General information
Full name plenum van 2005-03-03 14:15:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip119.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K1137
17/05/2004
✔
Projet de loi transposant en droit belge la directive européenne 2001/29/CE du 22 mai 2001 sur l'harmonisation de certains aspects du droit d'auteur et des droits voisins dans la société de l'information.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#20
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#21
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#24
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#27
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#30
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#42
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#49
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#50
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#51
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#52
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#53
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#54
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#55
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#56
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#57
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#58
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#59
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#60
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#61
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#62
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#63
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#64
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#65
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#66
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#67
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#68
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#69
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#70
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#71
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#72
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#73
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#74
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#75
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#76
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#77
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#78
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#79
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#80
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#81
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#82
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#83
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#84
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#85
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#86
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#87
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#88
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#89
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#90
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#91
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#92
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
(...
Translated text
( ... ...
#2
Official text
Mijnheer Tant, ik weet dat de solidariteit tussen de heer Hove en mijzelf dat nog dubbel en dik blootlegt.
Translated text
Mr. Tant, I know that the solidarity between Mr. Hove and myself exposes that double and thick.
#3
Official text
Deze richtlijn heeft tot doel de inhoud van twee verdragen van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, namelijk een verdrag over het auteursrecht en één over uitvoeringen en fonogrammen, om te zetten in gemeenschapsrecht. Deze twee verdragen zijn erop gericht het auteursrecht en bepaalde naburige rechten in de digitale wereld te beschermen. Deze richtlijn diende in principe ten laatste op 22 december 2002 omgezet te zijn in Belgisch recht. In de voorbije legislatuur vonden de besprekingen plaats in de Senaat maar men is er niet in geslaagd om de richtlijn tijdig om te zetten met als gevolg dat het hele wetgevende proces diende te worden overgedaan.
Op 5 maart 2004 keurde de Ministerraad het voorontwerp van wet goed en werd tevens beslist om het wetsontwerp in te dienen bij de Kamer. Dit ontwerp bouwt voornamelijk verder op de inhoud van het compromis dat reeds werd ingenomen bij de besprekingen van het ontwerp tijdens de vorige legislatuur in de Senaat. Inhoudelijk komt het wetsontwerp neer op een loutere omzetting van de richtlijn. Hoewel de minister zich bewust is van het feit dat een aantal punten uit de wet van 30 juni 1994 in vraag kunnen worden gesteld, wordt er toch gestreefd naar een snelle omzetting. Immers, de Belgische Staat was kort voordien door de Europese Commissie voor het Europees Hof van Justitie gedaagd.
De wijzigingen in het Belgische recht ten gevolge van deze richtlijn hebben betrekking op het reproductierecht, het recht van mededeling aan het publiek en het distributierecht. Tevens wordt er voorzien in een aantal uitzonderingen op het reproductierecht en op het recht van mededeling aan het publiek. Naast de verplichte uitzondering voor tijdelijke reproductiehandelingen bevat de richtlijn ook een hele reeks facultatieve uitzonderingen.
Gezien de complexiteit van het ontwerp en de verschillende gevolgen van de omzetting, besloot de commissie om hoorzittingen te organiseren. Deze grepen plaats op 22 juni 2004. Een twintigtal verenigingen en personen werden gehoord. Een opsomming ervan geven zou mij hier te ver leiden. Deze verenigingen en personen kunnen echter opgedeeld worden in een aantal categorieën, namelijk auteursverenigingen en beheersvennootschappen, daarnaast consumentenorganisaties en werkgevers, verder de telecom-, kabel- en internetsector, tevens gespecialiseerde advocaten en professoren en ook de culturele sector. Na de hoorzittingen komen de auteurs van de toegevoegde voorstellen aan het woord. De heer Monfils geeft een overzicht van de voorgeschiedenis van het wetsontwerp, alsook van zijn wetsvoorstel dat tijdens de vorige legislatuur ten grondslag lag van de besprekingen in de Senaat. Volgens hem is de vertraging bij de omzetting grotendeels te wijten aan de bevoegdheidsoverdracht van de materie van de auteursrechten van de minister van Justitie naar de minister van Economie. Daarna geeft de indiener een toelichting bij de krachtlijnen van zijn voorstel.
Ook collega Van der Auwera licht haar voorstel toe. Net zoals het vorige toegevoegde wetsvoorstel gaat het hier om een herneming van een voorstel uit de vorige legislatuur. Zij beschrijft het voorstel van collega Monfils als minimalistisch en wil met haar wetsvoorstel verdergaan. Zo worden bepaalde uitzonderingen vermeld en wordt de richtlijn ruimer opgevat.
Bij de algemene bespreking beklemtoont de huidige minister van Economie de noodzaak van een snelle omzetting. Tevens geeft hij toe dat de auteurswet een aantal lacunes bevat, maar gezien de tijdsdruk is het volgens hem niet het geschikte moment om de wet te herzien. Wel verklaart de minister zich akkoord om op een later tijdstip de wet te evalueren en waar nodig te herzien.
Wat het wetsvoorstel van de heer Monfils betreft, merkt de minister op dat dat voorstel een aantal materies niet behandelt, hoewel die volgens de richtlijn verplicht moeten worden opgenomen.
Wat het wetsvoorstel van mevrouw Van der Auwera betreft, stelt de minister vast dat het weliswaar uitgebreider is, maar toch onvoldoende.
Volgens collega Déom voorziet het wetsontwerp in meer dan een loutere omzetting en zij staaft dat met een aantal voorbeelden. Collega Van der Auwera betreurt dat de minister de zogenaamde driestappentoets uitgewerkt in haar voorstel, niet wenst aan te houden. Collega Lano merkt op dat het hier om een zeer moeilijke evenwichtsoefening gaat en hij gaat niet akkoord met de opmerking van de heer Monfils als zou de vertraging te wijten zijn aan de bevoegdheidsoverdracht van de materie. Volgens hem gaat het hier om een gedeelde verantwoordelijkheid. Collega Nagy verklaart dat er te veel rekening wordt gehouden met de economische aspecten van het auteursrecht en al te weinig met de culturele belangen. Collega Monfils beklemtoont dat zijn wetsvoorstel een gevolg is van een compromis gesloten met de verschillende sectoren, en daartoe overloopt hij de door hem ingediende amendementen. Collega Wathelet wijst op de politieke keuzes die in het wetsontwerp worden gemaakt. Over die politieke keuzes moet een grondig politiek debat worden gevoerd, dat beter op een later moment kan plaatsvinden.
In zijn repliek antwoordt de minister op de verschillende opmerkingen en wijst hij andermaal op de noodzaak van een snelle omzetting.
Nadien volgt dan de artikelsgewijze bespreking. Er werden niet minder dan 145 amendementen ingediend. Uiteindelijk heeft de commissie voor het Bedrijfsleven 10 vergaderingen aan de bespreking van het wetsontwerp besteed. Over het geheel van de tekst is tijdens de laatste vergadering van 17 februari 2005 gestemd. Het gewijzigde wetsontwerp is met 9 stemmen voor, 4 tegen en 3 onthoudingen aangenomen.
Translated text
This Directive aims to transpose into Community law the content of two conventions of the World Organization for Intellectual Property, namely one on copyright and one on performances and phonograms. These two conventions aim to protect copyright and certain related rights in the digital world. This Directive had, in principle, to be transposed into Belgian law no later than 22 December 2002. During the previous legislature, the discussions took place in the Senate, but the directive was not transposed in a timely manner, with the result that the entire legislative process had to be transferred.
On 5 March 2004, the Council of Ministers approved the preliminary draft law and it was also decided to submit the draft law to the Chamber. This draft mainly builds on the content of the compromise that was already welcomed in the discussions of the draft during the previous legislature in the Senate. In terms of content, the draft law is a mere transposition of the directive. Although the Minister is aware of the fact that a number of points of the Act of 30 June 1994 may be challenged, an immediate transposition is still being sought. After all, the Belgian State had recently been sued by the European Commission before the European Court of Justice.
The amendments to Belgian law resulting from this Directive relate to the right of reproduction, the right of communication to the public and the right of distribution. It also provides for a number of exceptions to the right of reproduction and to the right of communication to the public. In addition to the mandatory exception for temporary reproduction acts, the Directive also includes a whole range of optional exceptions. Their
Given the complexity of the draft and the different implications of the transposition, the committee decided to organise hearings. These seizures took place on June 22, 2004. Around twenty associations and individuals were heard. Giving them a list would lead me too far here. However, these associations and individuals can be divided into a number of categories, namely, copyright associations and management companies, as well as consumer organisations and employers, the telecommunications, cable and internet sectors, as well as specialized lawyers and professors and also the cultural sector. Following the hearings, the authors of the added proposals will speak. Mr. Monfils gives an overview of the history of the bill, as well as of his bill, which was the basis of the discussions in the Senate during the previous legislature. According to him, the delay in the conversion is largely due to the transfer of competence on the subject of copyright from the Minister of Justice to the Minister of Economy. Subsequently, the applicant shall provide an explanation of the strengths of his proposal.
Also colleague Van der Auwera explains its proposal. Like the previously added bill, this is a re-acceptance of a proposal from the previous legislature. She describes the proposal of colleague Monfils as minimalist and wants to continue with her bill. In this way, certain exceptions are listed and the Directive is understood more broadly.
At the general discussion, the current Minister of Economy emphasized the need for a rapid transformation. He also acknowledges that the copyright law contains a number of gaps, but given the time pressure, it is not the right time to revise the law. However, the Minister agrees to review the law at a later date and to revise it if necessary.
As regards Mr Monfils’ bill, the Minister notes that that proposal does not cover a number of matters, although those matters must be mandatory in accordance with the directive.
Regarding Mrs Van der Auwera’s bill, the Minister notes that although it is more comprehensive, it is still insufficient.
According to colleague Déom, the bill provides for more than a mere transposition, and it provides for this with a number of examples. Collega Van der Auwera regrets that the Minister does not wish to continue the so-called three-step test drawn up in her proposal. Collega Lano notes that this is a very difficult balance exercise and he disagrees with Mr Monfils’s comment as the delay would be due to the transfer of competence of the matter. According to him, this is a shared responsibility. Collega Nagy argues that the economic aspects of copyright are taken too much into account and the cultural interests are taken too little into account. Collega Monfils emphasizes that his bill is the result of a compromise with the various sectors, and for this purpose he overlooks the amendments he submitted. Collega Wathelet points out the political choices made in the bill. These political choices must be subject to a thorough political debate, which is better to take place at a later time.
In his replica, the Minister responds to the various comments and again points out the need for a rapid transposition.
Then follows the article discussion. Not less than 145 amendments were submitted. Finally, the Business Committee spent 10 meetings to discuss the draft law. The text as a whole was voted at the last meeting of 17 February 2005. The amended bill was adopted with 9 votes for, 4 against and 3 abstentions.
#4
Official text
Mijnheer Hove, ik dank u voor uw verslag.
Mevrouw Van der Auwera, u hebt het woord in de algemene bespreking. Daarna zal ik nog een Nederlandstalige spreker kiezen en dan de heer Wathelet.
Translated text
Mr Hove, I thank you for your report.
Mr Van der Auwera, you have the word in the general discussion. Then I will choose another Dutch speaker and then Mr. Wathelet.
#5
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, no pasaràn, No pasaràn! Ik sta hier niet om te pochen op mijn gebrekkige kennis van de Spaanse taal, noch wil ik hier een eerbetoon houden aan de communistische strijders ten tijde van de Spaanse burgeroorlog. Wat wil ik wel verwoorden? Ik kijk nu uitdrukkelijk naar de banken van sp.a-spirit. Ik wil de woorden hernemen van een aantal Vlaamse socialistische strijders, maar daar onmiddellijk aan toevoegen dat zij hun strijd helaas verloren hebben. Want: wel pasaràn! Ingevolge wat vandaag op tafel ligt, de aanpassing van de auteurswet, kan er een taks op computers worden ingevoerd, een idee dat in de pers aanvankelijk door sp.a en door spirit werd afgeknald en dat ook vanuit VLD-hoek op weinig steun kon rekenen maar dat het uiteindelijk toch heeft gehaald. Mijnheer T'Sijen, ik wilde u net vermelden. Het idee kon wel rekenen op de steun van de eigen kartelpartner van sp.a, met name van u, die toen voor een keer in die commissie aanwezig was.
De besprekingen in de commissie voor het Bedrijfsleven waren een paars rondedansje van jewelste. Wij herinneren ons allemaal hoe wij meer dan een half jaar geleden begonnen zijn. De eerste rondjes werden toen gewalst. Helaas was er echter van walsen niet veel sprake omdat de meerderheid meestal niet kwam opdagen. De oppositie daarentegen was iedere keer aanwezig. Uiteindelijk zijn de deelnemers, meer bepaald de deelnemers van de meerderheid, zo dol gedraaid dat zij bont en blauw uitsloegen, op de grond terechtkwamen en besloten hun wals te staken om zich aan een slow te wagen.
Voorzichtig is er uiteindelijk een compromistekst uit de bus gekomen, met tal van onduidelijke omschrijvingen. Wij herinneren ons de discussies die in de commissie werden gevoerd over het begrip "kennelijk", over het begrip "aanzienlijk". Er wordt massaal ruimte gelaten voor interpretatie. U weet dat wij ervoor gestreden hebben dat de driestappentoets zou worden ingevoerd in dat ontwerp. U wilde daarvan enerzijds niet weten hoewel u anderzijds toch in een aantal artikelen nadrukkelijk naar die driestappentoets verwees, terwijl naar een aantal andere uitzonderingen niet werd verwezen.
Bovendien worden er principes ingevoerd die echter onmiddellijk weer worden afgezwakt. Maar daar zal ik het straks over hebben.
Wat mij het meeste gefrappeerd heeft in de hele situatie is de verdeeldheid binnen de meerderheid die er zeer duidelijk was, niet alleen volgens ons, christen-democraten, maar volgens iedereen op het veld die er bij betrokken was. Rap, rap, werd er aanvankelijk in de kamertjes van de minister een wetsontwerp voorbereid waarin niemand van op het werkveld gekend is. Uiteindelijk kwam er een tekst op tafel. Die werd geagendeerd. Wij hebben er toen voor gestreden dat er hoorzittingen zouden worden gehouden. Wat hebben wij gemerkt bij het beluisteren van de mensen die gehoord werden? Dat zij zich gewoonweg belachelijk gemaakt voelden. Er werd totaal geen rekening gehouden met hun opmerkingen. Alles moest op een sukkeldrafje afgehandeld worden. Maar uiteindelijk heeft dat geleid tot een veroordeling door het Europees Hof van Justitie wegens de laattijdige omzetting van de Europese richtlijn. Die veroordeling hing als een zwaard van Damocles boven uw hoofd.
In die periode van meer dan een half jaar, waren wij vanuit de oppositie zeer constructief. Ik zie minister Verwilghen zoals ik hem meermaals in de commissie heb bezig gezien, een beetje geërgerd neen knikken. Dat is natuurlijk altijd het probleem: als er binnen de meerderheid problemen zijn, gaat men al vlug schieten op de oppositie. Nu, het is wel onze oppositie, de christen-democratische oppositie, die steeds opbouwend tewerk is gegaan en die bij iedere commissievergadering aanwezig was en die zelfs door uw kabinet — ik zie die mensen op de tribune zitten — zijn geraadpleegd. Uiteindelijk, mijnheer de minister, mijnheer de voorzitter, collega's, stellen wij vast dat een aantal belangrijke amendementen van onze christen-democratische partij werden overgenomen in het ontwerp. Wij kunnen daar alleen maar gelukkig om zijn. Ik noem er een aantal want zij zouden anders verloren gaan in het debat. Er wordt te gemakkelijk voorbijgegaan aan het feit dat de meerderheid voor een stuk werd geholpen door de CD&V.
Op dit ogenblik kunnen volledige werken niet meer worden gekopieerd, maar enkel artikelen of korte fragmenten. In het kader van het onderwijs of wetenschappelijk onderzoek kan ook bladmuziek worden gekopieerd wat ook niet bepaald was in het ontwerp. Er wordt bepaald dat korte aanhalingen mogelijk zijn en worden uitgebreid naar het citaatrecht. Ik denk aan de netwerkbeheerders. Het was bovendien gênant dat er aanvankelijk in het ontwerp niet was gedacht aan maatschappelijke instellingen die geen commercieel oogmerk hebben, zoals ziekenhuizen, gevangenissen of instellingen voor jeugd of gehandicaptenzorg. Zij kunnen nu ook uitzendingen reproduceren en dat is voor de CD&V zeer belangrijk. Ook onderwijsinstellingen en wetenschappelijke onderzoekers kunnen niet alleen beschermde werken kopiëren, maar ze ook meedelen via interne transmissienetwerken.
Wij waren wel niet zo gelukkig — ik weet dat u daarmee moeite heeft want u bent op zowat 80% van onze amendementen ingegaan, 1% meer was misschien iets te veel geweest — met het feit dat uit de tekst van het ontwerp nog steeds niet duidelijk blijkt of een universiteit auteursrechtelijk beschermd materiaal kan reproduceren voor de studenten, bijvoorbeeld via PowerPoint-presentaties en andere technieken die op dit ogenblik van toepassing zijn.
Ik zal mijn uiteenzetting verder concentreren op de heffing op pc's, die mogelijk wordt gemaakt met dit ontwerp, alsook op het kopiëren van CD's voor eigen gebruik. De heffing op computers is een zeer goed voorbeeld van de oplossing à la belge die de meerderheidspartijen uit hun hoed hebben getoverd. Aanvankelijk werden computers volledig vrijgesteld en zou de Koning bepalen wat al dan niet een computer is. We weten allemaal dat we in een technologisch snel evoluerende wereld leven en dat iPod's, bepaalde gsm's en tv's te kwalificeren zijn als computer. Thans worden in het ontwerp computers of gelijkaardige apparaten niet expliciet vrijgesteld van een heffing en worden ze er ook niet expliciet aan onderworpen. In het ontwerp staat immers dat er een taks kan worden geheven op pc's wanneer de minister hiertoe beslist, na overleg in de Ministerraad.
Wij hebben in de commissie eens hard kunnen lachen. Ik had 's morgens voorzitter Stevaert van de sp.a zich via de radio manifest tegen een heffing op computers horen verklaren. Toen ik mij omdraaide om te kijken naar de banken van de sp.a zag ik dat zij inderdaad tegen de heffing op pc's stemden. Gelukkig heeft de heer T'Sijen toen de meerderheid gered, zoals gewoonlijk. Precies daarvoor dient een kartelpartner; ten opzichte van de pers kunnen jullie doen alsof jullie voor de kleine man zijn of voor het gratis gebruik van internet; maar als puntje bij paaltje komt, trekken jullie de staart in.
Het meest frappante aan heel die situatie is dat wij de voorbije dagen artikelen in de pers zien verschijnen waarin de sp.a uitdrukkelijk verkondigt dat de taks op de pc's wel moet kunnen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, no pasaràn, no pasaràn! I am not here to blame my lack of knowledge of the Spanish language, nor do I wish to pay tribute to the communist fighters during the Spanish Civil War. What do I want to say? I now look explicitly at the banks of sp.a-spirit. I would like to recall the words of some Flemish socialist fighters, but immediately add that they have unfortunately lost their struggle. Yes, it is passing! As a result of what is on the table today, the adjustment of the copyright law, a tax on computers can be introduced, an idea that was initially dismissed in the press by sp.a and by spirit and that could also count on little support from the VLD angle but that it ultimately did. Mr. T'Sijen, I just wanted to mention you. The idea could count on the support of sp.a’s own cartel partner, especially you, who was present in that committee for the first time.
The discussions in the business committee were a violet round dance of jewelste. We all remember how we started more than half a year ago. The first rounds were then rolled. Unfortunately, however, there was not much talk about walks because the majority usually did not appear. The opposition was present every time. Eventually the participants, more specifically the participants of the majority, were so lovingly twisted that they swept out fur and blue, landed on the ground and decided to strike their whales to dare a slow.
Carefully, a compromise text finally came out of the bus, with numerous unclear descriptions. We recall the discussions held in the committee on the concept of "significant", on the concept of "significant". There is a lot of room for interpretation. You know that we fought for the three-step test to be introduced in that design. You did not want to know this, on the one hand, although, on the other hand, in a number of articles you referred strongly to that three-step test, while a number of other exceptions were not referred to.
In addition, principles are introduced which, however, are immediately weakened. But I will talk about that later.
What has struck me the most in the whole situation is the division within the majority that was very clear, not only according to us, Christian Democrats, but according to everyone in the field involved. Rap, rap, a draft law was initially prepared in the chambers of the minister in which no one in the field of work is known. Eventually, there was a text on the table. It was scheduled. At that time, we fought for hearing. What have we noticed when listening to the people who were heard? They just felt ridiculed. Their comments were not taken into account at all. Everything had to be dealt with on a shit. But ultimately this has led to a judgment by the European Court of Justice for late transposition of the European Directive. That condemnation hanged like a Damocles sword over your head.
During that period of more than half a year, we were very constructive from the opposition. I see Minister Verwilghen, as I have seen him dealing with him several times in the committee, a little upset no knocking. That is, of course, always the problem: if there are problems within the majority, one will quickly shoot the opposition. Now, it is our opposition, the Christian-Democratic opposition, which has always been working constructively and who was present at every committee meeting and who have even been consulted by your cabinet — I see those people sitting on the tribune. Finally, Mr. Minister, Mr. President, colleagues, we note that a number of important amendments of our Christian Democratic Party were incorporated into the draft. We can only be happy about it. I will name some of them because otherwise they would be lost in the debate. It is too easy to ignore the fact that the majority was helped by the CD&V.
At this moment, complete works can no longer be copied, but only articles or short fragments. In the context of teaching or scientific research, sheet music can also be copied which was not specified in the design. It provides that short quotes are possible and are extended to the right of citation. I think of the network administrators. It was also embarrassing that the draft initially did not include civil society institutions that do not have a commercial purpose, such as hospitals, prisons or youth or disabled care institutions. They can now also reproduce broadcasts and that is very important for the CD&V. Educational institutions and scientific researchers can not only copy protected works, but also communicate them through internal transmission networks. Their
We were not so happy — I know you are struggling with this because you agreed to about 80% of our amendments, 1% more might have been a little too much — with the fact that the text of the draft still does not clearly show whether a university can reproduce copyright-protected material for students, for example through PowerPoint presentations and other techniques currently applicable.
I will further focus my presentation on the tax on PCs, which is made possible with this design, as well as on copying CDs for personal use. The tax on computers is a very good example of the solution à la belge that has enchanted the majority parties out of their hat. Initially, computers were completely exempted and the King would determine what is or is not a computer. We all know that we live in a technologically rapidly evolving world and that iPods, certain GSMs and TVs can qualify as computers. Currently, the design of computers or similar devices does not explicitly exempt from taxation, nor is it explicitly subject to it. In fact, the draft states that a tax can be levied on PCs when the Minister decides to do so, after consultation in the Council of Ministers.
We laughed loudly in the committee. I had heard this morning Chairman Stevaert van de sp.a declared himself through the radio manifesto against a tax on computers. When I turned around to look at the banks of the Sp.A. I saw that they were indeed voting against the PC tax. Fortunately, Mr. T'Sijen saved the majority, as usual. This is precisely the purpose of a cartel partner; in relation to the press, you can act as if you are for the little man or for the free use of the internet; but when it comes point by point, you pull the tail in.
The most striking thing about the whole situation is that in recent days we have seen articles appear in the press in which the sp.a explicitly announces that the tax on the PCs should be able.
#6
Official text
Ik vraag een citaat uit de pers waarnaar mevrouw Van der Auwera verwijst en waaruit blijkt dat wij opeens voor de pc-taks zouden zijn?
Translated text
I ask a quote from the press to which Mrs. Van der Auwera refers and from which it shows that we would suddenly be in front of the PC task?
#7
Official text
Ik verwijs naar een artikel dat vandaag in De Standaard is verschenen. Ik verwijs naar wat gisteren in de kranten is verschenen. U staat dus vanaf nu uitdrukkelijk achter het ontwerp zoals het werd opgesteld. Ik vraag mij af wat de achterliggende reden is waarom u nu voor dit ontwerp bent. Mevrouw De Meyer, u kunt zich hierover straks uitspreken bij de stemming. Dan kunt u duidelijk aan de buitenwereld laten zien of u inderdaad tegen de taks op pc's bent. Ik daag u uit, mevrouw De Meyer. Het is heel gemakkelijk. Ik heb u in geen enkele commissievergadering horen tussenkomen. Ik heb u in geen enkele vergadering iets zinnigs terzake horen zeggen. Ik heb u alleen tegen zien stemmen. De heer T'Sijen heeft de meerderheid dan gered. Ik hoor u nu ook een losse flodder schieten. U kunt straks uw ware gedaante laten zien. Ik ben zeer benieuwd, want wij hebben ook een amendement in die zin ingediend.
Mensen gebruiken computers in de eerste plaats niet om te kopiëren. Wij zijn absoluut voorstander van het feit dat een auteur de nodige waardering en verloning voor zijn creatie verdient, zij het in de vorm van auteursrechten of een andere vergoeding. Wij veroordelen ook het illegaal verspreiden van auteursrechtelijk beschermde werken. Door een heffing op computers in te voeren, wordt de bonafide consument echter mee gestraft, ook al heeft hij geen enkele illegale daad verricht. De personen die hun computer gebruiken om documenten te schrijven, te bewerken, uit te wissen, moeten dus voor een pc-taks opdraaien, voor degenen die illegaal downloaden. Dat is voor ons als christen-democraten een brug te ver.
Deze regeling zal bovendien ook een pervers effect hebben in die zin dat nog meer mensen illegaal zullen downloaden omdat ze auteursrechten hebben betaald op de pc die ze hebben gekocht. Door het invoeren van de pc-taks beschouwt de Belgische overheid ook iedere burger, onderneming, school, overheidsinstelling die een computer bezit als een principiële wetsovertreder. Van een vertrouwensbreuk tussen de burger en de overheid gesproken! Het bezit van een computer is ook onontbeerlijk om toegang te hebben tot de hedendaagse informatiemaatschappij waar digitalisering zowel op economisch, sociaal als op educatief vlak centraal staat. Deze toegang tot de informatietechnologie is niet goedkoop. Door computers te onderwerpen aan een heffing worden nog meer mensen uitgesloten. Het zijn dus vooral de minder gegoeden die opnieuw als eersten uit de boot zullen vallen. Is het dan niet hilarisch om te weten dat in de vorige legislatuur een aantal VLD'ers een wetsvoorstel hebben ingediend om ervoor te zorgen dat iedereen, ook de minst gegoeden, toegang heeft tot internet. Dat wij vandaag tot dit wetsontwerp moeten komen, vind ik zielig. Die pcheffing gaat immers leiden tot een prijsverhoging van 40 euro per computer.
Dat is niet alleen nadelig voor de gebruikers, maar plaatst ons ook in een concurrentieel nadelige positie ten opzichte van onze buurlanden waar geen heffing geldt. We mogen ons verwachten aan een koopvlucht naar die landen.
De heffing zou niet alleen gelden voor computers, maar ook voor gelijkaardige categorieën, zodat we ons ook aan een heffing voor tv's, gsm's, en afgeleide mogen verwachten.
Mijnheer de minister, het is allemaal vrij onduidelijk. Eerst stelt u dat computers vrij van taksen zullen zijn. Daarna verklaart u dat een taks wel kan geheven worden. Het zal in de Ministerraad worden beslist. Het is een belangrijk debat, ook voor onze bedrijven. De invoering van een computerheffing staat haaks op de koers die de regering vandaag voert inzake de lastenverlaging voor bedrijven. De computertaks is niet te verzoenen met het streven naar administratieve vereenvoudiging via e-government. Het is onbegrijpelijk dat over een dermate belangrijk onderwerp thans geen beslissingen kunnen worden genomen, maar alles opnieuw naar de regering wordt verschoven. Daarmee wordt alweer de kern van het verhaal duidelijk: de rol van het Parlement wordt fameus uitgehold, zoals ik het voorbije anderhalf jaar heb meegemaakt.
Het wetsontwerp geeft de Koning de mogelijkheid bepaalde groepen, bijvoorbeeld kansarmen, een terugvordering of vrijstelling van de heffing te verlenen, weliswaar na advies van de commissie van de betrokkenen. Die groepen moeten wel eerst de taks betalen om ze vervolgens terug te vorderen en misschien slechts gedeeltelijk terug te krijgen. Dat is kafkaiaans! Neem de ondergrondse parking maar eens, mijnheer Lano. Binnenkort kan er een blauw bord bij gehangen worden. Een idee van de heer Van Quickenborme! Het trekt op niets!
Mijnheer de minister, collega's, de verkoop van pc's en aanverwante te belasten wegens een misbruik van een paar enkelingen is niet eerlijk. Het is niet verstandig mensen die de stap naar de informatiemaatschappij willen zetten, af te remmen.
CD&V zal een amendement indienen om de heffing uit te sluiten. Mevrouw De Meyer, ik ben zeer benieuwd naar uw stemgedrag terzake.
De heer Hove heeft in de commissie voor het Bedrijfsleven vol verontwaardiging verklaard dat de VLD niet te spreken was over het stemgedrag van de sp.a-leden, die tegenstemden. Collega's van de sp.a, mijnheer Hove, vermits het een compromistekst is die de steun van de sp.a-ministers heeft en de VLD principieel tegen een dergelijke heffing is, hebt u vandaag nog een laatste kans. Indien u écht tegen een pc-heffing bent, kunt u niet anders dan ons amendement goedkeuren. Wij zullen zien of hetgeen u in de pers over de daken schreeuwt, u ook menens is. De christen-democraten bieden u de kans. Grijp ze!
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik kom tot het kopiëren van cd's voor eigen gebruik. Het wetsontwerp geeft fabrikanten de toelating alle mogelijke technische belemmeringen in te bouwen om kopiëren onmogelijk te maken. Dat betekent dat consumenten geen kopie meer kunnen maken voor persoonlijk gebruik. Ook op dat punt is het ontwerp duidelijk een paars compromis. sp-a wilde het recht op kopiëren voor eigen gebruik verankerd zien in de wettekst, terecht, zou ik zeggen. De VLD kantte zich tegen dat voorstel. Het gevolg is: er komt geen recht op privé-kopie maar bij koninklijk besluit, alweer via de regering, kan er nog worden vastgelegd dat fabrikanten geen beperkingen waardoor het kopiëren voor eigen gebruik onmogelijk wordt, mogen inbouwen.
Laat mij duidelijk zijn, collega's van de sp.a, u hebt zich kennelijk, manifest en aanzienlijk — termen waarover we meermaals hebben gediscussieerd in die commissie — laten rollen. Het recht op kopiëren voor privé-gebruik is een recht dat altijd al erkend is geweest, zowel door de rechtspraak, door de meerderheid van de rechtsleer, door internationale verdragen als door de Europese richtlijn die thans wordt omgezet. Elke persoon die eigenaar is van een origineel werk dat hij uiteraard op een legale wijze verkregen heeft, heeft het recht om er één of meerdere kopieën van te maken voor zijn persoonlijk gebruik.
Sinds de komst van het internet en de nieuwe digitale technologie zou die situatie veranderd zijn. Het is nochtans niet de reproductietechniek die van belang is maar wel de bestemming van de reproductie. Wanneer een kopie, ongeacht de gebruikte reproductietechniek, strikt voor privé-doeleinden dient, moet zij ontsnappen aan het gezag van de auteur. Bij de CD&V is men van oordeel dat het kopiëren van muziek, beelden en data voor eigen gebruik, legaal moet worden en dat de prijs van blanco geluids-, beeld- en datadragers moet worden verhoogd om de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de uitvoerders een gepaste compensatie aan te bieden. Wij zien niet in waarom iemand die een cd koopt en hierop dus auteursrechten betaalt, deze niet zou mogen kopiëren om een exemplaar te hebben dat in de wagen kan worden afgespeeld. Bovendien menen wij dat het kopiëren dat niet bestemd is voor privé-gebruik illegaal moet blijven en dat er voldoende controle en sancties moeten worden ingebouwd. Ook in die zin hebben wij een amendement ingediend.
Ik kijk thans even in de richting van de heer Tant, voorzitter van de commissie voor het Bedrijfsleven. Alle leden en in het bijzonder de voorzitter van onze commissie kregen een uitdrukkelijke oproep van de voorzitter van het Vlaamse Parlement waar onze werkzaamheden uiteraard worden gevolgd. Zij hebben ons gevraagd om te voorzien in een uitzondering. Niet zomaar een uitzondering uit de lucht gegrepen, maar een uitzondering waarin ook wordt voorzien in de richtlijn. Het gaat om de reproductie en de mededeling aan het publiek van een parlementaire procedure. Het goede verloop van een parlementaire procedure of de berichtgeving daarover moet worden gewaarborgd. Daarbij mag uiteraard geen afbreuk worden gedaan aan de normale exploitatie van de werken en mogen de wettige belangen van de rechthebbende niet worden geschaad. Die brief is bij ons beland en wij hebben advies gevraagd aan alle juridische diensten van alle verschillende assemblees die de vraag van voorzitter De Batselier ondersteunden. Het was het eerste ontwerp dat ik het genoegen had met minister Verwilghen te bespreken. Als de verschillende juridische diensten van al de assemblees in het kader van het parlementaire werk vragen dat hier in een uitzondering wordt voorzien en als dat verzoek mee wordt gesteund door de bepalingen van de richtlijn — waarin trouwens uitdrukkelijk in die uitzondering wordt voorzien — dan heb ik als juriste nog als persoon de pretentie om ervan uit te gaan dat wij boven dit alles moeten staan en moeten zeggen dat wij nog wel zullen zien of het niet via een andere weg kan worden opgelost. Het enige wat wij vragen, mijnheer de minister, is een duidelijke wetgeving. Aangezien in die uitzondering is voorzien in de richtlijn, was het een kleine moeite geweest om die ook op te nemen. De meerderheid in de commissie stemde tegen. Het was zelfs voorzitter De Croo die de vraag van de heer De Batselier uitdrukkelijk mee heeft ondersteund.
Translated text
I refer to an article that appeared today in The Standard. I refer to what appeared in the newspapers yesterday. So from now on, you explicitly support the design as it was drawn up. I wonder what the underlying reason is why you are now for this design. Mr De Meyer, you can comment on this later in the voting. Then you can clearly show the outside world if you are indeed against the tax on PCs. I challenge you, Mrs. De Meyer. It is very easy. I have not heard you intervene in any committee meeting. I have not heard you say anything meaningful about this at any meeting. I have only seen you vote against. Mr. T'Sijen saved the majority. I hear you shooting a loose river. You can later show your true appearance. I am very interested, because we have also submitted an amendment in that regard.
People do not use computers in the first place to copy. We strongly support the fact that an author deserves the necessary appreciation and reward for his creation, whether in the form of copyright or any other remuneration. We also condemn the illegal distribution of copyright-protected works. However, by introducing a tax on computers, the bonafide consumer is punished, even if he has not committed any illegal act. Thus, those who use their computers to write, edit, delete documents must run for a PC task, for those who illegally download. This is a bridge too far for us as Christian Democrats.
This scheme will also have a perverse effect in the sense that even more people will illegally download because they have paid copyright on the PC they bought. By introducing the PC tax, the Belgian government also considers every citizen, business, school, government institution that owns a computer as a principle law breaker. A breach of confidence between the public and the government! Ownership of a computer is also essential in order to have access to today’s information society, where digitalization is central both economically, socially and educatively. This access to information technology is not cheap. By subjecting computers to a tax, even more people are excluded. Thus, it is especially the less goods who will again fall out of the boat first. Is it not hilarious to know that in the previous legislature a number of VLDs have submitted a bill to ensure that everyone, even the least wealthy, has access to the internet. That we have to come to this bill today, I find it regrettable. This will result in a price increase of 40 euros per computer.
This is not only detrimental to users, but also puts us in a competitive disadvantage compared to our neighboring countries where no tax applies. We can expect a purchase flight to those countries.
The tax would not only apply to computers, but also to similar categories, so we can also expect a tax for TVs, GSMs, and derivatives.
Mr. Minister, it is all pretty unclear. First, you assume that computers will be tax-free. Then you declare that a tax may be levied. It will be decided in the Council of Ministers. This is an important debate, also for our companies. The introduction of a computer tax is contrary to the course the government is taking today in terms of reducing the burden on companies. The computing tax is incompatible with the pursuit of administrative simplification through e-government. It is incomprehensible that on such an important issue no decisions can be made at this time, but everything is again shifted to the government. This again makes the core of the story clear: the role of the Parliament is being famously exhausted, as I have experienced in the last one and a half years.
The draft law gives the King the possibility to grant certain groups, for example disadvantaged, a recovery or exemption from the tax, although after the advice of the committee of the parties concerned. Those groups must first pay the tax and then recover it and ⁇ only partially recover it. That is Kafka! Take the underground parking, Mr. Lano. In the near future, a blue sign can be hanged. An idea from Mr. Van Quickenborme! It attracts nothing!
Mr. Minister, colleagues, taxing the sale of PCs and related due to the abuse of a few individuals is not fair. It is not wise to discourage people who want to take the step towards the information society.
CD&V will submit an amendment to exclude the tax. Mrs. De Meyer, I am very interested in your voting behavior on this subject.
Mr. Hove declared with indignation in the committee for business that the VLD was unable to speak about the voting behavior of the sp.a. members who voted against. Colleagues of the sp.a, Mr. Hove, since it is a compromise text that has the support of the sp.a ministers and the VLD is in principle against such a tax, today you have a last chance. If you really oppose a PC tax, you can only approve our amendment. We will see if what you scream over the roofs in the press, you too are men. The Christian Democrats give you a chance. Take them!
Mr. Speaker, colleagues, I come to copying CDs for personal use. The bill allows manufacturers to install all possible technical barriers to make copying impossible. This means that consumers can no longer make copies for personal use. Also on this point, the draft is clearly a pairing compromise. SP-A wanted to see the right to copy for own use anchored in the legislation, rightly, I would say. The VLD opposed this proposal. The result is: there is no right to private copy but by royal decree, again through the government, there can still be stipulated that manufacturers may not incorporate restrictions that make copying for own use impossible.
Let me be clear, colleagues of the sp.a, you have made yourself apparently, manifestly and significantly — terms that we have discussed several times in that committee — roll. The right to copy for private use is a right that has always been recognised, both by jurisprudence, by the majority of legal doctrine, by international treaties and by the European directive currently being transposed. Any person who is the owner of an original work which he has naturally obtained legally has the right to make one or more copies of it for his personal use. Their
Since the advent of the Internet and the new digital technology, this situation would have changed. However, it is not the reproduction technique that matters but the destination of reproduction. Where a copy, regardless of the reproduction technique used, serves strictly private purposes, it must escape the author's authority. The CD&V is of the opinion that the copying of music, images and data for personal use should be legalized and that the price of blanco sound, image and data carriers should be increased in order to provide the authors, performers and performers with an adequate compensation. We do not understand why someone who buys a CD and thus pays copyright on it should not copy it in order to have a copy that can be played in the car. Furthermore, we believe that copying that is not intended for private use should remain illegal and that adequate controls and sanctions should be incorporated. We have also submitted an amendment.
I now look at Mr. Tant, Chairman of the Committee on Business. All members and in particular the chairman of our committee received an express call from the chairman of the Flemish Parliament where our work is naturally followed. They asked us to provide an exception. Not just an exception taken from the air, but an exception which is also provided for in the Directive. It is the reproduction and communication to the public of a parliamentary procedure. The smooth running of a parliamentary procedure or the reporting thereof should be ensured. This, of course, should not prejudice the normal exploitation of the works and should not harm the legitimate interests of the rightholder. That letter has reached us and we have sought advice from all the legal services of all the different assemblies that supported the question of Chairman De Batselier. It was the first draft that I had the pleasure of discussing with Minister Verwilghen. If the various legal services of all the assemblies, in the context of parliamentary work, ask for an exception here and if that request is supported by the provisions of the directive — which, by the way, expressly provides for that exception — then I, as a lawyer, as a person, still have the pretense to assume that we must be above all this and must say that we will still see whether it cannot be resolved by other means. All we ask, Mr. Minister, is clear legislation. Since that exception is provided for in the Directive, it would have been a little difficult to include it. The majority in the committee voted against. It was even Chairman De Croo who expressly supported Mr De Batselier’s question.
#8
Official text
Ik zal straks, naar aanleiding van het antwoord dat ik zal geven, terugkomen op het verzoek van voorzitter De Batselier, maar ik vraag aan mevrouw Van der Auwera of zij mij één casus kan geven, of één betwisting tussen een parlement in dit land en een auteursrechtenvereniging met betrekking tot dat voorwerp. Ik zal u helpen, het antwoord is neen. Ik zal u ook zeggen waarom: omdat de wettekst duidelijk genoeg is. Ik zal het straks ook herhalen. Wat gevraagd werd door de heer De Batselier, is uitsluitsel en zekerheid om alle voorbereidende werkzaamheden en het studiewerk dat gedaan wordt om een dossier te prepareren voor kamerleden, in welke assemblee dan ook, onder bescherming te laten vallen. Ze vallen onder bescherming. Lees artikel acht.
Translated text
I will later return to the request of Chairman De Batselier following the answer I will give, but I ask Mrs. Van der Auwera if she can give me one case, or one dispute between a parliament in this country and a copyright association concerning that object. I will help you, the answer is no. I will also tell you why: because the legislation is clear enough. I will repeat it later. What was requested by Mr. De Batselier, is exclusion and certainty to protect all preparatory work and the study work done to prepare a dossier for members of the Chamber, in any assembly. They fall under protection. Read Article 8.
#9
Official text
U bent dus als minister zo bekrompen dat u gewoon zegt dat het probleem zich vandaag niet voordoet, maar dat het zich kan voordoen. Het is uitdrukkelijk opgenomen...
Translated text
So you, as a minister, are so shrunk that you simply say that the problem does not occur today, but that it can occur. It is explicitly recorded...
#10
Official text
Noem mij een betwisting sedert 1994 tot nu. Wij zijn ondertussen 13 jaar verder.
Translated text
Call me a controversy from 1994 until now. We are now 13 years ahead.
#11
Official text
Dat het is opgenomen in de richtlijn, dat het wordt gesteund in alle assemblees en dat het is nageplozen door alle juridische diensten, zegt voor mij genoeg. U zegt dat er op dit ogenblik nog geen probleem is geweest. Ik dacht dat wij als taak hadden duidelijke wetgeving te creëren. U zegt nu: wij zullen wel zien, het is nog niet voorgekomen, wij gaan punt A aan punt B breien en dan misschien eens kijken naar paragraaf X, wij zullen nog eens naar de richtlijn kijken en misschien zullen de rechtbanken ook nog hun werk doen.
Mijnheer Lano, u weet dat ik een zeer gedreven persoon ben, ik maak dus ook af en toe wat gebaren.
Ik had gehoopt dat hieruit duidelijke wetgeving zou voortvloeien. Dat is duidelijk niet het geval. U rekent op interpretaties. Met een aantal bepalingen kunnen wij ons niet verzoenen. Een aantal knopen is niet doorgehakt. Wij spelen hier met vage bewoordingen. Wij kunnen het ontwerp dan ook niet steunen. Ik denk dat het echt een grote, gemiste kans is. Mijnheer de minister, wij hebben het nu wel over de auteursrechten. Ik heb vandaag het persbericht van de heer T'Sijen gelezen.
Translated text
That it is included in the directive, that it is supported in all assemblies and that it is re-exploded by all legal services, says enough for me. You say there has been no problem at the moment. I thought it was our job to create clear legislation. You say now: we will see, it has not yet occurred, we will break point A to point B and then maybe look at paragraph X, we will look again at the directive and maybe the courts will also do their job.
Mr. Lano, you know that I am a very driven person, so I also occasionally make some gestures.
I had hoped that this would result in clear legislation. This is clearly not the case. You are counting on interpretations. We cannot reconcile ourselves with certain provisions. Some buttons have not been cut through. We play with vague words. We cannot support the draft. I think it is really a big, missed opportunity. Now we are talking about copyright. I read today the press release of Mr. T'Sijen.
#12
Official text
Mevrouw Van der Auwera, mag de heer Tant u onderbreken voor u besluit?
Translated text
Mrs. Van der Auwera, can Mr. Tante interrupt you before you decide?
#13
Official text
Dat is zo'n sympathieke mens. Hij mag mij altijd onderbreken.
Translated text
That is such a sympathetic man. He can always interrupt me.
#14
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wou de kans grijpen om de minister van antwoord te dienen na zijn interventie. Ik heb toen het woord gevraagd en ik krijg het nu. Dat is niet mijn verantwoordelijkheid, maar die van de voorzitter.
Het verwondert mij dat de voorzitter in dezen erbij zit, kijkt en zwijgt. U, mijnheer de voorzitter, was mee betrokken in de bespreking waaraan de zeven parlementsvoorzitters die ons land rijk is, hebben deelgenomen en waarin men gezamenlijk tot de conclusie kwam — spreek mij tegen zo het niet juist zou zijn — dat in de tekst, zoals hij voorligt, een amendement op zijn plaats was. Het verwondert mij dat u dat nu allemaal aan u laat voorbijgaan en dat u het aan de oppositie laat om ervoor te zorgen dat ten minste dat punt nog even onder de aandacht wordt gebracht.
Mijnheer de minister, ik begrijp niet waarom u obstinaat weigert. Er is niet alleen het feit dat de autoriteit van de diensten van de verschillende parlementen en de voorzitters zelf zich daarover hebben uitgesproken. De minister beroept zich erop dat er geen problemen geweest zijn in het verleden.
U weet heel goed dat de praktijk om informatieve dossiers die moeten toelaten het parlementaire werk gedegen en grondig te doen, voor te bereiden, van heel recente aard is. De aanleiding trouwens waarom de voorzitter van het Vlaams Parlement — niet iemand van mijn partij, mijnheer de voorzitter — heeft aangedrongen om er nog eens over na te denken, is het feit dat het Vlaams Parlement, naar het model van het federale Parlement, bezig is met diensten te installeren wiens taak het is de dossiers die — ik herhaal het — een grondige, parlementaire bespreking mogelijk moeten maken, voor te bereiden en aan de leden te bezorgen, om deze laatsten toe te laten met kennis van zaken hun uiteenzettingen te doen.
Wat verzet zich daartegen, tenzij misschien het feit dat eens te meer het initiatief voor het amendement uitging van de oppositie? Een ander argument zie ik niet.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to take the opportunity to respond to the Minister after his intervention. I asked for the word then and I get it now. This is not my responsibility, but that of the President.
I am surprised that the President is sitting there, watching and silencing. You, Mr. Speaker, were involved in the discussion at which the seven Parliament Presidents of our rich country took part and in which they jointly concluded — speak against me if it wasn’t right — that in the text, as he predicts, an amendment was in place. I am surprised that you now ignore all that and that you leave it to the opposition to ensure that at least that point is brought to the attention for a moment.
Mr. Minister, I do not understand why you refuse to obstinate. There is not only the fact that the authority of the services of the various parliaments and the presidents themselves have spoken about it. The Minister argues that there have been no problems in the past.
You know very well that the practice of preparing informational dossiers that should enable parliamentary work to be done thoroughly and thoroughly is of a very recent nature. By the way, the reason why the Chairman of the Flemish Parliament — not one of my party, Mr. Speaker — has urged to reconsider it is the fact that the Flemish Parliament, following the model of the Federal Parliament, is engaged in the establishment of services whose task is to prepare, prepare, and deliver to the Members the files which — I repeat — should enable a thorough, parliamentary discussion, in order to enable the latter to make their presentations with knowledge of matters.
What opposes it, except ⁇ the fact that once again the initiative for the amendment came from the opposition? I see no other argument.
#15
Official text
De heer De Batselier is toch geen lid van de oppositie? Hij maakt geen deel uit van ons Parlement.
Translated text
Mr. De Batselier is not a member of the opposition. He is not part of our parliament.
#16
Official text
Mijnheer de minister, de heer De Batselier zetelt niet in ons Parlement. Dat was u misschien nog niet opgevallen. Dus kan ik alleen maar — daarmee eindig ik — betreuren dat diverse voorzitters samen zitten, dat wie daarbij betrokken is, zwijgt alsof het hem niet aangaat en dat het aan de oppositie wordt overgelaten, zonder overigens een ernstig antwoord te geven.
Het verleden is het verleden. Wij maken de wet voor de toekomst. Daarom moeten we zorgen dat het Parlement behoorlijk kan werken. Voor mijn part, als het niet kan of niet wenselijk is, ga dan maar door. U zult wel zien dat in de toekomst uiteindelijk toch, met de staart tussen de benen, de initiatieven moeten worden genomen. Het zou de eerste keer niet zijn.
Translated text
Mr. De Batselier does not sit in our Parliament. You might not have noticed this yet. So I can only — I conclude with that — regret that several presidents are sitting together, that those involved are silent as if it does not concern him and that it is left to the opposition, without giving a serious answer.
The past is the past. We make the law for the future. Therefore, we must ensure that Parliament can work properly. For my part, if it can’t or is not desirable, go on. You will see that in the future, eventually, with the tail between the legs, the initiatives must be taken. It would not be the first time.
#17
Official text
Mevrouw Van der Auwera, verontschuldig mij dat ik u onderbroken heb, maar de heer Tant was zo aandringend en ik kan hem begrijpen.
Translated text
Mrs. Van der Auwera, I apologize for interrupting you, but Mr. Tant was so insistent and I can understand him.
#18
Official text
Mijnheer de voorzitter, dat is geen enkel probleem. Hij had als voorzitter van onze commissie de nood aangevoeld om de vraag van de heer De Batselier te laten onderzoeken door de verschillende, juridische diensten van alle assemblees. Het ligt hem na aan het hart. Hem kennende, komt het er, in tegenstelling tot sommige, andere leden, voor hem op aan om degelijke, transparante wetgeving te maken, niet alleen voor vandaag maar ook voor de toekomst.
Samenvattend: ik daag de collega's van sp.a-spirit en VLD uit om vandaag samen met ons het amendement dat wij hebben ingediend, goed te keuren.
Nog het strafste van alles — minister Verwilghen, u zou het graag hebben, maar u bent nog niet van mij af —: Ik lees vandaag — ik ben normaal lid van andere commissies — dat de heer T'Sijen erop rekent dat alles wel zal worden geregeld via de beheersvennootschappen. Mevrouw Pieters, wij weten dat bij de beheersvennootschappen — we hoeven alleen maar aan Uradex te denken — heel wat misloopt. Wij hebben daarover ook heel wat parlementaire vragen gesteld. Wij hebben op dit ogenblik op dat vlak nog geen initiatieven gezien. Wij volgen de beheersvennootschappen dus nauwlettend op. Als de heer T'Sijen van oordeel is dat via deze vennootschappen alles zal worden opgelost, dan vrees ik het ergste.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, onze fractie hecht een heel groot belang aan deze beide punten, zowel aan het kopiëren voor eigen gebruik als aan het amendement dat betrekking heeft op de parlementaire werkzaamheden. Ook hechten wij een heel groot belang aan het derde punt, namelijk de pc-taks. Daarom kunnen wij het wetsontwerp niet steunen. Ik ben heel benieuwd naar het stemgedrag van de andere collega's.
Translated text
Mr. Speaker, that is no problem. As chairman of our committee, he had felt the need to have the question of Mr. De Batselier examined by the various legal services of all assemblies. It lies after him at the heart. Knowing him, it comes to him, unlike some, other members, to make solid, transparent legislation, not only for today but also for the future.
In summary, I challenge the colleagues of sp.a-spirit and VLD to approve today together with us the amendment we have submitted.
Even the most punishable of all — Minister Verwilghen, you would like to have it, but you have not yet finished with me —: I read today — I am normally a member of other committees — that Mr. T'Sijen expects that everything will be arranged through the management companies. Ms. Pieters, we know that in the management companies — we just have to think of Uradex — a lot goes wrong. We also asked a lot of parliamentary questions on this subject. At the moment, we have not seen any initiatives in this area. We are closely monitoring management companies. If Mr. T'Sijen is of the opinion that through these companies everything will be resolved, then I fear the worst.
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, our group attaches very great importance to these two points, both copying for personal use and the amendment relating to parliamentary work. We also attach great importance to the third point, namely the PC-tax. We cannot support the bill. I am very interested in the voting behavior of the other colleagues.
#19
Official text
Monsieur le président, je ne savais pas que le droit d'auteur soulevait quasiment autant de passion que Bruxelles-Hal-Vilvoorde mais, c'est heureux, cela nous change.
J'ai constaté que tout le monde s'arrache la paternité ou les droits d'auteur sur cette disposition légale. J'ai entendu Mme Van der Auwera disant que tous les amendements provenaient de l'opposition. C'est un projet gouvernemental, mais il n'y a jamais que trois ans que ma proposition a été déposée et a été discutée pendant deux ans au Sénat. Mais tout cela ne m'intéresse pas. Ce qui m'intéresse, c'est de savoir ce que nous avons voté, si cette législation est bonne et si elle est acceptable. Je commencerai d'abord par féliciter M. le rapporteur pour son intervention. Ce n'était pas facile car cette matière est d'une complexité sans égale. On l'a vu dans les débats, il fallait vraiment bien connaître la matière pour se débrouiller dans ses arcanes.
Il faut également dire d'où l'on vient. Cette loi ne vient pas de l'extérieur, subitement, parce qu'une directive européenne a décidé qu'il fallait s'occuper du droit d'auteur. Il y avait une loi du 30 juin 1994 qui, incontestablement, était une législation de qualité, maturée pendant de longues années et qui organisait des prélèvements financiers au profit des ayants droit. J'entends maintenant tout le monde pousser des hurlements à propos de quelques pourcents sur quelques ordinateurs. Je rappellerai que depuis dix ans, tous les appareils servant à la reprographie, essentiellement les photocopieurs, sont taxés et que cela n'a pas entraîné une transhumance de Flamands, de Bruxellois ou de Wallons au Luxembourg, en France ou aux Pays-Bas pour acheter des photocopieurs.
A l'époque, tout cela était codifié: reproduction, communication, distribution. Si le monde avait été figé, on n'aurait pas touché à cette loi, seuls des détails auraient été modifiés. Mais on sait que le monde a changé, les technologies de l'information ont bouleversé les pratiques tant industrielles que personnelles et, oserais-je dire, beaucoup passent plus de temps avec leur ordinateur qu'avec leur femme ou leur maîtresse, au singulier ou au pluriel.
Translated text
Mr. Speaker, I didn’t know that copyright raised almost as much passion as Brussels-Hal-Vilvoorde but, thankfully, it changes us.
I’ve found that everyone takes paternity or copyright from this legal provision. I heard Mrs. Van der Auwera saying that all the amendments came from the opposition. It’s a government project, but it’s only been three years since my proposal was submitted and was discussed for two years in the Senate. But all this does not interest me. What interests me is to know what we voted for, whether this legislation is good and whether it is acceptable. First of all, I would like to congratulate Mr. The speaker for his speech. It was not easy because this subject is of an unparalleled complexity. We saw it in the debates, it was really necessary to know the matter well in order to deal with its arcanes.
We also need to know where we come from. This law does not come from the outside, suddenly, because a European directive decided that copyright should be taken care of. There was a law of 30 June 1994 which, undoubtedly, was a quality legislation, matured for many years and which organized financial withdrawals for the benefit of the entitled beneficiaries. I now hear everyone screaming about a few percent on a few computers. I will remind you that for ten years, all reprographic devices, mainly photocopies, are taxed and that this has not resulted in a transhumance of Flemish, Brussels or Wallonians to Luxembourg, France or the Netherlands to buy photocopies.
At the time, everything was coded: reproduction, communication, distribution. If the world had been fixed, this law would not have been touched, only details would have been changed. But it is known that the world has changed, information technologies have disrupted both industrial and personal practices and, I would dare to say, many spend more time with their computer than with their wife or mistress, single or plural.
#20
Official text
Vous parlez de nombreuses redevances. La dernière date, me semble-t-il, du ministre De Clerck et de Reprobel.
Translated text
You are talking about a lot of fees. The last date, I think, of Minister De Clerck and Reprobel.
#21
Official text
Nous y reviendrons.
Translated text
We will return there.
#22
Official text
( ...) Het was niet De Clerck!
Translated text
It was not the Clerk!
#23
Official text
Vous pourrez examiner les études et les chiffres tout à l'heure, mon cher collègue!
Je disais que l'on pouvait copier des livres ou de la musique sur ordinateur. C'est d'ailleurs un problème qui nous a occupés quelque temps. Le piratage des films s'organise.
Translated text
You will be able to look at the studies and figures right now, my dear colleague!
I said that you could copy books or music on a computer. This is a problem that has occupied us for a while. The piracy of the films is organized.
#24
Official text
Je vais le dire aussi parce que cela correspond en partie à ce que j'ai entendu en commission et encore tout à l'heure: il se développe, chez les utilisateurs individuels des techniques de communication, l'idée que tout ce que l'on trouve sur ou grâce à internet doit être gratuit et peut être copié, multiplié sans autorisation et sans compensation financière. Cette revendication de gratuité est évidemment soutenue par des discours sur l'ouverture à l'éducation, à la culture, sans distinction de niveau social ou de moyens financiers.
Chers collègues, cela n'est pas nouveau. Depuis toujours - je le sais, ayant été ministre de la Culture pendant quelques années -, on critique le prix des places au théâtre, à l'opéra ou au cinéma, mais on dépense joyeusement deux à cinq fois plus, sans discuter, pour assister à un match de football, un tournoi de tennis ou à un Grand prix de Formule 1.
Comme le langage sms qui est propre au gsm, l'évolution des nouvelles technologies connaît aussi un nouveau vocabulaire. On ne parlera plus de retard culturel ou de discrimination sociale mais on parlera de fracture numérique. Cela fait bien dans les salons, dans les groupes de réflexion sur les conséquences de la mondialisation, mais qu'on l'appelle comme on veut, qu'on l'entoure de considérations culturelles ou sociales, l'utilisation de l'oeuvre d'un autre sans autorisation et sans contrepartie n'est pas acceptable.
Elle ne l'était pas en 1994, à l'époque de la loi, elle ne l'est pas non plus aujourd'hui car le principe de base est toujours le même: le droit du créateur sur son oeuvre. Ce qui a changé, c'est la technique qui remet en cause les balises et les garde-fous organisés en 1994. Avec toutes les communications immatérielles, la loi de 1994 devient un chef-d'oeuvre en péril, car on ne peut pas considérer qu'elle répond de façon efficace à l'évolution du multimédia. C'est en partie cette évolution-là qui a conduit la Commission européenne à décider de prendre une directive sur les droits d'auteur et les droits voisins.
Je voudrais encore rappeler la justification de l'intervention de la Commission dans ce secteur, justification à la fois culturelle et économique. Cela se fonde sur l'existence d'un marché intérieur pour les nouveaux produits et services, et donc sur l'harmonisation des dispositions législatives des Etats membres. Toutefois - et c'est essentiel à souligner -, la directive reconnaît que la création culturelle ne peut pas se passer d'un système de droits d'auteur.
Je vous renvoie aux considérants 9, 10 et 11 de la directive. En voici, en synthèse, quelques lignes:
"Considérant 9: Toute harmonisation du droit d'auteur et des droits voisins doit se fonder sur un niveau de protection élevé, car ces droits sont essentiels à la création culturelle. Leur protection contribue au maintien et au développement de la créativité, dans l'intérêt des auteurs, des interprètes, des exécutants, des producteurs, des consommateurs, de la culture, des entreprises, du public en général."
Ce n'est pas moi qui le dit, cela figure dans la directive de l'Union européenne.
"Considérant 10: Les auteurs et interprètes ou exécutants, pour pouvoir poursuivre leur travail créatif et artistique, doivent obtenir une rémunération appropriée pour l'utilisation de leurs oeuvres, de même que les producteurs pour pouvoir financer leur travail.
Considérant 11: Un système efficace et rigoureux de protection du droit d'auteur et des droits voisins est l'un des principaux instruments permettant de garantir à la création et à la production culturelles européennes, l'obtention des ressources nécessaires et de préserver l'autonomie et la dignité des créateurs et interprètes."
Cela me paraît être une réponse claire à ceux qui, à l'occasion du débat sur l'application de la directive qui nous a occupés pendant de longs mois, ont eu tendance à considérer les droits d'auteur comme une sorte de contribution financière un peu inutile, un héritage de l'époque antédiluvienne, c'est-à-dire précédant l'arrivée des ordinateurs.
Le travail a donc consisté à examiner dans quelle mesure il fallait modifier la loi de 1994, pour tenir compte de l'évolution du secteur.
Je ne reprendrai pas tous les éléments de la directive. Deux problèmes ont essentiellement occupé nos travaux: 1 Les exceptions aux droits d'auteur et parmi celles-ci, bien entendu, l'exception copie privée; 2. La taxation des appareils et des supports, dite taxation des ordinateurs.
Je commencerai par les exceptions. La directive permet de mettre en oeuvre une vingtaine d'exceptions. Il ne s'agit donc pas d'exceptions que l'on impose dans l'ensemble des pays, mais de la liste des exceptions que l'on a trouvées dans l'ensemble des pays. D'après la directive, on peut retenir les exceptions que l'on souhaite dans ce panel des vingt exceptions. Autrement dit, on peut n'en retenir aucune, on peut les retenir toutes ou seulement une partie.
La Belgique en connaît neuf. Je ne vous rappellerai pas ici les citations dans un but critique, polémique, la reproduction, la communication dans un but d'information, la reproduction fragmentaire, etc. Neuf exceptions sur les vingt possibles. Etendre cette liste aurait marqué, me semble-t-il, la fin du système de rémunération des créateurs, sauf évidemment à reprendre le système des subventions publiques que l'on trouve notamment dans les Etats scandinaves. Si l'on considère que l'Etat peut donner 25 millions d'euros supplémentaires pour les créateurs, on peut évidemment supprimer les droits d'auteur. Mais je ne crois pas que c'était le but du système de 1994. Ce n'est pas non plus le système qui a été pris pour base dans le projet de loi qui nous est soumis. C'est la raison pour laquelle nous avons simplement ajouté quelques exceptions logiques, notamment la communication d'oeuvres à des fins d'illustration de l'enseignement, la reproduction pour la préservation du patrimoine culturel et scientifique effectuée dans les bibliothèques, la reproduction et la communication d'oeuvres au bénéfice de personnes affectées par un handicap, la reproduction d'émissions par les établissements hospitaliers, pénitentiaires, d'aide à la jeune ou d'aide aux personnes handicapées et, bien sûr, la communication nécessaire pour annoncer les expositions publiques et la vente d'oeuvres artistiques.
Cette liste n'est pas exhaustive. C'est simplement le résumé très rapide des dispositions de la loi sur le sujet. Toutefois, on constatera qu'il s'agit, bien sûr, d'exceptions au droit d'auteur sur son oeuvre, exceptions justifiées, soit par des raisons sociales et humanitaires, soit par des motifs d'enseignement ou de recherche, soit par la nécessité de l'archivage. Ce sont des exceptions limitées qui, selon les cas, ont été proposées et acceptées.
Il en va évidemment tout autrement du texte initial du gouvernement que nous ne pouvons accepter et qui permettait la copie intégrale des oeuvres; il n'en était pas question. Après un assez long débat, nous avons fini par reprendre le texte de la loi de 1994 qui permettait simplement la communication et la reproduction de courts fragments, à l'exception, cela va sans dire, des oeuvres plastiques.
Le débat a été plus vif concernant la copie privée dans le chef de familles. La loi de 1994 l'autorisait et prévoyait d'ailleurs diverses catégories d'exceptions pour lesquelles un juge pouvait lever le contrôle sur les copies. Parmi ces exceptions ne figurait pas la copie privée mais les nouveaux moyens technologiques permettent de copier à l'infini, et c'est cela la différence fondamentale entre la loi de 1994 et le projet de loi qui nous occupe. A l'époque, c'était l'analogique; on copiait trois ou quatre fois, finalement cela devenait illisible et il y avait donc très peu d'abus, ou, en tout cas, beaucoup moins qu'aujourd'hui où, avec le numérique, la 250 ème copie est toujours aussi belle, parfaite et impeccable que la première.
Le texte initial du gouvernement n'interdisait pas la copie privée mais il donnait la possibilité à l'industrie d'utiliser des mesures techniques et technologiques destinées à empêcher ou à limiter les actes non autorisés par les titulaires de droits d'auteur au niveau des oeuvres et des prestations et capables d'empêcher toute copie d'oeuvres; par là, il empêchait tout un chacun d'exercer son droit à la copie privée.
J'ai bien dit "droit" car je ne peux pas accepter la thèse de ceux qui ont écrit que l'exception copie privée n'est pas un droit. Si, c'est un droit! Il est bien évident que si la loi permet, pour soi-même ou pour sa famille, d'effectuer, sans autorisation, quelques copies d'une oeuvre, la mise au point de mesures techniques ne peut empêcher l'exercice de ce droit, sinon, forcément, la loi n'est pas respectée.
Pour nous, la position du gouvernement ne pouvait être admise car elle conduisait automatiquement à ne pas pouvoir jouir de l'exception copie privée. Mais, à l'inverse, comme certains l'ont prétendu, ne rien faire et permettre de copier les oeuvres à l'infini, c'était dépasser complètement la lettre et l'esprit de l'exception et, au-delà, porter gravement atteinte au droit d'auteur.
Finalement, et cela a duré trop longtemps, on a adopté une solution de compromis qui, comme toute solution de compromis, n'arrange à 100% ni les uns, ni les autres. Cependant, c'est une solution acceptable. Les mesures techniques pour la copie privée ne sont pas supprimées. Toutefois, la possibilité est donnée au ministre de faire figurer la copie privée dans les catégories d'exceptions pour lesquelles les mesures techniques pourront être levées par la procédure fixée dans la loi.
Des études seront menées sur l'évolution technologique des systèmes de contrôle et de limitation du nombre de copies. J'ai moimême insisté pour que, dans la commission mixte, paritaire, on puisse, chaque année, faire un rapport sur l'évolution de ces techniques, précisément pour toujours tenir le gouvernement en haleine sur le sujet. Ceci devrait amener, me semble-t-il, une négociation entre les fabricants et les diverses parties concernées de manière à trouver une solution permettant de copier, de manière raisonnable 3, 4, 5 copies pour soi-même, pour le cercle familial, pour ses amis, pour sa voiture etc. mais pas pour arriver à une situation qui, à partir de la copie privée, ruinerait complètement le système.
Le deuxième problème est la taxation des appareils. Quel est l'enjeu? Il est intéressant de communiquer quelques chiffres: la rémunération, la facturation nette en ce qui concerne la taxation de droits d'auteur sur les appareils, supports et multimédias représentait à peu près 7.700.000 euros en 2003, dont 27% provenaient de la taxation sur les appareils multimédias. Pour l'année 2004, la rémunération s'élève à 11.000.000 euros, dont 55% proviennent du multimédia. Cela monte évidemment très vite. Ces statistiques démontrent l'importance prise ces dernières années par le multimédia et l'ordinateur et cela ne fait évidemment que croître et embellir. La plupart des copies actuelles se réalisent via des systèmes de multimédia et beaucoup moins à l'aide de supports ou d'appareils tels que les vidéos ou les supports analogiques, par exemple.
Encore des chiffres assez inquiétants en provenance de l'industrie de la musique. Les sites de musique légaux ont quadruplé pour atteindre le chiffre de 230 en 2004. La musique en ligne sur catalogue a doublé en 12 mois. Un million de chansons sont actuellement disponibles et le consommateur adopte un comportement de plus en plus favorable au téléchargement. En Belgique, par exemple, 3 jeunes sur 5 ont acheté en 2003 moins de cd qu'en 2000. Pourquoi? N'écoutent-ils plus de musique? Evidemment, non! Ils copient bien sûr, ils téléchargent. Plus de la moitié des jeunes échange de la musique ou en reçoit. 40% dit écouter de la musique téléchargée. Et encore, parmi eux, beaucoup le font mais ne le disent évidemment pas. Résultat: la vente de cd baisse encore. Moins 7,6% dans le monde entier, moins 20% en Allemagne, moins 14,4% en France, moins 14,7% en Suède et la diffusion illégale de musique via internet est la principale source de diminution. En Belgique, le chiffre d'affaires audio des maisons de disques est encore en diminution de 14,5%, leur chiffre d'affaires est de moins 28% par rapport à 2000.
Voilà un certain nombre d'éléments qui démontrent combien la situation n'est pas facile. Dans le cas contraire, s'il n'y avait pas de copie, pas de téléchargement, on ne se serait forcément pas beaucoup préoccupé du problème. Mais le problème existe, non seulement en Belgique, mais aussi dans tous les pays européens. Si on ne change rien et que l'on taxe, comme par le passé, uniquement les appareils pour la reprographie, la rémunération des droits d'auteur se réduira car la copie se réalise aujourd'hui essentiellement au départ d'un ordinateur.
Par contre, si on taxe les ordinateurs, l'entreprise elle-même se révolte, arguant du fait que ses appareils ne sont pas destinés à faire des copies mais sont utilisés pour le fonctionnement et l'activité industrielle et commerciale de la société. Ils invoquent d'ailleurs aussi des statistiques établies par l'INS sur les ordinateurs utilisés à des fins professionnelles qui sont estimés représenter la moitié du parc des ordinateurs. J'y viendrai dans ma démonstration.
Finalement, une fois de plus, une solution de compromis a été arrêtée qui me paraît acceptable. Le texte prévoit désormais que le Conseil des ministres, sur avis de la commission des milieux intéressés, pourra approuver deux types d'appareils: les appareils et supports manifestement utilisés pour la reproduction privée, donc les ordinateurs manifestement utilisés à cette fin, et les appareils et supports qui ne sont manifestement pas utilisés pour la reproduction privée, donc les ordinateurs non utilisés pour ce faire.
Translated text
I will also say this because it corresponds in part to what I have heard in the commission and still just recently: it is growing, among individual users of communication technologies, the idea that everything that is found on or through the internet must be free and can be copied, multiplied without authorization and without financial compensation. This claim of gratuity is evidently supported by discourses on openness to education, culture, without distinction of social level or financial means.
Dear colleagues, this is not new. Ever since – I know, having been Minister of Culture for a few years – one criticizes the price of seats in theater, opera or cinema, but one joyfully spends two to five times more, without discussing, to attend a football match, a tennis tournament or a Formula 1 Grand Prix.
Like the SMS language that is specific to GSM, the evolution of new technologies also knows a new vocabulary. We will no longer talk about cultural backwardness or social discrimination, but we will talk about digital fracture. It does well in the salons, in the reflective groups on the consequences of globalization, but that it is called as one wants, that one surrounds it with cultural or social considerations, the use of another's work without authorization and without compensation is not acceptable.
It was not in 1994, at the time of the law, it is not today, because the basic principle is always the same: the right of the creator to his work. What has changed is the technique that challenged the beacons and firewalls organized in 1994. With all intangible communications, the 1994 law becomes a masterpiece in danger, as it cannot be considered to respond effectively to the evolution of multimedia. It is partly this evolution that led the European Commission to decide to adopt a directive on copyright and related rights.
I would also like to recall the justification of the Commission’s intervention in this sector, justification both cultural and economic. This is based on the existence of an internal market for new products and services, and therefore on the harmonisation of the legislation of the Member States. However – and it is essential to emphasize – the Directive recognises that cultural creation cannot be without a system of copyright.
I am referring to recitals 9, 10 and 11 of the Directive. Here are, in summary, a few lines:
Any harmonisation of copyright and related rights must be based on a high level of protection, as these rights are essential to cultural creation. Their protection contributes to the maintenance and development of creativity, in the interest of authors, performers, performers, producers, consumers, culture, ⁇ , and the general public.”
It’s not me who says it, it’s in the EU directive.
Consideration 10: Authors and performers, in order to continue their creative and artistic work, must receive an appropriate remuneration for the use of their works, as well as producers to be able to finance their work.
An effective and rigorous system of protection of copyright and related rights is one of the main instruments for ensuring the creation and production of European cultural works, the provision of the necessary resources and the preservation of the autonomy and dignity of creators and performers.
This seems to me to be a clear answer to those who, on the occasion of the debate on the application of the directive that has occupied us for long months, tended to consider copyright as a kind of somewhat unnecessary financial contribution, a legacy from the anti-Diluvia era, that is, prior to the arrival of computers.
The task therefore consisted in examining to what extent the 1994 law needed to be amended to take into account the development of the sector.
I will not take into account all the elements of the directive. Two problems have essentially occupied our work: 1 The copyright exceptions and among these, of course, the private copy exception; 2. The taxation of devices and media, called the taxation of computers.
Let me start with the exceptions. The directive allows for 20 exceptions. Therefore, this is not an exception imposed in all countries, but a list of exceptions found in all countries. According to the directive, the exceptions that are desired can be recognised in this panel of twenty exceptions. In other words, one can retain none of them, one can retain them all or only part of them.
Belgium has nine. I will not remind you here of quotations for a critical, polemical purpose, reproduction, communication for an information purpose, fragmentary reproduction, etc. There are nine exceptions out of twenty possible. Extending this list would have marked, it seems to me, the end of the system of remuneration of creators, except obviously to resume the system of public subsidies found in particular in the Scandinavian states. If one considers that the state can give 25 million euros extra for creators, one can obviously remove copyright. But I don’t think that was the purpose of the 1994 system. Nor is it the system that was taken as the basis in the bill that is submitted to us. That is why we have simply added some logical exceptions, including the communication of works for the purpose of illustrating teaching, the reproduction for the preservation of the cultural and scientific heritage carried out in libraries, the reproduction and communication of works for the benefit of persons affected by disabilities, the reproduction of emissions by hospital, prison, youth support or assistance to persons with disabilities and, of course, the communication necessary to announce public exhibitions and the sale of artistic works.
This list is not exhaustive. This is simply a very quick summary of the provisions of the law on the subject. However, it will be found that these are, of course, exceptions to the copyright of his work, exceptions justified, either for social and humanitarian reasons, or for reasons of teaching or research, or by the necessity of archiving. These are limited exceptions that, depending on the case, have been proposed and accepted.
It is obviously quite different from the initial text of the government which we cannot accept and which allowed the full copy of the works; there was no such thing. After a fairly lengthy debate, we ended up recapturing the text of the 1994 law that simply allowed the communication and reproduction of short fragments, with the exception, of course, of plastic works.
The debate was more vivid about private copying in the head of the family. The 1994 law permitted this and also provided for various categories of exceptions for which a judge could lift control over copies. Among these exceptions was not private copying, but new technological means allow infinite copying, and this is the fundamental difference between the 1994 law and the draft law that occupies us. At the time, it was analogue; one copied three or four times, eventually it became unreadable and therefore there was very little abuse, or, in any case, much less than today where, with the digital, the 250th copy is still as beautiful, perfect and impeccable as the first.
The original government text did not prohibit private copying but gave the industry the opportunity to use technical and technological measures aimed at preventing or limiting acts not authorized by copyright holders at the level of works and services and capable of preventing any copying of works; thus, it prevented everyone from exercising their right to private copying.
I said right "right" because I cannot accept the thesis of those who wrote that the private copy exception is not a right. Yes, it is a right! It is clear that while the law allows, for himself or his family, to make, without authorization, a few copies of a work, the development of technical measures cannot prevent the exercise of this right, otherwise, necessarily, the law is not respected.
For us, the government’s position could not be admitted because it automatically led to not being able to enjoy the private copy exception. But, on the contrary, as some have claimed, doing nothing and allowing to copy the works to the infinite, was completely overcoming the letter and spirit of the exception and, beyond, seriously infringing the copyright.
Finally, and it lasted too long, a compromise solution was adopted that, like any compromise solution, does not 100% either one or the other. However, this is an acceptable solution. Technical measures for private copying are not removed. However, the Minister is given the possibility to include private copying in the categories of exceptions for which technical measures may be lifted by the procedure laid down in the law.
Studies will be conducted on the technological evolution of control systems and limitation of the number of copies. I myself insisted that, in the joint, parity committee, one can, each year, make a report on the evolution of these techniques, precisely to always keep the government in the breath on the subject. This should, I think, lead to a negotiation between manufacturers and the various parties involved in order to find a solution that makes it possible to reasonably copy 3, 4, 5 copies for yourself, for the family circle, for his friends, for his car, etc. But not to come to a situation that, from the private copy, would completely ruin the system.
The second problem is the taxation of devices. What is the challenge? It is interesting to communicate a few figures: remuneration, net billing in relation to the taxation of copyright on devices, media and multimedia amounted to approximately €7,700,000 in 2003, of which 27% came from the taxation on multimedia devices. For the year 2004, the remuneration amounts to 11,000,000 euros, of which 55% come from multimedia. This obviously rises very quickly. These statistics demonstrate the importance taken in recent years by multimedia and the computer and this is obviously only growing and embellishing. Most current copies are made via multimedia systems and much less using media or devices such as videos or analogue media, for example.
There are still some alarming figures from the music industry. Legal music sites quadrupled to 230 in 2004. Online music on catalog has doubled in 12 months. One million songs are currently available and consumers are adopting an increasingly download-friendly behavior. In Belgium, for example, 3 out of 5 young people bought fewer CDs in 2003 than in 2000. Why Why ? Do you listen to music anymore? Obviously no! They copy, they download. More than half of young people exchange or receive music. 40% said they listen to downloaded music. And still, among them, many do it but obviously do not say it. As a result, CD sales continue to decline. Less than 7.6% worldwide, less 20% in Germany, less 14.4% in France, less 14.7% in Sweden and illegal streaming of music over the internet is the main source of decline. In Belgium, the audio revenue of the record houses is still declining by 14.5%, their revenue is 28% less than in 2000.
Here are a number of elements that demonstrate how easy the situation is not. Otherwise, if there was no copy, no download, we would not necessarily be much concerned about the problem. But the problem exists, not only in Belgium, but also in all European countries. If nothing is changed and only devices for reprographics are taxed, as in the past, the copyright remuneration will be reduced because copying is now essentially done from a computer.
On the other hand, if computers are taxed, the company itself revolts, arguing that its devices are not intended to make copies but are used for the operation and industrial and commercial activity of the company. They also invoke statistics established by the INS on computers used for business purposes, which are estimated to represent half of the computer fleet. I will be here in my demonstration.
Finally, once again, a compromise solution was reached which I find acceptable. The text now provides that the Council of Ministers, upon the opinion of the committee of the interested circles, may approve two types of devices: the devices and media manifestly used for private reproduction, therefore the computers manifestly used for this purpose, and the devices and media that are manifestly not used for private reproduction, therefore the computers not used to do so.
#25
Official text
Mijnheer Monfils, ik beluister uw redenering, maar op dat vlak maakt u volgens mij een fout. U zegt dat fotokopieermachines de machines van het verleden zijn en pc's die van de toekomst.
Translated text
Mr. Monfils, I listen to your reasoning, but in that regard, I think you are making a mistake. You say that photocopying machines are the machines of the past and PCs are the machines of the future.
#26
Official text
Un instant, cher collègue. Il y a un problème avec la traduction. Si vous attendez un instant, je pourrai vous répondre avec précision.
Translated text
Just a moment, my dear colleague. There is a problem with translation. If you wait a moment, I will be able to answer you accurately.
#27
Official text
Vous lui prêterez une oreille attentive!
Translated text
You will give him an attentive ear.
#28
Official text
Ik volg uw redenering, mijnheer Monfils, maar u probeert twee verschillende types van machine, zijnde...
Translated text
I follow your reasoning, Mr. Monfils, but you are trying two different types of machine, being...
#29
Official text
On peut dire que le bilinguisme a ses avantages!
Translated text
Bilingualism has its advantages.
#30
Official text
Monsieur le président, je voudrais répondre précisément à mon collègue car, dans ce domaine, les questions sont toujours très complexes.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to answer my colleague precisely because, in this area, the questions are always very complex.
#31
Official text
Mijnheer Monfils, ik ben uw redenering aan het volgen. U probeert een vergelijking te maken tussen de kopieermachines en de pc's. Het is uiteraard juist dat men met de pc kan kopiëren of downloaden, maar een kopieermachine dient om te kopiëren: dat is het grote verschil. Wat u nu zegt is dat omdat er een paar mensen zijn of een groep die het doet, we dan maar het apparaat zelf moeten belasten en dus alle mensen moeten belasten. Persoonlijk heb ik nog nooit iets gedownload. Moet ik dan mee de belasting betalen voor mensen die downloaden? Dat is de vraag. Met kopieermachines is dat een ander verhaal. U probeert twee zaken door elkaar te halen. Ik denk dat dit een verkeerde redenering is.
Translated text
Mr. Monfils, I am following your reasoning. You are trying to make a comparison between the copying machines and the PCs. It is, of course, true that one can copy or download with the PC, but a copy machine serves to copy: that is the big difference. What you are saying now is that because there are a few people or a group doing it, we just have to tax the device itself and thus tax all people. Personally, I have never downloaded anything. Do I have to pay the tax for people who download? That is the question. With copying machines, that’s another story. You are trying to confuse two things. I think this is a wrong reasoning.
#32
Official text
Cher collègue, je possède un ordinateur mais je n'ai jamais procédé à des téléchargements. La question n'est pas là, elle est statistique: on fait de plus en plus de copies par ordinateur. Peut-être que vous, vous n'en faites pas mais les chiffres que j'ai cités, qui ne sont pas contestables, qui se retrouvent dans toutes les publications sérieuses, montrent la diminution considérable de la photocopie au profit d'une augmentation considérable des copies via l'ordinateur. De surcroît, il n'est pas question de photocopieuses quand on télécharge de la musique. On n'achète plus de cd ou de dvd. On les copie et on les refile aux copains, quand on ne les vend pas! Mieux que cela d'ailleurs et malgré l'interdiction, certains collent une caméra numérique miniature dans les salles de cinéma pour essayer d'enregistrer un film dont ils revendent ensuite des copies à bas prix. Voilà la réalité des choses.
Je parle bien d'ordinateurs manifestement utilisés pour la copie et la production privées et d'ordinateurs qui ne sont manifestement pas utilisés à ces fins. Rien que cela montre qu'il faudra faire la différence dans la liste que le ministre doit mettre au point entre les ordinateurs qui peuvent servir à cela et ceux qui ne sont pas nécessairement destinés à cela. J'ajoute que si on avait exclu les ordinateurs, les fabricants qui ne sont pas tout à fait idiots auraient évidemment modifié totalement leur système de production, de fabrication et de distribution pour considérer qu'il n'y a plus que des ordinateurs dotés de systèmes périphériques qui n'auraient par conséquent pas été taxés, ce qui se traduirait par une diminution considérable des revenus des auteurs. J'ajoute enfin que le Conseil des ministres peut exonérer la taxation des ordinateurs utilisés pour des raisons professionnelles par des indépendants, des personnes privées ou des sociétés pour autant que le but social poursuivi ne soit pas la reproduction.
Je ne comprends pas les gémissements, même si en Belgique, on gémit tout le temps. Par définition, le Belge gémit! Mais pourquoi certains s'arrachent-ils les cheveux et disent à longueur de documents, comme dans le bulletin de la FEB reçu ce matin, que tout cela est inconciliable avec la société de l'information? On y explique le système que nous avons mis au point en ajoutant que "l'instauration d'un système d'exonération pour les personnes morales et les entreprises n'est qu'un faux-fuyant qui ne tient nullement compte des complications administratives que cela engendre". Où y a-t-il des complications administratives quand on achète 80 ordinateurs dans sa boîte industrielle? Il faut quand même faire une facture, il y a bien un ordre d'achat quelque part. On ne dit pas: "Tiens, voilà quelques millions pour acheter des ordinateurs!" Si on n'est pas fichu de remplir un document stipulant que les ordinateurs sont utilisés pour des raisons professionnelles et faisant état du nom de la firme et de son objet social, par exemple la vente d'armes ou de petits pois — ce qui ne sert manifestement pas à la reproduction —, et qu'on considère que ce sont des difficultés administratives, cela me fera sourire.
Ensuite, il n'y a qu'un petit pas à franchir pour y soumettre aussi les appareils multifonctions, tels que le gsm, les téléviseurs, etc. Nous l'avons dit cent fois en commission, il n'a jamais été question de taxer les téléviseurs, ni les gsm. Le texte ne le dit pas mais les rapports en commission l'indiquent clairement. Nous savons très bien ce que nous visons et, de surcroît, le gouvernement sait ce qu'il devra faire lorsqu'il mettra au point une liste d'appareils qui, essentiellement, servent ou non à copier.
Tout ceci ne constitue que de mauvais procès. Je le sais. On le fait partout, bien entendu, mais je voudrais quand même répondre directement au bulletin de la FEB. Ainsi, cela m'évitera d'apposer un timbre sur ma lettre lorsque j'enverrai une réponse, ce qui ne sera jamais qu'un pamphlet dans ce document.
De plus, il n'y a pas que les entreprises. En effet, les personnes en difficulté sociale pourront échapper à cette taxe. Le gouvernement peut dresser une liste de catégories qui pourront en être exonérées.
N'invoquez pas, à nouveau, le fait que ces catégories de personnes malheureuses devront remplir et renvoyer des tas de documents. Je vous signale que, lorsqu'une personne reconnue handicapée des membres inférieurs à plus de 55% veut obtenir l'exonération de TVA pour son automobile, elle doit rentrer plusieurs formulaires. Lorsque certaines personnes n'en ont pas les moyens, sont âgées ou handicapées et veulent une exemption totale ou partielle de leur facture de téléphone, elles rentrent également un document et en vue d'obtenir des avantages pour aménager un logement pour incapacité physique, il convient également de rentrer des documents. Donc, ne venez pas inventer que tout cela est nouveau et crée des problèmes en surnombre!
Je dis simplement que le gouvernement adopte — je le reconnais volontiers - une énorme latitude, puisque non seulement, il va établir les deux listes, mais en plus, il pourra décider de ce qui ne sera pas taxé du tout ni au niveau des entreprises ni au niveau des particuliers. J'estime que cette solution répond à la juste revendication des auteurs de ne pas être privés de moyens financiers qui sont la contrepartie des exceptions donnant lieu à rémunération, mais elles rencontrent les inquiétudes des entreprises et le souhait de voir des catégories sociales ne pas être soumises à ce pourcentage. L'on pourrait dire encore beaucoup de choses de ces 3%, mais je ne tiens pas à allonger la liste de mes exemples à cet égard.
En conclusion, je dirai que cette matière est délicate. En effet, tous les intérêts sont divergents: il y a les fabricants, les auteurs, les interprètes, les ayants droit, les utilisateurs privés et professionnels. Les fabricants ne veulent pas voir le prix augmenter pour des raisons concurrentielles, les utilisateurs professionnels non plus, pas plus que les utilisateurs privés, car ils veulent télécharger sans contrôle. Je l'ai entendu tout à l'heure. Cependant, les ayants droit revendiquent une compensation financière étant donné que c'est le système qui a été imposé. Si vous ne voulez pas de ce système, utilisons une subvention publique! Mais, je le répète, tel n'est pas l'objet de ce projet de loi.
J'ai le sentiment que le vote de ce texte ne consacrera ni vainqueur, ni vaincu. Il s'agit du compromis le plus acceptable pour toutes les parties. Monsieur le ministre, j'insiste pour que ce compromis soit appliqué de bonne foi. Si nous avons admis de donner au gouvernement le pouvoir de fixer les listes des appareils utilisés manifestement pour la reproduction et les listes des systèmes d'exonération et autres, il conviendra de fixer tous les critères et d'établir ces listes.
A cet égard, monsieur le ministre, je vous avoue mon mécontentement à la suite de votre déclaration du 17 février 2005, qu'on a pu lire dans la presse, selon laquelle vous doutiez fortement que, dans les circonstances actuelles, le gouvernement dégage un consensus sur l'instauration d'une taxe "droits d'auteur" sur les ordinateurs. En affirmant cela, alors que le papier du rapport de la commission était encore chaud, vous ruinez le compromis que nous avons approuvé non pas pour nous débarrasser du problème mais pour que vous l'appliquiez. Cette déclaration est d'autant plus dommageable et désolante que vous avez toute latitude d'exclure de toute taxation les ordinateurs des entreprises et des indépendants, ainsi que ceux des personnes en difficulté sociale. Il suffit de fixer des critères et les modalités des demandes d'exonération. En résumé, je demande l'exécution de bonne foi de l'accord intervenu à ce sujet.
Nous avons la même exigence à propos de la copie privée. Nous voulons qu'elle fonctionne encore et que le jeune ou le moins jeune puisse encore copier des oeuvres via l'ordinateur, pour lui-même, pour l'écouter dans sa voiture, pour ses copains. Grâce à l'accord intervenu, vous avez entre les mains la possibilité d'exiger des firmes commerciales qu'elles mettent au point un système de limitation des copies au lieu d'un système d'interdiction. La menace que vous pouvez brandir de faire interdire tout obstacle technique à la copie ne doit pas être prise à la légère. Vous devrez le rappeler lors des inévitables négociations que vous allez devoir mener avec les firmes concernées.
Enfin, du côté des ayants droit, il conviendra prochainement d'analyser de manière précise le fonctionnement et le contrôle des sociétés de gestion des droits. C'est d'ailleurs l'objet d'un projet de loi que le gouvernement, par votre entremise, va déposer au parlement. Ce travail est important pour expliquer à ceux qui s'interrogent sur l'opportunité ou l'utilité de la taxation — ou qui se demandent où va l'argent — les modalités de versement des droits aux éditeurs, auteurs, interprètes, c'est-à-dire à tous les créateurs pouvant bénéficier légitimement de ces moyens financiers.
Il restera alors, dans les mois et les années à venir, à revoir fondamentalement la loi de 1994. On n'a pas eu le temps et ce n'est pas le rôle d'une commission parlementaire, surtout pas dans le cadre de l'exécution d'une directive, de revoir l'ensemble de la législation. Cette loi a été modifiée en 1995 — si je ne m'abuse —, en 1998; elle le sera aujourd'hui, en 2005; il est temps de la revoir, de faire un travail de longue haleine. Il faudrait que les experts de tout bord s'assoient autour d'une table et revoient entièrement la loi pour l'adapter aux besoins actuels et futurs prévisibles. A ce moment, le gouvernement et le parlement prendront leurs responsabilités pour trancher les options politiques. En tout cas, tel qu'il est et tel qu'il a été modifié par les discussions en commission parlementaire — je remercie le gouvernement d'avoir été ouvert aux suggestions d'un certain nombre de membres —, ce projet est acceptable et le MR le votera.
Translated text
Dear colleague, I own a computer but I have never done downloads. The question is not there, it is statistical: more and more copies are made by computer. Per ⁇ you don’t, but the figures I have quoted, which are undisputed, which are found in all serious publications, show the considerable decrease in photocopy in favor of a considerable increase in copies via the computer. In addition, there is no question of photocopies when downloading music. No more CDs or DVDs. We copy them and re-delete them to friends, when you don’t sell them! Better than that, and despite the ban, some stick a miniature digital camera into the cinemas to try to record a movie which they then sell back copies at a low price. This is the reality of things.
I speak a lot of computers that are obviously used for private copying and production and computers that are obviously not used for these purposes. This only shows that it will be necessary to make a difference in the list that the minister must develop between the computers that can be used for this and those that are not necessarily intended for this. I add that if computers were excluded, manufacturers who are not quite stupid would obviously have completely modified their production, manufacturing and distribution systems to consider that there are only computers with peripheral systems that would therefore not have been taxed, which would result in a considerable decrease in the revenue of authors. The Council of Ministers may exempt the taxation of computers used for professional purposes by self-employed persons, private persons or companies, provided that the social purpose pursued is not reproduction.
I don't understand the gemstones, even though in Belgium, we gemstones all the time. By definition, the Belgian gimmicks! But why do some take off their hair and say along documents, as in the FEB bulletin received this morning, that all this is incompatible with the information society? It explains the system that we have developed by adding that “the establishment of a system of exemption for legal persons and companies is only a false-fugitive that does not take into account the administrative complications that this entails.” Where are the administrative complications when you buy 80 computers in your industrial box? There is a purchase order, there is a purchase order somewhere. One does not say, "Hey, here are a few million to buy computers!"If one is not faulty to fill out a document stating that computers are used for business reasons and stating the name of the firm and its social object, for example the sale of weapons or small peas — which obviously does not serve for reproduction — and that one considers that they are administrative difficulties, it will make me smile.
Then, there is only a small step to take to submit to it also multifunctional devices, such as GSM, TVs, etc. We have said it a hundred times in the commission, there has never been a question of taxing TVs or GSMs. The text does not say this, but the reports in the committee clearly indicate this. We know very well what we are aiming for and, moreover, the government knows what it will have to do when it develops a list of devices that are essentially used to copy or not.
This is just a bad trial. I know it. It is done everywhere, of course, but I would still like to respond directly to the FEB bulletin. Thus, it will prevent me from placing a stamp on my letter when I send a response, which will never be but a pamphlet in this document.
Moreover, there are not only companies. People with social disabilities will be able to escape this tax. The Government may draw up a list of categories that may be exempted.
Do not invoke, again, the fact that these categories of unhappy people will have to fill out and send back a bunch of documents. I would like to point out that, when a person recognized as having a disability of members less than 55% wants to obtain the VAT exemption for his car, he must enter several forms. When some people do not have the means, are elderly or disabled and want a total or partial exemption from their phone bill, they also enter a document and in order to obtain benefits to arrange a housing for physical disability, it is also necessary to enter documents. So don’t come up with the idea that all this is new and creates overwhelming problems!
I simply say that the government adopts — I gladly acknowledge it — an enormous latitude, since not only will it establish the two lists, but in addition, it will be able to decide what will not be taxed at all, neither at the level of companies nor at the level of individuals. I believe that this solution responds to the authors’ rightful claim not to be deprived of financial means that are the counterpart of exemptions giving rise to remuneration, but they meet with the concerns of companies and the desire to see social categories not subject to this percentage. Many things could still be said about these 3%, but I do not want to extend the list of my examples in this regard.
In conclusion, I would say that this issue is delicate. In fact, all interests are divergent: there are manufacturers, authors, interpreters, right holders, private and professional users. Manufacturers don’t want to see the price rise for competitive reasons, business users either, not as much as private users, because they want to download without control. I heard it just recently. However, the inheritors claim financial compensation as it is the system that was imposed. If you don’t want this system, let’s use a public subsidy! But, I repeat, this is not the subject of this bill.
I feel that the vote of this text will not celebrate either a winner or a defeat. This is the most acceptable compromise for all parties. I urge this commitment to be implemented in good faith. If we have admitted to give the government the power to set the lists of apparatus obviously used for reproduction and the lists of exemption systems and others, it will be appropriate to set all the criteria and establish those lists.
In this regard, Mr. Minister, I confess to you my dissatisfaction following your statement of 17 February 2005, which was read in the press, according to which you strongly doubt that, under the present circumstances, the government is making a consensus on the introduction of a "copyright" tax on computers. By saying this, while the paper of the commission’s report was still hot, you are ruining the compromise we approved not to get rid of the problem but for you to implement it. This statement is all the more damaging and deplorable as you have all latitude to exclude from any taxation the computers of companies and self-employed, as well as those of people in social difficulties. It is sufficient to set criteria and modalities for the application for exemption. In short, I call for the good faith implementation of the agreement reached on this subject.
We have the same requirement regarding private copy. We want it to still work and that the younger or younger can still copy works via the computer, for himself, to listen to it in his car, for his friends. Thanks to the agreement, you have the opportunity to require commercial firms to develop a copy restriction system instead of a ban system. The threat that you can brand up of forbidding any technical obstacle to copying should not be taken lightly. You will have to remember this during the inevitable negotiations that you will have to conduct with the relevant firms.
Finally, on the part of the right holders, it will soon be necessary to analyze the functioning and control of rights management companies in a precise manner. This is the subject of a bill that the government, through you, will submit to parliament. This work is important to explain to those who are questioning the usefulness or the usefulness of taxation – or who are wondering where the money goes – the modalities of payment of rights to publishers, authors, interpreters, that is to say to all creators who can legitimately benefit from these financial means.
In the coming months and years, the law of 1994 will be fundamentally revised. We did not have the time and it is not the role of a parliamentary committee, especially not in the framework of the implementation of a directive, to review the whole legislation. This law was modified in 1995 — if I am not mistaken — in 1998; it will be today, in 2005; it is time to review it, to do a long-term work. Experts on every edge should sit around a table and fully review the law to adapt it to current and foreseeable future needs. At this time, the government and parliament will take their responsibilities to decide the political options. In any case, as it is and as it has been modified by the discussions in the parliamentary committee — I thank the government for being open to suggestions from a number of members — this draft is acceptable and the MR will vote on it.
#33
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het had een makkie moeten zijn. Wie of wat zou zich immers storen aan een loutere omzetting in Belgisch recht, van een Europese richtlijn betreffende het auteursrecht?
Toch sleepte de bespreking in de commissie meer dan acht maanden aan. Om precies te zijn, ze duurde van 8 juni 2004 tot 17 februari 2005. De vertragingsmanoeuvres werden niet uitgevoerd door de oppositie. Integendeel, het was de onenigheid tussen de meerderheidspartijen die aan de basis lag van zoveel verloren tijd en energie. Ik zelf ben de tel kwijt geraakt maar misschien weet collega Tant, voorzitter van de commissie voor het Bedrijfsleven, nog hoeveel maal het wetsontwerp op de agenda stond, maar de bespreking niet kon plaatsvinden omdat de meerderheid niet in aantal was. Het gebeurde vaak, dat weten wij wel. Ik moet mij evenwel onmiddellijk corrigeren want de leden van de VLD waren wel telkens present. Ik schiet niet, althans niet wat hun aanwezigheid betreft, op de Vlaamsliberale commissieleden. Ik heb het wel specifiek over de Franstalige meerderheidspartijen, in het bijzonder over de zusterpartij van de VLD, de MR.
Het stond nochtans in de sterren geschreven, collega's. Ik citeer even uit het verslag, meer bepaald de passage over de uitzonderingen op het auteursrecht, waar de heer Monfils, de woordvoerder van de MR in deze, stelde dat er bij de opsomming van de uitzonderingen op het auteursrecht twee benaderingen mogelijk zijn. Enerzijds, de noordelijke landen — en ik vermoed dat collega Monfils daarmee ook Vlaanderen bedoelt — die van mening zijn dat de auteurs van beschermde werken moeten gesubsidieerd worden door de overheid en liever teveel dan te weinig uitzonderingen zien. Anderzijds, de zuidelijke landen - ik meen te begrijpen dat de heer Monfils hiermee het Waalse landgedeelte bedoelt - die eerder de mening toegedaan zijn dat auteurs vergoed worden door een vorm van belasting — zoals door de heer Monfils gesteld — die wordt betaald, collega Lano, door de gebruikers.
Daarbij wordt minder aandacht besteed aan de uitzonderingen.
Het is klare taal. Dat mag worden gezegd. Het opende tegelijkertijd voor iedereen ook de ogen. Inderdaad, de MR zou in deze kwestie geen genoegen nemen met een evenwichtig ontwerp, waarbij de auteurs noch de gebruikers nadeel zouden ondervinden.
Uiteindelijk kwam het erop neer dat de Latijnse visie het heeft gehaald. De MR, de heer Monfils op kop, kan tevreden terugblikken op de gijzeling van de commissie, want een anti-Vlaams ontwerp ligt vandaag ter stemming. De euforie van de MR is rechtevenredig met de schaamte die de Vlaamse liberalen, minister Verwilghen op kop, zouden moeten ondervinden.
Ik verklaar mij nader.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Ladies and Gentlemen, it should have been easy. After all, who or what would bother a mere transposition into Belgian law of a European directive on copyright? Their
However, the discussion in the committee lasted more than eight months. To be precise, it lasted from 8 June 2004 to 17 February 2005. The delaying manoeuvres were not carried out by the opposition. On the contrary, it was the disagreement between the majority parties that was at the basis of so much lost time and energy. I myself lost the number but maybe colleague Tant, chairman of the committee for business, knows how many times the bill was on the agenda, but the discussion could not take place because the majority was not in number. It happened often, we know that. However, I need to correct myself immediately because the members of the VLD were always present. I am not shooting, at least not in terms of their presence, on the Flemish Liberal Commissioners. I am speaking specifically about the French-speaking majority parties, in particular about the sister party of the VLD, MR. Their
It was written in the stars, colleagues. I will quote a little from the report, more specifically the passage on the exceptions to copyright, where Mr Monfils, the spokesman of the MR in the report, stated that two approaches are possible in the listing of the exceptions to copyright. On the one hand, the northern countries — and I suspect colleague Monfils thus also meant Flanders — who believe that authors of protected works should be subsidised by the government and would rather see too many than too few exceptions. On the other hand, the southern countries — I think to understand that Mr. Monfils means the Wallish region — who have previously assumed that authors are compensated by a form of tax — as stated by Mr. Monfils — which is paid, colleague Lano, by the users.
At the same time, less attention is paid to exceptions.
It is clear language. That can be said. At the same time it also opened the eyes for everyone. Indeed, in this regard, the MR would not satisfy itself with a balanced design, in which neither the authors nor the users would suffer disadvantage.
In the end, it came to the conclusion that the Latin vision achieved it. The MR, Mr. Monfils at the head, can satisfiedly look back on the hostage of the committee, because an anti-Flemish draft is on the vote today. The euphoria of the MR is right proportionate to the shame that the Flemish liberals, Minister Verwilghen at the head, should experience.
I will explain myself more closely.
#34
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#35
Official text
Gelukkig, mijnheer Lano.
De Tijd titelde vandaag op de hoofdpagina: "Belastingen onder Verhofstadt niet gedaald." Ik verklaar mij nader.
Translated text
Thank you Mr Lano.
The Time titled today on the main page: "Taxes under Verhofstadt did not drop."
#36
Official text
(...
Translated text
( ... ...
#37
Official text
Mijnheer Lano, neem dan het woord, want op die manier hoor ik u niet.
Translated text
Mr. Lano, please take the word, because in this way I do not hear you.
#38
Official text
De VLD is, mag ik aannemen, altijd een "antibelastingpartij" geweest, mijnheer Lano, maar heeft met dit ontwerp alle principes overboord gegooid. Het meest illustrerend voorbeeld, collega Lano, is artikel 15 van het ontwerp, dat de taksen op de computers wil en kan mogelijk maken.
Laat mij daarover het volgende zeggen. Het Vlaams Belang is tegen de onderwerping van computers aan een vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik. Mijnheer Lano, u weet even goed als ik...
Translated text
The VLD has, I may assume, always been a "anti-tax party", Mr. Lano, but with this design has thrown all the principles overboard. The most illustrative example, colleague Lano, is Article 15 of the draft, which wants and can make the tax on the computers possible.
Let me say the following about this. The Flemish Interest is against the subject of computers to a fee for copying for own use. Mr. Lano, you know as well as I...
#39
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#40
Official text
Dat zullen we straks merken bij de stemming, mijnheer Lano. U weet even goed als ik dat dit de prijs van een gemiddelde computer zal doen toenemen en bovendien — en dat zou u als bedrijfsleider toch heel goed moeten beseffen — betekent het een verlies aan concurrentiekracht voor onze ondernemingen ten opzichte van de buitenlandse ondernemingen.
De digitale kloof die de VLD en de paarse regering zonodig wil verkleinen, wordt in feite met deze bepaling net vergroot. Alle gebruikers van pc's dreigen de prijs te moeten betalen. Als antibelastingpartij, collega Lano, collega's van de VLD, zult u zich bij de kiezer niet langer moeten profileren.
Ten slotte, wil ik het hebben over het amendement dat door de voorzitter van de commissie voor het Bedrijfsleven, collega Tant ondertekend was, maar dat ook — dat vergat mevrouw Van der Auwera te vermelden — in eerste instantie door leden van de Vlaamse meerderheid. Dat amendement werd ingediend op suggestie van de voorzitter van het Vlaams parlement, de heer De Batselier. De heer De Batselier heeft nu, na overleg met zijn eigen juridische diensten en trouwens ook in overleg met de andere deelparlementen, die zaak opnieuw aangekaart en zijn standpunt duidelijk gemaakt in zijn brief die hij op 1 maart jongstleden heeft gestuurd aan alle fractievoorzitters van het Vlaams parlement.
Het amendement komt er kort gezegd op neer dat de auteurs of andere rechthebbenden geen toestemming moeten verlenen voor de reproductie en publieke mededeling van hun werken ten behoeve van het goede verloop van parlementaire procedures. Dat amendement is volgens de heer De Batselier en volgens CD&V noodzakelijk om via intranet informatiedossiers ter beschikking te kunnen stellen van de parlementaire gemeenschap. Het amendement werd inderdaad — het is hier al gezegd — op voorstel van minister Verwilghen verworpen omdat het overbodig zou zijn. Ik hoor de minister nu verklaren dat er sinds 1994 nog geen enkele betwisting is ontstaan, maar, mijnheer de minister, ik heb altijd van mijn oma geleerd dat voorkomen beter is dan genezen. Niets staat in de weg dat amendement toch goed te keuren en in te schrijven in uw ontwerp, al was het maar om toekomstige betwistingen — tenzij u een glazen bol hebt — te voorkomen.
Ik heb gezien dat CD&V dat amendement opnieuw heeft ingediend en ter stemming voorlegt aan de plenaire vergadering. Wij van het Vlaams Belang zullen dat amendement steunen. Ik verwacht uiteraard hetzelfde van de partijgenoten van de heer De Batselier, de Vlaamse socialisten. En in feite verwacht ik ook de goedkeuring door de VLD daar zij in de commissie het amendement mee hebben ondertekend.
Collega's, mijnheer de minister, ik besluit met de cruciale vraag. Het is geen vraag van technische aard maar wel een vraag over de essentie, de kern, van de hele bespreking en van de tekst die hier vandaag ter stemming ligt. Het is een eenvoudige maar noodzakelijke vraag. Het is een waaromvraag. Waarom heeft de MR de commissiebesprekingen geboycot? Waarom heeft de MR de commissieleden van zowel meerderheid als oppositie zo lang kunnen gijzelen?
Waarom heeft de MR, bij monde van de heer Monfils, het net zo lang gespeeld tot hij zijn zin kreeg? Waarom, mijnheer de minister, collega's van de VLD, heeft u dat niet verhinderd en heeft u er niet voor kunnen zorgen dat hier vandaag een evenwichtiger ontwerp voorligt? Ligt het misschien aan de geheime afspraken en onderhandelingen die zich in achterkamertjes en buiten de commissiezaal hebben afgespeeld? Of ligt het misschien aan het feit dat de MR er een kans in ziet om een aantal politieke topbenoemingen door te voeren in een van de nog op te richten adviescommissies die de minister moeten adviseren op het vlak van de auteursrechten?
Het Vlaams Belang vindt het ongehoord dat de VLD hier volledig overstag gaat, haar principes verloochent en dat enkel maar omdat één Franstalige partij, de MR, dat eist. Mijnheer de minister, u hebt Vlaanderen een slechte dienst bewezen en tegelijkertijd aangetoond dat u zwicht voor chantage. Heel het spektakel dat we hebben meegemaakt, belooft niet veel goeds voor de toekomst.
Het Vlaams Belang zal daarom blijven toezien en aan de kaak blijven stellen dat de VLD onbetrouwbaar is. Of het nu gaat om principes van communautaire aard, of het nu gaat om het principe van de antibelastingen, de VLD verloochent keer op keer haar beloftes. Ook dat zullen wij wel uitleggen aan de kiezer.
Translated text
We will see this later in the vote, Mr. Lano. You know as well as I do that this will increase the price of an average computer and, moreover — and you as a business leader should be quite aware of that — it means a loss of competitiveness for our companies over foreign companies.
The digital divide that the VLD and the purple government want to reduce if necessary is in fact only enlarged by this provision. All PC users are threatening to pay the price. As an anti-tax party, colleague Lano, colleagues of the VLD, you will no longer have to profile yourself with the voters.
Finally, I would like to talk about the amendment that was signed by the Chairman of the Committee on Business, colleague Tant, but that also — which forgot to mention Mrs. Van der Auwera — was initially by members of the Flemish majority. This amendment was submitted at the suggestion of the Chairman of the Flemish Parliament, Mr. De Batselier. Mr. De Batselier has now, after consultation with his own legal services and, by the way, also in consultation with the other subparliaments, again addressed this matter and made his position clear in his letter that he sent on March 1st to all the group chairs of the Flemish Parliament.
In short, the amendment means that authors or other rightholders are not required to give permission for the reproduction and public communication of their works for the sake of the smooth running of parliamentary procedures. According to Mr De Batselier and CD&V, that amendment is necessary in order to make information files available to the parliamentary community via the intranet. The amendment was indeed rejected — it has already been said here — at the proposal of Minister Verwilghen because it would be superfluous. I hear the minister now stating that there has been no controversy since 1994 but, Mr. Minister, I have always learned from my grandmother that prevention is better than healing. Nothing prevents you from approving that amendment and incorporating it into your draft, even if it is only to prevent future disputes – unless you have a glass ball.
I have seen that CD&V has submitted that amendment again and is submitting it to the plenary session for voting. We of the Flemish Interest will support this amendment. I expect, of course, the same from the fellow party members of Mr. De Batselier, the Flemish socialists. And in fact, I also expect the approval of the VLD as they have signed the amendment in the committee.
Ladies and gentlemen, I conclude with the crucial question. It is not a question of a technical nature but rather a question of the essence, the essence, of the whole discussion and of the text that is being voted here today. It is a simple but necessary question. It is a why question. Why did he boycott the committee’s meetings? Why has the MR been able to hold both majority and opposition committee members hostage for so long?
Why did the MR, by Mr. Monfils’s mouth, play it for as long as he did? Why, Mr. Minister, colleagues of the VLD, have you not prevented this and have you not been able to ensure that a more balanced draft is presented here today? Could it be because of the secret arrangements and negotiations that took place in the back rooms and outside the committee room? Or is it probably because the MR sees an opportunity to carry out a number of political top appointments in one of the advisory committees still to be established that should advise the minister in the area of copyright?
The Flemish Interest finds it unheard of that the VLD here goes completely over, denies its principles and that only because one French-speaking party, the MR, demands it. Mr. Minister, you have shown Flanders a bad service and at the same time you have shown that you weigh for blackmail. The whole spectacle we have experienced does not promise much good for the future.
The Flemish Interest will therefore continue to monitor and continue to point out that the VLD is unreliable. Whether it is about principles of a community nature, or it is about the principle of anti-taxation, the VLD is repeatedly denying its promises. We will explain this to the voters.
#41
Official text
Monsieur le président, je voudrais commencer par féliciter le président de la commission pour sa patience. Effectivement, monsieurTant, n'a-t-on pas dû attendre longtemps avant de pouvoir enfin commencer la discussion sur la transposition de cette directive? Combien de fois Mme Van der Auwera, moi-même, certains membres de la majorité — mais jamais tous ensemble — n'étions-nous pas présents pour pouvoir discuter de ce texte? Monsieur le président de la commission, je vous dis bravo pour votre patience.
Je vous félicite également, car M. De Croo ne peut manifestement pas le faire pour le moment, d'avoir défendu les présidents des différents parlements de notre pays. Je le fais au nom du président de la Chambre.
En effet, un amendement avait été déposé et visait à instaurer une vraie sécurité juridique, car c'est de cela dont il est question. On nous dit que cela ne s'est jamais produit, qu'on n'en a jamais parlé. Cela ne changeait rien d'insérer cette exception pour les différents parlements nationaux dans le texte de la loi, la directive nous permettait de le faire. Il y avait une inquiétude de la part des présidents des différents parlements nationaux et il aurait été plus prudent d'insérer cet amendement dans notre texte. Mme Van der Auwera parlait de clarté du texte, de sécurité juridique. Sur base de ces principes, nous aurions dû insérer cet amendement dans le texte. Voilà ce que je voulais dire au président de la commission.
De quoi devions-nous parler dans cette commission? Nous devions transposer une directive européenne qui voulait harmoniser les dispositions nationales concernant les droits d'auteur et les droits voisins. Vous savez tous que nous ne sommes plus dans un système basé sur la technologie de Gutenberg, nous sommes dans un système basé sur la technologie de Bill Gates. Donc, avec ces nouvelles technologies que nous découvrons tous les jours, il était temps de transposer cette directive européenne. Nous n'avions pas le choix et nous l'avons fait avec un retard certain.
Ce texte comprend quatre éléments essentiels.
1. Le champ des composantes essentielles du droit d'auteur. 2. Les exceptions. 3. La rémunération équitable pour les copies privées et la question des ordinateurs. 4. Le volet juridique au niveau du "copy control" et du marquage ainsi que des sanctions pénales.
Je ne vais pas m'étendre sur la portée du droit d'auteur étant donné qu'il y a un certain consensus sur cette question. Nous avons décidé d'étendre cette portée, d'inclure clairement et de mentionner le droit de distribution. De ce côté, une plus grande certitude est insérée, la directive européenne a l'avantage de clarifier la situation.
En ce qui concerne les exceptions — le sujet n'a pas encore été abordé à cette tribune -, la directive était là aussi très claire. L'article 5.5 de la directive, dans le cadre de l'analyse de ces exceptions au droit d'auteur, insérait ce fameux "triple test", ce test en trois étapes. Le texte de la directive est clair: comme l'a rappelé tout à l'heure M. Monfils, 19 exceptions étaient proposées. Dans l'énumération de ces exceptions, une latitude était laissée aux différents Etats pour la transposition dans leur législation.
Mais sur la manière dont ces exceptions devaient être prises en compte, la directive était claire: si une exception était insérée, il fallait y joindre ce triple test, c'est-à-dire que les exceptions ne pouvaient être appliquées que dans certains cas spéciaux, elles ne pouvaient pas porter atteinte à l'exploitation normale des oeuvres et elles ne pouvaient pas causer un préjudice injustifié aux intérêts légitimes des titulaires des droits.
Monsieur le ministre, votre réponse concernant cette insertion du triple test était: "Attention, cela instaurera une insécurité juridique plus grande!" Peut-être bien, monsieur le ministre, mais pour ma part, même si ce triple test instaure une insécurité juridique, il est plus juste parce qu'il permet une plus grande latitude. Peu importe, le texte de la directive est clair et limpide sur cette question: nous devions transposer ce triple test dans le cadre des exceptions.
J'en arrive aux exceptions elles-mêmes. Je ne reviendrai pas sur toutes les exceptions listées, mais sur celle rappelée tout à l'heure par Mme Van der Auwera, concernant les universités - on aurait peut-être pu aller plus loin - ou sur l'exception pour les parlements qui a été défendue par tous les parlements de Belgique. La directive nous permettait de le faire, nous pouvions assurer une sécurité juridique plus grande. Je ne comprends toujours pas pourquoi cela n'a pas été instauré, d'autant plus que les services avaient rendu une note plutôt positive.
Les exceptions ne sont donc pas le coeur du problème. Des progrès ont été réalisés. Je souligne une fois encore le travail réalisé par Mme Van der Auwera. M. Monfils a l'air de lui reprocher de s'approprier nombre de propositions dans le cadre des discussions. Mais qui pourrait dire que Mme Van der Auwera n'a pas participé aux travaux et n'a pas proposé elle-même des exceptions? Je pense que des avancées ont aussi été permises grâce à son travail. Nous aurions préféré aller un peu plus loin dans certains domaines: le nonmarchand, les universités, les parlements, par exemple.
J'en arrive au mécanisme de rémunération pour copies privées et à la reprographie. Il fallait tout d'abord connaître le type de supports qui seraient touchés par cette taxe et qui devraient entraîner cette rétribution à retourner aux auteurs.
Quels étaient les types de support? Tous les supports utilisables pour la reproduction d'oeuvres. Tout pouvait donc être inclus. On parlait de gsm tout à l'heure. Ceux-ci sont utilisables pour la reproduction d'oeuvres. Laisser en l'état le texte actuel était donc dangereux.
La première proposition du ministre était "l'utilisation significative". Selon nous, c'était aller trop loin dans l'autre sens. Cela laissait une marge de manoeuvre trop faible. Il faut que la charge de la preuve incombe à celui qui souhaite bénéficier de la rétribution sur le support. Un texte a donc été proposé, celui de "manifestement utilisé pour la reproduction privée d'oeuvres". Est-ce bon? Est-ce mauvais? Il est peut-être tôt pour le dire. Vous savez comme moi que les termes comme "manifestement" et "utilisé" sont suffisamment larges pour pouvoir être interprétés dans un sens ou dans un autre. C'est la raison pour laquelle — et nous voulons souligner ce point positif — un certain nombre de mécanismes permettent d'encadrer la discussion. Ainsi, la commission d'avis a été insérée dans la loi et des délais lui ont été imposés pour prendre ses décisions. Il s'agit là d'une avancée significative. En effet, c'est cette commission qui devra statuer sur le caractère "manifestement utilisé" du support ou non, ce dans un délai déterminé.
Lorsque ce délai sera dépassé, il vous appartiendra, monsieur le ministre, de décider si oui ou non un support est "manifestement utilisé" pour la copie. Je serais tenté de vous souhaiter bonne chance car ce ne sera pas facile. Vous l'avez constaté car vous étiez là, monsieur le ministre, la majorité n'était pas souvent présente lors des séances de commission. Vous avez pu constater que votre majorité a eu beaucoup de mal à définir ce qui est manifestement utilisé pour la copie.
J'espère que la commission pourra apporter une réponse car il y va de l'intérêt de tous. Mais lorsqu'elle n'arrivera pas à rendre son avis dans un délai de six mois et que vous devrez trouver une solution, votre responsabilité sera lourde. Comme on a déjà pu le voir, il ne vous sera pas toujours facile de trouver une cohérence au sein de votre majorité.
J'en arrive au deuxième volet de la copie privée: l'ordinateur. On en a déjà parlé et on en parle encore beaucoup. J'attends avec beaucoup d'intérêt le vote, qui aura lieu tout à l'heure, sur l'amendement déposé par Mme Van der Auwera. Je suis impatient de connaître le vote du sp.a-spirit sur ce texte.
Je suis également impatient de voir le vote de M. Tommelein sur ce texte. Ayant entendu son intervention, je me dis qu'il va se jeter sur l'amendement de Mme Van der Auwera et qu'il va l'approuver avec conviction.
En fait, que pense le cdH? Bien sûr, nous sommes contre une taxation qui viserait à pénaliser les personnes qui ne copient pas. Nous sommes contre une taxation qui serait imposée aux entreprises alors qu'elles n'utilisent pas l'ordinateur pour copier. Mais nous pensons aussi que l'on ne peut pas partir de la pétition de principe que l'ordinateur, quoi que l'on en fasse, doit sortir du champ d'application. Selon nous, l'ordinateur, tout comme une machine, ne peut pas être exclu du champ d'application. Pourquoi lui et pas un autre? Par contre, si l'utilisation de l'ordinateur ne vise pas à copier, alors il faut l'exclure.
Des amendements ont été déposés assez tardivement, quand un consensus s'est dégagé. Il a fallu les voter très vite, peut-être par peur que ce consensus n'existe plus une semaine après! Ces amendements avaient l'avantage de proposer un compromis, de trouver cette ligne médiane qui consistait à dire que l'on ne pouvait pas partir de la pétition de principe que l'ordinateur ne peut pas faire partie des supports qui servent à copier. Cependant, l'ordinateur est un appareil spécifique. Il doit donc avoir un traitement différencié mais proportionné. Le fait de l'exclure purement et simplement eût été un traitement différencié mais non proportionné.
L'ordinateur bénéficie, en quelque sorte, d'un régime spécial. En effet, il faut un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres - et non un arrêté ministériel - et cet avis de la Commission consultative pour que l'ordinateur puisse être considéré comme un support manifestement utilisé en vue de copier. Il y a donc une sauvegarde supplémentaire pour l'ordinateur pour qu'il puisse être considéré comme un appareil manifestement utilisé pour la copie. De plus, il y a ce mécanisme de remboursement et d'exonération des redevances pour ceux qui utilisent l'ordinateur non pas à des fins de copie mais à d'autres fins.
Monsieur Deseyn, vous avez devant vous un ordinateur. Je suppose que vous n'êtes pas en train de copier! Vous faites la preuve par a + b que l'ordinateur n'est pas utilisé uniquement pour la copie! L'ordinateur ne peut être exclu par principe. Par ailleurs, on doit comprendre que l'ordinateur est de temps en temps et même principalement utilisé à d'autres fins que celle de la copie. Il doit donc bénéficier de ce traitement différencié. Ce traitement me semble plus juste étant donné que l'on parle de son utilisation, de la manière dont il est utilisé et non du support lui-même. C'est la raison pour laquelle nous pouvons marquer notre accord sur le principe. A cet égard, monsieur le ministre, je vous souhaite bonne chance, car il ne sera pas facile d'inscrire l'ordinateur dans les supports utilisés. Comment déterminer les personnes, les entreprises, les indépendants, etc. qui peuvent bénéficier de cette exonération, de ce remboursement? C'est ce point qui ne nous permettra pas d'approuver ce projet.
J'en arrive à la relation entre l'exception pour copies privées et les mesures techniques. Il est utile de le rappeler, on aurait dû instaurer dans ce texte cette possibilité pour toute personne d'exercer ce droit à une copie privée, de pouvoir rendre cette copie privée effective. A cet égard, nous pensons que le texte ne va pas suffisamment loin. Par contre, au niveau des sanctions pénales, les évolutions du texte ont été mieux proportionnées. La sanction prévue actuellement répond à cette nécessité de punir un vrai pirate, une personne qui fait de la copie illicite, mais en même temps de laisser une certaine latitude aux personnes qui copient à des fins privées ou qui se situent juste à la limite sans être de vrais pirates de l'information.
Je conclurai, monsieur le ministre, sur cette notion de bonne chance. Qu'a—t-on fait dans l'analyse de ce projet de loi? On a trouvé des solutions de compromis. On a trouvé des solutions médianes, certes. Mais les vrais dossiers qui "fâchaient", on vous les a laissés. C'est à vous qu'il appartiendra de déterminer si l'ordinateur est oui ou non illicitement utilisé, de rétribuer les auteurs, d'exonérer certains ordinateurs. Lorsque vous allez devoir mettre tous ces systèmes en place, dans le cadre d'arrêtés royaux ou ministériels sous votre responsabilité, les discussions que nous avons eues pendant ces derniers mois vont refaire surface, mais cette fois au sein du gouvernement.
Par conséquent, je crains que ce projet n'instaure une plus grande insécurité juridique qu'aujourd'hui. En effet, par manque de cohérence, de volonté politique, d'une même aspiration, d'une même vision dans ce dossier, nous risquons, demain, d'être davantage bloqués qu'aujourd'hui, mais à nouveau je vous dis "bonne chance!"
Translated text
First of all, I would like to congratulate the President for his patience. Indeed, Mr.Tant, did we not have to wait a long time before we could finally begin the discussion on the transposition of this directive? How many times Mrs. Van der Auwera, myself, some members of the majority — but never all together — were we not present to be able to discuss this text? Congratulations on your patience.
I would also like to congratulate you, because Mr. De Croo obviously cannot do so at the moment, having defended the presidents of the various parliaments of our country. I do it on behalf of the President of the House.
Indeed, an amendment had been submitted and aimed at establishing real legal certainty, because that is what we are talking about. We are told that this has never happened, that we have never talked about it. It did not change anything to include this exception for the different national parliaments in the text of the law, the directive allowed us to do so. There was concern from the presidents of the various national parliaments and it would have been more cautious to include this amendment in our text. Ms. Van der Auwera spoke of clarity of the text, legal certainty. On the basis of these principles, we should have included this amendment in the text. This is what I wanted to say to the President of the Commission.
What should we talk about in this committee? We had to transpose a European directive that wanted to harmonise national provisions on copyright and related rights. You all know that we are no longer in a system based on the technology of Gutenberg, we are in a system based on the technology of Bill Gates. So, with these new technologies that we discover every day, it was time to transpose this European directive. We had no choice and we did it with a certain delay.
This document contains four essential elements.
1 of 1. The scope of the essential components of copyright. 2 of 2. and the exceptions. 3 of 3. The fair remuneration for private copies and the issue of computers. 4 of 4. The legal aspect of “copy control” and marking as well as criminal sanctions.
I will not extend on the scope of copyright because there is some consensus on this issue. We decided to extend this scope, to clearly include and mention the right of distribution. On the other side, a greater certainty is inserted, the European directive has the advantage of clarifying the situation.
Regarding the exceptions — the subject has not yet been addressed in this tribune — the directive was there too very clear. Article 5.5 of the Directive, as part of the analysis of these exceptions to copyright, included this famous "triple test", this three-stage test. The text of the directive is clear: as recently reminded Mr. Monfils, 19 exceptions were proposed. In the enumeration of these exceptions, a latitude was left to the different States for transposition into their legislation.
However, as regards how those exceptions should be taken into account, the directive was clear: if an exception was inserted, this triple test had to be accompanied, that is, that the exceptions could only be applied in certain special cases, they could not impair the normal exploitation of the works and they could not cause unjustified harm to the legitimate interests of the rightholders.
Mr. Minister, your answer regarding this insertion of the triple test was: "Attention, this will create greater legal uncertainty!"Maybe well, Mr. Minister, but for my part, even if this triple test introduces legal uncertainty, it is more just because it allows a greater latitude. No matter what, the text of the directive is clear and clear on this issue: we had to transpose this triple test within the framework of the exceptions.
I come to the exceptions themselves. I will not go back on all the exceptions listed, but on the one recalled recently by Ms. Van der Auwera, concerning universities – we might have been able to go further – or on the exception for parliaments that has been defended by all the parliaments of Belgium. The directive allowed us to do so, we could provide greater legal certainty. I still do not understand why this was not introduced, especially since the services had given a rather positive rating.
Exceptions are not the heart of the problem. Progress has been made. I would like to emphasize again the work done by Ms. Van der Auwera. by Mr. Monfils seems to blame him for appropriating many proposals as part of the discussions. But who could say that Ms. Van der Auwera did not participate in the work and did not propose exceptions herself? I think progress has also been made through his work. We would have preferred to go a little further in certain areas: the non-market, universities, parliaments, for example.
I come to the remuneration mechanism for private copies and reprographics. First, it was necessary to know the type of supports that would be affected by this tax and which should result in this remuneration to return to the authors.
What are the types of support? All materials used for the reproduction of works. Everything could be included. We talked about GSM before. These can be used for the reproduction of works. Therefore, leaving the current text in the state was dangerous.
The first proposal of the minister was “significant use”. I thought it was going too far in the other direction. This leaves too little room for manoeuvre. The burden of proof must be borne by the person who wishes to benefit from the reward on the support. A text was therefore proposed, that of "manifestly used for private reproduction of works". Is it good? Is it bad? Per ⁇ it is too early to say it. You know like me that terms like “manifestly” and “used” are wide enough to be interpreted in one sense or another. That is why — and we want to emphasize this positive point — a number of mechanisms enable the discussion to be framed. Thus, the opinion committee was inserted into the law and time limits were imposed on it to make its decisions. This is a significant advance. Indeed, it is this commission that will have to decide on the character "manifestly used" of the support or not, this within a specified period.
When this period is exceeded, it will be up to you, Mr. Minister, to decide whether or not a medium is "manifestly used" for the copy. I would be tempted to wish you good luck because it will not be easy. You noticed it because you were there, Mr. Minister, the majority was not often present at committee meetings. You may have found that your majority had a lot of trouble defining what is obviously used for copying.
I hope that the Commission will be able to provide an answer because it is in the interests of all. But when she fails to give her opinion within six months and you have to find a solution, your responsibility will be heavy. As we have already seen, it will not always be easy for you to find consistency within your majority.
I come to the second part of the private copy: the computer. We have already talked about it and we are still talking about it a lot. I look forward to the vote, which will take place soon, on the amendment submitted by Mrs Van der Auwera. I am looking forward to the sp.a-spirit vote on this text.
I am also looking forward to the vote. Tommelin on this text. Having heard his speech, I say to myself that he will throw himself on Mrs Van der Auwera’s amendment and that he will approve it with conviction.
What does the CDH think? Of course, we are against a tax that would aim to penalize those who do not copy. We are against a tax that would be imposed on companies when they do not use the computer to copy. But we also believe that one cannot start from the principle petition that the computer, whatever one does, must be out of the scope of application. In our view, the computer, just like a machine, cannot be excluded from the scope of application. Why him and not another? On the other hand, if the use of the computer is not aimed at copying, then it must be excluded.
Amendments were submitted quite late, when a consensus emerged. We had to vote them very quickly, ⁇ because of fear that this consensus no longer exists a week later! These amendments had the advantage of proposing a compromise, of finding that middle line which consisted in saying that one could not start from the principle petition that the computer cannot be part of the media that serves to copy. However, the computer is a specific device. It should be treated in a differentiated but proportionate manner. The fact of excluding it purely and simply would have been a differentiated but disproportionate treatment.
The computer, in some way, has a special regime. Indeed, a deliberate royal decree in the Council of Ministers – and not a ministerial decree – and this opinion of the Advisory Commission is required so that the computer can be considered as a medium clearly used for copying. There is therefore an additional backup for the computer so that it can be considered as a device obviously used for copying. In addition, there is this refund and fee-free mechanism for those who use the computer not for copying purposes but for other purposes.
Mr Deseyn, you have a computer in front of you. I guess you are not copying. You prove by a + b that the computer is not only used for copying! The computer cannot be excluded by principle. Furthermore, one must understand that the computer is from time to time and even mainly used for purposes other than that of copying. They must therefore benefit from this differentiated treatment. This treatment seems to me more just given that we are talking about its use, the way it is used, and not the support itself. That is why we can sign our agreement on the principle. In this regard, Mr. Minister, I wish you good luck, as it will not be easy to register the computer in the media used. How to determine individuals, ⁇ , self-employed, etc. Who can benefit from this exemption, this refund? This is the point that will not allow us to approve this project.
I come to the relationship between the exclusion for private copies and technical measures. It is worth recalling that it should have been established in this text the possibility for any person to exercise this right to a private copy, to be able to make this private copy effective. In this regard, we believe that the text does not go far enough. On the other hand, in terms of criminal sanctions, the developments in the text have been more proportionate. The sanction currently envisaged responds to this need to punish a true pirate, a person who makes the illicit copy, but at the same time to leave a certain breadth to those who copy for private purposes or who are just at the limit without being real pirates of information.
I will conclude, Mr. Minister, on this notion of good luck. What has been done in the analysis of this bill? There were compromising solutions. There are medium-sized solutions. But the real files that were “irritating” were left to you. It is up to you to determine whether or not the computer is illegally used, to remunerate the authors, to exempt certain computers. When you are going to have to put all these systems in place, as part of royal or ministerial decisions under your responsibility, the discussions we have had over the past few months will reappear, but this time within the government.
Therefore, I fear that this project will create greater legal uncertainty than it does today. Indeed, by lack of coherence, political will, of the same aspiration, of the same vision in this case, we risk, tomorrow, to be more blocked than today, but again I say to you "happy luck!"
#42
Official text
Mijnheer de voorzitter, aan mij zal het zeker niet liggen. Ik ben het gewoon om kort en krachtig te zijn; ik ben dan ook geen jurist.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik denk dat de nieuwe auteurswet, die hier voor ons ligt, een belangrijke wet is om inderdaad onze oude wet aan te passen aan de nieuwe technologieën. Ik denk ook, in tegenstelling tot sommige anderen hier in het halfrond, dat wij een goede discussie gevoerd hebben, af en toe een gepassioneerde discussie. Gelukkig maar, gelukkig dat er nog passies en emoties kunnen zijn in het Parlement, waar zouden we anders naartoe gaan?
Ik denk inderdaad dat aan het oorspronkelijk ontwerp, zoals het voorlag in de commissie, serieuze verbeteringen zijn aangebracht. Daartoe heeft iedereen zijn steentje bijgedragen, zowel meerderheid als oppositie.
Wij hebben inderdaad een oplossing gevonden voor het onderwijs, voor de muziekpartituren, voor de powerpoints en zelfs voor de privékopie. Ik wil dus toch ontkrachten wat sommige collega's hier hebben gezegd, dat die wet op niets trekt en dat er voor niets een oplossing gevonden is. Niets is minder waar. Ik denk dat wij voor tal van zaken heel goede oplossingen gevonden hebben. Als er op deze tribune verklaard wordt dat powerpoints niet meer mogelijk zijn in het onderwijs, dan zijn dat gewoon platte onwaarheden. I'm very sorry. Uiteraard, elke fractie heeft recht op zijn mening. Maar de waarheid heeft ook zijn rechten.
Kunstenaars in het algemeen en auteurs in het bijzonder liggen ons als socialisten erg nauw aan het hart. Het is dan ook niet voor niets dat wij het statuut van de kunstenaar hebben gemaakt.
Translated text
Mr. Speaker, it will ⁇ not lie to me. I’m just to be short and powerful; I’m not a lawyer.
Mr. Speaker, Mr. Minister, Colleagues, I think that the new copyright law, which lies here before us, is an important law to actually adapt our old law to the new technologies. I also think, unlike some others here in the hemisphere, that we have had a good discussion, occasionally a passionate discussion. Fortunately but, fortunately that there can still be passions and emotions in Parliament, where else would we go?
Indeed, I believe that the original design, such as the preamble in the committee, has been substantially improved. Everyone has contributed, both the majority and the opposition.
We have indeed found a solution for education, for the music partitions, for the powerpoints and even for the private copy. So I would like to disprove what some colleagues have said here, that that law is nothing and that a solution has been found for nothing. Nothing is less true. I think we have found very good solutions for many things. If on this tribune it is stated that powerpoints are no longer possible in education, then these are just flat lies. I’m very sorry. Of course, every group has the right to have its opinion. But the truth also has its rights.
Artists in general and authors in particular are very close to our hearts as socialists. It is therefore not for nothing that we have created the statute of the artist.
#43
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wens collega De Meyer te onderbreken.
Mevrouw De Meyer, u spreekt over platte leugens.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to interrupt Mr. De Meyer.
Mrs. De Meyer, you are talking about flat lies.
#44
Official text
Mevrouw Van der Auwera, dat is geen parlementair woord. U moet iets anders vinden.
Translated text
Mrs. Van der Auwera, that is not a parliamentary word. You have to find something else.
#45
Official text
Mijnheer de voorzitter, de praktijk komt wel op hetzelfde neer. Mevrouw De Meyer gebruikt dat woord wel.
Mevrouw De Meyer, ik wil even het volgende zeggen. Hebt u de amendementen juist gelezen? De amendementen die wij hebben ingediend, voorzien expliciet in de uitzondering voor het onderwijs, op alle fronten. Als u ziet wat er van die amendementen uiteindelijk terechtgekomen is, dan zitten wij weer met een heel groot interpretatieprobleem.
Wij zullen zien wat u straks zult doen bij de stemming over de amendementen. Aan wat u zonet zei, hecht ik de waarde die ik ook hecht aan andere verklaringen die u publiekelijk aflegt. Wij zullen straks, bij de stemming, zien wat u uiteindelijk zult doen.
Translated text
The practice is the same. Mrs. De Meyer uses that word.
Mrs. De Meyer, I want to say the following. Have you read the amendments correctly? The amendments we have submitted explicitly provide for the exception for education, on all fronts. If you see what these amendments eventually ended up with, then we are again facing a very large interpretation problem.
We will see what you will do later in the voting on the amendments. To what you recently said, I attach the value that I also attach to other statements you make publicly. We will later, at the vote, see what you will ultimately do.
#46
Official text
Mevrouw Van der Auwera, bedankt voor die specificatie. Ik ben het niet eens met wat u zegt. Er is wel degelijk een goede oplossing voor het onderwijs, voor powerpoints en al wat daarmee samenhangt. Op dat vlak verschillen wij van mening. Wij volgen daarin de eminente jurist die voor mij zit, de heer Verwilghen, die ook nog minister van Justitie geweest is. Laten wij er vanuit gaan dat hij er toch iets van kent.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik sprak over de auteurs, die ons erg nauw aan het hart liggen. Wij zijn het dan ook volmondig eens met een heffing op lege cd's en op lege dvd's om de creatieve arbeid, met name van onze auteurs, te vergoeden.
Daar zijn wij het volledig mee eens. Wij vinden het aan de andere kant ook heel belangrijk dat zoveel mogelijk mensen kunnen genieten van kunst en cultuur. Voor ons is belangrijk dat kunst niet elitair is, dat kunst maximaal wordt gespreid over zoveel mogelijk mensen en effectief onderdeel uitmaakt van een mensenleven. Als socialisten zijn wij daarom niet alleen voor brood, maar ook voor rozen. Wij menen dat nieuwe technologieën enorm kunnen bijdragen tot het verder verspreiden en democratiseren van deze cultuur.
Wij zijn dan ook erg blij dat het voorliggende ontwerp, in tegenstelling tot wat voor waar wordt verteld in dit halfrond, wel degelijk nog altijd de privé-kopie gedoogt. Er is geen enkele vervolging van de jongere of de oudere jongere onder ons die erin slaagt om de veiligheidscode van een cd te breken, als het is om voor zichzelf een kopietje te maken om af te spelen op kot, in de auto of wie weet waar. Daar staat inderdaad als tegengewicht tegenover dat de industrie alles uit de kast mag halen om haar cd's maximaal te beveiligen. Dat lijkt ons een gezonde attitude en een gezonde mix.
Wat mij vooral stoort en wat hier opnieuw gebeurt in dit halfrond, is dat men voortdurend een amalgaam maakt tussen legaal en illegaal kopiëren. Er is een fundamenteel verschil tussen beide en ik aanvaard niet dat dit voortdurend op een hoop wordt gegooid. Dat is totaal onjuist. Waar wij voor staan is dat er alles aan moet worden gedaan om illegaal kopiëren te vermijden. Dat zorgt er inderdaad voor dat kunstenaars niet krijgen waarop zij recht hebben. Wij vinden inderdaad dat er massaal campagne moet worden gevoerd, ook bij jongeren, tegen illegaal kopiëren. Laten wij evenwel alle ruimte geven aan legaal downloaden, want dat bevordert precies de cultuurspreiding.
Translated text
Mrs Van der Auwera, thank you for that specification. I disagree with what you say. There is indeed a good solution for education, for powerpoints and everything related to it. In this regard, we differ in opinion. We follow the eminent lawyer who sits in front of me, Mr. Verwilghen, who has also been Minister of Justice. Let us assume that he knows something about it.
Mr. Speaker, colleagues, I spoke about the authors, who are very close to our heart. We therefore fully agree to a tax on empty CDs and empty DVDs to compensate for the creative work, especially of our authors.
We fully agree with this. On the other hand, we also find it very important that as many people as possible can enjoy art and culture. For us, it is important that art is not elite, that art is spread to as many people as possible and is an effective part of a human life. As socialists, we are therefore not only for bread, but also for roses. We believe that new technologies can greatly contribute to the further spread and democratization of this culture. Their
We are therefore very pleased that the present design, contrary to what is told in this hemisphere, does indeed still dust the private copy. There is no single persecution of the younger or older younger among us who manages to break the security code of a CD, if it is to make a copy for themselves to play on shit, in the car or who knows where. There is indeed a counterweight to the fact that the industry can take everything out of the closet to protect its CDs as much as possible. That seems to us a healthy attitude and a healthy mix.
What most disturbs me, and what is happening here again in this hemisphere, is that one is constantly making an amalgam between legal and illegal copying. There is a fundamental difference between the two and I do not accept that this is constantly thrown on a bunch. That is completely incorrect. What we advocate is that everything must be done to avoid illegal copying. This means that artists do not get what they are entitled to. We believe that there should be a massive campaign, including among young people, against illegal copying. Let us, however, give all room to legal downloads, because that promotes precisely the spread of culture.
#47
Official text
Mevrouw De Meyer, ik had het leuk gevonden, mocht u dit betoog ook in de commissie hebben gehouden, want daar volhardde u in stilzwijgen. Wij hebben constant het verschil gemaakt tussen een privé-kopie voor eigen gebruik, wat nog altijd een uitzondering is, in tegenstelling inderdaad tot illegaal downloaden. De oplossing die wij nu hebben is een soort van gedoogbeleid en ik vraag mij af waar dat toe leidt, want uiteindelijk zijn wij helemaal niet tot een duidelijke oplossing voor dit probleem gekomen. We zullen straks zien hoe u daarover zult stemmen. Ik hecht net zo min belang aan de woorden die u hier uitspreekt als aan de woorden die u op straat en ten aanzien van de pers uitspreekt. Wij zullen eens zien hoe u straks uw stemgedrag kunt verklaren.
Translated text
Mrs. De Meyer, I would have liked if you had held this argument also in the committee, because there you persisted in silence. We have constantly made the difference between a private copy for personal use, which is still an exception, in contrast indeed to illegal downloads. The solution we now have is a kind of dough policy and I wonder what it leads to, because ultimately we have not come to a clear solution to this problem at all. We will soon see how you will vote on it. I attach as little importance to the words you speak here as to the words you speak on the streets and in relation to the press. We will see how you can explain your voting behavior later.
#48
Official text
Mevrouw Van der Auwera, het is simpel: een gedoogbeleid betekent dat je het mag doen. Ik weet niet of daar een andere uitleg voor is, maar dat betekent dat je het mag doen.
In verband met heel de downloadhistorie is het voor ons erg belangrijk dat inderdaad de vergoeding bij de kunstenaar zelf terechtkomt. Daarin ben ik het volledig eens met al wie hier heeft gepleit voor meer transparantie bij de beheersvennootschappen en de vertegenwoordigers van de auteurs. Daar moet nu eens duidelijkheid komen. Heel duidelijk moet zijn dat het geld terechtkomt bij degenen die ervoor gewerkt hebben, maar niet bij alle tussenpersonen die het God weet waarvoor aanwenden.
Waar wij het inderdaad niet mee eens zijn, daar kom ik op het pijnpunt, is de fameuze pc-taks. Ik heb daarnet mevrouw Van der Auwera uitgedaagd om aan te tonen in welk artikel staat dat wij voor de pc-taks zijn. Zij zegt dat wij nu onze staart intrekken. Ik heb geen staart, ik kan hem dus niet intrekken. Wij waren, wij zijn en wij zullen tegen de pc-taks blijven. Zo simpel is het. Wij vinden dit inderdaad een domme taks omdat wij inderdaad vinden dat het een taks is die iedereen treft, ook de mensen die niet kopiëren. Daarover zijn wij het eens. Volgens ons kan dat niet omdat het een te algemeen instrument is om het beoogde doel, namelijk een faire vergoeding voor de auteur, te bereiken. Inderdaad, een pc-taks verhoogt de kostprijs van de pc's. Daar rijst het probleem van de digitale kloof. Wij worden daarin gesteund door een recent Europees rapport waarin inderdaad staat dat de kostprijs van de pc's een belangrijk element is voor de verdere internetpenetratie bij lagere inkomensklassen. Dat is iets waarover wij als socialisten bezorgd zijn. Ik denk dat dat normaal is. De cijfers over de internetpenetratie in ons eigen land blijven een achterstand tonen voor ouderen en laaggeschoolden en daaraan willen wij absoluut iets doen. Vandaar verschillen wij inderdaad van mening over de pc-taks. Wij staan daarin niet alleen. Ook UNIZO en Agoria steunen ons daarin, evenals de computerdealers, de elektrobranche en TestAankoop. Als een site zoals geenpctaks.be erin slaagt om in iets minder dan een week 9.000 handtekeningen te verzamelen is dat niet niets. Dat toont inderdaad aan dat er een draagvlak voor is en dat mensen hierover bezorgd zijn.
Translated text
Mrs. Van der Auwera, it is simple: a dog policy means you are allowed to do it. I don’t know if there is another explanation for that, but that means you can do it. Their
In connection with the entire download history, it is very important for us that indeed the compensation goes to the artist himself. In this, I fully agree with all who here have pledged for more transparency with the management companies and the representatives of the authors. This needs to be clarified now. It must be very clear that the money goes to those who worked for it, but not to all the intermediaries who God knows what to use for. Their
What we really disagree with, where I come to the pain point, is the famous PC-tax. I just challenged Mrs. Van der Auwera to show in which article it is stated that we are for the PC task. She says we are now pulling off our tail. I don’t have a tail, so I can’t pull it. We were, we are and we will remain against the PC tax. So simple is it. We find this indeed a stupid tax because we indeed think it is a tax that affects everyone, even those who do not copy. We agree on this. In our view, this is not possible because it is a too general tool to ⁇ the intended goal, namely a fair remuneration for the author. Indeed, a PC charge increases the cost of the PCs. This is the problem of the digital gap. We are supported in this by a recent European report which indeed states that the cost of PCs is an important element for the further internet penetration in lower income classes. This is something we as socialists are concerned about. I think that is normal. The figures on internet penetration in our home country continue to show a lag behind for the elderly and low-skilled and we absolutely want to do something about this. Therefore, we have different opinions about the PC tax. We are not alone in this. UNIZO and Agoria also support us in this, as well as the computer dealers, the electrical industry and TestAbuy. If a site like notpctaks.be manages to collect 9,000 signatures in just under a week, that is nothing. This shows that there is support for it and that people are concerned about it.
#49
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik deel de mening van mevrouw De Meyer een beetje. Zij en mevrouw Van der Auwera zijn allebei gepassioneerd over het onderwerp. Het is bijna plezant om te horen. Over wat praat men? Over een taks die men niet zal invoeren en waarover ik zelf lees in de pers dat ze maximaal een paar tientallen euro zou bedragen. Tien jaar geleden kostte een computer met 512K 3.000 euro. Nu kost een computer die 220 keer sterker is met 2,2 Giga 1.500 euro. Men heeft in 10 jaar de prijs gehalveerd, de capaciteit 200 keer verhoogd en nu praat men over een prul van niets.
Translated text
Mr. Speaker, I share the opinion of Mrs. De Meyer a little. She and Mrs. Van der Auwera are both passionate about the subject. It is almost pleasant to hear. What are they talking about? About a tax that one will not introduce and about which I myself read in the press that it would amount to a maximum of a few dozen euros. Ten years ago, a computer with 512K cost 3,000 euros. Now a computer that is 220 times more powerful with 2.2 Giga costs 1,500 euros. In 10 years the price has been halved, the capacity has been increased 200 times, and now we are talking about a lot of nothing.
#50
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw De Meyer heeft reeds een aantal malen verwezen naar groeperingen die CD&V steunen. Ze vermeldt onder meer UNIZO.
Mevrouw De Meyer, u zegt niet "steunt mij" maar "steunt ons". Ik vermoed dat u onze fractie bedoelt. Betekent het dat u "ons" zult steunen en het CD&V-amendement zult goedkeuren. Zo niet, is het spreekwoord "luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden van toepassing".
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. De Meyer has already referred several times to groups that support CD&V. Among them is UNIZO.
Mrs. De Meyer, you do not say “support me” but “support us”. I suspect you mean our group. It means that you will support "us" and approve the CD&V amendment. If not, the proverb is "listen to my words, but do not look to apply my actions".
#51
Official text
Mijnheer de voorzitter, opdat het debat correct zou gevoerd worden, wens ik de berekening van collega Lano te nuanceren, om 512 kilobytes te upgraden naar 220 gigabyte, moet men niet vermenigvuldigen met 500, maar met minstens 5.000. Zijn berekening zit er ver naast.
Translated text
Mr. Speaker, in order for the debate to be conducted correctly, I would like to nuance the calculation of Mr. Lano, in order to upgrade 512 kilobytes to 220 gigabytes, one must not multiply by 500, but by at least 5,000. His calculation is far behind.
#52
Official text
Collega's, dit lijkt me veeleer een debat voor een technische commissie.
Translated text
I think this is a discussion for a technical committee.
#53
Official text
Het gaat over de geheugencapaciteit. Men moet het onderscheid kennen.
Translated text
It is about memory capacity. You must know the distinction.
#54
Official text
Collega's, gooi niet met de capaciteiten.
Mevrouw De Meyer heeft het woord.
Translated text
Colleagues, do not throw with the capabilities.
Mrs De Meyer has the word.
#55
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik hoor spreken van "woorden" en "daden". Inderdaad, er zijn woorden, er zijn daden en er zijn resultaten. Wij gaan voor de resultaten. Dat zal uit mijn betoog blijken.
Translated text
I hear of “words” and “deeds”. Indeed, there are words, there are actions and there are results. We go for the results. This will be shown in my speech.
#56
Official text
Mevrouw De Meyer, mijn vraag was heel concreet.
Translated text
Mrs. De Meyer, my question was very concrete.
#57
Official text
Mijn antwoord ook. Mijn antwoord is dat we voor resultaten gaan. Voor ons telt het resultaat voor mensen die een pc willen kopen. U zult het resultaat over een paar weken kunnen zien.
Translated text
My answer too. My answer is that we go for results. For us, the result counts for people who want to buy a PC. You will be able to see the result in a few weeks.
#58
Official text
Keurt u ons amendement goed, mevrouw De Meyer? Ja of neen?
Translated text
Do you approve our amendment, Mrs. De Meyer? Yes or No?
#59
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik kom terug op de site en de handtekeningen op geenpctaks.be. Er zijn altijd creatieve mensen die zo'n site bezoeken. Ik wens een aantal reflecties van gewone gebruikers meegeven die interessant zijn om over na te denken.
Een man uit Wommelgem zegt: "Ah Kafka, toch een Belg. Een pc is toch geen kopieerapparaat. Waarom geen taks op verf, want daar kun je schilderijen mee kopiëren. Begin maar al te hamsteren".
Iemand uit Knesselare: "Zal ik taks moeten betalen op het onrechtmatig gebruik als ik in de toekomst een auteursrechterlijk beschermd deuntje fluit in een openbare ruimte"?
Of een laatste: "Ik heb laatst iets overgeschreven uit een boek. Moet mijn balpen worden belast?"
Tot daar de creatieve Belgen. Het is leuk daarover na te denken. In elk geval toont het voorliggend wetsontwerp aan dat de wetgever het niet zo gemakkelijk had met de invoering van de mogelijke pc-taks op het ogenblik dat een amendement werd aangenomen om een bepaalde categorie uit te sluiten. Dat lijkt mij een rare manier van doen die zeker niet past in de vereenvoudiging van de Staat.
Ik besluit door nogmaals te zeggen dat wij tegen de pc-taks waren, zijn en zullen blijven. Voor ons is de pc-tax no pasarán. In elk geval zal er, zolang wij deel uitmaken van de regering, geen pc-taks komen. Mevrouw Van der Auwera, dat geef ik u op een briefje: met de sp.a in de regering komt er geen pc-taks en ik wil het voor u desnoods op een cd-tje laten branden.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I come back to the site and the signatures on nopctaks.be. There are always creative people who visit such a site. I would like to share some reflections from ordinary users that are interesting to think about.
A man from Wommelgem says, “Ah Kafka, you are a Belgian. A PC is not a copy machine. Why not tax on paint, because you can copy paintings with it. Begin to hamster.”
Someone from the Knesselare: “Will I have to pay tax on illegal use if in the future I whisper a copyright-protected piece in a public space?”
One of them said, “I’ve written something from a book. Should my balls be taxed?”
Until then, the creative Belgians. It is fun to think about it. In any case, the present draft legislation shows that the legislator did not have it so easily with the introduction of the possible PC-tax at the time when an amendment was adopted to exclude a particular category. That seems to me a strange way of doing that ⁇ does not fit in the simplification of the State.
I conclude by saying once again that we were, are and will remain against the PC tax. For us, the PC tax is no pasarán. In any case, as long as we are part of the government, there will be no PC tax. Mrs. Van der Auwera, that I give you on a note: with the SP.A in the government there is no PC tax and I want to let it burn on a CD for you if necessary.
#60
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik vraag mij af tot wat voor een ridicule wetgeving wij hier zijn gekomen. Is het echt zo'n belachelijk compromis dat er taksen kunnen worden geheven? Mevrouw De Meyer kan zich daarmee akkoord verklaren, maar die taksen zullen er niet komen. Ik ben benieuwd hoe u zult reageren met betrekking tot ons amendement. Als ik u hoor citeren uit hetgeen op die website staat, krijg ik het idee dat we binnenkort nog taksen zullen moeten betalen op een fluitje.
Translated text
I wonder what ridiculous legislation we have come here. Is it really such a ridiculous compromise that taxes can be levied? Ms. De Meyer may agree with this, but those taxes will not come. I look forward to how you will react to our amendment. When I hear you quoting from what is on that website, I get the idea that we will soon have to pay taxes on a flute.
#61
Official text
Degenen die zeiden dat er geen animo was in deze Kamer hebben zich vergist.
Translated text
Those who said there was no animo in this Room were mistaken.
#62
Official text
Monsieur le ministre, chers collègues, beaucoup de choses ont déjà été dites, parfois bien, parfois moins bien, je vais donc simplement me limiter à rappeler ce qui, pour nous, constitue des points importants ou ce qui nécessite d'être clarifié.
Il me semble fondamental de rappeler l'objectif du projet de texte qui nous est soumis aujourd'hui: - il s'agit de transposer en droit belge une directive; - cette directive vise à l'harmonisation de certains droits d'auteur et droits voisins dans la société de l'information; - cette directive devait être transposée fin 2002. Il y avait donc urgence!
Toutefois, même à travers une simple transposition de directive, l'élaboration d'un texte qui touche aux droits d'auteur et aux droits voisins n'est pas un simple exercice technique. En effet, la nature même du droit d'auteur touche à deux droits fondamentaux. D'une part, la liberté d'expression et son corollaire, la liberté de création et par conséquent, le respect de celle-ci. D'autre part, l'accessibilité du citoyen à la culture.
Tout texte élaboré dans cette matière doit tenter d'atteindre cet équilibre entre la diffusion de la culture, de la connaissance, et la rémunération des créateurs ainsi que de tous ceux qui participent à la chaîne de création et de diffusion. Ce souci d'équilibre a donc été le fil conducteur de très longs travaux parlementaires qui ont mené à l'adoption de la loi du 30 juin 1994 et c'est toujours précisément ce souci d'équilibre qui a présidé nos travaux en commission.
Cela nous a amenés nécessairement à prendre en compte les intérêts de ceux que l'on nomme "les milieux intéressés", à savoir les auteurs bien entendu, mais également les consommateurs - bien que je n'aime pas trop ce terme au niveau culturel -, les éditeurs, les producteurs, les fabricants de matériel et bien d'autres.
Dans ce contexte, le texte que nous allons voter aujourd'hui est inévitablement le fruit d'un compromis. Pour nous, la pierre angulaire de ce projet est justement la mise en place d'un cadre effectif permettant de prendre en compte les intérêts de l'ensemble des milieux intéressés, notamment en les encourageant à dialoguer et à proposer eux-mêmes les solutions qu'ils estiment adaptées pour résoudre les problèmes auxquels ils sont confrontés.
Il était donc fondamental - et c'est ce que le texte fait - d'institutionnaliser, de clarifier les missions et la méthode de travail de la commission et des milieux intéressés. Cela vise à privilégier la concertation comme méthode de résolution des défis auxquels les acteurs de terrain seront confrontés dans la société de l'information.
Certains prédisent éventuellement un sort funeste ou de grandes difficultés à cette méthode. En tant qu'inévitable optimiste, je préfère miser sur l'intelligence des acteurs en présence qui, j'espère, sauront se montrer imaginatifs et constructifs pour faire fonctionner ce système.
On l'a dit, cette commission aura notamment la tâche délicate de déterminer quels appareils et supports sont manifestement utilisés pour la copie privée et seront donc pris en compte en partie pour la rémunération. Cette prise en compte des appareils et des supports a fait l'objet d'un débat somme toute peu objectif, comme les discussions d'aujourd'hui en attestent encore. Dans ce débat peu objectif, le PS a été accusé de vouloir taxer à tout prix tous les appareils mis sur le marché. Puisque le débat s'est cristallisé et se cristallise toujours sur la question de l'ordinateur, expliquons encore notre position reprise en grande partie dans la loi.
L'ordinateur est un appareil parmi d'autres au sujet duquel la réflexion doit être possible. Nous refusons de déterminer dans la loi quel appareil ou support doit être pris en compte ou au contraire exclu de la rémunération pour copie privée. En effet, qui sommes-nous? Nous ne sommes pas des techniciens. Nous avons donc voulu mettre en place un cadre législatif qui permette aux techniciens et aux représentants des milieux intéressés de confronter leurs points de vue dans l'objectif de parvenir à un consensus. Dans ce système, nous refusons qu'un appareil soit a priori exclu de la rémunération — ou inclus, d'ailleurs. La décision sera prise en concertation, en tenant compte de l'ensemble des éléments qui peuvent varier d'un cas à l'autre.
C'est nettement moins drôle et moins polémique que de dire oui ou non à la taxation. Mais je le répète: le texte qui nous est proposé aujourd'hui ne dit pas "oui à la taxation" mais il ne dit pas non plus "non à la taxation". Nous ne sommes pas des techniciens. J'espère qu'on fera confiance aux professionnels et aux acteurs de terrain et qu'on respectera leur avis sur cette question, sur cet appareil comme sur bien d'autres d'ailleurs. Cela dit, au-delà de ce dialogue que nous privilégions, il est bon que certains principes essentiels soient reconnus et établis de manière claire et indiscutable dans la loi. Ainsi, la compensation pour copie privée est à mes yeux un principe qui participe de manière essentielle à l'équilibre général de notre système du droit d'auteur. Si certains n'y voient qu'une taxe supplémentaire ou d'autres une obole dérisoire versée aux auteurs, nous pensons au contraire qu'il s'agit d'un message primordial visant à affirmer la nécessité de rémunérer le travail effectué et de compenser au moins en partie un préjudice constaté.
Par ailleurs, nous ne pouvons que nous féliciter en voyant que les exceptions prévues dans la législation actuelle ont été préservées, parfois consolidées, en particulier pour la copie privée élargie à certains secteurs sensibles comme l'enseignement et les personnes souffrant d'un handicap. Mais pour revenir à la copie privée, on a pu entendre ces dernières semaines et encore aujourd'hui que la copie privée allait disparaître, qu'elle deviendrait un droit absolu et qu'elle entraînerait la perte de tout le secteur.
Soyons extrêmement clairs, la copie privée dans le cadre familial est et reste une exception bien définie et encadrée par ce projet de loi. La copie privée n'est pas une infraction, la copie privée n'est pas un acte illégal. Le débat a souvent été stigmatisé au niveau de cette copie privée. Pendant que nous discutions en commission, certains d'entre nous recevaient des pétitions affirmant que la copie privée n'était pas un droit absolu. Dans le même temps, une pétition était lancée par d'autres artistes, notamment via le Nouvel Observateur, qui était carrément favorable au téléchargement gratuit ou illégal. Cela montre que l'équilibre n'est pas toujours simple à trouver.
Dans le même ordre d'idées, et toujours pour parler d'équilibre, nous saluons celui qui a pu être trouvé pour permettre la reconnaissance des mécanismes de protection des oeuvres, tout en évitant une loi absurde qui aurait criminalisé la mise en oeuvre des exceptions par le citoyen, notamment celles citées plus haut.
Nous l'avons souligné à plusieurs reprises, et d'autres l'ont fait avant moi, cette loi établit un cadre qui doit être mis en oeuvre dans les prochains mois au travers des arrêtés d'exécution. Il va sans dire que nous serons particulièrement attentifs à l'élaboration et à la promulgation de ces arrêtés. Nous veillerons à ce qu'ils reflètent fidèlement l'esprit du compromis sur lequel l'ensemble des parties concernées ont marqué leur accord et nous nous assurerons qu'ils reflètent aussi concrètement le respect des avis qui seront émis par les acteurs de terrain et par les représentants des milieux intéressés.
Je voudrais préciser que pour nous, le droit d'auteur ne peut se résumer à une affaire de gros sous, de taxes ou de redevances. Toute législation sur le droit d'auteur vise le respect des auteurs, respect qui leur est accordé via les droits moraux mais également via des droits pécuniaires basés sur le principe fondamental que tout travail, même créatif, mérite salaire.
Si nous pouvons donc être satisfaits du travail réalisé, qui ne constitue pour nous qu'une première étape et qui a dû s'effectuer dans le cadre que j'ai rappelé au début de mon intervention, nous sommes persuadés de la nécessité de poursuivre le débat sur le droit d'auteur et, en particulier, sur la place de celui-ci dans la société de l'information. Il est tout à fait essentiel que la réflexion se poursuive sur certaines questions, parmi lesquelles les droits des consommateurs, la lutte contre la véritable piraterie, le téléchargement, l'usage et la place d'internet. Les questions demeurent nombreuses et d'autres surviennent régulièrement, il faut pouvoir les prendre en compte. Nous le ferons ici mais aussi partout où ce sera possible.
Que l'on ne s'y trompe pas, ce débat est vital pour la défense de notre identité culturelle mais également pour la défense de cette diversité culturelle qui nous est chère. Nous refusons et nous continuerons à refuser l'hégémonie d'une culture Mc Donald's et nous poursuivrons le travail en ce sens dans cette matière du droit d'auteur.
Translated text
Mr. Minister, dear colleagues, many things have already been said, sometimes well, sometimes less well, so I will simply limit myself to recall what, for us, constitutes important points or what needs to be clarified.
It seems to me fundamental to recall the objective of the draft text submitted to us today: - it is about transposing a directive into Belgian law; - this directive aims to harmonise certain copyright and related rights in the information society; - this directive was to be transposed in late 2002. There was an urgency!
However, even through a simple transposition of a directive, the preparation of a text that affects copyright and related rights is not a simple technical exercise. The very nature of copyright relates to two fundamental rights. On the one hand, freedom of expression and its corollary, freedom of creation and consequently respect for it. On the other hand, the accessibility of citizens to culture.
Any text developed in this field must try to ⁇ this balance between the dissemination of culture, knowledge, and the remuneration of the creators as well as of all those who participate in the chain of creation and dissemination. This concern of balance was therefore the conductive thread of very long parliamentary work that led to the adoption of the law of 30 June 1994 and it is always precisely this concern of balance that presided over our work in commission.
This has necessarily led us to take into account the interests of those called “interested circles,” namely the authors of course, but also consumers – although I do not like this term too much on the cultural level – publishers, producers, equipment manufacturers and many others.
In this context, the text we are going to vote today is inevitably the result of a compromise. For us, the cornerstone of this project is precisely the establishment of an effective framework that allows to take into account the interests of all stakeholders, in particular by encouraging them to dialogue and to propose themselves the solutions that they consider appropriate to solve the problems they are facing.
It was therefore fundamental – and this is what the text does – to institutionalize, to clarify the missions and the working method of the commission and the stakeholders. This aims to prioritize consultation as a method of solving the challenges faced by field actors in the information society.
Some possibly predict a fateful fate or great difficulties to this method. As an inevitable optimist, I prefer to bet on the intelligence of the actors present who, I hope, will be able to show themselves imaginative and constructive to make this system work.
As said, this commission will have the delicate task of determining which devices and media are obviously used for private copying and will therefore be taken into account in part for remuneration. This consideration of devices and supports has been the subject of an objective debate, as today’s discussions still testify. In this unobjective debate, the PS was accused of wanting to tax at any cost all devices placed on the market. Since the debate has crystallized and continues to crystallize on the issue of the computer, let us further explain our position largely recovered in the law.
The computer is a device among others about which reflection should be possible. We refuse to specify in law which device or medium should be taken into account or otherwise excluded from the remuneration for private copying. Indeed, who are we? We are not technicians. We therefore wanted to establish a legislative framework that enables technicians and representatives of stakeholders to confront their points of view in order to reach consensus. In this system, we refuse that a device is a priori excluded from remuneration — or included, anyway. The decision will be taken in concertation, taking into account all the elements that may vary from case to case.
It is much less funny and less controversial than to say yes or no to taxation. But I repeat it: the text that is proposed to us today does not say “yes to taxation” but it does not say “no to taxation.” We are not technicians. I hope that we will trust the professionals and field actors and that we will respect their opinion on this issue, on this device as well as on many others elsewhere. That said, beyond this dialogue that we favor, it is good that certain essential principles are recognized and established in a clear and indisputable way in the law. Thus, compensation for private copying is, in my view, a principle that contributes in an essential way to the overall balance of our copyright system. While some see it only as an additional tax or others as a ridiculous obole paid to the authors, we think, on the contrary, that this is a primary message aimed at affirming the need to reward the work done and to compensate at least in part for the damage found.
Furthermore, we can only congratulate ourselves to see that the exceptions provided for in current legislation have been preserved, sometimes consolidated, in particular for private copying extended to certain sensitive sectors such as education and people with disabilities. But back to private copying, we have heard in recent weeks and even today that private copying would disappear, that it would become an absolute right, and that it would result in the loss of the whole sector.
Let’s be extremely clear, private copying in the family framework is and remains a well-defined exception and framed by this bill. Private copying is not an offence, private copying is not an illegal act. The debate has often been stigmatized at the level of this private copy. While we were discussing in the committee, some of us received petitions claiming that private copying was not an absolute right. At the same time, a petition was launched by other artists, notably via the New Observer, which was entirely in favor of free or illegal downloads. This shows that balance is not always easy to find.
In the same order of ideas, and always to speak of balance, we greet the one that could be found to allow the recognition of the mechanisms of protection of works, while avoiding an absurd law that would have criminalized the implementation of the exceptions by the citizen, in particular those cited above.
We have emphasized it several times, and others have done it before me, this law establishes a framework that must be implemented in the coming months through enforcement orders. Of course, we will be especially attentive to the preparation and promulgation of these decisions. We will ensure that they faithfully reflect the spirit of compromise on which all stakeholders have agreed and we will ensure that they also concretely reflect compliance with the opinions that will be issued by the field actors and representatives of the stakeholders.
I would like to clarify that for us, copyright cannot be reduced to a matter of big money, taxes or royalties. All copyright legislation aims at respecting authors, respect which is granted to them through moral rights but also through monetary rights based on the fundamental principle that every work, even creative, deserves salary.
If, therefore, we can be satisfied with the work done, which for us constitutes only a first step and which had to be carried out within the framework that I recalled at the beginning of my speech, we are convinced of the need to continue the debate on copyright and, in particular, on its place in the information society. It is quite essential that there is continued reflection on certain issues, including consumer rights, the fight against real piracy, downloading, use and place of the Internet. The questions remain many and others occur regularly, we must be able to take them into account. We will do it here, but also wherever possible. by
This debate is vital for the defense of our cultural identity but also for the defense of this cultural diversity that is dear to us. We refuse and will continue to refuse the hegemony of a Mc Donald’s culture and we will continue to work in this direction in this copyright issue.
#63
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik zou het debat graag naar een ander niveau brengen, naar een minder economisch en materieel verhaal. Zo'n verhaal moeten wij hier namelijk al de hele namiddag aanhoren.
Voor spirit is het ongelofelijk belangrijk dat wij een maximale toegankelijkheid kunnen creëren naar cultuur en cultuurgoederen. Elke kunstenaar heeft wel het absolute recht op een volwaardig inkomen voor zijn artistieke prestaties, maar de huidige auteursrechten zijn de vrucht van een totaal verouderd denken over kunst, over artistieke formats en over kunstdisciplines. Dat denken dateert eigenlijk uit een tijd dat het nog duidelijk was wat toneel, film en muziek waren. De formats waren duidelijk. Er was geen twijfel over wat origineel, een kopie of een vervalsing was.
Vandaag zijn er heel wat gemengde formats. Er zijn installaties met audio en video. Er zijn theaterperformances. Wij samplen, wij integreren snel nieuwe dragers als internet, cd-rom, mp3, enzovoort. Ook de fysische vastlegging van een prestatie, zoals een boek, een plaat, een doek of pellicule, verdwijnt en wordt vervangen door een digitale of virtuele vastlegging, die daarenboven ook permanent aanleiding geeft tot verandering. Er is dus een en ander aan het evolueren. De bemoeienis via Europese richtlijnen richt zich niet op principes van cultuurpolitieke aard, niet op principes zoals cultuurspreiding of ruimte voor artistieke creatie, maar op economische belangen die aangedreven worden door commerciële groepen en concerns.
Het auteursrecht dient in feite de kunstenaar niet, maar wurgt de kunstenaar. Hoe vaak moeten jonge auteurs, jonge componisten en rockgroepen bij het ondertekenen van een contract hun rechten afstaan aan uitgeverijen en platenmaatschappijen? Dit gebeurt wel onder zachte dwang. Zo betaalt de kunstenaar altijd zelf zijn eigen financieel risico. Hoe laag zijn de "fees" op de verkoop van hun boek, hun cd's of de vertoningen van hun films? Vele artiesten zijn al gelukkig dat zij ze mogen uitgeven. Of de huidige beheersvennootschappen die auteursrechten beheren voor kunstenaars een zegen zijn voor de kunstenaars, dat stel ik in vraag.
Ten gronde, het huidige systeem dient de commercie en het belang van de vennootschappen, niet de kunst en de cultuur. De jammerklachten over de tanende cd-verkoop klinken uitgehold als men bedenkt dat diezelfde concerns er dikwijls alles aan doen om de verkoop van de door hen geproduceerde cd-writers, mp3-players en lege cd's de hoogte in te jagen. De toename van mp3 dient de software- en computerproducenten en de telecombedrijven. Men koopt vandaag de software om een cd te kopiëren en te reproduceren.
Auteursrechten zijn dus helaas geen voorwerp van cultuurbeleid, maar van een economisch beleid. De kunstenaar staat per definitie niet centraal. De auteurswet die vandaag voorligt is de resultante van een moeilijk compromis. Eigenlijk is het geen wet die wij met veel warmte koesteren. Het is evenmin een wet die vooruitkijkt naar een toekomst waarin downloaden vrij en gelegaliseerd moet zijn, ten voordele van de consument, een toekomst waarin de artiest, kunstenaar en producent gewaardeerd en eerlijk vergoed zou worden.
Het is de wet die de auteurswetgeving aanpast aan de digitale informatiemaatschappij, niet meer en niet minder. Toch vinden wij — en ik denk dat dit juist is — ook het evenwicht uit de wet van 1994 hierin terug. Auteurs kunnen niet weigeren dat geluidswerken en audiovisuele werken gekopieerd worden in familiekring. In ruil daarvoor, voor al die kopieën en reproducties van hun werk, krijgen de auteurs natuurlijk een vergoeding. Die vergoeding wordt betaald met een heffing op apparaten waarmee reproductie mogelijk is of een heffing op de dragers. Het is dat evenwicht dat Spirit belangrijk vindt, dat evenwicht waaraan niet geraakt mag worden. Dat is ons inziens het basisprincipe en dat blijft ook in het huidige ontwerp behouden.
Enerzijds hebben we dus het recht op die persoonlijke kopie. Meer zelfs, als men de technische belemmering omzeilt om voor privégebruik te kopiëren, is er geen gerechtelijke vervolging. Dat is essentieel. U weet allen dat er op dit ogenblik een rechtszaak loopt tegen grote platenmaatschappijen die door middel van technische ingrepen het recht op de privé-kopie wensen te ondergraven. Anderzijds moet er inderdaad ook rekening worden gehouden met die rechten van de auteurs. Daarom is er de billijke vergoeding die het verlies moet compenseren dat kunstenaars en producenten lijden als men iets van hen kopieert. Daarom voorziet de wet in de mogelijkheid om een kleine vergoeding op te leggen. Wij denken in alle eerlijkheid dat dit niet fout is.
Wij hebben besloten dat ander omtrent de dragers en de apparaten waarop een taks moet worden geheven, een en ander in een KB moeten uitgeklaard worden. Dat is nieuw maar het is ook logisch. U weet dat de samenleving snel evolueert en dat er elk jaar nieuwe apparaten en dragers ontwikkeld zullen worden. Dan rijst uiteraard de vraag of een pc daarbij hoort. Tussen de regeringspartijen is er momenteel afgesproken dat er geen taks komt op de pc's, al is het strikt genomen echter wel mogelijk. Zelfs als de minister dat ooit zou beslissen, voorziet de wet nog in tal van uitzonderingen. Zo slecht is het compromis dus helemaal niet.
In de nieuwe wet hebben we dus eigenlijk naar ons aanvoelen een eerlijk compromis bereikt. We zullen de wet daarom ook goedkeuren, rationeel, omdat het het minst slechte compromis is, maar niet met ons hart want we moeten verder durven kijken. Dat is het culturele pleidooi dat ik heb willen houden. Spirit wil in de toekomst dat we het downloaden helemaal legaliseren in het kader van een moderne auteurswetgeving.
We staan daar helemaal niet alleen in. Tal van kunstenaars steunen ons daarin, tal van kunstenaars willen hun werk vrij verspreiden zolang het maar niet gebruikt wordt op een commerciële manier. Dat sluit eigenlijk ook voor een stuk aan bij een evolutie in de informaticasector, met name bij de beweging van de open source software. Creative Commons stimuleert en promoot de verspreiding en het creatieve hergebruik van auteursrechtelijk beschermde werken volgens een open copylist model. Vele kunstenaars willen — want dat is de essentie — dat het werk digitaal wordt verspreid. Onder het motto "libérez la musique" spraken heel wat topmuzikanten zoals Manu Chao, Khaled en ook onze Pieter-Jan Desmet zich uit ten voordele van deze piraterij. Ze verdedigen het peer-to-peer-systeem waarbij internetgebruikers de bestanden op hun computers toegankelijk maken voor andere internetgebruikers. Reeds 40.000 handtekening van Franse internauten staan onder deze petitie. Zij vragen de stopzetting van de repressie en de absurde vervolgingen bij downloaden. Ongetwijfeld delen veel muzikanten deze visie, maar durven ze dikwijls, onder druk van de platenfirma's, niets zeggen.
Wij kiezen dus resoluut de zijde van de muziek, de zijde van de muzikant, de zijde van de muziekliefhebber. Wij zoeken naar de juiste balans tussen een zo groot mogelijke toegang van cultuurgoederen en een eerlijke vergoeding voor auteurs, artiesten en producenten.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, I would like to take the debate to a different level, to a less economic and material story. Such a story must be heard throughout the afternoon.
For spirit it is incredibly important that we can create a maximum access to culture and cultural goods. Every artist has the absolute right to a full-fledged income for his artistic performance, but the current copyrights are the fruit of a totally outdated thinking about art, about art formats and about art disciplines. That thought actually dates back to a time when it was still clear what theater, film and music were. The formats were clear. There was no doubt about what was original, a copy or a counterfeit.
Today, there are many mixed formats. There are installations with audio and video. There are theatre performances. We sampling, we quickly integrate new carriers such as internet, CD-ROM, mp3, and so on. Also the physical recording of a performance, such as a book, a plate, a canvas or pellicule, disappears and is replaced by a digital or virtual recording, which also gives permanent cause for change. So something is evolving. Interference through European directives does not focus on principles of a cultural-political nature, not on principles such as cultural dissemination or space for artistic creation, but on economic interests driven by commercial groups and groups.
In fact, copyright does not serve the artist, but does not serve the artist. How often should young authors, young composers and rock groups give up their rights to publishers and record companies when signing a contract? This is done under soft coercion. Artists always pay their own financial risk. How low are the "fees" on the sale of their book, their CDs, or the displays of their films? Many artists are already happy to be able to publish them. Whether the current management companies that manage copyright for artists are a blessing for artists, I question.
Basically, the current system serves the trade and the importance of the companies, not the art and culture. The grieving complaints about the falling CD sales sound outdated when one considers that those same corporations often do everything they can to hunt up the sales of their produced CD-writers, mp3-players and empty CDs. The increase in mp3 serves software and computer manufacturers and telecommunications companies. Today, people buy the software to copy and reproduce a CD.
Therefore, unfortunately, copyright is not an object of cultural policy, but of an economic policy. The artist is by definition not central. The copyright law presented today is the result of a difficult compromise. In fact, it is not a law that we cherish with much warmth. Nor is it a law that looks forward to a future in which downloading must be free and legalized, for the benefit of the consumer, a future in which the artist, artist and producer would be valued and fairly remunerated.
It is the law that adapts the copyright law to the digital information society, neither more nor less. Nevertheless, and I think this is correct, we also find in this the balance of the 1994 law. Authors may not refuse the reproduction of sound and audiovisual works in family circles. In exchange for all those copies and reproductions of their work, the authors of course receive a remuneration. That fee shall be paid in the form of a tax on devices enabling reproduction or a tax on the carriers. It is that balance that Spirit considers important, that balance that should not be touched. This is, in our view, the basic principle and that will continue to be ⁇ ined in the current design. Their
On the one hand, we have the right to this personal copy. Moreover, if one bypasses the technical obstacle to copying for private use, there is no legal prosecution. That is essential. You all know that there is currently a lawsuit going on against large record companies who, through technical interventions, wish to undermine the right to the private copy. On the other hand, those rights of authors must also be taken into account. Therefore, there is the fair compensation that should compensate for the loss that artists and producers suffer if one copies something of them. Therefore, the law provides for the possibility of imposing a small fee. We honestly believe that this is not wrong.
We have decided that other things about the carriers and the devices on which a tax must be levied should be clarified in a KB. This is new, but it is also logical. You know that society is evolving rapidly and that new devices and carriers will be developed every year. Then, of course, the question arises whether a PC is included. There is currently an agreement between the government parties that there will be no tax on the PCs, although strictly speaking it is possible. Even if the minister would ever decide that, the law still provides for a number of exceptions. So bad is the compromise not at all. Their
In the new law, we have actually reached a fair compromise. We will therefore also pass the law, rationally, because it is the least bad compromise, but not with our hearts because we must dare to look further. That’s the cultural argument I wanted to keep. Spirit wants in the future that we legalize downloading entirely within the framework of a modern copyright law.
We are not alone in this. Many artists support us in this, many artists want to freely disseminate their work as long as it is not used in a commercial way. In fact, this is also linked to an evolution in the information sector, especially with the movement of open source software. Creative Commons encourages and promotes the distribution and creative reuse of copyright-protected works according to an open copylist model. Many artists want – because that is the essence – that the work is distributed digitally. Under the motto “libérez la musique” many top musicians such as Manu Chao, Khaled and also our Pieter-Jan Desmet spoke in favour of this piracy. They defend the peer-to-peer system in which Internet users make the files on their computers accessible to other Internet users. There are already 40,000 signatures of French internet users under this petition. They demand the cessation of repression and the absurd persecution of downloads. Without a doubt, many musicians share this vision, but often, under pressure from the record companies, they dare not say anything.
So we resolutely choose the side of music, the side of the musician, the side of the music lover. We seek the right balance between the greatest possible access to cultural goods and a fair remuneration for authors, artists and producers.
#64
Official text
Monsieur le président, je voudrais d'abord remercier M. Hove pour son rapport.
Selon moi, le texte qui nous est proposé aujourd'hui n'est pas le même que celui qui était déposé par le gouvernement et prévoyait une série de choses inacceptables: les mesures techniques appliquées de manière non discriminante, le fait de ne pas pouvoir taxer des appareils de reproduction tels que les ordinateurs. Le texte déposé était élaboré en oubliant complètement les équilibres de la loi de 1994, et essentiellement axé sur les intérêts économiques de majors de la communication dans le monde aujourd'hui.
En tant que député de l'opposition, j'estime que les parlementaires ont joué un rôle important et le texte proposé aujourd'hui a subi des améliorations conséquentes. Nous aurons l'occasion d'y revenir dans mon intervention.
Dès le départ, il est apparu que le texte — qui n'est d'ailleurs pas né uniquement de la plume du ministre Verwilghen; il avait déjà été déposé auparavant —, sous prétexte de transposition de la directive européenne 2001/29/CE du 22 mai 2001 sur l'harmonisation de certains aspects du droit d'auteur dans la société de l'information, allait beaucoup plus loin et faisait preuve d'une conception marchande de la culture qui, à mon sens, ne correspond pas à la tradition européenne, ni à ce qui était prévu dans la directive elle-même.
L'évaluation de la loi que nous allons voter aujourd'hui doit se faire en tenant compte de l'évolution de la technologie — qui justifie d'ailleurs la directive européenne et qui justifiera des modifications ultérieures assez rapides du texte déposé ce jour — et en tenant compte de l'équilibre de la loi régissant actuellement le droit d'auteur. Certains de mes collègues l'ont rappelé avant moi: un équilibre doit exister entre, d'une part, la création culturelle, la possibilité pour les créateurs d'oeuvres culturelles d'être rémunérés — ce point est essentiel — et, d'autre part, les supports industriels et techniques de cette culture sans lesquels elle n'aurait pas la capacité de diffusion qu'elle a aujourd'hui et le réceptacle de la culture, c'est-à-dire chaque citoyen — ou consommateur si on s'en réfère à l'aspect purement marchand de la chose.
Cet équilibre me semble extrêmement fragile. On le sait, les intérêts sont contradictoires; ils peuvent être mis en concurrence. Tout le monde n'est pas sur un pied d'égalité: les grandes industries culturelles disposent de moyens de diffusion très larges, ce qui leur permet de s'en sortir. Aujourd'hui, qui vend les cd sur lesquels on exécute des copies? Qui vend des lecteurs MP3 sur lesquels on copie? Ce sont les mêmes qui produisent les artistes et qui vont par ailleurs avoir des difficultés pour payer les droits d'auteurs.
Je pense que le monde est très complexe mais que ces équilibres sont essentiels pour garantir deux éléments qui me paraissent fondamentaux: premièrement, la création culturelle et la diffusion de la culture; deuxièmement, la nécessité de ménager dans la vie de chacun d'entre nous des sphères où le marchand ne fait pas la loi. Ce n'est pas aux grandes entreprises de décider si, chez nous, dans notre salle à manger ou notre salon, avec nos enfants, nous ferons une, deux ou trois copies. Il est assez incroyable de devoir rappeler l'existence de ce droit fondamental à préserver: celui d'un espace privé qui n'est pas celui de la "marchandisation". Ces deux éléments fondamentaux ne sont, à mon avis, pas complètement rencontrés par le projet de loi qui nous est proposé.
Comme on l'a dit et répété, la discussion portait évidemment sur de nombreux éléments puisque le texte est très technique, mais on peut cependant la ramener à deux questions fondamentales: l'exception pour la copie privée qui doit être autorisée — le texte initial prévoyait une autorisation généralisée de mesures techniques qui ne permettaient justement pas d'avoir accès à la copie privée, ce qui a été modifié et que je considère comme faisant partie des améliorations obtenues dans le parcours parlementaire — et la rémunération des auteurs et la manière de contribuer, à travers tous les moyens techniques, à cette rémunération. Ce qui a considérablement évolué par rapport à 1994, c'est que s'est répandue de plus en plus - M. Stevaert n'y est pas pour rien — l'idée qu'on pouvait "raser gratis", qu'on pouvait promettre tout et son contraire, c'est-à-dire une capacité de création culturelle incroyable, avec rémunération des ayants droit, mais aucune contribution.
On ignore d'où vient la contribution, on n'en parle pas! C'est tellement plus facile, plus démagogique. Il est plus difficile de présenter un discours vrai, responsable, consistant à dire que, si l'on veut des créateurs, des gens qui produisent des oeuvres dont on a besoin comme de pain, il convient de les rémunérer. C'est normal, c'est inscrit depuis très longtemps dans notre société. Et si l'on veut les rémunérer, il s'agit de trouver des contributeurs à cette rémunération. Mon collègue Monfils l'a bien expliqué dans son intervention: ce n'est pas nouveau, c'est ce qui se trouve dans la loi de 1994. Il ne faut pas imaginer que l'on travaille tout à coup dans un autre système, tout à fait différent.
Des amendements déposés par l'opposition, notamment par moi, et d'abord rejetés ont été partiellement repris dans les amendements finalement adoptés. Ainsi, un amendement adopté concerne l'intégration dans la loi, des commissions des milieux intéressés. Par le biais d'un autre amendement, des délais sont accordés et doivent être respectés. Ce sont là, selon moi, des innovations importantes.
Cependant, les points au sujet desquels la majorité n'arrivait pas à se mettre d'accord sont renvoyés au gouvernement. C'est le cas, notamment pour "l'utilisation des moyens techniques". On espère que l'accord qui n'a pu être trouvé entre les partis de la majorité au parlement pourra être trouvé au niveau du gouvernement.
Après avoir entendu certaines composantes de la majorité, je suis extrêmement prudente pour ce qui concerne "l'utilisation des moyens techniques". J'ai vu des membres batailler pour que toute personne qui le souhaite puisse faire deux copies de son cd (une pour la maison, une pour le bureau et même éventuellement une troisième pour son enfant afin d'éviter qu'il ne casse celui du parent) et que la reproduction ne dépende pas de Sony.
Au départ, la loi ne permettait pas ce genre de reproduction. Aujourd'hui, on part du principe que la question sera réglée par le gouvernement. Selon moi, il y a là un problème.
J'en viens au deuxième point renvoyé au Conseil des ministres: la question des appareils susceptibles de contribuer à la rémunération des auteurs et des ayants droit.
On a beaucoup discuté des ordinateurs. Ils sont en quelque sorte mis en exergue dans le texte de loi. Suivant ce texte, il appartiendra au Conseil des ministres de prendre un arrêté et de décider quel appareil sera "manifestement utilisé" pour la copie.
Je constate une première différence par rapport à la loi de 1994. Cette dernière était plus simple. Dans cette loi, les mots "lorsqu'un appareil utilisable y contribue" étaient mentionnés. Cela me semble assez sage. En tout cas, cela avait le mérite d'éviter des discussions byzantines du genre de celles que nous avons eues en commission. Que signifient les mots "significativement utilisé"? On m'a dit que le terme "manifestement" était plus clair.
Pour ma part, je suis inquiète à l'idée que c'est une nouvelle fois le Conseil des ministres qui devra délibérer. J'ai entendu mon collègue sp.a-spirit dire tout à l'heure que même si c'était possible, ils ne donneraient pas leur accord. J'ai également entendu des collègues de la majorité s'inquiéter de la volonté réelle d'arriver à répartir équitablement la rémunération et la contribution à la rémunération des auteurs.
Un problème qui a été peu abordé et que je ne vais pas détailler ici car la discussion est très technique, est la question des logiciels libres et des difficultés d'interprétation éventuelles entre la possibilité d'avoir accès à des logiciels libres, par la voie notamment du téléchargement et l'existence de mesures techniques qui rendraient incompatible l'utilisation des logiciels libres.
J'aurais voulu avoir une réponse plus précise de la part du ministre à ce sujet. Si ce projet est adopté tel quel, la question devra être posée, éventuellement lors d'une évocation au Sénat, voire ultérieurement à la Chambre car j'avoue que je n'ai pas eu tous mes apaisements. Quant à la réponse du gouvernement concernant l'amendement que j'avais déposé pour être tout à fait certaine que les logiciels libres n'étaient pas concernés, elle ne m'a pas satisfaite.
Chers collègues, vous comprendrez que, même si je peux positivement considérer que le parcours législatif et le travail de certains parlementaires ont vraiment modifié le texte initial en l'améliorant, moi, contrairement à eux, je ne peux pas faire confiance au transfert d'arbitrage des décisions au gouvernement, ni imaginer que cet arbitrage se fera dans le sens voulu. C'est pour cette raison qu'avec mon groupe, je voterai contre ce projet de loi.
Translated text
First of all, I would like to thank Mr. Hove for his report.
In my opinion, the text that is proposed to us today is not the same as that which was deposited by the government and provided for a series of unacceptable things: technical measures applied in a non-discriminatory manner, the fact of not being able to tax reproductive devices such as computers. The submitted text was drawn up completely forgetting the balances of the 1994 law, and essentially focused on the economic interests of communication majors in the world today.
As an opposition member, I believe that parliamentarians have played an important role and the text proposed today has undergone substantial improvements. We will have the opportunity to return to this in my speech.
From the outset it appeared that the text — which, in fact, was not born solely from the pen of Minister Verwilghen; it had already been filed before —, under the pretext of transposing the European Directive 2001/29/EC of 22 May 2001 on the harmonisation of certain aspects of copyright in the information society, went much further and demonstrated a market concept of culture which, in my opinion, does not correspond to the European tradition, nor to what was envisaged in the directive itself.
The assessment of the law that we are going to vote today must be made taking into account the evolution of technology — which justifies the European directive and which will justify subsequent rather rapid changes to the text filed today — and taking into account the balance of the law currently governing copyright. Some of my colleagues have recalled this before me: there must be a balance between, on the one hand, cultural creation, the possibility for the creators of cultural works to be remunerated — this point is essential — and, on the other hand, the industrial and technical supports of this culture, without which it would not have the capacity of dissemination that it has today, and the receptacle of culture, that is, every citizen — or consumer if one refers to the purely commercial aspect of the thing.
This balance is extremely fragile. Interests are contradictory; they can be put into competition. Not everyone is on an equal footing: the large cultural industries have very broad means of dissemination, which allows them to get out of it. Who sells the CDs on which copies are executed? Who sells MP3 players on which copies are copied? It is the same ones that produce the artists and who will otherwise have difficulties to pay for copyright.
I think that the world is very complex, but that these balances are essential to guarantee two elements that I think are fundamental: first, cultural creation and the dissemination of culture; second, the need to keep in the life of each of us spheres where the merchant does not make the law. It is not the big companies to decide whether, at home, in our dining room or in our living room, with our children, we will make one, two or three copies. It is quite unbelievable to have to recall the existence of this fundamental right to be preserved: that of a private space that is not that of “marketing”. These two fundamental elements are, in my opinion, not fully met by the bill we are proposing.
As has been said and repeated, the discussion obviously covered many elements since the text is very technical, but it can nevertheless be reduced to two fundamental issues: the exception for private copying which must be authorised — the original text provided for a generalized authorisation of technical measures that did not allow access to private copying, which has been modified and which I consider as part of the improvements achieved in the parliamentary path — and the remuneration of authors and how to contribute, through all technical means, to this remuneration. What has significantly evolved compared to 1994 is that it has spread more and more. Stevaert is not there for nothing — the idea that one could “raser gratis”, that one could promise everything and its opposite, that is, an incredible capacity for cultural creation, with remuneration of entitled recipients, but no contribution.
We don’t know where the contribution comes from, we don’t talk about it! It is so much easier, more demagogic. It is more difficult to present a true, responsible discourse, consisting of saying that, if you want creators, people who produce works that you need like bread, you should reward them. This is normal, it has been registered in our society for a long time. And if we want to pay them, it is about finding contributors to this remuneration. My colleague Monfils explained this well in his speech: this is not new, it is what is found in the 1994 law. It is not necessary to imagine that we are working suddenly in a different system, completely different.
Amendments submitted by the opposition, in particular by me, and initially rejected have been partially incorporated in the amendments finally adopted. Thus, an amendment adopted concerns the inclusion of committees of interested circles in the law. Through another amendment, deadlines are granted and must be respected. I think these are important innovations.
However, the points on which the majority could not agree are returned to the government. This is the case, in particular, for "the use of technical means". It is hoped that the agreement that has not been reached between the majority parties in parliament can be reached at the government level.
After hearing some components of the majority, I am extremely cautious with regard to “the use of technical means.” I’ve seen members fighting so that anyone who wants it can make two copies of their CD (one for home, one for the office and even possibly a third for their child to avoid breaking the parent’s) and that the reproduction does not depend on Sony.
Initially, the law did not allow this kind of reproduction. Today, we start from the principle that the issue will be settled by the government. I think there is a problem here.
I come to the second point referred to the Council of Ministers: the question of the devices that may contribute to the remuneration of authors and rightful recipients.
We talked a lot about computers. They are somehow outlined in the text of the law. Following this text, it will be up to the Council of Ministers to make a decree and decide which device will be "evidently used" for the copy.
I see a first difference from the 1994 law. The latter was simpler. In that law, the words "when a usable device contributes to it" were mentioned. This seems to me quite wise. In any case, this had the merit of avoiding Byzantine discussions like those we had in the committee. What do the words “significantly used” mean? I was told that the term “manifestly” was clearer.
For my part, I am concerned about the idea that it will again be the Council of Ministers who will have to deliberate. I heard my colleague sp.a-spirit say just before that even if it was possible, they would not give their consent. I have also heard colleagues from the majority worry about the real will to get to equally distribute the remuneration and contribution to the remuneration of authors.
A problem that has been little addressed and which I will not detail here because the discussion is very technical, is the question of free software and the possible difficulties of interpretation between the possibility of having access to free software, ⁇ through download, and the existence of technical measures that would make the use of free software incompatible.
I would have wanted a more accurate response from the Minister on this subject. If this bill is adopted as it is, the question will have to be asked, possibly during an evocation in the Senate, or even later in the House because I admit that I have not had all of my consolations. As for the government’s response to the amendment I had submitted to be quite sure that free software was not concerned, it did not satisfy me.
Dear colleagues, you will understand that, although I can positively consider that the legislative path and the work of some parliamentarians have really changed the original text by improving it, I, unlike them, cannot trust the transfer of arbitration decisions to the government, nor imagine that this arbitration will be done in the desired direction. For this reason, with my group, I will vote against this bill.
#65
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, eigenlijk zet dit wetsontwerp gewoon een Europese richtlijn om die vraagt om de wetgeving over auteursrechten aan te passen aan de nieuwe technologieën. Wat aanvankelijk eenvoudig leek, werd uiteindelijk toch een lange lijdensweg heb ik vastgesteld. De PS en de MR bevonden zich lijnrecht tegenover de VLD en de sp.a. Als ik daarnet beide dames hoorde discussiëren, denk ik dat dit wel voor vuurwerk zal hebben gezorgd in de commissies.
Er diende inderdaad een compromis te worden gevonden. Dit compromis moet de mogelijkheid openlaten voor een heffing op computers. Ik ben mij ervan bewust collega's dat het wetsontwerp in verband met het auteursrecht veel meer omvat dan de zogenaamde pc-taks. Toch zal ik mij daartoe beperken.
Uiteraard gaat mijn waardering uit naar het vele werk van de collega's in de commissie. In het voorliggende wetsontwerp wordt volgens mij de poort opengezet voor een nieuwe belasting, een belasting op de pc's. Het moet niet echt maar het kan. Dit is echt Belgisch. In tijden dat de overheid ons bijna moreel verplicht om aan e-government en e-banking te doen en met een elektronische kaart rond te lopen, gaat deze regering de kans bieden om een heffing in te voeren op pc's. Dit is pas Kafka.
In Nederland krijgt men een speciale korting op de aanschaf van een pc. Neen, volgens de regering-Verhofstadt is men in Nederland blijkbaar verkeerd bezig. Misschien is dat wel omdat Balkenende, een christen-democraat, daar premier is. In de modelstaat België komt er wel een belasting, hoewel sommigen hier beweren dat dit niet het geval zal zijn. Het is onwaarschijnlijk maar dit is een echte liberale maatregel om de concurrentiepositie van onze Belgische computerverdelers te bevorderen. Of misschien wil men met die nieuwe taks wel de digitale kloof dichten. Neen toch, dit kan toch niet de bedoeling zijn. Op school tracht men genoeg computers te hebben zodat de leerlingen mee zouden zijn met de technologische evolutie. De kloof tussen rijk en arm geeft immers een nieuw spanningsveld tussen zij die meekunnen en zij die niet meekunnen met het internettijdperk. Het is nu al bewezen dat de sociaal zwakkeren een bijkomend risico lopen op achterstand.
Een mogelijke nieuwe taks is echt wel een socialistische maatregel om deze nieuwe kloof te dichten, een echte bescherming voor de sociaal zwakkeren. Mevrouw De Meyer en mevrouw Douifi, ik las het verslag. U had volkomen gelijk toen u in de commissie stelde dat een prijsstijging het gebruik van pc's en het internet zou ontmoedigen, terwijl de overheid net het tegenovergestelde betracht of zou moeten betrachten. Ik heb daarnet echter gehoord van mevrouw De Meyer dat er van die taks toch niets in huis komt. Als het zo zit, schrap dan maar de mogelijkheid dat die taks er zou komen.
Deze maatregel vergroot niet alleen de digitale kloof, maar is volgens mij asociaal. Hij verlaagt de concurrentiepositie van de computerverdelers en betekent in feite de invoering van een nieuwe belasting; Een nieuwe belasting, liberale collega's, maar waarvoor? U hebt nu nieuwbakken links-liberale broeders die het illegaal downloaden gratis willen maken. Dit is een nieuwe belasting om het verlies aan auteursrechten door het illegaal downloaden, te compenseren. Misschien zal de regering straks nog een voorstel krijgen van Spirit om een taks te heffen op lucifers en aanstekers om de treinritten naar Nederland te financieren om zich daar te bevoorraden van illegale softdrugs. Dit zou een even absurde maatregel zijn.
Er komt dus een belasting op gratis downloaden. Dat is inderdaad een zeer populaire maatregel. We hebben deze ochtend een actie gezien in Gent. Die populaire maatregel sluit aan bij een bepaalde groep jongeren. Personen die alleen maar een computer hebben en geen internetaansluiting, moeten dan maar solidair zijn en mee de lasten dragen. Dit is echt links-liberaal. Solidariteit van de computergebruikers die geen internet hebben met de jongeren die gratis willen downloaden. Dit is echt een voorstel van wat men de Mgeneratie noemt: me, myself and I.
Collega's, wij zijn zeker geen voorstander van hetgeen in Italië en de Verenigde Staten gebeurt, met name het opleggen van straffen voor deze vorm van internetmisbruik. Integendeel, wij zijn niet tegen het downloaden maar willen daarover een andere discussie voeren. De internetsector moet het mogelijk maken, weliswaar tegen betaling van auteursrechten, zeer specifieke producten te kunnen downloaden, waarbij die producten na enige tijd veel goedkoper moeten kunnen worden.
Het is een beetje zoals bij de generische producten, bij wijze van spreken. Daarbij moet vooral het cultureel erfgoed gratis zijn.
Ik meen dat we over dat aspect van de auteursrechten nog eens een deftige discussie zullen moeten voeren. Wanneer het zo doorgaat, collega's — en ik zal hiermee afronden —, dan moeten we binnenkort auteursrechten betalen op de hersenen van onze pasgeboren zoon of dochter. Zij zijn immers in staat om muziek- en songteksten waarop copyright rust, op te slaan en in de vorm van zang illegaal af te spelen. Zo zijn we bezig. U laat een poort open en die poort is er voor ons te veel aan.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, in fact, this bill simply translates into a European directive calling for the adaptation of copyright legislation to the new technologies. What at first seemed simple, eventually became a long path of suffering I have established. The PS and the MR found themselves line-right against the VLD and the sp.a. If I just heard the two ladies discuss, I think this would have caused fireworks in the committees.
Indeed, a compromise had to be found. This compromise should open up the possibility of a tax on computers. I am aware, colleagues, that the draft law concerning copyright covers much more than the so-called PC-tax. However, I will limit myself to this.
Of course, I would like to appreciate the great work of my colleagues in the committee. In the present draft law, I believe, the gateway is opened for a new tax, a tax on the PCs. It doesn’t really have to, but it can. This is really Belgian. In times when the government almost morally obliges us to do e-government and e-banking and walk around with an electronic card, this government will offer the opportunity to introduce a tax on PCs. This is Kafka.
In the Netherlands, there is a special discount on the purchase of a PC. No, according to the government-Verhofstadt, in the Netherlands one is apparently doing wrong. Per ⁇ it is because Balkenende, a Christian Democrat, is the prime minister there. In the model state of Belgium there is a tax, although some here argue that this will not be the case. It is unlikely but this is a real liberal measure to promote the competitive position of our Belgian computer distributors. Or maybe this new tax wants to close the digital gap. No, this may not be the intention. At school, they are trying to have enough computers so that the students can keep up with the technological evolution. Indeed, the gap between rich and poor creates a new field of tension between those who can and those who cannot meet the internet age. It has already been proven that the socially weaker are at an additional risk of backwardness.
A possible new tax is indeed a socialist measure to close this new gap, a real protection for the socially weaker. Mrs De Meyer and Mrs Douifi, I read the report. You were absolutely right when you stated in the commission that a price increase would discourage the use of PCs and the Internet, while the government just considered or should consider the opposite. However, I just heard from Mrs. De Meyer that there is no such tax in the house. If so, just eliminate the possibility that the tax would come out.
This measure not only widespread the digital divide, but is, in my opinion, unaccountable. He lowers the competitive position of the computer distributors and actually means the introduction of a new tax; A new tax, liberal colleagues, but for what? You now have new boxes of left-liberal brothers who want to make the illegal download free. This is a new tax to compensate for the loss of copyright due to illegal downloads. Per ⁇ the government will soon receive another proposal from Spirit to impose a tax on fireworks and lighters to finance the train trips to the Netherlands to supply themselves there with illegal soft drugs. This would be an equally absurd measure.
There is a tax on free downloads. This is indeed a very popular measure. We saw an action this morning in Gent. This popular measure is attached to a certain group of young people. Those who only have a computer and no internet connection should be solidary and bear the burden. This is really liberal left. Solidarity of the computer users who do not have the internet with the young people who want to download for free. This is really a proposition of what is called the M Generation: me, myself and I.
Colleagues, we are ⁇ not in favour of what is happening in Italy and the United States, in particular the imposition of penalties for this form of internet abuse. On the contrary, we are not against downloading but want to have a different discussion about it. The Internet sector should make it possible, although at the expense of copyright, to download very specific products, in which case those products must be able to become much cheaper after some time.
It is a bit like with generic products, in a way of speaking. The cultural heritage must be free of charge.
I think that this aspect of copyright will need to be further discussed. If this continues, colleagues — and I will conclude with this — we will soon have to pay copyrights on the brains of our newborn son or daughter. After all, they are able to store music and song texts on which copyright rests, and to play it illegally in the form of song. That is how we are working. You leave a gate open and that gate is too much for us.
#66
Official text
Ik geef nog het woord aan de heer Hove en de heer Tant. Daarna komt de minister en dan zal ik de artikelen en amendementen behandelen. Dan zullen wij zien waar we staan.
Mijnheer Hove, u was verslaggever. Nu spreekt u namens uw fractie in de algemene bespreking. U hebt het woord.
Translated text
I give the word to Mr. Hove and Mr. Tant. Then the Minister comes and then I will discuss the articles and amendments. Then we will see where we stand.
Mr. Hove, you were a reporter. Now you speak on behalf of your group in the general discussion. You have the word.
#67
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik zal proberen zo kort mogelijk te zijn, want veel van wat ik wenste te zeggen, werd reeds door mijn collega's uit de commissie behandeld.
Het wetsontwerp heeft de bedoeling de auteursrechten aan te passen aan de realiteit van de informatiemaatschappij van vandaag. De belangrijke bescherming van auteursrechten moet ook in de digitale maatschappij van vandaag worden doorgetrokken. Sinds de wet van 1994 op de auteursrechten is er heel wat geëvolueerd. Het is dan ook niet toevallig dat het zwaartepunt van de discussie die zich in de commissie heeft ontwikkeld, was gesitueerd rond het symbool bij uitstek van de informatiemaatschappij, namelijk de computer. Wij mogen ook niet blind zijn voor het feit dat de markt van de dragers alle dagen verder evolueert en verfijnt. Denk maar aan gsm's en alle bijhorende toepassingen, elektronische agenda's, binnenkort digitale televisie met decoders en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan, maar dat is niet het voorwerp van ons dossier.
De snelle ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat het Europees Parlement en de Europese Raad een richtlijn hebben aangenomen die een harmonisatie nastreeft tussen bepaalde aspecten van het auteursrecht en de informatiemaatschappij. Die richtlijn moet worden omgezet in Belgische wetgeving. De tijd dringt, want de aanpassing moest feitelijk al geruime tijd voltrokken zijn.
Ik heb daarnet onderstreept dat het zwaartepunt van de discussie zich heeft gesitueerd rond het symbool bij uitstek van de informatiemaatschappij, met name de computer en de vraag of de computer al dan niet aan een bepaalde heffing diende te worden onderworpen.
Ons principieel antwoord hierop is duidelijk neen. Ik heb dat ook in de commissie gezegd. Als liberalen zijn wij uiteraard principieel gekant tegen een heffing op computers, maar na moeizame en langdurige besprekingen zijn wij in de commissie tot een compromis gekomen. Een dergelijke heffing kan alleen worden opgelegd na een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit.
Wij hebben dit moeizame bereikte compromis aanvaard vanwege de hoogdringendheid van de omzetting van de richtlijn. Vermits noch wij, noch de sp.a, noch de Vlaamse oppositie voorstander is van een heffing gaan wij ervan uit dat er ook geen zal komen. Mijnheer de minister, ik zou dan ook graag van u willen vernemen wat uw houding terzake is.
Deze haast mag er echter niet toe leiden dat wij geen oog meer hebben voor een evenwicht tussen enerzijds de bescherming van de auteursrechten en anderzijds de digitale verspreiding van kunst en cultuur, een verspreiding die het algemeen belang dient.
Het voorliggende wetsontwerp is dus veel ruimer dan dit heikele punt van de computers. Het ontwerp wil een evenwicht tot stand brengen tussen de verschillende belanghebbenden, die overigens tegengestelde belangen hebben, dat hebben wij zeer goed gemerkt tijdens de hoorzitting, daarbij rekening houdend met de nieuwe realiteit van de digitale maatschappij en de wens om de ontwikkeling van de nieuwe technologieën niet te hinderen, maar deze integendeel te bevorderen.
Een essentieel element in dit verband is de mogelijkheid van kopiëren voor eigen gebruik van werken en prestaties. Het initieel wetsontwerp ging ervan uit dat de auteurs, kunstenaars, uitgevers en producenten het recht hebben op een vergoeding voor de reproductie van hun creativiteit. Dit is overigens geen nieuw uitgangspunt, het wordt alleen aangepast aan de nieuwe realiteit. Tijdens de hele bespreking, die toch enige tijd heeft geduurd, dat is hier reeds een paar keer gezegd, werd dit principe zelf dan ook op geen enkel moment en door geen enkele fractie in vraag gesteld.
Als liberaal had ik liever gehad dat dit geregeld zou kunnen worden op een marktconforme manier zodat diegene die hiervan geen gebruik maakt er ook de lasten niet van draagt en omgekeerd. Dit lijkt echter vooralsnog niet zo evident. Daarom wordt geopteerd om het vandaag bestaande systeem verder te verfijnen en aan te passen aan de realiteit van vandaag.
Meer nog dan in het verleden worden er nu een aantal drempels ingebouwd die vroeger duidelijk niet bestonden. Ik geef er een paar. De invoering van het criterium "kennelijk gebruikt worden voor", tot nu toe was elke drager of apparaat dat kon gebruikt worden voor reproductie onderworpen aan een heffing.
Vanaf nu moet het statuut van apparaten en dagers overeenkomstig dat criterium en na advies van een commissie, samengesteld uit de belanghebbenden, vastgesteld worden door de Koning.
Tweede element, de Koning kan een negatieve lijst aanleggen van apparaten en dragers die niet onderworpen zijn aan voormelde regeling. Over de computer heb ik het daarnet reeds gehad.
Is dat een goede of een perfecte oplossing? Neen, dat is het zeker niet. Het criterium "kennelijk gebruikt worden" is vaag. Ik verwijs naar de discussie daaromtrent in de commissie, waarop reeds verscheidene sprekers vóór mij allusie hebben gemaakt.
Dat gezegd zijnde vraag ik mij af, gezien de belangen die vaak diametraal tegenover mekaar stonden — wij hebben dat zeker ook in de meerderheid duidelijk kunnen voelen —, of een betere oplossing wel denkbaar was. Hoe dan ook houdt het ontwerp de kerk in het midden. De auteurs krijgen een vergoeding. Degenen die niet kopiëren, kunnen een vrijstelling krijgen. Computers worden vooralsnog niet onderworpen aan een heffing, zodat de strijd tegen de digitale kloof wordt gevrijwaard. Nog eens, het is misschien niet de meest ideale oplossing, maar het is wel een evenwichtige oplossing.
Toch zou ik van de gelegenheid ook gebruik willen maken om de beheersvennootschappen te waarschuwen. Wellicht zullen zij maar al te graag computers en ook zo veel mogelijk andere apparaten en dragers onderworpen zien aan een heffing, en dan liefst nog zo hoog mogelijk. Misschien maak ik er een karikatuur van — ik hoop het —, maar ik vrees dat men het internet te veel ziet als een bedreiging en te weinig als een opportuniteit. Denk aan de succesvolle verkoop van concert-dvd's bijvoorbeeld. Men vertelt mij dat dankzij de verkoop van dvd's de muziekindustrie er zelfs opnieuw helemaal bovenop is. Het internet en het downloaden van muziek, waardoor ouderen opnieuw ware concertgangers zijn geworden en jongeren flink wat geld uitsparen, dat zij kunnen besteden aan andere zaken, zoals dvd's, is daar niet vreemd aan. Er bestaan inderdaad studies die aantonen dat het internet netto wellicht positieve effecten zal hebben op de muziekwereld, zolang men het maar ruimer bekijkt dan alleen de platenverkoop.
Bovendien wordt door het ontwerp de omzeiling van de technische beschermingsmaatregelen strafbaar gesteld.
Ik denk dus dat de rechthebbenden wettelijk en in de praktijk over de nodige middelen beschikken om het illegaal downloaden en de piraterij tegen te gaan. Zodoende beschikken zij tevens over de nodige instrumenten om legale alternatieven te doen floreren en kan er een nieuw evenwicht in de markt tot stand komen.
Het zou dan ook onverantwoord zijn om daarbovenop van de overheid te verwachten dat men apparaten en dragers die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij en voor het dichten van de digitale kloof, nog eens extra zwaar zou belasten. Immers, naast het principe dat men recht heeft op een vergoeding, is ook de ontwikkeling van het internet een belangrijk uitgangspunt van dit ontwerp, maar ook van de VLD. Men moet voorkomen dat men de kip met het gouden ei, wat het internet toch is, slacht. Alle belanghebbenden moeten dan ook de nodige redelijkheid in acht nemen. Het is de taak van de regering om te waken over het algemeen belang. Wij zullen dit ontwerp, met de nodige nuances die ik heb aangegeven, dan ook steunen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, I will try to be as brief as possible, because much of what I wanted to say has already been addressed by my colleagues in the committee.
The draft law aims to adapt copyright to the reality of today’s information society. The important protection of copyright must also be extended in today’s digital society. Since the Copyright Act of 1994, a lot has evolved. It is therefore no coincidence that the focus of the discussion that has developed in the committee was situated around the highest symbol of the information society, namely the computer. We should also not be blind to the fact that the carrier market continues to evolve and refine every day. Just think about gsm and all related applications, electronic calendars, soon digital television with decoders and so we can continue for a while, but that is not the subject of our dossier.
The rapid development has led to the adoption by the European Parliament and the European Council of a directive aiming at harmonising certain aspects of copyright and the information society. That Directive should be transposed into Belgian legislation. The time is pressing, because the adjustment had to have been done in fact for a long time.
I have just pointed out that the focus of the discussion was on the main symbol of the information society, in particular the computer, and whether or not the computer should be subject to a certain tax.
Our principle answer to this is clearly no. I said this in the committee too. As liberals, of course, we are in principle opposed to a tax on computers, but after hard and lengthy discussions we have reached a compromise in the committee. Such a tax may only be imposed after a royal decree consulted in the Council of Ministers. Their
We accepted this difficultly achieved compromise due to the high urgency of the transposition of the Directive. Since neither we, nor the sp.a, nor the Flemish opposition is in favor of a tax, we assume that there will also be no one. Mr. Minister, I would like to hear from you what your attitude is about this. Their
However, this hurry should not lead to a loss of attention to the balance between, on the one hand, the protection of copyright rights and, on the other hand, the digital distribution of art and culture, a distribution that serves the general interest. Their
The present bill is therefore much wider than this delicate point of the computers. The draft aims to establish a balance between the various stakeholders, who otherwise have opposite interests, which we have very well noticed during the hearing, taking into account the new reality of the digital society and the desire not to hinder the development of new technologies, but rather to promote them. Their
An essential element in this regard is the possibility of copying for own use of works and performances. The initial bill assumed that authors, artists, publishers and producers were entitled to compensation for the reproduction of their creativity. This, by the way, is not a new starting point, it is only adapted to the new reality. Thro ⁇ the whole discussion, which, however, has taken some time, which has already been said here a few times, this principle itself was therefore never at any time and by no group in question. Their
As a liberal I would have preferred that this could be arranged in a market-compliant way so that those who do not use it do not bear the burdens and vice versa. However, this does not seem so obvious for now. Therefore, it is opted to further refine the system that exists today and adapt it to the reality of today. Their
Even more than in the past, a number of thresholds are now being built which previously clearly did not exist. I will give a few. The introduction of the criterion "clearly used for", until now, any carrier or device that could be used for reproduction was subject to a fee.
From now on, the statute of devices and days, according to that criterion and after the advice of a committee composed of the interested parties, must be established by the King.
Second element, the King can create a negative list of devices and carriers that are not subject to the aforementioned regulation. I have already talked about the computer.
Is this a good or perfect solution? No, it is ⁇ not. The criterion “clearly used” is vague. I refer to the discussion on this subject in the committee, to which several speakers before me have already alluded.
That being said, I wonder, given the interests that were often diametrically opposed — we have ⁇ felt this clearly in the majority — whether a better solution could be conceived. In any case, the design keeps the church in the middle. The authors receive compensation. Those who do not copy can get an exemption. Computers are not currently subject to a tax, thus liberating the fight against the digital divide. Again, it may not be the most ideal solution, but it is a balanced solution.
Nevertheless, I would also like to take this opportunity to warn management companies. Per ⁇ they would like too much to see computers and as many other devices and carriers as possible subject to a tax, and preferably as high as possible. Maybe I’m making a cartoon of it — I hope it — but I’m afraid that people see the internet too much as a threat and too little as an opportunity. Think of the successful sale of concert DVDs, for example. I’m told that thanks to the sale of DVDs, the music industry is once again at the top. The internet and the downloading of music, which has made older people again true concert guests and young people save a lot of money that they can spend on other things, such as DVDs, is not strange to this. Indeed, there are studies that show that the internet net may have positive effects on the music world, as long as one looks at it more broadly than just record sales.
In addition, the draft sanctions the circumvention of technical protection measures.
I therefore believe that the rightholders have, in law and in practice, the necessary means to counter illegal downloads and piracy. Thus, they also have the necessary instruments to flourish legal alternatives and a new balance in the market can be established.
It would therefore be irresponsible to expect, on top of that, from the government that devices and carriers that are important for the development of the information society and for filling the digital divide, be extra heavily charged. After all, in addition to the principle that one is entitled to compensation, the development of the internet is also an important starting point of this design, as well as of the VLD. One must avoid slaughtering the chicken with the golden egg, which is the Internet. All stakeholders should therefore observe the necessary reasonability. It is the responsibility of the government to protect the public interest. We will therefore support this design, with the necessary nuances that I have indicated.
#68
Official text
Collega's, ik denk dat de kip met het gouden ei de beste illustratie is om Paul Tant het woord te geven.
Translated text
Colleagues, I think the chicken with the golden egg is the best illustration to give Paul Tant the word.
#69
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik kan begrip opbrengen voor de beeldspraak van onze collega Hove. U weet beter dan ik, voorzitter, dat hij afkomstig is uit dezelfde streek die de onze is. Misschien verdraagt hij niet al te goed dat ze in Brakel een Brakelse hen hebben en dat ze in Kruishoutem moeten zijn voor de eieren. Enfin, kiekens vindt men overal, maar toch ook in Brakel, wilde ik zeggen. Ik begrijp dat collega Hove het niet over zijn kant wilde laten gaan en dus de beeldspraak gebruikte die hij net heeft gebruikt. U komt stilaan in de kring, mijnheer Hove: uitstekend.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik wilde collega Wathelet toch even danken voor het compliment dat hij mij heeft toegezwaaid. Dit onderwerp heeft inderdaad bijzonder veel tijd en veel geduld gevraagd, aan de voorzitter en aan de leden, in het bijzonder dan de leden die principieel de goede gewoonte hebben om op tijd te komen op een vergadering en die keer op keer tot de vaststelling zijn moeten komen dat de commissie niet in voldoende aantal was om te vergaderen. Ik betreur dat ten gronde, voorzitter. Ik vrees trouwens dat de oorzaak daarvan een beetje structureel aan het worden is. Wij worden, voorzitter, mijnheer de minister, collega's, geconfronteerd met een tekst van een ontwerp dat een omzetting is van een richtlijn, maar dat een onvoldoende vertaling bleek te zijn van het compromis dat nodig was, om het technisch en eenvoudig uit te drukken, tussen de diverse regeringspartijen.
Dat heeft aanleiding gegeven tot eindeloos gebakkelei in de commissie en daarbuiten. Men is tot compromisteksten gekomen, waarvan CD&V als oppositie pas zeer laattijdig in kennis werd gesteld.
Mijnheer de voorzitter, ik zeg dit zonder veel emotie, maar het is objectief en juist: het debat werd daardoor een beetje vervalst. Wij zijn niet bij machte geweest om ten gronde van gedachten te wisselen over de uiteindelijke tekst, omdat een deel ervan op het laatste moment tot stand is gekomen. Ik betreur dat. Mocht dat een vast kenmerk worden van de werking in de commissies en ons halfrond, moet men zich realiseren — ik wil niet moraliseren — dat men op die manier het debat minstens uitholt.
Mocht u geluisterd hebben, mijnheer Daems, zou u mij begrepen hebben. Moeilijk is het niet. Het moet zelfs voor u mogelijk zijn te volgen.
In ons halfrond maar ook erbuiten is reeds heel veel te doen geweest over de kostprijs van computers, pc's in de eerste plaats en over de noodzaak om het gebruik ervan meer algemeen, ook in alle sociale lagen van de bevolking, te verspreiden. Het is, mijns inziens, voor iedereen duidelijk dat het opleggen van een taks die de kostprijs van het product de hoogte injaagt, niet van aard is om de verspreiding te vergemakkelijken. Iedereen heeft er de mond vol van en vindt in het kader van een échte democratisering en socialisering van de samenleving het nodig dat dat soort apparaten in het bereik liggen van iedereen. Toch vindt men het de normaalste zaak van de wereld een aantal rechten eraan toe te voegen. Men kan ze parafiscaliteit en à la limite zelfs fiscaliteit noemen.
Mijnheer de minister, ik weet dat het uw ambitie is bezig te zijn met het lokale niveau. Ik ben daar reeds een tijdje mee bezig. Ik weet hoe een deel van het auteursrecht dat verschuldigd is naar aanleiding van manifestaties op lokaal vlak door heel wat gemeentebesturen geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen. U zult me niet tegenspreken. Het is de waarheid.
Indien de overheid terecht ervoor kiest haar auteurs en kunstenaars te beschermen, kan zij dat doen zonder opnieuw fiscale of parafiscale rechten toe te voegen aan de nettokostprijs van de producten in dat marktsegment, waardoor de veralgemeende verspreiding veeleer tegengewerkt wordt dan gestimuleerd.
Ik voeg er nog een randbemerking aan toe, waarover ook de heer Depoortere even heeft gesproken.
Mijnheer de minister, het zal er bijna onverbiddelijk toe leiden dat de oneerlijke concurrentie opnieuw bijkomende kansen krijgt. Ik verduidelijk mij even.
Uiteraard kreeg ik de kans om te praten met mensen uit de sector, zoals iedereen trouwens. We hebben immers hoorzittingen georganiseerd. Weet u echter dat voor sommige producten de netto kostprijs nog net, zij het nauwelijks, hoger ligt dan de rechten die zullen moeten worden betaald? U zult begrijpen dat voor dat soort producten de aanzet tot oneerlijke concurrentie, niet het minst in sommige grensstreken, des te groter zal zijn. Dat is logisch en het is goed om zich daarvan bewust te zijn. Ik kan dus niet anders dan aandringen om toch nog eens even na te denken over de vraag of we niet beter een nieuwe poging zouden ondernemen om de tekst bij te sturen.
Er werd door mevrouw Van der Auwera een amendement ingediend. Ik heb de indruk dat de meerderheid een andere truc in de mouw heeft. De heer Hove heeft de truc even gereleveerd. Ik weet niet of dat de bedoeling was. Ik heb menen te verstaan dat, nadat wij het principe dat op computermateriaal de rechten verschuldigd zijn, hebben goedgekeurd, bij koninklijk besluit zou worden bepaald dat dit op bepaalde producten niet het geval zal zijn.
Mijnheer de voorzitter, waarmee zijn we bezig? Ik dacht dat, als we een wet goedkeuren die duidelijk is, deze wet het verdient om als dusdanig te worden toegepast en niet, omwille van de truc of de aap die uit de mouw moet komen, op een andere manier. Mijnheer de minister, ik wil geen oneerbiedige uitdrukkingen gebruiken, maar ik vrees dat de aap straks uit de mouw zal komen, en dan nog wel uit uw mouw, wat ik niet zo direct had verwacht. Het zou echter wel eens kunnen dat we eerst een tekst goedkeuren, waarvan we aannemen — zeker de leden van de oppositie — dat hij inhoudt wat er gezegd werd, om nadien tot de vaststelling te komen dat wordt geprobeerd om de tekst te ontleden in naam van het compromis en om de meerderheid te laten samenhangen al is het maar met haken en ogen. Het zou natuurlijk ook kunnen, mijnheer de minister — dat wordt een specialiteit, in elk geval in onze commissie — de meerderheid ook hier genoegen zou nemen met een verklaring van de minister die dan wel zeven keer zal zeggen dat de verklaring in het verslag moet worden opgenomen.
Ik dacht dat zij die nadenken over kwalitatief behoorlijke wetgeving, in de eerste plaats erop moeten toezien dat de tekst zelf klaar is, zo klaar als mogelijk, opdat de mensen zouden weten waar ze staan. Hier wordt de techniek gebruikt waarbij men de parlementaire verslaggeving erop moet nalezen wil men de goedgekeurde tekst begrijpen. De parlementaire verslaggeving is voor de gewone burger niet zo toegankelijk en ook niet altijd leesbaar.
Collega's, besef goed waarmee u bezig bent. U doet niets anders, zeker in dezen, dan omwille van het politieke compromis kaduke wetgeving tot stand brengen. U weet op voorhand dat de interpretatie die men eraan zal geven, vaak tot aan of over de grens van de tekst zelf is. Proficiat met deze manier van werken. U weet toch allemaal dat het een veelgehoorde kritiek is van de voorbije jaren dat de kwaliteit van onze wetgeving tot op een bedenkelijk peil is gezakt. Ik vrees dat dat hiermee nogmaals bewezen zal worden.
De heer Lano zei dat, wat de verschuldigde rechten betreft, het tenslotte slechts over enkele euro's gaat. Mijnheer Lano, ik heb u goed aanhoord. Sta mij toe daarop een antwoord te geven. U moet goed weten dat de rechten in bepaalde concrete gevallen, rekening houdende met de kostprijs van de producten waarop ze verschuldigd zijn, disproportioneel zullen zijn. Ik heb u al gezegd dat hierdoor oneerlijke concurrentie ontstaat, waarbij personen al dan niet in het buitenland die producten gaan kopen en ze hier op een soort zwarte markt, vroeger noemde men dat blauw, kwijt proberen te geraken.
Er is een middel, collega's, om dat te voorkomen. Wij hebben een amendement ingediend dat ertoe strekt de verkopers van die producten te verplichten om, wanneer zij een prijs aankondigen, een verschil te maken tussen de kostprijs van het product en de rechten die erop verschuldigd zijn. Dat zal niet alleen nuttig zijn, omdat het de consument toelaat echt te weten wat hij koopt, maar vooral ook omdat het een eerste aanduiding is of de rechten op het product dat men zich aanschaft, al dan niet betaald werden.
Dit is een simpele suggestie. Ik weet dat ze overbodig is omdat ze van de oppositie komt en daarom loont het ook niet de moeite om daar lang bij stil te staan. Mijnheer Goris, ik respecteer in deze niet uw intellectuele eerlijkheid maar wel uw platvloersheid voor de wijze waarop u reageert. U doet dit allemaal af alsof het niet de moeite loont om te beluisteren omdat het van iemand anders komt.
Ik heb nog een punt, voorzitter, dat mij vrij hoog zit. Ik werd in de commissie als voorzitter geconfronteerd met een brief van een voorzitter van een andere assemblee, de heer De Batselier. Door tussenkomst van de diensten, hiertoe wellicht aangezet door de voorzitter himself, heb ik gemeend dat het mijn plicht was — omdat de kwaliteit van de parlementaire activiteiten moet kunnen worden gevrijwaard — om een amendement in te dienen. Ik heb dat amendement eerst toegelicht. Sommige collega's, ook van de meerderheid, hebben dit amendement mede ondertekend om het nadien gewoonweg te verwerpen. Ik begrijp dit eigenlijk niet. Ik dacht, voorzitter, dat het tot de rol van een commissievoorzitter behoorde om dit aspect van de werkzaamheden te bewaken, te meer daar ik meende dat dit amendement niet kan schaden. Dit amendement verzekert u alleen van het feit dat u niet in de problemen kunt geraken met de wet op het auteursrecht wanneer u fotokopieën maakt van naslagwerken van welkdanige aard ook. Het amendement is beperkt tot de parlementaire activiteiten, niet meer of niet minder. Eigenlijk objectiveert men een situatie die nu de facto bestaat en die volgens de minister nog geen aanleiding heeft gegeven tot betwistingen. Mijnheer de minister, is het de rol van de wetgever en de regering om daarop te wachten? Vermits een wet geldt voor de toekomst, moet deze tekst dan niet worden goedgekeurd, vooral als men weet dat die tekst verder niets of niemand in het gedrang brengt?
U weet, collega's, hoe dit amendement in de commissie werd verworpen door de meerderheid. Omdat de waarheid haar rechten heeft, mijnheer de voorzitter, moet ik toch zeggen dat uw collega, de heer De Batselier, nogmaals heeft aangedrongen. Hij was van oordeel dat de argumentatie waarop de minister zich steunt naast de kwestie is.
Het gaat niet over de vermenigvuldiging van de verslagen van de besprekingen. Het gaat wel over het aanreiken van extern materiaal dat moet toelaten de debatten met enige grondigheid te voeren.
Mijnheer de voorzitter, het moet mij van het hart, maar wij hebben het amendement heringediend in overleg met mevrouw Van der Auwera. Sta mij toe dit zonder veel emotie te zeggen, ik had verwacht dat u de aandacht van de assemblee hiervoor zou vragen. Ik had verwacht dat u namens uw zes collega's zou hebben gezegd dat dit een gemeenschappelijke zorg is en dat terzake best een regeling wordt getroffen in de tekst van de wet. U hebt gemeend te moeten zwijgen, mijnheer de voorzitter. Dat is uw goed recht. Ik wil dan toch nog duidelijk zeggen dat u daarmee de verantwoordelijkheid neemt voor de gevolgen die hieruit voor de assemblee kunnen voortspruiten. Wij hebben u gewaarschuwd. Als oppositiepartij kunnen wij klaarblijkelijk ook niet veel meer doen dan dat, maar we hebben het dan toch met overtuiging gedaan.
Dat zijn nog enkele bedenkingen die ik wou meegeven.
Translated text
Mr. Speaker, I can understand the image of our colleague Hove. You know better than me, Mr. President, that he comes from the same region as ours. Per ⁇ he does not tolerate too well that they have a Brakelse in Brakel and that they must be in Kruishoutem for the eggs. Finally, ketens are found everywhere, but still also in Brakel, I wanted to say. I understand that colleague Hove didn’t want to let it go over his side and so used the image language he just used. You come slowly into the circle, Mr. Hove: excellent.
Mr. Speaker, Mr. Minister, Colleagues, I would like to thank Mr. Wathelet for the compliment he gave me. This subject has indeed required a particular amount of time and patience from the chairman and the members, in particular since the members who have in principle the good habit of coming to a meeting on time and that time and again have had to come to the conclusion that the committee was not in sufficient number to meet. I deeply regret that, Mr. President. I am afraid that the cause of this is becoming a bit structural. We, Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, are faced with a text of a draft that is a transposition of a directive, but that turned out to be an insufficient translation of the compromise needed, to express it technically and simply, between the various government parties. Their
This has led to endless breaking-up in the commission and beyond. There have been compromise texts, of which CD&V as an opposition was informed only very late.
Mr. Speaker, I say this without much emotion, but it is objective and correct: the debate was thus a little falsified. We have not been able to substantially exchange thoughts about the final text, because part of it has come into being at the last moment. I regret that. If that becomes a fixed characteristic of the functioning of the committees and of our hemisphere, one must realize — I do not want to moralize — that in this way at least the debate is eliminated.
If you had listened, Mr. Daems, you would have understood me. It is not difficult. It should even be possible for you to follow.
In our hemisphere as well as beyond, there has already been a lot to be done about the cost of computers, PCs in the first place, and about the need to spread their use more generally, also in all social layers of the population. It is, in my opinion, clear to everyone that imposing a tax that raises the cost of the product is not of a nature to facilitate the spread. Everyone has their mouths filled with it and in the context of a genuine democratization and socialization of society it is necessary that such devices are within the reach of everyone. Nevertheless, it is considered to be the most normal thing in the world to add some rights to it. They can be called parafiscality and à la limite even taxation.
Mr. Minister, I know that your ambition is to be involved at the local level. I have been working on this for a while. I know how a portion of the copyright owed as a result of demonstrations at the local level is taken in full or in part by many municipal governments. You will not contradict me. It is the truth.
If the public authority justifiedly chooses to protect its authors and artists, it can do so without re-adding tax or parafiscal duties to the net cost price of the products in that market segment, thereby counteracting generalized distribution rather than encouraging it.
I would like to add a further margin note, which Mr. Depoortere also talked about for a moment.
Mr. Minister, it will almost irrevocably lead to unfair competition being given additional opportunities again. Let me clarify for a moment.
Of course, I had the opportunity to talk to people from the industry, like everyone else. We have organized hearings. However, do you know that for some products the net cost price is still just, though hardly, higher than the duties that will be paid? You will understand that for those types of products the incentive to unfair competition, not least in some border regions, the greater it will be. This is logical and it is good to be aware of it. So I can’t help but urge us to think again about whether it would be better to make a new attempt to update the text.
An amendment was submitted by Mrs Van der Auwera. I have the impression that the majority has another trick in the wrist. Mr. Hove delivered the trick. I do not know if that was the intention. I think I understand that, after we have approved the principle that the rights are due to computer materials, a royal decree would determine that this will not be the case for certain products.
Mr. President, what are we doing? I thought that if we pass a law that is clear, this law deserves to be applied as such and not, because of the trick or the monkey that must come out of the sleeve, in another way. Mr. Minister, I do not want to use disrespectful expressions, but I fear that the monkey will soon come out of the sleeve, and then out of your sleeve, which I did not expect so immediately. However, it may sometimes be possible that we first approve a text, which we assume — ⁇ the members of the opposition — that it contains what was said, and then come to the conclusion that it is attempted to dissolve the text in the name of the compromise and to make the majority connect even with heels and eyes. It would, of course, also be possible, Mr. Minister—which becomes a specialty, at least in our committee—the majority would also be content here with a statement of the Minister who would say seven times that the statement should be included in the report.
I thought that those who think about proper legislation should first and foremost make sure that the text itself is ready, as ready as possible, so that people know where they stand. Here the technique is used in which one must read the parliamentary reporting on it in order to understand the approved text. Parliamentary reporting is not so accessible to ordinary citizens, nor is it always readable.
Ladies and gentlemen, be aware of what you are doing. You do nothing else, especially in these, than for the sake of the political compromise kaduke legislation. You know in advance that the interpretation that will be given to it is often up to or beyond the boundary of the text itself. Congratulations on this way of working. You all know that it is a frequent criticism in recent years that the quality of our legislation has fallen to a questionable level. I am afraid that this will be proved again.
Mr. Lano said that, as far as the debt rights are concerned, it is, after all, only a few euros. Mr. Lano, I have listened to you well. Allow me to answer this. You should be aware that in certain concrete cases, taking into account the cost of the products to which they are owed, the duties will be disproportionate. I have already told you that this creates unfair competition, in which individuals, whether or not abroad, who are going to buy products and try to get rid of them here on a sort of black market, formerly called that blue.
There is a way, colleagues, to prevent this. We have submitted an amendment aiming to require sellers of those products, when they announce a price, to make a difference between the cost price of the product and the rights due to it. This will be useful not only because it allows the consumer to really know what he is buying, but especially because it is a first indication of whether the rights on the product he purchases have been paid or not.
This is a simple suggestion. I know that it is superfluous because it comes from the opposition and therefore it is not worth the trouble to stay there for a long time. Mr. Goris, I respect in this not your intellectual honesty but rather your flat ground for the way you react. You do all of this as if it doesn’t pay the effort to listen because it comes from someone else.
I have another point, Mr. Speaker, which is quite high for me. I was confronted in the committee as chairman with a letter from a chairman of another assembly, Mr. De Batselier. Through the intervention of the services, possibly initiated by the President himself, I felt that it was my duty — since the quality of parliamentary activities must be safeguarded — to submit an amendment. I explained this amendment first. Some colleagues, including the majority, have co-signed this amendment to simply reject it later. I really do not understand this. I thought, Mr. Speaker, that it was the role of a committee chairman to monitor this aspect of the work, especially since I thought that this amendment could not harm. This amendment only assures you that you cannot get into trouble with copyright law when making photocopies of referral works of any kind either. The amendment is limited to parliamentary activities, neither more nor less. In fact, one objectivizes a situation that now exists de facto and which, according to the minister, has not yet given rise to controversy. Is it the role of the legislature and the government to wait for this? Since a law is valid for the future, should this text not be approved, especially if one knows that that text further threatens nothing or anyone?
You know, colleagues, how this amendment in the committee was rejected by the majority. Since the truth has its rights, Mr. Speaker, I must say that your colleague, Mr. De Batselier, once again insisted. He was of the opinion that the argument on which the Minister relies is next to the question.
It is not about multiplying the reports of the discussions. However, it is about providing external material that should allow the debates to be conducted with some thoroughness.
Mr. Speaker, it must be my heart, but we re-submitted the amendment in consultation with Mrs. Van der Auwera. Allow me to say this without much emotion, I expected you would ask the attention of the assembly for this. I expected that you would have said on behalf of your six colleagues that this is a common concern and that this is best arranged in the text of the law. You have to be silent, Mr. Speaker. That is your good right. However, I would like to make it clear that you take responsibility for the consequences that may arise for the assembly. We have warned you. As an opposition party, we obviously cannot do much more than that, but we did it with conviction.
These are some other concerns that I would like to share.
#70
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik weet niet of het auteursrecht mij achtervolgt of ik het auteursrecht. In elk geval, toen ik in 1992 in de Kamer kwam was het eerste ontwerp waarmee ik geconfronteerd werd en waaraan toen door minister van Justitie Wathelet gewerkt werd, hij heeft daaraan meer dan een jaar gewerkt, het auteursrecht. Het auteursrecht werd toen afgerond in de fameuze wet van 1994.
Translated text
I don’t know if the copyright persecutes me or I persecute the copyright. In any case, when I came to the House in 1992, the first draft I was faced with and on which then Minister of Justice Wathelet was working, he has worked on it for more than a year, copyright. The copyright was then terminated in the famous 1994 law. Their
#71
Official text
Om eerlijk te zijn, in 1994 wist men niet dat én de economie én de maatschappij én de technologie de vlucht zouden nemen die ze nu anno 2005 genomen hebben. Men sprak toen nog niet over wireless. Men sprak zelfs nog niet over een gsm. Men sprak ook niet over iPod. Dat zijn nu allemaal begrippen waarmee wij eigenlijk reeds dagelijks omgaan. Ik zeg dit om u aan te tonen dat die digitale omgeving voortdurend aan belang toeneemt enerzijds, maar dat die anderzijds ook vele ingewikkelde, vaak juridische, vragen met zich brengt.
Translated text
To be honest, in 1994 one did not know that both the economy and society and technology would take the flight they took now in 2005. We didn’t talk about wireless at the time. There was no mention of a GSM. There was no mention of the iPod. These are all concepts that we actually already deal with daily. I say this to show you that, on the one hand, the digital environment is constantly increasing in importance, but that, on the other hand, it also raises many complex, often legal, questions. Their
#72
Official text
De regering is er nochtans van overtuigd dat de auteursrechten en het internet hetzelfde doel kunnen nastreven. Dat doel werd trouwens geciteerd door sommige leden van het Parlement, namelijk dat men de bevordering en verspreiding van de cultuur wenst tot stand te brengen. Men wil niet alleen cultuur, maar ook kennis bevorderen en verspreiden. De digitale omgeving heeft daar ongetwijfeld niet alleen een reeks van nieuwe markten geopend, maar ook van nieuwe bedreigingen.
Translated text
However, the government is convinced that copyright and the Internet can pursue the same goal. This goal was also cited by some members of the Parliament, namely the desire to promote and disseminate culture. It is aimed not only to promote culture, but also to promote and disseminate knowledge. The digital environment has undoubtedly not only opened up a range of new markets, but also of new threats.
#73
Official text
Ik vind het spijtig dat de heer Depoortere hier niet meer aanwezig is. De heer Depoortere zei immers dat wij voor een makkie stonden. Dat is natuurlijk bijzonder gemakkelijk gezegd. Van iemand van het Vlaams Belang neem ik aan dat hij daarin geen specifieke ervaring heeft opgebouwd. Mocht hij de werkzaamheden in 1994 hebben meegemaakt, zou hij weten dat auteursrechten per definitie moeilijk liggen omdat men een evenwicht moet zoeken tussen de belangen van diegenen die hebben gecreëerd, de auteurs, en de gebruikers. Er zijn heel wat tussenetappes van toeleveranciers die daarin een rol spelen. Elk van hen heeft een individueel belang, dat zeer vaak strijdig is met dat van de andere. Een makkie is het dus absoluut niet. Dat is een beetje gemakkelijk gezegd. Ik neem aan dat dit simplisme gemakkelijker naar buiten te brengen is dan er inhoudelijk op in te gaan.
Translated text
I regret that Mr. Depoortere is no longer present here. After all, Mr. Depoortere said that we were facing an easy one. This is ⁇ easily said, of course. From someone of the Flemish Interest, I assume that he has no specific experience in it. If he had experienced the work in 1994, he would know that copyright is per definition difficult because one must find a balance between the interests of those who have created, the authors, and the users. There are many intermediate stages of suppliers that play a role in this. Each of them has an individual interest, which very often conflicts with that of the other. An easy is therefore absolutely not. That is a little easily said. I suppose that this simplism is easier to bring out than to go into it in terms of content. Their
#74
Official text
Er wordt nogal gemakkelijk gezwegen over het volgende. Het is niet de pure omzetting van een Europese richtlijn. Het kader is hogerop gecreëerd. Het is de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom die gezegd heeft dat er twee belangrijke verdragen moesten geïmplementeerd worden, enerzijds de auteursrechten en anderzijds de uitvoeringen en de fonogrammen.
Translated text
It is quite easy to silence about the following. It is not a mere transposition of a European directive. The framework is created above. It is the World Intellectual Property Organization that has said that two important treaties needed to be implemented, on the one hand the copyright and on the other hand the performances and the phonograms.
#75
Official text
Europa heeft onmiddellijk de daad bij het woord gevoegd en heeft een initiatief genomen. Alzo is die Europese richtlijn van 22 mei 2001 totstandgekomen, overigens met een heel korte omzettingsperiode. De omzetting zou namelijk moeten gebeuren voor 22 december 2002.
Translated text
Europe immediately joined the action to the word and took the initiative. The European Directive of 22 May 2001 was adopted with a very short transposition period. The conversion would have to take place before 22 December 2002.
#76
Official text
België heeft dat niet kunnen opvolgen. Er volgde een eerste veroordeling op 18 november 2004. Als er een tweede veroordeling zou volgen, weet iedereen dat er dan een dwangsom bij zal zijn, met alle gevolgen van dien. Er is dus wel degelijk sprake van urgentie. Je salue de cette tribune l'honnêteté intellectuelle des intervenants qui ont tenté de traiter l'ensemble du contenu de cette loi - ce qui représente beaucoup plus que les points sur lesquels on s'est focalisé et dont on a discuté en voulant cerner le sujet — et de ceux qui ont essayé, comme vous-même monsieur Wathelet, de comprendre le mécanisme de cette loi.
Translated text
Belgium has not succeeded. Er volgde en eerste veroordeling op 18 November 2004. If there is a second verdict that would come, everyone knows that there is a second verdict that will come, with all the consequences of the day. Therefore, it is a matter of urgency. I greet from this tribune the intellectual honesty of the speakers who have tried to deal with the whole content of this law — which represents much more than the points on which we have focused and discussed in order to pinpoint the subject — and of those who have tried, like you, Mr. Wathelet, to understand the mechanism of this law.
#77
Official text
Les intérêts entre les ayants droit, les utilisateurs et l'industrie sont souvent contradictoires et il n'est pas toujours simple de trouver une ligne médiane. Le gouvernement a choisi la voie de la transposition littérale, le moyen le plus rapide possible étant donné l'urgence.
Translated text
Interests between right holders, users and industry are often contradictory and it is not always easy to find a middle line. The government has chosen the path of literal transposition, the quickest possible means given the urgency.
#78
Official text
Je sais, bien entendu, comme l'a souligné M. Monfils, que d'autres changements s'imposent, notamment sur le statut et le contrôle des sociétés de gestion, et le droit de suite au profit de l'auteur d'une oeuvre d'art originale. Comme vous le savez, le gouvernement planche actuellement sur des projets de loi.
Translated text
I know, of course, as he pointed out. Monfils, that other changes are necessary, in particular on the status and control of management companies, and the right of follow-up to the benefit of the author of an original artwork. As you know, the government is currently working on bills.
#79
Official text
D'abord, la directive nécessite quelques modifications du droit belge en ce qui concerne le droit de reproduction, de communication au public et de distribution. La directive prévoit quelques exceptions au droit de reproduction et au droit de communication au public. Ensuite, outre l'exception obligatoire pour les actes de reproduction provisoire, la directive contient toute une liste d'exceptions facultatives parmi lesquelles les deux grandes licences légales attirent particulièrement l'attention, celle pour la copie privée et celle pour la reprographie. Enfin, le projet vise également la reprographie selon le mode de reproduction utilisé et la protection de l'emploi des mesures techniques. Ik weet wel dat ik de discussie voor een stuk vereng zoals sommigen ze hebben willen verengen, maar ik geef drie verduidelijkingen. Ten eerste, de driestappentoets. Er zijn nog altijd leden in deze assemblee die vinden dat de driestappentoets nog eens expliciet moet worden opgenomen in de wettekst. Dat betekent natuurlijk twee internationale verdragen terug citeren, het TRIPS-verdrag en de Conventie van Bern. Dat is net als een wet maken over de bescherming van minderjarigen, waarin men tegelijk verwijst naar het internationaal verdrag voor de rechten van de mens. Wij doen dat ook niet. Om eerlijk te zijn, wij hebben bij de Europese Commissie navraag gedaan of het noodzakelijk was om die driestappentoets opnieuw in de wetgeving op te nemen. Het antwoord was neen, pacta sunt servanda, internationale verdragen moeten uitgevoerd worden. Wij moesten dit als zodanig niet hernemen.
Translated text
First, the directive requires some modifications of Belgian law and what concerns the right of reproduction, the communication to the public and the distribution. The Directive provides for a few exceptions to the right of reproduction and to the right of communication to the public. In addition to the exception obligatory for the acts of provisional reproduction, the directive contains all a list of facultative exceptions among which the two major legal licences attract particular attention, celle pour la copie privée et celle pour la reprographie. Enfin, le projet vise également la reprographie selon le mode de reproduction utilisé et la protection de l'emploi des mesures techniques. I know that I am narrowing the discussion for a bit as some have wanted to narrow it, but I will give three clarifications. First, the three-stage test. There are still members in this assembly who consider that the three-step test should be explicitly included again in the legislative text. This means, of course, reciting two international treaties, the TRIPS Convention and the Bern Convention. This is like making a law on the protection of minors, which at the same time refers to the International Convention on Human Rights. We do not do that either. To be honest, we asked the European Commission whether it was necessary to reintroduce that three-step test into legislation. The answer was no, pacta sunt servanda, international treaties must be implemented. We should not take this as such.
#80
Official text
Ten tweede, de heffing op computers. Er zijn twee mogelijkheden, namelijk al dan niet een heffing weerhouden in de wet. Er waren grote spanningen en dat is ook normaal want zoals ik al zei, zijn er duidelijk tegenstrijdige belangen in het geding. Ik moet eerlijkheidshalve zeggen dat ik mij wat verbaas over de wijze waarop men de gemoederen heeft laten oplopen op dit punt. Wat bepaalt artikel 14 immers? Enkele sprekers besteedden hieraan toch enig belang. Ten eerste, er moet een advies komen van het paritair samengesteld adviescomité. Dat is de voorafgaandelijke, noodzakelijke ingreep alvorens er iets kan gebeuren. Ik herhaal dat het paritair is samengesteld. Dat betekent dat alle spelers die ik zonet heb opgenoemd vertegenwoordigd zijn. Zij zullen ons zeggen of er al dan niet effectief een reden bestaat om een heffing in te voeren. Op het ogenblik waarop zij een beslissing nemen zal de Koning een lijst opstellen van apparaten die kennelijk gebruikt worden voor kopiëren en van apparaten die daar kennelijk niet voor gebruikt worden. Op deze die daarvoor niet gebruikt worden zal geen heffing worden geheven, maar op deze die kennelijk gebruikt worden om te kopiëren zou er een heffing kunnen bestaan. Ik zeg wel dat een heffing zou kunnen bestaan, want dan nog moet de regering een beslissing nemen. Dat gebeurt echter niet op initiatief van één minister. Het gaat om een koninklijk besluit dat moet tot stand komen na overleg in de Ministerraad. Dat betekent dat de Ministerraad tot een akkoord moet komen om effectief daartoe over te gaan. Bovendien, mijnheer Tant, wordt bepaald dat de bevoegde minister een vrijstelling kan verlenen voor bepaalde beroepsdoeleinden en bepaalde doelgroepen.
Translated text
Second, the tax on computers. There are two possibilities, namely whether or not to keep a tax in the law. There were great tensions and that is also normal because, as I said, there are clearly conflicting interests in the case. I must honestly say that I am somewhat surprised at the way in which the moods have been raised on this point. What does Article 14 specify? However, some speakers paid some importance to this. First, there should be an opinion of the paritary-composed advisory committee. That is the preliminary, necessary intervention before anything can happen. I repeat that the parity is composed. That means that all the players I recently mentioned are represented. They will tell us whether or not there is an effective reason to impose a tax. At the moment they make a decision, the King will draw up a list of devices that are apparently used for copying and of devices that are apparently not used for copying. Those that are not used for this purpose will not be charged, but those that are apparently used for copying could be charged. I would say that there could be a tax, because then the government has to make a decision. However, this does not happen on the initiative of a single minister. It is a royal decision that must be adopted after consultation in the Council of Ministers. This means that the Council of Ministers must reach an agreement in order to proceed effectively. Furthermore, Mr. Tant, it is provided that the competent minister may grant an exemption for certain professional purposes and certain target groups.
#81
Official text
Ik wil echter duidelijk zijn. Er werden daarover een aantal vragen gesteld.
Translated text
However, I want to be clear. A number of questions were asked on this subject. Their
#82
Official text
De regering heeft niet de intentie om dergelijke heffing tot stand te brengen, laat staan dat er een akkoord zou bestaan. België is bovendien een voorloper in breedbandtoepassingen en is tegelijkertijd een land waar zeer veel gebruik wordt gemaakt van pc's. Ik zal niet meewerken aan enig initiatief dat van aard zou zijn om de digitale kloof te vergroten. Op dat vlak geef ik u dus duidelijk mijn standpunt.
Translated text
The government does not intend to impose such a tax, let alone that there would be an agreement. Belgium is also a pioneer in broadband applications and is at the same time a country where PCs are used very much. I will not participate in any initiative that would be of the nature of increasing the digital divide. In this regard, I give you my position clearly.
#83
Official text
Mijnheer de voorzitter, ten slotte kom ik aan het derde punt. Men reageert daarop bijzonder ontstemd. Het is het verzoek van de heer De Batselier en de wijze waarop daarover werd gediscussieerd in de commissie. Ik gun de heer De Batselier zijn standpunt. Daarover gaat het niet. Ik heb hem trouwens ook gecontacteerd.
Translated text
Finally, I come to the third point. They react to it with particular indignation. It is the request of Mr. De Batselier and the way this was discussed in the committee. I give Mr. De Batselier his position. It is not about that. I also contacted him. Their
#84
Official text
De voornaamste bekommernis van de heer De Batselier was, en hij stond daarmee niet alleen, dat alle gestructureerde verzamelingen van wetenschappelijke artikels die gemaakt worden om de mensen van de assemblee voor te lichten over de punten die daar zullen worden behandeld natuurlijk niet onder een auteurrechterlijke beschermingen mogen vallen. Het is nogal evident dat die daar niet onder mogen vallen. Ik heb verwezen naar artikel 8. Artikel 8 heeft een eerste lid en heeft een tweede lid. Men heeft zich gefocust op het eerste lid, maar ik heb verwezen naar de integraliteit van artikel 8, met inbegrip van onderdeel 2.
Translated text
The main concern of Mr. De Batselier was, and he was not alone, that all structured collections of scientific articles created to educate the people of the assembly on the points that will be discussed there, of course, should not fall under copyright protection. It is quite obvious that they should not fall into that. I referred to Article 8. Article 8 has a first member and has a second member. The focus was on paragraph 1, but I referred to the integrity of Article 8, including Part 2. Their
#85
Official text
Daarom heb ik u gezegd dat u geen rechtspraak zal vinden van betwistingen waarbij men de vraag stelt of er reeds een proces gevoerd is of een betwisting gerezen is over het feit dat iemand auteursrechten claimde op wetenschappelijke artikelen die gediend hebben om het Parlement voor te lichten. Dat is tot op heden nog niet gebeurd.
Translated text
Therefore, I have told you that you will not find any jurisprudence for disputes which ask whether a trial has already been conducted or a dispute has been raised over the fact that someone claimed copyrights on scientific articles that served to inform the Parliament. This has not happened until now. Their
#86
Official text
Ik hoor dan natuurlijk zeggen dat de voorzichtigheid gebiedt om daarop misschien toch te anticiperen. Ik zeg u dat de rechtsleer klaar en duidelijk is. Er is daarover geen rechtspraak, dus wij kijken naar de rechtsleer. De rechtsleer stelt heel duidelijk dat dit soort activiteiten perfect gedekt zijn door artikel 8 en dat het met andere woorden niet nodig is om in deze bijkomende maatregelen te treffen.
Translated text
I, of course, hear that caution requires to anticipate it, ⁇ . I tell you that the doctrine of law is clear and clear. There is no jurisprudence on this, so we look at the jurisprudence. The jurisprudence makes it very clear that these types of activities are fully covered by Article 8 and that, in other words, it is not necessary to take in these additional measures.
#87
Official text
Mijnheer de voorzitter, als ik het mij mag veroorloven, zou ik u graag willen vragen dat u ook even aandachtig luistert. Heeft de heer De Batselier in de commissie al dan niet gezegd dat het antwoord, de zogenaamde geruststelling van de minister, in deze kwestie niet terzake deed en dat het probleem volgens hem torenhoog bleef bestaan? Ik zeg dat niet.
Translated text
Mr. Speaker, if I can afford it, I would like to ask you to listen carefully. Did Mr. De Batselier in the committee say or not that the answer, the so-called reassurance of the minister, was not relevant in this matter and that the problem, in his opinion, continued to exist? I do not say that.
#88
Official text
Mijnheer Tant, ik heb gisteren contact gehad met de heer De Batselier, die ik beter meen te kennen dan u. Ik heb met hem die aangelegenheid besproken. Ik heb hem ook gezegd welk standpunt we in de commissie al hadden ingenomen en dat ik dit standpunt ook zou herhalen, inbegrepen zijn enige nog bestaande bekommernis of de wetenschappelijke bundeling van artikelen die parlementsleden moet toelaten om daadwerkelijk het debat te kunnen voeren over de grond van een zaak, al dan niet onder de dekking valt van het artikel 8. Ik heb hem gezegd dat dit het geval is en dat ik dat hier ook vandaag openlijk in de commissie zou zeggen. Trouwens, er zijn voldoende intervenanten geweest die mij hebben gevraagd daarover te spreken.
Translated text
Mr. Tante, I had contact with Mr. De Batselier yesterday, whom I think I know better than you. I discussed this issue with him. I also told him what position we had already taken in the committee and that I would also repeat this position, including his only remaining concern whether the scientific bundling of articles should allow Members to effectively conduct the debate on the substance of a case, whether or not it falls within the scope of Article 8. I told him that this is the case and that I would say that openly here today in the committee. By the way, there have been enough speakers who have asked me to talk about this.
#89
Official text
Ik wil wel, maar men moet dan toch ten minste de intellectuele eerlijkheid hebben, mijnheer de minister, om te zeggen wat er daadwerkelijk in deze kwestie door de heer De Batselier is verklaard. Ik neem aan dat u hem misschien in Knokke of ergens anders tegen het lijf bent gelopen. Ik lees u een tekst voor die de weergave is van wat hij daarover denkt.
Translated text
I want to, but one must at least have the intellectual honesty, Mr. Minister, to say what has actually been stated in this matter by Mr. De Batselier. I suppose you may have struck him in Knokke or elsewhere. I read you a text that is the reflection of what he thinks about it.
#90
Official text
Ik heb die tekst ook.
Translated text
I also have that text.
#91
Official text
Het is nuttig om de inhoud daarvan te reveleren, mijnheer de minister.
Ik citeer: "Op vraag van de bevoegde minister werd dat amendement verworpen omdat het overbodig zou zijn. Volgens het bestaand artikel 8 van de auteurswet van 30 juni 1994 kunnen redevoeringen uitgesproken in vergaderingen van vertegenwoordigende lichamen vrij gebruikt worden en bestaat er geen auteursrecht op officiële akten van de overheid." Dat is nogal logisch. Dan komt het: "Deze redenering klopt niet. Het is hoegenaamd niet de bedoeling om parlementaire informatiedossiers te beperken tot een verzameling van officiële akten en redevoeringen. Dergelijke informatiedossiers zijn in de eerste plaats een gestructureerde verzameling van wetenschappelijke artikelen over een bepaald onderwerp. Het aanbieden van die informatie via een intranet of een beveiligd extranet beoogt de parlementsleden en de fracties zo goed mogelijk te documenteren en hen zo te ondersteunen in hun wetgevende en controlerende opdracht. Voor de publieke mededeling van die artikelen via internet is in de huidige stand van zaken" — luister goed — "wel degelijk de toestemming van de rechthebbenden vereist. Artikel 8 van de auteurswet kan terzake niet worden ingeroepen."
Dat is duidelijk. Ik had gehoopt dat u daar zelf de aandacht op zou vestigen.
Translated text
It is useful to reveal the content of it, Mr. Minister.
I quote: "At the request of the competent minister, that amendment was rejected because it would be superfluous. According to the existing article 8 of the Copyright Act of 30 June 1994, speeches delivered at meetings of representative bodies may be freely used and there is no copyright on official acts of the government." Then it comes: “This reasoning is not correct. In no way is it intended to limit parliamentary information files to a collection of official acts and speeches. Such information files are primarily a structured collection of scientific articles on a particular subject. The purpose of providing that information through an intranet or a secure extranet is to document the members of Parliament and the political groups as best as possible, thereby supporting them in their legislative and control duties. For the public communication of those articles via the Internet is in the current state of affairs” — listen properly — “ ⁇ requires the consent of the rightholders. Article 8 of the Copyright Act cannot be invoked in this regard."
That is clear. I had hoped that you would yourself draw attention to this.
#92
Official text
Ik zal u een antwoord geven. Als u deze tekst leest, mijnheer Tant, wordt er enkel verwezen naar artikel 8, §1. Zoals ik reeds zei is er een tweede paragraaf die luidt als volgt: "Er bestaat geen auteursrecht op officiële akten van de overheid". Volgens de rechtsleer dekt de tweede paragraaf alle voorbereidende stukken voor regelgeving en de besprekingen daaromtrent.
Het is goed dat de opmerking werd gemaakt, maar de wet biedt een afdoend antwoord. Men is in dit Parlement vaak de eerste om te zeggen dat er bij elke wet die tot stand komt, telkens twee wetten zouden moeten worden afgeschaft, maar ik merk dat als men nog een deel kan toevoegen aan een wettekst, men niet aarzelt om dat te doen, zelfs al is het overbodig. Het is niet goed om op die manier voort te werken en dus meer te reglementeren dan nodig als er al een afdoende bescherming bestaat.
Mijnheer de voorzitter, ik sluit af. Ik zou willen aandringen opdat deze wettekst effectief wordt goedgekeurd. Als België een tweede veroordeling zou oplopen — en het is absoluut niet ondenkbeeldig dat dit eerstdaags gebeurt — zou dit natuurlijk een bijzonder zware weerslag hebben, terwijl dit wetsontwerp precies wenst tegemoet te komen aan een letterlijke omzetting van de richtlijn van
Translated text
I will give you an answer. If you read this text, Mr. Tant, there is only a reference to Article 8, §1. As I said before, there is a second paragraph that reads as follows: "There is no copyright on official government acts." According to the jurisprudence, the second paragraph covers all preparatory documents for regulation and the discussions concerning them. Their
It is good that the comment was made, but the law provides an adequate answer. In this Parliament, one is often the first to say that in every law that comes into effect, two laws should be abolished each time, but I note that if one can add another part to a legislative text, one does not hesitate to do so, even if it is superfluous. It is not good to continue working in this way and therefore to regulate more than necessary if there is already adequate protection.
Mr. Speaker, I will conclude. I would like to urge that this legislation be effectively adopted. If Belgium were to face a second condemnation — and it is absolutely not unthinkable that this happens the next day — this would, of course, have a ⁇ heavy impact, while this bill is precisely intended to accommodate a literal transposition of the Directive of the European Union.