General information
Full name plenum van 2011-07-14 14:15:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/53/ip044x.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
53K1513
28/10/2010
✔
Projet de loi réformant la procédure de liquidation-partage judiciaire.
53K1411
29/04/2011
✔
Projet de loi prolongeant le bonus de pension accordé aux salariés et aux indépendants.
53K1637
28/06/2011
✔
Projet de loi portant des mesures en vue de l'instauration d'une cotisation de solidarité pour l'occupation d'étudiants non assujettis au régime de la sécurité sociale des travailleurs salariés.
53K0619
18/11/2010
✔
Projet de loi modifiant le Code des sociétés en ce qui concerne la rémunération liée aux actions des administrateurs non exécutifs d'entreprises cotées en bourse.
53K1620
22/06/2011
✔
Projet de loi modifiant l'article 138bis-6 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre.
53K0302
06/10/2010
✔
Projet de loi modifiant l'article 171, 4°, du Code des impôts sur les revenus 1992.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#1
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#6
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#10
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#11
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#12
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#13
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#14
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#15
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#16
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#17
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#20
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#21
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#22
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#23
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#24
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#25
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#30
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#31
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#32
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#37
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#41
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#42
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#47
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#48
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#49
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#50
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#51
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#52
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#53
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#54
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#55
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#56
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#57
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#58
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#59
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#60
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#61
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#62
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#63
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#64
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#65
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#66
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#67
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#68
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#69
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#70
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#71
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#72
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#73
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#74
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#75
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#76
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#77
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#78
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#79
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#80
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#81
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#82
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#83
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#84
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#85
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#86
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#87
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#88
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#89
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#90
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#91
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#92
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#93
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#94
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#95
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#96
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#97
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Voilà le rapporteur, M. Bogaert. Nous poursuivons l’ordre du jour avec son rapport.
Translated text
Here is the speaker, Mr. by Bogart. We continue the agenda with its report.
#2
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wist dat het een bijzondere dag zou worden vandaag.
Dames en heren, mijnheer de Kamervoorzitter, collega’s, de commissie voor de Financiën en de Begroting heeft het wetsvoorstel besproken tijdens haar vergaderingen van 6 en 13 juli 2011. Eerst was er een inleidende uiteenzetting. De heer David Clarinval verwijst naar het debat dat tijdens de vorige legislatuur heeft plaatsgehad in de commissie voor de Volksgezondheid over de aantrekkelijkheid van de huisartsengeneeskunde, in het bijzonder in landelijke gebieden en de gebieden met een artsentekort. Dat debat is uitgemond in een resolutie die de verschillende bevoegde ministers vraagt om een reeks specifieke maatregelen te nemen. Een aantal maatregelen is ondertussen door de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, uitgevoerd.
Het voorliggende wetsvoorstel geeft uitvoering aan maatregel 16 van de resolutie, namelijk voorzien in lagere belasting op de premies voor artsen die gevestigd zijn in gebieden met weinig huisartsen en die gestort worden in het raam van Impulseo I. Het Impulseofonds werd opgericht om jonge huisartsen ertoe aan te zetten zich in zones met weinig huisartsen per inwoner te vestigen. Het fonds geeft twee soorten steun: de toekenning van renteloze leningen voor een maximumbedrag van 15 000 euro wanneer een huisarts binnen vier jaar na zijn erkenning of na zijn terugkeer uit een ontwikkelingsland een praktijk start en de eenmalige toekenning van een bedrag van 20 000 euro aan artsen die zich in een zogenaamde prioritaire zone vestigen of die hun praktijk verhuizen van een niet-prioritaire naar een prioritaire zone. Het gaat daarbij om de zones waar er veel vraag is naar nieuwe huisartsenpraktijken.
Momenteel rekent de belastingadministratie dat bedrag van 20 000 euro tot de beroepsinkomsten van de huisarts, die er dus aangifte van moet doen in het jaar waarin hij die ontvangt. Bijgevolg worden de artsen belast op het volledige bedrag. Indien zij investeringen hebben gedaan, is belastingaftrek uitsluitend mogelijk via een over verscheidene jaren gespreide afschrijving. Aldus gaat een groot deel van die installatiesteun op aan belastingen.
Translated text
I knew today would be a special day.
Ladies and gentlemen, Mr. Speaker of the Chamber, colleagues, the Committee on Finance and Budget discussed the bill during its meetings of 6 and 13 July 2011. First there was an introductory presentation. Mr. David Clarinval refers to the debate that took place during the previous legislature in the Committee on Public Health on the attractiveness of general medicine, ⁇ in rural areas and areas with medical shortages. That debate has resulted in a resolution calling on the various competent ministers to take a set of specific measures. A number of measures have been implemented by the Deputy Prime Minister and Minister of Social Affairs and Public Health, in charge of Social Integration.
The present bill implements measure 16 of the resolution, namely providing for a lower tax on the premiums for doctors established in areas with few general doctors and deposited in the window of Impulseo I. The Impulse Fund was created to encourage young general physicians to settle in areas with few general physicians per inhabitant. The Fund provides two types of support: the grant of interest-free loans of a maximum amount of EUR 15 000 when a general physician begins a practice within four years of his recognition or after his return from a developing country and the one-off grant of EUR 20 000 to physicians who settle in a so-called priority zone or who move their practice from a non-priority zone to a priority zone. These are areas where there is a high demand for new medical practices.
Currently, the tax administration charges that amount of 20 000 euros to the professional income of the general physician, who must therefore declare it in the year in which he receives it. Consequently, doctors are taxed on the full amount. If they have made investments, tax deduction is only possible through a depreciation spread over several years. So much of that installation support goes to taxes.
#3
Official text
Daarom beoogt het wetsvoorstel een bedrag van 20 000 euro apart te belasten tegen een verlaagd tarief van 16,5 %.
Mevrouw Rutten en ikzelf achten het tegenstrijdig dat de overheid, enerzijds, een premie verschaft en, anderzijds, een deel daarvan terugvordert door de premie te belasten.
Voorts steunt de CD&V-fractie het voorliggende wetsvoorstel.
De heer Van der Maelen vraagt zich af wat de budgettaire weerslag is van het wetsvoorstel. De heer Coëme wenst eveneens te vernemen welke budgettaire implicaties het wetsvoorstel heeft.
Minister Reynders beklemtoont dat premies in de fiscaliteit altijd worden beschouwd als inkomsten waarop belastingen zijn verschuldigd. De overheid kan ervoor opteren om de belasting te verlagen of tot nul te herleiden. De minister wijst erop dat daaraan dan wel kosten zijn verbonden.
Hij verklaart evenwel dat de regering geen probleem heeft met het wetsvoorstel. Hij beschikt niet over gegevens over welk bedrag de overheid aan premies heeft uitgekeerd in het kader van het Impulseofonds. Hij zal daartoe de nodige gegevens opvragen bij de FOD Volksgezondheid.
De heer Mathot stelt voor aan het Rekenhof een studie te vragen over de budgettaire weerslag van het wetsvoorstel. Bovendien vraagt hij zich af of de nakende besparingen in de gezondheidszorg nog ruimte laten voor dergelijke initiatieven.
Voorzitter Gerkens merkt op dat 22 miljoen euro is ingeschreven voor de eenmalige Impulseopremies in 2011. Een verlaging van het belastingtarief op de premies naar 16,5 % zal tussen de 5 en 7 miljoen euro kosten. Een studie vragen aan het Rekenhof om de budgettaire impact van het wetsvoorstel te berekenen, lijkt dan ook overbodig.
De minister antwoordt evenwel dat de budgettaire weerslag van het wetsvoorstel ongeveer op 6 miljoen euro moet worden geraamd. De verlaging van het belastingtarief van ongeveer 45 % naar 16,5 % op een eenmalige premie van 20 000 euro betekent dus toch een voordeel van 6 000 euro voor de betrokken huisarts.
Tijdens de vergadering van 13 juli 2011 heeft minister Reynders gemeld dat de minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, onder wiens gezag het Participatiefonds valt, als technische operator voor de bij onderhavig wetsvoorstel bedoelde regeling de volgende gegevens heeft verstrekt met betrekking tot het Impulseofonds.
Translated text
Therefore, the bill aims to tax an amount of 20 000 euros separately at a reduced rate of 16.5%.
Mrs Rutten and I consider it contradictory that the government, on the one hand, provides a premium and, on the other hand, recovers part of it by taxing the premium.
In addition, the CD&V group supports the present bill.
Mr Van der Maelen asks what the budgetary impact of the bill is. Mr. Coëme also wants to know what budgetary implications the bill has.
Minister Reynders emphasizes that premiums in taxation are always considered to be income on which taxes are due. The government can choose to reduce the tax or reduce it to zero. The Minister points out that there are costs associated with this.
However, he says that the government has no problem with the bill. He does not have information on the amount of premiums paid by the government within the framework of the Impulse Fund. For this purpose, he will obtain the necessary data from the FOD Public Health.
Mr Mathot proposes that the Court of Auditors request a study on the budgetary impact of the bill. Furthermore, he asks whether the imminent savings in healthcare still leave room for such initiatives.
Chairman Gerkens notes that 22 million euros were registered for the one-off Impulse premiums in 2011. A reduction of the tax rate on premiums to 16.5% will cost between 5 and 7 million euros. Asking the Court of Auditors for a study to calculate the budgetary impact of the bill appears therefore superfluous.
However, the Minister responds that the budgetary impact of the bill should be estimated at around 6 million euros. The reduction of the tax rate from approximately 45 % to 16,5 % on a one-off premium of EUR 20 000 would therefore still mean an advantage of EUR 6 000 for the general practitioner concerned.
During the meeting of 13 July 2011, Minister Reynders ⁇ that the Minister of SMEs, Self-Employed Persons, Agriculture and Scientific Policy, under whose authority the Participation Fund falls, as the technical operator for the scheme referred to in this bill, provided the following information concerning the Impulse Fund.
#4
Official text
Er was een totaal van 13,2 miljoen euro in 2009 en van 16,7 miljoen euro in 2010. Voor 2011 raamt het Participatiefonds de steunbedragen in dezelfde grootteorde, waardoor men op basis van de cijfers van 2010 uitkomt op een budgettaire impact van 2 miljoen euro.
Mevrouw Wouters heeft nog een aantal vragen op fiscaal vlak. De vraag rijst of de premie gedeeltelijk kan worden aangemerkt als kapitaalssubsidie. Zij formuleert ook een opmerking over het gekozen tarief. In het laatste geval zou de premie belast worden aan 34 %. Hoe verantwoorden de indieners van het voorstel het verschil in behandeling?
De minister merkt op dat er nu al een logisch verschil is in de fiscale behandeling van de beroepsinkomsten van een arts naargelang die werkt als natuurlijk persoon of als vennootschap.
De heer Goyvaerts constateert dat mevrouw Wouters de aandacht heeft gevestigd op enkele belangrijke problemen die gepaard gaan met de tenuitvoerlegging van de Impulseosteun I, II en III. Hij wijst erop dat zijn fractie steeds voor fiscale vereenvoudiging heeft gepleit.
Uiteindelijk wordt het gehele aldus geamendeerde wetsvoorstel aangenomen met 12 stemmen tegen 1 en 4 onthoudingen.
Translated text
There was a total of 13.2 million euros in 2009 and of 16.7 million euros in 2010. For 2011, the Participation Fund estimates the aid amounts in the same order of amounts, resulting in a budgetary impact of 2 million euros on the basis of 2010 figures.
Ms. Wouters has a number of questions on tax matters. The question arises whether the premium can be partially regarded as a capital subsidy. It also makes a comment on the selected rate. In the latter case, the premium would be taxed at 34 %. How do the applicants of the proposal respond to the difference in treatment?
The Minister notes that there is already a logical difference in the tax treatment of the professional income of a physician who works as a natural person or as a company.
Mr Goyvaerts notes that Ms. Wouters drew attention to some important problems associated with the implementation of Impulseosteun I, II and III. He points out that his group has always advocated for tax simplification.
In the end, the entire thus amended bill is adopted with 12 votes against 1 and 4 abstentions.
#5
Official text
Monsieur le président, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, le Fonds Impulseo a été créé pour encourager les médecins à s'installer dans des zones dites à faible densité médicale. En effet, certaines régions connaissent une vraie pénurie de médecins et le citoyen fait alors face à de gros problèmes pour recevoir les soins adéquats. Leur situation est très problématique.
Mon groupe soutient évidemment toutes les initiatives qui ont pour objet d'aider et de soutenir tant les médecins que leurs patients dans l'accessibilité aux soins. À notre époque, il est indispensable que cette accessibilité ne varie pas d'un citoyen à un autre.
La prime dont il est question s'élève à 20 000 euros pour tout médecin qui s'installe dans une zone dite prioritaire ou qui déménage sa pratique médicale d'une zone non prioritaire vers une zone prioritaire. Cette somme vise à encourager l'installation de ces médecins et à financer le début d'une pratique médicale parfois difficile. Ce montant leur est attribué et est considéré comme acquis à titre définitif à l'expiration de la cinquième année après la date d'installation de leur pratique. L'administration fiscale considère cette aide de 20 000 euros comme un revenu professionnel du médecin que celui-ci doit déclarer l'année où il le perçoit. Il s'ensuit que les médecins sont imposés sur la totalité de cette somme. Une partie importante de cette aide à l'installation est ainsi absorbée par l'impôt.
Ce qui est proposé aujourd'hui, et que nous soutenons bien entendu, est que cette prime soit soumise à une taxation distincte de 16,5 %. Les aides attribuées au secteur agricole sont déjà taxées distinctement parce qu'il s'agit d'un secteur nécessitant un soutien.
Le secteur de la santé et des soins médicaux nécessite toute notre attention et notre soutien. La proposition est tout à fait fondée et équilibrée. Ainsi, pour mon groupe, les choses sont claires. Il est primordial que le secteur des soins de santé soit soutenu au maximum et que l'accessibilité aux soins soit renforcée pour tous les citoyens qui en ont besoin, peu importe leur lieu de résidence, leur âge voire leur statut.
Je rappelle d'ailleurs que la vice-première ministre et ministre de la Santé, Mme Onkelinx, a sans cesse œuvré pour le maintien et surtout l'amélioration de la médecine pour tous, en dégageant des budgets pour les médecins généralistes, notamment les jeunes médecins, qui s'installent dans les zones à faible densité médicale.
Translated text
The Impulseo Fund was created to encourage doctors to settle in so-called low medical density areas. Indeed, some regions experience a real shortage of doctors and the citizen faces great problems in getting the appropriate care. Their situation is very problematic.
My group obviously supports all initiatives aimed at helping and supporting both doctors and their patients in access to care. In our time, it is indispensable that this accessibility does not vary from one citizen to another.
The premium is 20,000 euros for any doctor who settles in a so-called priority area or who moves his medical practice from a non-priority area to a priority area. This amount is intended to encourage the installation of these doctors and to finance the start of a sometimes difficult medical practice. This amount shall be allocated to them and shall be deemed to be acquired definitively at the expiration of the fifth year following the date of establishment of their practice. The tax administration considers this aid of 20,000 euros as a professional income of the doctor that he must declare in the year he receives it. It follows that doctors are taxed on the whole of this sum. A significant part of this installation aid is thus absorbed by the tax.
What is proposed today, and we support, of course, is that this premium will be subject to a separate tax of 16.5%. Aid to the agricultural sector is already taxed separately because it is a sector that needs support.
The health and health care sector requires all our attention and support. The proposal is well-founded and balanced. So, for my group, things are clear. It is essential that the healthcare sector is supported as much as possible and that access to care is enhanced for all citizens in need, regardless of their place of residence, age or even status.
Onkelinx, Vice Prime Minister and Minister of Health, has continuously worked for the maintenance and especially the improvement of medicine for all, by issuing budgets for general physicians, especially young physicians, who settle in areas with low medical density.
#6
Official text
Son action a également permis d'assouplir les conditions d'accès au Fonds Impulseo.
La mesure que nous nous apprêtons à voter s'inscrit donc parfaitement dans la ligne de la politique menée par Mme Onkelinx, raison pour laquelle, je le répète, mon groupe la soutiendra.
Translated text
Its action also facilitated the conditions of access to the Impulseo Fund.
The measure we are about to vote for is therefore perfectly in line with the policy of Ms. Onkelinx, which is why, I repeat, my group will support it.
#7
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil het standpunt van de N-VA verdedigen, omdat wij ons als een van de enigen hebben onthouden.
Een en ander is ons niet helemaal duidelijk. Wij willen vooral de nadruk leggen op het feit dat hier een zeer kleine groep van huisartsen, die via Impulseo I financiële ondersteuning krijgen, nog meer voordelen krijgt door hun premie van 20 000 euro aan een marginaal tarief van 16,5 % te belasten. Op die manier wordt die kleine groep huisartsen extra bevoordeeld.
De N-VA wil het verhaal van Impulseo verder uitwerken. Wij ijveren ervoor om Impulseo III uit te voeren. Op dit ogenblik geeft men via Impulseo I een financiële ondersteuning aan huisartsen om zich te vestigen in onder andere rurale gebieden met weinig inwoners. De Raad van State stelt inzake Impulseo II de vraag of er ter zake geen discriminatie bestaat. Voor ons is het dan ook noodzakelijk dat Impulseo III er komt.
Impulseo III geldt immers voor alle huisartsen, terwijl Impulseo I voor bepaalde gebieden en Impulseo II enkel voor groepspraktijken geldt. Het is de bedoeling huisartsen te motiveren om hun beroep te blijven uitoefenen. Wij snappen niet zo goed waarom eerst en vooral een kleine groep nog eens extra moet worden bevoordeeld. Anderzijds vragen wij ons ook af waarom dat via fiscale weg moet gebeuren. Als die premie niet voldoende blijkt te zijn, kan dat volgens ons ook op een andere manier worden opgelost. Wij willen de dames Onkelinx en Laruelle vragen om de premie te verhogen, mocht blijken dat de premie niet voldoende is.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I would like to defend the position of the N-VA, because we abstained as one of the only ones.
Some things are not quite clear to us. We would like to emphasize in particular the fact that here a very small group of general practitioners, who receive financial support through Impulseo I, gets even more benefits by taxing their premium of 20 000 euros at a marginal rate of 16,5 %. In this way, this small group of doctors will be extra benefited.
The N-VA wants to further develop the story of Impulseo. We are committed to implementing Impulseo III. Currently, Impulseo I provides financial support to general practitioners to establish themselves in rural areas with few inhabitants. With regard to Impulseo II, the State Council asks whether there is no discrimination in that regard. For us, it is therefore necessary that Impulseo III comes.
Impulseo III applies to all general practitioners, while Impulseo I applies to certain areas and Impulseo II only to group practices. It is intended to motivate family doctors to continue to exercise their profession. We do not fully understand why, first and foremost, a small group should be further favored. On the other hand, we also ask ourselves why this should be done through taxation. If that premium does not prove to be sufficient, it can, in our opinion, be resolved in another way. We would like to ask the ladies Onkelinx and Laruelle to increase the premium if it turns out that the premium is insufficient.
#8
Official text
Ik wil erop wijzen dat die premie er niet enkel is voor de investering om zich in dergelijke zone te vestigen, maar ook voor de derving van inkomsten omdat men in ruraal gebied zit. Er zijn heel veel arbeiders die het heel plezant zouden vinden om op een deel van hun eerste 20 000 euro minder of aan een marginaal tarief te worden belast. De Nationale Commissie van Geneesheren dringt er bij de regering op aan om Impulseo III uit te voeren. Op dit ogenblik bestaat 60 tot 70 % van de artsenpraktijken uit soloartsen. Zij blijven met deze maatregel nog altijd in de kou staan. Het is een discriminatie tegenover hen. Daarom kunnen wij dit wetsvoorstel niet steunen.
Translated text
I would like to point out that this premium is not only for the investment to settle in such a zone, but also for the deprivation of income because one is in rural area. There are very many workers who would find it very pleasant to be taxed on some of their first 20 000 euros less or at a marginal rate. The National Commission of Physicians urges the government to implement Impulseo III. Currently, 60 to 70 percent of medical practices are made up of solo doctors. They are still in the cold with this measure. It is discrimination against them. We cannot support this bill.
#9
Official text
Monsieur le président, madame, messieurs les ministres, chers collègues, je remercierai tout d'abord M. Bogaert pour son excellent rapport, qui est arrivé juste à temps.
Le texte qui nous est soumis aujourd'hui me tient particulièrement à cœur, parce qu'il vise à résoudre en partie une situation préoccupante: le manque de médecins dans certaines régions de notre pays, dans les zones rurales, mais aussi dans certains quartiers défavorisés de nos grandes villes.
Notre système de santé a, jusqu'à présent, permis l'existence d'une médecine reconnue comme l'une des meilleures, accessible à tous et rencontrant les exigences de libre choix du patient et de la liberté thérapeutique et diagnostique des prestataires de soins. Il repose sur le principe de la solidarité, qui permet de garantir à tout citoyen une couverture en soins de santé de qualité et accessible.
Cependant, dans certaines régions du pays, des situations d'insuffisance de l'offre médicale nous alertent. Actuellement, nous retrouvons principalement en zones rurales, mais également dans certains quartiers difficiles de nos grandes villes, une très faible densité de médecins généralistes en activité, ce qui pose problème pour assurer la qualité et la continuité des soins et l'accessibilité, en particulier lors des gardes.
C'est la raison pour laquelle, depuis quelques temps déjà, nous avons au sein de cette Chambre, entamé un travail important sur l'attractivité de la médecine générale. En avril 2010, notre groupe a reçu le soutien des députés de la commission de la Santé publique et de l'assemblée plénière sur une proposition de résolution relative à l'attractivité de la médecine générale. Ce ne sont pas moins de dix-huit mesures concrètes que nous dressions dans cette résolution, afin de booster l'attractivité de la médecine générale.
Translated text
First of all, I would like to thank Mr. President. Bogaert for his excellent report, which arrived just on time.
The text that is presented to us today is ⁇ important to me, because it aims to resolve in part a worrying situation: the shortage of doctors in certain regions of our country, in rural areas, but also in some disadvantaged neighborhoods of our big cities.
Our healthcare system has, so far, enabled the existence of a medicine recognized as one of the best, accessible to all and meeting the requirements of free choice of the patient and the freedom of therapeutic and diagnostic of the care providers. It is based on the principle of solidarity, which guarantees to every citizen a quality and accessible health care coverage.
However, in some regions of the country, situations of insufficient medical supply alert us. Currently, we find mainly in rural areas, but also in some difficult neighborhoods of our large cities, a very low density of general practitioners in activity, which poses a problem for ensuring the quality and continuity of care and accessibility, especially during guards.
That is why, for some time already, we have begun an important work within this Chamber on the attractiveness of general medicine. In April 2010, our group received the support of MEPs from the Public Health Committee and the Plenary Assembly on a proposal for a resolution on the attractiveness of general medicine. There are no less than eighteen concrete measures that we set out in this resolution, in order to boost the attractiveness of general medicine.
#10
Official text
Le texte qui nous est soumis aujourd'hui s'inscrit dans la continuité de cette résolution. Ma démarche a consisté à concrétiser en proposition de loi certains points de la résolution afin que le législateur puisse se saisir concrètement de l'examen de la problématique.
Par ailleurs, je tiens à souligner que de son côté, Mme la ministre Onkelinx a, malgré le contexte des affaires courantes, également poursuivi certaines mesures énoncées dans cette résolution. Je pense notamment aux maisons de garde, à l'implémentation du cadastre ou à l'organisation des gardes médicales.
Chers collègues, le Fonds Impulseo est un des éléments mis en place pour favoriser l'implantation des jeunes médecins ou le déménagement de pratiques médicales actuelles vers des zones à faible densité. L'intervention du fonds se fait par l'octroi de deux types d'aide: un prêt sans intérêt pour un montant fixe de 15 000 euros maximum, pour toute nouvelle installation, et l'octroi unique d'un montant de 20 000 euros pour les médecins qui s'installent ou qui déménagent dans la zone dite prioritaire.
Cette somme de 20 000 euros vise à aider le financement de leur installation et le début d'une pratique médicale parfois difficile. À l'heure actuelle, l'administration fiscale considère ce montant de 20 000 euros comme un revenu professionnel du médecin que celui-ci doit déclarer l'année où il le perçoit. Une partie importante de cette aide – près de la moitié – est ainsi absorbée par l'impôt.
La proposition à l'examen aujourd'hui vise donc à soumettre cette prime à une imposition distincte au taux réduit de 16,5 %. Ce faisant, on garantit le caractère attractif du Fonds Impulseo.
Le débat en commission fut intéressant et a permis de dégager une large majorité favorable à notre texte. Voilà pourquoi je tiens à remercier aujourd'hui mes collègues du MR, cosignataires du texte, Mme De Block également cosignataire, M. le ministre Reynders qui a mis son poids dans la balance au moment opportun, Mme Gerkens, présidente de la commission, pour son soutien efficace et, bien entendu, l'ensemble des collègues des différents partis qui ont voté favorablement ce texte hier, en commission. Parmi ceux-ci, un remerciement particulier à Mme Vienne qui est arrivée au bon moment; oserais-je parler de la femme qui tombe à pic?
Translated text
The text presented to us today is part of the continuation of this resolution. My approach was to concrete in a bill some points of the resolution so that the legislator can concrete the examination of the problem.
Furthermore, I would like to emphasize that on her part, Mr. Minister Onkelinx has, despite the current context, also continued some of the measures set out in this resolution. In particular, I think of the custody houses, the implementation of the cadastre or the organization of medical guards.
The Impulseo Fund is one of the elements set up to promote the implantation of young doctors or the shift of current medical practices to areas with low density. The fund’s intervention is made by the granting of two types of aid: a loan without interest for a fixed amount of up to 15 000 euros, for any new installation, and the single grant of an amount of 20 000 euros for physicians who settle or move into the so-called priority area.
This sum of 20,000 euros aims to help fund their installation and the start of a sometimes difficult medical practice. Currently, the tax administration considers this amount of 20,000 euros as a professional income of the doctor that he must declare in the year he receives it. A significant part of this aid – ⁇ half – is thus absorbed by the tax.
The proposal under consideration today therefore aims to subject this premium to separate tax at a reduced rate of 16.5%. In doing so, the attractiveness of the Impulseo Fund is guaranteed.
The discussion in the committee was interesting and enabled to produce a large majority in favor of our text. That is why I would like to thank today my colleagues of the MR, co-signators of the text, Mrs De Block also co-signator, Mr. De Block. Minister Reynders who put his weight in the balance at the right time, Mrs Gerkens, Chair of the Commission, for her effective support and, of course, all the colleagues from the various parties who voted favorably this text yesterday, in the committee. Among these, a special thank you to Mrs. Vienne who arrived at the right time; would I dare to talk about the woman who falls to the pit?
#11
Official text
En réponse aux questions que Mme Wouters a formulées tout à l'heure (pourquoi la voie fiscale plutôt que la voie de la sécurité sociale), je dirai que cette décision a été prise au moment de l'examen de la résolution. C'est un choix des commissaires à l'époque d'utiliser la voie fiscale plutôt que d'augmenter la prime, une autre voie possible qui n'a pas été retenue alors.
Je pense comme vous qu'il y a une réforme à mener dans les aides Impulseo. Voilà pourquoi il est important d'avoir un gouvernement qui puisse mener cette recherche et ce débat. Malheureusement, on n'en est pas encore à ce stade aujourd'hui. Dès lors, nous avons l'occasion d'apporter une petite pierre à l'édifice en la matière. Je remercie tous les collègues qui apporteront cette pierre.
Translated text
In response to the questions that Ms. Wouters recently raised (why the tax path rather than the social security path), I will say that this decision was made at the time of the review of the resolution. It was a choice of the commissioners at the time to use the tax route instead of increasing the premium, another possible path that was not chosen then.
I think like you that there is a reform to be carried out in the Impulseo aid. That is why it is important to have a government that can lead this research and debate. Unfortunately, we are not at this stage today. Therefore, we have the opportunity to bring a small stone to the building in this matter. I would like to thank all the colleagues who will bring this stone.
#12
Official text
Monsieur le président, je voulais expliquer pourquoi le groupe Ecolo-Groen! soutient lui aussi cette proposition de loi. Il est rare que nous soutenions des dispositions recourant à l'outil fiscal car ce faisant, on touche à la redistribution des revenus de l'impôt.
Dans ce cas-ci, cette prime Impulseo I a été octroyée à des médecins dans des zones dites et reconnues en pénurie, qu'elles soient des zones rurales ou des quartiers difficiles. Cette prime est accordée pour couvrir des frais d'installation importants et un début de période de prestations pas toujours très rentable car il faut se constituer une patientèle et que cela implique de longs déplacements en zone rurale. Cette prime a été accordée pour couvrir des frais réels et elle est imposée de la même manière que les autres revenus.
Translated text
Mr. Speaker, I wanted to explain why the Ecolo-Groen group! He also supports this bill. It is rare for us to support provisions using the tax tool because this means the redistribution of tax revenues.
In this case, this Impulseo I premium was awarded to doctors in areas called and recognized in shortage, whether rural areas or difficult neighborhoods. This premium is granted to cover significant installation costs and a start of the service period is not always very profitable because it requires a patient and that involves long trips in rural areas. This premium was granted to cover actual expenses and is taxed in the same way as other income.
#13
Official text
On en diminue ainsi la portée et la capacité pour le médecin de disposer d'un outil qui l'aide.
Voilà les raisons pour lesquelles nous avons soutenu cette proposition. Cette dernière concrétise un des éléments de la résolution en faveur de la médecine générale adoptée sous la précédente législature. Bien entendu, elle ne tend pas à mettre en œuvre tous les instruments qui permettraient de soutenir et de développer la médecine générale.
Cela dit, j'insiste sur le fait que le bilan de l'action Impulseo I n'est pas faramineux. En effet, cette mesure à elle seule ne suffit pas. L'installation dans une zone en difficulté, notamment rurale, nécessite une aide au niveau de l'organisation des gardes. Nous devrons d'ailleurs nous pencher sur cet aspect.
Par ailleurs, nous avons besoin de médecins généralistes. Or, ces derniers sont malheureusement en nombre décroissant car, aujourd'hui, les étudiants en médecine préfèrent opter pour une spécialisation plutôt que de se diriger vers la médecine générale même si celle-ci a acquis un statut de spécialisation. Un travail doit donc être fait pour tenter de convaincre les étudiants en médecine de l'intérêt d'une approche globale et de proximité des patients.
En outre, les hôpitaux manquent de médecins spécialistes et, ce faisant, ils font appel à des généralistes à qui ils octroient une rémunération fixe supérieure à ce qu'ils pourraient gagner en exerçant leur profession, notamment dans des zones en pénurie.
Bref, nous devons nous pencher sur toute une série de mesures en vue de compléter la proposition de loi à l'examen.
Je voudrais également dire à Mme Wouters que l'on ne peut pas mettre Impulseo I, qui est une prime à l'installation, sur le même plan que les primes Impulseo II et III qui sont destinées à contribuer au financement du personnel administratif mis à disposition des médecins. Il s'agit d'une aide personnelle d'une autre nature, qui doit donc être traitée différemment. Certes, Impuseo II et III souffrent d'imperfections. Il reviendra à la commission de la Santé d'améliorer ces outils afin d'aider les médecins, indépendamment de la forme sous laquelle ils sont regroupés.
Translated text
This reduces the scope and ability for the doctor to have a tool that helps him.
That is why we supported this proposal. The latter concrétises one of the elements of the resolution in favour of general medicine adopted during the previous legislature. Of course, it does not tend to implement all the instruments that would support and develop general medicine.
That said, I insist on the fact that the balance of the Impulseo I action is not faramineous. Indeed, this measure alone is not enough. Installation in a difficult area, especially rural, requires assistance at the level of the organization of the guards. We will also have to look at this aspect.
We need general doctors. However, the latter are unfortunately in decreasing numbers because, today, medical students prefer to opt for a specialization rather than to go to general medicine even if it has acquired a specialization status. Work must therefore be done to try to convince medical students of the importance of a comprehensive approach and patient proximity.
In addition, hospitals lack specialized doctors and, in doing so, they employ generalists to whom they grant a fixed remuneration greater than they could earn by exercising their profession, ⁇ in areas with shortages.
In short, we need to look at a whole series of measures in order to complement the bill under consideration.
I would also like to say to Ms. Wouters that Impulseo I, which is a facility premium, cannot be placed on the same level as the Impulseo II and III premiums, which are intended to contribute to the financing of the administrative personnel made available to doctors. This is a personal aid of a different nature, which must therefore be treated differently. Impuseo II and III suffer from imperfections. It will be up to the Health Commission to improve these tools to help doctors, regardless of the form in which they are grouped.
#14
Official text
Nous sommes tout à fait conscients qu'il s'agit d'une première phase pour soutenir le dispositif Impulseo.
Pour les écologistes, cela devra s'accompagner d'une démarche de régulation de l'offre médicale sur le territoire. Il va sans doute falloir recourir à une manière plus incisive pour amener les médecins à aller là où on en a besoin et pas seulement là où ils ont envie de s'installer.
Nous mettrons en œuvre tous ces outils complémentaires via d'autres textes que, je suppose, vous approuverez de la même manière, puisque vous partagez la même préoccupation.
Translated text
We are fully aware that this is a first phase to support the Impulseo device.
For environmentalists, this will need to be accompanied by a approach to regulate the medical supply in the territory. We will probably need to use a more incisive way to get doctors to go where they need them and not just where they want to settle.
We will implement all these complementary tools through other texts that, I suppose, you will approve in the same way, since you share the same concern.
#15
Official text
M. Coëme, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Translated text
by Mr. Coëme, the rapporteur, refers to his written report.
#16
Official text
Monsieur le président, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, la gouvernance d'entreprise est essentielle au bon fonctionnement de l'économie. Dans chaque entreprise, il existe un grand nombre de parties intervenantes, qu'il s'agisse des travailleurs, des dirigeants, des actionnaires institutionnels, des petits actionnaires, des créanciers, etc.
La gouvernance d'entreprise permet d'activer des mécanismes de contrôle et d'équilibre, afin de garantir que les décisions prises par la société respectent les intérêts de chacune des parties intervenantes. Il s'agit de mettre en place des mécanismes de contre-pouvoir pour éviter que certains groupes d'individus ne servent leur intérêt particulier au détriment de l'intérêt de la société.
Évidemment, la crise financière n'a pas manqué de faire ressortir des éléments de corporate governance. Celle-ci doit permettre la mise en place de mécanismes de contre-pouvoir et la crise a démontré que ces mécanismes ne fonctionnaient pas ou pas parfaitement. Je pense notamment à Fortis.
L'année dernière, alors même que cette assemblée votait une loi améliorant la gouvernance d'entreprise, mon groupe soutenait qu'il fallait aller plus loin, que la loi n'était qu'un premier pas dans la bonne direction. Aujourd'hui, grâce à la proposition qui nous est soumise, nous continuons d'avancer. Nous nous inscrivons dans le prolongement de deux objectifs, à savoir la transparence et la gouvernance intelligente.
Nous sommes en faveur d'un durcissement de la politique de rémunération dans les entreprises. La manière de gouverner une entreprise ne peut être guidée par la seule envie de recevoir plus d'avantages, surtout pas pour les administrateurs indépendants ou non exécutifs. Voilà pourquoi cette proposition est importante!
Pour mon groupe, la seule manière d'avancer est de légiférer. Nous ne croyons pas, comme le disait encore récemment la représentante du syndicat libéral en commission, que le code de bonne gouvernance suffise. Elle le qualifiait d'outil de marketing. Aussi, légiférons! Continuons à mettre de l'objectivité et de la décence dans la rémunération de certains dirigeants!
Un autre débat a lieu en ce moment en commission chargée des Problèmes de Droit commercial et économique. Il concerne tous les administrateurs tant des sociétés cotées que des entreprises publiques. Mais je ne rouvrirai pas la discussion ici. Nous estimons qu'il y a des limites aux rémunérations, particulièrement lorsqu'elles touchent des administrateurs non institutionnels. Ces limites en matière d'entreprise doivent rester "décentes".
Translated text
Mr. Speaker, Ladies and Gentlemen, Ladies and Gentlemen, Ladies and Gentlemen, Corporate Governance is essential to the proper functioning of the economy. In each company, there is a large number of stakeholders, whether it is workers, executives, institutional shareholders, small shareholders, creditors, etc.
Corporate governance enables mechanisms of control and balance to ensure that decisions made by the company respect the interests of each of the stakeholders. It is about setting up counter-power mechanisms to prevent certain groups of individuals from serving their particular interests at the expense of the interests of society.
Obviously, the financial crisis has not failed to highlight elements of corporate governance. It must enable the establishment of counter-power mechanisms and the crisis has demonstrated that these mechanisms did not or did not work perfectly. I think of Fortis.
Last year, even as this assembly voted a law improving corporate governance, my group argued that we need to go further, that the law was only a first step in the right direction. Today, thanks to the proposal submitted to us, we continue to move forward. We are part of the extension of two objectives, namely transparency and smart governance.
We are in favour of tightening the remuneration policy in companies. The way to govern a business cannot be guided by the mere desire to receive more benefits, especially not for independent or non-executive administrators. That is why this proposal is important!
For my group, the only way to move forward is to legislate. We do not believe, as the representative of the liberal trade union in commission said recently, that the code of good governance is sufficient. He called it a marketing tool. Let us legislate! Let us continue to put objectivity and decency in the remuneration of some leaders!
Another debate is currently taking place in the commission responsible for Trade and Economic Law Problems. It applies to all directors of both public companies and public companies. I will not reopen the discussion here. We believe that there are limits to remuneration, especially when it affects non-institutional managers. These limits in terms of business must remain "decent".
#17
Official text
C'est un pas dans la bonne direction. Nous continuerons à plaider pour que les grands patrons retrouvent un peu de décence vis-à-vis de leurs travailleurs et de la société.
Translated text
This is a step in the right direction. We will continue to advocate for big bosses to regain some decency towards their workers and society.
#18
Official text
Mevrouw Vienne, de tekst die ons werd voorgelegd, is toch eenparig goedgekeurd in de commissie?
Translated text
Mrs. Vienne, the text that was submitted to us was unanimously approved in the committee?
#19
Official text
Le texte a été voté à l'unanimité en commission.
Translated text
The text was unanimously voted in the committee.
#20
Official text
Oui.
Translated text
and yes.
#21
Official text
Je voulais simplement vous entendre dire cela!
Translated text
I just wanted to hear you say that!
#22
Official text
J'ai dit que c'était un pas dans la bonne direction. Nous sommes d'accord avec vous, nous l'avons voté mais nous souhaitons aller plus loin. Nous avons d'ailleurs déposé des textes qui vont beaucoup plus loin. Ce sera une prochaine étape.
Translated text
I said it was a step in the right direction. We agree with you, we voted for it, but we want to go further. In addition, we have submitted texts that go much further. This will be the next step.
#23
Official text
Il faut aller pas à pas!
Translated text
We must go step by step!
#24
Official text
Monsieur le président, chers collègues, dans les débats que nous avons menés au sein de la commission chargée des Problèmes de Droit commercial et économique sur le meilleur moyen d'assurer un comportement des sociétés cotées en bourse conforme à une certaine éthique, l'axe central de la discussion restait le rôle efficace du législateur en la matière et le degré de confiance que les députés apportent aux entreprises.
La question à l'ordre du jour n'a pas une portée considérable. Il faut la replacer dans son contexte: il s'agit de savoir si, oui ou non, des administrateurs non exécutifs d'une société cotée peuvent percevoir des rémunérations variables, c'est-à-dire liées à un critère de performance. Pour le formuler plus simplement, on pourrait dire: les administrateurs non actifs dans le management d'une entreprise peuvent-ils recevoir un bonus?
D'après une étude de la CBFA menée en décembre 2010, seules onze entreprises sur les cent vingt-deux étudiées versent des rémunérations à leurs administrateurs non exécutifs, soit 9 %. La majorité de ces onze entreprises justifient, conformément au principe bien connu du Code belge de corporate governance, le comply or explain, l'octroi de tels avantages par la spécificité du secteur qui implique d'attirer, de conserver et de motiver des administrateurs expérimentés. Ce sont souvent des jeunes sociétés nouvellement cotées en bourse et qui sont très dynamiques.
Même si cette mesure n'a pas une grande portée en termes quantitatifs, elle contribue quand même au mécanisme d'érosion de l'attractivité et de la compétitivité des sociétés du Bel20 par la lourdeur non appropriée des réglementations applicables aux sociétés en Belgique.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, in the debates we conducted within the Committee responsible for Trade and Economic Law Problems on the best way to ensure a behavior of listed companies in accordance with a certain ethics, the central focus of the discussion remained the effective role of the legislature in this matter and the degree of confidence that MEPs give to companies.
The issue on the agenda has no considerable scope. It should be put in its context: it is about whether, yes or not, non-executive directors of a listed company can receive variable remuneration, i.e. linked to a performance criterion. To put it more simply, one could say: can administrators who are not active in the management of a company receive a bonus?
According to a CBFA survey conducted in December 2010, only eleven companies out of one hundred and twenty-two surveyed pay remuneration to their non-executive directors, or 9%. The majority of these eleven companies justify, in accordance with the well-known principle of the Belgian Code of Corporate Governance, the comply or explain, the granting of such advantages by the specificity of the sector that involves attracting, retaining and motivating experienced managers. These are often young, newly listed companies that are very dynamic.
Although this measure does not have a large quantitative scope, it still contributes to the mechanism of erosion of the attractiveness and competitiveness of Bel20 companies by the inappropriate weight of the regulations applicable to companies in Belgium.
#25
Official text
Cet alourdissement plus ou moins important selon les textes est un processus qu'il faut étudier avec attention car il existe, selon nous, un risque de perdre certains de nos fleurons industriels si l'on alourdit trop cette législation. C'est pourquoi le texte proposé initialement par M. Tuybens était pour nous inacceptable car il visait purement et simplement à interdire par la loi l'octroi de rémunérations variables liées à des actions aux administrateurs non exécutifs au mépris des droits des actionnaires des sociétés visées.
Un amendement déposé par les collègues du CD&V est venu, à juste titre, remplacer cette mesure par une disposition dont le champ d'application est moindre. Cet amendement stipule que le régime des administrateurs indépendants, prévu par la loi du 6 avril 2010 sur le gouvernement d'entreprise, serait également applicable aux administrateurs non exécutifs dont les indépendants font d'ailleurs partie. Ce régime prévoit qu'une rémunération variable est permise avec autorisation de l'assemblée générale des actionnaires.
S'il est vrai que je préfère une régulation par et pour le secteur qu'une loi imposée de l'extérieur, l'évolution des comportements par l'exemple et non la contrainte, j'ai cependant soutenu cet amendement du CD&V. Avant tout, la proposition de loi ainsi amendée respecte la prérogative des actionnaires et de l'assemblée générale d'autoriser ou non le paiement de telles rémunérations variables et, surtout, on s'inscrit dans le cadre de la loi du 6 avril 2010 reprenant, entre autres, les recommandations du Code belge de corporate governance.
Les auditions ont démontré que les mesures inscrites dans le Code et dans la loi étaient bien plus adaptées et efficaces que l'interdiction pure et simple visée initialement. Ensuite, le texte amendé ne vise que les administrateurs non exécutifs, c'est-à-dire selon ce Code "tout membre du conseil d'administration qui n'exerce pas de responsabilité exécutive dans la société". Ils n'ont pas de mission de gestion mais ils discutent, de manière critique et constructive, la stratégie et les politiques-clés proposées par le management exécutif et contribuent à les développer. Les administrateurs non exécutifs procèdent à l'évaluation rigoureuse de la performance du management exécutif dans la réalisation des objectifs convenus.
Or, les rémunérations variables sont, par essence, des rémunérations liées aux performances et donc s'associent plus naturellement au rôle des administrateurs exécutifs et moins à celui des non exécutifs.
Enfin, à la suite de l'adoption de cet amendement, la mesure ne s'applique qu'aux nouveaux contrats ou aux renouvellements de contrats intervenant après l'entrée en vigueur de la loi.
Dès lors, pour l'ensemble de ces raisons, notre groupe soutiendra le texte adopté en commission chargée des Problèmes de Droit commercial et économique.
Je vous remercie de votre attention.
Translated text
This more or less significant weighing according to the texts is a process that must be studied carefully because there is, in our opinion, a risk of losing some of our industrial flowers if we weigh too much this legislation. The proposal initially proposed by Mr. Tuybens was unacceptable to us because it purely and simply aimed at prohibiting by law the granting of variable share-related remuneration to non-executive directors in disregard of the rights of shareholders of the companies concerned.
An amendment submitted by the CD&V colleagues came, rightly, to replace this measure with a provision of less scope. This amendment stipulates that the regime of independent directors, provided for by the law of 6 April 2010 on corporate governance, would also apply to non-executive directors of which independent employees are also part. This regime provides that variable remuneration is allowed with the authorization of the general meeting of shareholders.
While it is true that I prefer regulation by and for the sector than a law imposed from the outside, the evolution of behaviors by example rather than coercion, I have, however, supported this amendment of the CD&V. First of all, the amended bill respects the prerogative of shareholders and the general assembly to authorise or not to authorise the payment of such variable remuneration and, above all, it falls within the framework of the law of 6 April 2010 recognising, among other things, the recommendations of the Belgian Code of corporate governance.
The hearings demonstrated that the measures contained in the Code and in the law were much more appropriate and effective than the simple prohibition initially envisaged. Then, the amended text concerns only non-executive directors, that is, according to this Code "any member of the board of directors who does not exercise executive responsibility in the company". They do not have a management mission but they discuss, critically and constructively, the strategy and key policies proposed by the executive management and contribute to their development. Non-executive directors carry out a rigorous assessment of the performance of the executive management in achieving the agreed objectives.
However, variable remuneration is essentially performance-related remuneration and therefore is more naturally associated with the role of executive directors and less with that of non-executive directors.
Finally, following the adoption of this amendment, the measure applies only to new contracts or renewal of contracts occurring after the entry into force of the law.
Therefore, for all of these reasons, our group will support the text adopted in the commission responsible for Trade and Economic Law Problems.
I thank you for your attention.
#26
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, het oorspronkelijke wetsvoorstel maakte deel uit van een vloed aan voorstellen om de variabele vergoedingen van managers en bestuurders te regelen en aan banden te leggen. In principe zijn wij het ermee eens dat niet-uitvoerende bestuurders geen vergoeding kunnen krijgen die afhankelijk is van het bedrijfsresultaat. Dat is ook opgenomen in de code of corporate governance, die door de wet van april 2010 verplicht werd en die volgens ons voldoende garanties biedt.
Wat zegt artikel 7 ten zevende van die code? “Niet-uitvoerende bestuurders ontvangen noch prestatiegebonden renumeratie zoals bonussen of aandelengerelateerde incentiveprogramma’s op lange termijn, noch voordelen in natura of voordelen die verbonden zijn aan pensioenplannen.”
In artikel 7 ten achtste staat: “Het renumeratieverslag vermeldt op individuele basis het bedrag van de renumeratie en andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks door de vennootschap of haar dochterondernemingen aan niet-uitvoerende bestuurders werden toegekend”.
Waar gaat het nu concreet over? In het verslag van de vroegere CBFA, nu het FSMA, dat hierop toezicht houdt, staat dat slechts 11 beursgenoteerde bedrijven in die vorm van vergoeding voorzien. Het gaat doorgaans om kleine biotechnologiebedrijven of technologiebedrijven met familiale aandeelhouders. Van die 11 bedrijven passen er 8 de code of corporate governance toe en geven uitleg waarom er prestatiegebonden vergoedingen worden gegeven, onder andere om de kastoestand niet te belasten.
Van die 11 bedrijven zijn er 3 die niet, of nog niet, aan de verplichting voldoen uitleg te geven waarom zij zulke vergoedingen geven. De wet dateert immers van 10 april 2010 en is pas vanaf 2011 van toepassing. Amper 3 bedrijven bevinden zich in een overgangsfase. Er wordt hier met een kanon op een mug geschoten. Wij vinden het een vorm van overdreven regelneverij.
Het oorspronkelijke wetsvoorstel werd dan ook grondig geamendeerd. Op basis van een amendement van CD&V vinden wij dat de beslissingsbevoegdheid bij de aandeelhouders en bij de algemene vergadering ligt. Het wetsvoorstel kan dan ook, na amendering, onze goedkeuring wegdragen. Het amendement bepaalt immers dat variabele vergoedingen voor onafhankelijke bestuurders en niet-uitvoerende bestuurders mogelijk zijn, mits goedkeuring door de algemene vergadering.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, the original bill was part of a flood of proposals to regulate and restrict the variable remuneration of managers and directors. In principle, we agree that non-executive directors cannot receive remuneration that depends on business results. This is also included in the Code of Corporate Governance, which became mandatory by the law of April 2010 and which, in our opinion, provides sufficient guarantees.
What does Article 7 to 7 of this Code say? “Non-executive directors receive neither performance-related renumeration such as bonuses or long-term equity-related incentive programs, nor benefits in kind or benefits associated with retirement plans.”
Article 7 eight states: “The renumeration report shall indicate on an individual basis the amount of the renumeration and other benefits granted directly or indirectly by the company or its subsidiaries to non-executive directors”.
What is it specifically about now? In the report of the former CBFA, now the FSMA, which oversees this, it states that only 11 listed companies provide this form of compensation. These are usually small biotechnology companies or technology companies with family shareholders. Of these 11 companies, 8 apply the Code of Corporate Governance and explain why performance-based remuneration is given, including to avoid taxing the cash balance.
Of those 11 companies, there are 3 that do not, or still do not, meet the obligation to explain why they provide such fees. The law dates from 10 April 2010 and is only applicable from 2011. Only three companies are in a transitional phase. There is a gun shot at a mosquito. We consider it a form of excessive regulatory neglect.
The original bill has been substantially amended. Based on an amendment of CD&V, we believe that the decision-making power lies with the shareholders and the general assembly. The bill can therefore, after amendment, withdraw our approval. In fact, the amendment provides that variable fees for independent directors and non-executive directors are possible, subject to approval by the general assembly.
#27
Official text
Dat sluit aan bij ons eerder ingenomen standpunt, namelijk dat in dergelijke situatie de aandeelhouders het finale woord hebben.
Translated text
This is in line with our previously adopted position, namely that in such a situation, the shareholders have the final word.
#28
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal bijzonder kort het woord nemen in de algemene bespreking en ik zal graag uitgebreid ingaan op de amendementen bij de artikelsgewijze bespreking.
Algemeen kan onze fractie er niet tegen zijn dat de wet van 6 april 2010 op een zeer lichte manier wordt uitgebreid, zodat de algemene vergadering zich niet alleen zou uitspreken over de aandelen en andere aandelengerelateerde vergoedingen van de onafhankelijke bestuurders, maar ook over die voor alle niet-uitvoerende bestuurders. Wij hebben daarmee uiteraard geen enkel probleem. Integendeel, het is een bijkomende garantie, voor zover er van een garantie kan worden gesproken, dat de algemene vergadering in wijsheid zal oordelen over de situatie.
Natuurlijk is onderhavig wetsvoorstel, ook al draagt het mijn naam, ondertussen sterk uitgekleed door het amendement, logischerwijze. Wij hadden immers de bedoeling om de aandelengerelateerde vergoedingen, zeker voor aandelenopties, via de wet niet meer toe te laten. Dat werd echter niet aanvaard in de commissie. Er werd een vervangend amendement goedgekeurd, waar wij uiteraard ook niet tegen kunnen zijn.
Vandaar dat het wetsvoorstel in de commissie een unanieme meerderheid heeft verworven, maar het spreekt voor zich dat het voor ons meer dan een slok op de borrel scheelt. Het amendement dat wij hebben ingediend onder nr. 619.007, zien wij uiteraard heel graag in de tekst opgenomen. Daarvoor zou ik graag een kort pleidooi willen houden, mevrouw de voorzitter, bij de bespreking van de artikelen.
Translated text
Mr. Speaker, I will speak especially briefly in the general discussion and I would like to discuss the amendments in the article-by-article discussion in detail.
In general, our group cannot object to the extension of the law of 6 April 2010 in a very mild way, so that the general assembly would decide not only on the shares and other share-related remuneration of the independent directors, but also on those for all non-executive directors. We do not have any problem with this, of course. On the contrary, it is an additional guarantee, insofar as there can be a guarantee, that the general assembly will judge the situation in wisdom.
Of course, the present bill, even though it bears my name, is, in the meantime, heavily disguised by the amendment, logically. After all, we intended to no longer allow the share-related fees, especially for stock options, through the law. However, this was not accepted in the committee. A substituting amendment was adopted, which we cannot, of course, oppose.
Therefore, the bill has obtained a unanimous majority in the committee, but it speaks for itself that for us it is more than a snack on the drink. The amendment we submitted under no. 619.007, we are of course very happy to be included in the text. In this regard, I would like to make a brief plea, Mr. Speaker, during the discussion of the articles.
#29
Official text
Monsieur le président, la proposition de loi qui est soumise à notre vote et qui a été adoptée en commission n'est qu'une étape vers une gouvernance d'entreprise plus transparente et centrée sur l'intérêt à long terme d'une activité et son développement et sur la prise en considération de l'intérêt sociétal d'une activité économique. Ce n'est qu'un premier pas.
D'ailleurs, en commission chargée des Problèmes de Droit commercial et économique, nous sommes concentrés pour le moment sur l'examen de plusieurs propositions de loi qui jouent sur le refus de certains types de rémunérations basées exclusivement sur le retour et l'intérêt à court terme comme celui sur des actions ou le chiffre d'affaires résultant d'actions spéculatives. Nous étudions des propositions qui visent à maintenir dans des limites socialement acceptables les montants des rémunérations. Nous examinons aussi des propositions qui visent à employer l'outil fiscal à introduire de l'équité entre des rémunérations qui n'ont plus rien à voir avec le sens commun ou l'intérêt sociétal et une confiscation de richesses qui pourraient retourner à la solidarité. Toutes ces propositions sont en discussion en commission alors qu'il y a une réelle urgence à intervenir.
Cette première proposition de M. Tuybens résulte de nos travaux sous la précédente législature, lorsque nous avons essayé d'élaborer et d'améliorer davantage qu'il ne l'a été le code de bonne gouvernance. Elle nous permet d'introduire un premier coin dans le recours à cette rémunération sur actions, pour utiliser un terme général, pour les administrateurs non exécutifs, en attendant sa suppression. M. Tuybens présentera tout à l'heure son amendement que j'ai cosigné, ainsi que Mme Vienne.
En effet, tous les jours, encore hier et aujourd'hui, en lisant les journaux, en observant certaines rémunérations d'administrateurs, représentant parfois même un gouvernement dans des sociétés ayant des missions d'ordre public, on constate qu'on ne peut se contenter d'un code de gouvernance qui repose sur la bonne volonté. Des règles légales, législatives sont nécessaires. Si elles ont un intérêt, si elles ont du sens pour le développement de la société et pour les citoyens en général, ce ne seront pas des outils qui dérangent les entrepreneurs mais des outils qui recadrent et évitent de la concurrence déloyale entre certaines sociétés.
Translated text
Mr. Speaker, the bill that is subject to our vote and which has been adopted in a committee is only a step towards a more transparent corporate governance and focused on the long-term interest of an activity and its development and on taking into account the social interest of an economic activity. This is only a first step.
Furthermore, as a committee responsible for Trade and Economic Law Problems, we are currently focused on the examination of several bills that play on the refusal of certain types of remuneration based exclusively on return and short-term interest such as that on shares or turnover resulting from speculative actions. We are considering proposals that aim to keep the amounts of remuneration within socially acceptable limits. We are also considering proposals aiming at using the tax tool to introduce equality between remuneration that has nothing to do with common sense or social interest and confiscation of wealth that could return to solidarity. All these proposals are being discussed in the committee while there is a real urgency to intervene.
The first proposal by Mr. Tuybens is the result of our work during the previous legislature, when we tried to develop and improve more than was the Code of Good Governance. It allows us to introduce a first corner in the use of this share remuneration, to use a general term, for non-executive directors, waiting for its removal. by Mr. Tuybens will present her amendment, which I have co-signed, as well as Mrs Vienne.
Indeed, every day, yesterday and today, reading the newspapers, observing certain salaries of administrators, sometimes even representing a government in companies with public order missions, one finds that one cannot be content with a code of governance based on good will. Legal and legislative rules are needed. If they have an interest, if they make sense for the development of society and for citizens in general, they will not be tools that disturb entrepreneurs but tools that frame and avoid unfair competition between certain companies.
#30
Official text
En conclusion, je voudrais m'adresser à ceux qui prétendent que si l'on réglemente trop, on va décourager l'entreprenariat ou que si l'on réglemente trop les rémunérations des administrateurs, ils iront voir ailleurs et refuseront de s'impliquer dans les conseils d'administration et dans les entreprises. Je voudrais leur dire que la Belgique comprend de nombreux talents, des entrepreneurs et des administrateurs de société qui font un travail remarquable pour des rémunérations convenables, à la hauteur de leurs responsabilités et de leurs compétences, mais sans bénéficier de revenus résultant de la spéculation. Je voudrais encore leur dire de s'en aller, d'aller voir ailleurs et ainsi laisser la place à ceux qui oseront investir pour le développement des activités de l'entreprise pour laquelle ils travaillent plutôt qu'à des fins personnelles d'enrichissement.
Translated text
In conclusion, I would like to address those who claim that if you regulate too much, you will discourage entrepreneurship, or that if you regulate the remuneration of directors too much, they will go elsewhere and will refuse to get involved in the boards of directors and in the companies. I would like to tell them that Belgium includes many talents, entrepreneurs and corporate managers who do a remarkable job for decent remuneration, up to their responsibilities and skills, but without receiving income resulting from speculation. I would still like to tell them to go away, to go see elsewhere and thus leave room for those who will dare to invest in the development of the business for which they work rather than for personal enrichment purposes.
#31
Official text
Monsieur le président, chers collègues, après avoir entendu les interventions des uns et des autres, je voudrais recentrer le débat. En effet, nous n'abordons aujourd'hui qu'une partie du Code des sociétés. Il s'agit de l'article 554 tel qu'il a été modifié par la loi du 6 avril 2010. Nous sommes donc déjà en train de la modifier.
Il s'agit ici de savoir s'il ne faut pas changer, dans le texte de cette loi, les termes "administrateur indépendant" par "administrateur non exécutif". Voilà ce qui résulte de nos débats, des amendements déposés et du vote intervenu en commission.
Cela dit, madame Vienne, comme vous, je pense qu'il faut tenter de moraliser le monde des affaires. Mais il ne doit pas seulement être question des affaires privées, mais aussi des affaires publiques. À côté des sociétés privées, il y a des entreprises publiques autonomes, des intercommunales. Et si l'on commence à parler de rémunérations, je souhaite que l'on parle également de celles qui ont cours dans ce secteur. En effet, il ne se passe pas un mois, pas une semaine, sans qu'il ne soit question de problèmes qui se posent dans telle ou telle structure para-communale, supra-communale, para-étatique, etc.
Par ailleurs, comme plusieurs l'ont signalé, la commission chargée des Problèmes de Droit commercial et économique s'est saisie d'autres questions. Je pense notamment à la problématique des rémunérations variables. Peut-être, demain, sera-t-il question des stock-options. Pourquoi pas?
Toujours est-il que des travaux sont en cours et il ne faut pas mêler le débat d'aujourd'hui avec un débat à venir sur les rémunérations variables.
Translated text
After listening to the interventions of both sides, I would like to reconsider the debate. In fact, we are currently dealing only with part of the Company Code. This is article 554 as amended by the law of 6 April 2010. We are already changing it.
The question here is whether, in the text of this law, the terms "independent administrator" should not be changed to "non-executive administrator". This is the result of our debates, the amendments submitted and the vote held in the committee.
That said, Madame Vienne, like you, I think we should try to moralize the business world. But it should not only be a matter of private affairs, but also of public affairs. Alongside private companies, there are autonomous public companies, intercommunal companies. And if we start talking about salaries, I hope that we also talk about those that run in this sector. Indeed, it does not pass a month, not a week, without a question of problems that arise in this or that par-communal, supra-communal, par-state, etc. structure.
In addition, as many have pointed out, the Commission responsible for Trade and Economic Law Problems has addressed other issues. I think of the problem of variable salaries. Maybe tomorrow we will be talking about stock options. Why not ?
Work is still ongoing and we should not confuse today’s debate with a future debate on variable pay.
#32
Official text
Pour la problématique qui nous concerne, la commission a pris le temps de la réflexion. En effet, nous avons procédé à des auditions, à des confrontations, à des échanges de vues et au vote d'un amendement.
Quelle est la portée de cet amendement?
Comme on vient de le répéter, pour les administrateurs non exécutifs, il est prévu que seule la rémunération pourrait leur être accordée dans les conditions de l'article 554, c'est-à-dire après un vote de l'assemblée générale, qui reste souveraine. Or l'assemblée générale constitue le parlement d'une entreprise: tous les actionnaires s'y retrouvent et y exercent le contrôle politique de l'entreprise, tant au sens politique qu'économique. À ce stade, intervenir de cette façon nous a paru pertinent et suffisant pour améliorer le texte voté voilà moins d'un an.
Voilà la portée de l'amendement.
Néanmoins, nous ne refusons pas la discussion sur d'autres éléments. D'ailleurs, le cdH a soumis quelques propositions de loi sur d'autres aspects problématiques. Il convient de faire le tri et de savoir de quoi l'on parle aujourd'hui, sans anathème ni raccourci et sans mélanger les genres.
Telle est la portée de la proposition de loi qui vous est soumise et que nous voterons.
Translated text
On the issue that concerns us, the committee has taken time for reflection. In fact, we have conducted hearings, confrontations, exchanges of views and voting on an amendment.
What is the scope of this amendment?
As has just been repeated, for non-executive directors, it is provided that only remuneration could be granted to them under the conditions of article 554, that is, after a vote by the general assembly, which remains sovereign. However, the general assembly constitutes the parliament of a company: all shareholders meet there and exercise political control of the company, both in the political and economic sense. At this point, intervening in this way seemed relevant and sufficient to improve the text voted less than a year ago.
This is the scope of the amendment.
However, we do not refuse the discussion on other elements. In addition, the CDH submitted several bills on other problematic aspects. It is necessary to sort and know what we are talking about today, without anathema or abbreviation and without mixing genres.
This is the scope of the bill that is submitted to you and that we will vote on.
#33
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij hebben de mond vol over wettendiarree, regelneverij en betuttelingsdrift. Ik vind dat deze wetgeving, onder andere door de amputatie van dit amendement, een absoluut voorbeeld is van betuttelingsdrift en regelneverij.
De problematiek in de bonussenstructuur zit niet bij de niet-uitvoerende bestuurders, op enkele ondernemingen na. Ik hoor mevrouw Gerkens zeggen dat ondernemingen als InBev dan maar moeten vertrekken. Mevrouw, als u morgen tegen de arbeiders in Leuven durft te herhalen dat InBev daar moet vertrekken, dan zou ik toch een paar lijfwachten meenemen. Ik heb dat wel gehoord in uw discours.
Collega’s, de problematiek van de bonussen hoort thuis in de graaicultuur van de CEO’s. Er werd daarnet nog een vraag gesteld over wat er gebeurt op de luchthaven met oud-politici en de bonussencultuur. Het zit niet bij de bestuurders, integendeel. Met die wet doen wij aan extra betutteling en creëren wij een overkoepelende, een dubbele wet ten opzichte van de corporate governance die klaar en duidelijk vermeldt wat er moet gebeuren.
Het gaat hier over – zegge en schrijve – 11 bedrijven. Ik hoor daarnet van een collega op het spreekgestoelte dat 8 onder hen al in orde zijn. Het creëert daarentegen wel een aantal bijkomende problemen. Wat met familiebedrijven? Wat met ondernemingen die de financiële middelen ontberen om getalenteerde bestuurders aan te trekken? Wat met actieve raden van bestuur?
Ik vind dit een overbodige wetgeving. Ik vind dit schieten met een kanon op een mug. Ik zal mij dan ook onthouden bij de stemming.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, we have our mouths full of law diarree, regulatory neglect and stunting drive. I consider that this legislation, in particular due to the amputation of this amendment, is an absolute example of bribing and regulatory neglect.
The problem in the bonus structure is not with the non-executive directors, behind a few companies. I hear Ms. Gerkens say companies like InBev should then leave. Madame, if you dare to repeat tomorrow to the workers in Leuven that InBev must leave there, I would bring a few bodyguards. I heard that in your speech.
Colleagues, the problem of the bonuses belongs to the gray culture of CEOs. Another question was asked about what is happening at the airport with former politicians and the bonus culture. It is not for drivers, on the contrary. With that law, we make additional burden and create an overarching, double law in relation to corporate governance that clearly and clearly states what should be done.
This is about – say and write – 11 companies. I just heard from a colleague in the speech desk that eight of them are already in order. On the other hand, it creates a number of additional problems. What about family ⁇ ? What about companies that lack the financial resources to attract talented managers? What about active board of directors?
I think this is unnecessary legislation. I like this shooting with a cannon on a mosquito. I will abstain from voting.
#34
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik denk dat iedereen het er ongeveer over eens is dat exuberante bonussen aangepakt moeten worden. Een en ander zal geconcretiseerd kunnen worden als de veelvoudige wetsvoorstellen, die momenteel besproken worden en waarvoor hoorzittingen georganiseerd worden, afgerond zijn.
In dat kader kunnen wij ons perfect vinden in het wetsvoorstel dat vandaag voorligt. Het kan onze volledige steun wegdragen.
Wat de oorspronkelijke tekst van het wetsvoorstel betreft, wij kunnen het wel eens zijn met het principe, maar wij staan niet te springen om opnieuw een nieuw regeltje in te voeren. Het aantal ondernemingen dat niet voldoet – het werd door de voorgaande spreker gezegd – is immers zeer beperkt. Het gaat om 11 ondernemingen die een variabele vergoeding toepassen, waarvan er drie de comply-or-explainregel nog niet toepassen.
Als wij de reglementering vergelijken met die in de andere Europese landen, dan zien wij dat in de meeste andere Europese landen eenzelfde reglementering geldt en dat een prestatiegebonden bezoldiging en uitbetalingen in aandelen niet mogelijk zijn. Tegelijkertijd zien wij echter ook, zoals momenteel in dit land, dat een afwijking van die basisreglementeringen in bijna al die landen mogelijk is, mits daarvoor een verantwoording gegeven wordt, volgens het ondertussen bekende comply-or-explainprincipe, dat wordt gebruikt door acht van de 11 ondernemingen die een variabele vergoeding toepassen. Dat zijn heus niet allemaal legedoosverklaringen, zoals ik in de commissie heb moeten vernemen.
In alle gevallen, op absolute wijze, elke vorm van aandeelgerelateerde vergoedingen verbieden, lijkt mij niet aangewezen. Wij kunnen ons wel vinden in de Europese benadering dat de reglementering niet echt absoluut hoeft te zijn en dat de ondernemingen ervan kunnen afwijken, mits die verantwoording.
Zoals ook al door enkele voorgaande sprekers gezegd werd, zijn wij er ook van overtuigd dat de wet van 6 april 2010, de corporate governance code, voldoende uitgerust is om mogelijke ontsporingen inzake vergoedingen voor niet-uitvoerende bestuurders te voorkomen. Niemand kan ontkennen dat de evolutie gunstig is. Uit de cijfers blijkt dat de toepassing van de code in zakelijk, deugdelijk bestuur steeds meer nagevolgd wordt.
Ik ben er dan ook van overtuigd dat wij de ondernemingen moeten vertrouwen en hun meer tijd moeten geven om zich verder aan te passen, in plaats van een wettelijk verbod op de toekenning van een aandeelgerelateerde bezoldiging in te voeren. Dat lijkt ons een onnodige verstrakking van het loonbeleid, wat ons minder gunstig maakt ten opzichte van de andere Europese landen.
Translated text
Mr. Speaker, my colleagues, I think everyone approximately agrees that exuberant bonuses should be addressed. This will be concrete if the multiple bills, which are currently being discussed and for which hearings are being held, are completed.
In this context, we can perfectly find ourselves in the bill that is presented today. It can take away our full support.
As for the original text of the bill, we may agree with the principle, but we are not hoping to re-introduce a new rule. The number of companies that do not comply – as the previous speaker said – is, after all, very limited. There are 11 companies that apply a variable fee, three of which do not yet apply the comply-or-explain rule.
If we compare the regulation with that in other European countries, we see that in most other European countries the same regulation applies and that performance-based remuneration and payouts in shares are not possible. At the same time, however, we also see, as is currently in this country, that deviation from those basic regulations is possible in almost all of those countries, provided that accountability is given, according to the well-known comply-or-explain principle, which is used by eight of the 11 companies that apply a variable fee. These are not really all league statements, as I must have heard in the committee.
In all cases, in absolute terms, prohibiting any form of share-related remuneration does not seem appropriate to me. We can find ourselves in the European approach that regulation does not really have to be absolute and that companies can deviate from it, provided that that accountability.
As already stated by some previous speakers, we are also convinced that the law of 6 April 2010, the corporate governance code, is sufficiently equipped to prevent possible depreciation of remuneration for non-executive directors. No one can deny that evolution is beneficial. The figures show that the application of the code in business, good governance is increasingly followed.
I am therefore convinced that we should trust companies and give them more time to further adapt, rather than imposing a legal ban on the award of share-related remuneration. This seems to us to be an unnecessary tightening of wage policy, which makes us less favourable compared to other European countries.
#35
Official text
Mijnheer Tuybens, het kan altijd zijn dat u straks nog mensen overtuigt, maar als uw amendement straks geen meerderheid haalt dan is het de logica zelve dat ons amendement wel wordt gesteund. Het is een technisch amendement. Aangezien de inhoud van het oorspronkelijke wetsvoorstel helemaal is veranderd, willen wij door de titel van het wetsvoorstel te veranderen op zijn minst de titel in overeenstemming brengen met de inhoud ervan. Om elke verwarring te vermijden is het nuttig om een titel te hebben die tenminste de lading dekt. Ik verwacht dus uw steun voor ons amendement.
Translated text
Mr. Tuybens, it can always be that you later persuade people, but if your amendment later does not get a majority then it is logical that our amendment is supported. It is a technical amendment. Since the content of the original bill has changed entirely, by changing the title of the bill, we intend at least to bring the title into line with its content. To avoid any confusion, it is useful to have a title that covers at least the load. I expect your support for our amendment.
#36
Official text
Monsieur le président, si aujourd'hui seules onze entreprises n'appliquent pas la règle telle que convenue dans le Code belge de corporate governance et trois non seulement ne l'appliquent pas mais n'expliquent pas, l'absence dans la loi d'éléments contraignants ne nous assure pas que demain le nombre ne soit pas plus important.
Tout à l'heure, j'ai effectivement utilisé une formule un peu rude mais les travailleurs d'InBev seraient d'accord avec moi pour dire qu'ils n'ont aucun intérêt à conserver des administrateurs, qui sont soi-disant indépendants ou non exécutifs, attirés par des rémunérations variables, intéressés par du bénéfice à court terme et non pas par le développement sur le long terme de l'activité et donc de l'emploi et de la qualité des prestations des travailleurs d'InBev.
La proposition dit oui aux administrateurs, mais à ceux qui s'intéressent au devenir de l'entreprise, à son développement sur le long terme et non pas à des bénéfices à court terme liés à la spéculation.
Translated text
Mr. Speaker, if today only eleven companies do not apply the rule as agreed in the Belgian Code of Corporate Governance and three not only do not apply it but do not explain it, the absence of binding elements in the law does not ensure that tomorrow the number will not be greater.
Just recently, I actually used a somewhat rough formula but InBev workers would agree with me to say that they have no interest in retaining directors, who are so-called independent or non-executive, attracted by variable pay, interested in short-term profit and not in the long-term development of the business and therefore employment and the quality of benefits of InBev workers.
The proposal says yes to managers, but to those who are interested in the future of the company, its long-term development and not short-term profits related to speculation.
#37
Official text
Je demande un peu plus d'attention pour les intervenants, car il y a trop de bruit dans l'hémicycle.
Translated text
I ask for a little more attention for the speakers, because there is too much noise in the hallway.
#38
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, er hebben al vele leden vóór mij gesproken. Intussen is het dan ook voor iedereen duidelijk dat het voorliggende wetsvoorstel geen tekst van de heer Tuybens is maar wel van CD&V.
Met het voorliggende geamendeerde voorstel zorgen wij ervoor dat, wanneer een overeenkomst met een niet-uitvoerende bestuurder in een variabele vergoeding voorziet, deze vergoeding eerst door de vergadering van aandeelhouders van de beursgenoteerde onderneming moet worden goedgekeurd.
CD&V is altijd al voorstander van een realistisch, flexibel en transparant remuneratiebeleid geweest. Tijdens de vorige legislatuur hebben eerst Jo Vandeurzen en daarna Stefaan De Clerck zich ingezet voor het strikter reglementeren van het bonusbeleid.
Een en ander is uitgemond in de wet deugdelijk bestuur van 6 april 2010. Er werd toen bewust voor gekozen het verloningsbeleid van de beursgenoteerde ondernemingen en de overheidsbedrijven niet in een keurslijf te dwingen. Het bonus- en remuneratiebeleid in de beursgenoteerde ondernemingen is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de onderneming en van de aandeelhouders.
De wet deugdelijk bestuur is bovendien een van de strengste wetten van Europa. De wet is sinds 2011 van kracht. Wij moeten de ondernemingen nu eerst de tijd geven om zich aan te passen, om de wet daarna te evalueren.
De wet deugdelijk bestuur voert een regeling in voor de goedkeuring door de aandeelhouders van de variabele vergoeding voor de onafhankelijke bestuurders. Het voorliggende geamendeerde wetsvoorstel breidt nu het toepassingsgebied van voornoemde maatregel uit, met name van de onafhankelijke bestuurders naar alle, niet-uitvoerende bestuurders.
Het doel van het oorspronkelijke voorstel was om elke aandeelgerelateerde verloning van niet-uitvoerende bestuurders te verbieden, wat voor ons veel te ver ging.
Uit de studie van de CBFA, die ook al door andere leden is aangehaald, over de opvolging van de code corporate governance blijkt immers dat slechts elf beursgenoteerde bedrijven aan hun niet-uitvoerende bestuurders een prestatiegebonden remuneratie uitbetalen. Van de bedoelde elf bedrijven zijn er acht die uitleggen waarom zij van de code afwijken. Van de acht bedrijven in kwestie zijn er vier biotechvennootschappen.
Dus 89 % van de beursgenoteerde ondernemingen in ons land betaalt geen aandeelgerelateerde verloning aan haar niet-uitvoerende bestuurders.
Collega’s, bedrijven werken in een mondiale context. Zij moeten uiteraard ook met de realiteit van de markt rekening houden. Daarom is het nuttig na te gaan wat de wetgeving inzake remuneratie in de andere landen inhoudt.
Uit het advies van het bureau Towers Watson blijkt dat in een aantal landen aandeelgerelateerde verloning van bestuurders de gangbare norm is. In andere landen geldt het principe ‘comply or explain’. In Amerika is een aandeelgerelateerde verloning de regel.
De regeling in België is bovendien dezelfde als in de meeste andere landen in Europa. Het instellen van een wettelijk verbod leek ons daarom niet noodzakelijk. Meer nog, zulks zou schadelijk zijn voor de kleine start-ups. Wij mogen onze ondernemingen ten opzichte van buitenlandse ondernemingen bij het aantrekken van goede bestuurders niet benadelen.
Translated text
Many members have already spoken in front of me. Meanwhile, it is therefore clear to everyone that the present bill is not the text of Mr Tuybens but of CD&V.
With this amended proposal, we ensure that, where an agreement with a non-executive director provides for a variable remuneration, that remuneration must first be approved by the meeting of shareholders of the listed company.
CD&V has always advocated a realistic, flexible and transparent remuneration policy. During the previous legislature, first Jo Vandeurzen and then Stefaan De Clerck have committed to stricter regulation of the bonus policy.
This is regulated by the Good Governance Act of 6 April 2010. It was then consciously chosen not to force the remuneration policy of the publicly listed companies and the state-owned companies into a slide. The bonus and remuneration policy in the listed companies is primarily the responsibility of the company and its shareholders.
The Good Governance Act is one of the strictest laws in Europe. The law has been in force since 2011. We must now first give the companies time to adapt, to evaluate the law afterwards.
The Good Governance Act introduces a procedure for the approval by the shareholders of the variable remuneration for the independent directors. The present amended bill now extends the scope of the aforementioned measure, in particular from the independent directors to all, non-executive directors.
The purpose of the original proposal was to ban any share-related remuneration of non-executive directors, which went far too far for us.
Indeed, the study of the CBFA, also cited by other members, on the follow-up of the code of corporate governance shows that only eleven listed companies pay their non-executive directors performance-based remuneration. Of the eleven companies mentioned, eight explain why they differ from the code. Of the eight companies in question, four are biotech companies.
So 89 % of the listed companies in our country do not pay share-related remuneration to their non-executive directors.
Colleagues, companies work in a global context. They must, of course, also take into account the reality of the market. Therefore, it is useful to examine what the remuneration legislation in other countries entails.
Towers Watson’s opinion shows that in a number of countries, share-related remuneration of directors is the common norm. In other countries, the “comply or explain” principle applies. In America, share-related remuneration is the rule.
In addition, the system in Belgium is the same as in most other countries in Europe. Therefore, the imposition of a legal ban did not seem necessary to us. Moreover, this would be detrimental to small start-ups. We must not disadvantage our companies in relation to foreign companies in attracting good managers.
#39
Official text
CD&V kon het oorspronkelijke voorstel dan ook niet goedkeuren. Als reactie daarop hebben we wel een amendement ingediend dat de tekst van het oorspronkelijke wetsvoorstel volledig vervangt. Ons amendement werd eenparig goedgekeurd in de commissie. Met dit amendement verfijnen we de wet inzake deugdelijk bestuur, tonen we dat we vertrouwen hebben in de aandeelhouders en de beursgenoteerde ondernemingen en versterken we de verantwoordelijkheid van de aandeelhouders voor het loon- en remuneratiebeleid in beursgenoteerde ondernemingen.
Translated text
CD&V could therefore not approve the original proposal. In response to this, we have submitted an amendment that completely replaces the text of the original bill. Our amendment was unanimously approved in the committee. This amendment refines the Good Governance Act, demonstrates our confidence in shareholders and listed companies and strengthens shareholders’ responsibility for the wage and remuneration policies of listed companies.
#40
Official text
Mme Julie Fernandez Fernandez renvoie à son rapport écrit.
Translated text
Julie Fernandez Fernandez returns to her written report.
#41
Official text
Je souhaite que les chefs de groupe rappellent leurs intervenants.
Translated text
I would like the leaders of the group to recall their speakers.
#42
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat wij dit voorstel, dat in consensus met alle partijen werd ingediend, toch niet ongemerkt kunnen laten passeren, zelfs al zijn sommige collega's niet aanwezig. Dit voorstel zal ervoor zorgen dat de pensioenbonus, zoals die op dit moment bestaat, kan worden verlengd. Het gaat hier om een maatregel die destijds werd getroffen in het kader van het Generatiepact. Het was een vervolg daarop. Via deze maatregel wou men ervoor zorgen dat mensen een incentive kregen om langer aan het werk te blijven.
Wij hebben dit voorstel ingediend, niet om het debat ten gronde te voeren, hoewel wij dat graag zouden willen, maar wel omdat wij een hiaat wilden invullen en een fout signaal tegengaan met het verlengen van deze maatregel. Het probleem werd ons gesignaleerd via de vele vragen die wij zelf kregen. Het werd ons ook door de ombudsman gesignaleerd. Als wij deze maatregel immers niet zouden verlengen, zouden mensen vroeger stoppen. De evaluatie van de maatregel laat op zich wachten zodat op dit moment ter zake nog geen nieuwe beslissing kan worden genomen.
De bonus bestaat en wordt door sommigen gebruikt. Stilaan wordt hij door steeds meer mensen gebruikt. Wij stellen vast dat 15 % van de gepensioneerden deze bonus opnam in 2007. Nu zit men aan zowat 20 %. Wij stellen ook vast dat slechts 20 %, of zelfs minder, van de gepensioneerden en toekomstig gepensioneerden weet hebben van deze maatregel. 20 % van de mensen zegt gebruik te willen maken van de maatregel.
Daarnaast stellen wij nog twee elementen vast. Enerzijds bestaat er een bonus voor ambtenaren, maar die is op een andere leest geschoeid. Het gaat hier om een procentuele bonus die begint vanaf 60 jaar en doorloopt zonder eindtermijn. Als wij het debat nadien ten gronde willen voeren, moeten wij het feit dat men op een andere manier te werk gaat voor de ambtenaren, meenemen als element. Anderzijds, moeten wij een kosten-batenanalyse maken van deze bonus. Ik denk dat wij hiervoor kunnen bouwen op het advies dat aan de sociale partners werd gevraagd. Ik hoop dat dit iets sneller kan gaan dan men op dit moment van plan is. Wij moeten dan bekijken hoe wij die maatregel kunnen verlengen of heroriënteren.
Translated text
Mr. Speaker, I think we cannot leave this proposal, which was submitted in consensus with all parties, unnoticed, even though some colleagues are not present. This proposal will ensure that the pension bonus, as it currently exists, can be extended. This is a measure that was taken at the time within the framework of the Generation Pact. It was a continuation of that. Through this measure, it was aimed at ensuring that people are incentivized to stay at work longer.
We submitted this proposal, not to bring the debate to the bottom, although we would like to, but because we wanted to fill a gap and counter a false signal with the extension of this measure. The problem was signaled to us through the many questions we received ourselves. This was also ⁇ by the Ombudsman. After all, if we did not extend this measure, people would stop earlier. The evaluation of the measure leaves itself waiting so that at this time no new decision can be taken on the matter.
The bonus exists and is used by some. It is gradually being used by more and more people. We note that 15% of retirees took this bonus in 2007. Now they are about 20%. We also find that only 20% or even fewer of pensioners and future pensioners are aware of this measure. 20% of people say they want to use the measure.
In addition, we note two other elements. On the one hand, there is a bonus for officials, but it is dressed on another reading. This is a percentage bonus that starts from 60 years old and ends without a deadline. If we want to conduct the debate later, we must take as an element the fact that one is working in a different way for the officials. On the other hand, we should make a cost-benefit analysis of this bonus. I think we can build on the advice that was requested from the social partners. I hope this can happen a little faster than is currently planned. We must then look at how we can extend or reorient that measure.
#43
Official text
Tevens vinden wij dat deze maatregel, die de verlenging van een tijdelijke maatregel is, vooral geen verkeerd signaal mag geven voor de toekomst.
Wij weten dat wij het debat over de pensioenen ten gronde zullen moeten voeren, vanaf september. Wij doen dat niet onmiddellijk, want het is belangrijk dat het Parlement respect opbrengt voor het feit dat de sociale partners een evaluatie plannen. Op dit ogenblik loopt het onderzoek ter evaluatie van het Generatiepact. Ik meen ook dat wij onze tijd moeten nemen om het debat grondig te voeren. Wij zien dit uiteindelijk het liefste gebeuren met een stabiele regering.
In elk geval, wij kunnen het debat ten gronde niet uit de weg gaan. Wij zullen een globaal pakket van maatregelen moeten nemen, dat zowel te maken heeft met langer werken als met meer mensen aan het werk brengen.
Translated text
We also consider that this measure, which is the extension of a temporary measure, should not, in particular, give a false signal for the future.
We know that we will have to conduct the debate about pensions in substance, from September. We do not do so immediately, as it is important that Parliament respects the fact that the social partners plan an evaluation. Currently, the study is underway to evaluate the Generation Pact. I also think we should take our time to conduct the debate thoroughly. We see this ultimately happening best with a stable government.
In any case, we cannot avoid the debate basically. We will need to adopt a global package of measures, which will both deal with working longer and bringing more people to work.
#44
Official text
Mijnheer de voorzitter, voor ons is de verlenging van de pensioenbonus voor werknemers en zelfstandigen een puur bewarende maatregel. Het laten verlopen van de termijn zal volgens ons degenen die nu niet de intentie hebben om met pensioen te gaan, alsnog aanzetten om toch vervroegd met pensioen te gaan omwille van financiële redenen. Er is veel onzekerheid en onwetendheid op het terrein. Wij willen dat verhelpen.
Het zou in strijd zijn met de geest van de wet om mensen die langer willen werken te ontmoedigen door de pensioenbonus niet te verlengen. De verlenging geldt voor een jaar. Wij hebben het voorbehoud gemaakt dat er in 2012 een evaluatie komt. Op dat belangrijke moment zullen wij zien of de pensioenbonus genoeg mensen aan het werk houdt of niet. Indien niet, moet er misschien een andere incentive komen om het doel te bereiken.
Translated text
For us, the extension of the pension bonus for employees and self-employed is a purely conservative measure. The expiration of the deadline will, in our opinion, encourage those who do not intend to retire now to retire early for financial reasons. There is a lot of uncertainty and ignorance in the field. We want to fix that.
It would be contrary to the spirit of the law to discourage people who want to work longer by not extending the retirement bonus. The extension is valid for one year. We have made the reservation that there will be an evaluation in 2012. At that important moment, we will see whether the pension bonus keeps enough people working or not. If not, there may need to be another incentive to ⁇ the goal.
#45
Official text
Het werd hier al gezegd, bij de ambtenaren is er een andere regeling. Daar valt de evaluatie tegen, omdat zij toch al langer werken en het pensioencomplement daar veeleer ontradend werkte. Ik heb de cijfers opgevraagd. In 2001 was de gemiddelde leeftijd daar 61 jaar en negen maanden. Zeven jaar later, met het pensioencomplement, was de gemiddelde leeftijd gedaald tot 60 jaar en acht maanden, terwijl de kostprijs in 2008 al 5,5 miljoen euro was. Wij moeten toch een beetje zien hoe wij met onze middelen in de sociale zekerheid omgaan, wetende dat de bomen niet tot in de hemel groeien en dat het geld in de sociale zekerheid doeltreffend besteed moet worden.
We moeten ook de vraag stellen of wij alleen via stimuli moeten werken of ook via een andere methode, bijvoorbeeld door fiscale maatregelen die op het einde van de loopbaan effectief maandelijks merkbaar zijn. Ik verwijs naar mijn voorstel voor een doorwerkpremie, waarbij wij de mensen van maand tot maand fiscaal belonen wanneer zij langer blijven werken.
Het wetsvoorstel voorziet ook in het verschaffen van meer informatie. Daar zijn wij zeker altijd voor. Het is door informatie over de grootte van het pensioen dat men effectief zal ontvangen dat men voor zichzelf kan uitmaken of men nog een beetje doorwerkt. Ook de vragen of men nog studerende kinderen en hoge kosten heeft, spelen daarbij een rol.
Ik hoop natuurlijk dat wij in de volgende legislatuur een grondig en uitvoerig pensioendebat zullen voeren, want een aantal hervormingen moet dringend gebeuren. Daarbij mogen er geen taboes zijn. Wij moeten ervoor zorgen dat ons pensioensysteem in de toekomst solide, evenwichtig en eerlijk wordt. De solidariteit moet zeker blijven, maar wij moeten ook het verzekeringsprincipe blijven handhaven en wij moeten ook de link tussen werk en pensioen herstellen.
Translated text
It has been said here, with officials there is another arrangement. This is contrary to the evaluation, because they have worked for a long time and the pension supplement worked rather deterrently. I asked for the numbers. In 2001, the average age was 61 years and nine months. Seven years later, with the pension supplement, the average age had fallen to 60 years and eight months, while the cost in 2008 was already 5.5 million euros. We need to see a little how we handle our resources in the social security, knowing that the trees do not grow up to the sky and that the money in the social security must be spent effectively.
We should also ask the question whether we should work only through stimuli or also through another method, for example through fiscal measures that are effectively noticeable monthly at the end of the career. I refer to my proposal for a work-out premium, where we reward people from month to month when they continue to work longer.
The bill also provides for more information. We are ⁇ always for that. It is through information about the size of the pension that one will effectively receive that one can decide for himself or one can work a little further. The question of whether there are still student children and high costs also play a role in this.
I, of course, hope that in the next legislature we will conduct a thorough and extensive pension debate, because a number of reforms need to be carried out urgently. There should be no taboo. We must ensure that our pension system is solid, balanced and fair in the future. Solidarity must be ⁇ ined, but we must also continue to uphold the insurance principle and we must also restore the link between work and retirement.
#46
Official text
Monsieur le président, notre groupe soutiendra bien évidemment cette proposition de loi qui prolonge jusqu'au 1ᵉʳ décembre 2013 le bonus de pension qui, il faut le rappeler, a été conçu comme une mesure temporaire par le Pacte de solidarité entre les générations.
En outre, le texte qui nous est soumis vise à contrer un réel problème d'efficacité, étant donné qu'à peine 19 % des travailleurs pensionnés et des futurs pensionnés connaissent l'existence même de ce bonus de pension.
Ceci dit, lors de l'évaluation globale qui interviendra au cours du second semestre 2012, il nous faudra nous interroger sur le caractère suffisamment incitatif de ce bonus, puisque le Livre vert nous enseigne qu'à peine 10 % des travailleurs qui connaissent le bonus déclarent que celui-ci a une influence sur la décision au moment de la prise de pension.
Il ne faut pas perdre de vue qu'en retardant le départ à la retraite d'une année au-delà de 62 ans, les droits à la pension n'augmentent que de 1/45ᵉ, soit 2,2 %, ce qui est largement inférieur au bénéfice que l'on pourrait avoir en ne profitant pas de sa pension pendant une année supplémentaire. Il faut donc se poser la question de savoir si le montant du bonus de pension amène une réelle plus-value en termes d'incitant à ne pas se retirer du marché du travail.
Un autre point d'interrogation consiste en un possible effet d'aubaine du bonus de pension. Dans l'affirmative, il y aurait alors un effet pervers qui consiste à ce que des travailleurs, sous l'effet de l'augmentation du montant attendu de leur pension, se retirent en définitive plus tôt du marché du travail, alors que sans bonus, ils avaient l'intention de poursuivre leur carrière jusqu'à 65 ans.
En conclusion, l'incertitude quant à l'efficacité du bonus de pension mais aussi son coût par rapport aux recettes fiscales qu'il génère sont autant de questions qui justifient que la prolongation du bonus ne soit pas, pour le moment, illimitée dans le temps mais qu'elle assure la sécurité juridique nécessaire aux travailleurs qui doivent pouvoir effectuer leur choix en toute connaissance de cause.
Translated text
Mr. Speaker, our group will obviously support this bill that extends until 1 December 2013 the pension bonus which, it must be recalled, was conceived as a temporary measure by the Covenant of Solidarity between Generations.
Furthermore, the text submitted to us aims to counter a real problem of efficiency, given that only 19% of retired workers and future pensioners are aware of the very existence of this pension bonus.
That said, in the overall assessment that will take place during the second half of 2012, we will need to ask ourselves about the sufficient incentive nature of this bonus, since the Green Paper teaches us that only 10 % of workers who are aware of the bonus report that it has an influence on the decision at the time of retirement.
It should not be forgotten that by delaying retirement by one year beyond 62 years, pension entitlements increase only by 1/45th, or 2.2%, which is much lower than the benefit that one could have if one did not take advantage of his pension for an additional year. Therefore, the question must be asked whether the amount of the pension bonus brings a real plus-value in terms of incentive not to withdraw from the labour market.
Another question is the possible impact of the pension bonus. In the affirmative, there would then be a perverse effect that consists in workers, under the effect of increasing the expected amount of their pension, finally withdraw earlier from the labour market, while without bonuses, they intended to continue their careers until the age of 65.
In conclusion, the uncertainty as to the effectiveness of the pension bonus but also its cost in relation to the tax revenues it generates are as many questions that justify that the extension of the bonus is not, at the moment, unlimited in time but that it ensures the necessary legal certainty for workers who must be able to make their choice in full knowledge.
#47
Official text
Monsieur le président, chers collègues, aujourd'hui, notre parlement se doit d'aller de l'avant en matière de pensions. Il faut avouer que le système actuel n'est plus tenable. En ce sens, le bonus pension, qui agit comme un stimulant pour les personnes qui souhaitent rester actives plus longtemps, est bien entendu bénéfique. Encore faut-il le faire connaître! Aujourd'hui, on l'a dit, il n'est pas réellement connu au sein de la population.
Ce bonus pension consiste en une augmentation forfaitaire et permanente du montant de la pension légale pour les travailleurs salariés qui décident de reporter leur départ à la retraite. Ce bonus a été fixé à 624 euros pour toute année d'activité au-delà de 62 ans ou au-delà de la 44ᵉ̀ᵐᵉ année de carrière.
Je pense sincèrement qu'un tel incitant est actuellement totalement nécessaire vu l'état de notre législation et dans le contexte de la crise économique et sociale que traverse notre pays. Aujourd'hui, plus personne n'est à l'abri des crises en tout genre. Le fait de prolonger ce bonus de pension, c'est faire le choix d'un avenir plus responsable pour tous, loin du cliché selon lequel l'économie belge n'a pas besoin de travailleurs ni de travail.
Cependant, nous ne pouvons pas nous voiler la face. Le problème est bien plus profond que ce qu'englobe la présente proposition de loi. Le problème vient des pensions et des prépensions. Récemment, notre ancien premier ministre, M. Van Rompuy, disait à quel point il avait le sentiment qu'il faudrait tôt ou tard relever l'âge légal de la pension à 67 ans. Il ajoutait que cela ne devait pas se faire de façon brutale, qu'on pouvait étaler ces réformes sur dix ou quinze ans – je dirais qu'il serait temps d'y réfléchir! – et que ce serait une manière socialement responsable de répondre à la crise. Il répondait ainsi au refus de la ministre Milquet de se conformer à une recommandation européenne sur l'âge de la retraite. En fait, ce jeu de dupes masque un laxisme terrible, surtout en Wallonie et à Bruxelles, où l'on voit qu'une réforme des pensions est absolument nécessaire, contrairement à ce qu'on voudrait nous faire croire.
Pourquoi est-ce nécessaire? On voit que le ratio de remplacement des cotisants est en train de s'inverser, je ne vous apprends rien. Cela signifie que dorénavant, les 15-24 ans sont beaucoup moins nombreux que les futurs pensionnés âgés de 55 à 64 ans. Ce phénomène a commencé en Flandre en 2008. La Wallonie passera le cap cette année. Bruxelles a plus de marge mais cette baisse de remplacement va s'aggraver avec le départ massif à la pension de la génération du papy-boom. Financièrement, le système actuel n'est plus tenable.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, today our Parliament must move forward in terms of pensions. It must be admitted that the current system is no longer sustainable. In this sense, the pension bonus, which acts as an incentive for people who want to stay active longer, is of course beneficial. It needs to be made known! Today, it has been said, it is not really known among the population.
This pension bonus consists of a fixed and permanent increase in the amount of the statutory pension for employees who decide to postpone their departure to retirement. This bonus was set at 624 euros for any year of activity beyond 62 years of age or beyond the 44th year of career.
I sincerely believe that such an incentive is currently totally necessary given the state of our legislation and in the context of the economic and social crisis that our country is going through. Nowadays, no one is safe from all kinds of crises. The fact of extending this pension bonus is to make the choice of a more responsible future for all, away from the cliché that the Belgian economy does not need workers or work.
However, we cannot cover our faces. The problem is much deeper than what the present bill encompasses. The problem comes from pensions and advance pensions. Recently, our former Prime Minister, Mr. Van Rompuy said how he felt that the legal retirement age should be raised to 67 years sooner or later. He added that this should not be done brutally, that these reforms could be spread over ten or fifteen years – I would say it would be time to think about it! And that would be a socially responsible way of responding to the crisis. He responded to Minister Milquet’s refusal to comply with a European recommendation on the retirement age. In fact, this game of deceit masks a terrible laxism, especially in Wallonia and Brussels, where we see that a pension reform is absolutely necessary, contrary to what we would like to make us believe.
Why is it necessary? You can see that the ratio of replacement contributors is reversing, I do not teach you anything. This means that from now on, 15-24 years old are far fewer than future retirees aged 55 to 64 years old. This phenomenon began in Flanders in 2008. Wallonia will pass the direction this year. Brussels has more margin but this drop in replacement will worsen with the massive retirement of the papy-boom generation. The current system is no longer sustainable.
#48
Official text
On le sait, on ne le dit pas assez, mais en 2050, la Belgique ne pourra plus payer qu'une pension sur trois, à moins d'augmenter les cotisations de moitié. Je pense que personne n'est favorable à cette solution.
La prolongation du bonus pension est un petit, un très petit pas, mais même s'il est loin d'être suffisant, il faut encourager ceux qui retardent leur départ à la retraite. Un petit pas positif qui appelle d'autres réformes en matière de pensions.
Il faudra donc à l'avenir essayer de maintenir les gens plus longtemps au travail. Pour ma part, je suis particulièrement favorable à un système comme celui qui existe aux Pays-Bas qui avantage ceux qui travaillent plus longtemps et pénalise ceux qui décident de travailler moins longtemps. Aux Pays-Bas, la pension diminue de 6,5 % par an sous l'âge légal de la pension fixé à 67 ans et augmente de 6,5 % par année supplémentaire. C'est cela la méritocratie; c'est cela encourager ceux qui veulent vraiment travailler.
Nous devrons mener une politique volontariste même si celle-ci ne sera pas très populaire. Il faudra faire preuve de courage politique. Selon moi, il faudra aussi toucher au système des prépensions. Il faut en effet avoir un souci de cohérence et d'efficacité. Aujourd'hui, la prépension est une atteinte à la règle selon laquelle l'âge de la retraite est légalement fixé à 65 ans. Les prépensions sont maintenant généralisées et on ne pourra pas échapper au débat sur l'allongement du temps de travail, devenu obligatoire vu l'espérance de vie actuelle et ce, si on veut conserver une pension décente.
Dans ces conditions, au lieu de retarder l'âge légal du départ à la retraite, il paraît plus opportun de supprimer purement et simplement la prépension et d'appliquer nos lois. C'est pour cette raison que j'ai déposé dernièrement une proposition de loi visant à supprimer dès 2016 les prépensions sauf pour les métiers lourds, bien entendu.
Je me réjouis aussi de constater que les indépendants que l'on oublie si souvent peuvent également bénéficier de la prolongation temporaire de ce bonus pension. Il fallait le signaler.
Le bonus pension, petit supplément financier à la pension pour les personnes ayant travaillé plus longtemps, devait être supprimé fin 2012. C'est donc avec joie que j'accueillerai tout à l'heure sa prolongation en espérant que dès qu'un gouvernement sera formé, on pourra mettre en œuvre ce chantier des pensions. Il y a en effet urgence en la matière.
Ce n'est pas un regret mais simplement un espoir de pouvoir aller plus loin pour réformer ensemble les institutions de notre pays qui en ont véritablement besoin. C'est une obligation; nous devons avoir le courage d'aller beaucoup plus loin et j'espère que ce sera le cas.
Translated text
It is known, it is not said enough, but by 2050, Belgium will be able to pay only one out of three pensions, unless the contributions are increased by half. No one is in favour of this solution.
The extension of the pension bonus is a small, very small step, but even if it is far from sufficient, we should encourage those who delay their retirement. A small positive step that calls for further pension reforms.
In the future, people will need to stay at work for longer. For my part, I am ⁇ in favour of a system such as the one in the Netherlands that benefits those who work longer and penalizes those who decide to work less. In the Netherlands, the pension decreases by 6.5% per year below the statutory retirement age of 67 years and increases by 6.5% per additional year. This is meritocracy; this is encouraging those who really want to work.
We will have to pursue a voluntary policy even if it will not be very popular. There must be political courage. I think the pre-emption system will also have to be touched. There is a need for consistency and efficiency. Today, prepension is a violation of the rule that the retirement age is legally set at 65 years. Pre-payments are now widespread and we cannot escape the debate on the extension of working time, which has become mandatory given the current life expectancy, if we want to keep a decent pension.
In these circumstances, instead of delaying the statutory retirement age, it seems more appropriate to eliminate purely and simply pre-pension and apply our laws. This is why I recently submitted a proposal for a bill aiming to eliminate pre-payments from 2016 except for heavy jobs, of course.
I am also pleased to find that self-employed workers who are so often forgotten can also benefit from the temporary extension of this pension bonus. It had to be signaled.
The pension bonus, a small financial supplement to the pension for those who worked longer, was supposed to be removed at the end of 2012. It is therefore with joy that I will welcome its extension as soon as possible, hoping that as soon as a government is formed, this construction of pensions can be implemented. There is indeed urgency in this matter.
This is not a regret, but simply a hope of being able to go further to reform together the institutions of our country that really need it. It is an obligation; we must have the courage to go much further and I hope that will be the case.
#49
Official text
Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, nous devons saluer l'initiative de Mme Becq, que nous avons collégialement suivie. Il nous semble important de prolonger d'un an le bonus pension: d'abord et avant tout, afin d'éviter une incitation à partir plus tôt à la retraite, soit avant le 1ᵉʳ décembre 2012.
Cela ne suffira évidemment pas. Nous touchons ici à un dossier important concernant le taux d'emploi des personnes entre 55 et 64 ans pour lesquelles joue la question du bonus mais, à lui seul, il ne sera pas capable de faire évoluer radicalement ce taux d'emploi.
Le moins que l'on puisse dire, c'est qu'il est indispensable d'opérer une évaluation de ce bonus pension. Certes, elle est prévue, mais elle n'est toujours pas réalisée. J'estime important que le gouvernement et singulièrement le ministre des Pensions puissent la débuter sans tarder: il importe que nous fassions évoluer ce bonus pension en le faisant connaître, puis en harmonisant les principes des divers régimes (salariés, fonctionnaires et indépendants) et, enfin, en modifiant la philosophie du système en prenant comme base la durée de la carrière plutôt que l'âge.
Voilà les évolutions que devrait nous permettre l'évaluation: elle dégagera des prises de décision. Elles sont urgentes, car ce dossier des pensions ne peut plus attendre.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, dear colleagues, we must welcome Mrs. Becq’s initiative, which we collegially followed. We find it important to extend the pension bonus by one year: first and foremost, in order to avoid an incentive to leave early retirement, i.e. before December 1, 2012.
This will of course not be enough. We reach here to an important file concerning the employment rate of people between 55 and 64 years of age for whom the question of the bonus plays, but, by itself, it will not be able to make this employment rate radically evolve.
The least that can be said is that it is indispensable to carry out an evaluation of this pension bonus. Of course, it is planned, but it is still not realized. I think it is important that the government and especially the Minister of Pensions can start it without delay: it is important that we make this pension bonus evolve by making it known, then by harmonising the principles of the various regimes (salaries, officials and self-employed) and, finally, by changing the philosophy of the system by taking as the basis the duration of the career rather than age.
These are the developments that the evaluation should enable us: it will give rise to decision-making. This is urgent, because this pension issue can no longer wait.
#50
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, Ecolo-Groen! zal vandaag de verlenging van de pensioenbonus mee goedkeuren. Wij hebben het wetsvoorstel van mevrouw Becq mee ondertekend. Ik wil haar bedanken voor het initiatief dat zij heeft genomen. Immers, wanneer een regering in gebreke blijft – een dergelijke verlenging valt immers onder de lopende zaken –, is het aan het Parlement om in te grijpen.
De pensioenbonus verleent een financiële aanmoediging aan mensen die op 62-jarige leeftijd of na 44 arbeidsjaren beslissen om langer te blijven werken. Een op vijf gepensioneerden vandaag krijgt een dergelijke bonus.
De pensioenbonus liep echter ten einde, waardoor heel wat zestigers of mensen die de pensioenleeftijd naderen, zich de vraag stelden of het wel de moeite zou lonen om nog te blijven doorwerken. De verlenging van de pensioenbonus komt dus echt wel niet te vroeg om aan de betrokkenen zekerheid te geven.
Wij willen echter het voorstel doen de pensioenbonus te vervroegen en in de tijd te spreiden. Nu krijgen de betrokkenen pas vanaf de leeftijd van 62 jaar of na 44 arbeidsjaren de pensioenbonus.
Collega’s, de feitelijke uitstapleeftijd ligt echter een heel stuk lager, namelijk op de leeftijd van 59 jaar. Het is dus op die leeftijd dat maatregelen zouden moeten worden getroffen om het langer werken te stimuleren. De pensioenbonus treedt dus iets te laat in werking, om voluit effect te hebben.
Mevrouw Vienne heeft daarnet nog de vraag gesteld wat de impact van de pensioenbonus is. De vraag rijst of iemand die op 60-jarige leeftijd wil stoppen, nog twee jaar zou doorwerken, omdat hij pas op 62-jarige leeftijd uitzicht op een pensioenbonus heeft. Wij durven voormelde stelling te betwijfelen.
Het is zelfs waarschijnlijk dat de pensioenbonus wordt uitgekeerd aan mensen die ook zonder pensioenbonus zouden zijn blijven doorwerken. De kans is veel groter dat iemand op 60-jarige leeftijd zou doorwerken, omdat hij vanaf die leeftijd al recht op een bonus heeft.
Een pensioenbonus vanaf de leeftijd van 60 jaar of na een loopbaan van 40 jaar zou volgens ons effectiever zijn. Wij moeten immers niet alleen naar de leeftijd kijken. Wij moeten vooral ook naar de duur van de loopbaan en het aantal gewerkte jaren kijken.
Om het recht op de pensioenbonus te vervroegen, hebben wij een reeks amendementen ingediend. Nu ligt de pensioenbonus voor werknemers op 2,1648 euro per dag tewerkstelling en voor zelfstandigen op 156 euro per kwartaal.
Wij stellen ook voor om de financiële aanmoediging progressief te maken. Dat wil zeggen 0,5 euro per dag vanaf de leeftijd van 60 jaar en 1 euro per dag vanaf de leeftijd van 61 jaar tot 2,5 euro per dag vanaf de leeftijd van 64 tot 65 jaar.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues and colleagues, Ecolo-Green! Today we will approve the extension of the pension bonus. We have signed Ms. Becq’s bill. I would like to thank her for the initiative she has taken. After all, if a government is failing – such an extension falls within the scope of ongoing matters – it is up to Parliament to intervene.
The pension bonus provides a financial incentive to people who decide to continue working longer at the age of 62 or after 44 years of work. One in five pensioners today receive such a bonus.
However, the pension bonus came to an end, causing a lot of sixties or people approaching the retirement age to wonder whether it would pay the effort to continue working. Therefore, the extension of the pension bonus does not come too early to give the concerned security.
However, we would like to make the proposal to anticipate the pension bonus and to spread it over time. Now, those concerned will receive the pension bonus only from the age of 62 years or after 44 working years.
However, the actual retirement age is much lower, namely at the age of 59 years. Thus, it is at that age that measures should be taken to encourage longer working. So the pension bonus comes into effect a little too late, to have full effect.
Ms. Vienne has just asked the impact of the pension bonus. The question arises whether someone who wants to stop at the age of 60 would work two more years, because they only have a prospect of a retirement bonus at the age of 62. We dare to question the above statements.
It is even likely that the pension bonus will be paid out to people who would have continued to work without a pension bonus. The likelihood is much greater that someone would continue to work at the age of 60 because from that age they are already entitled to a bonus.
A retirement bonus from the age of 60 or after a career of 40 years would be more effective in our opinion. We should not only look at age. We should also look at the length of the career and the number of years worked.
In order to anticipate the right to the pension bonus, we have submitted a number of amendments. Now the pension bonus for employees is 2,1648 euros per day of employment and for self-employed persons is 156 euros per quarter.
We also propose to make the financial incentive progressive. This means 0.5 euros per day from the age of 60 and 1 euro per day from the age of 61 to 2.5 euros per day from the age of 64 to 65 years.
#51
Official text
Een gelijkaardig voorstel werd voor de zelfstandigen ingediend en wij menen dat dit tegemoetkomt aan de terechte vraag van toekomstige gepensioneerden.
Een ander punt. Uit het groenboek, maar ook uit diverse parlementaire vragen van onze fractie, blijkt dat de pensioenbonus onvoldoende gekend is bij de doelgroep. Wij vragen dan ook aandacht voor de pensioenbonus in elke communicatie van de Rijksdienst voor Pensioenen aan vijftigers.
Ten slotte, collega’s, mag het duidelijk zijn dat de verlenging van de pensioenbonus natuurlijk maar een zeer fragmentaire maatregel is. Wij betreuren het nogal sterk dat er geen grondige pensioenhervorming werd doorgevoerd in de afgelopen vier jaar. Ons pensioensysteem werd eigenlijk op geen enkele manier fundamenteel structureel hervormd, niettegenstaande we toch allemaal de problemen kennen van de betaalbaarheid en ook van de te lage pensioenen.
Mevrouw Becq, u hebt daarnet gezegd dat we niet nu moeten overgaan tot die zeer fundamentele hervorming. We zijn evenwel al vier jaar lang bezig. De nationale pensioenconferentie dateert van 2009, de sociale partners hebben daar inbreng gehad, maar al die tijd is er eigenlijk niets gebeurd. Onder de regeringen Leterme en Van Rompuy werd heel veel tijd verloren. Ik denk dat we dat mogen zeggen, dat is een objectieve vaststelling om diverse redenen.
Ondanks de verlenging van de pensioenbonus die we vandaag zullen goedkeuren, tikt de klok verder. Als we pensioenen belangrijk vinden, hebben we dringend nood aan een volwaardige regering die daarover fundamentele beslissingen kan nemen. Sommige partijen vinden andere thema’s misschien belangrijker, maar dan moet dit maar eens uitgelegd worden aan de meer dan twee miljoen gepensioneerden van vandaag. Het pensioendebat gaat vandaag over langer werken en wij zijn bereid dat debat mee te voeren, maar het mag niet leiden tot sociale afbraak en het moet menselijk blijven. Een haalbare combinatie tussen arbeid en gezin is voor ons cruciaal, anders kunnen we mensen niet verplichten om langer te blijven werken.
We moeten ook de finaliteit voor ogen blijven houden. Als ik nu het debat zie, vind ik dat doel en middel soms een beetje met elkaar worden verward. De finaliteit van de pensioenhervormingen is niet langer werken. De finaliteit van de pensioenhervormingen is een betaalbaar systeem en zijn voldoende hoge pensioenen.
Translated text
A similar proposal was submitted for the self-employed and we believe that this responds to the legitimate demand of future pensioners.
Another other point. The Green Paper, as well as various parliamentary questions from our group, shows that the pension bonus is not sufficiently known to the target group. We therefore ask for attention to the pension bonus in every communication of the State Service for Pensions to fifty-year-olds.
Finally, colleagues, it should be clear that the extension of the pension bonus is, of course, only a very fragmentary measure. We regret that there has not been a thorough pension reform in the last four years. Our pension system has actually not been fundamentally structurally reformed in any way, despite all of us knowing the problems of affordability and also of too low pensions.
Mrs Becq, you just said that we should not move on to this very fundamental reform now. However, we have been working for four years. The national pension conference dates back to 2009, the social partners have contributed to it, but all that time nothing has actually happened. Under the governments of Leterme and Van Rompuy, a lot of time was lost. I think we can say that, that is an objective determination for several reasons.
Despite the extension of the pension bonus that we will approve today, the clock is still ticking. If we consider pensions important, we urgently need a full-fledged government that can make fundamental decisions about them. Some parties may find other themes more important, but then it needs to be explained to the more than two million retirees today. The pension debate today is about working longer and we are willing to bring that debate with us, but it must not lead to social degradation and it must remain human. A viable combination of work and family is crucial for us, otherwise we cannot force people to continue working longer.
We must also keep the finality in mind. When I look at the debate now, I find that goal and means sometimes a little confused with each other. The purpose of the pension reform is no longer to work. The finality of the pension reforms is an affordable system and sufficiently high pensions.
#52
Official text
Voor ons is het doel dus zeer duidelijk: zekerheid geven aan mensen over voldoende hoge pensioenen. Laat ons daar zo snel mogelijk werk van maken.
Translated text
For us, the goal is therefore very clear: to give people certainty about sufficiently high pensions. Let us work on this as soon as possible.
#53
Official text
Mijnheer de voorzitter, wij hebben het wetsvoorstel mee ondertekend, maar we zullen ons toch onthouden. Wij zijn uiteindelijk voor de verlenging omdat we de mensen de zekerheid willen geven dat hun pensioenbonus de moeite waard is en op die manier vermijden dat mensen vervroegd op pensioen gaan omdat ze geen zekerheid hebben of hun pensioenbonus meetelt of niet. Daarom zorgen wij nu voor een verlenging van hun pensioenbonus.
Wij moeten echter wel een onderscheid maken tussen, enerzijds, het verlengen van de mogelijkheid om pensioenrechten op te bouwen en, anderzijds, om de opgebouwde pensioenbonusrechten te blijven behouden.
Wat doen we nu met de verlenging van de pensioenbonus naar 2013? Iemand die na de leeftijd van 62 jaar verder werkt en zijn pensioenbonus opbouwt en die na 2013 beslist om op pensioen te gaan, verliest zijn opgebouwde pensioenrechten als de regering dan beslist om die pensioenbonus niet meer te verlengen.
Wij zijn voor een verlenging van de pensioenbonus, maar wij willen de verlenging wel voor iedereen. Daarom onthouden wij ons bij de stemming over dit wetsvoorstel.
Translated text
We have signed the bill, but we will abstain. We are ultimately for the extension because we want to give people the assurance that their retirement bonus is worth it and thus avoid people retire early because they have no certainty whether their retirement bonus counts or not. Therefore, we are now providing for an extension of their pension bonus.
However, we must make a distinction between, on the one hand, extending the possibility of building up pension rights and, on the other hand, ⁇ ining the accumulated pension bonus rights.
What are we doing now with the extension of the pension bonus to 2013? Anyone who continues to work after the age of 62 and builds up his pension bonus and who decides to retire after 2013 will lose his accumulated pension rights if the government then decides not to renew that pension bonus.
We are in favor of extending the pension bonus, but we want the extension for everyone. Therefore, we abstain from voting on this bill.
#54
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil reageren op mevrouw Kitir. Ik betreur uw reactie. Ik weet dat u een amendement hebben ingediend om de huidige regeling, die destijds in het raam van het generatiepact door minister Tobback in overleg is ingevoerd, aan te passen.
Wij rekenen erop dat de evaluatie van deze maatregel op tijd gebeurt en wij rekenen erop dat wanneer er een nieuwe maatregel komt men op een serieuze manier in een overgangsregeling voorziet.
U zegt nu eigenlijk dat de regeling die destijds werd uitgewerkt niet goed en onvolkomen was, want er werd niet vastgelegd wat er ging gebeuren als dit beëindigd werd. Wij hebben er in consensus voor geopteerd dat wij het debat niet ten gronde gingen voeren, maar dat wij gewoon gingen zorgen voor een verlenging, dat er op tijd een regeling is nadat er een nieuwe maatregel komt.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to reply to Mrs. Kitir. I regret your reaction. I know that you have submitted an amendment to amend the current arrangement, which was then introduced within the framework of the Generation Pact by Minister Tobback in consultation.
We expect that the evaluation of this measure will take place in time and we expect that if a new measure comes into force, a transitional arrangement will be provided in a serious way.
You actually say that the arrangement that was drafted at the time was not good and imperfect, because it was not recorded what would happen if this was terminated. We agreed in consensus that we would not conduct the debate on the ground, but that we would simply arrange for an extension, that there is a timely arrangement after a new measure comes.
#55
Official text
Monsieur le président, je suis content d'entendre enfin parler de pensions dans cette enceinte. J'y siège depuis 2007 et peu de débats s'y sont déroulés et peu de décisions intervenues en matière de pension. Or, c'est un enjeu essentiel, tant sur le plan budgétaire, car c'est une charge pour le futur, que sur le plan de la solidarité notamment avec les personnes qui bénéficient des plus bas revenus de pension.
Certes, nous avons co-signé ce texte utile. Cependant, il ne présente pas une ambition démesurée – ce n'est pas une injure envers les rédacteurs et les signataires du texte, dont nous sommes – puisqu'il s'agit de prolonger pendant une période déterminée le mécanisme du bonus pension, qui s'inscrit dans le cadre du débat sur la prolongation de la carrière. Cette thématique, bien dans l'air du temps, figure parmi les recommandations internationales. Pour nous, le texte ne doit pas être traité de façon unilatérale et aveugle, mais doit pouvoir tenir compte de la durée effective de la carrière de chaque intéressé, et pas seulement de l'âge des personnes concernées, ainsi que de la pénibilité des conditions de travail des personnes qui peuvent accéder ou non à la retraite.
En ce sens, nous estimons que le bonus pension est une mesure intéressante, car elle est plus incitante que pénalisante à l'égard de travailleurs qui partiraient anticipativement à la retraite et elle peut aussi, pour les travailleurs qui ont constitué des droits de pension - qui ne leur alloueront que des pensions très basses -, constituer un surplus de pension qui peut s'avérer utile, notamment dans le cadre de la lutte contre la pauvreté.
Il s'agit de prolonger une mesure existante dans l'attente de son évaluation, qui était prévue dans les textes au moment de son adoption. Je regrette qu'on n'ait pas profité de cette période d'affaires courantes pour quelque peu l'avancer, pour disposer effectivement de données fiables pour l'évaluer et préparer la suite, car toute année perdue en matière de réforme des pensions coûtera très cher au budget de l'État et peut-être aux intéressés.
Malgré tout, il existe des évaluations de ce texte effectuées par des universitaires. Celles-ci nous montrent qu'il est améliorable. Mme Kitir a déposé un amendement qu'elle a défendu à la tribune. Nous l'avons soutenu. Hélas, il n'a pas été adopté en commission. De même, nous avons déposé plusieurs amendements avec notre collègue Wouter De Vriendt, qui s'est également exprimé à ce sujet.
Translated text
I am delighted to finally hear about pensions in this area. I have been there since 2007 and there have been few discussions and few decisions on pensions. However, this is an essential issue, both on the budgetary level, because it is a burden for the future, and on the level of solidarity especially with those who benefit from the lowest pension income.
Of course, we co-signed this useful text. However, it does not present an excessive ambition – it is not an insult to the authors and signatories of the text, of which we are – since it is about extending for a specified period the mechanism of the pension bonus, which is part of the debate on the extension of the career. This theme, in the air of time, is among the international recommendations. For us, the text should not be treated unilaterally and blindly, but should be able to take into account the actual length of the career of each interested party, and not only the age of the persons concerned, as well as the painful working conditions of persons who can access pension or not.
In this sense, we consider that the pension bonus is an interesting measure, because it is more inciting than penalizing for workers who would retire in advance and it can also, for workers who have constituted pension rights – who will only allocate very low pensions – constitute a surplus of pension that may prove useful, in particular in the context of the fight against poverty.
It is the extension of an existing measure until its evaluation, which was envisaged in the texts at the time of its adoption. I regret that we did not take advantage of this period of current business to advance it somewhat, to effectively have reliable data to evaluate it and prepare the follow-up, because every year lost in terms of pension reform will cost very expensive to the state budget and ⁇ interested parties.
Nevertheless, there are evaluations of this text carried out by academics. It shows that it can be improved. Ms. Kitir submitted an amendment that she defended at the tribune. We have supported it. Unfortunately, it has not been adopted in the committee. Similarly, we submitted several amendments with our colleague Wouter De Vriendt, who also expressed his views on this subject.
#56
Official text
L'objectif est de faire débuter plus rapidement le bonus pension puisque le problème du départ anticipé à la retraite se pose à partir de 59, 60 ans; il serait donc plus efficace de faire débuter le bonus pension à 60 ans plutôt qu'à 62 ans et de le rendre plus progressif, pour qu'il reste incitatif. En effet, des études universitaires montrent un effet contre-productif: une fois qu'on a gagné un an de bonus pension, on est incité à partir à la retraite alors qu'on pourrait parfois continuer à travailler.
Nous redéposons ces amendements en espérant qu'ils soient soutenus lors de cette séance plénière mais surtout, nous demandons à tous nos collègues, au gouvernement en affaires courantes et à celui qui lui succédera peut-être, de prendre à bras-le-corps ce sujet essentiel en matière de solidarité entre les générations, qui est l'avenir de nos pensions.
Translated text
The aim is to make the pension bonus start faster since the problem of early retirement arises from 59, 60 years; therefore it would be more effective to start the pension bonus at 60 years rather than at 62 years and to make it more progressive, so that it remains incentive. Indeed, academic studies show a counterproductive effect: once one has earned a year of pension bonus, one is encouraged to retire while one could sometimes continue to work.
We re-submit these amendments in hopes that they will be supported at this plenary session but above all, we call on all our colleagues, the current affairs government and the government that may succeed it, to take hand in hand this essential topic in terms of solidarity between generations, which is the future of our pensions.
#57
Official text
De heer Stefaan Van Hecke, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
Translated text
Mr Stefaan Van Hecke, rapporteur, refers to the written report.
#58
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik houd het kort. Ik heb begrepen dat er geen verslag wordt gebracht, maar ik denk toch dat het belangrijk is dat de collega’s even worden ingelicht.
Dit is een concreet wetsontwerp. Nochtans zijn wetten uit de commissie Justitie dikwijls zeer technisch. Het voorliggend ontwerp lijkt misschien ook technisch. Toch is dit wetsontwerp belangrijk voor de maatschappij, voor de maatschappelijke samenleving, omdat wij er allemaal vroeg of laat mee te maken zullen hebben. Vereffening-verdelingen hebben niet enkel te maken met echtscheidingen, maar ook met erfenissen, en ik denk dat wij dat vroeg of laat allemaal in levenden lijve zullen ondervinden.
Het wetsontwerp dat hier goedgekeurd zal worden en dat van de Senaat komt, is goed, niet enkel en alleen omdat het in grote mate de lijnen volgt van het wetsvoorstel dat ikzelf had ingediend in dezelfde materie. Belangrijk is dat een aantal problemen op het veld thans wordt voorkomen. Men zal komen tot een snellere en dus ook menselijkere afwikkeling van de vereffening-verdelingen. Daartoe is nu in enkele wettelijke instrumenten voorzien, zodat dat kan gebeuren. Dat is goed voor alle burgers die daarmee geconfronteerd worden. Het zal ook hoe langer hoe meer belangrijk zijn. Immers, ook bij echtscheidingen stellen we vast dat er hoe langer hoe meer vechtscheidingen plaatsvinden nadat de echtscheiding is uitgesproken. Dat heeft te maken met de versnelling van de echtscheidingsprocedure, waardoor de problemen uitgesteld worden naar later, met name wanneer het gaat over de verdeling van het huwvermogen en dergelijke meer.
Heel concreet zal ik het even hebben over de inhoud. Ik vernoem de versnelling van de procedure en de vermijding van nodeloze kosten.
Nodeloze kosten worden tegengegaan omdat er in het wetsontwerp van uitgegaan wordt dat er zo weinig mogelijk procedurele vertragingsmechanismen toegestaan worden. De mogelijkheid om naar de rechtbank te stappen, wordt tot een minimum herleid, waardoor belangrijke kosten voor de partijen in het geding voorkomen worden.
Een tweede belangrijk punt zijn de termijnen. Een versnelling van de procedures moet de zaak laten vooruitgaan. Wel moeten we termijnen kritisch evalueren. De verschillende termijnen kunnen immers ook door de partijen zelf nog worden bijgestuurd. Een evaluatie zal zich opdringen om na te gaan of we niet het doel voorbijschieten en de partijen te veel mogelijkheden daaromtrent geven.
Een laatste punt is de actieve rol die wordt toebedeeld aan de notaris. Dat is volgens mij heel belangrijk. Alle spelers op het veld, advocaten en notarissen, zullen deze wet moeten toepassen. De notarissen zullen moeten beseffen dat zij een actieve rol moeten spelen. Daartoe geeft de wet hen ook de instrumenten, de wapens, om de procedures te versnellen. De notaris zal dus een belangrijke rol vervullen en eventueel zelfs zijn eigen verantwoordelijkheid in het geding brengen indien hij zelf niet meewerkt aan heel de procedure die tot een versnelling moet leiden.
Translated text
Mr. Speaker, I will keep it brief. I understand that there is no report, but I still think it is important that the colleagues are briefly informed.
This is a concrete bill. However, laws from the Justice Committee are often very technical. The present design may also appear to be technical. Nevertheless, this bill is important for society, for civil society, because we will all have to deal with it sooner or later. Equalization distribution has to do not only with divorce, but also with inheritance, and I think we will all experience this sooner or later in living lives.
The bill that will be approved here and that comes from the Senate is good, not only and only because it largely follows the lines of the bill that I myself had submitted on the same subject. It is important that a number of problems in the field are now avoided. A faster and therefore more human settlement of the liquidation-distribution will be achieved. For this purpose, several legal instruments are now provided so that this can happen. This is good for all citizens who are faced with it. It will also be more important the longer. After all, even in the case of divorces we note that the longer the more disputed divorces take place after the divorce has been declared. This has to do with the acceleration of the divorce procedure, which delays the problems to later, especially when it comes to the distribution of marital assets and the like more.
I will talk concrete about the content. I mention the acceleration of the procedure and the avoidance of unnecessary costs.
Unnecessary costs are countered because the draft law assumes that procedural delay mechanisms are allowed as little as possible. The possibility of appearing in court is reduced to a minimum, avoiding significant costs for the parties to the proceedings.
A second important point is the deadlines. Accelerating the procedures should allow the case to progress. We need to critically evaluate deadlines. The different deadlines can also be updated by the parties themselves. An evaluation will endeavour to verify whether we are not overtaking the goal and giving the parties too many opportunities to do so.
A final point is the active role assigned to the notary. I think that is very important. All players on the field, lawyers and notaries, will have to apply this law. Notaries will need to realize that they must play an active role. For this purpose, the law also gives them the tools, the weapons, to speed up the procedures. The notary will therefore play an important role and possibly even challenge his own responsibility if he himself does not cooperate in the whole procedure that should lead to an acceleration.
#59
Official text
Monsieur le président, je m'associe aux paroles qui viennent d'être prononcées par M. Terwingen. Ce dossier de la liquidation-partage est éminemment technique, mais il ne faut pas oublier que, derrière ce partage, des personnes sont en difficulté voire en souffrance.
Jusqu'à aujourd'hui, il existait des procédures compliquées, longues et sans délai; elles duraient parfois de très nombreux mois, si pas plusieurs années. Maintenant, enfin, nous réglementons et encadrons l'événement avec des procédures nettement plus rapides, ce qui humanisera ce dossier technique.
Nous allons dans le bon sens avec la création du tribunal de la famille, dont nous reparlerons la semaine prochaine. C'est ce tribunal de la famille qui deviendra compétent pour traiter ces dossiers. C'est une profonde humanisation de la justice qui se dessine. Je m'en réjouis.
Translated text
I agree with the words I have just spoken. and Terwingen. This account of liquidation-sharing is eminently technical, but we must not forget that, behind this sharing, people are in difficulty or even suffering.
Until now, there were complicated procedures, long and without delay; they sometimes lasted very many months, if not several years. Now, finally, we regulate and frame the event with much faster procedures, which will humanize this technical record.
We are going in the right direction with the creation of the Family Court, which we will discuss next week. It is this family court that will become competent to deal with these cases. It is a profound humanization of justice that is drawn. I am delighted.
#60
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, de problematiek van de gerechtelijke vereffening-verdeling heeft een lange voorgeschiedenis.
In 2007, toen wij de echtscheiding hebben hervormd, was er ook al sprake van om de gerechtelijke vereffening-verdeling mee te nemen.
Uiteindelijk bleek dit toen niet haalbaar, met als gevolg dat intussen de echtscheiding op het terrein zelf zo snel en eenvoudig is geworden na de liberale hervorming, de vereffening-verdeling van de huwgemeenschap in sommige gevallen zo complex en langdurig is gebleven. Ik benadruk in sommige gevallen, want wij mogen niet de grote groep mensen vergeten die na de echtscheiding wel vlug tot een vereffening-verdeling komen op basis van hun voorstellen en vragen. De groep die jarenlang blijft discussiëren, blijft volgens mij de minderheid.
Vanaf 2007 heeft men in de Senaat de handen in elkaar geslagen, met de Senaat aan de ene kant en de beroepsfederaties – de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, OVB en OBFJ – aan de andere kant. Zij hebben een wettekst opgesteld die materieelrechtelijk neutraal is.
Er wordt niet gesleuteld aan het vermogensrecht, het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht, maar men herschrijft de procedure waarbij de betrokken beroepsgroepen, en collega Terwingen heeft er al naar verwezen, een nieuwe discipline aan de dag zullen moeten leggen, gezien de heel strikte termijnenregeling.
Daarbij worden ook geen meerkosten veroorzaakt. Dat is toch ook een belangrijk punt dat mag worden vermeld bij deze belangrijke wetswijziging.
De doelstellingen zijn al aangehaald. Ik wil van onze kant kort benadrukken wat voor ons heel belangrijk is: in de eerste plaats dat de procedure versneld wordt, in de tweede plaats dat het verloop van de procedure en de termijnen voorzienbaar worden gemaakt.
Koppels die gescheiden zijn, zullen voortaan een kalender voor zich hebben, zoals zij dat nu ook hebben voor de gerechtelijke procedure, en zullen weten wanneer zij ten laatste een vereffening-verdeling gerealiseerd zullen zien.
De akkoorden tussen partijen worden in elke fase van de procedure bevorderd. Ook gedeeltelijke akkoorden zullen mogelijk zijn. De rol van de notaris-vereffenaar wordt een actieve rol en die actieve rol wordt versterkt.
Wij moeten eerlijk zijn en zeggen dat de Senaat grondig werk heeft verricht. De staatssecretaris noemde het in de commissie doorwrocht werk. Men heeft hoorzittingen georganiseerd, om het advies van de Raad van State gevraagd, er is uiteindelijk een gezamenlijk amendement ingediend en men heeft er eenparig over gestemd.
Translated text
The problem of judicial liquidation-distribution has a long history.
In 2007, when we reformed the divorce, there was already a question of including the judicial settlement distribution.
In the end, this proved impossible at the time, with the consequence that in the meantime the divorce on the ground itself has become so fast and simple after the liberal reform, the liquidation-division of the marriage community in some cases has remained so complex and long-lasting. I emphasize in some cases, because we must not forget the large group of people who, after divorce, quickly come to a settlement-distribution based on their suggestions and questions. The group that continues to argue for years, I think, remains the minority.
Since 2007, the Senate has been in the hands of each other, with the Senate on the one hand and the professional federations – the Royal Federation of the Belgian Notarial, OVB and OBFJ – on the other. They have drawn up a legislation that is substantially neutral.
It is not encrypted between property law, marital property law and inheritance law, but it is rewritten the procedure in which the relevant professional groups, and colleague Terwingen has already mentioned, will have to introduce a new discipline, given the very strict deadline regime.
There are also no additional costs. This is also an important point that should be mentioned in this important legislative change.
The objectives have already been cited. For our part, I would like to briefly highlight what is very important for us: first, that the procedure is accelerated, and secondly, that the course of the procedure and the deadlines are made predictable.
Separated couples will now have a calendar for themselves, as they now have for judicial proceedings, and will know when they will last see a settlement-distribution realised.
Agreements between the parties shall be promoted at every stage of the procedure. Partial agreements will also be possible. The role of the notary clearing officer becomes an active role and that active role is strengthened.
We must be honest and say that the Senate has done a thorough job. The Secretary of State described the hard work in the committee. Hearing was held, the State Council was consulted, a joint amendment was submitted and unanimously voted.
#61
Official text
In de commissie hebben wij een korte maar intense bespreking gevoerd. Wij hebben over een aantal punten belangrijke vragen gesteld voor het verslag. Wij hebben ook een aantal amendementen ingediend en goedgekeurd.
Heel belangrijk was de bespreking over de aanstelling van de boedelnotaris. Is het principe nu één notaris of twee? Het principe is één notaris.
De tijdslijn werd gevraagd. In de commissie hebben wij gezien hoe lang een vereffeningverdeling nog kan duren. Dat is maximum 17 maanden. Dat is nog altijd lang, maar het is beperkt in duur. Vandaag is dat van onbeperkte duur. Men kan jaren in een vereffeningverdeling vastzitten.
Een laatste punt dat in de commissie aan bod kwam, is de vereenvoudiging van de formaliteiten en de besparing van kosten. Een aantal amendementen ter zake werd goedgekeurd om de kennisgeving, die oorspronkelijk via gerechtsdeurwaarderexploot of aangetekende brief gebeurde, ook met een gedagtekend ontvangstbewijs mogelijk te maken.
Met dit amendement kan de notaris na het einde van een bespreking de tekst van zijn proces-verbaal aan de partijen overhandigen, mits een gedagtekend ontvangstbewijs. De tekst die aanvankelijk uit de Senaat kwam had de bedoeling om een aangetekende brief of een gerechtsdeurwaarderexploot noodzakelijk te maken.
Wij hebben dit eenparig in de commissie goedgekeurd. Ik denk dat ik mag besluiten dat deze wettekst een belangrijk sluitstuk is in de hervorming van de echtscheiding. Hierdoor zullen de bijna 20 000 koppels die per jaar scheiden op basis van een onherstelbare ontwrichting voortaan ook hun geld en goederen transparant en binnen een wettelijk bepaalde termijn verdeeld zien.
Translated text
We held a brief but intense discussion. We have asked important questions for the report on a number of points. We also submitted and approved a number of amendments.
Very important was the discussion on the appointment of the boedelnotary. Is the principle one notary or two? The principle is one notary.
The timeline was requested. In the committee we saw how long a liquidation distribution can still last. This is a maximum of 17 months. It is still long, but it is limited in duration. Today it is of unlimited duration. One can be stuck in a liquidation distribution for years.
A final point addressed in the committee is the simplification of formalities and the reduction of costs. A number of amendments were adopted in this regard to enable the notification, which originally occurred by means of a courtship explosion or registered letter, also with a signed receipt.
This amendment allows the notary to hand over the text of his minutes to the parties after the conclusion of a discussion, provided that there is a signed receipt. The text that originally came from the Senate was intended to make a registered letter or a judicial defense explosion necessary.
We unanimously approved this in the committee. I think I can decide that this legislation is an important milestone in the divorce reform. This will allow the ⁇ 20 000 couples who divorce each year on the basis of irreparable disruption to also see their money and property distributed in a transparent manner and within a statutory period.
#62
Official text
Le rapporteur est votre serviteur; je me réfère à mon rapport écrit.
Translated text
The rapporteur is your servant; I refer to my written report.
#63
Official text
Mijnheer de voorzitter, het wetsontwerp werd besproken op de vergadering van 6 juli 2011. Mevrouw Joëlle Milquet, minister van Werk en Gelijke Kansen, is begonnen met een uiteenzetting. Zij heeft ons eerst herinnerd aan de huidige reglementering. Momenteel is voor studenten voorzien dat ze 23 dagen kunnen werken in de maanden juli, augustus en september en dat ze de rest van het jaar nog 23 dagen kunnen werken.
De solidariteitsbijdrage ten laste van de werkgevers bedraagt 5 % en voor de student 2,5 % in de periode waarin ze 23 dagen werken in het derde trimester en voor de rest van het jaar bedraagt de solidariteitsbijdrage 8 % voor de werkgever en 4,5 % voor de student.
Toenmalig minister van Werk Peter Vanvelthoven vroeg de NAR om de regelgeving inzake de studentenarbeid te evalueren om op basis daarvan voorstellen te doen om het huidige systeem te vereenvoudigen en alle betrokken partijen de grootst mogelijke juridische zekerheid te bieden en om een voorstel te doen met betrekking tot de percentages van de solidariteitsbijdragen. Op 27 februari 2008 heeft de NAR hier een verdeeld advies over uitgebracht. Op 12 februari 2010 heeft de kern een voorstel van ontwerp van de minister van Werk in samenwerking met haar collega van Sociale Zaken goedgekeurd. Hierdoor werd een aantal basisprincipes goedgekeurd. Ook hierover heeft de NAR een verdeeld advies uitgebracht. Men kwam niet tot een eensgezinde conclusie.
De hervorming van het systeem houdt rekening met twee principes. Ten eerste is de student voor alles een student en geen werknemer met een bijzonder statuut. De studentenarbeid mag ook geen deloyale concurrentie vormen voor de arbeid van de laaggeschoolde werknemer en de werkzoekenden. De voorgestelde oplossing stoelt mede op de principes van de bestaande Dimona-toepassingen en maakt gebruik van de mogelijkheden die de recente re-engineering van Dimona biedt. Het principe van Dimona bestaat er dus eigenlijk in dat men de RSZ via elektronische communicatie op de hoogte brengt van de tewerkstelling van de werknemer. De Dimona legt de arbeidsrelatie tussen de werkgever en de werknemer met zekerheid op een eenvormige wijze vast. Naast het wetsontwerp zal er ook een koninklijk besluit moeten komen.
Wat houdt het wetsontwerp nu in? Ten eerste een jaarlijks contingent van 50 dagen tegen verlaagde bijdragen.
Translated text
Mr. Speaker, the draft law was discussed at the meeting of 6 July 2011. Joëlle Milquet, Minister of Labour and Equal Opportunities, has begun a presentation. It first reminded us of the current regulation. Currently, students are allowed to work 23 days in the months of July, August and September and 23 days for the rest of the year.
The solidarity contribution to be borne by the employers shall be 5 % and for the student 2.5 % in the period in which they work 23 days in the third quarter and for the rest of the year the solidarity contribution shall be 8 % for the employer and 4,5 % for the student.
The former Minister of Labour Peter Vanvelthoven asked the NAR to evaluate the regulation on student work to make proposals on the basis thereof to simplify the current system and provide the greatest possible legal certainty for all stakeholders and to make a proposal regarding the percentage of the solidarity contributions. On 27 February 2008, the NAR issued a divided opinion on this subject. On 12 February 2010, the core approved a draft proposal by the Minister of Labour in cooperation with her colleague of Social Affairs. A number of basic principles were adopted. The NAR also issued a divided opinion on this subject. They did not come to a unanimous conclusion.
The reform of the system takes into account two principles. First, the student is above all a student and not an employee with a special status. Student work should also not constitute a disloyal competition for the work of the low-skilled worker and the job seekers. The proposed solution is partly based on the principles of the existing Dimona applications and takes advantage of the possibilities offered by Dimona’s recent reengineering. The principle of Dimona therefore actually consists in informing the RSZ via electronic communication about the employment of the employee. The Dimona records the employment relationship between the employer and the employee with certainty in a uniform way. In addition to the draft law, there will also be a royal decision.
What does the bill contain now? First, an annual quota of 50 days against reduced contributions.
#64
Official text
Ten tweede, een globale solidariteitsbijdragevoet van 8,13 %: voor de student 2,71 % en voor de werkgever 5,42 %.
Ten derde, de beperking tot zes maanden van de studentenarbeid onder een overeenkomst voor tewerkstelling van een student wordt tot twaalf maanden verlengd. De consultatie van het saldo van het dagencontingent is mogelijk voor de student en de werkgever op basis van een teller. De administratieve lasten die uit de voorgestelde hervormingen voortkomen blijven beperkt tot een strikt minimum. De hervorming van de studentenarbeid treedt op 1 januari 2012 in werking en zal door de NAR in samenwerking met de RSZ en de FOD Sociale Zekerheid vóór 31 augustus 2013 grondig worden geëvalueerd. Om de RSZ de gelegenheid te geven om alles in gereedheid te brengen voor uitvoering per 1 januari 2012 is door de regering de urgentie gevraagd voor dit wetsontwerp.
De heer Koen Snyders, administrateur-generaal van de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid, heeft zijn toelichting gegeven over hoe de RSZ de principes van de hervorming van de studentenarbeid zal uitvoeren. Wat zijn de voorziene sancties in het geval van een overschrijding van het contingent van vijftig dagen? Wanneer een student bij één werkgever heeft gewerkt is er een retroactieve regularisatie van de hele tewerkstellingsperiode. Betreffende de sanctie in geval van overschrijding van het contingent van vijftig dagen wanneer de student bij verschillende werkgevers heeft gewerkt leidt de tewerkstelling vanaf de 51ˢᵗᵉ dag tot de berekening van de gewone bijdragen. Als een student werkt in een specifieke sector waar gelegenheidsarbeid mogelijk is, dan werkt hij eerst zijn dagen als student en wordt dan de specifieke regeling op hem toegepast voor de prestaties die boven het studentencontingent uitkomen binnen die specifieke regeling toegepaste grenzen.
In de praktijk zal de werkgever de Dimona-aangiften doen voor de student die hij in dienst neemt. Er wordt gewerkt aan een gebruiksvriendelijke weergave in de elektronische Dimona-toepassingen. De RSZ moet er ook op toezien dat de database door de student kan worden geraadpleegd. De RSZ zal er tevens op toezien dat het contingent permanent en nagenoeg ogenblikkelijk wordt bijgehouden zoals dat het geval is bij de tweede versie van Dimona. De werkgever kan te allen tijde rechtzettingen uitvoeren. De RSZ corrigeert op zijn beurt het contingent automatisch wanneer het in de Dimona-aangifte vermelde aantal dagen niet overeenkomt met het aantal dagen dat is aangegeven in de oorspronkelijke Dimona-aangifte, rekening houdend met de vastgestelde regels.
Translated text
Second, a global solidarity contribution rate of 8.13 %: 2.71 % for the student and 5.42 % for the employer.
Third, the limitation to six months of student work under a student employment agreement is extended to twelve months. The consultation of the balance of the daily quota is possible for the student and the employer on the basis of a counter. The administrative burden arising from the proposed reforms remains limited to a strict minimum. The reform of student work will enter into force on 1 January 2012 and will be thoroughly evaluated by the NAR in cooperation with the RSZ and the Social Security Fund before 31 August 2013. In order to give the RSZ the opportunity to put everything in preparation for implementation by 1 January 2012, the government has requested the urgency for this bill.
Mr. Koen Snyders, general administrator of the State Service for Social Security, gave his explanation on how the RSZ will implement the principles of the reform of student labor. What are the sanctions provided for in the event of exceeding the fifty-day contingent? When a student has worked with one employer, there is a retroactive regularization of the entire period of employment. As regards the penalty in case of exceeding the quota of fifty days if the student has worked with different employers, employment from the 51st day leads to the calculation of the ordinary contributions. If a student works in a specific sector where occasional work is possible, he will first work his days as a student and then the specific scheme will be applied to him for the benefits that exceed the student contingent within the limits applied to that particular scheme.
In practice, the employer will make the Dimona statements for the student he is hiring. Work is underway on a user-friendly display in the electronic Dimona applications. The RSZ should also ensure that the database can be accessed by the student. The RSZ will also ensure that the contingent is kept permanently and almost instantaneously, as is the case with the second version of Dimona. The employer can make corrections at any time. The RSZ shall, in turn, automatically correct the quota if the number of days indicated in the Dimona declaration does not correspond to the number of days indicated in the original Dimona declaration, taking into account the established rules.
#65
Official text
Speciaal voor de studenten zal er ook een website worden uitgewerkt, waar alle informatie over studentenarbeid kan worden gevonden.
Mevrouw Valérie De Bue en mevrouw De Block geven aan dat het voorliggende wetsontwerp in verregaande mate overeenkomt met hun wetsvoorstel dat voorligt. Mevrouw De Block merkt op dat er toch enkele verschillen blijven bestaan. Ze wenst te weten of het in de toekomst mogelijk is de verklaring van de studentenarbeid uit te drukken in uren en niet meer in dagen.
De heer Vercamer merkt op dat het wetsontwerp in grote mate overeenkomt met zijn wetsvoorstel. Hij stelt de vraag of het bijdragetarief budgettair neutraal zal uitvallen. Hij stelt ook voor om in de evaluatie in 2013 rekening te houden met het feit dat studentenarbeid geen bedreiging mag vormen voor de andere banen op de gewone arbeidsmarkt.
Mevrouw Van Moer wijst erop dat een student in de eerste plaats moet studeren, maar dat desondanks heel veel studenten aan de slag zullen gaan om hun studie te financieren. Ze pleit derhalve ook voor een arbeidsovereenkomst voor maximaal 400 uur per jaar, waarbij bijvoorbeeld wordt voorkomen dat een arbeidstijd van 4 uur voor een volledige dag zal tellen.
De heer Koen Snyders, administrateur-generaal van de RSZ, is ingegaan op de pleidooien om de aangifte veeleer in uren dan in dagen uit te drukken, maar dat is momenteel nog niet mogelijk omdat de RSZ-aangifte in uren op het moment niet mogelijk is.
De heer Gilkinet en de heer Calvo merken op dat de studentenarbeid de jongste jaren sterk is toegenomen en dat de facto in zekere mate concurrentie ontstaan is met de werknemers, waarvoor de gewone sociale bijdragen moeten worden betaald. Daarvoor vragen zij ook een evaluatie. Zij hebben hiervoor verschillende amendementen ingediend.
Mevrouw Burgeon is verheugd over het wetsontwerp, dat de studentenarbeid vereenvoudigt en beter aansluit bij de realiteit.
Mevrouw De Block blijft toch gekant tegen het feit dat de straf voor overschrijding van het contingent voor alle studenten dezelfde zou moeten zijn, ongeacht of zij voor een of meerdere werkgevers gewerkt hebben. De heer Mayeur wijst er echter op dat een werkgever voor wie de student de volledig toegestane periode van 50 dagen werkte, wel degelijk weet dat die periode wordt overschreden als hij langer werkt en dat als de student voor meer dan een werkgever werkt, alleen de laatste werkgever kan weten of het contingent van 50 dagen overschreden is of niet.
Translated text
Specifically for the students, a website will also be developed, where all information about student work can be found.
Ms. Valérie De Bue and Ms. De Block indicate that the bill in question corresponds to a large extent to their proposed bill. Mrs De Block notes that there are still some differences. She wants to know whether it is possible in the future to express the explanation of student work in hours and not more in days.
Mr Vercamer notes that the draft law is largely consistent with his draft law. He raises the question of whether the contribution rate will be budgetarily neutral. He also proposes to take into account in the 2013 review the fact that student work should not pose a threat to other jobs on the ordinary labour market.
Ms. Van Moer points out that a student must first study, but that nevertheless many students will go to work to finance their studies. She therefore also advocates for a contract of work for a maximum of 400 hours per year, for example, avoiding the fact that a 4-hour working time will count for a full day.
Mr. Koen Snyders, general administrator of the RSZ, has responded to the pleas to express the declaration in hours rather than in days, but this is not currently possible because the RSZ declaration in hours is not possible at the moment.
Mr. Gilkinet and Mr. Calvo point out that the number of students has increased significantly in recent years and that, de facto, there has been some competition with the workers, for which the ordinary social contributions must be paid. They also request an evaluation. They submitted several amendments to this.
Mrs. Burgeon welcomes the bill, which simplifies student work and better adapts to reality.
Mrs De Block, however, remains opposed to the fact that the penalty for exceeding the quota should be the same for all students, regardless of whether they have worked for one or more employers. However, Mr Mayeur points out that an employer for whom the student worked the fully permitted period of 50 days does know that that period is exceeded if he works longer and that if the student works for more than one employer, only the last employer can know whether the 50 day contingent has been exceeded or not.
#66
Official text
Er werden 8 amendementen ingediend op het wetsontwerp. Geen enkel amendement wordt aangenomen. De tekst werd aangenomen met 13 stemmen voor en 1 onthouding.
Translated text
Eight amendments were submitted to the bill. No amendment is adopted. The text was adopted with 13 votes in favour and 1 abstinence.
#67
Official text
Studentenarbeid, zoals die tot nu toe in de wetgeving was ingeschreven, was van in het begin een miskleun. Het huidige statuut van jobstudent was onsamenhangend en fragmentair uitgebouwd. Eigenlijk was er zelfs geen apart statuut, want als student wordt men tewerkgesteld als bediende, arbeider of dienstbode met een tewerkstellingsovereenkomst van student als modaliteit. Dat er maximaal 23 dagen kan worden gewerkt in de zomervakantie en 23 dagen tijdens het academiejaar met de eventuele boetes voor zowel de werkgever als de student hebben van in het begin voor problemen gezorgd. Het statuut is weinig flexibel.
In een vorig leven werkte ik op de sociale dienst van de Universiteit Antwerpen, waar ik onder andere verantwoordelijk was voor de jobdienst. In die hoedanigheid heb ik samen met andere vertegenwoordigers van studentenverenigingen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen, en de Nederlandstaligen uit Brussel, een bezoek gebracht aan verschillende vertegenwoordigers van de Vlaamse politieke partijen in ons Huis en bij verschillende sociale partners. Ik ben dus al jaren vertrouwd met de materie.
Laat ik wel duidelijk zijn: een jobstudent is een student en geen werkstudent. Een jobstudent heeft als hoofdactiviteit nog altijd dat hij studeert. Voor een hogeschool- of universiteitsstudent betekent het dat hij voor minstens 27 studiepunten is ingeschreven. Waarom willen studenten werken? Een deel van hen doet dat om wat extra zakgeld te verdienen. Een aantal anderen moet bijdragen in de studiekosten en nog een andere groep wil een beetje werkervaring opdoen en attitudes bijbrengen om later te gaan werken.
Randstad onderzocht ook of jobstudenten jonge werkzoekenden in de weg staan. Sommigen beweren dat immers. Het bedrijf kwam echter tot de conclusie dat er geen enkel verdringingseffect bestaat.
De discussies in de commissie waren pittig en bij momenten snedig. Uiteindelijk hebben wij het wetsontwerp van de regering mee goedgekeurd en dat zullen wij ook vandaag doen. Toch vinden wij dat de commissie een enorme kans heeft laten liggen om de wetgeving voor studentenarbeid om te buigen in een echt statuut. Met een rugzak vol ervaring van jaren werken in een studentenvoorziening en met de kennis van wat partijen ons beloofden, toen zij nog niet wisten dat ik ook politiek actief was, maakte de N-VA een wetsvoorstel voor studentenarbeid.
Translated text
Student work, as it was previously enrolled in the legislation, was from the beginning a misleading. The current status of job student was inconsistent and fragmented. In fact, there was not even a separate statute, for as a student one is employed as a servant, worker or servant with a student employment contract as a modality. That up to 23 days can be worked in the summer vacation and 23 days during the academic year with any penalties for both the employer and the student have caused problems from the beginning. The system is not very flexible.
In a previous life I worked in the social service of the University of Antwerp, where I was responsible for the job service, among other things. In that capacity, together with other representatives of student associations of the Flemish universities and colleges, and the Dutch speakers from Brussels, I visited various representatives of the Flemish political parties in our House and with various social partners. I have been familiar with the matter for years.
Let me be clear: a job student is a student, not a working student. A job student still has as its main activity that he studies. For a college or university student, this means that he is enrolled for at least 27 credits. Why do students want to work? Some of them do that to earn some extra pocket money. A number of others have to contribute to the cost of studying and another group wants to gain some work experience and attitudes to start working later.
Randstad also investigated whether job students are in the way of young job seekers. Some people claim that. However, the company came to the conclusion that there is no displacement effect.
The discussions in the committee were spicy and at times sluggish. In the end, we approved the government’s bill, and we will do so today. Nevertheless, we believe that the committee has missed an enormous opportunity to turn the student labour legislation into a real statute. With a backpack full of years of experience working in a student facility and with the knowledge of what the parties promised us, when they still did not know that I was also politically active, the N-VA made a bill for student work.
#68
Official text
Wij deden een poging om de studentenarbeid in haar geheel te bekijken. Het gaat hier over meer dan alleen maar kijken naar het loon, de al of niet RSZ-bijdrage en de controle of er al dan niet te veel dagen is gewerkt zonder RSZ.
In het ontwerp van de regering vinden wij al heel wat terug. Zo kunnen studentencontracten voor een jaar in plaats van zes maanden worden gesloten. Bovendien vernamen wij in de commissie dat bij het overtreden van de 240 toegelaten uur in het tweede kwartaal niet meer zou worden gesanctioneerd in het tweede en het derde kwartaal via de kinderbijslag, wat goed is.
Wij wilden het echter nog ruimer bekijken en dienden daarom nog enkele amendementen in om aanpassingen te realiseren en tekorten in het voorliggende ontwerp weg te werken.
Studenten werken echt niet graag in dagen. Het is net de flexibiliteit van een student dat hij kan worden ingezet voor kortere periodes. Vandaar dat wij zouden afmoeten van het systeem om in dagen te tellen. Het tellen in uren geeft veel meer mogelijkheden.
Het is dan ook raadzaam om de maximaal toegelaten arbeid voor studenten vast te leggen op 400 uur per jaar. Als wij dat in het Parlement goedkeuren, moet de RSZ maar zorgen dat het systeem tijdig klaar is.
Wij hadden ook graag gehad dat de arbeidswet in een uitzondering zou voorzien om te werken in blokken van minder dan 4 uur. Het studentenrestaurant, een lokaal café of restaurant of zelfs de kruidenier op de hoek zouden maar wat tevreden zijn als zij een student een uurtje tewerk kunnen stellen terwijl zij zelf gaan eten. Op die manier vult een student een vrij uur tussen twee lestijden nuttig in. De universiteiten van Brussel en Leuven hebben reeds cao’s gesloten om contracten van een uur toe te laten.
Open Vld stelde in een eigen wetsvoorstel ook de 400 uur in plaats van 50 dagen voor, maar toch vond zij het niet opportuun genoeg om ons amendement ter zake te steunen.
Wat het fiscaal ten laste zijn van jobstudenten betreft, stelden wij voor om de inkomensgrens op te heffen. Jongeren die enkel werken met een arbeidsovereenkomst voor studenten, zouden op die manier fiscaal ten laste kunnen blijven van hun ouders.
Hiermee onderstreepten wij het begrip voor studenten die echt wel moeten bijklussen om hun studies te betalen, maar ook hiervoor vonden wij geen steun bij de andere partijen.
Kortom, het voorliggend wetsontwerp is zeker en vast een verbetering van wat momenteel wettelijk is, maar toch is het nog niet aangepast aan de flexibele mogelijkheden van de studenten en ook niet aan de vraag naar meer flexibiliteit van mogelijke werkgevers van jobstudenten.
N-VA zal het dossier dan ook blijven opvolgen, regelmatige evaluaties maken en, indien nodig, wetsvoorstellen voorleggen aan het Parlement.
Translated text
We tried to look at the student work in its entirety. This is about more than just looking at the salary, whether or not the RSZ contribution and checking whether or not too many days have been worked without RSZ.
We already find a lot in the government’s draft. For example, student contracts can be concluded for one year instead of six months. In addition, we learned in the committee that in case of violation of the 240 allowed hours in the second quarter, the second and third quarters would no longer be sanctioned through the child benefit, which is good.
However, we wanted to look at it even more broadly and therefore submitted a number of amendments in order to make adjustments and remove shortcomings in the present draft.
Students don’t really like to work in days. It is just the flexibility of a student that he can be deployed for shorter periods. Therefore, we would meet with the system to count in days. Counting in hours gives a lot more possibilities.
It is therefore advisable to record the maximum permissible work for students at 400 hours per year. If we approve that in Parliament, the RSZ must only ensure that the system is ready in time.
We would also have liked that the Labour Act would provide an exception to work in blocks of less than 4 hours. The student restaurant, a local cafe or restaurant, or even the grocery at the corner would be quite satisfied if they could work a student for an hour while they eat themselves. In this way, a student fills a free hour between two class hours usefully. The universities of Brussels and Leuven have already concluded CAAs to allow one-hour contracts.
Open Vld also proposed 400 hours instead of 50 days in its own bill, but it did not find it appropriate enough to support our amendment on this subject.
With regard to the tax burden of job students, we proposed to remove the income limit. Young people who only work under a student employment contract would thus be able to remain tax liable to their parents.
Through this we emphasized the concept of students who really have to pay for their studies, but also for this we found no support from the other parties.
In short, the present bill is ⁇ and definitely an improvement of what is currently legal, but yet it has not yet been adapted to the flexible possibilities of the students and neither to the demand for more flexibility of potential employers of job students.
N-VA will therefore continue to monitor the file, carry out regular evaluations and, if necessary, submit legislative proposals to Parliament.
#69
Official text
Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, nous pouvons nous réjouir qu'enfin une réforme de travail des étudiants soit entreprise. Cette réforme était en discussion depuis plusieurs années. L'accord intervenu s'inscrit dans la droite ligne de la proposition que nous avions déposée sur le sujet en 2008.
Le projet de loi est la concrétisation de l'accord qui simplifie le système tout en améliorant la sécurité juridique au profit des étudiants et des employeurs.
Dans notre proposition de loi, nous préconisions une simplification du système actuel trop compliqué, pas suffisamment flexible et source d'insécurité juridique pour l'employeur. Nous proposions un régime unique avec la suppression de taux de cotisations différents pour les deux périodes. Ce régime s'appliquerait toute l'année avec un maximum annuel de 53 jours de travail. Pour ces derniers, une cotisation de solidarité identique serait appliquée et ce, toute l'année, indépendamment des congés scolaires. Le taux de cotisation fixé se situerait entre les deux taux actuels et permettrait une neutralité budgétaire. Les taux de 5,4 % pour l'employeur et de 2,8 % pour le travailleur sont les taux proposés par les organisations patronales dans l'avis du CNT du 27 février 2008.
Ce système plus flexible devrait permettre à l'étudiant de travailler quand il le souhaite, en dehors des périodes de présence obligatoire dans son établissement d'enseignement. Il pourrait donc travailler aisément le week-end, lors des vacances de Noël ou de Pâques.
Le projet à l'examen est identique à la proposition de loi que nous avions déposée, exception faite de quelques différences comme la possibilité de rentrer la déclaration immédiate d'emploi par heure et la limitation aux seuls jours supplémentaires en cas de dépassement de la limite de 53 jours et non aux jours prestés comme c'est le cas actuellement.
Les explications qui ont été fournies en commission ainsi que la présentation de l'application DIMONA par les représentants de l'ONSS nous ont pleinement satisfaits. En effet, il est question d'une réelle avancée en matière de simplification administrative. Nous nous réjouissons aussi de l'évaluation qui aura lieu en 2013 et qui permettra sûrement d'améliorer le dispositif. Les principaux éléments de notre proposition sont largement repris dans le projet de loi à l'examen. Nous nous félicitons donc de cette réforme tant attendue que nous voterons avec enthousiasme tout à l'heure.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. This reform has been discussed for several years. The agreement reached is in the right line of the proposal we had submitted on the subject in 2008.
The bill is the realisation of the agreement that simplifies the system while enhancing legal certainty for the benefit of students and employers.
In our bill, we advocated a simplification of the current system, too complicated, not flexible enough and source of legal uncertainty for the employer. We proposed a single scheme with the elimination of different rates of contributions for both periods. This regime would apply throughout the year with a maximum annual of 53 working days. For the latter, an identical solidarity contribution would be applied throughout the year, regardless of school holidays. The fixed rate of contribution would be between the two current rates and would allow for fiscal neutrality. The rates of 5.4% for the employer and 2.8% for the worker are the rates proposed by the employer organisations in the opinion of the CNT of 27 February 2008.
This more flexible system should allow students to work whenever they wish, outside of periods of compulsory attendance in their educational institution. So he could easily work on weekends, during Christmas or Easter holidays.
The draft under consideration is identical to the bill we had submitted, with the exception of some differences such as the possibility of entering the immediate employment declaration per hour and the limitation to only additional days if the limit of 53 days is exceeded and not to days provided as is currently the case.
The explanations that were provided in the committee as well as the presentation of the DIMONA application by the representatives of the ONSS have fully satisfied us. In fact, there is a real progress in terms of administrative simplification. We are also looking forward to the evaluation that will take place in 2013 and which will ⁇ enable the device to be improved. The main elements of our proposal are broadly reflected in the bill under consideration. We therefore welcome this long-awaited reform that we will vote with enthusiasm soon.
#70
Official text
Mevrouw de minister, de bestaande reglementering inzake studentenarbeid is complex geworden en is vooral moeilijk te controleren. Dit wetsontwerp zorgt voor een vereenvoudiging van de reglementering en het is een antwoord op de belangrijkste bekommernissen die wij in ons eigen wetsvoorstel hadden ingeschreven.
Er komt een grotere rechtszekerheid, gekoppeld aan een grotere flexibiliteit. Men krijgt de mogelijkheid om, in overeenkomst met de werkgever, de 50 dagen zelf te kiezen gedurende het volledige jaar. Ook komt er één tarief van 5,42 % sociale bijdrage voor de werkgever en 2,71 % afhouding voor de student. Dat is een zeer laag tarief. Ik hoop dan ook dat de doelstelling die daaraan gekoppeld is, met name het tegengaan van zwartwerk, wordt gerealiseerd.
Het is vooral belangrijk dat de nieuwe elektronische toepassingen een betere controle zullen toelaten. Wij rekenen erop dat die controle effectief zal gebeuren.
Ik opper toch een aantal bedenkingen ter aanvulling van het verslag van mevrouw Kitir.
De evaluatie is gepland na verloop van 2 jaar, vóór 31 augustus 2013. Wij zouden graag hebben dat dan volgende elementen meegenomen worden in de evaluatie.
Ten eerste, men moet nakijken of de voorgestelde bijdragen, die zeer laag zijn, effectief bijdragen tot de vooropgestelde budgetneutraliteit.
Ten tweede, men moet bij de evaluatie onderzoeken of de nieuwe regelgeving leidt tot verdringing van de reguliere arbeid.
Onze groep heeft ook bedenkingen bij de Dimona-aangifte. Ik heb dat in de commissie al aangehaald. De elektronische toepassing zal toelaten dat het aantal gewerkte dagen nauwgezet kan worden bijgehouden. De werkgever en de student zullen kunnen nagaan hoeveel dagen er gepresteerd zijn en hoeveel dagen er nog resten. Dat is een zeer goede zaak, dat maakt het geheel transparant.
Er is wel bijsturing nodig met betrekking tot het volgende. De wet bepaalt dat het doorgeven van wijzigingen aan de RSZ enkel door de werkgever kan gebeuren. Volgens ons moet ook de student dat kunnen. Ik heb het voorbeeld gegeven van een student die door een werkgever ontslagen wordt. Als de werkgever die wijziging niet doorgeeft, en de student biedt zich aan bij een andere werkgever, dan kan hij door zijn vroegere werkgever worden geblokkeerd omdat de wijziging niet werd doorgegeven. De volgende werkgever zou er dus kunnen van uitgaan dat de student geen prestatiedagen meer heeft en dus niet bij hem kan komen werken.
Translated text
The existing regulation on student work has become complex and is especially difficult to control. This bill provides for a simplification of regulation and it is a response to the main concerns that we had entered in our own bill.
There will be greater legal certainty coupled with greater flexibility. You will have the option, in agreement with the employer, to choose the 50 days for the entire year. There is also a single rate of 5.42 % social contribution for the employer and 2.71 % withholding for the student. This is a very low rate. I therefore hope that the objective linked to it, in particular the fight against black labour, will be achieved.
It is especially important that the new electronic applications will allow for better control. We hope that this control will be performed effectively.
However, I would like to raise a number of concerns in addition to Mrs Kitir’s report.
The evaluation is scheduled after a two-year period, before 31 August 2013. We would like the following elements to be taken into account in the evaluation.
First, it is necessary to check whether the proposed contributions, which are very low, effectively contribute to the preconceived budget neutrality.
Second, it is necessary to examine whether the new regulation leads to the displacement of regular work.
Our group also has concerns about the Dimona statement. I have already mentioned this in the committee. The electronic application will allow the number of working days to be tracked accurately. The employer and the student will be able to check how many days have been performed and how many days are left. That is a very good thing, which makes the whole transparent.
However, adjustment is needed with regard to the following. The law stipulates that the transmission of changes to the RSZ can only be done by the employer. I think the student should be able to do that too. I have given the example of a student who is fired by an employer. If the employer does not pass that change, and the student offers to another employer, then he may be blocked by his former employer because the change was not passed on. The next employer could therefore assume that the student no longer has performance days and therefore cannot come to work with him.
#71
Official text
Vandaar dat de student ook de mogelijkheid moet kunnen krijgen om aan de RSZ wijzingen door te geven. Dat staat trouwens in de toelichting, maar niet in de wet. U hebt zich geëngageerd om dat via een KB te regelen en wij houden u daaraan.
Ik kom tot mijn volgende bedenking. Ook de belendende regelgeving, zoals de regelgeving wachttijd, zou in overeenstemming gebracht moeten worden met de nieuwe regelgeving betreffende studentenarbeid.
Tot slot wil ik u nog de suggestie meegeven om tot eenduidigheid te komen over het moment tot hetwelk men nog student is. Als men op 31 juni afstudeert, dan is men blijkbaar toch nog een periode student. Als men op 31 januari afstudeert, dan is men van de ene dag op de andere zijn statuut van student kwijt. Dat kan niet meer volgens ons. Wij moeten daarin eenduidigheid creëren, zodat het voor iedereen duidelijk is. Wij moeten daarin coherent zijn.
Voor het overige kunnen wij instemmen met het wetsontwerp. Wij zullen het dan ook goedkeuren.
Translated text
Therefore, the student should also be able to be able to pass changes to the RSZ. This is stated in the explanation, but not in the law. You have pledged to arrange this through a KB and we hold you to that.
I come to my next consideration. The current regulations, such as the regulation on waiting time, should also be aligned with the new regulation on student work.
Finally, I would like to give you the suggestion to become unambiguous about the moment until which one is still a student. If you graduate on June 31, then you are obviously still a period of student. If you graduate on January 31, you lose your student status from day to day. This can no longer be done according to us. We must create unambiguity in it, so that it is clear to everyone. We must be coherent in this.
On the other hand, we can agree with the bill. We will approve it.
#72
Official text
Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, notre groupe se réjouit des avancées et des mesures développées dans ce projet de loi. Il était clair pour tout le monde qu'il fallait apporter des réformes en vue de simplifier le régime actuel du travail des étudiants, beaucoup trop complexe, comme cela fut souvent démontré et grandement contesté. Ce projet de loi répond en grande partie aux demandes formulées et les orateurs précédents l'ont rappelé. Il apporte une réponse en quatre points. Lors de la lecture du rapport, on nous a rappelé les points suivants: un contingent de cinquante jours, un taux unique de cotisation pour les employeurs et les étudiants, la possibilité de conclure un contrat étudiant prolongé de six à douze mois et l'instauration d'un système de contrôle.
Par ailleurs, ce projet de loi respecte un équilibre entre différents principes, comme la neutralité budgétaire. On l'a rappelé: un étudiant est avant tout un étudiant. Le travail des étudiants ne doit en aucun cas constituer une concurrence déloyale pour les travailleurs peu qualifiés et les demandeurs d'emploi. Dès lors, nous nous réjouissons de tous les avantages qu'apporte cette réforme qui simplifie le travail des étudiants pendant l'été ou le reste de l'année et qui apporte une plus grande sécurité juridique, notamment grâce à l'application informatique qui permet de vérifier le contingent disponible.
En conclusion, notre groupe, par le vote de ce projet de loi, contribuera à développer une politique dynamique et plus appropriée pour les jobs des étudiants.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, dear colleagues, our group welcomes the progress and measures developed in this bill. It was clear to everyone that reforms needed to simplify the current regime of student labor, much too complex, as this was often demonstrated and heavily contested. This bill largely responds to the demands made and previous speakers have recalled it. He gives an answer in four points. When reading the report, we were reminded of the following points: a fifty-day contingent, a single rate of contribution for employers and students, the possibility of concluding a six to twelve months extended student contract, and the establishment of a control system.
In addition, this bill respects a balance between different principles, such as budget neutrality. It has been reminded that a student is first and foremost a student. Students’ work shall in no way constitute unfair competition for low-skilled workers and job seekers. We therefore welcome all the benefits of this reform that simplifies the work of students during the summer or the rest of the year and that brings greater legal certainty, in particular through the computer application that allows to check the available quota.
In conclusion, our group, by voting on this bill, will contribute to developing a dynamic and more appropriate policy for student jobs.
#73
Official text
Monsieur le président, en matière sociale, nous avons l'habitude de voir des projets portés unanimement par les partenaires sociaux et pour lesquels le parlement fait office de chambre d'entérinement. Sur ce sujet, en revanche, ce n'est pas le cas. Ce n'est pas un sujet facile. Pour tout le monde, le travail étudiant, c'est sympathique. Nous avons tous fait un job, nous avons tous trouvé que c'était intéressant de se frotter au monde du travail par ce biais, que c'était utile pour avoir un peu plus d'argent et faire face aux nombreuses dépenses d'un étudiant.
Translated text
Mr. Speaker, in social matters, we are used to see projects submitted unanimously by the social partners and for which Parliament acts as a consultation chamber. On this subject, however, this is not the case. This is not an easy subject. For everyone, the student work is sympathetic. We’ve all done a job, we’ve all found that it’s interesting to rub into the world of work through this, that it’s helpful to have a little more money and cope with a student’s many expenses.
#74
Official text
Cependant, l'enjeu est nettement plus vaste que vu par ce petit bout de la lorgnette. De fait, le projet revêt des facettes diverses.
Certaines sont positives, je vais les citer:
- l'élargissement de l'accès aux allocations familiales qui permet de ne pas perdre toute une année pour un dépassement de gain, mais seulement un trimestre; cet aspect entraîne un stress important pour de nombreux parents et étudiants.
- la simplification de la déclaration grâce au système électronique adapté; s'il fonctionne correctement, l'avantage sera intéressant.
- l’intensification des contrôles. Voilà qui constituera un véritable enjeu: certaines études, comme celle de Randstad qui parle de 13 % de travail au noir chez les étudiants, sous-estiment la réalité à en croire les confessions de nombre d'étudiants qui font leurs armes de travail au noir, dans l'horeca ou dans d'autres secteurs. Cette réforme n'aura de sens qu'assortie de contrôles.
Le cœur de ce débat, c'est que ce travail effectué par des étudiants est de deux types: pendant l'été, il s'agit essentiellement de remplacement de personnel parti en vacances; à côté de cela, de plus en plus, les étudiants deviennent actifs dans des boulots au sens propre. Ce phénomène n'est plus anecdotique, mais s'amplifie ces dernières années.
Même si cela peut apparaître normal vu l'augmentation du nombre d'étudiants – ce qui est positif –, les chiffres en notre possession indiquent que l'augmentation du taux de travail étudiant est nettement supérieure à l'augmentation du taux de fréquentation des études. Par exemple, le premier trimestre 2006 donne 36 000 étudiants concernés pour 95 000 étudiants en 2010: la croissance est considérable, et ce pendant toute l'année au lieu de la période de vacances uniquement.
Voilà qui peut entraîner un effet de substitution, de concurrence.
Translated text
However, the problem is considerably wider than seen by this small piece of the hornet. In fact, the project has different facets.
Some are positive, I will quote them:
- the expansion of access to family allowances that allows not to waste a whole year for a surplus of earnings, but only a quarter; this aspect leads to significant stress for many parents and students.
- the simplification of the declaration through the appropriate electronic system; if it works properly, the advantage will be interesting.
intensification of controls. This will be a real challenge: some studies, such as Randstad’s study that speaks of 13% of student black work, underestimate the reality of believing the confessions of many students who make their work weapons black, in the horeca or other sectors. This reform will only make sense with accompanying controls.
The core of this debate is that this work done by students is of two types: during the summer, it is essentially about replacing staff left on holiday; besides this, more and more, students become active in bulldozers in the proper sense. This phenomenon is no longer anecdotal, but has increased in recent years.
Even though this may seem normal given the increase in the number of students – which is positive – the numbers in our possession indicate that the increase in the student work rate is significantly higher than the increase in the study attendance rate. For example, in the first quarter of 2006 there were 36,000 students concerned for 95,000 students in 2010: growth is considerable, over the whole year instead of the holiday period alone.
This can lead to a substitution effect, competition.
#75
Official text
De plus en plus, certains secteurs comme le nettoyage ou le commerce, n'ont que quelques salariés et travaillent majoritairement avec des étudiants. L'un fait le jeudi, un autre fait le samedi. L'un fait le matin, d'autres l'après-midi ou le soir. Ainsi, des sociétés emploient 90 % d'étudiants. Pourquoi? C'est beaucoup moins coûteux.
Translated text
More and more, some sectors such as cleaning or trade, have only a few employees and work mostly with students. One is on Thursday, another on Saturday. Some do it in the morning, others in the afternoon or in the evening. Companies employ 90% of students. Why Why ? It is much less expensive.
#76
Official text
Les systèmes de cotisations proposés diminuent encore le coût du recours au travail étudiant pendant l'année.
On aboutit ainsi à un système où les étudiants entrent en concurrence avec les chômeurs, tout particulièrement avec les chômeurs peu qualifiés. Quand on analyse le travail étudiant proposé, il s'agit pour 80 % de travail peu qualifié. Quand un employeur peut choisir entre un étudiant très qualifié, très diplômé, plein d'énergie puisqu'il ne travaille que quelques heures par semaine, et un public peu qualifié plus difficile à encadrer, le choix est facile. On a un réel effet de substitution pour toute une série de missions et la concurrence est sans cesse plus importante.
Remarquons par ailleurs que dans des pays voisins comme par exemple en France et aux Pays-Bas, si les étudiants travaillent, ils cotisent. Ce sont des travailleurs comme les autres. Quand un employeur choisit de faire appel à un étudiant, il pourrait aussi bien engager un chômeur dans le cadre d'une mission d'intérim. Il n'y a pas d'effet de substitution puisque les cotisations sont les mêmes. En outre, l'étudiant qui travaille cotise et se constitue des droits. Or comme on le sait, les carrières sont de plus en plus courtes. Il est donc important de commencer à cotiser tôt pour avoir des droits en matière de pensions ou autres (accès au chômage, etc.).
Pour nous, c'est là que se situe le point noir de cette réforme. En augmentant la possibilité de travailler pendant l'année scolaire et en diminuant les cotisations qui seront dues, on accentue l'effet de concurrence entre chômeurs peu qualifiés et travailleurs étudiants. Malheureusement pour nous, je ne pense pas qu'il faudra attendre l'évaluation que vous annoncez pour 2013. Je crois que la tendance continuera à s'accentuer: nous verrons de plus en plus de travailleurs étudiants avec des cotisations réduites prendre la place de chômeurs qui auraient pu accéder au travail.
En outre, il y a un risque que la neutralité budgétaire, qui a été calculée sans déplacement du travail sur toute l'année, ne soit pas rencontrée: logiquement, davantage de personnes travailleront durant toute l'année.
C'est la raison pour laquelle nous avons redéposé un amendement disant oui à du travail étudiant mais ponctuellement, pendant les vacances scolaires, durant lesquelles il y a un réel remplacement du travailleur qui part en vacances par un étudiant. En revanche pour un travail récurrent tout au long de l'année, il faut donner du travail aux chômeurs ou alors engager l'étudiant comme un travailleur. D'ailleurs, vu le coût des études, un nombre sans cesse croissant d'étudiants doivent travailler.
Plutôt que de faciliter l'accès au travail étudiant, nous devons travailler sur les systèmes boursiers et une meilleure accessibilité aux études supérieures. Cela permettra une meilleure réussite puisqu'on sait aussi que ce sont les jeunes les plus défavorisés qui ont le plus de difficultés à réussir des études supérieures.
Translated text
The proposed contribution schemes further reduce the cost of using student work during the year.
This leads to a system where students compete with the unemployed, especially with the low-skilled unemployed. When we analyze the proposed student work, it represents 80% of low-qualified work. When an employer can choose between a highly qualified student, highly graduated, full of energy because he works only a few hours a week, and a less qualified audience more difficult to frame, the choice is easy. There is a real replacement effect for a whole series of missions and the competition is increasing.
In neighboring countries such as France and the Netherlands, if students work, they contribute. They are workers like everyone else. When an employer chooses to hire a student, it could also hire an unemployed person as part of an interim mission. There is no substitution effect because the contributions are the same. Furthermore, the student who works contributes and constitutes rights. As we all know, careers are getting shorter. It is therefore important to start contributing early to have pensions or other rights (access to unemployment, etc.).
For us, that is where the black point of this reform lies. By increasing the opportunity to work during the school year and decreasing the contributions that will be due, the competition effect between low-skilled unemployed and student workers is accentuated. Unfortunately for us, I don’t think we will have to wait for the assessment you announce for 2013. I believe that the trend will continue to intensify: we will see more and more student workers with reduced contributions take the place of unemployed people who could have accessed work.
In addition, there is a risk that fiscal neutrality, which was calculated without shifting work over the whole year, will not be met: logically, more people will work throughout the year.
That is why we re-depose an amendment saying yes to student work, but occasionally, during the school holidays, during which there is a real replacement of the worker who goes on holiday by a student. On the other hand, for a recurring work throughout the year, it is necessary to give work to the unemployed or then engage the student as a worker. In addition, given the cost of studies, an ever-increasing number of students have to work.
Rather than facilitating access to student work, we need to work on scholarship systems and better access to graduate education. This will allow for better success as it is also known that it is the most disadvantaged young people who have the most difficulties to succeed in higher education.
#77
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik had graag een beetje sneller onderbroken, maar het is me niet gelukt.
Ik zou eerst nog eens willen ontkennen dat studenten jonge arbeiders of jonge werkzoekenden verdringen van de arbeidsmarkt. Er is tot nu toe geen enkele studie die dat heeft bewezen. Integendeel, de studie van Randstad bewijst net het omgekeerde. Studenten verdringen jonge werkzoekenden absoluut niet.
Translated text
Mr. Speaker, I wish I had interrupted a little faster, but I did not succeed.
First, I would like to deny once again that students are expelling young workers or young job seekers from the labour market. So far, there is no study that has proven this. Rather, Randstad’s study proves just the opposite. Students are not suppressing young job seekers.
#78
Official text
Chacun peut interpréter l'étude de Randstad à sa manière. Vu le nombre d'heures que l'agence Randstad alloue au travail étudiant, elle a tout intérêt à le promouvoir. C'est une "vache à lait" qui lui permet de faire de gros bénéfices. Ce ne sont pas des philanthropes! Ce sont des sociétés commerciales comme les autres! L'étude de Randstad est très claire. Elle ne ment pas! La façon dont vous la lisez est simplement différente de la mienne!
Manifestement, pour la N-VA, la parole de Randstad est la parole de Dieu! Je ne lis pas cette étude de la même manière que vous. Au vu du nombre de contrats étudiants, je regrette que ceux-ci ne soient pas donnés à des jeunes chômeurs pour leur permettre d'accéder à l'emploi.
Translated text
Everyone can interpret the Randstad study in their own way. Given the number of hours that Randstad agency allocates to student work, it has every interest in promoting it. It is a “milk cow” that allows it to make huge profits. They are not philanthropists. They are commercial companies like everyone else! The Randstad study is very clear. She does not lie! The way you read it is just different from mine!
Obviously, for the N-VA, Randstad’s word is God’s word! I do not read this study in the same way as you do. Given the number of student contracts, I regret that these are not given to young unemployed to enable them to access employment.
#79
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil even reageren.
Randstad is natuurlijk niet de enige die ter zake studies doet. Ook de OESO heeft al heel wat rapporten over de overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt in ons land geschreven. Uit bedoelde rapporten blijkt telkens dat wij inderdaad een probleem hebben met de overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt.
Mevrouw Genot, in de rapporten wordt ook altijd de studentenarbeid aangestipt.
Tijdens de evaluatie moeten wij dus nagaan en onderzoeken of er al dan niet een verdringingseffect is, wat niet altijd even duidelijk is. Wij moeten werk maken van de bedoelde evaluatie en nagaan of het genoemde verdringingseffect er al dan niet effectief is.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to respond.
Randstad is of course not the only one doing studies on this subject. The OECD has also written a number of reports on the transition from education to the labour market in our country. These reports always show that we actually have a problem with the transition from education to the labour market.
Mrs. Genot, the reports also always address the student work.
During the evaluation, we must therefore examine and examine whether or not there is a displacement effect, which is not always equally obvious. We must work on the evaluation intended and verify whether the aforementioned displacement effect is effective or not.
#80
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Genot, u zegt zelf dat het aan het feit ligt dat u de studie anders interpreteert, omdat u waarschijnlijk een andere bril dan ons draagt. Wij lezen dat er geen verdringingseffect is.
Ten tweede, het is geweten dat studenten die studentenjobs hebben gehad, daarna net gemakkelijker op de arbeidsmarkt kunnen komen en gemakkelijker een reguliere job kunnen aannemen.
U moet wel weten waarmee u bezig bent. Wil u de mensen naar een job begeleiden of wil u manieren vinden om niemand nog te laten werken?
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Genot, you say yourself that it is because you interpret the study differently, because you probably wear different glasses than we do. We read that there is no displacement effect.
Second, it is recognized that students who have had student jobs can then just more easily enter the labour market and more easily take on a regular job.
You must know what you are doing. Do you want to guide people to a job or do you want to find ways to make no one work yet?
#81
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw De Block, mevrouw Van Moer, u hebt ongetwijfeld meer contacten met de werkgevers dan ik. Meent u echter echt dat, wanneer bedrijf X een student inhuurt om te kuisen of café Y een student introduceert om op te dienen, zij zulks enkel omwille van de mooie ogen van de betrokken studenten doen en om hen specifiek bij het betalen van hun studies te helpen? Neen, zij doen dat, omdat er een reële arbeidsnood is, die zij op de goedkoopst mogelijke manier proberen in te vullen, met name via studentenarbeid.
Zij gaan dus op zoek en vinden. De voorliggende wetgeving vergemakkelijkt hun zoektocht. Dat is de realiteit. Dat is ook wat mevrouw Genot daarnet op de tribune heeft verteld en wat ook ik straks zal vertellen.
Translated text
Mr. Chairman, Mrs. De Block, Mrs. Van Moer, you have no doubt more contacts with employers than I do. Do you really think, however, that when Company X hired a student to chew or cafe Y introduced a student to serve, they do so only for the sake of the beautiful eyes of the students involved and to help them specifically pay for their studies? No, they do that because there is a real labor need, which they try to fill in the cheapest possible way, especially through student work.
They are going to search and find. The current legislation facilitates their search. That is the reality. This is also what Mrs. Genot just said on the tribune and what I will tell later.
#82
Official text
Plusieurs membres souhaitent intervenir, à savoir Mme la ministre, M. Schiltz, Mme Rutten et Mme Van Moer, après vous Mme Genot.
Translated text
Several members would like to intervene, namely the Minister, Mr. Schiltz, Mrs. Rutten and Mrs. Van Moer, after you Mrs. Genot.
#83
Official text
Monsieur le président, je voudrais rappeler à Mme Genot ce que j'ai dit en commission. Je peux comprendre qu'il puisse y avoir quelques craintes. Toutefois, ce projet prévoit, dans ses modalités, des garde-fous très importants. Ainsi, on passe objectivement de 46 à 50 jours; on ne peut donc pas dire que le quota explose.
Par ailleurs, le système DIMONA spécial qui sera mis en place et l'accès au compte on line permettront un contrôle – vous savez que des sanctions sont prévues en cas de dépassement – bien plus important que ce n'est le cas actuellement.
En outre, contrairement à ce que vous dites, le travail étudiant a généralement lieu soit en périodes de vacances quand les travailleurs sont en congé, soit durant le week-end, notamment le dimanche, jour de repos pour les travailleurs ayant un horaire normal, soit le soir, dans l'horeca, par exemple. On ne peut dès lors pas dire qu'il y a forcément concurrence. Je ne dis pas que le risque n'existe pas, mais reconnaissons que les étudiants n'entrent pas nécessairement en concurrence avec les travailleurs ou les demandeurs d'emplois, même s'il faut faire preuve de vigilance en la matière.
Enfin, je voudrais dire qu'alors que nous devons renforcer la qualification des jeunes et notamment des jeunes les moins favorisés, le job étudiant est l'occasion pour ces derniers d'améliorer leur niveau.
Translated text
Mr. President, I would like to remind Ms. Genot of what I said in the committee. I can understand that there may be some fears. However, this project provides, in its terms, very important shutdowns. Thus, we objectively pass from 46 to 50 days; therefore we cannot say that the quota explodes.
In addition, the special DIMONA system that will be set up and access to the online account will allow control – you know that sanctions are provided in case of exceeding – much larger than is currently the case.
In addition, contrary to what you say, student work usually takes place either during holidays when workers are on holiday, or during the weekend, especially on Sunday, day of rest for workers with a normal schedule, or in the evening, in the horeca, for example. Therefore, it cannot be said that there is necessarily competition. I am not saying that the risk does not exist, but let us acknowledge that students do not necessarily compete with workers or job seekers, even if there is a need to be vigilant in this regard.
Finally, I would like to say that while we need to strengthen the qualification of young people and especially the least-favoured young people, the student job is an opportunity for them to improve their level.
#84
Official text
(…)
Translated text
The [...]
#85
Official text
Madame Genot, laissez parler Mme la ministre!
Translated text
Ladies and gentlemen, let the Minister speak.
#86
Official text
J'ai terminé, monsieur le président.
Translated text
I have finished, Mr. President.
#87
Official text
Ik wil toch even hierbij aanknopen waar er wordt verwezen naar een misschien gebrekkige aansluiting van mevrouw De Block bij de studenten van heden, mijnheer Calvo. Uiteraard staat u daar veel dichter bij. Alleen kan men zich de vraag stellen of een gebrek aan voorafgaande werkervaring soms ook niet kan leiden tot pijnlijke momenten in de hoofdactiviteit later.
Laat mij even terugkomen op de eigenheid van de studentenjob. Mevrouw de minister heeft daarnaar verwezen. Mijnheer Calvo, aan dit wetsontwerp is al vier jaar gewerkt. Er zijn verscheidene wetsvoorstellen van verscheidene parlementsleden die studies hebben doorworsteld en de sectoren hebben geconsulteerd. Zowel de vakbonden, de werkgevers als de jobdiensten waarnaar N-VA ook heeft verwezen, zijn geconsulteerd. Wederom, wanneer het Parlement tracht om met een genuanceerd compromis naar buiten te komen om de zaak vooruit te helpen, zie ik vanuit uw fractie een njet. Er is alleen maar gevaar, er is duisternis, ocharme de arme werklozen. Mijnheer Calvo, voor de uren waarop studenten tewerkgesteld worden, vindt u niemand anders.
Translated text
I would, however, like to refer to a ⁇ flawed connection of Mrs. De Block with the students of today, Mr. Calvo. Of course, you are much closer to that. Only one can ask whether a lack of previous work experience can sometimes also not lead to painful moments in the main activity later.
Let me go back to the particularity of the student job. The Minister referred to this. Mr. Calvo, this bill has been working on for four years. There are several legislative proposals from several MPs who have done studies and consulted the sectors. Both the trade unions, the employers and the employment services to which N-VA also referred have been consulted. Again, when the Parliament tries to come out with a nuanced compromise to help the matter move forward, I see a nnt from your group. There is only danger, there is darkness, ocharme the poor unemployed. Mr. Calvo, for the hours in which students are employed, you will find no other.
#88
Official text
Ik wil nog even reageren op wat de heer Calvo zegt. Ik heb helemaal geen contacten met werkgevers. Jaren aan een stuk heb ik gewerkt met studenten: met, voor en door hen heb ik vele jaren gezocht naar mogelijkheden om hen een job te geven. Met werkgevers heb ik op dit vlak helemaal niks te maken.
Als op een bepaald ogenblik een werkgever een flexibele arbeidskracht nodig heeft voor enkele uren en er staat een jobstudent voor zijn deur die deze enkele uren ook flexibel wil invullen, dan zal hij daar graag op ingaan. De jonge werkzoekende zou dat natuurlijk ook kunnen doen, maar dan moet hij wel meer uren presteren om aan zijn loon te geraken dan een jobstudent die dat enkel doet om een paar centen bij te verdienen.
Translated text
I would like to reply to what Mr. Calvo says. I have no contact with employers. Years after years I have worked with students: with, for and through them I have been looking for opportunities to give them a job for many years. I have nothing to do with employers in this area.
If at any given moment an employer needs a flexible workforce for several hours and there is a job student at his door that wants to fill these several hours flexibly, then he will be happy to do so. The young jobseeker could of course do that, but then he must perform more hours to get his salary than a job student who does that only to earn a few cents.
#89
Official text
Monsieur le président, en matière d'accès au travail, on le voit en France, aux Pays-Bas, où il n'existe pas de système de cotisation au rabais pour les étudiants, la jonction ne se fait pas plus difficilement. C'est le fait d'entretenir des relations régulières qui permet plus facilement cette transition. Mais cette transition semble tout aussi facile en France et aux Pays-Bas qu'en Belgique où on a opté pour un autre système.
Il est stipulé que "pour les jeunes peu qualifiés, il est intéressant d'avoir un job étudiant afin d'avoir un accès plus facile au marché du travail." Selon l'étude menée par la FTU en collaboration avec les jeunes CSC, il est intéressant d'observer que la majorité des jobs étudiants sont occupés par les étudiants les plus diplômés. En effet, ils bénéficient d'horaires plus flexibles, plus compatibles avec leurs études. Par contre, pour ceux qui ont un niveau d'études inférieur, c'est moins le cas. Ils poursuivent en général des études à temps plein, pour lesquelles un contrôle de présence est exercé. Par conséquent, ils accèdent moins facilement aux jobs étudiants. Hélas, ce ne sont pas ceux qui ont le plus de mal à accéder au marché du travail qui accèdent le plus aux boulots d'étudiant.
Certes, je comprends que, lors de vos contacts avec des étudiants, ils vous disent être contents d'obtenir des jobs étudiants. Mais je suis en contact avec de nombreux ex-étudiants, qui sont maintenant de jeunes chômeurs, et ils me disent avoir besoin de ces expériences pour gonfler leur CV de jeunes qui entrent sur le marché du travail. Ces petites missions permettent d'avoir un pied dans l'entreprise et offrent parfois, par la suite, des possibilités plus importantes.
Translated text
Mr. Speaker, in terms of access to work, we see this in France, in the Netherlands, where there is no system of discounted contribution for students, the junction is not made more difficult. It is the fact of ⁇ ining regular relationships that makes this transition easier. But this transition seems as easy in France and the Netherlands as it is in Belgium, where we opted for a different system.
It is stipulated that "for low-qualified young people, it is interesting to have a student job in order to have easier access to the labour market." According to the study conducted by the FTU in collaboration with young CSCs, it is interesting to note that the majority of student jobs are occupied by the most graduate students. In fact, they benefit from more flexible schedules, more compatible with their studies. However, for those with a lower level of education, this is less the case. They generally pursue full-time studies, for which a presence control is exercised. As a result, they access less easily to student jobs. Unfortunately, it is not those who have the most difficulties accessing the labour market who have the most access to student bulldozers.
Certainly, I understand that when you are in contact with students, they tell you they are happy to get student jobs. But I’m in contact with many former students, who are now young unemployed, and they tell me they need these experiences to inflate their CVs of young people entering the labour market. These small missions allow you to have a foot in the company and sometimes offer, subsequently, larger opportunities.
#90
Official text
Ce n'est pas en multipliant les secteurs, comme par exemple certains supermarchés express qui embauchent 90 % d'étudiants, que l'on crée du véritable travail. Il ne faut pas s'étonner, vu cette expansion, de voir reculer le nombre de travailleurs et augmenter le nombre de jobistes. C'est mathématique!
Translated text
It is not only and multiplies the sectors, as, for example, some supermarkets express who employ 90% of students, that they create true work. It is not necessary to be amazed, to see this expansion, to see backward the number of workers and increase the number of jobists. It is mathematical!
#91
Official text
Mevrouw Genot, natuurlijk gaat het lot van de jonge werkloze ons ook aan. Denkt u nu echt dat het een oplossing is om die 60 % van de studenten die een studentenjob moeten doen om hun kot te kunnen betalen of om normale studentikoze sociale activiteiten te kunnen ontplooien een flexibele job te ontzeggen en te transfereren naar de jonge werklozen? Denkt u nu echt dat het beperken van jonge mensen, om te gaan studeren tout court, hen zal helpen om later niet werkloos te zijn?
Translated text
Of course, the fate of the youth unemployed also affects us. Do you really think that it is a solution to deny those 60 % of students who have to do a student job to pay their pension or to engage in normal student-like social activities a flexible job and transfer to the young unemployed? Do you really think that limiting young people to study tout court will help them not to be unemployed later?
#92
Official text
Nous ne voulons absolument pas limiter l'emploi. Nous ne souhaitons simplement pas des emplois au rabais. Avec le taux de cotisation proposé ici, un jeune étudiant est beaucoup moins cher qu'un jeune chômeur. C'est cela qui nous pose un problème. La France ou les Pays-bas ont opté pour d'autres modèles: les patrons les paient au même prix, il n'y a donc pas de concurrence déloyale.
Vous avez fait votre choix. Je comprends très bien que la N-VA, l'Open Vld et le MR soient enchantés. Je comprends moins le soutien provenant des autres bancs à ce texte.
Translated text
We do not want to limit employment. We simply do not want discounted jobs. With the rate of contribution offered here, a young student is much cheaper than a young unemployed. This is what poses a problem for us. France or the Netherlands have opted for other models: the bosses pay them at the same price, so there is no unfair competition.
You have made your choice. I understand very well that the N-VA, the Open Vld and the MR are enchanted. I understand less the support from other banks to this text.
#93
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik weet dat u misschien nog een afspraak hebt maar ik wil toch iets zeggen over de studentenjobs. Het is een dossier dat al vele uren heeft gevergd in de commissievergaderingen, zowel in de Kamer als in de Senaat. Het is nu echt hoogdringend want als wij tegen 1 januari 2012 een nieuwe regeling voor de studenten willen, dan moet dit nu nog goedgekeurd worden door het Parlement. Het is dus een andere regeling dan de 23 dagen in de vakantie en de 23 dagen erbuiten, iets wat eigenlijk toch tot veel misverstanden kon leiden. We gaan naar een rugzak van 50 dagen aan hetzelfde RSZ-tarief, dus niet langer met twee tarieven naargelang de periode.
Wij hebben uitgebreide debatten gehad in al die jaren. Een aantal termen kwam dikwijls terug, steeds uit dezelfde hoek. Zo was het verdringingseffect een argument om te zeggen dat studenten andere mensen van de arbeidsmarkt zouden verdringen. Als men slechts 50 dagen per jaar mag werken en men bekijkt voor welke jobs studenten ingezet worden op bepaalde piekmomenten, dan klopt dat helemaal niet. Een studie van Randstad heeft dat ook aangetoond. Zoals ik reeds gezegd heb, als men als student gewerkt heeft, dan wordt men ook gemakkelijker aangenomen. Het cv vermeldt dan dat men al werkervaring heeft en men weet dat men compromissen moet maken op de werkvloer en zich aan een aantal elementen moet kunnen houden. Die mensen vinden dan ook sneller een job.
Het is belangrijk dat jongeren op diverse niveaus werkervaring kunnen opdoen. Mijnheer Calvo, u hebt gelijk, voor mij is dat zeer lang geleden. Ik wist echter al toen ik zestien was, na mijn eerste dag in een GB, dat ik nog lang wilde studeren. Dat heb ik dan thuis ook gezegd. Dat is wel een feit. Alle gekheid op een stokje, de eerste job van een student is studeren. Er is hier gevraagd waarom we de inkomensgrens niet kunnen laten springen. Daar ben ik geen voorstander van omdat we een studentenjob als complementair met de studie zien. Zoals hier al werd gezegd moeten studenten immers in de eerste plaats studeren.
Translated text
Mr. Speaker, I know you may have another appointment, but I would like to say something about the student jobs. It is a file that has been demanding for many hours in the committee meetings, both in the House and in the Senate. It is really urgent now because if we want a new scheme for students by 1 January 2012, it needs to be approved by Parliament now. So it is a different arrangement than the 23 days in the holiday and the 23 days outside, something that could actually lead to a lot of misunderstandings. We go to a 50-day backpack at the same RSZ rate, so no longer with two rates depending on the period.
We have had extensive debates in all those years. A number of terms often came back, always from the same angle. For example, the expulsion effect was an argument to say that students would expel other people from the labour market. If one is allowed to work only 50 days a year and one looks at what jobs students are placed for at certain peak moments, then that is not correct at all. A Randstad study has shown this. As I said before, if one has worked as a student, then one is also easier to be hired. The CV then mentions that one already has work experience and one knows that one must compromise on the workplace and be able to stick to a number of elements. Those people find a job faster.
It is important that young people can gain work experience at various levels. Mr. Calvo, you are right, for me it is very long ago. However, I already knew when I was sixteen, after my first day in a GB, that I wanted to study for a long time. I said that at home too. That is a fact. All madness on a stick, the first job of a student is studying. The question here is why we can’t let the income limit jump. I am not in favour of this because we see a student job as complementary to the study. As mentioned above, students must first study.
#94
Official text
Ik begrijp dat sommige studenten een stuk van hun studiegeld moeten verdienen maar daarvoor bestaan andere statuten zoals dat van de werkstudenten of er zijn ook de personen die een leefloon krijgen terwijl zij hun studies afmaken.
Ofschoon wij blij zijn met dit wetsontwerp heb ik in de commissie twee zaken aangehaald die wij graag anders hadden gezien. Ten eerste, collega Schiltz heeft lang geleden al een voorstel ingediend om 400 uur op jaarbasis te kunnen werken, dit met het oog op een grotere flexibiliteit. Vroeger zei men altijd dat het onmogelijk was om dat te controleren en om daar een inventaris van te maken. Door de goede uitleg van de administratie in de commissie, het feit dat er nu een elektronische teller in ontwikkeling is en de Dimona-aangifte lijkt dit mij wel een veel fijner systeem. De geesten zullen nog kunnen rijpen om dit in de toekomst mogelijk te maken. Mijnheer Schiltz, u bent jonger dan ik. U maakt het hier misschien nog mee.
Het verschil tussen studenten die bij één werkgever werken en studenten die bij meerdere werkgevers werken was een strijdpunt. De sanctie bij overschrijding van 50 dagen is verschillend naargelang de situatie. Dat neigt volgens mij naar discriminatie maar mevrouw de minister was niet te overtuigen. Ik heb mij daar voorlopig dan ook bij neergelegd.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het vinden van een compromis blijft de kunst van het haalbare. Wij weten dat zoiets niet gemakkelijk is. Wij steunen dit wetsvoorstel omdat het voor de studenten een verbetering is, omdat er een eerlijke regeling komt en omdat het ook administratief een aantal verbeteringen aanbrengt.
Translated text
I understand that some students must earn a portion of their study money, but there are other statutes for this, such as that of the working students or there are also individuals who receive a living salary while they finish their studies.
Although we are pleased with this bill, I have cited two things in the committee that we would have liked to see differently. First, colleague Schiltz has long since submitted a proposal to be able to work 400 hours per year, in order to increase flexibility. In the past, it was always said that it was impossible to check it and make an inventory of it. Due to the good explanation of the administration in the committee, the fact that an electronic counter is now in development and the Dimona declaration this seems to me a much more fine system. The spirits will still be able to mature to make this possible in the future. Mr. Schiltz, you are younger than me. You may still be involved here.
The difference between students who work with one employer and students who work with multiple employers was a battle point. The penalty for exceeding 50 days varies depending on the situation. I think it tends to discriminate, but the minister was not convinced. For the time being, I have put myself in this position.
Mr. Speaker, Mrs. Minister, finding a compromise remains the art of the feasible. We know that this is not easy. We support this bill because it is an improvement for the students, because there is a fair arrangement and because it also brings some administrative improvements.
#95
Official text
Madame De Block, j'ai effectivement un rendez-vous, mais c'est à l'ambassade de France à l'occasion de la fête nationale! Si vous souhaitez m'accompagner, je vous invite à dîner!
Translated text
Madame De Block, I actually have an appointment, but it is at the French Embassy on the occasion of the national holiday! If you want to go with me, I invite you to dinner.
#96
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik weet niet of het met uw agenda te maken heeft en ik zal niet zo op de man spelen als de Open Vld-fractie, maar ik had mij ingeschreven bij de griffier.
Ik zal proberen bondig te zijn. Ik wou graag interveniëren, al was het maar om deze dynamische plenaire vergadering te kunnen toespreken en ook omdat deze aangelegenheid mij na aan het hart ligt en sterk aansluit bij een doelgroep die mij eveneens na aan het hart ligt.
Een aantal collega’s heeft terecht gezegd dat het wetsontwerp dat de minister vandaag voorlegt een aantal positieve elementen bevat, dat dit het gevolg is van een discussie die reeds een tijdje woedt in deze Kamer en bij onze buren in de Senaat en dat een aantal positieve elementen bevat, zoals eenzelfde tarief voor de sociale bijdragen, wat een en ander duidelijk en eenvoudiger zal maken.
Wij hebben het elektronische systeem mogen gadeslaan in de commissie. Dat systeem zal een betere monitoring toelaten en het sluit aan bij de verwachtingen en noden van die specifieke doelgroep die minder via papier communiceert, maar liever via de digitale media.
Dit ontwerp bevat een aantal goede elementen, maar ook een stevig minpunt, met name de combinatie van de uitbreiding van het aantal dagen, dus de uitbreiding van het aantal uren, enerzijds, met het volledig vrijlaten van het leveren van studentenarbeid, anderzijds. Dit zorgt inderdaad voor het creëren en aanzwengelen van de concurrentie tussen de jobstudent en de werkzoekende of degene die op de reguliere arbeidsmarkt probeert, al dan niet met succes, aan de bak te geraken. Ook in mijn omgeving is de verleiding zeer groot om vooral oog en oor te hebben voor de mondige student die aan zijn tweede of derde masteropleiding werkt, en die vanavond iets leuks te doen heeft en dat graag zou financieren door middel van studentenarbeid. Ik begrijp dat. Het is echter belangrijk om ook oog en oor te hebben voor een iets minder mondige en iets kwetsbaardere doelgroep, met name de jonge werkzoekende, die door dit wetsontwerp dreigt te worden verdrongen en nog meer in de problemen zal geraken.
Translated text
Mr. Speaker, I do not know if it has to do with your agenda and I will not play on the man like the Open Vld group, but I had registered with the secretary.
I will try to be concise. I would like to intervene in order to speak to this dynamic plenary session and also because this issue is close to my heart and strongly aligns with a target group that is also close to my heart.
A number of colleagues have rightly stated that the bill proposed by the minister today contains a number of positive elements, that this is the result of a discussion that has been raging for a while in this House and among our neighbors in the Senate, and that it contains a number of positive elements, such as an equal rate for social contributions, which will make everything clearer and simpler.
We have been able to check the electronic system in the committee. That system will allow for better monitoring and it will align with the expectations and needs of that specific target audience that communicates less on paper, but preferably through the digital media.
This design contains a number of good elements, but also a solid minus point, in particular the combination of the extension of the number of days, thus the extension of the number of hours, on the one hand, with the full release of the delivery of student work, on the other. This indeed creates and stimulates competition between the job student and the job seeker or the one who tries to get back on the regular labour market, whether or not successfully. Also in my area, the temptation is very great to have especially eyes and ears for the mouthy student who is working on his second or third master’s program, and who has something fun to do tonight and would like to finance it through student work. I understand that. However, it is also important to have an eye and an ear for a slightly less mouthful and slightly more vulnerable target group, in particular the young job seekers, who are threatened to be displaced by this bill and will get even more in trouble.
#97
Official text
Collega’s, onze fractie is constructief en geeft u nog de kans om dit minpunt weg te werken. Wij leggen hier opnieuw ons amendement neer om de periode waarin studentenarbeid wordt verricht wat sterker te sturen. Wij willen het aantal dagen niet verminderen, maar wel in 35 dagen voorzien in de vakantieperiodes en 15 dagen tegen hetzelfde verlaagde sociaal tarief tijdens het jaar. In die vakantieperiodes wordt er immers aan seizoensarbeid gedaan waardoor er een reële nood is aan vervanging van bestaande werknemers. Het verdringingsverhaal speelt op dat moment minder waardoor er ook minder sprake zal zijn van oneerlijke concurrentie.
Ik maak mij weinig illusies over de intensiteit van een studieloopbaan. Die van mij ligt nog niet zo ver achter me. Door ons voorstel wordt de druk op de schoolloopbaan ook niet te sterk gemaakt en worden studenten vooral georiënteerd naar studentenarbeid tijdens de vakantieperiodes wanneer zij in principe minder andere dingen aan het hoofd hebben.
Collega’s, ik besluit. Deze wetgeving verhoogt het risico op concurrentie tussen een mondige en een kwetsbare doelgroep. Het ontslaat de werkgevers voor een stuk van hun verantwoordelijkheid om te investeren in de opleiding en het behoud van werknemers gedurende een lange tijd. Het gaat om mensen die echt structureel op zoek zijn naar een baan en die zoeken naar perspectieven op welvaart.
Hoewel dit wetsontwerp een aantal goede elementen bevat, kunnen wij het niet volledig steunen. U mag dan ook van onze fractie, tenzij u ons amendement steunt, een onthouding verwachten.
Translated text
Colleagues, our group is constructive and gives you the opportunity to work out this minus point. We put here again our amendment to send the period in which student work is carried out a little stronger. We do not want to reduce the number of days, but rather provide for 35 days in the holiday periods and 15 days at the same reduced social rate during the year. During these holidays, seasonal work is carried out and there is a real need to replace existing workers. At that time, the extortion story plays less and there will also be less unfair competition.
I have little illusions about the intensity of a study career. My one is not so far behind me. Our proposal also does not exaggerate the pressure on the school career and will focus students especially on student work during the holidays when they are essentially less concerned with other things.
My colleagues, I will decide. This legislation increases the risk of competition between a mouthy and a vulnerable target audience. It releases employers for some of their responsibility to invest in training and retaining employees for a long time. These are people who are really structurally looking for a job and who are looking for prospects for prosperity.
Although this bill contains some good elements, we cannot fully support it. You can therefore expect an abstinence from our group, unless you support our amendment.