General information
Full name plenum van 2004-06-10 14:15:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip071.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K1139
18/05/2004
✔
Projet de loi portant des dispositions diverses.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#42
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#43
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#44
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in het verleden hebben we gezien dat de programmawet heel vaak werd gebruikt om allerlei maatregelen te nemen om de economie en vooral de werkgelegenheid te bevorderen. Los van het feit dat programmawetten niet de meest aangewezen instrumenten zijn om werk te maken van werkgelegenheid en ook los van de effectiviteit van al die maatregelen, gebeurde er toen toch iets. Door die programmawetten werden er ook maatregelen genomen om iets te doen aan de werkgelegenheid.
In de nu voorliggende programmawet zie ik vooral wat er niet in staat. Er staat geen enkele maatregel in die programmawet die de werkgelegenheid moet bevorderen. Dat staat in schril contrast tot de belofte van de regering om 200.000 jobs te creëren en aldus te evolueren naar een actieve welvaartstaat. Ik vind dat een gemiste kans.
Het heeft volgens mij ook niet veel zin om met cijfers te spelen, en zeker niet in deze electorale periode. Het aanwenden van cijfermateriaal zal toch altijd uitdraaien op een welles-nietesspel. We zijn dat gewoon en volgens mij is de waarheid daarvan vaak ook het eerste slachtoffer. Ik zal vandaag echter één cijfer noemen, met name 536.662. Dat is het aantal werklozen in ons land. U zult dat cijfer niet betwisten, omdat het van de meerderheid zelf komt.
Ik vind dat dat cijfer dramatisch is. Ondanks die zeer hoge werkloosheid vinden we in die programmawet geen maatregel om al was het maar enkele tienduizenden of honderdduizenden mensen weer zicht op een toekomst te geven. De voorbije dagen staan in de kranten allerlei leuke ideeën inzake werkgelegenheid. Veel van die ideeën komen van de VLD. Ik lees bijvoorbeeld de vierdaagse werkweek, een pensioenbonus voor wie langer blijft werken, de afschaffing van de lasten op lage lonen, een lastenverlaging voor mensen die langer blijven werken, de gedeeltelijke afschaffing van het brugpensioen, geen verbod meer op overuren, economische werkloosheid ook voor bedienden te spreiden over een heel jaar en de aanmoediging van deeltijds leren en deeltijds werken. Mijnheer de minister, u hebt zelfs in een school taarten gebakken om uw enthousiasme te illustreren. Ik heb daarvan een foto gezien.
Dat is allemaal wel goed, maar waarom vinden we al die creatieve ideeën niet in het Parlement? Ik wil hier nog niet ingaan op de inhoud en of we het daarmee eens zijn of niet. Ik heb gezien dat de sp.a ook niet akkoord gaat met een aantal van die ideeën. Zij vinden de voorstellen van de VLD onrealistische voorstellen. Waarom vinden we die ideeën wel in kranten, op verkiezingsfolders en -flyers maar niet in het Parlement? Die ideeën vonden blijkbaar wel de weg naar de markt, maar niet naar het Parlement, waar ze in wetten moeten worden gegoten en waar ze moeten worden gerealiseerd.
Van alle ideeën die nu of bij de vorige verkiezingen gelanceerd werden, vindt men niets terug in deze programma's. Het verschil tussen woord en daad, mijnheer de minister, is heel groot. Uw eigen partij stelt dit trouwens ook vast. Ik verwijs naar de kritiek van de sp.a op de voorstellen van de VLD. Wij staan daarin dus niet alleen.
Ik wil deze voorstellen op dit ogenblik niet inhoudelijk beoordelen, want het zou mij te ver brengen. Een aantal van die voorstellen zijn echter sociaal onaanvaardbaar, los van het feit dat ze uiteraard ook nog moeten worden besproken met de sociale partners. Die werden daarbij helemaal niet betrokken. Blijkbaar heeft paars geen gebrek aan ideeën, maar wanneer het erop aankomt om die ideeën ook hier te verdedigen en er iets mee te doen, dan zie ik lege banken, zoals gisteren in de commissie voor de Sociale Zaken. Eerst werd die commissie geschorst en daarna geannuleerd, wegens geen interesse.
Ik geef een andere voorbeeld. Ik haal er de brief bij van premier Verhofstadt aan de gepensioneerden, vorig jaar tijdens de verkiezingen: "Beste mensen, wij zullen de solidariteitsbijdrage afschaffen." Wij dachten dat dit goed nieuws was, want dat is een eis die wij volledig kunnen onderschrijven. Ondertussen werd trouwens door de MR daarvoor een wetsvoorstel ingediend. Wat zien wij nu? Van de afschaffing van de solidariteitsbijdrage hebben wij niets gemerkt, en de gepensioneerden alvast ook niet. Zij klagen steen en been over het feit dat de premier dit heeft aangekondigd, maar dat ervan niets terug te vinden is.
Wij willen in elk geval op dit ogenblik de meerderheid depanneren. Wij gaan daarom een amendement indienen om de solidariteitsbijdrage af te schaffen. Wij zullen dat zelfs op een realistische manier doen. Wij schaffen ze namelijk niet in een keer af. Wij zullen voorstellen om ze volgend jaar en in 2006 gedeeltelijk af te schaffen, en in 2007 volledig. Wij geven de liberale collega's dus nu de kans om hun droom te realiseren. Zij moeten daarvoor alleen ons amendement steunen. Ik ben benieuwd naar het resultaat.
Een ander voorbeeld, waarmee ik op het terrein nog altijd wordt geconfronteerd, is de vermindering van de sociale lasten op de ploegenpremies. Dat is ook een maatregel die veel besproken werd, zowel voor de verkiezingen als erna. Onlangs zagen wij op tv Verhofstadt daarmee nog pronken in de bedrijven, maar de realiteit is — ik gebruik de woorden van mijn voorzitter — dat deze regering veel praatkracht heeft, maar weinig daadkracht.
Het enige wat er nu uitkomt, is een vermindering van 1% voorheffing op de totale loonmassa van de ploegenarbeiders. Daarvan ziet de werknemer, die de ploegenarbeid moet presteren, geen frank. Hij of zij houdt er niets aan over. Dat merken wij op het terrein. De mensen vragen: waar blijft het, wat is er gerealiseerd? Ons voorstel — wij hebben een voorstel ingediend voor de afschaffing van de lastenverlaging op ploegenpremies — houdt zowel een vermindering in van werkgeversbijdragen als werknemersbijdragen, zodat ook de werknemer daaraan iets overhoudt en wordt aangemoedigd, zeker in de industriële sectoren, maar ook in de zorgsector, waar er krapte is op de arbeidsmarkt. Zo willen wij de mensen aanmoedigen en zo willen wij de werkgelegenheid bevorderen.
Ook daarom, mijnheer de minister, zal u zo dadelijk ons amendement opnieuw voorgelegd krijgen. U weet dat we dit voorstel al in de commissie hadden ingediend. We dienen het opnieuw in vanuit de vraag van de mensen op het terrein om er iets aan te doen. De 1 procent die nu door de regering werd voorgesteld wordt, is eigenlijk een druppel op een hete plaat.
Het zijn allemaal mooie ideetjes, maar ik zou het kort willen houden. De programmawet is een dik boek, maar het verhaal in een dik boek is niet altijd interessant om te lezen. Onderhavige programmawet laat in elk geval te wensen over. Het is geen leuk verhaal en vooraleer ik u hoor roepen wat het alternatief van CD&V dan is, wil ik u zeggen dat we een plan hebben. We hebben het niet op markten lopen verkondigen, maar in wetsvoorstellen omgezet en ingediend.
Een beetje tot onze verbazing - we prijzen ons daarmee gelukkig - is een aantal van onze voorstellen, onder andere van het visieplan, opgenomen in de programmawet. Als het goed is, zeggen we het ook. Met een aantal realisaties die wij hebben aangebracht en in de programmawet staan, zijn wij heel blij. We zijn blij dat de regering die mee wil uitvoeren. Ik denk bijvoorbeeld aan de hervorming van de inkomensgarantie voor ouderen, de verhoging van de plafonds voor de berekening van de uitkeringen voor arbeidsongevallen en beroepsziekten, de uitbreiding van het moederschapsverlof voor meerlingen. De maatregelen gaan weliswaar niet altijd zo ver als we wilden, maar het is alvast een stap in de goede richting. Wij blijven bij onze vraag om hierin verder te gaan en zeker ook onze andere voorstellen uit ons visieplan te realiseren.
Het is nu al gebleken dat we, ondanks dat we in de oppositie zitten, onze voorstellen kunnen realiseren. Ik durf zowel aan deze regering als de volgende te zeggen dat het in de sterren geschreven staat dat we een aantal van onze voorstellen, waarvoor we blijven ijveren, gerealiseerd zullen zien door de volgende regeringen. Ik denk daarbij aan het statuut van de onthaalouders, aan het vrijwilligersstatuut, waarover collega Creyf een voorstel heeft ingediend, aan een andere meer loopbaangeoriënteerde berekening van de pensioenen.
Ook voor de invoering van vakantiegeld voor invaliden hebben we een amendement ingediend. Wij vinden dat ze recht hebben op vakantiegeld van 250 euro. Dat zij hierop ook recht hebben, is niet meer dan logisch. Wij pleiten voor een dertiende maand kindergeld. Pensioenen en zorgverzekering moeten voldoende zijn om de echte kosten te dekken, zowel in een rustoord als bij opvang thuis. We willen ook de afschaffing van de bijdragen op ploegenarbeid, niet alleen in de industriële sector maar ook in de zorgsector. Er is de financiering van de gezondheidszorg en de kinderbijslag uit algemene middelen om zo meer werkgelegenheid te kunnen creëren.
Ik denk ook aan andere maatregelen. Zo vind ik het jammer dat er vaak geen kat van de meerderheid aanwezig was bij de toch wel heel interessante debatten rond de eindeloopbaanproblematiek.
Dat is werkelijk een kaakslag, zeker voor de professoren en de andere personen die steeds goed voorbereid hun uitleg komen doen. De oppositie zit daar dan, soms vergezeld door een of twee leden van de meerderheid. Mijnheer de voorzitter, u zult moeten toegeven dat er gegevens bestaan over de aanwezigheden. Mijnheer de minister, de laatste keer nog zei ik u dat wij soms beter onderling een koffie kunnen gaan drinken en daar de zaken uitpraten omdat er vaak zonder meer niemand aanwezig is. Ik hoop — misschien samen met u — dat deze verkiezingen zo snel mogelijk achter de rug zijn, zodat wij inderdaad kunnen overgaan tot de orde van de dag, tot het echte werk. Het echte werk moet immers hier gedaan worden. Als men spreekt van werken aan werk, dan moet men dat ook eerst hier doen en dan verkopen op de markt. Men moet het niet eerst verkopen op de markt en er dan niets van bakken. Als men pleit om meer te realiseren, dan moet men dat ook doen.
Collega's, ik rond af. Er zijn minstens 536.662 redenen — evenveel als er werklozen zijn — om deze programmawet niet goed te keuren, om ze een onvoldoende te geven. De tijd dringt om echt werk te maken van de 200.000 jobs die de regering heeft beloofd.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, in the past we have seen that the Program Law was very often used to take all kinds of measures to promote the economy and especially employment. Regardless of the fact that program laws are not the most appropriate instruments to make work of employment and also independent of the effectiveness of all those measures, then something happened. Through these program laws, measures were also taken to do something about employment.
In the current program law, I see mostly what is not capable. There is no measure in that program law that is meant to promote employment. That is in sharp contrast to the government’s promise to create 200,000 jobs and thus evolve into an active welfare state. I think it is a missed opportunity.
I do not think it makes much sense to play with numbers, and ⁇ not in this electoral period. The use of numerical material will nevertheless always turn out in a welles-niet-game. We are just that, and I think the truth is often the first victim. Today, however, I will mention one figure, in particular 536.662. This is the number of unemployed in our country. You will not challenge that figure, because it comes from the majority itself.
I think that figure is dramatic. Despite that very high unemployment, we find no measure in that program law to give even a few tens of thousands or hundreds of thousands of people a vision of a future. Over the past few days there have been many interesting ideas in the newspapers about employment. Many of these ideas come from the VLD. I read, for example, the four-day working week, a pension bonus for those who continue to work longer, the abolition of the charges on low wages, a reduction of the burden for those who continue to work longer, the partial abolition of the bridge pension, no more ban on overtime, economic unemployment to spread even for employees over the whole year, and the encouragement of part-time learning and part-time work. Mr. Minister, you even baked cakes in a school to illustrate your enthusiasm. I saw a photo of it.
That’s all good, but why don’t we find all those creative ideas in Parliament? I do not want to discuss the content here and whether we agree with it or not. I have seen that the SPA also does not agree with some of those ideas. They find the proposals of the VLD unrealistic proposals. Why do we find those ideas in newspapers, on electoral follows and flyers, but not in Parliament? These ideas apparently found the way to the market, but not to the Parliament, where they must be poured into laws and where they must be realized.
Of all the ideas that were launched now or at the previous elections, nothing can be found in these programs. The difference between words and deeds, Mr. Minister, is huge. Your own party, by the way, also confirms this. I refer to the criticism of the SPA on the proposals of the VLD. We are not alone in this.
I do not want to evaluate these proposals in terms of content at the moment, because it would take me too far. However, some of those proposals are socially unacceptable, apart from the fact that, of course, they also need to be discussed with the social partners. They were not involved at all. Apparently, purple has no shortage of ideas, but when it comes to defending those ideas here and doing something with them, I see empty banks, as yesterday in the Social Affairs Committee. First, the commission was suspended and then cancelled due to lack of interest.
I give another example. I am attached to the letter of Prime Minister Verhofstadt to the pensioners, last year during the election: "Dear people, we will abolish the solidarity contribution."We thought this was good news, because that is a requirement that we can fully support. Meanwhile, a bill was submitted by the MR for this purpose. What do we see now? We have not noticed the abolition of the solidarity contribution, not even the pensioners. They complain stone and foot about the fact that the prime minister has announced this, but that there is nothing to find from it.
At the moment, we want to eliminate the majority. We will therefore submit an amendment to abolish the solidarity contribution. We will do it in a realistic way. We do not get them out at once. We will propose to abolish them partially next year and in 2006 and completely in 2007. So we now give the liberal colleagues the chance to realize their dream. They have to support our amendment. I am looking forward to the result.
Another example, which I still face on the ground, is the reduction of the social burden on the team premiums. This is also a measure that has been discussed a lot, both before and after the elections. Recently we saw on television Verhofstadt showing up in the companies, but the reality is — I use the words of my chairman — that this government has a lot of talk power, but little action power.
The only thing that comes out now is a reduction of the 1% advance tax on the total wage mass of the squad workers. From this, the employee, who must perform the teamwork, does not see a franc. He or she doesn’t care about it. We see this in the field. People ask: where is it, what has been achieved? Our proposal — we have submitted a proposal for the abolition of the reduction of the burden on team premiums — includes a reduction of both employer contributions and employee contributions, so that the worker also retains and is encouraged, ⁇ in the industrial sectors, but also in the healthcare sector, where there is a strong labour market. This is how we want to encourage people, and this is how we want to promote employment.
Therefore, Mr. Minister, you will be submitted our amendment again immediately. You know that we had already submitted this proposal in the committee. We serve it again from the demand of the people in the field to do something about it. The 1% now proposed by the government is actually a drop on a hot plate.
These are all great ideas, but I would like to keep it brief. The program law is a thick book, but the story in a thick book is not always interesting to read. In any case, the current legislation leaves something to be desired. It’s not a funny story and before I hear you calling what the alternative to CD&V is then, I want to tell you that we have a plan. We have not proclaimed it in markets, but translated it into legislative proposals and submitted it.
A little to our surprise - we boast happily about it - is some of our proposals, among others of the vision plan, included in the program law. If it is good, we will say it too. With a number of achievements that we have made and are in the program law, we are very pleased. We are pleased that the government wants to implement that. I think, for example, of the reform of the income guarantee for the elderly, the increase of the ceilings for the calculation of benefits for occupational accidents and occupational diseases, the extension of maternity leave for multiples. Although the measures do not always go as far as we wanted, it is a step in the right direction. We remain on our request to go further in this and ⁇ also to realize our other proposals from our vision plan.
It has already been shown that, despite being in the opposition, we can realize our proposals. I dare to say to both this and the next government that it is written in the stars that we will see some of our proposals, for which we continue to strive, realized by the next governments. I am referring to the status of the recipients, the volunteer status, on which colleague Creyf has submitted a proposal, another more career-oriented calculation of pensions.
We also submitted an amendment on the introduction of vacation allowance for disabled persons. We believe that they are entitled to a vacation allowance of 250 euros. That they are also right in this is no more than logical. We advocate for a thirteenth month child allowance. Pensions and health insurance should be sufficient to cover the actual costs, both in a rest disorder and at home. We also want the abolition of the contributions on square work, not only in the industrial sector but also in the healthcare sector. There is the financing of healthcare and child allowance from general resources in order to create more jobs.
I also think of other measures. So I find it a pity that often no cat of the majority was present at the yet very interesting debates around the final career problem.
That is really a jaw blow, especially for the professors and the other persons who are always well prepared to make their explanations. The opposition is there then, sometimes accompanied by one or two members of the majority. Mr. Speaker, you will have to admit that there is information about the presence. Mr. Minister, the last time I told you that sometimes it is better for us to drink coffee with each other and discuss the affairs there because there is often no one present. I hope — ⁇ together with you — that these elections will be over as soon as possible, so that we can indeed transition to the agenda, to the real work. The real work must be done here. If one speaks of work-to-work, then one must first do it here and then sell on the market. One should not sell it first on the market and then nothing of baking. If one pleads to ⁇ more, then one must also do so.
Ladies and gentlemen, I go around. There are at least 536,662 reasons — as many as there are unemployed — to not approve this program law, to give them an insufficient one. The time is pressing to really work out of the 200,000 jobs the government has promised.
#2
Official text
Mevrouw Lanjri, de heer Bonte wenst u te onderbreken.
Translated text
Mrs Lanjri, Mr Bonte wishes to interrupt you.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega Lanjri, ik heb bemerkingen omtrent twee punten.
Ik betreur het soms inderdaad dat wij met te weinig leden de zeer boeiende discussies volgen over de werkzaamheden rond vergrijzing. Ik heb echter nooit vastgesteld dat er slechts twee of drie leden waren. Wij waren altijd minstens met vijf of zes leden en soms waren wij zelfs met meer. Het was ook een moeilijke periode. Wij hadden een drukke agenda. Hoewel ik uw mening deel over een te geringe aanwezigheid, lijkt het aantal van slechts twee aanwezige leden mij toch wel overdreven.
Wat de programmawet ten gronde betreft, moet u mij toch eens uitleggen hoe u een en ander met mekaar laat rijmen. Gisteren voerden wij een zwaar debat over de begroting. De hoofdstelling van uw partij was dat er een tekort was dat verdoezeld werd en dat het budget te rooskleurig werd voorgesteld. Vandaag zegt u dat er eigenlijk nog veel meer moest gebeuren en dat wij nog veel meer uitgaven moesten doen. Welnu, ik heb alle amendementen bovengehaald waarvan u beweert dat u ze zou neerleggen en in welk verband de kostprijs van de voorstellen werd berekend. Het voorstel om artikel 146bis in te voegen kost 100 miljoen euro en het voorstel om artikel 146ter in te voegen werd berekend op 5,3 miljoen euro. Een volgend voorstel van mevrouw D'hondt tot invoeging van artikel 146sexies kost 19 miljoen euro extra.
Een ander voorstel van jullie kost 47,5 miljoen euro, wanneer jullie het over het vakantiegeld hebben, enzovoort. U moet mij eens uitleggen hoe u een en ander rijmt, met name enerzijds de stelling dat deze regering een onvoorzichtige, niet-sluitende begroting indient en, anderzijds, jullie pleidooi voor een spectaculaire uitbreiding van de lastenverlaging en al deze extra uitgaven. U moet mij eens uitleggen waar u het geld vandaan zult halen, tenzij u pleit voor een ontsporing van de begroting. Als u die twee zaken naast elkaar legt, zou ik met een beetje meer schroom deze regering aanvallen op haar betrouwbaarheid. Het programma dat jullie naar voren brengen, zal allesbehalve betrouwbaar zijn met betrekking tot het sluitend karakter van de begroting.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Lanjri, I have comments on two points.
I truly regret sometimes that we, with too few members, follow the very engaging discussions on the work on aging. However, I never established that there were only two or three members. We were always at least five or six members and sometimes we were even more. It was also a difficult period. We had a busy agenda. Although I share your opinion about too low presence, the number of only two members present seems to me exaggerated.
Regarding the program law in essence, you should explain to me how you make things rime with each other. Yesterday we had a tough debate on the budget. The main position of your party was that there was a deficit that was concealed and that the budget was proposed too rosy. Today you say that there was actually much more to be done and that we had to make a lot more expenses. Well, I have listed above all the amendments you claim you would submit and in which context the cost of the proposals was calculated. The proposal to insert Article 146a costs 100 million euros and the proposal to insert Article 146b was calculated at 5.3 million euros. A subsequent proposal by Ms. D'Hondt to introduce Article 146sexies costs 19 million euros extra.
Another proposal from you costs 47.5 million euros, when you are talking about the holiday fee, and so on. You need to explain to me how you rime, especially on the one hand the statement that this government is submitting a careless, non-closing budget and, on the other hand, your plea for a spectacular expansion of the burden reduction and all these additional expenses. You need to explain to me where you will get the money from, unless you are advocating a budget deflation. If you put those two things side by side, I would attack this government with a little more scorn on its credibility. The program that you present will be all but reliable in terms of the closing nature of the budget.
#4
Official text
Collega Bonte, ten eerste, wij hebben een visieplan ontwikkeld, waarvan de kostprijs ook is berekend. Ten tweede, meen ik dat een aantal van onze voorstellen ook door de meerderheid zijn overgenomen. Dat is toch ook niet voor niets. Ik heb de regering ook gezegd dat wij daar achterstaan. Er zijn ook voorstellen, zoals de afschaffing van de bijdragen op de ploegenpremies, waarvan we weten dat ze rechtstreeks en onrechtstreeks zorgen voor meer werkgelegenheid. Als men over een actieve welvaartsstaat spreekt, zegt men dat men de werklozen die er nu zijn wil activeren en dat men ook die uitkeringen moet activeren. Dat heeft sowieso een terugverdieneffect. Het is dus niet correct van u om te vragen wat dat gaat kosten. Dat gaat ook opbrengen.
Een andere zaak is dat mensen wel andere keuzes zouden hebben gemaakt dan zomaar belastingsverminderingen. Ze kunnen ook zeggen dat er tewerkstellingsbevorderende maatregelen moeten zijn, zoals de afschaffing van de premies op nachtarbeid, ploegenarbeid en onregelmatige prestaties.
Translated text
Colleague Bonte, first, we have developed a vision plan, the cost of which is also calculated. Second, I think that some of our proposals have also been adopted by the majority. This is also not for nothing. I have also told the government that we are behind. There are also proposals, such as the abolition of the contributions to the team premiums, which we know directly and indirectly lead to more employment. When one speaks of an active welfare state, one says that one wants to activate the unemployed who are there now and that one must also activate those benefits. It has a return effect anyway. Therefore, it is not correct of you to ask what it will cost. This will also bring.
Another thing is that people would have made other choices than just tax cuts. They may also say that there should be employment-promoting measures, such as the abolition of the premiums on night work, teamwork and irregular performance.
#5
Official text
Mevrouw, ik heb goed begrepen dat ook uw partij geen voorstander is van het terugschroeven van, bijvoorbeeld, de belastinghervorming en belastingverlaging. Ik heb ook begrepen — dat is toch telkenmale de nagel waarop mevrouw D'hondt klopt — dat we zeker voorzichtig moeten zijn met het budget voor de sociale zekerheid. Als we lastenverlagingen wensen door te voeren, moeten we inderdaad een realistische raming van het terugverdieneffect maken. Ik zet dit allemaal op een rijtje. Jullie pleiten ook voor sluitende begrotingen, maar jullie willen, enerzijds, niet raken aan de belastingshervorming, en anderzijds de uitkeringen — waarmee ik het misschien ten gronde wel eens ben — op dit moment zeer zwaar vergroten en supplementaire lastenverlagingen doorvoeren. Dit leidt tot niets anders dan een complete ontsporing van het budget voor sociale zekerheid aangezien — daar haalt het realisme van mevrouw D'hondt soms wel de bovenhand — de terugverdieneffecten van een dergelijke lastenverlaging minder zijn dan de kosten van die verlaging.
Translated text
Mrs. Mrs. I have well understood that your party is also not in favour of cutting down, for example, the tax reform and tax reduction. I also understood—that is the nail on which Mrs. D’Hondt is knocking—that we must ⁇ be careful with the social security budget. If we want to implement burden reductions, we must indeed make a realistic estimate of the return effect. I put this all in a row. You also advocate for closing budgets, but you do not want, on the one hand, to touch the tax reform, and on the other hand, to increase the benefits — which I may basically be — very heavily at this time and to implement additional burden reductions. This leads to nothing but a complete depreciation of the social security budget, since — where the realism of Mrs D’Hondt sometimes prevails — the reward effects of such a reduction of burden are less than the costs of that reduction.
#6
Official text
Mijnheer Bonte, de voorstellen die wij hier indienen, de amendementen die ondertekend zijn door mevrouw D'hondt en door mij, zijn trouwens voorstellen die u mee getekend hebt. Het zijn de eisen van de CM. U hebt ze mee ondertekend en wij dienen ze in. Dan had u ze niet mee moeten ondertekenen, mijnheer Bonte.
Translated text
Mr Bonte, the proposals we submit here, the amendments signed by Mrs D'hondt and by me, are, by the way, proposals that you have signed with. These are the requirements of the CM. You have signed them and we are serving them. You should not have signed them, Mr. Bonte.
#7
Official text
Op een aantal blokkeringsniveaus moet men verder durven gaan. Nu heb ik wel gezien — en dit staat ook in de programmawet — dat er een aantal beslissingen genomen is, dat er een programmatie gemaakt is, dat er werk wordt gemaakt van de welvaartsvastheid. Waar ik mij nooit voor geëngageerd heb — en ook u niet vermoed ik — is dat dit zou gebeuren in deze begroting en op dit moment, juist omwille van het feit dat we dit vandaag budgettair niet aankunnen en dus dienen te werken met een programmatie. Die intellectuele eerlijkheid moet u ook durven verdedigen ten aanzien van middenveldorganisaties zoals de CM.
Translated text
At some levels of blocking, one must dare to go further. Now I have seen — and this is also stated in the program law — that a number of decisions have been made, that a programming has been made, that we are working on the wealth stagnation. What I have never undertaken — and I do not suspect you too — is that this would happen in this budget and at this time, precisely because we cannot deal with this budget today and therefore need to work with a programming. You should also dare to defend that intellectual honesty with respect to civil society organisations such as the CM.
#8
Official text
De minister van Financiën is in de Senaat. Ik heb nog drie uiteenzettingen van de heren Vandeurzen, De Crem, Massin voor minister Reynders.
Translated text
The Minister of Finance is in the Senate. I have three more presentations from the gentlemen Vandeurzen, De Crem, Massin for Minister Reynders.
#9
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la loi-programme de cette fin de session et l'ajustement budgétaire qui la sous-tend nous permettent de dresser aujourd'hui un premier bilan de la politique de l'emploi menée depuis juillet dernier par la majorité violette. En substance, j'aurais tendance à dire que les résultats sont contrastés. D'un côté, la Belgique présente toujours des chiffres peu flatteurs: le taux de chômage à Bruxelles et en Wallonie est extrêmement important, avec des pics à plus de 25% comme dans la région de Charleroi et du Centre, un taux d'activité des jeunes et des seniors qui stagne bien en deçà de la moyenne européenne et surtout des objectifs européens.
Par contre, on assiste à une relance de l'initiative politique en matière d'emploi. Les lourdeurs idéologiques laissent peu à peu la place à des choix pragmatiques qui privilégient le résultat. La politique de l'emploi est innovante, notamment en termes de baisse de la fiscalité. Plusieurs chantiers ont été ouverts et certains produisent leurs premiers résultats. Évidemment, il faut persévérer et répondre aux attentes de nos concitoyens en la matière, en créant des conditions favorables à la création d'emploi dans un contexte de retour de la croissance.
La loi-programme qui nous occupe aujourd'hui s'inscrit valablement dans le prolongement des décisions gouvernementales. C'est une vraie loi-programme traduisant des corrections budgétaires. Elle comporte peu de choses véritablement neuves mais j'y relève néanmoins quelques points qui ont attiré particulièrement l'attention du groupe MR de la Chambre. On poursuit l'adaptation et la simplification des conventions de premier emploi. C'est une bonne chose mais il reste beaucoup à faire dans ce secteur où nous demeurons encore en queue de peloton européen. Inférieur à 30%, le taux d'emploi des 15-24 ans est encore dix points en dessous de la moyenne européenne. Le chômage des jeunes, en particulier des moins qualifiés, reste considérablement plus élévé que le taux de chômage général.
Il faudra donc encore innover pour sortir la tête de l'eau en cette matière. Le fédéral n'est pas le seul niveau de pouvoir compétent. En réformant le lien entre l'école et l'entreprise, les Communautés ont déjà accompli un pas mais il reste beaucoup à faire dans ce domaine. C'est d'ailleurs l'un des enjeux du scrutin de dimanche prochain. Dans cette assemblée également, le groupe MR veillera à ce que les conclusions de la Conférence nationale pour l'emploi en matière de formation aboutissent à des changements significatifs. Les partenaires sociaux s'y sont engagés, le gouvernement aussi: d'ici la fin de l'année, une proposition en matière d'emploi et d'insertion et de formation en alternance devrait être élaborée. Nous y serons très attentifs.
La flexibilité est évidemment cruciale dans le marché du travail tel que nous le connaissons aujourd'hui. La loi-programme permet une avancée tout à fait essentielle pour ma famille politique et qui concerne le secteur de la construction. Désormais, pendant les périodes d'intense activité de ce secteur, il sera possible d'effectuer plus d'heures supplémentaires, soit 130 heures par an au lieu de 64. C'est une mesure de bon sens. Elle pourrait faire école si l'on ambitionnait de repenser le régime global des heures supplémentaires.
Le premier ministre s'est prononcé dans le bon sens sur la question. Ici encore, il s'agit de répondre très simplement aux attentes des entreprises et leur donner la possibilité de créer ou de sauvegarder l'emploi tout en restant compétitives.
Enfin, les aménagements apportés au congé de maternité ont leur mérite. Je pense surtout aux naissances multiples ou problématiques. Je suis un peu plus sceptique concernant l'allongement du congé obligatoire. Ici aussi, la flexibilité aurait été une solution plus souhaitable. On doit certes pouvoir prendre congé, mais supprimer une semaine facultative pour la remplacer par une semaine obligatoire peut paraître assez dirigiste.
Par contre, nous adhérons sans réserve au congé d'adoption. Les modalités techniques restent à prendre. Nous faisons confiance au gouvernement pour qu'il facilite au maximum la logistique et les finances des entreprises qui devront assumer ces nouveaux congés. Voilà pour ce que j'appellerai l'aspect loi-programme.
Aujourd'hui, les élections sociales sont derrière nous. Il faut reprendre le rythme des réformes pour les jeunes, mais aussi pour les autres classes d'âge et tout particulièrement les seniors. La tâche ne sera pas aisée. La fin de carrière présente indéniablement une grande difficulté dans la politique belge du marché du travail. Le régime des prépensions a connu un succès important. En conséquence, la durée moyenne de carrière, qui est particulièrement courte chez nous, s'écarte fortement de celle enregistrée dans d'autres pays. L'âge moyen de sortie d'activité en Belgique dépasse à peine les 58 ans pour une moyenne européenne de 61 ans. On constate ainsi moins de 30% de taux d'activité pour cette classe d'âge. Les objectifs européens ne pourront pas être atteints en la matière.
Un débat approfondi et très intéressant sur le vieillissement en général a été lancé en commission des Affaires sociales. Nous comptons sur l'effort du gouvernement, mais prendrons également des initiatives pour que des mesures précises et concrètes soient mises au point pour la fin de 2004 et converties de manière concertée en décisions pratiques, au début 2005.
Avec le vieillissement et la diminution attendue de la population active, les travailleurs âgés doivent être reconnus pour ce qu'ils sont: une composante essentielle de l'offre de main-d'oeuvre et un facteurclef pour le développement de notre économie.
Dans cette logique, mon groupe a du reste déposé une proposition importante visant à déplafonner le travail autorisé pour les pensionnés. Nous pensons que c'est une piste à suivre.
J'en viens aux pièges à l'emploi. Nous nous réjouissons que le gouvernement ait réactivé, lors du super Conseil de Gembloux, la mise sur pied du bonus "crédit d'emploi" doté d'une enveloppe très importante. Dans ce pays, rendre le travail définitivement plus attractif financièrement que le chômage doit être prioritaire. C'est là, encore une fois, une question de bon sens. Ce n'est pas toujours réellement le cas, ce qui est pour nous très difficilement acceptable. Le travail est émancipateur. Il doit évidemment être beaucoup plus rentable que le chômage.
Dans cette logique, il nous semble tout à fait opportun de diminuer les cotisations sociales des travailleurs à bas salaire. Ils en retireront donc un salaire net plus élevé. Il conviendra naturellement que la réduction de cotisations touche progressivement un nombre plus important de personnes. Les chiffres sont d'ores et déjà arrêtés.
Toute personne ayant un salaire brut inférieur à 1.956 euros par mois bénéficiera de cette réduction. Une personne ayant un salaire inférieur à 1.095 euros ne paiera aucune cotisation personnelle. Cette année encore, la réduction de cotisation maximale passera de 95 à 105 euros par mois. Le plafond salarial à concurrence duquel le bonus crédit d'emploi reste d'application sera également relevé à partir des actuels 1.539 euros bruts par mois. Mais le timing d'entrée en vigueur de ces nouvelles mesures ne m'est pas connu. Peut-être le ministre pourra-t-il nous éclairer sur ce volet.
Enfin, si nous sommes satisfaits de voir désormais établi un calendrier clair pour la mise en route du nouveau système d'accompagnement des chômeurs, nous sommes plus circonspects quant aux avancées concrètes en matière de lutte contre la fraude sociale. Nous sommes d'accord sur le constat: il est manifeste que cette fraude affaiblit la sécurité sociale et met en péril la protection des travailleurs concernés. Nous sommes d'accord aussi sur les remèdes: il faut une communication plus attentive, il faut renforcer les services d'inspection, il faut simplifier la réglementation et réformer le droit pénal social. Mais qu'en est-il du timing? Un second éclairage du ministre pourra également être utile en la matière.
En conclusion, monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, depuis juillet dernier, l'emploi est l'objectif numéro un de la majorité en place. C'est aussi un des premiers objectifs du groupe MR. Le volume de la loi-programme que nous traitons ici ne doit pas le démentir, mais il me paraît qu'il faut aujourd'hui relancer la machine et relancer les réformes.
Monsieur le ministre, certains de vos propos récents repris par la presse vous faisaient qualifier la Belgique de "malade en matière d'emploi, malade de ses mentalités, de ses rigidités". Il convient à présent de dépasser les conclusions et les diagnostics de la Conférence nationale pour l'emploi d'octobre dernier.
J'ai dit les priorités du groupe MR pour le retour à l'emploi, la flexibilité, le travail des jeunes, des seniors; enfin l'attractivité du travail, la lutte contre la fraude sociale. Il faut recoller aux meilleurs pays européens, prendre modèle sur ceux-ci, s'inspirer de leur réussite. Le citoyen et les entreprises attendent beaucoup, beaucoup de nous dans ce domaine.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the bill-programme of this end of session and the budgetary adjustment underlying it allow us today to draw a first assessment of the employment policy carried out since July last by the violet majority. In essence, I would tend to say that the results are contrasted. On the one hand, Belgium still presents unflattering figures: the unemployment rate in Brussels and Wallonia is extremely high, with peaks at more than 25% as in the region of Charleroi and Centre, a activity rate of young and older people that stages well below the European average and above all European goals.
Instead, we are seeing a revival of the employment policy initiative. Ideological weights gradually leave room for pragmatic choices that favor the outcome. Employment policy is innovative, especially in terms of reducing taxation. Several workshops have been opened and some are producing their first results. Obviously, we must persevere and meet the expectations of our fellow citizens in this area, creating favorable conditions for job creation in a context of return of growth.
The law-programme that we are dealing with today is validly part of the extension of government decisions. This is a real law-program translating budgetary corrections. It contains few really new things, but I note, nevertheless, a few points that have ⁇ attracted the attention of the MR group of the Chamber. Adaptation and simplification of first employment agreements are continuing. This is a good thing, but there is still a lot to be done in this sector where we are still in the queue of the European peloton. Less than 30%, the employment rate of 15-24 years old is still ten points below the European average. The unemployment rate of young people, especially of the less skilled, remains considerably higher than the overall unemployment rate.
Therefore, it will still need to innovate to get the head out of the water in this matter. The federal government is not the only competent level of power. By reforming the link between school and business, the Communities have already taken a step, but there is still a lot to be done in this area. This is one of the main issues of Sunday’s election. In this assembly too, the MR Group will ensure that the conclusions of the National Conference for Employment in training lead to significant changes. The social partners and the government have committed to this: by the end of the year, a proposal on employment and insertion and alternating training should be drawn up. We will be very attentive to this.
Flexibility is obviously crucial in the labour market as we know it today. The law-program allows a very essential advance for my political family and that concerns the construction sector. Now, during periods of intense activity in this sector, it will be possible to do more extra hours, or 130 hours per year instead of 64. This is a measure of common sense. It could be a school if one ambitions to rethink the overall overtime regime.
The Prime Minister has spoken in the right direction on the issue. Here again, it’s about simply meeting the expectations of companies and giving them the opportunity to create or save jobs while remaining competitive.
Finally, the arrangements made for maternity leave have their merit. I think especially of multiple or problematic births. I am a little more skeptical about the extension of compulsory leave. Flexibility would have been a more desirable solution. One must ⁇ be able to take leave, but removing an optional week to replace it with a compulsory week may seem quite directive.
We accept adoption leave without reservation. Technical arrangements remain to be taken. We trust the government to facilitate as much as possible the logistics and finances of companies that will have to take these new holidays. This is what I will call the law-program aspect.
Today, the elections are behind us. The pace of reforms must be restarted for young people, but also for other age groups and especially for the elderly. The task will not be easy. The end of the career is undoubtedly a major difficulty in the Belgian labour market policy. The pre-emption regime was a significant success. As a result, the average career length, which is ⁇ short in our country, differs greatly from that recorded in other countries. The average age for leaving work in Belgium is just over 58 years for a European average of 61 years. There is less than 30% activity rate for this age group. European objectives cannot be achieved.
An extensive and very interesting debate on ageing in general was launched in the Social Affairs Committee. We count on the government’s effort, but we will also take initiatives to ensure that precise and concrete measures are developed by the end of 2004 and converted in concerted manner into practical decisions by the beginning of 2005.
With the ageing and expected decline of the working population, older workers must be recognized for what they are: an essential component of labour supply and a key factor for the development of our economy.
In this logic, my group has also submitted an important proposal aimed at displacing the work permitted for pensioners. We think this is a path to follow.
Now on to the job traps. We are pleased that the government has reactivated, during the super council of Gembloux, the establishment of the bonus "employment credit" with a very large envelope. In this country, making work definitely more financially attractive than unemployment must be a priority. Again, this is a matter of common sense. This is not always true, which is very difficult for us to accept. Work is emancipatory. Of course, it must be much more profitable than unemployment.
In this logic, it seems quite appropriate for us to reduce the social contributions of low-wage workers. They will therefore receive a higher net salary. It will naturally be appropriate that the reduction of contributions progressively affects a larger number of people. The numbers have already been stopped.
Anyone with a gross salary of less than 1,956 euros per month will benefit from this reduction. A person with a salary less than 1,095 euros will not pay any personal contribution. This year again, the maximum contribution reduction will be increased from 95 to 105 euros per month. The salary ceiling at which the employment credit bonus remains applicable will also be raised from the current 1.539 euro gross per month. However, the timing of entry into force of these new measures is not known to me. Per ⁇ the Minister will be able to clarify this aspect.
Finally, while we are satisfied with the fact that a clear timetable for the introduction of the new unemployed support system has now been established, we are more cautious about concrete advances in the fight against social fraud. We agree on the finding: it is clear that this fraud weakens social security and endangers the protection of the workers concerned. We also agree on remedies: we need more careful communication, we need to strengthen inspection services, we need to simplify regulation and reform the social criminal law. But what about timing? A second enlightenment from the Minister may also be useful in this matter.
In conclusion, since last July, employment has been the number one objective of the majority in place. This is also one of the primary objectives of the group. The volume of the law-programme that we are dealing with here should not deny it, but it seems to me that we must now reboot the machine and reboot the reforms.
Mr. Minister, some of your recent statements read by the press made you call Belgium “sick in terms of employment, sick of its mentalities, of its rigidities”. It is now necessary to go beyond the conclusions and diagnostics of the National Conference on Employment last October.
I said the priorities of the MR group for the return to employment, flexibility, the work of young people, the elderly; finally the attractiveness of the work, the fight against social fraud. We need to gather from the best European countries, take a model on them, be inspired by their successes. Citizens and ⁇ expect a lot, a lot of us in this area.
#10
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik intervenieer als laatste met betrekking tot de Sociale Zaken en ik beloof u dat ik het kort zal houden. De bepalingen die de regering in het onderdeel werkgelegenheid in de programmawet heeft voorgelegd zijn immers grotendeels van technische aard. Ik zou alleen twee punten eruit willen lichten, namelijk de aanpassingen op het vlak van het moederschaps- en adoptieverlof en de problematiek van de overuren.
In het verlengde van de Ministerraad van Raversijde heeft de regering uitvoering gegeven aan enkele afspraken met betrekking tot het moederschaps- en adoptieverlof. Het moederschapsverlof wordt uitgebreid ingeval van hospitalisatie van de baby en ingeval van een meerling, wat op zich een goede zaak is. Wie een kindje adopteert, krijgt nu ook voldoende tijd om het kindje samen thuis te ontvangen.
In de marge van deze maatregelen maakt de VLD de volgende kanttekeningen. De VLD pleit ervoor om in de commissie voor de Sociale Zaken een inventaris op te maken van alle wetsvoorstellen die met de toekenning van meer verlof te maken hebben en daarna op basis van die bundeling een inhoudelijk debat te voeren. Elke partij zal misschien een ander uitgangspunt hebben, maar men zou er tot een globale visie op het beleid moeten komen.
De VLD staat ook achter de opmerking die in de commissie is gemaakt dat de vergoedingen voor moederschaps-, vaderschaps- en adoptieverlof op de keper beschouwd niet thuishoren in de ziekteverzekering. Het gaat immers om personen die — de klassieke zwangerschapskwaaltjes buiten beschouwing gelaten — niet ziek zijn. Het idee deze verloven uit de ziekteverzekering te lichten en in een aparte afdeling van de sociale zekerheid in te delen, dient op zijn minst te worden bestudeerd in de nabije toekomst.
Ik maak een laatste kanttekening. De zelfstandigen zijn in deze regeling nog niet opgenomen. Wel is het zo dat de minister van Middenstand, minister Laruelle, in de commissie voor het Bedrijfsleven als antwoord op een vraag uitdrukkelijk heeft gezegd dat zij voor zelfstandigen die zich in een van de betreffende gevallen bevinden, namelijk de hospitalisatie van de baby, de geboorte van een meerling of de adoptie van een kind, een regeling uitwerkt waarbij aan de zelfstandigen de keuze zou worden gelaten om ondersteuning te krijgen, hetzij op huishoudelijk vlak, bijvoorbeeld door middel van dienstencheques, hetzij op professioneel vlak.
De minister heeft gezegd dat zij voor de zelfstandigen naar alternatieven zoekt voor de voordelen die werknemers genieten in de vorm van bijstand aan de zelfstandigen of aan het bedrijf. Zij is niet van plan het moederschapsverlof op dezelfde manier als voor werknemers te verlengen, maar zij wil aan iedere zelfstandige vrouw de keuze bieden om voorrang te geven aan haar beroepsleven dan wel aan haar privé-leven. Wij volgen dat initiatief op de voet.
Het tweede en laatste punt dat ik uit de programmawet licht, is een nieuwe overurenregeling in de bouwsector. De verhoging van het aantal overuren van 64 naar 130 lijkt ons een goede zaak om tegemoet te komen aan piekmomenten in die sector. Ook de keuzevrijheid voor werknemers, loontoeslag of compensatieverlof, is een hele stap vooruit. De VLD kan dat akkoord alleen maar toejuichen en hoopt dat het navolging zal kennen in andere sectoren. Een soepele regeling inzake overuren kan immers zowel voor werkgevers als voor werknemers een goede zaak zijn.
De VLD heeft daarom bij monde van mevrouw Turtelboom en de heer Lenssen een wetsvoorstel ingediend dat in de verhoging van het aantal overuren voorziet met de keuze voor de werknemer van de manier van vergoeding of compensatie. Ik hoop dat de sociale partners elkaar in de nabije toekomst vinden om terzake initiatieven te nemen.
Rekening houdend met deze kanttekeningen kan de VLD zich akkoord verklaren met de artikelen die werden voorgesteld in het deel Werkgelegenheid van de programmawet. Onze fractie zal dit ontwerp dan ook steunen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, I am intervening last on Social Affairs and I promise you that I will keep it brief. Indeed, the provisions submitted by the Government in the Employment Part of the Program Law are largely of a technical nature. I would like to highlight only two points, namely the adjustments in the field of maternity and adoption leave and the problem of overtime.
During the extension of the Council of Ministers of Raversijde, the government has implemented some agreements regarding maternity and adoption leave. Maternity leave is extended in case of hospitalization of the baby and in case of a multiple, which in itself is a good thing. Those who adopt a child now also have enough time to receive the child together at home.
Within the margin of these measures, the VLD makes the following comments. The VLD advocates for an inventory in the Social Affairs Committee of all legislative proposals related to the granting of more holidays and then for a substantial debate on the basis of that bundling. Each party may have a different starting point, but one should come up with a global vision of the policy.
The VLD also supports the observation made in the committee that the allowances for maternity, paternity and adoption leave on the hood are not considered home to the health insurance. After all, it is a question of persons who – without consideration of the classical pregnancy disorders – are not sick. The idea of lightening these liabilities out of the health insurance and dividing them into a separate section of the social security should at least be studied in the near future.
I make a final observation. Self-employed persons are not included in this scheme. However, Minister Laruelle, Minister of Middle-Earth, has expressly stated in the Committee on Entrepreneurship in response to a question that for self-employed persons who are in one of the cases in question, namely the hospitalization of the baby, the birth of a multiple child or the adoption of a child, they are preparing a scheme allowing self-employed persons to choose to receive support, either at the domestic level, for example through service cheques, or at the professional level.
The Minister has said that it is looking for alternatives to the benefits that employees enjoy in the form of assistance to the self-employed or to the company for the self-employed. It does not intend to extend maternity leave in the same way as it does for workers, but it wants to give every self-employed woman the choice to prioritise her professional life or her private life. We follow this initiative closely.
The second and last point that I highlight from the program law is a new overtime regulation in the construction sector. The increase in the number of overtime from 64 to 130 seems to us a good thing to meet the peak moments in that sector. Also, the freedom of choice for employees, wage payment or compensatory leave, is a whole step forward. The VLD can only welcome that agreement and hopes that it will follow in other sectors. Indeed, a smooth overtime regime can be a good thing for both employers and workers.
Consequently, the VLD has submitted, on behalf of Ms. Turtelboom and Mr. Lenssen, a bill providing for the increase in the number of overtime with the choice for the employee of the method of compensation or compensation. I hope that the social partners will find each other in the near future to take initiatives in this regard.
Taking into account these comments, the VLD may agree to the articles proposed in the Employment section of the Program Law. Our group will therefore support this project.
#11
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik heb een vraag over het hoofdstuk Tegemoetkomingen voor Personen met een Handicap, dat door mevrouw Simonis werd verdedigd. Daarin zijn een aantal wijzigingen gebeurd.
Ik wil erop wijzen dat het zeer belangrijk is dat de slechte wetgeving die voordien bestond nu via de programmawet is gecorrigeerd. Dat werd een ongelooflijk verhaal. Eind 2002 zijn met de programmawet een aantal legale bepalingen ingevoerd teneinde KB's te kunnen uitvaardigen om de tegemoetkomingen aan personen met een handicap te hervormen. Uiteindelijk was de doelstelling dit te neutraliseren, of men nu gehuwd was of niet. Dat was een interessante doelstelling die wij indertijd ook hebben gesteund. Wij hebben in 2002 ook principieel een aantal artikelen gesteund.
Toen bleek dat er een aantal KB's moesten komen, die trouwens van kracht moesten worden in juli 2003 en op 1 januari 2004, bleken deze niet uitvoerbaar te zijn. Dat was dus een totale achteruitgang. Heel wat gehandicapte mensen zouden hun tegemoetkoming verliezen omdat het begrip huishouden totaal foutief was geherdefinieerd. Dat had zeer vergaande gevolgen, maar gelukkig heeft men dat tijdig ingezien. Men heeft gezien dat er aberraties zouden ontstaan. Ik weet zeker dat dit niet zo bedoeld was, maar het zou toch vervelend zijn geweest dat heel wat niet bedoelde gevolgen zouden ontstaan zijn met verlies van tegemoetkomingen voor personen met een handicap.
Toen hebben wij in de programmawet van december 2003 een aantal amendementen ingediend — die ook door de meerderheid werden gesteund — om de zaak uit te stellen omdat daardoor het hele systeem ontregeld zou worden, er een resem aan beroepsprocedures zou volgen en er een enorme administratieve belasting zou ontstaan. Nu al kampt de dienst voor de mindervaliden met een zware administratieve last. Het duurt nu al gemiddeld 10 tot 12 maanden alvorens een dossier wordt afgewerkt. De vrees was groot dat dit totaal uit de hand zou lopen.
Het was destijds dus belangrijk om de zaken te laten uitstellen tot 1 juli 2004. Zo is ook geschied. In de programmawet staat nu een rechtzetting van wat in de programmawet van 2002 fout was gelopen. Dit is nu unaniem goedgekeurd.
Er is nu ook een duidelijke definiëring van het begrip huishouding, hoe dat geïnterpreteerd moet worden als aan mensen een tegemoetkoming wordt verleend wegens een handicap.
De tijd is echter zeer kort. De programmawet, die vandaag pas in de Kamer wordt goedgekeurd, moet nog naar de Senaat. Uiteindelijk moet die programmawet verschijnen in het Staatsblad. Daarop moeten dan nog uitvoeringsbesluiten volgen. Dat zou allemaal moeten gebeuren vóór 1 juli, de datum waarop de nieuwe wet in werking treedt.
Wij vinden dat zeer gevaarlijk, want veel mensen zullen pas in september of oktober op de hoogte worden gesteld van de draagwijdte van de nieuwe bepalingen. Die mensen zouden misschien een voordeel kunnen doen met die nieuwe bepalingen. Zij zouden derhalve beter een herziening doen. Maar als die herziening pas in oktober gebeurt, gaat ze pas in vanaf 1 november. Die mensen verliezen in dat geval drie maanden, gewoon omdat zij te laat worden geïnformeerd wegens de laattijdige stemming over de wet, laat staan de uitvoeringsbesluiten en de publicatie ervan.
Aanvankelijk werd door ons een amendement ingediend dat daarna door mevrouw van Gool mee ondertekend werd en finaal door alle leden van de meerderheid. In dat amendement zeggen wij dat de bepalingen van toepassing worden. De tekst is verbeterd en die is goed nu. Het zit nu goed in mekaar, dus wij hebben die ook goedgekeurd. De artikelen in de programmawet zijn wat dat betreft nuttig. Alleen hebben wij nu een regeling uitgewerkt waarbij de betrokkenen de tijd krijgen tot 31 december 2004 om, wanneer zij bijvoorbeeld pas in november vaststellen dat zij voordeel doen met het nieuwe systeem, zich alsnog daarvoor kunnen melden. Het systeem zal dan ingaan vanaf 1 juli, dus retroactief, voor wie daarmee een voordeel doet. Voor wie erdoor benadeeld wordt, gaat de regeling pas in vanaf het moment dat dat wordt geconstateerd en dan wordt het eventueel verminderd. Indien de betrokkene voordeel heeft bij de nieuwe regeling, wordt het voordeel retroactief toegekend. Immers, men kan de betrokkenen nooit tijdig informeren over de toch wel ernstige draagwijdte en consequenties van de veranderingen die in de wetgeving zijn aangebracht.
Ik wilde wel even vermelden dat de commissie na een goed debat - dit is een erg verstandige beslissing geweest — eendrachtig en unaniem een amendement heeft goedgekeurd waarbij we een soort van toepassingstijd geven tussen 1 juli en 31 december, teneinde ervoor te zorgen dat vooral de kwetsbare personen met een handicap niet het slachtoffer worden van een veel te ingewikkelde en te complexe regelgeving.
Ik heb dat punt nu willen bespreken, omdat het anders niet aan de orde kon komen, omdat het amendement terzake goedgekeurd is. Uiteraard staat die bepaling nu in de wet en komt die bij de artikelsgewijze bespreking niet meer aan bod. Ik vond het toch meer dan de moeite waard om daarover nog een woordje uitleg te geven.
Translated text
Mr. Speaker, I have a question concerning the Chapter Support for Persons with Disabilities, which was defended by Mrs. Simonis. There have been a number of changes.
I would like to point out that it is very important that the bad legislation that existed before has now been corrected through the Program Act. It became an incredible story. At the end of 2002, the Program Act introduced a number of legal provisions in order to issue KBs to reform the benefits for persons with disabilities. Ultimately, the goal was to neutralize this, whether one was married or not. That was an interesting goal that we also supported at the time. We also supported a number of articles in principle in 2002.
Then it turned out that a number of KBs had to come, which, by the way, had to come into force in July 2003 and on 1 January 2004, they turned out to be non-executable. This was a total decline. Many people with disabilities would lose their accommodation because the concept of household was completely wrongly redefined. This had far-reaching consequences, but fortunately it was realized in time. It has been seen that there would be aberrations. I am sure that this was not intended, but it would have been annoying that a lot of unintended consequences would have arisen with the loss of benefits for persons with disabilities.
Then we submitted a number of amendments to the Program Law of December 2003 — which were also supported by the majority — to postpone the case because it would disrupt the entire system, follow a series of appeal procedures and create a huge administrative burden. The service for disabled persons already struggles with a heavy administrative burden. It now takes an average of 10 to 12 months before a file is completed. There was a great fear that this would completely go out of hand.
It was therefore important at that time to have the matters postponed until 1 July 2004. This has also happened. The program law is now a correction of what was wrong in the program law of 2002. This has now been unanimously approved.
There is now also a clear definition of the concept of household, how it should be interpreted when people are granted a disability benefit.
However, the time is very short. The program law, which is approved in the House today, is still to go to the Senate. Ultimately, this program law should appear in the State Gazette. This is followed by implementing decisions. All this should be done before 1 July, the date on which the new law comes into force.
We find this very dangerous, as many people will not be informed of the scope of the new provisions until September or October. Those people might be able to benefit from these new provisions. Therefore, it would be better to do a revision. But if that revision does not take place until October, it will not take place until 1 November. In that case, those people lose three months, simply because they are informed too late due to the late vote on the law, let alone the implementing decisions and their publication.
Initially, we submitted an amendment which was subsequently signed by Mrs. van Gool and finally by all members of the majority. In that amendment we say that the provisions apply. The text has been improved and it is good now. It is now in good shape, so we also approved it. The articles in the program law are useful in this regard. Only now have we developed a scheme that gives the data subjects time until 31 December 2004, if, for example, they only determine in November that they benefit from the new scheme, they can still report to do so. The system will then enter into force from 1 July, so retroactive, for those who benefit from it. For those who are injured by it, the scheme only comes into effect from the moment it is found and then it is eventually reduced. If the person concerned benefits from the new scheme, the benefit shall be granted retroactively. After all, it is never possible to inform the persons concerned in a timely manner of the yet serious scope and consequences of the changes made in the legislation.
I would like to point out that the committee, after a thorough debate – this has been a very sensible decision – unanimously and unanimously adopted an amendment by which we give a kind of application period between 1 July and 31 December, in order to ensure that especially vulnerable persons with disabilities do not become the victims of a much too complex and too complex regulation.
I wanted to discuss this point now, because otherwise it could not be discussed, since the amendment on this subject has been approved. Of course, that provision is now in the law and it is no longer discussed in the article-by-article discussion. I thought it was more than worth explaining a word about this.
#12
Official text
Het is goed dat u mij dat bent komen melden. Ik ga er volledig mee akkoord dat dat zo gebeurt.
Mijnheer de minister, wenst u te antwoorden? U hebt de verschillende uiteenzettingen gehoord van mevrouw Lanjri, de heer Ducarme, mevrouw Lahaye en de heer Goutry.
Ik wacht ook op de heer Reynders, omdat ik twee vragen voor hem heb van de heren Vandeurzen en De Crem. Zolang wij een bicameraal systeem hebben en de ministers n'ont pas le don d'ubiquité, kan ik daar niets aan doen.
Translated text
It is good that you have come to report it to me. I fully agree that this is happening.
Mr. Minister, would you like to answer? You have heard the various presentations of Mrs. Lanjri, Mr. Ducarme, Mrs. Lahaye and Mr. Goutry.
I also wait for Mr. Reynders, because I have two questions for him from Mr. Vandeurzen and De Crem. As long as we have a bicameral system and the ministers do not have the don d'ubiquité, I can do nothing about it.
#13
Official text
Mijnheer de voorzitter, de meeste elementen zijn aan bod gekomen in de commissie. Ik had één zaak willen toevoegen aan wat mevrouw Lanjri heeft gezegd.
Om te beginnen, apprecieer ik dat zij zegt dat er ook een aantal bepalingen in de tekst zijn opgenomen die heel sterk de steun hebben van de CD&V-fractie, met name de meer eenvoudige en betere regeling die we hebben uitgewerkt omtrent de inkomensgarantie voor oudere kloosterlingen. Daar hecht ik ook veel belang aan.
In de commissie heb ik erop aangedrongen om nog vóór het reces een debat te houden over de problematiek van de pleeggezinnen. In het onderhavige ontwerp treffen wij immers regelingen voor natuurlijke ouders en voor adoptiefouders. Een aantal leden van de commissie is van mening dat wij ook moeten nadenken over de situatie van pleeggezinnen die eventueel baat zouden hebben bij een onderbreking van het werk van een van de pleegouders. Ik heb over dat onderwerp niet willen improviseren, maar heb gevraagd dat wij daarover nog vóór het reces een debat zouden kunnen houden. Ik wou dat ook nog even hier in de plenaire zitting zeggen, omdat ik dat belangrijk vind.
Zo kom ik tot de opmerking van de heer Goutry. Ik had iets in mijn hoofd.
Translated text
Most of the issues have been discussed in the committee. I would like to add one thing to what Ms. Lanjri said.
First of all, I appreciate that she says that there are also some provisions in the text that have very strong support from the CD&V group, in particular the simpler and better arrangement that we have developed regarding the income guarantee for older monastic members. I also attach great importance to this.
In the committee, I have urged to hold a debate on the problem of foster families even before the recess. In the present draft we establish arrangements for natural parents and for adoptive parents. Some members of the committee are of the opinion that we should also think about the situation of foster families that could potentially benefit from an interruption in the work of one of the foster parents. I did not want to improvise on this subject, but asked that we could have a debate about it before the recession. I would like to say this here in the plenary session, because I think that is important.
So I come to Mr. Goutry’s comment. I had something in my head.
#14
Official text
Uit het oog, uit het hart.
Translated text
From the eye, from the heart.
#15
Official text
Uit het oog, uit het hart? Absoluut niet uit het hart, het is eerder de oude dag die toeslaat vrees ik.
Mijnheer Goutry, voor uw opmerking zou ik best verwijzen naar mijn collega. Mijn medewerkers hebben evenwel zorgvuldig genoteerd wat u hebt gezegd. Ik heb dat ook gevraagd. Ik zal hun notities bezorgen aan mevrouw Simonis.
Translated text
From the eye, from the heart? Absolutely not from the heart, it is rather the old day that strikes I fear.
Mr. Goutry, for your comment, I would rather refer to my colleague. However, my employees have carefully recorded what you said. I asked that too. I will send their notes to Mrs. Simonis.
#16
Official text
Minister Reynders is aangekomen. De heer Vandenbroucke is aan het einde van zijn betoog gekomen.
Translated text
Minister Reynders has arrived. Mr Vandenbroucke came at the end of his speech.
#17
Official text
Monsieur le ministre, j'ai trois interventions pour vous.
Translated text
I have three interventions for you.
#18
Official text
De heer Vandeurzen zal spreken. Ensuite M. Massin, qui vous attendait hier soir, mais nous connaissons vos problèmes d'agenda. Ook de heer De Crem zal spreken.
Translated text
Mr Vandeurzen will speak. Ensuite of M. Massin, who you wait tonight, but we know your problems of agenda. Mr De Crem will also speak.
#19
Official text
Mijnheer Vandeurzen, spreekt u als eerste? U mag spreken van op uw bank of zoals u wil. U hebt het woord.
Translated text
Mr. Vandeurzen, are you speaking first? You can talk about on your bank or as you want. You have the word.
#20
Official text
Mijnheer de minister, het zal u niet verbazen dat wij in de algemene bespreking kort iets willen vragen in verband met het amendement dat is ingediend en dat in de commissie aanvaard is, inzake de nieuwe techniek om de verjaring te stuiten.
Ik ben gisteren naar de commissie voor de Financiën gegaan omdat ik dacht dat daar een gedachtewisseling over dat thema op de agenda stond. Ik heb moeten vaststellen dat die niet is doorgegaan, maar ik heb natuurlijk met belangstelling het verslag gelezen van de bespreking, waar inderdaad door de regering een amendement is ingediend dat een interpretatie geeft aan het stuitend karakter van een dwangbevel.
Terzake had ik de volgende vragen, mijnheer de minister. Als ik het allemaal goed op een rij zet, blijkt dat vanaf mei 2000 de administratie op de hoogte was van het feit dat in een arrest van het hof van beroep van Bergen het debat op gang gebracht is omtrent de vraag of een dwangbevel van die aard is dat het juridisch een stuitende werking heeft inzake een vordering van de fiscus. Mijn vraag is dan: als men in mei 2000 door een arrest — dat is geen gewoon vonnis meer, het is een arrest dat in hoger beroep is uitgesproken — vernam dat er een discussie was, waarom heeft de regering dan gewacht op de programmawet van 2003 om dat probleem juridisch aan te pakken? Als ik alles nu, ondanks alle mist die terzake gespoten wordt, op een rij zet, is het voor mij wel duidelijk dat wij een paar jaar gewacht hebben voor wij in het Parlement een wetgevende maatregel hebben genomen om iets te doen aan de verjaringstermijnen in fiscale zaken. Dat is dus mijn eerste vraag: waarom heeft men jaren gewacht om terzake een initiatief te nemen?
Ik begrijp, en dat is mijn tweede vraag, dat u volgens het verslag — dat is uitdrukkelijk aangegeven op bladzijde 10 — er zelf ook niet van overtuigd bent dat met wat nu gebeurt de zaak op, laten wij zeggen gebetonnneerde wijze, geregeld is. U hebt dat zelf aangegeven, meen ik. Er is natuurlijk de verantwoordelijkheid van diegenen die de nodige maatregelen hadden kunnen nemen. Dat is een belangrijke vraag die wij ons moeten stellen. Als wij inderdaad het risico lopen dat de verjaringen die zijn ingetreden niet kunnen worden hersteld, valt hier toch de ernstige vraag te stellen naar de manier waarop het beleid gereageerd heeft.
Mijn eerste vraag is dus: waarom niet vroeger en niet duidelijker? En mijn tweede vraag is: in welke mate zijn wij nu zeker dat wij een sluitende oplossing hebben, want alle juristen zijn het er wel over eens dat een interpretatieve wet maken en retoractiviteit bewerkstelligen in een zaak waarover reeds een arrest gewezen is, niet zo evident is. In welke mate kunt u voor het Parlement bevestigen dat die oplossing een sluitende oplossing is?
In dat verband blijf ik toch zitten met de merkwaardige vaststelling dat in die situatie de Belgische Staat partij is in een fiscale zaak, dat de fiscus dreigt het onderspit te delven en dat dan de wetgevende macht, een onderdeel van de Belgische Staat, bij wetgeving een maatregel zou kunnen nemen waardoor zij zichzelf in het gelijk stelt en de interpretatie die aan een wet gegeven werd door het Hof van Cassatie ontkent.
Mijnheer de minister, het is, mijns inziens, ons recht u te vragen op welke juridische argumenten dit soort oplossing gebaseerd is. U hebt daarover in de commissie iets over gezegd. Het amendement werd niet naar de Raad van State gezonden voor advies. Dat hebben we goed begrepen.
Derde vraag. Wat is de juridische argumentatie om te kunnen stellen dat u een orthodoxe oplossing hebt uitgewerkt terwijl u weet dat er een zaak hangende is voor de rechtbank waarin de Belgische Staat partij is? Nu neemt de Belgische Staat een initiatief om dit te corrigeren. Ik blijf erbij dat indien we vroeger waren opgetreden we deze zaak hadden kunnen voorkomen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik hield eraan deze drie vragen opnieuw te kunnen stellen.
Translated text
Mr. Minister, it will not surprise you that in the general discussion we would like to briefly ask something in connection with the amendment submitted and accepted in the committee, concerning the new technique to overcome the obsolescence.
I went to the Finance Committee yesterday because I thought there was an exchange of thoughts on that topic on the agenda. I must have concluded that it did not go on, but of course I read with interest the report of the discussion, where indeed the Government submitted an amendment that gives an interpretation to the shocking nature of a compulsory order.
I have the following questions, Mr. Minister. If I put it all right in a row, it turns out that from May 2000 the administration was aware of the fact that in a judgment of the Court of Appeal of Bergen the debate was initiated as to whether a compulsory order is of such nature that it has a legal shocking effect with regard to a claim of the tax authority. My question is, then, if one learned in May 2000 by a judgment — which is no longer an ordinary judgment, it is a judgment issued in appeal — that there was a discussion, then why did the government wait for the 2003 Program Act to address that problem legally? If I put everything in line now, despite all the mist that is sprinkled on this subject, it is clear to me that we have waited a few years before we have taken a legislative measure in Parliament to do something about the limitations in tax matters. So this is my first question: why have they waited for years to take an initiative in this regard?
I understand, and that is my second question, that according to the report — which is explicitly indicated on page 10 — you yourself are also not convinced that with what is now happening the matter is arranged, let us say, in a concrete way. You have indicated it yourself, I think. There is, of course, the responsibility of those who could have taken the necessary measures. This is an important question that we must ask ourselves. If we are indeed at risk of not being able to repair the obsolescence that has entered, the serious question of how the policy has responded is still to be raised.
So my first question is: why not earlier and not more clearly? And my second question is: to what extent are we now sure that we have a conclusive solution, because all jurists agree that making an interpretative law and making rhetoric in a case that has already been judged is not so obvious. To what extent can you confirm to Parliament that this solution is a final solution?
In that regard, I remain, however, with the strange conclusion that, in that situation, the Belgian State is a party in a tax case, that the fiscal office threatens to undermine the gap and that then the legislative power, a part of the Belgian State, would be able to take a measure by law which would justify itself and deny the interpretation given to a law by the Court of Cassation.
Mr. Minister, it is, in my opinion, our right to ask you on what legal arguments this type of solution is based. You said something about this in the committee. The amendment was not sent to the State Council for advice. We have well understood this.
Third question . What is the legal argument to be able to claim that you have drawn up an Orthodox solution while you know that there is a case pending before the court in which the Belgian State is a party? Now the Belgian State is taking an initiative to correct this. If we had acted earlier, we could have prevented this case.
Mr. Speaker, Mr. Minister, I wanted to be able to ask these three questions again.
#21
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je souhaite tout d'abord exprimer la satisfaction du groupe socialiste pour le travail accompli.
La vigilance des membres de la commission des Finances, plus particulièrement celle du chef de groupe du sp.a, M. Van der Maelen, a permis la résolution d'un problème dont les conséquences pour le Trésor public auraient pu être très graves, car les montants en jeu sont de l'ordre de centaines de millions d'euros. Ce point a été confirmé par le ministre des Finances en commission; si pas ce chiffre exact, à tout le moins l'importance du montant.
La rapidité de réaction du parlement aux questions soulevées par le gouvernement était donc absolument nécessaires. Les débats auront permis de dégager une solution que nous espérons fiable. A cet égard, le gouvernement avait envisagé une modification et, donc, un amendement à la loi-programme. Le Conseil d'Etat a rendu un avis négatif, proposant une solution: prendre une loi interprétative à la suite de ces deux arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21 février 2003.
Quant à cette loi interprétative, le Conseil d'Etat, dans le cadre de son avis, indique que la notion de commandement doit être interprétée. Je tiens à rappeler que tant pour l'administration des Finances que pour l'ensemble des personnes qui suivent les matières fiscales, un commandement a toujours eu valeur d'interruption de la prescription, qu'il y ait dette fiscale certaine ou non. Cela a toujours été la pratique menée.
Dès lors, les arrêts des 10 octobre 2002 et 21 février 2003 peuvent - c'est certain - avoir surpris tout le monde, en ce compris l'administration des Finances qui ne me semble pas avoir été préparée à cette interprétation que l'on pouvait faire d'une pratique fiscale, sans doute aussi vieille que la prescription. Dès lors que cette notion de commandement n'apparaissait pas suffisamment claire, il fallait donc nous attacher à la modifier, ce qui a été fait par le biais de cet amendement. Nous espérons avoir clarifié cette notion de commandement, à tout le moins en matière fiscale. M. le ministre des Finances nous a dit que c'était la position du gouvernement et nous lui faisons confiance à cet égard. J'espère dès lors qu'il réglera l'intégralité des problèmes, allant ainsi dans le sens évoqué par le Conseil d'Etat.
Par ailleurs, plusieurs écueils devaient être absolument évités. Nous avons toujours plaidé pour éviter la création d'un intervalle de nondroit entre le premier arrêt de la Cour de cassation et aujourd'hui. La non-discrimination entre contribuables a retenu toute notre attention. Il fallait dès lors une disposition qui ne privilégie pas ceux qui auraient profité du flou laissé dans notre droit, au détriment d'autres qui n'auraient pu en profiter. Cette loi interprétative était donc nécessaire afin de permettre un effet rétroactif pour les dossiers en cours.
Les objectifs politiques que le groupe socialiste défend par l'adoption de cet amendement sont donc clairs: il faut donner les outils nécessaires à l'administration fiscale pour interrompre la prescription des dossiers fiscaux qui nécessitent une telle opération et il faut également une rétroactivité sur les dossiers fiscaux en cours.
Comme je l'ai déjà dit dans le cadre de mon intervention, le ministre des Finances nous a proposé un amendement adopté par le gouvernement qui va, dit-il, dans le sens du Conseil d'Etat. Il me semble dès lors souhaitable que la majorité suive en ce sens et vote cet amendement. Je terminerai mon intervention en revenant au débat concernant la lutte contre la fraude fiscale que nous avons eu récemment en commission des Finances. Lors de ce débat, le groupe socialiste a plaidé pour que tous les moyens soient donnés aux fonctionnaires en charge de la lutte contre la fraude fiscale pour leur permettre d'effectuer un travail de qualité, rapide et loyal envers le contribuable. L'épisode que nous vivons aujourd'hui soulève, à mon sens, un problème plus fondamental. Comme les chiffres cités de part et d'autre l'attestent, l'administration des Finances a très souvent et pour des montants importants recours à la technique de suspension de la prescription ou d'interruption de la prescription. Je crois qu'une tâche essentielle du gouvernement sera de se pencher sur la ou les raisons de l'impossibilité de clôturer en moins de cinq ans un dossier fiscal pour lequel un contentieux existe. Il me semble qu'il y a lieu de rester très attentif — et le groupe socialiste le sera — à l'évolution de ce dossier que nous aimerions voir avancer.
Translated text
First of all, I would like to express the satisfaction of the Socialist Group for the work done.
The vigilance of the members of the Finance Committee, in particular that of the group leader of the sp.a, Mr. Van der Maelen, allowed the resolution of a problem whose consequences for the Public Treasury could have been very serious, because the amounts at stake are in the order of hundreds of millions of euros. This point was confirmed by the Minister of Finance in commission; if not this exact figure, at least the importance of the amount.
The rapid response of parliament to the questions raised by the government was therefore absolutely necessary. The discussions will allow us to come up with a solution that we hope to be reliable. In this regard, the government had considered an amendment and, therefore, an amendment to the program law. The Council of State issued a negative opinion, proposing a solution: to adopt an interpretative law following these two decisions of the Court of Cassation of 10 October 2002 and 21 February 2003.
As regards this interpretative law, the State Council, in its opinion, indicates that the notion of command must be interpreted. I would like to remind you that both for the Administration of Finance and for all persons who follow the tax matters, a commandment has always had the value of interruption of the prescription, whether there is certain tax debt or not. This has always been the practice.
Therefore, the judgments of 10 October 2002 and 21 February 2003 may – it is certain – have surprised everyone, including the Finance Administration, which I do not think was prepared for this interpretation that could be made of a tax practice, ⁇ as old as the prescription. Since this notion of command did not appear sufficiently clear, we were therefore obliged to change it, which was done through this amendment. We hope to have clarified this notion of command, at least in tax matters. by Mr. The Minister of Finance told us that this was the position of the government and we trust him in this regard. I hope then that he will resolve all the problems, thus going in the direction mentioned by the State Council.
In addition, a number of crashes should be avoided. We have always pledged to avoid the creation of a spotless interval between the first case of the Court of Cassation and today. The non-discrimination between taxpayers has caught our full attention. Therefore, a provision was needed that would not privilege those who would have taken advantage of the blur left in our right, at the expense of others who would not have been able to take advantage of it. This interpretative law was therefore necessary in order to allow a retroactive effect for ongoing cases.
The political objectives that the Socialist group defends with the adoption of this amendment are therefore clear: it is necessary to provide the necessary tools to the tax administration to stop the prescription of tax files that require such an operation and it is also necessary to provide feedback on current tax files.
As I said before in my speech, the Minister of Finance proposed us an amendment adopted by the government that goes, he says, in the direction of the Council of State. I think it is therefore desirable that the majority follow in this direction and vote on this amendment. I will conclude my speech by returning to the debate on the fight against tax fraud that we recently had in the Finance Committee. During this debate, the Socialist Group pledged that all means be given to the officials in charge of the fight against tax evasion to enable them to perform a quality, quick and loyal work towards the taxpayer. The episode we are experiencing today raises, in my opinion, a more fundamental problem. As the figures cited on both sides testify, the Finance Administration has very often and for large amounts recourse to the technique of suspending the prescription or interrupting the prescription. I believe that an essential task of the government will be to look at the reason or reasons for the impossibility of closing in less than five years a tax file for which a dispute exists. It seems to me that it is necessary to remain very attentive — and the Socialist group will be — to the evolution of this matter that we would like to see move forward.
#22
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik ga voort met het betoog dat ik gisteren heb gehouden naar aanleiding van de begroting en gedeeltelijk naar aanleiding van de programmawet. Na de uiteenzetting van mevrouw Lanjri reeds zal ik het hebben over het deel Financiën.
We hebben reeds overvloedig aangetoond dat we eigenlijk met deze programmawet een loos manoeuvre uitvoeren omdat de programmawet, zoals ik gisteren reeds zei, een chronisch en tegelijk een acuut gebrek aan concrete tewerkstellingsbevorderende maatregelen vertoont. We hebben natuurlijk ook de reparaties van een aantal goedgekeurde wetten. In een aantal gevallen gaat het over reparaties van reparaties. We kunnen dit natuurlijk ten overvloede herhalen en dit verhaal blijkt dan ook bijzonder eentonig te zijn, maar het moet nogmaals worden gezegd dat sommige wetten haaks staan op vorige wetten en dat bepaalde maatregelen die wij hebben aangeduid, thans worden hernomen in de wetteksten en de wetsontwerpen, terwijl zij destijds door de regering en door de meerderheid werden afgewezen.
Het is misschien niet het ogenblik om een quiz te doen, maar ik wil onze collega's toch even vragen of zij weten hoeveel artikelen er in die programmawet staan. Welnu, het zijn er ongeveer 306, waarvan 70 reparatieartikelen.
Wat ons meest fundamentele bezwaar is tegen deze programmawet, collega's, is dat er geen enkele tewerkstellingsbevorderende maatregel in voorkomt. Er is dus geen enkele nieuwe job die op zich wordt gecreëerd. Ik merk dat dit niet bijzonder veel aandacht weerhoudt in deze Kamer en in deze vergadering. Wij hebben het nochtans niet alleen over economische groei of over nieuwe jobs, maar ook over die verschrikkelijke gesel die de werkloosheid is. Geen enkele maatregel wordt genomen met betrekking tot de onderbenutting van bestaande maatregelen inzake lastenverlaging en een compensatie ervan. Eigenlijk verdient het rekest volgens ons een nul.
Mijnheer de minister, ik zal mij vanaf nu beperken, zoals ik gisteren met u heb afgesproken, tot het deel Financiën vermits de minister aanwezig is.
De wet met betrekking tot de ecoboni ondergaat een reparatie. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt, maar de derde keer in drie maanden tijd tijdens de huidige legislatuur. Wij weten onder welke kwestieuze omstandigheden de wet op de ecoboni tot stand is gekomen met de herbruikbare verpakkingen, hoe daar een spelletje van kat en muis is gespeeld met de toenmalige groene coalitiepartner. Thans merken wij evenwel dat, nadat wij zelf op het einde van de vorige legislatuur, samen met collega Leterme en anderen, de wet op de ecoboni wilden verfijnen, er voor de derde keer een reparatie wordt uitgevoerd. Dat is toch wel een keer te veel. Ik zie dat we dat ten overvloede hebben aangehaald en dat onze eigen voorstellen die we daaromtrent hebben ingediend, niet zijn aangenomen.
Er wordt ook een reparatie uitgvoerd aan het wetsvoorstel van de sp.a, in verband met het vergunningsrecht. Het is intussen reeds een wetsontwerp, heb ik gezien.
Translated text
Mr. Speaker, I will continue with the discussion I held yesterday on the budget and in part on the program law. After Mrs. Lanjri’s presentation already, I will talk about the Finance section.
We have already shown in abundance that we are actually running a loose manoeuvre with this program law because the program law, as I said yesterday, shows a chronic and at the same time an acute lack of concrete measures promoting employment. We have, of course, also the repairs of a number of approved laws. In some cases it is about repairs of repairs. We can, of course, repeat this in abundance, and this story therefore turns out to be ⁇ monotonous, but it must be said again that some laws are contrary to previous laws and that certain measures that we have mentioned are now taken into the texts and draft laws, while they were rejected at the time by the government and by the majority.
It may not be the time to do a quiz, but I would like to ask our colleagues for a moment if they know how many articles there are in that program law. Well, there are about 306, of which 70 are repair items.
What is our most fundamental objection to this program law, colleagues, is that there is no employment promotion measure. There is no new job created by itself. I notice that this does not retain much attention in this Chamber and in this meeting. However, we are talking not only about economic growth or new jobs, but also about that terrible blow that is unemployment. No measures shall be taken in relation to the underuse of existing measures relating to burden reduction and their compensation. In fact, it deserves a zero.
Mr. Minister, I will limit myself from now on, as I agreed with you yesterday, to the part of Finance between the Minister is present.
The law relating to the ecoboni is undergoing a repair. This is not the first time this happens, but the third time in three months during the current legislature. We know under what questionable circumstances the ecoboni law came into being with the reusable packaging, how a game of cat and mouse was played there with the then green coalition partner. Now, however, we notice that, after we ourselves, together with colleague Leterme and others, at the end of the previous legislature, wanted to refine the law on the ecoboni, a repair is being carried out for the third time. That is once too much. I see that we have cited this in abundance and that our own proposals that we have submitted in this regard have not been adopted.
A repair is also carried out to the draft law of the sp.a, in connection with the licensing right. It is already a draft law, I have seen.
#23
Official text
Van spirit.
Translated text
by Spirit.
#24
Official text
Inderdaad, van sp-a-spirit. Intussen werd er reeds een wetsontwerp in de Kamer goedgekeurd op 1 april 2004. Bij de behandeling in de commissie hadden wij een identiek amendement ingediend dat nu integraal wordt overgenomen. Het zal dan misschien het aloude adagium zijn dat gelijk hebben geen kunst is, maar dat gelijk krijgen de kunst is.
Wat het grootstedelijk beleid betreft, waarover mevrouw Lanjri wellicht ook iets heeft gezegd, zijn de verhoging van de bovengrens van de belastingvermindering met 15%, van 500 naar 1.000 euro per woning per belastbaar tijdperk, en de reparatie door de afbakening van de zones, te herzien en zulks na herhaaldelijk aandringen vanuit onze fractie. De problematiek van de verstedelijking is een interessant gegeven want op dat vlak ontstond er een scheeftrekking tussen Vlaanderen en Wallonië. Het grote probleem is wat wij trouwens altijd hebben aangehaald, te weten dat er geen duidelijkheid is geschapen met betrekking tot de afbakening van de zones.
De wettelijke regeling voor het betalen van een roerende voorheffing op de aandelen met de VVPR-strips behoort uiteraard tot die elementen die erbij komen. De problematiek op het vlak van Financiën is dat er een aantal zaken worden aangekondigd, maar dat deze niet zichtbaar worden voorgesteld in het document. Dat is niet in het minst zo, mijnheer de minister van Financiën — uw collega van Begroting was hier gisteren ook — voor de hele problematiek van de aangekondigde doorstorting van de inkomsten uit de fiscale amnestie naar het Zilverfonds, die niet kan doorgaan, voor de afschaffing van de solidariteitsbijdrage voor de gepensioneerden, die niet doorgaat en voor nog een aantal andere maatregelen waaronder niet in het minst de in het vooruitzicht gestelde nieuwe verlaging van de vennootschapsbelasting, die evenmin wordt doorgevoerd.
Ik zal het niet hebben over het deel Binnenlandse Zaken dat we in de marge hebben kunnen behandelen in de commissie en waarover de opmerkingen die we in de commissie geformuleerd hebben in aanmerking worden genomen.
Wat de problematiek van Infrastructuur en de NMBS betreft, merken we dat we ook op dit vlak gelijk krijgen. De opsplitsing in verschillende entiteiten en de responsabilisering wordt thans doorgevoerd.
De collega's Van Parys en Lanjri hebben op bijzonder substantiële wijze opmerkingen gemaakt over het deel Justitie. In de aanwezigheid van de minister van Financiën wil ik nogmaals onderstrepen dat de opmerkingen die de heer Van Parys heeft gemaakt en die zullen ingediend worden als amendementen bij de artikelsgewijze bespreking van primordiaal belang zijn voor het goed functioneren van de rechtsstaat. Ik vermoed dat niemand gekant kan zijn tegen het goed functioneren van de rechtsstaat.
Mijnheer de voorzitter, CD&V heeft amendementen ingediend en zal ze uitvoerig en met verve verdedigen.
Het eerste amendement dat we opnieuw zullen indienen — we hopen op steun van de VLD-fractie die vandaag aanwezig is tijdens deze bespreking - heeft betrekking op het wegwerken van de discriminatie van de gehuwde gepensioneerden. Tijdens de eerste discussie van de begroting hebben we dit reeds kunnen aanhalen. Gehuwde gepensioneerden betalen meer belastingen dan dit vroeger reeds het geval was. Weliswaar is er een verlaging geweest op het tarief van de personenbelasting. De dubbele belasting van het vakantiegeld maakt dat in de kering gepensioneerden die gehuwd zijn netto meer bijbetalen. De heer Van der Maelen zal dit op zijn weinige of vele strooptochten in zuid-, oost en centraal West-Vlaanderen vele malen hebben moeten horen. Ik laat in het midden of deze gepensioneerden een vennootschap hebben en een zwembad in hun achtertuin om het betoog van de heer Bogaert in herinnering te brengen.
De belofte die door de eerste minister in de verkiezingsperiode van vorig jaar, begin mei 2003 is gemaakt - en die alle brieven aan de 6 miljoen Vlamingen vandaag doet verbleken - om de solidariteitsbijdrage van de gepensioneerden af te schaffen — ik moet niet staan zwaaien met dit schrijven - is bij vele Oost-Vlamingen en bij uitbreiding Vlamingen aangekomen als woorden in de wind. Van deze belofte is op geen enkele wijze werk gemaakt, zelfs geen aanzet om de afschaffing mogelijk te maken voor het einde van deze legislatuur. Dat is het ijkpunt, the proof of the pudding is the eating. Hoe kunnen mensen nog geloven wat er wordt verteld in deze campagne als men aangekondigde beloftes van de vorige verkiezingen nog niet kan waarmaken?
Een volgend amendement heeft betrekking op het verenigingsvriendelijker maken van de VZW-wet.
Het volgende amendement — ik moet nogmaals herhalen wat collega Van Parys heeft aangehaald - handelt over de onmiddellijke toekenning aan Antwerpen, Gent en Dendermonde van de beloofde extra magistraten in het kader van de strijd tegen de gerechtelijke achterstand. Dit is het moment van de afspraak met de waarheid. CD&V doet een oproep dat deze amendementen zouden gesteund worden.
Het voorlaatste amendement dat we zullen indienen, is het amendement tot verbreding van de financieringsbasis van de gemeenten door de opbrengst van de crisisbelasting op de vennootschappen toe te wijzen aan de gemeenten. We spreken dan nog niet over het amendement dat we zullen indienen met betrekking tot de onmiddellijke verlaging van de vennootschapsbelasting. Dat is een ongelooflijk belangrijk programmapunt van de grootste coalitiepartner van deze tot nader order bestaande paarse regering.
Ten slotte zullen wij een amendement indienen dat de beloofde lastenverlaging op de ploegenpremies realiseert. Dat amendement is van collega D'hondt die zich op dit moment in Genève bevindt, waar zij op vraag van minister Vandenbroucke de Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie voorzit.
Mijnheer de voorzitter, tot daar onze inhoudelijke opmerkingen. Deze opmerkingen, bemerkingen en suggesties gebeurden in twee fases. Ik wil nogmaals zeggen dat ik betreurd heb dat de besprekingen gisterenavond zijn verlopen zoals zij zijn verlopen. Ik ben ervan overtuigd dat tijd ook raad zal brengen. Ik zou echter graag zien dat we, wanneer er nogmaals begrotingsbesprekingen, reparaties aan de begrotingen met nadien programmawetten, goede afspraken kunnen maken inzake de besprekingen en dat we de begroting gebruiken zoals dat hoort. Het is een politiek instrument gekoppeld aan een visie en aan een langjarige termijn. Dat is met deze begroting en met deze programmawet niet gebeurd. Ik kan daaraan nu reeds onze stemhouding koppelen. Wij kunnen deze documenten niet goedkeuren.
Translated text
It is sp-a-spirit. In the meantime, a draft law was already adopted in the House on 1 April 2004. At the hearing in the committee, we had submitted an identical amendment that is now being fully adopted. It may then be the old adagium that being right is not art, but that being right is art.
Regarding metropolitan policy, which Ms. Lanjri may have said something about, the increase of the upper limit of the tax reduction by 15%, from 500 to 1,000 euros per home per taxable period, and the repair through the delimitation of the zones, should be revised and so after repeated insistence from our group. The problem of urbanization is an interesting data because in that area there was a gap between Flanders and Wallonia. The big problem is what, by the way, we have always cited, knowing that no clarity has been created with regard to the delimitation of the zones.
The legal arrangement for the payment of a mobile advance tax on the shares with the VVPR stripes is of course one of those elements that come with it. The problem in the field of Finance is that a number of matters are announced, but that they are not visibly presented in the document. That is not at least so, Mr. Minister of Finance — your colleague of Budget was here yesterday too — for the whole problem of the announced transfer of the income from the fiscal amnesty to the Silver Fund, which cannot continue, for the abolition of the solidarity contribution for pensioners, which does not continue, and for a number of other measures including not least the anticipated new reduction of the corporate tax, which is also not implemented.
I will not talk about the part of Home Affairs that we have been able to deal with in the margin in the committee and about which the comments we have formulated in the committee are taken into account.
Regarding the problem of Infrastructure and the NMBS, we find that we are equal in this area as well. The division into different entities and the responsibilisation are now being carried out.
The colleagues Van Parys and Lanjri made ⁇ substantial comments on the Justice section. In the presence of the Minister of Finance, I would like to emphasize once again that the comments made by Mr Van Parys, which will be submitted as amendments at the article-by-article discussion, are of primary importance for the proper functioning of the rule of law. I suspect that no one can be opposed to the proper functioning of the rule of law.
Mr. Speaker, CD&V has submitted amendments and will defend them thoroughly and earnestly.
The first amendment that we will submit again — we hope for support from the VLD group present today at this discussion — is about eliminating the discrimination against married pensioners. During the first discussion of the budget we have already been able to say this. Married pensioners pay more taxes than before. There has been a reduction in the rate of personal tax. The double taxation of the holiday fee makes that in the circle retirees who are married net more pay extra. Mr. Van der Maelen must have heard this many times during his few or many streams in southern, eastern and central West Flanders. I leave in the middle whether these pensioners have a company and a swimming pool in their backyard to remind the argument of Mr. Bogaert.
The promise made by the Prime Minister in the electoral period of last year, early May 2003 – and which makes all letters to the 6 million Flamings today bleak – to abolish the solidarity contribution of the pensioners – I must not stand swinging with this writing – has come to many East Flamings and with the expansion of Flamings as words in the wind. No work has been done on this promise in any way, not even an incentive to enable the abolition before the end of this legislature. The proof of the pudding is the eating. How can people still believe what is being told in this campaign if promises announced in previous elections are not yet fulfilled?
The following amendment concerns making the VZW law more association-friendly.
The following amendment — I must repeat again what colleague Van Parys has cited — concerns the immediate assignment to Antwerp, Gent and Dendermonde of the promised additional magistrates in the context of the fight against judicial backwardness. This is the time of meeting with the truth. CD&V calls for the support of these amendments.
The last amendment we will submit is the amendment to expand the financing base of the municipalities by allocating the income from the crisis tax on the companies to the municipalities. We are not yet talking about the amendment we are going to submit regarding the immediate reduction of the corporate tax. That is an incredibly important program point of the biggest coalition partner of this up-to-date purple government.
Finally, we will submit an amendment that realises the promised reduction of the burden on the team premiums. That amendment is from colleague D'Hondt who is currently in Geneva, where she presides over the Conference of the International Labour Organization at the request of Minister Vandenbroucke.
So far, my substantive comments. These comments, comments and suggestions occurred in two phases. I would like to say again that I regret that the discussions last night went as they went. I am convinced that time will also advise. However, I would like to see that when there are again budget discussions, budget corrections and subsequent program laws, we can make good agreements on the discussions and that we use the budget as it should. It is a political instrument linked to a vision and a long term. This has not happened with this budget and with this program law. I can already link our voting position to this. We cannot approve these documents.
#25
Official text
Mijnheer Van der Maelen, u hebt het woord gevraagd voor een korte uiteenzetting vanop uw bank. U bent de laatste in de algemene bespreking. Daarna zal de minister, zo nodig, antwoorden en gaan wij over tot de artikelsgewijze bespreking.
Translated text
Mr. Van der Maelen, you have asked for the word for a brief presentation on your bench. You are the last in the general discussion. After that, the Minister, if necessary, will answer and we will proceed to the article-by-article discussion.
#26
Official text
Mijnheer de voorzitter, met betrekking tot het hoofdstuk Financiën wil ik twee punten aankaarten.
Ik wil mij eerst wenden tot mijn collega's van CD&V en hun vragen of zij hun amendementen nrs. 2 en volgende waarbij zij de crisisbelasting afschaffen, hebben onderworpen aan de G-toets. Dat is een toets die zij toepassen op alle initiatieven die door de meerderheid worden genomen.
Ik heb die amendementen bekeken en heb daarbij drie bedenkingen, die ik graag met de collega's van CD&V wil delen. Ten eerste, ik stel vast dat als wij het amendement van CD&V volgen, wij een gat van minstens 250 miljoen euro slaan in de federale begroting. Ik heb er het verslag nog eens op nagelezen, maar vind nergens een voorstel van mijn CD&V-collega's waarbij ze aangeven hoe zij het gat dat in de begroting wordt geslagen, denken op te vangen. Zij blazen zo hoog van de toren wanneer ze het hebben over het respecteren van het budgettaire evenwicht.
Ten tweede, wanneer ik naar de amendementen kijk, stel ik vast dat ik niks terugvind van wat ik hier van de CD&V-fractie altijd hoor, namelijk de vraag om respect op te brengen voor de gemeentelijke autonomie. Zij wil de crisisbelasting afschaffen en op gemeentelijk vlak de opcentiemen laten. Het is echter Brussel dat de opcentiemen vaststelt. Dat is toch wel iets waar ik mijn bedenkingen bij heb. Als CD&V dat doet, dan staan hun uitspraken in het verleden daar immers dwars tegenover.
Ten derde, ik weet niet of de collega's van CD&V zich ervan bewust zijn dat er problemen zullen rijzen met de toewijzing van de opbrengst. Er zijn twee problemen. Enerzijds is er een communautair probleem. Ik vraag mij af of zij dat probleem hebben doorgenomen met hun collega Bourgeois.
Mag ik mijn verhaal afmaken?
Het zijn mijn zaken niet. Elk kartel regelt immers zijn huiswerk zoals het wil.
Translated text
Regarding the Finance Chapter, I would like to address two points.
I would like to first address my colleagues from CD&V and their questions about their amendments. 2 and following, in which they abolish the crisis tax, have undergone the G-test. That is a test they apply to all initiatives taken by the majority.
I have examined these amendments and have three concerns, which I would like to share with the colleagues of CD&V. First, I note that if we follow the amendment of CD&V, we are breaking a hole of at least €250 million in the federal budget. I have read the report again, but I find nowhere a proposal from my CD&V colleagues indicating how they think to catch the gap in the budget. They blow so high from the tower when they talk about respecting the budget balance.
Second, when I look at the amendments, I find that I find nothing of what I always hear here from the CD&V group, namely the question of respect for municipal autonomy. She wants to abolish the crisis tax and leave the optimisms at the municipal level. However, it is Brussels that determines the options. That is something I have my concerns about. If CD&V does that, then their statements in the past are contrary to that.
Third, I don’t know if CD&V’s colleagues are aware that there will be problems with the allocation of the proceeds. There are two problems. On the one hand, there is a community problem. I wonder if they have gone through this problem with their colleague Bourgeois.
Can I finish my story?
They are not my affairs. After all, each cartel regulates its homework as it wants.
#27
Official text
(...).
Translated text
( ... )
#28
Official text
Mijnheer Tant, ik zal straks naar u luisteren.
Bent u zich ervan bewust dat met uw voorstel de opbrengsten naar Brussel gaan? Vele maatschappelijke zetels zijn immers in Brussel gevestigd. De gemeenten willen toch een compensatie voor de last van de bedrijfsactiviteit die een bedrijf meebrengt. Zij verliezen die compensatie, die naar Brussel gaat.
Mijnheer Devlies, u bent als een van de specialisten namens CD&V lid van de commissie voor de Financiën. Ik zal het probleem concreet maken. Weet u dat de stad Leuven alle bedrijfsbelastingen die ze nu heft, bijvoorbeeld op de zetel van Interbrew, met uw voorstel kwijt is? De opbrengst ervan gaat naar de stad Brussel, waar de maatschappelijke zetel van Interbrew is gevestigd.
Ik zou dus aan de collega's van CD&V willen vragen of zij, na de toepassing van een sp.a-G-test op hun eigen amendement, het amendement zullen goedkeuren. Ik kijk met heel veel belangstelling uit naar het stemgedrag van de CD&V-parlementsleden. Ik zal ook uitkijken naar het stemgedrag van collega Bourgeois.
Mijnheer de voorzitter, ik wil ook nog een ander punt aanhalen.
Ik wil mijn genoegen uitspreken over de invoeging van een nieuw artikel 49 in de programmawet. Wij hebben vastgesteld, dankzij de waakzaamheid van de twee socialistische fracties, dat er na een uitspraak van het Hof van Cassatie en met de stand van de wetgeving, een verjaring dreigde van de meest geruchtmakende fraudedossiers rond forfaitaire buitenlandse belasting, kasgeldvennootschappen, beurstaksbetwistingen enzovoort. Wij stellen met genoegen vast dat de regering begin deze week in de commissie een amendement heeft ingediend dat wij goedgekeurd hebben, en dat wet wordt wanneer wij het straks goedkeuren.
Ik wil daarover niet te veel meer zeggen, maar wel nog het volgende. Het terugverdieneffect van dit nieuwe artikel is zo groot dat, als de twee pleitbezorgers ervan, de heer Massin en ikzelf, even lang parlementslid blijven als u, mijnheer de voorzitter, de Belgische Staat er nog zal aan verdienen. Het volstaat dat een van die fraudedossiers succesrijk wordt afgerond voor een rechtbank. Het terugverdieneffect daarvan is zo groot dat wij levenslang parlementslid kunnen zijn. Het verheugt mij te mogen vaststellen dat er in de meerderheidsfracties waakzame fracties zijn. Ik stel vast dat de oppositiefracties daarvan niets hadden gemerkt. Hadden wij op hen moeten rekenen, dan hadden wij vandaag nog voor dezelfde situatie gestaan als ongeveer een maand geleden.
Translated text
Mr. Tante, I will listen to you later.
Are you aware that with your proposal the revenue goes to Brussels? Many social seats are located in Brussels. The municipalities want compensation for the burden of the business activity that a company carries. They lose that compensation, which goes to Brussels.
Mr. Devlies, as one of the specialists on behalf of CD&V, you are a member of the Committee on Finance. I will make the problem concrete. Did you know that the city of Leuven has lost all the corporate taxes it now leaves, for example at the headquarters of Interbrew, with your proposal? The proceeds will go to the city of Brussels, where the headquarters of Interbrew is located.
I would therefore like to ask the colleagues of CD&V whether, after applying a sp.a-G test to their own amendment, they will approve the amendment. I look forward to the voting behavior of the CD&V MPs. I will also look forward to the voting behavior of colleague Bourgeois.
Mr. Speaker, I would like to add another point.
I would like to express my satisfaction over the introduction of a new Article 49 in the Program Law. We have determined, thanks to the vigilance of the two socialist factions, that after a ruling of the Court of Cassation and with the state of the law, there was a threat of obsolescence of the most rumored fraud files surrounding flat foreign tax, cash money companies, stock tax disputes and so on. We are pleased to note that the Government has submitted an amendment to the committee earlier this week, which we have approved, and that will become law when we approve it later.
I don’t want to say too much about this, but I want to say the following. The reimbursement effect of this new article is so great that, if the two advocates, Mr. Massin and I myself, remain parliamentarians for as long as you, Mr. President, the Belgian State will still deserve it. It is sufficient that one of those fraud files is successfully completed before a court. The reimbursement effect is so great that we can be a lifelong member of parliament. I am pleased to find that there are vigilant groups in the majority factions. I assume that the opposition factions had not noticed this. If we had to rely on them, we would have faced the same situation today as we were about a month ago.
#29
Official text
Mijnheer de voorzitter, het principe van de G-test zou eigenlijk in het Reglement van de Kamer moeten worden ingeschreven, in de eerste plaats om de heer Van der Maelen de mogelijkheid te bieden om heel zijn amendementenwinkel met betrekking tot de verjaring van de fiscale misdrijven te realiseren, want hij heeft bij collega Reynders weinig geoogst.
Het is roerend om te zien hoe collega Van der Maelen zich uitslooft en bekommerd is om de blijkbaar positieve situatie van de Brusselse financiën. Ik kan dat natuurlijk begrijpen, want, collega Van der Maelen, het zal u waarschijnlijk niet onbekend zijn dat de Agustaboete ook naar Brussel is gegaan. Er waren maar twee mogelijkheden. Ofwel werd het geld verbrand, ofwel werd er een boete betaald. Collega Van der Maelen, ik moet u zeggen dat wij de Elia-taks niet steunen.
De Elia-taks, die nu in de Senaat ligt en die u, uw partij en uw meerderheid steunen, zal nog eens iets anders zijn. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat u die steunt en dat u daarvoor een meerderheid vindt. Dan zullen u en ik in de Kamer eens debatteren over geloofwaardigheid en G-testen. Ik zeg u al op voorhand: het is jammer dat de volksjury niet bestaat; die is opnieuw voor vier jaar opgedoekt. Ik zou met u graag eens discussiëren over de Elia-taks. Dan zullen we eens zien hoe geloofwaardig u bent, zeker in het licht van het feit dat u aan Brussel naar aanleiding van de Agusta-affaire boetes moest betalen, quid dat u nu Leuven beter kent vanwege het bier. Ik denk dat u vandaag de o-test doorstaat, namelijk de ongeloofwaardigheidstest.
Translated text
Mr. Speaker, the principle of the G-test should actually be entered into the Rules of Procedure of the Chamber, in the first place to give Mr. Van der Maelen the opportunity to realize his entire amendment store regarding the limitation of tax offences, because he has harvested little from colleague Reynders.
It is touching to see how colleague Van der Maelen is exhausted and worried about the apparently positive situation of Brussels’ finances. I can understand that, of course, because, colleague Van der Maelen, it will probably not be unknown to you that the Agustaboete also went to Brussels. There were only two possibilities. Either the money was burned, or a fine was paid. Colleague Van der Maelen, I must tell you that we do not support the Elia tax.
The Elia Tax, which is now in the Senate and which supports you, your party and your majority, will be something else again. I hope from the bottom of my heart that you support it and that you find a majority for it. Then you and I in the Chamber will discuss credibility and G-tests. I say to you in advance: it is a pity that the people’s jury does not exist; it has again been raised for four years. I would like to discuss with you about the Elia tax. Then we will see how credible you are, ⁇ in light of the fact that you had to pay fines to Brussels following the Agusta affair, quid that you now know Leuven better because of the beer. I think you will pass the o-test today, namely the unreliability test.
#30
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wist natuurlijk niet dat de poging om de verjaring te stuiten moest dienen om de wedden van de parlementsleden veilig te stellen. Ik zou de heer Van der Maelen eigenlijk het volgende willen vragen. U weet, beter dan ik — u bent daarin meer specialist dan ik — dat het hof van beroep van Bergen in een geschil tussen een echtpaar en de belastingadministratie op mei 2000 een arrest heeft uitgesproken waardoor het dwangbevel geen stuitende werking heeft. Ik spreek over mei 2000. U moet mij eens vertellen, met een maatregel die in de programmawet van eind 2003 staat en met een oplossing die nu wordt gebracht en waarvan de minister van Financiën uitdrukkelijk bevestigt in het verslag dat hij zijn hand niet in het vuur steekt voor het sluitend karakter ervan, wat de kritiek is die hier moet worden gegeven. Wat had volgens u de belastingadministratie moeten doen in mei 2000, toen heel duidelijk werd in een arrest dat er een probleem was? Het is nu gemakkelijk om een juridische oplossing te bedenken waarbij de juristen heel veel vraagtekens plaatsen. U weet dat heel goed natuurlijk. De Belgische Staat is partij in een geschil en gaat dan zelf een wet maken om haar eigen standpunt te verdisconteren in een wettelijke oplossing. U weet heel goed — de minister heeft het trouwens bevestigd in het verslag — dat er heel veel juridische vraagtekens bij te plaatsen zijn. Ik weet het, we leven in een tijd van perceptie en u gaat tonen, na de fiscale amnestie te hebben goedgekeurd, dat u heel streng en heel consequent bent op het vlak van de fiscaliteit. U moet mij eens zeggen wat er had moeten gebeuren in mei 2000, toen het arrest duidelijk aangaf welke enorme consequenties er dreigden.
U weet heel goed dat op dat moment een wettelijke regeling had moeten worden opgesteld om de nog lopende verjaring te stuiten of de regels daarvan aan te passen zodat de verjaring niet kon intreden voor het ogenblik dat een wettelijke regeling van kracht werd. U weet zeer goed dat dit een enorm grote politieke fout en verantwoordelijkheid is. Dat is het punt. Ik ben zeer benieuwd wat de minister van Financiën daarop zal zeggen. Als u eerlijk was geweest, dan had u in uw kritiek op de andere meerderheidspartijen — dat is misschien een pre-electorale profileringskwestie — ook moeten zeggen dat dit een historische, belangrijke fout is en dat men niet op tijd heeft ingezien dat er moest worden gehandeld. Dan hadden we nu al die juridische hightech niet nodig gehad.
Translated text
Mr. Speaker, of course, I did not know that the attempt to break the limitation must serve to secure the bets of the members of Parliament. I would like to ask Mr. Van der Maelen the following. You know, better than me — you are more specialist in this than I am — that the Court of Appeal of Bergen in a dispute between a couple and the tax administration in May 2000 issued a judgment in which the compulsory order has no shaking effect. I am talking about May 2000. You must tell me, with a measure contained in the Program Act of late 2003 and with a solution now being brought and which the Minister of Finance expressly confirms in the report that he does not put his hand in the fire for its closing character, what is the criticism to be given here. What do you think the tax administration should have done in May 2000, when it became very clear in a judgment that there was a problem? It is now easy to think of a legal solution where the lawyers put a lot of questions. You know that very well, of course. The Belgian State is a party to a dispute and will then itself make a law to discontinue its own position in a legal solution. You know very well — the minister has confirmed it in the report — that there are a lot of legal questions to be raised. I know it, we live in a time of perception and you will show, after approving the tax amnesty, that you are very strict and very consistent in terms of taxation. You must tell me what should have happened in May 2000, when the judgment clearly indicated the enormous consequences threatened.
You know very well that at that time a legal arrangement should have been drawn up to overcome the still ongoing limitation or to adjust the rules thereof so that the limitation could not occur before the moment that a legal arrangement came into force. You know very well that this is a huge political mistake and responsibility. That is the point. I am looking forward to what the Minister of Finance will say about this. If you had been honest, you should have also said in your criticism of the other majority parties — which is ⁇ a pre-electoral profiling issue — that this is a historical, important mistake and that it has not been realized in time that action needs to be taken. Otherwise, we would not have needed all that legal high-tech now.
#31
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik werd vermeld door de heer Van der Maelen.
Translated text
I was mentioned by Mr. Van der Maelen.
#32
Official text
U bent al meer vermeld geweest in uw leven. Dit is geen persoonlijk feit, dit is een debat.
Translated text
You have been mentioned more in your life. This is not a personal fact, this is a debate.
#33
Official text
Ik zou graag reageren. Ik stel met genoegen vast dat de heer Van der Maelen amendement nr. 2 heeft gelezen en dat hij ook spreekt van een G-test. Het is in feite een Gtest die is bedoeld voor de sp.a-fractie. Minister Vande Lanotte heeft immers enkele weken geleden in een uitgebreid kranteninterview voorgesteld de gemeentelijke bedrijfsbelastingen af te schaffen en te vervangen door, ofwel een toelage vanuit de Vlaamse overheid, ofwel een aanvullende belasting via de vennootschapsbelasting. De motivering die minister Vande Lanotte heeft gebruikt, kwam volledig overeen met de motivering die aanwezig was in ons wetsvoorstel dat enkele maanden geleden is ingediend. Wij hebben met vreugde kennisgenomen van dat standpunt. Wij dachten dat dit de gelegenheid was om dat voorstel te realiseren. De sp.a-spirit-fractie zal ons zeker steunen, vermits minister Vande Lanotte zelf dit voorstel in een uitgebreid kranteninterview heeft bekendgemaakt.
Met betrekking tot uw concrete bemerkingen over de budgettaire neutraliteit, ben ik verheugd dat u zich zo bekommert over de evolutie van de financiën. Ik denk dat ik u kan geruststellen. U zult de heel beperkte uiteenzetting van de minister van Begroting van gisteren wel hebben genoteerd en hebben vastgesteld dat hij spreekt over één entiteit, de overheid, en dat entiteit 1 en entiteit 2 als één geheel moeten worden bekeken. Welnu, mijnheer Van der Maelen, dit voorstel is gewoon een verschuiving van entiteit 1 naar entiteit 2. Dus in globo is er geen enkel verschil. Er is dus geen enkel probleem in de visie van de minister van Begroting. Er is geen enkel probleem voor de publieke financiën.
Wij denken dat 3% normaal is. Wij moeten ook rekening houden met het concurrentievermogen van de ondernemingen. Ik denk dat het van belang is dat over het hele land hetzelfde tarief wordt gehanteerd. Tot dusver heb ik geen enkele negatieve reactie gekregen vanuit de steden en de gemeenten. Men is bereid dat te aanvaarden.
U hebt ook gesproken over de toewijzing van de opbrengsten. U ging daarover twee bemerkingen maken. Ik heb er spijtig genoeg maar een gehoord. Die tweede hebt u blijkbaar niet meer gemaakt. U hebt gesproken over de opbrengsten die aan Brussel zouden worden toegewezen. U hebt dan gesproken over een bepaald bedrijf in een bepaalde stad waarvan de maatschappelijke zetel in Brussel zou zijn gevestigd. Welnu, er is het principe, dat ook door de regering wordt gesteund, dacht ik, dat de belasting zou gebeuren op de plaats van de werkelijke activiteit. Volgens onze berekeningen zou 55% van de opbrengsten toekomen aan Vlaanderen en 45% aan Brussel en Wallonië gezamenlijk. Communautair gezien is dit in elk geval een correcte operatie. Ik denk dat de heer Bourgeois geen probleem zal hebben om dit amendement te steunen. Indien hij dat niet doet, is dat natuurlijk zijn goed recht, maar ik veronderstel dat hij het zal steunen. Voor u was dat een probleem, want u maakte zich zorgen daarover.
Translated text
I would like to react. I am pleased to note that Mr Van der Maelen amendment no. 2 has read and that he also speaks of a G-test. It is actually a Gtest that is intended for the sp.a-fraction. In fact, Minister Vande Lanotte proposed several weeks ago in an extensive newspaper interview to abolish and replace the municipal corporate taxes with either a subsidy from the Flemish government, or an additional tax through the corporate tax. The reasoning used by Minister Vande Lanotte was fully consistent with the reasoning presented in our bill submitted a few months ago. We are pleased to acknowledge this position. We thought this was an opportunity to realize that proposal. The sp.a-spirit group will ⁇ support us, as Minister Vande Lanotte himself announced this proposal in an extensive newspaper interview.
With regard to your concrete comments on budgetary neutrality, I am pleased that you are so concerned about the evolution of finance. I think I can reassure you. You will have noted the very limited explanation of the Minister of Budget yesterday and have determined that he speaks of one entity, the government, and that entity 1 and entity 2 should be considered as one whole. Well, Mr. Van der Maelen, this proposal is just a shift from entity 1 to entity 2. So in globo there is no difference. There is, therefore, no problem in the vision of the Minister of Budget. There is no problem with public finances.
We think that 3% is normal. We must also take into account the competitiveness of companies. I think it is important that the same rate is applied throughout the country. So far, I have not received any negative reaction from the cities and municipalities. They are willing to accept that.
You also talked about the allocation of revenue. You made two comments on this. Unfortunately, I only heard one. You apparently did not make the second. You talked about the revenue that would be allocated to Brussels. You then talked about a particular company in a particular city whose headquarters would be located in Brussels. Well, there is the principle, which is also supported by the government, I thought, that the tax would happen at the place of the actual activity. According to our calculations, 55% of the revenue would go to Flanders and 45% to Brussels and Wallonia together. From a community perspective, this is in any case a correct operation. I think Mr. Bourgeois will have no problem in supporting this amendment. If he does not, it is of course his good right, but I assume that he will support it. For you, that was a problem, because you were worried about it.
#34
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal heel kort reageren op de reacties van mijn collega's. Aan collega De Crem zou ik willen zeggen dat ik vaststel dat hij het debat over de twee punten die ik aangekaart heb, ontwijkt en dat hij zich dus verliest door te verwijzen naar andere...
Translated text
Mr. Speaker, I will briefly respond to the comments of my colleagues. To colleague De Crem I would like to say that I find that he avoids the debate on the two points I have addressed and that he thus loses himself by referring to other...
#35
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#36
Official text
Collega De Crem, ik heb u ook niet onderbroken. Ik stel vast dat u over andere zaken, zoals Elia of Agusta wil praten. Waar en wanneer u wilt, wil ik daar met u over praten, maar ik stel voor dat we ons vandaag beperken tot wat op de agenda staat. Er staan twee punten op de agenda.
Ten eerste, wat betreft de verjaring wil ik me beperken tot de volgende vaststelling: hadden we op de CD&V-kamerfractie moeten rekenen, zou het probleem nog steeds huizenhoog bestaan. Het is dankzij de waakzaamheid van de sp.a en de PS-fractie dat dit probleem is aangekaart en het is dankzij de snelle reactie van de regering dat hier een oplossing aan gegeven is.
Het tweede punt waarover we het hadden, waren de amendementen van CD&V. Het is het recht van een meerderheidslid om amendementen van de oppositie te bekijken en er de geloofwaardigheidstest op toe te passen zoals de oppositie dat met meerderheidsvoorstellen doet. Wat betreft het sp.a-voostel dat in de maak is, nodig ik u uit de geloofwaardigheidstest te doen wanneer het voorstel op tafel zal liggen.
Uw voorstel ligt nu op tafel en in mijn ogen bent u "gebuisd". Ik stel immers vast dat wat u doet ingaat tegen iets wat de CD&V-fractie en ook de sp.a-fractie altijd zeer hoog in haar vaandel heeft gevoerd, namelijk dat we zo veel mogelijk de gemeentelijke autonomie respecteren. Wij wensen dat ook in deze te doen. Er komt hier een CD&V-directieve uit Brussel die zegt dat het in alle gemeenten in Vlaanderen 3% zal zijn en niets anders. Als het dat is wat u wil, zijn wij het daar niet mee eens. Ik herhaal, collega De Vlies, dat u de toewijzing van de opbrengsten van de gemeentebelasting uit het oog verliest. Waar nu de gemeente of stad waar de bedrijfsactiviteit wordt uitgeoefend, de gemeente of de stad waar men dus de last heeft van deze activiteit, middelen krijgt om het probleem te verhelpen, is het met uw voorstel zo dat de opbrengst gaat naar de plaats waar de maatschappelijke zetel is gevestigd. Men moet geen specialist te zijn om te weten dat voor veel bedrijven in Vlaanderen de bedrijfsactiviteit in een Vlaamse stad of gemeente gebeurt, maar dat de maatschappelijke zetel in Brussel gevestigd is. Met uw amendement, uw voorstel gaat de opbrengst naar Brussel. Als het dat is wat u wil, als het dat is wat u straks gaat goedkeuren, zal ik met genoegen in Vlaanderen aan de Vlaamse steden en gemeenten bekend maken hoe de CD&V-fractie in deze Kamer omgaat met de gemeentelijke financiën.
Translated text
De Crem, I didn’t interrupt you either. I guess you want to talk about other things, like Elia or Agusta. Where and when you want, I would like to talk to you about it, but I suggest that we limit ourselves today to what is on the agenda. There are two points on the agenda.
First, as regards the obsolescence, I would like to limit myself to the following conclusion: had we had to count on the CD&V room fraction, the problem would still be house-high. It is thanks to the vigilance of the sp.a and the PS faction that this problem has been addressed and it is thanks to the quick response of the government that this problem has been solved.
The second point we talked about were the amendments of CD&V. It is the right of a majority member to view amendments from the opposition and to apply the credibility test on them, as the opposition does with majority proposals. As for the sp.a-voostle that is in production, I invite you to take out the credibility test when the proposal will be on the table.
Your proposal is now on the table and in my eyes you are "moving". After all, I find that what you do goes against something that the CD&V group and also the sp.a group have always held very high in their flag, namely that we respect the municipal autonomy as much as possible. We wish to do so in this too. There comes here a CD&V directive from Brussels that says it will be 3% in all municipalities in Flanders and nothing else. If that’s what you want, we don’t agree. I repeat, colleague De Vlies, that you lose sight of the allocation of the income of the municipal tax. Where now the municipality or city where the business activity is carried out, the municipality or the city where one thus has the burden of this activity, receives resources to remedy the problem, it is with your proposal so that the proceeds go to the place where the social headquarters is located. One does not need to be a specialist to know that for many companies in Flanders the business activity takes place in a Flemish city or municipality, but that the social headquarters is located in Brussels. With your amendment, your proposal goes the revenue to Brussels. If that is what you want, if that is what you will approve later, I will be pleased to announce in Flanders to the Flemish cities and municipalities how the CD&V group in this Chamber deals with municipal finances.
#37
Official text
Ik stel vast dat de heer Van der Maelen gewoonweg niet antwoordt op de argumenten die ik daarnet heb gegeven. Hij herhaalt wat hij daarvoor heeft gezegd. Ik kan alleen maar zeggen dat het uw fractie is die nu aan de G-test wordt onderworpen. Wij zullen na de stemming zien of u al dan niet gebuisd bent in die test.
Translated text
I note that Mr Van der Maelen simply does not respond to the arguments I have just put forward. He repeats what he said before. I can only say that it is your faction that is now subject to the G test. We will see after the vote whether or not you are built in that test.
#38
Official text
Didier Reynders: Ik zal eerst antwoorden op de vraag van de heer Vandeurzen. Na het arrest van een hof van beroep in 2000 was het een terechte reactie van mijn administratie om naar het Hof van Cassatie te gaan, zelfs met dezelfde mening als het parket van Cassatie, zelfs voor het Hof van Cassatie. Er zijn slechts 2 arresten van het Hof van Cassatie geweest in 2002 en 2003. Het arrest dateert van februari 2003 en mijn administratie reageerde met een eerste wet in juni 2003. Dat is toch een korte termijn. Eind december 2003 stond dit in de programmawet.
Translated text
Didier Reynders: I will first answer the question of Mr Vandeurzen. After the judgment of a Court of Appeal in 2000, it was a legitimate reaction from my administration to go to the Court of Cassation, even with the same opinion as the Prosecutor’s Office of Cassation, even before the Court of Cassation. There have been only 2 decisions of the Court of Cassation in 2002 and 2003. The judgment dates back to February 2003 and my administration responded with a first law in June 2003. This is a short term. This was stated in the program law at the end of December 2003.
#39
Official text
Is dit een correcte oplossing op juridisch vlak? Het is een oplossing die werd voorgesteld door de Raad van State. Ik heb een eerste amendement naar de Raad van State gestuurd op voorstel van de regering met een referentie naar penale zaken tegelijkertijd met fiscale zaken. Dat was onmogelijk volgens de Raad van State. Het voorstel van de Raad van State was dat voor de inkomstenbelastingen het begrip bevel tot betaling in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek en het begrip bevel tot betaling in de zin van artikel 145 van het uitvoeringsbesluit van het WIB '92 zou worden geïnterpreteerd. Wij hebben dat gedaan in een ontwerp van amendement en nu in een amendement. Ik denk dat wij hiermee het voorstel van de Raad van State volgen. Dit is de beste oplossing met het oog op de juridische aspecten van dit amendement.
Translated text
Is this a legal solution? It is a solution that was proposed by the State Council. I sent a first amendment to the State Council on the proposal of the government with a reference to criminal matters at the same time as tax matters. This was impossible, according to the State Council. The proposal of the State Council was that for income taxes the concept of payment order within the meaning of Article 2244 of the Civil Code and the concept of payment order within the meaning of Article 145 of the implementing order of the WIB '92 should be interpreted. We did this in a draft amendment and now in an amendment. I think we are following the proposal of the State Council. This is the best solution given the legal aspects of this amendment.
#40
Official text
De heer De Crem had een vraag over de andere reparatiewet. Het is wel gemakkelijk gezegd in de commissie, maar het is moeilijk om een reparatie te doen aan een wet van Jean-Luc Dehaene, bijvoorbeeld over de ecoboni. Misschien moeten wij er nog andere teksten bijhalen om een zeer correcte en complete reparatie te doen aan de wet van Jean-Luc Dehaene van meer dan 10 jaar geleden. Wij zullen zien of dit al dan niet nodig is. Pour le surplus, M. Massin évoquait les conséquences et les délais en matière de fraude.
Translated text
Mr. De Crem had a question about the other repair law. It is easily said in the committee, but it is difficult to make a repair to a law of Jean-Luc Dehaene, for example about the ecoboni. Per ⁇ we need to add other texts to make a very correct and complete correction to the law of Jean-Luc Dehaene more than 10 years ago. We will see if this is necessary or not. For the surplus, M. Massin évoquait les conséquences et les délais en matière de fraude.
#41
Official text
En ce qui concerne les conséquences, comme je l'ai dit en commission, le texte qui vous est proposé l'est pour des raisons juridiques mais aussi politiques. En effet, il y a eu une polémique politique sur ce sujet. Je crois que la bonne formule est d'essayer de suivre ce que le Conseil d'Etat proposait mais on a cité beaucoup de chiffres en nombre de dossiers et en volume de fraude. J'ai rappelé que, même pour les dossiers que certains parlementaires qualifient de "frauduleux", des décisions quant au fond sont parfois favorables aux contribuables; je le constate, par exemple, pour la QFIE et d'autres dossiers. Je sais que l'on peut faire des effets en qualifiant tout dossier allant en justice comme étant un dossier de fraude. Je constate simplement que, dans un certain nombre de cas, nous n'obtenons pas satisfaction quant au fond; dans ces cas-là, il faut arrêter de qualifier de fraudeurs les contribuables concernés mais je ne pourrai pas changer les attitudes des uns et des autres. C'est pourquoi j'ai voulu, à chaque fois, tenter de trouver un certain équilibre entre le risque réel pour l'Etat de perdre des recettes importantes et le risque de mettre en péril l'Etat de droit pour le contribuable. Je rappelle que le contribuable, quel que soit le mot qu'on lui attribue, reste un citoyen qui dispose de certains droits, en ce compris en justice.
Translated text
With regard to the consequences, as I said in the committee, the text you are proposing is for legal but also political reasons. There has been a political controversy on this subject. I believe that the right formula is to try to follow what the State Council proposed but many figures have been cited in the number of cases and in the volume of fraud. I recalled that even for the files that some parliamentarians call “fraudulent,” decisions on the substance are sometimes favorable to taxpayers; I find this, for example, for the QFIE and other files. I know that one can make effects by qualifying any case going to court as a fraud case. I simply find that, in a number of cases, we do not obtain substantial satisfaction; in those cases, it is necessary to stop calling the taxpayers concerned fraudsters, but I will not be able to change the attitudes of one and the other. That is why I wanted, every time, to try to find a certain balance between the real risk for the State to lose significant revenues and the risk of endangering the rule of law for the taxpayer. I recall that the taxpayer, regardless of the word that is attributed to him, remains a citizen who has certain rights, including in court.
#42
Official text
Pour ce qui est des délais, M. Massin demandait ce que l'on pouvait faire pour éviter que des affaires ne traînent plus de 5 ans. En la matière, j'espère que la commission de la Justice de la Chambre et la ministre de la Justice pourront nous aider. En effet, hormis les affaires qui durent en raison d'un contentieux purement administratif, situation à laquelle on a mis fin avec une nouvelle procédure, les affaires durent essentiellement en justice avec un traitement en première instance, en appel, en cassation, parfois un retour en appel et un nouveau traitement en cassation. En l'occurrence, nous sommes tenus évidemment au délai judiciaire. Toutefois, je serais tout à fait ravi que le groupe socialiste participe à une réflexion sur la manière de raccourcir ces délais en justice, délais auxquels est tenu le SPF Finances.
Translated text
Regarding the deadlines, Mr. Massin asked what could be done to prevent ⁇ from running longer than 5 years. I hope the House Justice Committee and the Minister of Justice can help us in this matter. In fact, except for cases that last due to a purely administrative litigation, a situation that has been terminated with a new procedure, cases are essentially held in court with a first-instance treatment, appeal, cassation, sometimes a return to appeal and a new treatment in cassation. In this case, of course, we are bound to the judicial deadline. However, I would be very pleased that the Socialist Group will participate in a reflection on how to shorten these time limits in court, time limits to which SPF Finances is bound.
#43
Official text
Selon moi, il sera utile de dresser le bilan des dossiers les uns après les autres pour voir si l'on a eu raison d'utiliser ce que le Conseil d'Etat lui-même qualifie de procédure "un peu exceptionnelle".
Translated text
In my opinion, it will be useful to make a balance of the files one after the other to see if it was right to use what the State Council itself calls a procedure “a bit exceptional”.
#44
Official text
Il faut se poser la question de savoir si les arrêts de cassation constituent des circonstances exceptionnelles. Personnellement, je suis très heureux que la Chambre choisisse d'aller dans la voie d'une loi interprétative en laissant ensuite aux cours et tribunaux le soin de se prononcer - cette loi devra normalement s'imposer - plutôt que de prendre une disposition spécifiquement rétroactive en matière de prescription. Ici, nous interprétons la notion de commandement, ce qui me paraît une solution acceptable. Par la suite, nous verrons le bilan quant au fond et en termes de procédure, de l'ensemble des actions en cours.
Translated text
The question must be asked whether the cassation rulings constitute exceptional circumstances. Personally, I am very pleased that the House chooses to follow the path of an interpretative law, then leaving the courts and courts the care to take a decision – this law will normally have to impose itself – rather than taking a specifically retroactive provision in matters of prescription. Here, we interpret the notion of command, which I think is an acceptable solution. Subsequently, we will see the balance sheet in terms of substance and in terms of procedure, of all the actions in progress.
#45
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik vind dat de minister en de heer Van der Maelen toch wel een beetje te snel rond het politiek feit fietsen dat het hof van beroep van Bergen een arrest heeft uitgesproken waarin het probleem scherp werd gesteld. Het is natuurlijk niet correct om twee tot drie jaar te wachten op wat het Hof van Cassatie daarover zal zeggen. Immers, iedereen weet — ik neem aan dat de meeste mensen in de administratie van dat feit op de hoogte zijn — dat als er aan de verjaringsregels iets moet veranderen, men onmiddellijk geconfronteerd zal worden met rechten van verdediging en de vereisten van een eerlijk proces, en dat een retroactief installeren van een verjaring voor zaken die al verjaard zijn, zal stuiten op heel wat bezwaren omtrent die beginselen. Dat is geweten. In de zaak van de Securitas-benden hebben wij ook het probleem van de verjaring moeten aanpakken. U weet net zo goed als de technici terzake dat als er een risico bestaat dat een verjaring anders ingeschat zal worden dan door de administratie, er dan zo snel mogelijk geïntervenieerd moet worden op een correcte manier. Als u dat retroactief moet proberen te herstellen, zullen er altijd discussies ontstaan over de juridische houdbaarheid van die oplossing.
De politieke vraag is dus niet of er nu een pseudo-oplossing is waarvan we binnen enkele jaren zullen weten of ze zal blijven bestaan. Mijnheer Van der Maelen, ik hoop dat u en uw collega's bereid zijn om het gederfde bedrag dat de fiscus niet zou kunnen innen mocht die techniek mislukken — u raamt het op 270 miljoen euro; een aardig bedrag dat de Staat alsdan aan ontvangsten zou mislopen — consequent zullen proberen in te leveren, te meer na uw redenering te hebben gehoord over de omvang van uw prestatie in termen van het aantal mandaten dat daarmee kan worden gefinancierd.
Het is niet correct om de zaken op hun beloop te laten, wetende dat het risico enkele jaren later kan opduiken als het Hof van Cassatie de interpretatie van het hof van beroep zou bevestigen. U had op het nuttige moment — dat weet u zeer goed — een zeer correcte, legitieme, mooie oplossing moeten zoeken, in plaats van jaren later te moeten puzzelen om uit te zoeken hoe iets retroactief gemaakt kan worden dat stuit of kan stuiten tegen heel wat bezwaren. Dat is het punt.
U kunt dat wellicht nog drie dagen verdoezelen. Er is immers geen pers aanwezig en er zal geen politieke verantwoordelijkheid moeten worden genomen. De miskleun is wel degelijk dat u veel sneller en juridisch correct had moeten optreden.
Translated text
Mr. Speaker, I think that the Minister and Mr. Van der Maelen are still a little too quickly cycling around the political fact that the Court of Appeal of Bergen has issued a judgment that sharpened the problem. It is, of course, not correct to wait two to three years for what the Court of Cassation will say about it. After all, everyone knows — I suppose that most people in the administration are aware of that fact — that if something needs to be changed in the rules of limitation, one will immediately face the rights of defence and the requirements of a fair trial, and that a retroactive installation of a limitation for matters already outdated will encounter a lot of objections about those principles. That is conscience. In the case of the Securitas bands, we also had to address the problem of obsolescence. You know as well as the technicians that if there is a risk that a limitation will be estimated differently than by the administration, then as soon as possible it must be intervened in a correct way. If you have to try to repair that retroactively, there will always be discussions about the legal viability of that solution.
The political question, therefore, is not whether there is now a pseudo-solution of which we will know in a few years if it will continue to exist. Mr. Van der Maelen, I hope that you and your colleagues will be willing to consistently attempt to pay the wasted amount that the tax authority would not be able to collect if that technique failed — you estimate it at 270 million euros; a nice amount that the State would then lose receipts — especially after having heard your reasoning about the extent of your performance in terms of the number of mandates that can be financed by it.
It is not correct to leave the cases on their course, knowing that the risk could emerge several years later if the Court of Cassation confirmed the interpretation of the Court of Appeal. You had to find a very correct, legitimate, beautiful solution at the useful moment—you know that very well—instead of having to puzzle years later to find out how something retroactive can be made that strikes or may strike many objections. That is the point.
You may be able to hide it for three more days. After all, there is no press present and there will be no political responsibility to be taken. It is true that you should have acted much faster and legally correct.