General information
Full name plenum van 2013-12-05 14:25:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/53/ip172x.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
53K3088
24/10/2013
✔
Projet de loi relatif à diverses dispositions concernant le financement des petites et moyennes entreprises.
53K3113
07/11/2013
✔
Projet de loi portant des dispositions diverses Intérieur.
53K3022
24/09/2013
✔
Projet de loi modifiant la loi du 12 juin 1930 portant création d'un Fonds monétaire.
53K3106
04/11/2013
✔
Projet de loi modifiant la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés.
53K3073
15/10/2013
✔
Projet de loi portant dispositions diverses en matière de PME.
53K1855
28/10/2011
✘
Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers en ce qui concerne le regroupement familial sur la base de la cohabitation légale.
53K3061
11/10/2013
✔
Projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 portant création de la "Coopération technique belge" sous la forme d'une société de droit public.
53K2915
27/06/2013
✔
Projet de loi modifiant l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique en vue d'instaurer une limitation de vitesse pour les voies signalées par les signaux F99a, F99b et F99c.
53K2901
21/06/2013
✔
Proposition de résolution concernant la promotion des véhicules qui utilisent le CNG comme carburant.
53K3120
05/09/2013
✔
Projet de loi portant assentiment à la Convention n° 189 concernant le travail décent pour les travailleuses et travailleurs domestiques, adoptée à Genève le 16 juin 2011 par la Conférence internationale du travail à sa 100e session.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#36
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#37
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#38
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#42
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#43
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#44
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#45
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#46
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#49
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#50
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#51
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#52
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#53
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#54
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#55
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#56
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#57
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#58
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#59
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#60
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#61
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#62
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#63
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#64
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#65
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#66
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#67
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#68
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#69
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#70
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#71
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#72
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#73
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#74
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#75
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#76
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#77
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#78
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#79
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#80
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#81
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#82
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#83
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#84
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#85
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#86
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#87
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#88
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#89
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#90
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#91
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#92
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#93
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#94
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#95
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#96
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#97
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#98
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, bedankt voor de vijftien minuten die mij gegund zijn; dat moet lukken.
Collega’s, de aanleiding tot dit wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de gezinshereniging op basis van wettelijke samenwoonst vindt zijn oorsprong in feite in de zogenaamde mercuriale die Yves Liégeois, procureur-generaal bij het Arbeidshof te Antwerpen, op 1 september heeft uitgesproken. Hij deed dat samen met advocaat-generaal Piet Van den Bon. De titel was veelzeggend: End of democracy-event op komst?
De procureur sloot zijn toespraak af als volgt – ik citeer: “Met deze mercuriale klaag ik deze wantoestanden van ernstig democratisch deficit aan en stel de vraag aan elke politieke verantwoordelijke en aan de verantwoordelijke politieke partijen hoe lang zij nog zullen dulden dat wij verder afstevenen op een end-of-democracy-event”. Voor zichzelf, of voor de magistratuur, zei hij alvast: “Change? Yes, we can”.
In reactie daarop was er vanuit politieke hoek enige verwondering. Al snel stak men de stekels op en wees men met de vinger naar Justitie. Toch is men overgegaan tot een hoorzitting met, onder meer, de betrokken procureur-generaal en dit op 21 september 2012. Toen was reeds duidelijk dat er zeker bij de oppositie veel bijval te vinden was voor de uitlatingen van de procureur.
Ik verwijs onder meer naar het standpunt van collega Smeyers die stelde niet verrast te zijn door de pijnpunten die werden aangehaald door de magistraten. Ook mevrouw Sminate stelde tot haar tevredenheid vast dat het Openbaar Ministerie het aandurfde om ruchtbaarheid te geven aan een aantal nijpende maatschappelijke problemen.
In aansluiting daarop was in feite ook de commissie voor de Justitie van 28 september 2011 betrokken. Ook daar was het andermaal N-VA, bij monde van bijvoorbeeld collega Bracke, die het opnam voor de magistraten: “Het shockeert mij dat leden van de commissie voor de Justitie liever op de boodschappers schieten dan de boodschap zelf te willen horen”.
Translated text
Thank you for the 15 minutes that have been given to me; it must succeed.
Colleagues, the reason for this bill amending the law on family reunification on the basis of legal cohabitation originates in fact in the so-called mercuriale which Yves Liégeois, Attorney General at the Labour Court in Antwerp, pronounced on 1 September. He did so together with Attorney General Piet Van den Bon. The title was meaningful: End of democracy?
The prosecutor concluded his speech as follows – I quote: “With this mercurial complaint I address these wretched states of serious democratic deficit and ask every political leader and the responsible political parties how long they will tolerate that we continue to strive for an end-of-democracy event.” For himself, or for the magistrates, he said, “Change? Yes, we can.”
In response, there was some surprise from a political point of view. Soon, they pulled the sticks up and pointed with the finger to justice. However, a hearing with, inter alia, the Attorney General concerned was held on 21 September 2012. At that time it was already clear that there was ⁇ a lot of support in the opposition for the prosecutor’s statements.
I refer, inter alia, to the position of colleague Smeyers who stated that he was not surprised by the pain points cited by the magistrates. Also Ms. Sminate noted to her satisfaction that the Prosecutor’s Office dared to give attention to a number of pressing social problems.
In fact, the Committee on Justice of 28 September 2011 was also involved. Also there was the N-VA again, in response to, for example, colleague Bracke, who recorded it for the magistrates: “It shocks me that members of the Justice Committee would rather shoot at the messengers than want to hear the message itself.”
#2
Official text
Collega Bracke stelde onder meer: “Dan zijn er eens magistraten die niet in een cocon zitten en hun maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen, en dan worden zij hier gewoon eventjes geschoffeerd. De manier waarop wij onze hoorzittingen organiseren moet duidelijk beter.” Het ging over het feit dat voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck tijdens de hoorzitting de vergadering verliet.
Er was ook de volgende vaststelling van collega Bracke – ik citeer: “De betrokkenen hebben gesproken vanuit een reële bezorgdheid, daarbij gebruik makend van de zekere overdrijving om hun boodschap duidelijk te maken, een techniek die wij ook in de politiek gebruiken. Laten wij daar niet over vallen maar werken aan oplossingen.”
Ik noem u één van de oplossingen die Vlaams Belang ter zake naar voren bracht, ingaand op wat tijdens die hoorzitting – het bracht verheldering inzake de standpunten van procureur Liégeois - gesteld werd door Chantal Merlin, eerste substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen. In haar uitvoerige betoog had zij het onder andere over het belangrijke fenomeen van de schijnsamenwoning. Zij stelde dat de huidige wetgeving onvoldoende is en dat dit fenomeen zeker prioritair moet worden aangepakt.
Vlaams Belang is in ieder geval niet bij de pakken blijven zitten en is ingegaan op de problematiek die werd aangekaart door mevrouw Merlin. Reeds op 28 oktober 2011 hebben wij een wetsvoorstel ingediend teneinde er iets aan te doen.
In de commissie heb ik dit wetsvoorstel van Vlaams Belang verdedigd. Met uitzondering van een interventie door de N-VA heeft geen enkele andere partij zich erover uitgesproken. Bij de stemming was het echter duidelijk: enkel Vlaams Belang stemde voor. Ook de N-VA stemde tegen.
Dat is dan ook de reden van mijn huidige betoog. Het standpunt van de N-VA baarde mij toch wel zorgen. Eén van de argumenten van de N-VA tegen ons wetsvoorstel, dat wij misschien van de verslaggever hadden kunnen horen, luidt dat de schijnwettelijke samenwoning ingevolge de wet van 2 juni 2013, in werking getreden op 3 oktober 2013, thans wordt gedefinieerd in het Burgerlijk Wetboek en het Belgisch immigratiebeleid.
Translated text
Collega Bracke stated, among other things: “Then there are magistrates who do not sit in a cocon and take on their social responsibility, and then they are just taken here for a while. The way we organize our hearings must clearly be improved.” It was about the fact that former Minister of Justice Stefaan De Clerck left the meeting during the hearing.
There was also the following conclusion of colleague Bracke – I quote: “The people involved spoke from a real concern, using certain exaggeration to make their message clear, a technique that we also use in politics. Let us not overlook this but work on solutions.”
I will name you one of the solutions that Vlaams Belang presented in the matter, taking into account what during that hearing – it brought clarification regarding the positions of Prosecutor Liégeois – was put forward by Chantal Merlin, First Deputy Prosecutor of the King at the Court of First Instance in Antwerp. In her extensive discourse she spoke, among other things, of the important phenomenon of the false cohabitation. She argued that current legislation is insufficient and that this phenomenon must ⁇ be addressed as a priority.
Vlaams Belang has, in any case, not remained at the costumes and has addressed the problem that was addressed by Mrs. Merlin. On 28 October 2011, we submitted a bill to do something about it.
In the committee I defended this draft law of Vlaams Belang. With the exception of an intervention by the N-VA, no other party has commented on it. However, the vote was clear: only Vlaams Belang voted in favour. The N-VA also voted against.
That is the reason for my present speech. The position of the N-VA worried me. One of the arguments of the N-VA against our bill, which we might have heard from the reporter, is that the false cohabitation under the law of 2 June 2013, which entered into force on 3 October 2013, is now defined in the Civil Code and the Belgian immigration policy.
#3
Official text
Ik verwijs daarvoor naar een boekje van de N-VA zelf: België, land zonder grens. Ik zal even citeren in het Latijn, wat in N-VA-kringen de gewoonte is: verba volant, scripta manent. Wel, bij lezing van dit boekje, dit pamflet als het ware, blijkt dat de N-VA in verband met de nieuwe wet op de gezinshereniging – een wet waaraan N-VA heeft meegewerkt – tot de vaststelling komt dat ze slechts van een zaak spijt heeft gehad wanneer ze terugblikt op de onderhandelingen die de nieuwe wet op de gezinshereniging voorafging: “dat we zijn meegestapt in de gezinshereniging op basis van geregistreerde partnerschappen”. Dat is natuurlijk een zeer publiekelijke schuldbekentenis van de N-VA en toch enigszins in contradictie met het standpunt dat de N-VA dan in de commissie voor de Binnenlandse Zaken heeft ingenomen.
Ik vermoed dat de N-VA met haar tegenstem ter zake probeert alsnog te doen alsof wat in het boekje zelf beschreven werd niet bestaat. Maar natuurlijk, scripta manent. Nu, zij schoven in hun boekje niet de piste van een strafbaarstelling van de schijnwettelijke samenwoning naar analogie van het schijnhuwelijk naar voren, maar waren eind 2012 toch blijkbaar net als Vlaams Belang voorstander van in het geheel geen verblijfsrechtelijke gevolgen te verbinden aan het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning.
De N-VA heeft dus wel degelijk een bocht gemaakt. Het is natuurlijk niet de eerste bocht maar het is toch pertinent en opvallend, zeker omdat dit in tegenspraak is met wat zij in de commissie als standpunt hebben verdedigd en met wat zij in hun pamflet geschreven hebben.
Uiteraard is de strafbaarstelling van schijnwettelijke samenwoning een stap voorwaarts – daar wil ik de N-VA nog in volgen – ten opzichte van de voorheen bestaande situatie waarin er wel gezinshereniging op basis van wettelijke samenwoning werd toegestaan. Een schijnwettelijke samenwoning kon echter in tegenstelling tot een schijnhuwelijk niet strafrechtelijk bestraft worden.
Wij stellen de vraag of dit zal volstaan? Vandaar ook dat wij dit wetsvoorstel hebben ingediend. Volgens Vlaams Belang is een schijnhuwelijk nog steeds makkelijker te bewijzen dan een schijnwettelijke samenwoning. Dat is ook gezegd door mevrouw Merlin. Blijkbaar is dat aan de aandacht van de N-VA ontsnapt bij de hoorzittingen waar zij toch lof hebben uitgesproken voor de betrokken leden van Justitie. Het huwelijk wordt immers in tegenstelling tot de verklaringen van wettelijke samenwoonst per definitie geacht gericht te zijn op totstandbrenging van wat men een duurzame levensgemeenschap noemt. Dat is bij een verklaring van wettelijke samenwoning niet steeds het geval. Daarmee hangt overigens samen dat de wettelijke samenwoning gemakkelijker kan worden beëindigd dan het huwelijk.
Translated text
I refer to a booklet from the N-VA itself: Belgium, a country without borders. I will quote for a moment in Latin, which is the custom in N-VA circles: verba volant, scripta manent. Well, when reading this booklet, this pamphlet as it were, it shows that the N-VA in connection with the new law on family reunification – a law to which N-VA has collaborated – comes to the conclusion that she only regretted one thing when she looks back on the negotiations that preceded the new law on family reunification: “that we have joined the family reunification on the basis of registered partnerships”. This is, of course, a very public confession of guilt of the N-VA and yet somewhat in contradiction with the position that the N-VA then took in the committee for internal affairs.
I suspect that the N-VA is still trying to pretend that what was described in the booklet itself does not exist. But of course, scripta manent. Now, they are not pushing in their booklet the track of a criminalization of the false cohabitation by analogy of the false marriage forward, but were still apparently at the end of 2012 as well as Vlaams Belang in favour of not binding any residence legal consequences to the filing of a declaration of legal cohabitation.
The N-VA has indeed made a curve. It is, of course, not the first curve, but it is still relevant and striking, ⁇ because this is in contradiction with what they have defended as a position in the committee and with what they have written in their pamphlet.
Of course, the criminalization of false cohabitation is a step forward – in which I would like to follow the N-VA – compared to the previous situation in which family reunification on the basis of legal cohabitation was permitted. However, a false cohabitation, unlike a false marriage, could not be criminally punished.
The question is whether this will be enough? That is why we have submitted this bill. According to Vlaams Belang, a false marriage is still easier to prove than a false cohabitation. This is also stated by Mrs. Merlin. Apparently, N-VA escaped the attention of the N-VA during the hearings where they still praised the members of the Judiciary concerned. In fact, contrary to the statements of legal cohabitation, marriage is per definition considered to be aimed at the creation of what is called a sustainable life community. This is not always the case with a declaration of legal cohabitation. This also means that legal cohabitation can be terminated more easily than marriage.
#4
Official text
De wettelijke samenwoning kan immers niet alleen worden beëindigd in onderlinge overeenstemming door samenwonenden, maar ook eenzijdig door middel van een schriftelijke verklaring die wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, die deze verklaring bij gerechtsdeurwaarderexploot betekent aan de andere partij. Nadien maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand eenvoudig een melding van de beëindiging van de wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister. Dat is toch wel heel eenvoudig en dus bij uitstek een techniek om aan gezinshereniging te doen.
Zowel wanneer de wettelijke samenwoning in onderlinge overeenstemming wordt beëindigd als wanneer dat eenzijdig gebeurt, volgt er geen aparte procedure. Steeds vaker hoeven er geen verdere formaliteiten te worden vervuld. De wettelijke samenwoning is een lichtere, dus minder duurzame samenlevingsvorm dan het huwelijk. Dat blijkt ook uit het feit dat een verklaring van wettelijke samenwoning geen huwelijksbeletsel vormt, in tegenstelling tot wat mevrouw Dumery in de commissie hebt gezegd. In artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek wordt dan ook uitdrukkelijk bepaald dat de wettelijke samenwoning ophoudt wanneer een van de partijen in het huwelijk treedt, en die huwelijkspartner kan een derde zijn.
Een schijnwettelijke samenwoning zal moeilijker te bewijzen zijn dan een schijnhuwelijk omdat een bewijs van de eerstgenoemde schijnsituatie niet zal kunnen worden afgeleid uit de omstandigheden die wijzen op het ontbreken van een intentie tot het stichten van een duurzame levensgemeenschap. Ook daar wordt door mevrouw Merlin op gewezen. Vergelijk ter zake de onderscheiden bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.
Over een schijnhuwelijk stelt bijvoorbeeld artikel 146bis: “Er is geen huwelijk wanneer, ondanks de formeel gegeven toestemmingen tot huwelijk, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens een van de echtgenoten kennelijk niet is gericht op het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van gehuwden.” Over schijnwettelijk samenwoning stelt artikel 146bis: “Er is geen wettelijke samenwoning wanneer, ondanks de geuite wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens een van beide partijen kennelijk enkel gericht is op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van wettelijk samenwonen.” Dat zijn twee citaten.
De vraag rijst daarbij hoe men erin zal slagen te bewijzen dat de intentie van minstens een van beide partijen enkel gericht is op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel.
Translated text
In fact, the legal cohabitation can be terminated not only by mutual agreement by the cohabitants, but also unilaterally by means of a written declaration delivered to the official of the civil status, which means that declaration in the event of judicial value explosion to the other party. Subsequently, the civil status official simply makes a notification of the termination of the legal cohabitation in the population register. This is very simple and therefore an excellent technique to do family reunification.
Whether the legal cohabitation is terminated by mutual agreement or unilaterally, there is no separate procedure. More and more often, no further formalities need to be completed. Legal cohabitation is a lighter, therefore less sustainable form of society than marriage. This is also evidenced by the fact that a declaration of legal cohabitation does not constitute a marital barrier, contrary to what Ms. Dumery said in the committee. Article 1476 of the Civil Code therefore expressly provides that the legal cohabitation ceases when one of the parties enters into marriage, and that spouse may be a third party.
A fictitious cohabitation will be more difficult to prove than a fictitious marriage because evidence of the former fictitious situation will not be able to be derived from the circumstances indicating the absence of an intention to establish a sustainable life community. This is also pointed out by Mrs. Merlin. Compare the different provisions of the Civil Code.
For example, Article 146bis states: “There is no marriage when, despite the formally given consent to marriage, from a set of circumstances it appears that the intention of at least one of the spouses is obviously not aimed at the establishment of a lasting life community, but only at obtaining a residence right benefit linked to the state of the spouses.” Article 146bis states: “There is no legal cohabitation if, despite the expressed will of both parties to live together legally, from a set of circumstances it appears that the intention of at least one of both parties is obviously aimed only at obtaining a residence right benefit linked to the state of legal cohabitation.”
The question arises as to how one will be able to prove that the intention of at least one of both parties is only aimed at obtaining a residence right advantage.
#5
Official text
Een ander argument van de N-VA om ons voorstel niet te steunen, is dat ons wetsvoorstel voorziet in een verschillende behandeling, naargelang het gaat om een huwelijk of een verklaring van wettelijke samenwoning.
Dat is inderdaad het geval. Van discriminatie is evenwel geen sprake omdat de verklaring van wettelijke samenwoning fundamenteel verschillend is van die van het huwelijk. Er is dus geen sprake van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen.
De verklaring van wettelijke samenwoning is dus niet per definitie gericht op het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap, kan dus gemakkelijker worden beëindigd en vormt geen huwelijksbeletsel. Het huwelijk is dus belangrijker, want het doet de wettelijke samenwoning teniet. Erfrechtelijk is er ook allesbehalve sprake van een gelijkstelling van het huwelijk.
Sinds de invoering van het homohuwelijk valt ook het mogelijke argument weg dat het alleen toestaan van gezinshereniging op basis van een huwelijk indirecte discriminatie op basis van de seksuele geaardheid inhoudt.
Dat is een inhoudelijke repliek op de argumenten die wij helaas niet in het verslag hebben gehoord, maar die wel in de commissie werden gehanteerd teneinde een tegenstem tegen dit wetsvoorstel te rechtvaardigen.
Zoals ik in de commissie bij de toelichting bij het wetsvoorstel heb uiteengezet, blijft het Vlaams Belang van oordeel dat de aandacht het best kan worden geconcentreerd op de strijd tegen de schijnhuwelijken door niet langer verblijfsrechtelijke gevolgen te verbinden aan de verklaring van wettelijke samenwoning.
Translated text
Another argument of the N-VA for not supporting our proposal is that our bill provides for a different treatment, depending on whether it is a marriage or a declaration of legal cohabitation.
This is indeed the case. However, there is no discrimination because the declaration of legal cohabitation is fundamentally different from that of marriage. Therefore, there is no unequal treatment of equal cases.
The declaration of legal cohabitation is therefore not by definition aimed at the establishment of a sustainable life community, so it can be easier to terminate and does not constitute a marital barrier. Marriage is therefore more important, because it destroys the legal cohabitation. In hereditary terms, there is nothing but an equalization of marriage.
Since the introduction of same-sex marriage, the possible argument that allowing family reunification on the basis of marriage alone constitutes indirect discrimination on the basis of sexual orientation has also been removed.
This is a substantial replica to the arguments that we unfortunately did not hear in the report, but which were used in the committee to justify a vote against this bill.
As I pointed out in the committee in the explanatory note to the bill, the Flemish Interest remains of the opinion that the attention can best be concentrated on the fight against the hypocritical marriages by no longer linking residence legal consequences to the declaration of legal cohabitation.
#6
Official text
Mijnheer de voorzitter, als rapporteur wil ik toch even een correctie aanbrengen aan wat wij net hebben gehoord. De N-VA-fractie heeft wel degelijk gezegd dat wat het Vlaams Belang voorstelt achterhaald is, want wij hebben in de commissie wel al aanpassingen gedaan om het schijnpartnerschap aan te pakken.
Het gaat voorts niet om een discriminatie, maar om het feit dat wij vinden dat er geen verschil is tussen iemand die gehuwd is en iemand die wettelijk samenwoont. Het gaat niet om discriminatie, maar om een politiek standpunt van ons. Daarom hebben wij tegengestemd.
Translated text
As a rapporteur, I would like to make a correction to what we have just heard. The N-VA group has indeed said that what the Flemish Interest proposes is outdated, because we have already made adjustments in the committee to address the false partnership.
Furthermore, it is not a discrimination, but the fact that we believe that there is no difference between someone who is married and someone who lives together legally. It is not about discrimination, but about a political view of us. That is why we voted against.
#7
Official text
Mme Linda Musin, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Translated text
Mrs Linda Musin, rapporteur, refers to her written report.
#8
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, het Europees wegtransport is vandaag voor 94 % afhankelijk van olie. Het overgrote deel van die olie wordt uiteraard geïmporteerd. Daaraan hangt een prijskaartje vast van ongeveer 1 biljoen euro per dag.
Niet alleen op economisch vlak, maar ook voor het leefmilieu zijn de kosten groot. Daarom heeft de Europese Commissie begin dit jaar haar richtlijn “Clean Power for Transport” gelanceerd. Die richtlijn wil alternatieve voertuigtechnologieën stimuleren door ambitieuze doelstellingen vast te leggen voor tank- en laadinfrasctructuur. Wat CNG-voertuigen betreft, bepaalt de richtlijn dat iedere lidstaat tegen 2020 om de 150 kilometer een publiek toegankelijke CNG-pomp moet hebben. Vandaag zijn CNG-voertuigen immers gevangen in een kip-of-eiverhaal. CNG-tankstations worden niet of amper gebouwd omdat er onvoldoende aardgasvoertuigen zijn, en aardgasvoertuigen worden niet verkocht omdat er geen of onvoldoende tankinfrastructuur voorhanden is. De richtlijn zal toelaten om die patstelling te doorbreken.
Met de voorliggende resolutie willen wij mee aan de kar trekken. CNG-voertuigen zijn in ons land bij het grote publiek immers amper bekend. Sommige bedrijven en enkele lokale overheden proberen daar vandaag verandering in te brengen. Wij vragen de federale regering om ook de nodige inspanningen te leveren en maatregelen te nemen, in navolging van landen als Italië, Duitsland, Frankrijk en Nederland, waar aardgasvoertuigen vandaag aan een steile opmars bezig zijn.
Vijf jaar geleden, in november 2008, diende ik voor de eerste keer een resolutie in om CNG-voertuigen te promoten. In de antwoorden die ik toen op parlementaire vragen kreeg, werd er steevast over LPG-voertuigen gesproken. Ook vandaag worden CNG en LPG nog al te vaak met elkaar verward. Nochtans hebben ze weinig tot niets met elkaar te maken. Het bestaan, de mogelijkheden en de voordelen van CNG-voertuigen zijn nog steeds veel te weinig bekend.
Translated text
European road transport is currently 94 % dependent on oil. Most of this oil is imported. This includes a price tag of about 1 trillion euros per day.
Not only economically, but also for the environment, the costs are high. Earlier this year, the European Commission launched its Clean Power for Transport Directive. That directive aims to encourage alternative vehicle technologies by setting ambitious targets for tank and load fracturing structures. As regards CNG vehicles, the Directive provides that by 2020 each Member State must have a publicly accessible CNG pump every 150 kilometers. After all, today CNG vehicles are trapped in a chicken or egg story. CNG tank stations are not or barely built because there are insufficient natural gas vehicles, and natural gas vehicles are not sold because there is no or insufficient tank infrastructure. The directive will allow to break this pattern.
With the present resolution, we want to draw on the car. CNG vehicles are hardly known to the general public in our country. Some companies and some local governments are trying to change that today. We ask the federal government to also make the necessary efforts and take measures, following countries such as Italy, Germany, France and the Netherlands, where natural gas vehicles are today on a steep rise.
Five years ago, in November 2008, I first submitted a resolution to promote CNG vehicles. In the answers I received to parliamentary questions at the time, LPG vehicles were constantly discussed. CNG and LPG are often confused. However, they have little to nothing to do with each other. The existence, capabilities and benefits of CNG vehicles are still far too little known.
#9
Official text
De voordelen zijn nochtans duidelijk. CNG scoort op het vlak van veiligheid net zo hoog als de gangbare brandstoffen. CNG-voertuigen stoten zo goed als geen fijn stof uit en hebben een veel beperktere CO₂-uitstoot dan de voertuigen op traditionele brandstoffen. De technologie is kant-en-klaar. Dat is zeker niet onbelangrijk. Er rijden vandaag honderdduizenden, zo niet miljoenen auto’s rond op CNG. Die zijn perfect in staat om te concurreren qua af te leggen afstanden en technieken met voertuigen die rijden op de bekende, traditionele brandstoffen. Ze beperken de impact op het milieu en ze vormen bovendien een ideale tussenstap naar volledig groene technologieën op het moment waarop biogas in voldoende mate voorhanden zal kunnen zijn.
Voor CD&V is het streven naar een duurzame mobiliteit een en-en-verhaal. We willen de mensen er uiteraard toe bewegen voor de meest duurzame verplaatsingswijze te kiezen, maar dat wil niet zeggen dat we de auto gaan bannen. Voor verplaatsingen waarvoor de auto het meest flexibele en aangewezen vervoermiddel blijft, streven we naar een zo proper mogelijke technologie en naar een rationeel autogebruik.
Het bevorderen van het gebruik van CNG-voertuigen past perfect in deze visie op duurzame mobiliteit. We hopen dan ook dat deze resolutie – met dank aan collega De Bue voor het initiatief – de nodige steun zal krijgen, zoals dat in de commissie het geval was, en dat de regering in lijn met de beleidsnota van staatssecretaris Wathelet en met steun van de Europese richtlijn de nodige inspanningen zal leveren om CNG-voertuigen eindelijk ook in ons land op de kaart te krijgen.
Translated text
However, the benefits are clear. CNG scores in terms of safety as high as conventional fuels. CNG vehicles emit as much as no fine dust and have a much lower CO2 emission than conventional fuel vehicles. The technology is ready. This is ⁇ not insignificant. Today, hundreds of thousands, if not millions, of cars drive around on CNG. Those are perfectly able to compete in terms of fixing distances and techniques with vehicles driving on the familiar, traditional fuels. They reduce the impact on the environment and are also an ideal intermediate step towards fully green technologies at a time when biogas will be sufficiently available.
For CD&V, the pursuit of sustainable mobility is an en-and-story. Of course, we want to encourage people to choose the most sustainable mode of transportation, but that does not mean that we are going to ban the car. For movements for which the car remains the most flexible and suitable means of transport, we strive for as proper technology as possible and for rational car use.
Promoting the use of CNG vehicles fits perfectly into this vision of sustainable mobility. We therefore hope that this resolution – thanks to colleague De Bue for the initiative – will receive the necessary support, as was the case in the committee, and that the government, in line with the policy note of Secretary of State Wathelet and with the support of the European directive, will make the necessary efforts to finally get CNG vehicles on the map in our country.
#10
Official text
Monsieur le président, chers collègues, je vais être assez brève puisque que notre collègue Van den Bergh a bien expliqué tout le contexte de la résolution. Je voudrais simplement rappeler que cette proposition s'inscrit dans des objectifs européens en termes environnementaux.
Nous devons conscientiser la population à ces enjeux et surtout lui proposer des alternatives crédibles. Nous devons inciter le gouvernement à prendre une série d'initiatives susceptibles d'encourager l'introduction des véhicules au gaz naturel, comme d'autres pays l'ont déjà réalisée.
Concrètement, nous pensons que l'autorité fédérale dispose d'une capacité d'action, par exemple en fixant les accises au minimum européen. Cela incitera les investisseurs à miser sur les véhicules au gaz naturel. Nous demandons donc un cadre fiscal clair, plus avantageux, pour les véhicules au gaz naturel.
Il faut que notre gouvernement mette tout en place afin de favoriser la construction de points de ravitaillement en gaz naturel, sur des sites nouveaux ou existants, par une intégration rapide dans les réglementations des règles relatives aux stations CNG et qu'il étudie aussi les mesures de soutien.
Nous demandons une sensibilisation accrue à ce carburant alternatif, ainsi que la création d'une task force au sein de laquelle des spécialistes provenant de l'État fédéral mais aussi des Régions élaborent des mesures d'incitation. Le CNG est à l'intersection de plusieurs compétences qui sont du ressort de différents niveaux de pouvoir.
La mise en place de ces mesures visant à promouvoir la voiture au gaz naturel permettra de faire un pas pour atteindre les objectifs de l'Union européenne, qui entend arriver à 13 % d'énergie renouvelable et diminuer de 15 % les émissions de CO₂ à l'horizon 2020.
Monsieur le secrétaire d'État, lors de la discussion de cette résolution, votre cabinet a présenté le plan qui sera dévoilé à la mi-janvier. La volonté de recréer un groupe de travail au sein de la task force va donc déboucher sur une série de propositions et d'actions. Nous espérons que cette résolution contribuera à la mise en place rapide des mesures concrètes que vous allez dévoiler prochainement.
Je voudrais, à l'instar de M. Van den Bergh, remercier tous les collègues qui ont soutenu cette proposition à l'unanimité lors des débats en commission.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, I will be quite brief since our colleague Van den Bergh has well explained the whole context of the resolution. I would simply like to remind you that this proposal is part of European environmental objectives.
We must raise public awareness of these challenges and above all offer them credible alternatives. We must encourage the government to take a series of initiatives that could encourage the introduction of natural gas vehicles, as other countries have already done.
Specifically, we believe that the federal authority has a capacity to act, for example by fixing excise duties at the European minimum. This will encourage investors to bet on natural gas vehicles. We therefore call for a clear, more advantageous tax framework for natural gas vehicles.
Our Government must make every effort to promote the construction of natural gas supply points, on new or existing sites, by rapidly integrating CNG stations rules into the regulations, and also consider support measures.
We call for increased awareness of this alternative fuel, as well as the creation of a task force in which specialists from the federal state as well as the Regions develop incentive measures. CNG is at the intersection of several skills that are under the jurisdiction of different levels of power.
The implementation of these measures aimed at promoting the natural gas car will be a step towards achieving the EU’s targets of reaching 13% renewable energy and reducing CO2 emissions by 15% by 2020.
Mr. Secretary of State, during the discussion of this resolution, your cabinet presented the plan that will be unveiled in mid-January. The desire to re-create a working group within the task force will therefore result in a series of proposals and actions. We hope that this resolution will contribute to the rapid implementation of the concrete measures you will announce soon.
I would like, like Mr. Van den Bergh, thank all colleagues who supported this proposal unanimously during committee discussions.
#11
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de resolutie die wij vandaag ter goedkeuring aan dit Parlement aanbieden en die door de Kamercommissie unaniem werd goedgekeurd, is een stap voorwaarts.
In het belang van dit dossier, kunnen wij evenwel geen genoegen nemen met enkel deze resolutie. Het zijn vijgen na Pasen. Ik wil u eraan herinneren dat mijn fractie in het verleden zowel u als uw voorganger, de heer Magnette, op een aantal vaststellingen heeft gewezen. Ik verwijs onder meer naar een aantal tussenkomsten van collega Rita De Bont die op dat vlak zowel de heer Magnette als uzelf in 2010 en 2012 heeft ondervraagd over de trage vordering in België van de evolutie van de elektrische voertuigen en CNG-voertuigen. We weten ook dat niet alle fouten aan uw beleid liggen, maar de maatregelen die u tot op heden heeft genomen, hebben ervoor gezorgd dat wij in een situatie zijn gekomen waarmee wij allerminst genoegen kunnen nemen.
Eerst en vooral is er de vaststelling dat de Europese Commissie begin dit jaar bekend heeft gemaakt dat zij voor België alleen wil komen tot 20 000 laadpunten in 2020. Mijnheer de staatssecretaris, 20 000 laadpunten voor elektrische voertuigen, nog los van de CNG-problematiek, dat zorgt ervoor dat u een enorme inhaaloperatie moet uitvoeren.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Secretary of State, the resolution that we present today for approval to this Parliament and which was unanimously approved by the Chamber Committee is a step forward.
However, in the interests of this dossier, we cannot satisfy ourselves with this resolution alone. They are figs after Easter. I would like to remind you that in the past, both you and your predecessor, Mr Magnette, have been referred to by my group to a number of findings. I refer, among other things, to a number of interventions by colleague Rita De Bont who in this regard questioned both Mr Magnette and you in 2010 and 2012 about the slow progress in Belgium of the evolution of electric vehicles and CNG vehicles. We also know that not all mistakes lie in your policies, but the measures you have taken so far have made us into a situation that we cannot satisfy at all.
At the beginning of this year, the European Commission announced that it intends to reach 20 000 charging points for Belgium alone by 2020. Mr. Secretary of State, 20 000 charging points for electric vehicles, still apart from the CNG problem, which makes you have to perform a massive collection operation.
#12
Official text
In 2011 had België immers niet meer dan 188 laadpunten voor elektrische voertuigen. U kunt een beetje rekenen, mijnheer de staatssecretaris, dus u weet dat wij op minder dan 7 jaar van 188 laadpunten tot 20 000 laadpunten moeten komen, alleen al voor elektrische voertuigen.
Translated text
In 2011, Belgium had no more than 188 charging points for electric vehicles. You can count a little, Mr. Secretary of State, so you know that in less than 7 years we must get from 188 charging points to 20 000 charging points, only for electric vehicles.
#13
Official text
(…)
Translated text
The [...]
#14
Official text
U mag het luider zeggen. Als het gaat over de laadpunten, wil ik het ook graag horen, mijnheer de staatssecretaris.
Translated text
You can say it louder. When it comes to the loading points, I would also like to hear it, Mr. Secretary of State.
#15
Official text
(…) J’écoute.
Translated text
[...] I’m listening.
#16
Official text
Er moet een stijging zijn van 188 naar 20 000…
Translated text
There should be an increase from 188 to 20 000...
#17
Official text
Ik ben vereerd, de staatssecretaris is nu een en al aandacht.
Translated text
I am honored, the Secretary of State is now a full attention.
#18
Official text
Ik zou graag hebben dat u hetzelfde respect zou tonen voor uw collega’s in de commissie.
Translated text
I would like you to show the same respect to your colleagues in the committee.
#19
Official text
Wij zullen er inderdaad op terugkomen, op respect voor collega’s, op wederzijds respect.
Translated text
We will indeed return to it, on respect for colleagues, on mutual respect.
#20
Official text
Venons-en à l'essentiel en cette veille de Saint-Nicolas.
Translated text
Let’s get to the most important thing in this day of Saint Nicholas.
#21
Official text
Mijnheer de staatssecretaris, het is duidelijk dat de problematiek waarmee u hier geconfronteerd wordt, en de eisen die de Europese Commissie oplegt, u aanmanen iets te doen. Niet zozeer deze resolutie maar Europa maant u aan tot de nodige maatregelen. U schiet echter zwaar te kort.
Enerzijds, is er de problematiek van de elektrische voertuigen, anderzijds, die van voertuigen op vloeibaar gas, waar deze resolutie over gaat.
Translated text
Mr. Secretary of State, it is clear that the problems you are facing here, and the demands imposed by the European Commission, urge you to do something. Not so much this resolution but Europe urges you to take the necessary measures. You are shooting too short.
On the one hand, there is the problem of electric vehicles, on the other hand, that of vehicles powered by liquefied gas, which this resolution deals with.
#22
Official text
Ook daar stelt de Europese Commissie dat de komende jaren alle grote havens moeten worden uitgerust met vaste of mobiele tankstations voor vloeibaar aardgas. Op de grote Europese verkeersassen moeten vrachtwagens om de 400 kilometer vloeibaar gas kunnen tanken. Auto’s moeten om de 150 kilometer kunnen worden bediend met gecomprimeerd aardgas.
Als wij zien wat de sobere en bescheiden doelstellingen zijn van deze resolutie, die u in feite aanmanen om maar een peulschil te doen van wat Europa vraagt, dan meen ik dat wij ver verwijderd zijn van wat u de komende maanden beleidsmatig zult moeten realiseren. Om u toch een beetje gerust te stellen, ondertussen reageerde de sector, in die zin dat België tegen 2020 slechts 12 000 van de 20 000 laadpunten voor elektrische voertuigen zal moeten installeren. Nogmaals, in 2011 werden er slechts 188 geïnstalleerd, terwijl er in 2020 12 000 moeten zijn. Ik vrees dat u nog maar weinig tijd zal hebben voor een leuke koffieklets tijdens plenaire vergaderingen…
Als wij de tankstations voor CNG zelf bekijken, dan werden er enkel in Vlaanderen dit jaar nog maar 4 vergunningen afgeleverd voor nieuwe tankstations. Dit zorgt voor een totaal van 18 in Vlaanderen. Misschien kunt u straks de cijfers meedelen voor Wallonië. Ook daar loopt het vergunningenbeleid echter strop. Ook daar stellen wij vast dat de realisatie van die nieuwe tankstations enorm op zich laat wachten.
Dit zorgt natuurlijk voor een zeer duale situatie, mijnheer de minister. Enerzijds, zijn die voertuigen zeer duur, anderzijds, is er een onvoldoende groot aanbod om gebruik te maken van laadpunten, zowel voor CNG-voertuigen als voor elektrische voertuigen.
Translated text
In the coming years, all major ports should be equipped with fixed or mobile gas stations for liquefied natural gas. On the major European roadways, trucks must be able to refuel every 400 kilometers of liquefied gas. Cars should be able to operate compressed natural gas every 150 kilometers.
If we see what the sober and modest objectives of this resolution are, which in fact urge you to do a little bit of what Europe demands, then I think we are far from what you will have to ⁇ politically in the coming months. To reassure you, however, the industry has responded in the sense that by 2020 Belgium will only have to install 12 000 of the 20 000 charging points for electric vehicles. Again, in 2011 only 188 were installed, while in 2020 there should be 12 000. I am afraid that you will have little time for a fun coffee chat during plenary meetings...
If we look at the CNG gas stations themselves, only in Flanders this year only 4 permits were delivered for new gas stations. This makes for a total of 18 in Flanders. You may later be able to communicate the figures for Wallonia. However, the licensing policy is also strict. We also note that the realization of these new gas stations leaves a lot of waiting.
This, of course, creates a very dual situation, Mr. Minister. On the one hand, these vehicles are very expensive, on the other hand, there is not a large enough supply to make use of charging points, both for CNG vehicles and for electric vehicles.
#23
Official text
Laten wij het nu even hebben over uw beleid, los van het cijfermateriaal, mijnheer de staatssecretaris.
In uw beleidsbrief en in de bespreking ervan steekt u heel wat tijd; dat mochten wij deze week nog ervaren. Toen u het twee jaar geleden, bij de voorstelling van uw eerste beleidsbrief, over de elektrische voertuigen had, moesten wij het met één korte passage stellen. Ik citeer: “Tot slot zal in perfecte samenwerking met de Gewesten en het geheel van de stakeholders een masterplan worden opgesteld, om de ontwikkeling van elektrische voertuigen op de Belgische markt aan te moedigen.” Mijnheer de staatssecretaris, twee jaar later wachten wij nog altijd op uw masterplan. Hoe kunnen wij u met onze sobere resolutie tot enige spoed aanzetten, als u er zelfs niet in slaagt uw eigen beleidsbrief na te leven? Niet getreurd echter, wij geven u nog een jaartje bij. Wij zullen zien wat u in uw beleidsbrief voor het jaar 2014 hebt geschreven.
Tot dan moeten wij het met opnieuw een iets langere passage doen, namelijk met twee citaten. Ik citeer: “Vanuit een transversale aanpak van het geheel van zijn bevoegdheden zal de staatssecretaris voor Energie, Mobiliteit en Leefmilieu alle hefbomen gebruiken waarover hij beschikt, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen evenals de vervuiling, veroorzaakt door de verschillende transportmodi en energieproductiewijzen. Op het kruispunt van deze drie bevoegdheden zal hij een groot transversaal project voor de ontwikkeling van elektrische voertuigen met lage CO₂-uitstoot ondersteunen.” Hier hebt u het al over “een groot transversaal project”.
Mijnheer de staatssecretaris, waar is uw groot transversaal project? Misschien hebt u het in uw zak gestoken of hebt u het in de koffiekamer laten liggen. Ik heb er in ieder geval nog niks van gezien. Wij geven u echter nogmaals een kans; laatste keer, goede keer in 2014. Ook naar uw beleidsbrief 2014 kijken wij in volle spanning uit, zoals een kind wacht op wat Sinterklaas in zijn schoentje heeft gelegd.
Ook ter zake citeer ik — al had u blijkbaar weinig creativiteit, te zien aan de copy/paste —: “Op het kruispunt van deze drie bevoegdheden zal ik een groot transversaal project voor de ontwikkeling van elektrische voertuigen met lage CO2-uitstoot ondersteunen. In een gezamenlijke benadering met andere FOD’s en de regio’s zal ik pleiten voor een duurzame emissienorm in het licht van Horizon 2020 voor voertuigen en bestelwagens.” U voegt er nog de volgende passage aan toe — toen had u blijkbaar wel inspiratie op een blauwe maandag —: “Voertuigen die rijden op basis van aardgas, kunnen eveneens een belangrijke rol spelen in de mobiliteit op middellange termijn.”
Translated text
Now let’s talk about your policy, apart from the number material, Mr. Secretary of State.
In your policy letter and in the discussion of it you put a lot of time; we should have experienced that this week. When you introduced your first policy letter about electric vehicles two years ago, we had to put it in a short passage. I quote: “Finally, in perfect cooperation with the regions and all stakeholders, a master plan will be developed to encourage the development of electric vehicles in the Belgian market.” How can we urge you to hurry with our sober resolution, if you are not even able to comply with your own policy letter? Don’t worry, we’ll give you one more year. We will see what you wrote in your policy letter for 2014.
Until then, we have to do it again with a slightly longer passage, namely, with two quotes. I quote: “From a transversal approach to the whole of his powers, the State Secretary for Energy, Mobility and Environment will use all the leverages at his disposal to reduce greenhouse gas emissions as well as the pollution caused by the different modes of transport and energy production. At the crossroads of these three powers, he will support a large transversal project for the development of low-carbon electric vehicles.”
Mr. Secretary of State, where is your major transversal project? Maybe you put it in your pocket or you left it in the coffee room. At least I haven’t seen anything yet. However, we are giving you another chance; last time, good night in 2014. We also look forward to your policy letter 2014, as a child is waiting for what Sinterklaas has put in his shoe.
Also in this regard, I quote — although you seem to have had little creativity, as can be seen on the copy/paste —: “At the crossroads of these three powers, I will support a large transversal project for the development of low-carbon electric vehicles. In a joint approach with other FODs and the regions, I will advocate a sustainable emission standard in the light of Horizon 2020 for vehicles and trucks.” You add the following passage – you seem to have been inspired by a Blue Monday –: “Natural gas-powered vehicles can also play an important role in medium-term mobility.”
#24
Official text
De milieuprestaties van deze voertuigen zijn aanzienlijk beter dan die van voertuigen op benzine of diesel. Voor CNG en LNG zullen de criteria worden bepaald op het vlak van de technische normen waaraan de installaties moeten voldoen en op het vlak van de capaciteiten van de installateurs en hun controle.”
Mijnheer de staatssecretaris, ik weet ook wel wat de voordelen zijn van elektrische voertuigen en van CNG-voertuigen. Dit is gewoon bladvulling, maar heeft niets te maken met uw beleid.
Wat wij hier doen, is een grote ballon oplaten. Aan u, mijnheer de staatssecretaris, om hier vandaag nog eens te zeggen dat u daarmee rekening zult houden en daarvan werk zult maken. Dat zegt u al drie jaar, maar de voorbije drie jaar hebt u op dat vlak niets gedaan. In plaats van een brave resolutie waarin wij vragen om een beetje meer uw best te doen, zou u een rode kaart moeten krijgen aangezien u de voorbije drie jaar niet de minste moeite hebt gedaan om in dit dossier ook maar iets te realiseren.
Translated text
The environmental performance of these vehicles is significantly better than that of gasoline or diesel vehicles. For CNG and LNG, the criteria will be determined in terms of the technical standards to which the installations must comply and in terms of the capacity of the installers and their control.”
I also know the advantages of electric vehicles and CNG vehicles. This is just page filling, but has nothing to do with your policy.
What we do here is putting up a big balloon. To you, Mr. Secretary of State, to say again here today that you will take this into account and work on it. You have been saying this for three years, but in the last three years you have done nothing in that area. Instead of a brave resolution in which we ask you to do a little more of your best, you should get a red card as you have not made the slightest effort in the past three years to realize anything in this file.
#25
Official text
Le rapporteur, M. Geerts, est excusé. Il renvoie à son rapport écrit.
Translated text
The rapporteur, Mr. Geerts is apologized. He returns to his written report.
#26
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal kort toelichten waarover het precies gaat. De borden F99a, F99b en F99c duiden vooral landbouwwegen aan of andere wegen die alleen voorbehouden zijn voor voetgangers, fietsers en ruiters. Dat wil evenwel niet zeggen dat er geen gemotoriseerde voertuigen zijn toegelaten, bijvoorbeeld van aangelanden, omwonenden of personen die daar in de buurt moeten zijn, voertuigen voor onderhoud, afvalophaling, toezicht, hulpverlening enzovoort.
Vandaag legt de wegcode voor die specifieke wegen geen snelheidsbeperking op, wat de facto betekent dat men daar 90 kilometer per uur zou mogen rijden, wat tot gekke situaties leidt, zoals een beperking tot 70 kilometer per uur langs gewestwegen, terwijl men op die kleine landbouwwegen 90 kilometer per uur mag rijden. Bovendien worden die wegen heel veel gebruikt door zacht wegverkeer, fietsers en voetgangers, en is een aangepaste snelheid raadzaam.
Daarom willen wij aan de verkeersborden F99a, F99b en F99c automatisch een snelheidsbeperking tot 30 kilometer per uur koppelen, analoog aan voetgangerszones, speelstraten, fietsstraten, woonerven en dergelijke meer. Op die manier hoeven er ook geen extra verkeersborden opgehangen te worden, want die zijn er ook reeds genoeg vandaag.
Als die snelheidsbeperking er komt, kunnen wij hiermee wegbeheerders, veelal gemeentebesturen in landelijke gebieden, heel wat werk uitsparen, en wordt de veiligheid voor voetgangers en fietsers verhoogd.
Translated text
Mr. Speaker, I will briefly explain exactly what it is about. The signs F99a, F99b and F99c mainly indicate agricultural roads or other roads reserved only for pedestrians, cyclists and riders. This does not mean, however, that there are no motor vehicles allowed, for example of landers, residents or persons who must be nearby, vehicles for maintenance, waste collection, surveillance, emergency services and so on.
Today, the road code for those specific roads does not impose a speed limit, which de facto means that one would be allowed to drive 90 kilometers per hour there, leading to crazy situations, such as a limit to 70 kilometers per hour along coastal roads, while on those small agricultural roads one is allowed to drive 90 kilometers per hour. In addition, these roads are widely used by soft road traffic, cyclists and pedestrians, and an adjusted speed is advisable.
Therefore, we want to automatically associate a speed limit to 30 kilometers per hour with the F99a, F99b and F99c traffic signs, similar to pedestrian zones, playgrounds, bicycle streets, residential settlements and the like. In this way, there is also no need to hang additional traffic signs, because there are already enough of them today.
If that speed limit is introduced, we can save road managers, often municipalities in rural areas, a lot of work, and the safety of pedestrians and cyclists is increased.
#27
Official text
Mijnheer de staatssecretaris, u verweet mij dat ik mij niet collegiaal zou opstellen.
Bij elk parlementair stuk dat ter bespreking in de commissie wordt voorgelegd, wordt er steeds een verslaggever aangesteld. Welnu, ik stel mij daarvoor telkens kandidaat, maar in de drie jaar dat ik volksvertegenwoordiger ben, ben ik er een keer in geslaagd om verslaggever te zijn van een parlementair stuk. Dat was nog onder staatssecretaris Schouppe. Systematisch wordt een andere collega voorgedragen, ook al heeft dat geen enkele politieke waarde. In het Vlaams Parlement gaat men daar probleemloos mee om en aanvaardt men dat sommigen verslaggever zijn, terwijl dat hier blijkbaar een hot item is en zeer gevoelig ligt.
Als wij dan vaststellen dat collega’s die ijverig en vol energie vragen om verslaggever te zijn, zelfs niet de moeite doen om hier aanwezig te zijn en verslag uit te brengen, dan vraag ik wie hier dan niet collegiaal is, mijnheer de staatssecretaris? Misschien kunt u in uw repliek, die er misschien niet komt, eens op die collegialiteit wijzen. De collegialiteit moet in beide richtingen gaan. Over dergelijke feiten heb ik u nog nooit horen klagen.
Ik kom tot mijn opmerkingen over het dossier zelf.
Ik wil de heer Van den Berghe loven voor zijn initiatief ter zake. Ik denk dat het een goede zaak is dat een dergelijk initiatief wordt genomen. Op die manier wordt de verkeersveiligheid verbeterd. Ik denk dat het belangrijk is dat die snelheidsbeperking wordt ingevoerd op wegen waar dergelijke borden van toepassing zijn.
Enerzijds, heeft de Vlaamse regering – en misschien doet dit sommige Franstaligen huiveren om de tekst goed te keuren – bij ontstentenis van een advies van het Waals Gewest, dat ongetwijfeld te druk bezig is, duidelijk gemaakt dat zij achter het voorstel staat, omdat het niet tot extra verkeersborden leidt. Gelet op de wildgroei aan verkeersborden kunnen wij het voorstel zeker toejuichen.
Translated text
Mr. Secretary of State, you told me that I would not present myself as a collegial.
For every parliamentary document submitted for discussion in the committee, a reporter is always appointed. Well, I make myself a candidate for that every time, but in the three years that I am a People’s Representative, I have once succeeded in being a reporter of a parliamentary piece. This was under Secretary of State Schouppe. Systematically, another colleague is proposed, even though it has no political value. In the Flemish Parliament, this is easily addressed and it is accepted that some are journalists, while that is obviously a hot item and is very sensitive.
If we find that colleagues who diligently and energetically ask to be reporters do not even make the effort to be present here and report, then I ask who is not collegial here, Mr. Secretary of State? Maybe you can point out that collegiality in your replica, which may not be there. Collegiality must go in both directions. I have never heard you complain about such facts.
I would like to comment on the case itself.
I would like to praise Mr Van den Berghe for his initiative on this subject. I think it is a good thing that such an initiative is taken. This will improve road safety. I think it is important that that speed limit is introduced on roads where such signs apply.
On the one hand, the Flemish government – and ⁇ this makes some French speakers whisper to approve the text – in the absence of an opinion from the Waals Region, which is undoubtedly too busy, has made clear that it is behind the proposal, because it does not lead to additional traffic signs. Given the wild growth of traffic signs, we can surely welcome the proposal.
#28
Official text
Anderzijds, heb ik toch bedenkingen bij het feit dat een wetsvoorstel wordt gehanteerd om te sleutelen aan een KB. Mijnheer de staatssecretaris, we hebben daar in het verleden al over gediscussieerd. Het toeval wou dat u bij de bespreking in de commissie voor de Infrastructuur waarschijnlijk te zeer bezwaard was met allerlei andere activiteiten. U kon daar dus niet aanwezig zijn. Het wetsvoorstel werd ingediend op 27 juni 2013. We hebben het nog geen maand geleden besproken, op 13 november. U had dus in feite alle tijd om zelf met een KB te komen, zodat wij niet opnieuw zouden moeten metsen aan een KB met een wetsvoorstel.
Ik heb de vertegenwoordiger van uw kabinet toen gevraagd waarom u zelf ter zake geen initiatief hebt genomen. Als wij hier vandaag een verslaggever hadden gehad, dan zou dat reeds in het debat gebracht zijn. Nu u er toch bent, mijnheer de staatssecretaris, had ik graag van u vernomen waarom u zelf geen initiatief hebt genomen in al die maanden die u had om met een wijziging van het KB te komen? Zo had u kunnen vermijden dat wij hier met een weliswaar goed wetsvoorstel moeten metsen aan een KB.
Ik kijk uit naar uw antwoord.
Translated text
On the other hand, I still have concerns about the fact that a bill is used to key to a KB. Mr. Secretary of State, we have discussed this in the past. The coincidence meant that during the discussion in the Infrastructure Committee you were probably too busy with all sorts of other activities. You could not be present there. The bill was submitted on 27 June 2013. We discussed it not a month ago, on November 13. So you actually had all the time to come up with a KB yourself, so that we would not have to again measure a KB with a bill.
I asked the representative of your cabinet then why you did not take the initiative on this subject. If we had a reporter here today, that would have already been put into the debate. Now that you are there, Mr. Secretary of State, I would like to hear from you why you have not taken the initiative yourself in all those months that you had to come up with a change to the KB? Thus, you could have avoided that we here with a ⁇ good bill should measure to a KB.
I look forward to your answer.
#29
Official text
Monsieur le président, vous me permettrez de renvoyer à mon rapport écrit.
Translated text
Please allow me to refer to my written report.
#30
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, het voorliggend wetsontwerp is erop gericht om het statuut van het Muntfonds te wijzigen, met name van een staatsdienst met afzonderlijk beheer naar een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie.
Het statuut van staatsdienst met afzonderlijk beheer komt uit de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991. De gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit worden geleidelijk vervangen door de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat.
Wat gebeurt er nu? Staatsbedrijven met afzonderlijk beheer worden getransformeerd in administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie.
In principe is het niet de bedoeling om mijn betoog uit de commissie hier opnieuw te houden, mijnheer de minister, maar ik zal toch twee opmerkingen formuleren, eerst over het nut van het voorliggend wetsontwerp en vervolgens over de overgangsbepalingen.
Ten eerste, de N-VA is nog altijd van mening dat het wetsontwerp eigenlijk compleet overbodig is en dus nutteloos wetgevend werk is. De wet van 22 mei 2003 bepaalt immers dat de staatsdiensten met afzonderlijk beheer automatisch overgaan op het statuut van administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie. Het was dus absoluut niet nodig om dat te verduidelijken.
Ten tweede, volgens artikel 4 treedt het wetsontwerp in werking op 1 januari 2014, de dag dat de bepalingen omtrent de administratieve diensten met boekhoudkundig beheer in de wet van 22 mei 2003 in werking treden.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, the present bill is aimed at changing the statute of the Monetary Fund, in particular from a state service with separate management to an administrative service with accounting autonomy.
The statute of public service with separate management is derived from the coordinated laws on the Rijksaccountability of 17 July 1991. The coordinated laws on the national accounting are gradually replaced by the law of 22 May 2003 concerning the organization of the budget and of the accounting of the federal state.
What is happening now? State-owned companies with separate management are transformed into administrative services with accounting autonomy.
In principle, it is not intended to repeat my discourse from the committee here, Mr. Minister, but I will nevertheless formulate two comments, first on the usefulness of the present bill and then on the transitional provisions.
First, the N-VA still believes that the bill is actually completely superfluous and therefore useless legislative work. In fact, the Act of 22 May 2003 stipulates that the state services with separate management automatically switch to the status of administrative service with accounting autonomy. Therefore it was absolutely not necessary to clarify this.
Secondly, according to Article 4, the bill enters into force on 1 January 2014, the date on which the provisions concerning the administrative services with accounting management in the Act of 22 May 2003 enter into force.
#31
Official text
Mijnheer de minister, ik heb u in de commissie gevraagd of de bepaling over de inwerkingtreding al dan niet noodzakelijk is. Indien deze niet noodzakelijk is, dan was dit wetsontwerp niet nodig. Als de inwerkingtreding niet noodzakelijk is, kunnen wij ze laten vallen; is ze wel noodzakelijk, dan is het de vraag waarom ze niet voor Fedorest werd toegepast. Immers, in artikel 82 van de wet houdende fiscale en financiële bepalingen van 13 december 2012 werd de staatsdienst met afzonderlijk beheer Fedorest eveneens omgevormd tot een administratieve dienst.
Waarom kon destijds de staatsdienst Fedorest worden omgevormd tot een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, zonder een bepaling over de inwerkingtreding? Op die vraag kon u in die commissie niet meteen antwoorden, mijnheer de minister. Wij hebben in dat verband geen enkel probleem gemaakt, maar hebben wel opgemerkt dat wij graag uw antwoord in het verslag zouden zien. Welnu, over de analogie of het gebrek eraan met Fedorest wijst u er in het verslag op dat beide gevallen niet met elkaar te vergelijken zijn. Het Muntfonds bestaat immers sinds 1930, terwijl Fedorest pas na de publicatie van de wet van 22 mei 2003 is gecreëerd. U voegt eraan toe dat Fedorest bij de aanvang werd opgericht als administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie, zodat er logischerwijze geen omvorming nodig was. Bovendien geeft u aan dat het op het moment van de oprichting niet duidelijk was wanneer Fedorest klaar zou zijn om zich aan de boekhoudkundige vereisten te conformeren. Om die reden werd er niet voorzien in een specifieke datum voor de inwerkingtreding.
Mijnheer de minister, wij hebben er alle begrip voor dat u in de commissie niet meteen kunt antwoorden. Als u vervolgens een schriftelijk antwoord geeft dat wordt vermeld in het verslag, dan zou het fijn zijn, mocht dat antwoord ook correct zijn. Uw antwoord is echter niet juist.
Translated text
Mr. Minister, I have asked you in the committee whether the provision on entry into force is necessary or not. If this is not necessary, then this bill is not necessary. If the entry into force is not necessary, we can drop them; if it is necessary, it is the question why it was not applied to Fedorest. In fact, in Article 82 of the Tax and Financial Provisions Act of 13 December 2012 the state service with separate management Fedorest was also transformed into an administrative service.
Why then could the state service Fedorest be transformed into an administrative service with accounting autonomy, without a provision on its entry into force? You could not immediately answer that question, Mr. Speaker. We did not raise any problems in this regard, but we noted that we would like to see your answer in the report. Well, about the analogy or lack of it with Fedorest, you point out in the report that both cases are incomparable. The Monetary Fund has existed since 1930, while Fedorest was only created after the publication of the Act of 22 May 2003. You add that Fedorest was initially established as an administrative department with accounting autonomy, so logically no transformation was needed. In addition, you indicate that at the time of its establishment it was not clear when Fedorest would be ready to comply with the accounting requirements. Therefore, there was no specific date for its entry into force.
We understand that you cannot answer immediately. If you then give a written answer that is listed in the report, it would be nice if that answer was also correct. However, your answer is not correct.
#32
Official text
Artikel 73 van de programmawet van 8 juni 2008 richt Fedorest op. Artikel 73 bepaalt: “Voor het beheer van de dienstverlening inzake restauratie voor de verschillende federale overheidsdiensten wordt, overeenkomstig artikel 140 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, binnen de Federale Overheidsdienst met ingang van 1 januari 2009, een staatsdienst met afzonderlijk beheer opgericht, met als naam Fedorest.” Fedorest is dus wel degelijk eerst opgericht als een staatsdienst met afzonderlijk beheer en achteraf omgezet in een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie.
Zowel het Muntfonds als Fedorest bevonden zich dus in eenzelfde situatie. Wij hebben beide met elkaar vergeleken en bij de ene staat er geen inwerkingtreding, maar bij de andere wel. Uw antwoord was verkeerd, want blijkbaar was het eerst wel degelijk een staatsdienst met afzonderlijk beheer.
Dus stel ik opnieuw de vraag of de bepaling van inwerkingtreding noodzakelijk is? Het zou natuurlijk ook kunnen dat er een fout staat in de wetten die wij destijds hebben goedgekeurd in het kader van Fedorest, vermits er toen geen bepaling van inwerkingtreding was.
Wij hebben ons in de commissie onthouden bij de stemming en wij zullen dat blijven doen, omdat wij dit wetsontwerp overbodig vinden en vooral omdat wij het jammer vinden dat zelfs het schriftelijk antwoord op een vraag in de commissie, verkeerd is. Dat hadden wij van u niet verwacht, mijnheer de minister, want wij dachten dat u altijd voor correctheid was. Dit heeft ons teleurgesteld.
Translated text
Article 73 of the Program Law of 8 June 2008 establishes Fedorest. Article 73 stipulates: “For the management of the restoration services for the various federal public services, in accordance with article 140 of the Acts on the National Accounting, coordinated on 17 July 1991, within the Federal Public Service from 1 January 2009, a separate state service with the name Fedorest is established.”
Both the Fed and the Monetary Fund were in the same situation. We have both compared and with one there is no entry into force, but with the other it is. Your answer was wrong, because apparently it was in the first place indeed a public service with separate management.
So I ask again whether the provision of entry into force is necessary? Of course, there could also be an error in the laws that we approved at the time in the framework of Fedorest, as there was no provision of entry into force at the time.
We abstained in the committee and we will continue to do so because we find this bill superfluous and especially because we regret that even the written answer to a question in the committee is incorrect. We did not expect that from you, Mr. Minister, because we thought you were always for correctness. This has disappointed us.
#33
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Wouters, mocht het fout zijn, dan zal ik dat toegeven. Ik ben daartoe nu echter niet in staat, niet bij gebrek aan vermogen om mijn fouten toe te geven, maar omdat ik de betrokken wetten helaas niet allemaal bijheb.
U bent net zo volhardend als ikzelf en daarom denk ik dat wij dit ter gelegenheid van een parlementaire vraag zullen uitspitten.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Wouters, if it was wrong, I will admit it. However, I am now unable to do so, not because of the lack of ability to admit my mistakes, but because, unfortunately, I do not record all the laws concerned.
You are as persistent as I am, and therefore I think we will spit out this on the occasion of a parliamentary question.
#34
Official text
Mijnheer de minister, het is jammer dat u mij nu geen antwoord kunt geven. Wij zijn allebei even koppig en blijven voor ons gelijk gaan, dus ik zal zeker een vraag indienen, zodat u een correct antwoord kunt voorbereiden.
Translated text
Mr. Minister, it is a pity that you cannot answer me now. We are both equally stubborn and keep going right for us, so I will definitely submit a question so you can prepare a correct answer.
#35
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, mes chers collègues, en tant que rapporteur du projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 portant création de la Coopération technique belge (CTB) sous la forme d'une société de droit public et du projet de loi modifiant la loi du 3 novembre 2001 relative à la création de la Société belge d'Investissement pour les pays en développement (BIO) et modifiant la loi du 21 décembre 1998 portant création de la Coopération technique belge sous la forme d'une société de droit public, je me réfère à mon rapport écrit.
J'interviens donc au nom de mon groupe politique.
Monsieur le président, monsieur le ministre, nous avons eu l'occasion, lors du débat en commission sur le budget 2014 de la Coopération au développement, de regretter que notre budget s'éloigne sensiblement des 0,7 % du PNB. C'était un objectif pour l'année 2015 mais, soyons lucides, étant donné la conjoncture économique et notre situation budgétaire, nous ne pourrons pas atteindre ce montant de l'aide publique au développement en 2015. Or, le bilan des Objectifs du Millénaire pour 2015 et les débats qui s'organisent sur la poursuite de cet effort soulignent la nécessité impérieuse de renforcer nos efforts pour aider et accompagner les pays et les populations vers un développement durable. La solution est donc de faire mieux avec moins. La solution est d'améliorer sans cesse nos instruments pour que l'argent que nous mobilisons soit utilisé au mieux en faveur des pays partenaires de notre coopération.
Monsieur le ministre, ce débat sur la meilleure utilisation des fonds publics pour notre coopération au développement était au centre de la réflexion de vos prédécesseurs, Charles Michel et Olivier Chastel, pour moderniser la loi de 1999 sur la coopération. Il a été aussi au cœur de la Déclaration de Paris sur l'efficacité de l'aide au développement de mars 2005. Il se retrouve dans ces projets de loi sur la CTB et BIO et reviendra à nouveau lorsque, par exemple, la nouvelle coalition issue des urnes du 25 mai 2014 rediscutera de la liste de nos pays partenaires.
Tous les acteurs de la coopération ont cet objectif en tête: améliorer l'efficacité de notre aide publique au développement.
Si vous voulez renforcer l'efficacité, le rendement ainsi que la transparence et la pertinence des interventions de BIO en faveur des entreprises des pays en voie de développement, ce qui en tant que libérale a tout mon appui pour une réduction par deux du nombre de pays où BIO intervient, vous appliquerez ainsi l'accord de gouvernement.
Translated text
As the rapporteur of the bill amending the law of 21 December 1998 establishing the Belgian Technical Cooperation (CTB) in the form of a public law company and the bill amending the law of 3 November 2001 establishing the Belgian Investment Society for Developing Countries (BIO) and amending the law of 21 December 1998 establishing the Belgian Technical Cooperation in the form of a public law company, I refer to my written report.
I am speaking on behalf of my group.
Mr. Speaker, Mr. Minister, we had the opportunity, during the commission debate on the budget 2014 of Development Cooperation, to regret that our budget is significantly distant from 0.7% of GDP. This was a goal for 2015 but, let’s be clear, given the economic situation and our budget situation, we will not be able to reach this amount of public development aid in 2015. However, the report on the Millennium Goals for 2015 and ongoing discussions on how to continue this effort highlight the urgent need to strengthen our efforts to help and accompany countries and peoples towards sustainable development. The solution is to do better with less. The solution is to continuously improve our instruments so that the money we mobilize is best used for the benefit of the partner countries of our cooperation.
Mr. Minister, this debate on the best use of public funds for our development cooperation was at the center of the reflection of your predecessors, Charles Michel and Olivier Chastel, to modernize the 1999 Cooperation Act. The Paris Declaration on the Effectiveness of Development Aid was adopted in March 2005. He finds himself in these bills on CTB and BIO and will come back again when, for example, the new coalition from the polls of 25 May 2014 will re-discuss the list of our partner countries.
All stakeholders in cooperation have this goal in mind: to improve the effectiveness of our public development aid.
If you want to enhance the efficiency, efficiency and transparency and relevance of BIO interventions for ⁇ in developing countries, which as a liberal has all my support for a reduction by two of the number of countries where BIO intervenes, you will apply the Government Agreement.
#36
Official text
Vous modifiez la base juridique de la CTB afin de mieux l'intégrer aux autres instruments de notre coopération. Nous approuvons totalement cette démarche. C'est pourquoi notre groupe soutiendra les deux projets de loi.
Translated text
You modify the legal basis of the CTB to better integrate it into other instruments of our cooperation. We fully support this approach. That is why our group will support both bills.
#37
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, BIO SA: voilà sans doute le nom d'une société anonyme liée à l'État qui aura déjà fait couler beaucoup d'encre. Il faut reconnaître qu'il y avait de quoi au vu de certains aspects. À cet égard, mon groupe n'a jamais manqué d'intervenir, même si la suppression pure et simple de BIO n'a jamais été pour nous une option envisageable, voire réaliste.
Nous avons toujours été favorables au déploiement d'initiatives visant au renforcement des capacités productives, financières et techniques des micro-, petites et moyennes entreprises dans les pays en voie de développement et ce en vue, notamment, d'augmenter leur pouvoir de marché ainsi que leurs capacités de réponse aux besoins alimentaires des populations.
Auparavant, cette utilité a été démontrée. Comme le rappelle la note stratégique pour les secteurs de l'agriculture et de la sécurité alimentaire, BIO y a déjà développé des activités essentielles.
Ainsi, au travers des fonds PME et du fonds d'expertise, BIO s'est engagé à consacrer 50 % des montants alloués par l'État belge au développement du secteur agroalimentaire, avec une préférence pour l'agriculture nourricière. Il faut aujourd'hui faire mieux. Je pense que l'accueil positif réservé en commission à ce projet de loi, y compris par mes collègues les plus hostiles à l'existence de BIO, prouve qu'une réforme de fond a bel et bien été opérée. Non, grâce à ce projet, BIO ne fera plus cavalier seul au sein de la coopération belge.
Pour faire mieux et répondre ainsi à ce besoin de financement, on doit ouvrir les yeux sur les dysfonctionnements passés ou les incohérences entre les méthodes qui étaient utilisées, les modes de fonctionnement et le choix de certains projets qui ont, hélas, jalonné l'existence de BIO.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, BIO SA: this is ⁇ the name of an anonymous company linked to the state that has already flowed a lot of ink. It must be acknowledged that there was something in view of certain aspects. In this regard, my group has never failed to intervene, even though the pure and simple removal of BIO has never been for us a conceivable, even realistic option.
We have always supported the deployment of initiatives aimed at strengthening the productive, financial and technical capacities of micro, small and medium-sized enterprises in developing countries, in particular in order to increase their market power and their capacity to respond to the food needs of the population.
This utility has previously been demonstrated. As recalled in the strategic note for the agriculture and food security sectors, BIO has already developed key activities there.
Thus, through the SME Funds and the Expertise Fund, BIO has committed to devote 50% of the amounts allocated by the Belgian State to the development of the agro-food sector, with a preference for food farming. We need to do better today. I think that the positive welcome reserved in commission to this bill, including by my colleagues most hostile to the existence of BIO, proves that a substantial reform has indeed been carried out. No, thanks to this project, BIO will no longer be a rider alone within the Belgian cooperation.
To do better and thus respond to this need for financing, one must open the eyes to past malfunctions or inconsistencies between the methods that were used, the modes of operation and the choice of certain projects that have, unfortunately, marked the existence of BIO.
#38
Official text
Il faut aussi agir avec cohérence et en observant les changements et les nouveaux besoins d'un monde que nous souhaitons solidaire. Pour ce faire, je pense qu'il est important d'insister sur plusieurs points qui font pleinement partie de cette réforme et qui sont essentiels aux yeux de mon groupe.
Tout d'abord, BIO doit contribuer réellement à renforcer les marges de manœuvre politique, économique et financière des pouvoirs publics des pays en voie de développement. Les interventions de BIO doivent ainsi accompagner en les appuyant les efforts menés par ces pays pour répondre à leurs besoins spécifiques de développement.
Deuxièmement, BIO doit accorder la priorité exclusivement aux projets promus par les producteurs locaux et contribuer au renforcement des marchés intérieurs et régionaux et des liens entre les secteurs et entre les zones rurales et urbaines.
Troisièmement, en matière d'infrastructures, BIO doit dorénavant mettre l'accent sur les services de base essentiels: l'eau, l'énergie, le transport (également en vue de désenclaver les zones agricoles), la conservation, le stockage (indispensable pour le développement).
Quatrièmement, les projets impliquant les gros opérateurs internationaux, a fortiori si ce sont des sociétés transnationales ou des fonds d'investissement offshore dont la production est destinée à répondre à la demande du marché mondial au détriment des producteurs locaux et de la demande locale, doivent être inéligibles au financement de BIO.
Cinquièmement, BIO doit mieux permettre de combler ce déficit de financement (l'accès au crédit) auquel sont confrontés les producteurs locaux, c'est-à-dire l'agriculture familiale, les micro-entreprises, les PME et les TPE. BIO doit renforcer l'infrastructure financière locale.
Enfin, BIO doit mieux s'inscrire dans le dispositif de la Coopération fédérale belge, notamment à travers l'établissement d'un contrat de gestion. L'accent doit porter sur les micro-entreprises, les PME et l'économie sociale, la fin des financements à des sociétés et des fonds d'investissement de pays non coopératifs. BIO doit chercher des synergies avec la CTB et nos ambassades.
Je vous remercie de votre attention.
Translated text
We must also act with coherence and observing the changes and new needs of a world that we want to be solidary. To do this, I think it is important to emphasize several points that are fully part of this reform and that are essential in the eyes of my group.
First, BIO must truly contribute to strengthening the political, economic and financial manoeuvrability of the public authorities of developing countries. BIO interventions should therefore be accompanied by supporting the efforts of these countries to meet their specific development needs.
Second, BIO must prioritize exclusively projects promoted by local producers and contribute to the strengthening of domestic and regional markets and links between sectors and between rural and urban areas.
Third, in terms of infrastructure, BIO must now focus on essential basic services: water, energy, transport (also in order to unlock agricultural areas), conservation, storage (essential for development).
Fourth, projects involving major international operators, a fortiori transnational companies or offshore investment funds whose production is intended to meet global market demand at the expense of local producers and local demand, should be excluded from BIO financing.
Fifth, BIO must better cover the financing deficit (access to credit) faced by local producers, i.e. family farming, micro-enterprises, SMEs and SMEs. BIO must strengthen the local financial infrastructure.
Finally, BIO should be better integrated into the framework of the Belgian Federal Cooperation, in particular through the establishment of a management contract. The focus should be on micro-enterprises, SMEs and the social economy, the cessation of financing to companies and investment funds from non-cooperative countries. BIO must seek synergies with CTB and our embassies.
I thank you for your attention.
#39
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, in de commissie was de uitleg van de minister heel duidelijk. Het opzet van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ondernemingen of BIO is de ondersteuning van de privésector in lage en middeninkomenlanden.
Mijn fractie vindt BIO zeker een nuttig instrument. Indien wij samenlevingen in het Zuiden structureel uit de armoede willen halen, kan zulks alleen door het versterken van het economisch weefsel in deze landen. Dankzij internationale handel en buitenlandse investeringen kan immers duurzame welvaart worden gecreëerd.
De voorbije maanden en jaren kwam BIO echter meermaals onder vuur te liggen. Het is de verdienste van het middenveld dat het een aantal onaanvaardbare praktijken aan het licht heeft gebracht. In de eerste plaats waren ze bij de interne werking van BIO zelf te vinden. Soms wordt aan de ontwikkelingsrelevantie van BIO getwijfeld en gaan er stemmen op, om de focus van BIO in hoofdzaak tot het verschaffen van gunstige kredieten aan familiale landbouw te beperken.
Collega’s, voor N-VA is voorgaand standpunt niet de ideale piste. BIO is geen traditioneel ontwikkelingsagentschap, zoals BTC er wel een is. De leningen die BIO verstrekt, worden tegen marktvoorwaarden toegekend, waarin nu net de meerwaarde van de instelling in kwestie ligt.
Wij zijn van mening dat het een goede zaak is dat de focus van BIO niet alleen op de minst ontwikkelde landen maar ook op de hogere categorieën van de middeninkomenlanden ligt.
Wij zijn het ook eens met de kritiek van het middenveld op de transparantie en vooral op de controle door het Parlement. Een van de bedenkingen die wij bij de kaderwet inzake Ontwikkelingssamenwerking reeds meermaals hebben gemaakt, is dat het Parlement niet wordt betrokken bij en zelfs niet afdoende wordt geïnformeerd over de beleidskeuzes die worden gemaakt.
Wanneer wij de nieuwe BIO-wet aan voorgaande bedenking toetsen, stellen wij vast dat artikel 4 bepaalt dat jaarlijks een subsidieverslag aan de minister moet worden bezorgd. Het verslag moet een overzicht bevatten van de gevoerde activiteiten, een financiële balans en een evaluatie van de resultaten.
Onze fractie heeft op dit artikel een amendement ingediend, teneinde genoemd verslag ook aan de Kamer te bezorgen. Het werd echter helaas weggestemd. Niettemin zijn wij van mening dat ook de lijst van landen in artikel 5, zijnde de landen die niet voor interventies van BIO in aanmerking komen, aan het Parlement zou moeten worden bezorgd.
Vorige week heeft mevrouw De Meulemeester deelgenomen aan een interparlementaire conferentie over de Millenniumdoelstellingen en over de rol van het Parlement. Een van de vaststellingen van de conferentie was dat de rol van de parlementen afneemt, wat een gevaarlijke evolutie is.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. The purpose of the Belgian Investment Company for Enterprises (BIO) is to support the private sector in low- and middle-income countries.
My group definitely finds BIO a useful tool. If we want to get societies in the South structurally out of poverty, this can only be done by strengthening the economic fabric in these countries. Through international trade and foreign investment, sustainable prosperity can be created.
Over the past months and years, however, BIO has been under fire several times. It is the merit of the civil society that it has exposed a number of unacceptable practices. First of all, they were found in the internal functioning of BIO itself. Sometimes the development relevance of BIO is questioned and votes are taken in order to limit the focus of BIO mainly to providing favorable credit to family farming.
Colleagues, for N-VA, the previous position is not the ideal track. BIO is not a traditional development agency, as BTC is. The loans granted by BIO are granted under market conditions, in which now lies precisely the added value of the institution in question.
We believe it is a good thing that the focus of BIO is not only on the least developed countries but also on the higher categories of middle-income countries.
We also agree with civil society’s criticism of transparency and especially of Parliament’s control. One of the concerns we have repeatedly raised with regard to the Framework Law on Development Cooperation is that Parliament is not involved and even not adequately informed about the policy choices made.
When we review the new BIO Act on the previous consideration, we note that Article 4 stipulates that a subsidy report must be submitted to the Minister annually. The report should include an overview of the activities carried out, a financial balance sheet and an evaluation of the results.
Our group has submitted an amendment to this article in order to submit this report to the House. However, it was unfortunately rejected. Nevertheless, we believe that the list of countries in Article 5, namely those countries that are not eligible for BIO interventions, should also be communicated to Parliament.
Last week, Ms. De Meulemeester attended an interparliamentary conference on the Millennium Goals and the role of Parliament. One of the findings of the conference was that the role of parliaments is decreasing, which is a dangerous evolution.
#40
Official text
Als volksvertegenwoordigers moeten wij onze functie kunnen uitoefenen met alle nodige beschikbare informatie. De minister vindt het niet nodig om dit recht op informatie, als ik dat zo mag noemen, wettelijk te verankeren. Sta mij evenwel toe te verwijzen naar het andere wetsontwerp van BTC, waar hij het wel noodzakelijk vond om een bijkomende extra vergoeding voor een bijkomend lid van de raad van bestuur wettelijk te verankeren. Onze fractie vraagt zich dan ook af waar de prioriteiten soms liggen.
Gezien de tekortkomingen die wij terugvinden in dit wetsvoorstel, zal onze fractie zich bij de stemming onthouden.
Translated text
As people’s representatives, we must be able to perform our duties with all the necessary information available. The Minister does not find it necessary to legally anchor this right to information, if I may call it so. Allow me, however, to refer to BTC’s other bill, where he considered it necessary to legally anchor an additional fee for an additional member of the Board of Directors. Sometimes I wonder where the priorities are.
Given the shortcomings we find in this bill, our group will abstain from the vote.
#41
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijn betoog zal niet bijzonder lang zijn en ik zal beginnen met een verhaal.
Een paar weken geleden was ik in Senegal. De sesamzaadboeren in Senegal worden vroeg in de oogsttijd benaderd door Chinese speculanten, die de voorraden van de boeren opkopen. De boeren beschikken niet over de informatie om te weten dat hun producten een waarde kunnen hebben die veel groter is dan wat zij via het snelle geld van de speculanten kunnen krijgen. Zij gaan dan ook in op de vraag van de speculanten. Nadien wordt vastgesteld dat de speculanten een paar maanden later hun voorraden duur kunnen doorverkopen. Als een boerenorganisatie dat snelle geld ter beschikking zou kunnen stellen van de boeren — de behoeften zijn immers groot, men heeft geld nodig —, dan stelt men vast, zeker als vrouwen het budget mogen beheren in Senegal, dat het geld naar beter onderwijs en betere gezondheidszorg gaat.
Ik wou dit verhaal vertellen, omdat het iets te maken heeft met de twee ontwerpen die wij vandaag bespreken. De fractie van CD&V zal beide wetsontwerpen goedkeuren. BTC en BIO zijn immers twee van de vele spelers in het ontwikkelingswerk.
Wij moeten erkennen, mijnheer de minister, dat er in iets meer dan een halve eeuw heel wat organisaties zijn opgericht en regelgevende kaders zijn gecreëerd en dat men deze zelden heeft afgeschaft. Dat is een waarheid. Professor Develtere heeft dat trouwens al in 2005 opgemerkt in zijn boek De Belgische ontwikkelingssamenwerking.
Ook met deze twee nuttige ontwerpen blijft natuurlijk de architectuur van onze ontwikkelingssamenwerking een beetje op haar historische funderingen rusten. Die historische funderingen leiden niet altijd vanzelf tot de broodnodige synergie, integratie en afstemming van onze verschillende ontwikkelingsinspanningen. Nochtans benadrukt de internationale consensus heel duidelijk dat wij dringend een meer holistische benadering nodig hebben, waarbij de verschillende instrumenten waarover wij beschikken meer worden ingezet in een proces van wederzijdse versterking.
Dat is meteen ook mijn eerste oproep aan de regering en aan u in het bijzonder, mijnheer de minister, naar aanleiding van de goedkeuring van deze ontwerpen. Via de beheerscontracten en de politieke leiding die u geeft, minister Labille, moet er een sterke impuls komen voor een grotere samenwerking en oog voor elkaars complementariteit. Dat kan natuurlijk pas als men elkaars werking door en door kent.
Investeringsinspanningen van BIO vooral inzetten op plaatsen waar de Belgische bilaterale ontwikkelingssamenwerking actief is, bijvoorbeeld ter ondersteuning van domeinen waarin onze ngo’s en universiteiten uitblinken, is veel zinvoller dan versnipperde initiatieven te nemen. Het verhoogt de impact van wat de Belgen proberen te bereiken met de partnerlanden en het zal in elk geval de knowhow en de terreinkennis van onze ontwikkelingsgemeenschap verhogen.
Ik heb nog een tweede opmerking. In mijn ogen zal het gemakkelijker slagen als wij de moed hebben om te beseffen dat degene die overal wil zijn en alles wil doen, waarschijnlijk in niets excellent zal zijn.
Translated text
Mr. Speaker, my speech will not be too long and I will begin with a story.
A few weeks ago I was in Senegal. Senegal’s sesame farmers are approached early in harvest by Chinese speculators, who are buying farmers’ stocks. The farmers do not have the information to know that their products may have a value that is much greater than what they can get through the quick money of the speculators. This is in response to the questions of the speculators. It is then established that the speculators can sell their stocks in excess a few months later. If a farmer’s organization could provide the farmers with quick money – the needs are huge, they need money – then it is established, especially if women are allowed to manage the budget in Senegal, that the money goes to better education and better healthcare.
I wanted to tell this story because it has something to do with the two designs we are discussing today. The CD&V group will approve both bills. After all, BTC and BIO are two of the many players in the development work.
We must acknowledge, Mr. Minister, that in just over half a century, many organizations and regulatory frameworks have been established and seldom abolished. That is a truth. Professor Develtere has already noted this in his book The Belgian Development Cooperation in 2005.
Even with these two useful designs, of course, the architecture of our development cooperation continues to rest a bit on its historical foundations. These historical foundations do not always lead by themselves to the necessary synergy, integration and alignment of our various development efforts. Nevertheless, the international consensus very clearly emphasizes that we urgently need a more holistic approach, with the various instruments at our disposal being used more effectively in a process of mutual reinforcement.
This is also my first appeal to the Government and in particular to you, Mr. Minister, following the approval of these drafts. Through the management contracts and the political leadership you give, Minister Labille, there must be a strong impetus for greater cooperation and an eye for complementarity. Of course, this can only happen if one knows each other’s work.
Investing in areas where Belgian bilateral development cooperation is active, for example in support of areas where our NGOs and universities excel, makes much more sense than taking fragmented initiatives. It increases the impact of what the Belgians are trying to ⁇ with the partner countries and it will in any case increase the know-how and field knowledge of our development community.
I have a second comment. In my view, it will be easier to succeed if we have the courage to realize that the one who wants to be everywhere and want to do everything will likely be excellent in nothing.
#42
Official text
Ik heb in de commissie al onderstreept dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking meer moet evolueren naar een grotere specialisatie. Alleen zo kunnen wij een sterkere rol spelen binnen de Europese ontwikkelingsgemeenschap, waar de landen ook naar meer complementariteit moeten groeien. Dat is trouwens een beginsel dat in maart 2013 werd opgenomen in de nieuwe wet inzake Ontwikkelingssamenwerking.
Voor BIO in het bijzonder betekent dit dat een specialisatie, zowel thematisch als territoriaal, echt nodig is. Ik wil van de minister horen dat hij deze trend, die al werd aangekondigd en ingezet, krachtig zal ondersteunen.
Ik heb in de commissie al eerder benadrukt dat België daarbij van gezondheid een absoluut speerpunt moet maken, gelet op onze excellentie en onze traditie op dat vlak.
Ten slotte, ik wil nog even kort herinneren aan het debat dat wij in de commissie hebben gevoerd over de fameuze rendementseis voor BIO. Ik zal het debat niet opnieuw voeren, maar ik formuleer nogmaals de wens dat men de komende maanden en jaren op zoek gaat naar manieren om voor een bepaald gedeelte van het budget van BIO vrijstelling te kunnen verlenen van die marktgeoriënteerde rendementseis.
Met een zeker compartiment — en ik zeg niet dat dit moet slaan op het geheel van de middelen van BIO — zou een meer ruimhartige benadering, sterk gebaseerd op aantoonbare, gekwantificeerde, sociale en verwachte rendementen op lange termijn, mogelijk moeten zijn, ook al betekent dat dan vanwege België een wat zwaardere code 8-inspanning. Als men dit zou doen, kan men, met de hulp van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, ervoor zorgen dat de Senegalese boeren niet langer in de handen van Chinese speculanten worden geduwd.
Translated text
I have already emphasized in the committee that Belgian development cooperation needs to evolve more towards a greater specialization. Only in this way can we play a stronger role within the European Development Community, where countries must also grow towards more complementarity. This is, by the way, a principle that was incorporated in the new law on development cooperation in March 2013.
For BIO in particular, this means that a specialization, both thematic and territorial, is really needed. I would like to hear from the Minister that he will strongly support this trend, which has already been announced and implemented.
I have already emphasized in the committee that Belgium must make health an absolute focus, given our excellence and our tradition in that area.
Finally, I would like to briefly remind you of the debate we held in the committee on the famous efficiency requirement for BIO. I will not repeat the debate, but I reiterate my wish that in the coming months and years we will be looking for ways to exempt a certain part of BIO’s budget from that market-oriented demand for yield.
With a certain compartiment — and I do not say that this should hit the whole of BIO’s resources — a more generous approach, strongly based on demonstrable, quantified, social and expected long-term returns, should be possible, even if that means, because of Belgium, a slightly heavier code 8 effort. If we do this, we can, with the help of the Belgian Development Cooperation, ensure that the Senegalese farmers are no longer pushed into the hands of Chinese speculators.
#43
Official text
Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre, chacun se souviendra de la tempête médiatique soulevée en 2012 par les rapports de 11.11.11 qui révélaient que l'argent public de l'État belge était investi, sous couvert de projets de développement, dans des projets privés qui n'avaient que peu à voir avec le développement; qu'en outre, une partie de ces crédits transitait vers des paradis fiscaux ou centres offshore, et ce avec pour objectif un rendement financier.
Dès ce moment, un mouvement très sain s'est déployé: une évaluation exigée par vous, monsieur le ministre, et l'ensemble du gouvernement, auprès du Service de l'Évaluation spéciale de la Coopération internationale (SES), basé au ministère des Affaires étrangères.
Le premier paradoxe est bien le fait que cette évaluation commandée comportait deux phases: la première a été terminée et la seconde, qui consistait en l'analyse de projets précis, a été réalisée durant ce dernier trimestre et devait être achevée pour la fin de cette année. Nous avons donc été très surpris de voir arriver votre projet bien que sachant qu'il fallait agir sous cette législature; nous sommes d'accord avec vous sur ce point. Néanmoins, le voir arriver de façon précipitée alors que l'évaluation était presque finie nous paraît assez paradoxal. D'autant plus que l'agenda de la semaine prochaine prévoit que l'évaluateur spécial vienne nous en parler, alors que nous aurons déjà voté la loi. Une telle situation nous choque.
Je sais, monsieur le ministre, que vous avez répondu que vous en tiendriez compte pour la suite, c'est-à-dire lors de l'élaboration du contrat de gestion. Personnellement, je trouve cela dommage: certains éléments de la loi pourraient dépendre de l'évaluation et être réorientés. À voir le trajet adopté de votre loi-cadre, pas encore complètement terminée et que nous devons revoter la semaine prochaine, nous espérons que cette loi-ci connaîtra un parcours moins chaotique. Désolée, mais nous sommes critiques sur le procédé.
Toutefois, cette loi va dans le bon sens: vous avez l'intention de mieux cadrer les activités de BIO. Cependant, là où la loi pèche, c'est par un manque de précision.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, Mr. Minister, everyone will remember the media storm raised in 2012 by the reports of 11.11.11 which revealed that the public money of the Belgian State was invested, under cover of development projects, in private projects that had little to do with development; that in addition, part of these credits transited to tax havens or offshore centers, and this with the aim of a financial return.
From that point on, a very healthy movement has developed: an assessment requested by you, Mr. Minister, and the whole government, from the Special Assessment Service for International Cooperation (SES), based in the Ministry of Foreign Affairs.
The first paradox is the fact that this commissioned evaluation included two phases: the first was completed and the second, which consisted of the analysis of specific projects, was carried out during this last quarter and was to be completed by the end of this year. So we were very surprised to see your project come, although knowing that it was necessary to act in this legislature; we agree with you on this point. Nevertheless, seeing it happen in a hurried manner while the evaluation was almost finished seems to us quite paradoxical. Especially since the agenda for next week predicts that the Special Evaluator will come to us to talk about it, while we will already have voted the law. Such a situation shocks us.
I know, Mr. Minister, that you answered that you would take this into account for later, that is, when drawing up the management contract. Personally, I find this a pity: some elements of the law could depend on the assessment and be reoriented. Seeing the adopted course of your framework law, not yet fully completed and which we must revise next week, we hope that this law will experience a less chaotic course. Sorry, but we are critical of the process.
However, this law goes in the right direction: you intend to better frame the activities of BIO. However, where the law sins, it is due to a lack of precision.
#44
Official text
En effet, le Conseil d'État dit que vous manquez de précision sur les collaborations exigées entre BIO et les autres opérateurs de la Coopération, que vous ne définissez pas suffisamment clairement les éléments du contrat de gestion. Vous deviez supprimer les mots "au moins". Le contenu du contrat de gestion n'est pas totalement défini dans le projet de loi, alors qu'il s'agit d'une demande du Conseil d'État. Ensuite, il manque la fameuse évaluation d'impact concernant le développement durable, que nous aurions souhaité voir apparaître étant donné le caractère sensible de cette loi sur le sujet. Nous regrettons ces manquements généraux dans la loi.
Sur le fond, nous saluons le fait que la loi encadre mieux les activités de BIO en imposant la cohérence des activités de BIO avec les objectifs de la loi-cadre sur la Coopération au développement. Nous avons introduit des amendements pour préciser en quoi elle devait être cohérente. Malheureusement, vous n'avez pas accepté ces précisions, qui figuraient d'ailleurs dans la proposition de résolution que nous avions mise à l'agenda en même temps.
Nous aurions aimé qu'on précise les critères de pertinence des projets que BIO doit soutenir. Par exemple, le respect des thématiques prioritaires et transversales reprises dans la loi, c'est-à-dire le respect des droits de l'homme, le respect de l'équilibre du genre, le respect de l'environnement et l'objectif de consolidation de la société. Nous aurions voulu qu'on précise dans quels secteurs BIO devait investir et comment ses activités allaient pouvoir répondre aux besoins de la population locale en se basant sur des ressources locales et en créant des emplois. Il faut cesser de faire des projets essentiellement tournés vers l'exportation ou qui répondent aux besoins d'une classe riche, qui, seule, peut s'offrir ce genre de produits ou de services.
Nous aurions également voulu préciser que les projets de BIO devaient contribuer à une assiette fiscale qui donne des ressources aux pays partenaires pour le budget public.
Nous aurions voulu préciser tout cela dans la loi mais vous ne l'avez pas jugé nécessaire. Je le regrette. Notre groupe est désolé du rejet de nos amendements qui rejoignaient pourtant vos objectifs.
Translated text
Indeed, the State Council says that you lack precision on the collaborations required between BIO and the other operators of the Cooperation, that you do not define sufficiently clearly the elements of the management contract. You had to remove the words “at least.” The content of the management contract is not fully defined in the bill, while it is a request from the State Council. Then, there is a lack of the famous impact assessment on sustainable development, which we would have liked to see appear given the sensitive nature of this law on the subject. We regret these general shortcomings in the law.
In essence, we welcome the fact that the law better frames BIO’s activities by imposing the consistency of BIO’s activities with the objectives of the Framework Law on Development Cooperation. We introduced amendments to clarify how it should be consistent. Unfortunately, you did not accept these clarifications, which were also included in the resolution proposal that we put on the agenda at the same time.
We would have liked to specify the criteria of relevance of the projects that BIO must support. For example, respect for the priority and transversal themes contained in the law, that is, respect for human rights, respect for gender balance, respect for the environment and the goal of consolidating society. We would have wanted to specify in which sectors BIO should invest and how its activities would be able to meet the needs of the local population by relying on local resources and creating jobs. It is necessary to stop making projects that are primarily directed to export or that meet the needs of a wealthy class, which alone can afford such products or services.
We would also like to clarify that BIO projects should contribute to a tax base that provides resources to partner countries for the public budget.
We would have wanted to specify all this in the law but you did not consider it necessary. I regret it. Our Group apologizes for the rejection of our amendments which, however, were in line with your objectives.
#45
Official text
L'autre point positif de la loi, c'est que vous voulez cibler les petites entreprises mais, de nouveau, nous ne savons pas quels secteurs sont prioritaires.
L'un des grands problèmes qui subsiste, c'est la question du rendement financier. La question n'est pas réglée. L'exigence de rendement a été liée au code 8 et permet que les crédits alloués à BIO ne figurent pas dans le budget des dépenses de l'État. La loi précise qu'"on appliquera les taux du marché". Mais dans ce cas, en quoi BIO se distingue-t-elle des autres possibilités de crédits pris sur le marché privé auxquels les entreprises peuvent accéder? À cet égard, il nous paraît indispensable de régler la question du rendement financier.
Nous avons également proposé que BIO assume le first loss, qui permet de protéger les investisseurs locaux, en cas de déficit ou de difficulté dans un investissement. Sinon, nous ne voyons pas en quoi BIO est différente d'une société de crédit privée. Vous remarquerez que je relève les points positifs aussi!
Évidemment, nous sommes satisfaits du fait que les financements de BIO ne puissent plus transiter par des fonds d'investissement situés dans des paradis fiscaux. C'est un progrès, à surveiller de près. En effet, il faut savoir quels sont les États qui seront visés; de plus, la liste des pays infréquentables varie beaucoup.
Une question subsiste: qu'en est-il des investissements effectués dans ces fonds offshore? Plus précisément, avez-vous pensé à une politique de retrait de ces investissements?
La dernière insatisfaction de notre groupe a trait à la transparence et au lien avec le parlement. Les rapports de BIO ne seront pas adressés au parlement mais uniquement au gouvernement et au ministre compétent. Nous aurions aimé entendre chaque année le rapport de BIO, afin de constater si les critères de durabilité étaient respectés en cohérence avec la loi.
Translated text
The other positive point of the law is that you want to target small ⁇ but, again, we don’t know which sectors are priority.
One of the major problems remaining is the issue of financial return. The question is not resolved. The yield requirement has been linked to code 8 and allows the appropriations allocated to BIO not to be included in the state expenditure budget. The law specifies that “the market rates will be applied.” But in this case, how does BIO differ from other private-market credit opportunities that companies can access? In this regard, we find it indispensable to resolve the issue of financial performance.
We also proposed that BIO assumes the first loss, which helps protect local investors in the event of a deficit or difficulty in an investment. Otherwise, we do not see how BIO is different from a private credit company. You will notice that I also highlight the positive points!
Obviously, we are pleased that BIO funding can no longer transit through investment funds located in tax havens. This is a progress, to be closely monitored. Indeed, it is necessary to know which states will be targeted; moreover, the list of infringing countries varies a lot.
One question remains: what about investments made in these offshore funds? Specifically, did you think of a policy of withdrawal from these investments?
Our group’s latest dissatisfaction relates to transparency and connection with Parliament. BIO reports will not be addressed to parliament but only to the government and the relevant minister. We would have liked to hear the BIO report every year, in order to see if the sustainability criteria were met in accordance with the law.
#46
Official text
À l'époque, le conseil d'administration de BIO a aussi été critiqué par l'évaluateur spécial en raison du fait qu'il se réunissait beaucoup, ce qui coûtait très cher. Il aurait peut-être dû déléguer beaucoup plus et être composé autrement.
Dans notre proposition de résolution, nous demandons que lors de la composition du conseil d'administration, il soit tenu compte des compétences en matière de développement. Cet aspect n'est pas repris dans le projet de loi.
Nous reconnaissons que le projet de loi à l'examen va dans le bon sens, mais il est insatisfaisant dans la mesure où il est incomplet, et également en raison du fait que l'on n'ait pas attendu l'évaluation, ce qui est là un paradoxe. C'est pour ces raisons que notre groupe s'abstiendra.
Translated text
At the time, the BIO board of directors was also criticized by the Special Evaluator because of the fact that it met a lot, which was very expensive. Per ⁇ he should have delegated much more and be composed differently.
In our proposal for a resolution, we call for development competencies to be taken into account in the composition of the Board of Directors. This is not included in the bill.
We acknowledge that the bill under consideration is going in the right direction, but it is unsatisfactory insofar as it is incomplete, and also due to the fact that the evaluation has not been awaited, which is a paradox. This is why we abstain.
#47
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, BIO, oftewel Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden, bestaat ongeveer 10 jaar en dan is het inderdaad tijd voor een evaluatie over het reilen en zeilen, de realisaties en de tekorten. Waar nodig kunnen vervolgens aanpassingen worden gedaan om in de toekomst, enerzijds, de transparantie en, anderzijds, wat ons betreft, de slagkracht te verhogen. Dat is voor een stuk de bedoeling van het voorliggende wetsontwerp. Op zichzelf is dat een goede zaak, waarmee wij het trouwens eens zijn.
Voor Vlaams Belang is de taak en de werking van BIO een van de weinige correcte instrumenten om aan ontwikkelingssamenwerking te doen via het investeren van equity. Dat kan onder andere door het nemen van tijdelijke participaties in kleine en middelgrote ondernemingen of via het faciliteren van tijdelijke leningen aan kleinschalige bedrijven. Dat alles is volgens ons meer dan noodzakelijk. Het is volgens mij ook de enig juiste manier om op termijn de zelfredzaamheid van de betrokken ontwikkelingslanden te bevorderen.
Het is alleszins heel wat doeltreffender dan gewoon verloren hulp te bieden, waaronder financiële hulp. Maar al te dikwijls verdwijnt die hulp in de bodemloze zakken van gevaarlijke en corrupte potentaten of wordt een groot deel ervan – dit betreuren wij ook – besteed aan de werkingsmiddelen van organisaties allerhande.
Natuurlijk mag BIO geen gebruikmaken van dubieuze constructies via belastingparadijzen, zelfs niet om corrupte systemen in de ontvangstlanden te omzeilen. Wij zijn het ook eens met een aantal – niet alle – bedenkingen in het voorstel van resolutie van Ecolo-Groen, zoals de vraag om het aantal landen te beperken tot de partnerlanden van onze ontwikkelingssamenwerking. Wel zijn en blijven wij van mening dat de projecten waarin wordt geïnvesteerd, op zijn minst een minimale return moeten opleveren voor de geldschieters, zo niet blijft ook dat systeem niet duren.
Ik ben ervan overtuigd dat ook de ontwikkelingslanden zelf, en de plaatselijke bedrijven en neringdoeners waarin wordt geïnvesteerd, het hiermee eens zullen zijn. Wie zaait, wil en moet vroeg of laat oogsten, want anders blijft men niet zaaien.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, BIO, or Belgian Investment Company for Developing Countries, has existed for about 10 years, and then it is indeed time for an evaluation of reeling and sailing, achievements and deficits. Where necessary, adjustments can then be made to increase in the future, on the one hand, the transparency and, on the other hand, in our case, the impact. That is, in part, the purpose of the present bill. That, in itself, is a good thing, with which we agree.
For Vlaams Belang, the task and functioning of BIO is one of the few correct tools to engage in development cooperation through equity investment. This may include taking temporary participations in SMEs or facilitating temporary loans to small ⁇ . I think that all this is more than necessary. It is also, in my view, the only right way to promote the self-reliance of the developing countries concerned in the long run.
It is much more effective than just providing lost help, including financial assistance. But too often that help disappears into the bottomless pockets of dangerous and corrupt potentates, or much of it – we also regret it – is spent on the resources of organizations of all kinds.
Of course, BIO should not use dubious structures through tax havens, not even to circumvent corrupt systems in the host countries. We also agree with some – not all – concerns in the Ecolo-Green proposal for a resolution, such as the question of limiting the number of countries to the partner countries of our development cooperation. However, we are and continue to believe that the projects in which investments are made should at least yield a minimum return for the lenders, otherwise the system will not last.
I am confident that the developing countries themselves, as well as the local ⁇ and nering investors in which they are investing, will also agree. He who sows will and must harvest sooner or later, otherwise he will not continue to sow.
#48
Official text
Ten slotte, blijven wij het betreuren dat de commissie en nu dus het Parlement niet kunnen wachten tot de bespreking van het rapport van de bijzondere evaluator Ontwikkelingssamenwerking volgende week dinsdag. Mogelijk bevat dat rapport nog elementen die onze mening over het nu voorliggend wetsontwerp en BIO kunnen beïnvloeden. Laten wij eerlijk zijn, ik begrijp niet en ik kan mij niet inbeelden dat het nu echt op een week aankomt. Zoals het nu zit, wordt de wagen voor de paarden gespannen. Om die reden, alleen om die reden, zullen wij ons onthouden.
Translated text
Finally, we continue to regret that the committee and now Parliament cannot wait for the discussion of the report of the Special Reviewer on Development Cooperation next week on Tuesday. Per ⁇ that report still contains elements that may influence our opinion about the current bill and BIO. Let’s be honest, I don’t understand and I can’t imagine it’s really coming in a week. As it is now, the wagon is tight for the horses. For that reason, only for that reason, we will abstain.
#49
Official text
Monsieur le président, je serai assez bref. Je me suis déjà beaucoup exprimé sur tous ces sujets en commission et je pense qu'il n'est pas nécessaire de répéter en plénière ce qui a déjà été longuement discuté en commission.
Je voudrais d'abord saluer le travail du ministre qui, au travers d'une série de projets de loi sur la coopération, sur la CTB ou sur BIO, a souhaité dépoussiérer certains instruments, faire progresser notre coopération et améliorer son efficacité et sa pertinence.
Les projets qui nous sont soumis aujourd'hui vont certainement dans la bonne direction. Je pense au projet sur la CTB et aux nouvelles missions qui lui sont confiées. C'est une bonne chose, notamment l'accueil des étudiants étrangers dans les maisons d'accueil. Cette mesure rassure sur le fait que la compétence restera fédérale. On ne parlera donc plus de compétence usurpée ou de défédéralisation. C'est un acquis.
Monsieur le ministre, à cet égard, j'aurais souhaité obtenir des éclaircissements sur les boursiers qui continueront à être accueillis dans ces maisons d'accueil. Jusqu'à présent, il y avait des boursiers de la CTB et d'autres types de boursiers. Cela sera-t-il toujours le cas à l'avenir? Tous les boursiers dans ces maisons d'accueil bénéficieront-ils d'un subside pour l'accueil qui leur est prodigué?
L'autre bonne nouvelle est que la CTB pourra confier à des organisations de la société civile certaines de ses tâches.
En ce qui concerne BIO, vous connaissez mon point de vue, monsieur le ministre. J'ai eu l'occasion de le défendre souvent. D'abord, je relève que grâce à ce projet de loi, on en termine avec dix ans d'opacité. Pendant dix ans, une organisation censée faire de la coopération au développement a travaillé en pleine opacité, avec des investissements qui se situaient, pour beaucoup d'entre eux, dans des paradis fiscaux et sur des projets d'investissement loin d'être tous convaincants en matière de coopération. C'est hallucinant!
On tourne aujourd'hui le dos à cette période. L'activité de BIO sera mieux articulée, plus transparente et plus pertinente. Par ailleurs, elle ne se fera plus à partir de paradis fiscaux.
Nous devons tous, pour l'avenir, continuer à travailler sur les questions d'efficacité et de pertinence. On sait que le budget de la coopération, tous instruments confondus, n'est pas loin d'égaler le budget du ministre de l'Intérieur en matière de police ou le budget du ministre de la Justice. Ce budget est donc extrêmement conséquent. Malheureusement, aujourd'hui, il sert de variable d'ajustement budgétaire.
Translated text
I will be quite brief. I have already spoken a lot on all these topics in the committee and I think there is no need to repeat in the plenary which has already been long discussed in the committee.
I would like to first welcome the work of the Minister who, through a series of draft laws on cooperation, on CTB or on BIO, wanted to dust out some instruments, advance our cooperation and improve its effectiveness and relevance.
The projects that are presented to us today are ⁇ going in the right direction. I think about the CTB project and the new tasks that are entrusted to it. This is a good thing, especially the welcoming of foreign students in the host houses. This measure reassures the fact that the competence will remain federal. There will no longer be spoken of usurpation or de-federalization. This is an acquisition.
Mr. Minister, in this regard, I would have wanted to obtain clarifications on the scholars who will continue to be welcomed in these host houses. Until now, there were CTB scholars and other types of scholars. Will this always be the case in the future? Will all the scholars in these reception houses benefit from a subsidy for the reception that is provided to them?
The other good news is that the CTB will be able to entrust some of its tasks to civil society organisations.
With regard to BIO, you know my point of view, Mr. Minister. I have had the opportunity to defend him often. First, I would like to point out that thanks to this bill, we end up with ten years of opacity. For ten years, an organization supposed to do development cooperation worked in full opacity, with investments that were, for many of them, in tax havens and on investment projects far from being all convincing in terms of cooperation. It is hallucinating!
We now turn our backs on this period. The BIO activity will be better articulated, more transparent and more relevant. It will no longer exist in tax havens.
We must all, for the future, continue to work on issues of effectiveness and relevance. It is known that the cooperation budget, all instruments confused, is not far from equal to the budget of the Minister of Internal Affairs in the field of police or the budget of the Minister of Justice. This budget is extremely important. Unfortunately, today it serves as a variable of budget adjustment.
#50
Official text
La raison en est peut-être que, dans la tête de certains – certainement pas la vôtre – cette politique est considérée comme moins indispensable qu'hier, qui peut éventuellement être rabotée ou réduite. Je crois qu'il faut se battre contre cela.
Nous avons effectivement besoin d'instruments de solidarité internationale; et nous avons besoin qu'ils répondent vraiment et totalement aux enjeux de coopération, aux enjeux de solidarité. Dans ce contexte, je continue à penser que le cadre dont nous disposons, constitué d'un nombre d'organisations, de dispositifs, est peut-être aujourd'hui encore trop éclaté. Ce n'est pas moi qui le dis, mais l'OCDE.
Je crois que pour l'avenir, il faudra continuer à travailler par exemple à une réduction des coûts de transaction, actuellement importants, à la CTB et à BIO, pour que l'argent arrive plus rapidement dans les pays et projets qui en ont besoin.
Voilà ce que je souhaitais souligner aujourd'hui, monsieur le ministre. Mais, je le répète, mon groupe soutiendra ces projets qui, je pense, vont dans le bon sens. Je vous remercie.
Translated text
Per ⁇ the reason for this is that in the minds of some – ⁇ not yours – this policy is considered less indispensable than yesterday, which can eventually be rebuilt or reduced. I think we need to fight against this.
We really need instruments of international solidarity; and we need that they truly and fully respond to the challenges of cooperation, to the challenges of solidarity. In this context, I continue to think that the framework we have, consisting of a number of organizations, of devices, is ⁇ today still too broken. It’s not me who says it, but the OECD.
I believe that in the future, we will need to continue to work, for example, on reducing the transaction costs, currently significant, to CTB and BIO, so that money arrives faster to countries and projects that need it.
This is what I want to emphasize today, Mr. Minister. But, I repeat, my group will support those projects that I think are going in the right direction. I thank you.
#51
Official text
Vous avez perdu votre pari, monsieur Dallemagne. Vous m'aviez dit: trois minutes. C'est raté.
Translated text
You have lost your bet, Mr. Dallemagne. You said three minutes. It is failed.
#52
Official text
Monsieur le président, je ne vais pas être extrêmement long. Je vais commencer par les boursiers, parce que c'est la question la plus facile. Je confirme effectivement qu'il n'y a pas de changement pour les boursiers. Le changement, c'est que maintenant, la CTB sera chargée à la place de la DGD des subventions à ces maisons d'accueil. Pour les boursiers, il n'y a pas de modification.
Pour le reste, monsieur le président, toutes les réponses aux interpellations ont déjà été évoquées en commission. Elles figurent dans l'ensemble des documents, que ce soit l'exigence de rentabilité, que ce soit de "synergie met de andere Belgische ontwikkelingsactoren, de rapportage".
Je rappelle, en ce qui concerne le rapportage, qu'il y a un rapport annuel du ministre de la Coopération au parlement, un rapport annuel de l'évaluateur spécial et un rapport annuel de BIO au ministre. Je crois que ces mécanismes constituent un ensemble d'éléments suffisant et nécessaire.
Nous avons déjà interdit les paradis fiscaux. Il faut prendre le temps de délier les conventions existantes. Mais aujourd'hui, il n'y a plus de nouvelle convention et ces éléments vont disparaître avec le temps.
Quant à la garantie, BIO n'est pas un organisme qui est là pour apporter une garantie. Elle doit avoir un taux de rentabilité nécessaire et suffisant. En l'occurrence, d'autres structures peuvent agir en la matière.
Translated text
I will not be too long. I will start with the scholars, because that’s the easiest question. There is no change for the stock marketers. The change is that now the CTB will be in charge, instead of the DGD, of subsidizing these houses. For the stock market, there are no changes.
All the answers to the questions have already been discussed in the committee. They are included in all of the documents, whether it be the requirement for profitability, or “synergie met de andere Belgische ontwikkelingsactoren, reporting”.
As regards the report, I would like to remind you that there is an annual report from the Minister of Cooperation to Parliament, an annual report from the Special Assessor and an annual BIO report to the Minister. I believe these mechanisms constitute a set of sufficient and necessary elements.
We have already banned tax havens. We need time to break up existing agreements. But today, there is no new convention and these elements will disappear with time.
As for the guarantee, BIO is not an organization that is there to provide a guarantee. It must have a necessary and sufficient level of profitability. In this case, other agencies can take action.
#53
Official text
Voor mij is er een nieuw en zeer interessant element, met name de vraag van Steven Vanackere. Ik denk dat er nú een nieuwe denkoefening nodig is.
Translated text
For me there is a new and very interesting element, in particular the question of Steven Vanackere. I think a new thinking exercise is needed now.
#54
Official text
Je pense que, même si les mécanismes sont à peine arrêtés, si nous voulons inscrire la coopération dans le temps, nous devons entamer une nouvelle réflexion sur ce thème.
Je vais mentionner deux éléments qui me tiennent à cœur. Par exemple, j'ai voulu que le point "Grands Lacs" soit à l'ordre du jour du Conseil européen du 12 décembre prochain, notamment pour y aborder la meilleure coordination entre donateurs. Actuellement, chacun travaille dans son coin comme il l'entend sans une bonne coordination. Ensuite, tous les projets qui sont subventionnés sont, dans leur grande majorité, très utiles, mais ils sont trop peu reliés entre eux. Je sais que les ONG ont trouvé cela un peu lourd. C'est la raison pour laquelle nous avons demandé des analyses contextuelles. Ce n'est pas pour le plaisir de les demander, mais pour relier les projets.
Translated text
I think that even if the mechanisms are barely stopped, if we want to register cooperation in time, we need to start a new reflection on this topic.
I will mention two things that hold me at heart. For example, I wanted the “Great Lakes” point to be on the agenda of the next European Council on 12 December, in particular to address better coordination between donors. Nowadays, everyone works in their own corner as they mean without a good coordination. Then, all the projects that are subsidized are, in the vast majority, very useful, but they are too little connected with each other. I know that NGOs have found this a bit heavy. This is why we asked for contextual analysis. It is not for the pleasure of asking them, but to connect the projects.
#55
Official text
Voor de toekomst is die nieuwe reflectie dus zeer belangrijk en daar moeten wij nu aan beginnen.
Translated text
For the future, this new reflection is therefore very important and we must start with it now.
#56
Official text
Voilà, monsieur le président, je ne serai pas beaucoup plus long puisque l'ensemble des autres réponses figure dans les documents qui sont en possession des membres.
Translated text
I will not be much longer, since all the answers are in the documents that are in the possession of the members.
#57
Official text
Monsieur De Vriendt, si vous le permettez, je vais d'abord donner la parole aux personnes qui sont intervenues dans le débat. Ce sera plus correct, me semble-t-il.
Translated text
Mr. De Vriendt, if you allow me to speak, I will first give the floor to the people who spoke in the debate. I think it will be more correct.
#58
Official text
Monsieur le ministre, j'ai évidemment lu la réponse que vous avez fournie en commission sur le rapportage. Mais le rapport annuel que fait le ministre chargé de la Coopération au Parlement ne concerne pas seulement BIO! Au Parlement, nous n'aurons pas de suivi régulier des activités de BIO et cela concourt au manque de transparence, malgré les efforts de réorientation. La question de la transparence est insuffisamment gérée dans la mesure où nous aurions aimé que BIO présente chaque année un rapport de ses activités au Parlement.
Translated text
I have read your reply to the report in the committee. But the annual report that the Minister for Cooperation in Parliament makes is not just about BIO! In Parliament, we will not have regular monitoring of BIO activities and this contributes to a lack of transparency, despite reorientation efforts. The issue of transparency is insufficiently dealt with as we would have liked that BIO submitted a report on its activities to Parliament every year.
#59
Official text
Mijnheer de minister, ik vind dat u nogal gemakkelijk over de interventies heen gaat. U zegt dat er geen nieuw element meer is na de commissievergaderingen, maar dat is er wel. Wij leren namelijk uit de agenda van ons huis dat volgende week dinsdag het tweede rapport van de evaluator op de agenda staat.
Naar aanleiding van het rapport van 11.11.11. en de malversaties die aan het licht kwamen, heeft de regering beslist om twee evaluatierapporten te bestellen. Het eerste rapport is besproken. Het tweede is nog altijd niet besproken en toch wordt hier een nieuwe wet aan het Parlement voorgelegd, alvorens de tweede evaluatie af te wachten.
Ik herinner mij een informeel overleg met de parlementsleden die bij de hervorming betrokken zijn. Toen werd gezegd dat de tweede evaluatie in februari aan het Parlement zou worden voorgelegd. Blijkbaar heeft men toch beslist om de tweede evaluatie al volgende week dinsdag voor te leggen.
Waarom hebben wij niet gewacht op het tweede rapport, dat meer dan 300 000 euro heeft gekost? Ik begrijp dat niet. Dat is wel degelijk een nieuw element. U moet daar als minister wel degelijk op reageren. Wij hebben niet gewacht op het tweede rapport vooraleer wij onderhavige wetswijziging aan te vatten. Dat is bijzonder jammer. Wij hadden kunnen leren uit dat rapport, zodat de hervorming van BIO nog beter had kunnen zijn.
Translated text
Mr. Minister, I think you get over the interventions quite easily. You say there is no new element after the committee meetings, but that is there. We learn from the agenda of our house that next week Tuesday the second report of the evaluator is on the agenda.
Following the report of 11.11.11. In response to the misversions that came to light, the government decided to order two evaluation reports. The first report was discussed. The second is still not discussed, and yet a new law is being submitted to Parliament, before waiting for the second review.
I remember an informal consultation with parliamentarians involved in the reform. It was then said that the second evaluation would be submitted to Parliament in February. Apparently, however, it was decided to submit the second evaluation already next week on Tuesday.
Why did we not wait for the second report, which cost more than 300 000 euros? I do not understand that. This is indeed a new element. You, as a Minister, have to respond to this. We did not wait for the second report before we passed this legislative amendment. This is ⁇ regrettable. We could have learned from that report so that the reform of BIO could have been even better.
#60
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
Translated text
I refer to the written report.
#61
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ik hou een kort betoog over de starters-bvba.
De starters-bvba werd in het leven geroepen om een zaak vlug te kunnen starten met een minimum aan kapitaal, de 1-euro-vennootschappen. De maatregel heeft in de praktijk echter niet geleid tot het verhoopte resultaat. Nu staat men voor de keuze: hervormen of afschaffen.
Om de starters-bvba aantrekkelijk te maken, waren er negen aanbevelingen. Daarvan worden er een aantal overgenomen. Zo wordt de duurtijd van vijf jaar verlengd tot in het oneindige, een beetje een eeuwige starter. De limiet van vijf personen wordt ook opgeheven. Wij denken echter dat daardoor het grootste probleem van de starters-bvba niet is opgelost, met name de kredietwaardigheid en het vertrouwen van leverancier en klant in de starters-bvba. Een van de interessantste aanbevelingen werd niet overgenomen, met name de hulp aan een starter via een financieel plan, om zo te komen tot gezonde ondernemingen van bij de start.
Zoals in de commissie al gezegd, mevrouw de minister, gaat het er voor ons niet om of het al dan niet lukt. Dat is ondernemen: als men een initiatief neemt en het lukt, zoveel te beter. Als het niet lukt, is het geen oneer om daaruit de nodige conclusies te trekken.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker.
The starters-bvba was created in order to be able to start a business quickly with a minimum of capital, the 1 euro companies. In practice, however, the measure has not resulted in the expected outcome. Now we have to choose: reform or abolish.
To make the starters-bvba attractive, there were nine recommendations. Some of them are taken over. Thus, the duration of five years is extended to the infinite, somewhat eternal starter. The limit of five persons is also removed. However, we believe that this does not solve the biggest problem of the starters-bvba, in particular the creditworthiness and the confidence of supplier and customer in the starters-bvba. One of the most interesting recommendations was not taken over, in particular the help to a startup through a financial plan, so as to come to healthy enterprises from the start.
As stated in the committee, Mrs. Minister, it is not for us whether or not it will succeed. That is entrepreneurship: if one takes an initiative and succeeds, the better. If it fails, it is not a shame to draw the necessary conclusions from it.
#62
Official text
Mmes Emmery et Slegers, qui étaient inscrites, ne sont pas présentes.
Translated text
Ms Emmery and Slegers, who were registered, are not present.
#63
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in uw repliek op mijn bemerkingen met betrekking tot dit wetsontwerp en mijn algemene bemerking dat uw wetsontwerp, samen met uw kmo-plan, vrij weinig betekenen, antwoordde u dat u nooit hebt gezegd dat de startersvennootschap op korte termijn de helft van alle vennootschappen zou uitmaken.
Collega’s, een belangrijk deel van het voorliggend wetsontwerp handelt inderdaad over de startersvennootschappen en over enkele wijzigingen hierin. In de praktijk is gebleken dat de startersvennootschap onvoldoende aansloeg, dat het vooral ging om een Brussels fenomeen – dat heb ik toch geleerd uit de cijfers – en dat verscheidene startersvennootschappen door een en dezelfde natuurlijke persoon waren opgericht.
Men zou de vraag kunnen stellen of het niet gaat om oneigenlijk gebruik van de startersvennootschap of zelfs om fraude?
De startersvennootschap werd opgericht met de meest nobele, zij het soms wat naïeve bedoeling om de starters de mogelijkheid te bieden een zaak op te starten onder de beschermende vorm van een vennootschap, maar dan zonder de lasten van een fors startkapitaal. Een zaak bent u echter vergeten. Men had blijkbaar niet verwacht dat krediet krijgen voor een startersvennootschap met een heel beperkt financieel engagement door alle banken niet op veel gejuich zou worden onthaald.
Onze fractie is van oordeel dat in uw wetsontwerp de financiële problematiek niet of onvoldoende wordt aangepakt. Wellicht kunt u dat ook niet zonder te raken aan de essentie van de startersvennootschap zelf.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, in your reply to my comments regarding this bill and my general comment that your bill, together with your SME plan, mean pretty little, you replied that you never said that the start-up company would in the short term make up half of all companies.
A significant part of the bill concerns start-up companies and some amendments. In practice, it has been shown that the start-up company was insufficient, that it was mainly a Brussels phenomenon – I learned from the figures – and that several start-up companies were founded by the same natural person.
One could ask whether it is not misuse of the startup company or even fraud?
The start-up company was founded with the most noble, though sometimes somewhat naive intention to give the start-up the opportunity to start a business under the protective form of a company, but then without the burden of a heavy start-up capital. You have forgotten one thing. Apparently, it was not expected that getting a loan for a start-up company with a very limited financial commitment by all banks would not be welcomed.
Our group is of the opinion that your bill does not or does not address the financial problem sufficiently. You may not be able to do that without touching the essence of the startup company itself.
#64
Official text
Het succes blijft uit, mevrouw de minister. Volgens ons zal de opheffing van de vijfjarige beperking daar niet veel aan veranderen. Dat is spijtig, want de kmo-wereld verdient beter nu uit een studie van professor Lambrecht, in samenwerking met Unizo trouwens, blijkt dat maar liefst 15 % van de zelfstandigen in structurele armoede leeft. Structureel betekent dat men gedurende zeven opeenvolgende jaren onder de armoedegrens blijft. 15 % van de zelfstandigen leeft in structurele armoede. Eind november waren er al meer faillissementen dan in het hele jaar ervoor. Er moet dus dringend veel meer worden ingezet op steun aan de kmo’s. De kmo’s zijn de ruggengraat van onze economie.
Ik wil u nog volgen als u zegt graag meer stappen te willen zetten, maar dat de financiële krapte dat niet toelaat. Alleen, mevrouw de minister, ik denk dat het de huidige politieke meerderheid is die u daarin hindert.
Mevrouw de minister, ik sluit af met de woorden van mijn interventie in de commissie, waarmee ik ook herhaal wat collega Uyttersprot heeft gezegd. Het is waarlijk geen schande wanneer iets niet functioneert. Men moet wel durven ergens conclusies uit te trekken en er zo nodig een streep onder te trekken.
Wij trekken in elk geval een streep onder uw wetsontwerp. Wij hopen dat u een streep zult trekken onder uw startervennootschap.
Translated text
The success continues, Mrs. Minister. We believe that the removal of the five-year limit will not change much in that. That is regrettable, because the SME world is earning better now from a study by Professor Lambrecht, in collaboration with Unizo, by the way, shows that as much as 15% of self-employed people live in structural poverty. Structural means that one remains below the poverty line for seven consecutive years. 15% of self-employed people live in structural poverty. At the end of November, there were already more bankruptcies than in the whole year before. Therefore, much more needs to be invested in supporting SMEs. SMEs are the backbone of our economy.
I would like to follow you if you say you would like to take more steps, but that the financial tightness does not allow that. Only, Mrs. Minister, I think it is the current political majority that prevents you from doing so.
Mrs. Minister, I conclude with the words of my intervention in the committee, with which I also repeat what colleague Uyttersprot said. It is not a shame when something doesn’t work. One must have the courage to draw conclusions somewhere and draw a line if necessary.
In any case, we draw a line under your bill. We hope that you will draw a line under your startup company.
#65
Official text
Le rapporteur, Mme Leen Dierick, renvoie à son rapport écrit.
Translated text
Mrs Leen Dierick, the rapporteur, refers to her written report.
#66
Official text
Monsieur le président, madame la ministre, le projet à l'examen relatif aux dispositions concernant le financement des petites et moyennes entreprises était attendu depuis longtemps par le secteur. Il traduit une volonté de prendre des mesures concrètes pour équilibrer les relations entre les banques et les PME.
Afin de stimuler l'activité économique, nos entreprises doivent pouvoir disposer d'un financement suffisant. Or, actuellement, une entreprise sur trois se voit refuser tout ou partie de sa demande de crédit. De plus, les conditions d'octroi de crédit continuent à se durcir, en particulier, pour les très petites entreprises, le secteur de la construction et les services aux entreprises, que ce soit en termes de coûts, de garanties exigées ou d'informations à fournir.
Ce projet de loi met un terme à certaines pratiques bancaires abusives. Il poursuit essentiellement trois objectifs:
- créer une transparence suffisante en ce qui concerne l'offre de crédit dans la phase précontractuelle, de manière à permettre à l'entreprise de faire un choix délibéré, en toute connaissance de cause, et de comparer les conditions contractuelles des divers prêteurs;
- une plus grande concurrence entre les banques pour rendre le marché du crédit plus efficace;
- un meilleur équilibre dans la relation contractuelle entre le prêteur et l'entreprise.
Que prévoit ce projet pour l'essentiel? Il prévoit, premièrement, un devoir d'information. Le prêteur doit chercher le type de crédit le mieux adapté aux besoins de l'entreprise. Il doit aussi transmettre au demandeur une notice explicative adéquate. Le prêteur doit également fournir à l'entrepreneur un résumé de son contrat de crédit lui expliquant les éléments principaux, notamment ses droits et obligations. Enfin, l'entreprise a le droit de demander un projet de contrat de crédit qui doit lui être délivré gratuitement sur simple demande.
Un deuxième point important concerne le refus d'octroi de crédit. Les banques doivent informer les entreprises des éléments essentiels sur lesquels le refus est basé ou qui ont influencé l'évaluation des risques, ce de manière transparente et dans des termes compréhensibles pour l'entreprise. L'objectif est de mettre fin à l'opacité qui entoure le refus d'octroi de crédit.
Troisièmement, en ce qui concerne le remboursement anticipé, le projet encadre les indemnités de réemploi, en les limitant à six mois d'intérêts, calculés sur la somme remboursée et au taux fixé dans le contrat pour les crédits inférieurs à un million d'euros, et impose de définir un schéma clair dans le code de conduite pour les montants supérieurs. De même, les indemnités ne pourront être assorties de conditions ou de frais annexes, comme la conclusion d'un nouveau contrat de crédit ou des frais administratifs.
Enfin, le projet de loi fait état de sanctions en cas de clause abusive. Les banques ne pourront plus résilier un contrat de crédit lorsque l'entrepreneur respecte ses obligations, sans prévoir de dédommagement à son encontre, que ce soit un délai de préavis ou une indemnité. Les clauses abusives sont explicitement interdites.
Si le prêteur ne respecte pas son obligation de rechercher le type de crédit le mieux adapté aux besoins de l'entreprise, le juge peut ordonner la conversion, sans frais, du crédit en une autre forme plus adéquate.
En conclusion, madame la ministre, l'adoption de ce projet de loi est attendue par l'un des secteurs les plus importants de notre économie: les PME. Faut-il rappeler que 99 % des entreprises belges font partie de cette catégorie? Tout comme vous, nous souhaitons que bon nombre de dossiers puissent trouver une issue favorable grâce à ce projet de loi.
Translated text
The proposal for a regulation on the financing of small and medium-sized enterprises has been under consideration for a long time. It expresses a willingness to take concrete steps to balance the relations between banks and SMEs.
In order to stimulate economic activity, our companies must be able to have sufficient funding. Currently, one in three companies are denied all or part of their loan applications. Furthermore, credit conditions continue to be tighter, in particular for very small enterprises, the construction sector and business services, whether in terms of costs, required guarantees or information to be provided.
The bill is aimed at stopping some unfair banking practices. It pursues essentially three objectives:
- provide sufficient transparency in the pre-contractual loan offer so that the undertaking can make an informed and informed choice and compare the contractual conditions of the various lenders;
greater competition between banks to make the credit market more efficient;
a better balance in the contractual relationship between the lender and the company.
What does this project essentially mean? First, there is a duty to inform. The lender should look for the type of loan best suited to the needs of the business. It shall also provide the applicant with an appropriate explanatory notice. The lender must also provide the entrepreneur with a summary of his/her credit agreement explaining the main elements, including his/her rights and obligations. Finally, the company has the right to request a draft credit agreement which must be delivered to it free of charge upon simple request.
Another important point is the refusal of credit. Banks must inform undertakings of the essential elements on which the refusal is based or which have influenced the risk assessment, in a transparent and understandable manner. The aim is to end the opacity surrounding the refusal to grant credit.
Third, as regards early repayment, the project frames re-use allowances, limiting them to six months of interest, calculated on the amount refunded and the rate set in the contract for credits less than one million euros, and requires a clear scheme in the code of conduct for the higher amounts. Similarly, compensation may not be accompanied by additional conditions or charges, such as the conclusion of a new credit contract or administrative charges.
The bill also stipulates penalties in case of abusive clauses. Banks will no longer be able to terminate a credit agreement when the entrepreneur complies with its obligations, without providing for compensation, whether a notice period or compensation. Unfair terms are expressly prohibited.
If the lender does not comply with its obligation to seek the type of credit best suited to the needs of the undertaking, the judge may order the conversion, free of charge, of the credit into another more suitable form.
In conclusion, Mrs. Minister, the adoption of this bill is expected by one of the most important sectors of our economy: SMEs. Should we remember that 99% of Belgian companies are in this category? Like you, we hope that many cases can find a favorable outcome through this bill.
#67
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, beste collega’s, het voorliggend wetsontwerp beoogt een regeling voor de wederbeleggingsvergoeding of de funding loss aan kredietverstrekkers bij de vervroegde terugbetaling van kredieten of leningen die door bedrijven werden aangegaan. De wederbeleggingsvergoeding, meer specifiek de vergoeding voor funding loss, is een oud zeer dat heel wat bedrijven treft. Ik stelde u daaromtrent reeds in de commissie een aantal vragen en ik weet dat u dat probleem erkent en onderkent.
Voor consumenten en particulieren bestaat er al een regeling, met name de hypothecaire kredietvormen, waarbij de wederbeleggingsvergoeding bepaald is op drie maanden rente. Wanneer in een ander beding wordt voorzien, is deze clausule nietig.
Het is de normale gang van zaken dat als een onderneming een lening is aangegaan, zij deze vervroegd moet kunnen terugbetalen, bijvoorbeeld wegens de verkoop van het bedrijf of van een gedeelte ervan, of na een acquisitie-, schuld-, kapitaal- of renteherschikking. De vervroegde terugbetaling van een lening door een onderneming kan de vorm aannemen van een goed beheer ofwel van een noodzaak.
Ook de banken hebben belang bij een stipte betalingscultuur. De herschikking van de kredietverlening is een verbetering van de concurrentiepositie evenals van de competitiviteit en geeft dus zuurstof aan onze ondernemingen.
De banken vragen een schadevergoeding voor de gederfde inkomsten, de zogenaamde funding loss. Groot is nochtans de verrassing van de bedrijven wanneer zij worden geconfronteerd met de compensaties die daaraan verbonden zijn. Daar knelt het schoentje. De berekening van de wederbeleggingsvergoeding in de contracten is een onontwarbaar kluwen; deze is niet transparant, moeilijk berekenbaar en verschillend van bank tot bank. De ondoorgrondelijke formulering van de clausules en de berekeningswijzen leiden mogelijk tot drama’s. Bovendien gaat het om hoge bedragen; volgens 70 % van de betrokkenen moeten zij een surplus betalen van 30 tot 40 % van het vervroegd terugbetaald kapitaal.
N-VA wil een vergelijkbare behandeling van de gereglementeerde en niet-gereglementeerde kredieten, dus van leningen en kredieten. Vervolgens wensen wij een vergelijkbare behandeling tussen particuliere en professionele kredietnemers. Wij kunnen ons absoluut vinden in het principe dat er een regeling moet komen voor de wederbelegging.
Het nu wetsontwerp omvat als grote krachtlijnen een informatie- en motivatieplicht van de kredietverstrekker aan de onderneming over het al dan niet toekennen van een krediet en de regeling van de wederbeleggingsvergoeding bij een vervroegde terugbetaling. De voorwaarden zijn meer bepaald de volgende. Het gaat om bedragen van minder dan 1 miljoen euro. De regeling is enkel geldig voor kmo’s, dus ondernemingen met minder dan vijftig werknemers en met een omzet van minder dan 7,3 miljoen euro of een balanstotaal van minder dan 3,6 miljoen euro. Bovendien wordt er in een wederbeleggingsvergoeding voorzien van zes maanden.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, dear colleagues, the present bill aims to establish a scheme for the re-investment compensation or the funding loss to lenders in the early repayment of loans or loans entered by companies. The re-investment compensation, more specifically the compensation for funding loss, is an old very that affects a lot of companies. I have already asked you a number of questions in this regard in the committee and I know that you acknowledge and acknowledge that problem.
For consumers and individuals there is already a scheme, in particular the forms of mortgage credit, in which the re-investment fee is fixed at three-month interest rate. If a different clause is provided, this clause is void.
It is the normal course of affairs that if an undertaking has taken a loan, it must be able to repay it in advance, for example because of the sale of the undertaking or of a part of it, or after an acquisition, debt, capital or interest restructuring. The early repayment of a loan by a company may take the form of good management or a necessity.
Banks are also interested in a tight payment culture. The rearrangement of the lending is an improvement of the competitive position as well as of the competitiveness and thus gives oxygen to our companies.
The banks demand compensation for the lost income, the so-called funding loss. Great, however, is the surprise of the companies when they are faced with the compensation associated with it. That’s where the shoe runs. The calculation of the re-investment fee in the contracts is an irrevocable curve; it is not transparent, difficult to calculate and differs from bank to bank. The impenetrable formulation of the clauses and the calculation methods may lead to dramas. Furthermore, these are high amounts; 70 % of respondents believe they must pay a surplus of 30 to 40 % of the early repayment of capital.
N-VA wants a similar treatment of regulated and unregulated credits, thus of loans and loans. We want a similar treatment between private and professional borrowers. We can absolutely find ourselves in the principle that there must be a arrangement for the reinvestment.
The current draft legislation includes as major guidelines an information and motivation obligation of the lender to the undertaking regarding whether or not to grant a credit and the arrangement of the re-investment compensation in the event of an early repayment. The conditions are more specifically the following. It is about amounts of less than 1 million euros. The scheme only applies to SMEs, i.e. companies with less than 50 employees and with a turnover of less than EUR 7.3 million or a balance sheet total of less than EUR 3.6 million. In addition, a re-investment reimbursement is provided for six months.
#68
Official text
N-VA heeft haar eigen voorstel ingediend met de volgende kenmerken: mogelijkheid tot herschikking van een krediet op een eenvoudige en transparante wijze; drie maanden wederbelegging in plaats van zes maanden; geen limiet op de toegekende bedragen van de leningen, van toepassing op alle ondernemingen.
Is dat nu realistisch? Ik maak even een vergelijking: drie maanden wederbelegging is analoog aan de private markt op het hypothecair krediet. Heeft dat gevolgen gehad voor de markt? Neen. Bij de invoering van het hypothecair krediet voor particulieren is er geen belangrijke marktverstoring geweest en heeft de markt zich binnen de kortste tijd aangepast.
Wij willen geen begrenzing op 1 miljoen, want uit uw toelichting in de commissie vernamen wij dat 80 % van de leningen en kredieten minder dan 1 miljoen bedraagt. Daarom vragen wij de maatregel tot de overige 20 % uit te breiden.
Ook in verband met de beperking tot kmo’s volgt u een bijzondere redenering, mevrouw de minister. Volgens u valt 99 % van de bedrijven onder de toepassing van de voorgestelde wettekst. Waarom wil u dan voor 1 % een uitzonderlijke regeling treffen?
Voor de openstaande regelingen verwijzen wij naar de circulaire van Febelfin, die daaromtrent het beste kan worden toegepast.
Wij zijn dan ook van oordeel, mevrouw de minister, dat ons voorliggend voorstel transparanter, eenvoudiger en bedrijfsvriendelijker is.
Translated text
N-VA has submitted its own proposal with the following characteristics: the possibility of reallocating a loan in a simple and transparent manner; three-month reinvestment instead of six months; no limit on the amounts of the loans granted, applicable to all companies.
Is that realistic now? I make a comparison: three months of reinvesting is analogous to the private market on mortgage. Has that had an impact on the market? No to. There were no major market distortions in the introduction of mortgages and the market adapted in the shortest time possible.
We do not want a limit of 1 million, because from your explanation in the committee we learned that 80% of the loans and loans are less than 1 million. We therefore call for the extension of the measure to the remaining 20%.
With regard to the restriction of small and medium-sized enterprises, you also have a special reasoning. According to you, 99% of companies are covered by the proposed legislation. So why do you want to make an exception for 1%?
For the open arrangements, we refer to the circular of Febelfin, which can therefore be best applied.
We therefore believe that our proposal is more transparent, simpler and more business-friendly.
#69
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, de financiële crisis treft onze kmo’s zeer hard. De kredietverstrekking door banken aan onze kmo’s verloopt dan ook heel moeizaam.
Volgens de Nationale Bank van België ligt de kredietverstrekking aan kleine en middelgrote ondernemingen nog steeds een stuk lager dan voor de financiële crisis. Het voorliggende wetsontwerp versterkt het kader waarin kmo’s kredieten kunnen ontlenen bij de banken. Er wordt voorzien in instrumenten die het vertrouwen en ook de transparantie tussen de kredietgevers en de kmo’s zullen versterken. Het wetsontwerp zal bijdragen tot een betere kredietverlening aan onze ondernemingen.
Het zal ook leiden tot meer transparantie bij de kredietverlening aan kmo’s. Zo komt er een informatieplicht, de verplichting van het passend krediet, een verantwoording bij een kredietweigering en de uitwerking van een gedragscode. Al die maatregelen zullen bijdragen tot een transparantere relatie tussen de kredietgever en de kmo’s. Die transparantie zal op haar beurt leiden tot meer vertrouwen tussen de kmo’s en de banken, en dus tot meer vertrouwen in de economie.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, colleagues, the financial crisis affects our SMEs very hard. The provision of loans by banks to our SMEs is therefore very difficult.
According to the National Bank of Belgium, lending to small and medium-sized enterprises is still much lower than before the financial crisis. The present draft law strengthens the framework in which SMEs can obtain loans from banks. Instruments will be provided to strengthen trust and transparency between creditors and SMEs. The draft law will contribute to better lending to our companies.
It will also lead to greater transparency in lending to SMEs. For example, there is an information obligation, the obligation of the appropriate credit, a accountability in case of a credit refusal and the development of a code of conduct. All these measures will contribute to a more transparent relationship between the lender and SMEs. That transparency will in turn lead to greater confidence between SMEs and banks, and thus to greater confidence in the economy.
#70
Official text
Een essentieel onderdeel voor CD&V is de beperking van de wederbeleggingsvergoeding. Vandaag worden vele kmo’s met een heel hoge kostprijs geconfronteerd, wanneer zij een investeringskrediet vervroegd wensen terug te betalen. Wederbeleggingsvergoedingen houden aldus onze ondernemers vaak in een wurggreep. Enerzijds, zijn zij door de crisis gedwongen te desinvesteren en hun leningen vervroegd terug te betalen. Anderzijds, moeten zij bij een vervroegde terugbetaling een hoge wederbeleggingsvergoeding betalen, waardoor het bedrijf nog meer problemen krijgt.
Een organisatie als Tussenstap vzw bemiddelt al vele jaren tussen getroffen ondernemers en de banken, in vele gevallen met resultaat. Voorbije zomer nog heeft zij een Innesto Award van onze voorzitter gekregen. De inzet van de vrijwilligers van Tussenstap is bewonderenswaardig.
Nog beter echter is een oplossing voor het probleem. Welnu, de oplossing ligt hier nu voor ons.
Voor nieuwe leningen met een bedrag kleiner dan 1 miljoen euro mag de wederbeleggingsvergoeding maximaal zes maanden intrest bedragen. Voor kredieten boven 1 miljoen euro wordt de hoogte van de vergoeding contractueel en in overeenstemming met de gedragscode vastgelegd. De inperking van de wederbeleggingsvergoeding is een heel belangrijke realisatie.
Collega’s, ik rond af.
CD&V heeft zich op vele beleidsniveaus in ons land al sterk ingezet, om de toegang tot en de kostprijs van het krediet voor kmo’s te verbeteren. Met voorliggend wetsontwerp zetten wij opnieuw een grote stap voorwaarts om de kredietverlening te verbeteren. Het wetsontwerp streeft naar een evenwichtige relatie tussen de kredietgever en de ondernemer en creëert meer transparantie om de toegang tot het krediet te stimuleren.
CD&V ondersteunt dan ook ten volle het wetsontwerp. Wij willen ook de minister van Financiën en de minister van Middenstand van harte danken voor het geleverde werk.
Translated text
An essential component for CD&V is the limitation of the re-investment fee. Today, many SMEs face very high costs when they wish to repay an investment loan early. Reinvestment fees thus often keep our entrepreneurs in a wreck. On the one hand, the crisis has forced them to disinvest and to repay their loans early. On the other hand, in case of early repayment, they must pay a high re-investment fee, causing the company even more trouble.
An organization such as Tussenstap vzw has been mediating between affected entrepreneurs and the banks for many years, in many cases with results. Last summer she received an Innesto Award from our chairman. The commitment of the volunteers of Tussenstap is admirable.
Even better, however, is a solution to the problem. Well, the solution is here for us now.
For new loans with an amount of less than 1 million euros, the re-investment fee may amount to a maximum of six months interest. For credits exceeding EUR 1 million, the amount of the fee shall be fixed contractually and in accordance with the Code of Conduct. The reduction of re-investment reimbursement is a very important achievement.
Ladies and gentlemen, I am going around.
CD&V has already made a strong effort at many policy levels in our country, to improve the access to and cost of credit for SMEs. With the present draft law, we are taking another big step forward in improving the lending provision. The bill seeks to create a balanced relationship between the lender and the entrepreneur and creates more transparency to stimulate access to credit.
CD&V therefore fully supports the bill. We would also like to thank the Minister of Finance and the Minister of Medium Status for the work done.
#71
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ik wil kort interveniëren namens mijn fractie. In de commissie heeft collega Muriel Gerkens de discussie gevolgd en ons wetsvoorstel uiteengezet. Zij heeft ook een aantal amendementen ingediend.
De tekst die voorligt, is uiteraard een heel belangrijke tekst. Het is belangrijk dat er eindelijk stappen worden ondernomen om een einde te maken aan de totaal onaanvaardbare praktijken die de jongste jaren gegroeid zijn bij de banken. Wij vinden echter dat de regering niet ver genoeg gaat. Zij had nog iets verder kunnen gaan om onze ondernemingen, en dan vooral de vele duizenden kmo’s, te steunen.
Het probleem van de wederbeleggingsvergoedingen is bekend. Voor de bedrijven die ermee geconfronteerd worden, is het vaak een onoverkomelijk probleem. Er zouden ter zake trouwens geen problemen mogen rijzen. Er bestaat immers al een wettelijke regeling voor de wederbeleggingsvergoeding. Die staat zelfs in het Burgerlijk Wetboek, in artikel 1907bis, dat heel lang geleden werd ingevoegd in de regeling van leningen op intrest.
Sinds de jaren 90 hanteren banken een andere naam voor dergelijke leningen. Zij noemen ze niet meer leningen op intrest, maar kwamen met formules als ‘investeringskrediet’ en dergelijke meer. Vervolgens hebben zij geargumenteerd dat die kredieten niet vallen onder artikel 1907bis van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 1907bis voorziet in een maximumtermijn van 6 maanden voor wederleggingsvergoedingen. Hun aantal is intussen enorm gestegen, zoals andere sprekers al hebben uitgelegd. Vandaag is de situatie dat kleine ondernemingen die een dergelijk krediet aangaan en het na 4 of 5 jaar willen terugbetalen, omdat ze willen investeren in een ander gebouw of uitbreiden, geconfronteerd worden met wederbeleggingsvergoedingen, die kunnen oplopen tot 30 % of 40 % van het uitstaande bedrag.
Dat zijn verwerpelijke praktijken, die wij een halt moeten toeroepen. Wat doet de regering? Zij zegt dat zij de termijn absoluut wil beperken tot 6 maanden. Maar, als de kredieten langer dan 1 jaar lopen, is dat geen automatisme. Dan moet men opnieuw onderhandelen met de banken. Het geldt dus niet voor iedereen. Dat is jammer.
Een ander probleem is dat de gewijzigde wet enkel van toepassing zal zijn voor nieuwe kredieten. Dat wil zeggen dat de tekst geen oplossing biedt aan ondernemingen die vandaag al worden geconfronteerd met dergelijke wurgcontracten van de banken.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. In the committee, colleague Muriel Gerkens followed the discussion and presented our bill. She also submitted a number of amendments.
The text that precedes is, of course, a very important text. It is important that steps are finally taken to end the completely unacceptable practices that have grown in recent years with banks. However, the government is not going far enough. She could have gone a little further to support our ⁇ , and especially the many thousands of SMEs.
The problem of re-investment fees is well known. For the companies facing it, it is often an insurmountable problem. In this regard, there should be no problems. There is already a legal system for re-investment compensation. This is even stated in the Civil Code, in article 1907bis, which was introduced a long time ago in the scheme of interest loans.
Since the 1990s, banks have used a different name for such loans. They no longer call them interest-based loans, but came up with formulas such as “investment credit” and so on. They subsequently argued that those credits do not fall within the scope of Article 1907bis of the Civil Code.
Article 1907bis provides for a maximum period of six months for reimbursement fees. Their numbers have increased considerably, as other speakers have already explained. Today, small enterprises who take such a loan and want to repay it after 4 or 5 years because they want to invest in another building or expand are faced with re-investment fees, which can be up to 30 % or 40 % of the outstanding amount.
These are rejectional practices that we must stop. What does the government do? She says that she absolutely wants to limit the term to 6 months. But, if the loans last longer than 1 year, that is not automatic. We have to negotiate with the banks again. Therefore, it does not apply to everyone. That is regrettable.
Another problem is that the amended law will only apply to new loans. That is to say, the text does not provide a solution to companies that are already faced today with such bank wrapping contracts.
#72
Official text
Ik begrijp dat het geen evidentie is, maar wat wij vragen, is dat de regering zou beslissen de nieuwe regeling ook van toepassing te maken op de lopende contracten. Met de nieuwe regeling zullen immers enkel degenen die nieuwe contracten sluiten geholpen worden, maar niet de mensen die daarmee vandaag al worden geconfronteerd.
Dan krijgt men de volgende argumenten te horen, namelijk dat dit niet mogelijk is of dat de intresten wel eens fors zouden kunnen stijgen. Ik weet dat niet.
Ten eerste, de markt zal spelen in de banksector. Ik weet niet of het ten nadele zou zijn van degenen die willen lenen als men zou zeggen dat er een evolutie komt van zes naar twee maanden of dat er nog wat strenger zou worden opgetreden. De markt zal spelen. Er zal concurrentie zijn en de banken zullen proberen zoveel mogelijk klanten te behouden. Ik vind dat dus geen argument.
Ten tweede, het probleem werd gecreëerd door de banken zelf die, zoals ik daarnet heb gezegd, in de jaren 90 artikel 1907bis moedwillig niet wilden gebruiken en dat hebben omzeild door andere namen te geven aan hun kredieten. Zij moeten nu dus niet komen klagen, want zij hebben het probleem zelf veroorzaakt omdat ze de wet gedurende bijna twintig jaar hebben omzeild.
Ten derde, wij vergeten soms wel eens dat wij een gigantische bankencrisis achter de rug hebben. De overheid heeft miljarden in die bankensector gestoken en dan zouden wij de banken niet mogen vragen om ook voor lopende kredieten een toegeving te doen en de kmo’s te helpen.
Mevrouw de minister, collega’s, dat zijn de redenen waarom wij twee amendementen opnieuw hebben ingediend, enerzijds, om die termijn van zes maanden omlaag te brengen naar twee maanden en, anderzijds, om de regeling, ook als het zes maanden is, onmiddellijk ingang te laten vinden, ook voor de lopende contracten.
Ik denk dat dit een boost kan geven aan het ondernemingsleven en een echte steun zal zijn voor de vele kmo’s in ons land.
Translated text
I understand that this is not evidence, but what we ask is that the government would decide to apply the new arrangement to current contracts as well. The new regulation will only help those who sign new contracts, but not those who are already facing it.
Then you get to hear the following arguments, namely that this is not possible or that interest rates could rise sharply. I do not know.
First, the market will play in the banking sector. I don’t know if it would be to the detriment of those who want to borrow if one said that there would be an evolution from six to two months or that there would be a slightly tougher action. The market will play. There will be competition and the banks will try to retain as many customers as possible. I do not think that is an argument.
Secondly, the problem was created by the banks themselves who, as I just said, in the 1990s deliberately refused to use Article 1907bis and bypassed it by giving other names to their loans. So they should not come to complain now, because they themselves caused the problem because they have been bypassing the law for ⁇ twenty years.
Third, we sometimes forget that we are facing a giant banking crisis. The government has invested billions in that banking sector and then we should not ask the banks to also make concessions for ongoing loans and to help SMEs.
That is why we submitted two amendments again, on the one hand, to reduce that six-month period to two months and, on the other hand, to make the arrangement, even if it is six months long, immediately effective, also for current contracts.
I think this can boost entrepreneurship and be a real support for the many SMEs in our country.
#73
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik vat deze rede aan met het slot van mijn vorige rede, want ook dit wetsontwerp handelt over kmo’s en zou het begin van een oplossing moeten bieden voor een dringend en prangend kmo-probleem, met name de kredietweigering en de forse wederbeleggingsvergoedingen bij vervroegde terugbetaling van kredieten. De collega’s hebben het reeds toegelicht.
Mevrouw de minister, op een moment dat uit een studie van professor Lambrecht, ik herinner u er nog eens aan, blijkt dat liefst 15 % van de zelfstandigen structureel in armoede leven en dat er eind november reeds meer faillissementen waren in 2013 dan in het volledige jaar 2012, moet er wat ons betreft nog veel meer worden ingezet op kmo’s.
Kmo’s zijn de ruggengraat van de economie, ik herhaal uw woorden, er moet dan ook nog veel meer op worden ingezet. Soms heb ik de indruk dat u die stappen wilt zetten, maar dat u tegengehouden wordt, misschien door de financiële krapte of misschien door de politieke meerderheid waarin u moet werken.
Mevrouw de minister, onze fractie heeft dit wetsontwerp een wetsontwerp van de gemiste kans genoemd, bijvoorbeeld omdat men zich beperkt heeft tot bankleningen. U zult zeggen dat dit terecht zo is omdat de bankinstellingen nog steeds het gros, de meerderheid, de absolute meerderheid van kredietverstrekkingen aan kmo’s op zich nemen.
Inderdaad, mevrouw de minister, nog steeds zijn de banken de kredietinstellingen die het meest krediet aan kmo’s verstrekken. U zult het met mij eens zijn dat bepaalde kmo-sectoren het vandaag echt moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk hebben om nog aan een bancair krediet te raken en dat zij zich in grote getale, en steeds meer, wenden tot allerlei alternatieve vormen van financiering. U hebt in uw wetsontwerp weinig of geen oor daarvoor. Spijtig. Wij vinden het een wetsontwerp van de gemiste kans.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, I accept this argument at the conclusion of my previous argument, since this bill also deals with SMEs and should provide the beginning of a solution to an urgent and pressing SME problem, in particular the refusal of credit and the high re-investment fees in case of early repayment of credits. My colleagues have already explained it.
Mrs. Minister, at a time when a study by Professor Lambrecht, I remind you again, shows that as much as 15 % of the self-employed live in structural poverty and that there were already more bankruptcies at the end of November in 2013 than in the whole year 2012, we need to invest much more in SMEs.
SMEs are the backbone of the economy, I repeat your words, there is much more to be done. Sometimes I have the impression that you want to take those steps, but that you are deterred, ⁇ by the financial tightness or ⁇ by the political majority in which you have to work.
Mrs. Minister, our group has called this bill a bill of missed opportunity, for example because it has limited itself to bank loans. You will say that this is right because the banking institutions still take over the bulk, the majority, the absolute majority of lending to SMEs.
Indeed, Mrs. Minister, the banks are still the credit institutions that provide the most credit to SMEs. You will agree with me that certain SME sectors today find it really difficult, not to say impossible, to get a bank credit and that they turn in large numbers, and more and more, to all kinds of alternative forms of financing. You have little or no ear for this in your bill. It is sorry. It is a bill of the missed opportunity.
#74
Official text
Wij kunnen ons wel vinden in uw logica betreffende de kredietweigering en het feit dat bancaire instellingen voortaan de weigering moeten argumenteren. Er wordt een informatiedocument opgemaakt. Met dat informatiedocument zou de ondernemer in elk geval in staat moeten zijn om zelf op zoek te gaan naar de belangrijkste aspecten in de ontwerpovereenkomst van de kredietverlening en moet hij, aan de hand van dat document, ook de inschatting kunnen maken van de aspecten die belangrijk zijn bij de kredietverlening aan de kmo. Dat is in elk geval uw bedoeling. Zo staat het in uw wetsontwerp.
Ik hoop alleen dat het lukt en dat het informatiedocument inderdaad van die aard zal zijn dat ondernemers in staat zullen zijn om in te schatten op basis van welke belangrijke aspecten de kredietverlening wordt toegekend of geweigerd. Echt meten kunnen wij op dit moment niet. Ik hoop dus dat u de bal juist slaat. Ik kijk in elk geval uit naar een zeer snelle evaluatie van dat document en, indien het niet voldoet, naar een zeer snelle bijsturing.
Ik kom nu tot de regeling voor de wederbeleggingsvergoedingen. Eindelijk zijn wij zover, mevrouw de minister, dat er een regeling betreffende de wederbeleggingsvergoeding voorligt. Dat is in elk geval positief. De toekomstige kredietverleners weten waaraan zich te houden. De toekomstige kredietopnemers weten eveneens waaraan zij zich kunnen verwachten. Tezelfdertijd – het spijt mij, ik kom erop terug – betreur ik enkele mankementen aan uw regeling voor de wederbeleggingsvergoeding.
Ik betreur bijvoorbeeld dat er minstens een gebrek aan transparantie is in de berekeningen van een en ander. Ik meen dat het beter moet. Ik betreur ook ten zeerste dat er geen regeling werd uitgewerkt voor de bestaande kredieten, want de grootste problemen doen zich momenteel voor bij die bestaande kredieten.
Ik kan uw logica ergens begrijpen. U pleit tegen een regeling met terugwerkende kracht. Vanuit een zeker pleidooi voor rechtszekerheid kan ik u daarin zelfs ten dele volgen, maar de Vlaams Belangfractie vindt wel dat u als overheid toch minstens een bemiddelende rol op u zou moeten nemen. De kmo-wereld zit te wachten op een sluitende regeling voor de bestaande kredieten. U zou zich sterk moeten maken om met de financiële sector tot een globale regeling te komen, ook voor de bestaande contracten.
Translated text
We may find ourselves in your logic regarding the credit refusal and the fact that banking institutions must argue the refusal from now on. An information document will be drawn up. In any case, that information document should enable the entrepreneur to search for the main aspects of the draft credit agreement on his own, and it should also enable him to make an assessment of the aspects that are important in lending to SMEs. At least that is your intention. This is stated in your bill.
I only hope that it will succeed and that the information document will indeed be of such nature that entrepreneurs will be able to estimate on the basis of which important aspects the loan is granted or refused. We cannot really measure at the moment. I hope you hit the ball correctly. In any case, I look forward to a very quick evaluation of that document and, if it does not comply, to a very quick update.
I now come to the re-investment remuneration scheme. Finally, we have come to the point, Mrs. Minister, that there is a regulation concerning the reinvestment compensation. That is in any case positive. Future lenders know what to stick to. Future borrowers also know what to expect. At the same time – I am sorry, I will return to it – I regret some shortcomings in your re-investment reimbursement scheme.
I regret, for example, that there is at least a lack of transparency in the calculations of something. I think it should be better. I also deeply regret that no arrangement has been developed for the existing credits, as the biggest problems currently arise with those existing credits.
I can understand your logic somewhere. You are opposed to a retroactive arrangement. From a certain plea for legal certainty, I can even follow you in part, but the Flemish Interest Group thinks that you as a government should at least take a mediating role on you. The SME world is waiting for a closing scheme for existing loans. You should work hard to reach a global arrangement with the financial sector, including for existing contracts.
#75
Official text
U zegt in uw toelichting zelf dat er voor grote ondernemers geen aparte regeling nodig is. In uw repliek op een voorstel van collega Uyttersprot zegt u dat de grote ondernemers geen aparte regeling nodig hebben omdat zij in de mogelijkheid verkeren om zelf met de banken te onderhandelen. Het zijn volgens u de kleine bedrijven, de kmo’s, die 99 % van de actieve economie uitmaken, die een actief optreden van de overheid met betrekking tot de bestaande kredieten zeker zullen toejuichen.
Wij vinden de aanzet tot een betere, een meer correcte regeling van de wederbeleggingsvergoedingen voor kmo’s een positieve zaak, maar kmo’s zouden nog beter gediend zijn indien u zich ook sterk had gemaakt voor een overheidsoptreden inzake de bestaande kredieten.
Onze fractie zal zich bij de stemming onthouden bij wijze van waarschuwing. Wij vinden dat het veel beter kan en moet.
Translated text
You say in your own explanation that there is no need for a separate arrangement for large entrepreneurs. In your response to a proposal from colleague Uyttersprot, you say that the large entrepreneurs do not need a separate arrangement because they are able to negotiate with the banks themselves. It is in your opinion that it is the small enterprises, the SMEs, which make up 99 % of the active economy, that will surely welcome an active intervention of the government with regard to the existing loans.
We consider the initiative for a better, more correct system of re-investment fees for SMEs a positive thing, but SMEs would have been even better served if you had also made strong efforts for a government action on existing credits.
Our group will abstain from voting as a warning. We think it can and should be much better.
#76
Official text
Monsieur le président, je tiens d'abord à excuser mon collègue M. Geens, qui est retenu au Sénat.
L'objectif de ce projet est bien de recréer un meilleur équilibre entre banques et petites et moyennes entreprises. Il s'agit de recréer de la confiance mais, surtout, d'éviter que les taux d'emprunt soient supérieurs à ce qu'ils sont aujourd'hui. Si on suit les propositions de la N-VA ou d'Ecolo-Groen, avec deux mois – pourquoi pas un mois ou quinze jours – de ‘wederbeleggingsvergoeding’, il y aura une augmentation des taux! C'est ce qui se passe aujourd'hui avec le crédit hypothécaire, pour lequel les taux sont supérieurs aux taux du marché car le terme de trois mois n'est pas rentable.
Monsieur le président, en français, on dit: "Qui trop embrasse mal étreint." C'est également vrai en politique!
Translated text
First of all, I would like to apologize to my colleague. Geens, who is held in the Senate.
The aim of this project is to re-create a better balance between banks and small and medium-sized enterprises. It is about re-creating confidence but, above all, preventing borrowing rates from being higher than they are today. If we follow the proposals of the N-VA or Ecolo-Groen, with two months – why not a month or fifteen days – of ‘wederbeleggingsvergoeding’, there will be an increase in rates! This is what is happening today with mortgage loans, for which rates are higher than market rates because the three-month term is not profitable.
In French, it is said, “Whoever kisses too much is kissed badly.”
#77
Official text
Met dit project willen we meer transparantie en meer informatie inzake de rechten en plichten tussen kmo’s en banken bereiken en meer informatie in geval van weigering. Dit is een heel belangrijk project.
Translated text
With this project we aim to ⁇ greater transparency and more information on the rights and obligations between SMEs and banks and more information in case of refusal. This is a very important project.
#78
Official text
Cela va donc vraiment rééquilibrer les choses. Les banques devront proposer le crédit… Cela, personne n'en a parlé! C'est dans le projet: les banques devront proposer le crédit le plus adapté non pas à leur rentabilité, monsieur le président, mais bien à la situation des petites et moyennes entreprises. Avec un million d'euros, quasi tous les types de prêts sont couverts, vu que la moyenne d'emprunt pour les PME est de 214 000 euros.
Translated text
This will really balance things. The banks will have to offer loans...this, no one has spoken about it! It is in the project: banks will have to offer the credit most suited not to their profitability, Mr. Speaker, but to the situation of small and medium-sized enterprises. With a million euros, almost all types of loans are covered, given that the average loan for SMEs is 214 000 euros.
#79
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil hier nog even kort op ingaan.
Ten eerste, vind ik het merkwaardig dat er geen internationale benchmark bestaat niettegenstaande het feit dat alle spelers internationaal opereren. Dat is zeer merkwaardig.
Mevrouw de minister, ten tweede, zegt u dat dit een marktverstoring zou betekenen. Toen men bij de hypothecaire lening voor particulieren de wederbelegging heeft beperkt tot drie maanden heeft dat echter niet geleid tot een marktverstoring. De markt heeft zich toen binnen de kortste tijd aangepast.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to address this briefly.
First, I find it curious that there is no international benchmark despite the fact that all players operate internationally. This is very strange.
Mrs. Minister, secondly, you say this would mean a market disturbance. However, when the re-investment in the mortgage loan for individuals was limited to three months, this did not lead to market distortion. The market has adjusted in the shortest time.
#80
Official text
Mevrouw de minister, het is natuurlijk het klassieke verhaal, de intresten zullen stijgen. Ik kan ook verwijzen naar de markt van de hypothecaire kredieten waar er – ik wil een ander argument gebruiken – ook grote concurrentie is tussen de verschillende financiële instellingen. Een bank die de intresten te hoog zet, zal dat dan ook wel voelen.
U spreekt over marktverstoring, mevrouw de minister. Als er een zaak is, die de markt verstoort, is het de regeling die vandaag van toepassing is. Ze laat immers niet toe dat ondernemingen die willen investeren en nieuwe gebouwen willen bouwen of aankopen om hun bedrijf uit te breiden, dat ook doen omdat ze geconfronteerd worden met een te hoge wederbeleggingsvergoeding. Dat is de marktverstoring. Vandaar ook ons voorstel om dit te laten ingaan op de lopende contracten. Dat zal misschien even wat pijn doen maar de overheid heeft de banken ook miljarden en miljarden gegeven om hen te redden. Ik meen dat zij nu een inspanning moeten doen om de vele kmo’s in ons land te helpen wanneer die willen uitbreiden en investeren, wat arbeid creëert en onze economie ten goede komt.
Translated text
Of course, this is the classic story, interest rates will rise. I can also refer to the mortgage market where – I would like to use another argument – there is also great competition between the various financial institutions. A bank that puts interest rates too high will feel that.
You are talking about market disruption. If there is a case that disrupts the market, it is the regulation that applies today. After all, it does not allow companies that want to invest and build new buildings or purchase to expand their business to do so, also because they are faced with too high reinvestment fees. That is the market distortion. Therefore, we also propose that this be included in the current contracts. That may hurt a bit, but the government has also given billions and billions to the banks to save them. I think they must now make an effort to help the many SMEs in our country when they want to expand and invest, which creates jobs and benefits our economy.
#81
Official text
Monsieur le président, je me réfère à mon rapport écrit.
Translated text
I am referring to my written report.
#82
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
Translated text
I refer to the written report.
#83
Official text
De heer Degroote heeft het woord in de algemene bespreking.
Translated text
Mr Degroote has the floor at the General Meeting.
#84
Official text
Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, de N-VA zal zich bij de stemming van dit wetsontwerp onthouden. Ik geef u graag onze motivering daarvoor.
Dit wetsontwerp houdende diverse bepalingen bevat een aantal hoofdstukken waarvan volgens ons de belangrijkste zijn: de bescherming van het politie-uniform en de hervorming van de civiele veiligheid. Verder is er nog een kleiner gedeelte over de kerntaken van de politie. Ik wens die drie items kort te behandelen.
Wat het politie-uniform betreft, voert het wetsontwerp volgens ons een terechte bescherming in. Er wordt bepaald dat personen die geen politieambtenaar zijn geen uniform mogen dragen, ongeacht of het over een origineel dan wel goede namaak gaat. Wij kunnen ons daarin vinden. Alleen hadden wij in de commissie, en nu nog steeds, vragen bij de uitwerking van die regeling. Wij hebben aangetoond dat de strafbepalingen betreffende het dragen van een politie-uniform in de praktijk weinig effect zullen hebben, omdat de rechter zich kan beroepen op artikel 65 van het Strafwetboek, waarin sprake is van “opeenvolgende, voortgezette uitvoering van het misdadig opzet”. Dan wordt het uiteraard moeilijker. Wij stellen zelf voor om de minimumstraffen te verhogen, wat meer impact zou kunnen hebben.
Daarnaast stelden wij ons ook vragen bij de administratieve lasten die worden opgelegd ten nadele van verenigingen. Ik geef een voorbeeld. Jeugdbewegingen wordt opgelegd bepaalde goedkeuringen aan te vragen, als zij in het raam van hun normale activiteiten een politie-uniform willen gebruiken. Dergelijke regelneverij zal volgens ons in de praktijk nooit gevolgd worden.
Translated text
The N-VA will abstain from voting on this bill. I would like to give you our motivation for this.
This draft law containing various provisions contains a number of chapters of which we believe are the most important: the protection of the police uniform and the reform of civil security. There is also a small section on the core tasks of the police. I would like to briefly address these three points.
As far as the police uniform is concerned, we believe that the draft law introduces a justified protection. It provides that persons who are not police officers may not wear uniform, regardless of whether it is an original or a good counterfeit. We can find ourselves in it. Only we in the committee, and now still, had questions in the preparation of that arrangement. We have demonstrated that the penal provisions concerning the wear of a police uniform will have little effect in practice, as the judge can invoke Article 65 of the Criminal Code, which speaks of “sequential, continuous execution of the criminal intent”. Then, of course, it will become more difficult. We themselves propose to increase the minimum penalties, which could have more impact.
In addition, we also asked questions about the administrative burden imposed to the detriment of associations. I will give an example. Youth movements are required to apply for certain approvals if they wish to use a police uniform in the framework of their normal activities. Such a rule of law will, in our opinion, never be followed in practice.
#85
Official text
Wat de kerntaken van de politie betreft, wordt volgens ons wel een correct mechanisme ingebouwd, namelijk dat er voor elke regel die nieuwe taken invoert voortaan een advies van de federale politieraad moet zijn.
In het raam van uw beleidsnota hebben verschillende sprekers gevraagd een debat te starten over welke taken de politie nog moet uitvoeren. Momenteel beschikken wij alleen maar over een lijst. Daarom willen we vragen om deze gang van zaken toch ernstig te nemen. Die lijst van taken heeft betrekking op de taken waarvan wij weten dat u liever hebt dat de politie ze niet meer uitoefent. We moeten dus eens de andere oefening maken en uitzoeken wat de politie nog wel moet doen.
Ten slotte, heb ik nog enkele woorden over de civiele veiligheid. In de commissie heeft mijn collega Jan Van Esbroeck regelmatig het woord genomen over dat thema. Die materie zou moeten rond zijn tegen 1 januari 2015. Om dit klaar te krijgen, worden nu reeds in de wet houdende diverse bepalingen verschillende veranderingen doorgevoerd. Wij weten dat niet alleen verschillende gemeenten maar ook verschillende personeelsleden ongerust zijn aangaande deze hervorming. Men wil weten wat er op hen afkomt.
De bezorgdheid van deze steden en gemeenten kan gedeeltelijk worden weggenomen, mocht de federale overheid eindelijk met wat geld over de brug komen. In artikel 67 van desbetreffende wet staat immers reeds jaren vermeld dat de federale overheid en de gemeenten beide de helft van de kosten van de brandweer op zich dienen te nemen. Uit een studie van Belfius blijkt echter dat de verhouding 90 % voor de gemeenten en 10 % voor de federale overheid is.
Translated text
With regard to the core tasks of the police, we believe that a correct mechanism is in place, namely that for every rule that introduces new tasks, there must be an opinion from the Federal Police Council.
In the window of your policy note, several speakers have asked to start a debate on what tasks the police still need to perform. Currently, we only have a list. Therefore, we would like to ask you to take this course of affairs seriously. That list of tasks relates to tasks that we know you would rather have the police stop performing them. So we have to do the other exercise and find out what the police still have to do.
Finally, I want to say a few words about civil security. In the committee, my colleague Jan Van Esbroeck regularly spoke on this topic. That matter should be round by 1 January 2015. In order to get this done, several changes are already implemented in various provisions containing the law. We know that not only different municipalities but also different staff members are concerned about this reform. They want to know what happens to them.
The concerns of these cities and municipalities can be partially removed if the federal government finally comes across the bridge with some money. In fact, Article 67 of the relevant law stated for years that the federal government and the municipalities must both bear half of the costs of the firefighters. However, a study by Belfius shows that the ratio is 90 % for the municipalities and 10 % for the federal government.
#86
Official text
Mevrouw de minister van Binnenlandse Zaken, in de commissie hebt u de komst van een koninklijk besluit aangekondigd dat een einde zal maken aan deze scheve verhouding. In dat koninklijk besluit zal worden opgenomen welke zaken – inkomsten en uitgaven – in aanmerking zullen komen om onder die 50/50-verhouding te vallen. Ik hoop dat mevrouw de minister snel werk zal maken van dit KB, want daardoor zou de ongerustheid weggenomen kunnen worden bij de diverse gemeentebesturen.
Daarnaast zou het ook geen kwaad kunnen om snel duidelijkheid te verschaffen aangaande de aanvullende dotatie. Wat zullen de criteria zijn? Wat zal hun gewicht zijn? Welke bedragen zijn er per zone? Ook hierop wachten de gemeenten. Het kan niet zijn dat we opnieuw in een scenario terechtkomen zoals de situatie die zich onlangs voordeed met de vernietiging van de KB’s door de Raad van State. Als we willen dat de gemeenten goed werk leveren en goed besturen, dan moeten ze ook duidelijkheid krijgen.
Wat de categorieën van zones betreft, blijft de wettekst ook na bespreking in de commissie onduidelijk. Hoeveel categorieën zullen er komen en wat is het belang van die categorieën, los van de premie van de commandant? Welk ander belang hebben die categorieën?
Tot slot en zeker niet onbelangrijk, wens ik de aandacht te vestigen op de situatie van de vrijwilligers. Zeker in Vlaanderen is ongeveer drie vierde van de brandweermensen vrijwilliger. Die mensen leveren heel wat onbaatzuchtig en nuttig werk. Ik heb dat deze voormiddag nog aan den lijve kunnen ondervinden naar aanleiding van een gaslek in mijn gemeente. Die brandweerlieden zetten zich dagelijks in voor de veiligheid van onze medemensen. Het zou dan ook goed zijn als hun stem gehoord wordt in deze hervorming. We zullen daar zeker werk van moeten maken.
Mevrouw de minister, ik heb daarover al een aantal vragen gesteld in de commissie. U gaf mij telkens het antwoord dat u de waarde van die vrijwilligers hoog inschat en dat ze zeker bij de verdere werking en de wetgeving betrokken moeten worden. Ik juich dat toe en ik hoop dat het niet bij woorden blijft, maar dat er zeker ook daden komen.
Translated text
Mrs. Minister of the Interior, in the committee you announced the arrival of a royal decree that will put an end to this twisted relationship. That royal decree will include which items – income and expenditure – will be eligible to fall under that 50/50 ratio. I hope that Mrs. Minister will quickly work on this KB, because this would help remove the concerns in the various municipal governments.
Furthermore, it would also not be harmful to provide quick clarity on the additional allocation. What will be the criteria? What will be their weight? What are the amounts per zone? The municipalities are also waiting for this. It can’t be that we fall again into a scenario like the situation that occurred recently with the destruction of the KBs by the State Council. If we want the municipalities to do good work and govern well, then they must also get clarity.
As regards the categories of zones, the legislative text remains unclear even after discussion in the committee. How many categories will come out and what is the importance of those categories, apart from the commander’s premium? What other importance do these categories have?
Finally, and ⁇ not insignificant, I would like to draw attention to the situation of the volunteers. In Flanders, about three-quarters of firefighters are volunteer. These people do a lot of unselfish and useful work. I have to say that this morning I may still be suffering from a gas leak in my municipality. These firefighters are committed daily to the safety of our fellow people. It would be good if their voice is heard in this reform. We will ⁇ have to work on that.
I have already asked a number of questions on this issue in the committee. You gave me the answer that you highly appreciate the value of these volunteers and that they must definitely be involved in the further operation and the legislation. I welcome that and I hope that it will not remain in words, but that there will surely be acts.
#87
Official text
Mijnheer de voorzitter, het voorliggende ontwerp zet eindelijk een bijkomende stap in het raam van de uitvoering van de brandweerhervorming. Wij steunen het voorliggende ontwerp in die mate dat het eindelijk in de mogelijkheid voorziet om in de gemeenten die het wensen vanaf 2014 op vrijwillige basis en vanaf 2015 werk te kunnen maken van die brandweerzones.
Translated text
Mr. Speaker, the present draft finally sets an additional step in the framework of the implementation of the fire department reform. We support the present draft to the extent that it finally provides for the possibility of working on a voluntary basis from 2014 in the municipalities who wish to do so and from 2015 in those fire protection zones.
#88
Official text
Mevrouw de minister, u hoorde onze interventies in de commissie, waarin wij onze bezorgdheid uitten over de toekomst van de brandweerdiensten, voornamelijk de vrijwillige. Wij begrijpen dat het een moeilijke oefening is die moet worden gemaakt voor het realiseren van één statuut, terwijl er nu veel verschillende statuten bestaan in veel verschillende korpsen met een grote geografische spreiding. In deze situatie is het moeilijk om tot een eenheidskader te komen. Net op deze moeilijkheden heeft CD&V destijds uw voorgangers gewezen, toen met de brandweerhervorming werd gestart.
Mevrouw de minister, het kan niet dat gemeenten of zones die in een specifieke situatie verkeren, bijvoorbeeld zeer uitgestrekte zones met veel kleine gemeenten en veel vrijwilligers, plots zouden worden geconfronteerd met grotere professionalisering en dus ook grotere kosten. Wij dringen er nogmaals op aan goed te luisteren naar de bezorgdheden van de verschillende partijen in dit dossier, namelijk: de grote steden, de kleine steden, de beroepsmensen, de vrijwilligers en de civiele veiligheid. Best zou u met al deze partijen nog eens goed overleggen over de globale brandweerhervorming waarover u onderhandelt.
Wij willen geen overdreven regelneverij waarbij kleinere korpsen met de onontbeerlijke inzet van vrijwilligers in een keurslijf worden gedwongen waarbij het vrijwilligerswerk als het ware wordt doodgeknepen en moet overschakelen naar beroepspersoneel.
De financiële planning die u in de commissie hebt voorgesteld oogt zeer mooi, maar dan vooral als op het terrein alles blijft zoals het nu is. Met andere woorden, als de vele vrijwilligers, vooral in Vlaanderen, ook kunnen blijven functioneren. De financiële voorafspiegeling valt echter in scherven als straks de vrijwilligers zouden afhaken, bijvoorbeeld omdat de eisen hoger worden of omdat zij moeten worden ingezet in een omgeving die te ver van hun sociale leefwereld staat, of nog omdat de combinatie van het werk met het gezin en het vrijwilligerswerk niet meer lukt.
Translated text
Mrs. Minister, you heard our interventions in the committee, in which we expressed our concern about the future of the fire services, mainly the volunteer ones. We understand that it is a difficult exercise that must be done in order to realize one statute, while now there are many different statutes in many different corpses with a large geographical spread. In this situation, it is difficult to reach a unified framework. It was precisely on these difficulties that CD&V pointed out to its predecessors at the time, when the fire reform was started.
Mrs. Minister, it is not possible that municipalities or areas in a specific situation, for example very large areas with many small municipalities and many volunteers, would suddenly face greater professionalization and thus also greater costs. We once again urge us to listen closely to the concerns of the various parties in this dossier, namely: the large cities, the small cities, the professionals, the volunteers and civil security. It is best for you to discuss the global fire reform that you are negotiating with all of these parties.
We do not want excessive regulation in which smaller corpses with the indispensable involvement of volunteers are forced into a slope in which the volunteer work as such is cut to death and must switch to professional personnel.
The financial planning you have proposed in the committee looks very good, but especially if on the ground everything remains as it is now. In other words, if the many volunteers, especially in Flanders, can also continue to function. However, the financial outlook falls into trouble if volunteers subsequently drop, for example because the demands are higher or because they need to be deployed in an environment that is too far from their social living world, or because the combination of work with the family and volunteering work is no longer successful.
#89
Official text
Mevrouw de minister, u doet een ronde van de burgemeesters. Ik hoop dat burgemeesters van verschillende grote steden en kleine gemeenten u zullen aanklampen met hun problemen. Ik weet niet of u al met vrijwilligers uit landelijke korpsen hebt gesproken, maar zij spreken ons wel aan. Ik kan u verzekeren dat er bij velen nog altijd veel onduidelijkheid is en dat er ook wel wat angst bestaat.
De gemeenten vrezen vooral voor een erg hoge kostprijs door deze hervorming. Het gaat niet alleen om gemeenten die in het verleden beschermde gemeenten waren en dus geen eigen korps hadden, maar ook over kleinere gemeenten die in het verleden veel investeringen hebben gedaan om hun korps uit te bouwen. Zij kijken de toekomst, en de extra kosten, angstvallig tegemoet.
Wij mogen niet blind zijn voor die vrees en doof blijven voor het ongenoegen. Een hervorming moet worden gedragen door de basis. De ramp die deze week is gebeurd op de A19 in de provincie West-Vlaanderen — een gemeente met uitsluitend vrijwilligers in het brandweerkorps — heeft nogmaals aangetoond dat de vele vrijwilligers op een professionele manier kunnen worden ingezet.
Mevrouw de minister, wij willen nogmaals benadrukken dat tijdens de bespreking van de nieuwe arbeidswet en de diverse KB’s ter zake, het statuut van de vrijwilliger nogmaals moet worden bekeken zodat er beleidsmatig maatregelen kunnen worden genomen die incentives geven om vrijwilliger te worden maar vooral ook te blijven. Bovendien moet in de toekomst alles betaalbaar blijven.
Translated text
Mrs. Minister, you are making a round of the mayors. I hope that mayors of various large cities and small municipalities will grasp you with their problems. I don’t know if you’ve already spoken to volunteers from national corpses, but they’re talking to us. I can assure you that there is still a lot of uncertainty among many and that there is also some fear.
The municipalities are especially concerned about the very high cost of this reform. It is not only about municipalities that in the past were protected municipalities and therefore did not have their own corps, but also about smaller municipalities that in the past have made a lot of investments to expand their corps. They look at the future, and the additional costs, with anxiety.
We must not be blind to that fear and be deaf to the dissatisfaction. A reform must be carried by the base. The disaster that occurred this week on the A19 in the province of West Flanders — a municipality with only volunteers in the fire force — has once again demonstrated that the many volunteers can be deployed in a professional way.
Mrs. Minister, we would like to emphasize once again that during the discussion of the new Labour Act and the various KBs related to it, the status of the volunteer must be reviewed once again so that policy measures can be taken that provide incentives to become volunteer but above all to stay. In the future, everything must remain affordable.
#90
Official text
Monsieur le président, mesdames les ministres, chers collègues, dans le cadre de ce projet de loi portant dispositions diverses, mon intervention sera centrée sur les services incendie et les éléments concernant la sécurité civile.
Madame la ministre, je soulignerai diverses avancées: ainsi, la possibilité pour une zone de facturer des prestations aux zones voisines, les synergies prévues entre la protection civile et les services incendie afin de mutualiser certaines ressources, ce qui n'est jamais superflu surtout dans une situation où les services incendie recherchent des moyens supplémentaires.
Il s'agit également d'avancées quand le projet de loi spécifie les dispositions de la loi relative au SIAMU, c'est-à-dire le service incendie de la Région de Bruxelles-Capitale. Il clarifie les choses, mais laisse encore ce service en dehors de l'application de la réforme pour ce qui concerne le financement et la dotation fédérale. Pour nous, voilà qui reste une incongruité, une anomalie. Il est difficile de comprendre comment toute cette zone de la Région de Bruxelles-Capitale semble écartée du champ d'application de la réforme, du moins pour la partie du financement.
C'est pourquoi, madame la ministre, nous avons déposé un amendement demandant que le SIAMU et les citoyens de la Région bruxelloise bénéficient des avantages et des bienfaits de la réforme. Nous reconnaissons que cette réforme avance dans les textes et les budgets progressivement mis en œuvre. Cet amendement propose de considérer le SIAMU comme une zone de secours dans le dispositif de financement prévu dans la loi du 15 mai 2007.
Translated text
Mr. Speaker, Ladies Ministers, Ladies and Gentlemen, as part of this bill containing various provisions, my intervention will be focused on fire services and elements related to civil security.
Mrs. Minister, I will highlight various advances: thus, the possibility for an area to charge services to neighboring areas, the planned synergies between civil protection and fire services in order to mutualize certain resources, which is never superfluous especially in a situation where fire services seek additional means.
These are also advances when the bill specifies the provisions of the law relating to the SIAMU, i.e. the fire service of the Brussels-Capital Region. It clarifies things, but still leaves this service out of the application of the reform for federal funding and allocation. For us, this remains an incongruity, an anomaly. It is difficult to understand how this whole area of the Brussels-Capital Region seems to be out of the scope of the reform, at least for the part of the financing.
Therefore, Madam Minister, we have submitted an amendment requesting that the SIAMU and the citizens of the Brussels Region benefit from the benefits and benefits of the reform. We recognize that this reform advances in the texts and budgets gradually implemented. This amendment proposes to consider the SIAMU as a rescue zone in the financing arrangement provided for in the law of 15 May 2007.
#91
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik kan het heel kort houden. Het debat over de verdeling van de kerntaken zullen wij begin volgend jaar in onze commissie kunnen voeren.
Translated text
Mr. Speaker, I can be very brief. The debate on the distribution of the core tasks we will be able to conduct in our committee at the beginning of next year.
#92
Official text
Monsieur Balcaen, je vous remercie d'avoir souligné les avancées. En ce qui concerne Bruxelles, nous avons largement augmenté l'application des dispositions de la loi actuelle à la Région bruxelloise. Aussi, le champ d'application de la réforme est-il beaucoup plus important pour tous les aspects positifs. Cependant, n'oubliez jamais que, pour les pompiers, le statut dans la capitale est largement plus positif que dans l'ensemble du pays! Par conséquent, il ne faut pas sous-estimer cet aspect des choses.
Par ailleurs, nous avons ajouté des dispositions qui intéressent Bruxelles et les différents ministres en charge; il y a notamment la possibilité d'obtenir un dédommagement lors d'une intervention en dehors de la zone, ce qui était une demande pressante de la Région bruxelloise.
Eu égard aux financements, nous avons non seulement stabilisé mais renforcé la capacité pérenne de financement directement par une dotation pour Bruxelles, qui désormais sera organisée au niveau de l'administration de l'Intérieur. Il s'agit également d'avancées.
Translated text
Mr Balcaen, I thank you for highlighting the progress. With regard to Brussels, we have greatly increased the application of the provisions of the current law to the Brussels Region. Also, the scope of the reform is much more important for all the positive aspects. Never forget, however, that for firefighters, the status in the capital is far more positive than in the whole country! Therefore, this aspect of things should not be underestimated.
Furthermore, we have added provisions that are of interest to Brussels and the various ministers in charge; in particular, there is the possibility of obtaining compensation in the event of an intervention outside the zone, which was an urgent request of the Brussels Region.
In terms of funding, we have not only stabilised but also strengthened the sustainable funding capacity directly through an allocation for Brussels, which will now be organised at the level of the Interior Administration. These are also advances.
#93
Official text
Madame la ministre, effectivement, nous ne nions pas ces avancées, notamment celles relatives au SIAMU. Par le dépôt de cet amendement, nous voulons répondre une fois pour toutes et de manière structurelle à la demande de la Région bruxelloise qui souhaite être traitée sur un pied d'égalité.
Je ne dis pas qu'il n'y a pas de soucis. Le statut que vous évoquez est un élément qui doit, certes, être pris en compte. Néanmoins, je pense que c'est une incongruité de voir cette zone de la Région bruxelloise ne pas pouvoir jouer totalement dans le cadre de la réforme de la sécurité civile.
Translated text
Mr. Minister, indeed, we do not deny these advances, especially those relating to SIAMU. By depositing this amendment, we want to respond once and for all and in a structural way to the request of the Brussels Region that wants to be treated on an equal footing.
I’m not saying there are no worries. The status you mention is an element that must, of course, be taken into account. Nevertheless, I think it is incongruous to see that this area of the Brussels Region cannot play fully within the framework of the civil security reform.
#94
Official text
Monsieur Balcaen, j'ai rencontré les personnes concernées. Je travaille en étroite collaboration avec le ministre responsable, M. Doulkeridis. Il ne demandait pas du tout l'application entière de la loi.
Premièrement, la Région bruxelloise avait officiellement demandé à ne pas rentrer dans la loi en 2007.
Deuxièmement, son souhait était d'avoir une augmentation du champ d'application. Cela a été fait!
Troisièmement, elle désirait un financement spécifique et pérenne, non plus sous forme de subsides, mais une vraie dotation, pour disposer d'une marge de manœuvre et de plus de moyens. C'est fait!
Le dernier desiderata était la capacité de se faire rembourser les prestations. C'est fait!
Ils sont donc ravis. Je n'ai pas entendu de grandes manifestations en la matière, raison pour laquelle je propose de ne pas soutenir votre amendement.
Translated text
Mr. Balcaen, I met with the people involved. I work in close collaboration with the Minister responsible, Mr. by Doulkeridis. He did not ask for the full implementation of the law at all.
First, the Brussels Region had officially requested not to enter into the law in 2007.
Secondly, his wish was to have an increase in the scope of application. This has been done!
Third, it wanted specific and lasting financing, no longer in the form of subsidies, but a real allocation, to have room for manoeuvre and more resources. It is done!
The last desire was the ability to get the benefits reimbursed. It is done!
So they are delighted. I have not heard any major protests on this subject, which is why I propose not to support your amendment.
#95
Official text
Visiblement, madame la ministre, nous n'avons pas les mêmes canaux d'information. À nouveau, des avancées sont là et nous voulons aller plus loin et donner, enfin, une réponse définitive et structurelle à ce problème.
Translated text
We do not have the same channels of information. Again, progress is there and we want to go further and finally give a definitive and structural response to this problem.
#96
Official text
M. Tuybens est rapporteur. Il m'a promis d'être très court. Je ne suis pas parvenu à le convaincre de renvoyer à son rapport écrit. C'est un obstiné. Il y a eu des gens tenaces tout à l'heure; voici l'obstiné de maintenant!
Translated text
by Mr. Tuybens is the rapporteur. He promised to be very short. I was not able to convince him to return to his written report. It is obstinate. There were persistent people before; here is the persistent now!
#97
Official text
Mijnheer de voorzitter, de commissie heeft pas gisteren onderhavig wetsontwerp besproken. Verwijzen naar het schriftelijk verslag zou een beetje oneerbiedig zijn, maar ik zal zeer kort zijn.
Het Verdrag nr. 189 biedt een specifieke bescherming aan het huispersoneel. Dat personeel moet zoals alle andere werknemers genieten van maatregelen ter waarborging van de vrijheid van vereniging. Bovendien geldt voor huispersoneel evenzeer de uitbanning van elke vorm van dwangarbeid, de daadwerkelijke afschaffing van kinderarbeid, de uitbanning van discriminatie inzake werkgelegenheid, gelijkheid inzake arbeidsduur, vakantie, bescherming tegen misbruiken en dergelijke meer. Er wordt ook in regels inzake betalingsmodaliteiten voorzien. Het huispersoneel heeft recht op een gezonde en veilige werkomgeving.
Het verdrag bepaalt dat de lidstaten moeten waken over de eerbiediging van de wetgeving, met name door het instellen van klachtenmechanismen en de toepassing van sancties.
Het wetsontwerp werd eenparig goedgekeurd.
De heer Valkeniers wijst erop dat het huispersoneel momenteel vooral werkt voor diplomaten en de vele internationale expats in België en in de privésector. In Oost-Europa, het Midden-Oosten en het Verre Oosten is er veel meer huispersoneel. Huispersoneelsleden worden vaak uitgebuit.
De heer De Croo vraagt of de dienstenchequeregeling ook voor huispersoneel geldt.
De heer Deseyn vraagt of België op internationaal vlak tot bepaalde termijnen gehouden is. Hij verheugt zich erover dat het verdrag het respect ten aanzien van het huispersoneel alleen maar kan verhogen. Hij vindt dat België ter zake een voorbeeldrol zou moeten spelen. Hij wil weten wat de rechtspositie is van de au pairs.
De heer Blanchart wil vernemen wat de concrete meerwaarde van het verdrag in ons land zelf is.
Ikzelf heb de nadruk gelegd op het engagement van België op het vlak van internationale solidariteit. Het ABVV en FOS hebben onlangs nog een campagne gevoerd voor de sociale bescherming van huishoudelijke werksters in Venezuela. Het verdrag legt voorwaarden op die beogen waardig werk voor huispersoneel te waarborgen.
Translated text
The committee discussed this bill only yesterday. Referring to the written report would be a little disrespectful, but I will be very short.
The Convention No. 189 provides specific protection to the home staff. Such personnel should, like all other workers, enjoy measures to safeguard freedom of association. In addition, domestic workers are also covered by the elimination of all forms of forced labour, the effective abolition of child labour, the elimination of discrimination in employment, equality in working hours, holidays, protection against abuse and the like. There are also rules on payment methods. Homeworkers have the right to a healthy and safe working environment.
The Treaty requires Member States to ensure compliance with the law, in particular by establishing complaint mechanisms and imposing sanctions.
The bill was unanimously approved.
Mr Valkeniers points out that the home staff currently primarily works for diplomats and the many international expats in Belgium and in the private sector. In Eastern Europe, the Middle East and the Far East there is much more home staff. House staff members are often exploited.
Mr De Croo asks whether the service cheque regime also applies to domestic staff.
Mr Deseyn asks whether Belgium is held to certain deadlines on the international level. He welcomes the fact that the treaty can only increase respect for domestic staff. He believes that Belgium should be an example in this regard. He wants to know what the legal status of au pairs is.
Mr. Blanchart wants to know what the concrete added value of the treaty in our country itself is.
I myself emphasized Belgium’s commitment to international solidarity. ABVV and FOS have recently launched another campaign for the social protection of domestic workers in Venezuela. The Convention sets out conditions aimed at ensuring decent work for domestic staff.
#98
Official text
De heer Georges Dallemagne wijst erop dat het aantal gevallen van misbruik van huispersoneel heel hoog ligt en wil weten wat België zal doen om het verdrag universeel toepassing te doen vinden, ook via bilaterale overeenkomsten.
Mevrouw Demol benadrukt, namens de N-VA-fractie, dat het verdrag snel geratificeerd moet worden, zodat ons land zijn voorbeeldfunctie kan blijven vervullen.
De heer Vanackere geeft aan dat België zeer actief is in het thema waardig werk en pleit er sterk voor dat ons land elk misbruik van huispersoneel zou veroordelen.
De vertegenwoordiger van de minister onderstreept dat het verdrag in België van toepassing zal zijn op het huispersoneel in de privésector en het huispersoneel dat in dienst is bij talrijke diplomatieke vertegenwoordigingen in ons land. Overigens is een betere coördinatie noodzakelijk om de ingediende klachten doeltreffender te behandelen, want men beroept zich vaak op diplomatieke onschendbaarheid. Ten slotte, beklemtoont hij het verschil tussen de bilaterale investeringsverdragen en het betreffende verdrag.
Wat mijn fractie betreft, wil ik nog op één punt ingaan. Er werd onder meer gevraagd hoeveel landen de conventie reeds hebben goedgekeurd. Dat zijn er op dit ogenblik een tiental, waaronder twee EU-landen, met name Italië en Duitsland. De minister vroeg om het gemengde verdrag spoedig te ratificeren, zodat de Gemeenschappen sneller hun ratificatieproces kunnen afronden. Zij hoopt dus dat de beslissing vandaag de deelstaten bij dat voornemen zal ondersteunen.
Translated text
Georges Dallemagne points out that the number of cases of abuse of domestic staff is very high and wants to know what Belgium will do to find the convention universally applicable, including through bilateral agreements.
Ms Demol stressed, on behalf of the N-VA group, that the treaty needs to be ratified quickly so that our country can continue to fulfill its role as an example.
Mr Vanackere points out that Belgium is very active in the theme of decent work and strongly advocates that our country condemn any abuse of domestic staff.
The Minister’s Representative stresses that the Convention in Belgium will apply to the domestic staff in the private sector and the domestic staff employed at numerous diplomatic missions in our country. Furthermore, better coordination is necessary in order to deal more effectively with the complaints submitted, as diplomatic integrity is often invoked. Finally, he highlights the difference between the bilateral investment agreements and the relevant treaty.
Regarding my group, I would like to comment on one point. They also asked how many countries have already ratified the Convention. There are currently a dozen, including two EU countries, mainly Italy and Germany. The Minister requested that the Joint Agreement be ratified as soon as possible, so that the Communities can complete their ratification process faster. Therefore, she hopes that the decision today will support the states in that intent.