plenum van 2005-12-01 14:16:00+00:00 in Chamber of representatives

General information

Full name: plenum van 2005-12-01 14:16:00+00:00 in Chamber of representatives
Type: plenum
URL: https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip172.html
Parliament: Chamber of representatives

You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!

Propositions that were discussed

Code	Date	Adopted	Title
51K2017	06/10/2005	✔	Projet de loi modifiant le Code des sociétés.
51K1968	25/07/2005	✔	Projet de loi relatif à la détention des stocks obligatoires de pétrole et des produits pétroliers et à la création d'une agence pour la gestion d'une partie de ces stocks et modifiant la loi du 10 juin 1997 relative au régime général, à la détention, à la circulation et aux contrôles des produits soumis à accises.

Discussions

You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.

Discussions statuses

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#4	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#5	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#6	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#11	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#12	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★

#0

Official text

                    
                    Monsieur le président, je voulais simplement exposer le fait que la commission de l'Economie a examiné ce projet de loi au cours de cinq réunions et que des auditions ont été organisées avec des représentants de la Fédération pétrolière belge et des représentants de l'Union pétrolière belge en présence du ministre Verwilghen.

En ce qui concerne le contenu des discussions lors des auditions, la discussion générale et la discussion des articles, je me réfère au rapport écrit.

Je voudrais préciser que le texte de ce projet de loi a été adopté à l'unanimité par la commission de l'Economie le 16 novembre dernier.

J'ajouterai encore que le 30 novembre, la Conférence des présidents a accédé à la demande du ministre de l'Economie qu'en vue de la séance plénière d'aujourd'hui, la commission se prononce sur un amendement du gouvernement. Le ministre a donc présenté en commission le 30 novembre, un amendement n° 6 qui visait à remplacer dans l'article 4, §1er, 3° du texte adopté par la commission le mot "linéairement" par le mot "graduellement". Le ministre a exposé le contenu de cet amendement qui n'a donné lieu à aucune observation de la part des membres de la commission. L'amendement, l'article et le projet ainsi modifié ont été adoptés à l'unanimité.

Translated text

Mr. Speaker, I just wanted to highlight the fact that the Economic Committee examined this bill during five meetings and that hearings were held with representatives of the Belgian Petroleum Federation and representatives of the Belgian Petroleum Union in the presence of Minister Verwilghen.

With regard to the content of the discussions during the hearings, the general discussion and the discussion of articles, I refer to the written report.

I would like to clarify that the text of this bill was unanimously adopted by the Economic Committee on 16 November last year.

I will further add that on 30 November, the Conference of Presidents agreed to the request of the Minister of Economy that in anticipation of today’s plenary session, the committee decides on a government amendment. The Minister therefore presented in a committee on 30 November, an amendment No. 6, which aimed to replace in article 4, §1er, 3° of the text adopted by the committee the word "linearly" with the word "gradually". The Minister explained the contents of this amendment which did not give rise to any comments from the members of the committee. The amendment, the article and the amended draft were adopted unanimously.

#1

#2

#3

#4

Official text

                    
                    Mijnheer Tant, wij hebben nog een lange nacht voor de boeg. Wij gaan ons dus eerst bezighouden met de aardolievoorraden. 

Ik zal de inhoud van het verslag dat vijftig pagina's telt, niet herhalen. Ik wil alleen maar zeggen dat de Europese lidstaten een permanent niveau van voorraden van aardolieproducten moeten aanleggen. Die moeten gelijk zijn aan ten minste negentig dagen gemiddeld binnenlands gebruik. 

In de huidige omstandigheden is het noodzakelijk dat wij dat aanhouden. De markt is immers gespannen. Het gedecentraliseerde systeem dat wij nu kennen, vertoont enkele tekortkomingen. Het moet worden hervormd. Wij moeten natuurlijk klaarstaan voor nog moeilijke tijden. 

Het wetsontwerp voorziet in structurele hervormingen, in die zin dat er een centraal agentschap wordt opgericht dat verantwoordelijk is voor het aanhouden en beheren van een deel van de verplichte voorraad. Dergelijk systeem bestaat reeds in de meeste Europese landen. Wij worden als het ware aangespoord om beter te doen. De sector is ook niet principieel tegen een centralisering van het beheer. 

Het huidige systeem wordt vervangen door een nieuw systeem dat werkt als volgt. Het agentschap APETRA koopt zelf aardolie om aan te houden als strategische voorraad. APETRA sluit contracten af met de petroleummaatschappijen. Via een tender. Ook private partners houden voorraden aan. Voor sommige kleinere maatschappijen, maar niet voor de KMO's, blijft een beperkte reserveverplichting gelden. 

Momenteel is het zo dat er voor categorieën 1 en 3 geen problemen zijn. De stockageverplichting wordt immers nageleefd. Het probleem situeerde zich veeleer in categorie 2. Dat is de diesel. Dat heeft natuurlijk te maken met de marktstructuur, omdat er veel auto's rijden met diesel. Het systeem zoals het nu bestaat functioneert blijkbaar moeilijker om adequaat op crisissituaties in te spelen.

Het is toch wel zo dat een centraal agentschap verbetering zou moeten brengen, temeer daar het hier gaat om een taak van openbaar belang. Dat kan niet voldoende onderstreept worden.

Ook vanuit de VLD hebben wij een aantal vragen bij dit ontwerp gesteld. Ik ga ze hier niet allemaal herhalen want wij hebben van de minister afdoend antwoord gekregen op alle opmerkingen die wij gemaakt hebben. Ik wil hier nog twee zaken zeggen, mijnheer de minister, die ik niet gezegd heb in de commissie. U kent het probleem van het niet-vergoeden van de individuele voorraadplicht. Ik ben ook ondernemer en er is geen enkel bedrijf dat kan werken zonder een ijzeren voorraad. Het ene werkt echter beter en het andere werkt minder goed. Dat wil dus zeggen dat hoe hoger men de datum of de tijdspanne stelt, hoe meer men de goede leerling van de klas toch wat benadeelt. Het is een economisch principe waarvan ik hoop dat u het niet zult vergeten wanneer u die datum zult moeten vastleggen.

Wat de stockage in het buitenland betreft, hebben we ook afdoend antwoord gekregen. Men wil die voorraad voor de andere, uiteraard op APETRA na, hier in het land houden. Dat klinkt ook logisch want als men ze nodig heeft, heeft men ze liever in het land dan in het buitenland. Ik kan u echter een mooie anekdote vertellen, mijnheer de minister, die ik pas gisteren gehoord heb. In het jaar 1973, tijdens de eerste olieschok, hadden de Arabische landen beslist om de landen die petroleum consumeerden te verdelen in drie categorieën. De goede kregen verder olie, de slechte kregen geen olie meer en over de neutrale ging men dan pas beslissen. Nederland was een slecht land en België was neutraal. Dan heeft de heer d'Avignon kunnen berekenen, in 1973, dat de petroleum nog naar België kon "transiteren".

Ik vond het wel de moeite waard om dat toch eens te herhalen. We hebben toch dertig jaar programmawetovereenkomst. Ik vind dat die goed gewerkt heeft en men mag dit niet vergeten. Maar ik ben mij er ook van bewust dat er geen omelet kan gemaakt worden zonder eieren te breken. U hebt de moed gehad om dat voor de eerste keer te doen zodanig dat wij, niettegenstaande de techniciteit van het onderwerp, hier kunnen beantwoorden aan een dringende noodzaak. Ik wil u daar in naam van mijn fractie mee feliciteren. Daarom zullen wij dat project volmondig goedkeuren.

Translated text

We still have a long night ahead of us. First of all, we will focus on the oil reserves. Their

I will not repeat the content of the report, which has fifty pages. I just want to say that the European Member States must establish a permanent level of reserves of petroleum products. They must be equivalent to at least 90 days of average domestic use. Their

In the present circumstances, it is necessary that we continue to do so. The market is tensed. The decentralized system we know today has some shortcomings. It needs to be reformed. We must, of course, be prepared for even more difficult times. Their

The draft law provides for structural reforms, in the sense that a central agency will be established responsible for holding and managing part of the mandatory stock. Such a system already exists in most European countries. We are encouraged to do better. The sector is also not in principle opposed to centralization of management. Their

The current system is replaced by a new system that works as follows. The APETRA agency purchases its own petroleum to maintain it as a strategic stock. APETRA concludes contracts with the oil companies. through a tender. Private partners also hold inventories. For some smaller companies, but not for SMEs, a limited reserve obligation remains. Their

Currently, there are no problems for categories 1 and 3. The storage obligation is fulfilled. The problem was in category 2. That is the diesel. This, of course, has to do with the market structure, as there are many cars driving on diesel. The system as it exists now seems to be more difficult to adequately respond to crisis situations.

It is true that a central agency should bring improvement, especially since this is a task of public interest. This cannot be sufficiently emphasized.

Also from the VLD we have asked a number of questions regarding this draft. I will not repeat them all here because we have received adequate answers from the Minister on all the comments we have made. I would like to say two things here, Mr. Minister, which I did not say in the committee. You know the problem of non-reimbursement of the individual inventory obligation. I am also an entrepreneur and there is no company that can operate without a iron stock. However, one works better and the other works less well. That is to say, the higher one sets the date or time span, the more one hurts the good student of the class anyway. It is an economic principle that I hope you won’t forget when you’ll have to record that date.

When it comes to storage abroad, we have also received adequate answers. One wants to keep that stock for the other, of course on APETRA after, here in the country. This also sounds logical because if one needs them, one prefers to have them in the country rather than abroad. However, I can tell you a nice anecdote, Mr. Minister, which I only heard yesterday. In 1973, during the first oil shock, the Arab countries had decided to divide the countries that consumed oil into three categories. The good were given oil, the bad were given no oil, and the neutral was decided. The Netherlands was a bad country and Belgium was neutral. Then Mr. d'Avignon was able to calculate, in 1973, that the oil could still "transit" to Belgium.

I thought it was worth it to repeat it again. We have 30 years of program law agreement. I think it worked well and we should not forget this. But I am also aware that no omelette can be made without breaking eggs. You have had the courage to do that for the first time in such a way that, despite the technicality of the subject, we can here respond to an urgent need. I would like to congratulate you on behalf of my group. Therefore, we will fully approve this project.

#5

Official text

                    
                    Monsieur le président, monsieur le ministre, je n'ai pas eu l'occasion d'intervenir en commission, même si j'étais présent lors des auditions. Je me permettrai donc de développer notre position à cette tribune.

Tout le monde peut être d'accord sur le fait qu'un problème se posait. Nous devions disposer de 90 jours de stock de réserve, or nous disposions seulement de 80 jours, selon les différentes estimations qui nous ont été communiquées. Quelle était la raison de ce problème de stock stratégique en Belgique? On a beaucoup entendu qu'il s'agissait de problèmes de contrôle, de sanctions, de manque d'encadrement de ce stock, qui devait être assuré par les membres des différentes entreprises actrices sur le marché du pétrole, qu'elles soient membres de l'Union des pétroliers ou membres de la Fédération pétrolière. Il fallait donc trouver une solution.

On a compris, durant les auditions, qu'un problème supplémentaire se posait. Lequel? Les entreprises détenant ces stocks étaient payées pour ces stocks. Il s'agissait d'un prix maximum de 8 euros le mètre cube, qui coexistait avec un prix du marché souvent inférieur au prix maximum. Il existait donc deux marchés parallèles: un marché de produits pétroliers et un marché d'achat de stocks parce que certaines entreprises n'arrivaient pas, elles-mêmes, à détenir les stocks. On peut le comprendre; il était impossible pour les petites entreprises de conserver 90 jours de stock. Elles étaient donc contraintes d'acheter les certificats, d'acheter des stocks.

On remarque qu'à ce prix unique pour l'ensemble des stocks du secteur pétrolier, il était beaucoup plus difficile pour les petites entreprises que pour les grandes, membres de la Fédération pétrolière, de payer ces stocks ou d'en disposer. On constatait une discrimination favorable aux plus grosses entreprises, membres de la Fédération pétrolière. Les auditions ont été très claires sur ce point. Les membres de l'Union se disaient très heureux de la création de l'agence et les membres de la Fédération évoquaient des problèmes relatifs à sa création. On peut imaginer que la situation était plus difficile à supporter pour les petits producteurs ou les petits distributeurs de pétrole parce qu'ils devaient acheter ces stocks au même prix que les gros alors qu'ils n'avaient pas les mêmes facultés, en termes de personnel, de liquidités et d'infrastructure.

Une solution devait donc être dégagée. Deux possibilités se présentaient. La première consistait à mieux contrôler, mieux sanctionner le secteur en vue de s'assurer que la garantie de 90 jours de stock serait effective.

Toutefois, même si l'on contrôlait mieux et sanctionnait davantage, cela n'apportait pas de solution à la discrimination qui pouvait exister entre les plus petits distributeurs et producteurs de pétrole et les grandes entreprises membres de la fédération.

Le ministre s'est davantage tourné vers la création d'une agence, ce qui ne nous pose aucun problème pour autant que cela n'engendre pas un coût supplémentaire dans le chef du consommateur et qu'il n'y ait pas des effets pervers liés à la création de cette agence. La création de cette agence remplit-elle ces deux conditions?

En ce qui concerne le coût, cette agence devra être créée, les stocks devront être entretenus, gérés et mis à disposition. Tout a un coût: pouvoir disposer de brut et de produits raffinés, rafraîchir l'ensemble des installations qui accueillent le pétrole, acquérir les bacs dans lesquels on contient le pétrole, etc. De plus, dans un délai relativement court, cette agence devra acheter les produits pétroliers; son coût dépendra du prix du marché, du cours du pétrole.

Pour la détention de ces stocks, l'agence obtiendra un prix maximal qui s'élève aujourd'hui à 8 euros le mètre cube. Or, dans le système antérieur, c'était le prix du marché qui déterminait le prix payé aux entreprises détenant ces stocks. Fréquemment, ce prix était nettement inférieur au prix maximal de 8 euros le mètre cube, ce qui était tout bénéfice pour le consommateur.

Nous craignons que tous ces éléments (création de l'agence, mise à disposition des stocks, achat du pétrole, prix payé à l'agence pour la détention de ces stocks) créent au départ un coût important qui devra être répercuté sur le consommateur.

Je peux accepter l'argument du ministre qui nous disait en commission que, dans le long terme, ces conséquences disparaîtront. Effectivement, à un moment donné, l'agence disposera des stocks, elle s'inscrira dans un futur marché européen et elle deviendra un acteur important du marché avec un certain nombre de stocks à sa disposition et des infrastructures qu'elle aura acquises assez rapidement. Néanmoins, au départ, nous courons le risque d'avoir des coûts.

Monsieur le ministre, vous vous êtes également engagé en commission à apporter un plan financier pour la constitution de l'agence. J'avoue ne pas avoir été présent à la dernière réunion de commission, je ne sais donc pas si vous avez eu l'occasion de le déposer ou non. Cela m'intéresserait vraiment de l'avoir à disposition aussi rapidement que possible; il ne faudrait pas que la création de cette agence ait l'effet que personne ne souhaite, à savoir une répercussion sur le prix pour le consommateur.

Deuxième élément: la création de cette agence ne produira-t-elle pas des effets pervers?

Nous pensons que ce pourrait être le cas. Je m'explique: la situation antérieure mettait toutes les entreprises du secteur pétrolier sur un même pied, tant les petites que les grandes. Avec un avantage pour les grosses sociétés: pour le même prix, elles disposaient de plus de liquidités, plus d'infrastructure, plus de personnel. Je crains qu'ici, on inverse le système. Pourquoi? 

Premièrement, parce que, indépendamment des stocks de 70 jours à constituer par l'agence, 20 jours doivent être constitués par les membres de la Fédération pétrolière, étant donné que ce stock ne devra être mis à disposition que par les grosses entreprises. 

Je ne me rappelle pas le seuil de tonnage nécessaire pour qu'une entreprise soit considérée comme devant mettre ces 20 jours à disposition, mais ces entreprises sont assez importantes. Aujourd'hui, cette mise à disposition de stocks ne doit être réalisée que dans une petite part d'entreprises. On met certaines entreprises — les plus importantes, donc celles qui devraient avoir le plus de facilités à mettre des stocks à disposition — dans une situation spécifique.

Deuxièmement, pour mettre à disposition ces 20 jours de stock, les entreprises ne seront pas payées, alors que l'agence le sera et qu'auparavant, toutes les entreprises sans distinction, les petites comme les grosses, étaient payées pour mettre ces stocks à disposition.

Troisièmement, quelle est la "qualité" du pétrole à mettre à disposition? Ces 20 jours supplémentaires et les 70 jours de l'agence ne peuvent être constitués que de brut, alors qu'auparavant, une partie de la mise à disposition par le secteur privé pouvait être du raffiné. Mais l'agence, si je ne me trompe, peut mettre à disposition du brut, au moins pour une partie.

Quatrièmement, cela concerne l'endroit où doivent être stockés ces produits pétroliers: auparavant, une partie de ce qui devait être mis à disposition par les entreprises privées pouvait se trouver sur un autre territoire que le territoire belge. Aujourd'hui, cette réserve de 20 jours supplémentaires doit se situer sur le territoire de la Belgique alors que l'agence peut avoir une partie de ses stocks pétroliers, que ce soit en brut ou en raffiné, ailleurs que sur le territoire belge, même s'ils doivent toujours garder une partie de ce stock en Belgique.

Indépendamment de la répercussion sur le coût pour le consommateur, au sujet duquel nous plaidons pour obtenir ce plan financier afin d'avoir toutes nos certitudes quant à cette question, nous avons donc peur que cela implique une discrimination à l'envers. Je m'explique: que ceux qui se trouvaient dans une situation favorable au préalable ne se trouvent aujourd'hui dans une situation moins favorable. Je pense que ce n'est souhaitable pour personne. 

Le ministre a, en ce sens, lancé une piste: ne serait-il pas préférable que l'agence ait à sa disposition l'ensemble des stocks? L'agence aurait alors à gérer tous les stocks pétroliers stratégiques pour la Belgique, soit les 90 jours, pour éviter toute discrimination: tout le monde serait logé à la même enseigne et personne dans les entreprises privées n'aurait à se soucier de ces stocks stratégiques. Seule l'agence gèrerait cette obligation — heureuse disposition — de niveau international de disposer d'un stock stratégique de 90 jours. 

Je pense que nous devons arriver à cet objectif: nous devons faire en sorte que l'agence détienne ces réserves pour 90 jours le plus rapidement possible.

Indépendamment de ces quelques réserves et à la condition que vous puissiez nous donner des apaisements sur ces différents points, nous sommes plutôt favorables à la création de cette agence.

Translated text

Mr. Speaker, Mr. Minister, I did not have the opportunity to intervene in the committee, even though I was present at the hearings. Therefore, I will allow myself to develop our position at this tribune.

Everyone can agree that there is a problem. We had to have 90 days of reserve stock, but we only had 80 days, according to the various estimates that were communicated to us. What was the reason for this strategic stock problem in Belgium? A lot has been heard that these were problems of control, sanctions, lack of management of this stock, which had to be assured by the members of the different companies acting on the oil market, whether they are members of the Union of Petroleums or members of the Petroleum Federation. Therefore, a solution had to be found.

During the hearings, it was understood that an additional problem arose. Which one? Companies holding these stocks were paid for these stocks. It was a maximum price of 8 euros per cubic meter, which coexisted with a market price often lower than the maximum price. There were therefore two parallel markets: a market for petroleum products and a market for the purchase of stocks because some companies were unable to hold stocks on their own. It can be understood; it was impossible for small ⁇  to keep 90 days of stock. They were therefore forced to buy certificates, to buy stocks.

It is noted that at this single price for all the stocks of the oil sector, it was much more difficult for small companies than for the large, members of the Oil Federation, to pay for these stocks or dispose of them. There was a favorable discrimination against the largest companies, members of the Petroleum Federation. The hearings were very clear on this point. The members of the Union were very pleased with the establishment of the agency and the members of the Federation discussed problems related to its establishment. It can be imagined that the situation was more difficult to endure for small producers or small oil distributors because they had to buy these stocks at the same price as the bulk while they did not have the same faculties, in terms of personnel, liquidity and infrastructure.

A solution had to be found. Two possibilities appeared. The first was to better control, better sanction the sector in order to ensure that the 90-day stock guarantee would be effective.

However, even if better controlled and more sanctioned, this did not provide a solution to the discrimination that could exist between the smaller oil distributors and producers and the big companies members of the federation.

The Minister turned more towards the creation of an agency, which does not pose any problem for us as long as it does not generate an additional cost in the head of the consumer and there are no perverse effects related to the creation of this agency. Does the establishment of this agency meet these two conditions?

In terms of cost, this agency will have to be established, stocks will have to be ⁇ ined, managed and made available. Everything has a cost: to be able to dispose of crude and refined products, to refresh all the facilities that host oil, to acquire the tanks in which oil is contained, etc. Moreover, within a relatively short time, this agency will have to buy the oil products; its cost will depend on the market price, the price of oil.

For the holding of these stocks, the agency will obtain a maximum price that is now 8 euros per cubic meter. However, in the previous system, it was the market price that determined the price paid to companies holding these stocks. Often, this price was significantly lower than the maximum price of 8 euros per cubic meter, which was all a benefit for the consumer.

We fear that all these elements (creation of the agency, availability of stocks, purchase of oil, price paid to the agency for holding these stocks) initially create a significant cost that will have to be reversed to the consumer.

I can accept the argument of the minister who told us in committee that, in the long run, these consequences will disappear. Indeed, at some point, the Agency will have stocks, it will enter a future European market and it will become an important player in the market with a number of stocks at its disposal and infrastructure it will have acquired quite quickly. However, in the beginning, we run the risk of having costs.

Mr. Minister, you have also committed in committee to bring a financial plan for the establishment of the agency. I am confessing that I was not present at the last committee meeting, so I do not know if you had the opportunity to submit it or not. It would really interest me to have it available as soon as possible; it should not be that the establishment of this agency has the effect that no one wants, namely an impact on the price for the consumer.

Second element: Will the creation of this agency not produce pernicious effects?

We think that could be the case. I explain myself: the previous situation put all companies in the oil sector on the same foot, both small and large. With an advantage for large companies: for the same price, they had more liquidity, more infrastructure, more personnel. In this case, the system is reversed. Why Why ? by

First, because, regardless of the 70-day stocks to be constituted by the agency, 20 days must be constituted by the members of the Petroleum Federation, since this stock will only be made available by large companies. by

I don’t remember the tonnage threshold required for a company to be considered to have those 20 days available, but these companies are quite important. Today, this availability of stocks should only be achieved in a small percentage of companies. Some companies — the most important ones, therefore those that should have the most facilities to make inventories available — are placed in a specific situation.

Secondly, to make available these 20 days of stock, companies will not be paid, while the agency will be, and that previously, all companies without distinction, small and large, were paid to make these stocks available.

Third, what is the “quality” of the oil to be made available? These additional 20 days and the 70 days of the agency can only consist of crude, while previously, part of the provision by the private sector could be refined. But the agency, if I am not mistaken, can make available the raw, at least for a part.

Fourth, this concerns the place where these petroleum products should be stored: previously, part of what was to be made available by private companies could be located on a territory other than the Belgian territory. Today, this additional 20-day reserve must be located on the territory of Belgium while the Agency may have a part of its oil stocks, whether in crude or refined, elsewhere than on the Belgian territory, even though they must still keep a part of this stock in Belgium.

Regardless of the impact on the cost for the consumer, about which we advocate to obtain this financial plan in order to have all our certainty regarding this issue, we therefore fear that this implies reverse discrimination. I explain to myself: that those who were in a favourable situation in the past are now in a less favourable situation. I think this is not desirable for anyone. by

The Minister has, in this sense, launched a clue: would it not be better for the agency to have at its disposal all the stocks? The agency would then have to manage all the strategic oil stocks for Belgium, i.e. 90 days, to avoid any discrimination: everyone would be housed on the same mark and no one in private companies would have to worry about these strategic stocks. Only the agency would manage this – happy disposition – international obligation to have a strategic stock of 90 days. by

I think we must reach this goal: we must ensure that the agency holds these reserves for 90 days as soon as possible.

Regardless of these few reservations and on the condition that you can give us some reassurance on these different points, we are rather in favor of the creation of this agency.

#6

Official text

                    
                    Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, of België over genoeg voorraad stookolie beschikt in geval van crisis zal wellicht niet dezelfde emoties opwekken die straks zullen worden opgewekt door het adoptierecht door holebi's.

Men zou er echter verkeerd aan doen de problematiek te negeren die aan de basis ligt van dit wetsontwerp, namelijk de bevoorradingszekerheid inzake benzine, diesel, stookolie en andere categorieën aardolie of petroleum. Een studie van het Crisiscentrum van Binnenlandse Zaken heeft onlangs 418 crisissen gerangschikt volgens hun potentiële schade. Bovenaan de lijst staat de energiebevoorrading. Bevoorradingszekerheid van energie wordt allicht terecht - door de mensen beschouwd als het grootste risico. Hoe kwetsbaar we zijn, zagen we vorig weekend nog. Wat sneeuw en wat wind en het licht gaat uit.

Het wetsontwerp dat we nu bespreken, gaat over de bevoorradingszekerheid van diesel, stookolie, kerosine en andere soorten benzine en gas-, olie- of petroleumproducten. Het is zeer technisch, maar het heeft wel degelijk belangrijke financiële, juridische en politiek strategische consequenties.

De hoorzitting en de bespreking in de commissie in aanwezigheid van de minister waren bijzonder interessant, ondanks de meerderheid die manifest blijk gaf van weinig of geen interesse, wat voor de steeds aanwezige toehoorders uit de sector bijzonder ontluisterend was.

De discussie over de bevoorradingszekerheid van aardolie- of petroleumproducten is niet nieuw. Mijn eerste uiteenzetting over deze problematiek in het Parlement dateert van 24 oktober 2000, samen met toenmalig collega Karel Van Hoorebeke. De discussie is eigenlijk begonnen midden de jaren '70. Een Europese richtlijn van 1968 verplicht de lidstaten bepaalde hoeveelheden ruwe aardolie en/of aardolieproducten ter beschikking te hebben voor het geval er een crisis zou uitbreken. Sindsdien kwamen er nog een aantal nieuwe Europese richtlijnen bij. In 1971 besliste België om de verplichting inzake verplichte voorraad te delegeren naar de aardolie-industrie.

Andere landen kozen voor een gecentraliseerd systeem met een nationale instelling voor het beheer van de opslag. Dit gebeurde onder andere in Frankrijk, Duitsland en Nederland.

Wat is de situatie vandaag? Wat zijn de problemen? Is de strategische olievoorraad in België voldoende of niet? De huidige strategische olievoorraad, zeker van categorie 2, is niet voldoende. Mocht er een crisis optreden, dan zou dit rampzalige gevolgen kunnen hebben. Oliemaatschappijen beschouwen hun strategische stocks als een onderdeel van hun operationele stocks of werkvoorraden, waardoor bij een crisis de aanspreekbare voorraad kleiner zou zijn dan de vereiste negentig dagen. De controle op de voorraden is quasi onmogelijk, ontoereikend en niet transparant. Gezien de aard van de producten en het feit dat ze worden verplaatst, is een adequate controle quasi onmogelijk.

De verbruikers betalen eigenlijk twee keer: eerst via de kostprijs van het product en vervolgens via de bijzondere heffing voor de strategische voorraden voorzien in de programma-overeenkomsten. België werd reeds meermaals op de vingers getikt door de Europese Commissie en het Internationaal Energieagentschap. Op 2 mei 2005 werd België zelfs officieel in gebreke gesteld. De Europese Commissie is voorstander van het toevertrouwen van het beheer van de verplichte voorraden aan een onafhankelijk organisme. Dat is wat er gebeurt met dit wetsontwerp. Dit onafhankelijk organisme is APETRA. APETRA is een vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk. APETRA zal de verplichte voorraad aardolie en aardolieproducten aanhouden en beheren.

Het was te verwachten dat de sector niet onverdeeld positief zou reageren. Er zijn op de oliemarkt grotere en kleinere spelers van wie de belangen niet steeds gelijklopend zijn. Uit de hoorzittingen bleek dat de petroleumfederatie niet tegen het principe van een onafhankelijke instelling is, maar wel tegen wat zij de monopoliepositie van APETRA noemt. Het is duidelijk dat de grote internationale petroleumbedrijven financieel verlies zullen lijden bij dit nieuwe systeem. Wij zijn ook niet ongevoelig voor hun argumenten. De olieraffinaderijen in Antwerpen vrezen bijvoorbeeld dat de nieuwe regeling hun concurrentiepositie zal verzwakken. Zij opereren immers in een internationale context.

De Petroleumunie daartegenover, is wel voorstander van een onafhankelijke, centrale instelling voor het beheer van de oliestocks. Zij vertegenwoordigt de onafhankelijke invoerders en verdelers van gasolie, benzine en stookolie. Er zijn kleinere en grotere bij. De maatschappelijke zetel van die maatschappijen bevindt zich in België. De mensen vertegenwoordigd door de Petroleumunie, zijn voorstander van het wetsontwerp, omdat het voor hen een transparanter systeem is. Het is voor hen ook financieel interessanter.

Wat is de houding van CD&V? Mijnheer de minister, ik meen dat ik mag zeggen dat CD&V constructief en positief heeft deelgenomen aan de besprekingen. Een aantal punten is voor ons van cruciaal belang.

Ten eerste, we moeten er zeker van zijn dat in geval van crisis effectief voorraden stookolie, benzine en diesel ter beschikking zullen zijn. Ten tweede, wat de kostprijs voor de consument betreft, wij willen geen onnodige lastenverhoging voor de consument. Ten derde, APETRA moet efficiënt zijn, een transparant beleid voeren en een gezonde en voorzichtige financiële basis hebben. De kosten van APETRA worden betaald door de eindgebruiker van benzine, diesel of stookolie, namelijk de consumenten in bredere zin: de gezinnen, de particulieren en de bedrijven. De consument is dus gebaat bij een efficiënt en goedwerkend APETRA, zonder te zware structuur en met deskundigheid geleid. Het mag geen Mexicaans leger zijn.

Waterdichte garanties hiervoor zijn er allicht niet. Wij hebben de beloftes van de minister en wij stellen in feite een akte van geloof. De ervaringen in Frankrijk, Nederland en Duitsland moeten ons ook enigszins geruststellen, al zijn de condities voor opslag verschillend en konden de andere buitenlandse, onafhankelijke instellingen starten op een ogenblik dat de oliemarkt stabieler was dan nu het geval is. Op dit ogenblik verkeren wij in een onstabiele marktsituatie, met een hoge olieprijs. Er is onzekerheid voor de toekomst. Daarom menen wij dat er grote voorzichtigheid geboden is bij het moment van oprichting van APETRA. APETRA zelf moet ook voorzichtig zijn bij de aankoop van de voorraden, de volumes en de timing van de aankopen.

Mijnheer de minister, mijnheer de voorzitter, collega's, wij hebben gewikt en gewogen. Op voorwaarde van een efficiënt en goed werkend APETRA zal ons land beter beschermd zijn tegen een crisis op de aardoliemarkt dan nu het geval is. Daarom zullen we voor het ontwerp stemmen.

Translated text

Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, or Belgium has sufficient stockpiles of fuel oil in case of crisis may not arouse the same emotions that will later be aroused by the right of adoption by holebies.

However, it would be a mistake to ignore the problem underlying this draft law, namely the supply security of gasoline, diesel, fuel oil and other categories of petroleum or petroleum. A study by the Crisis Centre for Homeland Affairs recently ranked 418 crises according to their potential damage. At the top of the list is the energy supply. Supply security of energy is probably justified – seen by people as the biggest risk. How vulnerable we are, we saw last weekend. Some snow and some wind and the light goes out.

The bill we are discussing now deals with the supply security of diesel, fuel oil, kerosene and other types of gasoline and gas, oil or petroleum products. It is very technical, but it has important financial, legal and politically strategic consequences.

The hearing and discussion in the committee in the presence of the Minister were ⁇  interesting, despite the majority manifesting little or no interest, which was ⁇  disheartening for the ever-present audience from the sector.

The discussion about the security of supply of petroleum or petroleum products is not new. My first presentation on this issue in Parliament dates from 24 October 2000, together with then colleague Karel Van Hoorebeke. The discussion actually started in the mid-1970s. A European Directive of 1968 requires Member States to have certain quantities of crude oil and/or petroleum products at their disposal in the event of a crisis. Since then, a number of new European directives have been added. In 1971, Belgium decided to delegate the mandatory inventory obligation to the petroleum industry.

Other countries chose a centralized system with a national institution for the management of storage. This happened in France, Germany and the Netherlands, among others.

What is the situation today? What are the problems? Are the strategic oil reserves in Belgium sufficient or not? The current strategic oil reserves, ⁇  of category 2, are not sufficient. If a crisis arises, it could have catastrophic consequences. Oil companies consider their strategic stocks as part of their operational stocks or work stocks, thus, in a crisis, the available stock would be less than the required ninety days. The control of inventories is almost impossible, insufficient and not transparent. Given the nature of the products and the fact that they are being moved, adequate control is almost impossible.

Consumers actually pay twice: first through the cost price of the product and then through the special tax for the strategic inventories provided in the program agreements. Belgium has been drawn on the fingers several times by the European Commission and the International Energy Agency. On 2 May 2005, Belgium was officially placed in default. The European Commission is in favour of entrusting the management of the mandatory inventory to an independent body. That is what happens with this bill. This independent organism is APETRA. APETRA is a public law company with a social purpose. APETRA will maintain and manage the mandatory reserves of petroleum oil and petroleum products.

It was not expected that the sector would react positively. There are bigger and smaller players in the oil market whose interests are not always matching. The hearings showed that the petroleum federation is not against the principle of an independent institution, but against what it calls the monopoly position of APETRA. It is clear that the major international oil companies will suffer financial losses from this new system. We are also not insensitive to their arguments. The oil refineries in Antwerp, for example, fear that the new regulation will weaken their competitive position. They operate in an international context.

The Petroleum Union, on the other hand, is in favor of an independent, central institution for the management of the oil resources. It represents the independent importers and distributors of gasoline, gasoline and fuel oil. There are smaller and larger ones. The headquarters of these companies are located in Belgium. The people represented by the Petroleum Union are in favor of the bill, because it is a more transparent system for them. It is also financially more interesting for them.

What is the position of CD&V? Mr. Minister, I think I can say that CD&V participated constructively and positively in the discussions. A number of points are crucial to us.

First, we need to be sure that in the event of a crisis, effective stocks of fuel oil, gasoline and diesel will be available. Second, as far as the cost for the consumer is concerned, we do not want unnecessary burden increases for the consumer. Third, APETRA must be efficient, carry out a transparent policy and have a sound and prudent financial basis. The costs of APETRA are paid by the end-users of gasoline, diesel or fuel oil, namely the consumers in the wider sense: the families, the individuals and the companies. The consumer thus benefits from an efficient and well-functioning APETRA, without too heavy structure and guided with expertise. It must not be a Mexican army.

There are probably no waterproof guarantees for this. We have the promises of the minister and we constitute in fact an act of faith. The experiences in France, the Netherlands and Germany should also reassure us somewhat, although the conditions for storage are different and the other foreign, independent institutions could launch at a time when the oil market was more stable than it is now. At the moment we are in an unstable market situation, with a high oil price. There is uncertainty for the future. Therefore, we believe that great caution is required at the time of establishment of APETRA. APETRA itself should also be careful when purchasing stocks, volumes and timing of purchases.

Mr. Minister, Mr. President, colleagues, we have weighed and weighed. On the condition of an efficient and well-functioning APETRA, our country will be better protected from a crisis on the oil market than it is now. We will vote for the draft.

#7

Official text

                    
                    Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je serai brève. Ce projet, que mon groupe soutient pleinement, n'appelle pas beaucoup de commentaires. Néanmoins, je tenais à faire quelques remarques importantes à mes yeux. 

Le projet de loi qui nous occupe aujourd'hui vise à permettre à notre pays de mieux remplir ses obligations en matière de détention de stocks obligatoires de pétrole. Cette réforme était nécessaire, la Belgique n'étant plus en règle vis-à-vis de l'Agence internationale de l'énergie depuis 2004 et ayant été mise en demeure par la Commission européenne en juillet dernier.

Le système en vigueur jusqu'à ce jour était un système décentralisé reposant essentiellement sur le secteur privé en imposant aux importateurs de produits pétroliers et aux raffineries de détenir des stocks stratégiques. Ce système a montré ses limites aussi bien en ce qui concerne les quantités disponibles que la qualité des produits stockés. 

A l'image de ce qui se fait dans plusieurs pays voisins, depuis longtemps et en s'inspirant plus particulièrement du modèle néerlandais, notre pays a donc décidé de réformer le stockage des produits pétroliers en passant à un système semi-centralisé, dans lequel les obligations de stockage reposeront principalement sur une agence publique créée dans ce but: l'APETRA. 

Cette agence aura un rôle central dans la création et la gestion des stocks stratégiques de pétrole. Cette centralisation devra permettre la mise en place d'une gestion transparente et aisément contrôlable, contrairement au système actuel, dont le problème essentiel est certainement le manque de transparence. La mise en place de ce système, la transition entre décentralisation et gestion publique devra se faire progressivement, la constitution des stocks étant certainement l'opération la plus délicate. L'achat des produits pétroliers devra se faire progressivement pour avoir l'influence la plus faible possible sur les prix. C'est pourquoi il est prévu d'étaler ces achats sur une période de cinq ans. 

Si cette mise en route devra perturber le moins possible le marché, nous serons particulièrement attentifs à ce que l'impact pour le consommateur soit le plus réduit possible. Ne nous leurrons pas non plus! La constitution et la gestion des stocks représentant 90 jours de consommation a un coût. Nous insistons donc fortement pour que ce coût soit réparti de manière juste entre tous les acteurs du secteur car, s'il a un coût, le stockage stratégique offre une protection non négligeable pour tous les intervenants, non seulement le consommateur mais aussi les entreprises dont l'approvisionnement et l'activité sont assurés au moins temporairement en cas de crise. Il est important d'insister sur cet aspect, sur la nécessité de disposer de ce tampon, qui permettra d'amortir le choc d'une crise grave pour le cas où elle surviendrait. 

Des voix se sont fait entendre, exprimant la crainte qu'APETRA ne devienne un élément perturbateur du marché créant une discrimination et un déséquilibre.

Comme le ministre l'a dit, cette agence est une institution publique à finalité sociale. Dans cet objectif, nous pensons qu'elle deviendra rapidement un élément stabilisateur du marché.

Au-delà de ces aspects quelque peu techniques, la nécessité de passer à un système centralisé pour que l'Etat puisse enfin remplir ses obligations internationales en la matière, nous permet de toucher aux limites de ce qu'il est possible de demander au secteur privé pour ce qui est de remplir des obligations de service public. Nous nous félicitions donc, monsieur le ministre, que cette obligation si importante soit confiée à une agence publique même si c'est avec l'aide des entreprises du secteur pétrolier.

Cet exemple devrait nous permettre de remettre en cause les idées reçues en matière d'organisation économique. Le recours au marché n'est pas une réponse universelle. Il ne permet pas de répondre à toutes les questions. Il ne faut pas craindre de confier au secteur public les missions les plus importantes. Pour toutes ces raisons, nous sommes persuadés que le système mis en place permettra rapidement à la Belgique de remplir ses obligations internationales. Voilà pourquoi notre parti votera ce projet.

Translated text

Ladies and gentlemen, I will be brief. This project, which my group fully supports, does not call for many comments. Nevertheless, I wanted to make a few important remarks in my opinion. by

The bill that we are dealing with today aims to enable our country to better fulfill its obligations regarding mandatory holding of oil stocks. This reform was necessary, as Belgium has no longer been in order with the International Energy Agency since 2004 and was put on hold by the European Commission last July.

The system in force until now was a decentralized system based mainly on the private sector by imposing on oil product importers and refineries to hold strategic stocks. This system has shown its limits both in terms of the available quantities and the quality of the products stored. by

In line with what has been happening in several neighboring countries for a long time and more ⁇  inspired by the Dutch model, our country has therefore decided to reform the storage of petroleum products by moving to a semi-centralized system, in which the storage obligations will rely primarily on a public agency created for this purpose: APETRA. by

This agency will play a central role in the creation and management of strategic oil stocks. This centralization will have to enable the establishment of a transparent and easily controllable management, unlike the current system, the main problem of which is ⁇  the lack of transparency. The implementation of this system, the transition between decentralization and public management will have to be made gradually, the inventory formation being ⁇  the most delicate operation. The purchase of petroleum products will need to be made gradually in order to have the lowest possible influence on prices. Therefore, it is planned to spread these purchases over a five-year period. by

If this initiation is to disrupt the market as little as possible, we will pay particular attention to ensuring that the impact on the consumer is as minimal as possible. Let us not deceive ourselves either. The establishment and management of stocks representing 90 days of consumption has a cost. We therefore strongly insist that this cost is fairly distributed among all stakeholders in the sector because, if it has a cost, strategic storage offers no negligible protection for all stakeholders, not only the consumer but also the companies whose supply and business are insured at least temporarily in case of crisis. It is important to insist on this aspect, on the need to have this buffer, which will allow to amortise the shock of a serious crisis in the event that it would occur. by

There were voices expressing fears that APETRA would become a disturbing market element creating discrimination and imbalance.

As the Minister said, this agency is a public institution with a social purpose. With this goal, we believe that it will quickly become a stabilizing element of the market.

Beyond these somewhat technical aspects, the need to move to a centralized system so that the state can finally fulfill its international obligations in this area, allows us to reach the limits of what it is possible to demand from the private sector in terms of fulfilling public service obligations. We therefore welcomed, Mr. Minister, that this so important obligation is entrusted to a public agency even if it is with the help of the companies of the oil sector.

This example should allow us to question the ideas received in terms of economic organization. The recourse to the market is not a universal answer. It is not possible to answer all questions. There should be no fear of entrusting the most important tasks to the public sector. For all these reasons, we are convinced that the system set up will quickly enable Belgium to fulfill its international obligations. That is why our party will vote on this project.

#8

#9

Official text

                    
                    Eigenlijk had dit wetsontwerp al veel langer wet moeten zijn, want het is voor een minister van Economie — geloof het van mij grif — niet aangenaam, wanneer hij in Parijs van het Internationaal Energieagentschap moet horen dat België niet in staat is om in een van de drie categorieën de voorraadplicht van negentig dagen aan te houden, terwijl de belangrijkste taak en opdracht van de minister van Economie erin bestaat om de bevoorradingszekerheid van het land te kunnen garanderen. Si on sait en plus que 51% de notre énergie est produite par le pétrole, que nous avons quelques difficultés à fournir les 90 jours puisque 30% de notre stock est à l'étranger, qu'il existe des stocks spéculatifs, que peu ou pas de contrôle sont possibles et qu'en cas de malversations aucune sanction ne peut être prise, vous comprendrez fort bien que je me suis immédiatement attelé à la tâche de nous offrir une loi qui nous mettait au diapason des pays limitrophes. Dat is ook de reden geweest waarom wij het systeem hebben bedacht. De sector kan het systeem perfect aanvaarden, weliswaar met nuances. De Belgische Petroleum Federatie zei "ja, maar". De Belgische Petroleumunie was onvoorwaardelijk voorstander. Nous avons opté pour une société de stockage obligatoire, ce qui implique: 1. la création d'une agence disposant d'une quantité de produits pétroliers en propriété afin de combler les lacunes de stocks; 2. une augmentation considérable de la qualité des stocks stratégiques en Belgique; 3. un marché pétrolier transparent où chaque consommateur final paie le même prix pour les stocks obligatoires Ik weet dat een aantal voorwaarden werd gesteld met betrekking tot de prijs, waarover men zekerheid moet krijgen.

Translated text

Eigenlijk had said wetsontwerp al veel langer wet moeten zijn, want het is voor een minister van Economie — geloof het van mij grif — niet aangenaam, wanneer hij in Paris van het Internationaal Energieagentschap moet horen dat Belgium niet in staat is om in een van de drie categorieën de voorraadplicht van negentig dagen aan te houden, while de belangrijkste taak in opdracht van de minister van Economie erin bestaat om de bevoorradingszekerheid van het land te kunnen garanderen. If we know that 51% of our energy is produced by oil, that we have some difficulties in providing the 90 days since 30% of our stock is abroad, that there are speculative stocks, that little or no control is possible and that in case of malversations no sanction can be taken, you will understand very well that I immediately embarked on the task of offering us a law that puts us in the range of neighboring countries. That is also the reason why we have the system thought out. De sector kan het system perfect aanvaarden, weliswaar met nuances. From the Belgian Petroleum Federation zei “ja, maar”. The Belgian Petroleum Union was unconditional forstander. We opted for a compulsory storage company, which implies: 1. the establishment of an agency with a quantity of petroleum products owned in order to fill stock gaps; 2. a significant increase in the quality of strategic stocks in Belgium; 3. a transparent oil market in which every final consumer pays the same price for mandatory stocks I know that a number of conditions was gesteld met betrekking tot de prijs, waarover men zekerheid must get. by

#10

Official text

                    
                    Tevens moet gehoor worden gegeven aan de oproep die in de commissie bijna over de partijgrenzen heen werd gelanceerd, om APETRA voorzichtig op te starten. Het zal immers in deze moeilijke tijden bijzonder moeilijk zijn om de stock te kunnen verzamelen tegen aanvaardbare prijzen. Ik kan u garanderen dat specialisten in de materie op de administratie voorhanden zijn en perfect in staat zijn om deze moeilijke plicht nauwkeurig uit te voeren.

Translated text

#11

Official text

                    
                    Het voordeel hiervan zal zijn dat er een win-winsituatie ontstaat voor iedereen. De burger zal de zekerheid hebben dat er een echte strategische stock over maar liefst meer dan negentig dagen zal bestaan. Ik benijd Nederlanders, Fransen en Duitsers die in staat zijn om tot de dubbele termijn te kunnen garanderen. Moeilijkheden of een crisissituatie treft hen veel minder en die stock biedt hun veel meer zekerheid. Ik ben er overigens van overtuigd dat het voor de maatschappijen zelf ook een zorg minder zal zijn. Zij hebben voldoende andere taken te volbrengen en het zal goed zijn zich daarvan te kunnen ontlasten. Dans ces conditions, monsieur le président, il est grandement temps de se doter de ce cadre légal. Nous veillerons à l'exécution de cette loi et à ce qu'elle soit acceptable et efficace pour tout le monde. Je demande donc la confiance du Parlement pour ce projet de loi.

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#4	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#5	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#6	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#11	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#12	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#4	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#5	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#6	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#11	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#12	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★

General information

Propositions that were discussed

Discussions

Discussions statuses

#0

Official text

Translated text

#1

Official text

Translated text

#2

Official text

Translated text

#3

Official text

Translated text

#4

Official text

Translated text

#5

Official text

Translated text

#6

Official text

Translated text

#7

Official text

Translated text

#8

Official text

Translated text

#9

Official text

Translated text

#10

Official text

Translated text

#11

Official text

Translated text

#12

Official text

Translated text

ID	German	French	English	Esperanto	Spanish	Dutch
#0	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#1	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#2	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#3	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#4	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#5	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#6	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#7	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#8	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#9	⚙	★	⚙	⚙	⚙	⚙
#10	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#11	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★
#12	⚙	⚙	⚙	⚙	⚙	★