General information
Full name plenum van 2001-02-15 14:15:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/50/ip109.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
50K1054
23/01/2001
✔
Projet de loi modifiant l'article 104, 7°, du Code des impôts sur les revenus 1992.
50K1048
17/01/2001
✔
Projet de loi modifiant l'article 74 de la loi du 13 mai 1999 portant le statut disciplinaire des membres du personnel des services de police.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#29
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#33
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#34
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het voorliggende voorstel is eigenlijk het zoveelste sprekende bewijs van het feit dat de implementatie van de politiehervorming door deze regering op een totaal amateuristische wijze gebeurt. De ongelooflijke laksheid en de besluiteloosheid van de minister van Binnenlandse Zaken is hier in niet geringe mate de oorzaak van.
Waarover gaat het hier? De wet van 13 mei 1999, houdende het tuchtstatuut van het politiepersoneel - een wet die nog van de vorige regering dateert - bepaalt in artikel 74 dat zij uiterlijk op één januari 2001 van toepassing zou moeten worden. Dat was ook logisch, daar de globale wet op de geïntegreerde politiediensten uiterlijk op dezelfde datum van toepassing moest worden. Iedereen weet ondertussen dat de algemene implementatie van de lokale politie tot één januari 2002 is uitgesteld. De federale politie werd geacht op één januari 2001 van start te gaan door het vlug, vlug verrichten van enkele topbenoemingen. Alles beperkt zich dus tot een lege doos: het aanstellen van enkele topambtenaars. Er was en is op het terrein niets van de implementatie te merken. De selectie van de kandidaten gebeurde door de tijdsdruk bovendien op een bedenkelijke, inhumane manier.
Ik kom tot de kern van het probleem. Het was de minister klaarblijkelijk ontgaan dat de wet van 13 mei 1999 met ingang van één januari 2001 van toepassing werd, zonder dat er van enige implementatie van de wet op de geïntegreerde politie sprake kon zijn of zonder dat er een nieuw personeelsstatuut bestond. De wet was tijdig gestemd. De datum waarop de wet in werking trad, stond precies gestipuleerd in artikel 74. Dat was zeer duidelijk. Een verantwoordelijk minister hoorde dit te weten en ernaar te handelen. Het was de minister ook ontgaan dat de nieuwe tuchtwet, om voluit van toepassing te kunnen zijn, een aantal voorafgaande uitvoeringsbesluiten vereiste. Om zwaardere tuchtsancties te kunnen treffen, was bijvoorbeeld de tussenkomst van de door de wet in het vooruitzicht gestelde tuchtraad noodzakelijk. De tuchtraad bestaat echter niet, ze werd niet opgericht. De wet kom niet worden toegepast door de nalatigheid van de bevoegde minister.
Principieel was de wet weldegelijk van toepassing, conform het geciteerde artikel. Sinds één januari 2001 — ik wil daar nadrukkelijk de aandacht op vestigen — is de wet van toepassing tot op het moment dat de thans voorliggende bepaling van kracht zal worden, dus na de stemming ervan. Dit is dus een echte aprilgrap. Dit is totale verwarring. Ik geef als voorbeeld bladzijde vier waar de verklaring terzake van de minister te lezen is. Wie klaarheid ziet in de wijze waarop de nieuwe reglementering in concrete gevallen van dossiers moet worden toegepast, moet een goed jurist en vooral een creatieve geest zijn. Dit valt anders niet te begrijpen.
Collega's, als deze tekst vandaag wordt goedgekeurd en op 1 april van kracht wordt, zal de aldus gecreëerde aprilmop alvast bijzonder goed worden gesmaakt door al degenen die vreesden een tuchtsanctie te zullen oplopen. Zij zullen namelijk zonder meer buiten schot blijven. Mijnheer Coveliers, u knikt van neen maar ik zou u toch willen voorstellen om de verklaringen van de minister na te lezen. Hij heeft namens de regering zelf gezegd dat het op dit ogenblik beter is noch de ene, noch de andere reglementering toe te passen. Ik zou dan ook willen weten hoe men in de praktijk moet optreden.
Na een volle maand onduidelijkheid begint het stilaan te dagen — nog niet voor de minister — voor een aantal snuggere collega's die snel een wetsvoorstel hebben ingediend. Een meerderheid in dit halfrond steunde trouwens het urgentieverzoek voor dit wetsvoorstel. U weet dat daarover toen een korte discussie plaatsvond.
Mijnheer de minister, moet ik misschien toch aannemen dat het initiatief in stilte van u kwam, dat het werd gesuggereerd aan het betrokken parlementslid? Er bestaat daarvoor maar één uitleg, met name de Raad van State ontwijken.
Mijnheer Erdman, er waren immers goede redenen om de Raad van State te ontwijken. Deze manier van werken moest het mogelijk maken zo vlug mogelijk de nalatigheid van de minister en de regering te verdoezelen. Bovendien zou de Raad van State geen spaander heel hebben gelaten van deze tekst. U weet net zo goed als ik dat de Raad van State nooit zouden hebben aanvaard dat tuchtrecht tot twee keer toe met terugwerkende kracht tot stand wordt gebracht.
Dit is nochtans wat nu gebeurt. Men laat eerst een reglementering van kracht worden op 1 januari. Na een maand realiseert men zich dat men zich heeft vergist. Met terugwerkende kracht keert men terug naar de oude toestand. Ik verwittig u nu al collega's dat men binnen de kortste keren deze maatregel zal verlengen waardoor de nieuwe regeling opnieuw buiten werking wordt geplaatst. Ik kom daar straks nog even op terug.
In elk geval wordt het Parlement geconfronteerd met een wetsvoorstel dat het van kracht worden van de wet houdende het nieuwe tuchtstatuut uitstelt tot 1 april 2001. Dit is de datum waarop het nieuwe personeelsstatuut van de geïntegreerde politie van kracht zou moeten worden. Dat is althans wat de minister steeds heeft aangekondigd.
In de commissie verklaarde de minister, ik citeer het verslag op bladzijde 3: "Overeenkomstig de terzake goedgekeurde mammoetwet - het gaat hier om het mammoetbesluit - treedt het nieuwe personeelsstatuut van de eenheidspolitie immers in werking op 1 april 2001, terwijl de inwerkingtreding oorspronkelijk was vastgesteld op 1 januari 2001. Ten tijde van de uitwerking van de wet van 13 mei 1999 stond het voor iedereen vast dat zij gelijktijdig met het nieuwe statuut in werking moest treden.
De onderhandelingen die vorig jaar met de vakbonden werden gevoerd inzake het nieuwe statuut hebben duidelijk aangetoond dat beide aangelegenheden met elkaar verband hielden, aangezien de succesvolle afronding van de besprekingen rond het mammoetbesluit de voorwaarde vormde om de tuchtwet van 13 mei te versoepelen. Collega's, ook dat moet vandaag nog gebeuren. Er is klaarblijkelijk een akkoord met de representatieve vakbonden dat de tuchtwet op een aantal artikelen nog moet worden aangepast en dat allemaal - samen met de net gemaakte opmerkingen - voor einde maart.
Mijnheer de minister, ik stel de vraag of dit mogelijk is? Bestaat er al een tekst? Is over die tekst het advies van de Raad van State gevraagd en is het juist dat een drietal artikelen van die tekst door het Arbitragehof vernietigd werden? Dit is een reden te meer om de tekst aan te passen. Het zou mij dus interesseren te weten hoe ver we staan. Mijnheer de minister, het staat immers bijna in de sterren geschreven dat u, mede om deze bijkomende reden, deze timing niet zult kunnen aanhouden.
De minister verklaarde dat het mammoetbesluit van toepassing zou moeten zijn op 1 april van dit jaar. De voorwaardelijke wijs impliceert dat het niet daadwerkelijk zal worden toegepast en wel omdat het uiterlijk op 1 januari 2000 moest gepubliceerd zijn. Zo zouden de vakbonden en de leden van het politiepersoneel gezamenlijk de kans krijgen een keuze te maken, ofwel voor het oude ofwel voor het nieuwe statuut. Welnu, conform de afgesproken termijn van drie maanden en gezien het tijdsbestek om tot 1 april te komen, weten we nu al dat de timing niet zal kunnen worden aangehouden.
Mijnheer de minister, uw tekst omvat ongeveer 1.500 artikelen en ligt ongeveer drie weken voor bij de Raad van State. Als mijn informatie klopt is men daar aan artikel 156 gekomen en zullen we nog geregeld de kans krijgen om samen van gedachten te wisselen over de onmogelijkheid om de timing te respecteren.
Mijnheer de minister, bovendien is er de plotse vaststelling dat, vooraleer het nieuwe statuut ingang kan vinden, artikel 184 van de Grondwet moet worden herzien. Ik verwijs naar de vraag van collega Vanpoucke van vorige week waarin minister Reynders, namens de minister van Binnenlandse Zaken, nadrukkelijk aankondigde dat het bewuste artikel zou worden herzien en dat enkele uren later een initiatief zou worden genomen. Het interesseert mij te weten of die uren intussen — een week later - verstreken zijn. Mijnheer de minister, kunt u minstens op dit punt enige duidelijkheid verschaffen?
Het zou ons ook interesseren hoe u die grondwetswijziging ziet. De tekst van uw initiatief kennen wij nog niet. Ziet u de mogelijkheid om tot een tweederdemeerderheid te komen om die tekst goed te keuren? Kan u daarover misschien een toekomstvoorspelling doen? Het zou ons in elk geval uitermate interesseren.
Mijnheer de voorzitter, collega's, al deze vaststellingen en open vragen wijzen erop - en ik kan het echt niet anders zeggen - de tekst die hier voorligt opnieuw knoeiwerk zal zijn. Men wijzigt immers alleen de datum van inwerkingtreding van de vorige wet.
Dat is het voorwerp van de tekst die voorligt. Die termijn, die datum zal onmogelijk kunnen worden aangehouden als men het van toepassing worden daarvan aan, onder meer, het mammoetbesluit wil koppelen. Mijnheer de voorzitter, samen met de collega's uit mijn fractie voel ik mij te goed om aan dergelijke parlementaire activiteit enige medewerking te verlenen, namelijk het goedkeuren van een tekst waarvan wij nu al weten dat die niet zal kunnen worden gerespecteerd en opnieuw zal moeten worden bijgestuurd.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Colleagues, the present proposal is actually another eloquent proof of the fact that the implementation of the police reform by this government is being carried out in a totally amateurist way. The incredible laxity and indecisiveness of the Minister of Internal Affairs is in no small degree the cause of this.
What is it about here? The law of 13 May 1999 on the disciplinary status of police personnel – a law still dating back to the previous government – provides in Article 74 that it should be applied by 1 January 2001 at the latest. That was also logical, since the global law on the integrated police services had to apply no later than on the same date. In the meantime, everyone knows that the general implementation of the local police was postponed until 1 January 2002. The federal police were expected to start on 1 January 2001 by performing some top appointments quickly and quickly. Everything is thus limited to an empty box: the appointment of a few top officials. There was and is nothing of the implementation in the field. In addition, the selection of the candidates occurred due to the time pressure in a questionable, inhumane way.
I come to the core of the problem. The Minister had apparently omitted the fact that the law of 13 May 1999 was applied from 1 January 2001 without any implementation of the law on the integrated police or without a new staff status. The law was voted on time. The date of entry into force of the law was precisely stipulated in Article 74. That was very clear. A responsible minister heard this know and acted on it. It was also ignored by the Minister that the new disciplinary law, in order to be fully applicable, required a number of prior implementation decisions. In order to impose more severe disciplinary sanctions, for example, the intervention of the disciplinary council provided for by law was necessary. However, the disciplinary council does not exist, it was not established. The law cannot be applied by the negligence of the competent minister.
In principle, the law was arbitrarily applied, according to the cited article. Since 1 January 2001 — I would like to emphasize that — the law applies until the moment when the current provision enters into force, that is, after its vote. This is a real April joke. This is total confusion. I give as an example page four where the statement regarding the Minister can be read. Anyone who sees clarity in how the new regulation should be applied in concrete cases of files must be a good lawyer and above all a creative mind. This is otherwise incomprehensible.
Colleagues, if this text is adopted today and enters into force on 1 April, the so-called April Summit will be ⁇ well tasted by all those who feared a disciplinary sanction. They will definitely be out of shoot. Mr. Coveliers, you say no, but I would like to suggest you to read the statements of the Minister. He has said on behalf of the government itself that at the moment it is better to apply neither one nor the other regulation. I would like to know how to act in practice.
After a full month of uncertainty, it slowly begins to appear — not yet for the minister — for a number of snugger colleagues who have quickly submitted a bill. A majority in this half-round, by the way, supported the urgent request for this bill. You know, there was a short discussion about this at the time.
Mr. Minister, should I possibly assume that the initiative came in silence from you, that it was suggested to the parliamentary member concerned? There is only one explanation for this, in particular avoiding the Council of State. Their
Mr. Erdman, after all, there were good reasons to avoid the State Council. This way of working was to make it possible to cover up the negligence of the minister and the government as quickly as possible. Furthermore, the Council of State would not have left a spade of this text entirely. You know as well as I know that the State Council would never have accepted that disciplinary law is established up to twice with retroactive effect.
However, this is what is happening now. A regulation should first enter into force on 1 January. After a month, you realize that you have made a mistake. With retroactive force, one returns to the old state. I am already informing you, colleagues, that this measure will be extended in the shortest possible time, thus putting the new scheme out of force again. I will return to that later.
In any case, the Parliament is faced with a bill postponing the entry into force of the law establishing the new disciplinary statute until 1 April 2001. This is the date on which the new Staff Statute of the Integrated Police should enter into force. At least that is what the Minister has always said.
In the committee, the minister stated, I quote the report on page 3: "In accordance with the Mammoth Act approved in this regard - this is the Mammoth Decision - the new Staff Statute of the Unit Police enters into force on 1 April 2001, while the entry into force was originally established on 1 January 2001. At the time of the drafting of the law of 13 May 1999, it was clear to everyone that it must enter into force simultaneously with the new statute.
The negotiations conducted last year with the trade unions on the new statute clearly demonstrated that both matters were related, as the successful completion of the discussions on the mammoth decision was the prerequisite for easing the disciplinary law of 13 May. That must happen today, too. There is apparently an agreement with the representative trade unions that the disciplinary law on a number of articles still needs to be adjusted and that all - together with the recently made comments - by the end of March.
Mr. Minister, I ask if this is possible? Is there already a text? Has the Council of State been asked for the opinion on that text, and is it correct that three articles of that text were destroyed by the Court of Arbitration? This is one more reason to adjust the text. So I would be interested to know how far we are. Mr. Minister, after all, it is almost written in the stars that you, also for this additional reason, will not be able to maintain this timing.
The Minister stated that the mammoth decision should apply on 1 April of this year. The conditional mode implies that it will not actually be applied and that it should have been published by 1 January 2000 at the latest. Thus, the trade unions and members of the police staff together would be given the opportunity to make a choice, either for the old or for the new statute. Well, according to the agreed three-month deadline and given the time frame to arrive until April 1, we already know that the timing will not be able to be held.
Mr. Minister, your text comprises about 1,500 articles and is approximately three weeks ahead of the State Council. If my information is correct, we have reached Article 156 and we will still regularly have the opportunity to exchange ideas together about the inability to respect the timing.
Mr. Minister, in addition, there is the sudden conclusion that, before the new statute can enter into force, Article 184 of the Constitution must be revised. I refer to the question of colleague Vanpoucke last week in which Minister Reynders, on behalf of the Minister of Home Affairs, strongly announced that the conscious article would be revised and that a few hours later an initiative would be taken. I am interested to know whether those hours have passed in the meantime — a week later. Can you give some clarity on this point at least?
We would also be interested in how you see this constitutional amendment. We do not yet know the text of your initiative. Do you see the possibility of reaching a two-thirds majority to approve that text? Can you make a future prediction about this? In any case, we would be very interested.
Mr. Speaker, colleagues, all of these findings and open questions point to it – and I really can’t say otherwise – the text that prefaces here will again be knitting. Only the date of entry into force of the previous law is amended.
This is the subject of the text that precedes. That period, that date, will be impossible to hold if one wants to link its application to, among other things, the Mammoth Decision. Mr. Speaker, together with my colleagues from my group, I feel too good to cooperate in such a parliamentary activity, namely the approval of a text that we already know will not be respected and will need to be re-enlisted.
#2
Official text
Mijnheer Tant, alstublieft.
Translated text
Mr. Tante please.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik kom tot mijn besluit. Ik dacht echter dat het bij de bespreking van een wetsontwerp de parlementsleden vrij stond om daarvoor de spreektijd te gebruiken die zij zelf nodig achtten.
Translated text
I come to my decision. However, I thought that when discussing a bill, it was free for parliamentarians to use the speaking time they considered necessary.
#4
Official text
Ik heb alleen maar de tijd aangeduid die u gesignaleerd hebt!
Translated text
I only indicated the time you signaled!
#5
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik heb geen tijd vermeld. U hebt uw eigen tijdsbesteding als argument in rekening gebracht.
Translated text
I have not mentioned the time. You have charged your own time spending as an argument.
#6
Official text
U hebt dit bevestigd, mijnheer Tant!
Translated text
You have confirmed this, Mr. Tante!
#7
Official text
Goed, juist. Ik wil nog even stilstaan bij het fameuze artikel 184 van de Grondwet dat te herzien is. Mag ik u, mijnheer de minister, die net als ik aanwezig was bij de Octopusonderhandelingen, herinneren aan de gezamenlijke vaststelling waar wij toen reeds toe kwamen en wel dat het indien al niet noodzakelijk, dan toch minstens wenselijk was om in de kortst mogelijke tijd artikel 184 te herzien? Dezelfde argumentatie kwam uitdrukkelijk aan de orde op het ogenblik dat wij de lijst van te herziene artikelen hebben vastgelegd. Nochtans slaagt de regering erin om bijna twee jaar te laten voorbijgaan zonder enig initiatief te nemen. Er is een opmerking van de Raad van State voor nodig om haar daaraan te herinneren. Bijna twee jaar na datum moet de regering dus toegeven dat zij dit was vergeten, waardoor zij heel de hervorming sine die vertraagt en waardoor het lot van de politiemensen meer dan ooit onduidelijk wordt.
Voor wie mij niet wil geloven, maar wel sommige artikelen of journalisten, verwijs ik naar een artikel in Knack van deze week van journalist Frank De Moor. Die zegt nadrukkelijk: "Zelfs wie nog twijfelt aan de onkunde van minister van Binnenlandse Zaken Duquesne en enkele van zijn naaste medewerkers, moet nu toegeven dat het met de politiehervorming van kwaad tot erger gaat". Hij bewijst dit aan de hand van een aantal concrete elementen. Het knoeiwerk dat aldus wordt afgeleverd, maakt dat de politiehervorming niet meer te redden is op een orthodoxe manier. Mijnheer de minister, de ultieme overhaasting die u na meer dan een jaar dralen aan de dag legt om snel een aantal symboolbeslissingen te nemen, leidt ertoe dat u een aantal onregelmatigheden en onwettigheden hebt geïnstalleerd die niet zonder meer nog te corrigeren zijn. Een illustratie daarvan. In de wet die wij samen hebben gemaakt, staat uitdrukkelijk geschreven dat de commissaris-generaal en de directeurs-generaal door de Koning worden aangewezen op voordracht van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie, na gemotiveerd advies van de federale politieraad. Die bestaat niet en kan ook niet bestaan, want hij kan niet normaal worden samengesteld. Waarom is dat zo? Omdat in die federale politieraad ook een vertegenwoordiger moet zitten van de vaste commissie voor de lokale politie, die niet bestaat. Ik kan deze reeks nog verder uitbreiden. Dit zijn een aantal voorbereidende beslissingen die u had moeten nemen, maar waar u niet aan toe gekomen bent. Dit zorgt ervoor dat u zich nu in een positie bevindt waarin u de politiehervorming eigenlijk tot op de rand van de onwettigheid hebt gebracht. Mijnheer de minister, ik kom thans tot mijn besluit.
Zowel de meerderheidspartijen, de Vlaamse regering, de Waalse burgemeester, de Vereniging van Steden en Gemeenten, beginnen in te zien dat deze politiehervorming hopeloos vertraging oploopt, dat de hele operatie meer zal kosten dan oorspronkelijk was bepaald en dat het een grote knoeiboel wordt. Dit alles is veeleer demotiverend dan motiverend voor het politiepersoneel. De periode van "tout va très bien" ligt ver achter ons, maar het moment van "rien ne va plus" komt snel dichterbij.
Het is weliswaar jammer, mijnheer de minister, dat op die manier op een onverantwoorde manier wordt gesold met de veiligheid van de burger en met de motivatie van het politiepersoneel. Hoe lang nog zal dit mogelijk zijn met de schuldige medewerking van de meerderheid in dit Parlement?
Collega's, realiseer u goed welke de inzet is van de tekst van dit wetsvoorstel alvorens het goed te keuren. Het gaat om een tuchtrechtelijke regeling waarvan de minister zelf zegt dat zij niet meteen kan worden toegepast omdat het totaal onduidelijk is op welke aangelegenheden zij al dan niet betrekking heeft. Bovendien kan de vooropgestelde timing niet worden aangehouden. Wie dit voorstel goedkeurt weet op voorhand dat het op een sisser zal uitlopen.
Mijnheer de voorzitter, collega's, namens mijn fractie wens ik nog te zeggen dat de politiehervorming — waarvan de CVP aan de oorsprong ligt - een ernstige aangelegenheid had moeten zijn, die goed moest worden voorbereid. Welnu, mijnheer de minister, precies op dat punt faalde u. Deze hervorming verdiende nochtans beter.
Translated text
Okay right right. I would like to stop with the famous article 184 of the Constitution, which needs to be revised. Can I remind you, Mr. Minister, who, like I, was present at the Octopus negotiations, of the joint agreement we already reached at that time, namely that it was, if not necessary, at least desirable to revise Article 184 as soon as possible? The same argument was explicitly raised at the time we established the list of articles to be revised. Nevertheless, the government manages to allow almost two years to pass without taking any initiative. A comment from the State Council is necessary to remind her of this. Almost two years after the date, the government must therefore admit that it had forgotten this, thereby delaying the whole reform sine which makes the fate of the police officers more unclear than ever.
For those who do not want to believe me, but some articles or journalists, I refer to an article in Knack of this week by journalist Frank De Moor. “Even those who still doubt the ignorance of Interior Minister Duquesne and some of his close associates must now admit that the police reform from evil is getting worse.” He proves this by means of a number of concrete elements. The knitting work that is delivered thus makes the police reform no longer rescuable in an Orthodox way. Mr. Minister, the ultimate rush that you put to light after more than a year of drilling to quickly make a number of symbolic decisions leads to you having installed a number of irregularities and irregularities that are not necessarily yet to be corrected. An illustration of that. In the law that we have jointly made, it is expressly stated that the Commissioner-General and the Directors-General shall be appointed by the King on the proposal of the Ministers of Home Affairs and Justice, following a reasoned opinion of the Federal Police Council. It does not exist and cannot exist, because it cannot be normally composed. Why is it so? Because in that federal police council must also be a representative of the permanent committee for the local police, which does not exist. I can extend this series even further. These are a number of preparatory decisions that you should have made, but that you have not come to. This ensures that you are now in a position where you have actually brought the police reform to the brink of illegality. I am now coming to my decision.
Both the majority parties, the Flemish government, the Wallish mayor, the Association of Cities and Municipalities, are beginning to realize that this police reform is hopelessly delayed, that the entire operation will cost more than was originally determined, and that it becomes a big knockball. All this is more demotivating than motivating for the police staff. The period of "tout va très bien" is far behind us, but the moment of "rien ne va plus" is fast approaching. Their
It is a pity, Mr. Minister, that in this way, in an irresponsible way, the security of the citizen and the motivation of the police staff are being tainted. How long will this be possible with the guilty co-operation of the majority in this Parliament?
Please understand the meaning of the text of this bill before approving it. It is a disciplinary regulation which the Minister himself says cannot be immediately applied because it is completely unclear on which matters it relates or does not relate. In addition, the predetermined timing cannot be held. Anyone who approves this proposal knows beforehand that it will end up on a sisser.
Mr. Speaker, colleagues, on behalf of my group, I would like to say that the police reform — from which the CVP originates — should have been a serious matter, which had to be well prepared. Well, Mr. Minister, this is exactly where you failed. This reform deserved better.
#8
Official text
Mijnheer Tant, ik heb slechts rekening gehouden met de door u opgegeven spreektijd die u overigens aanzienlijk overschreed.
Translated text
Mr. Tante, I only took into account the speech time you indicated, which you, by the way, significantly exceeded.
#9
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, eerst en vooral wijs ik erop dat de vorige tuchtwet van 13 mei 1999 — dus vóór 13 juni 1999 — onlangs bij arrest van het Arbitragehof werd vernietigd. Hierin werden bijna letterlijk de bewoordingen overgenomen over het recht van de verdediging en over het recht om mondeling te worden verhoord, die destijds door bepaalde parlementsleden werden geformuleerd. Dit bewijst dat iedereen zich te allen tijde kan vergissen. Ik wens even stil te staan bij de problematiek van een algemene hervorming. In 1997 — in tempore non suspectu — bracht het Nederlandse ministerie van Justitie in zijn Justitiële Verkenningen — een degelijke publicatie die een tiental keer per jaar verschijnt — een boekje uit over de Belgische politie en justitie. Inmiddels verscheen eenzelfde boekje, maar over Turkije en ik raad sommige leden aan — die thans afwezig zijn — dit boekje erop na te houden alvorens Turkse gevangenissen te bezoeken. In dat boek wordt door professor Huysse gezegd dat een hervorming bijzonder moeilijk is: "Wel dient men terdege te beseffen dat de koorts in de eerste fase van de hersteloperatie nog zal toenemen"; Dat is nu al voelbaar. Meer mensen durven openblijk kritiek te uiten over politici, ambtenaren en rechters, en dus is het logisch dat die koorts nog stijgt. In het deel over de politiehervorming in 1997 wordt gezegd: "Vandaag is het überhaupt nog de vraag of de federale overheid wel een voldoende politieke consensus zal vinden om een grootschalige en langdurige operatie met belangrijke budgettaire implicaties tot een goed einde te brengen".
Men verwijst wel eens naar de ervaringen van de reorganisatie in Nederland, die leerrijk kunnen zijn. Dit is inderdaad een langdurig en moeilijk proces, waarin naar mijn overtuiging, naast de tuchtwet van mei 1999, ook andere teksten moeten worden bijgestuurd.
Bij de lectuur van het verslag viel mijn aandacht op een uitspraak van de voorzitter van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, die zei dat in het tuchtrecht het principe nullum crimen sine lege van toepassing is; met andere woorden, geen sanctioneerbare overtreding zonder wet. Dit is onjuist. Ik verwijs naar het werk van Ingrid Op de Beek, een autoriteit op het gebied van tuchtrecht, die uitdrukkelijk verklaart dat het strafrechtelijk beginsel nullum crimen sine lege, volgens hetwelk er slechts sprake van een misdrijf kan zijn als het gepleegde feit vooraf door de wet als een misdrijf is omschreven, niet geldt in het tuchtrecht. In het tuchtrecht geldt het principe nulla pena sine lege en niet het andere, dat u ten onrechte hebt vermeld.
Specifiek over het tuchtstatuut van de politie is in het Tijdschrift voor Gemeenterecht trouwens een zeer interessant artikel verschenen van de hand van de Antwerpse juriste, mevrouw Coolsaet — iemand die sommige van uw fractieleden goed zullen kennen — die de problematiek aanhaalt waarover we het nu hebben. Wat is de problematiek? Deze wettekst geeft, daar waar het tuchtstatuut niet kan worden toegepast en men volgens het principe van de continuïteit in de administratieve handelingen kan besluiten — confrater het artikel — dat het vroegere tuchtrecht nog altijd toepasselijk is, hieraan een duidelijke legale basis en bepaalt dat vanaf 1 januari 2001 het oude statuut toepasselijk blijft omdat het nieuwe onmogelijk kan worden toegepast door het niet bestaan van de raden. Het nieuwe tuchtstatuut zal dus toepasselijk zijn vanaf 1 april, de dag waarop de hervorming volledig van start gaat. Ik zie niet in wat daar het probleem is. Integendeel, dit is een bijzonder conforme regeling.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, first and foremost, I would like to point out that the previous Disciplinary Act of 13 May 1999 — that is, before 13 June 1999 — was recently abrogated by the Court of Arbitration. It almost literally embraced the words on the right of defence and on the right to be heard, which were then formulated by certain MEPs. This proves that everyone can be wrong at any time. I would like to comment on the general issue of reform. In 1997, in tempore non suspectu, the Dutch Ministry of Justice published a booklet about the Belgian police and justice in its publication Justitielle Verkenningen, which appears a dozen times a year. Meanwhile, the same booklet has appeared, but about Turkey and I advise some members — who are currently absent — to keep this booklet before visiting Turkish prisons. In that book, Professor Huysse says that a reform is ⁇ difficult: “One must well realize that the fever will increase in the first phase of the recovery operation”; that is already felt. More people dare publicly criticize politicians, officials and judges, and so it makes sense that the fever is rising. In the 1997 section on police reform, it is stated: "Today it is still the question whether the federal government will find sufficient political consensus to successfully complete a large-scale and long-term operation with important budgetary implications."
Sometimes we refer to the experiences of the reorganization in the Netherlands, which can be teaching. This is indeed a lengthy and difficult process in which, in my conviction, other texts need to be updated in addition to the Discipline Act of May 1999. by
During the reading of the report, my attention was drawn to a ruling by the Chairman of the Committee on Home Affairs, who said that in disciplinary law the principle nullum crimen sine lege applies; in other words, no sanctionable offence without law. This is wrong. I refer to the work of Ingrid Op de Beek, an authority in the field of disciplinary law, who explicitly states that the principle of criminal law nullum crimen sine lege, according to which there can only be a crime if the act committed is defined in advance by law as a crime, does not apply in disciplinary law. In disciplinary law, the principle nulla pena sine lege applies and not the other one that you have incorrectly mentioned. by
Specifically, a very interesting article about the disciplinary status of the police has appeared in the Journal of Municipal Law, by the hand of the lawyer from Antwerp, Mrs. Coolsaet — somebody who some of your group members will know well — who cites the problem that we are talking about now. What is the problem? Where the disciplinary statute cannot be applied and where, in accordance with the principle of continuity in the administrative acts, it can be decided — confrater the article — that the former disciplinary law is still applicable, this law provides a clear legal basis for this and stipulates that from 1 January 2001 the old statute remains applicable because the new can be impossible to apply due to the absence of the councils. The new disciplinary statute will therefore apply from 1 April, the day the reform begins fully. I do not see what the problem is there. On the contrary, this is a ⁇ compliant rule.
#10
Official text
Mijnheer de voorzitter, alvorens de heer Coveliers verwijst naar handboeken over strafrechtspleging, moet hij eerst beginnen met handboeken over het eerlijk en juist citeren van mensen.
Het volgende staat letterlijk in het verslag. Ik citeer:" De materie leunt heel nauw aan bij het strafrecht. Hierin is de terugwerkende kracht absoluut uit den boze. Het beginsel nullum crimen sine lege is er van toepassing." We spreken over het strafrecht, mijnheer Coveliers. Ik zou graag hebben dat u mij juist citeert, anders exciteert u mij.
Translated text
Mr. Speaker, before Mr. Coveliers refers to manual books on criminal justice, he must first begin with manual books on the honest and correct citation of people. Their
The following is literally stated in the report. I quote: “The matter lies very closely with the criminal law. In this, the retroactive force is absolutely out of the evil. The principle nullum crimen sine lege applies here."We are talking about criminal law, Mr. Coveliers. I would like you to quote me correctly, otherwise you excite me.
#11
Official text
On n'est jamais aussi bien servi que par soi-même, monsieur Tant.
Translated text
You are never served as well as by yourself, Mr. Tant.
#12
Official text
Mijnheer Tant, als dat niets met tuchtrecht te maken heeft, vraag ik mij af waarom u erover spreekt. U haalt een directieve uit het strafrecht aan waarvan uitdrukkelijk wordt gesteld dat ze niet op het tuchtrecht toepasselijk is.
Translated text
Mr. Tante, if that has nothing to do with disciplinary law, I wonder why you are talking about it. You obtain a directive from the criminal law which is expressly stated that it is not applicable to the disciplinary law.
#13
Official text
Mijnheer Coveliers, u moet zich niet opjagen omdat ik u betrap op een flagrante onjuistheid. Het is intellectueel oneerlijk om een pleidooi van mij zo te citeren. Bovendien weet iedereen dat tuchtrecht geen strafrecht is, maar dat het voor een stuk door dezelfde principes wordt beheerst. Daarom heb ik deze vergelijking gemaakt.
U geeft mij een uitstekende gelegenheid om nog even onder de aandacht te brengen dat de wet die in 1999 werd goedgekeurd, krachtens het uitdrukkelijk bepaalde artikel 74 op 1 januari van dit jaar van toepassing wordt.
Men kon niet anders dan deze wet toepassen als men geconfronteerd werd met feiten die tuchtrechtelijk moesten worden bestraft. Mijnheer Coveliers, ik ga ervan uit dat u een goed jurist bent, ook als voorzitter van de VLD—fractie. Een maand na datum neemt u een initiatief om de wet die ondertussen van toepassing is eventjes in de lade te kunnen wegmoffelen en de oude regeling opnieuw te kunnen toepassen. Op basis van welke bepaling kan men optreden tegen vastgestelde feiten die tot een tuchtrechtelijk optreden zouden kunnen leiden? Ik neem het voorbeeld van dronken politiemensen in Antwerpen. Voordat u antwoordt, raadpleegt u best eerst de minister of doet u er goed aan het verslag te lezen. De minister stelt immers onomwonden dat hij ontraadt op dit ogenblik op te treden. Men mag de feiten vaststellen. Feiten vaststellen is het strafbaar karakter vooropstellen, nietwaar? Vandaar de uitdrukking nullum crimen sine lege.
Translated text
Mr. Coveliers, you should not chase yourself because I catch you on a flagrant inaccuracy. It is intellectually unfair to quote such a plea from me. Furthermore, everyone knows that disciplinary law is not a criminal law, but that it is governed by the same principles. That is why I made this comparison.
You give me an excellent opportunity to draw attention to the fact that the law adopted in 1999 applies on 1 January of this year, in accordance with the expressly provided Article 74. Their
This law could only be applied when faced with facts that should be disciplinary punished. Mr. Coveliers, I assume that you are a good lawyer, also as chairman of the VLD — group. A month after the date, you take an initiative to be able to remove the law that is currently in force for a while in the box and to be able to reapply the old regime. On the basis of what provision can one take action against established facts that could lead to a disciplinary action? Take the example of drunk police officers in Antwerp. Before you answer, you should consult the Minister first or do a good job of reading the report. After all, the Minister claims uncompromisingly that he is reluctant to act at this moment. Facts can be established. Determining facts is predicting the criminal character, isn’t it? Therefore the expression nullum crimen sine lege.
#14
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wens te beklemtonen dat dit principe niet van toepassing is in het tuchtrecht. Een aantal arresten van de Raad van State laten hierover geen twijfel bestaan. Kan het tuchtrecht met terugwerkende kracht de procedure vastleggen? Dat is de enige vraag die moet worden gesteld. In het tuchtrecht worden de feiten in een veel bredere context geapprecieerd dan dit in het strafrecht het geval is. In het tuchtrecht is de algemene loyaliteit een principe waarvoor tuchtstraffen kunnen worden opgelegd, conform de arresten van de Raad van State. Ik herhaal dat over de vraag of men de procedureregels met terugwerkende kracht kan vaststellen, kan gediscussieerd worden. Over de inhoud de zeker niet. De inhoudelijke straffen zijn dezelfde gebleven tijdens de hele periode. De Raad van State zal hierover moeten oordelen.
Translated text
I would like to emphasize that this principle does not apply in disciplinary law. A number of decisions of the Council of State leave no doubt about this. Can the disciplinary law set the procedure with retroactive effect? That is the only question to be asked. In disciplinary law the facts are appreciated in a much broader context than this is the case in criminal law. In disciplinary law, general loyalty is a principle for which disciplinary penalties may be imposed, in accordance with the decisions of the State Council. I repeat that the question of whether the procedural rules can be adopted with retroactive effect can be discussed. Certainly not about the content. The substantive penalties remained the same throughout the period. The State Council will have to judge this.
#15
Official text
Dat advies zal vernietigend zijn.
Translated text
That advice will be devastating.
#16
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik lees zo veel mogelijk adviezen van de Raad van State met de historische kritieken. Ik heb er geen probleem mee dat de Raad van State deze tekst toetst.
Ik wil verwijzen naar artikel 184 van de Grondwet. De Raad van State kleeft op dit artikel een bepaalde juridische stelling. Ik wil er echter op wijzen dat in het verleden deze stelling bij herhaling niet werd gevolgd. Ik geef u een historisch voorbeeld. U kunt opperen dat het een oud voorbeeld is. Ik antwoord dat het de eerste keer is dat de politie wordt hervormd. Toen men in de tweede helft van de 19 de eeuw de garde civique heeft afgeschaft, werd de Grondwet niet gewijzigd. Dit gebeurde slechts in de helft van de 20 ste eeuw. Artikel 184 van de Grondwet stelt dat de rijkswacht bij wet wordt geregeld. Men kan stellen dat dit artikel niet zou gelden.
Translated text
Mr. Speaker, I read as many opinions as possible from the State Council with historical criticisms. I have no problem with the State Council reviewing this text.
I would like to refer to Article 184 of the Constitution. The State Council has a certain legal statement attached to this article. However, I would like to point out that in the past this statement was not repeatedly followed. Let me give you a historical example. You can say that it is an old example. This is the first time the police have been reformed. When the Guard Civique was abolished in the second half of the 19th century, the Constitution was not amended. This happened only in the middle of the 20th century. Article 184 of the Constitution states that the National Guard is regulated by law. It can be said that this article would not apply.
#17
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik volg met veel aandacht dit boeiend debat. De heer Tant heeft, mijns inziens, volkomen gelijk. Los van het hoog wetenschappelijk niveau van dit debat, interesseert mij omwille van mijn andere functie één concrete vraag: kunnen twee dronken politieagenten die achter het stuur van een combi werden aangetroffen en hierdoor een ernstig vergrijp hebben gepleegd, tuchtrechtelijk aangepakt worden? Ja of neen?
Translated text
I am following this exciting debate with great attention. Mr. Tante is, in my opinion, absolutely right. Despite the high scientific level of this debate, for the sake of my other job, I am interested in one concrete question: can two drunk police officers who were found behind the wheel of a combi and thus committed a serious crime be disciplined? Yes or No?
#18
Official text
Mijnheer de voorzitter, de heer Coveliers zegt dat artikel 184 niet had moeten worden herzien. We kunnen daar een debat over voeren. We zijn intellectueel zo eerlijk geweest om eerst de regering te vragen hoe zij het zag. De regering heeft vorige week nadrukkelijk verklaard - bij monde van minister van financiën Reynders en namens minister van binnenlandse zaken Duquesne — dat zij in de eerste uren een initiatief zou nemen. Dat opent enkel het perspectief dat u nog meer tijd nodig zult hebben om het statuut van het personeel onder mammoetvorm te beëindigen en te publiceren. De minister heeft in de commissie nog uitdrukkelijk verklaard dat het tuchtstatuut, eens het van toepassing wordt, daaraan moest worden gekoppeld. Hieraan kan maar één conclusie worden verbonden. Mijnheer Coveliers, als u vandaag in uw tekst definitief de datum van 1 april vastlegt, dan zult u binnen enkele weken een nieuw initiatief moeten nemen. U zult dan de Kamer voor de zot hebben gehouden.
Translated text
Mr Coveliers says that Article 184 should not have been revised. We can have a debate on this. We have been intellectually so honest to first ask the government how it saw it. Last week, the government made a strong statement – at the head of Finance Minister Reynders and on behalf of Interior Minister Duquesne – that it would take an initiative in the first hours. That only opens up the perspective that you will need more time to terminate and publish the statute of the staff under the form of a mammoth. The Minister has explicitly stated in the committee that the disciplinary statute, once applied, must be linked to it. Only one conclusion can be drawn from this. Mr. Coveliers, if you finally set the date of 1 April in your text today, you will have to take a new initiative within a few weeks. You will then have kept the Room for the soot.
#19
Official text
Mijnheer de voorzitter, vorige week en gisteren werd er beloofd dat in het Parlement een voorstel tot wijziging van de Grondwet zou worden ingediend. Ik wil eens informeren bij de fractieleider van de VLD of dat inderdaad gebeurd is, want ik denk dat men ons hier zwaar voor het lapje aan het houden is. Mijnheer Coveliers, u probeert hier de aprilvis te verdrinken met artikels en besprekingen uit juridische middens. U zit echter met een bijzonder groot probleem. Mijnheer de voorzitter, als de regering het voorstel niet snel op tafel legt, dreigt de datum van 1 april volledig in het gedrang te komen. Volgens mij is dit nog niet gebeurd en is het ook nog niet naar de commissie vertrokken. Ik zie echt niet hoe u die datum van 1 april kunt halen.
Translated text
Mr. Speaker, last week and yesterday it was promised that a proposal to amend the Constitution would be submitted to Parliament. I would like to inform the group leader of the VLD if that really happened, because I think that they are holding us hard for the lap here. Mr. Coveliers, you are trying to drown the April fish here with articles and discussions from legal media. However, you are facing a ⁇ serious problem. Mr. Speaker, if the Government does not put the proposal on the table promptly, the date of 1 April risks to be completely compromised. This has not yet happened and has not yet gone to the committee. I don’t really see how you can get that date of 1 April.
#20
Official text
Monsieur le président, chers collègues, au travers de ses incantations habituelles - qui expriment toujours beaucoup de sympathie à mon égard -, M. Tant a néanmoins posé deux questions précises auxquelles je voudrais apporter une réponse tout aussi précise, espérant par là faire avancer notre discussion.
Tout d'abord, la révision de l'article 184 de la Constitution s'impose afin de faire disparaître du prescrit constitutionnel le terme de "gendarmerie", pour le remplacer par la notion de "service de police intégré à deux niveaux".
Il est vrai qu'il subsiste néanmoins une controverse juridique. Nous avons, tous ensemble, voté la loi de 1998, mettant en oeuvre la police intégrée à deux niveaux. A cette époque, nous avions balayé d'un revers de la main l'objection d'ordre constitutionnel. Je crois pourtant qu'il est souhaitable de lever aujourd'hui cette objection. Aussi ai-je proposé au gouvernement de déposer au Sénat un projet en ce sens. Il y sera ainsi examiné dès jeudi prochain.
Selon moi, ledit projet ne peut que réjouir tous ceux qui, parmi nous, manifestent des craintes sur le plan juridique, et j'ose espérer que tous ceux-là l'adopteront rapidement et avec enthousiasme.
En outre, vous n'êtes pas sans savoir que j'ai mené bon nombre de discussions avec les organisations syndicales. Celles-ci m'ont permis de constater que la loi adoptée en 1998 - par vous et par moi! - soulevait un certain nombre de problèmes relativement à l'exercice des droits de la défense. Partant, avant même que la Cour d'arbitrage n'eût statué, j'avais marqué mon accord sur le dépôt d'un projet de loi visant à modifier ces dispositions litigieuses.
Je m'étais, par ailleurs, également engagé auprès des organisations syndicales — dans la mesure où la réforme des statuts avancerait bien — à tenter d'améliorer le dispositif déjà mis en place. Vous vous souviendrez bien sûr de la grande insatisfaction exprimée, à l'époque, dans l'ensemble des services de police lors du vote à la Chambre. Depuis, nous sommes arrivés à un projet, à mon sens, raisonnable. Aussi, après avoir été approuvé par le gouvernement, a-t-il été transmis au Conseil d'Etat. Dans quelques heures, l'avis de ce dernier devrait être rendu, consécutivement auquel ledit projet sera alors déposé à la Chambre. Je crois vraiment que ce projet de loi devrait rallier une très large majorité au sein de ce parlement.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, through his usual enchantments – which always express a lot of sympathy for me – Mr. Speaker. Tant has nevertheless asked two precise questions to which I would like to give an equally precise answer, hoping by this to advance our discussion.
First, the revision of Article 184 of the Constitution is necessary in order to remove from the constitutional prescription the term "gendarmerie", to replace it with the notion of "integrated two-level police service".
However, there is still a legal controversy. Together, we voted for the 1998 law implementing two-level integrated police. At that time, we had swept off the reverse of the hand the constitutional order objection. However, I think it is desirable to raise this objection today. Therefore, I have proposed to the government to submit a draft in this direction to the Senate. This will be discussed next Thursday.
In my opinion, this project can only delight all those among us who express legal concerns, and I dare hope that all of them will adopt it quickly and with enthusiasm.
In addition, you are not without knowing that I have conducted many discussions with the trade union organizations. These allowed me to see that the law adopted in 1998 - by you and by me! It raised a number of problems with regard to the exercise of the rights of defence. Therefore, even before the Court of Arbitration had ruled, I had signed my consent to the filing of a bill aimed at amending these disputed provisions.
I was also committed with the trade union organisations – in so far as the reform of the statutes would progress well – to try to improve the already established arrangement. You will, of course, remember the great dissatisfaction expressed, at the time, in all the police services when voting in the House. Since then, we have come to a project, in my opinion, reasonable. Also, after being approved by the government, it was transmitted to the State Council. Within a few hours, the opinion of the latter should be given, consecutive to which the said project will then be submitted to the House. I really believe that this bill should gather a very large majority in this parliament.
#21
Official text
Mijnheer de voorzitter, u zult moeten toegeven dat ik moet antwoorden op de vraag van de heer Van Peel.
Collega, als ik goed ben ingelicht, is er nopens die feiten een proces-verbaal opgesteld dat werd overgemaakt aan de procureur des Konings. U moet dus op de administratieve overheid wachten tot zij weet welk gevolg de procureur des Konings aan het proces-verbaal geeft. In het licht daarvan kan men dan, binnen de zes maanden na de beslissing van de procureur des konings, een tuchtprocedure opstarten.
Mijnheer de voorzitter, ik heb de uitleg van de minister gehoord over de genomen initiatieven. Men kan discussiëren over de vraag of een wijziging van artikel 184 nodig is. We zullen dat doen als we deze zaak behandelen. Daar zit ook een optie in over de inhoud van een politiedienst. U moet eens nakijken waarom de grondwetgever dat artikel vroeger in de Grondwet heeft opgenomen. Dat hield een visie in op politie. Het feit dat de Grondwet nu niet wordt gewijzigd, houdt eigenlijk ook een visie in op politie. U moet dat eens lezen. We zullen dat ter gelegenheid van het debat nog kunnen doen.
Dit voorstel is conform. Het is juridisch een technologie die kan steunen op een aantal elementen uit het tuchtrecht. Ik weet dat deze elementen kunnen getoetst worden door de Raad van State. We moeten afwachten wat deze Raad in al haar wijsheid hierover beslist. Ik heb daar vertrouwen in. Ik vraag aan de meerderheid om deze tekst goed te keuren.
Translated text
Mr. Speaker, you will have to admit that I have to answer Mr. Van Peel’s question.
Collega, if I am well informed, there are notes that facts a process-verbal compiled that was passed on to the Attorney of the King. Therefore, you must wait for the administrative authority to know what effect the King’s Prosecutor gives to the minutes of the trial. In the light of this, a disciplinary procedure may then be initiated within six months of the decision of the King’s Prosecutor.
Mr. Speaker, I have heard the Minister’s explanation of the initiatives taken. It may be debated whether an amendment to Article 184 is necessary. We will do so when we deal with this matter. There is also an option regarding the content of a police service. You should look at why the constituent has included that article in the Constitution earlier. This had a vision for the police. The fact that the Constitution is not being amended now actually implies a view of the police. You must read that. We will be able to do this during the debate. Their
This proposal is consistent. It is legally a technology that can rely on a number of elements from disciplinary law. I know that these elements can be checked by the State Council. We must wait to see what this Council in all its wisdom will decide on this matter. I have confidence in that. I ask the majority to approve this text.
#22
Official text
Mijnheer de voorzitter, het is een goede regel dat na het antwoord van de minister elk parlementslid de kans krijgt erop te repliceren. Ik maak daar dan ook gretig gebruik van.
Mijnheer de minister, u stelt zelf, evenwel niet nadrukkelijk, vragen over de noodzaak om artikel 184 van de Grondwet te herzien. Ik besef dat daarover kan worden geredetwist. In het kader van de Octopusbesprekingen is er echter destijds op het kabinet van de eerste minister, toen dat probleem te berde werd gebracht, afgesproken dat het artikel 184 zou figureren op de lijst van de te herziene grondwetsartikelen.
Voorts hebben we voor de motivatie van de herziening van het desbetreffende artikel uitdrukkelijk verwezen naar de door ons noodzakelijk geachte orthodoxie die bij de politiehervorming aan de dag moet worden gelegd. Ik verheug er mij dus wel over dat de regering in eerste instantie zich ertoe verbonden heeft te doen wat afgesproken was.
Wat het advies van de Raad van State betreft, kan ik niet anders dan tot de vaststelling komen dat hij onze stelling op alle punten is bijgetreden. Overigens laat ik de Kamer opmerken dat er mogelijk sprake is van een misverstand. De meesten zullen denken dat het advies van de Raad van State betrekking heeft op het mammoetbesluit. Dat is niet het geval. Het gaat om een advies in verband met een ontwerp van koninklijk besluit. Het is nuttig dat precies vandaag onder de aandacht te brengen, omdat we het zopas uitgebreid hadden over de inkrimping, zo niet de afschaffing van de ministeriële kabinetten. Welnu, het koninklijk besluit moet het de minister mogelijk maken - ik citeer -: "een administratief technisch secretariaat bij het kabinet van de minister te installeren". Parafraserend kan ik zeggen: "Ceci n'est pas un cabinet".
Mijnheer de voorzitter, dat staat niet alleen haaks op de intentie die de regering voortdurend herhaalt, maar waar ze niets van terechtbrengt, met name de inkrimping en afschaffing van de kabinetten. Bovendien gebruikt de regering een zoveelste vluchtweg, waardoor de bevoegde minister zijn verantwoordelijkheid naar anderen doorschuift, wat hij tot nu toe steeds heeft gedaan.
Translated text
Mr. Speaker, it is a good rule that after the Minister’s response, every member of Parliament has the opportunity to replicate it. I am therefore eagerly using it.
Mr. Minister, you yourself, but not strongly, ask questions about the need to revise Article 184 of the Constitution. I understand that this can be disputed. However, in the context of the Octopus discussions, the Cabinet of the Prime Minister agreed that Article 184 should be included in the list of constitutional articles to be revised.
Furthermore, for the motivation of the revision of the relevant article, we have explicitly referred to the orthodoxy which we consider necessary and which must be brought to light in the police reform. I am therefore pleased that the government has initially committed itself to do what was agreed.
As regards the opinion of the State Council, I cannot help but conclude that he has agreed to our position on all points. By the way, I let the Chamber note that there may be a misunderstanding. Most will think that the State Council’s opinion relates to the mammoth decision. This is not the case. It is an opinion in connection with a draft royal decree. It is useful to bring that to the attention precisely today, because we had just extended the talk about the shrinkage, if not the abolition of the ministerial cabinets. Well, the royal decree should enable the minister - I quote - to "install an administrative technical secretariat at the cabinet of the minister". As the saying goes, “This is not just a cabinet.”
Mr. Speaker, that is not only contrary to the intention that the government repeats repeatedly, but which it does not justify, in particular the shrinking and abolition of the cabinets. In addition, the government uses another escape route, allowing the competent minister to transfer his responsibilities to others, which he has repeatedly done so far.
#23
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik stel als eenvoudige lokale bestuurder de minister dezelfde vraag als aan de heer Coveliers. Is het al dan niet mogelijk de twee politieagenten die vorige week dronken achter het stuur van hun combi zaten, op basis van de thans gecreëerde chaos tuchtrechtelijk te vervolgen? Ik had daar graag een ja of een neen op gekregen.
Translated text
Mr. Speaker, as a simple local governor, I ask the Minister the same question as I ask Mr. Coveliers. Is it possible or not to disciplinary prosecution of the two police officers who sat behind the wheel of their combi drunk last week, based on the chaos now created? I would like to get a yes or a no.
#24
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik dring bij de minister aan op een duidelijk antwoord op mijn vraag. Wat is de stand van zaken in verband met het voorstel tot wijziging van grondwetsartikel 184? Dat zou zijn ingediend bij de Senaat. Alleen staat het niet op de agenda van de bevoegde Senaatscommissie van volgende week. De week daarna is het krokusvakantie en dus zal de zaak in de Senaat pas besproken kunnen worden de tweede week van maart.
Translated text
Mr. Speaker, I urge the Minister to give a clear answer to my question. What is the state of affairs with regard to the proposal to amend Article 184 of the Constitution? It would have been submitted to the Senate. It is not on the agenda of the competent Senate committee next week. The next week is the crocodile holiday and so the case will not be able to be discussed in the Senate until the second week of March.
#25
Official text
Dit is de Kamer van volksvertegenwoordigers en niet de Senaat.
Translated text
This is the House of Representatives, not the Senate.
#26
Official text
Inderdaad. Ik vrees dat ingevolge de slechte timing en het gebrek aan een tweederdemeerderheid het een heikele kwestie blijft voor de meerderheid.
Translated text
Indeed indeed . I fear that due to the poor timing and the lack of a two-thirds majority it remains a delicate issue for the majority.
#27
Official text
Mijnheer de voorzitter, het antwoord op de vraag van de heer Van Peel is ja.
Translated text
The answer to Mr. Van Peel’s question is yes.
#28
Official text
De algemene bespreking is gesloten. La discussion générale est close.
Translated text
General discussion is closed. The general discussion is closed.
#29
Official text
Monsieur le président, étant donné que mon rapport est fort succinct, je crois qu'il n'est pas indispensable de le résumer ici. C'est la raison pour laquelle je me permets de renvoyer à mon rapport écrit.
Translated text
Since my report is very concise, I do not think it is necessary to summarize it here. That is why I allow myself to refer to my written report.
#30
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de CVP steunt het initiatief om de kosten voor kinderopvang te milderen.
Voor u, mijnheer de minister, gaat het om de bevordering van de actieve welvaartsstaat.Wij zien deze maatregel ruimer en in eerste instantie als een instrument tot het voeren van een kindvriendelijker beleid. Een kindvriendelijk beleid is onafhankelijk van het gegeven of al dan niet beide ouders werken en het kind wordt opgevangen door een erkende of een nieterkende kinderopvang. De CVP is van oordeel dat de maatschappij het kind meer moet waarderen, wat zich op federaal vlak vertaalt door het optrekken van de financiële middelen ten voordele van het kind. Hiervoor is de fiscaliteit evenwel niet de enige weg.
Mijnheer de minister, hierop zullen wij dieper ingaan naar aanleiding van de bespreking van de belastinghervorming - wellicht zal dat ontwerp in de loop van de volgende weken worden ingediend - maar ik zeg u nu alvast dat de CVP voorstander is van een volledige defiscalisering van de kinderlast. De personenbelastingen vormen immers een weinig efficiënt instrument om de "kinderlust" maatschappelijk te waarderen. Dat geeft u overigens zelf toe wanneer u grijpt naar het complexe instrument van het belastingkrediet om de kinderen van ouders met een klein inkomen toch te kunnen bereiken.
De CVP pleit ervoor de fiscale uitgaven die thans voor kinderen worden gedaan, om te zetten in verhogingen van de kinderbijslag. Dat betekent eveneens een werkelijke vereenvoudiging van de personenbelasting waarvan u normaal gezien ook voorstander zou moeten zijn.
De debatten over de belastinghervorming moeten de besloten fiscale toren overstijgen. Er moet een sociaal en fiscaal hervormingsplan worden gemaakt. Indien de regering er niet in slaagt de hervorming boven de departementen heen door te voeren, zal men in het Parlement initiatieven moeten nemen.
Opvallend is dat in het voorliggend ontwerp de budgettaire impact nergens wordt aangegeven. Bij nader inzicht is dat begrijpelijk. Immers, het wetsontwerp lijkt een enorme stap voorwaarts wat de aftrekbaarheid van de kosten voor erkende kinderopvang betreft, maar eigenlijk is dat niet echt zo. Ik verklaar mij nader.
De dagprijs die Kind en Gezin vandaag hanteert, is maximaal 632 frank. De aftrekbaarheid voor erkende kinderopvang is en blijft echter beperkt tot een maximum van 450 frank. Het optrekken van de grens van 80% naar 100% houdt geen enkele verandering in, want de huidige 80% van 632 frank is al 506 frank en ligt dus al boven het huidige maximale bedrag van 450 frank. Als gevolg wordt de aftrek beperkt tot 450 frank. 100% van 632 frank is uiteraard 632 frank, maar ook dit bedrag wordt beperkt tot 450 frank. Met andere woorden, er gebeurt niets zodra het bedrag boven de 450 frank uitkomt en het gebruikelijke tarief van 632 frank benadert.
De aankondiging in het wetsontwerp om artikel 62 van het koninklijk besluit aan te passen, wat nodig is omdat ook daar de 80%-grens wordt vermeld, kan een oplossing bieden. Men kan immers bij het nemen van dat koninklijk besluit de maximumgrens van 450 frank naar believen wijzigen en dus best verhogen, bijvoorbeeld tot 632 frank. Ik zou van de minister willen vernemen of hij dat effectief van plan is.
Mijnheer de minister, ik wil u vandaag nog eens wijzen op uw belofte om de leeftijdsgrens van 3 jaar op te trekken tot 12 jaar, indien er de beschikbare budgettaire ruimte voor is. De gestegen prijzen voor buitenschoolse kinderopvang, die te wijten zijn aan de hoge kwaliteitseisen die terecht worden gesteld, verantwoorden dit.
Ten slotte moeten we de niet-erkende kinderopvang en de opvang thuis ook beter waarderen. De rapporteur, de heer van Weddingen, heeft dezelfde opmerking gemaakt. Het geamendeerde wetsvoorstel van de heer Leterme en mezelf vormt hiervoor een ideale basis. Ik wil één van de artikelen uit dat wetsvoorstel onder de aandacht brengen en als amendement vandaag indienen.
Het voorbeeld bij de verantwoording van dit amendement maakt onze wensen duidelijk. Het voordeel van de erkende kinderopvang ten voordele van de niet-erkende kinderopvang bedroeg voor de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 27 januari 2000 24.600 frank. Na het koninklijk besluit van 27 januari 2000 verdiepte deze kloof tot 31.750 frank. Welnu, ons amendement poogt deze kloof, althans ten dele, te overbruggen. Het verschil tussen de erkende en niet-erkende kinderopvang zou dan nog slechts 19.250 frank bedragen.
Mijnheer de minister, waarde collega's, ik hoop dat u het met ons eens bent dat onze kinderen en diegenen die hen opvoeden beter verdienen. De kwaliteit van de samenleving kan men immers nog steeds het beste meten aan de wijze waarop onze samenleving met haar kinderen omgaat. Ik roep u daarom op om het wetsontwerp inclusief het amendement goed te keuren.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, the CVP supports the initiative to mitigate the costs of childcare.
For you, Mr. Minister, it is about promoting the active welfare state.We see this measure more broadly and in the first instance as a tool for conducting a more child-friendly policy. A child-friendly policy is independent of whether or not both parents work and the child is taken care of by an approved or non-approved childcare provider. The CVP believes that society should value the child more, which translates to the federal level by raising the financial resources for the benefit of the child. However, taxation is not the only way.
Mr. Minister, we will go deeper into this following the discussion of the tax reform – ⁇ that draft will be submitted in the coming weeks – but I tell you now that the CVP is in favour of a complete defiscalization of the child burden. After all, the personal taxes are an inefficient tool for social appreciation of the “child’s desire”. You also acknowledge this when you resort to the complex instrument of the tax credit in order to reach the children of parents with low incomes.
The CVP calls for the tax expenditure currently incurred for children to be converted into increases in child allowance. This also means a real simplification of the personal tax, which you should normally also support.
The debate on tax reform must go beyond the closed fiscal tower. There must be a social and fiscal reform plan. If the government fails to carry out the reform over the departments, initiatives will have to be taken in Parliament.
Surprisingly, the budget impact is not mentioned in the present draft. At a closer understanding, this is understandable. After all, the bill seems to be a huge step forward in terms of deductibility of the costs of authorized childcare, but in fact it is not really so. I explain myself more closely.
The daily price that Child and Family uses today is up to 632 francs. The deductibility for authorised childcare is and remains, however, limited to a maximum of 450 francs. The increase of the limit from 80% to 100% does not imply any change, since the current 80% of 632 francs is already 506 francs and is thus already above the current maximum amount of 450 francs. As a result, the deduction is limited to 450 francs. 100% of 632 francs is of course 632 francs, but this amount is also limited to 450 francs. In other words, nothing happens as soon as the amount exceeds 450 francs and approaches the usual rate of 632 francs.
The announcement in the bill to amend Article 62 of the Royal Decree, which is necessary because the 80% limit is also mentioned there, could provide a solution. After all, when taking that royal decree, the maximum limit of 450 francs can be modified according to wishes and thus increased, for example, to 632 francs. I would like to ask the Minister if he is effectively planning this.
Mr. Minister, I would like to remind you today of your promise to raise the age limit from 3 years to 12 years, if there is the budgetary space available for it. The increased prices for out-of-school childcare, due to the high quality requirements that are justified, justify this.
Finally, we should also better appreciate unrecognized childcare and home care. The rapporteur, Mr van Weddingen, made the same observation. The amended bill proposed by Mr. Leterme and myself is an ideal basis for this. I would like to draw attention to one of the articles from that bill and submit it as an amendment today.
The example of accountability for this amendment makes our wishes clear. Before the entry into force of the Royal Decree of 27 January 2000, the benefit of authorised childcare in favour of unrecognized childcare amounted to 24,600 francs. Following the royal decree of 27 January 2000, this gap deepened to 31,750 francs. Well, our amendment seeks to bridge this gap, at least in part. The difference between recognized and unrecognized childcare would then be only 19,250 francs.
I hope you agree with us that our children and those who educate them deserve better. After all, the quality of society can still be best measured by the way our society deals with its children. I therefore call on you to approve the draft law including the amendment.
#31
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, sta me toe de gramschap van een parlementslid hier te verwoorden.
Sinds een jaar verdiep ik mij in de problematiek van de kinderopvang en de onthaalouders. Ik heb daarover een reeks wetsvoorstellen geformuleerd. Men moet niet alleen op fiscaal vlak een aantal aanpassingen doorvoeren, maar ook in de sociale wetgeving.
Ik heb moeten vaststellen dat de ideeën die wij toen vanuit mijn fractie hebben ontwikkeld zeer snel door de minister van Sociale Zaken werden gekaapt, die er wel een eigen inkleuring aan gaf, maar in essentie zijn inspiratie haalde uit onze voorstellen omtrent het statuut van de onthaalouders. Tot daar aan toe. Als dat ervoor zorgt dat er een zekere beweging in een dossier komt, kan ik daarmee leven.
Het fiscaal aspect van de problematiek, waarover de Volksunie&ID een wetsvoorstel had ingediend, werd voor het zomerreces in de commissie voor de Financiën besproken. Alhoewel de minister het een boeiend voorstel vond, vroeg hij uitstel en beloofde na het reces de problematiek opnieuw te behandelen. Als basistekst zou ons wetsvoorstel worden gebruikt. Een paar weken geleden kwam het voorstel opnieuw ter sprake in de bevoegde commissie. De minister antwoordde opnieuw dat een aantal aspecten nog moesten worden onderzocht maar dat de problematiek zou worden geregeld op basis van het door mijn fractie ingediende wetsvoorstel.
Mijnheer de voorzitter, collega's, u zult het me niet ten kwade duiden dat ik de voorbije weken de parlementaire werkzaamheden wat minder op de voet heb gevolgd. Wat stel ik echter vast?! Op 23 januari dient de minister een wetsontwerp in dat inhoudelijk exact overeenstemt met ons wetsvoorstel. Op 30 januari wordt het ontwerp door de commissie gesluisd. Vandaag staat het geagendeerd.
Met de inhoud van het ontwerp heb ik geen enkel probleem. Ik sluit me wel aan bij de bemerkingen van de heer Dirk Pieters inzake de opheffing van de grens van 450 frank. Als dit niet gebeurt, is het pure Kafka. In de sector is dit spijtig genoeg nog niet doorgedrongen. Men denkt dat na de goedkeuring van het ontwerp de volledige aftrekbaarheid verworven is. Quod non. Er ontbreekt nog steeds een belangrijk punt. De uitbreiding naar de 3- tot 12-jarigen is eveneens niet gerealiseerd. Naar aanleiding van onze tekst werd geopperd dat men deze uitbreiding niet in een keer kon uitvoeren maar in fasen. Je zal maar de ouder zijn die telkens naast de prijzen pakt omdat jou kind niet in het toepassingsveld van de wet valt! Ik stel vast dat er van uitbreiding geen sprake is. Ik vermoed dat deze uitbreiding opnieuw zal opduiken in een of ander wetsontwerp en dat men het parlementaire werk naast zich neerlegt. Men neemt doodleuk de ideeën die in het Parlement circuleren over om zelf de pluimen op de hoed te kunnen steken.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, laat het duidelijk zijn dat ik er geen moeite mee heb dat een meerderheid een meerderheid is en dat de meerderheid het laken naar zich toetrekt en voorstellen als wetsontwerpen indient. De regering moet echter fair play spelen en niet doen of ze van niets weet als de wetsvoorstellen besproken worden. De regering kan beter openlijk stellen dat de bespreking niet moet worden aangevat omdat zij de problematiek wenst te regelen via haar meerderheid. Dat is fair play ten opzichte van het Parlement. Met de huidige handelwijze fnuikt men elke vorm van parlementair initiatief. Als ik vandaag mijn gramschap verwoord, is het niet omdat mijn naam in koeien van letters op het voorstel moet worden gedrukt maar omdat ik wil aantonen dat de regering een loopje neemt met het Parlement.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, allow me to express the indignation of a member of Parliament here.
For a year, I have been deeply concerned with the problem of childcare and the recipient parents. I have formulated a series of legislative proposals on this subject. A number of adjustments must be made not only on the fiscal level, but also in the social legislation. Their
I must have found that the ideas that we then developed from my group were very quickly hijacked by the Minister of Social Affairs, who gave them their own colour, but essentially took his inspiration from our proposals regarding the status of the recipient parents. Until then. If that causes a certain movement to come into a file, I can live with it.
The fiscal aspect of the problem, on which the People’s Union had submitted a bill, was discussed in the Finance Committee before the summer holiday. Although the minister found it an intriguing proposal, he requested a postponement and promised to re-examine the problem after the recess. As a basic text, our bill would be used. A few weeks ago, the proposal was again discussed in the competent committee. The Minister replied again that some aspects still need to be examined but that the problem would be settled on the basis of the bill submitted by my group.
Mr. Speaker, colleagues, you will not be sorry for me that I have been following parliamentary work a little less closely in the last few weeks. But what am I fixing?! On 23 January, the Minister submits a draft law that is substantially exactly consistent with our bill. The draft will be approved by the Commission on 30 January. Today it is scheduled.
With the content of the design, I have no problem. I agree with Mr Dirk Pieters’s observations on the abolition of the limit of 450 francs. If this does not happen, it is pure Kafka. Unfortunately, this has not yet entered the sector. It is believed that after the approval of the design the full deductibility has been acquired. Quod not. There is still a missing important point. The extension to 3- to 12-year-olds is also not realised. Following our text, it was encouraged that this extension could not be carried out at once but in phases. You will only be the parent who always comes alongside the prices because your child does not fall within the scope of the law! I agree that there is no expansion. I suspect that this extension will reappear in some draft law and that parliamentary work will be put aside. The ideas that circulate in the Parliament are taken over to be able to put the plugs on the hat themselves.
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, let it be clear that I do not have a problem with the fact that a majority is a majority and that the majority draws the leaves and submits proposals as bills. However, the government should play fair play and not do or know nothing when the bills are discussed. It is better for the government to openly state that the discussion should not be initiated because it wishes to resolve the problem through its majority. This is fair play with Parliament. With the current approach, every form of parliamentary initiative is fooled. When I express my anger today, it is not because my name has to be printed in cows of letters on the proposal, but because I want to show that the government is taking a walk with the Parliament.
#32
Official text
Monsieur le ministre, permettez-moi de vous dire que l'article 3 du projet m'a quelque peu surpris. La présente loi entre en vigueur à partir de l'exercice d'imposition 2001. J'ai rarement vu une loi entrer en vigueur pendant l'exercice d'imposition concerné. Je suppose que vous nous donnerez des précisions en ce qui concerne la légistique.
Translated text
Mr. Minister, let me tell you that Article 3 of the project surprised me somewhat. This Act shall enter into force from the tax year 2001. I have rarely seen a law come into force during the tax exercise in question. I suppose you will give us some clarification regarding the legislation.
#33
Official text
Monsieur le président, je commencerai par répondre à votre dernière question. En matière fiscale, il en va régulièrement ainsi. Ce sont bien les revenus 2000, c'est-à-dire l'exercice fiscal 2001 qui sont concernés.
Translated text
First, I will answer your last question. In fiscal matters, this is often the case. Income from the 2000 fiscal year, i.e. the 2001 fiscal year, is concerned.
#34
Official text
Nous avons parfois précisé, pour d'autres textes, qu'ils entraient en vigueur à partir de l'exercice suivant, l'exercice 2002, c'est-à-dire les revenus de cette année-ci. C'est ce qui justifie, d'ailleurs, monsieur le président, l'urgence dans la manière de procéder.
Translated text
We have sometimes specified, for other texts, that they entered into force from the following financial year, the financial year 2002, i.e. the income of this year. That is why, Mr. Speaker, the urgency in how to proceed is justified.
#35
Official text
Ik wil een antwoord geven op de vraag van de heer Borginon. Het is geen nieuw voorstel. De beslissing werd al genomen tijdens het sociaal overleg van maart en april 2000. Het gaat niet alleen om de verhoging met een bedrag van 345 Belgische frank tot en met 450 Belgische frank. Er is ook de afschaffing van het percentage van 80%.
Translated text
I would like to answer the question of Mr Borginon. This is not a new proposal. The decision was already taken during the social consultation of March and April 2000. It is not just about the increase by an amount of 345 Belgian Francs to 450 Belgian Francs. There is also the abolition of the percentage of 80%.
#36
Official text
De zaak is dringend voor het aanslagjaar 2001. Ik heb gevraagd om in de commissie een beslissing te nemen. Op 30 januari 2001 heeft de commissie over die materie een vergadering belegd. Er werd een ontwerp voorgesteld, maar er was niemand om een bespreking van het voorstel te vragen. Er is nu een correcte toepassing van de relatie tussen de regering en het Parlement. Het gaat enkel om een van de drie of vier technische aanpassingen in verband met deze problematiek. Eerst was er een verhoging van het bedrag, nu is er de afschaffing van het percentage. Ik ben evenwel bereid om een meer algemene bespreking te voeren over de duur van 3 of 12 jaar of over andere zaken, op basis van wetsvoorstellen. Ik heb geen probleem met dergelijke evolutie. Het is ook zo gegaan voor de afschaffing van de discriminatie tussen samenwonenden en gehuwde koppels. Het is normaal dat er ook beslissingen worden genomen op basis van wetsvoorstellen en niet alleen op basis van wetsontwerpen.
Translated text
The case is urgent for the 2001 attack year. I asked for a decision in the committee. On 30 January 2001, the committee convened a meeting on this subject. A draft was proposed, but there was no one to ask for a discussion of the proposal. There is now a correct application of the relationship between the government and the Parliament. It is only one of three or four technical adjustments related to this problem. First there was an increase in the amount, now there is the abolition of the percentage. However, I am willing to conduct a more general discussion on the duration of 3 or 12 years or on other matters, based on legislative proposals. I have no problem with this evolution. It also supported the elimination of discrimination between cohabitants and married couples. It is normal that decisions are also taken on the basis of bills and not only on the basis of bills.
#37
Official text
In dit geval is het echter dringend. De beslissing werd al in maart of april 2000 genomen. Bovendien werd er in de commissie van 30 januari 2001 geen enkele opmerking gemaakt. We moeten deze beslissing dus voortzetten. Misschien moet er eens iemand van uw fractie naar de commissie komen.
Translated text
In this case, however, it is urgent. The decision was already made in March or April 2000. Furthermore, no comments were made in the committee of 30 January 2001. We must continue this decision. Per ⁇ somebody from your group should come to the committee.
#38
Official text
Monsieur van Weddingen, il est indiqué dans votre rapport que les articles 2 à 4 sont adoptés. Or le projet ne comporte que trois articles. J'en déduis donc que ce sont les articles 2 et 3 qui ont été adoptés.
Translated text
Mr van Weddingen, it is stated in your report that Articles 2 to 4 are adopted. The project consists of only three articles. Accordingly, Articles 2 and 3 have been adopted.
#39
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil de minister kort antwoorden.
Ten eerste, mijn voorstellen lagen ook al in de lente van 2000 voor. Ze zijn iets later gedrukt omdat ze zo uitgebreid waren dat ze in de vertaling zijn blijven hangen. Voordien hebben deze voorstellen echter uitvoerig gecirculeerd in de sector.
Ten tweede, als u argumenteert dat de zaak dringend is, kan ik dit begrijpen. Op 23 of 16 januari lag het andere voorstel ter sprake in de commissie voor. Als er een voorstel in commissie wordt besproken op 23 januari en er wordt een wetsontwerp ingediend op 23 januari dat hetzelfde onderwerp behandelt, dan gaat het argument niet op dat het voorstel van 23 januari op 30 januari niet geagendeerd was.
Translated text
I would like to answer the Minister briefly.
First, my proposals were already in the spring of 2000. They were printed a little later because they were so comprehensive that they continued to hang in the translation. Until then, however, these proposals have circulated extensively in the sector.
Second, if you argue that the case is urgent, I can understand this. On 23 or 16 January, the second proposal was discussed in the committee. If a proposal is discussed in a committee on 23 January and a bill is submitted on 23 January that deals with the same subject, the argument does not support that the proposal of 23 January was not scheduled on 30 January.
#40
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik moet voor een dergelijk ontwerp van wet een budgettaire begrotingsprocedure volgen met de inspectie van Financiën. Er moet dan een advies van de Raad van State komen, wat er ook gekomen is. Op 30 januari was ik opnieuw in commissie. Het was perfect mogelijk om een andere procedure te volgen, maar het is dringend nu de Raad van State advies heeft gegeven en na goedkeuring van de begrotingsautoriteiten. Voor verdere stappen in dezelfde richting - dus met 3 of 12 jaar - is het perfect mogelijk om goed werk te leveren op basis van wetsvoorstellen.
Translated text
Mr. Speaker, for such a bill, I must follow a budgetary budgetary procedure with the inspection of Finance. There should be an opinion from the State Council, whatever happened. On January 30, I was in the committee again. It was perfectly possible to follow a different procedure, but it is urgent now that the State Council has given advice and after approval by the budgetary authorities. For further steps in the same direction - so with 3 or 12 years - it is perfectly possible to deliver good work based on legislative proposals.
#41
Official text
De algemene bespreking is gesloten. La discussion générale est close.
Translated text
General discussion is closed. The general discussion is closed.