety in any place frequented by the public.

Regarding the terms of the ban, my group has always favored the establishment of municipal regulations to resolve this problem. Examples can be cited, both in Brussels and Molenbeek, where the system of municipal fines works well.

The proposal we are discussing today meets our concern. This is the reason why we approve it without reservation, because it provides, on the one hand, the general prohibition through the Criminal Code, but it allows, on the other hand, the municipalities, in the event that the prosecutors do not sanction, to practice these municipal regulations. We will therefore vote on this text without reservations.

However, we draw your attention to the need for a policy of explanation in this matter. The purpose of this law is not to stigmatize a particular community, because of its faith or beliefs. I repeat, this law does not concern the domain of religion and its practice. It concerns the expression of respect for women’s rights, public security and living together within society.

Dear colleagues, I will remind, on behalf of my group, that we will always oppose those who use democratic freedoms to turn them against democracy.

#8

Official text

                    
                    Monsieur le président, chers collègues, voilà maintenant un an que nous avons débattu de cette proposition de loi que nous avons déposée au début de l'année passée.

Au mois d'avril 2010, il s'est passé deux choses importantes: la démission du gouvernement et le vote, à l'unanimité moins deux abstentions, de l'interdiction du port de la burqa ou du niqab, de tous les vêtements qui cachent partiellement ou totalement le visage.

Nous revenons avec cette proposition car elle n'a pu être relevée de caducité pour poursuivre son chemin vers le Sénat puisque nous sommes toujours dans une période d'affaires courantes. Il nous a semblé utile, pour que cette proposition puisse être suivie d'effets, qu'elle refasse le parcours parlementaire.

Cette proposition a été déposée avec mes collègues Corinne De Permentier, qui l'a fort bien défendue en commission, Denis Ducarme, Jacqueline Galant, Kattrin Jadin, Gwendolyn Rutten et Patrick Dewael. Nous nous réjouissons que ce texte ait pu servir de base aux débats en commission de l'Intérieur et que nous puissions en débattre en séance plénière aujourd'hui.

Je ne cacherai pas qu'il est peut-être nécessaire de répondre à ceux qui considèrent que l'interdiction de vêtements particuliers dans l'espace public ne possède pas un fondement juridique incontestable. On entend souvent ces arguments à propos de cette proposition. Ces arguments ont été utilisés en France lors du vote de l'interdiction de la burqa. L'avis du Conseil d'État français a été interpellant dans le cadre de la notion de défense des libertés individuelles. Je ne veux pas éluder ce problème.

Bien entendu, la ratio legis de la loi que nous proposons aujourd'hui concerne essentiellement la sécurité. Nous avons effectivement cherché la raison la plus "incontestable" pour justifier cette proposition de loi et éviter des remises en question ultérieures. Nous avons insisté sur la nécessité de prévoir une proposition qui interdit pour améliorer la sécurité publique et faire en sorte que cette sécurité ne soit pas mise en danger. C'est une réalité mais cela ne peut être l'unique justification de la proposition dont nous débattons maintenant. D'autres arguments vont au-delà de l'aspect sécuritaire.

Translated text

It has been a year since we discussed this bill, which we submitted at the beginning of last year.

In April 2010, two important things happened: the resignation of the government and the vote, unanimously minus two abstentions, of the ban on the wear of the burqa or niqab, of all clothes that partially or completely hide the face.

We come back with this proposal because it could not be lifted from expiration to continue its path to the Senate since we are still in a period of ordinary business. We found it useful, in order for this proposal to be followed by effects, that it restores the parliamentary path.

This proposal was submitted with my colleagues Corinne De Permentier, who defended it very well in committee, Denis Ducarme, Jacqueline Galant, Kattrin Jadin, Gwendolyn Rutten and Patrick Dewael. We are delighted that this text has served as a basis for debates in the Interior Committee and that we can discuss it in the plenary session today.

I will not hide that it may be necessary to respond to those who consider that the prohibition of particular clothing in the public space does not have an indisputable legal basis. These arguments are often heard about this proposal. These arguments were used in France during the vote on the burqa ban. The opinion of the French Council of State was appealing within the framework of the notion of defence of individual freedoms. I do not want to avoid this problem.

Of course, the ratio legis of the law we are proposing today is essentially about security. We have actually sought the most “unquestionable” reason to justify this bill and avoid subsequent questioning. We insisted on the need to provide for a proposal that prohibits to improve public security and ensure that this security is not endangered. This is a reality, but it cannot be the only justification for the proposal we are discussing now. Other arguments go beyond the security aspect.

#9

Official text

                    
                    Il est vrai que je prends souvent cet exemple de l'attitude que doit adopter un instituteur ou un professeur dans une école lorsqu'il reçoit une maman en burqa qui vient rechercher un enfant dans une cour de récréation. Comment cet instituteur ou ce professeur peut-il avoir l'assurance que la personne qui vient rechercher l'enfant est bien la personne qui peut le faire en toute légalité?

On ne peut nier cet aspect sécuritaire et protectionnel. Toutefois, au-delà, il y a une raison encore plus fondamentale: le fait que nous sommes en charge, me semble-t-il, en tant que parlementaires, en tant que pouvoir législatif, de la protection et de la préservation de l'espace public pour ce qu'il représente en tant qu'espace de liberté. Cette préservation de l'espace public me paraît être un devoir essentiel. Or l'espace public est en danger lorsque la liberté qui s'y exerce menace sa survie elle-même. Il n'y a pas de liberté sans limite, nous le savons! D'ailleurs, la Convention européenne des droits de l'homme prévoit expressément que lorsqu'elle défend la liberté de culte ou la liberté d'aller et de venir, il y ait des possibilités de restriction à ces libertés; en effet, la liberté individuelle se heurte toujours plus ou moins à un certain moment à la liberté d'autrui.

Je pense que le corps même de cette proposition nous indique bien la nécessité de défendre le principe de reconnaissance qui est indissociable du droit. S'il n'y a plus de reconnaissance mutuelle ou de reconnaissance réciproque, il n'y a plus aucun fondement au droit. Que fait le droit sinon régir les relations entre individus? Si ces individus ne savent plus se reconnaître, s'il n'y a plus de relation possible entre ces individus, il n'y a plus matière à régir les relations entre ces personnes. Donc, la reconnaissance mutuelle est un principe essentiel qui fonde le droit; je dirais même qu'il est antérieur au droit. De ce fait, tout ce qui porte atteinte à cette possibilité de reconnaissance mutuelle doit être combattu.

Elisabeth Badinter a très bien pris en compte ces éléments lorsqu'elle est venue déposer devant l'Assemblée nationale française lors du débat sur la même proposition que celle dont nous débattons aujourd'hui. Elle disait: "Je tiens à souligner combien le port du voile intégral est contraire au principe de fraternité.

Translated text

It is true that I often take this example of the attitude a teacher or teacher must take in a school when he receives a mother in burqa who comes to look for a child in a recreational courtyard. How can this teacher or teacher have the assurance that the person who comes to look for the child is indeed the person who can do so legally?

This security and protection aspect cannot be denied. However, beyond this, there is an even more fundamental reason: the fact that we seem to be responsible, as parliamentarians, as legislative power, for the protection and preservation of the public space for what it represents as a space of freedom. This preservation of public space seems to me to be an essential duty. But the public space is in danger when the freedom exercised there threatens its very survival. There is no limitless freedom, we know it! Furthermore, the European Convention on Human Rights expressly provides that when it defends the freedom of worship or the freedom to go and come, there are possibilities of restriction to these freedoms; in fact, individual freedom always more or less at a certain moment clashes with the freedom of others.

I think that the very body of this proposal indicates the necessity of defending the principle of recognition, which is inseparable from law. If there is no longer mutual recognition or mutual recognition, there is no longer any basis for law. What does law do other than govern the relations between individuals? If these individuals no longer know how to recognize each other, if there is no longer a possible relationship between these individuals, there is no longer material to govern the relations between these people. Therefore, mutual recognition is an essential principle that founds the law; I would even say that it is prior to the law. Therefore, anything that undermines this possibility of mutual recognition must be combated.

Elisabeth Badinter very well took these elements into account when she came to present before the French National Assembly during the debate on the same proposal as the one we are discussing today. She said: "I want to emphasize how wearing the integral veil is contrary to the principle of fraternity.

#10

Official text

                    
                    Porter le voile intégral, c'est refuser absolument d'entrer en contact avec autrui ou, plus exactement, refuser la réciprocité ou la reconnaissance. La femme ainsi vêtue s'arroge le droit de me voir mais me refuse le droit de la voir." Elle soulignait cette violence symbolique que représente cette non-réciprocité.

Nous voulons défendre la possibilité de préserver un espace public dans lequel la reconnaissance réciproque et mutuelle reste le fondement des relations interpersonnelles. Bien entendu, certains prétendent que nous irions par-là à l'encontre de la liberté de culte ou de religion. C'est évidemment faux! Il n'y a pas ni dans le Coran, ni dans les Sourates, ni dans les Hadiths, ni dans quelque texte que ce soit de mention ou de référence au voile intégral. Il y a bien entendu une instrumentalisation de cette coutume vestimentaire qui vient d'Afghanistan et des Talibans mais il n'y a aucune dimension religieuse au port de ce vêtement, si ce n'est dans son dévoiement, dans les dérives auxquelles peuvent prêter toutes les opinions, toutes les convictions, toutes les religions.

Nous nous plaçons aujourd'hui sur un autre terrain que celui de la préservation ou non de la liberté de culte. Bien entendu, au-delà de la liberté de culte, il y a la liberté d'expression, la liberté individuelle de porter le vêtement que l'on souhaite. Il y a à cette liberté des limites, des restrictions. Celles-ci doivent être dictées par la nécessité de préserver la qualité de l'espace public et la possibilité, dans cet espace public, de s'exprimer librement. Or, la liberté de l'expressivité, au-delà de la liberté d'expression, passe nécessairement par la reconnaissance et par le visage. Levinas a fort bien fait de dire, dans son ouvrage Totalité et infini, que c'est par le visage que s'exprime la fraternité et l'humanité.

Par cette interdiction, nous voulons marquer notre conviction qu'il est important de préserver l'ordre public, l'espace public et la possibilité de se reconnaître dans une société où la relation entre individus reste un fondement nécessaire. Imaginons un instant que toute personne, dans un espace déterminé, à un moment donné, porterait un vêtement qui le rendrait non identifiable et non reconnaissable. La vie s'arrête!

Translated text

Wearing the full veil means refusing absolutely to come into contact with others or, more precisely, refusing reciprocity or recognition. The woman dressed in this way arrogates the right to see me, but denies me the right to see her." she emphasized this symbolic violence that this non-reciprocity represents.

We want to defend the possibility of preserving a public space in which mutual and mutual recognition remains the foundation of interpersonal relations. Of course, some claim that we would go there against the freedom of worship or religion. This is obviously false! There is neither in the Quran, nor in the Sourates, nor in the Hadiths, nor in any text whatsoever any mention or reference to the full veil. There is, of course, an instrumentalization of this dressing custom that comes from Afghanistan and the Taliban, but there is no religious dimension in the wear of this garment, except in its devotion, in the drifts to which all opinions, all convictions, all religions can lend.

Today we are placing ourselves on a different ground than that of preserving or not preserving the freedom of worship. Of course, beyond the freedom of worship, there is the freedom of expression, the individual’s freedom to wear the clothes you want. There are limits and restrictions to this freedom. These must be dictated by the need to preserve the quality of the public space and the possibility, in this public space, to express themselves freely. But freedom of expression, beyond freedom of expression, necessarily passes through recognition and the face. Levinas has very well done to say, in his work Totality and Infinity, that it is through the face that brotherhood and humanity are expressed.

With this prohibition, we want to mark our conviction that it is important to preserve public order, public space and the possibility of recognizing ourselves in a society where the relationship between individuals remains a necessary foundation. Imagine for a moment that every person, in a given space, at a given time, would wear a garment that would make him unidentifiable and unrecognizable. The life stops!

#11

Official text

                    
                    Je dis toujours à ceux qui s'opposent à cette interdiction: qu'ils aillent au bout du raisonnement et qu'ils réfléchissent à la situation où tout d'un coup plus personne ne serait reconnaissable. La vie serait alors impossible. Elle ne durerait d'ailleurs pas très longtemps sans violences excessives. Quand on considère ces différents arguments, nous devons voter ce texte sans aucune hésitation car il représente une avancée qui permet d'accroître la qualité de l'espace public, de favoriser la reconnaissance des individus.

Reste l'argument lui aussi essentiel: ce que peut représenter l'instrumentalisation d'un vêtement par rapport aux droits et aux valeurs fondamentales, collectives, essentielles qui régissent la vie en société. Parmi ces valeurs figure l'égalité de l'homme et de la femme. Il nous paraît qu'à certains moments, pas toujours, le port de tels vêtements traduit, est le signe de la prise de possession, de la domination de l'homme sur la femme. Cela doit nous interpeller. Au-delà de notre confort quotidien dans notre pays, certaines femmes luttent dans d'autres pays jusqu'à la mort pour défendre leurs droits, pour défendre l'égalité entre l'homme et la femme. Nous n'avons pas le droit de passer cela sous silence, de faire comme si cela n'existait pas et de nous prêter au contraire à une certaine complicité envers ces exactions et ces tentatives de soumission et de domination de la femme.

C'est la troisième raison, au-delà de la sécurité, au-delà de la reconnaissance mutuelle et réciproque, pour laquelle cette loi est importante: reconnaître comme valeur essentielle et fondamentale l'égalité de l'homme et de la femme.

Chers collègues, voilà les trois raisons pour lesquelles cette proposition a été déposée. Ce sont aussi les trois raisons pour lesquelles nous adopterons cette proposition qui, je l'espère, recueillera un très large assentiment.

Translated text

I always say to those who oppose this prohibition: let them go to the end of the reasoning and think about the situation where suddenly no one would be recognizable. Life would be impossible. It would not last long without excessive violence. When considering these different arguments, we must vote this text without any hesitation because it represents an advance that allows to increase the quality of the public space, to promote the recognition of individuals.

The essential argument remains: what can be represented by the instrumentalization of a garment in relation to the fundamental, collective, essential rights and values that govern life in society. Among these values is the equality of man and woman. It seems to us that at some times, not always, the wear of such clothes translated, is the sign of the taking of possession, of the domination of man over woman. This should question us. Beyond our daily comfort in our country, some women in other countries struggle to death to defend their rights, to defend equality between men and women. We do not have the right to silence this, to pretend that it does not exist and, on the contrary, to lend ourselves to some complicity in these abuses and these attempts to submit and dominate women.

This is the third reason, beyond security, beyond mutual and mutual recognition, for which this law is important: to recognize as an essential and fundamental value the equality of man and woman.

Here are the three reasons why this proposal was submitted. These are also the three reasons why we will adopt this proposal which, I hope, will gather a very broad assent.

#12

Official text

                    
                    Mevrouw de voorzitter, collega’s, het debat over wat men gemeenzaam het boerkaverbod is gaan noemen, is een fundamenteel debat. Het hangt samen met de vraag welke samenleving wij willen. Wat is onze kijk op de mens en de menselijke waardigheid, op de gelijkheid van man en vrouw? Waar staan wij voor? Hoe gaan wij om met diversiteit, globalisering, migratie en het verschil in overtuiging, levensbeschouwing en cultuur?

Onze fractie, dat is evident, staat voor een liberale samenleving. Dat is een samenleving in vrijheid. Wie vrijheid zegt, zegt natuurlijk onmiddellijk ook diversiteit. Wij moeten met die diversiteit leren omgaan. Wij moeten daar zelfs ruimte voor creëren. Wij zullen in de loop van de komende jaren onze wetgeving, onze regelgeving en onze samenleving moeten verruimen en verbreden om meer ruimte te geven aan die groeiende diversiteit. Een samenleving in vrijheid is echter ook een samenleving waarin elke mens telt, elke mens uniek is en elke mens kansen moet krijgen om zijn of haar leven uit te bouwen, zijn of haar talenten in te zetten, zich te ontplooien en te emanciperen.

Net daar maakt een boerka of een nikab de zaken moeilijk en onmogelijk. Ze zijn eigenlijk een aanslag op de menselijke waardigheid. Ze tasten de mens aan in zijn essentie. De persoon die een boerka draagt, is namelijk compleet gedesindividualiseerd. Elke menselijke interactie wordt onmogelijk gemaakt. Elke communicatie en elk functioneren als sociaal wezen worden kapotgemaakt. Dat is nu net de essentie van ons mens-zijn. Ook elke mogelijkheid tot emancipatie, tot participatie aan de gemeenschap wordt gehypothekeerd. In die zin is een boerka niet alleen een aanslag op de waardigheid van de betrokken vrouw en wordt niet alleen haar mens-zijn aangetast, eigenlijk tast een boerka of een nikab de waardigheid aan van alle vrouwen en van alle mensen. In die zin is een boerka of een nikab ook de ultieme negatie van samenleven, laat staan multicultureel of intercultureel samenleven.

Translated text

The debate over what is commonly called the burka ban is a fundamental debate. It depends on what kind of society we want. What is our view on man and human dignity, on the equality of man and woman? What are we standing for? How do we deal with diversity, globalization, migration and the differences in beliefs, beliefs and cultures?

Our group, which is obvious, stands for a liberal society. This is a society in freedom. Those who say freedom, of course, immediately say diversity. We must learn to deal with this diversity. We even need to create space for it. We will need to expand and expand our legislation, our regulations and our society over the coming years to give more space to that growing diversity. However, a society in freedom is also a society in which every human being counts, every human being is unique and every human being should be given opportunities to build his or her life, use his or her talents, develop and emancipate.

Just there, a burka or a nikab makes things difficult and impossible. They are actually an attack on human dignity. They touch the human being in its essence. In fact, the person who wears a burqa is completely disindividualized. Any human interaction is made impossible. Every communication and every functioning as a social being is destroyed. That is the essence of our human being. Also, every possibility of emancipation, of participation in the community is mortgaged. In that sense, a burka is not only an attack on the dignity of the woman concerned and not only its human being is compromised, in fact, a burka or a nikab attacks the dignity of all women and of all men. In this sense, a burka or a nikab is also the ultimate denial of coexistence, let alone multicultural or intercultural coexistence.

#13

Official text

                    
                    Sommige collega’s hebben zich de voorbije weken in de commissie ontpopt tot islamologen of moslim- of korandeskundigen. Ik ben dat niet. Ik behoor niet tot die Gemeenschap. Ik wil dat ook in dit debat bewust niet zijn. Religieuze of levensbeschouwelijke voorschriften zijn niet het kader waarin mijn fractie deze wet wenst te evalueren. Ik heb te veel respect voor de vrijheid van levensbeschouwing, voor de vrijheid van godsdienst om van op dit spreekgestoelte te bepalen wat de Koran of een ander heilig boek al dan niet zou voorschrijven.

Mijn kader is een ander kader. Mijn kader is mijn liberale overtuiging. Het respect voor de onaantastbaarheid van elk individu, de Verlichting, de moderniteit. En vanuit dat kader, vanuit die invalshoek kijk ik naar deze problematiek. Ik vind bij Karl Popper, zowat onze goeroe, in zijn boek Open Society and his Ennemies een heel mooi citaat. Hij zegt, ik citeer: “Onbeperkte tolerantie ten aanzien van intolerantie of onverdraagzaamheid leidt uiteindelijk tot het verdwijnen van tolerantie.”

Collega’s, lossen wij het probleem van vrouwen, die om verkeerde redenen worden opgesloten in een kerker van een boerka en een nikab op door die te verbieden? Emanciperen wij daardoor die vrouwen? Geven wij die vrouwen daardoor volwaardige kansen in onze samenleving? Ik zal u daar heel eerlijk op antwoorden: nee. Dat is absoluut onvoldoende. Er is veel meer nodig om mensen te emanciperen. Er is veel meer informatie, betrokkenheid en kansen op emancipatie nodig. Men moet ook mannen kansen aanreiken om hen te emanciperen en hen te bevrijden van vooroordelen en verkeerde denkbeelden. Er is veel meer werk nodig.

Wanneer het alleen maar blijft bij deze wet, bij dit verbod hebben wij onvoldoende onze verantwoordelijkheid opgenomen. Deze wet is een begin en geen eindpunt. Het is een begin voor het geven van kansen aan vrouwen die vandaag deze kansen niet krijgen. Ik zou namens mijn fractie willen oproepen om ter zake meer te doen dan alleen maar het installeren van dit verbod.

Dit verbod is echter ook noodzakelijk. Het is een lijn trekken. Het is duidelijk maken waar wij voor staan, waar onze samenleving, de moderniteit en de Verlichting voor staan. Het is ook een houvast bieden. Het is vrijheid creëren. Het is met open vizier zeggen waarvoor wij staan.

Translated text

In recent weeks, some colleagues in the committee have turned out to be Islamologists or Muslim or Qur’an experts. I am not that. I do not belong to that community. I do not want to be aware of this in this debate either. Religious or philosophical regulations are not the framework in which my group wishes to evaluate this law. I have too much respect for the freedom of conviction, for the freedom of religion, to determine from this speech, what the Qur’an or any other sacred book would prescribe or not.

My framework is another framework. My framework is my liberal belief. Respect for the inviolability of each individual, the Enlightenment, the modernity. And from that context, from that perspective, I look at this problem. I find in Karl Popper, ⁇  our guru, in his book Open Society and his Enemies a very nice quote. He says, I quote, “Unlimited tolerance for intolerance or intolerance ultimately leads to the disappearance of tolerance.”

Colleagues, do we solve the problem of women, who, for the wrong reasons, are locked in a jail of a burka and a nikab by banning it? Are we emancipating these women? Do we give these women full opportunities in our society? I will answer you very honestly: No. This is absolutely insufficient. There is much more needed to emancipate people. Much more information, engagement and opportunities for emancipation are needed. Men must also be given opportunities to emancipate them and free them from prejudice and misconceptions. There is much more work needed.

When it only remains with this law, with this prohibition we have insufficiently included our responsibility. This law is a beginning and not an end point. It is the beginning of giving opportunities to women who today do not get these opportunities. I would like to call on behalf of my group to do more in this regard than just install this ban.

However, this prohibition is also necessary. It is drawing a line. It is to make clear what we stand for, what our society, modernity and the Enlightenment stand for. It is also a houvast offer. It is creating freedom. It is with open vision to say what we stand for.

#14

Official text

                    
                    Madame la présidente, mesdames, messieurs, notre groupe réprouve sans la moindre ambiguïté le port du voile intégral. Ce vêtement qui isole et opprime pose de problèmes de sécurité et de convivialité de l'espace public. Mais il est surtout le signe odieux de la plus grande oppression dont certaines femmes sont encore victimes. Cela est absolument clair et ne peut être toléré. Nous voterons donc en faveur de l'interdiction du port du voile intégral sur la voie publique.

Il est possible que, pour certaines femmes, cette interdiction mène à une incapacité encore plus grande à sortir de chez elles. Il est donc important qu'au niveau communal et dans les quartiers, des actions de contact soient menées avec les femmes que l'on sait cloîtrées chez elles par leur époux ou leur famille si elles ne portent pas ce voile intégral. Ces contacts sont nécessaires afin de leur éviter une trop grande solitude, un trop grand repli sur la vie de famille.

Ce sont des services sociaux spécialisés capables d'intervenir avec tact et professionnalisme qui devront tenter ces contacts avec les femmes et leur famille.

Cela dit, il faut rappeler qu'heureusement, cette question ne concerne qu'un très petit nombre de femmes en Belgique. De plus, les images que nous recevons quotidiennement du printemps arabe qu'elles soient sanglantes ou empreintes de liberté et d'espoir nous montrent vraiment très peu de femmes en burqa, mais plutôt des personnes habillées presque comme vous et moi.

Nous voterons ce texte, mais notre vote ne sera pas unanime. Nous aurions vraiment souhaité que l'avis du Conseil d'État soit demandé afin de nous assurer de la proportionnalité de cette mesure d'interdiction générale au regard des libertés fondamentales telles que consacrées par l'article 9 de la Convention européenne des droits de l'homme.

En l'absence de cet avis, des membres de notre groupe estimeront en âme et conscience ne pas pouvoir voter cette interdiction généralisée, contrairement à la grande majorité d'entre nous.

Translated text

Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. This clothing that isolates and oppresses poses problems of safety and conviviality of the public space. But it is above all the disgusting sign of the greatest oppression of which some women are still victims. This is absolutely clear and cannot be tolerated. Therefore, we will vote in favour of the prohibition of wearing the full veil on public roads.

It is possible that, for some women, this ban leads to an even greater inability to leave their home. It is therefore important that at the communal level and in the neighborhoods, contact actions are carried out with women who are known to be locked in their home by their husband or family if they do not wear this full veil. These contacts are necessary in order to avoid too much loneliness, too much restraint on family life.

These are specialized social services capable of intervening with tact and professionalism that will have to try these contacts with women and their families.

That said, it should be remembered that, fortunately, this issue concerns only a very small number of women in Belgium. Moreover, the images we receive daily of the Arab Spring, whether bloody or imprints of freedom and hope, really show us very few women in burqa, but rather people dressed almost like you and me.

We will vote on this text, but our vote will not be unanimous. We would have really wished that the opinion of the State Council would be sought in order to ensure the proportionality of this general prohibition measure with regard to the fundamental freedoms as enshrined in Article 9 of the European Convention on Human Rights.

In the absence of this opinion, members of our group will feel in their soul and conscience that they will not be able to vote for this widespread ban, unlike the vast majority of us.

#15

Official text

                    
                    Mevrouw de voorzitter, collega’s, niemand zal raar opkijken wanneer ik zeg dat het Vlaams Belang uitermate verheugd is dat hier vandaag een verbod op de boerka en op de nikab wordt goedgekeurd. Net als in tal van andere dossiers wordt hiermee het nut van een rechtlijnige oppositiepartij bewezen. Vlaams Belang was hierin de trendsetter: ons eerste voorstel dateert van 1988. In 2004 diende het Vlaams Belang een wetsvoorstel in tot invoeging in het Strafwetboek van een verbod op het dragen van gelaatsverhullende gewaden in openbare ruimten en op openbare plaatsen. Andere partijen volgden ons, soms noodgedwongen en een beetje tegen heug en meug.

Ik wil hier, net als vorig jaar trouwens, toen het voorstel voor het eerst ter sprake kwam, verwijzen naar de soms nogal hypocriete houding van een aantal partijen zoals Open Vld, die nu medeondertekenaar van het voorstel is geworden, maar wiens minister Turtelboom vorig jaar nog antwoordde op een vraag van collega De Man dat het haar niet aangewezen leek om een stringente regelgeving in te voeren, omdat het maatschappelijk debat omtrent de materie zo divers is. Het kan verkeren, mijnheer Somers.

Ook de fractie van Ecolo/Groen!, die in de commissie met aandrang vroeg om de bespreking van onderhavig voorstel uit te stellen om ter zake een advies aan de Raad van State te vragen en om hoorzittingen te organiseren, heeft het voorstel uiteindelijk goedgekeurd. We weten natuurlijk allemaal waarom ze de goedkeuring uit willen stellen; een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.

Mevrouw Brems, uw argument in de commissie als zou het voorstel bijdragen tot de islamofobie en als zou de beboeting daders maken van slachtoffers, slaat naar onze mening nergens op. Het gaat hier om een ontkennen van de verantwoordelijkheid. De moslimbevolking in dit land en elders in de wereld heeft nood aan een verlichtingsperiode in plaats van dat ze zich laten gijzelen door fundamentalistische gebruiken. En ja, ze zullen het grotendeels zelf moeten doen, maar wij bieden hierbij steun, daar waar nodig.

Mevrouw de voorzitter, collega’s, er zijn meerdere motiveringen die een gebod op gelaatsverhullende gewaden, in de volksmond boerkaverbod genaamd, kunnen rechtvaardigen. Een ervan, en een belangrijke, is het garanderen van de openbare veiligheid, een van de kerntaken van de overheid. Het dragen van een boerka of nikab veroorzaakt problemen met betrekking tot verbale en non-verbale communicatie, inzake identificatie, herkenbaarheid en zelfs verkeersveiligheid. Het garanderen van de openbare veiligheid is natuurlijk wel een van de kerntaken van de overheid en daarom alleen al is het verbod perfect te verantwoorden en het moment om de beslissing te ontnemen aan de gemeentebesturen en die bij de overheid te leggen, is dus nu aangebroken.

Translated text

Mrs. Speaker, colleagues, no one will look strange when I say that the Flemish Interest is extremely pleased that here today a ban on the burka and the nikab is approved. As in many other cases, this proves the usefulness of a straight-line opposition party. Vlaams Belang was the trendsetter in this: our first proposal dates back to 1988. In 2004, the Vlaams Belang submitted a bill to incorporate in the Criminal Code a ban on the wear of face-covering clothing in public spaces and in public places. Other parties followed us, sometimes forced and a little against heug and meug.

I would like to refer here, like last year, when the proposal first appeared, to the sometimes rather hypocritical attitude of some parties such as Open Vld, which has now become a co-signator of the proposal, but whose minister Turtelboom responded last year to a question from colleague De Man that it did not seem appropriate to introduce a strict regulation, because the social debate on the matter is so diverse. It may be there, Mr. Somers.

Also the Ecolo/Groen!, which in the committee urged to postpone the discussion of this proposal in order to ask the State Council for an opinion on the matter and to organise hearings, finally approved the proposal. Of course, we all know why they want to postpone approval; a good understander only needs half a word.

Mrs Brems, your argument in the committee that the proposal would contribute to Islamophobia and that punishment would make the perpetrators of the victims, is, in our opinion, nonexistent. This is a denial of responsibility. The Muslim population in this country and elsewhere in the world needs a period of enlightenment instead of being held hostage by fundamentalist practices. And yes, they will mostly have to do it themselves, but we offer support where necessary.

Mrs. Speaker, colleagues, there are several reasons that can justify a prohibition on face-covering clothing, commonly referred to as the burka ban. One of them, and an important one, is the guarantee of public safety, one of the core tasks of government. Wearing a burka or nikab causes problems related to verbal and non-verbal communication, regarding identification, recognizability and even road safety. The guarantee of public safety is, of course, one of the core tasks of the government and therefore only if the prohibition is perfectly justified and the time to withdraw the decision to the municipal authorities and put it to the government, so now has come.

#16

Official text

                    
                    Een van de meest gebruikte tegenargumenten is het begrip godsdienstvrijheid. Men moet er echter rekening mee houden dat de levensbeschouwelijke vrijheid niet absoluut is – dat werd hier reeds verschillende keren gezegd – en dat ook andere bepalingen van de Grondwet en de universele wetgeving, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dienen te worden gerespecteerd.

Zo voorziet het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens letterlijk in de mogelijkheid tot het opnemen in de wet van beperkingen van de godsdienstvrijheid wanneer die beperkingen kunnen bijdragen tot de openbare veiligheid, de bescherming van de openbare orde, de gezondheid, de zedelijkheid of de bescherming van rechten en vrijheden van anderen. Dat stond ook in de aanbevelingen van de Raad van Europa.

Het Vlaams Belang keert zich heel uitdrukkelijk tegen de zogenaamde godsdienstige argumenten die het dragen van een gelaatsbedekkende sluier rechtvaardigen. In tegenstelling tot wat sommigen beweren, is een sluier of een boerka niet zomaar een lap stof. Het dragen van dergelijke gezichtsbedekkende sluiers symboliseert de onderdrukte, passieve, stemloze en onzichtbare status van de vrouw. Dat is fundamenteel in strijd met de bij ons gangbare positie van de vrouw.

Ook al zijn boerka’s en nikabs niet overal even talrijk aanwezig in onze straten, ze zijn wel een aantoonbaar bewijs van de groeiende radicalisering en het fundamentalisme onder de moslimbevolking in de westerse wereld. Onderzoek wijst trouwens uit dat driekwart van de moslimvrouwen die een sluier, boerka of nikab dragen, hiertoe gedwongen worden door hun echtgenoot of familie. Er is dus zeer zeker sociale druk aanwezig. Vrouwen over de hele wereld voeren dagelijks strijd om onder het juk van de boerka uit te komen. Wij zijn ervan overtuigd dat onderhavig voorstel zal helpen bij hun emancipatiestrijd.

Collega’s, samenvattend, gelaatsbedekkende gewaden of boerka’s en nikabs zijn een symbool van onderwerping, van de ongelijkheid tussen man en vrouw, tussen gelovigen en niet-gelovigen. Ze zijn het symbool van het wij-tegen-zij-denken en van de zelfgekozen afscheuring. Zij zijn een provocatie aan het adres van het vrije Westen.

Het is het bewijs van de mislukte integratie en de manifeste onwil van een deel van de allochtonen om zich aan te passen aan onze samenleving, aan onze gebruiken, aan onze normen en waarden.

Translated text

One of the most widely used counterarguments is the concept of religious freedom. However, it should be taken into account that the freedom of life-vision is not absolute – this has been said here several times – and that other provisions of the Constitution and universal legislation, such as the European Convention on Human Rights, must also be respected.

For example, the European Convention on Human Rights literally provides for the possibility to include in law restrictions on religious freedom when such restrictions can contribute to public security, the protection of public order, health, morality or the protection of the rights and freedoms of others. This was also stated in the recommendations of the Council of Europe.

The Flemish Interest very explicitly opposes the so-called religious arguments that justify the wear of a face-covering veil. Contrary to what some argue, a veil or a burka is not just a lap of fabric. Wearing such face-covering veils symbolizes the oppressed, passive, voiceless and invisible status of the woman. This is fundamentally contrary to the usual position of women.

Even though burka and nikab are not everywhere as numerous in our streets, they are proof of the growing radicalization and fundamentalism among the Muslim population in the Western world. Research also shows that three-quarters of Muslim women who wear a veil, burqa or nikab are forced to do so by their spouse or family. There is ⁇  social pressure. Women around the world struggle daily to get out of the burka’s yoke. We are confident that this proposal will help in their emancipation struggle.

Colleagues, summarizing, face-covering clothes or burkas and nikabs are a symbol of submission, of inequality between male and female, between believers and non-believers. They are the symbol of the we-to-side thinking and of the self-selected detachment. They are a provocation to the free West.

It is the proof of the failed integration and the manifest reluctance of some of the immigrants to adapt to our society, to our customs, to our norms and values.

#17

Official text

                    
                    Het verbod, dat hier vandaag zonder twijfel zal worden goedgekeurd, zal de emancipatie en de assimilatie van die vrouwen ten goede komen.

De hypocriete houding van sommige partijen ter zake zal straks niet beletten dat zij een moedige en noodzakelijke maatregel nemen. In de commissie werd het voorstel reeds unaniem gesteund.

Als straks een grote meerderheid van de Kamer unaniem de groene knopjes indrukt, zal het boerkaverbod in dit land van toepassing worden dankzij de voortrekkersrol van het Vlaams Belang.

Translated text

#18

Official text

                    
                    Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, si le vote a été unanime en commission, les débats n'ont pas été négligés. Nous les avons d'ailleurs déjà tenus il y a un an. Je le précise parce que certains pourraient croire qu'il s'agit d'une discussion en un coup de cuiller à pot. Le moins que l'on puisse dire c'est que ce n'est pas le cas et que chaque parlementaire a pu travailler, dialoguer et débattre de cette proposition.

Je voudrais insister sur ce qui motive mon groupe à avancer vers cette modification législative. Il y a une question importante, que se posent également certaines associations, à laquelle il faut répondre: cette disposition va-t-elle limiter l'exercice des libertés fondamentales? L'exercice des libertés fondamentales est une chose importante, que ce soit la liberté d'aller et venir, que ce soit la liberté d'expression, que ce soit la liberté de religion, etc.

Il est important de rappeler que la liberté d'aller et venir sur la voie publique est un principe fondamental. Vous le savez, le cdH avait choisi, pour cette raison, une autre voie juridique, celle d'une loi spécifique qui réaffirmait cette liberté fondamentale tout en la restreignant et en imposant que toute personne qui se trouve ou se déplace sur la voie publique puisse être reconnue ou identifiée.

Si les libertés sont fondamentales, aucune liberté n'est absolue, tout simplement parce qu'il importe de ne pas nuire aux droits et aux libertés d'autrui. Le législateur doit donc assurer la conciliation des différentes libertés. L'exercice n'est pas nécessairement simple mais c'est à cela que nous nous sommes attelés. Il incombe au législateur d'assurer la préservation de certaines valeurs et de certains impératifs sociaux.

Translated text

If the vote was unanimous in the committee, the debate was not neglected. We already held them a year ago. I’m saying this because some might think it’s a discussion in a pot-to-pot spoon. The least we can say is that this is not the case and that every parliamentary has been able to work, dialogue and debate this proposal.

I would like to emphasize what motivates my group to move forward towards this legislative change. There is an important question, which also arises by certain associations, which must be answered: will this provision limit the exercise of fundamental freedoms? The exercise of fundamental freedoms is an important thing, whether it is freedom to go and come, whether it is freedom of expression, whether it is freedom of religion, etc.

It is important to remember that the freedom to go and come on the public road is a fundamental principle. You know, the CDH had chosen, for this reason, another legal path, that of a specific law that reaffirmed this fundamental freedom while restricting it and imposing that any person who is or moves on the public road can be recognized or identified.

If freedoms are fundamental, no freedom is absolute, simply because it is important not to harm the rights and freedoms of others. The lawmaker must therefore ensure the reconciliation of the different freedoms. The exercise is not necessarily easy, but that’s what we’ve been trying to do. It is the responsibility of the legislator to ensure the preservation of certain values and certain social imperatives.

#19

Official text

                    
                    Pour qu'il y ait une société, il faut d'abord et avant tout qu'un lien social puisse se créer. Et ce qui fait le vivre ensemble, c'est évidemment le fait de pouvoir s'identifier mutuellement. Dans ce sens, le port du voile intégral, mais aussi le port de tout autre accessoire qui cacherait complètement le visage, signifie, en quelque sorte, une fin de non-recevoir à tout échange humain. C'est contraire à la manière dont nous concevons notre vivre ensemble en Belgique.

D'autres arguments peuvent intervenir: celui de la sécurité publique. Je me suis exprimée à ce sujet en commission; celui de la déshumanisation de la femme. En effet, le port de la burqa est souvent la manifestation la plus visible d'autres atteintes violentes aux droits humains, qu'il s'agisse du droit à l'éducation, du droit à la liberté d'expression, du droit à disposer de son corps.

Pour ces femmes, tout reste à faire. Ne croyons pas que cette proposition de loi et cette loi qui sera très certainement votée tout à l'heure va libérer certaines de ces femmes du joug qu'elles peuvent subir. À cet égard, un travail de soutien, d'accompagnement, d'éducation s'avère important. Il reste encore et encore à poursuivre et à intensifier.

Sur le plan juridique, on peut évidemment discuter à souhait sur le cadre et la voie juridique qui serait la plus appropriée. Ce cadre, et la discussion autour de ce cadre, n'est pas simple. Il y a un an, nous avions déjà retravaillé la proposition en introduisant une série d'amendements; le cadre actuel me paraît approprié. Certes, seule la loi peut apporter des restrictions à la liberté de mouvement dans une société démocratique. Il faut le réaffirmer avec force.

Translated text

In order for a society to exist, it must first and foremost be possible to create a social link. And what makes living together, of course, is the fact of being able to identify with each other. In this sense, the wear of the full veil, but also the wear of any other accessory that would completely hide the face, means, in some way, an end of non-receiving to any human exchange. This is contrary to the way we conceive of living together in Belgium.

There may be other arguments: that of public security. I spoke about this in a committee; that of the dehumanization of women. In fact, wearing the burqa is often the most visible manifestation of other violent violations of human rights, whether it is the right to education, the right to freedom of expression, the right to dispose of the body.

For these women, everything remains to be done. Let us not believe that this bill and this law that will most ⁇  be passed soon will free some of these women from the yoke they may suffer. In this regard, a support, accompanying, educational work is important. We need to continue and intensify again and again.

On the legal level, one can of course discuss at will the framework and the legal path that would be most appropriate. This framework, and the discussion around this framework, is not simple. A year ago, we had already reworked the proposal by introducing a series of amendments; I think the current framework is appropriate. Certainly, only the law can bring restrictions to the freedom of movement in a democratic society. It must be reaffirmed with force.

#20

Official text

                    
                    Je réaffirme ici aussi que, dans des principes aussi fondamentaux, il y a un principe d'égalité devant la loi pour toutes les personnes qui résident en Belgique. Le jugement récent du tribunal de police d'Etterbeek, si je ne me trompe, démontre d'ailleurs, s'il le fallait, que les règlements communaux ne peuvent valablement régler un tel problème. C'est d'autant plus vrai quand on voit qu'en Région bruxelloise, il y a de tout et son contraire. Certaines communes l'interdisent totalement, d'autres l'interdisent à certains moments et d'autres encore l'autorisent. Il était important d'avoir une loi égale pour tous.

Chers collègues, nous avons échangé longuement les différents arguments. Il nous faut aller de l'avant. C'est le rôle et la responsabilité des politiques. Nous devons assumer ces responsabilités. Toute personne sur la voie publique doit pouvoir être reconnue et être identifiée. C'est un enjeu fondamental sur la manière dont nous concevons notre vivre ensemble et notre modèle de société.

Translated text

#21

Official text

                    
                    Mevrouw de voorzitter, collega’s, elke mens heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en levensbeschouwing. Dat is een grondrecht. Wij hebben het echter al in andere debatten gezegd: geen enkel recht is absoluut. Wanneer er in onze straten mensen rondlopen met alles verhullende kledij wegens hun overtuiging, wordt de interactie tussen mensen moeilijker en wordt het samenleven een stuk moeilijker. Het opduiken van dergelijke kledij is dus niet iets onschuldigs.

Als groenen staan wij voor een samenleving waar open communicatie en interactie de norm zijn, een diverse samenleving, waar mensen niet naast elkaar maar met elkaar leven.

Hoewel het in feite maar om een handvol mensen gaat, is het voor ons belangrijk aan te geven dat wij geen voorstanders zijn van een dergelijke manier van leven. Het verandert immers niet alleen ons straatbeeld maar ook de sfeer in die straten. Naar zo’n samenleving willen wij niet evolueren, daarover zijn wij het eens. Het is dan ook belangrijk een duidelijk signaal te geven. De vraag is essentieel hoe wij ervoor kunnen zorgen dat deze fenomenen verdwijnen.

Dat betekent dat wie er via wetgeving iets aan wil doen antwoord moet geven op twee zaken.

In geval van een vrije keuze moeten wij ons afvragen wat vrouwen ertoe brengt een dergelijk kledingstuk te gaan dragen en zich zo van onze samenleving af te sluiten. Van waar komt die vervreemding?

In geval van dwang moeten wij ons afvragen op welke manier dit wetsvoorstel de vrouwen die onderdrukt worden kan helpen om onder die dwang uit te geraken.

Het wetsvoorstel dat vandaag voorligt, bestraft personen die een dergelijk kledingstuk dragen. Collega’s, hoewel wij het principieel met de noodzaak van de bestrijding van deze fenomenen eens zijn, vragen de groenen zich af of er geen paradox is in de voorliggende wet. Want hoewel iedereen hier aangeeft – ook wij – te willen handelen uit een emancipatorische reflex, blijkt de letter van de wet er een te zijn waardoor de draagster ervan wordt bestraft. In geval van dwang zal dus diegene die onder druk staat nogmaals boeten. Dit is vreemd, dit is contraproductief.

Collega’s, in precaire discussies als deze moeten wij 100 % zeker zijn van ons stuk. Wij moeten zeker zijn van de beoogde doelen. Het is in die context dat wij in de commissie hoorzittingen vroegen, en een advies van de Raad van State. Wij betreuren het ten zeerste dat deze belangrijke vraag zo licht en zo snel van tafel werd geveegd.

Ik meen dat wij ons over dit ernstige neveneffect moeten bezinnen.

Translated text

Everyone has the right to freedom of thought, conscience and belief. That is a fundamental right. However, we have already said it in other debates: no right is absolute. When in our streets people walk around in all-covering clothes because of their beliefs, the interaction between people becomes more difficult and the coexistence becomes much more difficult. The appearance of such clothes is therefore not something innocent.

As Greens, we stand for a society where open communication and interaction are the norm, a diverse society where people do not live side by side but with each other.

Although in fact it is only a handful of people, it is important for us to indicate that we are not advocates of such a way of life. After all, it changes not only our street image but also the atmosphere in those streets. We do not want to evolve into such a society, we agree on that. It is important to give a clear signal. The question is how we can ensure that these phenomena disappear.

That means that those who want to act through legislation must answer two things.

In the case of a free choice, we must ask ourselves what causes women to wear such a piece of clothing and thus isolate themselves from our society. Where does this alienation come from?

In the case of coercion, we must ask ourselves how this bill can help women who are oppressed to get out of that coercion.

The bill that is presented today punishes those who wear such a piece of clothing. Colleagues, although we agree in principle with the need to combat these phenomena, the Greens wonder whether there is no paradox in the present law. For although everyone here indicates – including us – to want to act from an emancipatory reflex, the letter of the law appears to be one that punishes the bearer of it. In case of coercion, then the one who is under pressure will be fined again. This is strange, this is counterproductive.

Colleagues, in precarious discussions like this, we must be 100% sure of our piece. We must be sure of the intended goals. It is in this context that we asked for hearings in the committee, and an opinion from the State Council. We deeply regret that this important question has been wiped out of the table so slightly and so quickly.

I think we should think about this serious side effect.

#22

Official text

                    
                    Want hoewel elke groene droomt van een samenleving zonder dergelijke kledij, dromen wij ook van een samenleving zonder onderdrukking voor vrouwen en het straffen van vrouwen die al onderdrukt zijn. De vraag is hoe dat doel het best bereikt wordt.

Over de wijze waarop wij dat doel het best bereiken, daarover verschillen de meningen binnen de bevolking, bij mensenrechtenorganisaties en het middenveld en ook binnen de groene fractie.

Het voorstel dat vandaag voorligt, kan dus niet anders dan een eerste signaal zijn waar dringend andere initiatieven op moeten volgen. Vanuit de realiteit van die tweehonderd vrouwen die vandaag in ons land de nikab dragen, moeten wij de bredere context van de positie van vrouwen durven aankaarten en terug vooruit plaatsen. Het moet ons doel zijn om vandaag niet enkel symbolisch en met grote woorden op te treden ten aanzien van die groep alleen, maar om systematisch en aangehouden onze aandacht uit te sturen naar vrouwen in onze samenleving die het slachtoffer zijn van onderdrukking en mishandeling. Dan staat er naast die tweehonderd vrouwen een schrikbarend hoog cijfer van één op vier vrouwen die wel eens van de trap valt, een eufemisme voor een groep die in alle lagen van de samenleving een scala gaande van zware mishandeling tot psychologische druk moet ondergaan. Daartegen moeten we optreden, veel dringender dan wij ons vandaag bewust zijn.

Wij moeten vandaag en morgen met evenveel eensgezindheid de prioriteiten rond wonen, werk en onderwijs voor de kwetsbare groepen in onze samenleving aanpakken in de verschillende parlementen, de achterstelling en de discriminatie die nog steeds een realiteit is voor minderheidsgroepen, vrouwen, holebi’s en allochtonen, en dus onze verantwoordelijkheid opnemen om te zorgen dat mensen – het gaat dan niet om een paar honderd, maar om honderdduizenden – niet vervreemden of uitgesloten worden van onze samenleving.

Ik hoop dat al degenen aan rechterzijde die zonder advies van de Raad van State willen voortgaan, dan ook even snel en gezwind de maatregelen rond praktijktests, evenredige vertegenwoordiging, gelijke kansen en diversiteit zullen ondersteunen die onze fractie heeft ingediend en dat zij op dat vlak de boel niet uitstellen of vertragen, want de statistieken in dat terrein spreken al decennialang meer dan boekdelen.

Translated text

For while every green person dreams of a society without such clothing, we also dream of a society without oppression for women and punishing women who have already been oppressed. The question is how this goal is best achieved.

On how we best ⁇  that goal, opinions differ within the population, among human rights organizations and civil society, and also within the Green Group.

The proposal presented today can therefore only be a first signal that other initiatives need to follow urgently. From the reality of those two hundred women who today wear the nikab in our country, we must dare to draw back and forward the broader context of the position of women. It should be our goal today not only to act symbolically and with loud words towards that group alone, but to systematically and continuously direct our attention to women in our society who are victims of oppression and abuse. Next to those two hundred women, there is a terrifying high figure of one in four women falling down the stairs, an euphemism for a group that has to undergo a range in all layers of society ranging from severe abuse to psychological pressure. Therefore, we need to act, much more urgently than we are aware today.

We must address today and tomorrow with equal unanimity the priorities of living, working and education for the vulnerable groups in our society in the various parliaments, the subordination and discrimination that is still a reality for minority groups, women, holebies and immigrants, and thus assume our responsibility to ensure that people – not a few hundred, but hundreds of thousands – are not alienated or excluded from our society.

I hope that all those on the right side who want to proceed without the advice of the State Council will so quickly and promptly support the measures on practical tests, proportional representation, equal opportunities and diversity submitted by our group and that they do not delay or delay the matter in this regard, because the statistics in that field have been speaking more than booklets for decades.

#23

Official text

                    
                    Madame la présidente, chers collègues, au travers de cette loi interdisant le port de tout vêtement cachant totalement ou de manière principale le visage, se trame un enjeu plus fort que les mots utilisés pour qualifier cette proposition.

En effet, il s'agit d'apporter une solution légale à la problématique du port de la burqa ou du niqab au sein de la société belge. Il aurait très certainement été plus opportun d'intituler plus clairement cette proposition en évitant l'hypocrisie, mais ce n'est pas l'essentiel.

Vous le savez, je suis favorable à une laïcisation totale de l'État, ainsi qu'à une égalité parfaite entre les hommes et les femmes. C'est donc avec une joie non dissimulée – c'est rare au sein de ce parlement – que j'accueille cette proposition de loi que je soutiendrai lors du vote.

Mais permettez-moi de profiter de cette discussion pour justifier ma position et celle de mon parti puisqu'il m'était impossible de le faire durant la précédente législature. À n'en point douter, et cette position est largement soutenue par la population belge, la burqa pose problème et se caractérise par quatre constats; je les développe rapidement.

D'abord, la burqa est une véritable injure aux valeurs de l'État belge. En effet, dans notre société, les croyances religieuses ont toujours fait bon ménage avec le respect de son prochain. Une majorité des Belges est d'accord pour dire que la religion doit relever de la sphère privée et intime de chacun de nous.

Interdire la burqa ou le niqab, c'est donc lutter, avec fermeté, contre un islamisme radical nauséabond qui déforme complètement le message de l'islam. En effet, la burqa ne fait partie d'aucun code vestimentaire musulman; les intégristes islamistes l'ont simplement détournée pour servir leur cause. Ainsi la très grande majorité des musulmans est opposée à la burqa et au niqab.

De mon côté, je suis partisan d'un islam progressiste, intégré, qui accepte les règles de la société belge et qui respecte nos valeurs. Je m'oppose par contre de toutes mes forces au radicalisme religieux qui veut imposer, envers et contre tout, des préceptes d'un autre âge ou des traditions barbares. Selon l'adage, "à Rome, fais comme les Romains". La citation attribuée à St Ambroise se poursuit ainsi: "Où que tu sois, respecte l'usage local si tu ne veux être à personne sujet de scandale".

Le second constat est que la burqa est une insulte à la condition féminine. La femme à qui on inflige de force la burqa ou le niqab est quasiment inaccessible et ainsi exclue de facto de la société. Son existence civile est totalement niée.

Translated text

Madam the President, dear colleagues, through this law, which prohibits the wear of any clothes that completely or primarily hide the face, there is a bigger issue than the words used to qualify this proposal.

In fact, it is about bringing a legal solution to the problem of wearing the burqa or niqab within the Belgian society. It would ⁇  have been more appropriate to title this proposal more clearly by avoiding hypocrisy, but that is not the main thing.

You know, I am in favor of a total secularization of the state, as well as a perfect equality between men and women. It is therefore with an uncovered joy – this is rare in this parliament – that I welcome this bill that I will support at the vote.

But let me take advantage of this discussion to justify my position and that of my party since I was unable to do so during the previous legislature. Without a doubt, and this position is widely supported by the Belgian population, the burqa poses a problem and is characterized by four findings; I quickly develop them.

First, the burqa is a real insult to the values of the Belgian state. Indeed, in our society, religious beliefs have always worked well with respect for their neighbor. A majority of Belgians agree that religion must belong to the private and intimate sphere of each of us.

Prohibiting burqa or niqab, therefore, is to fight, with firmness, against a nauseous radical Islamism that completely distorts the message of Islam. Indeed, the burqa is not part of any Muslim dress code; Islamist integrists have simply diverted it to serve their cause. The vast majority of Muslims are opposed to burqa and niqab.

For my part, I am a supporter of a progressive, integrated Islam that accepts the rules of Belgian society and respects our values. I, on the other hand, with all my strength oppose religious radicalism, which seeks to impose, against and against everything, precepts of another age or barbaric traditions. As the saying goes, “In Rome, do like the Romans.” The quote attributed to St. Ambrose continues as follows: “Wherever you are, respect local usage if you do not want to be scandalous to anyone.”

The second finding is that the burqa is an insult to the female condition. The woman to whom the burqa or niqab is forcibly inflicted is almost inaccessible and thus de facto excluded from society. His civilian existence is completely denied.

#24

Official text

                    
                    L'insulte, c'est aussi de ne pas écouter mais bon, on a l'habitude!

Quand on est enfermé derrière des murs fussent-ils en tissu, que nos droits sont niés et qu'on n'a aucune chance d'en sortir un jour, cela s'appelle tout simplement être en prison, une prison à perpétuité dont les geôliers sont les maris ou les imams intégristes. En interdisant le port de la burqa ou du niqab, c'est un véritable acte de libération que nous posons.

J'aimerais vous lire en ce sens une déclaration de Fadela Amara, présidente de "Ni putes ni soumises" et ex-secrétaire d'État en France. Elle disait: "Le port de la burqa ou du niqab vise à étouffer les libertés fondamentales ainsi qu'à asseoir l'oppression de la femme, sa réduction en esclavage et son humiliation. La burqa ne représenta pas seulement un morceau de tissu mais la manipulation politique d'une religion qui réduit les femmes en esclavage et va à l'encontre du principe d'égalité entre les hommes et les femmes."

Il convient donc de faire tomber les masques (c'est le cas de le dire), non pas sous couvert de la bonne conscience ou d'un discours philosophico-sentimentaliste mais bien pour faire triompher les valeurs essentielles de notre société que sont l'égalité entre les hommes et les femmes et la laïcisation de l'espace public.

Le troisième constat que nous pouvons formuler est que la burqa représente une menace pour l'ordre public. Dissimuler de la sorte son identité pose bien entendu des problèmes pratiques au-delà des considérations éthiques ou morales. Ainsi, comme l'évoquait M. Bacquelaine dans son intervention, laisseriez-vous une personne en burqa chercher des enfants à la sortie de l'école sans savoir quelle est son identité réelle et si les enfants repartent bien avec leur mère. Ce n'est qu'un exemple bien entendu car on peut imaginer qu'un tel vêtement soit utilisé par des personnes mal intentionnées pour commettre des vols ou des faits de violence. Fondamentalement, au sein de l'espace public, chacun d'entre nous se doit d'être identifiable, non seulement par respect mais aussi pour des questions évidentes de sécurité et d'ordre public.

Enfin, dernier constat, la burqa est un frein à l'intégration, un refus du partage avec l'autre et un déni de citoyenneté. En effet, la communication, l'intégration et le partage passent forcément par une identification de la personne avec laquelle on veut entrer en contact. Sans cela, tout contact est impossible.

Translated text

The insult is also not to listen, but well, we get used to it!

When one is locked behind walls, even if they are fabricated, that our rights are denied and that one has no chance of getting out of them one day, this is simply called to be in prison, a perpetual prison whose prisoners are the husbands or the integrist imams. By prohibiting the wear of the burqa or niqab, it is a true act of liberation that we put forward.

I would like to read in this sense a statement from Fadela Amara, president of “Ni putes ni soumises” and former secretary of state in France. She said: “The purpose of wearing burqa or niqab is to stifle fundamental freedoms as well as to seize the oppression of women, their enslavement and their humiliation. The burqa represented not only a piece of fabric but the political manipulation of a religion that reduces women into slavery and goes against the principle of equality between men and women."

It is therefore necessary to bring down the masks (this is the case to say), not under the cover of a good conscience or a philosophical-sentimentalist discourse, but rather to make triumph the essential values of our society which are equality between men and women and the secularization of public space.

The third finding we can formulate is that the burqa represents a threat to public order. To hide his identity in this way, of course, poses practical problems beyond ethical or moral considerations. As mentioned by Mr. Bacquelaine in his intervention, would you let a person in burqa look for children at the exit of school without knowing what is their real identity and whether the children go well with their mother. This is only an obvious example, as one can imagine that such clothing is used by malicious people to commit theft or acts of violence. Basically, within the public space, each of us must be identifiable, not only by respect but also for obvious issues of security and public order.

Finally, last note, the burqa is a barrier to integration, a refusal to share with the other and a denial of citizenship. In fact, communication, integration and sharing necessarily go through an identification of the person with whom one wants to get in contact. Without it, any contact is impossible.

#25

Official text

                    
                    La burqa dépersonnifie la femme et lui ôte son humanité en la rendant marginale. C'est comme si on lui disait: "Avec ce vêtement, tu n'es plus identifiable, tu n'es plus personne, tu n'as pas ta place dans l'espace civil."

Vous aurez compris que cette proposition doit être accueillie favorablement afin de faire triompher des valeurs qui nous sont communes.

Il ne nous est pas souvent arrivé, dans ce parlement, d'avoir la possibilité de discuter de ce genre de sujet qui est bien souvent confisqué par la gauche bien pensante. Mais aujourd'hui, j'ai la nette sensation…

Translated text

#26

#27

Official text

                    
                    Pour une fois, je suis d'accord avec le PS, ce qui est exceptionnel!

Toujours est-il qu'aujourd'hui, j'ai la nette sensation que nous rendons aux femmes "grillagées" leurs droits et leur liberté.

Henri Jeanson disait que "nous n'avons qu'une seule liberté, celle de nous battre pour conquérir la liberté". C'est ce que nous sommes en train de faire aujourd'hui, chers collègues.

Il reste à espérer qu'il n'y ait pas de dissolution des Chambres avant que cette proposition ne soit adoptée définitivement. J'espère également que nous pourrons voter dans un avenir proche une loi visant l'interdiction du port du voile ou de tout signe religieux ostentatoire à l'école, dans les entreprises et les administrations publiques ainsi que dans tous les organes de l'État, notamment dans les différents parlements. C'est en tout cas la position que je défendrai au nom de mon parti en espérant qu'un large soutien pourra se manifester en la matière.

Je vous remercie même si l'attention n'était pas vraiment présente!

Translated text

#28

Official text

                    
                    Mevrouw de voorzitter, collega’s, het voorstel waarover wij vandaag zullen stemmen, zal ervoor zorgen dat wij voortaan beboet kunnen worden als wij op het strand zitten in onze bikini met een grote modieuze zonnebril op en een groot uitgevallen zonnehoed of pet. Wij zullen eveneens beboet kunnen worden als wij op onze fiets de Brusselse file voorbijsteken met een stofmasker op om de uitlaatgassen te trotseren. Of als wij in de winter onze muts tot net boven onze ogen trekken en onze sjaal tot aan onze neus. Als onze kinderen scoutsleiders zijn, zullen zij zich bij een stadsspel niet meer mogen verkleden met pruiken, schmink en clownsneuzen, want voortaan zal op straffe van boete iedereen te allen tijde herkenbaar moeten zijn in de volledig openbare ruimte van het Belgisch grondgebied.

Een dergelijke verregaande beperking van de individuele vrijheid komt men niet vaak tegen, collega’s, maar het is u uiteraard niet te doen om die tienduizenden zonnebrillen en sjaals. Het gaat uiteraard om de naar schatting tweehonderd islamitische vrouwen die in ons land een gezichtsbedekkende sluier dragen, of beter gezegd, die zo’n sluier droegen, want zo goed als overal waar al eens een dergelijke sluier werd gesignaleerd is al een tijdje een lokaal politieverbod van kracht om dit te verbieden.

Natuurlijk gaat het niet om ons en onze kinderen. Stel u voor. Het gaat uiteraard om hen, de ander, de wel heel zichtbare, heel andere ander.

Collega’s, u gaat daarmee resoluut in tegen de standpunten van zowel nationale als internationale mensenrechtenwaakhonden, namelijk Amnesty International – u hebt allen de brief ontvangen –, Human Rights Watch, de Liga voor Mensenrechten, de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa en een unanieme resolutie van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa.

Er wordt beweerd dat dit verbod bedoeld is om de onderdrukking van vrouwen tegen te gaan. Welnu, ik ben al mijn hele volwassen leven activist voor vrouwenrechten en ik zeg u dat de gedachte dat men vrouwen kan bevrijden door hen dingen te verbieden al decennia is verworpen. Wij horen dit alleen nog als het over zogenaamde niet-Westerse vrouwen gaat. Blijkbaar hebben wij het moeilijk om dergelijke vrouwen als autonome individuen te beschouwen.

De indieners gaan er automatisch van uit dat vrouwen die een gezichtssluier dragen daartoe worden gedwongen. Nochtans blijkt uit alle empirisch onderzoeken dat een belangrijke groep dit uit vrije keuze doet en dat, dat verbaasde mij ook, hun echtgenoten daar vaak weigerachtig tegenover staan. Voor dergelijke vrouwen gaat de hypothese van vrouwenonderdrukking niet op.

De aanblik van vrouwen die ervoor kiezen om gesluierd de straat op te gaan, stoort ons, althans de meeste mensen, maar dat is geen voldoende ernstige grond om een dergelijke verregaande beperking van hun fundamentele vrijheden te schragen.

Als wij alles wat ons stoort aan andere mensen gaan verbieden via het strafrecht zal het niet langer duren voor wij allemaal binnen zullen moeten blijven.

Translated text

Mrs. Speaker, colleagues, the proposal we will vote on today will ensure that from now on we can be fined if we sit on the beach in our bikini wearing a large fashionable sunglasses and a large falling sunshine or cap. We will also be able to be fined if on our bike we pass the Brussels file with a dust mask to challenge the exhaust gases. Or if in the winter we pull our hats to just above our eyes and our shack to our nose. If our children are scout leaders, they will no longer be allowed to dress up with pearls, makeup and clown noses at a city game, because from now on, on penalty of fine, everyone will have to be recognizable at all times in the fully public space of the Belgian territory.

Such extensive limitation of individual freedom is not often encountered, colleagues, but it is of course not you to do that tens of thousands of sunglasses and shells. It is, of course, about the estimated two hundred Muslim women who wear a face-covering veil in our country, or rather, who wore such a veil, because almost everywhere where such a veil has been signaled has been a local police ban in force for a while to prohibit it.

It is not about us and our children. Imagine yourself . It is, of course, about them, the other, the very visible, very different.

Colleagues, you resolutely oppose the views of both national and international human rights guards, namely Amnesty International – you have all received the letter –, Human Rights Watch, the League for Human Rights, the Human Rights Commissioner of the Council of Europe and a unanimous resolution of the Parliamentary Assembly of the Council of Europe.

It is claimed that this ban is intended to counter the oppression of women. Well, I’ve been a female rights activist all my adult life and I tell you that the idea that one can liberate women by prohibiting them things has been rejected for decades. We hear this only when it comes to so-called non-Western women. Apparently, we find it difficult to consider such women as autonomous individuals.

The applicants automatically assume that women who wear a face veil are forced to do so. Nevertheless, all empirical studies show that a significant group does this by free choice and that, which surprised me too, their spouses often refuse to face it. For such women, the hypothesis of female oppression does not come up.

The sight of women choosing to go on the streets blindly disturbs us, at least most people, but that is not a sufficiently serious ground to raise such an extensive restriction of their fundamental freedoms.

If we prohibit everything that disturbs us to other people through the criminal law, it will no longer take us all to stay inside.

#29

Official text

                    
                    Mevrouw Brems, mag ik u een vraag stellen, gewoon om het debat te kunnen volgen?

Vertolkt u het standpunt van Ecolo-Groen!, van Groen! of van mevrouw Brems? Of moeten wij het spelletje ‘wie van de drie’ spelen om te weten wie nu namens uw fractie spreekt? Wij hebben al drie leden van Ecolo-Groen! gehoord.

Translated text

#30

Official text

                    
                    De heer Deleuze was zeer duidelijk, maar misschien hebt u niet goed geluisterd.

Hij heeft het standpunt vertolkt van de meerderheid en gezegd dat er enkele mensen met een andere mening zijn. Wij zijn een partij met vrije meningsuiting. Dat bestaat ook. Er zijn mensen met een andere mening, zoals ik. Bent u nu ook al tegen de vrije meningsuiting?

Ik wil het nog hebben over het belangrijkste, namelijk dat vrouwen verplicht worden om een gezichtsluier te dragen wanneer zij buiten willen komen. Als het daarover gaat, blijkt volgens mij het duidelijkst hoe problematisch dit wetsvoorstel is. Wat gaan wij met deze wet doen ten aanzien van deze vrouwen die het slachtoffer zijn van ernstige, gruwelijke feiten, feiten die op zichzelf geweld tegen vrouwen uitmaken? Wij gaan hen bestraffen. Van deze vrouwen, die slachtoffers zijn in de feiten, gaan wij juridisch daders maken. De Franse boerkawet doet dat ook, maar die bestraft tenminste ook nog degenen die een ander verplichten om zich te sluieren. De Belgische wet doet dat niet eens en houdt dus niet eens de schijn op om echt iets te willen doen voor deze vrouwen.

Als de vrouwen in kwestie ten gevolge van deze wet straks niet meer buitenkomen, toch een redelijk waarschijnlijke hypothese, dan is het doel van de wet bereikt. Ik vind dat degoutant. Waar anders in het strafrecht worden van slachtoffers daders gemaakt?

Translated text

Mr. Deleuze was very clear, but ⁇  you did not listen properly.

He interpreted the position of the majority and said that there are some people with a different opinion. We are a party with free speech. That also exists. There are people with different opinions, like me. Are you already against free speech?

I would like to talk about the most important thing, namely that women are obliged to wear a face veil when they want to go outside. When it comes to this, I think it shows most clearly how problematic this bill is. What will we do with this law with respect to these women who are victims of serious, horrible acts, acts that in themselves constitute violence against women? We will punish them. From these women, who are victims in the facts, we will make legal perpetrators. The French bourgeois law does the same, but at least it also punishes those who compel another to seal themselves. The Belgian law does not even do that and therefore does not even stop the appearance of really wanting to do something for these women.

If, as a result of this law, the women in question no longer come out, yet a reasonably probable hypothesis, then the purpose of the law has been achieved. I think that is degoutant. Where else in criminal law are victims made perpetrators?

#31

#32

#33

#34

#35

#36

#37

Official text

                    
                    Madame la présidente, comme tous ici présents, je trouve regrettable que des personnes évoluent dans l'espace public avec un voile intégral. J'estime légitime que l'État définisse certains lieux, certaines circonstances où la dissimulation du visage est interdite pour des raisons de sécurité mais j'estime aussi que le texte proposé au vote pose de multiples problèmes.

La sécurité juridique de celui-ci me semble particulièrement fragile et le refus de la commission de consulter le Conseil d'État, comme pour tout projet de loi, me paraît particulièrement regrettable pour un texte qui touche à l'équilibre entre des libertés fondamentales.

Le souci affiché des droits des femmes me paraît peu compatible avec un texte qui définit des interdictions vestimentaires et qui propose des amendes et des peines de prison. S'il faut combattre toute forme d'extrémisme, y compris le religieux, le climat du débat, particulièrement stigmatisant vis-à-vis de certains musulmans, me paraît peu propice à la construction d'un vivre ensemble équilibré autour des droits humains. Ce climat regrettable a conduit à refuser d'entendre Amnesty International, la Ligue des Droits de l'Homme, le Vrouwen Overleg Komitee, les arguments français du Conseil d'État très intéressants tout comme tous ceux d'une Caroline Fourest ou des représentants de la laïcité française rassemblés dans la Fédération nationale de la libre pensée ou même ceux des syndicats de police français sur l'inutilité, puis sur l'inapplicabilité de la loi.

Pour ces diverses raisons, je m'abstiendrai sur le texte proposé.

Translated text

Mr. Speaker, like all here present, I find it regrettable that people are evolving in the public space with an integral veil. I consider it legitimate that the State defines certain places, certain circumstances where the covering of the face is prohibited for security reasons but I also believe that the text proposed for voting poses multiple problems.

The legal certainty of it seems to me ⁇  fragile, and the committee’s refusal to consult the Council of State, as with any bill, seems to me ⁇  regrettable for a text that affects the balance between fundamental freedoms.

The expressed concern for women’s rights seems to me to be incompatible with a text that defines clothing bans and proposes fines and prison sentences. If all forms of extremism, including religious extremism, are to be combated, the climate of debate, especially stigmatizing towards some Muslims, seems to me unsuitable for the construction of a living together balanced around human rights. This regrettable climate has led to refusing to hear Amnesty International, the League of Human Rights, the Vrouwen Overleg Komitee, the very interesting French arguments of the State Council as well as all those of a Caroline Fourest or representatives of French secularism gathered in the National Federation of Free Thought or even those of French police unions on the uselessness, then on the inapplicability of the law.

For these various reasons, I will abstain from the proposed text.

#38

Official text

                    
                    Mevrouw de voorzitter, ik zal het kort maken. Na twaalf sprekers is er immers nog heel weinig toe te voegen. Niettemin wil ik een paar zaken toevoegen die misschien enigszins tegenstrijdig zijn.

In tegenstelling tot mevrouw Brems kan ik wel stellen dat het boerkaverbod een bevrijding is. Het is een bevrijding uit de gevangenis van textiel. Laten we eerlijk zijn, dergelijke kledingstukken zijn in principe de lijkwade van de vrijheid.

De boerka beperkt de openbare veiligheid, de integratie en de emancipatie. Het beperkt ook de kansen op de arbeidsmarkt van de dragers ervan. Het is een depersonalisering en een ontmenselijking van het individu.

Er is geen enkel godsdienstig argument, noch voor de nikab noch voor de boerka. Wanneer wij de geschiedenis ter zake bekijken, kunnen wij heel goed nagaan dat de verplichting tot het dragen van de boerka pas is ontstaan in Afghanistan in 1919. De invoering ervan had weinig te maken met godsdienstige overtuiging. Ze had alles te maken met een jaloerse koning die de vrouwen besluierde.

Het tweede, belangrijke element dat ik hier wil aanhalen, is de titel van voorliggend wetsvoorstel. Op genoemd punt kan ik mevrouw Brems wel gelijk geven. Als wij het wetsvoorstel zien als een verbod op kleding die het gezicht verbergt, is zulks een enorme vlag die over een enorme lading ligt.

Er is de hypocrisie over het feit dat het hier over het verbod van de boerka en de nikab en niet over het verbergen van het gezicht gaat. Zoals mijn collega heeft gesteld, zal ik niet praten over de grote zonnehoed, de grote zonnebril en nog wat zonnecrème er bovenop. Ik zal het bijvoorbeeld hebben over een arbeider in de straat met een stofmasker op of over een motorrijder die ook nog een sjaal draagt.

Waarom tonen wij opnieuw onze identiteitsschaamte en zijn wij bevreesd om de zaken te noemen zoals ze zijn? Het gaat over een boerkaverbod en over een nikabverbod. Laten we de titel van voorliggend wetsvoorstel dan ook veranderen. Laten we niet in algemene termen spreken en de zaak open laten, waardoor er processen en jurisprudentie nodig zullen zijn om de onduidelijkheid weg te werken.

Daarom handhaaf ik de twee amendementen die ik in de commissie heb ingediend. In bedoelde amendementen vraag ik duidelijk de titel van voorliggend wetsvoorstel te veranderen in wat hij eigenlijk moet zijn. Het gaat, zoals ik in de twaalf voorgaande speeches ook heb gehoord, over het dragen van de boerka en de nikab.

Translated text

Ladies and gentlemen, I will briefly explain. After 12 speakers, there is very little to add. Nevertheless, I would like to add a few things that may be somewhat contradictory.

Unlike Ms. Brems, I can say that the burka ban is a liberation. It is a release from the prison of textile. Let’s be honest, such garments are in principle the body garment of freedom.

The burka limits public security, integration and emancipation. It also limits the opportunities on the labour market of its carriers. It is depersonalization and dehumanization of the individual.

There is no religious argument, neither for the nikab nor for the burka. If we look at the history of this matter, we can very well see that the obligation to wear the burka only came into existence in Afghanistan in 1919. Its introduction had little to do with religious beliefs. She had everything to do with a jealous king who decided the women.

The second, important element I would like to point out here is the title of the present bill. On this point, I can give Ms. Brems the right. If we see the bill as a ban on clothes that hide the face, such a huge flag lies over a huge load.

There is hypocrisy about the fact that this is about the ban of the burka and the nikab and not about hiding the face. As my colleague has stated, I will not talk about the big sunshine, the big sunglasses, and some sunscreen on top. For example, I will talk about a worker on the street with a dust mask on, or about a motorcyclist who also wears a shell.

Why do we show our identity shame again and are afraid to call things as they are? There is a burka ban and a nicab ban. We need to change the title of the current bill. Let us not speak in general terms and leave the case open, which will require processes and jurisprudence to work out the uncertainty.

Therefore, I maintain the two amendments I have submitted to the committee. In the aforementioned amendments, I clearly ask to change the title of the present bill into what it should actually be. It is, as I have also heard in the previous twelve speeches, about wearing the burka and the nikab.

#39

Official text

                    
                    Monsieur le président, madame la ministre, messieurs les ministres, chers collègues, merci de m'écouter.

Pour ma première intervention, c'est un véritable honneur de présenter un rapport sur un sujet qui me touche beaucoup.

Les membres de la commission Santé publique se sont penchés à quatre reprises sur les propositions de résolution n° 94 et n° 382. Cette dernière a été retenue comme texte de base à la discussion.

Mme Gerkens, l'auteure principale de cette proposition, a indiqué que le texte était né des suites d'un colloque consacré à la fibromyalgie en avril 2009. L'OMS a reconnu la fibromyalgie comme maladie en 1992 et comme maladie chronique en 2007. En 2008, le Parlement européen a adopté une déclaration écrite relative à cette maladie. Mme Gerkens a rappelé qu'en Belgique de nombreuses initiatives avaient été prises dans le domaine de la douleur et de la douleur chronique. Certains manquements sont toutefois constatés et font donc l'objet de demandes reprises par la présente proposition.

Mme Detiège, coauteure du texte, a indiqué qu'en Belgique, environ 300 000 personnes présenteraient des symptômes de fibromyalgie. Le diagnostic prend du temps car cette maladie n'est pas encore bien connue des médecins et n'a pas encore fait l'objet de suffisamment de recherches. En ce qui concerne la formation, Mme Detiège rappelle qu'il conviendrait d'accorder une attention particulière aux centres spécialisés dans le traitement de la douleur et qu'il est important de dispenser aux praticiens une formation en algologie.

Mme Burgeon, coauteure, a surtout insisté sur le manque de reconnaissance des patients atteints de la fibromyalgie. Elle appelle à des campagnes de sensibilisation devant s'adresser en priorité aux médecins généralistes mais aussi aux médecins conseils des mutualités pour les patients dont l'état de santé le nécessite. Mme Burgeon estime qu'il est primordial de leur accorder le statut de maladies chroniques.

M. Thiéry, signataire de la proposition, conclut en estimant qu'il est grand temps d'agir.

Mme Van Den Ende rappelle que son groupe a également déposé une proposition de résolution sur le sujet car étant donné l'absence de reconnaissance de la maladie, beaucoup de patients ne savent pas à qui s'adresser. C'est pourquoi son texte demande la reconnaissance par les pouvoirs publics de la fibromyalgie comme maladie chronique, la mise en place d'un financement adéquat, l'organisation d'un trajet de soins continu et multidisciplinaire sur la base d'une approche biopsychosociale, une meilleure formation des prestataires de soins, une meilleure sensibilisation à la maladie des prestataires de soins, des patients mais aussi du large public, la formation des médecins en algologie et, enfin, l'encadrement des patients en vue d'assurer leur intégration dans la société.

Mme De Bont a indiqué vouloir étendre le débat au problème du syndrome de fatigue chronique.

La représentante de la ministre de la Santé publique a précisé que toutes les personnes ayant une assurance maladie pouvaient en Belgique bénéficier du remboursement nécessaire lié au traitement de leur pathologie.

Translated text

For my first speech, it is a real honour to present a report on a topic that affects me a lot.

Members of the Public Health Committee examined four times the proposals for resolutions no. 94 and no. 382. This was adopted as the basic text of the discussion.

Ms. Gerkens, the lead author of this proposal, said the text was born as a result of a conference on fibromyalgia in April 2009. WHO recognized fibromyalgia as a disease in 1992 and as a chronic disease in 2007. In 2008, the European Parliament adopted a written declaration on this disease. Ms. Gerkens recalled that in Belgium many initiatives have been taken in the field of pain and chronic pain. However, some deficiencies have been identified and are therefore the subject of requests repeated in this proposal.

Ms. Detiège, co-author of the text, said that in Belgium, about 300,000 people will have symptoms of fibromyalgia. Diagnosis takes time because this disease is not yet well known to doctors and has not yet been the subject of sufficient research. Regarding training, Ms. Detiège recalls that special attention should be paid to centers specialized in pain treatment and that it is important to provide practitioners with training in algology.

Ms. Burgeon, co-author, ⁇  emphasized the lack of recognition of patients with fibromyalgia. It calls for awareness-raising campaigns that should be addressed in priority to general practitioners but also to doctors counseling mutualities for patients whose state of health requires it. Ms. Burgeon believes that it is crucial to grant them the status of chronic diseases.

by Mr. Thiéry, who signed the proposal, concludes by believing that it is high time to act.

Ms Van Den Ende recalls that her group has also submitted a proposal for a resolution on the subject because, given the lack of recognition of the disease, many patients do not know whom to address. That is why its text calls for the recognition by public authorities of fibromyalgia as a chronic disease, the establishment of adequate funding, the organization of a continuous and multidisciplinary care journey on the basis of a biopsychosocial approach, better training of healthcare providers, better awareness of the disease of healthcare providers, patients but also the general public, training of physicians in algology and, finally, the guidance of patients in order to ensure their integration into society.

Ms. De Bont indicated that she wanted to extend the debate to the problem of chronic fatigue syndrome.

The representative of the Minister of Public Health clarified that all persons with health insurance in Belgium could benefit from the necessary refund related to the treatment of their pathology.

#40

Official text

                    
                    Elle a également rappelé l'existence des centres de référence pour les douleurs chroniques, la reconnaissance de la fibromyalgie dans la liste F des maladies chroniques et le remboursement de certains traitements de kinésithérapie. Le problème majeur, selon la représentante, est la méconnaissance ou le manque de connaissance de cette maladie.

En ce qui concerne le statut des maladies chroniques, il a été rappelé que ce statut n'est qu'une des mesures du plan Maladies chroniques. D'autres projets visent, par exemple, à accroître la prise en charge des frais liés à la lutte contre les douleurs chroniques. Les équipes multidisciplinaires ont été renforcées.

Il est également prévu de financer une fonction de lutte contre la douleur (algologie) dans les hôpitaux. Pour ce qui est de la sensibilisation et la formation des prestataires de soins, des contacts avec les deux associations de patients ont déjà été établis à cet effet.

Suite à ces précisions, Mme Gerkens et consorts ont déposé des amendements visant pour l'essentiel à actualiser le texte.

M. Beuselinck a plaidé pour que la proposition de résolution s'inscrive dans un cadre plus large, qui englobe le syndrome de fatigue chronique et les douleurs physiques inexplicables. S'il peut souscrire au modèle biopsychosocial de l'approche multidisciplinaire, l'intervenant souhaite que soit revalorisée la tâche du médecin généraliste, premier prestataire de soins à devoir évaluer les douleurs. Il estime que le diagnostic doit être rapidement posé, et ce, dans un délai de six mois maximum.

En revanche, M. Beuselinck s'oppose à l'allongement de la consultation. Effectivement, le médecin généraliste ne doit pas jouer le rôle du psychologue; la profession de ce dernier doit à cet égard être réglementée. Dans cette optique, M. Beuselinck et consorts ont déposé 8 amendements.

Mme De Bont a également déposé un amendement pour élargir le texte au syndrome de fatigue chronique, mais pas à toute douleur physique inexplicable.

M. Somers a déposé un amendement visant à étendre la compétence des centres de référence en matière de fatigue chronique à la fibromyalgie et aux douleurs physiques inexplicables.

Mme Gerkens a indiqué que les centres de référence de lutte contre la douleur soignaient certes les patients atteints de fibromyalgie, mais ceux aussi souffrant d'autres affections.

La représentante de la ministre a indiqué que le SPF Santé publique a lancé des projets pilotes visant à améliorer les soins de deuxième ligne en matière d'aide paramédicale et de psychologie clinique concernant le syndrome de fatigue chronique. Il a aussi été précisé que ce dernier pouvait aussi être provoqué par une infection. Une réelle distinction doit être donc établie entre douleur chronique et fatigue chronique. C'est pourquoi deux types de centres de référence existent actuellement: ceux traitant la fatigue chronique et ceux traitant la douleur chronique.

Mme De Bont insiste sur la nécessité d'une proposition de résolution relative au problème du syndrome de fatigue chronique.

Translated text

She also recalled the existence of reference centers for chronic pain, the recognition of fibromyalgia in the F list of chronic diseases, and the reimbursement of certain physical therapy treatments. The main problem, according to the representative, is the lack of knowledge or lack of knowledge of this disease.

Regarding the status of chronic diseases, it was recalled that this status is only one of the measures of the chronic diseases plan. Other projects, for example, aim to increase the coverage of costs related to the fight against chronic pain. Multidisciplinary teams have been strengthened.

It is also planned to fund a function of pain control (algology) in hospitals. With regard to awareness raising and training of healthcare providers, contacts with both patient associations have already been established for this purpose.

Following these clarifications, Ms. Gerkens and consorts submitted amendments aimed mainly at updating the text.

by Mr. Beuselinck advocated that the draft resolution should fit into a broader framework, which includes chronic fatigue syndrome and unexplained physical pain. If he can subscribe to the biopsychosocial model of the multidisciplinary approach, the interviewer wishes that the task of the general physician, the first provider of care to have to evaluate pain, be revalued. He believes that the diagnosis should be made quickly, and this within a maximum of six months.

On the other hand, Mr. Beuselinck opposes the extension of the consultation. Indeed, the general physician should not play the role of the psychologist; the profession of the latter must be regulated in this regard. In this regard, Mr. Beuselinck and consorts submitted 8 amendments.

De Bont also submitted an amendment to extend the text to chronic fatigue syndrome, but not to any unexplained physical pain.

by Mr. Somers submitted an amendment to extend the competence of reference centers for chronic fatigue to fibromyalgia and unexplained physical pain.

Ms. Gerkens indicated that the pain control reference centers ⁇  treated patients with fibromyalgia, but also those suffering from other conditions.

The Minister’s representative indicated that SPF Public Health has launched pilot projects aimed at improving second-line care in paramedical assistance and clinical psychology regarding chronic fatigue syndrome. It was also stated that the latter could also be caused by an infection. Therefore, a real distinction must be made between chronic pain and chronic fatigue. This is why two types of reference centers currently exist: those treating chronic fatigue and those treating chronic pain.

De Bont insists on the need for a proposal for a resolution on the problem of chronic fatigue syndrome.

#41

Official text

                    
                    M. Beuselinck estime que toutes les affections, à savoir la fibromyalgie, la fatigue chronique et les douleurs inexplicables requièrent l'approche multidisciplinaire du modèle bio-psychosocial. Cela justifie le traitement de ces pathologies dans un seul et même texte.

Mme Muylle conclut en disant approuver la proposition dans son ensemble, ne pas être en accord avec le point relatif au financement structurel des centres de référence. La commission a demandé une deuxième lecture. Au cours de celle-ci, aucune remarque n'a été formulée.

La proposition a été adoptée par six voix et quatre abstentions. (Applaudissements)

(…): C'est son maiden speech!

Translated text

#42

#43

Official text

                    
                    Geachte collega’s, wij vinden deze resolutie zoals ze nu voorligt een gemiste kans. Net zoals het chronisch vermoeidheidssyndroom is fibromyalgie een voorbeeld van een aandoening waarbij er sprake is van een patiënt met onverklaarbare lichamelijke klachten. Voor alle patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten is het belangrijk dat hun lijden wordt erkend, maar ook dat er werk wordt gemaakt van een correcte diagnosestelling en een optimale behandeling.

We vinden het dus een gemiste kans dat ons amendement om deze resolutie in die zin aan te passen en uit te breiden tot alle patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten in de commissie werd weggestemd. Wij hadden liever een resolutie gezien die het begin van een antwoord kon geven, niet enkel voor fibromyalgiepatiënten maar ook voor mensen met andere onverklaarbare lichamelijk klachten zoals bijvoorbeeld CVS/ME-patiënten. Uiteindelijk is de problematiek van deze patiënten immers gelijkaardig en willen we ook voor deze groep patiënten een oplossing zien.

Het allereerste probleem dat zich voordoet is de moeilijke diagnosestelling. Deze is problematisch om verschillende redenen. De diagnostische criteria zijn vaag, de klachten zijn zeer uiteenlopend en het ontstaan en de ontwikkeling van deze ziektes zijn zeer aspecifiek. Daarenboven komen onverklaarbare lichamelijke klachten zoals fibromyalgie en CVS/ME zelden geïsoleerd voor. Door de moeilijke diagnose ontstaan er spanningen tussen de patiënten en de buitenwereld – waarvan een deel nog steeds denkt dat het een ingebeelde ziekte is – spanningen tussen de patiënt en de arts, maar ook spanningen tussen de artsen onderling. Dat maakt dat patiënten slecht begrepen worden maar vooral ook dat ze zich slecht begrepen voelen. Dat laatste is niet te onderschatten in het verdere verloop van een mogelijke revalidatie.

Translated text

We consider this resolution, as it is now, a missed opportunity. Like chronic fatigue syndrome, fibromyalgia is an example of a condition involving a patient with unexplained physical complaints. For all patients with unexplained physical complaints, it is important that their suffering is recognized, but also that work is made of a correct diagnosis and an optimal treatment.

We therefore find it a missed chance that our amendment to modify and extend this resolution in that sense to include all patients with unexplained physical complaints in the committee was voted down. We would rather have seen a resolution that could give the beginning of a response, not only for fibromyalgia patients but also for people with other unexplained physical complaints such as CVS/ME patients. Ultimately, the problem of these patients is similar and we want to see a solution for this group of patients as well.

The very first problem that arises is the difficult diagnosis. This is problematic for several reasons. The diagnostic criteria are vague, the complaints are very diverse and the origin and development of these diseases are very aspecific. In addition, unexplained physical symptoms such as fibromyalgia and CVS/ME are rarely isolated. The difficult diagnosis creates tensions between patients and the outside world – some of which still think it is an imagined disease – tensions between the patient and the doctor, but also tensions between the doctors. This causes patients to be misunderstood, but above all they feel misunderstood. The latter is not to be underestimated in the further course of a possible rehabilitation.

#44

Official text

                    
                    De huidige geneeskunde is nog te veel gericht op een of/of-verhaal. Het is of lichamelijk of psychisch, terwijl het hier net een en/en-verhaal is. Net zoals de indieners van deze resolutie zijn wij het erover eens dat de behandeling van patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten moet starten vanuit het biopsychosociaal model maar met een multidisciplinaire aanpak. Ook om die reden hadden wij deze resolutie liever uitgebreid gezien.

Wij hebben nog een aantal belangrijke opmerkingen bij deze resolutie naar analogie van de resolutie die senator Louis Ide heeft ingediend. Ten eerste spreken de indieners in de toelichting ook over het overstijgen van de evidence based medicine-aanpak. Wij kanten ons daar resoluut tegen. Het overstijgen van een evidence based medicine-aanpak zet de deur open voor allerhande alternatieve behandelingen en vergroot de kans dat zogenaamde dokterscoryfeeën zich gemakkelijker kunnen bedienen van een meesterdiscours waarbij de zoekende en soms wanhopige patiënt extra aandacht krijgt maar uiteindelijk het grootste slachtoffer wordt. Net om dat te vermijden eisen wij een strikte evidence based medicine-aanpak. In die zin dienen wij een amendement in die deze evidence based medicine-aanpak moet bekrachtigen. Gisteren maakte het KCE uitgebreid melding van het niet effectief zijn van bepaalde alternatieve geneeswijzen.

Een tweede opmerking gaat over de invulling van het biopsychosociaal model. Bij dit model gaat men ervan uit dat men bij de behandeling oog heeft voor zowel de lichamelijke, de psychologische als de sociale factoren die het ontstaan, de ontwikkeling en de bestendiging van de ziekte mee bepalen. Het is dan ook daarom dat wij hier opnieuw een oproep doen en een amendement indienen om de regering te vragen om eindelijk werk te maken van de erkenning van de klinische psychologie. Als men het zoals in deze resolutie heeft over een multidisciplinaire aanpak en als men het heeft over het biopsychosociaal model, dan heeft men het over een samenwerking tussen huisartsen, eerstelijnsgezondheidswerkers, dokter-specialisten, kinesisten enzovoort. Maar dan heeft men het ook over de behandeling op het psychologische en sociale aspect van deze aandoening.

Translated text

Current medicine is still too much focused on one or/or-story. It is either physical or psychological, while it is just a story and/or a story. Like the presenters of this resolution, we agree that the treatment of patients with unexplained physical complaints should start from the biopsychosocial model but with a multidisciplinary approach. For this reason, we would have preferred to look at this resolution more extensively.

We have a number of important comments to this resolution in analogy with the resolution submitted by Senator Louis Ide. First, the presenters in the explanatory note also speak of transcending the evidence-based medicine approach. We resolutely oppose this. Exceeding an evidence-based medicine approach opens the door to all sorts of alternative treatments and increases the likelihood that so-called doctor scoryphes can more easily use a master discourse in which the seeking and sometimes desperate patient receives additional attention but eventually becomes the biggest victim. Just to avoid that, we require a strict evidence-based medicine approach. In this sense, we submit an amendment that should support this evidence-based medicine approach. Yesterday, the KCE made extensive notification of the ineffectiveness of certain alternative medicines.

A second note concerns the completion of the biopsychosocial model. This model assumes that the treatment takes into account both the physical, psychological and social factors that determine the origin, development and persistence of the disease. It is therefore that we here again make a call and submit an amendment to ask the government to finally work on the recognition of clinical psychology. If one speaks of a multidisciplinary approach, as in this resolution, and if one speaks of the biopsychosocial model, then one speaks of a collaboration between general practitioners, first-line health workers, doctor-specialists, kinesiologists and so on. But then we also talk about the treatment on the psychological and social aspects of this disorder.

#45

Official text

                    
                    De taak van de klinisch psycholoog, die hier een belangrijke rol kan spelen, mag dan ook niet worden miskend. Het is in die zin dan ook niet te begrijpen dat ons amendement, om de regering op te roepen werk te maken van de erkenning van de klinisch psycholoog, niet werd aanvaard. Zelfs een partij, die zelf een wetsvoorstel in die zin heeft ingediend, heeft in de commissie tegengestemd. Iedereen krijgt nu de kans zich te herpakken door dit amendement wel goed te keuren. Ik hoop dat men die kans grijpt.

Wat ons betreft, al is de huidige versie beter dan de eerste, legt deze resolutie te veel de nadruk op pijn en de bestrijding ervan. Pijn is inderdaad het hoofdsymptoom van fibromyalgie, maar door enkel daarop te focussen wordt het begrip bio-psychosociaal model te eenzijdig ingevuld. Bovendien helpen de klassieke pijnstillers niet omdat de pijn een andere herkomst heeft dan een normale pijn die iedereen kent. Wij ontkennen de nood aan een structurele aanpak niet van pijnbestrijding en de nodige opleiding, maar zien dit liever in een globale aanpak van de pathologie.

Een volgende opmerking gaat over de rol van de huisarts, die wel wordt vermeld in de resolutie maar niet genoeg wordt benadrukt. De huisarts is het eerste aanspreekpunt van de patiënt. Hij zal de klachten inschatten, zich ook baserend op het medisch dossier. Hij moet ook tijdens heel het proces, volgens ons, een coördinator kunnen blijven. Zo ontstaat er een transmuraal beleid dat bottom-up, vanuit de eerste lijn naar de tweede en derde lijn wordt georganiseerd.

Dit gezegd zijnde erkennen wij wel dat hiervoor sensibilisering en specifieke, bijkomende opleiding nodig zal zijn bij de huisartsen. De huisarts moet dan ook worden vergoed voor het opnemen van die centrale rol, maar niet zoals voorgesteld door de indieners door een verhoging van de consultatieduur. De huisarts is geen psychotherapeut. Door de consultatieduur te verlengen wordt de indruk gewekt dat iedereen in staat is, mits een lange sessie, psychotherapie te bedrijven, wat natuurlijk niet zo is. Psychotherapie vergt een aparte en grondige opleiding, en erkenning.

Wij steunen de vraag naar een structurele en adequate financiering van de referentiecentra waardoor de wachtlijsten hopelijk zullen inkorten en de behandeling kan worden geoptimaliseerd.

Translated text

The role of the clinical psychologist, who can play an important role here, should therefore not be overlooked. It is therefore incomprehensible in this sense that our amendment, to call on the government to work on the recognition of the clinical psychologist, was not accepted. Even one party, which itself submitted a bill in that sense, voted against in the committee. Everyone will now have the opportunity to react by approving this amendment. I hope that this opportunity is seized.

As far as we are concerned, although the current version is better than the first, this resolution places too much emphasis on pain and combating it. Pain is indeed the main symptom of fibromyalgia, but by focusing only on it, the concept of bio-psychosocial model is too unilaterally filled in. In addition, the classic painkillers do not help because the pain has a different origin than a normal pain that everyone knows. We do not deny the need for a structural approach to pain control and the necessary training, but rather see this in a global approach to the pathology.

Another note concerns the role of the general physician, which is mentioned in the resolution but not sufficiently emphasized. The doctor is the first point of contact for the patient. He will assess the complaints, also based on the medical record. He should also be able to remain a coordinator throughout the whole process, in our opinion. This creates a transmural policy that is organized bottom-up, from the first line to the second and third line.

That being said, we recognize that this will require awareness and specific, additional training from the general physicians. The general physician should therefore be remunerated for taking up that central role, but not as proposed by the applicants by increasing the duration of the consultation. The doctor is not a psychotherapist. By extending the duration of the consultation, it gives the impression that everyone is able, provided a long session, to undertake psychotherapy, which of course is not the case. Psychotherapy requires separate and thorough training, and recognition.

We support the demand for structural and adequate financing of the reference centres, which hopefully will shorten the waiting lists and optimize the treatment.

#46

Official text

                    
                    Door te investeren in deze referentiecentra zal ook bespaard worden op andere vlakken, zoals het bezoeken van onnodig veel dokters, en zal ook de kans verkleinen dat mensen ten einde raad op bezoek gaan bij zogezegde wonderdokters.

Mijnheer de voorzitter, collega’s, de resolutie zoals ze nu op tafel ligt, kan een stapje vooruit betekenen voor, spijtig genoeg, alleen fibromyalgiepatiënten. Ik weet dat kleine stapjes ook waardevol kunnen zijn, maar in de resolutie zoals ze nu voorligt, overheerst het gevoel van een gemiste kans, een gemiste kans om alle patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten te helpen, maar ook een gemiste kans om de rol van de klinisch psycholoog en de huisarts te erkennen in de behandeling van deze aandoening.

Daarom durf ik ook alle partijen hier oproepen om onze amendementen, die wij hier opnieuw indienen, te steunen. Het kan er alleen maar voor zorgen dat de fibromyalgiepatiënten meer dan nu het geval zou zijn gebaat zijn met deze resolutie.

Translated text

#47

Official text

                    
                    Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, cette résolution est le fruit d'un travail initié dans cette maison depuis plusieurs années. Nous ne pouvons donc que nous réjouir de l'aboutissement de ce travail et de la mise en place de cette résolution.

Il faut savoir que vivre avec ce syndrome de fibromyalgie est extrêmement lourd au quotidien. La douleur chronique et les multiples conséquences de cette maladie peuvent diminuer considérablement les actes des patients dans la vie de tous les jours. Encore à l'heure actuelle, beaucoup de monde ne veut pas accepter la fibromyalgie comme étant un tableau clinique. C'est surtout du côté de la médecine des assurances que l'on évoque parfois qu'un tel diagnostic encouragerait et perpétuerait le comportement morbide des patients atteints de cette pathologie. Certains doutent même de l'existence de la fibromyalgie en tant qu'entité morbide. Cette maladie est souvent peu reconnue. Elle est en fait invisible, souvent incompréhensible, difficilement objectivable et donc fortement soumise à controverse, alors qu'elle est avant tout terriblement invalidante.

Comme je l'ai répété à plusieurs reprises en commission, cette maladie pourrait presque être comparée à la migraine qui est une maladie extrêmement invalidante que l'on ne peut malheureusement pas voir au quotidien. Les personnes atteintes de vraie migraine sont parfois obligées de se retirer pendant plus d'une journée, d'être tout à fait à l'écart dans une pièce noire. Cela contribue à une non-fonctionnalité et à un déficit au niveau du travail pour ces personnes au quotidien.

Ceci explique bien entendu toute l'importance de notre démarche politique. Nous reconnaissons la fibromyalgie comme étant une maladie qui mérite d'être prise en charge de manière adéquate. C'est en ce sens que sont déclinées les huit recommandations présentes dans la résolution. Plus personnellement, je tiens à signaler que cette résolution n'est pour moi qu'une étape dans la mise en place d'un processus de prise en charge des patients atteints de fibromyalgie. En effet, quand on interroge les personnes atteintes de fibromyalgie, on se rend compte que, malgré la résolution que nous prendrons aujourd'hui, nous n'arriverons pas à atteindre les souhaits des patients tributaires de cette pathologie.

Il est également important que le diagnostic soit posé le plus tôt possible car c'est la seule manière que le patient a de se sentir compris et reconnu et de ne pas passer pour une sorte de malade imaginaire voire de "carotteur"!

Le diagnostic de fibromyalgie devrait constituer le marche-pied pour une prise en charge thérapeutique réaliste et pragmatique dans laquelle le patient est activement impliqué.

Translated text

This resolution is the result of a work initiated in this House for several years. We can therefore only welcome the completion of this work and the implementation of this resolution.

You should know that living with this fibromyalgia syndrome is extremely heavy on a daily basis. Chronic pain and the multiple consequences of this disease can significantly decrease the actions of patients in everyday life. Even today, many people do not want to accept fibromyalgia as a clinical picture. It is especially on the side of insurance medicine that it is sometimes mentioned that such a diagnosis would encourage and perpetuate the morbid behavior of patients with this pathology. Some even doubt the existence of fibromyalgia as a morbid entity. This disease is often unrecognized. It is in fact invisible, often incomprehensible, hardly objectivable and therefore heavily subject to controversy, while it is above all terribly invalidating.

As I have repeated several times in the committee, this disease could almost be compared to migraine which is an extremely disabled disease that one can unfortunately not see on a daily basis. People with real migraine are sometimes forced to retreat for more than a day, to be completely isolated in a dark room. This contributes to non-functionality and a labor deficit for these people on a daily basis.

This explains the importance of our political approach. We recognize fibromyalgia as a disease that deserves to be treated appropriately. In this sense, the eight recommendations contained in the resolution are rejected. More personally, I would like to point out that this resolution is for me just a step in setting up a process of taking care of patients with fibromyalgia. Indeed, when we question people with fibromyalgia, we realize that, despite the resolution we will take today, we will not be able to reach the wishes of patients dependent on this pathology.

It is also important that the diagnosis is made as early as possible as this is the only way that the patient has to feel understood and recognized and not to pass for a kind of imaginary sick or even "bitter"!

The diagnosis of fibromyalgia should be a step-by-step for realistic and pragmatic therapeutic care in which the patient is actively involved.

#48

Official text

                    
                    C'est la raison pour laquelle la présente résolution prévoit également des recommandations au bénéfice des professionnels de la santé afin d'optimaliser la prise en charge médicale.

In fine, nous savons aussi que le problème de la fibromyalgie est essentiellement lié à un manque de données scientifiques sur ce syndrome, ses modalités de diagnostic et de traitement.

Voilà pourquoi j'estime important d'encourager et de soutenir financièrement, notamment la participation du monde médical et scientifique belge à des programmes de recherche et d'échange d'informations tant nationaux qu'internationaux sur cette maladie.

Par l'adoption de cette résolution, la Chambre envoie un signal politique fort au ministre de la Santé en vue de la prise en charge de cette maladie. Évidemment, le groupe MR s'en réjouit. Et c'est avec une attention toute particulière, madame la ministre, que nous suivrons la mise en œuvre de cette résolution afin qu'elle puisse atteindre les objectifs qui lui sont assignés au bénéfice des patients.

Translated text

#49

Official text

                    
                    Collega’s, wij hebben inhoudelijk wat problemen met voorliggende resolutie, niet omdat wij zouden twijfelen aan de ernst van de ziekte en de fysische en emotionele gevolgen ervan. We vinden, zoals reeds aangehaald door verschillende collega’s, dat de resolutie op verschillende vlakken een wat enge benadering toepast. Ik haal enkele argumenten aan.

In eerste instantie vinden we dat de resolutie veel te veel uitgaat van een pathologiefinanciering en veel te weinig vanuit een patiëntfinanciering. Dat komt ook uit verschillende voorstellen en toelichtingen van verschillende collega’s tot uiting en we vinden dat niet de goede houding. Het betreft patiënten met een zeer divers ziektebeeld. Daarom vinden we het belangrijk te vertrekken vanuit de patiënt en veel minder vanuit de pathologie op zichzelf.

Wij hadden ook liever het hele debat ruimer gezien en ook de problematiek van de patiënten met CVS/ME besproken, waarvan weliswaar niet alle elementen, maar dan toch vele gelijklopend zijn. Ook inzake referentiecentra, toepassing en behandelingsmethodes zou het een veel interessanter debat geweest zijn indien we dat samen hadden gevoerd.

Waar onze partij ook een probleem mee heeft, is dat de klemtoon sterk ligt op de structurele financiering van referentiecentra, terwijl die vooral werken op basis van een psychosociale aanpak en veel minder op basis van neurologische en andere componenten. Sommige studies concluderen trouwens dat de psychosociale aanpak slechts bij enkele patiënten werkt en bij heel veel patiënten niet. Daarom vinden wij het jammer dat de resolutie niet spreekt over een meer multidisciplinaire aanpak op het terrein.

Net zoals collega Beuselinck vinden wij het echt een gemiste kans dat men niet ruimer kijkt en bijvoorbeeld niet pleit voor zorgteams waarbij men de eerste- en tweedelijnszorg maximaal betrekt. Men richt zich te veel op financiering van de referentiecentra en veel te weinig op de basis, die de eerste en de tweede lijn vormen. Om die voor ons vrij essentiële argumenten zal onze fractie zich bij de stemming over het voorstel van resolutie onthouden.

Translated text

Colleagues, we have substantially some problems with the present resolution, not because we would doubt the severity of the disease and its physical and emotional consequences. We find, as several colleagues have already cited, that the resolution adopts a somewhat narrow approach in various areas. I will give a few arguments.

Initially, we find that the resolution comes too much from a pathology financing and too little from a patient financing. This is also reflected in various suggestions and explanations from various colleagues and we find that is not the right attitude. These are patients with a very diverse disease picture. Therefore, we find it important to leave from the patient and much less from the pathology itself.

We would also have preferred to see the whole debate wider and also discussed the problem of the patients with CVS/ME, of which although not all the elements, but yet many are similar. Also on reference centers, application and treatment methods, it would have been a much more interesting discussion if we had conducted it together.

What our party also has a problem with is that the emphasis is strongly placed on the structural financing of reference centers, while those working mainly on the basis of a psychosocial approach and much less on the basis of neurological and other components. Some studies, by the way, conclude that the psychosocial approach works only in a few patients and not in a large number of patients. Therefore, we regret that the resolution does not speak of a more multidisciplinary approach in the field.

Like colleague Beuselinck, we really find it a missed opportunity that one does not look wider and, for example, does not advocate for care teams where one engages the first and second line care to the maximum. It focuses too much on the financing of the reference centers and too little on the base, which forms the first and second line. For those arguments which are quite essential to us, our group will abstain when voting on the draft resolution.

#50

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, collega’s, het voorstel van resolutie inzake fibromyalgie werd gedurende een aantal weken in de commissie voor de Volksgezondheid besproken. Ik vond het een heel goed debat. Het was ook een heel levend debat.

Het verslag is al gegeven door de heer Seminara. Er zijn al enkele opmerkingen aangehaald. Ik wil toch nog enkele zaken toelichten en een aantal dingen rechtzetten.

De aanleiding van deze resolutie was een colloquium hier in het Parlement. Het heette “Een andere kijk op fibromyalgie.” Het vond plaats in de vorige legislatuur, eind april 2009. De initiatiefneemsters waren mevrouw Gerkens en ikzelf, maar ook mevrouw Avontroodt van Open Vld. Wij hebben toen een aantal experts gehoord: pijncentra, specialisten ter zake, patiëntenverenigingen. Daaruit is een resolutie voortgevloeid. U weet dat verkiezingen soms hard zijn. Mevrouw Avontroodt is niet herverkozen. Wij hebben toen echter steun gevonden bij andere collega’s. Ik wil die mensen bedanken: mevrouw Burgeon, de heer Thiéry, mevrouw Almaci, maar ook bijvoorbeeld mevrouw Fonck en mevrouw Van Den Ende, die een eigen initiatief genomen hadden omdat zij nauw betrokken zijn bij deze ziekte.

Voor de mensen die de commissie niet gevolgd hebben – want ik zie sommigen kijken: fibromyalgie, wat is dat? – leg ik uit dat fibromyalgie een chronische spier- en bindweefselziekte is. Deze mensen hebben chronische pijnen, wat heel vaak gepaard gaat met vermoeidheid en slaapstoornissen door de pijnen die zij hebben, en ook vaak spontaan opkomende pijn.

Het gaat niet om een reumatische aandoening, want het gaat bijvoorbeeld niet om ontstekingen. De pijn – dat is toch belangrijk – wordt veroorzaakt door een verstoring van het centraal zenuwstelsel, met een te lage pijndrempel tot gevolg. Nog belangrijker is dat traditionele behandelingen – ik denk aan de gewone pijnbestrijdingsmiddelen – weinig of niets uithalen omdat de pijn niet van het perifere zenuwstelsel komt.

Daar het om een fluctuerende aandoening gaat, en de diagnosestelling inzicht en tijd vergt – iets wat vandaag een probleem blijkt te zijn – wekken de symptomen bij de omgeving van de patiënt vaak onbegrip op.

Mevrouw Almaci en ikzelf zijn onlangs tijdens de debatten van de commissie bewust een werkbezoek gaan houden in het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen. Wij hebben daar een gesprek gehad met dokter Guy Hans, die in België en zeker in Vlaanderen als de expert wordt beschouwd wanneer het gaat om pijncentra en behandeling van pijn. Hij is coördinator van het multidisciplinair pijncentrum daar in het UZA.

Dokter Hans heeft gezegd dat de resolutie zinvol is om een aantal redenen. Uiteindelijk gaat het om zo’n 300 000 mensen die aan deze ziekte lijden. Het te laat herkennen en een foute behandeling van de ziekte kunnen tot een terugtrekking uit sociaal en professioneel leven leiden. Dit is iets wat volgens hem vermeden kan worden. Dat kan ten eerste door het snel herkennen van de ziekte door de huisarts. Ik wil tegen de heer Beuselinck zeggen dat wij de rol van de huisarts echt hebben meegenomen in de discussie. Ten tweede, kan het door vervolgens een multidisciplinaire aanpak te starten.

Fibromyalgiepatiënten kunnen bij gebrek aan erkenning nu niet voor een complete therapie terecht in één centrum. Zij moeten continu van de ene naar de andere specialist gaan. Bovendien hebben de pijncentra te maken met immense wachtlijsten.

Translated text

The draft resolution on fibromyalgia was discussed for several weeks in the Public Health Committee. I thought it was a very good debate. It was also a very lively debate.

The report has already been submitted by Mr Seminara. Several comments have already been cited. I want to clarify a few things and correct a few things.

The reason for this resolution was a colloquium here in Parliament. It was called “A Different Look at Fibromyalgia.” It took place in the previous legislature, at the end of April 2009. The initiators were Mrs. Gerkens and myself, but also Mrs. Avontroodt of Open Vld. We then heard a number of experts: pain centers, specialists, patient associations. This resulted in a resolution. You know that elections are sometimes tough. Ms. Avontroodt was not re-elected. We found support from other colleagues. I want to thank those people: Mrs. Burgeon, Mr. Thiéry, Mrs. Almaci, but also, for example, Mrs. Fonck and Mrs. Van Den Ende, who took their own initiative because they are closely involved in this disease.

For those people who have not followed the commission – because I see some looking: fibromyalgia, what is it? – I explain that fibromyalgia is a chronic muscle and connective tissue disease. These people have chronic pain, which is very often accompanied by fatigue and sleep disorders due to the pain they have, and also often spontaneously emerging pain.

This is not a rheumatic disorder, for example, it is not about inflammation. The pain – which is important – is caused by a disruption of the central nervous system, resulting in a too low pain threshold. More importantly, traditional treatments – I think of the usual painkillers – do little or nothing because the pain does not come from the peripheral nervous system.

Since it is a fluctuating condition, and the diagnosis requires insight and time – something that today turns out to be a problem – the symptoms in the patient’s environment often arouse misunderstanding.

Ms. Almaci and I have recently, during the committee debates, deliberately visited the University Hospital of Antwerp. We had a conversation there with Dr. Guy Hans, who in Belgium and ⁇  in Flanders is considered the expert when it comes to pain centers and treatment of pain. He is the coordinator of the multidisciplinary pain center there in the UZA.

Dr. Hans said the resolution makes sense for a number of reasons. In the end, it is about 300,000 people who suffer from this disease. Recognizing it too late and incorrect treatment of the disease can lead to a withdrawal from social and professional life. This is something that he believes can be avoided. This can be done primarily by the rapid recognition of the disease by the general doctor. I would like to say to Mr. Beuselinck that we really took the role of the general doctor into the discussion. Second, it can then initiate a multidisciplinary approach.

Fibromyalgia patients, in the absence of recognition, can now not go to a single center for a complete therapy. They must go continuously from one specialist to the other. In addition, the pain centers have to deal with immense waiting lists.

#51

Official text

                    
                    Ik kan hier enkel over het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen spreken. De dokter heeft zelf opgemerkt dat patiënten pas ten vroegste na zes maanden voor een eerste consultatie komen. Daarna duurt het meestal nog eens vijf maanden, vooraleer er plaats is om de behandeling te starten. Hij geeft aan dat de behandeling normaal continu moet gebeuren. U weet echter ook dat het, wanneer er wachtlijsten bestaan, enorm moeilijk is om een goede behandeling uit te voeren.

Behalve onder andere een sensibiliseringscampagne en meer structurele steun voor de pijncentra in ons land vragen wij daarom in voorliggende resolutie ook meer aandacht voor het tekort aan gespecialiseerde pijnartsen, verpleegkundigen en psychologen.

Dokter Hans bevestigt dat CVS een andere aandoening is dan fybromialgie, iets wat voor een aantal leden, zowel in de commissie als in de plenaire vergadering toch belangrijk is. Ze vereist ook – dit is enorm belangrijk – een andere globale aanpak. De verwarring ter zake is soms dat wordt gesteld dat de ziekte in haar geheel moet worden bekeken. Neen, de experts op het veld geven zelf aan dat het over pijnbestrijding gaat. Het is een ziekte waarbij pijn echt de hoofdrol speelt, wat bij CVS niet het geval is.

Om voornoemde reden heb ik, samen met mevrouw Gerkens en toen ook nog mevrouw Avontroodt en nu ook de andere betrokken leden, er bewust voor gekozen om beide aandoeningen niet in één resolutie aan elkaar te koppelen.

Een en ander neemt natuurlijk niet weg dat wij de andere aandoening, CVS, ook enorm genegen zijn. Ik stel daarom voor dat wij, met een aantal leden die daartoe bereid zijn, een nieuw initiatief nemen, om ook over CVS een rondetafel te organiseren en na te gaan op welke manier CVS op een goede, globale manier kan worden aangepakt.

Ik reik ter zake de hand naar bijvoorbeeld mevrouw Maggie De Block van de Open Vld, om samen te bekijken op welke manier wij op een strategisch goede manier rond de materie kunnen werken.

Vandaag hopen wij dat, net zoals in de commissie, ook in de plenaire zitting een meerderheid onze resolutie zal steunen. Immers, hoe vlugger een pijntherapie kan worden opgestart, hoe beter het effect is. Aldus kan worden voorkomen dat fybromialgiepatiënten sociaal geïsoleerd worden. Misschien kunnen bepaalde patiënten zelfs opnieuw aan een job geraken.

Zulks is een nobele doelstelling. Ik hoop dan ook dat de leden vandaag de voorliggende resolutie zullen steunen.

Translated text

I can only speak here about the University Hospital of Antwerp. The doctor himself has noted that patients only arrive at the earliest after six months for a first consultation. After that, it usually takes another five months before there is room to start the treatment. He indicates that the treatment should be normal continuously. However, you also know that when there are waiting lists, it is extremely difficult to perform a proper treatment.

In addition to, among other things, a awareness-raising campaign and more structural support for the pain centers in our country, we therefore in the present resolution also call for more attention to the shortage of specialized pine doctors, nurses and psychologists.

Dr. Hans confirms that CVS is a different condition than fibromyalgia, something that is important for some members, both in the committee and in the plenary session. It also requires – this is extremely important – a different global approach. The confusion on the subject is sometimes that it is stated that the disease should be considered as a whole. No, the experts in the field themselves indicate that it is about pain control. It is a disease in which pain really plays the main role, which is not the case with CVS.

For the aforementioned reason, I, together with Mrs. Gerkens and then also Mrs. Avontroodt and now also the other members involved, have consciously chosen not to link the two disorders together in one resolution.

One and the other, of course, does not take away that we are also immensely affectionate to the other disorder, CVS. I therefore propose that we, with a number of members willing to do so, take a new initiative, to organize a round table also on CVS and to examine how CVS can be addressed in a good, global way.

In this regard, I extend my hand to, for example, Mrs. Maggie De Block of the Open Vld, to examine together how we can work around the matter in a strategically good way.

Today, like in the committee, we hope that a majority will support our resolution in the plenary session. After all, the sooner a pain therapy can be started, the better the effect is. This can prevent fibromyalgia patients from becoming socially isolated. Some patients may even be able to get a job again.

This is a noble goal. I hope, therefore, that the MEPs today will support this resolution.

#52

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, zoals al gezegd door mevrouw Detiège lijden in ons land ongeveer 300 000 patiënten aan de symptomen van wat wordt omschreven als fibromyalgie. Dat is een niet te verwaarlozen groep patiënten. Ofschoon de ziekte reeds in 1992 werd erkend door de Wereldgezondheidsorganisatie en dat een schriftelijke verklaring over fibromyalgie werd aangenomen door het Europees Parlement bestaat er anno 2011 nog steeds geen wetenschappelijke consensus over wat deze ziekte eigenlijk is.

De aandoening wordt nog steeds vastgesteld door uitsluiting van andere diagnoses. De oorzaken van de ziekte zijn onbekend en er is ook geen eensluidende behandeling waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze effectief zou kunnen zijn.

Vanuit die laatste vaststelling is het dan ook moeilijk aanvaardbaar dat wij als parlementsleden, waarvan er bij mijn weten weinig artsen zijn, zullen moeten zeggen hoe die mensen moeten worden behandeld. Wij vinden dat een brug te ver.

Anderzijds is het wel, zoals hier ook al werd gezegd, onaanvaardbaar dat wij deze groep mensen die pijn hebben en niet weten waar ze kunnen worden geholpen, aan hun lot zouden overlaten.

Wij moeten zoeken naar de juiste manier om de diagnose van de aandoening te stellen en de juiste manier om een behandeling in te stellen. Als huisarts zie ik dagelijks of wekelijks mensen met deze ziekte. Men zal er niet van sterven, maar men kan er ook niet goed mee leven. Dat is juist het probleem.

Er zijn tal van gelieerde problemen. Men kan niet meer functioneren in zijn gezin, men kan niet meer gaan werken, men voelt zich niet goed en kan helemaal niet meer deelnemen aan het sociale leven. Er is onbegrip, er zijn financiële problemen en tal van andere zaken.

Voor ons is het dan ook essentieel dat wij blijvend investeren in onderzoek naar de oorzaken van deze aandoening en naar de mogelijkheden om een effectieve behandeling te bekomen.

Translated text

Mr. Speaker, Mrs. Minister, colleagues, as already said by Mrs. Detiège, in our country about 300 000 patients suffer from the symptoms of what is described as fibromyalgia. This is an unnecessary group of patients. Although the disease was recognized by the World Health Organization in 1992 and a written statement on fibromyalgia was adopted by the European Parliament in 2011, there is still no scientific consensus on what this disease really is.

The condition is still established by excluding other diagnoses. The causes of the disease are unknown and there is no consistent treatment that has been scientifically proven to be effective.

From that latter conclusion, it is hardly acceptable that we, as members of parliament, of whom I know there are few doctors, will have to say how those people should be treated. This bridge is too far away.

On the other hand, as has already been said here, it is unacceptable that we should leave this group of people who are in pain and do not know where to be helped, to their fate.

We must look for the right way to diagnose the condition and the right way to set up a treatment. As a family doctor, I see people with this disease daily or weekly. You will not die of it, but you cannot live well with it. That is precisely the problem.

There are many related problems. You can no longer function in your family, you can no longer work, you can no longer feel well and you can no longer participate in social life. There is misunderstanding, there are financial problems and many other things.

For us, it is therefore essential that we invest continuously in research into the causes of this condition and into the possibilities to obtain an effective treatment.

#53

Official text

                    
                    Dat veronderstelt dat wij, wat ons betreft, alleen kunnen investeren in behandelingen die evidence based zijn. Vandaar hebben wij in de commissie een amendement ingediend, bij monde van mevrouw Somers, om de referentiecentra voor het chronisch vermoeidheidssyndroom uit te breiden naar patiënten met fibromyalgie en andere patiënten met onverklaarbare medische aandoeningen. Dat laat ons toe om gegevens te verzamelen, onderzoek te doen en te zoeken naar een behandeling aan de hand van evidence based gegevens.

Ik denk dat het Parlement niet zelf de keuze mag maken van een behandeling van een ziekte, een syndroom of een aandoening die weliswaar erkend is – men heeft er een naam opgeplakt – maar waar voor de rest niets over geweten is. Ik denk dan ook dat de expertise in de referentiecentra zou kunnen aanwezig zijn om daar verder op te werken.

Er is ook een hele groep van andere patiënten. Het is hier gezegd door mevrouw Detiège: patiënten met CVS zijn niet dezelfde als die met fibromyalgie. Dat is waar, maar er is ook een hele groep die nog bij de reumatoloog of bij de fysiotherapeut zit of die misschien in acupunctuur hun heil zoekt. Zij weten niet waar zij hulp moeten zoeken, omdat zij ook niet weten wat zij hebben. Het is onaanvaardbaar dat, met de huidige stand van de wetenschap, zoveel mensen zich in de schemerzone moeten blijven bewegen.

Het is niet aan ons om de keuze te maken, het is wel aan ons om de aandacht erop te vestigen en te zeggen dat er de nodig fondsen voor gevonden moeten worden om hieraan tegemoet te komen.

Mevrouw de minister, ik heb mij in het verleden al zeer kritisch uitgelaten over de referentiecentra, de wachtlijsten en het feit dat de mensen vaak afhaken omdat het te vaak, te ver en te moeilijk is. Ik heb dan ook altijd op een positieve manier getracht om bij te sturen en die werking te verbeteren. Ik meen dat er meer kan gebeuren in verband met het werk dat daar wordt verricht en dat multidisciplinair is, bijvoorbeeld met behulp van een psycholoog en dankzij meer ondersteuning.

Translated text

That assumes that, as far as we are concerned, we can only invest in evidence-based treatments. Therefore, we have submitted an amendment in the committee, at the request of Ms. Somers, to extend the reference centers for chronic fatigue syndrome to patients with fibromyalgia and other patients with unexplained medical conditions. This allows us to collect data, conduct research and seek treatment using evidence-based data.

I think that Parliament should not itself choose the treatment of a disease, a syndrome or a condition which, though recognized – one has put a name on it – but for which for the rest there is nothing about conscience. I therefore think that the expertise in the reference centers could be present to work on that further.

There is also a whole group of other patients. It is said here by Mrs. Detiège: patients with CVS are not the same as those with fibromyalgia. That is true, but there is also a whole group who still sits with the rheumatologist or with the physiotherapist, or who may be seeking their salvation in acupuncture. They do not know where to seek help, because they do not know what they have. It is unacceptable that, with the current state of science, so many people must continue to move in the schemer zone.

It is not up to us to make the choice, it is up to us to draw attention to it and say that the necessary funds must be found to deal with it.

In the past, I have been very critical about the reference centers, the waiting lists and the fact that people often drop off because it is too often, too far and too difficult. Therefore, I have always tried in a positive way to update and improve that function. I think more can be done in connection with the work that is done there and that is multidisciplinary, for example with the help of a psychologist and thanks to more support.

#54

Official text

                    
                    Het gaat eigenlijk niet om meer centen, het gaat eigenlijk om de patiënten zelf, die moeten worden geholpen. We denken dat het in de eerste plaats de huisarts is, die de patiënt moet sturen en begeleiden in zijn zoektocht naar de juiste diagnose en de juiste behandeling.

Ik heb in het verslag gelezen dat er veel nadruk gelegd werd op de pijn. De pijn is zeer belangrijk. Zeker de pijn die die patiënten ervaren is soms onhoudbaar. Pijn kwam ook in de hoorzittingen steeds terug. Er is echter meer dan pijn. Het is het verlies van het feit dat men op een normale manier kan functioneren in de maatschappij.

Tot slot herinner ik aan de duidelijke uitspraken van de vertegenwoordiger van de minister dat de erkenning van de ziekte en het debat dat hierover wordt gevoerd in het RIZIV, niet mogen worden gezien als een deux ex machina, die zal leiden tot oplossingen voor alle problemen. Wij zijn daar inderdaad nog ver af. Het is belangrijk dat ieder op zijn niveau inspanningen blijft leveren en dat met het symposium en voorliggende resolutie aandacht voor de ziekte is gevraagd.

Dat is niet genoeg, de patiënten verdienen meer. Om de redenen die ik daarnet heb toegelicht kunnen wij ook niet alle onderdelen van de resolutie onderschrijven. Wij willen de mensen niet blij maken met een dode mus. Wij zullen ons als signaal dan ook onthouden bij de stemming.

Translated text

It’s not really about more cents, it’s actually about the patients themselves, who need to be helped. We think that it is first and foremost the general physician, who should direct and guide the patient in his search for the correct diagnosis and the correct treatment.

I read in the report that a lot of emphasis was placed on pain. The pain is very important. Of course, the pain that these patients experience is sometimes unbearable. The pain was also repeated in the hearings. However, there is more than pain. It is the loss of the fact that one can function normally in society.

Finally, I recall the clear statements made by the representative of the Minister that the recognition of the disease and the debate on it held in the RIZIV should not be seen as a two ex machina, which will lead to solutions to all problems. We are indeed still far away from that. It is important that everyone continues to make efforts at their level and that the symposium and the present resolution have called for attention to the disease.

This is not enough, the patients earn more. For the reasons I have just explained, we also cannot endorse all parts of the resolution. We don’t want to make people happy with a dead mouse. We will therefore refrain from the vote as a signal.

#55

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ook onze fractie is ten zeerste verheugd dat er met deze resolutie extra aandacht wordt besteed aan de fibromyalgiepatiënten, dat hiermee ook bij ons het fibromyalgiesyndroom wordt erkend en dat men denkt aan een betere alomvattende behandeling. Al zullen wij ons bij de stemming onthouden, ik wil hierover geen enkele twijfel laten bestaan.

Wij betreuren echter al van bij het begin van de besprekingen in de commissie dat de resolutie nogal vaag is en dat men niet meteen dezelfde aandacht heeft willen besteden aan CVS/ME.

Ook myalgische encephalomyelitis is als syndroom door de Wereldgezondheidsorganisatie erkend sinds 1969, maar geniet bij ons nog minder erkenning dan fibromyalgie. CVS-patiënten hebben weliswaar andere uitgesproken symptomen, het is inderdaad een ander syndroom, maar zij hebben in grote lijnen dezelfde problematiek als de fibromyalgiepatiënten.

Een van de redenen waarom men beide dossiers niet aan elkaar wilde koppelen is omdat er over fibromyalgie in grote lijnen eensgezindheid zou bestaan en over CVS niet. Dat was misschien het geval op het colloquium “Een andere kijk op fibromyalgie” dat op 20 april 2009 in het federaal Parlement werd gehouden en waarin deze resolutie uiteindelijk zijn oorsprong vond, maar als men zijn oor te luister legt bij patiëntenorganisaties – ook de Nederlandstalige want blijkbaar is er aan weerszijden van de taalgrens een meningsverschil – dan verneemt men dat er zowel bij CVS als bij fibromyalgie vooral in de pijncentra en in de referentiecentra te veel aandacht wordt besteed aan het psychologische aspect en de psychologische aanpak en te weinig aan de biomedische, het endocriene en het fysische aspect van de ziekte, zowel bij de behandeling als bij de diagnosestelling.

Translated text

Mr. Speaker, Mrs. Minister, colleagues, also our group is very pleased that this resolution pays extra attention to fibromyalgia patients, that it also recognizes fibromyalgia syndrome in us, and that a better comprehensive treatment is considered. Even if we abstain from voting, I do not want to have any doubts about this.

We regret, however, from the beginning of the discussions in the committee that the resolution is rather vague and that the same attention was not immediately wanted to be paid to CVS/ME.

Myalgic encephalomyelitis has been recognized as a syndrome by the World Health Organization since 1969, but enjoys even less recognition than fibromyalgia. Although CVS patients have other pronounced symptoms, it is indeed a different syndrome, but they have generally the same problem as fibromyalgia patients.

One of the reasons why one did not want to link both files together is because there would be broad consensus on fibromyalgia and not on CVS. This may have been the case at the colloquium “Another View on Fibromyalgia” held on 20 April 2009 in the Federal Parliament and in which this resolution finally found its origin, but if one places his ear to listen to patient organisations – also the Dutch-speaking because apparently there is a difference of opinion on both sides of the language border – then one learns that both CVS and fibromyalgia, especially in the pain centers and in the reference centers, too much attention is paid to the psychological aspect and the psychological approach and too little to the biomedical, endocrine and physical aspect of the disease, both in the treatment and in the diagnosis.

#56

Official text

                    
                    Patiëntenorganisaties vragen dan ook een aparte instelling, een apart centrum voor diagnosestelling, los van de huidige, bestaande pijncentra en referentiecentra. Onze fractie zal dan ook een amendement op de resolutie indienen in deze zin.

De resolutie is inderdaad, zoals daarjuist ook al is gezegd, een stap in de goede richting, maar ze is te vaag, te eenzijdig en alleszins te beperkt. Wij kunnen alleen maar hopen dat de regering in de uitwerking voldoende aandacht zal hebben voor de verzuchtingen van de patiënten, de nieuwste internationale onderzoeken, de voorgestelde therapieën en diagnosestellingen, en dat ook ME/CVS-patiënten dezelfde aandacht zullen kunnen genieten als de fibromyalgiepatiënten.

Ik ga hierbij heel graag in op de uitnodiging van mevrouw Detiège en vraag ook aan de collega’s om onze resolutie te steunen.

Translated text

#57

Official text

                    
                    Monsieur le président, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, je serai concise. En effet, comme l'a rappelé mon collègue dans son maiden speech, la commission a déjà longuement travaillé sur cette question. Je souhaite simplement profiter de cette tribune pour délivrer deux messages. Le premier est destiné aux patients, à toutes ces personnes qui souffrent bien souvent en silence – et pour certaines dans un isolement terrible – de ce syndrome si particulier, la fibromyalgie. J'espère que le vote de ce texte contribuera à faire sortir de l'ombre ces femmes et ces hommes qui, aujourd'hui, n'osent pas dire qu'ils souffrent, n'osent pas se rendre une énième fois chez le médecin pour s'entendre dire que leurs maux sont imaginaires.

Translated text

#58

#59

Official text

                    
                    D'autant plus que je serai très brève. L'autre message est destiné cette fois-ci au monde médical et plus précisément aux médecins généralistes. Je sais pertinemment que leur tâche est difficile, que le diagnostic de la fibromyalgie est délicat, qu'ils manquent bien souvent de temps pour écouter ces patients mais le syndrome de la fibromyalgie, qui est internationalement reconnu, une fois diagnostiqué et pris en charge correctement, laisse les personnes qui en sont atteintes mener une vie presque normale.

Et c'est en ce sens qu'avec mes collègues Mmes Gerkens et Detiège et M. Thiéry nous avons déposé ce texte. Si cette maladie bénéficie enfin de plus de notoriété, la société en sortira gagnante car les patients qui en souffrent, au lieu d'être socialement déclassés comme c'est malheureusement le cas aujourd'hui, reprendront place peu à peu dans la société, dans leur travail, leur famille et leur cercle d'amis.

En approuvant ce texte, le parlement donnera ainsi ce message clair: oui, la fibromyalgie est une maladie; oui, les personnes qui en sont atteintes méritent soins et attention; oui, des moyens financiers doivent être donnés pour que la recherche médicale avance en la matière.

Translated text

Especially because I will be very brief. The other message is addressed this time to the medical world and more specifically to the general physicians. I know very well that their task is difficult, that the diagnosis of fibromyalgia is delicate, that they often lack time to listen to these patients but the fibromyalgia syndrome, which is internationally recognized, once diagnosed and treated properly, leaves people with fibromyalgia to lead a almost normal life.

And it is in this sense that with my colleagues Ms. Gerkens and Detiège and Mr. Thierry has submitted this text. If this disease finally gets more known, society will win because the patients who suffer from it, instead of being socially degraded as it is unfortunately the case today, will gradually regain place in society, in their work, their family and their circle of friends.

By approving this text, Parliament will thus give this clear message: yes, fibromyalgia is a disease; yes, people with fibromyalgia deserve care and attention; yes, financial resources must be provided for medical research to advance in this area.

#60

#61

Official text

                    
                    Monsieur le président, mesdames les ministres, chers collègues, mon groupe se réjouit de l'adoption de la proposition de résolution visant à reconnaître la fibromyalgie et à améliorer l'accompagnement et l'encadrement des patients.

Bien qu'elle soit reconnue comme maladie par l'OMS depuis 1992, la fibromyalgie n'est toujours pas répertoriée dans le catalogue officiel des maladies reconnues en Belgique et en Europe.

Ce handicap invisible qui se caractérise par des douleurs diffuses, une fatigabilité à l'effort et un sommeil non réparateur s'accompagne aussi d'une série variable d'autres symptômes comme des troubles digestifs, des maux de tête, des pertes de mémoire, et j'en passe. Autant de symptômes qui entraînent souvent une exclusion des patients de la vie sociale, du monde du travail ainsi que de leur famille et qui rendent le diagnostic de cette maladie parfois difficile à établir par le corps médical. Résultat, le patient se sent très souvent délaissé et ne sait plus exactement vers qui se tourner.

Comme cela a été rappelé dans le rapport, après avoir organisé un colloque sur les douleurs chroniques, le cdH avait déjà proposé, sous les précédentes législatures, des textes de résolution visant non seulement à reconnaître la fibromyalgie comme maladie chronique mais également à prévoir un financement adéquat ainsi qu'un trajet de soins continu et multidisciplinaire s'intégrant dans un modèle dit biopsychosocial. Il était aussi prévu de mieux former les acteurs de la santé à la réalité des patients souffrant de douleurs chroniques.

Comme l'a rappelé M. Beuselinck, pour ce qui concerne l'extension aux patients souffrant de douleurs diffuses et du syndrome de fatigue chronique, notre non-adhésion aux amendements déposés ne signifie pas qu'une attention particulière ne doit pas être apportée aux patients ni qu'une prise en charge adéquate n'est pas nécessaire.

Translated text

Mr. Speaker, ladies and gentlemen, my group welcomes the adoption of the proposal for a resolution aimed at recognizing fibromyalgia and improving patient support and guidance.

Although recognized as a disease by the WHO since 1992, fibromyalgia is still not listed in the official catalog of recognized diseases in Belgium and Europe.

This invisible disability, which is characterized by diffuse pain, effort fatigue and non-reparative sleep, is also accompanied by a variable series of other symptoms such as digestive disorders, headaches, memory loss, and I pass. Symptoms that often lead to the exclusion of patients from social life, the world of work and their families, and that make the diagnosis of this disease sometimes difficult to establish by the medical body. As a result, the patient often feels abandoned and no longer knows exactly who to turn to.

As recalled in the report, after organizing a colloquium on chronic pain, the CDH had already proposed, under previous legislatures, text resolutions aiming not only to recognize fibromyalgia as a chronic disease but also to provide adequate funding as well as a continuous and multidisciplinary care pathway integrating into a so-called biopsychosocial model. It was also planned to better train health actors to the reality of patients suffering from chronic pain.

As recalled by Mr. Beuselinck, as regards the extension to patients with diffuse pain and chronic fatigue syndrome, our non-adherence to the submitted amendments does not mean that special attention should not be paid to patients or that adequate care is not needed.

#62

Official text

                    
                    Mais il ne nous semble pas opportun de mélanger différentes situations.

Par ailleurs, nous sommes également favorables à ce que des avancées soient réalisées pour la partie psychologie clinique mais pas uniquement pour la fibromyalgie. C'était le sens de la proposition de loi qui était déposée.

Ainsi, mon groupe se félicite de l'adoption de cette résolution qui vise directement 2,5 % de la population, soit environ 300 000 patients belges atteints de la fibromyalgie.

Translated text

#63

Official text

                    
                    Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, avant de commencer mon intervention, je voudrais remercier tous les collègues de la commission Santé publique qui ont accepté de travailler sur cette résolution et qui nous ont permis d'aboutir au document qui vous est soumis aujourd'hui.

Je voudrais être brève et ne pas répéter tout ce qui a déjà été dit. Toutefois, je prendrai le temps de resituer le parcours de travail de cette résolution. Cela fait plusieurs années que la réflexion sur la fibromyalgie a été entamée avec des représentants des patients, des représentants des médecins et des autres praticiens mais surtout des patients qui en sont atteints.

Il est clair que cette résolution n'envisage pas toutes les maladies qui s'expriment par de la douleur. Elle ne traite pas non plus de toutes ces maladies inconnues qui se traduisent notamment par de la douleur, ni du syndrome de la fatigue chronique. Pourquoi? Parce que nous sommes face à un nombre important de personnes: entre 250 et 300 000 personnes souffrent de ce syndrome auquel on a donné un nom, ce qui représente 2,5 % de la population belge. Le sujet n'est donc pas complètement inconnu. Ces patients sont déjà pris en charge par toute une série de prestataires de soins dont l'expérience nous dit que c'est l'équipe et la pratique multidisciplinaires, pluridisciplinaires qui permettent d'approcher leur réalité, d'essayer de trouver des solutions et de participer à une démarche de recherche.

La résolution, en son dernier point, précise qu'il faut investir dans une démarche de recherche scientifique pour essayer de trouver les meilleurs traitements – parfois tout simplement de trouver un traitement car il n'y en a pas – mais aussi de travailler sur les causes et l'accompagnement des patients.

Translated text

Mr. Speaker, Mrs. Minister, dear colleagues, before I begin my speech, I would like to thank all the colleagues in the Public Health Committee who agreed to work on this resolution and who allowed us to reach the document that is submitted to you today.

I would like to be brief and not repeat everything that has already been said. However, I will take the time to review the work path of this resolution. It has been several years since the reflection on fibromyalgia has been started with representatives of patients, representatives of doctors and other practitioners but especially patients who are affected.

It is clear that this resolution does not consider all diseases that are expressed by pain. It also does not treat all these unknown diseases that result in pain, or chronic fatigue syndrome. Why Why ? Because we are facing a large number of people: between 250 and 300,000 people suffer from this syndrome to which a name has been given, which represents 2.5% of the Belgian population. The subject is not entirely unknown. These patients are already cared for by a whole range of healthcare providers whose experience tells us that it is the multidisciplinary, multidisciplinary team and practice that allows to approach their reality, to try to find solutions and to participate in a research approach.

The resolution, in its final point, specifies that it is necessary to invest in a scientific research approach to try to find the best treatments – sometimes simply to find a treatment because there is no one – but also to work on the causes and patient support.

#64

Official text

                    
                    Ce point est séparé des autres; en effet, qui est le mieux placé pour mener la recherche? Je l'ignore en termes de structure, mais actuellement, ce sont les praticiens, les scientifiques et les patients. Il s'agit donc bien d'un travail interactif.

Nous ne voulons pas imposer une méthode de traitement. D'ailleurs la résolution ne le dit absolument pas; elle indique simplement la nécessité d'une intervention d'une équipe multidisciplinaire. Elle ne sera pas la seule dans les centres de la douleur: les médecins généralistes, kinés, psychologues, rhumatologues et autres spécialistes peuvent intervenir. Ils sont également pris en considération, mais peinent à établir des diagnostics; souvent, ils le réalisent par élimination, et, en collaboration avec les patients, ils doivent essayer d'adapter les traitements, les accompagnements et les suivis pour plus d'efficacité.

Cette résolution relève l'élément positif de la situation actuelle, c'est-à-dire la nécessité d'être plusieurs, de croiser les disciplines, d'établir un contact avec le patient, de prendre le temps de lui parler lors des consultations. Une consultation longue d'un généraliste n'exige pas de lui de jouer le rôle d'un psychothérapeute; elle durera au moins 15 à 20 minutes de manière à laisser suffisamment de temps au patient d'exprimer ses symptômes, ses douleurs et les handicaps fonctionnels qu'il ressent.

Nous introduisons la dimension psychologique et nous parlons de psychologue, de psychothérapie nécessaire pour ces patients. Mais le fait d'être psychologue clinicien, d'introduire la référence au psychologue clinicien reconnu est à distinguer d'un psychologue clinicien thérapeute pouvant intervenir.

Il s'agit là d'un fameux travail sur lequel nous nous sommes penchés pendant plusieurs années. Sous la précédente législature, nous avons essayé de travailler sur la reconnaissance du clinicien, de l'orthopédagogue et du sexologue, mais nous n'avons pas abouti. C'est pourquoi je ne demande pas mieux que la commission Santé publique se repenche sur le sujet, mais en introduisant la dimension du psychothérapeute, sous conditions. Nous y travaillerons et y mettrons beaucoup d'énergie.

Translated text

This point is separate from the others; indeed, who is best placed to conduct research? I don’t know it in terms of structure, but currently it’s practitioners, scientists and patients. This is an interactive work.

We do not want to impose a treatment method. Moreover, the resolution does not say this at all; it simply indicates the need for an intervention of a multidisciplinary team. She will not be the only one in the pain centers: general physicians, kinesiologists, psychologists, rheumatologists and other specialists can intervene. They are also taken into account, but struggle to establish diagnoses; often, they do so by elimination, and, in collaboration with patients, they must try to adapt treatments, accompanying and follow-up for more effectiveness.

This resolution highlights the positive element of the current situation, that is, the need to be multiple, to cross disciplines, to establish contact with the patient, to take time to talk to him during consultations. A long consultation with a generalist does not require him to play the role of a psychotherapist; it will last at least 15 to 20 minutes in order to leave enough time for the patient to express his symptoms, pain and functional disabilities he feels.

We introduce the psychological dimension and we talk about psychologist, psychotherapy necessary for these patients. But the fact of being a clinical psychologist, of introducing the reference to the recognised clinical psychologist is to be distinguished from a clinical psychologist therapist who can intervene.

This is a famous work that we have been looking at for several years. During the previous legislature, we tried to work on the recognition of the clinician, the orthopedic and the sexologist, but we failed. That’s why I do not ask for better that the Public Health committee refine on the subject, but by introducing the dimension of the psychotherapist, under conditions. We will work on it and put a lot of energy into it.

#65

Official text

                    
                    Il n'était, dès lors, pas intéressant ou positif, puisque cela n'amenait aucun élément supplémentaire, de parler de reconnaissance du statut du psychologue clinicien, car les psychologues ne représentent qu'une partie des thérapeutes. Tous les cliniciens ne le sont pas. Et, par ailleurs, dans les centres de la douleur comme dans les hôpitaux – ce sont aussi de ces centres dont nous parlons – l'on a, de toute évidence, recours à des thérapeutes, qui sont formés, qui sont reconnus comme psychologues. Toutefois, même s'ils sont agréés par l'INAMI, cela n'équivaut pas à une reconnaissance du titre. Je pense que nous sommes prudents et que cela n'ouvre pas la porte aux médecines parallèles et "magiques", ce que vous semblez dire.

Il est un dernier élément que je ne comprends pas trop parmi les critiques. Nous sommes face à un syndrome, qui est reconnu et pour lequel on ne maîtrise pas les tenants et les aboutissants, ce qui ne permet pas d'offrir nombre de solutions. "Il faut pouvoir faire de la recherche et travailler en équipe pluridisciplinaire", dit-on. Par ailleurs, monsieur Beuselinck et madame De Block, vous voulez introduire la référence à l'Evidence Based Medicine. Il est encore trop tôt, selon moi.

Par contre, il importe que les patients, les prestataires et les scientifiques travaillent ensemble pour mener des recherches. Ainsi, il en ressortira, je l'espère un jour, une manière, un trajet et de bonnes pratiques que l'on pourra recommander. Mais déjà maintenant dire que l'on va s'y référer, c'est de nouveau limiter l'ouverture qu'il est nécessaire d'avoir vis-à-vis de ces patients.

Telles sont les remarques que je voulais apporter pour compléter les interventions de mes collègues et réagir aux amendements que je ne souhaite pas retenir!

Les malades atteints de fatigue chronique méritent notre attention. Nous devons prendre le temps de travailler à cette thématique ce, de manière spécifique, tout comme pour les personnes atteintes de douleur.

Translated text

It was, therefore, neither interesting nor positive, since it brought no additional element, to speak of recognition of the status of the clinical psychologist, because psychologists represent only a fraction of the therapists. Not all clinicians are. And, on the other hand, in the centers of pain as in the hospitals – these are also those centers of which we are talking – there is, of course, recourse to therapists, who are trained, who are recognized as psychologists. However, even if they are approved by the INAMI, this does not equate to a recognition of the title. I think we’re cautious and that doesn’t open the door to parallel and “magic” medicines, what you seem to say.

There is one last element that I do not understand too much among the critics. We are faced with a syndrome, which is recognized and for which we do not control the holders and finishes, which does not allow to offer many solutions. “We need to be able to do research and work in a multidisciplinary team,” he said. Furthermore, Mr Beuselinck and Mrs De Block, you want to introduce the reference to Evidence Based Medicine. It is still too early, I think.

On the other hand, it is important that patients, providers and scientists work together to conduct research. So it will come out, I hope one day, a way, a path and good practices that can be recommended. But already now to say that we are going to refer to it, is again to limit the openness that is necessary to have towards these patients.

These are the comments I wanted to make to complement the interventions of my colleagues and react to amendments that I do not want to hold back!

Patients with chronic fatigue deserve our attention. We must take the time to work on this topic in a specific way, as well as for people with pain.

#66

Official text

                    
                    Je tenais aussi à dire que les choses ont évolué. En avril 2009, lors de notre colloque auquel ont assisté les représentants des différents groupes politiques et la ministre, nous avions fait un constat. Entre-temps, le plan donnant priorité aux personnes atteintes d'une maladie chronique a également apporté des avancées et des perspectives. Les patients atteints de fibromyalgie ont été invités à exprimer leurs difficultés. La résolution fait donc référence à ce plan Maladies chroniques, de manière à ce que les personnes atteintes de fibromyalgie puissent être aidées tant dans l'accès au remboursement que dans la prise en charge plus spécifique qui doit encore être développée dans le plan. Il s'agit de leur consacrer une attention plus particulière et de les aider dans leurs démarches à la fois de reconnaissance de l'incapacité, de l'invalidité, d'un handicap fonctionnel. Du chemin reste à faire, et c'est ce que nous avons voulu dire dans cette résolution.

Un dernier élément m'inquiète et c'est pourquoi nous avons insisté pour que cette résolution soit traitée. C'est que la fibromyalgie touchait – c'est à mettre à l'imparfait – majoritairement et quasiment exclusivement les femmes. On constate aujourd'hui que des hommes sont atteints de fibromyalgie mais aussi des adolescents et des enfants. À partir du moment où des adolescents et des enfants présentent ces syndromes, cela signifie que des enfants connaissent déjà aujourd'hui des souffrances insupportables et qu'ils développeront des handicaps fonctionnels encore plus importants. Il faut dès lors mettre de l'énergie dans la recherche de bonnes pratiques mais aussi dans la recherche des causes de cette maladie. Il n'est pas normal que des adolescents et des enfants développent ces syndromes et en souffrent.

Enfin, je remercie les collègues pour le travail commun qui a été fourni et Mme la ministre pour le concours qu'elle y a apporté.

Translated text

I also wanted to say that things have evolved. In April 2009, during our conference at which representatives of the various political groups and the minister attended, we had made a finding. Meanwhile, the plan prioritizing people with chronic illness has also brought advances and prospects. Patients with fibromyalgia were asked to express their difficulties. The resolution therefore refers to this Chronic Diseases plan, so that people with fibromyalgia can be assisted both in access to refund and in more specific care that still needs to be developed in the plan. It is about paying more special attention to them and assisting them in their steps, both recognition of disability, disability, functional disability. There is still a road to go, and that is what we intended to say in this resolution.

One last element concerns me and that is why we insisted that this resolution be dealt with. It is that fibromyalgia affected – to put it imperfectly – mostly and almost exclusively women. It is now seen that men are suffering from fibromyalgia but also adolescents and children. From the moment adolescents and children have these syndromes, it means that children are already experiencing unbearable suffering today and that they will develop even greater functional disabilities. Therefore, it is necessary to put energy in the search for good practices but also in the search for the causes of this disease. It is not normal for adolescents and children to develop these syndromes and suffer from them.

Finally, I would like to thank the colleagues for the joint work that has been provided and the Minister for the contribution she has provided.

#67

#68

Official text

                    
                    Monsieur le président, chers collègues, la proposition de loi n° 1106, qui est soumise au vote de votre assemblée, est le résultat d'un travail fructueux effectué au sein de la commission Économie, présidée par Mme Van der Auwera.

La proposition a été initialement déposée par Mme Lalieux, dont je voudrais souligner la qualité des interventions en commission. Nous avons également travaillé, M. Clarinval et moi-même, à cette proposition ainsi que tous les collègues de la commission Économie.

Je préciserai uniquement quatre points de la proposition, qui vise en fait à adapter le régime de stockage de gaz naturel à la situation actuelle, notamment au règlement européen 715/2009.

Mais avant tout, je souhaiterais rappeler brièvement le contexte de ce dossier. La SA Fluxys, gestionnaire des infrastructures de gaz naturel en Belgique pour le transport, le stockage et le gaz liquéfié, dit LNG, possède une infrastructure de stockage de gaz naturel à Loenhout.

Actuellement, cette infrastructure ne peut bénéficier qu'à un type de client, la distribution publique. L'évolution du marché de gaz naturel en Europe, depuis la première directive gaz transposée en droit belge en avril 1999, a marqué un pas décisif, notamment avec l'augmentation des interconnexions entre les différentes régions d'Europe.

En conséquence, la distribution publique a un choix plus important pour s'approvisionner en gaz naturel et s'en est évidemment ressentie cet hiver.

Translated text

Mr. Speaker, dear colleagues, the Bill No. 1106, which is subject to the vote of your assembly, is the result of a fruitful work carried out within the Economy Committee, chaired by Ms. Van der Auwera.

The proposal was initially submitted by Mrs. Lalieux, whom I would like to emphasize the quality of the interventions in committee. We also worked, Mr. Clarinval and myself, on this proposal, and all colleagues in the Economy Committee.

I will only clarify four points in the proposal, which in fact aims to adapt the natural gas storage system to the current situation, in particular Regulation (EC) No 715/2009.

But first of all, I would like to briefly recall the context of this case. SA Fluxys, the manager of natural gas infrastructure in Belgium for transport, storage and liquefied gas, called LNG, has a natural gas storage infrastructure in Loenhout.

Currently, this infrastructure can benefit only one type of customer, public distribution. The evolution of the natural gas market in Europe, since the first gas directive transposed into Belgian law in April 1999, has marked a decisive step, in particular with the increase of interconnections between the different regions of Europe.

As a result, the public distribution has a larger choice for natural gas supplies and obviously felt this winter.

#69

Official text

                    
                    Ainsi, les intercommunales n'utilisent plus nécessairement le stockage de gaz à Loenhout; plus exclusivement en tout cas.

La proposition 1106 vise à permettre que, dans le cadre du règlement européen sur l'accès aux infrastructures gazières, l'accès au stockage puisse être ouvert non seulement à la distribution publique, mais également aux autres fournisseurs, ainsi qu'aux producteurs de gaz.

Comme indiqué précédemment, je voudrais émettre quatre remarques importantes dans ce dossier.

Premièrement, le système mis en place permet à tout opérateur gazier qui le désire de prendre et de souscrire des capacités de stockage selon des règles non discriminatoires, fixées dans le code de bonne conduite, ainsi que le précise l'arrêté royal du 21 décembre 2010. Cela veut dire que les opérateurs actuels, tels Electrabel et Gaz de France, par exemple, pourront toujours s'ils le désirent, souscrire des capacités, et ce, en parallèle avec de nouveaux souscripteurs.

Deuxièmement, la proposition de loi permet que des producteurs de gaz puissent effectivement souscrire des capacités de stockage dans le respect du code de bonne conduite en respectant le critère de non-discrimination et les tarifs encadrés par la CREG. Ainsi les producteurs Statoil et Gazprom pourront souscrire des capacités de stockage.

Il convient de relever ici l'intervention du premier ministre pour son appui accordé à ce projet. Il s'agit en effet d'un point important, car ce type d'opérateur gazier renforce la sécurité d'approvisionnement de gaz étant donné que ce type d'opérateurs fera transiter une grande quantité de gaz par notre pays plutôt que par d'autres voies de transit.

Il est important aussi – et cela se déduit de ce que je viens de dire – que la Belgique, en ce compris la Flandre, reste un carrefour pour les flux de gaz. Vu le caractère international du marché du gaz, il est aussi important que cette matière reste fédérale, ce qui explique et justifie d'autant mieux l'intervention du premier ministre.

Troisièmement, la proposition de loi impose des obligations de service public en cas de pénurie. Si une pénurie survenait, par exemple dans le cadre d'une crise internationale, l'utilisateur de l'installation de stockage de Loenhout, comme Gazprom, devra mettre les capacités concernées à la disposition du gestionnaire de transport de gaz naturel, à savoir la société anonyme Fluxys. Dans une telle situation, le GRT Fluxys devra mettre ce gaz à la disposition des clients protégés, c'est-à-dire les utilisateurs finaux, via les intercommunales.

Translated text

Thus, intercommunal companies no longer necessarily use gas storage in Loenhout; more exclusively in any case.

Proposal 1106 aims to enable, within the framework of the European Regulation on Access to Gas Infrastructure, access to storage to be opened not only to public distribution but also to other suppliers, as well as to gas producers.

As mentioned earlier, I would like to make four important remarks on this matter.

First, the established system allows any gas operator who wishes to take and subscribe storage capacities according to non-discriminatory rules, set out in the Code of Good Conduct, as specified in the Royal Decree of 21 December 2010. This means that current operators, such as Electrabel and Gaz de France, for example, will always be able to subscribe capacities, if they wish, in parallel with new subscribers.

Secondly, the bill allows gas producers to effectively subscribe to storage capacity in compliance with the Code of Good Conduct, respecting the non-discrimination criterion and the CREG tariffs. Producers Statoil and Gazprom will be able to contract storage capacity.

I would like to highlight the Prime Minister’s intervention for his support for this project. This is indeed an important point, as this type of gas operator enhances the security of gas supply as this type of operator will transit a large amount of gas through our country rather than through other transit routes.

It is also important – and this follows from what I just said – that Belgium, including Flanders, remains a crossroads for gas flows. Given the international character of the gas market, it is equally important that this matter remains federal, which further explains and justifies the intervention of the Prime Minister.

Third, the bill imposes public service obligations in case of shortage. If a shortage arises, for example in the context of an international crisis, the user of the Loenhout storage facility, such as Gazprom, will have to put the relevant capacity at the disposal of the natural gas transmission operator, namely the company Fluxys. In such a situation, GRT Fluxys will have to make this gas available to protected customers, i.e. end-users, through intercommunal companies.

#70

Official text

                    
                    Quatrièmement, en modifiant le régime de stockage, nous évitons à la société anonyme Fluxys, dont les communes sont actionnaires majoritaires, un coût pour la non-utilisation des infrastructures de stockage, ce qui entraîne à moyen et long termes une augmentation de la facture de l'utilisateur et une diminution des dividendes dans le chef des communes. D'ailleurs, dans ce contexte, je m'interroge sur le fait que le directeur de l'administration du ministre Magnette n'ait pas soutenu plus vigoureusement ce projet. J'ose espérer qu'il ne défendait pas les thèses des shippers qui voulaient maintenir un régime préférentiel favorisant la spéculation.

Dans un autre ordre d'idées, M. Clarinval et moi-même sommes heureux, ainsi que d'autres membres de la commission, qu'on ait retiré de ce texte ce qui avait trait à la certification, à la désignation de l'autorité et aux études prospectives pour se concentrer sur l'essentiel, à savoir le stockage de gaz.

Finalement, je souligne qu'en cette période particulière de la vie politique, le Parlement a démontré une fois de plus qu'il pouvait faire des réformes utiles pour maintenir la place de la Belgique sur le marché européen du gaz.

Translated text

Fourth, by changing the storage regime, we avoid the company Fluxys, whose municipalities are majority shareholders, a cost for the non-use of storage infrastructures, which results in a medium and long-term increase in user invoice and a decrease in dividends in the head of municipalities. Furthermore, in this context, I wonder about the fact that the director of the administration of Minister Magnette did not support this project more vigorously. I dare hope that he did not defend the theses of shippers who wanted to maintain a preferential regime favouring speculation.

In a different order of ideas, Mr. Clarinval and I, along with other members of the committee, are delighted that certification, authority designation and forward-looking studies have been removed from this text to focus on the essential, namely gas storage.

Finally, I would like to emphasize that in this particular period of political life, Parliament has once again demonstrated that it can make useful reforms to maintain Belgium’s place on the European gas market.

#71

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, collega’s, voor u ligt een klein stukje wetgeving. Ik mag wel zeggen dat dit een geluk, is want het initiële voorstel van collega Lalieux was veel omvattender. Hoewel de autonomie van het Parlement mij zeer genegen is, hebben wij in de commissie toch wel moeten vaststellen dat de toedracht van dit wetsvoorstel nogal ver ging.

Het ging namelijk om de omzetting van het derde pakket Europese richtlijnen en de daarmee de gehele, verdere afwikkeling van de liberalisering van de gasmarkt. Na rijp overleg in de commissie en daarbuiten, en voortbouwend op een aantal snedige amendementen van eigen hand hebben wij beslist om slechts twee artikelen te weerhouden uit het voorstel. Deze twee artikelen zijn zeer nuttig omdat zij de regeling van de gasopslag, vooral in Loenhout, in regel stellen met de Europese vereisten.

Als dit wetsvoorstel wordt goedgekeurd, zullen wij erin slagen om op een betere manier de allocatie van deze opslag toe te kennen en hoeven wij niet voort te gaan op allerlei overeenkomsten gesloten tussen premiers van soms schimmige mogendheden. Wij kunnen eindelijk de toekenning van deze opslaglocatie op de markt brengen, zoals het in een geliberaliseerde markt hoort.

Ik hoop op uw aller steun te kunnen rekenen voor deze twee summiere, maar toch belangrijke artikelen.

Translated text

There is a small piece of legislation before you. I can say that this is a fortune, because the initial proposal of colleague Lalieux was much more comprehensive. Although I am very pleased with the autonomy of the Parliament, we in the committee have yet to conclude that the implementation of this bill has gone quite far.

It was about the transposition of the third package of European directives and the complete, further settlement of the liberalization of the gas market. After mature consultations in the committee and beyond, and on the basis of a number of concise amendments made by ourselves, we have decided to exclude only two articles from the proposal. These two articles are very useful because they align the system of gas storage, especially in Loenhout, with the European requirements.

If this bill is approved, we will be able to better allocate the allocation of this storage, and we will not have to go on to all kinds of agreements concluded between Prime Ministers of sometimes shady powers. We can finally market the allocation of this storage location, as it should be in a liberalized market.

I hope to be able to count on your support for these two summary but important articles.

#72

Official text

                    
                    Monsieur le président, chers collègues, comme on l'a rappelé, le marché européen du gaz naturel est en pleine mutation. Les réserves européennes, qu'elles soient aux Pays-Bas ou en Angleterre, s'épuisent peu à peu.

En vue de compenser ce déclin de production européenne, de grands volumes de gaz devront être importés à partir de sources plus éloignées. C'est la raison pour laquelle de grands projets d'investissement internationaux ont vu le jour. On citera des projets de transport par canalisation de gaz en provenance de la Russie ou encore de la Mer Caspienne. On pense encore à d'autres projets, notamment au projet Nabucco. Les investissements pour construire les pipe-lines et les terminaux GNL ou des capacités de stockage se multiplient. Les routes du gaz vers l'Europe et sur le continent se redessinent. Ces mouvements constituent un défi, mais aussi une opportunité pour notre sécurité d'approvisionnement.

L'idéal pour un pays non-producteur de gaz est d'avoir une infrastructure d'approvisionnement directement reliée aux sources. Cependant, pour pouvoir se le permettre, il faut investir d'énormes capitaux que seuls les plus grands pays peuvent consentir. On comprend bien que le marché belge, par sa taille, ne sera jamais assez rentable pour s'offrir son propre pipe-line vers la Russie ou la Norvège. Cet idéal étant hors de portée, la stratégie de la Belgique a toujours été de valoriser sa position géographique entre les sources et les divers marchés de consommation finale dans le Nord-Ouest. Le but recherché est d'asseoir notre sécurité d'approvisionnement sur les flux gaziers transfrontaliers à destination d'autres pays.

Afin d'assurer les besoins des ménages et des entreprises, la Belgique doit se saisir des évolutions actuelles du marché européen pour intensifier son rôle de plaque tournante en attirant sur son territoire de nouveaux flux gaziers.

La présente proposition de loi – on l'a rappelé – entend contribuer à cet objectif stratégique en réformant le régime de stockage auquel notre gestionnaire de transport et de stockage de gaz, Fluxys, est tenu aujourd'hui.

Selon la législation actuelle – Mme Marghem l'a rappelé –, Fluxys doit allouer prioritairement les capacités de stockage aux fournisseurs qui alimentent les réseaux de distribution belges. Les fournisseurs qui vendent leur gaz sur le marché belge peuvent donc prétendre à un droit prioritaire sur les capacités de stockage dont Fluxys dispose.

Ce système qui, à l'origine, était avantageux pour les clients belges se révèle aujourd'hui inadapté aux mutations que connaît le marché du gaz européen.

Translated text

The European natural gas market is changing. European reserves, whether in the Netherlands or England, are gradually exhausting.

In order to compensate for this decline in European production, large volumes of gas will have to be imported from more distant sources. This is why large international investment projects have emerged. It will be cited projects of gas pipeline transportation from Russia or even the Caspian Sea. Other projects are still being considered, including the Nabucco project. Investments to build pipelines and LNG terminals or storage capacities are multiplying. The routes of gas to Europe and across the continent are re-designed. These movements represent a challenge, but also an opportunity for our security of supply.

The ideal for a non-gas-producing country is to have a supply infrastructure directly connected to the sources. However, in order to be able to afford it, huge capital must be invested that only the largest countries can afford. It is well understood that the Belgian market, by its size, will never be profitable enough to offer its own pipeline to Russia or Norway. With this ideal out of reach, Belgium’s strategy has always been to enhance its geographical position between the sources and the various end-consumption markets in the Northwest. The aim is to put our security of supply on cross-border gas flows to other countries.

In order to meet the needs of households and ⁇ , Belgium must take advantage of the current developments in the European market to intensify its role as a turntable by attracting new gas flows to its territory.

This bill – it has been recalled – aims to contribute to this strategic goal by reforming the storage regime to which our gas transmission and storage manager, Fluxys, is bound today.

According to current legislation – Ms Marghem recalled – Fluxys must prioritize allocating storage capacity to suppliers that power the Belgian distribution networks. Suppliers who sell their gas on the Belgian market can therefore claim a priority duty on the storage capacity available to Fluxys.

This system, which was originally advantageous for Belgian customers, is now unsuitable for the changes in the European gas market.

#73

Official text

                    
                    On constate ainsi que les fournisseurs de gaz travaillent de plus en plus à flux tendu. Auparavant, ils utilisaient les capacités de stockage comme un moyen de faire face aux pics de consommation, par exemple en hiver. Maintenant, ils vont chercher cette flexibilité dans le gaz échangé à travers leurs capacités d'interconnexion. C'est particulièrement le cas de notre petit pays qui est évidemment très bien interconnecté avec l'Angleterre, l'Allemagne, les Pays-Bas et la France.

Ajoutons à cela que si le gestionnaire d'installation de stockage est également obligé d'allouer prioritairement et annuellement les capacités de stockage aux fournisseurs belges, rien n'oblige en revanche ceux-ci à effectivement utiliser ces capacités.

On a donc enregistré ces dernières années une baisse de la demande de stockage au point de remettre en cause la viabilité économique des installations concernées et une perte financière énorme pour Fluxys.

Afin de répondre à cette nouvelle réalité, il nous paraissait donc nécessaire de modifier le régime de stockage. La proposition de loi remplace la règle d'allocation prioritaire annuelle en faveur des fournisseurs du marché belge par un nouveau système qui a été expliqué par Mme Marghem. Je ne vais donc pas revenir dessus.

Le nouveau mécanisme évite les spéculations mais garantit également les missions de service public, avec des obligations de clients prioritaires pour la sécurité d'approvisionnement sur le marché belge.

Chers collègues, vous l'aurez compris, cette proposition minimaliste vise à renforcer l'attractivité de notre système de stockage pour les entreprises gazières. Ainsi, nous pourrons nous affirmer comme carrefour de gaz naturel dans le Nord-Ouest de l'Europe avec tous les bénéfices que cela suppose pour notre sécurité d'approvisionnement, pour la santé financière de Fluxys et pour l'emploi dans un secteur hautement stratégique en Belgique.

Comme les autres l'ont fait, je voudrais saluer le travail que nous avons réalisé en commission de l'Économie. Tous les groupes, tous les parlementaires ont essayé d'arriver à un compromis dans ces temps difficiles. Je remercie donc également toutes les personnes qui se sont mises autour de la table pour aboutir à ce compromis.

J'espère d'ailleurs que d'autres compromis viendront dans cette commission et que nous aurons un débat aussi serein la semaine prochaine sur la rente. Mais ceci est une autre histoire.

Translated text

Gas suppliers are increasingly working on a tense flow. Previously, they used storage capacity as a way to cope with peak consumption, for example in winter. Now they will seek that flexibility in the gas exchanged through their interconnection capabilities. This is especially the case for our small country which is obviously very well interconnected with England, Germany, the Netherlands and France.

Add to this that while the storage facility manager is also obliged to prioritise and annually allocate storage capacity to Belgian suppliers, nothing, on the other hand, obliges them to effectively use that capacity.

Therefore, in recent years there has been a decrease in the demand for storage to the point of putting into question the economic viability of the installations concerned and a huge financial loss for Fluxys.

In order to respond to this new reality, we therefore felt necessary to change the storage regime. The bill replaces the rule of annual priority allocation in favour of suppliers on the Belgian market with a new system that was explained by Ms. Marghem. I will not return to it.

The new mechanism avoids speculation but also guarantees public service tasks, with priority customer obligations for supply security in the Belgian market.

Dear colleagues, you will understand, this minimalist proposal aims to increase the attractiveness of our storage system for gas companies. Thus, we will be able to establish ourselves as a natural gas crossroads in northwestern Europe with all the benefits that this implies for our security of supply, for the financial health of Fluxys and for employment in a highly strategic sector in Belgium.

Like others, I would like to congratulate the work we have done in the Economy Committee. All groups, all parliamentarians have tried to reach a compromise in these difficult times. I would also like to thank all those who stood around the table to reach this compromise.

I also hope that other compromises will come in this committee and that we will have such a serene debate next week on the rent. But this is another story.

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#4	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#5	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#6	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#11	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#12	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#13	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#14	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#15	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#16	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#17	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#18	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#19	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#20	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#21	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#22	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#23	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#24	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#25	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#26	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#27	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#28	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#29	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#30	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#31	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#32	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#33	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#34	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#35	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#36	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#37	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#38	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#39	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#40	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#41	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#42	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#43	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#44	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#45	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#46	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#47	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#48	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#49	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#50	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#51	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#52	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#53	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#54	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#55	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#56	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#57	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#58	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#59	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#60	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#61	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#62	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#63	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#64	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#65	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#66	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#67	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#68	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#69	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#70	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#71	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#72	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#73	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#4	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#5	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#6	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#11	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#12	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#13	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#14	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#15	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#16	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#17	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#18	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#19	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#20	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#21	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#22	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#23	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#24	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#25	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#26	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#27	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#28	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#29	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#30	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#31	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#32	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#33	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#34	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#35	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#36	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#37	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#38	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#39	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#40	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#41	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#42	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#43	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#44	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#45	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#46	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#47	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#48	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#49	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#50	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#51	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#52	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#53	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#54	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#55	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#56	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#57	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#58	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#59	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#60	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#61	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#62	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#63	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#64	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#65	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#66	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#67	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#68	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#69	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#70	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#71	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#72	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#73	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#4	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#5	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#6	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#11	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#12	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#13	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#14	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#15	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#16	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#17	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#18	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#19	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#20	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#21	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#22	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#23	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#24	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#25	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#26	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#27	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#28	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#29	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#30	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#31	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#32	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#33	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#34	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#35	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#36	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#37	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#38	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#39	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#40	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#41	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#42	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#43	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#44	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#45	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#46	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#47	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#48	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#49	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#50	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#51	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#52	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#53	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#54	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#55	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#56	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#57	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#58	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#59	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#60	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#61	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#62	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#63	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#64	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#65	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#66	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#67	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#68	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#69	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#70	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#71	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#72	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#73	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙