General information
Full name plenum van 2005-05-19 14:06:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip139.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K1744
15/03/2005
✔
Projet de loi portant assentiment au Traité établissant une constitution pour l'Europe, et à l'Acte final, faits à Rome le 29 octobre 2004.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#34
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#35
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#36
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#37
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#38
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#39
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#40
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#0
#1
Official text
Dank u wel, mevrouw Muylle, voor uw uitstekende verslag.
Translated text
Thank you, Mrs. Muylle, for your excellent report.
#2
Official text
En ce qui concerne le déroulement de nos travaux, le premier ministre est présent, il s'y était d'ailleurs engagé. Je crois savoir que vous serez avec nous jusqu'aux environs de dix-huit heures, monsieur le premier ministre. Je propose de commencer par un premier tour d'interventions, une intervention par groupe. J'ai déjà une première série d'inscrits, dans l'ordre suivant: MM. Van Rompuy, Wathelet, Pinxten, Giet, Van der Maelen, Bacquelaine, Tastenhoye et Mme Nagy. Après ce premier tour, nous verrons quelle heure il est et à quel moment le premier ministre pourrait intervenir pour respecter les délais qui ont été fixés.
Translated text
As for the course of our work, the Prime Minister is present, he was also committed to it. I believe you will be with us until around eighteen o’clock, Mr. Prime Minister. I propose to start with a first round of interventions, a group speech. I already have a first series of inscriptions, in the following order: MM. Van Rompuy, Wathelet, Pinxten, Giet, Van der Maelen, Bacquelaine, Tastenhoye and Mrs Nagy. After this first round, we will see what time it is and when the Prime Minister could intervene to comply with the deadlines that have been set.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de staatssecretaris, collega's, ik ben tevreden dat we vandaag hier in de Kamer mee kunnen beslissen over de ratificatie van het Grondwettelijk Verdrag en dat dat niet gebeurt bij referendum.
Beeldt u in dat wij in mei hadden moeten stemmen over Europa's toekomst temidden van de discussie over Brussel-Halle-Vilvoorde. Wellicht zou dan meer zijn gesproken over de toekomst van het land in plaats van over de toekomst van ons continent.
De verkozenen moeten hun verantwoordelijkheid nemen in een parlementaire democratie. Vandaag worden in een aantal landen risico's genomen met die Grondwet door referenda te houden, die dreigen meer over de binnenlandse dan over de buitenlandse politiek te gaan.
Risico's mogen niet worden genomen met een van de drie grootste, leidende gedachten in de politiek van de voorbije eeuw, naast het algemeen stemrecht voor mannen en voor vrouwen en naast de sociale zekerheid. Alledrie, Europa, algemeen stemrecht en sociale zekerheid, komen zij voort uit de tragedie van de Eerste en vooral van de Tweede Wereldoorlog. Als de geschiedenis maakbaar is, dan bewijzen die drie grote revoluties dat.
Nogmaals, Europa is te belangrijk om het de speelbal te laten zijn van experimenten met de politieke besluitvorming of van de zogenaamde burgerdemocratie.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, Mr. Secretary of State, colleagues, I am pleased that we are able to decide today here in the House on the ratification of the Constitutional Treaty and that this does not happen by referendum.
Imagine that in May we should have voted on the future of Europe in the midst of the discussion on Brussels-Halle-Vilvoorde. Per ⁇ there would have been more talk about the future of the country rather than about the future of our continent.
The voters must take responsibility in a parliamentary democracy. Today, in a number of countries, risks are taken with that Constitution by holding referendums, which threaten to be more about domestic than foreign policy.
Risks should not be taken with one of the three largest, leading thoughts in politics of the last century, in addition to the universal voting right for men and for women and in addition to social security. All three, Europe, universal voting rights and social security, come from the tragedy of the First and especially the Second World War. If history can be made, then these three great revolutions prove that.
Again, Europe is too important to be the playball of experiments with political decision-making or so-called civil democracy.
#4
Official text
Mijnheer de voorzitter, met uw toestemming zou ik toch een vraag willen stellen.
Collega Van Rompuy, heb ik u goed begrepen? Vindt u dat het raadplegen van de bevolking over zo'n belangrijke materie, want het is een heel belangrijke materie, die onze toekomst voor een groot deel zal bepalen, een risico is en bent u, met andere woorden, van mening dat de bevolking geen inspraak mag hebben over zo'n belangrijke zaak? Dit verbaast mij geweldig.
Translated text
With your permission, I would like to ask a question.
Colleague Van Rompuy, did I understand you correctly? Do you think that consulting the public on such an important matter, because it is a very important matter, which will determine our future to a large extent, is a risk, and do you, in other words, believe that the public should not have any involvement on such an important matter? This surprises me greatly.
#5
Official text
Wij zijn de gekozenen van de bevolking en wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen. Als ik het verloop zie van de discussie in Frankrijk en in Nederland, mijnheer Van den Eynde, dan gaat het niet over Europa. Het gaat niet over de Grondwet. Het gaat over Chirac en Balkenende, maar het gaat niet waarover het zou moeten gaan. Die referenda zullen antwoorden geven op vragen die niet aan de bevolking zijn gesteld.
De Vlaamse christen-democraten zullen vanuit de federale oppositie de Europese Grondwet goedkeuren. Wij zullen niet aarzelen, zoals destijds met het Verdrag van Amsterdam wel gebeurde door een deel van de toenmalige oppositie. Europa kwam er in het begin van de jaren '50 eerst toen er zes christen-democraten premier waren in de Europese Gemeenschap. Wij zetten die grote traditie verder.
Ik ben mij er echter goed van bewust dat de Vlaming en de WestEuropeaan, zeker de jonge generatie, vandaag niet alleen meer overtuigd kunnen worden met het argument van de vrede. Jongeren vandaag hebben ouders die nooit oorlog gekend hebben. Vandaag moeten wij de calculerende burger aantonen dat de Unie een meerwaarde betekent in de strijd om meer veiligheid, meer jobs, meer welvaart, een betere beheersing van de migratiestromen en een invloed in de wereldpolitiek ter verdediging van onze belangen en van onze idealen. Die burger moet als Europeeër zijn eigenheid kunnen bewaren inzake taal en inzake cultuur.
Voor Vlaanderen en voor België is die berekening een erg eenvoudige zaak. Het feit alleen dat Brussel de hoofdstad is van Europa schept een enorm spillover effect in de brede sfeer rond de hoofdstad. Zonder de euromarkt en zonder de euro wacht ons alleen verarming. Indien wij er niet zouden in slagen te overtuigen, dan komt de ruimte vrij voor demagogen en populisten van links en van rechts. In deze periode van angst en onzekerheid op sociaal, economisch, ecologisch, maatschappelijk, ethisch, filosofisch en religieus vlak, leent zelfs de calculerende burger een gewillig oor aan alle argumenten die bedreigingen en angst oproepen: het Europa van de deloyale concurrentie, van de landen met lage lonen, het Europa van het verlies van identiteit van talen en volkeren. De moderne burger moet worden getoond waar zijn voordeel ligt. Ik vraag mij trouwens af waar die Europese moloch is, wiens budget amper zo groot is als 1% van het Europees binnenlands product.
Alle overheden van ons land geven een bedrag uit dat bijna zo groot is als 50% van ons BBP. Van die schamele 1% gaat dan bijna de helft naar de landbouw omdat de sector in hoge mate geëuropeaniseerd is, als een van de weinige trouwens. Een Britse collega en vriend uit het Europees Parlement zegt dat de Commissie minder personeel heeft dan Leeds' City Council. De Grondwet maakt trouwens van de Unie een democratie met een Parlement dat feitelijk meer bevoegdheden heeft dan vele nationale parlementen. Als minister van Begroting in de jaren '90 zag ik hoe het Europees Parlement werkelijk onderhandelde over de begroting met de Raad van Ministers en met de Europese Commissie. Zij vormden een geduchte macht. Op nationaal vlak heeft een regering, om het even welke regering, niets te vrezen van het Parlement inzake begroting. De oppositie is monddood en de meerderheid moet lijdzaam volgen. De Grondwet geeft het Europees Parlement nu macht over geheel de begroting, over alle uitgaven. Het moet nog geen regering in stand houden maar het heeft nu toch de bevoegdheid om de voorzitter van de Commissie te kiezen, tot spijt van wie het benijdt.
De Grondwet betrekt nu ook de nationale parlementen bij de besluitvorming op Europees vlak. Alle EU-wetgeving zal immers afhankelijk worden gesteld van een onderzoek vooraf door de nationale parlementen. Zij zullen voorstellen van de Europese Unie tijdig genoeg moeten ontvangen, van de Commissie en dus niet van de nationale regeringen, om deze met hun ministers te kunnen bespreken alvorens de Raad een standpunt bepaalt en zij krijgen ook het recht om een bezwaar aan te tekenen tegen wetsontwerpen indien zij menen dat deze niet onder de bevoegdheid van de Europese Unie vallen.
De Grondwet vermeldt ook de term sociale markteconomie die de christen-democraten al zestig jaar gebruiken als de perfecte uitdrukking van hun opvattingen over economische ordening. In de tekst komt zevenentwintig maal het woord concurrentie voor en negenentachtig maal het woord sociaal. Het beste sociaal Europa is er een dat werk schept. De vrije handel van private goederen is een bron van welvaart en van werkgelegenheid gebleken. De faire concurrentie geeft lagere prijzen en is goed voor de verbruiker, de grote vergetene bij alle tegenstanders van de marktwerking. De gouden jaren '60, van Vlaanderen in het bijzonder, hadden te maken met de opening van de grenzen. Laten wij niet vergeten dat de export van ons land zo groot is als 85% van het nationaal bruto binnenlands product. België en de vijftien EU-landen hebben een handelsoverschot met Oost- en Midden-Europa. Wij winnen dus aan welvaart op die manier, terwijl de talk of the town steeds gaat over delocalisaties. Het beste antwoord hierop, ten opzichte van delocalisaties, is het zogenaamde Lissabon-proces dat moet leiden tot meer innovaties en tot een hoge werkgelegenheidsgraad. Dat kan echter niet opgelost worden door de Grondwet, het is vooral een taak van de nationale overheden. Daarom is het jammer dat ons land aan competitiviteit verliest volgens de Nationale Bank en het VBO en dat onze werkgelegenheidsgraad trager groeit dan bij de buurlanden.
Nogmaals, het sociaal-economisch beleid blijft vooral een zaak van de lidstaten. Scandinavische landen tonen goed aan dat het mogelijk is een hoge sociale bescherming, zelfs met hoge sociale lasten, te hebben en toch een hoge economische groei en werkgelegenheidsgraad te kennen.
De Grondwet heeft ook niets te maken met de zogenaamde Bolkestein-richtlijn. Het is trouwens het Europees Parlement dat zich nu volop hierover buigt op een wijze die wij binnen onze nationale grenzen niet gewoon zijn. De Grondwet zelf erkent en eerbiedigt anderzijds het beginsel van de toegang tot diensten van algemeen economisch belang zoals die bepaald zijn in de nationale wetgeving en praktijken.
Het Verdrag van Maastricht schiep de euro, de grootste monetaire revolutie op wereldvlak van de voorbije 60 jaar, na de ontkoppeling van de Amerikaanse dollar van het goud. Er is geen monetaire stabiliteit zonder budgettaire discipline. Daarom blijf ik het jammer vinden dat enkele grote landen zich feitelijk van de vroegere versie van het pact niets aantrokken en dat de Commissie zelfs naar het hof van Justitie moest trekken om gelijk te krijgen. Het was de macht van de sterkste en geen voorbeeld voor de rechtsstaat. Het pact, zoals de Grondwet, mag geen vodje papier worden als dit het land slecht uitkomt, zoals in eigen land de Grondwet geen vodje papier mag zijn als het politieke partijen niet goed uitkomt.
Mocht de Grondwet door enkele landen niet worden geratificeerd, zou dit vooral schadelijk zijn voor de rol die de Unie in de wereld kan spelen. De Europese minister van Buitenlandse Zaken, aangesteld voor vijf jaar en de verkozen voorzitter van de Raad, aangesteld voor twee en een half jaar, zijn figuren die een zo gemeenschappelijk mogelijk buitenlands beleid moeten belichamen, ook al blijft die politiek onderworpen aan de regel van de eenstemmigheid. Zelfs de Verenigde Staten van Amerika zouden naar verluidt het niet goedkeuren van de Grondwet een slechte zaak vinden, omdat een krachtige Europese partner nu nodig blijkt om tot stabiele oplossingen in de wereld te komen.
Mochten te veel landen de Grondwet niet ratificeren, dan moeten oplossingen gezocht worden om ten minste die verworvenheden van dat belangrijk hoofdstuk inzake buitenlands beleid veilig te stellen. Welk dat buitenlands beleid moet zijn, bepaalt de Grondwet natuurlijk niet. Het zal een mix van onze idealen moeten zijn — the union is a union of values — en onze belangen. Buitenlands beleid is meer dan alleen maar nee zeggen tegen de Amerikanen wat betreft hun beleid inzake Irak, Iran, China of Rusland. Buitenlands beleid is meer dan afwachten tot de Verenigde Staten optreden zoals eerst in exJoegoslavië. De Unie moet een specifieke inbreng hebben in de wereldpolitiek, zeker in snel verschuivende machtspatronen. Denk aan China. Onze rol in de Oekraïne was een recent en goed voorbeeld van een beleid dat niet alleen kiest voor een conservatieve politiek van stabiliteit en van angst voor een andere mogendheid, maar voor een kordate verdediging van vrijheid en democratie in Europa.
Daarom zijn de artikelen over veiligheid in de Grondwet zo belangrijk. De clausule van wederzijdse hulp in geval van agressie houdt een verplichte solidariteit in. De gestructureerde samenwerking houdt in dat landen ervoor kunnen kiezen om samen een defensiebudget te beheren, naar analogie van wat met de euro gebeurde. Dat juridisch kader is ook erg vernieuwend. Laten we hopen dat het nog maar het begin is van een evolutie.
Er is geen doeltreffend buitenlands beleid mogelijk zonder een militair instrument. Dat de nieuwe landen van Oost- en Midden-Europa meer belang hechten aan de NAVO dan aan hun veiligheid binnen de Europese Unie, zegt veel over onze te grote voorzichtigheid in het verdedigen van onze waarden ten tijde van de Koude Oorlog.
Een gemeenschappelijk buitenlands beleid moet ook onze inspanningen inzake ontwikkelingssamenwerking, die zoveel groter zijn dan die van de Verenigde Staten, politiek kunnen omzetten. Het volstaat niet om alleen humanitair te zijn. We moeten ook een navenante politieke rol kunnen spelen, zeker in zones van crisis, van oorlog of van burgeroorlog.
Nu we het hebben over de waarden, moet ik spreken over de zogenaamde preambule. In de versie die eerst werd voorgelegd aan de Conventie, was men erin geslaagd de rol van het christendom in de vorming van de Europese beschaving te negeren en alleen te spreken over de Grieks-Romeinse beschaving en over de Verlichting. Il faut le faire. Gelukkig is dat negationisme weggewerkt. De nieuwe tekst is vaag en nietszeggend over de culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa. Ongeveer de helft van de Europese bevolking woont in landen waarvan de Grondwet expliciet naar God en het christendom verwijst. Bij de andere helft geldt het omgekeerde. In België is er geen verwijzing. Dat is ook niet het geval in de Verenigde Staten. Voor mij hoefde er zelfs geen preambule te zijn, maar als ze er toch is, moet ze volledig en historisch correct zijn.
Persoonlijk hecht ik meer belang aan artikel 52 van de Grondwet, waarin letterlijk staat dat de Unie de status eerbiedigt die kerken en religieuze verenigingen en gemeenschappen volgens het nationale recht in de lidstaten hebben. De Grondwet, zegt de tekst, doet daaraan geen afbreuk. Verder staat: de Unie voert een open, transparante dialoog met de kerken en sociale organisaties, met erkenning van hun identiteit en hun specifieke bijdrage. Het gaat hier om een aparte dialoog, buiten dewelke met het middenveld waarin op een andere plaats van de Grondwet is voorzien. België was erin geslaagd als enig land voorbehoud te maken tegenover die passage. Gelukkig waren we geïsoleerd en bleef de tekst overeind.
Collega's, de Europese Grondwet is een continu proces. De tekst is geen eindpunt, evenmin als dat het geval is voor de Belgische Grondwet. De beweging naar meer Europa enerzijds, en naar meer bevoegdheden en middelen naar de deelstaten binnen België anderzijds, zal verder gaan. Verdrag na verdrag komt er meer integratie, met een hapering weliswaar in Nice, enkele jaren geleden.
Het is duidelijk dat er nog te veel bevoegdheden zijn die onderworpen zijn aan de regel van de eensgezindheid en de unanimiteit. Zo zijn de fiscaliteit, de sociale zekerheid, het buitenlands beleid en defensie niet onderworpen aan de gekwalificeerde meerderheid. Is men daarover echter niet wat hypocriet? Ik ben er niet van overtuigd dat velen, ook in ons land, een Europese harmonisering inzake belastingen die minder of zelfs niet progressief zijn, zonder meer zouden aanvaarden. De discussie over de Bolkestein-richtlijn toont ook goed aan hoe men gehecht is aan de eigen nationale sociale wetgeving.
Er is gelukkig een ontsnappingsroute: de nauwere samenwerking waartoe lidstaten kunnen overgaan onder bepaalde voorwaarden. De dreiging daartoe over te gaan door een groep van landen kan extra druk zetten om toch vooruitgang te boeken met de vijfentwintig lidstaten als een geheel. Het mechanisme kan dus ook een ontradend effect hebben, naast het feit dat het een bijkomend instrument is.
Het is wel jammer dat deze Grondwet er niet gekomen is voor de uitbreiding met de tien lidstaten. Indien de Grondwet finaal onvoldoende steun zou verwerven vallen wij terug op het Verdrag van Nice en is de Unie minder aangepast aan een besluitvorming met zoveel landen. Het meest logische ware geweest dat er eerst verdieping kwam en dan pas verbreding.
Het was trouwens een vergissing de onderhandelingen met Turkije te starten alvorens de goedkeuringsprocedure van de Grondwet rond was. Het heeft alleen argumenten gegeven aan de eurosceptici en aan de eurotegenstanders.
Indien de Grondwet het niet haalt, moeten de onderhandelingen volgens mijn politieke partij opgeschort worden. Ten gronde is mijn politieke partij er trouwens nog altijd niet van overtuigd dat Turkije aan alle politieke voorwaarden inzake democratie en mensenrechten beantwoordt.
Ten slotte, de vraag die velen vandaag bezighoudt, is deze: wat wanneer naast het Verenigd Koninkrijk ook andere landen de Grondwet niet zouden goedkeuren? De mogelijkheid dat twee stichtende landen neen zouden zeggen was zelfs in een catastrofescenario nooit overwogen. Integendeel, sommige van die landen waren al aan het spelen met de idee van een soort avantgarde die verder zou gaan inzake Europese integratie.
Het beste is de zaken af te wachten, te overtuigen en te hopen. Wellicht is nu het adagio van toepassing: "de problemen oplossen wanneer zij zich stellen." Een van mijn leermeesters in de politiek zei in dat verband trouwens: "Elke verkiezing heeft zijn verrassing." Alleen zei hij niet wat telkens de verrassing was.
De Vlaamse christen-democraten zullen met overtuiging deze Grondwet goedkeuren.
Translated text
We are the elect of the people and we must take our responsibility. If I see the course of the discussion in France and in the Netherlands, Mr. Van den Eynde, then it is not about Europe. It is not about the Constitution. It’s about Chirac and Balkenende, but it’s not about what it should be. These referendums will answer questions that have not been asked to the people.
The Flemish Christian Democrats will pass the European Constitution from the federal opposition. We will not hesitate, as was done at the time with the Treaty of Amsterdam by a part of the then opposition. Europe first came into existence in the early 1950s when there were six Christian Democrats prime ministers in the European Community. We continue this great tradition.
However, I am well aware that the Flaming and Western Europeans, especially the young generation, today cannot be convinced only by the argument of peace. Young people today have parents who have never known war. Today we must demonstrate to the calculating citizen that the Union represents an added value in the struggle for greater security, more jobs, greater prosperity, better control of migration flows and influence in global politics to defend our interests and our ideals. As a European citizen, that citizen must be able to preserve its identity in terms of language and culture.
For Flanders and for Belgium, this calculation is a very simple matter. Just the fact that Brussels is the capital of Europe creates a huge spillover effect in the broad atmosphere around the capital. Without the euro market and without the euro, we will only be impoverished. If we fail to persuade them, there will be room for demagogues and populists from the left and right. In this period of fear and uncertainty on the social, economic, ecological, social, ethical, philosophical and religious levels, even the calculating citizen willingly lends an ear to all the arguments that raise threats and fear: the Europe of disloyal competition, of the countries with low wages, the Europe of the loss of identity of languages and peoples. The modern citizen must be shown where his advantage lies. I wonder, by the way, where is that European moloch, whose budget is barely as big as 1% of the European domestic product.
All governments in our country spend an amount that is almost as big as 50% of our GDP. Of that modest 1% then almost half goes to agriculture because the sector is highly Europeanized, as one of the few, by the way. A British colleague and friend from the European Parliament says the Commission has less staff than Leeds’ City Council. The Constitution, by the way, makes the Union a democracy with a Parliament that actually has more powers than many national parliaments. As a budget minister in the 1990s, I saw how the European Parliament really negotiated the budget with the Council of Ministers and with the European Commission. They formed a great power. At the national level, a government, whatever the government, has nothing to fear the Parliament on budget. The opposition is mouth-death and the majority must follow with patience. The Constitution now gives the European Parliament power over the entire budget, over all spending. It has not yet had to maintain a government, but it now has the power to elect the President of the Commission, despite whom it envy.
The Constitution now also involves national parliaments in decision-making at the European level. All EU legislation will be subject to a prior review by the national parliaments. They will have to receive proposals from the European Union, from the Commission, and therefore not from national governments, in sufficient time to discuss them with their ministers before the Council adopts a position, and they will also have the right to object to draft legislation if they consider that it does not fall within the competence of the European Union.
The Constitution also mentions the term social market economy that Christian Democrats have used for sixty years as the perfect expression of their views on economic order. The word competition is used twenty-seven times and the word social is used ninety-nine times. The best social Europe is one that creates work. The free trade in private goods has proved to be a source of prosperity and employment. Fair competition leads to lower prices and is good for the consumer, the big forgotten among all opponents of market action. The golden 1960s, of Flanders in particular, had to do with the opening of the borders. Let us not forget that the export of our country is as large as 85% of the national gross domestic product. Belgium and the 15 EU countries have a trade surplus with Eastern and Central Europe. We thus gain wealth in this way, while the talk of the town is always about relocalizations. The best response to this, in relation to relocation, is the so-called Lisbon process, which should lead to more innovation and a high employment rate. However, this cannot be resolved by the Constitution, it is primarily a task of the national authorities. Therefore, it is a pity that our country is losing competitiveness according to the National Bank and the VBO and that our employment rate is growing slower than in neighboring countries.
Again, socio-economic policies remain primarily a matter of the Member States. Scandinavian countries have demonstrated that it is possible to have a high level of social protection, even with a high social burden, and yet to have a high level of economic growth and employment.
The Constitution has nothing to do with the so-called Bolkestein Directive. It is, by the way, the European Parliament that is now engaging in this matter in a way that we are not used to within our national borders. On the other hand, the Constitution itself recognises and respects the principle of access to services of general economic interest as set out in national laws and practices.
The Maastricht Treaty created the euro, the largest global monetary revolution in the last 60 years, after the disconnection of the US dollar from gold. There is no monetary stability without budgetary discipline. Therefore, I continue to regret the fact that some major countries did not actually take advantage of the earlier version of the pact and that the Commission even had to go to the Court of Justice to get the right. It was the power of the strongest and not an example for the rule of law. The pact, like the Constitution, should not become a vodje paper if it does not work well for the country, as in the country the Constitution should not be a vodje paper if it does not work well for political parties.
If the Constitution is not ratified by some countries, this would be especially detrimental to the role that the Union can play in the world. The European Minister of Foreign Affairs, appointed for five years, and the elected President of the Council, appointed for two and a half years, are figures that must embody a as common foreign policy as possible, even if it remains politically subject to the rule of unanimousness. Even the United States of America would ⁇ ly find not approving the Constitution a bad thing, as a strong European partner is now needed to come up with stable solutions in the world. Their
If too many countries fail to ratify the Constitution, solutions must be sought to safeguard at least those achievements of that important chapter on foreign policy. Which foreign policy should be, of course, the Constitution does not determine. It will have to be a mix of our ideals — the union is a union of values — and our interests. Foreign policy is more than just saying no to the Americans regarding their policy on Iraq, Iran, China or Russia. Foreign policy is more than waiting for the United States to act as it did in the former Yugoslavia. The Union must make a specific contribution to world politics, ⁇ in rapidly shifting patterns of power. Think of China. Our role in Ukraine was a recent and good example of a policy that chooses not only a conservative policy of stability and fear of another power, but for a kordate defense of freedom and democracy in Europe.
That is why the articles on security in the Constitution are so important. The clause of mutual assistance in the event of aggression implies a mandatory solidarity. Structured cooperation means that countries can choose to manage a defence budget together, analogous to what happened with the euro. This legal framework is also very innovative. Let us hope that this is only the beginning of an evolution.
No effective foreign policy is possible without a military instrument. The fact that the new countries of Eastern and Central Europe attach more importance to NATO than to their security within the European Union says a lot about our excessive caution in defending our values during the Cold War.
A common foreign policy should also be able to politically transform our efforts in development cooperation, which are so much larger than those of the United States. It is not enough to be humanitarian. We must also be able to play an appropriate political role, ⁇ in zones of crisis, of war or of civil war.
Now that we are talking about the values, I have to talk about the so-called preamble. In the version first presented to the Convention, one had managed to ignore the role of Christianity in the formation of European civilization and to speak only of the Greco-Roman civilization and of the Enlightenment. It must be done. Fortunately, this negativism has been eliminated. The new text is vague and unspeakable about the cultural, religious and humanistic traditions of Europe. About half of the European population lives in countries whose constitution explicitly refers to God and Christianity. For the other half, it is the opposite. There is no reference in Belgium. This is not the case in the United States either. For me, there did not even need to be a preamble, but if it is there, it must be completely and historically correct.
I personally attach more importance to Article 52 of the Constitution, which literally states that the Union respects the status of churches and religious associations and communities in the Member States under national law. The Constitution, says the text, does not affect this. The Union shall conduct an open, transparent dialogue with the churches and social organizations, recognizing their identity and their specific contribution. This is a separate dialogue, outside of which with the civil society in which another place of the Constitution is provided. Belgium, as the only country, was able to make a reservation against this passage. Fortunately, we were isolated and the text remained standing.
The European Constitution is a continuous process. The text is not the end point, nor is it the case for the Belgian Constitution. The movement towards more Europe on the one hand, and towards more powers and resources to the counties within Belgium on the other, will continue. Treaty after treaty comes more integration, with a breakdown though in Nice, a few years ago.
It is clear that there are still too many powers that are subject to the rule of unanimity and unanimity. For example, taxation, social security, foreign policy and defence are not subject to the qualified majority. Isn’t this a little hypocritical? I am not convinced that many, including in our country, would unwaveringly accept a European harmonisation on taxation that is less or even not progressive. The discussion on the Bolkestein Directive also shows how one is attached to its own national social legislation.
Fortunately, there is an escape route: the closer cooperation to which Member States can move under certain conditions. The threat of a group of countries going through this could create additional pressure to make progress with the twenty-five Member States as a whole. The mechanism can therefore also have a deterrent effect, in addition to being an additional instrument.
It is a pity that this Constitution has not come for the enlargement with the ten member states. If the Constitution would eventually gain insufficient support, we would fall back to the Treaty of Nice and the Union is less adapted to a decision-making process with so many countries. The most logical thing was that there was first flooring and then only expansion.
It was also a mistake to start negotiations with Turkey before the adoption of the constitution was completed. It has only given arguments to the eurosceptics and the opponents of the euro.
If the Constitution fails, the negotiations should be suspended, according to my political party. In essence, my political party is still not convinced that Turkey meets all the political conditions of democracy and human rights.
Finally, the question that concerns many today is this: what if other countries would not approve the Constitution in addition to the United Kingdom? The possibility that two founding countries would say no was never considered even in a catastrophe scenario. On the contrary, some of those countries were already playing with the idea of a kind of avant-garde that would go beyond European integration.
The best thing is to wait, convince and hope. Per ⁇ the adagio now applies: "solve the problems when they come up." One of my teachers in politics said in that connection, by the way, "Every election has its surprise."
The Flemish Christian Democrats will with conviction approve this Constitution.
#6
Official text
Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le secrétaire d'Etat, chers collègues, aujourd'hui, quel long chemin déjà parcouru par l'Europe! Je suis né dans l'Europe et j'ai la chance de faire partie de cette génération qui ne peut plus ne fût-ce qu'imaginer un conflit entre la France et l'Allemagne, un conflit au sein de cette Union européenne. Ce long chemin parcouru, initié d'abord par cette recherche de paix et ensuite vers des coopérations dans des secteurs bien précis que ce soit le charbon, l'acier, l'Euratom, et puis, ce marché commun, cette Communauté économique européenne, cette monnaie unique, tout cet acquis est déjà énorme. Pourtant, nous avons l'impression que l'Europe s'essouffle, que l'Europe semble morose, pourquoi? Peutêtre parce que ce projet européen se base sur trois éléments essentiels: - c'est un idéal, cette recherche d'aller toujours plus loin vers cette intégration dans le cadre d'une dynamique; - c'est un mode de gouvernement international tout à fait sui generis, tout à fait neuf. On avait l'habitude en droit international, et c'est toujours le cas, de travailler essentiellement d'une manière intergouvernementale. Ici, il y a eu un plus, il y a eu la manière communautaire; - ce sont aussi des grandes figures européennes qui ont tiré cette Europe vers le haut, vers plus d'intégration.
Or, aujourd'hui, on sent que l'idéal, cette dynamique qui cherchait à atteindre des objectifs (la paix, la prospérité, le marché commun, la monnaie unique, et plus difficilement la politique étrangère commune et la constitution d'une armée commune), commence à coincer. On n'arrive plus à atteindre ces objectifs, cet idéal qu'on se fixe et qu'on souhaiterait atteindre.
Ensuite, au niveau du type de gouvernement international, au niveau du mode communautaire qui s'éloigne du mode purement intergouvernemental, on sent aussi que les donnes ont changé. Ces institutions, ce modèle institutionnel basé sur la Commission, le Conseil et le Parlement changent car l'Europe n'est plus une Europe à six pays. Il n'y a plus trois grands Etats et trois petits pays, tout cela a évolué. Il y a eu ce "stretching" continu de l'ensemble de nos institutions mais aujourd'hui la donne a fondamentalement changé. On assiste donc à ce sentiment d'opacité, de moins de démocratie au sein de l'Europe.
Par ailleurs, il y a eu ces leaders enthousiastes pour l'Europe (Monnet, Shuman, Adenauer, Spaak, de Gasperi, Giscard, Schmidt, Brandt, Kohl, Mitterrand, Delors), mais aujourd'hui on sent que cela s'essouffle. On le voit aux réactions de certains premiers ministres revenant de négociations. Rappelez-vous, après le Traité de Nice, on a vu Tony Blair dire en sortant de l'avion "I won". Je suis allé défendre les intérêts des Britanniques - les intérêts européens peu importe - j'ai tenu bon. Il n'y a pas eu d'avancée vers plus d'intégration européenne. J'ai gagné! Cela devient un match! Ce sont des réflexes souverainistes, des réflexes au niveau des nations et non plus cette recherche continue d'aller plus loin vers cet intérêt européen, vers cette plus grande intégration européenne.
Et pourtant nous avons besoin de l'Europe, tout le monde peut être d'accord. L'Europe ne représente que 500 millions de personnes: c'est peu aujourd'hui dans le monde. Nous avons donc besoin de cette cohésion européenne parce que l'Europe a ses idées, son propre fonctionnement à promouvoir dans le monde, que ce soit cette recherche du juste échange commercial, avec cet esprit tourné vers les Etats qui connaissent plus de difficultés, avec cette volonté d'imposer la négociation comme mode de gestion des conflits internationaux, cette volonté de toujours rechercher la synthèse entre ses trois composantes - le social, l'économique et l'environnemental -, cette recherche continue du développement durable, ses règles universelles en matière de santé et de travail. L'Europe doit pouvoir promouvoir son système: je suis intimement convaincu qu'il s'agit aujourd'hui du système le meilleur.
La Constitution règlera-t-elle toutes ces questions? La Constitution nous permettra-t-elle d'avoir ces grands leaders européens qui, il est vrai, nous manquent un peu aujourd'hui? Bien sûr que non!
La Constitution nous fixe-t-elle cet idéal qui instaurera à nouveau cette dynamique au sein de l'Union européenne? Il me semble que la Constitution définit mieux ces objectifs, rééquilibre le volet social, le volet environnemental avec l'équilibre économique. En même temps, l'aspect fondamental de cette Constitution est qu'elle marque des avancées sur la question du mode de gouvernement européen. Nos institutions sont profondément modifiées.
La Constitution est une bonne chose. Evidemment qu'elle n'est pas miraculeuse et qu'elle ne solutionnera pas tout, mais cette Constitution est bonne.
Comme je l'ai dit tout à l'heure, elle rééquilibre les objectifs de l'Union européenne en les orientant davantage vers le social et l'environnemental.
Elle permet aussi à l'Union de lui donner ses institutions en vue d'être unie et de s'imposer au niveau international face aux autres grandes puissances, déjà bien établies ou émergentes. Cette Constitution nous donne cette identité européenne par des symboles, par des hymnes, cette identité européenne, cette volonté de se sentir profondément européens.
Elle nous permet aussi de créer cet espace de liberté et de justice commune et d'aller plus loin en ces matières.
Elle nous permet également de mettre fin à des échecs dans le cadre de négociations: Maastricht, Amsterdam, Nice n'étaient pas des grands traités, tandis que cette Constitution nous fait sentir une volonté d'aller plus loin, vers plus d'intégration. On met fin à ces échecs de négociations.
Enfin, cette Constitution européenne nous permet d'avancer dans trois directions au point de vue institutionnel, au point de vue du mode de gouvernement européen.
Premièrement, vers plus de démocratisation: par la transparence des travaux au sein du Conseil, par le renforcement du Parlement européen, le rôle accru des parlements nationaux, par cette Charte des droits fondamentaux qui doit être la base de tous les droits des Européens, que ces Européens pourront invoquer directement, par cette démocratisation, par cette ouverture de l'Europe vers les gens, avec notamment aussi ce droit de pétitionnement.
Deuxième point, l'efficacité au sein de l'Union européenne. Les majorités qualifiées ne sont pas revues, il n'y a pas un nouveau "stretching", mais un nouveau mode, basé sur des éléments concrets, la population et les Etats. Cette présidence du Conseil, ce ministre des Affaires étrangères, ces personnes vont pouvoir mettre de l'huile dans les rouages de l'Union européenne en vue de la rendre plus efficace. Ensuite, il y aura une simplification grâce à un seul texte. Fallait-il y rassembler l'ensemble des trois parties? Peut-être pas mais maintenant que nous disposons de ce texte fondamental, il doit devenir notre référence, à tous, au niveau européen.
Et enfin, ces coopérations renforcées sont également simplifiées et étendues à d'autres matières, notamment la Défense. Les pays qui veulent aller plus vite que les autres pourront maintenant avancer plus loin dans ces coopérations renforcées. Je crois que nous pouvons faire confiance à la Belgique pour aller toujours plus loin dans la direction de l'intégration européenne.
Si certains ne sont pas convaincus par ces éléments positifs, il faut également dire oui parce qu'on ne peut pas dire non. Un tel refus signifierait un recul, un nouvel échec. Par ailleurs, les arguments invoqués par les partisans du non — M. Van Rompuy en a cité quelques-uns: Bolkestein, les services publics, la concurrence renforcée dans le marché commun — ne seraient pas rencontrés si l'on ne votait pas la Constitution européenne. On resterait avec un texte sur lequel tout le monde s'accorde pour dire qu'il est le mauvais, à savoir le Traité de Nice.
Engrangeons tous ces points positifs offerts par cette Constitution car nous avons besoin d'Europe — je l'ai dit tout à l'heure — mais nous devons également avoir envie d'Europe. Avoir envie d'Europe, c'est en parler, faire en sorte que les citoyens n'aient pas toujours tendance à la rejeter, c'est avoir la volonté d'affirmer que le projet européen vaut la peine d'exister, c'est réussir l'élargissement — il est peut-être venu trop tôt, comme M. Van Rompuy l'a dit tout à l'heure, mais il est là et nous devons le réussir. Nous devons investir dans ces Etats pour que cet élargissement soit une nouvelle réussite, comme on l'a fait pour l'Espagne, le Portugal et la Grèce. Cet élargissement doit unifier l'Europe plutôt que la diviser.
C'est pour l'ensemble de ces raisons que mon groupe prononcera aujourd'hui un oui sans équivoque sur ce projet.
Je voudrais vous citer une phrase en conclusion de mon intervention: "C'est pourquoi j'approuve celle-ci, parce que je ne m'attends à rien de mieux et parce que je ne suis pas certain que celle-ci ne soit pas la meilleure". Cette volonté de défi, cette volonté de se dire que ce texte peut nous servir d'outil pour que cette Europe devienne une vraie Europe encore plus intégrée qu'elle ne l'est aujourd'hui, c'est Benjamin Franklin qui l'avait prononcée lorsqu'il avait dit ce oui à la Constitution américaine présentée à la suite de la Convention de Philadelphie. J'ai envie de croire en ce défi européen. J'ai envie de croire à plus d'intégration européenne et je suis persuadé que ce ne sera possible qu'avec les instruments donnés par cette Constitution européenne. Je le répète, notre oui sera donc un oui sans équivoque.
Translated text
Mr. President, Mr. Prime Minister, Mr. Secretary of State, dear colleagues, today, what a long road has already been taken by Europe! I was born in Europe and I am lucky to be part of this generation that can no longer even imagine a conflict between France and Germany, a conflict within this European Union. This long journey, initiated first by this search for peace and then towards cooperation in very specific sectors such as coal, steel, Euratom, and then, this common market, this European Economic Community, this single currency, all this achievement is already enormous. Nevertheless, we have the impression that Europe is breathing, that Europe seems dull, why? Per ⁇ because this European project is based on three essential elements: - it is an ideal, this quest to go ever further towards this integration within the framework of a dynamic; - it is a mode of international government quite sui generis, quite new. It was customary in international law, and it is always the case, to work essentially intergovernmentally. Here, there was a plus, there was the community way; - it is also great European figures who have pulled this Europe upwards, towards more integration.
Now, today, we feel that the ideal, that dynamic that sought to ⁇ goals (peace, prosperity, the common market, the single currency, and more difficultly the common foreign policy and the constitution of a common army), is beginning to crumble. We can no longer ⁇ these goals, this ideal that we set ourselves and that we would like to ⁇ .
Then, at the level of the type of international government, at the level of the community mode that goes away from the purely intergovernmental mode, we also feel that the facts have changed. These institutions, this institutional model based on the Commission, the Council and the Parliament are changing because Europe is no longer a six-country Europe. There are no longer three big states and three small countries, all this has evolved. There has been this continuous “stretching” of all our institutions, but today the situation has fundamentally changed. We are therefore witnessing this sense of opacity, of less democracy within Europe.
Furthermore, there have been those enthusiastic leaders for Europe (Monnet, Shuman, Adenauer, Spaak, de Gasperi, Giscard, Schmidt, Brandt, Kohl, Mitterrand, Delors), but today it feels like it is breathing out. This can be seen in the reactions of some prime ministers returning from negotiations. Remember, after the Treaty of Nice, we’ve seen Tony Blair say when leaving the plane “I won”. I went to defend the interests of the British – European interests no matter – I kept up. There has been no progress towards more European integration. I have won! It becomes a game! These are sovereignist reflexes, reflexes at the level of nations, and no longer this search continues to go further towards this European interest, towards this greater European integration.
And yet we need Europe, everyone can agree. Europe represents only 500 million people: that is little today in the world. We therefore need this European cohesion because Europe has its ideas, its own functioning to promote in the world, whether it is this search for fair trade, with this spirit turned to the states that experience more difficulties, with this willingness to impose negotiation as a way of managing international conflicts, this willingness to always seek the synthesis between its three components - social, economic and environmental -, this continuous search for sustainable development, its universal rules on health and work. Europe must be able to promote its system: I am deeply convinced that it is today the best system.
Will the Constitution resolve all these issues? Will the Constitution allow us to have those great European leaders that, it is true, we miss a little today? Of course not!
Does the Constitution set us this ideal that will re-establish this dynamic within the European Union? It seems to me that the Constitution better defines these goals, re-balances the social aspect, the environmental aspect with the economic balance. At the same time, the fundamental aspect of this Constitution is that it marks advances on the question of the mode of European government. Our institutions have been profoundly changed.
The Constitution is a good thing. Obviously it is not miraculous and it will not solve everything, but this Constitution is good.
As I said earlier, it re-balances the objectives of the European Union by turning them more socially and environmentally oriented.
It also enables the Union to give it its institutions in order to be united and to impose itself at the international level over other great powers, already well established or emerging. This Constitution gives us this European identity through symbols, through hymns, this European identity, this desire to feel deeply European.
It also allows us to create this space of freedom and common justice and to go further in these matters.
It also allows us to put an end to failures in the framework of negotiations: Maastricht, Amsterdam, Nice were not major treaties, while this Constitution makes us feel a willingness to go further, towards more integration. The failure of these negotiations must be stopped.
Finally, this European Constitution allows us to move forward in three directions from the institutional point of view, from the point of view of the European mode of government.
First, towards more democratization: through the transparency of the work within the Council, by the strengthening of the European Parliament, by the increased role of national parliaments, by this Charter of Fundamental Rights which must be the basis of all the rights of Europeans, which these Europeans will be able to invoke directly, by this democratization, by this opening of Europe to the people, with in particular also this right of petitioning.
The second is the efficiency within the European Union. The qualified majorities are not revised, there is no new “stretching”, but a new mode, based on concrete elements, population and states. This Presidency of the Council, this Minister of Foreign Affairs, these people will be able to put oil in the rods of the European Union in order to make it more effective. Then there will be a simplification through a single text. Should all three parties be joined together? Per ⁇ not, but now that we have this fundamental text, it must become our reference, for all, at the European level.
Finally, these enhanced cooperations are also simplified and extended to other subjects, including defence. Countries that want to go faster than others will now be able to move further in these enhanced cooperations. I believe that we can trust Belgium to move ever further in the direction of European integration.
If some are not convinced by these positive elements, one should also say yes because one cannot say no. Such a refusal would mean a retreat, a new failure. In addition, the arguments invoked by the supporters of the No—Mr. Van Rompuy cited a few: Bolkestein, public services, increased competition in the common market — would not be met if the European Constitution was not voted. We would remain with one text that everyone agrees to say is the bad one, namely the Treaty of Nice.
Let’s put together all these positive points offered by this Constitution because we need Europe — I said it recently — but we must also want Europe. To want Europe is to talk about it, to make sure that citizens do not always have a tendency to reject it, it is to have the will to say that the European project is worth existing, it is to succeed in the enlargement – it may have come too early, like Mr. Van Rompuy said it just recently, but he is there and we must succeed. We need to invest in these states in order for this enlargement to be a new success, as we did for Spain, Portugal and Greece. This enlargement must unite Europe rather than divide it.
It is for all of these reasons that my group today will say an unambiguous yes to this project.
I would like to quote you a sentence at the end of my speech: "That is why I approve of this one, because I do not expect anything better, and because I am not sure that this one is not the best." This willingness to challenge, this willingness to say to ourselves that this text can serve as a tool for us to make this Europe a true Europe even more integrated than it is today, it was Benjamin Franklin who uttered it when he said this yes to the American Constitution presented following the Philadelphia Convention. I want to believe in this European challenge. I want to believe in more European integration and I am convinced that this will only be possible with the instruments provided by this European Constitution. I repeat it, our yes will therefore be an unambiguous yes.
#7
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de staatssecretaris, collega's, ik zou eerst van de gelegenheid gebruik willen maken om de rapporteur welgemeend te danken voor haar verslag. Ik heb de voorbije dagen, tijdens een missie, kunnen vaststellen dat ze daaraan heel hard heeft gewerkt.
Wij debatteren deze namiddag over de Europese Grondwet. Dat vinden wij allen evident, net zoals wij het evident vinden dat hierover in Frankrijk wordt gedebatteerd en dat in Nederland, en misschien ook in andere landen, een debat op komst is.
Het is echter goed om op te merken dat wij vandaag allemaal spontaan spreken over een Europese Grondwet, terwijl dat vier jaar geleden, in de aanloop naar Laken, helemaal niet zo evident was. Ik herinner mij immers heel goed dat bij de besprekingen over de tekst van Laken over het C-woord werd gezegd dat het niet mocht worden uitgesproken: Don't mention the C-word. Dat was amper vier jaar geleden. Vandaag wordt het C-woord wel probleemloos uitgesproken, ook in Frankrijk, Nederland en in de andere lidstaten.
Het is dus op zich al een heel positieve evolutie dat wij een debat hebben over de Europese Grondwet en dat dit debat wordt gevoerd over alle lidstaten heen. Het geeft aan dat de Europese Grondwet hoe dan ook een grote symboolwaarde heeft en ook voor de Europeanen belangrijk is.
Ik wil niet ingaan op het punt of het gaat om een Grondwet, dan wel om verdrag of een verdragrechtelijke Grondwet. Ik wil evenwel opmerken, omdat sommige de Grondwet afdoen als een gewoon verdrag, dat de tekst ook naar mijn overtuiging, zowel naar oorsprong, totstandkoming als naar substantie en inhoud en abstractie makend van de verdragrechtelijke vorm, wel degelijk een Grondwet is.
Is het een volmaakte tekst? Uiteraard is het geen volmaakte tekst. Dat werd door de vorige sprekers ook al even aangegeven. Natuurlijk was het onze wens, over de meeste partijgrenzen in het halfrond heen, dat meer mogelijk zou zijn met gekwalificeerde meerderheid. Er werd al op gewezen dat het sociale aspect eruit valt en dat ook op het vlak van fiscaliteit geen stemming bij gekwalificeerde meerderheid mogelijk is.
Ik hoor soms ook zeggen dat Europa meer een economisch dan een sociaal project is. Welnu, als we twee zaken naast elkaar leggen, namelijk de wijze van stemming, enerzijds en de snelheid waarmee Europa zich economisch maar ook monetair heeft ontwikkeld, anderzijds, dan is het goed dat we ons de vraag stellen of het ene niet met het andere te maken zou kunnen hebben. We zouden ons kunnen afvragen of precies het feit dat er op economisch vlak gemakkelijker kan worden beslist met gekwalificeerde meerderheid, niet maakt dat Europa economisch en ook monetair sneller vooruitgaat dan op sociaal vlak.
Ik denk dat het goed is dat onze regering - wij hier allemaal - er altijd voor heeft gepleit om de stemming bij gekwalificeerde meerderheid uit te breiden.
Natuurlijk zijn er mankementen op heel wat andere vlakken. De herziening van de Grondwet is veel te stroef en veel te rigide. Iedereen weet dat. Ik weet dat de conventievoorzitter, de heer Giscard d'Estaing, de droom heeft dat het een grondwet voor 50 jaar is. Persoonlijk geloof ik daar niet in maar ik denk wel dat het een goede zaak zou zijn geweest mocht de herziening, zeker van het derde deel over de Europese politiek en over het Europese beleid, makkelijker zijn geweest.
Het grote belang van de tekst die voorligt, is dat hij natuurlijk niet echt kort is maar toch heel duidelijk zegt waar de Europese Unie voor staat. Hij zegt heel duidelijk in de eerste delen wat de waarden en de grondbeginselen zijn waarop de constructie gebouwd is. Hij zegt ook dat wij in Europa en de Europese Unie grondrechten hebben die wij willen inschrijven in onze Grondwet. Ik meen — ik zal daar straks nog verder op ingaan — dat de tekst, zoals hij vandaag voorligt, voldoet aan de drie criteria die vier jaar geleden, mijnheer de premier, in Laken werden vooropgesteld. Het moest een grondwet worden die democratisch en transparant zou zijn en die borg zou staan voor efficiëntie.
Ik zou heel even willen ingaan op dat democratische element. Men gaat daar licht overheen maar het is misschien toch eens goed te wijzen naar de manier van functioneren van de Europese Unie vandaag. Ik heb in een vorig leven tussen de 40 en 50 Europese landbouw- en visserijraden meegemaakt. Daar werd toen en daar wordt vandaag gestemd met een gekwalificeerde meerderheid. Op zich is dat prima. Er is ook de mogelijkheid - en dat gebeurt ook — dat het Europees Parlement wordt geraadpleegd. Er is echter geen codecisie. Ik moet u zeggen dat ik mij niet kan herinneren dat ik over die 40 à 50 Europese landbouwraden — waarbij er toch enkele belangrijke waren, onder andere in aanloop naar Berlijn — in dit Huis niet één vraag, niet één voorstel, niet één enkele interpellatie heb gehad.
Nochtans gaat dat beleid niet alleen over landbouw, wat ook miljoenen Europese burgers raakt, maar het gaat ook over meer dan 40% van het Europese budget en bovendien raakt het aan de problematiek inzake volksgezondheid, voedselveiligheid, leefmilieu, enzovoort.
Als wij kijken naar een ander domein, het gemeenschappelijk handelsbeleid, dan stellen wij vast dat het tegenwoordig met het democratisch gehalte nog erger is gesteld. Voor het Europese handelsbeleid wordt weliswaar gestemd met een gekwalificeerde meerderheid, maar het Europees Parlement heeft daar zelfs niet het recht om geraadpleegd te worden, laat staan dat het Europees Parlement in een procedure van co-decisie mee zou kunnen beslissen.
In de commissiebespreking hebben sommigen gewezen op de vrij snelle behandeling in de commissie. Ik denk dat dit terecht is, maar het moet ook gezegd dat iedereen de kans heeft gehad om zich uit te spreken. Het is goed dat wij vandaag een ietwat grondiger debat hebben over de Europese Grondwet.
Nog beter was het mijn inziens geweest, daarin verschil ik van mening met de vorige sprekers, als men dit grote project, deze droom, hadden kunnen voorleggen aan de Belgische bevolking. Het klassiek argument om dat niet te doen, is dat het referendum over iets anders gaat. Het komt er eigenlijk op neer dat de mensen daarover niet veel weten. Men moet ze daar dus niet mee lastigvallen. Wij zullen dat als verlichte parlementsleden wel in hun plaats beslissen. U hoort mij niet zeggen dat men voortdurend een referendum over alles moet houden, maar ik kan mij niet van de indruk ontdoen, hoe delicaat het ook is in Frankrijk en Nederland, dat er daar vandaag tenminste een groot publiek debat bestaat over Europa en over de toekomst van de Europese Unie. Als wij bij ons ook zo'n referendum hadden kunnen houden, zou het resultaat waarschijnlijk geweest zijn dat een overgrote meerderheid voorstander is van de Grondwet. Ook daaruit zou natuurlijk een belangrijk signaal zijn gegaan naar onze buurlanden. Wij blijven het betreuren dat wij hierover geen volksraadpleging hebben kunnen houden. Wij denken dat dit heel positief zou zijn geweest, precies voor dat grote Europese project.
Merkwaardig aan het debat in de commissie, dat zal straks ook wel blijken, was dat sommigen hoe dan ook en ondanks alles nog altijd sceptisch blijken te zijn over Europa en de Europese Grondwet. Als zij sceptisch zijn over Europa, moeten zijn eigenlijk ja stemmen. Dan krijgen zij immers een ander Europa. Dan krijgen zij een Europese Grondwet en een beter, democratischer, efficiënter en transparanter Europa. Ik zou dus zeggen dat iedereen die zich vandaag niet gelukkig voelt met Europa, best ja kan stemmen over de Europese Grondwet.
Ik blijf het merkwaardig vinden dat sommigen zich tegen de Europese Grondwet verzetten. Zij hebben daarvoor natuurlijk wel andere redenen. Ik kan mij echter moeilijk inbeelden dat iemand van de bestaande verdragsteksten voor de Europese Unie, zoals het Verdrag van Rome, de Eenheidsakte, later aangevuld met het Verdrag van Maastricht, het Verdrag van Amsterdam en het Verdrag van Nice, zegt dat ze prima, klaar, helder en transparant zijn, terwijl een kat er haar jongen niet in terugvindt.
Ik kan moeilijk aan de mensen uitleggen dat er in de Europese Unie twee gemeenschappen zijn die rechtspersoonlijkheid hebben, dat er nog een entiteit is, de Unie, die dat niet heeft, dat er twee gemeenschappen zijn die de communautaire methode gebruiken en dat er twee pijlers zijn die intergouvernementeel werken. Ik kan dat moeilijk begrijpen.
Ik kan moeilijk begrijpen dat mensen zeggen dat het inschrijven van het Handvest in de Grondwet geen goede zaak is. Vindt men dan dat het afdwingbaar maken van rechten voor de Europese burgers geen goede zaak? Het lijkt mij wel een goede zaak dat wij in de Grondwet een aantal rechten schenken aan de Europese burgers, die ook voor hen afdwingbaar zijn.
Wie tegen de Grondwet is, zegt tegelijkertijd dat Europa beter niet te solidair is. Het is immers evident dat, wanneer wij de Grondwet goedkeuren, er een tekst is die meer solidariteit inhoudt dan de bestaande verdragen en een pak socialer is. Jacques Delors, toen men hem confronteerde met de opmerking dat het woord "concurrentie" zevenentwintig keer voorkwam in de tekst, om hem zodoende in de schoenen te schuiven dat het zou gaan om een liberaal project - wat natuurlijk mag -, repliceerde dat het woord "sociaal" negenentachtig keer voorkwam in de tekst. Hij heeft dat vermoedelijk laten optellen. U zult mij niet horen zeggen dat dat een afdoend bewijs is, maar volgens mij is iedereen het erover eens dat de tekst van de Grondwet zorgt voor meer solidariteit tussen de burgers van de Europese Unie.
De tekst van de Europese Grondwet zorgt er ook voor dat politiediensten beter kunnen samenwerken, dat vrij verkeer van personen gepaard gaat, niet met minder veiligheid, maar met meer veiligheid. Sommigen hebben dat misschien niet graag, maar wij zijn daar wel voorstander van.
Wie neen zegt tegen de tekst van de Europese Grondwet, zegt dus ook heel duidelijk neen tegen meer democratie in Europa, die zegt neen tegen meer transparantie in Europa, en zegt neen tegen meer efficiëntie in Europa. Dat zijn nochtans de kernbegrippen van de top van Laken.
Wij zijn heel blij met de Europese Grondwet. Wij zijn extra blij omdat wij weten dat vier jaar geleden in Laken door onze premier via de vier vragenpakketten en kernbegrippen de bakens werden uitgezet voor de conventie, later de IGC, en de tekst die vandaag voorligt.
Ik wil besluiten met toch één kanttekening te maken. De ratificatie in de verschillende lidstaten moet iets vóór het einde van volgend jaar klaar zijn. Wij kunnen ervan uitgaan dat in Groot-Brittannië ergens in de loop van volgend jaar nog een referendum zal plaatsvinden, wat ook de uitslag daarvan moge zijn. Ik heb daarstraks al gezegd dat, naar mijn aanvoelen, dit geen Grondwet is voor vijftig jaar en dat er niet voldoende flexibiliteit en te veel rigiditeit zit in heel het ratificatieproces. Het zou beter geweest zijn dat, zeker wat betreft het beleid, het derde deel, vlottere aanpassingen mogelijk zouden zijn geweest met speciale meerderheden, waarvoor er verschillende voorstellen zijn gedaan.
Mijnheer de eerste minister, ik weet dat nu het moment misschien nog niet gekomen is, maar ik vind wel, ergens in de loop van volgend jaar, als die tekst in de meeste lidstaten geratificeerd is, dat wij de mogelijkheden toch moeten exploreren van de versterkte samenwerking. Velen zullen, net als ik, vinden dat dat zeer belangrijk is, zeker als er straks achtentwintig en nog meer lidstaten zullen zijn in de Unie. Klassiek is dat die versterkte samenwerking moet gebeuren, zoals voorzien in de Grondwet, binnen de Grondwet. Dat hoeft geen probleem op te leveren. Maar het is ook mijn persoonlijke overtuiging, mocht dat in de praktijk onmogelijk gemaakt worden door een aantal lidstaten — wat kan, op basis van de tekst van de Grondwet —, dat wij met een aantal lidstaten moeten nagaan, bij voorkeur vertrekkend van de stichtende lidstaten van de Europese Unie, of wij ook geen mogelijkheden hebben tot nauwere samenwerking buiten de Europese Grondwet.
Mijnheer de voorzitter, ik rond af. We mogen dit niet beperken tot de zes stichtende lidstaten van de Unie maar wij moeten ook een lidstaat als Groot-Brittannië bij die nauwere samenwerking betrekken. Men kan opwerpen dat Groot-Brittannië thans niet tot de Muntunie behoort. Dat is correct. De grote gevoeligheid van Groot-Brittannië heeft vooral te maken met het uitzicht van het pond sterling en minder met het vastpinnen van de pariteit van het pond aan de euro. Monetair technisch kan dit, mijns inziens, perfect worden opgelost. Enerzijds kan men oog hebben voor en ruimte laten voor die Britse gevoeligheid, anderzijds moeten de zes lidstaten inspanningen doen voor een versterkte samenwerking met andere lidstaten, maar ook met Groot-Brittannië.
Mijnheer de eerste minister, het zal u niet verbazen dat de VLD dit wetsontwerp met overtuiging zal goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, Mr. Secretary of State, colleagues, first of all, I would like to take the opportunity to thank the rapporteur for her report. I have been able to see in the last few days, during a mission, that she has worked very hard on this.
We will discuss the European Constitution this afternoon. We all find this obvious, just as we find it obvious that this is being debated in France and that in the Netherlands, and ⁇ also in other countries, a debate is coming.
However, it is worth noting that today we are all talking spontaneously about a European Constitution, while four years ago, in the run-up to Laken, that was not so obvious at all. After all, I remember very well that in the discussions about Laken’s text on the C word it was said that it should not be pronounced: Don’t mention the C word. That was just four years ago. Today, the word C is pronounced without problems, including in France, the Netherlands and in the other Member States.
So it is already a very positive evolution that we have a debate about the European Constitution and that this debate is held across all Member States. It indicates that the European Constitution has a great symbolic value and is also important for Europeans.
I do not want to talk about whether it is a constitution, a treaty or a treaty-right constitution. However, I would like to note, since some abstain from the Constitution as an ordinary treaty, that the text is indeed a Constitution, even in my conviction, both in terms of origin, creation and substance and content and abstraction of the contractual form.
Is it a perfect text? Of course, this is not a perfect text. This was also stated by the previous speakers. Of course it was our wish, across most party boundaries in the hemisphere, that would be more possible with a qualified majority. It has already been pointed out that the social aspect falls out and that, even in the field of taxation, voting by qualified majority is not possible.
Sometimes I hear that Europe is more an economic project than a social project. Well, if we put two things side by side, namely the way of voting, on the one hand, and the speed with which Europe has developed economically as well as monetary, on the other hand, it is good to ask ourselves whether one could not have to do with the other. We might wonder whether precisely the fact that it is easier to decide with a qualified majority on the economic level does not make Europe progress faster economically and monetary than on the social level.
I think it’s good that our government—we all here—has always pledged to extend the voting by qualified majority.
Of course, there are shortcomings in many other areas. The revision of the Constitution is too hard and too rigid. Everyone knows that. I know that the Chairman of the Convention, Mr. Giscard d'Estaing, has the dream that it will be a constitution for 50 years. I personally do not believe in this, but I think it would have been a good thing if the revision, ⁇ of the third part on European politics and on European politics, had been easier.
The great importance of the text that precedes is that, of course, it is not really short but it still says very clearly what the European Union stands for. He says very clearly in the first parts what the values and the fundamental principles on which the construction is built are. He also says that in Europe and in the European Union we have fundamental rights that we want to insert in our Constitution. I think — I will discuss this further later — that the text, as he presents today, meets the three criteria set four years ago, Mr. Prime Minister, in Laken. It had to become a constitution that would be democratic and transparent and that would guarantee efficiency.
I would like to talk about this democratic element. This is a little overlooked, but it may well be a good indication of the way the European Union works today. I have experienced between 40 and 50 European agricultural and fishing rides in a previous life. There was then and there is today voting with a qualified majority. That in itself is fine. There is also the possibility — and it is also the case — that the European Parliament is consulted. There is no codecision. I must tell you that I cannot remember that I have not had a single question, a single proposal, a single interpellation in this House concerning those 40 to 50 European Agricultural Councils — in which there were some important councils, among others ahead of Berlin.
However, this policy is not only about agriculture, which also affects millions of European citizens, but it is also about more than 40% of the European budget and it also affects issues related to public health, food security, environment, and so on.
If we look at another area, the common trade policy, we find that today, with the democratic content, the situation is even worse. Although the European trade policy is voted by a qualified majority, the European Parliament does not even have the right to be consulted, let alone that the European Parliament could decide in a co-decision procedure.
In the committee discussion, some pointed out the fairly quick treatment in the committee. I think this is right, but it must also be said that everyone has had the opportunity to speak out. It is good that today we have a somewhat deeper debate about the European Constitution.
It would have been even better in my opinion, in which I differ in opinion from the previous speakers, if one could have presented this great project, this dream, to the Belgian population. The classic argument for not doing that is that the referendum is about something else. In fact, it comes down to the fact that people do not know much about it. Therefore, they should not be bothered with this. We, as enlightened parliamentarians, will decide in their place. You do not hear me say that a referendum on everything should be held continuously, but I cannot get rid of the impression, no matter how delicate it is in France and the Netherlands, that there is at least a large public debate there today about Europe and about the future of the European Union. If we could have held such a referendum with us, the result would likely have been that a vast majority is in favor of the Constitution. This would, of course, also send a significant signal to our neighbors. We continue to regret that we have not been able to hold a public consultation on this subject. We think this would have been very positive, precisely for that great European project.
Strange about the debate in the committee, which will soon be revealed, was that some still appear to be skeptical about Europe and the European Constitution anyway and despite everything. If they are skeptical about Europe, they must actually vote yes. They will have a different Europe. Then they will have a European Constitution and a better, more democratic, more efficient and more transparent Europe. So I would say that anyone who is not happy with Europe today can vote for the European Constitution.
I still find it strange that some people oppose the European Constitution. Of course, they have other reasons for this. However, I can hardly imagine that one of the existing treaty texts for the European Union, such as the Treaty of Rome, the Act of Unity, later supplemented with the Treaty of Maastricht, the Treaty of Amsterdam and the Treaty of Nice, says that they are fine, ready, clear and transparent, while a cat does not find its boy in them.
I can hardly explain to people that in the European Union there are two communities that have legal personality, that there is another entity, the Union, which does not have it, that there are two communities that use the community method and that there are two pillars that work intergovernmentally. I can hardly understand that.
I can hardly understand that people say that inserting the Charter in the Constitution is not a good thing. Do you think that enforcing rights for European citizens is not a good thing? It seems to me a good thing that we give in the Constitution a number of rights to European citizens, which are also enforceable for them.
Those who oppose the Constitution at the same time say that Europe is better not to be too solidary. After all, it is obvious that, when we approve the Constitution, there is a text that contains more solidarity than the existing treaties and is a bit more social. Jacques Delors, when he was confronted with the observation that the word "competition" appeared twenty-seven times in the text, in order to shake him in the shoes so that it would be a liberal project - which of course may be - replicated that the word "social" appeared eighty-nine times in the text. Probably he had it counted. You will not hear me say that this is sufficient evidence, but I think everyone agrees that the text of the Constitution provides for more solidarity among the citizens of the European Union.
The text of the European Constitution also ensures that police services can better cooperate, that free movement of persons is accompanied, not with less security, but with more security. Some may not like this, but we are in favour of it.
Those who say no to the text of the European Constitution are also clearly saying no to more democracy in Europe, who say no to more transparency in Europe, and who say no to more efficiency in Europe. These are, however, the core concepts of the Laken summit.
We are very pleased with the European Constitution. We are especially pleased because we know that four years ago in Laken by our Prime Minister through the four question packages and core concepts the beacons were laid out for the convention, later the IGC, and the text that precedes today.
I would like to decide to make one comment. Ratification in the various Member States must be completed before the end of next year. We can assume that there will be another referendum in Britain somewhere in the course of next year, whatever the outcome may be. I have already said that, in my opinion, this is not a constitution for fifty years and that there is not enough flexibility and too much rigidity in the entire ratification process. It would have been better if, especially in terms of policy, the third part, smoother adjustments would have been possible with special majorities, for which several proposals have been made.
Mr. Prime Minister, I know that the moment may not have yet come, but I think, somewhere in the course of next year, if that text is ratified in most Member States, that we should still explore the possibilities of enhanced cooperation. Many, like me, will find that very important, especially as there are soon twenty-eight and even more Member States in the Union. The classic is that this reinforced cooperation must take place, as provided in the Constitution, within the Constitution. This does not need to provide a problem. But it is also my personal conviction, if in practice it is made impossible by a number of Member States — which may, based on the text of the Constitution — that we must examine with a number of Member States, preferably starting from the founding Member States of the European Union, whether we also have no possibilities for closer cooperation outside the European Constitution.
Mr. Speaker, I am going around. We should not limit this to the six founding Member States of the Union, but we should also involve a Member State such as Britain in this closer cooperation. It can be argued that Britain is not currently part of the Monetary Union. That is correct. The great sensitivity of Britain is mainly related to the outlook of the pound sterling and less to the fastening of the parity of the pound to the euro. Monetary-technically this, in my opinion, can be perfectly solved. On the one hand, one can keep an eye on and leave room for that British sensitivity, on the other hand, the six Member States must make efforts to strengthen cooperation with other Member States, but also with Britain.
Mr. Prime Minister, it will not surprise you that the VLD will approve this bill with conviction.
#8
Official text
Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le secrétaire d'Etat, chers collègues, notre débat d'aujourd'hui revêt une importance toute particulière. Je me réjouis d'ailleurs que l'on ait réservé à la séance plénière de ce jeudi aprèsmidi le principal de nos discussions. C'est sans doute la meilleure façon de souligner l'importance de notre démarche. Mais c'est aussi la meilleure façon d'organiser pour l'ensemble de la population une vraie pédagogie sur l'enjeu européen, d'être clair et précis sur nos engagements.
Je vois trois raisons à l'importance de nos débats.
1. Le texte du traité constitutionnel lui-même et ce qu'il engage.
2. L'ambiguïté de certaines prises de positions publiques en faveur du "oui" ou du "non". Une ambiguïté que l'on peut critiquer, mais qu'il faut constater et dont il faut absolument comprendre les causes, afin de rencontrer les vraies questions que soulèvent, parfois inconsciemment, les partisans du non.
3. Sans doute une des causes de la méfiance que le traité suscite chez certains, c'est ce fameux déficit démocratique dont on parle beaucoup et que l'on rencontre peu, dont la pire expression est ce sentiment de plus en plus partagé, vrai ou faux, de subir l'Europe plutôt que de la construire, et d'y perdre des plumes.
Pour répondre à ces trois raisons, il ne s'agit pas d'être long, mais d'essayer d'être clair, politiquement clair. Il s'agira pour moi de dire pourquoi un homme de gauche, un groupe parlementaire de gauche, un parti de gauche, le mien, soutiennent fermement l'adoption de cette Constitution pour l'Europe au nom d'un projet politique de gauche, d'un projet politique social.
Sur le texte de la Constitution lui-même, je serai bref car notre collègue, Camille Dieu, s'exprimera tout à l'heure au nom de mon groupe et dira les perspectives qu'il peut ouvrir.
Mais d'abord, soyons francs: oui, ce texte est imparfait. Oui, il présente des insuffisances. Oui, nous avons revendiqué plus et espéré mieux.
Maintenant que nous sommes saisis du résultat de longues discussions, de longues négociations, de laborieux compromis, qu'en penser? A mon sens ceci: il faut avancer et avancer sans tricher sur l'enjeu. Les avancées, pour petites qu'elles soient, vont dans le bon sens.
Quelques considérations à cet égard.
L'affirmation symbolique que les fondements juridiques de l'Union européenne constituent désormais une Constitution est particulièrement impressionnant. C'est la consécration de la volonté de construire un projet commun, quelle que soit son imperfection actuelle. L'on ne superpose plus des traités. Désormais, on fonde l'Europe comme véritable entité politique indivisible.
Sur le contenu, on sait que le texte est en grande partie la codification des traités antérieurs. Il est alors incohérent de vouloir solder 50 années d'efforts et de luttes, en dénonçant violemment aujourd'hui ce que l'on a au minimum toléré hier. Ceux qui dénoncent l'Europe des marchands, consacrée par une constitution de commerçants nient avec cet argument la réalité de la construction européenne. C'est par là que l'on a commencé, par l'échange économique et la libre concurrence. Voyons où l'on en est aujourd'hui, constatons les avancées sociales, saluons les résultats obtenus et ayons l'audace de continuer à nous battre pour plus d'Europe, pour une meilleure Europe.
Dire non aujourd'hui à une avancée nette, même insatisfaisante, c'est renoncer à se battre, c'est affirmer son impuissance. En réalité, cela revient à croire et à faire croire que l'on pourrait résumer l'avenir heureux de l'Union européenne et de ses citoyens en un texte et se satisfaire du résultat pour les temps futurs. A contrario, puisque le texte est critiquable ou imparfait, suivant cette logique, l'avenir sera forcément horrible. Nous faisons tous ici de la politique et nous savons que cette appréciation est mensongère. En fait, elle est totalitaire parce qu'elle réduit la construction du monde à la société des bons et à celle des mauvais.
Mais un projet politique est un combat permanent, un chemin que l'on trace autant qu'on le parcourt. Rien dans le texte ni dans le dispositif de la Constitution ne contrarie un projet européen plus social, plus égalitaire. Rien n'empêche de refuser la directive sur les services. Rien n'empêcherait d'orienter autrement la libéralisation que l'on connaît. C'est là le véritable combat. C'est pour cela qu'il faut se battre. Refuser cette Constitution, c'est renoncer à ce combat et consacrer une Europe qui nous satisfait peu et que l'on peut changer demain.
Pour être plus clair encore, dire non aujourd'hui consacrerait l'Europe des marchands. Nous savons tous ici que vouloir renégocier un acquis, c'est s'engager à le perdre. Réclamer davantage, avancer, c'est au contraire continuer à affirmer une présence, une importance. C'est forcer le compromis nouveau, celui que nous devons déjà revendiquer aujourd'hui, vers lequel nous devons avancer. Cela étant dit, je crois aussi que les nombreuses critiques adressées à cette Constitution qui n'est qu'une étape et pas un aboutissement, traduisent un véritable malaise. C'est là sans doute le véritable enjeu dont nous sommes saisis et nous portons probablement une part de responsabilité à cet égard.
Et, partant, elle ne nous a pas fort intéressés. Or, l'Europe est politique. Les directives peuvent être critiquables car elles ne sont pas la continuation incontestable des traités. Elles sont faites de choix et d'orientations et elles peuvent donc être combattues.
Il faut donc s'y intéresser et en parler sans cesse. Il faut donc, d'ici, du coeur des Etats, de toutes les institutions démocratiques, dans les communes, dans les parlements, parler de l'Europe, imaginer l'Europe, critiquer l'Europe et faire savoir à l'Europe que l'on parle d'elle et ce que l'on veut qu'elle devienne.
Je ne reviendrai pas sur nos précédents débats à propos d'une consultation populaire, l'affaire est close. Mais elle n'était pas non plus une réponse à l'exigence d'une évaluation et d'un débat permanent sur le projet européen. En nous saisissant des critiques que suscite la Constitution dont nous débattons, et donc en nous prononçant sur cette Constitution, nous ne pouvons faire l'impasse sur l'enjeu démocratique et politique que j'ai rappelé. Sinon, nous conduirons toute la construction européenne à l'échec.
A cet égard, je voudrais faire une proposition à cette assemblée. Je déposerai, comme une ouverture, une suggestion, une proposition de réponse à ce que je dénonce et que nous dénonçons tous sans doute, une proposition de Règlement de la Chambre visant à organiser au sein du Parlement deux consultations annuelles de la population, au printemps et en automne, sur les enjeux et l'état de la construction européenne.
Il s'agit d'organiser de véritables débats pour sommer ceux qui négocient et transigent ailleurs d'entendre et de comprendre les citoyens du monde qu'ils construisent. Il s'agit de remettre la citoyenneté et la politique au coeur du projet européen, ce projet sur lequel nous savons que nous avons un pouvoir — voyez ce qui s'est passé récemment avec la directive sur les services — même si, par paresse ou par indifférence, nous avons feint d'oublier ou oublié d'exercer ce pouvoir.
Je voudrais donc déposer cette proposition que j'expose ainsi sommairement mais aussi la partager et en faire une démarche commune. Je la soumets donc à l'ensemble des groupes des formations politiques démocratiques en proposant à leurs présidents — et j'ai déjà reçu des signes positifs — de nous concerter rapidement pour essayer de nous accorder sur un texte commun, pour le déposer et le défendre ensemble.
Je veux, par là, être concret autour d'un vrai problème, qui est posé politiquement aujourd'hui, en même temps et avec la même importance que la question de notre assentiment au traité constitutionnel.
Je veux dire par là que le "oui" qu'exprimera mon groupe n'est pas qu'un entérinement passif. Il affirme pour l'avenir une véritable démarche politique et un engagement actif à poursuivre un combat qui est loin d'être terminé.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, Mr. Secretary of State, dear colleagues, our debate today is of particular importance. I am delighted that we have reserved for the plenary session of this Thursday afternoon the main of our discussions. This is probably the best way to emphasize the importance of our approach. But it is also the best way to organize for the whole population a true pedagogy on the European issue, to be clear and precise about our commitments.
I see three reasons for the importance of our discussions.
1 of 1. The text of the constitutional treaty itself and what it commits.
2 of 2. The ambiguity of certain public positions in favor of “yes” or “no”. An ambiguity that can be criticized, but which must be observed and whose causes must absolutely be understood, in order to meet the true questions raised, sometimes unconsciously, by the supporters of the no.
3 of 3. Probably one of the causes of the distrust that the treaty arouses in some, is this famous democratic deficit of which we talk a lot and meet a little, whose worst expression is this feeling of increasingly shared, true or false, of suffering Europe rather than building it, and of losing feathers there.
To answer these three reasons, it’s not about being long, but trying to be clear, politically clear. It will be for me to say why a left-wing man, a left-wing parliamentary group, a left-wing party, my own, firmly support the adoption of this Constitution for Europe in the name of a left-wing political project, a social political project.
On the text of the Constitution itself, I will be brief because our colleague, Camille Dieu, will speak soon on behalf of my group and will say the prospects that it can open.
But first, let’s be honest: yes, this text is imperfect. Yes, it has insufficiencies. We demanded more and hoped for better.
Now that we are captured by the outcome of long discussions, long negotiations, laborious compromise, what to think about it? In my opinion this is: we must move forward and move forward without cheating on the challenge. The progress, however small it may be, is going in the right direction.
A few considerations in this regard.
The symbolic assertion that the legal foundations of the European Union are now a Constitution is ⁇ impressive. It is the consecration of the will to build a common project, whatever its current imperfection. Treaties are no longer covered. Europe is now founded as a true indivisible political entity.
On the content, it is known that the text is largely the codification of previous treaties. It is then inconsistent to want to solve 50 years of effort and struggle, violently denouncing today what was at least tolerated yesterday. Those who denounce the Europe of merchants, consecrated by a constitution of merchants, deny with this argument the reality of the European construction. This is where we started, with economic trade and free competition. Let us see where we are today, let us see the social advances, welcome the results achieved and have the courage to continue to fight for more Europe, for a better Europe.
To say no today to a clear progress, even unsatisfactory, is to give up fighting, is to affirm its powerlessness. In reality, this is like believing and making believing that one could summarize the happy future of the European Union and its citizens in a single text and be satisfied with the outcome for future times. On the contrary, since the text is critical or imperfect, according to this logic, the future will necessarily be horrible. We all do politics here and we know that this appreciation is false. In fact, it is totalitarian because it reduces the construction of the world to the society of the good and the bad.
But a political project is a constant struggle, a path that is traced as much as it is travelled. Nothing in the text or in the dispositif of the Constitution contradicts a more social, more equal European project. Nothing prevents the rejection of the Service Directive. Nothing would prevent a different orientation of the liberalization as we know it. This is the real fight. That is why we have to fight. To reject this Constitution is to renounce this struggle and dedicate a Europe that satisfies us little and that can be changed tomorrow.
To be even clearer, to say no today would devote Europe to merchants. We all know here that to want to renegotiate an achievement is to commit to losing it. To demand more, to move forward, is, on the contrary, to continue to affirm a presence, an importance. It is forcing the new compromise, the one we must already claim today, towards which we must move forward. That being said, I also believe that the many criticisms addressed to this Constitution, which is only a stage and not an accomplishment, reflect a real discomfort. This is probably the real issue we are facing and we probably have some responsibility in this regard.
As a result, we were not very interested in it. Europe is political. Directives can be criticized because they are not the undeniable continuation of the Treaties. They are made of choices and directions and can therefore be fought.
We need to talk about it and talk about it constantly. It is therefore necessary, from here, from the heart of the states, from all democratic institutions, in the communes, in the parliaments, to speak of Europe, to imagine Europe, to criticize Europe and to make known to Europe that it is spoken of and what one wants it to become.
I will not return to our previous debates about a popular consultation, the case is closed. But it was also not a response to the requirement for an evaluation and a continuous debate on the European project. By grasping the criticisms of the Constitution we are debating, and therefore by pronouncing ourselves on this Constitution, we cannot make the impasse on the democratic and political issue that I have recalled. Otherwise, we will lead the entire European construction to failure.
In this regard, I would like to make a proposal to this Assembly. I will submit, as an opening, a suggestion, a proposal for a response to what I denounce and which we all undoubtedly denounce, a proposal for the Rules of the Chamber aimed at organizing within the Parliament two annual public consultations, in spring and in autumn, on the issues and the state of European construction.
It is about organizing real debates to help those who negotiate and transact elsewhere to hear and understand the citizens of the world they are building. It is about putting citizenship and politics back at the heart of the European project, this project over which we know we have a power — see what happened recently with the Services Directive — even if, by laziness or indifference, we have pretended to forget or forget to exercise that power.
I would therefore like to submit this proposal, which I summarize thus, but also share it and make it a common approach. I therefore submit it to all the groups of the democratic political formations by proposing to their presidents — and I have already received positive signs — to consult with us quickly in order to try to agree on a common text, to deposit and defend it together.
I want, in this way, to be concrete around a real problem, which is posed politically today, at the same time and with the same importance as the question of our consent to the constitutional treaty.
I mean by this that the “yes” that my group will express is not just a passive confirmation. It affirms for the future a real political approach and an active commitment to continue a struggle that is far from over.
#9
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de staatssecretaris, collega's, vandaag mogen wij ons — opnieuw, zou ik zeggen — buigen over een belangrijke tekst over de Europese integratie. Mijn fractie zal dit goedkeuren. Eerst wil ik echter even blijven stilstaan bij het neekamp, bij het kamp van de tegenstanders. Het valt op dat er groepen zijn die nee stemmen omdat ze vinden dat de Grondwet te ver gaat, te ver de richting van de Europese integratie opgaat. Die groepen vindt men meestal langs de rechterkant. Het zijn chauvinistische, conservatieve groepen. Men vindt ze ook bij de bloed-en-bodemnationalisten. Wij moeten niet veel woorden vuilmaken aan dat gedeelte van het nee-kamp. Ik zal dat in elk geval niet doen. Zij zijn immers bezig met de retrograde beweging van Europa. Mijn fractie wil een open Europa. Ik wil dat mijn kinderen leven in een Europese samenleving die openstaat voor de wereld en die vertrekt van het idee dat de wereld hun dorp is. Dat gedeelte van het nee-kamp is op voorhand verloren.
Als ik mezelf omschrijf, dan ben ik een federalist en een links politicus. Ik zie in het nee-kamp ook veel mensen die federalist en links zijn en die tegen de Europese Grondwet pleiten omdat ze vinden dat deze niet ver genoeg gaat. Ik richt mij tot hen als ik zeg dat ze een grote vergissing maken om te denken dat wij meer Europa krijgen door neen te zeggen tegen deze Grondwet.
Integendeel, ik vrees dat neen zeggen tegen deze Grondwet betekent dat wij een terugval krijgen in Europa, dat het veel moeilijker zal zijn en vele jaren zal duren eer wij opnieuw de kans zullen krijgen om te stemmen over een tekst waarmee vijfentwintig en binnenkort misschien zevenentwintig landen akkoord zouden gaan.
Ik wil aan mijn linkse vrienden ook vragen of ze nu werkelijk denken dat wij de uitdaging die de globalisering ons stelt, beter aankunnen met een Europa dat is blijven stilstaan bij het Verdrag van Nice of met een Europa dat kan genieten van de vooruitgang die de Europese Grondwet inhoudt.
Ik ben van het laatste overtuigd. Onze fractie zal ja stemmen. Eerst en vooral omdat wij de vooruitgang die de Grondwetinhoudt, willen meenemen. Er is vooruitgang op verschillende domeinen. Ik meen, om te beginnen, dat wij een democratischer Europa zullen krijgen, omdat het tot stand gekomen is via de formule van de conventie. Vroeger kwamen de teksten tot stand in diplomatieke salons en werden ze nadien aan het Parlement voorgelegd. Nu waren heel wat leden van het Europees Parlement en van de nationale parlementen betrokken bij de voorbereiding van deze tekst.
Wij zullen een democratischer Europa krijgen, omdat het Europees Parlement veel meer bevoegdheden krijgt, ook op het langzaamaan belangrijker wordend domein van binnenlandse zaken en justitie, naast vele andere zaken, ook wat betreft de landbouwbegroting, een van de grote potten uit het Europese budget. Wij zullen een democratischer Europa krijgen, omdat — het werd al gezegd — de nationale parlementen nauwer betrokken zullen worden bij de Europese besluitvorming. Wij zullen een democratischer Europa krijgen, omdat het mogelijk zal worden om via een volksinitiatief de Commissie te verplichten om Europese besluitvorming op te starten.
Als links politicus is het voor mij ook belangrijk om de vooruitgang die de Grondwet geeft op sociaal vlak, mee te nemen. Wij zullen betere kaarten hebben om te komen tot het sociale Europa dat ik wens, want er komt een sociale horizontale clausule en omdat het mogelijk zal worden om alle bepalingen van het charter van de fundamentele rechten, juridisch af te dwingen. Dat is niet min. Het betekent dat elke werknemer in Europa voor een rechtbank zijn recht op informatie en consultatie, op collectieve acties en op bescherming tegen onrechtmatig ontslag, via een rechtbank zal kunnen afdwingen. Een socialer Europa, een veel sterkere sociale dialoog en een beter omschreven rol van de sociale partners, dat wil ik allemaal meenemen.
Dankzij deze Grondwet zullen wij nog een derde vooruitgang krijgen. Stel u even voor — het werd ook al door andere collega's gezegd — dat wij de uitbreiding waartoe werd beslist, proberen te beheersen met een Europa dat is blijven stilstaan bij het Verdrag van Nice. Het zal nooit lukken, als wij slechts over dat instrument beschikken. De uitbreiding is en blijft een van de grootste politieke uitdagingen in Europa en dat moet lukken.
Wat ik via deze Grondwet ook wil meenemen, nog een reden om positief te stemmen, is de uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese Unie op het vlak van het buitenlands beleid, het veiligheidsbeleid en zelfs, aarzelend, het defensiebeleid.
Is er iemand die denkt dat door gescheiden te blijven van elkaar we meer gaan wegen op de loop der dingen in de wereld? Het is toch maar door het samenleggen van onze gewichten en gewichtjes van de vijfentwintig lidstaten dat we een bundeling gaan krijgen van onze kracht en onze invloed op de loop der dingen. Dit zijn dus allemaal redenen om ja te stemmen voor die Grondwet.
Ons ja zal echter ook ten tweede een kritisch ja zijn. Dit is niet perfect. Integendeel, als federalist, als socialist heb ik veel aan te merken op de teksten die hier voorliggen. Als federalist ben ik beducht voor de te grote Europese Commissie. Ik ben beducht voor de rol van de nieuwe voorzitter van de Raad. Ik vrees dat we de weg opgaan van of dat we stappen gezet hebben in de richting van het intergouvernementele. Als federalist ben ik altijd geweest voor en blijf ik voor een sterke rol van de Commissie. Als socialist betreur ik dat de fiscaliteit nog altijd een no go area blijft, dat de unanimiteit vereist blijft. Dit betreur ik ten zeerste. Het ja dat we gaan geven omwille van de vooruitgang die erin zit is dus ook een kritisch ja. Er is veel te weinig dat nog kan beslist worden bij meerderheidsbeslissing. Teveel unanimiteit zit daarin.
Een derde ja dat we geven is een strijdbaar ja. Ik zeg tegen mijn linkse vrienden die tegen een Europese Grondwet pleiten dat de samenleving die onze kinderen zullen kennen, de Europese samenleving, bepaald zal worden door de krachtverhoudingen tussen links en rechts in Europa. En ja, ik zeg tegen mijn linkse vrienden dat wij niet sterk staan in Europa. Wij zijn een minderheid in het Europese Parlement. En ja, ik stel vast dat rechts heel sterk staat en ik stel vast dat rechts op een ongebreidelde manier de markt en het concurrentiedenken wil doorvoeren. Maar ik zeg tegen mijn linkse vrienden ook dat wij niet machteloos staan. Wij kunnen de zaken keren, we hebben ze zelfs al kunnen keren. Rocco Butiglioni hebben we gekeerd. De Bolkestein-richtlijn hebben we gekeerd. De havenrichtlijn hebben we gekeerd. Vanuit die niet al te sterke positie hebben we zaken kunnen keren. Maar ook in die Grondwet die we zullen goedkeuren zitten elementen die ons toelaten om offensief te zijn. Neem het volksinitiatief. De Europese socialisten zullen, als de Grondwet goedgekeurd is, onmiddellijk starten met een actie gebaseerd op het volksinitiatief.
Wij gaan proberen in Europa een miljoen handtekeningen te verzamelen. Daarmee gaan we de Commissie verplichten een actie te starten voor het gewaarborgd inkomen, het minimuminkomen voor elke Europeaan. Ik ben benieuwd welke regering, zelfs van rechtse signatuur, zich zal kunnen verzetten tegen de eigen publieke opinie als wij, socialisten, in Europa met dergelijk strijdpunt komen. Het Europa waar wij van dromen is een Europa waar het goed is om leven voor alle mensen, de zwaksten eerst. Wij zullen dit realiseren.
Onze fractie zal dus een strijdbare ja-stem uitbrengen. De dag na de goedkeuring van dit verdrag, van deze Europese Grondwet, zullen wij, socialisten, ijveren voor een ander Europa. Ons voorbeeld is dat van Mitterrand en van Delors. Als ik goed heb geluisterd naar collega's Van Rompuy en Pinxten, dan denk ik dat wij elkaar kunnen vinden op het vlak van het institutionele kader waartoe wij willen komen. Ik stel voor dat we de handen in elkaar slaan. Wij, Vlaamse socialisten, zijn voorstanders van het Europa van de concentrische cirkels. De binnenste cirkel, de kern, het open kern-Europa in de eurozone. De tweede cirkel: de Europese Unie met de interne markt voor de landen die alsnog niet willen meegaan. De derde cirkel: onze buurlanden en de sterke partenariaatakkoorden die wij zullen sluiten. Ik meen dat bij de democratische partijen in dit Parlement hierover eensgezindheid te vinden is. Als wij mekaar daar vinden, dan hebben we een stap gezet.
Ik wil nu al zeggen dat met de christen-democraten op verschillende punten, met de liberalen op andere punten, u ons zult vinden in een strijd in het kern-Europa om te beginnen, voor een volle bevoegdheid van Europa op het sociale, op het ecologische, op het economische en ook op het fiscale vlak. We gaan het soort samenleving die wij, socialisten, voorstaan, in Europa slechts kunnen behouden als wij een politieke tegenmacht creëren tegen de gevolgen van de globalisering.
Wij zullen een strijdbare ja-stem uitbrengen voor deze Grondwet, maar ook voor de strijd daarna. Waar we samen met u kunnen optreden, zullen we dat doen. Op andere punten zullen we er een andere politieke mening op nahouden en zullen we u, waar nodig, hier en in het Europees Parlement, bevechten. Tot mijn spijt heb ik vastgesteld dat op verschillende van voor mijn fractie essentiële punten, de EVP een te rechtse lijn volgt en dat liberale partijen te groot zijn in hun verzet tegen een opening van bevoegdheden van de Europese Unie inzake fiscaliteit. Op die punten zullen we het dus met mekaar niet eens zijn. Op het institutionele vlak wil ik met u samenwerken.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, Mr. Secretary of State, colleagues, today we can — again, I would say — bow over an important text on European integration. My group will approve this. First, however, I would like to stop for a moment at the neekamp, at the camp of the opponents. It turns out that there are groups that vote no because they think the Constitution is going too far, too far in the direction of European integration. These groups are usually found on the right side. They are chauvinist, conservative groups. They are also found among the blood-and-soil nationalists. We shouldn’t waste a lot of words on that part of the no-camp. I will not do that in any case. They are involved in the retrograde movement of Europe. We want an open Europe. I want my children to live in a European society that is open to the world and that goes away from the idea that the world is their village. That part of the no-camp has been lost in advance.
If I describe myself, I am a federalist and a leftist politician. I also see in the no-camp a lot of people who are federalist and left-wing and who advocate against the European Constitution because they think it is not going far enough. I address them when I say that they make a big mistake in thinking that we will have more Europe by saying no to this Constitution.
On the contrary, I fear that saying no to this Constitution means that we will have a recession in Europe, that it will be much more difficult and will take many years before we will again have the chance to vote on a text to which twenty-five and soon ⁇ twenty-seven countries would agree.
I would also like to ask my left-wing friends whether they really think that we can better cope with the challenge posed by globalization with a Europe that has continued to stick to the Treaty of Nice or with a Europe that can enjoy the progress contained in the European Constitution.
I am convinced of the latter. Our group will vote. First and foremost, because we want to bring the progress that the Constitution contains. There is progress in various areas. I think, first of all, that we will have a more democratic Europe, because it has been made through the formula of the Convention. Previously, the texts were drawn up in diplomatic salons and subsequently presented to Parliament. Now many members of the European Parliament and national parliaments have been involved in the preparation of this text.
We will have a more democratic Europe as the European Parliament gets much more powers, including in the gradually becoming more important area of domestic affairs and justice, among many other matters, including in the agricultural budget, one of the major pots from the European budget. We will have a more democratic Europe because – as it has already been said – the national parliaments will be more closely involved in European decision-making. We will have a more democratic Europe because it will be possible to oblige the Commission, through a popular initiative, to launch European decision-making.
As a left-wing politician, it is also important for me to take the progress that the Constitution gives on the social level. We will have better maps to get to the social Europe that I want, because there will be a social horizontal clause and because it will be possible to enforce all provisions of the Charter of Fundamental Rights, legally. That is not mine. It means that every employee in Europe will be able to enforce their right to information and consultation, to collective action and to protection against unlawful dismissal, through a court. A more social Europe, a much stronger social dialogue and a better defined role of the social partners, I would like to all take that into account.
Thanks to this Constitution, we will have a third progress. Imagine — it has already been said by other colleagues — that we are trying to control the enlargement to which it was decided, with a Europe that has continued to stick to the Treaty of Nice. It will never succeed if we only have that instrument. Enlargement is and remains one of the biggest political challenges in Europe and it must succeed.
What I want to bring through this Constitution, another reason to vote in favour, is the expansion of the powers of the European Union in the field of foreign policy, security policy and even, hesitantly, defence policy.
Is there anyone who thinks that by staying separate from each other we are going to weigh more on the course of things in the world? It is only by bringing together our weights and the weights of the twenty-five Member States that we will be able to bring together our strength and our influence on the course of things. These are all reasons for voting in favour of this Constitution.
However, our yes will also be a critical yes. This is not perfect. On the contrary, as a federalist, as a socialist, I have a lot to note in the texts that are here. As a federalist, I am disgraced by the too big European Commission. I am surprised by the role of the new President of the Council. I am afraid that we are taking the path from or that we have taken steps towards intergovernmental. As a federalist, I have always been and will remain in favour of a strong role of the Commission. As a socialist, I regret that taxation still remains a no-go area, that unanimity remains required. I deeply regret this. The yes that we are going to give for the sake of the progress that is in it is therefore also a critical yes. There is too little that can still be decided by a majority decision. There is too much unanimity in this.
A third yes that we give is a combatable yes. I say to my left-wing friends who advocate against a European Constitution that the society that our children will know, the European society, will be determined by the power ratio between left and right in Europe. And yes, I say to my left-wing friends that we are not strong in Europe. We are a minority in the European Parliament. And yes, I note that the right is very strong and I note that the right wants to carry through the market and the competitive mindset in an unrestricted way. But I also tell my left-wing friends that we are not powerless. We can reverse things, we can even reverse them. Rocco Butiglioni is back. We have reversed the Bolkestein Directive. The Port Directive is reversed. From that not too strong position, we could turn things around. But also in that Constitution we will approve there are elements that allow us to be offensive. Take the people’s initiative. Once the Constitution is approved, the European Socialists will immediately start an action based on the people’s initiative.
We will try to gather a million signatures in Europe. This will require the Commission to launch an action for the guaranteed income, the minimum income for every European. I am curious which government, even of right-wing signature, will be able to oppose its own public opinion if we, socialists, in Europe come up with such a battle point. The Europe we dream of is a Europe where it is good to live for all people, the weakest first. We will realize this. Their
Our group will therefore deliver a fighting yes-vote. The day after the adoption of this treaty, of this European Constitution, we, socialists, will strive for a different Europe. Our example is that of Mitterrand and Delors. If I have listened carefully to colleagues Van Rompuy and Pinxten, then I think we can find each other on the level of the institutional framework we want to reach. I suggest that we put our hands together. We, Flemish socialists, are supporters of the Europe of the Concentric Circles. The inner circle, the core, the open core Europe in the eurozone. The second circle: the European Union with the single market for the countries that are not yet willing to join. The third circle: our neighbors and the strong partnership agreements we will conclude. I think there is consensus among the democratic parties in this Parliament. If we find each other there, then we have taken a step.
I want to say now that with the Christian Democrats on different points, with the Liberals on other points, you will find us in a struggle in the core of Europe to start, for a full competence of Europe on the social, ecological, economic and also on the fiscal level. We will be able to maintain the kind of society that we, socialists, advocate in Europe only if we create a political counter-force against the effects of globalization.
We will vote for this Constitution, but also for the struggle thereafter. Where we can act together with you, we will do it. On other points, we will introduce a different political view and we will fight you, where necessary, here and in the European Parliament. To my regret, I have found that, on several of the key points for my group, the EPP is too right-wing and that liberal parties are too large in their opposition to an opening of the European Union’s powers in fiscal matters. We will not agree on these points. On the institutional level, I would like to work with you.
#10
Official text
Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mes chers collègues, vous ne vous étonnerez pas si j'introduis mon propos en rappelant combien nous sommes déçus que les Belges soient en quelque sorte orphelins d'un débat en profondeur sur la Constitution européenne et sur le traité constitutionnel. Les francophones ont, bien entendu, la télévision française, les néerlandophones, la télévision hollandaise pour suivre les débats qui se passent dans ces deux pays et qui sont des débats vigoureux sur la notion d'Europe.
J'ai été quelque peu sidéré d'entendre que plus un sujet a de l'importance, moins le peuple a le droit de se prononcer à son sujet. C'est ce que j'ai cru comprendre dans l'intervention de M. Van Rompuy. Et plus un sujet est important, moins il faut donner la parole au peuple. C'est une conception de la démocratie qui m'apparaît quelque peu contestable.
Par ailleurs, je voudrais dire à mon collègue Thierry Giet qu'en matière de consultation, il n'y a, hélas, pas de session de rattrapage. Vous êtes passé à côté de la consultation populaire que l'on vous a proposée, il y a quelques mois, et aujourd'hui vous nous proposez de consulter, après coup, non pas tout le monde mais quelques privilégiés qui feraient partie de cénacles défendant des intérêts particuliers ou collectifs. Cela me semble une méthode, elle aussi, largement contestable. J'aurais préféré que l'on débatte, très clairement, des enjeux avant de passer au vote.
Aujourd'hui, on crie gare sur ce qui se passe en France et aux PaysBas. En effet, le peuple pourrait voter "non". Certes, le peuple pourrait voter "non"! Et alors, faut-il supprimer les élections une fois que l'on est au pouvoir? Je peux vous assurer que la majorité actuelle n'a pas l'intention de supprimer les élections. Vous voilà rassuré sur ce point, je l'espère. Mais il me semble que tous les arguments utilisés pour contourner ou contester l'utilité d'une consultation sur un enjeu tel que celui-là me paraissent tous plus spécieux les uns que les autres.
Le traité constitutionnel dont nous débattons aujourd'hui réunit, en un seul texte, - je crois que M. Giet y a fait référence - 50 ans d'histoire de la construction européenne. A cet égard, nous sommes d'accord, car la chronologie ne peut pas nous départager et 50 ans d'histoire de la construction européenne, c'est important. Le traité constitutionnel définit des principes généraux et des valeurs fondatrices d'un projet politique. Il précise des organes, les compétences de ces organes et cela aussi est particulièrement important.
J'aurais tendance à dire, sans que cela soit péjoratif, qu'il n'est que cela, mais qu'il est tout cela!
Je veux dire par là que ce débat est parfois parasité par toutes sortes de thèmes ou de sujets qui n'ont rien à voir avec le traité constitutionnel. Je pense à l'adhésion éventuelle de la Turquie, à la directive Bolkestein, au débat sur les délocalisations ou sur la mondialisation. Tout cela n'a rien à voir avec le traité constitutionnel en tant que tel même si, évidemment, dans le cadre du futur de l'Europe, nous devrons aborder tous ces sujets. Mais, pratiquement, ils n'interfèrent pas avec la position que l'on peut adopter sur le traité constitutionnel.
Une série de contre-vérités et d'inexactitudes ont été, c'est vrai, proférées par les uns et les autres dans le cadre des débats qui ont pu avoir lieu dans certains pays. Je pense notamment à la France où l'on a parfois assisté à des situations totalement sidérantes. Je ne prendrai qu'un seul exemple, celui de M. Henri Emmanuelli, ce grand penseur socialiste français, dont la déclaration se situe certainement à la première place dans le top 10 des inepties. Selon lui, le fait que le traité constitutionnel consacre le droit à la vie induirait que toutes les législations permettant l'interruption volontaire de grossesse seraient anticonstitutionnelles sur le plan européen. Il omet évidemment de préciser que ce droit à la vie concerne avant tout l'abolition de la peine de mort, comme précisé dans le texte de la Constitution. Dans ces débats, certains n'hésitent pas à utiliser des arguments incohérents.
Je sais qu'il est devenu très tendance de dénigrer l'oeuvre communautaire, l'oeuvre européenne, de faire de l'Europe un bouc émissaire. Tout ce qui ne va pas bien, "c'est la faute à l'Europe". On dit même parfois, "c'est la faute à Bruxelles", ce qui est encore plus simple, surtout dans d'autres pays. Chaque fois qu'une décision difficile doit être prise, "c'est à cause de l'Europe". Chaque fois que quelque chose ne va pas trop bien, "c'est sans doute la faute de l'Europe", etc.
Nous sommes — il faut l'avouer -, nous, hommes politiques, en partie responsables de cette situation. En effet, nous créons dans la population le sentiment selon lequel il faut être favorable à l'Europe, mais en tout cas pas à celle-là. Mais qu'est-ce que cela veut dire? En fait, que voulons-nous comme Europe? Telle est sans doute la véritable question. Nous voulons, me semble-t-il, une Europe de paix, une Europe pacifiée. Je pense qu'il y a un large consensus à ce sujet, et c'est heureux. Nous voulons une Europe qui garantisse la et les libertés. Nous voulons une Europe qui donne toute sa place à la démocratie, à la justice, une Europe solidaire et prospère.
Bref, même si nous ne le disons pas toujours, nous voulons une Europe libérale au sens propre du terme.
Voilà donc aujourd'hui l'occasion d'évaluer le chemin parcouru et de considérer le traité constitutionnel en termes de plus-value: qu'apporte-t-il en plus? C'est bien la question.
J'aime à rappeler cette phrase de Victor Hugo qui, en 1849 déjà, au Congrès de la paix, disait en grand libéral qu'il était, en homme ouvert, plein d'idées et d'esprit: "Un jour viendra où il n'y aura plus d'autres champs de bataille que les marchés s'ouvrant au commerce et les esprits s'ouvrant aux idées". C'est magnifique!
Il est vrai que l'Europe est le continent de Verdun, le continent d'Auschwitz, le continent des goulags communistes. Comme le dit Jeremy Rifkin, c'est "un ensemble politique né d'un rêve de paix". A coup sûr, c'est la paix; je l'ai dit. Mais c'est aussi la liberté. En effet, huit pays venant de l'Est nous ont rejoints récemment, mais aussi d'autres pays comme l'Espagne, la Grèce, le Portugal connaissaient des dictatures communistes ou fascistes. L'Europe que nous voulons est bien aux antipodes à la fois du fascisme et du communisme.
Ce n'est d'ailleurs pas un hasard si, dans la coalition des "archaïques" du non, en France, cette coalition réunit à la fois l'extrême droite et l'extrême gauche, dans un curieux compagnonnage.
J'aime aussi le propos du sociologue Philippe d'Iribarne qui a écrit un ouvrage intitulé "Trois figures de la liberté". Il y explique combien la liberté européenne est pluraliste. Cette liberté européenne s'abreuve à trois sources majeures: la conception anglaise, la conception française et la conception germanique. La conception anglaise explique l'homme libre qui s'affranchit de l'esclavage et du servage; elle parle de l'homme libre, autodéterminé, autonome et qui, ainsi que le disait le philosophe anglais John Locke, bénéficie du marché dans lequel il est libre d'agir. La conception française a trait davantage à l'homme qui se libère de toute féodalité et qui cultive la logique de l'honneur. Cette liberté s'approche plus de la notion d'égalité dans le rapport entre dominants et dominés.
Il y a ensuite la conception germanique, où l'homme libre est celui qui participe à la communauté, au débat, qui livre son opinion, qui souhaite être écouté et qui écoute. C'est "l'agir communicationnel" des Allemands, et il me semble que c'est une conception intéressante.
Notre liberté européenne, telle que nous la cultivons, résume ces trois logiques de la liberté, qui ont d'ailleurs donné naissance à des corpus juridiques différents. La devise française "Liberté, Egalité, Fraternité" résume bien ces trois conceptions de la liberté: la liberté pour ce qu'elle est, l'égalité parce qu'elle est nécessaire, et la fraternité parce qu'elle est encore plus nécessaire.
Nous sommes porteurs, au niveau du projet européen, de cette conception de la liberté. Pour nous, l'Europe scelle davantage qu'un équilibre politique, elle scelle un équilibre des valeurs. Nous voulons une Europe de paix, une Europe de liberté, mais nous voulons aussi une Europe solidaire.
Voorzitter: de heer Geert Lambert, ondervoorzitter. Président: M. Geert Lambert, vice-président. Les pays qui composent l'Europe des Vingt-Cinq n'ont pas tous, il est vrai, les mêmes conditions de vie pour leur population. J'ai parfois l'impression que les dénonciations des délocalisations ou des bas salaires que connaissent les nouveaux pays membres ne sont jamais qu'une régurgitation populiste d'un vieux protectionnisme, voire d'un néo-nationalisme.
Au-delà des déclarations d'intention nous voulons une Europe véritablement solidaire qui prenne en compte le fait qu'il y a des différences de niveau de vie d'un pays à l'autre. Si cette Europe veut effectivement être solidaire, il faut en assumer les responsabilités. Nous voulons aussi une Europe prospère. Il est vrai que l'Acte unique européen de 1986 précise bien que le but de l'intégration européenne est d'améliorer le bien-être général par l'augmentation générale des richesses. Dans le contexte mondial actuel, l'Europe est prospère. Elle assure un indice élevé de protection sociale. La longévité, indice intéressant de la réussite d'une entreprise collective, y est particulièrement élevée.
Président: Jean-Marc Delizée, premier vice-président. Voorzitter: Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter. L'Europe a historiquement choisi un modèle économique diamétralement opposé à celui de l'économie planifiée de type collectiviste. C'est un modèle libéral. L'Europe, dans son organisation économique et à bien d'autres égards, est différente des derniers stigmates des économies planifiées, telles que la Corée du Nord ou d'autres pays. C'est évident! Le traité constitutionnel évoque une économie de marché hautement compétitive, une concurrence libre non faussée. Ces règles nous paraissent fondamentales. Au moment d'ailleurs où la Chine et l'Inde rejoignent et s'intègrent à l'économie mondiale, l'Europe nous offre à la fois l'espace, le cadre, les outils pour aborder la mondialisation de manière efficace.
Je crois qu'il faut cesser de distiller la peur de la compétition, comme si nous avions décidé que nous ne pouvons pas être compétitifs. Seules l'activité économique et la création de richesses dans le cadre d'une économie sociale de marché donneront une chance aux objectifs sociaux proclamés par le traité constitutionnel. Cessons de nous gargariser d'un modèle social européen que nous apprécions et dont nous mesurons l'intérêt en termes d'objectifs. Cessons de nous en gargariser alors que nous connaissons actuellement des taux de chômage extrêmement élevés dans la plupart des pays européens. L'Union européenne doit combattre plus activement l'exclusion sociale et les discriminations.
Le traité constitutionnel consacre un chapitre entier à la solidarité et intègre la Charte des droits fondamentaux, comme cela a déjà été dit. Elle s'oblige à prendre en compte systématiquement dans l'ensemble de ses politiques "les exigences liées à la promotion d'un niveau d'emploi élevé, à la garantie d'une protection sociale adéquate, à la lutte contre l'exclusion sociale". Ces objectifs, nous les faisons nôtres. Je m'adresse ici à M. Van der Maelen qui regrettait qu'en matière de politique sociale et fiscale, nous ne soyons pas parvenus à passer à la majorité qualifiée ou en tout cas à un mode de décision plus rapide. C'est vrai, mais il faut savoir que cela nous protège aussi. Par rapport à un pays comme le nôtre avec un indice de protection sociale très élevé, les socialistes britanniques par exemple, vos compagnons de route, pourraient proposer des restrictions en termes de protection sociale. Nous devons donc rester attentifs à conserver la protection sociale dans les priorités de l'Union européenne.
Vous le savez également, le traité constitutionnel a prévu des clauses passerelles. Il a prévu que le Conseil européen pouvait passer de l'unanimité au vote à la majorité qualifiée au moment où il le jugerait opportun, pour autant qu'il en décide de manière unanime.
C'est la première fois, il faut le dire, qu'un traité européen prend en considération de manière aussi explicite des objectifs sociaux. Audelà de cette prise en considération, le traité constitutionnel constitue aussi une avancée considérable par rapport au Traité de Nice qui fut naguère qualifié, un peu exagérément peut-être, de véritable désastre par les uns, de "Verdun diplomatique" ou de sommet du nationalisme primaire par d'autres. Le traité attribue à l'Union européenne une véritable personnalité juridique unique. Nous estimons que le pas suivant devrait être la représentation unique de l'Union européenne à l'étranger.
Le traité définit aussi un nouveau système de compétences. Il renforce le rôle du Parlement avec son pouvoir de codécision avec le Conseil des ministres. La composition de la Commission européenne reflétera davantage le résultat des élections européennes. Nous pourrons également mettre des visages sur les organes principaux de l'Union européenne comme le président du Conseil qui sera là pour deux ans et demi, durée renouvelable, comme le ministre des Affaires étrangères qui portera la politique étrangère et de sécurité commune.
Le traité constitutionnel consacre aussi le principe de subsidiarité. Il m'apparaît que le débat dans les Etats nationaux doit être permanent à partir du moment où ce traité est en application. Il ne convient donc pas de prévoir qu'on va s'occuper de l'Europe deux fois par an. Pourquoi deux fois par an alors que, précisément, le traité prévoit, par le principe de subsidiarité, que les parlements nationaux, sans cesse, considèrent toutes les propositions de loi, tous les projets de loi que l'Europe émettra au sein de ses organes? Nous aurons alors l'occasion de débattre de l'ensemble de ces propositions et projets et de juger s'ils sont conformes au principe de subsidiarité. Je pense que ce traité constitutionnel introduit le débat européen de manière permanente dans les parlements nationaux, et cela m'apparaît être un élément intéressant. La Constitution augmente considérablement le nombre de domaines où la décision sera prise à la majorité qualifiée plutôt qu'à l'unanimité. Il y a une véritable avancée à cet égard. Elle crée l'initiative législative populaire, le droit de pétition, nous y sommes évidemment favorables. Elle renforce les mécanismes de coopération structurée en matière de défense et ouvre donc la porte à une véritable défense européenne qui fera de l'Europe une Europe-puissance, tranquille bien évidemment, mais une Europe-puissance qui donnera plus de poids à son influence dans la résolution des conflits dans le monde, dont elle a fait, me semble-t-il, une certaine spécialité.
Le traité constitutionnel consacre aussi solennellement - et ce sera une dernière remarque - la citoyenneté européenne. Tous les citoyens belges vont devenir aussi citoyens européens. L'Union adhère, pour ses citoyens, à la Convention européenne de sauvegarde des doits de l'homme et des libertés fondamentales. Par l'intégration de la Charte des droits fondamentaux, elle consacre, en les déclinant sous forme de droit - et c'est nouveau - les principes de dignité, de liberté, d'égalité, de solidarité et de citoyenneté.
Certes, nous aurions souhaité des avancées encore plus spectaculaires. Nous aurions souhaité des avancées plus profondes, qui fassent encore un peu plus de place à la méthode communautaire plutôt qu'à la méthode intergouvernementale. Je pense que tous les mouvements démocratiques de ce parlement vont oeuvrer à ce que, progressivement, l'Union européenne fasse une place de plus en plus large à la méthode communautaire et que l'intergouvernemental soit réduit le plus possible dans une série de décisions importantes pour l'avenir de l'Europe, notamment dans les domaines de la politique sociale et fiscale.
Les Belges ont été au point de départ, je le rappelle, de la méthode conventionnelle qui aboutit aujourd'hui à la Constitution puisque c'est sous la présidence belge que cette décision a été prise. C'est à Laeken que la décision a été exprimée.
Par conséquent, nous manifestons, légitimement me semble-t-il, une certaine fierté par rapport à cette Constitution. Nous avons le sentiment de participer à la marche de l'Europe, l'Europe de la paix, de la liberté, de la solidarité et de la prospérité.
Nous voterons oui avec conviction pour l'adoption du traité constitutionnel car, pour reprendre le propos d'Habermas, "c'est grâce à leur constitution politique que naissent les peuples".
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, my dear colleagues, you will not be surprised if I introduce my statement by reminding how disappointed we are that the Belgians are somehow orphans of a deep debate on the European Constitution and on the constitutional treaty. The French-speaking have, of course, the French television, the Dutch-speaking, the Dutch television to follow the debates that take place in these two countries and which are vigorous debates on the notion of Europe.
I was somewhat astonished to hear that the more important a subject is, the less the people have the right to speak about it. This is what I thought I understood in the intervention of Mr. by Van Rompuy. And the more important a subject is, the less we need to give the word to the people. This is a concept of democracy that seems to me somewhat controversial.
Furthermore, I would like to tell my colleague Thierry Giet that in terms of consultation, there is, unfortunately, no pick-up session. You have passed by the popular consultation that was proposed to you a few months ago, and today you are proposing us to consult, after all, not everyone but a few privileged who would be part of senacles defending particular or collective interests. This seems to me to be a method, too, largely disputed. I would have preferred to discuss, very clearly, issues before going to the vote.
Today we are crying out about what is happening in France and the Netherlands. People could vote “no.” Of course, the people could vote “no”! Should elections be abolished once we are in power? I can assure you that the current majority does not intend to abolish the elections. You are reassured about this, I hope. But it seems to me that all the arguments used to bypass or challenge the usefulness of a consultation on such a matter seem to me more special than each other.
The Constitutional Treaty which we are discussing today brings together, in one text, - I believe that Mr. Giet referred to it - 50 years of history of European construction. In this regard, we agree, because the chronology cannot separate us and 50 years of history of European construction is important. The Constitutional Treaty defines the general principles and foundational values of a political project. It specifies the organs, the powers of these organs, and this too is ⁇ important.
I would have a tendency to say, without being pejorative, that it is not only that, but that it is all that!
I mean by this that this debate is sometimes parasited by all sorts of themes or subjects that have nothing to do with the constitutional treaty. I think about the possible accession of Turkey, the Bolkestein Directive, the debate on relocation or globalization. All of this has nothing to do with the constitutional treaty as such, although, of course, in the context of the future of Europe, we will have to address all these topics. But, practically, they do not interfere with the position that can be taken on the constitutional treaty.
A series of counter-truths and inaccuracies have, indeed, been proclaimed by one and another in the context of debates that may have taken place in certain countries. I think in particular of France, where we have sometimes witnessed totally sidering situations. I will take just one example, that of Mr. Henri Emmanuelli, this great French socialist thinker, whose statement is ⁇ in the top 10 of the inepties. According to him, the fact that the constitutional treaty enshrines the right to life would mean that all legislation allowing the voluntary interruption of pregnancy would be unconstitutional on the European level. He obviously omits to specify that this right to life concerns first and foremost the abolition of the death penalty, as specified in the text of the Constitution. In these debates, some do not hesitate to use inconsistent arguments.
I know that it has become very tendency to denigrate the community work, the European work, to make Europe an emissary goat. “Everything that goes wrong is the fault of Europe.” Sometimes they even say, “It’s the fault of Brussels,” which is even simpler, especially in other countries. Whenever a difficult decision has to be made, “it’s because of Europe.” Whenever something goes wrong, “it’s probably Europe’s fault,” etc.
We are – it must be admitted – we, politicians, partly responsible for this situation. Indeed, we create in the population the feeling that we must be favorable to Europe, but in any case not to that Europe. But what does this mean? What do we want as Europe? This is probably the real question. We want, I think, a peaceful Europe, a peaceful Europe. I think there is a broad consensus on this, and that is happy. We want a Europe that guarantees the rights and freedoms. We want a Europe that gives all its place to democracy, justice, a solidary and prosperous Europe.
In short, even if we do not always say this, we want a liberal Europe in the proper sense of the term.
So today is an opportunity to evaluate the path taken and to consider the constitutional treaty in terms of value-added: what more does it bring? That is the question.
I like to recall this phrase of Victor Hugo who, already in 1849 at the Congress of Peace, said in a great liberal that he was, as an open man, full of ideas and spirit: "One day will come when there will be no more fields of battle than the markets opening up to trade and the minds opening up to ideas." It is magnificent!
It is true that Europe is the continent of Verdun, the continent of Auschwitz, the continent of the communist goulags. As Jeremy Rifkin put it, it is “a political ensemble born of a dream of peace.” It is peace, I said. But that is also freedom. Indeed, eight countries from the East have joined us recently, but also other countries such as Spain, Greece, Portugal had communist or fascist dictatorships. The Europe we want is in the opposite of both fascism and communism.
It is not a coincidence that, in the coalition of the “Archaic” of the “No” in France, this coalition brings together both the extreme right and the extreme left, in a curious companionship.
I also like the speech of the sociologist Philippe d'Iribarne who wrote a book entitled "Three Figures of Freedom". It explains how pluralist the European freedom is. This European freedom comes from three major sources: the English conception, the French conception and the Germanic conception. The English conception explains the free man who frees himself from slavery and servitude; it speaks of the free, self-determined, autonomous man who, as the English philosopher John Locke said, benefits from the market in which he is free to act. The French conception has more to do with the man who frees himself from all feudalism and cultivates the logic of honor. This freedom is closer to the notion of equality in the relationship between dominant and dominated.
Then there is the Germanic conception, where the free man is the one who participates in the community, in the debate, who gives his opinion, who wishes to be heard and who listens. This is the “communication action” of the Germans, and it seems to me that it is an interesting design.
Our European freedom, as we cultivate it, summarizes these three logics of freedom, which, by the way, gave rise to different legal corpus. The French motto "Liberté, Égalité, Fraternité" summarizes well these three conceptions of freedom: freedom for what it is, equality because it is necessary, and fraternity because it is even more necessary.
We are carrying, at the level of the European project, this concept of freedom. For us, Europe seals more than a political balance, it seals a balance of values. We want a Europe of peace, a Europe of freedom, but we also want a solidarity Europe.
Voorzitter: by Geert Lambert, undervoorzitter. The President: Mr. Geert Lambert, Vice President The countries that make up the Europe of Twenty-Five do not all have, it is true, the same living conditions for their population. Sometimes I have the impression that the denounces of relocalizations or low wages that the new member countries experience are never but a populist regurgitation of an old protectionism, or even a neo-nationalism.
Beyond declarations of intent, we want a truly solidary Europe that takes into account the fact that there are differences in living standards between countries. If this Europe really wants to be solidary, we must take responsibility for it. We also want a prosperous Europe. It is true that the Single European Act of 1986 clearly states that the purpose of European integration is to improve the general well-being through the overall increase of wealth. In the current global context, Europe is prosperous. It provides a high level of social protection. Longevity, an interesting indicator of the success of a collective enterprise, is ⁇ high there.
President: Jean-Marc Delizée, First Vice-President Voorzitter: Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter. Europe has historically chosen an economic model diametrically opposed to that of the collectivist-type planned economy. This is a liberal model. Europe, in its economic organization and in many other ways, is different from the latest stigma of planned economies, such as North Korea or other countries. It is obvious! The Constitutional Treaty refers to a highly competitive market economy, free competition without distortion. These rules seem to be fundamental. At a time when China and India are joining and integrating into the global economy, Europe offers us both the space, the framework, the tools to address globalization effectively.
I believe that we must stop distilling the fear of competition, as if we had decided that we cannot be competitive. Only economic activity and wealth creation within the framework of a social market economy will give a chance to the social goals proclaimed in the constitutional treaty. Let us stop gargling ourselves with a European social model that we value and measure the interest in terms of objectives. Let’s stop gurgling at the moment when we are currently experiencing extremely high unemployment rates in most European countries. The European Union must fight social exclusion and discrimination more actively.
The Constitutional Treaty devotes a whole chapter to solidarity and incorporates the Charter of Fundamental Rights, as already stated. It undertakes to systematically take into account in all its policies "the requirements related to the promotion of a high level of employment, the guarantee of adequate social protection, the fight against social exclusion". These goals are ours. I am addressing Mr. Van der Maelen regretted that in terms of social and fiscal policy, we have not been able to move to qualified majority or at least to a faster decision-making mode. It is true, but we must know that it also protects us. Compared to a country like ours with a very high social protection index, British Socialists, for example, your travel companions, could propose restrictions in terms of social protection. We must therefore remain careful to keep social protection among the priorities of the European Union.
You also know, the constitutional treaty provided for passing clauses. It provided that the European Council could move from unanimous vote to qualified majority vote when it deems it appropriate, provided that it decides unanimously.
This is the first time, it must be said, that a European treaty takes so explicitly into account social objectives. Beyond this consideration, the constitutional treaty also constitutes a considerable advance compared to the Treaty of Nice, which was formerly qualified, somewhat exaggerated ⁇ , of real disaster by some, of “diplomatic verdun” or of summit of primary nationalism by others. The Treaty grants the European Union a genuine single legal personality. We believe that the next step should be the single representation of the European Union abroad.
The Treaty also defines a new system of competences. It strengthens the role of Parliament with its co-decision power with the Council of Ministers. The composition of the European Commission will further reflect the outcome of the European elections. We will also be able to put faces on the main bodies of the European Union such as the President of the Council who will be there for two and a half years, renewable period, as the Minister of Foreign Affairs who will be responsible for the common foreign and security policy.
The Constitutional Treaty also enshrines the principle of subsidiarity. It seems to me that the debate in the national states must be permanent from the moment that this treaty comes into force. Therefore, it is not appropriate to anticipate that we will take care of Europe twice a year. Why twice a year when, precisely, the Treaty provides, by the principle of subsidiarity, that the national parliaments, continuously, consider all the proposals of law, all the bills that Europe will issue within its organs? We will then have the opportunity to discuss all of these proposals and projects and to judge whether they are in compliance with the principle of subsidiarity. I think that this constitutional treaty introduces the European debate permanently in the national parliaments, and this seems to me to be an interesting element. The Constitution significantly increases the number of areas where the decision will be taken by qualified majority rather than unanimously. There is a real progress in this regard. It creates the popular legislative initiative, the right to petition, we are obviously in favor of it. It strengthens the mechanisms of structured defence cooperation and thus opens the door to a true European defence that will make Europe a Europe-power, quiet of course, but a Europe-power that will give more weight to its influence in the resolution of conflicts in the world, of which it has made, I think, a certain speciality.
The Constitutional Treaty also solemnly consecrates – and this will be a final note – European citizenship. All Belgian citizens will also become European citizens. The Union adheres, for its citizens, to the European Convention for the Protection of Human Fingers and Fundamental Freedoms. By incorporating the Charter of Fundamental Rights, it consecrates, by declining them in the form of law – and it is new – the principles of dignity, freedom, equality, solidarity and citizenship.
Of course, we would have desired even more spectacular advances. We would have desired deeper advances, which make a little more room for the community method rather than the intergovernmental method. I think that all the democratic movements in this Parliament will work to ensure that, gradually, the European Union gives an increasingly wider place to the community method and that the intergovernmental is reduced as much as possible in a series of important decisions for the future of Europe, in particular in the fields of social and fiscal policy.
The Belgians were at the starting point, I recall, of the conventional method that now leads to the Constitution since it was under the Belgian presidency that this decision was made. It was in Laeken that the decision was made.
Therefore, we demonstrate, legitimately it seems to me, a certain pride in relation to this Constitution. We have the feeling of participating in the march of Europe, the Europe of peace, freedom, solidarity and prosperity.
We will vote yes with conviction for the adoption of the constitutional treaty because, to resume Habermass’s statement, “it is thanks to their political constitution that peoples are born.”
#11
Official text
Mijnheer de voorzitter, gisteren ben ik vanaf de eerste seconde aanwezig geweest in de Conferentie van voorzitters, waar werd afgesproken dat de verschillende fracties een half uur spreektijd zouden krijgen, behalve het Vlaams Belang. Ik heb een uur spreektijd gevraagd. Er is evenwel helemaal niet afgesproken dat de eerste minister halfweg het debat zou antwoorden. Dat is tegen elke parlementaire traditie in. Ik wil met nadruk zeggen dat dit niet getuigt van heel veel respect — dit verbaast me overigens niet — voor deze assemblee. Het minste dat men van een regering en haar eerste minister voor dit belangrijk debat kan vragen, is dat hij op het einde van het debat antwoordt, maar niet halverwege om daarna te verdwijnen. Dit is moeilijk accepteerbaar.
Translated text
Mr. Speaker, yesterday I was present from the first second at the Conference of Presidents, where it was agreed that the various political groups would have a half-hour speech time, except for the Flemish Interest. I asked for an hour of speaking time. However, there was no agreement at all that the Prime Minister would answer the debate halfway. This is against any parliamentary tradition. I would like to emphasize that this does not demonstrate much respect — which, by the way, does not surprise me — for this assembly. The least one can ask a government and its prime minister for this important debate is to answer at the end of the debate, but not halfway to disappear afterwards. This is difficult to accept.
#12
Official text
Mijnheer Van den Eynde, een half uur spreektijd per spreker betekent een uur spreektijd met twee sprekers.
Translated text
A half hour speaking time per speaker means one hour speaking time with two speakers.
#13
Official text
Mijnheer de voorzitter, de regering heeft altijd het recht in het debat tussenbeide te komen. De regering zal op het einde van het debat antwoorden.
Translated text
The Government has always the right to intervene in the debate. The Government will answer at the end of the debate.
#14
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, de grootste politieke partij van Vlaanderen en België met 1 miljoen kiezers, het Vlaams Belang, zal straks wellicht als enige grote fractie in deze Kamer het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa niet goedkeuren.
Dat wij de enigen zijn die een nee-stem laten horen, kan ons niet deren. Wij weten immers dat het grootste deel van de bevolking achter ons staat. Daarom mocht er geen volksraadpleging over deze grondwet worden gehouden. Daarom moet alles op een drafje worden afgehandeld zonder dat de bevolking ook maar de minste inspraak heeft.
Uit het verslag van de bespreking in de commissie blijkt overigens dat het Vlaams Belang de enige partij is geweest die uitvoerig deze Grondwet heeft geanalyseerd en bekritiseerd. Alle andere partijen hebben er zich zo snel mogelijk vanaf gemaakt door ofwel gewoon te zwijgen, of door het debiteren van enige gemeenplaatsen en hun naïeve geloof in Europa uit te spreken.
In tegenstelling tot in een tiental andere landen heeft men het in België niet aangedurfd om een volksraadpleging te organiseren. Er waren nochtans voorstellen van de liberalen, zelfs nog ingediend door Karel De Gucht in een vorig leven en van spirit, om de mening van de bevolking wel te vragen. Maar de echte baas van dit land, PSvoorzitter Elio Di Rupo zei op een forum over de Europese grondwet in de Senaat, ik citeer: "Een volksraadpleging kan het debat over Europa grondig verstoren. Het zal aanleiding geven tot xenofobe en zelfs racistische opmerkingen. Wij hebben al een koningskwestie gehad over een volksraadpleging en doen er goed aan een nieuw avontuur te vermijden". Volgens Di Rupo zou een volksraadpleging ook een precedent kunnen zijn om referenda over binnenlandse problemen zoals de sociale zekerheid en de staatsstructuur te organiseren. De twee liberale partijen, VLD en MR — het dient gezegd — hebben zich terecht ingespannen om de volksraadpleging er toch nog door te krijgen.
Het dient gezegd dat de twee liberale partijen, VLD en MR, zich terecht hebben ingespannen om de volksraadpleging toch nog erdoor te krijgen. De ijzeren wil van Elio is echter wet.
Aanvankelijk kregen de liberalen ook steun van sp.a-spirit. Spirit kan echter maar bestaan bij de gratie van sp.a en PS. Het was dan ook niet verwonderlijk dat spirit-voorzitter Geert Lambert onder druk van PS en sp.a een bocht van 180° maakte en het voorstel tot volksraadpleging uiteindelijk toch niet steunde, daarmee een van de belangrijkste punten uit het spirit-programma verloochenend. Er moest snel een reden worden gevonden voor deze U-bocht van spirit. De heer Lambert voerde dan maar aan dat het Vlaams Belang van de volksraadpleging over de Grondwet een raadpleging over de Turkse toetreding zou willen maken.
Zonder de steun van spirit was er in de commissie geen meerderheid meer voor een volksraadpleging. Dat is bijzonder jammer, want de grote sterkte van een volksraadpleging over een moeilijk onderwerp als de Europese Grondwet is juist dat aan de burgers wordt gevraagd om over bepaalde, fundamentele kwesties en vragen grondig na te denken. Het gaat om vragen zoals: waarvoor mag de Europese Unie bevoegd zijn? Is het huidige systeem van subsidiariteit wel voldoende om de Europese, centraliserende krachten in te dammen? Wordt het systeem van gekwalificeerde meerderheid en dus het afstappen van de unanimiteit met vetorecht niet al te veel uitgebreid tot domeinen waarop het eigenlijk niet kan?
Collega's, er is echter nog een kans om een en ander goed te maken. Dat is door het organiseren in Vlaanderen door het Vlaams Parlement van een eigen, Vlaamse, niet-bindende volksraadpleging. Niemand kan het Vlaams Parlement beletten dat nog te doen, als het dat wil. Het Vlaamse niveau staat niet onder maar naast het nationale Parlement, als het aankomt op het goedkeuren van internationale verdragen. Aangezien ook het Vlaams Parlement zich over de Europese Grondwet moet uitspreken, heeft het hier een gouden kans om het debat in Vlaanderen alsnog aan te zwengelen. Het Vlaamse ex-regeerakkoord Dewael, meer bepaald "Een nieuw project voor Vlaanderen", voorzag immers, in afwachting van een bindend referendum en een volksdecreet, in de invoering van een consultatief referendum.
Zoals professor Wilfried Dewachter in De Tijd van 2 februari 2005 stelde, zou een eigen, Vlaamse volksraadpleging Vlaanderen als regio wat meer Europees profiel hebben gegeven en zou Vlaanderen bovenal zowel het Europese project als zijn eigen democratie ernstig nemen.
Er is echter nog hoop. Die hoop vestigen wij, voor een keer dan toch, op het Franse volk, dat zich over een tiental dagen bij referendum over de Europese Grondwet mag uitspreken. De Franse regering en president Chirac doen er momenteel alles aan om een negatieve uitspraak af te wenden. Zo kelderde Chirac zelfs de dienstenrichtlijn Bolkestein, waartegen in Frankrijk grote weerstand bestaat. Hij verzekerde dat de richtlijn Bolkestein grondig zou worden aangepast, dat alles om toch maar een "ja" te bekomen.
Na de Fransen zijn op 1 juni de Nederlanders aan de beurt. Hopelijk geven de Nederlanders blijk van gezond verstand en sturen zij die Grondwet naar af.
Intussen is het verontrustend hoe de Europese propagandamachine alles in de strijd gooit met nooit geziene; torenhoge budgetten. De Europese Commissie gooit er 9 miljoen euro tegenaan. Het Europees Parlement doet daar nog eens 6,1 miljoen euro bovenop. Samen is dat 15,1 miljoen euro, meer dan 600 miljoen Belgische frank, zo bleek uit het antwoord dat ik kreeg van staatssecretaris van Europese Zaken Donfut op een schriftelijke vraag. Natuurlijk is dat bedrag uitsluitend te besteden om een ja te forceren bij de Europese bevolking. Dat feit alleen al moet ons ten zeerste achterdochtig maken.
De Europese Grondwet werd voorbereid in de zogenaamde Europese Conventie, die werd opgericht onder Belgisch voorzitterschap in de tweede helft van 2001 door de verklaring van Laken, met afgevaardigden van de regeringen, van de nationale parlementen, van het Europees Parlement en van de Europese Commissie. De Franse machtspolitiek schoof de 78 jarige ex-president Valéry Giscard d'Estaing naar voren als voorzitter van de Conventie, met als ondervoorzitters de Belg Jean-Luc Dehaene en de Italiaan Giuliano Amato.
De voorstanders van de Europese Grondwet stellen de Europese Conventie graag voor als het summum van de democratie, maar in werkelijkheid was het een besloten clubje waar intriges niet uit de lucht waren en waar compromissen werden gesmeed in besloten kamertjes, die dan aan de anderen werden opgedrongen. Een echt debat tussen voor- en tegenstanders van meer Europa werd de Conventie niet, omdat de overweldigende meerderheid van de conventieleden uitgesproken voorstanders waren van een federaal Europa. Het debat ging enkel en alleen over de overheveling van meer bevoegdheden naar het Europese niveau en over het zoveel mogelijk beslissen bij gekwalificeerde meerderheid, en dus het zoveel mogelijk weren van de unanimiteitsregel. Nooit ging het over de terugvloeiing van bevoegdheden naar de lidstaten.
In juni 2003 legde Giscard d'Estaing het ontwerp van Grondwet voor aan de Europese Raad van Tessaloniki. Nadien werd de tekst van 4 oktober 2003 op 18 oktober 2004 besproken in een intergouvernementele conferentie en op enkele punten gewijzigd, om dan op 29 oktober 2004 in Rome plechtig te worden ondertekend door de Europese staats- en regeringsleiders.
De Grondwet, die beweert Europa mee op te bouwen, ontkent echter de fundamentele elementen van Europa's erfgoed. Zo wordt, ondanks het aandringen van diverse lidstaten, waaronder vooral Polen, in de preambule geen melding gemaakt van de joods-christelijke wortels van Europa. Vooral Frankrijk en België, zo bleek uit indiscreties, hebben zich daartegen verzet. Ondanks hun verschillende geschiedenis en hun verschillende identiteit zijn die waarden gemeenschappelijk aan alle volkeren van Europa. Die waarden hebben eeuwenlang de geschiedenis van Europa bepaald. Dat ontkennen, is een vorm van geschiedenisvervalsing en neigt naar zelfhaat.
Kardinaal Joseph Ratzinger, de huidige paus Benedictus XVI, zei daarover onder meer in Le Figaro van 12 augustus 2004 het volgende.
Ik citeer: "Europa is een cultureel en geen geografisch werelddeel. De wortels, die dit continent vorm helpen geven, zijn die van het christendom. Dat is gewoon een historisch feit." De weigering om een dergelijke verwijzing op te nemen, was tevens een regelrechte knieval voor de islamieten, niet alleen voor de islamieten die zich de voorbije jaren massaal in Europa hebben gevestigd maar ook voor Turkije. De Turken maakten zeer duidelijk dat een dergelijke verwijzing naar de joods-christelijke wortels voor hen onaanvaardbaar was. Op die manier, collega's, doen wij aan zelfverloochening.
De Europese Unie is opgebouwd door middel van verdragen. Ook dit verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa is qua afsluiting en inwerkingtreding nog een volkenrechtelijk verdrag, gesloten tussen staten, dat overeenkomstig hun eigen grondwettelijke regels moet worden geratificeerd. Er is evenwel een fundamenteel verschil. Bij de vorige verdragen werden telkens nieuwe bevoegdheden overgeheveld, maar de soevereiniteit van de lidstaten werd nooit in vraag gesteld. Dit is nu wel het geval. Het huidige verdrag verschilt fundamenteel met de vorige verdragen, in die zin dat het nu gaat om een document dat de mogelijkheid heeft om een constructie op te richten die zeer gelijkaardig is met een staat. Het is ontegensprekelijk zo dat de Europese Unie door dit grondwettelijk verdrag zoveel bevoegdheden verwerft dat ze meer dan ooit gaat lijken op een federale staat.
De Europese Unie moet in essentie intergouvernementeel blijven, een soort van losse confederatie, een samenwerkingsverband tussen lidstaten die hun eigen soevereiniteit behouden, maar die ervoor kiezen om een gemeenschappelijke markt tot stand te brengen en tevens beslissen om een aantal zaken gezamenlijk te doen. Men denkt dan aan voor de EU zeer belangrijke domeinen, zoals onder meer de macro-economie, de munt, buitenlandse zaken, veiligheid en defensie, waar de voordelen van een schaalvergroting en waar Europese meerwaarde manifest aanwezig zijn. Voor al het overige zou het subsidiariteitsprincipe in het begin onverkort moeten gelden. Maar met deze zogenaamde grondwet wordt geen enkele bevoegdheid terug overgeheveld naar de staten, integendeel. De Grondwet bevat evenmin enig mechanisme dat toelaat dat bevoegdheden terug naar de staten keren.
Wij kunnen niet akkoord gaan met een Europese Unie die steeds meer bevoegdheden opslorpt en die steeds dieper ingrijpt in de samenlevingen van de diverse lidstaten. Wij kunnen alleen akkoord gaan met een Unie die mag en moet tussenkomen in grensoverschrijdende gebieden waar een Europese aanpak logisch en een Europese meerwaarde vanzelfsprekend is. Materies die nauw verbonden zijn met de nationale identiteit zoals onderwijs, cultuur, arbeidsrecht, sociale zekerheid, strafrecht, politioneel en justitieel beleid en fiscaliteit, moeten onverkort bij de lidstaten blijven.
Met deze Grondwet bestaan er voortaan geen intergouvernementele pijlers meer zoals de supranationale gemeenschapspijler en de pijlers gemeenschappelijk buitenlands -en veiligheidsbeleid, enerzijds en justitie en binnenlandse zaken, anderzijds.
De Europese Unie evolueert naar een heuse federatie en wordt een volwaardig rechtspersoon die voortaan niet enkel naast, maar ook boven de staten staat. De lidstaten verliezen in maar liefst drieënzestig gevallen hun vetorecht. De gekwalificeerde meerderheid - 55% van de lidstaten en 65% van de bevolking - komt in zeer veel gevallen in de plaats van de unanimiteitsregel. De voorrang van het recht van de Unie op het recht van de staten wordt daarbij uitdrukkelijk in de Europese Grondwet ingeschreven. Het is zelfs zo dat de Europese Unie ook op het terrein komt van de bevoegdheden die in ons land aan de deelstaten, aan Gewesten en Gemeenschappen, zijn toegeschreven. Zo kan de Unie ondersteunend, coördinerend of aanvullend optreden inzake volksgezondheid, industrie, cultuur, toerisme, onderwijs, jeugd, sport en beroepsopleidingen. Dat zijn allemaal zaken die nu tot de bevoegdheden van de deelstaten behoren.
Collega's, dit is belangrijk. Degenen die denken dat België wel vanzelf zal verdwijnen en verwasemen omdat, enerzijds, Europa steeds meer bevoegdheden weghaalt bij België, en, anderzijds, de staatshervorming nieuwe bevoegdheden toekent aan Vlaanderen, vergissen zich. De Europese Unie knabbelt ook aan de bevoegdheden die aan Vlaanderen werden toegewezen.
Zoals wij al eerder zeiden, de voorrang van het recht van de EU op het recht van de staten wordt verankerd in de Grondwet. Op die manier wordt de EU machtiger dan ooit. Specialisten in Europees recht zullen nu wel aanvoeren dat deze voorrang reeds door het Europees Hof van Justitie werd uitgewerkt in het beroemde Costa/Enel-arrest van 1964. Dat klopt ook, maar er is één groot verschil. Het Hof van Justitie heeft altijd gesteld dat de voorrang van het Europees recht op het recht van de staten automatisch volgt uit de aard van het Europees recht zelf, kortom, uit de voorrang van het Europees niveau. De grondwettelijke hoven van de lidstaten huldigden tot nu toe echter altijd een andere stelling, namelijk dat deze voorrang niet was gebaseerd op de aard van het Europees gemeenschapsrecht zelf, maar wel op de overdracht van bevoegdheden door de nationale grondwetten. Met andere woorden, en in gewone mensentaal, omdat de staten bevoegdheden aan Europa hebben verleend, staat het Europees recht hoger dan het nationaal recht.
De stelling van de grondwettelijke hoven en de onderliggende idee van de nationale grondwetten is altijd geweest dat bepaalde bevoegdheden worden overgedragen aan de Unie terwijl de lidstaten soeverein blijven. Met de inschrijving van het voorrangsbeginsel in de Europese Grondwet wint de interpretatie van het Europees Hof van Justitie. De voorrang van het Europees recht volgt met deze Grondwet voortaan uit de aard van dit recht zelf.
Collega's, dit is een zeer ernstige aangelegenheid. Het gaat hier niet om juridische spelletjes. Dit is zeer fundamenteel.
Het gaat hier immers over de verhouding tussen het nationale en het Europese niveau. De absolute voorrang van het Europees recht, gekoppeld aan de verdere verwerving van bevoegdheden, maakt de Unie machtiger dan ze ooit is geweest en doet ons evolueren naar een federatie. Daarnaast wordt de EU een volwaardige rechtspersoon die voortaan niet alleen naast, maar ook boven de staten staat. Dit is even fundamenteel en verstrekkend. Precies omdat de Europese Unie tot op heden geen aparte rechtspersoon was, werd het bijvoorbeeld door het Duitse Bundesverfassungsgericht in zijn beroemde Maastricht-Urteil als een van de waarborgen voor het behoud van de soevereiniteit van de lidstaten gezien.
De hele tekst van het tot op heden niet afdwingbare handvest van de grondrechten uit 2000, wordt ingeschreven in een afzonderlijk deel van de Grondwet. Ook dat is verstrekkend, want de integratie van het handvest in de Grondwet moet zorgen voor een verdere federaliserende werking. Het gaat hier dus om een verdere stap in de richting naar een volwaardig federaal Europa en zeker niet om de bescherming van de echte fundamentele rechten en vrijheden tegenover het officiële Europa, want deze worden sinds 1969 door het Hof van Justitie beschermd. Neen, juristen zoals Fernand Keuleneer wijzen erop dat elk individu voortaan naar een nationale rechtbank zal kunnen gaan om nationale wetgeving aan te vechten die zal ingaan tegen zijn rechten als EU-burger.
Collega's, deze Grondwet formaliseert bestaande bevoegdheden inzake sociaal beleid en voert er nieuwe in, hoewel links in Europa meent dat de Grondwet op sociaal vlak nog niet ver genoeg strekt. Wij zijn daarentegen van mening dat het gehele pakket van het sociaal beleid op het niveau van de lidstaten moet blijven omdat het nauw verbonden is met de nationale kenmerken van de afzonderlijke staten. Elke natie moet inzake sociale herverdeling haar eigen klemtonen kunnen leggen. Dat betekent dat nationale regeringen hun eigen sociale zekerheidsstelsels moeten kunnen beheren in overeenstemming met de specifieke demografische, economische, historische en culturele kenmerken van hun land.
Wij zijn van mening dat de opbouw van een Europese welvaartstaat, van een Europees sociaal model en een gemeenschappelijke sociale zekerheid, onmogelijk en bovendien totaal onwenselijk is. Daar komt nog bij dat wij door de goedkeuring van deze Grondwet onze mogelijkheden verder beperken om zelf ons eigen specifiek immigratiebeleid te voeren en om zelf te bepalen wie wij al dan niet toelaten tot ons stelsel van sociale zekerheid. Dat is een weinig aanlokkelijk vooruitzicht.
Collega's, de Vlamingen en de andere Europeanen moeten een duidelijk beeld hebben waarvoor de Unie staat, waarvoor zij precies bevoegd is. De structuur, de werking en de bevoegdheden van de Unie zijn echter even onbegrijpelijk en ondoorzichtig als voorheen en voor de gewone burger gewoon onverstaanbaar. De meeste van de honderden artikels zijn voor gewone Europeanen totaal onleesbaar.
De eurospeak is alleen nog begrijpelijk voor enkele specialisten. Ook op dat vlak ontstaat er dus een zeer groot democratisch deficit. Ik nodig u uit om het boek dat op uw tafel ligt, eens proberen te lezen. Ik denk dat men heel veel letters moet gegeten hebben om daar aan uit te kunnen. Collega's, wat moet dat dan zijn voor de gewone burger?
Collega's, ik wil nog iets zeggen over de subsidiariteit. Ook daarmee is er immers een probleem. De Europese Grondwet ondergraaft het principe van de subsidiariteit, dat reeds in het Verdrag van Maastricht was ingeschreven.
Aan de Grondwet is er immers een protocol betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel gehecht. Dat stelt dat de nationale parlementen de Europese instellingen kunnen informeren dat een bepaald wetgevingsvoorstel wegens een bepaalde reden niet strookt met het subsidiariteitprincipe. Indien zo'n gemotiveerd advies de steun krijgt van ten minste een derde van alle stemmen van de nationale parlementen - elke lidstaat heeft twee stemmen van parlementen -, is de Commissie of een andere Europese instelling evenwel alleen verplicht om zich dan opnieuw over het voorstel te buigen, maar niet om de opmerkingen van de nationale parlementen daadwerkelijk te respecteren en het voorstel te wijzigen of in te trekken. Ook hier weer is er dus een democratisch deficit.
Ik richt mij persoonlijk tot de voorzitter van de Kamer in verband met de subsidiariteittoets, het nagaan of de EU niet aan bevoegdheidsoverschrijding doet.
Zoals gezegd heeft elke lidstaat twee stemmen van parlementen om verzet aan te tekenen wanneer de Europese Unie aan bevoegdheidsoverschrijding doet. Mijnheer de eerste minister, in de Belgische context moet daarover een samenwerkingsakkoord worden gesloten tussen de federale kamers en de deelstaatparlementen, die in België op gelijke hoogte staan. De deelstaatparlementen zijn in ons land bijgevolg ook internationale medespelers. Vermits alle parlementen in België evenwaardig zijn, mogen wij dat gegeven niet alleen overlaten aan de federale kamers.
Wij verdedigen echter het principe dat de twee tegenstemmen van de parlementen, van welk parlement ze ook afkomstig zijn, hoegenaamd die twee tegenstemmen zijn. Met andere woorden, als het Vlaams en het Waals Parlement zich verzetten tegen de EU wegens bevoegdheidsoverschrijding, dan zou het quorum moeten gehaald zijn en zou België verzet moeten aantekenen. De kwestie moet zo snel mogelijk worden geregeld. Mijnheer de eerste minister, ministerpresident Leterme heeft overigens gisteren in het Vlaams Parlement gezegd dat hij eerst de goedkeuring van zo'n samenwerkingsakkoord eist vooraleer de Europese Grondwet in het Parlement kan worden goedgekeurd.
Mijnheer de eerste minister, mijn duidelijke vraag is dus ook aan u of u ermee akkoord gaat dat er eerst een samenwerkingsakkoord tussen de diverse parlementen wordt gesloten vooraleer de deelstaatsparlementen de Europese Grondwet zullen goedkeuren.
Zoals gezegd, collega's, wordt er dus geen enkele bevoegdheid terug naar de staten overgeheveld en bevat de Grondwet evenmin een mechanisme om dat te doen. Kortom, het is puur eenrichtingsverkeer. Er zijn de exclusieve bevoegdheden van de Unie zoals de douaneunie, de mededingingsregels van de interne markt en het monetaire beleid van de lidstaten, maar er zijn ook de gedeelde bevoegdheidsgebieden. Indien de Unie op deze gebieden, die zeer uitgebreid zijn, een specifiek punt van regelgeving uitvaardigt, dan hebben de lidstaten op dat punt niets meer te zeggen. Verder kan de Unie ook tussenbeide komen in gebieden die niet expliciet tot haar bevoegdheid behoren, mocht dit nodig zijn om haar doelstellingen te bereiken. Vermits deze doelstellingen door de Grondwet wel zeer ruim zijn geworden, geeft men in feite een blanco cheque aan de Europese Unie om overal op de diverse terreinen op te treden. Tot slot, collega's, is er de kwestie van het lidmaatschap van Turkije. Strikt gezien is dat hier niet aan de orde, maar doordat de Grondwet van de Unie haar grondgebied niet nauwkeurig afbakent tot Europese landen en er in oktober toetredingsonderhandelingen starten met het Aziatische moslimland Turkije dat nog steeds een deel van de EUlidstaat Cyprus bezet houdt — men vergete dat toch niet — is Turkije voor ons wel degelijk een brug te ver. Een brug te ver ook omdat dit land cultureel en historisch niet tot Europa behoort en de mensenrechten er tot op heden zwaar worden geschonden en de minderheden nog steeds worden onderdrukt. Ik verwijs in dat verband naar een interpellatie die ik eergisteren nog gehouden heb in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, aan het adres van de bevoegde minister, Karel De Gucht, waarin ik recente rapporten van Amnesty International en Human Rights Watch aangehaald heb, waaruit ik kan opmaken dat het met de mensenrechten in Turkije nog altijd zeer ernstig gesteld is en dat er geen onmiddellijke hoop op beterschap is.
Collega's, ook met de persvrijheid in Turkije is het zeer ernstig gesteld. Ik wens daarop speciaal de nadruk te leggen want de Turkse vereniging van journalisten heeft daarvoor speciaal onze aandacht gevraagd. Er is immers een nieuwe strafwet in Turkije uitgevaardigd die reeds op 1 april van kracht moest zijn, maar die andermaal werd uitgesteld, ditmaal tot in juni. Deze zogezegd democratische strafwet neemt niet alleen een aantal betwiste strafbepalingen uit de oude strafwet over, maar voegt er ook enkele zeer gevaarlijke principes aan toe. Oud en betwist was bijvoorbeeld de bepaling die het gedrag bestraft waarbij een persoon daden stelt die staatsinstellingen kunnen — ik citeer — "beledigen en kleineren". Er wordt dus nog steeds een straf bepaald in Turkije, wanneer men de instellingen zogezegd beledigt. Nieuw en in dezelfde aard — dat is belangrijk — is de bepaling die stelt dat strafbaar zijn — en ik citeer — "daden die indruisen tegen het fundamenteel nationaal belang".
Als voorbeelden verwijst de toelichting van dit artikel naar, ik citeer: "Het maken van propaganda voor een terugtrekking van de Turkse troepen uit Cyprus", wanneer men in Turkije zegt dat men voorstander is van het terugtrekken van de Turkse troepen uit Cyprus, dan is men strafbaar, "het openlijk aanvaarden van een compromisregeling in verband met deze kwestie", dat is ook strafbaar, "en het toegeven dat de Armeniërs een genocide ondergingen na de Eerste Wereldoorlog."
Mijnheer de premier, wanneer op dit ogenblik een journalist in Turkije in een krant schrijft dat hij het schandalig vindt dat de Turkse overheid de genocide op de Armeniërs nog steeds niet erkend heeft, dan vliegt deze journalist de gevangenis in. Dat is de huidige toestand in Turkije.
Collega's, ik besluit. Het Vlaams Belang verwerpt deze Europese Grondwet, omdat ze Europa al te ver drijft in de richting van een federale staat, omdat de Unie te veel vreet aan de specifieke bevoegdheden van de lidstaten, en in België ook van de deelstaten, omdat ze te ingewikkeld en te ondoorzichtig is, omdat het democratische deficit op vele vlakken fenomenaal groot blijft en omdat wij een monster Europa kordaat afwijzen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, colleagues, the largest political party in Flanders and Belgium with 1 million voters, the Flemish Belang, may soon, as the only large group in this House, not approve the Treaty establishing a Constitution for Europe.
That we are the only ones who hear a no-voice can’t blame us. We know that the majority of the population is behind us. Therefore, there should be no public consultation on this Constitution. Therefore, everything must be dealt with at a glance without the population having even the slightest involvement.
The report of the discussion in the committee also shows that the Flemish Interest was the only party that has thoroughly analyzed and criticized this Constitution. All other parties have done so quickly as possible by either simply silencing, or by debiting some common places and expressing their naive belief in Europe.
Unlike in a dozen other countries, Belgium has not dared to organize a popular consultation. However, there were proposals from the liberals, even submitted by Karel De Gucht in a past life and of spirit, to ask the opinion of the population. But the real boss of this country, PS chairman Elio Di Rupo said at a forum on the European Constitution in the Senate, I quote: “A popular consultation can thoroughly disturb the debate about Europe. It will give rise to xenophobic and even racist comments. We have already had a royal question about a popular council and are doing well to avoid a new adventure." According to Di Rupo, a popular consultation could also be a precedent for organizing referendums on domestic issues such as social security and state structure. The two liberal parties, VLD and MR — it should be said — have rightly made efforts to get the popular consultation through.
It should be said that the two liberal parties, VLD and MR, have rightly made an effort to get the popular consultation anyway. However, Elio’s iron will is law.
Initially, the liberals also received support from sp.a-spirit. However, Spirit can only exist with the grace of sp.a and PS. It was therefore not surprising that spirit chairman Geert Lambert, under the pressure of PS and sp.a, made a 180° curve and ultimately did not support the proposal for a public consultation, thus denying one of the key points of the spirit program. There had to be quickly found a reason for this U-turn of spirit. Mr Lambert then argued that the Flemish Interest of the people’s consultation on the Constitution would like to conduct a consultation on the Turkish accession.
Without the support of spirit, there would no longer be a majority in the committee for a popular consultation. This is especially unfortunate, because the great strength of a popular consultation on a difficult topic such as the European Constitution is precisely that citizens are asked to think thoroughly about certain, fundamental issues and questions. Questions such as: What should the European Union be competent for? Is the current system of subsidiarity sufficient to dampen the European, centralizing forces? Is the system of qualified majority and thus the departure of unanimity with veto right not too much extended to areas where it actually cannot?
Colleagues, however, there is still a chance to do something right. The Flemish Parliament has organized its own, Flemish, non-binding popular consultation in Flanders. No one can prevent the Flemish Parliament from doing so, if it wants to. The Flemish level is not below but next to the national Parliament when it comes to the approval of international treaties. Since the Flemish Parliament also has to take a decision on the European Constitution, this is a golden opportunity to stir up the debate in Flanders. The Flemish ex-government agreement Dewael, more specifically "A new project for Flanders", envisaged, in anticipation of a binding referendum and a popular decree, the introduction of a consultative referendum.
As Professor Wilfried Dewachter stated in The Time of 2 February 2005, a own, Flemish people's consultation would have given Flanders as a region a little more European profile and would take Flanders above all seriously both the European project and its own democracy.
However, there is still hope. We put that hope, once and for all, on the French people, who in a dozen days will be able to speak out in a referendum on the European Constitution. The French government and President Chirac are currently doing everything they can to avoid a negative ruling. Chirac even defended the Bolkestein Service Directive, against which there is strong resistance in France. He assured that the Bolkestein Directive would be thoroughly amended, all in order to get a “yes” anyway.
After the French, the Dutch are on their turn on June 1. Hopefully the Dutch will demonstrate common sense and send out that Constitution.
Meanwhile, it is disturbing how the European propaganda machine throws everything into the battle with unprecedented; stormy budgets. The European Commission has invested 9 million euros. The European Parliament will add 6.1 million euros. Together, that 15.1 million euros, more than 600 million Belgian francs, according to the answer I received from Secretary of State for European Affairs Donfut on a written question. Of course, that amount can only be spent to force a yes to the European population. That fact alone should make us very suspicious.
The European Constitution was prepared in the so-called European Convention, which was established under the Belgian Presidency in the second half of 2001 by the Declaration of Laken, with representatives of the governments, of the national parliaments, of the European Parliament and of the European Commission. French power politics pushed 78-year-old ex-president Valéry Giscard d'Estaing forward as chairman of the Convention, with as vice chairmen the Belgian Jean-Luc Dehaene and the Italian Giuliano Amato.
The supporters of the European Constitution would like to present the European Convention as the summit of democracy, but in reality it was a closed club where intrigues were not out of the air and where compromises were forged in closed rooms, which were then imposed on the others. The Convention was not a real debate between for and against more Europe, because the overwhelming majority of the convention members were strong supporters of a federal Europe. The debate focused solely on the transfer of more powers to the European level and on making as many decisions as possible with a qualified majority, and thus, as much as possible, abstaining from the unanimity rule. There was never a question of transferring powers back to the Member States.
In June 2003, Giscard d'Estaing submitted the draft Constitution to the European Council of Thessaloniki. The text of 4 October 2003 was subsequently discussed at an intergovernmental conference on 18 October 2004 and amended on a number of points to be solemnly signed by the European Heads of State and Government in Rome on 29 October 2004.
However, the Constitution, which claims to build Europe with it, denies the fundamental elements of Europe’s heritage. Thus, despite the insistence of several Member States, especially Poland, the preamble does not mention the Jewish-Christian roots of Europe. Particularly France and Belgium, according to indiscretion, have opposed it. Despite their different history and identity, these values are common to all the peoples of Europe. These values have defined the history of Europe for centuries. To deny that is a form of history falsification and tends to self-hatred.
Cardinal Joseph Ratzinger, the current Pope Benedict XVI, said about this, among other things, in Le Figaro of 12 August 2004 as follows.
“Europe is a cultural continent, not a geographical continent. The roots that help shape this continent are those of Christianity. The refusal to include such a reference was also a genuine crush for the Islamists, not only for the Islamists who have massively settled in Europe in recent years, but also for Turkey. The Turks made very clear that such a reference to the Jewish-Christian roots was unacceptable for them. In this way, colleagues, we are doing self-denial.
The European Union is built through treaties. Also this Treaty establishing a Constitution for Europe is, in terms of conclusion and entry into force, another international law treaty, concluded between States, which must be ratified in accordance with their own constitutional rules. However, there is a fundamental difference. The previous treaties transferred new powers each time, but the sovereignty of the Member States was never questioned. This is now the case. The current treaty differs fundamentally from the previous treaties, in the sense that it is now a document that has the possibility to establish a structure very similar to a state. It is undeniable that the European Union, through this constitutional treaty, acquires so many powers that it will look more like a federal state than ever before.
The European Union must essentially remain intergovernmental, a kind of loose confederation, a cooperation between Member States that retain their own sovereignty but choose to create a common market and also decide to do a number of things together. It refers to areas of great importance for the EU, such as macroeconomics, currency, foreign affairs, security and defence, where the benefits of a scale increase and where European added value are manifest. In all other matters, the principle of subsidiarity should apply unshortedly at the beginning. But with this so-called constitution, no power is transferred back to the states, on the contrary. Nor does the Constitution contain any mechanism that allows powers to be returned to the states.
We cannot agree with a European Union that increasingly absorbs more and more powers and interferes more and more deeply in the societies of the various Member States. We can only agree with a Union that can and should intervene in cross-border areas where a European approach is logical and a European added value is obvious. Matters that are closely related to national identity such as education, culture, labour law, social security, criminal law, police and judicial policy and taxation should remain intact with the Member States.
With this Constitution, there will no longer be intergovernmental pillars such as the supranational community pillar and the pillars of common foreign and security policy, on the one hand, and justice and domestic affairs, on the other.
The European Union is evolving into a true federation and becoming a full-fledged legal entity that is now not only next to but also above the states. Member States lose their veto right in up to sixty-three cases. The qualified majority – 55% of the Member States and 65% of the population – will in very many cases replace the unanimity rule. The priority of Union law over the law of the States is expressly enshrined in the European Constitution. It is even true that the European Union also comes into the field of the powers that in our country are attributed to the provinces, regions and communities. For example, the Union can support, coordinate or complementary actions in the areas of public health, industry, culture, tourism, education, youth, sport and vocational training. These are all matters that now fall within the competence of the states.
Dear colleagues, this is important. Those who think that Belgium will disappear and disappear on its own because, on the one hand, Europe takes away more and more powers from Belgium, and, on the other hand, the state reform gives new powers to Flanders, are mistaken. The European Union also undermines the powers conferred on Flanders.
As we said earlier, the priority of EU law over the law of the states is anchored in the Constitution. This will make the EU more powerful than ever. Specialists in European law will now argue that this priority was already developed by the European Court of Justice in the famous Costa/Enel judgment of 1964. This is true, but there is one big difference. The Court of Justice has always stated that the priority of European law over the law of States automatically follows from the nature of European law itself, in short, from the priority of the European level. Until now, however, the constitutional courts of the Member States have always held a different position, namely that this priority was not based on the nature of European Community law itself, but on the transfer of powers by the national constitutions. In other words, and in ordinary human language, because the states have conferred powers on Europe, European law prevails over national law.
The position of the constitutional courts and the underlying idea of national constitutions has always been that certain powers are transferred to the Union while the Member States remain sovereign. With the entry of the principle of priority in the European Constitution, the interpretation of the European Court of Justice wins. The primacy of European law follows with this Constitution from the nature of this right itself.
Colleagues, this is a very serious matter. This is not about legal games. This is very fundamental.
This is about the relationship between the national and the European level. The absolute primacy of European law, coupled with the further acquisition of powers, makes the Union more powerful than it has ever been and makes us evolve into a federation. In addition, the EU will become a full-fledged legal entity that will now not only stand beside, but also above the states. This is equally fundamental and extensive. Just because the European Union was not a separate legal entity until now, it was seen, for example, by the German Bundesverfassungsgericht in its famous Maastricht-Urteil as one of the safeguards for the preservation of the sovereignty of the Member States.
The entire text of the 2000 Charter of Fundamental Rights, which has not yet been enforced, is incorporated into a separate section of the Constitution. This is also extensive, because the integration of the Charter into the Constitution must ensure a further federalizing function. It is therefore a further step towards a full-fledged federal Europe and ⁇ not the protection of true fundamental rights and freedoms against the official Europe, as they have been protected by the Court of Justice since 1969. No, lawyers such as Fernand Keuleneer point out that from now on, every individual will be able to go to a national court to challenge national legislation that will infringe on his rights as an EU citizen.
Colleagues, this Constitution formalizes existing social policy powers and introduces new ones, although the left in Europe considers that the Constitution is not yet far enough on the social level. On the other hand, we believe that the entire social policy package should remain at the level of the Member States because it is closely linked to the national characteristics of the individual States. Each nation must be able to put its own emphasis on social redistribution. This means that national governments should be able to manage their own social security systems in accordance with their country’s specific demographic, economic, historical and cultural characteristics.
We believe that the construction of a European prosperity state, a European social model and a common social security is impossible and, moreover, completely undesirable. Additionally, by adopting this Constitution, we further limit our possibilities to conduct our own specific immigration policy and to determine who we will or will not admit to our social security system. This is a little attractive prospect.
Colleagues, the Fleming and the other Europeans should have a clear picture of what the Union stands for, for which it is precisely competent. However, the structure, functioning and powers of the Union are just as incomprehensible and opaque as before and simply incomprehensible for the ordinary citizen. Most of the hundreds of articles are completely unreadable for ordinary Europeans.
The Eurospeak is only comprehensible for some specialists. There is also a huge democratic deficit. I invite you to try reading the book that lies on your table. I think one must have eaten a lot of letters in order to get out of it. What should this be for the ordinary citizen?
I want to say something about subsidiarity. There is also a problem with this. The European Constitution undermines the principle of subsidiarity already incorporated in the Maastricht Treaty.
The Protocol on the application of the principles of subsidiarity and proportionality is annexed to the Constitution. This means that national parliaments can inform the European institutions that a particular legislative proposal for a certain reason does not comply with the principle of subsidiarity. However, if such a reasoned opinion receives the support of at least one-third of all votes of the national parliaments – each Member State has two votes of parliaments – the Commission or another European institution is only obliged to re-examine the proposal, but not to effectively respect the comments of the national parliaments and to amend or withdraw the proposal. There is also a democratic deficit.
I personally address the Chairman of the Chamber in connection with the subsidiarity test, checking whether the EU does not overstep powers.
As stated above, each Member State has two votes from parliaments to sign opposition when the European Union commits an excess of powers. Mr. Prime Minister, in the Belgian context, a cooperation agreement must be concluded on this subject between the federal chambers and the state parliaments, which are on an equal level in Belgium. The state parliaments are therefore also international actors in our country. Since all parliaments in Belgium are equal, we cannot leave this to the federal chambers alone.
However, we defend the principle that the two opposing votes of the parliaments, from whatever parliament they come from, are, in fact, two opposing votes. In other words, if the Flemish and Wallish Parliaments oppose the EU for overriding powers, then the quorum should have been reached and Belgium should note opposition. The issue should be settled as soon as possible. Mr. Prime Minister, Prime Minister Leterme said yesterday in the Flemish Parliament that he would first require the approval of such a cooperation agreement before the European Constitution can be approved in the Parliament.
Mr. Prime Minister, my clear question is therefore also to you whether you agree that a cooperation agreement between the various parliaments should first be concluded before the state parliaments approve the European Constitution.
As stated, therefore, no power is transferred back to the states, nor does the Constitution contain a mechanism to do so. In short, it is pure one-way traffic. There are the exclusive competences of the Union such as the customs union, the rules of competition of the internal market and the monetary policy of the Member States, but there are also the areas of shared competence. If the Union adopts a specific item of regulation in these areas, which are very comprehensive, the Member States have nothing more to say on that point. Furthermore, the Union may also intervene in areas not explicitly within its competence if this is necessary to ⁇ its objectives. Since these objectives have become very broad by the Constitution, in fact a blanco cheque is given to the European Union to act everywhere in the various fields. Finally, there is the issue of Turkish membership. Strictly speaking, this is not the case here, but because the Constitution of the Union does not accurately designate its territory as European countries and in October start accession negotiations with the Asian Muslim country Turkey, which still occupies part of the EU member state Cyprus – one did not forget that – Turkey is indeed a bridge too far for us. A bridge too far also because this country culturally and historically does not belong to Europe and the human rights are still severely violated and the minorities are still being oppressed. In this regard, I refer to an interpellation I held yesterday in the Committee on Foreign Relations, addressed to the competent minister, Karel De Gucht, in which I cited recent reports from Amnesty International and Human Rights Watch, from which I can conclude that the human rights situation in Turkey is still very serious and that there is no immediate hope of recovery.
Freedom of the press in Turkey is very serious. I would like to emphasize this in particular because the Turkish Association of Journalists has asked our attention in particular. In Turkey, a new criminal law was issued, which was supposed to enter into force on April 1, but was postponed again, this time until June. This so-called democratic criminal law not only removes some controversial criminal provisions from the old criminal code, but also adds some very dangerous principles to it. Old and controversial, for example, was the provision that punishes the conduct in which a person commits acts that state institutions can — I quote — “confess and diminish”. Therefore, there is still a punishment in Turkey when one is so-called insulting the institutions. New and of the same nature — which is important — is the provision that states that are punishable — and I quote — “acts that contravene the fundamental national interest.”
As examples, the explanation of this article refers to, I quote: "Making propaganda for a withdrawal of the Turkish troops from Cyprus", when one in Turkey says that one is in favor of the withdrawal of the Turkish troops from Cyprus, then one is punishable, "openly accepting a compromise arrangement in connection with this issue", which is also punishable, "and admitting that the Armenians underwent a genocide after the First World War."
Mr. Prime Minister, if at this moment a journalist in Turkey writes in a newspaper that he finds it scandalous that the Turkish government has still not recognized the genocide of the Armenians, then this journalist flies into prison. This is the current situation in Turkey.
Ladies and gentlemen, I will decide. The Flemish Interest rejects this European Constitution because it is driving Europe too far towards a federal state, because the Union is too concerned with the specific powers of the Member States, and in Belgium also of the counties, because it is too complicated and too opaque, because the democratic deficit remains phenomenally large in many areas and because we reject a monster Europe kordaat.
#15
Official text
Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, je me suis beaucoup interrogée pour savoir comment aborder, en séance plénière de la Chambre, le débat sur le traité établissant une Constitution européenne en donnant un peu de hauteur au débat, en le ramenant aussi à ses justes proportions par rapport à l'enjeu sur lequel nous devons nous prononcer. Or, de manière paradoxale, il n'y a eu aucun débat à la Chambre, aucun examen sérieux du document et on lit et entend tant de choses inexactes sur ce traité. Cette question, je me la pose depuis quelques jours et j'ai choisi de commencer par restituer le contexte historique.
Celui-ci est marqué par l'élargissement aux dix anciens pays de l'Est. Cet élargissement est le véritable événement historique et géopolitique qui doit retenir notre attention. Et manifestement, à entendre les débats et les discussions, il n'est pas encore digéré. On parle encore trop de risques de délocalisation. On ressent encore des craintes au sein de la population, alors que voilà plus d'un an que l'élargissement est une réalité.
Or, depuis l'adoption du Traité de Nice en 2001, l'organisation de l'Union et de ses institutions n'est pas adaptée au fonctionnement à 25. Les débats ont, à l'époque, laissé un goût de trop peu et d'essoufflement de la méthode de négociation qui ont progressivement donné naissance à l'idée de réunir une Convention.
Finalement, en décembre 2001, sous présidence belge, le Sommet de Laeken a décidé de convoquer une Convention européenne chargée de répondre à quatre défis fondamentaux: 1. Comment rapprocher l'Union des citoyens? 2. Comment améliorer le fonctionnement démocratique de l'Union? 3. Comment préparer l'Union à l'élargissement? 4. Comment positionner l'Union dans le monde?
Ce sont ces questions qui ont été posées et, selon moi, c'est par rapport à celles-ci qu'il convient d'évaluer le texte qui nous est proposé aujourd'hui.
J'ai eu l'honneur et le plaisir d'y représenter le Sénat de Belgique au titre de membre suppléante. J'ai aussi eu à coeur de remplir la tâche qui m'avait été confiée par le gouvernement de coprésider avec JeanLuc Dehaene le groupe de concertation informel des représentants belges à la Convention. Je pense que ce groupe a fait preuve de cohérence pour défendre une vision fédérale de l'Europe, assisté en cela par d'excellents collaborateurs du ministère des Affaires étrangères.
Je me permets d'ouvrir ici une parenthèse pour leur adresser mes sincères remerciements.
La Convention fut un moment de transparence, de discussion et de mise en évidence de ce qu'est la construction européenne: une aventure unique dans l'histoire du monde, la décision pour des Etats non pas de construire une nation, concept des 18 ème et 19 ème siècles, ni d'être seulement une organisation internationale comme l'ONU, mais bien de construire une structure politique qui sera dotée de pans entiers de compétences et avec comme seule condition que le niveau européen apporte un plus en matière de qualité de la décision et de bien-être pour la population.
Ce processus déçoit, entend-on. Beaucoup disent que l'on parle d'une Constitution alors qu'elle ne ressemble en rien à notre Constitution nationale, belge ou française. C'est vrai, mais on ne parle pas de la même chose. Je pense qu'avant toute chose, il n'est pas inutile - et certains de mes collègues l'ont déjà fait - de rappeler que la construction de l'Europe, processus unique entamé voici 50 ans, a permis dans un premier temps d'écarter les guerres qui ensanglantaient ce continent depuis des siècles et, dans un deuxième temps, d'améliorer le bien-être des populations.
Ce processus déçoit, soit! Mais il n'est pas si simple de discuter à 28: les quinze de l'époque, les dix nouveaux et les trois candidats. Il s'agit de composer avec des options politiques différentes: les travaillistes anglais, le gouvernement Berlusconi, les socialistes scandinaves en passant par les sociaux-démocrates allemands et les conservateurs polonais sans citer la famille des Verts.
Un exemple pour illustrer la difficulté: dans nos milieux de gauche, madame Dieu, on critique le manque d'harmonisation sociale et le maintien de la règle de l'unanimité en la matière. De manière générale, on peut regretter le maintien de cette règle pour de nombreux domaines, en particulier le social et la fiscalité. Pourtant, dans le domaine social justement, elle apparaît à beaucoup, aux Scandinaves et aux nouveaux pays par exemple, comme indispensable, et cela pour des raisons très opposées, les uns voulant absolument préserver leur système de haute protection sociale et les autres leurs avantages compétitifs liés au moindre coût de leur main d'oeuvre.
Il a donc fallu trouver un compromis accepté par tous! C'est le texte qui est sorti de la Convention et qui est proposé, avec des modifications issues de la CIG, à votre approbation aujourd'hui.
Le nouveau traité, issu de ce compromis, apporte des améliorations importantes par rapport aux traités existants: il clarifie le fonctionnement de l'Union, donne plus de pouvoir au Parlement européen et plus de droits aux citoyens, et améliore la capacité d'action extérieure de l'Union.
Ecolo est très sensible à l'évolution de la politique internationale. Les notions développées par l'administration Bush en particulier effraient beaucoup de démocrates qui souhaitent qu'au niveau international la primauté soit accordée au droit plutôt qu'à la force, que les instances telles que les Nations unies soient respectées.
Il importe donc, pour pouvoir défendre ces principes au niveau mondial, que l'Union européenne puisse faire entendre ce choix. C'est sur la base de ces deux éléments qu'Ecolo justifie le soutien à ce texte issu de quatre années de travail.
En revanche, monsieur le premier ministre, rien ne justifie la précipitation avec laquelle vous nous avez demandé d'adopter ce texte. Le traité constitutionnel n'entrera en vigueur, au plus tôt, que le er 1 er novembre 2006, soit dans plus d'un an. Je tiens à rappeler cette échéance car les Verts ont défendu la tenue d'un référendum européen, qui n'a pu se réaliser, et d'une consultation populaire en Belgique. Les arguments ne manquaient pourtant pas.
D'abord, le contenu du traité lui-même qui prône justement une plus grande participation des citoyens au devenir européen et une implication forte dans la construction européenne. Ensuite, la demande croissante de compléter notre démocratie représentative traditionnelle par des mécanismes de démocratie directe. N'oublions pas que Bruxelles abrite le siège des principales institutions de l'Union et que, de ce fait, le débat aurait pu avoir chez nous une portée démocratique symbolique importante. Pourtant la majorité politique dans ce parlement a rejeté l'idée de cette consultation.
Comme le collègue Bacquelaine, j'ai été étonnée d'entendre la proposition de notre collègue Giet. En effet, au départ, il s'était fermement opposé à l'idée d'une consultation populaire en raison de la complexité du problème — les gens auraient pu ne pas comprendre — et par crainte d'un non. Ce genre de confiance en la population me pose problème! Pendant six mois, on a discuté: "consultation populaire, oui ou non?" Il a été répondu à toutes les objections juridiques en la matière. Et aujourd'hui, on nous dit que le Règlement de la Chambre sera modifié et que, par la suite, on organisera des consultations de la population. De qui se moque-t-on? Je le dis avec amitié et ironie à la fois, mais je me le demande sincèrement.
Pas de débat à la Chambre, pas de discussion, pas de campagne d'information de la population qui avait pourtant été promise par le gouvernement. Néanmoins, on nous rassure en nous disant que l'absence de débat, l'absence d'un examen du texte n'empêcheront pas, à l'avenir, de revenir sur la question de l'information des milieux suffisamment éclairés pour comprendre de quoi il s'agit. J'estime que cette façon d'agir est un manque de respect envers les citoyens, ce n'est pas juste. A la limite, je préfère la position du collègue du CD&V qui estime qu'une question si compliquée ne doit pas être soumise à la population. Au moins, cette position est franche et cohérente. Par contre, l'attitude qui consiste à essayer de plaire à tout le monde me paraît politiquement contestable.
Monsieur le premier ministre, rien ne nous empêche cependant de rendre un peu plus populaire cet enjeu européen, même si nous votons dans des conditions un peu déplorables. Rien ne nous empêche, d'ici 2006, de lancer une campagne d'information pour dire aux Belges qui sont, d'après un sondage paru dans "Le Soir", plutôt pro-européens, de quoi il s'agit et pourquoi la Constitution est pour eux un plus et pas un moins. Reconnaître que ce texte de traité dont nous discutons aujourd'hui est le meilleur compromis obtenu à un moment donné, qu'il n'offre aucun recul par rapport à la situation actuelle et qu'il apporte des améliorations importantes, cela ne signifie pas pour autant qu'Ecolo pense que tout va bien dans la maison "Europe" et qu'il ne faille pas se battre aussi bien en ce qui concerne les politiques menées qu'en ce qui concerne les outils mis en oeuvre.
Je voudrais d'abord critiquer l'attitude la Commission européenne et en particulier de son président actuel. Les options politiques de cette Commission sont trop libérales, monsieur Bacquelaine, et pas assez soucieuses des équilibres sociaux. Le chômage et la pauvreté sont les problèmes les plus importants pour nos sociétés. La stratégie de Lisbonne modifiée ne nous satisfait pas, les options de la Commission en matière de libéralisation du marché des services sont inacceptables.
La dimension environnementale est insuffisante, les enjeux du réchauffement climatique sont insuffisamment pris en compte de même que la promotion indispensable des énergies renouvelables. Il faut signaler, à ce stade, que malgré les efforts conjugués des Verts et de certains pays, le traité Euratom est resté tel quel. Rappelons que ce traité dépassé prévoit encore la promotion de l'énergie nucléaire, alors que l'on connaît les impasses de ce choix et les défis en matière d'énergie qui attendent l'Europe.
La coordination entre les apports nouveaux du traité, tels que la clause sociale transversale ou la Charte de droits fondamentaux et les textes existants devra être réalisée également. Cela veut dire que, dans les politiques du marché unique et de libre concurrence, la dimension sociale et environnementale devra être prise en compte de manière plus déterminante, comme le prévoit le texte du traité constitutionnel.
Le principe de la majorité qualifiée et de la codécision aurait dû être étendu à l'ensemble des compétences de l'Union. Et l'unanimité, déjà existante mais maintenue par le présent traité pour les révisions futures, aurait dû être supprimée. A cet égard, la Belgique doit maintenir sa proposition qui consistait à l'époque, à titre de compromis, à accepter que l'on garde l'unanimité pour la révision des parties I et II du traité mais que, pour la partie III, on puisse aller vers des majorités qualifiées.
Je ne développerai pas ici ces questions. Je préfère me référer aux interventions des experts figurant dans le rapport du Sénat qui ont bien balisé les difficultés et perspectives du traité que nous allons voter.
Faut-il tout jeter sous prétexte que ce traité ne répond pas exactement à tout ce que nous souhaitons? Deux hypothèses entretiennent cette option: une renégociation est possible et la situation sans ce traité serait meilleure qu'avec son adoption.
Je souhaite brièvement réfuter ces deux hypothèses.
La renégociation d'abord. Ce texte est déjà le produit d'une négociation entamée en 2001 lorsque les forces fédéralistes et sociales n'étaient pas majoritaires. Les élections nationales et européennes intervenues entre-temps ont encore été dans le sens d'un renforcement de la droite et des nationalismes. Croire, dans ce contexte politique, qu'on pourrait, par exemple, obtenir davantage d'"Europe sociale" ou une meilleure protection des services publics est malheureusement un leurre. Je vous renvoie d'ailleurs au très bon article paru dans "La Libre Belgique" du 12 mai dans lequel Pascal Lefèvre démontre que le refus de ratification par un Etat ne s'est jamais soldé par une renégociation, ce à la lumière de trois exemples historiques. Ensuite, l'hypothèse, qui consiste à laisser entendre que le refus du traité constitutionnel nous mettrait dans l'obligation de négocier un nouveau texte car nous serions sans traité, est erronée. La nonratification du traité constitutionnel impliquerait seulement le retour au Traité de Nice, ni plus ni moins!
Le choix est clair. Le nouveau traité offre des armes nouvelles, inexistantes dans le Traité de Nice, pour mieux se battre en faveur de politiques européennes plus sociales, plus soucieuses de l'environnement: le rôle accru du Parlement européen, l'obligation de transparence pour les décisions du Conseil, le droit de pétitionnement pour les citoyens, la Charte des droits fondamentaux, la clause sociale transversale, la reconnaissance des partenaires sociaux au niveau européen et une base juridique pour les services d'intérêt général.
Ce texte n'est pas la huitième merveille du monde. Il n'est pas pour autant à rejeter. Il est la pierre angulaire pour poursuivre le combat pour une Europe plus sociale et plus soucieuse de l'environnement.
Ecolo votera en faveur de la ratification parce que si ce texte n'est pas parfait, il contient des avancées qu'il serait dommage de se refuser, parce que nous ne voulons pas un retour au Traité de Nice, parce que nous ne voulons pas que l'on se trompe de cible. Ce n'est pas en votant "non" à la Constitution européenne que l'Europe deviendra moins libérale. C'est en battant la droite aux différents scrutins électoraux nationaux et européens que l'Europe prendra une autre orientation. Il faut pouvoir reconnaître, à un certain moment, qu'une bataille est terminée et si cela donne de meilleures armes, en commencer une autre. C'est le cas d'Ecolo, aujourd'hui.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, dear colleagues, I had a lot of questions about how to address, in the plenary session of the House, the debate on the Treaty establishing a European Constitution by giving a little height to the debate, by also bringing it back to its proper proportions in relation to the issue on which we must speak. However, paradoxically, there has been no debate in the House, no serious examination of the document, and so many inaccurate things are read and heard about this treaty. This question, I have asked myself for a few days and I have chosen to start by returning the historical context.
This is marked by the expansion to the ten former Eastern countries. This enlargement is the real historical and geopolitical event that must draw our attention. And obviously, to hear the debates and discussions, he is not yet digested. There are too many risks of relocation. There are still fears among the population, while more than a year ago the enlargement has become a reality.
However, since the adoption of the Treaty of Nice in 2001, the organization of the Union and its institutions has not been adapted to the functioning of 25. The debates, at the time, left a taste of too little and breathing of the method of negotiation which gradually gave rise to the idea of bringing together a Convention.
Finally, in December 2001, under the Belgian Presidency, the Laeken Summit decided to convene a European Convention to address four fundamental challenges: 1. How can we bring the Union closer to the citizens? 2 of 2. How can the democratic functioning of the Union be improved? 3 of 3. How can the EU prepare for enlargement? 4 of 4. How can we position the Union in the world?
These are the questions that have been asked and, in my opinion, it is in relation to them that the text that is proposed to us today should be evaluated.
I was honored and pleased to represent the Senate of Belgium as a replacement member. I also had the heart to fulfill the task that had been entrusted to me by the Government of co-presiding with JeanLuc Dehaene the informal consultation group of Belgian representatives at the Convention. I think that this group has shown consistency in defending a federal vision of Europe, assisted in this by excellent collaborators from the Ministry of Foreign Affairs.
I allow myself to open a parenthesis here to address them my sincere thanks.
The Convention was a time of transparency, discussion and highlighting what European construction is: a unique adventure in the history of the world, the decision for States not to build a nation, concept of the 18th and 19th centuries, nor to be just an international organization like the UN, but rather to build a political structure that will be endowed with entire breeds of competence and with as sole condition that the European level brings a plus in terms of quality of decision and well-being for the population.
This process is disappointing, we hear. Many say that we are talking about a Constitution while it is in no way similar to our national, Belgian or French Constitution. It is true, but we are not talking about the same thing. I think that, first of all, it is not unnecessary – and some of my colleagues have already done it – to recall that the construction of Europe, a single process begun 50 years ago, allowed in the first time to remove the wars that have bleeding this continent for centuries and, in the second time, to improve the well-being of the populations.
This process is disappointing. But it is not so simple to discuss at 28: the fifteen of the time, the ten new and the three candidates. It’s about dealing with different political options: the English Labourists, the Berlusconi government, the Scandinavian Socialists through the German Social Democrats and the Polish Conservatives, not to mention the Greens family.
An example to illustrate the difficulty: in our left-wing circles, Madame Dieu, we criticize the lack of social harmonization and the maintenance of the rule of unanimity in this matter. Generally speaking, it is regrettable that this rule remains in many areas, in particular social and taxation. Yet, in the social sphere precisely, it appears to many, in Scandinavia and new countries for example, as indispensable, and this for very opposite reasons, some wanting absolutely to preserve their system of high social protection and others their competitive advantages related to the lower cost of their labor.
There was a compromise that was accepted by all. This is the text that came out of the Convention and which is proposed, with modifications from the CIG, for your approval today.
The new treaty, resulting from this compromise, brings significant improvements compared to existing treaties: it clarifies the functioning of the Union, gives more powers to the European Parliament and more rights to citizens, and improves the capacity of the Union for external action.
Ecolo is very sensitive to the evolution of international politics. The concepts developed by the Bush administration in particular frighten many Democrats who wish that at the international level the primacy be given to law rather than force, that instances such as the United Nations be respected.
It is therefore important, in order to be able to defend these principles at the global level, that the European Union can make this choice heard. It is on the basis of these two elements that Ecolo justifies the support for this text resulting from four years of work.
On the other hand, Mr. Prime Minister, nothing justifies the hurry with which you have asked us to adopt this text. The Constitutional Treaty will enter into force no earlier than on 1 November 2006, or in more than a year. I would like to recall this deadline because the Greens defended the holding of a European referendum, which could not be held, and a popular consultation in Belgium. However, arguments were not lacking.
First, the content of the Treaty itself, which promotes a greater participation of citizens in the European becoming and a strong involvement in the European construction. Then, the growing demand to complement our traditional representative democracy with direct democracy mechanisms. Let us not forget that Brussels is home to the headquarters of the main institutions of the Union and that, as a result, the debate could have had a significant symbolic democratic reach in our country. However, the political majority in this parliament rejected the idea of this consultation.
Like colleague Bacquelaine, I was surprised to hear our colleague Giet’s proposal. Indeed, at first, he had firmly opposed the idea of a popular consultation because of the complexity of the problem — people might not have understood — and for fear of a no. This kind of confidence in people is a problem for me. For six months, it was discussed: "popular consultation, yes or no?" It was answered to all legal objections in the matter. And today we are told that the Rules of the Chamber will be amended and that subsequently consultations of the population will be held. Who are we laughing at? I say it with friendship and irony at the same time, but I sincerely ask myself.
No debate in the House, no discussion, no public information campaign that was promised by the government. Nevertheless, we are reassured by telling us that the absence of debate, the absence of a review of the text will not prevent, in the future, to return to the question of information from medium sufficiently enlightened to understand what it is about. I think this way of acting is a lack of respect for citizens, it is not fair. At the limit, I prefer the position of the CD&V colleague who believes that such a complicated issue should not be submitted to the population. At least, this position is frank and consistent. On the other hand, the attitude that consists in trying to please everyone seems to me politically disputable.
Mr. Prime Minister, nothing prevents us, however, from making this European issue a little more popular, even if we vote under somewhat deplorable conditions. Nothing prevents us, by 2006, from launching an information campaign to tell the Belgians who are, according to a poll published in "Le Soir", rather pro-European, what it is about and why the Constitution is for them a plus and not a less. Recognizing that this treaty text that we are discussing today is the best compromise at any time, that it offers no retreat from the current situation and that it brings significant improvements, does not mean that Ecolo thinks that everything is going well in the house “Europe” and that there is no need to fight both in terms of the policies carried out and in terms of the tools implemented.
I would like to first criticize the attitude of the European Commission and in particular of its current president. The political options of this Commission are too liberal, Mr. Bacquelaine, and not concerned enough with social balances. Unemployment and poverty are the most important problems for our societies. The revised Lisbon Strategy does not satisfy us, the Commission’s options regarding the liberalization of the service market are unacceptable.
The environmental dimension is insufficient, the challenges of global warming are insufficiently taken into account as well as the indispensable promotion of renewable energies. It should be noted, at this stage, that despite the joint efforts of the Greens and some countries, the Euratom Treaty has remained as it is. Remember that this outdated treaty still provides for the promotion of nuclear energy, while we know the impasse of this choice and the energy challenges that await Europe.
Coordination between the new contributions of the Treaty, such as the transversal social clause or the Charter of Fundamental Rights, and existing texts will also need to be achieved. This means that in the policies of the single market and of free competition, the social and environmental dimension will have to be taken more decisively into account, as provided for in the text of the Constitutional Treaty.
The principle of qualified majority and co-decision should have been extended to all the competences of the Union. And the unanimity, already existing but ⁇ ined by this Treaty for future revisions, should have been removed. In this regard, Belgium must maintain its proposal, which at the time consisted, as a compromise, in accepting that the unanimity for the revision of Parts I and II of the Treaty be retained but that, for Part III, qualified majorities may be adopted.
I will not develop these questions here. I prefer to refer to the interventions of the experts included in the Senate report, who well highlighted the difficulties and prospects of the treaty that we are going to vote on.
Should we throw everything under the pretext that this treaty does not meet exactly everything we want? Two assumptions support this option: a renegotiation is possible and the situation without this treaty would be better than with its adoption.
I would like to briefly refute these two assumptions.
First the renegotiation. This text is already the product of a negotiation that began in 2001 when the federal and social forces were not majority. The national and European elections held in the meantime have also been in the direction of strengthening the right and nationalism. To believe, in this political context, that one could, for example, obtain more “Social Europe” or better protection of public services is unfortunately a deception. I also refer you to the very good article published in "La Libre Belgique" on May 12, in which Pascal Lefèvre demonstrates that the refusal of ratification by a State has never resulted in a renegotiation, this in the light of three historical examples. Then, the hypothesis, which is to suggest that the rejection of the constitutional treaty would put us in the obligation to negotiate a new text because we would be without a treaty, is wrong. The non-ratification of the constitutional treaty would only involve the return to the Treaty of Nice, neither more nor less!
The choice is clear. The new treaty offers new weapons, nonexistent in the Nice Treaty, to better fight for more social, more environmentally-conscious European policies: the increased role of the European Parliament, the obligation of transparency for Council decisions, the right to petition for citizens, the Charter of Fundamental Rights, the transversal social clause, the recognition of social partners at European level and a legal basis for services of general interest.
It is not the eighth wonder of the world. However, it is not to be rejected. It is the cornerstone for continuing the struggle for a more social and environmentally responsive Europe.
Ecolo will vote in favour of ratification because if this text is not perfect, it contains advances that it would be a shame to refuse, because we do not want a return to the Treaty of Nice, because we do not want one to go wrong. It is not by voting “no” to the European Constitution that Europe will become less liberal. It is by beating the right against the different national and European electoral scrutiny that Europe will take a different direction. It is necessary to be able to recognize, at a certain point, that one battle is over, and if it gives better weapons, start another. This is the case with Ecolo today.
#16
Official text
Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, ik zou mij vooreerst willen verheugen over het debat dat we samen kunnen voeren in de plenaire vergadering. Ik zou mij er ook over willen verheugen dat de Kamer van volksvertegenwoordigers positief heeft geantwoord op de uitnodiging van de regering om van de ratificatie van de Europese Grondwet een prioriteit te maken en op die manier met België een positief signaal te geven ten opzichte van de Europese Grondwet. Het is mijn diepste hoop dat ook de parlementaire assemblees van de regio's en de gemeenschappen met hetzelfde enthousiasme snel zouden komen tot de ratificatie van onderhavige tekst en van de Europese Grondwet.
Translated text
First of all, I would like to welcome the debate that we can conduct together in the plenary session. I would also like to welcome the fact that the House of Representatives has responded positively to the government’s invitation to make the ratification of the European Constitution a priority and thus to give a positive signal with Belgium in relation to the European Constitution. It is my deepest hope that the parliamentary assemblies of the regions and communities, with the same enthusiasm, will quickly come to the ratification of this text and of the European Constitution.
#17
Official text
Als regering, mijnheer de voorzitter, collega's, steunen wij uiteraard ten volle de Europese Grondwet, want zij is de uitdrukking van ons geloof in de noodzaak van een verdere Europese integratie. We moeten zeggen dat wat wij vandaag bespreken een beetje een eindpunt is van een lang proces, dat ongeveer vier jaar geleden in gang werd gestoken. Wie beweert dat er nog maar weinig debat gevoerd is over de Europese Grondwet, ook hier in het Parlement, vergist zich wel degelijk. Ik herinner mij dat in de voorbije vier jaar in elke bijeenkomst van de Europese adviesraad van dicht of van ver over het ontwerp van Europese Grondwet werd gesproken.
Translated text
As a government, Mr. Speaker, colleagues, we naturally fully support the European Constitution, because it is the expression of our belief in the need for further European integration. We must say that what we are discussing today is somewhat the end point of a long process, which began about four years ago. Anyone who claims that there has been little debate about the European Constitution, even here in Parliament, is wrong. I remember that in the last four years, in every meeting of the European Advisory Council, the draft of the European Constitution was discussed closely or far.
#18
Official text
Het is het einde van een lang proces, dat in feite begon tijdens een van de nachten toen het Verdrag van Nice werd gesloten. Toen liet België samen met twee andere lidstaten, namelijk Duitsland en Italië, in de conclusies van de Raad van Nice de bepaling inschrijven dat verdergaand dan het Verdrag van Nice moest nagedacht worden over een fundamentele hertekening van de verdragen van de Europese Unie. Het is daar in de loopgraven van Nice, als ik het zo mag uitdrukken, dat wij als land, samen met een aantal medestanders een eerste opening hebben geforceerd om binnen de Europese Unie tot de Europese Grondwet te komen.
Translated text
It is the end of a long process, which in fact began during one of the nights when the Treaty of Nice was concluded. Then Belgium, together with two other Member States, namely Germany and Italy, included in the conclusions of the Council of Nice the provision that a fundamental rewrite of the Treaties of the European Union should be considered beyond the Treaty of Nice. It is there in the tombs of Nice, if I can express it so, that we as a country, together with a number of fellow supporters, have forced a first opening in order to reach the European Constitution within the European Union.
#19
Official text
De volgende fase was de Verklaring van Laken, waarin wij alle fundamentele vragen die zouden moeten worden behandeld, hebben opgesomd. We hebben toen bewust gekozen voor de methode van de vragen, omdat op die manier de Raad en degenen die het moeilijk hebben met de Europese integratie en met de Europese Unie, bereid waren om verder te gaan. Als er een vraagteken staat aan het einde van een zin, is men uiteraard sneller geneigd om die te aanvaarden dan wanneer er een uitroepingsteken aan het einde van die zin wordt neergeschreven.
Translated text
The next stage was the Laken Declaration, in which we have summarized all the fundamental questions that should be addressed. We then deliberately chose the method of asking questions, because in this way the Council and those who have difficulty with European integration and with the European Union were willing to move forward. If there is a question mark at the end of a sentence, one is naturally more prone to accept it than if a call mark is written at the end of that sentence.
#20
Official text
Het is dus met deze verklaring van Laken dat voor het eerst de term "grondwet" werd opgenomen in teksten van de Europese Unie.
Translated text
So it is with this statement of Laken that for the first time the term "constitution" was incorporated into texts of the European Union.
#21
Official text
Dan is de derde fase gekomen: de fase van de Conventie. Ik zou van deze gelegenheid gebruik willen maken, collega's, om ongetwijfeld in uw aller naam — op enkele uitzonderingen na — alle Belgische leden en de vice-voorzitter, Jean-Luc Dehaene, van de Conventie te danken voor de enorme inzet die zij steeds hebben betoond bij het verdedigen van onze standpunten. Dat Belgisch standpunt is specifiek in de Europese Unie, laten we dat maar even onderstrepen. Wij zijn degenen die van nature de voorlopers zijn in de Europese Unie om zo ver mogelijk te gaan in de Europese integratie. Dat brengt plichten met zich mee en ook moeilijkheden. Dat betekent immers dat wij altijd het uiteindelijke resultaat aan die oorspronkelijke doelstelling gaan toetsen: zijn wij ver genoeg gegaan in de Europese integratie met deze Grondwet?
Translated text
Then came the third phase: the phase of the Convention. I would like to take this opportunity, colleagues, to undoubtedly thank, on behalf of all of you – with a few exceptions – all Belgian members and the Vice-President of the Convention, Jean-Luc Dehaene, for the enormous commitment they have always shown in defending our positions. That Belgian position is specific in the European Union, let’s just emphasize that. We are those who are naturally the forerunners in the European Union to go as far as possible in European integration. This brings with it duties and also difficulties. That means that we always test the final outcome on that original goal: have we gone far enough in European integration with this Constitution?
#22
Official text
Ten slotte werd voor het voortreffelijke werk van de Europese Conventie een heel open methode gehanteerd. Die vergaderingen waren open, alle voorstellen en amendementen die ter discussie lagen werden bekend gemaakt, net als de stemmingen. Uiteindelijk is men gekomen tot een vrij coherent resultaat, wat niet evident was bij de aanvang van de Conventie. Dat heeft dan geleid tot de Intergouvernementele Conferentie. Dat was het gemakkelijkste deel van het werk, al zijn er nog twee voorzitterschappen over gegaan, namelijk het Italiaanse en het finale resultaat onder het Ierse voorzitterschap. Tot heden, collega's, hebben een zevental landen de Grondwet al geratificeerd. Rond het einde van deze maand kunnen we verwachten dat Oostenrijk en Duitsland deze groep zullen vervoegen. Dan zullen we allemaal hoopvol — ik althans, anderen misschien minder — uitkijken binnen een paar weken naar Frankrijk en Nederland waar, zoals u weet, referenda worden gehouden.
Translated text
Finally, a very open method was used for the excellent work of the European Convention. Those meetings were open, all proposals and amendments being discussed were made public, as were the votes. Eventually, a fairly coherent result was achieved, which was not evident at the beginning of the Convention. This led to the Intergovernmental Conference. That was the easiest part of the work, although there have been two more presidencies, namely the Italian presidency and the final result under the Irish presidency. So far, colleagues, seven countries have already ratified the Constitution. By the end of this month, we can expect Austria and Germany to join this group. Then we will all look forward hopefully — at least I, maybe others less — within a few weeks to France and the Netherlands where, as you know, referendums are held.
#23
Official text
Het zou ons natuurlijk ten zeerste bedroeven indien het resultaat van zoveel inspanningen die de jongste vier jaar werden geleverd sedert de oprichting van de groep van Laken, teniet zou worden gedaan. We mogen niet vergeten dat wat nu voorligt, toch wel een unicum is. Ik heb het reeds gezegd: het is een Europese Conventie die de Europese Grondwet heeft voorbereid. Dat is volgens mij gebeurd op een vrij innovatieve manier waarbij iedereen werd betrokken, in tegenstelling tot wat hier daarjuist werd beweerd op de tribune. Dat waren de vertegenwoordigers van de parlementen van de 25 nationale lidstaten, dus niet zo maar eender wie, maar de afgevaardigden, aangeduid door elk nationaal parlement van de 25 lidstaten. Ten tweede was er een vertegenwoordiging van het Europarlement, waarbij alle groepen, alle politieke tendensen van het Europarlement betrokken waren. Ten derde waren er de vertegenwoordigers van alle regeringen van de 25 lidstaten en van de lidstaten die in de toekomst zullen toetreden. Dan waren er ook de vertegenwoordigers van de verschillende Europese instellingen, in het bijzonder de Europese Commissie die dan toch de garant of de waarborg is voor het communautaire belang binnen de Europese Unie. Er werd intensief gewerkt en breed geconsulteerd. De transparante wijze waarop de Conventie is verlopen, mag als baanbrekend worden gecatalogeerd.
Translated text
We would, of course, be deeply saddened if the result of so many efforts that have been made in the last four years since the establishment of the Laken Group would be overthrown. We must not forget that what is now ahead is still a unicum. I have already said it: it is a European Convention that prepared the European Constitution. I think it happened in a rather innovative way in which everyone was involved, contrary to what was claimed here at the tribune. These were the representatives of the parliaments of the 25 national Member States, so not so much anybody, but the deputies, designated by each national parliament of the 25 Member States. Second, there was a representation of the European Parliament, involving all the groups, all the political tendencies of the European Parliament. Third, there were representatives of all the governments of the 25 Member States and of the Member States that will join in the future. Then there were also the representatives of the various European institutions, in particular the European Commission, which is the guarantor or guarantor of the Community interest within the European Union. Intensive work was carried out and widely consulted. The transparent manner in which the Convention has been implemented may be cataloged as pioneering.
#24
Official text
Het resultaat van de Conventie heeft alle verwachtingen overtroffen. Het heeft op een doordringende wijze de werkzaamheden van de Intergouvernementele Conferentie beïnvloed. Volgens mij, collega's, is er met deze innovatieve werkwijze van de Conventie die wij in Laken hebben opgericht, een definitief precedent geschapen in de Europese Unie. Daarmee bedoel ik dat er in de toekomst geen belangrijke verdragswijzigingen binnen de Unie zullen doorgevoerd worden dan langs de methode van de oprichting van een conventie waarbij alle onderdelen van de Europese Unie — nationale parlementen, Europees Parlement, nationale regeringen en Europese Commissie — betrokken zijn.
Translated text
The outcome of the Convention exceeded all expectations. It has profoundly influenced the work of the Intergovernmental Conference. In my opinion, colleagues, this innovative approach of the Convention that we established in Laken has created a definitive precedent in the European Union. This means that no major treaty changes will be made within the Union in the future except through the method of establishing a convention involving all components of the European Union — national parliaments, the European Parliament, national governments and the European Commission.
#25
Official text
Het enige wat we moeten hopen is dat in de toekomst, naast de Conventie, ook de Europese burger een rechtstreekse inbreng kan doen
Translated text
All we can hope is that in the future, in addition to the Convention, the European citizen can also make a direct contribution.
#26
Official text
Het resultaat, de Europese Grondwet zoals ze voorligt, zou ik namens de regering ten stelligste willen aanbevelen voor ratificatie. Het resultaat beantwoordt grotendeels aan de ambitie die wij ons van bij het begin hadden gesteld. Ik wil dit aantonen door een aantal retorische vragen te stellen.
Translated text
The result, the European Constitution as it presents, I would strongly recommend on behalf of the government for ratification. The result largely corresponds to the ambition we set ourselves from the beginning. I want to demonstrate this by asking a few rhetorical questions.
#27
Official text
Wie had een paar jaar geleden geloofd dat we effectief een Grondwet voor de Europese Unie zouden realiseren, een woord dat taboe was tot voor een paar jaar? Wie had geloofd dat het grondrechtencharter zou worden geïntegreerd in het grondwettelijk verdrag? Op het ogenblik dat het charter tot stand kwam was het nog onmogelijk om het te integreren in de verdragen van de Europese Unie. Wie had een paar jaar geleden geloofd dat die ingewikkelde pijlerstructuur — de eerste, de tweede, de derde pijler — die ontstaan waren uit de compromissen van Maastricht, uiteindelijk zou worden afgeschaft en uitgewist en dat we tot een eenheidstructuur in de Unie zouden terugkeren? Wie had een paar jaar geleden gedacht dat we een functie zouden creëren van een Europees minister van Buitenlandse Zaken, een bij uitstek intergouvernementeel onderdeel tot op heden van de actie binnen de Europese Unie? Wie had een aantal jaar geleden gedacht dat we de band zouden aanhalen met de nationale parlementen en een nieuwe toets van subsidiariteit zouden invoeren waarbij de nationale parlementen rechtstreeks die toets kunnen uitvoeren en de controle kunnen realiseren? Wie had enkele jaren geleden gedacht dat de bevoegdheden van het Europees Parlement verder zouden worden uitgebreid, voornamelijk via de uitbreiding van de medebeslissingsprocedure met een volledige bevoegdheid over de volledige begroting van de Europese Unie, een punt dat collega Van Rompuy terecht heeft onderstreept. Wie had gedacht — ik herinner me nog de zeer weifelende reacties over de zogenaamde en door sommigen vergruisde Pralinetop — dat ook op het vlak van Defensie in de Europese Grondwet een belangrijke vooruitgang zou worden geboekt, met inbegrip van vormen van verstrekt samenwerking? Vandaag is die samenwerking in de Europese Unie een realiteit, al moeten er in de toekomst nog stappen worden ondernomen. Wie had enkele jaren geleden geloofd dat voor de enorm wankele compromissen van Nice betere oplossingen zouden worden gevonden teneinde tot een meer democratische werking te komen, een meer efficiënte besluitvorming, zowel in de Europese Raad als in de Europese Commissie?
Translated text
Who would have believed a few years ago that we would effectively realize a Constitution for the European Union, a word that was taboo until for a few years? Who would have believed that the Charter of Fundamental Rights would be integrated into the constitutional treaty? At the time the Charter was created, it was still impossible to integrate it into the treaties of the European Union. Who would have believed a few years ago that the complex pillar structure — the first, the second, the third pillar — which arose from the Maastricht compromises would eventually be abolished and erased and that we would return to a unified structure within the Union? Who would have thought a few years ago that we would create a position of a European Minister of Foreign Affairs, a highly intergovernmental component to date of action within the European Union? Who would have thought a few years ago that we would strengthen ties with national parliaments and introduce a new subsidiarity test where national parliaments could directly carry out that test and realize the control? Who would have thought a few years ago that the powers of the European Parliament would be further expanded, mainly through the extension of the co-decision procedure to a full power over the entire budget of the European Union, a point that colleague Van Rompuy rightly emphasized. Who would have thought — I remember the very regrettable reactions to the so-called and by some crushed Pralinetop — that there would also be significant advances in the European Constitution in the field of defence, including forms of cooperation provided? Today, this cooperation in the European Union is a reality, although steps need to be taken in the future. Who would have believed a few years ago that better solutions would be found for the extremely vacillating compromises of Nice in order to ⁇ a more democratic functioning, a more efficient decision-making, both in the European Council and in the European Commission?
#28
Official text
Wie, ten slotte, had gedacht, enkele jaren geleden, dat wij die ingewikkelde structuur van de Europese Unie, die tot hier toe stoelt op 16 verschillende vormen van besluitvorming — richtlijnen, beschikkingen, kaderprogramma's en dergelijke meer —, die inflatie van wetgevende instrumenten zouden kunnen herleiden en drastisch vereenvoudigen tot de 6 instrumenten die nu zijn ingeschreven in de Europese Grondwet.
Translated text
Finally, who would have thought, a few years ago, that we could draw back that complex structure of the European Union, which so far rests on 16 different forms of decision-making — directives, decisions, framework programs and the like — that inflation of legislative instruments and drastically simplify to the 6 instruments now inscribed in the European Constitution.
#29
Official text
Met andere woorden, collega's, wanneer wij een conclusie kunnen maken, is het de volgende. Een groot deel van de ambitie die wij hadden, op de top van Laken, bij de oprichting van de Conventie, werd beloond, al moeten wij ook durven te erkennen, vandaag hier in het halfrond, dat wij niet op alle punten ons gelijk hebben gehaald. Het ware bijvoorbeeld heel wat mooier geweest, vind ik, indien er in veel meer gekwalificeerde meerderheden was voorzien, bijvoorbeeld op het vlak van fiscaliteit of op het vlak van het sociaal beleid. Het ware ook beter geweest dat er makkelijker methodes werden uitgewerkt voor bepaalde onderdelen. Ik heb het dan met name over het derde deel, dat van de beleidsdomeinen.
Translated text
In other words, colleagues, when we can draw a conclusion, it is the following. Much of the ambition we had at the summit of Laken, at the establishment of the Convention, was rewarded, although we must dare to admit, today here in the hemisphere, that we have not been right in all points. For example, it would have been much more beautiful, I think, if much more qualified majorities were provided, for example in the field of taxation or in the field of social policy. It would also have been better if easier methods were developed for certain parts. I am speaking especially about the third part, that of the policy areas.
#30
Official text
Het ware wellicht ook wenselijk geweest een sterkere impuls te geven in de Grondwet om de Unie in de toekomst te voorzien van de nodige eigen, autonome, financiële middelen. Dat zal vooral in de komende dagen, weken en maanden blijken bij de onderhandelingen over de financiële perspectieven. Die onderhandelingen over de financiële perspectieven zouden ongelooflijk veel gemakkelijker geweest zijn indien er meer eigen financiële middelen voor de Europese Unie gecreëerd waren door middel van de Europese Grondwet.
Translated text
It might also have been desirable to give a stronger impetus in the Constitution in order to provide the Union in the future with the necessary own, autonomous, financial resources. This will be especially evident in the coming days, weeks and months when negotiating the financial prospects. These negotiations on the financial prospects would have been incredibly much easier if more own financial resources had been created for the European Union through the European Constitution.
#31
Official text
Maar ik meen dat wij het belangrijkste in elk geval hebben gevrijwaard, meer nog, dat wij het belangrijkste hebben bereikt en versterkt. Wat is het belangrijkste in de Europese Grondwet? Er komt een Europese Unie waar de communautaire methode de basis is en blijft en verder versterkt wordt. Die Europese Unie zal worden klaargestoomd om werkbaar te blijven voor de komende decennia.
Translated text
But I think that we have liberated the most important in any case, and moreover, that we have achieved and strengthened the most important. What is the most important thing in the European Constitution? A European Union is coming where the Community method is the basis and remains and is further strengthened. That European Union will be prepared to remain operational for the coming decades.
#32
Official text
Wij moeten ook erkennen — dat hoort ook bij het belangrijkste — dat de Europese Unie democratischer, efficiënter en transparanter kan worden. Niemand zal die kwalificatie kunnen betwisten, tenzij men ze verkeerd heeft begrepen of tenzij men uiteraard van slechte wil zou zijn.
Translated text
We must also acknowledge — which is also one of the most important things — that the European Union can become more democratic, more efficient and more transparent. No one will be able to challenge that qualification unless one has misunderstood it or unless one is of obvious bad will.
#33
Official text
Il faut également répondre aux questions suivantes: pourquoi toutes ces questions, tous ces doutes persistent-ils? Pourquoi tant de critiques, surtout dans un certain nombre de pays de l'Union européenne qui nous entourent?
Translated text
We must also answer the following questions: why all these questions, all these doubts persist? Why so much criticism, especially in a number of countries of the European Union that surround us?
#34
Official text
Je peux admettre que la valeur symbolique qui se cache derrière la terminologie "Constitution" ou derrière l'instauration de nouveaux symboles pour l'Union soit considérée par certains comme insuffisante. Je peux également admettre qu'exceptionnellement, l'élargissement suscite auprès de certains un sentiment d'aliénation, même si cela n'a rien à voir avec l'adoption de la Constitution européenne. En outre, il faut reconnaître que l'Union ne changera pas en substance dès le premier jour de l'entrée en vigueur de la Constitution. Je veux souligner que les effets de l'adoption de la Constitution ne seront pas aussi tangibles que lors de l'introduction de l'euro, par exemple, ou lors de la suppression des frontières.
Translated text
I can admit that the symbolic value hidden behind the terminology “Constitution” or behind the introduction of new symbols for the Union is considered by some to be insufficient. I can also admit that exceptionally, the enlargement arouses in some a feeling of alienation, even though it has nothing to do with the adoption of the European Constitution. Furthermore, it must be recognised that the Union will not change in substance from the first day of the entry into force of the Constitution. I want to emphasize that the effects of the adoption of the Constitution will not be as tangible as when the introduction of the euro, for example, or when the removal of borders.
#35
Official text
A mesure que s'écoule le temps, nous allons voir que les pays européens, avec cette Constitution, vont coopérer d'une façon beaucoup plus étroite. Je crois également que les institutions sont à la hauteur. Les citoyens et les entreprises, petit à petit, vont bénéficier de la plus-value découlant d'une Union européenne qui offre une réponse à des questions dépassant les frontières nationales et dont le travail se fera d'une manière beaucoup plus efficace.
Translated text
As time passes, we will see that the European countries, with this Constitution, will cooperate in a much closer way. I also believe that the institutions are at the height. Citizens and ⁇ , gradually, will benefit from the added value resulting from a European Union that offers answers to issues that cross national borders and whose work will be done in a much more efficient way.
#36
Official text
C'est aussi la raison pour laquelle nous allons organiser une campagne d'information qui sera lancée dans quelques jours par le biais de la radio, dans les journaux, les magazines, les bureaux de poste. C'est un élément important pour informer mais qui ne sera pas "post factum" puisqu'il y a encore beaucoup de parlements, aux niveaux régional et communautaire, qui vont devoir répondre positivement à cette Constitution européenne. En effet, nous avons besoin d'une approche pédagogique suivie pour être à même d'expliquer en toute sérénité le contenu de la Constitution et de mettre en pratique sa valeur et sa signification.
Translated text
This is also the reason why we will organize an information campaign that will be launched in a few days through the radio, in newspapers, magazines, post offices. This is an important element to inform but it will not be "post factum" since there are still many parliaments, at the regional and community levels, who will have to respond positively to this European Constitution. Indeed, we need a pedagogical approach followed in order to be able to explain in all serenity the content of the Constitution and to put into practice its value and its meaning.
#37
Official text
Chers collègues, la signification et le contenu de cette Constitution ont déjà suscité nombre de débats, à juste titre mais aussi à tort, pertinents et parfois entièrement à côté de la question. Certains pays pratiquent tant l'information que la désinformation. Certaines considérations liées à l'actualité européenne, qu'il s'agisse de l'élargissement ou de développement socio-économique, sont dévolues à la Constitution. Or, dans les faits, elles ne découlent que de décisions antérieures qui n'ont rien à voir avec la Constitution ou sont la conséquence de la législation actuelle existant dans l'Union européenne.
Translated text
Dear colleagues, the meaning and content of this Constitution have already aroused many debates, rightly but also wrongly, relevant and sometimes entirely next to the question. Some countries practice both information and disinformation. Some considerations related to the European current, whether it is the enlargement or socio-economic development, are devoted to the Constitution. However, in fact, they arise only from previous decisions that have nothing to do with the Constitution or are the consequence of current legislation existing in the European Union.
#38
Official text
Par exemple, les spéculations quant à une éventuelle alternative vont bon train dans beaucoup de pays. Un plan B. Ne serait-on pas mieux sans cette Constitution? Si le "non" l'emportait, ne pourrait-on pas parvenir, après de nouvelles négociations, à de meilleurs résultats? Ce sont les questions posées dans certains pays aujourd'hui. A vrai dire, c'est uniquement le contraire qui me convainc: il n'y a ni alternative ni plan B. Une renégociation ne se traduirait pas du tout par une meilleure solution, par de meilleurs résultats. Rompre le traité mettrait en morceaux un équilibre trouvé laborieusement entre les petits et les grands Etats membres, entre les nouveaux et les anciens Etats membres et entre les partisans d'une approche plus communautaire, comme nous, et ceux d'une approche plus intergouvernementale. En effet, la Constitution crée un cadre permettant à l'Union européenne et à ses Etats membres de poursuivre leur développement. Il ne s'agit pas d'un point d'arrivée mais l'adoption de cette Constitution européenne est plutôt un nouveau point de départ. Remettre en question ce résultat susciterait des problèmes et reviendrait à implorer le déclin. L'Europe serait affaiblie, paralysée et les progrès enregistrés actuellement en termes socio-économiques seraient annihilés. La Belgique, aujourd'hui, mesure parfaitement l'enjeu car nous avons notamment contribué à l'obtention de la clause sociale horizontale et à l'introduction d'une base juridique pour les services d'intérêt général.
Translated text
For example, speculation about a possible alternative is running well in many countries. A plan B. Wouldn’t it be better without the Constitution? If the “No” prevailed, could we not, after further negotiations, ⁇ better results? These are the questions posed in some countries today. In fact, it is only the opposite that convinces me: there is no alternative or plan B. A renegotiation would not at all result in a better solution, in better results. Breaking the treaty would break a hard-fought balance between small and large Member States, between new and old Member States, and between supporters of a more community-based approach, like us, and those of a more intergovernmental approach. In fact, the Constitution creates a framework allowing the European Union and its Member States to continue their development. This is not a point of arrival, but the adoption of this European Constitution is rather a new starting point. To question this outcome would cause problems and would be like imploring decline. Europe would be weakened, paralyzed, and the current socio-economic progress would be annihilated. Belgium now meets the challenge perfectly because we have contributed in particular to obtaining the horizontal social clause and the introduction of a legal basis for services of general interest.
#39
Official text
Monsieur le président, chers collègues, il appartient donc évidemment à chacun des Etats membres d'approuver le traité selon ses propres procédures. Nous devons respecter cette liberté mais aujourd'hui, munis de votre aval, j'espère, je suis convaincu que nous prendrons la bonne décision qui pourra aussi, dans dix jours, dans deux semaines, inspirer d'autres Etats membres.
Translated text
It is therefore obviously up to each Member State to approve the Treaty according to its own procedures. We must respect this freedom but today, with your approval, I hope, I am convinced that we will make the right decision that can also, in ten days, in two weeks, inspire other Member States.
#40
Official text
Je vous remercie.
Translated text
I thank you.