General information
Full name plenum van 2005-04-28 14:15:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip132.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K1595
04/02/2005
✔
Projet de loi portant modification de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#42
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#43
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#44
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, het zal waarschijnlijk aan ons liggen, omdat wij niet regelmatig de gelegenheid hebben om het verslag te mogen brengen. Maar is het de gewoonte dat een verslag gewoon letterlijk of bijna letterlijk wordt voorgelezen? Wij hebben daar geen ervaring mee, maar ik dacht dat gewoonlijk een synthese werd gebracht van het verslag.
Translated text
Mr. Speaker, it will probably be up to us because we do not regularly have the opportunity to present the report. But is it the custom that a report is read simply literally or almost literally? We have no experience with this, but I thought it was usually a synthesis of the report.
#2
Official text
Mijnheer Mortelmans, ik bemoei me zelden met de wijze waarop een rapporteur verslag uitbrengt. Ik zou het mevrouw de rapporteur niet afraden om het op een meer synoptische wijze te doen. Het verslag is verstuurd aan de leden. Ik weet dat men de Kamer grondig moet informeren, maar indien mevrouw Douifi denkt dat zij vlugger mag gaan, zal ik haar niet verhinderen om dat te doen.
Translated text
Mr Mortelmans, I rarely interfere with the way a rapporteur reports. I would not discourage the rapporteur to do it in a more synoptic way. The report was sent to the members. I know that the Chamber must be thoroughly informed, but if Mrs. Douifi thinks she may leave sooner, I will not prevent her from doing so.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn grote waardering uitdrukken voor de bijzondere zin voor details waarmee de rapporteur ons informeert over de bespreking van dit wetsontwerp. Ik kan alleszins zeggen dat voor onze fractie de rapporteur zich gerust mag beperken tot een aantal essentiële discussiepunten. Wij hebben alleszins geen probleem met het feit dat wij grondig worden geïnformeerd over het rapport. Misschien kunnen we ons om redenen van efficiëntie beperken tot de essentiële punten van de discussie. Maar goed, geen enkel probleem. Ik apprecieer bijzonder de inspanning die door de rapporteur wordt geleverd. Ik weet niet wat de andere fracties daarover denken.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to express my great appreciation for the special sense of detail by which the rapporteur informs us about the discussion of this draft law. I can ⁇ say that for our group, the rapporteur may restrain himself to a number of essential discussion points. We have absolutely no problem with the fact that we are thoroughly informed about the report. Per ⁇ for efficiency reasons we can limit ourselves to the essential points of the discussion. But well, no problem at all. I especially appreciate the effort made by the rapporteur. I do not know what the other groups think about this.
#4
Official text
Ik heb de indruk dat de rapporteur de pols van de Kamer heeft gevoeld.
Translated text
I have the impression that the rapporteur felt the pulse of the Chamber.
#5
Official text
Ik onderschrijf de opmerking van de heer Van Parys. Ik had alleen verwacht dat hij die opmerking vorige week zou gedaan hebben. De heer Deseyn heeft hier gedurende drie uur een verslag uitgebracht. Ik wil mevrouw feliciteren, want tot nu toe zijn er maar 20 minuten voorbij.
Translated text
I agree with Mr. Van Parys’s comment. I only expected that he would have made that comment last week. Mr Deseyn presented a report here for three hours. I would like to congratulate the lady, because so far only 20 minutes have passed.
#6
Official text
Er is geen tijdsbeperking voor een verslag, dat weet u, maar als mevrouw Douifi...
Translated text
There is no time limit for a report, you know, but as Mrs. Douifi...
#7
Official text
Mijnheer de minister, collega's, ik zal mijn verslag inkorten maar ik dacht dat het de bedoeling is, bij zulke wetsontwerpen, om de pro's en de contra's van meerderheid en oppositie met elkaar te kunnen afwegen, zodat men straks zijn stem kan uitbrengen met kennis van zaken.
Ik wil u in ieder geval de interventie van de heer Tant, de voorzitter van de commissie maar ook sprekend namens zijn fractie, niet onthouden. De heer Tant vroeg respect voor de adviezen en de uitspraken van de rechtscolleges in deze, niet het minst voor de adviezen van de Raad van State, en hij benadrukte dat ons land het zich niet kan veroorloven dat delen van de energiewetgeving nietig verklaard zouden worden door het Arbitragehof.
Ik kom thans tot de uitgebreide antwoorden van de minister. Ik zal ze niet voorlezen. Wel heeft de minister in de commissie een antwoord gegeven op alle opmerkingen, vragen en punten van kritiek van de verschillende fracties, die ik naar voren heb gebracht. Ik neem aan dat de minister straks in zijn repliek op de betogen van de verschillende collega's, die grotendeels zal herhalen en uitdiepen.
Voor het overige, mijnheer de voorzitter, meen ik dat ik vrij volledig ben geweest — dat hoop ik in ieder geval — wat de inhoudelijke algemene discussie betreft.
Wat de artikelsgewijze bespreking betreft en uiteraard ook de bespreking van de amendementen en de stemming daarover, verwijs ik naar mijn schriftelijke verslag.
Zoals ik in mijn inleiding reeds zei wil ik tot slot, wat betreft de bespreking en de werkzaamheden inzake het wetsontwerp tot wijziging van de organisatie van de elektriciteitsmarkt, verwijzen naar mijn schriftelijk verslag, omdat deze grotendeels overeenkomen met de besprekingen die gevoerd zijn naar aanleiding van het wetsontwerp inzake gas. Ik wil ook verwijzen naar mijn schriftelijk verslag voor de artikelsgewijze bespreking terzake en voor de bespreking van de amendementen.
Translated text
Mr. Minister, colleagues, I will shorten my report but I thought it was intended, with such bills, to be able to balance the pros and cons of majority and opposition, so that one can later vote with knowledge of matters.
In any case, I do not want to remind you of the intervention of Mr. Tant, the chairman of the committee but also speaking on behalf of his group. Mr. Tant asked respect for the opinions and decisions of the courts in these, not least for the opinions of the State Council, and he stressed that our country cannot afford that parts of the energy legislation would be annulled by the Arbitration Court.
I now come to the extensive responses of the Minister. I will not read them. However, the Minister in the committee has responded to all the comments, questions and points of criticism of the various political groups that I have raised. I assume that the minister will later in his replica to the arguments of the various colleagues, which will largely repeat and deepen.
On the other hand, Mr. Speaker, I think I have been quite comprehensive — I hope in any case — with regard to the substantive general discussion. Their
Regarding the article-by-article discussion and, of course, also the discussion of the amendments and the voting on them, I refer to my written report.
Finally, as I said in my introduction, as regards the discussion and work on the draft law amending the organisation of the electricity market, I would like to refer to my written report, as it largely coincides with the discussions held following the draft law on gas. I would also like to refer to my written report for the article-by-article discussion on this subject and for the discussion of the amendments.
#8
Official text
Ik dank u, mevrouw Douifi, voor uw inspanning. Ik wilde niet artikel 44, § 6 benutten, waardoor ik de verslaggever kan doen afronden wanneer ik meen dat de Kamer voldoende is ingelicht.
Verslag uitbrengen is een heel moeilijke opdracht. Ik herinner u eraan dat de verslaggevers het verslag niet mogen voorlezen. Zij moeten het verslag dat schriftelijk werd overgemaakt, becommentariëren, zonder eigen inbreng. Alleen bij een mondeling verslag is er geen te volgen tekst. Er is evenwel geen probleem en ik dank de rapporteur.
In de algemene bespreking zijn er voor het ogenblik vier leden ingeschreven en dat zijn mevrouw Creyf, de heer Wathelet, de heer Lano en mevrouw Gerkens.
Mevrouw Creyf, u bent de eerste om in de algemene bespreking het woord te nemen. Ik geef het u dan ook met veel genoegen.
Translated text
I thank you, Mrs. Douifi, for your effort. I did not want to make use of Article 44, § 6, which allows me to have the reporter round when I consider that the Chamber has been sufficiently informed.
Reporting is a very difficult task. I would like to remind you that reporters are not allowed to read the report. They must comment on the report submitted in writing, without their own contribution. Only with a verbal report, there is no text to be followed. However, there is no problem, and I thank the rapporteur.
Four members are currently registered in the general meeting, namely Mrs. Creyf, Mr. Wathelet, Mr. Lano and Mrs. Gerkens. Their
Ms Creyf, you are the first to speak in the general discussion. I give it to you with great pleasure.
#9
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, iedereen zal ondertussen wel begrepen hebben dat wij nu twee wetsontwerpen bespreken die het wettelijk raam moeten vormen voor de aanstelling, de werking, het inkomen, de onafhankelijkheid, van de beheerders van het transmissienet voor gas en elektriciteit. Die wetsontwerpen zouden zo een verdere vrijmaking van de markt en een daling van de prijzen moeten mogelijk maken.
Twee halve dagen heeft de commissie vergaderd om deze twee bijzonder belangrijke wetsontwerpen te behandelen. Een halve dag meer om hoorzittingen te houden met enkele belangrijke operatoren uit de gas- en elektriciteitswereld, werd ons door de minister en de meerderheid niet gegund.
Er is namelijk hoogdringendheid. We zijn veroordeeld door Europa en dwangsommen hangen de regering boven het hoofd. Er is ook de beursgang van Elia, die eerder al werd uitgesteld, onder andere omwille van het beursklimaat, maar ook omdat Electrabel wacht op de goedkeuring van meerjarentarieven om Elia naar de beurs te brengen. Ook de gemeenten zijn ongedurig.
Nochtans heeft de regering er zelf bijna een jaar over gedaan om haar fiat te geven aan de wetsontwerpen inzake gas en elektriciteit. Op 20 juli 2004 al gaf de regering haar goedkeuring aan het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en aan het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen.
Reden voor de vertraging was de koppeling aan het C-powerdossier. Sp.a-spirit en PS hielden de wetsontwerpen tegen. Zij wilden garanties voor een financiering door Elia van de kost van de zeekabel om de windenergie van zee aan land te brengen ten belope van 5 miljoen euro per jaar gedurende drie jaar. Daarnaast wilden ze ook de verplichting opleggen aan Elia om groenestroomcertificaten op de domeinconcessie in de Noordzee aan te kopen tegen een minimumprijs van 120 euro per stuk. Het feit dat sp.a en PS dat vroegen, zal niet vreemd zijn aan het feit dat het Limburgse Interelectra en het Luikse SOCOFE aandeelhouder zijn bij C-power.
De socialisten kregen hun zin op de Ministerraad van 21 januari 2005. Dan pas mochten de wetsontwerpen inzake gas en elektriciteit bij het Parlement worden ingediend, om ze zo snel mogelijk en liefst ongewijzigd te laten goedkeuren.
Collega's, mijnheer de minister, van bij het begin weegt het compromis op deze wetsontwerpen en op de discussie in de commissie. Collega Lalieux, bedreven en gedreven in consumentendossiers, beperkte zich tot een korte toelichting met als boodschap: "Nous sommes favorables." Zij klaagt wel aan dat de liberalisering nog niet heeft geleid tot lagere tarieven voor de consumenten, maar blijft blind en doof voor het feit dat precies deze wetsontwerpen de transmissiekosten zullen doen stijgen, met prijsstijgingen voor de consumenten tot gevolg.
Collega's, dat is verrassend. Het is verrassend dat socialistische collega's op de barricades gaan staan voor gratis geldafhalingen en tegen de afschaffing van de maximumbroodprijs, maar hier heel braaf en heel volgzaam zijn. Nochtans gaat het hier om iets veel belangrijker en veel indringender, namelijk de prijs die gezinnen en bedrijven zullen moeten betalen voor hun energie.
De gezinnen worden nu al uitgeperst aan de pomp en voor hun stookolie. Daarbij komt nu het risico van stijgende transmissietarieven voor gas en elektriciteit en dat wordt zomaar aanvaard.
Het is merkwaardig dat sp.a en Stevaert voortdurend de gevestigde belangen in de gezondheidszorg aanvallen, maar bijzonder zwijgzaam zijn wanneer het over de energiesector gaat. Het compromis weegt op beide wetsontwerpen. Niet alleen het compromis in de regering weegt door, maar ook het feit dat veel actuele energiedossiers op federaal en Vlaams niveau met elkaar interfereren waardoor iedereen bijgevolg toegeeft om zelf wat te kunnen krijgen in een ander dossier.
De beursgang van Elia is goed voor Electrabel en Suez. Electrabel zal haar deelname aan Elia ook maximaal proberen te verzilveren. De gemeenten zijn ook betrokken partij en wachten op de beursgang om als nieuwe aandeelhouders van Elia een deel te recupereren van het verloren immaterieel dividend. De netbeheerders zelf zijn vragende partij voor een snelle en ongewijzigde stemming van beide wetsontwerpen. Zij kunnen leven met de wetsontwerpen, meer zelfs, ze zijn hun op het lijf gesneden.
De enige die ontbreekt in het verhaal, is de consument, de gebruiker van gas en elektriciteit, de gezinnen, de KMO's en de bedrijven. Het is opvallend dat de wetsontwerpen de belangen van de operatoren goed verdedigen, maar het middenveld totaal negeren. De enige plaats waar op dit ogenblik het middenveld enigszins kan meespreken in het energiedebat, is in de algemene raad van de CREG. Daarin participeren de vertegenwoordigers van de kleine en grote verbruikers. Het verminderen van de bevoegdheden van de CREG vermindert bijgevolg de bevoegdheden van de algemene raad. Waar hebben de klein- en grootverbruikers dan nog iets te zeggen? Het is dan ook vanuit de hoek van de verbruikers dat er negatieve commentaar wordt gegeven op de wetsontwerpen. We zien dat TestAankoop en de algemene raad van de CREG de volgens ons terechte vrees uiten dat er een stijging zal komen van de transporttarieven voor gas en elektriciteit.
Collega's, de gebruikers van gas en elektriciteit hebben nog niet veel gemerkt van de liberalisering van de gas- en elektriciteitsmarkt en dit door verschillende factoren zoals het gebrek aan concurrentie in de productie en op de groothandelsmarkt, het gebrek aan regulering van de nettarieven, de vele heffingen op Elia, enzovoort. Voor bedrijven is naast de arbeidskosten de energiekosten een zware post geworden. De energiekosten zijn gestegen en diverse maatregelen van de federale en regionale regeringen maken die kosten trouwens moeilijk controleerbaar en te voorspellen.
Beide wetsontwerpen zouden een stap vooruit moeten zijn in de marktwerking, met een daling van de prijzen tot gevolg. Dat is echter helemaal niet evident. Met sterke operatoren, die door de wet veel ruimte krijgen, en met een verzwakte regulator zal het de consument zijn die het gelag zal betalen. De netwerkbeheerders vervullen een bijzondere strategische opdracht. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat de netbeheerders Fluxys en Elia nutsbedrijven in privéhanden zijn.
De transmissienetbeheerders zijn geen gewone naamloze vennootschappen maar ondernemingen die van de overheid bijzondere rechten hebben gekregen, in casu het wettelijk monopolie over netwerkinfrastructuur van algemeen en economisch belang met de bijbehorende verplichtingen. Die belangrijke monopolies zijn in privé-handen en bovendien dochterbedrijven van het Franse Suez. De Belgische strategische belangen mogen niet ondergeschikt worden aan het belang van een buitenlands bedrijf. Vandaar de nadruk op controle.
Controle op de netbeheerder moet uitgevoerd worden door een sterke regulator. Deze komt evenwel verzwakt uit de wetsontwerpen.
Mijnheer de minister, in de commissie zijn we de discussie aangegaan. Ook voor CD&V is het bespreekbaar dat de verhoudingen tussen de CREG, de netbeheerder, de Algemene Directie Energie, de minister, de Raad voor de Mededinging opnieuw gedefinieerd worden. Het is onze visie dat de CREG haar rol als regulator ten volle en in volle onafhankelijkheid moet kunnen spelen. De bevoegdheden van eenieder moeten evenwel worden afgebakend in lijn met wat hun core business is. In die zin kan CD&V principieel aanvaarden dat ook de algemene directie en de politiek hierin hun opdrachten hebben en moeten kunnen uitvoeren.
Wij stellen echter twee voorwaarden. Ten eerste, de Algemene Directie Energie en de Dienst voor de Mededinging moeten die taak kunnen vervullen. Op dit ogenblik is dit niet het geval. Zij beschikken niet over de knowhow en de middelen om dat te doen. Ten tweede, de CREG moet in staat zijn om haar core business te vervullen. Niets meer maar ook niets minder. Wat is de core business van de CREG? Dat is marktordening en tariefbevoegdheid. Precies dit laatste wordt afgebouwd. Dit is het punt waarop de consument, de verbruikers van gas en elektriciteit, opnieuw in het vizier komen.
Nieuw in de wetsontwerpen is de manier waarop de transmissienetbeheerders worden gefinancierd. Anders dan thans het geval is, zullen Elia en Fluxys gefinancierd worden via de methode van het totaal inkomen dat een billijke winstmarge bevat. De Koning bepaalt de regels. Dit is nieuw, collega's! Dit is compleet nieuw. Op dit ogenblik controleert de CREG de kosten van de netbeheerders en keurt zij de kosten goed of af. Dit gebeurt via de kost-plusmethodologie. De kosten kunnen alleen in de tarieven doorgerekend worden als de CREG ze niet heeft verworpen. Uit een studie van de CREG van 23 september 2004, beschikbaar op internet, blijkt dat de CREG in het verleden reeds onredelijke kosten heeft verworpen om andere redenen dan benchmarking. Uiteindelijk betaalt de consument. De consument betaalt de kosten van de transmissienetbeheerders en een redelijke marge. Onnodige of exuberante kosten drijven de prijs omhoog voor de consument. Bovendien is de kost-plus methodologie een indirectie manier om de doelmatigheid van de netbeheerder te evalueren en onder toezicht te houden. De nieuwe methodologie van het totaal inkomen voor de netbeheerders is veel minder transparant en houdt voor de gebruikers van gas en elektriciteit veel meer risico's in.
De methodologie van het totaalinkomen impliceert dat aan de net- of systeembeheerder een bepaald inkomen gedurende de periode waarin de tarieven van toepassing zijn gegarandeerd wordt. Er wordt een bepaald inkomen gegarandeerd. Dit gegarandeerd inkomen wordt zo bepaald om de net- of systeembeheerder in staat te stellen zijn wettelijk opgelegde taken te vervullen.
Bij deze methodologie is belangrijk dat de net- of systeembeheerder niet alleen bijkomende winst kan genereren door zijn efficiëntie te verhogen en in die zin is een inkomenmethodologie inderdaad een middel om de efficiëntie van de netbeheerder te verhogen, maar evengoed kan de bijkomende winst gegenereerd worden door te besparen op de dienstverlening. Hoe minder diensten, hoe minder onkosten daaruit resulteren en hoe groter het verschil tussen de opbrengsten en kosten kan worden.
Deze methodologie van het totaalinkomen is bijgevolg potentieel de meest risicovolle methodologie, maar potentieel ook de meest winstgevende. De vraag is of deze methodologie het algemeen belang dient, wat veronderstelt dat er een juist evenwicht wordt gevonden tussen de belangen van de net- en systeembeheerder enerzijds en de netbeheerders anderzijds.
Wij kunnen ons afvragen wat voor de gebruikers van gas en elektriciteit het minste risico inhoudt: een regulator die toeziet op de kosten of een regering die het totaal inkomen bepaalt en bovendien ook de billijke winstmarge vastlegt. Collega's, het is immers de regering, niet meer de CREG, die de billijke winstmarge voor de netbeheerder zal vastleggen. Wij kunnen ons inbeelden dat enige druk op de regering niet uitgesloten is.
Mijnheer de minister, is het nu echt de opdracht van de regering om de billijke winstmarge van de netbeheerders vast te stellen?
Bij het totaalinkomen wordt onder andere verwezen naar afschrijvingen en alle kosten. Collega De Meyer, stelde hierbij terecht vragen. De verbruiker riskeert tweemaal te betalen bij de reserveringen voor nieuwe infrastructuur, eenmaal in de afschrijvingen en eenmaal bij kosten. Onze amendementen hierover werden evenwel weggestemd door de meerderheid.
Ook de bepaling inzake ondersteunende diensten houdt potentiële risico's in voor verhoogde kosten. In het rapport van de CREG staat dat ondersteunende diensten soms in onderaanneming worden gegeven. Als dit tegen marktprijs gebeurt, is dat geen probleem. Als de prijs niet overeenstemt met de marktprijs, maar fors hoger ligt, stijgen de kosten. Wie zal die betalen? Inderdaad, de gebruiker van gas en elektriciteit zal die betalen. Omdat voor ons de methodologie van het totaalinkomen te veel risico's inhoudt voor een stijging van de kosten hebben wij een amendement ingediend om terug te keren naar de vaststelling van de kosten en de billijke winstmarge. Ons amendement werd echter verworpen.
In de commissie was er ook discussie in verband met de bonus malus. Dit wil zeggen dat er een verschil is en meestal zal zijn tussen enerzijds de begrote kosten van de netbeheerder en anderzijds de reële kosten van de netbeheerder. Wat moeten wij doen als er aldus een bonus ontstaat of een positief saldo? Collega Wathelet heeft in de commissie hieromtrent een amendement ingediend dat ertoe strekt dat een eventuele bonus moet verdeeld worden over drie partijen.
Een: een tariefdaling voor de consumenten. Twee: een reservering voor de investeringen. Drie: de aandeelhouders. De bedoeling van het amendement is ervoor te zorgen dat een positief saldo of een bonus niet uitsluitend naar de aandeelhouders gaat, maar dat een tariefverlaging voor de verbruikers ook mogelijk is, want logisch gezien de tarieven te hoog zijn gebleken, want: een bonus. Ook dit amendement werd weggestemd. Collega's, dat vind ik eigenlijk helemaal onbegrijpelijk. Het is een zeer redelijk argument, een zeer redelijk amendement dat precies een evenwicht nastreeft tussen de belangen van de gebruiker en de belangen van de aandeelhouder. Maar nee, dit wordt weggestemd.
Collega's, terecht staan in de wetsontwerpen uitvoerige bepalingen die het risico van de netbeheerders zo klein mogelijk houden. In de wetsontwerpen staan weinig bepalingen die diegenen verdedigen die uiteindelijk de factuur betalen: de gebruikers van gas en elektriciteit, de gezinnen, de KMO's en de bedrijven. Amendementen van de oppositie die het evenwicht trachtten te herstellen, werden bovendien weggestemd. Beide wetsontwerpen houden aanzienlijke risico's in voor een verhoging van de transmissietarieven voor gas en elektriciteit. Juist deze week — dat is interessant — werd in het Vlaams Parlement de studie van McKinsey voorgesteld. Dat was dinsdag in het Vlaams Parlement en ik heb dat bijgewoond. Een van de stellingen van McKinsey is dat men de stroomprijs 18% kan drukken, precies door de kosten van de uitbating van de hoogspanningsnetten en van de laagspanningsnetten te drukken. Dus waar is er een besparing van de distributie- en stroomtarieven mogelijk? Door het drukken van de kosten van de netbeheerders. Wat doet men hier? De kosten van de netbeheerders virtueel verhogen!
Ten slotte, voorzitter, wil ik nog even kort ingaan op een aantal andere bepalingen. CD&V staat achter de meerjarentarieven, niet alleen omdat dit een voorwaarde is voor de beursgang van Elia, maar ook omdat er aldus meer stabiliteit, voorspelbaarheid en transparantie komt in de tarificatie. Wij betreuren wel dat er geen sprake meer is van een tariefstructuur. Dit zou de transparantie nog verhogen en is niet in strijd met de meerjarentarieven. Corporate gouvernance is in de commissie uitvoerig aan de orde geweest. Opvallend is een verschillende invulling van de corporate gouvernance in de gaswet en in de elektriciteitswet. Ik ga daar niet op in, maar de minister is er niet in geslaagd om die verschillen te verantwoorden. De Gewesten werden zoveel mogelijk buiten deze aangelegenheid gehouden tijdens het overleg en bij de uitgewerkte regeling. Een van de belangrijke punten betreft de prospectieve studie over de elektriciteitsbevoorrading. Deze prospectieve studie die het indicatief programma van de productiemiddelen voor elektriciteit en gas betreft, kan ter advies voorgelegd worden aan de Gewesten. Voor Vlaanderen is dit onaanvaardbaar. De prospectieve studie moet worden overlegd met de Gewesten, onder andere gezien de bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de inpassing van de randvoorwaarden inzake leefmilieu, bepaald door de Gewesten, uitdrukkelijk als onderdeel van de prospectieve studie vermeld staan, maar vooral gezien het belang van de prospectieve studie voor de regionale energiepolitiek.
Binnen de voorzieningszekerheid bestaat geen regionale leveringszekerheid voor de klant zonder een federale bevoorradingszekerheid van het land.
Wat betreft de prospectieve studie over de elektriciteitsbevoorrading, wij vinden een prospectieve studie te vrijblijvend en wensen die te vervangen door een indicatief plan. Bovendien willen wij dat dit plan wordt voorgelegd aan de Gewesten, de algemene raad van de CREG en het Parlement. Het amendement hierover werd weggestemd, maar de minister beloofde ons wel een debat in het Parlement. Mijnheer de minister, wij hopen dat wij dit debat over afzienbare tijd kunnen voeren.
Mijnheer de minister, wij kiezen voor een indicatief plan met een duidelijke beleidskeuze voor het productievermogen dat moet worden geïnstalleerd. Er moet een duidelijk kader komen, dat voldoende zekerheid biedt aan de investeerders op korte en lange termijn, want er is nieuwe capaciteit nodig. Er werd de voorbije vier jaar weinig of niet geïnvesteerd in nieuwe capaciteit. Investeerders hebben zekerheid nodig. In dat perspectief durf ik ook te suggereren om het debat over de energiebevoorrading opnieuw te openen in het Parlement, alsook het debat over de productie van groene stroom en het debat over nucleaire energie.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik kom tot mijn conclusie. Wij hebben serieuze twijfels of de wetsontwerpen de marktwerking zullen bevorderen en zullen leiden tot een daling van de tarieven voor gas en elektriciteit, wat de bedoeling is van de liberalisering van de energiemarkt. Omdat de wetsontwerpen nodig zijn, maar omdat wij geen tariefdalingen verwachten als gevolg van die wetten, zelfs integendeel, zullen wij ons bij de stemming onthouden.
Mijnheer de voorzitter, ik wil ten slotte nog een opmerking maken. Ik wil nog even wijzen op de bedenkelijke juridische kwaliteit van de teksten die ons werden voorgelegd. Dat gaf aanleiding tot meer dan 100 opmerkingen van de juridische dienst van de Kamer. In de laatste bijeenkomst, op het ogenblik dat wij aan het stemmen waren, heeft dat de discussie nog belast. Wij hadden namelijk nog steeds discussies over de draagwijdte van sommige bepalingen en over de verschillen tussen de Nederlandstalige en de Franstalige teksten. Mijnheer de voorzitter, het is jammer dat wij dat moeten vaststellen. Erger is, dat zulks op termijn ook consequenties kan hebben, bijvoorbeeld als het Arbitragehof ooit paragrafen of artikelen van een dergelijke wet zal moeten vernietigen wegens juridische onduidelijkheid. Het valt te betreuren dat wij dat naar aanleiding van de voorliggende wetsontwerpen opnieuw hebben meegemaakt. Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik dank u voor uw aandacht.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, everyone will have understood that we are now discussing two bills that should form the legal framework for the appointment, operation, income, independence, of the operators of the transmission network for gas and electricity. Those bills should thus enable further liberalization of the market and a decrease in prices.
The committee has met for two and a half days to discuss these two ⁇ important bills. Half a day more to hold hearings with some key operators from the gas and electricity world, we were not granted by the minister and the majority.
There is high urgency. We are condemned by Europe, and the government is charged with fines. There is also the Elia stock exchange, which has already been postponed earlier, among other reasons due to the stock market climate, but also because Electrabel is waiting for the approval of multiannual rates to bring Elia to the stock exchange. The municipalities are also inexorable.
However, the government itself has taken almost a year to give its fiat to the draft laws on gas and electricity. On 20 July 2004, the Government approved the draft law amending the law of 29 April 1999 on the organisation of the electricity market and the draft law amending the law of 12 April 1965 on the transport of gas-like products and other products through pipelines.
The reason for the delay was the connection to the C-power file. Sp.a-spirit and PS opposed the bill. They wanted guarantees for financing by Elia of the cost of the sea cable to bring wind energy from sea to land in the amount of 5 million euros per year for three years. In addition, they also wanted to impose the obligation on Elia to purchase green power certificates on the domain concession in the North Sea at a minimum price of 120 euros per unit. The fact that sp.a and PS requested this will not be strange to the fact that the Limburg Interelectra and the Luik SOCOFE are shareholders of C-power.
The Socialists received their vote at the Council of Ministers of 21 January 2005. Only then could the draft laws on gas and electricity be submitted to Parliament, to be approved as soon as possible and preferably unchanged.
Colleagues, Mr. Minister, from the beginning the compromise weighs on these bills and on the discussion in the committee. Collega Lalieux, skilled and driven in consumer records, limited himself to a brief explanation with the message: "We are favorable." She complains that liberalization has not yet led to lower tariffs for consumers, but remains blind and deaf to the fact that precisely these bills will increase the transmission costs, resulting in price increases for consumers.
Ladies and gentlemen, that is surprising. It is surprising that socialist colleagues on the barricades will stand for free cash withdrawals and against the abolition of the maximum price of bread, but here very brave and very obedient. However, this is about something much more important and much more intrusive, namely the price that families and ⁇ will have to pay for their energy.
Families are already being pressured to the pump and for their fuel oil. In addition, the risk of rising transmission tariffs for gas and electricity is now included, and that is simply accepted.
It is remarkable that sp.a and Stevaert are constantly attacking established health care interests, but are ⁇ silent when it comes to the energy sector. The compromise weighs on both draft laws. Not only the compromise in the government weighs, but also the fact that many current energy files at federal and Flemish levels interfere with each other, thereby allowing everyone to give in order to get something in another file.
The Elia stock exchange is good for Electrabel and Suez. Electrabel will also try to maximize her participation in Elia. The municipalities are also involved party and are waiting for the stock exchange to recover as new shareholders of Elia part of the lost intangible dividend. The network operators themselves are the requesting party for a quick and unchanged vote on both draft laws. They can live with the draft laws, even more, they are cut off on their bodies.
The only ones missing in the story are the consumer, the user of gas and electricity, the families, the SMEs and the ⁇ . It is remarkable that the bills well defend the interests of the operators, but completely ignore the midfield. At the moment, the only place where the civil society can speak in the energy debate is in the general council of the CREG. Representatives of small and large consumers participate. The reduction of the powers of the CREG therefore reduces the powers of the General Board. Where do small and large consumers have anything to say? It is therefore from the consumer’s point of view that there is a negative comment on the bills. We see that TestAkkup and the general council of the CREG express the reasonable fear that there will be an increase in the transport tariffs for gas and electricity.
Colleagues, the users of gas and electricity have not yet noticed much of the liberalization of the gas and electricity market and this due to various factors such as the lack of competition in the production and the wholesale market, the lack of regulation of the net rates, the many taxes on Elia, and so on. For companies, in addition to labour costs, energy costs have become a heavy post. Energy costs have risen and various measures by federal and regional governments make those costs, by the way, difficult to control and predict.
Both bills should be a step forward in market operation, resulting in a fall in prices. However, this is not obvious at all. With strong operators, who are given a lot of space by the law, and with a weakened regulator, it will be the consumer who will pay the layer. The network administrators fulfill a special strategic task. However, we must not forget that the network operators Fluxys and Elia are utility companies in private hands.
The transmission system operators are not ordinary non-market companies but undertakings which have received special rights from the government, in the present case the legal monopoly on network infrastructure of general and economic interest with the corresponding obligations. These major monopolies are in private hands and are also subsidiaries of the French Suez. The Belgian strategic interests should not be subordinated to the interests of a foreign company. Hence the emphasis on control.
Control over the network administrator must be carried out by a strong regulator. This, however, is weakened by the draft laws.
In the committee we have started the discussion. Also for CD&V it is discussable that the relations between the CREG, the network manager, the General Directorate of Energy, the Minister, the Council for Competition will be redefined. It is our vision that the CREG should be able to play its role as a regulator fully and in full independence. However, the powers of each must be defined in line with what their core business is. In that sense, CD&V can, in principle, accept that the General Directorate and the politicians also have and should be able to perform their tasks in this regard.
However, we set two conditions. First, the Directorate-General for Energy and the Competition Service must be able to perform this task. At the moment this is not the case. They do not have the know-how and the resources to do so. Second, the CREG should be able to fulfill its core business. Nothing more, but also nothing less. What is the core business of the CREG? Market regulation and customs jurisdiction. This latter is being demolished. This is the point where the consumers, the consumers of gas and electricity, are once again at the forefront.
New in the bills is the way the transmission network operators are financed. Unlike the current case, Elia and Fluxys will be financed using the total income method that includes a fair profit margin. The King sets the rules. This is new, colleagues! This is completely new. At present, the CREG controls the costs of the network operators and approves or rejects the costs. This is done through the cost-plus methodology. The costs can only be converted into the rates if the CREG has not rejected them. A study by the CREG of 23 September 2004, available on the Internet, shows that the CREG has already rejected unreasonable costs in the past for reasons other than benchmarking. In the end, the consumer pays. The consumer shall pay the costs of the transmission system operators and a reasonable margin. Unnecessary or exuberant costs drive the price up for the consumer. Moreover, the cost-plus methodology is an indirect way of evaluating and monitoring the efficiency of the network manager. The new methodology of total income for the network operators is much less transparent and poses far more risks for gas and electricity users.
The methodology of total income implies that a certain income is guaranteed to the network or system operator during the period in which the tariffs were applied. A certain income is guaranteed. This guaranteed income shall be determined in such a way as to enable the network or system operator to fulfill its statutory duties. Their
In this methodology, it is important that the network or system operator can not only generate additional profits by increasing its efficiency, and in that sense a revenue methodology is indeed a means of increasing the efficiency of the network operator, but also the additional profit can be generated by saving on service provision. The fewer services, the fewer costs result from them and the greater the difference between revenue and cost can become. Their
This methodology of total income is therefore potentially the most risky methodology, but also potentially the most profitable. The question is whether this methodology serves the general interest, which presupposes the right balance between the interests of the network and system operator, on the one hand, and the network operators, on the other. Their
We may ask ourselves what poses the least risk for gas and electricity users: a regulator that monitors the costs or a government that determines the total income and also sets the fair profit margin. After all, it is the government, not the CREG, that will fix the fair profit margin for the network operator. We can imagine that any pressure on the government is not excluded. Their
Mr. Minister, is it really the government’s mandate to determine the fair profit margin of the network operators? Their
The total income refers, among other things, to depreciation and all costs. Colleague De Meyer, rightly asked questions. The consumer risks paying twice when booking new infrastructure, once in depreciation and once in charge. Our amendments were rejected by the majority. Their
The provision on support services also involves potential risks of increased costs. The CREG report states that support services are sometimes subcontracted. If this happens at a market price, that is not a problem. If the price does not correspond to the market price, but is much higher, the costs will rise. Who will pay them? Indeed, the user of gas and electricity will pay for it. Because for us the methodology of total income involves too many risks for an increase in costs, we have submitted an amendment to return to the determination of costs and the fair profit margin. However, our amendment was rejected. Their
There was also a discussion in the committee regarding the bonus malus. This means that there is and usually will be a difference between, on the one hand, the budgeted costs of the network operator and, on the other hand, the actual costs of the network operator. What should we do if this creates a bonus or a positive balance? Mr Wathelet has submitted an amendment in this regard to the committee that a possible bonus must be distributed between three parties. Their
One: a reduction in tariffs for consumers. Two: a reserve for the investments. Three are the shareholders. The purpose of the amendment is to ensure that a positive balance or a bonus does not go exclusively to the shareholders, but that a rate reduction for consumers is also possible, because logically the rates have proved too high, because: a bonus. This amendment was also rejected. Colleagues, I find this completely incomprehensible. It is a very reasonable argument, a very reasonable amendment that seeks exactly a balance between the interests of the user and the interests of the shareholder. But no, this is voted out. Their
Colleagues, rightly, the draft laws contain detailed provisions that minimize the risk of the network operators. The draft laws contain few provisions that defend those who ultimately pay the bill: the users of gas and electricity, the families, the SMEs and the ⁇ . Opposition amendments aimed at re-establishing the balance were also rejected. Both bills pose significant risks for increasing transmission tariffs for gas and electricity. Just this week — which is interesting — the McKinsey study was proposed in the Flemish Parliament. That was Tuesday in the Flemish Parliament and I attended it. One of McKinsey’s statements is that one can push the electricity price by 18%, precisely by pressing the costs of operating the high-voltage networks and the low-voltage networks. So where is it possible to save on the distribution and electricity tariffs? By pressing the costs of the network administrators. What are they doing here? Increase the costs of network administrators virtually! Their
Finally, Mr. Speaker, I would like to briefly address a number of other provisions. CD&V supports the multiannual rates, not only because this is a prerequisite for Elia’s stock exchange, but also because it provides more stability, predictability and transparency in the pricing. We regret that there is no longer a tariff structure. This would further increase transparency and is not in conflict with the multiannual rates. Corporate governance has been discussed extensively in the committee. Remarkable is a different embodiment of corporate governance in the Gas Act and in the Electricity Act. I am not talking about this, but the minister has failed to answer these differences. The Regions were kept as far as possible outside of this matter during the consultation and in the arrangement drawn up. One of the key points concerns the prospective study on the electricity supply. This prospective study concerning the indicative program of the means of production of electricity and gas may be submitted to the Regions for advice. This is unacceptable for Flanders. The prospective study should be consulted with the Regions, taking into account, inter alia, the promotion of the use of renewable energy sources and the adjustment of the environmental framework conditions determined by the Regions, expressly mentioned as part of the prospective study, but especially taking into account the importance of the prospective study for regional energy policy. Their
Within supply security, there is no regional supply security for the customer without a federal supply security of the country.
As for the prospective study on electricity supply, we find a prospective study too non-binding and wish to replace it with an indicative plan. Furthermore, we would like this plan to be submitted to the Regions, the General Council of the CREG and the Parliament. The amendment on this subject was rejected, but the Minister promised us a debate in Parliament. Mr. Minister, we hope that we can conduct this debate in the foreseeable time.
Mr. Minister, we choose an indicative plan with a clear policy choice for the production capacity to be installed. There must be a clear framework that provides sufficient assurance for investors in the short and long term, as new capacity is needed. In the past four years, little or no investment has been made in new capacity. Investors need security. In that perspective, I also dare to suggest reopening the debate on energy supply in Parliament, as well as the debate on green electricity production and the debate on nuclear energy.
Ladies and gentlemen, I come to my conclusion. We have serious doubts as to whether the bills will promote the functioning of the market and will lead to a reduction in the tariffs for gas and electricity, which is the purpose of the liberalization of the energy market. Because the draft laws are necessary, but because we do not expect tariff reductions as a result of those laws, even the opposite, we will abstain at the vote.
Finally, I would like to make a comment. I would like to point out the questionable legal quality of the texts submitted to us. This led to more than 100 comments from the Chamber’s legal service. At the last meeting, at the moment we were voting, that debate still burdened. In fact, we still had discussions about the scope of some provisions and about the differences between the Dutch-speaking and French-speaking texts. It is a pity that we have to confirm this. Worse, this can also have consequences in the long run, for example if the Arbitration Court will ever have to destroy paragraphs or articles of such a law due to legal uncertainty. It is regrettable that we have experienced this again following the present bills. Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, I thank you for your attention.
#10
Official text
Het klopt dat de legistiek van tijd tot tijd te wensen overlaat, om niet meer te zeggen.
Translated text
It is true that the legitimacy leaves something to be desired from time to time, to say no more.
#11
Official text
Monsieur le président, cette intervention s'inscrit dans la ligne de ce que Mme Creyf vient de dire. Je ne reprends pas le volet "auditions" au sein de cette commission. Mme Creyf l'a fait d'une manière tout à fait juste et fondée. En effet, il fallait aller vite. Cela n'était certainement pas dû aux parlementaires et on ne peut certainement pas nous reprocher de ne pas avoir travaillé de la meilleure manière qui soit. Nous avons essayé de travailler de la manière la plus constructive possible. Nous n'avons pas eu l'occasion d'avoir ces auditions alors qu'il s'agit pourtant d'un dossier dans lequel nous sommes continuellement confrontés à un mélange de politique mais aussi de technique. De fait, il n'est pas toujours facile de comprendre l'ensemble des concepts qui sont mis à notre disposition.
L'accord de gouvernement de juillet 2003 avait établi cette volonté de renforcer les missions de la CREG, en tant que régulateur indépendant, ainsi que son objectif de clarifier les rôles entre les différents acteurs du marché. La directive européenne que nous devons transposer a différents objectifs: - L'amélioration du fonctionnement du marché au niveau de la concurrence. - La séparation sur le plan juridique et comptable des activités de gestionnaire de réseaux par rapport à celles de producteur et de fournisseur de gaz et d'électricité. - La protection du consommateur. - L'instauration d'une procédure d'appel d'offres pour les constructions de nouvelles capacités de production. - L'imposition d'un niveau minimal d'obligations de service public.
Nous avons été forcés de constater que les dispositions législatives qui étaient présentes en droit belge répondaient déjà en grande partie à ces exigences de la directive européenne. Par ailleurs, les projets de loi dont nous débattons aujourd'hui contiennent de nombreuses mesures qui ne concernent pas, sensu stricto, la transposition de cette directive européenne. Il est clair que dans certaines matières le projet de loi va bien plus loin que ce que la directive lui imposait de faire. En effet, le projet en lui-même présente deux autres objectifs: établir les tarifs pluriannuels et transférer des tâches de la commission de Régulation vers l'administration de l'Energie, c'est-àdire passer de la CREG vers l'administration.
Le premier objectif, à savoir l'instauration des tarifs pluriannuels, ne nous pose pas problème. Nous pensons même que c'est une bonne chose. Par contre, nous sommes beaucoup plus inquiets en ce qui concerne le second volet, celui qui vise à transférer des tâches de la CREG vers l'administration. Nous sommes, en effet, intervenus en commission, soucieux d'éviter que le transfert de tâches de la commission de Régulation vers l'administration ne se fasse au détriment de la qualité de la régulation et de l'efficacité de sa mission prospective.
Etant entendu que le marché du transport d'électricité et de gaz s'exerce sous forme de monopole, nous souhaitons que les régulateurs conservent une mission claire et indépendante qui bénéficie à l'ensemble des acteurs du marché, y compris au consommateur. Sur ce plan, monsieur le ministre, nous n'avons pas été satisfaits des réponses apportées. En cette matière, il faut constamment garder à l'esprit que le marché de l'électricité et du gaz ne concerne pas uniquement le gestionnaire du réseau de transport et ses actionnaires, mais également le consommateur du réseau, à savoir tant les entreprises que les particuliers.
Nous savons aussi combien le prix élevé de l'énergie peut peser sur la compétitivité de nos entreprises et peut peser lourdement sur l'ensemble de nos ménages. Il est donc essentiel que ce marché soit efficace dans les meilleures conditions de concurrence possible mais toujours dans ce souci de pouvoir fournir aux citoyens et aux entreprises le meilleur service au meilleur prix, le meilleur prix étant le juste prix.
Nous sommes intervenus à plusieurs reprises en commission et avons déposé de nombreux amendements insistant toujours sur le volet constructif du travail qui devait être fait en cette matière.
Je voudrais soulever ici trois points qui nous semblent essentiels dans le travail que nous avons fourni en commission.
1. Le souci de vouloir continuellement améliorer les textes. En effet, nous avons exprimé notre regret du fait que les incitations financières, comme prévu dans la procédure d'appel d'offres en ce qui concerne l'installation de nouvelles unités de production d'électricité, ne soient pas dépendantes du type de production. Cela — nous semble-t-il — aurait été une bonne manière de faire dépendre le type de production de l'incitant que l'on voulait y donner ou en tout cas de faire rentrer le type de production dans les critères à prendre en considération en vue d'offrir cet incitant. Nous pensons que cela aurait été dans la bonne direction.
Nous aurions également souhaité que le texte prenne davantage en compte l'évolution de la productivité dans le secteur, ce qui devrait pouvoir se répercuter sur les tarifs pratiqués. C'est également dans ce sens que nous avons présenté un amendement visant à favoriser l'inclusion de nouveaux services durant la période régulatoire. Il faut, en effet, selon nous, veiller à ce que le gestionnaire de réseaux bénéficie d'incitations claires pour améliorer son efficacité et maîtriser ses coûts. Bien sûr, si le service est meilleur, aucun problème de modification de prix ne se pose.
2. La redéfinition des tâches du régulateur. En effet, une redéfinition de ces tâches doit avoir lieu, notamment en ce qui concerne l'établissement d'une étude prospective.
Il faut s'assurer que l'organisme qui reprend cette tâche, cette volonté de faire passer cette dernière de la CREG vers l'administration, bénéficie à la fois de l'indépendance nécessaire et des compétences suffisantes pour l'exercer de manière aussi efficace qu'auparavant. Sur ce point, nous n'avons pas non plus pu considérer les réponses du ministre suffisantes, d'autant plus que nous nous privons d'un travail qui se fait déjà, que l'on sait évaluer, dont on connaît la manière dont il est fait. Et je pense pouvoir dire que chacun peut le considérer comme satisfaisant. On va donc transposer ce travail bien fait à une administration dont on va devoir augmenter les cadres et les possibilités de travail. Autrement dit, on sait ce que l'on a et je pense que tout le monde peut s'en montrer satisfait et on va imposer une charge supplémentaire à l'administration, qui est peut-être demanderesse, mais dont on ne voit pas la valeur ajoutée qu'elle va apporter.
Par contre, nous avons été satisfaits de constater que les membres de la commission et le ministre nous ont rejoints quant à la nécessité de rétablir la compétence de proposition de la CREG au sujet de l'approbation des tarifs dans le marché du gaz plutôt que de la compétence d'avis comme cela avait été inscrit dans le projet initial.
Je voudrais souligner également que le gouvernement a déposé un amendement visant à remplacer le terme "avis" par le mot "proposition". Sur ce point, le gouvernement a donc suivi la position que nous avions adoptée.
3. Les dispositions au sein de ce projet doivent vraiment bénéficier à l'ensemble des acteurs présents sur le marché. Nous pensons que c'est cet objectif qui doit être le commun dénominateur de ce projet de loi.
Or les acteurs sont multiples. Il y a bien sûr les actionnaires qui ont une place importante à occuper dans ce marché, les opérateurs qui doivent être récompensés pour leur bonne gestion. Il y a aussi les investissements à engager dans ce domaine. Enfin, il y a le bénéficiaire essentiel, le client. C'est ce client, qu'il soit consommateur individuel ou entreprise, qui doit pouvoir participer et bénéficier de la meilleure gestion possible.
C'est la raison pour laquelle nous avons défendu les dispositions contenues dans l'arrêté royal du 15 décembre 2003 qui avaient permis aux investisseurs de développer l'important projet du terminal de Zeebrugge. En ce sens, je rejoins Mme Creyf, nous n'avons pas inventé un système en déposant cet amendement. Nous avons voulu être constructifs et nous nous sommes référés à quelque chose qui existait déjà, qui se trouvait dans un arrêté royal et qui a déjà fait ses preuves, à une mesure qui a déjà démontré qu'elle était efficace et proportionnée.
Ces dispositions précisent que lorsqu'un solde positif est dégagé du revenu total, à la fin de la période régulatoire, ce surplus — ce bonus, comme indiqué dans le projet — doit pouvoir bénéficier aux trois composantes: actionnaires, investissements, tarifs consommateurs. En effet, si on dégage un bonus, il n'y a rien à faire, il y a toujours un client qui a payé trop, qui a avancé de l'argent et qui n'est pas sûr de pouvoir récupérer cet argent. Il sera donc pénalisé deux fois, comme le disait Mme Creyf. D'abord, il a trop payé et, ensuite, il n'a pas la possibilité de récupérer cette somme payée en trop.
Madame Creyf, je n'ai pas assisté au débat sur l'énergie au Parlement flamand. Par contre, je lis la presse, y compris la presse néerlandophone. Et j'y lis ce qui suit:
"De stroomprijs kan 18% lager", je me dis que le consommateur paie sans doute déjà trop pour l'ensemble de ces coûts relatifs à l'énergie. Or on sait combien le volet "énergie" atteint des proportions de plus en plus importantes dans le budget des entreprises et des consommateurs. En l'absence d'une telle précision, nous craignons que les utilisateurs du réseau...
Translated text
Mr. Speaker, this intervention is in line with what Mrs. Creyf just said. I am not referring to the “auditions” in this committee. Mrs. Creyf did so in a fair and well-founded manner. Indeed, we had to go quickly. This was ⁇ not due to parliamentarians and we can ⁇ not be blamed for not working in the best way possible. We tried to work as constructively as possible. We did not have the opportunity to have these hearings, though this is a case in which we are continually confronted with a mixture of politics but also of technique. In fact, it is not always easy to understand all the concepts that are made available to us.
The Government Agreement of July 2003 had established this desire to strengthen the CREG’s tasks as an independent regulator, as well as its objective to clarify the roles between the different market players. The European Directive that we need to transpose has different objectives: - Improving the functioning of the market at the level of competition. The separation on the legal and accounting level of the activities of the network operator from those of the producer and supplier of gas and electricity. Protection of the consumer. - The establishment of a tender procedure for the construction of new production capacity. Minimum level of public service obligations.
We were forced to find that the legislative provisions that were present in Belgian law already in large part met these requirements of the European Directive. Furthermore, the bills we are discussing today contain many measures that do not concern, sensu stricto, the transposition of this European directive. It is clear that in some matters the bill goes far beyond what the directive required it to do. Indeed, the project itself has two other objectives: establishing multiannual tariffs and transferring tasks from the Regulatory Commission to the Energy Administration, i.e. moving from the CREG to the administration.
The first goal, namely the introduction of multiannual tariffs, is not a problem for us. We even think that is a good thing. On the other hand, we are much more concerned with regard to the second part, which aims to transfer tasks from the CREG to the administration. We have, indeed, intervened in a committee, concerned to avoid that the transfer of tasks from the Regulation Commission to the administration does not take place at the expense of the quality of regulation and the effectiveness of its prospective mission.
Bearing in mind that the electricity and gas transmission market operates in the form of a monopoly, we want regulators to maintain a clear and independent mission that benefits all market participants, including the consumer. In this regard, Mr. Minister, we were not satisfied with the answers provided. In this regard, it should be kept constantly in mind that the electricity and gas market does not concern only the transmission system operator and its shareholders, but also the consumer of the network, namely both companies and individuals.
We also know how high energy prices can weigh on the competitiveness of our ⁇ and can weigh heavily on all our households. It is therefore essential that this market is effective in the best possible conditions of competition but always in the interest of being able to provide citizens and ⁇ with the best service at the best price, the best price being the fair price.
We have spoken several times in the committee and have submitted many amendments always insisting on the constructive part of the work that should be done in this matter.
I would like to highlight here three points that we think are essential in the work we have provided in commission.
1 of 1. The aim is to constantly improve texts. Indeed, we regretted that financial incentives, as provided in the tender procedure for the installation of new power generation units, are not dependent on the type of production. This — it seems to us — would have been a good way to make the type of production dependent on the incentive that was intended to be given to it, or in any case to make the type of production enter into the criteria to be taken into consideration in order to offer that incentive. We think it would have been in the right direction. by
We would also have wanted the text to take more into account the evolution of productivity in the sector, which should have an impact on the tariffs practiced. It is also in this sense that we have submitted an amendment to promote the inclusion of new services during the regulatory period. In fact, we believe that it is necessary to ensure that the network operator has clear incentives to improve its efficiency and control its costs. Of course, if the service is better, there is no problem with price change.
2 of 2. Redefine the tasks of the regulator. Indeed, a redefinition of these tasks must take place, in particular with regard to the establishment of a forward-looking study. by
It must be ensured that the organization that takes on this task, this willingness to make it pass from the CREG to the administration, enjoys both the necessary independence and sufficient skills to exercise it as effectively as before. On this point, we also could not consider the Minister’s answers sufficient, especially since we deprive ourselves of a work that is already being done, that one knows how to evaluate, that one knows how it is done. And I think I can say that everyone can consider it satisfactory. We will therefore transpose this well done work to an administration whose cadres and job opportunities will have to be increased. In other words, we know what we have and I think that everyone can be satisfied with it and we will impose an additional burden on the administration, which may be a petitioner, but of which we do not see the added value it will bring.
On the other hand, we were pleased to see that the members of the committee and the Minister joined us on the need to restore the CREG’s proposal competence regarding the approval of tariffs in the gas market rather than the opinion competence as it had been included in the original project.
I would also like to emphasize that the government has submitted an amendment to replace the term “opinion” with the word “proposition”. At this point, the government followed the position we had adopted.
3 of 3. The provisions within this project must truly benefit all the players present on the market. We believe that this objective should be the common denominator of this bill. by
The actors are multiple. There are, of course, shareholders who have an important place to occupy in this market, operators who need to be rewarded for their good management. There are also investments to be made in this area. Finally, there is the primary beneficiary, the customer. It is this customer, whether it is an individual consumer or a business, who must be able to participate and benefit from the best management possible.
This is why we defended the provisions contained in the Royal Decree of 15 December 2003 that allowed investors to develop the important project of the Zeebrugge terminal. In this sense, I agree with Mrs. Creyf, we did not invent a system by submitting this amendment. We wanted to be constructive and we referred to something that already existed, that was in a royal decree and that has already proved, to a measure that has already demonstrated that it was effective and proportionate.
These provisions specify that when a positive balance is drawn from the total income, at the end of the regulatory period, that surplus — this bonus, as indicated in the project — must be able to benefit from the three components: shareholders, investments, consumer tariffs. Indeed, if a bonus is issued, there is nothing to do, there is always a customer who has paid too much, who has advanced money and who is not sure of being able to recover that money. He will then be punished twice, as Ms. Creyf said. First, he paid too much and then he has no opportunity to recover that amount paid too much.
Mrs Creyf, I did not attend the energy debate in the Flemish Parliament. Instead, I read the press, including the Dutch-speaking press. And I read the following:
"De stroomprijs kan 18% lager", I say to myself that the consumer probably already pays too much for all these energy-related costs. However, we know how much the “energy” component reaches increasingly large proportions in the business and consumer budgets. In the absence of such accuracy, we fear that users of the network...
#12
Official text
Monsieur Wathelet, vous vous référez probablement au rapport McKinsey. Ik vind dat uw toon constructiever en ook meer gemodereerd is dan de toon van uw voorganger, maar ik wou eigenlijk ook het volgende zeggen. De energiepolitiek in dit land is een tanker met 700.000 ton bruto. Men verandert dat niet van koers van vandaag op morgen. Indien de prijzen te hoog zijn, wat ik onderschrijf, moet men dat durven te situeren in een historisch perspectief. Dat geldt ook voor Mevrouw Creyf.
Translated text
Mr. Wathelet, you you référez probablement au rapport McKinsey. I think your tone is more constructive and also more moderate than your predecessor’s tone, but I actually wanted to say the following. The energy policy in this country is a tanker with 700,000 tons of gross. It does not change the course from today to tomorrow. If the prices are too high, which I endorse, one must dare to situate it in a historical perspective. The same applies to Mrs. Creyf.
#13
Official text
Neen, misschien daardoor ook een beetje — u ziet dat ik een correct iemand ben — maar vooral omdat de energiemarkt werd gedomineerd door gemengde intercommunales die de prijzen artificieel hoog hielden. Daar hebben uw mandatarissen met alle respect in het verleden toch een grote vinger in de pap gekregen. Dat wilde ik hieraan nog toevoegen.
Translated text
No, maybe that’s also a little — you see I’m a correct person — but mostly because the energy market was dominated by mixed intercommunals that kept prices artificially high. There, with all respect in the past, your mandators have been given a big finger in the pot. I would like to add this.
#14
Official text
Monsieur Lano, je vous entends bien. C'est la raison pour laquelle notre amendement était tout à fait constructif, parce qu'il prenait ces trois intervenants en considération. Bien entendu, ces investissements devaient avoir lieu. Les intercommunales et le gestionnaire doivent également pouvoir être récompensés en cas de bonne gestion. Qui investirait encore aujourd'hui sans pouvoir bénéficier des fruits de son investissement, d'autant plus si sa gestion est correcte? Parallèlement, il ne faut pas oublier le troisième intervenant, à savoir le consommateur. C'est vraiment dans ce sens qu'on a voulu baliser le terrain. C'était cela et uniquement cela! Il ne s'agit pas d'une injonction, ni d'une clef de répartition, ni d'une obligation. C'est cette volonté de baliser le terrain et, lorsqu'on va devoir répartir ce bonus, d'avoir continuellement ces trois points essentiels en tête: les actionnaires, les investissements et les clients.
En l'absence d'une telle précision, les utilisateurs du réseau qui ont dû souffrir de tarifs trop élevés pourraient ne pas trouver de compensations dans l'application, par la suite, de tarifs plus bas. Ainsi, l'on accorderait une importance suffisante aux investissements qui doivent être effectués dans le réseau, tant pour sa maintenance que pour le développement de nouvelles infrastructures. Eu égard à de telles matières et étant donné les dangers qui peuvent se présenter au niveau du transport du gaz notamment — nous l'avons malheureusement appris à nos dépens -, les investissements en termes d'infrastructure doivent continuellement rester dans l'esprit de l'ensemble des investisseurs.
Par ailleurs, nous avons dénoncé cette dérive du législateur, qui semble accorder toujours plus d'importance aux flux financiers, à la rentabilité du réseau plutôt qu'à son fonctionnement optimal: la sécurité, l'efficacité et la fiabilité du réseau. Donc, nous pensons que ces trois notions, qui sont les objectifs premiers, ne pourront être rencontrées que si, dans la redistribution du bonus, nous gardons continuellement à l'esprit ces trois lignes essentielles: le client, les actionnaires et les investissements dans le réseau.
Translated text
Mr. Lano, I hear you well. That is why our amendment was quite constructive, because it took these three speakers into consideration. Of course, these investments had to take place. Intercommunals and the manager must also be able to be rewarded in case of good management. Who would still invest today without being able to benefit from the fruits of its investment, especially if its management is correct? At the same time, we must not forget the third stakeholder, namely the consumer. This is exactly what we wanted to do in the field. It was that and only that! It is not an injunction, a distribution key, or an obligation. It is this willingness to mark the ground and, when we are going to have to distribute this bonus, to have continuously these three key points in mind: shareholders, investments and customers.
In the absence of such accuracy, network users who had to suffer from too high rates might not find compensation in the application, subsequently lower rates. This would give sufficient importance to the investments to be made in the network, both for its maintenance and for the development of new infrastructures. In view of such materials and given the dangers that may arise in the field of gas transportation in particular – we have unfortunately learned this at our own expense – infrastructure investments must continuously remain in the minds of all investors.
Furthermore, we have denounced this legislative drift, which seems to give increasing importance to financial flows, to the profitability of the network rather than to its optimal functioning: the security, efficiency and reliability of the network. So we believe that these three concepts, which are the primary objectives, can only be met if, in the redistribution of the bonus, we keep continuously in mind these three essential lines: the customer, shareholders and investments in the network.
#15
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, beste collega's, aangezien niemand voor mij het gedaan heeft, zal ik mij toch veroorloven om de rapporteur te bedanken voor haar synthetisch overzicht van de lange werkzaamheden.
Het is uiteraard niet de bedoeling om in polemiek te gaan met de vorige sprekers, maar ik wil beginnen met te zeggen hoe relatief de werken zijn die wij gedaan hebben. De inkt is nog niet droog, of een studie van McKinsey, waarop de heer Wathelet alludeerde, toont aan dat de voordelen van de liberalisering nog steeds niet ten volle spelen. Dat heeft niets te maken met de wetgever.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, since no one has done it for me, I will still be able to thank the rapporteur for her summary of the long work.
Of course, it is not intended to polemize with the previous speakers, but I would like to begin by saying how relative the works we have done are. The ink is not yet dry, or a McKinsey study, which Mr. Wathelet alluded to, shows that the benefits of liberalization are still not fully playing out. It has nothing to do with the legislator.
#16
Official text
Helemaal niet spelen! (...)
Translated text
Not playing at all! The [...]
#17
Official text
McKinsey zegt "niet ten volle," mijnheer Tant, "niet ten volle". Het is een process in working, of een work in process, zoals u verkiest.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt — niet ik zeg dat, maar McKinsey; daarmee kunt u spotten, maar het zijn toch competente mensen, denk ik, die internationaal werken — kunnen nog veel efficiëntiewinsten worden geboekt in de transmissie en de distributie, meer dan in de productie.
Translated text
McKinsey says “not fully,” Mr. Tant, “not fully.” It is a process in working, or a work in process, as you prefer.
Contrary to what is often thought — not I say that, but McKinsey; you can spot it, but I think they are competent people who work internationally — there can still be much efficiency gains in transmission and distribution, more than in production.
#18
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#19
Official text
Mevrouw Creyf, ik ben maar een ondernemer, ik ben maar een sukkelaar van een ondernemer. U bent een perfecte wetgever. Maar de wetgever spreekt, en de ondernemingen moeten het doen. Dat wilde ik u nog wel even zeggen.
Sta me toe er dieper op in te gaan.
Translated text
Mrs. Creyf, I’m just an entrepreneur, I’m just a fool of an entrepreneur. You are a perfect legislator. But the legislator speaks, and the companies must do it. That was what I wanted to say to you.
Allow me to go deeper into it.
#20
Official text
Ik heb kritiek geuit ook in het belang van de ondernemingen.
Translated text
I have also criticized the interests of the companies.
#21
Official text
Goed, maar ik kom ook op in het belang van de consumenten. Want, zoals de heer Wathelet zegt, het is een driehoek.
Translated text
Well, but I also speak in the interests of consumers. Because, as Mr. Wathelet says, it is a triangle.
#22
Official text
Mevrouw Creyf, als u wenst dat de geschiedenis uw woorden behoudt, dan moet u uw microfoon gebruiken.
Translated text
Mrs. Creyf, if you want history to keep your words, then you should use your microphone.
#23
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, belangwekkend in dat verband is de rol en de organisatie van de regulator, zoals de vorige sprekers hebben gezegd. Volgens McKinsey is de regulator nog veel te veel afhankelijk van de verschillende partijen, waardoor zij haar rol van onafhankelijke regulator onvoldoende speelt.
McKinsey verwees ook naar het kost-plus-mechanisme, op basis waarvan uiteraard de tarieven van transmissie en distributie worden vastgelegd en dat weinig ruimte biedt voor efficiëntieverbetering en kostenbesparing.
Waarschijnlijk moeten wij dat alles te gelegener tijd eens opnieuw bekijken. Maar wij moesten een stap vooruit.
Hoe dan ook zetten we met die wetsontwerpen vandaag toch weer een stap vooruit in de liberalisering van zowel de gassector als de elektriciteitsmarkt. Dat is een belangrijke stap, heb ik gezegd; niet minder, maar ook niet meer.
Wat de gassector betreft, opteert de regering voor de aanstelling van drie netbeheerders. Dergelijk systeem heeft diverse voordelen, waaronder het behoud van de tarifaire perequatie in het hele land.
Uiteraard wordt voorzien in de nodige beginselen die de onafhankelijkheid van de netwerkbeheerders garandeert.
Zonder onafhankelijkheid is een goede werking van de gasmarkt niet mogelijk. Vastgesteld moet worden dat de Staat zijn golden share in de beheerder handhaaft. Dat kan een bijkomende vorm van controle mogelijk maken, maar volgens ons is dat eigenlijk niet strikt noodzakelijk.
De nieuwe tarifaire methodologie maakt meerjaarlijkse tarieven voor het vervoer mogelijk. Dat verhoogt de rechtszekerheid en betekent voor de beheerder en de overheid een vereenvoudiging. Dat is dus een goede zaak. Het vaststellen van de tarieven vormt een delicate evenwichtsoefening. Enerzijds moeten de netbeheerders de garantie hebben op een redelijk inkomen — dat is voldoende onderstreept door de vorige sprekers —, zodat ze de nodige middelen hebben om investeringen te doen die zich opdringen in onderhoud en ontwikkeling van het net. Anderzijds — dat is ook door de vorige sprekers onderstreept — mogen de belangen van de consument niet uit het oog worden verloren. De tarieven moeten dus voldoende laag zijn, maar tegelijk moet ook de dienstverlening kwalitatief hoog en veilig zijn. Denk bijvoorbeeld aan wat er gebeurd is in Ghislenghien. Wij streven naar een bijna perfectie wat de zekerheid en het onderhoud van het systeem betreft.
Daarbij heb ik een persoonlijke noot, aanvullend op wat de vorige sprekers hier gezegd hebben, in verband met de belangen van de consument. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat benchmarking en internationale vergelijking de prijzen naar beneden zullen dringen. De wetgever heeft zijn rol gespeeld, maar dat zal het decisief element zijn dat de consument, zowel de ondernemer als de gewone gebruiker, ten goede zal komen.
De ontwikkeling van nieuwe infrastructuren en de verhoging van de capaciteit van de bestaande structuren zijn noodzakelijk en worden bevorderd. Wij leven op de limiet. Het spreekt voor zich dat dat noodzakelijk is. Wij hebben op het einde van de vorige legislatuur reeds een stap in de goede richting gezet en vandaag zetten wij een bijkomende stap. Gas zal in de toekomst ongetwijfeld een belangrijke rol spelen in onze energievoorziening. Die volgt een beetje de prijs van een barrel crude oil. Dat zal dus ook afhankelijk zijn van wat we in de toekomst presteren op vlak van energiebesparing en alternatieve energiebronnen, uiteraard. Zoals de heer Wathelet zei, heeft McKinsey voorspeld dat gas eventueel tot 80 procent van de markt gaat uitmaken. Ik vind dat veel, maar bon. Ik zie petroleum zomaar niet vervangen worden op korte termijn.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, interested in this regard is the role and organization of the regulator, as the previous speakers have said. According to McKinsey, the regulator is still far too dependent on the different parties, making it not play its role as an independent regulator sufficiently.
McKinsey also referred to the cost-plus mechanism, on the basis of which, of course, the rates of transmission and distribution are fixed and which offers little room for efficiency improvements and cost savings.
Per ⁇ we should look at this all over time. But we had to take a step forward.
In any case, with those bills today we are making another step forward in the liberalization of both the gas sector and the electricity market. That is an important step, I said; not less, but neither more.
In the gas sector, the government opts for the appointment of three network operators. Such a system has several advantages, including ⁇ ining the tariff equation throughout the country.
It shall, of course, provide for the necessary principles to guarantee the independence of the network administrators.
Without independence, the proper functioning of the gas market is impossible. It must be determined that the State ⁇ ins its gold share in the administrator. That may allow for an additional form of control, but in our opinion this is not actually strictly necessary.
The new tariff methodology enables multiannual tariffs for transport. This increases legal certainty and means simplification for the administrator and the government. That is a good thing. Establishing the rates is a delicate balance exercise. On the one hand, network operators should have the guarantee of a reasonable income — which has been sufficiently emphasized by the previous speakers — so that they have the necessary resources to make investments that involve maintenance and development of the network. On the other hand, which has also been emphasized by the previous speakers, the interests of the consumer must not be overlooked. The tariffs must therefore be sufficiently low, but at the same time the service must also be high quality and safe. Consider, for example, what happened in Ghislenghien. We strive to ⁇ perfection in terms of security and maintenance of the system.
Here I have a personal note, in addition to what the previous speakers have said here, in relation to the interests of the consumer. I am still convinced that benchmarking and international comparison will push prices down. The legislator has played his role, but that will be the decisive element that will benefit the consumer, both the entrepreneur and the ordinary user.
The development of new infrastructures and the capacity enhancement of existing structures are necessary and will be promoted. We live on the limit. It goes without saying that this is necessary. We have already taken a step in the right direction at the end of the previous legislature and today we are taking another step. Gas will undoubtedly play an important role in our energy supply in the future. This is the price of a barrel of crude oil. It will therefore also depend on what we will ⁇ in the future in terms of energy saving and alternative energy sources, of course. As Mr. Wathelet said, McKinsey has predicted that gas will possibly make up to 80 percent of the market. I like it a lot, but good. Oil cannot be replaced in the short term.
#24
Official text
Dat heeft McKinsey ook gezegd.
Translated text
That’s what McKinsey said.
#25
Official text
Ik heb nog de tendens om bekwame mensen en consultants toch een klein beetje te geloven.
De gasbevoorrading moet dan ook verzekerd worden. In dat kader past ook het indicatief plan inzake de aardgasbevoorrading.
Geenszins mogen wij het finale doel uit het oog verliezen, met name een competitieve gasmarkt, zodat de prijzen kunnen dalen, terwijl uiteraard tegelijk de bevoorrading, de veiligheid van het netwerk, de installaties en de openbare taken verzekerd zijn. De VLD denkt dat het wetsontwerp hierin wellicht een stap in de goede richting zal betekenen.
Het ontwerp van de elektriciteitssector staat minder in het teken van de liberalisering van de markt, maar heeft veeleer de verzekering van de bevoorrading op het oog.
Het toezicht op de bevoorradingszekerheid, het opstellen van de studie, de technische voorschriften, de toelatingsprocedures voor en aanbestedingen van nieuwe activiteiten hebben daar uiteraard rechtstreeks of onrechtstreeks mee te maken.
Inzake de onafhankelijkheid van de netbeheerders worden nieuwe bepalingen ingevoerd die deze nog moeten verhogen. Ook in het verleden bestonden echter principes die deze onafhankelijkheid moesten waarborgen. De vraag is of die dan gefaald hebben en zo ja, in welke zin. Moet eigenlijk ook niet verder gegaan worden met de feitelijke scheiding op het niveau van het aandeelhouderschap tussen producent en netwerkbeheerder? De vraag kan gesteld worden. Maar goed, men kan niet alles terzelfdertijd doen. Terug betekent dit wetsontwerp een stap in de juiste richting.
Het instellen van een meerjarentarifering is hier ook een goede zaak. Het verhoogt de rechtszekerheid en verlicht de werklast voor zowel netbeheerder als regulator. Het komt uiteraard de liberalisering van de markt ten goede want de tarieven moeten tegelijk een incentive betekenen voor de netbeheerders om te blijven investeren in het onderhoud en het ontwikkelen van het netwerk maar tegelijk ook, simultaan met wat ik gezegd heb over het gasontwerp, laag genoeg zijn in een internationaal perspectief om de concurrentie op de markt niet te verhinderen en, opnieuw, om de consument ten goede te komen. Nogmaals, hier kan men de vraag stellen of het kostplusmechanisme voldoende is en voldoende zal blijken. De toekomst zal het uitwijzen want het laatste hoofdstuk is hier nog niet geschreven. Ik denk echter dat wij ons werk gedaan hebben, allemaal samen. Daarom zal mijn fractie deze beide wetsontwerpen goedkeuren.
Translated text
I still have a tendency to trust skilled people and consultants a little bit.
The gas supply must be secured. The indicative plan for the natural gas supply is also in line with this framework.
In no way should we lose sight of the ultimate goal, in particular a competitive gas market, so that prices can fall, while naturally at the same time ensuring the supply, the safety of the network, the installations and the public functions. The VLD believes that the draft law in this regard may be a step in the right direction.
The design of the electricity sector is less in the sign of market liberalization, but rather has the insurance of supply in mind.
Surveillance of supply security, the preparation of the study, the technical regulations, the authorisation procedures and the procurement of new activities are, of course, directly or indirectly related to this.
Regarding the independence of the network operators, new provisions are introduced that need to be enhanced. In the past, however, there were also principles to guarantee this independence. The question is whether they have failed, and if so, in what sense. Shouldn’t the actual separation between producer and network manager at the level of shareholders actually be extended? The question can be asked. Well, you cannot do everything at the same time. Backwards, this bill represents a step in the right direction.
The establishment of a multiannual tariff is also a good thing here. It increases legal certainty and eases the workload for both network administrators and regulators. It is of course beneficial to the liberalization of the market because the tariffs must at the same time provide an incentive for the network operators to continue investing in the maintenance and development of the network but at the same time, simultaneously with what I have said about the gas design, are low enough in an international perspective not to prevent competition on the market and, again, to benefit the consumer. Again, here one can ask whether the cost-plus mechanism is sufficient and will prove sufficient. The future will show it because the last chapter has not been written here yet. However, I think we did our work, all together. Therefore, my group will approve these two bills.
#26
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, ces deux projets de loi que nous examinons aujourd'hui démontrent, selon moi et selon Ecolo, que le gouvernement fédéral renonce en fait à réguler le marché du gaz et de l'électricité et que consommateurs, ménages et entreprises n'auront plus qu'à puiser dans leur portefeuille.
M. Lano dit que l'on avance. En fait, je pense plutôt que nous revenons à la période d'avant 1999, époque où les opérateurs du gaz et de l'électricité définissaient eux-mêmes les tarifs, avec la complicité des politiques via leur participation dans les intercommunales. Le régulateur indépendant qui a permis une diminution des tarifs pour les consommateurs, tout en permettant l'augmentation de l'actionnariat et des plus-values pour Electrabel, Distrigaz, donc Suez, est mis au rancart.
Ces deux projets de loi sont évidemment très techniques et leur compréhension est difficile. Ils ont pourtant des conséquences sur les plans social et économique qui risquent d'être très graves, au détriment du pouvoir d'achat des ménages et de la position concurrentielle des entreprises.
Il s'agit bien sûr de la transposition de directives, mais pas uniquement. Il s'agit aussi de la concrétisation d'orientations politiques ou plutôt d'un abandon du politique face à l'acteur dominant du marché de l'énergie en Belgique, Electrabel, donc Suez.
Je voudrais revenir sur le "bon ménage" que devraient former la libéralisation des marchés de l'électricité et du gaz et une organisation régulée des marchés.
Dans ce projet, le gouvernement sacrifie en fait la régulation, non pas au bénéfice d'une libéralisation plus grande, comme on voudrait nous le faire croire, mais au bénéfice des acteurs dominants du marché. Après de nombreuses heures de discussion en commission, après de nombreuses questions posées, peu de réponses ont été apportées, si ce n'est que le gouvernement a opté pour une orientation différente et que "toutes les remarques et questions de Mme Gerkens montrent qu'Ecolo a une autre orientation, pose d'autres choix que ceux du gouvernement".
En fait, lorsque l'Union européenne prend la décision de libéraliser les marchés de l'électricité en 1996 et du gaz en 1998, elle n'adopte pas des directives concernant la libéralisation du gaz et de l'électricité, mais elle prend des directives déterminant des règles communes pour le marché intérieur. Il s'agissait d'introduire des mécanismes de régulation dans ces marchés de manière à ce que les règles de la concurrence et les obligations de fourniture soient respectées.
Les objectifs visés étaient ceux-là.
Lorsque la Belgique a transposé ces directives en 2003, elle a aussi transposé des directives qui n'étaient pas uniquement des directives de libéralisation mais bien des lois d'organisation du marché de l'électricité et du gaz. Cette organisation des marchés s'est caractérisée par la mise en place d'un système de régulation afin de garantir le principe de non-discrimination, une concurrence effective et un fonctionnement efficace du marché, selon les termes des deux directives. Il est donc important de mettre en avant que ce qui va caractériser le bon fonctionnement d'un marché libéralisé, c'est la capacité à le réguler, d'autant plus que nous sommes dans des marchés particuliers, et je ne reviendrai pas sur les caractéristiques de l'électricité et du gaz en termes de stockage, en termes de réseaux, en termes de moindre flexibilité des prix. Ces deux marchés présentent de plus grands risques d'abus de positions dominantes avec des effets pervers sur le fonctionnement du marché, le pouvoir d'achat des ménages et la position concurrentielle des entreprises. Je pense qu'en Belgique, ces problèmes sont d'autant plus importants que nous avons effectivement un opérateur historique qui domine toute la chaîne dans le secteur de l'électricité: la production, le transport, la distribution, la fourniture, le négoce. Il en est de même dans le secteur gazier et il s'agit, en plus, du même acteur, c'est bien la preuve qu'une régulation forte est nécessaire.
Je ne peux m'empêcher de relever que le précédent gouvernement avait suivi cette logique de régulation en désignant ce régulateur fort qu'est la CREG, en désignant également un gestionnaire de réseaux qui s'est vu imposer des règles de gouvernance d'entreprise bien spécifiques et bien plus fortes que les règles de "corporate governance" qui existent dans d'autres secteurs, et cela, parce qu'il s'agissait d'un acteur dominant dans le secteur d'activité particulièrement important qui est celui de l'énergie. C'était donc dans l'intérêt de l'économie belge et non pas pour le plaisir de réglementer gratuitement. En effet, ouvrir un marché avec un opérateur dominant, sans prévoir des mécanismes de régulation, c'est évidemment pire qu'un monopole. Les deux lois d'avril 1999 relatives à l'organisation des marchés du gaz et de l'électricité étaient donc inspirées par une approche volontariste de bonne régulation.
Parmi les présupposés que les défenseurs du libéralisme, et particulièrement du libéralisme sauvage, font souvent aux écologistes, figure celui de tuer l'économie et les entreprises parce que les écolos sont obnubilés par la réglementation et par la régulation qu'ils imposent à ces entreprises.
Or, j'estime qu'il est intéressant de regarder l'évolution du chiffre d'affaires des entreprises concernées. On constate que la gestion et la régulation, imposées et défendues par les Verts, ont été bénéfiques auxdites entreprises. Les chiffres d'affaires et les résultats d'Electrabel, de Distrigaz et de Fluxys des dernières années témoignent de ce que l'organisation des deux marchés n'a pas eu d'effet négatif sur eux. Je ne peux d'ailleurs que m'en réjouir car il s'agit d'opérateurs importants.
Par ailleurs, la valeur de l'action de Fluxys a plus que doublé depuis que des tarifs sont approuvés par la CREG et les résultats de 2004, publiés récemment, ont à nouveau été très bons. Les dividendes de Fluxys sont en augmentation de 5% par an depuis dix ans et, pour l'année 2003, ils ont augmenté de 12%. Il n'y a donc pas de problème causé par une régulation trop forte par la CREG qui handicaperait cet opérateur.
Elia a également reçu de "Standard & Poor's" un rating A, le meilleur de tous les ratings. Cela a rendu possible l'emprunt de 1 milliard d'euros pour un terme de 10 à 15 ans à un taux très bas. On peut donc en conclure que la CREG a fait preuve d'une approche pragmatique et économiquement correcte en remplissant son rôle de régulateur, avec un effet bénéfique pour tous. Par conséquent, diminuer le rôle de la CREG, lui enlever des compétences, changer sa manière d'établir les tarifs, de déterminer les marges bénéficiaires relèvent d'une volonté de diminuer la régulation et d'augmenter les bénéfices de régulateurs et ne reposent en tout cas pas sur une analyse objective qui aurait mis en lumière des défaillances de la CREG.
Les conséquences de ces deux projets sont les suivantes.
Le contrôle des coûts, des tarifs et des bénéfices fera l'objet de conflits d'intérêts au bénéfice de Suez et des pouvoirs locaux et au détriment des consommateurs. En effet, pendant cinq ans, la marge bénéficiaire a été déterminée par la CREG pour les réseaux de transport. On peut conclure qu'elle a octroyé des marges bénéficiaires convenables aux gestionnaires de réseaux grâce à son indépendance. Or, le projet de loi stipule que le Roi arrêtera les règles relatives à la "méthodologie pour déterminer le revenu total qui comprend la marge équitable, dont le taux de rendement sur cet actif régulé, etc.". Le gouvernement limite donc la compétence de la CREG. L'arrêté royal pourrait d'ailleurs être écrit d'une telle façon que les compétences de la CREG soient réduites à zéro. J'estime que cette manière d'agir est politiquement inacceptable et contraire aux directives européennes. La Commission européenne ne pourra que s'opposer à cette disposition.
Qui est actionnaire dans les gestionnaires de réseaux? Les opérateurs et les intercommunales.
C'est le gouvernement qui va être amené à définir la rentabilité des intercommunales. Pour moi, c'est impossible parce que la pression du monde politique sur le gouvernement va être énorme. La CREG est déjà soumise à de nombreuses pressions mais elle est contrôlée par le conseil général de la CREG qui rassemble lui-même tous les acteurs économiques, consommateurs et politiques. Or ici, le gouvernement va être soumis, en tant qu'organe politique à des pressions d'hommes et de femmes politiques d'un autre niveau de pouvoir. De plus, la capacité de contrôle et d'intervention du parlement est à mon avis illusoire, vu le grand nombre de parlementaires qui siègent également dans des intercommunales, qui sont échevins ou bourgmestres. Nous nous trouvons ainsi dans une situation de conflit d'intérêts, face à une dérive, à des problèmes de rentabilité qui risquent d'être payés cash par les entreprises et les citoyens.
De la même manière, pour le contrôle des coûts, ce qui est le travail actuel de la CREG, cette dernière a normalement le contrôle de la nature et de l'ampleur des coûts des gestionnaires de réseaux qu'elle peut approuver ou refuser. Ce ne sera désormais plus le cas. Or des études commandées par Elia ont montré que des services qui dépendaient de Suez proposaient des prix exorbitants. Désormais, les projets de loi ne garantissent plus cette compétence.
On dit que ce n'est rien car on va recourir à un organe qui existe et qui est prévu pour cela, le Conseil de la concurrence. C'est le comble de l'hypocrisie! En effet, pour que le Conseil de la concurrence puisse enfin intervenir a posteriori, il faut d'abord accepter que des coûts estimés excessifs soient appliqués. A nouveau, certains se retrouveront Grosjean comme devant: les consommateurs, ménages ou entreprises.
Je voudrais revenir sur deux points. D'abord, le choix de tarifs pluriannuels. Dans l'absolu, des tarifs pluriannuels peuvent rencontrer les objectifs de stabilité des coûts et des tarifs, à la fois pour ceux qui investissent et pour l'entrée en bourse. Néanmoins, avec les difficultés que je viens de mettre en évidence concernant le manque de contrôle, l'impossibilité de fixer de manière indépendante des marges bénéficiaires considérées comme équitables, d'estimer des coûts raisonnables ou de refuser des coûts excessifs, si en plus on fixe les tarifs pour plusieurs années consécutives, la seule chose qui pourra arriver, c'est une augmentation durable des tarifs. Il n'y a rien à faire, l'intérêt des actionnaires est d'augmenter leurs bénéfices.
Si les objectifs étaient de renforcer les rentrées de Suez et de ses différentes composantes ou les rentrées des pouvoirs locaux, ce serait effectivement réussi. Je préfèrerais que l'on renfloue les pouvoirs locaux par d'autres moyens et qu'on le fasse de manière directe plutôt que de manière détournée.
Un autre élément important que je souhaite souligner est l'accès à l'information pour la CREG. Afin de pouvoir contrôler les coûts, la CREG doit pouvoir avoir accès à toutes les informations. Le législateur a prévu ce cas de figure dans un article spécifique en 1999. Or, il se fait que, dans le projet de loi, la CREG ne pourra avoir accès aux informations concernant le gestionnaire de réseaux, la distribution, la production, les distributeurs, etc. que si elle motive sa demande. A cet égard, j'ai proposé de supprimer ces derniers mots. Cela a été refusé. Cela signifie donc que la CREG risque de voir sa demande de complément d'informations refusée parce qu'insuffisamment motivée. Nous risquons ainsi de nous retrouver devant le Conseil d'Etat et de nouveau, les mécanismes de régulation seront bafoués.
On a mis beaucoup d'énergie dans la rédaction de ces deux projets. En effet, nous avons engrangé du retard et il aura fallu tout ce temps pour y parvenir. Par contre, voilà deux ans que rien ne se fait au niveau du gouvernement pour permettre aux consommateurs de bénéficier du résultat de la libéralisation. Je voudrais citer comme exemple que la mise aux enchères de capacités virtuelles de production de l'électricité était prévue dès septembre 2003. Cela n'a pas été fait si ce n'est pour 1.200 mégawatts, alors que les spécialistes préconisent 4.000 à 5.000 mégawatts.
De plus, en avril 2003, le gouvernement composé des Verts mais aussi des socialistes et des libéraux avait décidé qu'Elia ne pouvait plus tenir compte des contrats historiques lors de la location de capacités d'importation d'électricité en Belgique. De nouveau, les choses ont été niées. Rien n'a été entrepris. Lorsque j'ai interrogé le ministre sur l'importation de capacités réservées à Electrabel, il n'y a pas eu moyen d'obtenir une réponse, alors que nous sommes dans un secteur où la transparence est une condition sine qua non au bon fonctionnement du marché. Le consommateur, quant à lui, est bafoué dans ses droits. En effet, via la loi du 20 mars 2003, il devrait y avoir un médiateur pour traiter les plaintes. L'arrêté royal était prêt début 2003. Toujours rien actuellement! Le gouvernement fédéral et les entités fédérées ne parviennent pas à concrétiser ce projet.
La même loi donne au gouvernement la compétence de la fixation des prix de l'électricité et du gaz pour les clients captifs en Wallonie et à Bruxelles. Ce dernier peut donc, après avis de la CREG, fixer les tarifs. Seulement le ministre de l'Energie ne le fait pas alors que les tarifs de transport et de distribution ont diminué de plusieurs dizaines de pour-cent. Cela signifie qu'Electrabel doit payer moins à Elia et aux gestionnaires des réseaux de distribution pour transporter son électricité mais que les consommateurs ne bénéficient pas de cette diminution.
Le seul dossier où le gouvernement a mis de l'énergie depuis deux ans est celui du renflouement des caisses des communes flamandes. Là, on a carrément modifié la loi spéciale de financement pour permettre de percevoir une taxe qui permettra aux communes de compenser leur manque à gagner suite à la perte des dividendes. La Région wallonne et la Région bruxelloise ont quant à elles pris des dispositifs pour pouvoir elles-mêmes imposer une cotisation dans leurs compétences.
En fait, nous nous trouvons face à un gouvernement et un ministre libéral qui refusent d'appliquer une diminution des tarifs pour les clients captifs en Wallonie et à Bruxelles — autrement dit les citoyens - ainsi que pour les PME parce qu'ils ne veulent pas accepter que la Wallonie et Bruxelles n'aient pas libéralisé complètement leur marché. On est donc confronté à un abus de position politique par rapport à un droit des citoyens qui n'est pas respecté.
Je ne peux terminer mon intervention sans reprendre quelques extraits de l'avis que vient de donner le conseil général de la CREG à propos de l'étude du "London Economics" qui avait signalé que notre marché ne permettait pas de développer les aspects positifs de la libéralisation.
Ce conseil, qui est composé, rappelons-le, de représentants du patronat, des entreprises grandes et petites, des syndicats, des consommateurs, des ONG environnementales, des opérateurs du marché du gaz et de l'électricité, puise son indépendance de la diversité des intérêts des protagonistes. Ceci est conforme aux recommandations et analyses faites par M. Lippens et les personnes qui ont travaillé avec lui pour élaborer le fameux code qui porte son nom.
Ce conseil constate que les prix sont trop élevés pour les consommateurs malgré les performances économiques du parc de production et ce, parce que les baisses des tarifs de transport et de distribution, réalisées ces dernières années, ne sont pas répercutées. Or, c'était votre travail, monsieur le ministre.
Il recommande que tout acteur de marché, pour qui la production, la fourniture et/ou "trading" d'électricité constituent une activité substantielle, réduise sa part dans l'actionnariat à un niveau inférieur à la minorité de blocage et que la crédibilité des règles de "corporate governance" soit renforcée.
Or le projet aboutit à un résultat tout à fait différent. Le conseil préconise ce qui figure dans la loi de 1999, à savoir qu'il est important, dans ce secteur, d'avoir des règles de "corporate governance" encore bien plus strictes et d'éviter tout conflit d'intérêts.
Cet avis recommande aussi la mise aux enchères des capacités virtuelles de production, une ouverture à de nouveaux acteurs, une augmentation des capacités d'importation, la création d'une bourse d'électricité mais aussi la mise en oeuvre d'un système de "balancing" régulé avec des tarifs basés sur les coûts réels et non sur les prix du marché et, enfin, l'obligation de mise à disposition par les acteurs du marché de certaines informations concernant les données de production, de transport, de distribution, à l'instar de ce qui se pratique dans les Etats où la libéralisation existe depuis longtemps.
Ce sont les points critiques que j'ai relevés. Les projets que nous allons voter aujourd'hui vont dans le sens inverse de ces nouvelles recommandations. En conclusion, les patrons sont lâchés par les libéraux, les syndicats par les socialistes, les consommateurs et les ONG comptent pour du beurre. Ecolo ne peut donc pas voter ces deux projets de loi.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, these two bills that we are examining today demonstrate, in my opinion and in Ecolo’s opinion, that the federal government is in fact renouncing to regulate the gas and electricity markets and that consumers, households and ⁇ will have only to extract from their portfolios.
by Mr. Lano says we are moving forward. In fact, I rather think that we are returning to the period before 1999, a time when gas and electricity operators set the tariffs themselves, with the complicity of policies through their participation in intercommunal. The independent regulator that allowed a reduction in tariffs for consumers, while allowing the increase in equity and surplus values for Electrabel, Distrigaz, therefore Suez, is rancid.
These two bills are obviously very technical and their understanding is difficult. However, they have social and economic consequences that are likely to be very serious, at the expense of the purchasing power of households and the competitive position of companies.
It is, of course, the transposition of directives, but not only. It is also the realisation of political orientations or rather the abandonment of politics in the face of the dominant player in the Belgian energy market, Electrabel, therefore Suez.
I would like to return to the “good household” that should form the liberalization of the electricity and gas markets and a regulated organisation of the markets.
In this project, the government actually sacrifices regulation, not for the benefit of greater liberalization, as one would like us to believe, but for the benefit of the dominant players in the market. After many hours of discussion in the committee, after many questions asked, few answers were given, except that the government chose a different orientation and that "all the remarks and questions of Mrs Gerkens show that Ecolo has a different orientation, makes other choices than those of the government".
In fact, when the European Union decides to liberalize the electricity markets in 1996 and the gas markets in 1998, it does not adopt directives on the liberalization of gas and electricity, but it adopts directives establishing common rules for the internal market. It was about introducing regulatory mechanisms in these markets so that competition rules and supply obligations are respected.
The objectives aimed were these. by
When Belgium transposed these directives in 2003, it also transposed directives that were not only liberalization directives but laws on the organisation of the electricity and gas market. This market organisation was characterized by the establishment of a regulatory system to ensure the principle of non-discrimination, effective competition and effective functioning of the market, in accordance with the terms of both directives. It is therefore important to emphasize that what will characterize the proper functioning of a liberalized market is the ability to regulate it, especially since we are in particular markets, and I will not return to the characteristics of electricity and gas in terms of storage, in terms of networks, in terms of less price flexibility. These two markets present greater risks of abuse of dominant positions with pernicious effects on the functioning of the market, the purchasing power of households and the competitive position of companies. I think that in Belgium these problems are all the more important as we actually have a historic operator that dominates the entire chain in the electricity sector: production, transport, distribution, supply, trade. The same is the case in the gas sector and it is, in addition, the same actor, which is the proof that strong regulation is needed.
I cannot help not to point out that the previous government had followed this regulatory logic by designating this strong regulator that is the CREG, by also designating a network manager who has been imposed rules of corporate governance very specific and much stronger than the rules of "corporate governance" that exist in other sectors, and this, because it was a dominant actor in the ⁇ important activity sector that is the energy. It was therefore in the interest of the Belgian economy and not for the pleasure of regulating for free. Indeed, opening a market with a dominant operator, without providing regulatory mechanisms, is obviously worse than a monopoly. The two laws of April 1999 on the organisation of the gas and electricity markets were therefore inspired by a voluntary approach to good regulation.
Among the assumptions that defenders of liberalism, and especially wild liberalism, often do to environmentalists, is that of killing the economy and ⁇ because ecologists are obscured by the regulation and regulation they impose on these companies.
However, I think it is interesting to look at the evolution of the turnover of the companies concerned. The management and regulation, imposed and defended by the Greens, have been beneficial to these companies. The revenue and results of Electrabel, Distrigaz and Fluxys in recent years show that the organization of both markets has not had a negative effect on them. I can only rejoice because they are important operators.
Furthermore, the value of Fluxys’ stock has more than doubled since tariffs were approved by the CREG and the 2004 results, recently published, have again been very good. Fluxys’ dividends have been increasing by 5% annually for ten years and, for the year 2003, they have increased by 12%. There is therefore no problem caused by a too strong regulation by the CREG that would disadvantage this operator.
Elia also received from "Standard & Poor's" a rating A, the best of all ratings. This made it possible to borrow 1 billion euros for a period of 10 to 15 years at a very low rate. It can therefore be concluded that the CREG has demonstrated a pragmatic and economically correct approach by fulfilling its role of regulator, with a beneficial effect for all. Consequently, reducing the role of the CREG, removing its competence, changing its way of setting tariffs, determining profit margins are part of a desire to reduce regulation and increase the profits of regulators and are in no case based on an objective analysis that would have highlighted the failures of the CREG.
The consequences of these two projects are as follows.
Control of costs, rates and profits will be the subject of conflicts of interest to the benefit of Suez and local authorities and to the detriment of consumers. For five years, the profit margin was determined by the CREG for transport networks. It can be concluded that it has granted appropriate profit margins to network operators through its independence. However, the bill stipulates that the King will adopt rules relating to the "methodology for determining the total income that includes the fair margin, including the rate of return on that regulated asset, etc." The Government therefore limits the competence of the CREG. The royal decree could also be written in such a way that the powers of the CREG would be reduced to zero. I consider this way of acting to be politically unacceptable and contrary to European directives. The European Commission can only object to this provision.
Who is the shareholder in the network managers? Local operators and intercommunals.
It is the government that will be brought to define the profitability of intercommunal companies. For me, this is impossible because the pressure of the political world on the government will be huge. The CREG is already subject to many pressures, but it is controlled by the general council of the CREG which itself brings together all economic, consumer and political actors. Here, however, the government will be subjected, as a political organ, to the pressures of men and women politicians from another level of power. Furthermore, the capacity of control and intervention of the Parliament is, in my opinion, illusory, given the large number of parliamentarians who also sit in intercommunal councils, who are schevins or mayors. Thus we find ourselves in a situation of conflict of interest, facing a derivative, to profitability problems that risk being paid cash by ⁇ and citizens.
Similarly, for cost control, which is the current work of the CREG, the latter normally has control of the nature and extent of the costs of the network managers which it can approve or reject. This will no longer be the case. However, studies commissioned by Elia showed that services that depended on Suez offered exorbitant prices. Nowadays, the bills no longer guarantee this competence.
It is said that this is nothing because we will resort to an organ that exists and is planned for this, the Competition Council. This is the summit of hypocrisy! Indeed, in order for the Competition Council to finally intervene a posteriori, it must first accept that estimated excessive costs are applied. Again, some will find themselves Grosjean as ahead: consumers, households or ⁇ .
I would like to return on two points. First, the choice of multiannual tariffs. In absolute terms, multiannual rates can meet the objectives of cost and tariff stability, both for those investing and for entry into the stock market. Nevertheless, with the difficulties I have just highlighted regarding the lack of control, the impossibility of independently fixing profit margins considered to be fair, estimating reasonable costs or refusing excessive costs, if in addition tariffs are fixed for several consecutive years, the only thing that can happen is a sustainable increase in tariffs. There is nothing to do, the interest of shareholders is to increase their profits.
If the objectives were to strengthen the revenues of Suez and its various components or the revenues of local authorities, this would indeed succeed. I would prefer that the local authorities be overwhelmed by other means, and that it be done in a direct way rather than in a distorted way.
Another important element I would like to emphasize is access to information for the CREG. In order to be able to control costs, the CREG must have access to all information. The legislature provided for this case in a specific article in 1999. However, it happens that, in the bill, the CREG will not be able to access information regarding the network manager, distribution, production, distributors, etc. only if he justifies his request. In this regard, I have proposed to remove these last words. This was refused. This means, therefore, that the CREG may see its request for supplementary information rejected because it is insufficiently motivated. In this way we risk to find ourselves in front of the State Council and again, the regulatory mechanisms will be undermined.
We have put a lot of energy into the writing of these two projects. Indeed, we have been delayed and it will take all this time to ⁇ this. However, for two years now, nothing has been done at the government level to allow consumers to benefit from the result of liberalization. I would like to cite as an example that the auctioning of virtual capacity for electricity production was planned as early as September 2003. This has not been done except for 1,200 megawatts, while specialists advise 4,000 to 5,000 megawatts.
Furthermore, in April 2003, the government composed of the Greens but also socialists and liberals had decided that Elia could no longer take historical contracts into account when renting electricity import capacity in Belgium. Again, things have been denied. Nothing was undertaken. When I asked the Minister about the import of capacity reserved for Electrabel, there was no way to get a response, while we are in a sector where transparency is a necessary condition for the proper functioning of the market. Consumers are violated in their rights. According to the law of 20 March 2003, there should be a Ombudsman to handle complaints. The royal decree was ready in early 2003. Nothing at the moment! The federal government and federal entities are unable to implement this project.
The same law gives the government the power to fix electricity and gas prices for captive customers in Wallonia and Brussels. The latter may therefore, after the advice of the CREG, fix the tariffs. Only the Minister of Energy does not do so while transport and distribution tariffs have decreased by several tens of percent. This means that Electrabel must pay less to Elia and distribution network operators to transport its electricity but that consumers do not benefit from this reduction.
The only case in which the government has put energy in the past two years is that of the refund of the treasures of the Flemish municipalities. There, the special financing law was completely amended to allow a tax to be collected that will allow municipalities to compensate for their lack of earnings following the loss of dividends. The Walloon Region and the Brussels Region, on the other hand, have made arrangements to be able to impose a contribution in their respective competences.
In fact, we are facing a liberal government and a minister who refuse to apply a reduction in tariffs for captive customers in Wallonia and Brussels — in other words citizens — as well as for SMEs because they do not want to accept that Wallonia and Brussels have not completely liberalized their market. We are therefore confronted with an abuse of political position in relation to a right of citizens that is not respected.
I cannot finish my speech without recalling a few extracts of the opinion that the CREG general council has just given about the study of “London Economics” which had indicated that our market did not allow to develop the positive aspects of liberalization.
This council, which consists of representatives of employers, large and small companies, trade unions, consumers, environmental NGOs, gas and electricity market operators, draws its independence from the diversity of interests of the protagonists. This is in accordance with the recommendations and analyses made by Mr. Lippens and the people who worked with him to elaborate the famous code that bears his name.
This council finds that prices are too high for consumers despite the economic performance of the production plant and this is because the reductions in transport and distribution tariffs, achieved in recent years, are not reflected. This is your job, Mr. Minister.
It recommends that any market player for whom the production, supply and/or trading of electricity constitutes a substantial activity reduces its shareholding share to a level below the blocking minority and that the credibility of corporate governance rules be strengthened.
But the project leads to a completely different outcome. The council advocates what is contained in the 1999 law, namely that it is important, in this sector, to have even stricter rules of "corporate governance" and to avoid any conflict of interest.
This opinion also recommends auctioning virtual production capacity, opening up to new actors, increasing import capacity, creating an electricity exchange, as well as implementing a regulated “balancing” system with tariffs based on actual costs and not on market prices and, finally, the obligation for market actors to make available certain information on production, transport and distribution data, as is practiced in States where liberalization has long existed.
These are the critical points I have pointed out. The projects we are going to vote on today are going in the opposite direction of these new recommendations. In conclusion, employers are released by the liberals, trade unions by the socialists, consumers and NGOs count for butter. Therefore, Ecolo cannot vote on these two bills.
#27
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik kan en zal mij niet beroemen op de technische bagage van de heer Lano als ondernemer, maar in de korte periode dat ik lid ben van de Kamer, heb ik van mijn fractievoorzitter geleerd dat het de taak van de oppositie is om oppositie te voeren. U zult het mij dus niet kwalijk nemen als ik de voorliggende ontwerpen vanuit een andere invalshoek bespreek, vanuit een politieke invalshoek, en ze evalueer.
De voorliggende wetsontwerpen die grotendeels een omzetting zijn van Europese richtlijnen, komen niet te vroeg. Eind mei kan het Europees Hof van Justitie immers een dwangsom aan dit land opleggen als de richtlijnen niet in nationale wetgeving zijn omgezet. Ik zag vandaag toevallig een Belga-bericht waarin stond dat België opnieuw is veroordeeld omdat het een Europese richtlijn niet tijdig had omgezet. Uit cijfers van het EU-hof blijkt dat België vorig jaar dertien keer is veroordeeld. Daarmee wil ik alleen maar zeggen dat het niet aan ons zal liggen als deze ontwerpen op de lange baan worden geschoven.
Beide ontwerpen komen niets te vroeg. Bovendien vragen Electrabel en SPE, de twee hoofdaandeelhouders van Elia, een snelle omzetting omdat Elia nog voor de zomervakantie naar de beurs wil gaan. De regering heeft ervoor geopteerd om twee elementen aan de ontwerpen toe te voegen, namelijk een meerjarentariefsysteem en een nieuwe taakverdeling tussen de administratie die instaat voor de beleidsvoorbereiding, de administratie van de FOD Economie, enerzijds, en de regulator, anderzijds.
Mijnheer Lano en mevrouw Creyf, over het meerjarentariefsysteem kunnen wij het allemaal eens zijn. Dit is inderdaad een verbetering. Het biedt meer zekerheid, zowel voor de producent als voor de consument. Het grootste probleem, mevrouw Creyf en de heer Wathelet hebben ernaar verwezen, ligt bij de nieuwe taakverdeling. Mijnheer de minister, u hebt in de commissie expliciet gezegd dat u geen advies hebt gevraagd aan de CREG, over het voorontwerp. Het was volgens u niet verplicht en bovendien hebt u geen goede ervaringen met de adviezen van de CREG. Het verwondert ons dus niet dat u verklaart dat de nieuwe taakverdeling tussen de regulator en de administratie een politieke keuze is die voortvloeit uit afspraken binnen de meerderheidspartijen.
Door deze keuze van de regering kan de CREG alleen adviserend optreden, terwijl zij vroeger pro-actief voorstellen kon formuleren. In feite wordt op deze manier een te grote vrijheid gegeven aan netbeheerders waardoor de controle in functie van het algemeen belang, in de verdrukking komt. Bovendien zijn de administratie alsook de Raad voor de Mededinging niet klaar voor de nieuw toebedeelde taken. U hebt dat met zoveel woorden, mijnheer de minister, ook gezegd in de commissie. Daarom hebt u in de commissie ook geopteerd voor een nieuwe structuur, een nieuwe organisatie van deze administratie.
Ik kan slechts concluderen dat de vrees van de oppositie, met name dat de netbeheerders impliciet meer macht zullen verkrijgen, niet onterecht is. De ontwerpen, mijnheer de minister, die vandaag voorliggen, zijn het resultaat van een politieke koehandel. U noemde het in de commissie een politiek akkoord. Hoe men het ook wil of mag noemen; het zijn politiek geïnspireerde ontwerpen waarbij de socialistische partijen hun greep op de energiesector vergroten. Zij kunnen nu immers overgaan tot politieke benoemingen op het niveau van de administratie en de netbeheerder. Bovendien eiste de sp.a de koppeling aan het wetsontwerp betreffende de financiering van de zeekabel voor het windmolenpark op de Torntonbank, het zogenaamde C-Powerdossier. Mevrouw Creyf heeft terecht verwezen naar het feit dat het geen toeval kan worden genoemd dat zowel het Limburgse Interelectra, de provincie van Robert Stevaert, en het Luikse SOCOFE heimat van de PS, aandeelhouder zijn van C-Power. Dit kan allemaal toch geen toeval zijn.
Onze conclusie kan dan ook niet anders luiden dan dat deze ontwerpen het algemeen belang niet dienen, dat de onafhankelijke controle op de netbeheerders Elia en Fluxys verminderd wordt en dat er een verregaande politieke inmenging op de energiemarkt wordt gecreëerd. Om deze drie redenen zal het Vlaams Belang deze ontwerpen niet goedkeuren en zich onthouden.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, I can and will not boast of Mr. Lano’s technical baggage as an entrepreneur, but in the short period of being a member of the House, I have learned from my group chairman that it is the task of the opposition to lead opposition. Therefore, you will not blame me if I discuss the draft proposals from a different perspective, from a political perspective, and evaluate them.
The current bills, which are largely a transposition of European directives, do not come too early. At the end of May, the European Court of Justice may impose a fine on that country if the directives have not been transposed into national law. Today I accidentally saw a Belga report stating that Belgium was once again condemned for not transposing a European directive in time. According to figures from the European Court of Justice, Belgium was convicted 13 times last year. With that, I just want to say that it will not be up to us if these designs are pushed on the long run.
Both designs do not come too early. In addition, Electrabel and SPE, the two main shareholders of Elia, request a quick conversion because Elia wants to go to the stock exchange before the summer vacation. The Government has opted to add two elements to the draft, namely a multiannual rate system and a new division of tasks between the administration responsible for policy preparation, the administration of the FOD Economie, on the one hand, and the regulator, on the other.
Mr. Lano and Mrs. Creyf, we can all agree on the multiannual rate system. This is indeed an improvement. It provides more certainty, both for the producer and for the consumer. The main problem, Ms. Creyf and Mr. Wathelet have mentioned, lies with the new task distribution. Mr. Minister, you have explicitly stated in the committee that you have not requested advice from the CREG on the preliminary design. In your opinion it was not mandatory and in addition you do not have good experiences with the advice of the CREG. It is therefore not surprising that you declare that the new division of tasks between the regulator and the administration is a political choice resulting from agreements within the majority parties.
Due to this choice of the government, the CREG can only act as an advisory body, while previously it was able to formulate proactive proposals. In fact, in this way, too much freedom is given to network operators, thus suppressing control in the function of the public interest. Furthermore, the administration and the Competition Board are not ready for the newly assigned tasks. You have said that with so many words, Mr. Minister, also said in the committee. Therefore, in the committee you also opted for a new structure, a new organization of this administration.
I can only conclude that the fear of the opposition, in particular that the network operators will implicitly gain more power, is not unjustified. The drafts, Mr. Minister, presented today are the result of a political cow trade. You called it a political agreement. Whatever they want or may call it; they are politically inspired designs in which the socialist parties increase their grip on the energy sector. They can now switch to political appointments at the level of the administration and the network operator. In addition, the sp.a demanded the link to the bill regarding the financing of the sea cable for the wind farm at the Torntonbank, the so-called C-Powerdossier. Mrs Creyf has rightly referred to the fact that it cannot be called a coincidence that both Interelectra of Limburg, the province of Robert Stevaert, and SOCOFE of Liège, the home of PS, are shareholders of C-Power. All this can not be a coincidence.
Our conclusion cannot therefore be other than that these drafts do not serve the public interest, that the independent control of the network operators Elia and Fluxys is reduced and that a wide-ranging political interference in the energy market is created. For these three reasons, the Flemish Interest will not approve these designs and will abstain.
#28
Official text
Mijnheer de minister, u heeft het woord voor een beknopte repliek in deze algemene bespreking.
Translated text
Mr. Minister, you have the word for a brief response in this general discussion.
#29
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
Translated text
Mr. Speaker, colleagues and I
#30
Official text
zal kort kunnen zijn na het volledige en gedetailleerde verslag dat werd uitgebracht door de rapporteur.
Translated text
may be shortly after the full and detailed report published by the rapporteur.
#31
Official text
Ik wil even herinneren aan het feit dat de beide wetsontwerpen, die veel met elkaar gemeen hebben, de omzetting zijn in onze federale wetgeving van Europese richtlijnen. Zij vormen dan ook voor de gas- en elektriciteitsmarkt tegelijkertijd een eind- en een beginpunt.
Translated text
I would like to remind for a moment that the two bills, which have much in common with each other, are the transposition into our federal legislation of European directives. They are, therefore, both an end and a starting point for the gas and electricity market.
#32
Official text
Ze zijn een eindpunt, omdat de eerste liberaliseringgolf in 1999 werd gestart. Op dat ogenblik hebben we voornamelijk de omzetting in het Belgisch recht beoogd om een aantal doelstellingen te realiseren. De eerste doelstelling was het tot stand brengen van een interne markt voor gas en elektriciteit. De tweede doelstelling was het garanderen van de bevoorradingszekerheid. De derde doelstelling bestond erin de Europese en de internationale milieuverplichtingen te respecteren. De vierde en laatste doelstelling bestond erin de concurrentiepositie van de Europese ondernemingen tot een goed einde proberen te brengen.
Translated text
They are an endpoint, since the first wave of liberalization began in 1999. At that time, we aimed primarily at the transposition into Belgian law in order to ⁇ a number of objectives. The first objective was the establishment of a single market for gas and electricity. The second goal was to guarantee supply security. The third goal was to respect European and international environmental obligations. The fourth and final goal was to try to improve the competitiveness of European companies.
#33
Official text
België heeft volop de kaart van de liberalisering getrokken en moet ze ook voortzetten. We staan nu voor de poort van de tweede fase. Met de twee nieuwe richtlijnen proberen we op de ingeslagen weg verder te gaan. We hebben een aantal ervaringen opgebouwd, we hebben een aantal tekortkomingen vastgesteld en we hebben ook de mogelijkheden die de markt biedt, kunnen onderkennen.
Translated text
Belgium has fully drawn the map of liberalization and must continue to do so. We are now at the gate of the second phase. With the two new directives, we are trying to continue on the set path. We have built up a number of experiences, we have identified a number of shortcomings and we have also been able to recognize the opportunities that the market offers.
#34
Official text
Daarom heeft Europa ons gevraagd om een aantal nieuwe doelstellingen tot stand te brengen, namelijk om gelijke concurrentie op het niveau van productie te waarborgen, om het risico van mogelijke marktdominantie te beperken, om niet-discriminerende tarieven te garanderen en om de bescherming van de kwetsbare eindafnemer te verzorgen.
Translated text
For this reason, Europe has asked us to set a number of new targets, namely to ensure equal competition at the level of production, to reduce the risk of potential market dominance, to guarantee non-discriminatory tariffs and to ensure the protection of the vulnerable final customer.
#35
Official text
Dat is het einddoel dat we moeten realiseren. Het is goed dat we er ook vandaag aan worden herinnerd dat er een zekere hoogdringendheid bestaat, niet alleen om de doelstellingen hard te kunnen maken, maar ook om twee andere redenen.
Translated text
That is the ultimate goal that we must ⁇ . It is good that we are reminded today that there is a certain high urgency, not only to make the goals hard, but also for two other reasons.
#36
Official text
Ten eerste, België werd veroordeeld — dat is een van onze zwakke punten; we moeten dat durven toegeven —, omdat we de omzetting te laat doen. Ik hoop dat we de omzetting vóór 16 mei 2005 tot een goed einde zullen kunnen brengen, zoniet is de kans op een dwangsom reëel.
Translated text
First, Belgium was condemned — which is one of our weaknesses; we must dare to admit that — because we do the conversion too late. I hope that we will be able to complete the conversion before 16 May 2005, otherwise the likelihood of a fine is real.
#37
Official text
Een tweede reden is dat we uitdrukkelijk hebben gekozen voor het vrijmaken van de markt, onder meer door toe te laten dat Elia naar de beurs zou kunnen gaan. Daarvoor is natuurlijk een wetgevend kader nodig.
Translated text
A second reason is that we have explicitly chosen to liberate the market, including by allowing Elijah to go to the stock exchange. This requires a legislative framework.
#38
Official text
Ik herinner er ook aan dat we niet alleen de omzetting doen, maar dat we tegelijkertijd ook gestalte proberen te geven aan de doelstellingen die we in de federale beleidsverklaring hebben vooropgesteld, met name de beleidsverklaring van juli 2003. Toen ging het om extra maatregelen om de liquiditeit van de markt te vergroten, om een aantal maatregelen om grensoverschrijdende capaciteit van het transportnet mogelijk te maken, om het aanmoedigen van de investeringen in het vervoernet en in het transmissienet, om het invoeren van het systeem van het meerjarenplan, om het efficiënt beheer van de netten en ook om de regulerende taak. Wat dat betreft, hebben we een reeks van afspraken gemaakt. Ik zeg er graag bij dat ik liever had gehad dat de CREG zich in een gelijkaardige situatie zou hebben bevonden dan het BIPT. Het BIPT heeft het grote geluk gekend de mobiele telefonie als een soort van bliksemafleider te kunnen gebruiken om effectief de markt veel sneller te kunnen liberaliseren. Spijtig genoeg bestaat er niet zoiets als een gsm op het vlak van de energie. Het zou ons ongetwijfeld hebben geholpen.
Translated text
I also remind you that we do not only do the conversion, but that at the same time we also try to shape the objectives that we set forth in the Federal Policy Declaration, in particular the Policy Declaration of July 2003. Then it was about additional measures to increase market liquidity, to a number of measures to enable cross-border capacity of the transmission network, to encourage investments in the transport network and in the transmission network, to introduce the system of the multiannual plan, to the efficient management of the networks and also to the regulatory task. In this regard, we have made a series of agreements. I would like to admit that I would have preferred that the CREG would have been in a similar situation than the BIPT. The BIPT has had the great luck to be able to use mobile telephony as a kind of lightning leader in order to effectively liberalize the market much faster. Unfortunately, there is no such thing as a GSM in terms of energy. It would ⁇ have helped us.
#39
Official text
We hebben dit vertaald op een evenwichtige manier. Daarmee bedoel ik dat er een blijvende rol via het advies voor de regulator is weggelegd. Ook de Gewesten worden in het proces betrokken. De rol van de netbeheerder, zowel in gas als elektriciteit, wordt door ons bijzonder hoog ingeschat, reden waarom we extra maatregelen hebben getroffen met betrekking tot de corporate governance en de onafhankelijkheidsvereisten bij de samenstelling van de raden en de comités.
Translated text
We have translated this in a balanced way. This means that a permanent role has been played through the advice to the regulator. The provinces are also involved in the process. The role of the network manager, both in gas and electricity, is ⁇ highly appreciated by us, which is why we have taken additional measures regarding corporate governance and the independence requirements in the composition of the boards and committees.
#40
Official text
Ik kom tot de meerjarentarieven. Aan deze tarieven is een driedubbel voordeel gekoppeld. Ten eerste, de leveranciers hebben de zekerheid op langere termijn langetermijncontracten kunnen bekomen. Ten tweede, de klanten hebben eveneens een zekerheid over een lange termijn inzake de energieprijs. Ten derde en belangrijk voor beide, de meerjarentarieven zullen ongetwijfeld aanleiding geven tot meer investeringen.
Translated text
I come to the multiannual rates. These rates are associated with a triple advantage. First, the suppliers have been able to obtain the assurance of longer-term long-term contracts. Secondly, customers also have a long-term assurance regarding the energy price. Third, and important for both, the multiannual rates will undoubtedly lead to more investments.
#41
Official text
Over de rol van de regulator is nogal wat te doen geweest. Een regulator moet reguleren, niets meer dan dat. Belangrijk is het advies van de Raad van State die stelt dat het toekennen van reglementaire bevoegdheden aan openbare instellingen of organen ervan moeilijk in overeenstemming te brengen valt met de algemene principes van het Belgisch recht. Wat dat betreft, hebben we gekozen voor een duidelijke controle ex ante die door een even duidelijke controle ex post zal moeten opgevolgd worden. Op dit punt heb ik wel oor naar opmerkingen die verschillende leden hebben gemaakt dat ook de mededingingsinstanties, meer bepaald de Raad voor de Mededinging, minstens op het niveau van de regulatoren moet komen. En ce qui concerne le projet de loi modifiant la loi du 10 avril 1965 sur les transports de produits gazeux et autres par canalisations, il vise à transposer la directive du 26 juin 2003 en abrogeant en même temps celle du 22 juin 1998.
Translated text
There is a lot to be done about the role of the regulator. A regulator needs to regulate, nothing more than that. Important is the opinion of the Council of State, which states that the granting of regulatory powers to public institutions or their bodies is difficult to bring into conformity with the general principles of Belgian law. In this regard, we have chosen a clear ex ante control that will have to be followed by an equally clear ex post control. At this point, I have heard the comments made by various members that the competition authorities, in particular the Competition Council, should also be at least at the level of the regulators. En ce qui concerne le projet de loi modifiant la loi du 10 avril 1965 sur les transports de produits gazeux et autres par canalisations, il vise à transposer la directive du 26 juin 2003 and abrogant en même temps celle du 22 juin 1998.
#42
Official text
Les dispositions relatives à la transposition concernent la désignation d'un ou de plusieurs gestionnaires de réseaux, la séparation juridique — point très important -, les dispositions nécessaires pour assurer une gouvernance d'entreprise garantissant l'indépendance des décisions au sein des gestionnaires de réseaux, l'accès régulé des tiers aux réseaux, l'approbation par la CREG des tarifs et surtout l'accélération du calendrier d'ouverture du marché de gaz.
Translated text
The transposition provisions concern the designation of one or more network operators, the legal separation — a very important point —, the provisions necessary to ensure corporate governance that guarantees the independence of decisions within the network operators, the regulated access of third parties to the networks, the approval by the CREG of tariffs and, above all, the acceleration of the opening schedule of the gas market. by
#43
Official text
Les deux marchés, électricité et gaz, ne sont pas totalement comparables, mais je ne vous citerai pas toutes leurs différenciations.
Translated text
The two markets, electricity and gas, are not completely comparable, but I will not mention all of their differences.
#44
Official text
J'invite néanmoins ce parlement à voter le plus rapidement possible la transposition des deux textes afin que la Belgique puisse s'inscrire dans la continuation de la libéralisation du marché de l'énergie.
Translated text
However, I invite this Parliament to vote as soon as possible on the transposition of the two texts so that Belgium can join in the continuation of the liberalization of the energy market.