General information
Full name plenum van 2006-07-12 10:03:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip226.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K2478
10/05/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
#0
#1
Official text
Goed, ik ga nu het verslag laten geven door de heer Dirk Claes, verslaggever van — wat ik zou noemen — chronologisch gezien het eerste ontwerp: nr. 2478. Na de heer Claes laat ik mevrouw Lanjri haar verslag brengen over het ontwerp nr. 2479. Gaat de Kamer akkoord? (Instemming)
Translated text
Well, I will now let the report be presented by Mr. Dirk Claes, reporter of—what I would call—chronologically the first draft: n. and 2478. Following Mr. Claes, I will let Mrs. Lanjri present her report on the draft number. and 2479. Does the room agree? (the approval of)
#2
Official text
Si M. Boukourna ou Mme Galant veulent intervenir, pour moi, c'est égal. Nous mènerons une seule discussion générale. Si M. le vice-premier ministre veut intervenir à un moment donné pour répliquer à des interventions, il peut le faire sans aucun problème. J'aime bien un dialogue entre la Chambre et le gouvernement. Gaat iedereen akkoord? Om 16.30 uuur proberen we af te ronden met de stemming.
Translated text
If Mr. Boukourna or Mrs. Galant want to intervene, for me, it does not matter. We will have a single general discussion. If Mr. If the Deputy Prime Minister wants to intervene at a given time to respond to interventions, he can do so without any problem. I like the dialogue between the House and the Government. Does everyone agree? Om 16.30 uuur proberen we af te ronden met de stemming.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, geachte heer minister, geachte collega's, de bespreking van die twee wetsontwerpen in de commissie voor de Binnenlandse Zaken is natuurlijk lang geweest. Toch zal ik proberen om een niet al te lange, goede samenvatting te geven van de besprekingen die gevoerd werden.
Samen met de collega van de PS hebben we afgesproken dat ik vooral het gedeelte behandel van de sociale organisaties, die ook in de hoorzittingen aan bod zijn gekomen. De heer Boukourna zal vooral de uiteenzettingen van de minister weergeven.
De commissie voor de Binnenlandse Zaken hield eraan om bij de bespreking van de voorliggende wetsontwerpen hoorzittingen te organiseren, waarbij de diverse instanties en verenigingen hun visie over de onderliggende problematiek konden bekendmaken.
In eerste instantie werden een aantal sociale organisaties gehoord.
Vooreerst de Liga voor de Mensenrechten. De Liga wijst erop dat zolang er geen consensus is rond een absolute vrijheid in verkeer van personen, de migratiestroom moet worden aangestuurd, maar dat daarbij de rechten van de reeds kwetsbare mensen niet eindeloos ter discussie gesteld mogen worden. De maatregelen die destijds door minister Vande Lanotte werden genomen, met name het ontnemen van de sociale steun aan illegaal in het land verblijvende vreemdelingen, hebben, zoals nu blijkt uit de vele kerkbezettingen, niet hun verhoopte doel gehad. De Liga betreurt dan ook dat het ontwerp geen maatregelen inhoudt aangaande de regularisatie van die groep mensen.
Het beleid dat de regering voert, staat volgens de Liga haaks op de noodzaak die zich in dit dossier aandient. Destijds werd door minister Duquesne immers een driepijlerbeleid vooropgesteld: ten eerste, de effectieve uitvoering van de bevelen om het grondgebied te verlaten; ten tweede, de herziening van de procedure voor de erkenning van de vluchtelingen; ten derde, een eenmalige regularisatieoperatie.
Enkel dat derde punt werd door de wet van 1999 uitgevoerd, terwijl pas nu, zes jaar later, een vereenvoudiging van de procedure aan het Parlement wordt voorgesteld.
Terwijl Vreemdelingenzaken nu een tweedelige rol te spelen heeft, als controleorgaan bij de procedure tot erkenning en als humanitair orgaan bij de regularisatie, wat het ongenoegen bij de dienst voor een stuk verklaart, zal dat in de toekomst niet meer het geval zijn. Dat deel van het ontwerp is voor de liga alvast een stap in de goede richting.
De liga waarschuwt echter dat het streven naar efficiëntie niet ten koste van de menselijkheid mag gaan. Zij wijst voorts op twee belangrijke aspecten van de voorgestelde hervorming, met name de minimale omzetting van de Europese richtlijnen, die soms zelfs als voorwendsel worden gebruikt om de regeling voor bepaalde aspecten van het vreemdelingenrecht strenger te maken. Zij wijst ook op een laag beschermingsniveau ten opzichte van bepaalde grondrechten, die zijn verankerd in de Grondwet of in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zoals het recht op eerbiediging van privé- en gezinsleven.
Zij wijst vervolgens op de rol en de werking van de nieuw op te richten Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Dat administratief rechtscollege krijgt weliswaar volle rechtsmacht, maar de procedurele waarborgen zijn een achteruitgang in vergelijking met de huidige regeling bij de Raad van State. Zo worden de procedurestukken beperkt tot een enkele inleidende rechtsvordering. De rechter heeft geen onderzoeksbevoegdheid en wordt geacht zijn uitspraak te baseren op het dossier dat door het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen is aangelegd.
In niet-asielzaken zal eveneens bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in beroep kunnen worden gegaan. De Liga wijst erop dat het beroep niet opschortend is ten opzichte van eerder genomen beslissingen, wat dan weer strijdig zou kunnen zijn met artikel 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, confer het Conka-arrest.
Mijnheer Annemans, de tweede uiteenzetting was van professor dr. Marie-Claire Foblets.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Mr. Colleagues, the discussion of these two bills in the committee for domestic affairs has, of course, been long. Nevertheless, I will try to give a not too long, good summary of the discussions that were held.
Together with the colleague of the PS we agreed that I will primarily address the part of the social organizations, which have also been discussed in the hearings. Mr. Boukourna will primarily reflect the statements of the Minister.
The Internal Affairs Committee insisted on organizing hearings during the discussion of the present bills, in which the various institutions and associations could present their views on the underlying problem.
Initially, a number of social organizations were heard.
First the League for Human Rights. The League points out that as long as there is no consensus on absolute freedom in the movement of persons, the migration flow must be controlled, but that in doing so the rights of already vulnerable people must not be endlessly challenged. The measures taken at the time by Minister Vande Lanotte, in particular the withdrawal of the social support of foreigners illegally staying in the country, have, as now shows from the many church occupations, not had their anticipated purpose. The League therefore regrets that the draft does not contain measures regarding the regularization of this group of people.
The policy that the government is pursuing, according to the League, contradicts the necessity that occurs in this file. In fact, at that time, Minister Duquesne proposed a three-pillar policy: first, the effective execution of orders to leave the territory; second, the revision of the procedure for the recognition of refugees; third, a one-time regularisation operation.
Only that third point was implemented by the Act of 1999, while only now, six years later, a simplification of the procedure is proposed to Parliament.
While Foreign Affairs now has a dual role to play, as a supervisory body in the recognition procedure and as a humanitarian body in the regularization, which explains the dissatisfaction with the service in part, this will no longer be the case in the future. That part of the design is already a step in the right direction for the league.
The League, however, warns that the pursuit of efficiency should not be at the expense of humanity. It also points out two important aspects of the proposed reform, in particular the minimum transposition of European directives, which are sometimes even used as a pretext to strengthen the regime for certain aspects of foreign law. It also points to a low level of protection in relation to certain fundamental rights enshrined in the Constitution or in the European Convention on Human Rights, such as the right to respect for private and family life.
It then points out the role and functioning of the newly established Council for Foreign Disputes. Although that administrative jurisdiction will be granted full jurisdiction, the procedural safeguards are a decline compared to the current system at the Council of State. Thus, the procedural documents are limited to a single initiative proceedings. The judge has no investigative power and is considered to be based on the file prepared by the Commissioner-General for Refugees.
In non-asylum cases, appeals may also be brought to the Council for Foreigners Disputes. The League points out that the appeal is not suspensive in relation to previous decisions, which could then again be in conflict with Article 13 of the European Convention on Human Rights.
Mr. Annemans, the second presentation was by Professor dr. by Marie-Claire Foblets
#4
Official text
(...).
Translated text
( ... )
#5
Official text
Dat zal een tijdje duren. Wij hebben er in de commissie ook tijd aan besteed. Wij vinden dat de plenaire vergadering dan ook recht heeft op een kleine samenvatting.
Professor Foblets wijst erop dat de omzetting van de Europese richtlijn niet volledig is en dat een nieuw ontwerp reeds in voorbereiding is, met name om onze wetgeving conform de richtlijnen "Vrij verkeer van Europese burgers" en "Langdurig ingezetenen" te maken.
De vele wijzigingen aan de wet hebben bovendien tot gevolg dat de tekst ondertussen vrijwel onleesbaar is geworden, bijvoorbeeld door de vele subnummeringen en de terminologische incoherenties die in de tekst voorkomen. De professor raadt dan ook aan om bij een volgende wijziging van de gelegenheid gebruik te maken om met een gecoördineerde versie van de Vreemdelingenwet de tekst opnieuw leesbaarder te maken.
Met betrekking tot het ontwerp wees professor Foblets op de vele gevallen waarin de discretionaire bevoegdheid van de minister van toepassing is en op de rechtsonzekerheid die daardoor wordt gecreëerd. Een oplossing zou er volgens de professor in kunnen bestaan om de Commissie van Advies voor Vreemdelingen bij de beslissingen een grotere rol te laten spelen en door de beslissingen een niet-bindend advies te laten verschaffen.
De voordelen daarvan zijn ten eerste, de samenstelling van de Commissie; ten tweede, de persoonlijke verschijning van de vreemdeling; ten derde, het uitbouwen van de jurisprudentie en ten vierde, een grotere doorzichtigheid in het ontwikkelen van criteria; ten vijfde, de minister of zijn gemachtigde dient daarenboven zijn beslissing te motiveren bij afwijking van het advies. Wat de omzetting van de richtlijn "Gezinshereniging" betreft, biedt de richtlijn de mogelijkheid om de zogenoemde periode van afhankelijke verblijfstitel tot vijf jaar uit te breiden. Dat moet de administratie toelaten op afdoende wijze te controleren of er geen misbruik in het spel is. Het voorliggende ontwerp beperkt voornoemde periode echter tot een periode van slechts drie jaar.
Tegelijk voorziet de richtlijn in een kans aan de lidstaten om de nieuwkomers effectieve participatiekansen te bieden. De professor wijst erop dat voornoemde mogelijkheid in de huidige ontwerpen nergens terugkomt.
Daarnaast voorziet het ontwerp wel in de verplichting van aangepaste huisvesting en ziektekostenverzekering. De verplichting tot voldoende bestaansmiddelen speelt evenwel slechts in bepaalde gevallen, terwijl de richtlijn daartoe wel de mogelijkheid biedt.
Een ander punt dat niet in het ontwerp voorkomt, maar wel degelijk een onderdeel van de richtlijn uitmaakt, is de mogelijkheid om de verblijfsvergunning voor gezinshereniging vanuit België aan te vragen.
In het voorliggend ontwerp blijft dit een uitzondering, wat volgens de professor eveneens een gemiste kans is. De controle is immers gemakkelijker mogelijk vanuit België uit te voeren.
Met betrekking tot de asielprocedure uitte professor Foblets in het bijzonder vragen bij de opname van de ontvankelijkheidscriteria vervat in artikel 52 van de Vreemdelingenwet en de mogelijkheid van de minister om tussen te komen bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen.
Daarnaast merkte de professor op dat de procedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen wordt herleid tot een administratief cassatieberoep. In het kader van de asielprocedure betekent dit onder meer het ontbreken van een eigen onderzoeksbevoegdheid, tot daar professor Marie-Claire Foblets.
De derde sociale organisatie is het Forum Asiel en Migraties. Het Forum legt tijdens de hoorzittingen de nadruk op de regularisatie van vreemdelingen en wijst erop dat deze regularisaties vandaag zeer verscheiden gebeuren, soms voor een beperkte duur, na een lange procedure zonder criteria en door een overspoelde en niet te bereiken administratie.
Een beroep tegen een negatieve beslissing is mogelijk bij de Raad van State die op zijn beurt te kampen heeft met een enorme achterstand zodat een uitspraak pas na twee jaar komt. Volgens het Forum geldt ook dezelfde onduidelijkheid voor mensen zonder papieren. Het Forum Asiel en Migraties vraagt dan ook het inschrijven van een regularisatiemogelijkheid in de wet van 15 december 1980 en kan zich niet vinden in het voorgestelde artikel 9bis van het ontwerp.
Daarnaast kan de discretionaire bevoegdheid van de minister nog steeds blijven bestaan. Het FAM stelt de volgende zes criteria voor regularisatie voor: ten eerste, bij een te lange procedure; ten tweede, in geval van ernstige ziekte; ten derde, bij materieel onmogelijke terugkeer; ten vierde, bij duurzame bindingen of beklemmende situaties; ten vijfde, voor de niet-begeleide minderjarigen en ten slotte voor personen aan wie een arbeidskaart B of beroepskaart werd toegestaan of die daarvan werden vrijgesteld.
Inzake de regularisatie stelt het Forum ook een aangepaste procedure voor waarbij de dienst Vreemdelingenzaken de dossiers behandelt en bij twijfel naar de Commissie van advies voor vreemdelingen doorverwijst. De commissie kan dan de aanvrager horen en positief of negatief advies uitbrengen aan de minister. De minister neemt vervolgens een gemotiveerde beslissing waartegen beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen mogelijk is.
Ten slotte vraagt het Forum een oplossing voor de bestaande probleemdossiers door een ambtshalve regularisatie van de dossiers die reeds drie jaar in behandeling zijn via de procedure van artikel 9, 3 e lid. Ten vierde, over het CIRE (Coordination et Initiatives pour et avec les Réfugiés et Étrangers). Het CIRE herhaalt de kritieken op de asielprocedure en stelt dat het er niet alleen op aankomt voor de toekomst een procedure uit te werken die werkelijk aan de geformuleerde kritiek tegemoetkomt, maar ook de waardige en humane maatregelen te treffen om de achterstand weg te werken. Wat dat betreft wordt het dossier-asiel nog in hoofdzaak gezien en behandeld in termen van het bestrijden van misbruiken.
CIRE meent dan ook dat andere maatregelen die worden ingegeven door het oogmerk de misbruiken te bestrijden, zoals bijvoorbeeld beperkingen tot de toegang tot de procedure met talrijke gevallen waarin tot opsluiting wordt overgegaan, de hoofdzakelijk schriftelijke procedure en de inkorting van de beroepstermijnen, dreigen te primeren op de beschermingsvereiste, zodat een asielzoeker zijn kansen ziet slinken dat hij de gelegenheid zou krijgen om in de loop van een rechtvaardige en doeltreffende procedure naar voren te brengen wat zijn angsten zijn. De afschaffing van de ontvankelijkheidsfase is in dat opzicht een goede zaak. Een asielaanvraag mag volgens het CIRE niet op grond van een formeel motief worden verworpen. Zij mag alleen worden verworpen indien de betrokkene geen bescherming behoeft, dan wel die bescherming elders kan krijgen.
De vijfde sociale organisatie was Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Die organisatie is tevreden dat door de ontwerpen een aantal aloude knelpunten worden opgelost, maar wil toch ook haar bezorgdheid uiten met betrekking tot een aantal keuzes die werden gemaakt.
Ten eerste, de afschaffing van de ontvankelijkheidsfase, maar tegelijk het behoud van de ontvankelijkheidscriteria, waardoor een aanvraag toch nog altijd op louter formalistische gronden kan worden geweigerd. Vreemdelingenwerk Vlaanderen wijst in verband daarmee naar de nog op te zetten Europese richtlijn die de lidstaten verplicht om bij elke aanvraag inhoudelijk te oordelen over het dossier.
Ten tweede, de rol van de dienst Vreemdelingenzaken die uit de procedure werd gehaald, maar wel moet oordelen over nieuwe elementen bij herhaalde asielaanvraag.
Ten derde, de volheid van rechtsmacht van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen die in belangrijke mate wordt ingeperkt bij het in aanmerking nemen van nieuwe elementen door de rechter, en het gebrek aan eigen onderzoeksbevoegdheid.
Dan komen we bij de zesde organisatie: Artsen zonder Grenzen. De vertegenwoordiger van Artsen zonder Grenzen wenst bijzondere aandacht te besteden aan de situatie van ernstig zieke personen waarop deze wet van toepassing is. Vaak komen bij de organisatie mensen terecht die, ondanks hun aandoeningen, alsnog bevel krijgen het grondgebied te verlaten. Wat dat betreft moet er op worden gewezen dat het sturen van een zieke persoon naar een land waarin hij concreet geen toegang zou hebben tot de zorg die zijn situatie vereist, een onmenselijke behandeling zou vormen en dus een toelatingsvereiste onder de toepassing van de subsidiaire bescherming.
Met `passende behandeling' moet bij de beoordeling van de dossiers zowel rekening worden gehouden met de beschikbaarheid als met de toegankelijkheid van de behandeling. Vooral de toegankelijkheid is vaak een struikelblok, meent Artsen zonder Grenzen, aangezien er zich in dat geval financieel en geografisch problemen kunnen stellen. Volledige, actuele, nauwkeurige en onpartijdige informatie over het land van herkomst zal dus moeten worden ingewonnen.
Voorts duidt de vertegenwoordiger van Artsen zonder Grenzen aan dat de procedure voor de asielinstanties niet aangepast is voor dringende medische gevallen. In dit kader verwijst de spreker onder meer naar de vragen die kunnen gesteld worden inzake de onafhankelijkheid van de ambtenaar-geneesheer die over de dossiers advies moet uitbrengen. De spreker besluit door te stellen dat de voorliggende tekst de omzetting is van het systeem zoals het vandaag werkt, maar dat het niet de nodige garanties bevat om te komen tot een bescherming, die naam waardig.
Ten zevende, professor Vermeersch. De professor stelt dat de ontwerpen voor een groot stuk voldoen aan de aanbevelingen die door de commissie-Vermeersch werden gedaan, in het bijzonder een drastische inkorting van de duur van de procedure. Ook de verankering van de subsidiaire bescherming in de wet vindt de professor een goede zaak. Met betrekking tot het inschrijven van de regularisatiecriteria in de wet argumenteert de professor dat dit om tweeërlei reden een verkeerde keuze zou zijn. Ten eerste, een exhaustieve lijst met criteria zou tot gevolg hebben dat noodsituaties waarin niet exact wordt voorzien, niet op humanitaire wijze zouden kunnen opgelost worden. Elke lijst van criteria zou automatisch een aanzuigeffect creëren. Mensen zouden immers, terecht of ten onrechte, aanvoeren aan deze criteria te voldoen. Daartegenover staan echter de principes van rechtszekerheid en van goed bestuur. In het kader van de opsluiting van vreemdelingen verwijst de professor terug naar de aanbevelingen van het eindrapport van de commissie-Vermeersch. De maximumperiodes van opsluiting mogen geen betrekking hebben op de vertragingen die exclusief het gevolg zijn van het feit dat betrokkene zich zo sterk verzet dat een verwijdering onmogelijk wordt gemaakt.
Ten achtste, Jan De Volder, woordvoerder van de HOP-actie. De HOP-actie vraagt een oplossing voor de situatie van mensen die uitgeprocedeerd zijn en mensen zonder papieren die lang op het grondgebied verblijven en van wie velen momenteel actie voeren in heel het land. In grote mate kan de actie zich akkoord verklaren met de uitgangspunten van het ontwerp zoals een snellere procedure en het invoeren van een beschermingsstatuut, het tegengaan van nutteloze procedures en een daadwerkelijk uitwijsbeleid. Finaal stelt zich het probleem wat te doen met degenen die zich nu illegaal op het grondgebied bevinden. De huidige manier van regularisatie stuit op heel veel onbegrip, precies door de onduidelijkheid rond de toepassing ervan, zo stelt de heer De Volder van HOP. Voor zijn organisatie moet regularisatie kunnen voor mensen die lang in een procedure zijn, ook bij de Raad van State, en voor degenen die niet meer in een procedure zijn of dat nooit waren, maar wel duidelijk ingeburgerd zijn. Langdurig verblijf, taalkennis, schoolgaande kinderen, arbeidsbereidheid kunnen daarbij doorslaggevende factoren zijn.
De negende organisatie is het Vlaams Minderhedencentrum. Het Vlaams Minderhedencentrum vraagt aandacht voor enkele punten in het ontwerp. In de eerste plaats is het volgens het Centrum een stap voorwaarts dat bepaalde mogelijkheden zoals verblijfsrechten die voorheen via een rondzendbrief geregeld waren, nu een wettelijke verankering krijgen. Anderzijds is met betrekking tot de rechtspositie van de vreemdeling het ontwerp niet meteen een verbetering. Nog steeds wordt geen vereenvoudiging of harmonisering van verblijfsstatuten doorgevoerd, bijvoorbeeld in het kader van de gezinshereniging. Op het vlak van die gezinshereniging stelt het Centrum in het ontwerp een duidelijke verstrenging vast. Vermeden moet worden dat in naam van de strijd tegen misbruiken willekeurige inbreuken op het gezinsleven gepleegd worden. In dat verband verwijst het Centrum naar de uitgebreide mogelijkheden ter controle van het huwelijk of de adoptie en eventuele misbruiken.
Verder nog stelt het Centrum dat binnen het wettelijk kader de controle op het huwelijk reeds in verschillende delen van het recht is geregeld. Er is immers het burgerlijk recht, sinds kort ook het strafrecht en nu het administratief recht. Het Vlaams Minderhedencentrum benadrukt echter dat er geen enkele coördinatie is tussen deze verschillende instanties, wat de rechtszekerheid, de beleidscoherentie en de transparantie van het recht niet ten goede komt.
Verder wijst het Centrum ook op het bestaan van een aantal bilaterale verdragen die de voorwaarden die in de wet worden ingeschreven inzake de gezinshereniging, zoals de huisvestingsverplichting en dergelijke, eigenlijk ondergraven.
De creatie van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zou een positieve maatregel geweest zijn, ware het niet dat de Raad een soort aparte Raad van State voor vreemdelingen is geworden, die buiten het asielberoep alleen als annulatierechter oordeelt over substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten, machtsoverschrijding en machtsafwending. Verder heeft de Raad geen volle rechtsmacht en heeft ze geen onderzoeksbevoegdheid. Het annulatieberoep houdt tevens geen nieuw oordeel ten gronde in en het is een strikt schriftelijke procedure. Het Vlaams Minderhedencentrum hield eraan om vooral inzake de gezinsherenigingen — een schending van het artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens — te wijzen op de problematische situatie die hierdoor kan ontstaan. Bovendien stelt het Centrum blijvende lacunes vast die geen oplossing vinden in het ontwerp. Het Centrum betreurt dat in het ontwerp geen regeling is getroffen voor de niet-begeleide minderjarigen en het verblijfsstatuut voor erkende staatlozen. Ook het regularisatieprobleem blijft onaangeroerd. Tot slot vraagt het Vlaams Minderhedencentrum meer ondersteuning en vorming voor de diensten die met deze problematiek geconfronteerd worden, in het bijzonder na de belangrijke en talrijke wijzigingen die door de voorliggende ontwerpen worden doorgevoerd.
Ten tiende, de vertegenwoordigingen van de vakverenigingen. De commissie hoorde tijdens de hoorzittingen eveneens de vertegenwoordigers van drie grote vakverenigingen, zijnde ACV, ABVV en het ACLVB.
De vertegenwoordiger van het ACV sneed de problematiek van de regularisaties aan. De vakverenigingen waren immers nauw betrokken bij de vorige regularisatiecampagne van 1999-2000. Een van de criteria die toen werd gehanteerd, was het langdurig verblijf — vijf of zes jaar — en de ontwikkeling van duurzame banden met ons land. De ervaring van toen leerde ons dat sommige mensen reeds na zeer korte tijd duurzame bindingen ontwikkelden, terwijl anderen niettegenstaande een lang verblijf, dit niet hadden. De ondoorzichtigheid en de sfeer van willekeur bij de regularisatie, zoals die vandaag bestaat, is voor de organisatie problematisch. De vakvereniging stelt dan ook dat er nood is aan permanente criteria die worden toegepast door een commissie.
De voorliggende ontwerpen behelzen inderdaad de regeling van een aantal verblijfsstatuten, maar geen van deze zijn van toepassing op de gevallen die destijds ook door de regularisatiecommissie werden behandeld. Het ACV-verbond Brussel pleit dus voor een bijkomende verblijfsstatus wegens duurzame banden die losstaat van de andere verblijfsvormen en de daaraan gekoppelde procedures. Bij de beoordeling moet volgens de organisatie rekening worden gehouden met de volgende aspecten:
Ten eerste, eventuele familiebanden van de aanvrager met België. Ten tweede, de persoonlijke situatie van de aanvrager, zoals leeftijd, sociaal netwerk, beroepsbekwaamheden hier en in het land van herkomst. Ten derde, zijn parcours in België: jobs, actief in het verenigingsleven, betalen van socialezekerheidsbijdragen. Ten vierde, de duur van zijn verblijf in België en zijn kennis van de landstaal.
Toch mag het criterium duurzame banden niet als residuaire groep beschouwd worden voor het regelen van aspecten die op een andere wettelijke basis hadden moeten worden geregeld, bijvoorbeeld economische migratie en criteria voor de toekenning en vernieuwing van arbeidsvergunningen.
De spreker van het ABVV verklaart dat hij zich kan scharen achter de wijzigingen die inzake de asielprocedure worden doorgevoerd. Daarnaast mogen wij echter niet blind zijn voor de problemen die voor de duizenden sans-papiers in ons land rijzen. In vele gevallen worden zij van elk recht verstoken, zoals bij misbruiken tegen de arbeidswetgeving of bij huisjesmelkerij. Door hun onzekere positie zijn zij ook bevreesd om de misbruiken aan de kaak te stellen. Ook zijn organisatie pleit dus voor een permanente vorm van regularisatie door een onpartijdige, onafhankelijke en permanente regularisatiecommissie.
De spreker van het ACLVB stelt dat ook zijn organisatie het belang van de voorliggende ontwerpen erkent, in het bijzonder het belang van de oprichting van een administratief rechtscollege dat specifiek vreemdelingenzaken zou behandelen, van de ontlasting van de Raad van State en van de maatregelen ter voorkoming van het abusievelijk gebruik van beroepsmogelijkheden.
Tevens vraagt zijn organisatie aandacht voor de strijd tegen koppelbazen en tegen de netwerken van mensenhandelaars, waarbij een Europese aanpak van het probleem van het allergrootste belang is.
Ten elfde, UDEP, de vertegenwoordigers van mensen zonder papieren, bracht de getuigenissen van de duizenden mensen die zich in ons land bevinden en die onder en met ons leven. Voor hen is het onbegrijpelijk dat vandaag sommige mensen wel kunnen worden geregulariseerd, terwijl anderen in precies dezelfde omstandigheden dat niet kunnen. Volgens UDEP is dat een bewijs dat willekeur een belangrijke factor is, een factor die niet strookt met de democratisch principes waarvoor ons land staat.
Behalve de uitgeprocedeerden zijn er in ons land ook heel veel clandestiene vreemdelingen, getuigen de vertegenwoordigers van UDEP. Zij hebben het nooit aangedurfd een procedure aan te vragen. Elke vorm van regularisatie moet volgens UDEP ook met hen rekening houden.
De organisatie doet dan ook, op basis van de vijf ondertussen gekende criteria, een voorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980. Zij stelt tevens vast dat het voorliggende ontwerp geen rekening houdt met deze criteria, die gebaseerd zijn op de werkelijke situatie waarin vele mensen zich vandaag bevinden. Gezien de vele steunbetuigingen vraagt UDEP de voorstellen van de organisatie ernstig te overwegen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, dat was het eerste deel van het verslag.
Translated text
That will take a while. We also spent time in the committee. We believe that the plenary session is entitled to a small summary.
Professor Foblets points out that the transposition of the European Directive is not complete and that a new draft is already being prepared, in particular to make our legislation in accordance with the directives "Free movement of European citizens" and "Long-Term Residents".
In addition, the many amendments to the law have resulted in the fact that the text has become virtually unreadable in the meantime, for example due to the many sub-numberings and the terminological inconsistencies that occur in the text. The professor therefore recommends that the next amendment of the opportunity be used to make the text readier again with a coordinated version of the Foreign Affairs Act.
As regards the draft, Professor Foblets pointed out the many cases in which the discretionary power of the Minister applies and the legal uncertainty that this creates. A solution could, according to the professor, be to allow the Committee of Advisory for Foreigners to play a greater role in the decisions and by the decisions to provide a non-binding advice.
The benefits are, first, the composition of the Commission; second, the personal appearance of the foreigner; third, the consolidation of jurisprudence and, fourth, a greater transparency in the development of criteria; fifth, the Minister or his representative must also justify his decision in case of deviation from the opinion. As regards the transposition of the Family Reunification Directive, the Directive provides the possibility to extend the period of the so-called dependent residence permit to five years. This should allow the administration to adequately verify that there is no abuse in the game. However, the present draft limits the aforementioned period to a period of only three years.
At the same time, the Directive provides an opportunity for Member States to provide effective participation opportunities for newcomers. The professor points out that the aforementioned possibility does not come back anywhere in the current designs.
In addition, the draft provides for the obligation of adapted housing and health insurance. However, the obligation to provide adequate livelihoods only applies in certain cases, whereas the Directive provides the possibility to do so.
Another point that does not appear in the draft, but actually forms part of the directive, is the possibility of applying for a residence permit for family reunification from Belgium. Their
In the present draft, this remains an exception, which according to the professor is also a missed opportunity. The control is easier to carry out from Belgium.
Regarding the asylum procedure, Professor Foblets raised questions, in particular, regarding the inclusion of the admissibility criteria contained in Article 52 of the Foreigners Act and the possibility for the Minister to intervene with the General Commissioner for Refugees.
In addition, the professor noted that the procedure for the Council for Foreign Disputes is reduced to an administrative cassation appeal. In the framework of the asylum procedure, this means, among other things, the absence of its own investigative authority, so far Professor Marie-Claire Foblets.
The third social organization is the Asylum and Migration Forum. During the hearing, the Forum emphasizes the regularization of foreigners and points out that these regularizations today happen very varied, sometimes for a limited period of time, after a long procedure without criteria and through an overshadowed and unattainable administration.
An appeal against a negative decision is possible with the State Council, which in turn faces a huge delay so that a judgment comes only after two years. According to the Forum, the same uncertainty applies to people without papers. The Forum Asylum and Migration therefore requests the registration of a regularisation possibility in the law of 15 December 1980 and cannot be found in the proposed article 9bis of the draft.
In addition, the discretionary power of the Minister may still remain. The FAM proposes the following six criteria for regularization: first, in the case of too long procedures; second, in the case of serious illness; third, in the case of materially impossible return; fourth, in the case of persistent bonds or stressful situations; fifth, for unaccompanied minors and finally for persons to whom a work card B or professional card was granted or exempted from it.
With regard to regularization, the Forum also proposes an adapted procedure in which the Foreign Affairs Service handles the files and in case of doubt forward to the Foreign Advisory Committee. The committee can then hear the applicant and give a positive or negative opinion to the Minister. The Minister then makes a reasoned decision that can be appealed to the Council for Foreign Disputes.
Finally, the Forum calls for a solution to the existing problem files by an official regularisation of the files that have been in process for three years through the procedure of Article 9, paragraph 3e. Coordination and Initiatives for and with Refugees and Foreigners (CIRE). The CIRE reiterates the criticism of the asylum procedure, stating that it is not only important for the future to develop a procedure that truly meets the criticism formulated, but also to take the dignified and humane measures to overcome the backwardness. In that regard, the dossier-asylum is still primarily considered and dealt with in terms of combating abuse.
CIRE thus considers that other measures initiated by the aim of combating the abuses, such as restrictions on access to the procedure with numerous cases of detention, the mainly written procedure and the reduction of the time of appeal, threaten to prevail over the protection requirement, thus reducing an asylum applicant’s chances of having the opportunity to express his fears in a fair and effective procedure. The abolition of the receptivity phase is a good thing in this regard. According to the CIRE, an asylum application should not be rejected on a formal basis. It may only be rejected if the person concerned does not need protection or can obtain that protection elsewhere.
The fifth social organization was Refugee Work Flanders. That organization is pleased that the designs are addressing some old gaps, but wants to also express its concerns regarding some of the choices made.
First, the abolition of the admissibility stage, but at the same time the preservation of the admissibility criteria, which still allows an application to be rejected on purely formalist grounds. Vreemdelingenwerk Vlaanderen points in this context to the European Directive, which is yet to be drafted, which obliges the Member States to make a substantial judgment on the dossier at each application. Their
Secondly, the role of the Foreign Affairs Service that was removed from the procedure, but must judge about new elements in the case of repeated asylum applications. Their
Third, the fullness of jurisdiction of the Council for Foreign Disputes which is significantly restricted when taking into account new elements by the court, and the lack of own investigative authority.
Then we get to the sixth organization: Doctors Without Borders. The representative of Doctors Without Borders wishes to pay special attention to the situation of seriously ill persons to whom this law applies. Often people who, despite their illnesses, are ordered to leave the territory. In that regard, it should be pointed out that sending a sick person to a country in which he would in fact not have access to the care required by his situation would constitute an inhuman treatment and thus a requirement for admission under the application of subsidiary protection.
The ‘appropriate treatment’ should take into account both the availability and accessibility of the treatment in the assessment of the dossiers. In particular, accessibility is often a barrier, says Doctors Without Borders, as there may be financial and geographical problems. Therefore, complete, up-to-date, accurate and impartial information on the country of origin will need to be collected.
Furthermore, the representative of Doctors Without Borders points out that the procedure for asylum authorities is not adapted for urgent medical cases. In this context, the speaker shall refer, inter alia, to the questions that may be asked regarding the independence of the official physician who must advise on the files. The speaker concludes by stating that the present text is the conversion of the system as it works today, but that it does not contain the necessary guarantees to come to a protection, worthy of that name. Their
The seventh, Professor Vermeersch. The professor states that the drafts in large part comply with the recommendations made by the committee-Vermeersch, in particular a drastic reduction in the duration of the procedure. Also the anchoring of the subsidiary protection in the law the professor finds a good thing. Regarding the entry of the regularization criteria into the law, the professor argues that this would be a wrong choice for two reasons. First, an exhaustive list of criteria would result in emergencies that are not accurately predicted could not be solved by humanitarian means. Each list of criteria would automatically create a suction effect. After all, people would, rightly or wrongly, argue that they meet these criteria. On the contrary, however, are the principles of legal certainty and good governance. In the context of the imprisonment of foreigners, the professor refers to the recommendations of the final report of the commission-Vermeersch. The maximum periods of detention should not cover delays resulting solely from the fact that the person concerned is so strongly opposed that removal becomes impossible. Their
Eighth, Jan De Volder, spokesman for the HOP action. The HOP action calls for a solution to the situation of people who have been expropriated and people without papers who have long stayed on the territory and many of whom are currently taking action across the country. To a large extent, the action can agree with the principles of the draft, such as an accelerated procedure and the introduction of a protection status, combating useless procedures and an effective expulsion policy. Finally, the problem arises what to do with those who are now illegally in the territory. The current way of regularization encounters a lot of misunderstanding, precisely because of the uncertainty around its application, says Mr De Volder of HOP. For its organization, regularization should be possible for people who have long been in a procedure, including at the Council of State, and for those who are no longer in a procedure or that never was, but are clearly embedded. Long-term residence, language skills, schooling children, working readiness can be decisive factors. Their
The ninth organization is the Flemish Minorities Centre. The Flemish Minority Centre calls for attention to some points in the design. In the first place, it is a step forward that certain possibilities, such as residence rights previously arranged through a circular letter, now get a legal anchor. On the other hand, with regard to the legal status of the foreigner, the draft is not immediately an improvement. There is still no simplification or harmonisation of residence statutes, for example in the context of family reunification. With regard to that family reunification, the Centre sets out a clear struggle in the design. It should be noted that arbitrary violations of family life are committed in the name of the fight against abuse. In this context, the Centre refers to the extensive capabilities for controlling marriage or adoption and possible abuses. Their
Furthermore, the Centre states that within the legal framework, the control of marriage has already been regulated in various parts of the law. After all, there is civil law, recently also the criminal law and now the administrative law. However, the Flemish Centre for Minorities stresses that there is no coordination between these different bodies, which does not benefit the legal certainty, policy coherence and legal transparency.
Furthermore, the Centre also points to the existence of a number of bilateral treaties that effectively undermine the conditions contained in the law on family reunification, such as the housing obligation and the like.
The creation of the Council for Foreign Disputes would have been a positive measure if it had not become a kind of separate Council of State for Foreigners, which, outside of the asylum appeal, only judges as annulment courts on substantial or on penalty of nullity imposed formal requirements, excess of power and deprivation of power. Furthermore, the Council does not have full jurisdiction and does not have an investigative power. The annulment appeal also does not constitute a new judgment on the substance and it is a strictly written procedure. The Flemish Centre for Minorities insisted on pointing out the problematic situation that may arise, especially with regard to family reunification — a violation of Article 8 of the European Convention on Human Rights. In addition, the Centre identifies permanent gaps that cannot be solved in the design. The Centre regrets that the draft does not provide for unaccompanied minors and the residence status for recognised stateless persons. The problem of regulation also remains untouched. Finally, the Flemish Centre for Minorities calls for more support and training for the services facing this problem, especially after the important and numerous changes implemented by the present projects.
Tenth, the representations of the trade unions. During the hearings, the committee also heard the representatives of three major trade unions, ACV, ABVV and the ACLVB.
The representative of the ACV cut off the problem of the regularisations. The trade unions were closely involved in the previous regularization campaign of 1999-2000. One of the criteria used at the time was long-term residence — five or six years — and the development of lasting ties with our country. The experience of that time taught us that some people developed lasting bonds after a very short time, while others, despite a long stay, did not. The opaque and arbitrary atmosphere of regularization, as it exists today, is problematic for the organization. The trade union therefore argues that there is a need for permanent criteria to be applied by a committee.
Indeed, the draft proposals in question cover the regulation of a number of residence statutes, but none of them apply to the cases that were also examined by the regularisation committee at the time. The ACV association Brussels thus advocates for an additional residence status due to lasting ties that are separate from the other forms of residence and the procedures associated with them. In the assessment, according to the organization, the following aspects should be taken into account:
First, any family ties of the applicant with Belgium. Second, the applicant’s personal situation, such as age, social network, professional skills here and in the country of origin. Third, his course in Belgium: jobs, active in association life, paying social security contributions. Fourth, the duration of his stay in Belgium and his knowledge of the national language.
Nevertheless, the criterion of sustainable links should not be considered as a residual group for the purpose of regulating aspects that should have been regulated on a different legal basis, such as economic migration and criteria for the granting and renewal of work permits.
The speaker of the ABVV declares that he can support the changes that are being made to the asylum procedure. In addition, however, we must not be blind to the problems that arise for the thousands of sans-papiers in our country. In many cases, they are deprived of any right, such as in cases of abuse of labour legislation or in case of domestic dairy. Because of their uncertain position, they are also afraid to denounce the abuses. His organization also thus advocates for a permanent form of regularization by an impartial, independent and permanent regularization committee.
The speaker of the ACLVB states that its organization also recognizes the importance of the draft proposals in question, in particular the importance of establishing an administrative jurisdiction that would specifically deal with foreign matters, of the discharge of the State Council and of the measures to prevent the abuse of professional opportunities.
Its organization also calls attention to the fight against linkage and against the networks of human traffickers, where a European approach to the problem is of the utmost importance.
On the eleventh, UDEP, the representatives of people without papers, brought the testimonies of the thousands of people who are in our country and who live under and with us. For them it is incomprehensible that today some people can be regulated, while others in exactly the same circumstances cannot. According to UDEP, proof that arbitrariness is an important factor, a factor that is inconsistent with the democratic principles for which our country stands.
In addition to the prosecuted, there are also a lot of clandestine foreigners in our country, the representatives of UDEP testify. They never dared to request a procedure. According to UDEP, any form of regularization should also take them into account.
Therefore, on the basis of the five criteria known so far, the organization makes a proposal to amend the law of 15 December 1980. It also notes that the present draft does not take into account these criteria, which are based on the actual situation in which many people are today. Given the numerous statements of support, UDEP calls for the organization’s proposals to be seriously considered.
This was the first part of the report.
#6
Official text
Monsieur Boukourna, vous faites également une partie du rapport.
Translated text
Mr Boukourna, you are also part of the report.
#7
Official text
Daarna brengen mevrouw Lanjri en Mme Galant hun deel van het verslag uit.
Translated text
Lanjri and Galant submitted their part of the report.
#8
Official text
Mijnheer Claes, u zal daarna waarschijnlijk een van de eerste sprekers zijn tijdens het algemene debat dat daarop zal volgen. U was ingeschreven voor het tweede ontwerp, maar wij hebben beslist om een gezamenlijke, algemene bespreking te houden.
Translated text
Mr Claes, you will then probably be one of the first speakers during the general debate that will follow. You were registered for the second draft, but we decided to hold a joint, general discussion.
#9
Official text
Monsieur Boukourna, vous avez la parole pour votre part du rapport.
Translated text
Mr Boukourna, you have the word for your part of the report.
#10
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, avant de vous faire lecture de ce rapport, je voudrais dire que les hasards du calendrier font qu'au moment de discuter ce projet se tient la Conférence interministérielle à Rabat au Maroc qui traite justement de la question de la migration et du développement et à laquelle la Belgique est représentée par M. De Decker. Nous attendons de savoir quelle part prendra le sécuritaire au sein de ce binôme constitué par la migration et le développement. Monsieur le président, veuillez excuser cette "migration" momentanée vers des considérations qui semblent très loin pour d'aucuns de ce qui nous concerne aujourd'hui.
En ce qui nous concerne, monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la commission de l'Intérieur a délibéré pendant plusieurs semaines de la modification de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'éloignement et l'établissement des étrangers. À cette occasion et conformément à la demande de la commission de l'Intérieur, de nombreux experts, des représentants des syndicats, des ONG et des administrations publiques de l'Intérieur et de la Justice ont été auditionnés. M. Dirk Claes vous en a fait le rapport à l'instant.
Le gouvernement a estimé préférable de lier les réformes relatives aux deux projets suivants: le projet de loi visant à modifier la loi du 15 décembre 1980 et le projet de loi réformant le Conseil d'État et créant un Conseil du Contentieux des Étrangers. Ces deux projets transposent par ailleurs les directives européennes suivantes: la directive 2003/86 relative au droit au regroupement familial, la directive 2004/83 concernant les normes minimales relatives au statut de réfugié ou de personne nécessitant une protection internationale ou une protection subsidiaire et enfin la directive 2004/81 relative au séjour des ressortissants des pays tiers victimes de la traite des êtres humains qui ont fait l'objet d'une aide à l'immigration clandestine ou qui ont collaboré avec les autorités compétentes.
Le gouvernement ne fait aucune référence à la régularisation des étrangers séjournant illégalement sur notre territoire. Cette question volontairement évitée par le gouvernement a évidemment soulevé en commission énormément de remous, comme nous le verrons plus loin lors de l'exposé sur le débat politique qui a suivi les auditions. Le gouvernement propose donc l'instauration d'un statut de séjour médical, l'instauration de la protection subsidiaire, consacre légalement l'octroi d'un permis de séjour aux personnes victimes de la traite des êtres humains et qui acceptent de collaborer et, enfin, l'élargissement dans certains cas des possibilités d'obtenir un droit de séjour dans le cadre d'un regroupement familial.
L'instauration d'un statut de séjour médical signifie qu'un étranger, atteint d'une maladie grave et qui ne pourrait être soigné dans son pays d'origine ou de résidence, pourra bénéficier d'une autorisation de séjour. Ce statut est soumis aux conditions suivantes: - il doit être malade; - il faut que son retour dans son pays représente un risque réel pour sa vie ou pour son intégrité physique.
L'instauration de la protection subsidiaire serait accordée à l'étranger pour lequel il existe une raison de croire qu'il courrait un risque réel d'atteinte grave sur sa personne dans l'éventualité où il retournerait dans son pays d'origine ou de résidence.
Les trois cas visés sont les suivants: - lorsque la peine de mort serait appliquée ou lorsqu'il serait exécuté dans son pays d'origine; - lorsqu'il serait torturé ou soumis à des traitements inhumains ou dégradants; - lorsque sa vie serait gravement menacée en raison de la violence aveugle occasionnée par un conflit interne ou international.
J'en arrive à l'octroi du permis de séjour aux personnes victimes de la traite des êtres humains et qui acceptent de collaborer. Cette pratique existait déjà, mais elle est aujourd'hui consacrée légalement.
Pour ce qui est du droit de séjour dans le cadre d'un regroupement familial, la transposition dans le droit belge du regroupement familial, à partir de la directive européenne 2003/86, poursuit un rapprochement des législations européennes en matière de regroupement. Elle traduit également fidèlement la préoccupation du gouvernement de traiter sur un pied d'égalité et dans une même disposition plusieurs dimensions: - le respect du droit fondamental à la vie familiale; - la lutte contre la traite des êtres humains; - les mariages "blancs"; - l'usage abusif des procédures en matière d'immigration.
Un pouvoir discrétionnaire continuera d'être conféré au ministre de l'Intérieur qui devra juger les situations non prévues par le législateur. Je pense ici notamment aux cas humanitaires.
Une condition s'impose: sauf pour des raisons exceptionnelles que seul le ministre peut apprécier, la demande doit avoir été introduite depuis l'étranger, ce dans le but d'éviter un abus du recours au pouvoir discrétionnaire du ministre.
La jurisprudence du Conseil d'État définit les circonstances exceptionnelles comme "des circonstances qui font qu'il est très difficile, voire impossible, pour un étranger de retourner dans son pays d'origine" afin d'en faire la demande.
De manière générale, outre les catégories techniques, il existe trois groupes bénéficiant du droit de séjour sur notre territoire.
1. Les étrangers dont la demande d'asile a pris un temps déraisonnablement long, qui sont donc aujourd'hui complètement intégrés et qui ne représentent aucun danger pour l'ordre public ou la sécurité de l'État. Le gouvernement souligne que la méthode LIFO (last in, first out), instaurée pour faire face à la crise que nous avons connue, a permis de diminuer fortement le nombre de demandes d'asile et de toucher plus directement le groupe auquel elle était destinée. Le gouvernement reconnaît cependant que cette méthode a entraîné des retards dans le traitement de certains dossiers devant être étudiés sur le fond.
2. Les étrangers qui, en raison d'une maladie grave ou de leur condition physique, ne peuvent retourner dans leur pays d'origine ou de résidence principale.
3. Les étrangers dont le retour s'avère difficile, voire impossible, pour des raisons humanitaires graves.
Le gouvernement estime qu'une liste limitative des motifs de délivrance des permis de séjour est impossible à réaliser. Le principe de base observé est que le refus d'octroi d'un permis de séjour pourrait constituer une infraction à la Convention européenne des droits de l'homme ou pourrait être manifestement contraire à la jurisprudence du Conseil d'État.
Concrètement, quelles seront les modifications apportées par le projet de loi? Au niveau du regroupement familial, tout d'abord, la transposition de la directive européenne consacrée par le projet modifie les conditions applicables en la matière pour les membres de la famille de personnes non ressortissantes de l'Union européenne. Ainsi, si une personne étrangère rejoint une autre personne étrangère séjournant provisoirement en Belgique, la durée de validité du droit de séjour du regroupement doit être parfaitement alignée sur les limitations du droit de séjour de la personne séjournant déjà en Belgique. Par exemple, les étudiants.
Le projet de loi distingue clairement: - le regroupement familial à l'égard d'une étrangère admise ou autorisée au séjour permanent ou autorisée à s'établir; - le regroupement familial à l'égard d'une personne qui ne dispose elle-même que d'un droit de séjour limité.
Les conditions pour bénéficier du regroupement familial ont été élargies afin de s'aligner sur la législation européenne. Outre le conjoint, les enfants mineurs et les enfants mineurs handicapés, à l'avenir, les parents d'un étranger mineur reconnu comme réfugié pourront faire valoir un droit au regroupement familial. L'étranger lié par un partenariat enregistré conformément à une loi à un étranger admis ou autorisé à séjourner en Belgique, peut également obtenir une autorisation de séjour. Adoption du principe de la cascade signifiant que la personne ayant acquis elle-même un droit de séjour au titre de regroupement familial pourra à l'avenir constituer à son tour la base d'un nouveau regroupement familial.
Le gouvernement met en garde contre certains abus qui pourraient être observés dans le cadre du regroupement familial sur la base d'un mariage. C'est pourquoi, celui-ci prévoit des conditions supplémentaires à réunir pour bénéficier du droit au regroupement familial. Ainsi, dans le cas d'un mariage, un regroupement familial ne pourra être effectué que si le rejoignant et le rejoint ont au minimum 21 ans, ce afin d'éviter les mariages forcés.
Ensuite, l'étranger vivant en Belgique doit disposer de moyens de logement suffisants et les étrangers qui rejoignent la Belgique devront également disposer d'une assurance maladie.
Un renforcement des contrôles post-regroupement sera également prévu afin de vérifier si les étrangers concernés forment de facto une cellule familiale et remplissent toutes les conditions.
Le gouvernement entend également rationaliser la procédure d'obtention d'une autorisation de séjour sur la base du regroupement familial, en permettant notamment d'introduire la demande au départ de la Belgique dans le cadre d'un séjour légal de longue durée ou de circonstances humanitaires graves, en invitant l'Office des étrangers à se prononcer dans les neuf mois de l'introduction de la demande.
Si l'étranger ne réunit pas toutes les conditions requises, s'il n'existe plus de vie conjugale ou en cas de fraude, il peut être mis fin au droit de regroupement familial. L'étranger peut attaquer cette décision auprès du Conseil du Contentieux des Étrangers.
En ce qui concerne le statut de protection pour les victimes de la traite des êtres humains, un des projets de loi transpose également la directive européenne instaurant un statut de protection pour les victimes de la traite et du trafic des êtres humains. L'accent est mis sur la victime, puisque le projet de loi prévoit la protection des victimes de l'infraction de traite des êtres humains. Ce statut de victime peut, par ailleurs, être conféré tant aux ressortissants de l'Union européenne qu'aux ressortissants de pays tiers.
La méthode est la suivante: la victime bénéficie d'une aide adéquate et peut acquérir un droit de séjour sur notre territoire en échange de sa contribution à l'enquête, ce qui permet aux autorités policières et judiciaires de recueillir de précieuses informations pour démanteler les réseaux.
Certaines dispositions sont également prévues pour les mineurs non accompagnés.
En ce qui concerne la réforme de la procédure d'asile, elle constitue le chapitre le plus important des modifications que le gouvernement souhaite apporter.
Les objectifs du gouvernement sont doubles: d'une part, accélérer et simplifier la procédure et, d'autre part, garantir un traitement de qualité à toutes les demandes, assorties d'un contrôle juridictionnel. Pour ce faire, une nouvelle répartition des compétences a été proposée.
Au niveau des compétences de l'Office des étrangers, celui-ci reste compétent pour recevoir la demande d'asile et l'analyser. C'est également l'Office qui transmet le questionnaire d'identité de l'étranger et qui évalue, quel est, selon la Convention de Dublin, le pays compétent pour traiter la demande d'asile, ou encore si l'étranger demandeur ne présente aucun danger pour l'ordre public et la sécurité publique. L'Office des étrangers a, en outre, le pouvoir de déclarer sans objet une demande réitérée lorsque des éléments nouveaux n'ont pas été apportés par le demandeur.
En ce qui concerne les compétences du CGRA, il est prévu que les services du Commissaire général traitent toutes les demandes d'asile à bref délai, c'est-à-dire en 15 jours pour les demandes d'asile des étrangers privés de leur liberté sur le plan administratif ou pénal et en 5 jours pour les demandes introduites par les ressortissants de l'Union européenne.
La proposition de loi entend simplifier la procédure par le fait de permettre au CGRA de se limiter à un seul examen approfondi relatif à la recevabilité et au fond. Cet examen sera suivi d'une seule décision.
L'étranger reconnu "réfugié" au sens de la Convention de Genève, bénéficie immédiatement d'un droit de séjour illimité. Dans le cas où cet étranger bénéficie du statut de "protection subsidiaire", un droit de séjour provisoire de cinq ans lui est octroyé, au terme duquel il peut faire valoir un droit de séjour illimité.
Enfin, le projet prévoit la création d'un Conseil du Contentieux des Étrangers. Ce conseil pourrait être saisi dans les 15 jours par l'étranger qui estime que sa demande est rejetée à tort ou qui estime qu'il est en droit de bénéficier d'un statut de réfugié en lieu et place du statut de protection subsidiaire qui lui a été octroyé.
Dans le cadre des dossiers d'asile, le Conseil du Contentieux des Étrangers aurait la plénitude de juridiction. Les magistrats pourront donc soit confirmer la décision du commissaire, soit accorder le statut de protection subsidiaire, soit aussi annuler une décision du commissaire.
Une règle prime dans l'étude des dossiers: le Conseil doit consacrer un traitement prioritaire aux dossiers d'étrangers qui sont enfermés.
Le recours est, dans les procédures de demande d'asile, toujours suspensif. Cela veut dire qu'aucune mesure d'éloignement ne pourra être prise par l'Office des étrangers tant qu'une décision judiciaire n'aura pas été prononcée.
La procédure proposée est la suivante: 1. dépistage préalable du recours sans objet ou manifestement irrecevable; 2. si le recours est recevable, l'affaire est fixée; les parties disposent d'au moins 8 jours; 3. à l'audience, les parties ont le droit d'exposer succinctement leur point de vue. L'étranger ne peut citer que des éléments figurant dans le recours initial et tout nouvel élément devra être justifié; 4. l'étranger détenu bénéficiera d'une procédure accélérée afin de limiter dans le temps la mesure privative de liberté. Le juge saisi du litige doit prendre une décision dans un délai de 5 jours ouvrables après la clôture des débats.
Le Conseil du Contentieux des Étrangers reprendra donc non seulement les compétences de la Commission permanente de recours des réfugiés, mais il fera également office de juge en annulation à l'égard de toutes les décisions individuelles prises dans le cadre des lois sur les étrangers. Le Conseil du Contentieux des Étrangers reprendra donc un arriéré important du Conseil d'État.
L'étranger qui fait l'objet d'une mesure d'expulsion disposera d'un délai de 24 heures pour introduire une procédure en suspension en extrême urgence auprès du Conseil. Afin de garantir cette faculté, un service de garde de magistrats sera instauré. Si le juge ne se prononce pas dans les 48 heures, c'est au premier président ou au président qu'il reviendra de prendre les mesures pour qu'une décision tombe dans les 72 heures suivant l'introduction de la requête.
Les décisions du Conseil du Contentieux des Étrangers sont encore susceptibles de faire l'objet d'un pourvoi en cassation auprès du Conseil d'État. Afin d'éviter la reconstitution de l'arriéré actuel au sein du Conseil d'État, le gouvernement propose la mise en place d'un filtre pour empêcher les pourvois juridiquement non fondés. Quelquefois, ces pourvois sont également nommés "recours dilatoires". Trois objectifs sont visés par ce filtre: - les pourvois en cassation pour lesquels le Conseil d'État n'est pas compétent ou qui sont sans objet ou manifestement irrévocables seront déclarés inadmissibles; - un pourvoi ne sera admissible que si des moyens relatifs à une violation de la loi ou des normes prescrites à peine de nullité sont invoqués; - il faut sauvegarder l'uniformité de la jurisprudence.
Les pourvois en cassation déclarés admissibles à l'issue de la procédure de filtre devront être prioritaires. Un arrêt devra être rendu dans les six mois.
Les projets de loi proposent également des mesures relatives à la structure et à l'organisation du Conseil d'État pour simplifier les procédures et résorber le retard de cette instance dans les dossiers relatifs aux demandeurs d'asile. Il s'agit notamment d'introduire des techniques de management modernes, de décharger le Conseil d'État de certaines tâches comme celles relatives au statut des unions professionnelles — le gouvernement estime que les services du ministre en charge des Classes moyennes peuvent y répondre —, l'instauration d'un système de mandat avec des compétences clairement délimitées ou encore l'affectation de magistrats supplémentaires. Il a été question de 32 magistrats lors des discussions.
Dans l'attente de la mise en place du Conseil du Contentieux des Étrangers, la Commission permanente de recours des étrangers sera tenue de travailler selon les nouvelles règles.
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je voudrais vous faire part des réflexions qui ont vu le jour pendant nos travaux. La volonté du gouvernement de ne pas intégrer les critères dans la loi a créé de nombreux remous au sein de la commission et au sein des différents partis. La commission a abordé la question au moment des discussions politiques qui ont suivi les auditions et dont vous avez eu écho par mon collègue M. Claes.
Cette réflexion a porté sur plusieurs éléments.
En ce qui concerne le regroupement familial, les parlementaires ont souligné que les règles qui y sont relatives ne concernaient que les ressortissants des pays non européens puisqu'une autre directive relative au regroupement familial des ressortissants européens doit encore être transposée.
En ce qui concerne les conditions humanitaires, les parlementaires ont tenu à rappeler combien ils sont attachés au principe selon lequel toutes les personnes soumises à des persécutions dans leur pays d'origine doivent pouvoir bénéficier de la protection la plus adaptée.
La question relative à l'implication des autorités locales dans l'analyse des demandes a, par contre, révélé des positions très différentes. Le PS, le VLD, le CD&V, le sp.a-spirit et Ecolo s'interrogeaient sur l'objectivité de l'alternative, tandis que le MR et le cdH se montraient plutôt favorables à cette idée.
En ce qui concerne les critères de régularisation, cette question a soulevé, comme prévu, de nombreux débats et remous en commission. Le PS, Ecolo et le cdH se sont interrogés sur les motivations du gouvernement à ne pas inscrire ces critères dans la loi, estimant que leur inscription n'est en rien incompatible avec le pouvoir discrétionnaire du ministre. Le PS s'est particulièrement montré préoccupé par la problématique des personnes installées depuis longtemps dans notre pays et qui ne constituent aucun danger pour l'ordre public. Ces partis ont exprimé leur volonté de voir ces critères définis de manière large conciliant le respect de l'ordre public et celui des demandeurs. Le MR et le sp.a-spirit ont estimé, quant à eux, que les critères ne devaient pas être formalisés et devaient rester de la compétence discrétionnaire du ministre.
Plus d'une centaine d'amendements ont été déposés. Il serait trop long de vous les exposer tous ici. C'est la raison pour laquelle je vais vous en donner les grandes lignes.
Sur le regroupement familial, l'un des amendements propose, par exemple, que la preuve selon laquelle l'étranger rejoint dispose de moyens de substance stables, réguliers et suffisants, soit exigée pour tous les étrangers qui viennent s'installer sur notre territoire, ce dans le but d'éviter le recours abusif à l'aide sociale une fois les personnes installées.
Au sujet des critères de la reconnaissance du statut de réfugié, un amendement, tendant à modifier la définition de "groupe social" en transformant les conditions cumulatives qui y figurent en conditions alternatives, a été déposé. Un amendement, tendant à adapter le texte du projet de loi dans le sens de la directive européenne relative à des normes minimales concernant la procédure d'octroi et de retrait du statut de réfugié dans les Etats membres, de manière à ce que la décision du commissaire général aux réfugiés et aux apatrides ne puisse être déterminée exclusivement par le fait que la demande réponde ou non aux critères de recevabilité, a également été déposé.
D'autres amendements portaient sur la question de la détention. L'un d'entre eux propose notamment qu'un demandeur d'asile non détenu qui reçoit une décision de refus de reconnaissance du Commissariat général pour les réfugiés et apatrides et qui a introduit un recours suspensif contre la décision ne soit pas détenu tant que le Conseil du Contentieux des Étrangers n'aura pas rendu de décision négative.
Enfin, certains amendements ont été déposés sur les critères de la procédure d'asile. Par exemple, un amendement a été déposé dans le but d'introduire des critères clairs, permanents et notamment relatifs aux demandes de séjour de plus de trois mois, dans le cadre d'une procédure de régularisation devant une commission composée collégialement de trois membres et devant laquelle le demandeur pourra comparaître et se défendre oralement. Les critères visent les catégories de personnes suivantes: - les victimes de la procédure d'asile longue; - les personnes qui se trouvent dans une situation d'impossibilité de retour; - les personnes gravement malades ou souffrant d'un handicap; - les personnes avec des attaches sociales et/ou se trouvant dans des circonstances humanitaires; - les personnes avec projet de contribution socio-économique en Belgique. L'objectif de ces amendements visait à introduire des critères clairs dans la loi pour permettre d'éviter l'arbitraire des décisions.
En réponse, le gouvernement a expliqué qu'il n'était pas favorable à la demande formulée par certains groupes d'inscrire les critères de régularisation dans la loi.
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, à la lecture de ce rapport et à l'analyse des débats, des amendements et des propositions relatifs à ces projets de loi, il faut bien admettre qu'il n'existe pas, à l'heure actuelle, de majorité dans ce pays pour soutenir la solution de la régularisation et de la formalisation des critères. Si le PS et le cdH ont voté pour, tous les autres s'y sont opposés.
Il nous faut bien admettre aussi que ces questions restent posées. Même si certaines avancées sont proposées à ce sujet via ces projets de loi, il n'en reste pas moins que la fracture, au vu des positions des uns et des autres, demeure. Elle devra, à coup sûr, être comblée par une législation plus conforme à la réalité criante à nos frontières européennes, à nos portes, dans nos rues, dans nos chantiers, ...
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, before reading this report, I would like to say that the coincidences of the calendar make that at the time of discussing this project the Interministerial Conference is held in Rabat, Morocco, which deals precisely with the issue of migration and development and in which Belgium is represented by Mr. Rabat. by Decker. We are waiting to see what part the security will take in this binom of migration and development. Mr. Speaker, please apologize for this momentary “migration” to considerations that seem very far away to some of what concerns us today.
As far as we are concerned, Mr. President, Mr. Minister, dear colleagues, the Internal Affairs Committee has deliberated for several weeks on the amendment of the law of 15 December 1980 on the access to the territory, the stay, the removal and the establishment of foreigners. On this occasion and in accordance with the request of the Interior Committee, numerous experts, representatives of trade unions, NGOs and public administrations of the Interior and Justice were heard. by Mr. Dirk Claes told you about it.
The government considered it preferable to link the reforms relating to the following two projects: the bill amending the law of 15 December 1980 and the bill reforming the State Council and creating a Council of the Foreign Dispute. These two projects also transpose the following European Directives: Directive 2003/86 on the right to family reunification, Directive 2004/83 on minimum standards relating to the status of refugee or person requiring international protection or subsidiary protection and finally Directive 2004/81 on the residence of third-country nationals victims of human trafficking who have been assisted in illegal immigration or who have cooperated with the competent authorities. by
The government does not make any reference to the legalization of foreigners staying illegally in our territory. This question, voluntarily avoided by the government, has obviously raised a lot of turmoil in the committee, as we will see later in the exhibition on the political debate that followed the hearings. The Government therefore proposes the establishment of a status of medical stay, the establishment of subsidiary protection, legally dedicates the granting of a residence permit to persons victims of trafficking in human beings and who agree to collaborate and, finally, the extension in some cases of the possibilities of obtaining a right of stay in the context of family reunification. by
The establishment of a medical residence status means that a foreigner suffering from a serious illness and who could not be treated in his country of origin or residence will be able to benefit from a residence permit. This status is subject to the following conditions: - he must be sick; - his return to his country must pose a real risk to his life or to his physical integrity.
The establishment of subsidiary protection would be granted to the foreigner for whom there is reason to believe that he would be at real risk of serious injury to his person in the event that he would return to his country of origin or residence.
The three cases are as follows: - when the death penalty would be applied or when he would be executed in his country of origin; - when he would be tortured or subjected to inhumane or degrading treatment; - when his life would be seriously threatened due to blind violence caused by an internal or international conflict.
I come to the granting of residence permits to persons who are victims of human trafficking and who agree to collaborate. This practice already existed, but it is now legally established.
With regard to the right of residence in the context of family reunification, the transposition of family reunification into Belgian law, starting with European Directive 2003/86, continues to bring European legislation on reunification closer. It also faithfully expresses the government’s concern for treating on an equal footing and in one disposition several dimensions: – respect for the fundamental right to family life; – the fight against human trafficking; – “white” marriages; – the abuse of immigration procedures.
A discretionary power will continue to be conferred on the Minister of the Interior who will have to judge situations not foreseen by the legislator. This includes humanitarian cases. by
A condition is imposed: except for exceptional reasons that only the Minister can assess, the application must have been submitted from abroad, in order to avoid an abuse of the resort to the discretionary power of the Minister.
The Council of State judgment defines exceptional circumstances as "the circumstances that make it very difficult, or even impossible, for a foreigner to return to his country of origin" in order to make the request.
In general, in addition to the technical categories, there are three groups enjoying the right of residence in our territory.
1 of 1. Foreigners whose asylum application has taken an unreasonably long time, who are therefore now fully integrated and who do not pose any danger to public order or state security. The government emphasizes that the LIFO method (last in, first out), introduced to deal with the crisis we have known, has helped to significantly reduce the number of asylum applications and more directly affect the group to which it was intended. However, the government acknowledges that this method has resulted in delays in the processing of certain cases to be studied in the background.
2 of 2. Foreigners who, due to serious illness or physical condition, cannot return to their country of origin or primary residence.
3 of 3. Foreigners whose return is difficult or even impossible for serious humanitarian reasons.
The Government considers that a limited list of reasons for issuing residence permits is impossible to ⁇ . The basic principle observed is that the refusal to grant a residence permit could constitute a violation of the European Convention on Human Rights or could be manifestly contrary to the judgment of the State Council. by
Specifically, what changes will be made by the bill? At the level of family reunification, first of all, the transposition of the European Directive envisaged by the project changes the conditions applicable in this matter for family members of persons not citizens of the European Union. Thus, if a foreign person joins another foreign person who is temporarily staying in Belgium, the duration of validity of the right of residence of the merger must be perfectly aligned with the limitations of the right of residence of the person already staying in Belgium. For example, the students.
The draft law clearly distinguishes between: - family reunification with regard to a foreigner who is admitted or authorised to permanent residence or authorized to establish; - family reunification with regard to a person who has only a limited right of residence.
The conditions for benefiting from family reunification have been expanded to align with European legislation. In addition to the spouse, minors and minors with disabilities, in the future, parents of a minor foreigner recognized as a refugee will be able to claim a right to family reunification. The foreigner bound by a registered partnership in accordance with a law to a foreigner admitted or authorized to stay in Belgium may also obtain a residence permit. Adoption of the cascade principle meaning that the person who has acquired a right of residence by means of family reunification can in the future constitute the basis for a new family reunification. by
The government warns against certain abuses that could be observed in the context of family reunification on the basis of a marriage. Therefore, it provides for additional conditions to be met in order to enjoy the right to family reunification. Thus, in the case of a marriage, a family reunification can only be carried out if the joining party and the joining party are at least 21 years old, in order to avoid forced marriages.
Then, the foreigner living in Belgium must have sufficient means of housing and the foreigners who come to Belgium will also need to have a health insurance.
Strengthening post-reunification checks will also be planned to verify whether the foreign nationals concerned de facto form a family cell and meet all the conditions.
The Government also intends to streamline the procedure for obtaining a residence permit on the basis of family reunification, in particular by allowing the application to leave Belgium in the context of a legal long-term stay or serious humanitarian circumstances, by inviting the Office of Foreigners to take a decision within nine months of the application.
If the foreigner does not meet all the necessary conditions, if there is no longer marital life or in the case of fraud, the right to family reunification may be terminated. The foreigner may appeal this decision to the Council of the Foreign Dispute.
As regards the protection status for victims of trafficking in human beings, one of the bills also transposes the European Directive establishing a protection status for victims of trafficking in human beings and trafficking in human beings. The emphasis is on the victim, as the bill provides for the protection of victims of human trafficking offences. This victim status may also be granted to both EU nationals and third-country nationals.
The method is as follows: the victim receives adequate assistance and can acquire a right of residence in our territory in exchange for its contribution to the investigation, which allows police and judicial authorities to collect valuable information to dismantle the networks.
Some provisions are also provided for unaccompanied minors.
As regards the reform of the asylum procedure, it is the most important chapter of the changes the government wants to make.
The Government’s objectives are double: on the one hand, to accelerate and simplify the procedure and, on the other hand, to ensure a quality treatment of all requests, accompanied by judicial control. For this purpose, a new distribution of competences has been proposed.
At the level of the competence of the Office of Foreigners, it remains competent to receive the asylum application and analyze it. It is also the Office that transmits the identity questionnaire of the foreigner and that assesses which country, according to the Dublin Convention, is competent to process the application for asylum, or whether the foreign applicant poses any danger to public order and public security. The Office of Foreigners has, in addition, the power to declare without object a repeated application when new elements have not been provided by the applicant.
As regards the powers of the CGRA, it is provided that the services of the Commissioner-General shall process all asylum applications in a short period of time, i.e. within 15 days for asylum applications of foreigners deprived of their liberty on an administrative or criminal level and within 5 days for applications submitted by EU nationals.
The bill aims to simplify the procedure by allowing the CGRA to limit itself to a single in-depth examination of admissibility and substance. This review will be followed by a single decision.
Foreigners recognized as “refugees” within the meaning of the Geneva Convention, immediately enjoy an unlimited right of residence. In the event that this foreigner enjoys the status of ‘subsidiary protection’, a provisional right of residence of five years is granted to him, at the end of which he may claim an unlimited right of residence.
Finally, the project provides for the creation of a Council of Foreign Disputes. This advice could be requested within 15 days by the foreigner who considers that his application is wrongly rejected or who considers that he is entitled to benefit from a refugee status instead of the subsidiary protection status granted to him.
In the framework of asylum cases, the Council of Foreign Disputes would have full jurisdiction. The magistrates will therefore be able to either confirm the decision of the commissioner, or grant the status of subsidiary protection, or also cancel a decision of the commissioner.
A prime rule in the study of files: the Council must give priority treatment to files of foreigners that are closed.
The appeal is, in the asylum application procedures, always suspensive. This means that no removal measure can be taken by the Foreign Office until a judicial decision has been issued.
The proposed procedure is as follows: 1. preliminary examination of the appeal without object or manifestly unacceptable; 2. If the appeal is admissible, the case is settled; the parties have at least 8 days; 3. At the hearing, the parties have the right to summarize their views. The foreigner may only cite elements contained in the initial appeal and any new elements must be justified; 4. the detained foreigner will benefit from an accelerated procedure in order to limit in time the measure of deprivation of liberty. The judge referred to the dispute must make a decision within 5 working days after the conclusion of the hearings.
The Foreign Dispute Council will therefore not only regain the powers of the Permanent Refugee Appeal Commission, but will also act as a judge of annulment with regard to all individual decisions taken under foreign laws. The Foreign Dispute Council will therefore take on a significant backbone of the State Council.
The foreigner who is the subject of a removal measure will have 24 hours to initiate a procedure for the suspension in extreme urgency with the Council. In order to guarantee this faculty, a custody service for magistrates will be established. If the judge does not take a decision within 48 hours, it will be up to the First President or the President to take measures to make a decision within 72 hours of the petition. by
Decisions of the Council of the Foreign Dispute Council may still be subject to an appeal in cassation before the Council of State. In order to avoid reconstitution of the current backwardness within the State Council, the government proposes the establishment of a filter to prevent legally unfounded claims. Sometimes these remedies are also called “dilatory remedies”. Three objectives are sought by this filter: - the appeals in cassation for which the State Council is not competent or which are without object or manifestly irrevocable will be declared inadmissible; - an appeal will be admissible only if grounds relating to a violation of the law or norms prescribed by penalty of nullity are invoked; - the uniformity of jurisprudence must be safeguarded.
Appeals in cassation declared admissible at the end of the filtering procedure will have priority. An arrest must be made within six months. by
The draft laws also propose measures relating to the structure and organization of the State Council to simplify procedures and address the delay of this instance in the files relating to asylum seekers. These include the introduction of modern management techniques, the discharge of the State Council from certain tasks such as those relating to the status of trade unions — the government considers that the ministry departments in charge of the middle classes can handle them —, the establishment of a mandate system with clearly delimited powers or the assignment of additional magistrates. Twenty-two judges were discussed during the discussions. by
In anticipation of the establishment of the Foreign Dispute Council, the Permanent Foreign Appeal Commission will be required to work according to the new rules.
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, I would like to share with you the reflections that have arisen during our work. The government’s willingness not to incorporate the criteria into the law has created many riots within the commission and within the various parties. The committee addressed the issue during the political discussions that followed the hearings and which you echoed by my colleague Mr. by Claes.
This reflection focused on several elements.
Regarding family reunification, MEPs stressed that the rules relating to it only concerned nationals of non-European countries since another Directive on family reunification of EU nationals has yet to be transposed.
With regard to humanitarian conditions, MEPs wanted to recall their commitment to the principle that all persecuted persons in their country of origin should be able to enjoy the most appropriate protection. by
The question of the involvement of local authorities in the analysis of applications has, on the other hand, revealed very different positions. The PS, the VLD, the CD&V, the sp.a-spirit and Ecolo questioned the objectivity of the alternative, while the MR and the CDH were rather in favor of this idea.
As for the criteria for regularization, this issue has, as expected, raised many debates and quarrels in committees. The PS, Ecolo and the CDH questioned the motivations of the government not to register these criteria in the law, believing that their registration is in no way incompatible with the discretionary power of the minister. The PS was ⁇ concerned about the problem of people who have long settled in our country and who do not pose any danger to public order. These parties expressed their willingness to see these criteria defined in a broad manner conciliating respect for public order and that of applicants. MR and sp.a-spirit, on their part, considered that the criteria should not be formalized and should remain within the discretionary competence of the Minister.
More than a hundred amendments were submitted. It would be too long to expose them all here. That is why I will give you the big lines.
On family reunification, one of the amendments proposes, for example, that proof that the alien joining has stable, regular and sufficient means of substance, be required for all foreigners who come to settle on our territory, in order to avoid the abuse of social assistance once the persons have settled.
Regarding the criteria for the recognition of refugee status, an amendment, aimed at changing the definition of "social group" by transforming the cumulative conditions contained therein into alternative conditions, was submitted. An amendment, aimed at adapting the text of the bill in the sense of the European Directive on minimum standards concerning the procedure for granting and withdrawing refugee status in the Member States, so that the decision of the Commissioner-General for Refugees and Stateless Persons cannot be determined solely by whether the application meets or does not meet the criteria of admissibility, has also been filed.
Other amendments addressed the issue of detention. One of them proposes in particular that an unarrested asylum seeker who receives a decision of refusal of recognition from the General Commissioner for Refugees and Stateless Persons and who has brought a suspensive appeal against the decision shall not be detained until the Council of the Foreign Contentious Council has issued a negative decision.
Lastly, some amendments were submitted on the criteria of the asylum procedure. For example, an amendment was submitted with the aim of introducing clear, permanent criteria, in particular for applications for a stay of more than three months, as part of a regularization procedure before a committee consisting of collegially three members, before which the applicant will be able to appear and defend himself orally. The criteria address the following categories of persons: - victims of the long asylum procedure; - persons in a situation of impossibility of return; - persons seriously ill or with disabilities; - persons with social ties and/or in humanitarian circumstances; - persons with a socio-economic contribution project in Belgium. The aim of these amendments was to introduce clear criteria in the law to avoid arbitrary decisions.
In response, the government explained that it was not in favour of the request made by some groups to include the regulation criteria in the law.
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, reading this report and analyzing the debates, amendments and proposals relating to these bills, it must be admitted that there is currently no majority in this country to support the solution of the regularization and the formalization of criteria. While the PS and CDH voted in favour, all the others voted against.
We must also acknowledge that these questions remain. Even if some advances are proposed on this subject through these bills, it remains that the fracture, given the positions of one and the other, remains. It will, of course, have to be filled with legislation that is more consistent with the reality screaming at our European borders, at our doors, in our streets, in our workshops, ...
#11
Official text
Monsieur le président, sommes- nous toujours dans le cadre du rapport? Il me semble que nous dévions légèrement vers la discussion générale?
Translated text
Are we still in the framework of the report? Does it seem to me that we are slightly diverted towards the general discussion?
#12
Official text
Je ne vois pas en quoi.
Translated text
I do not see what.
#13
Official text
Certaines prises de position que vous venez d'émettre ne figurent pas dans le rapport.
Translated text
Some positions you have just issued are not included in the report.
#14
Official text
Je termine simplement par dire que cette fracture reste ouverte et qu'à l'heure actuelle, les positions n'ont pas convergé vers une harmonisation des critères et vers une régularisation.
Translated text
I simply conclude by saying that this gap remains open and that at the present time, the positions have not converged towards a harmonisation of criteria and towards a regularization.
#15
Official text
M. Boukourna dit qu'il n'y a pas de majorité en commission; c'est un constat du rapporteur!
M. Boukourna n'a pas cité Ecolo, madame Nagy.
Translated text
by Mr. Boukourna says that there is no majority in the committee; this is a statement of the rapporteur!
by Mr. Boukourna did not cite Ecolo, Madame Nagy.
#16
Official text
Monsieur le président, j'ai évidemment assisté à toute la discussion en commission; j'écoute attentivement le rapport et je me pose la même question que ma collègue Galant.
Certaines façons de rapporter les décisions d'une commission sont objectives, d'autres représentent plutôt le point de vue du groupe du rapporteur. Il convient de les distinguer.
Translated text
Mr. Speaker, I obviously attended the whole discussion in the committee; I listen attentively to the report and I ask myself the same question as my colleague Galant. by
Some ways of reporting on a committee’s decisions are objective, while others represent the point of view of the rapporteur’s group. They should be distinguished.
#17
Official text
C'est exact: c'était limite. J'écoutais avec beaucoup d'attention lorsque M. Boukourna concluait son rapport. Je me disais que M. Maene était inscrit et donnerait sans doute tout à l'heure l'avis du groupe PS.
Allez-y, monsieur Boukourna! Vous êtes un jeune député.
Translated text
It was true, it was a limit. I listened very carefully to Mr. Boukourna concluded his report. I thought that mr. Maene was registered and would probably give the opinion of the PS group soon.
Go on, Mr Boukourna! You are a young member.
#18
Official text
Monsieur le président, j'en arrivais à la conclusion lors de l'interruption par Mme Galant.
Je vous remercie pour votre attention. Je termine ma conclusion en attirant votre attention sur le fait que le problème reste posé et qu'il s'agira, à un moment ou à un autre, de trouver la réponse qu'il convient de lui apporter. C'est tout ce que je voulais dire en guise de conclusion.
Translated text
I came to the conclusion at the interruption by Ms. Galant.
I thank you for your attention. I conclude my conclusion by drawing your attention to the fact that the problem remains and that it will be, at one time or another, to find the answer that should be brought to it. That was all I wanted to say as a conclusion.
#19
Official text
Zoals afgesproken zal ik nu over het tweede deel — als ik het zo mag zeggen — laten rapporteren. Daarvoor komen de dames Lanjri en Galant.
Translated text
As agreed, I will now report on the second part, if I can say so. The women are Lanjri and Galant.
#20
Official text
Je remercie M. Delizée de me remplacer dans une minute pour me permettre d'assister à la Conférence des présidents. Il se tiendra également une réunion de la commission des Affaires européennes dans le cadre de la Stratégie de Lisbonne.
Translated text
I would like to thank mr. I am delighted to be replaced within a minute to allow me to attend the Conference of Presidents. There will also be a meeting of the Committee on European Affairs within the framework of the Lisbon Strategy.
#21
Official text
Ik zal dan een sprekerslijst voorstellen, na de rapporteurs. De heer Claes zal wellicht de eerste spreker zijn,
Translated text
I will then propose a list of speakers, after the rapporteurs. Mr. Claes may be the first speaker,
#22
Official text
Madame Galant, vous serez deuxième sur la liste des orateurs.
Translated text
Madame Galant, you will be second on the list of speakers.
#23
Official text
Mijnheer De Man zal de derde spreker zijn.
Translated text
The speaker will be the third speaker.
#24
Official text
M. Maene serait le quatrième et Mme Douifi la cinquième, afin d'alterner les langues. Mais nous terminerons d'abord les rapports.
Translated text
by Mr. Maene would be the fourth and Mrs. Douifi the fifth, in order to alter the languages. But we will finish the reports first.
#25
Official text
Mevrouw Lanjri, als u nu uw rapport wil uitbrengen?
Translated text
Mrs. Lanjri, if you want to publish your report now?
#26
Official text
Madame Galant, Mme Lanjri prendra la parole comme rapporteur. Ensuite, je commencerai avec Dirk Claes, puis vous-même au nom de votre groupe, avant de passer la parole à M. De Man.
Translated text
Madame Galant, Madame Lanjri will speak as rapporteur. Then I will begin with Dirk Claes, then you yourself on behalf of your group, before passing the speech to Mr. Claes. of Man.
#27
Official text
Président: Jean-Marc Delizée, premier vice-président. Voorzitter: Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter.
Translated text
President: Jean-Marc Delizée, First Vice-President Voorzitter: Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter
#28
Official text
Mijnheer de voorzitter, zoals collega Claes reeds gezegd heeft, zijn we in de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden in verband met deze twee wetsontwerpen begonnen met hoorzittingen. Eerst waren er de organisaties, de NGO's en het middenveld. Daarnaast, op een tweede dag, hebben we de vertegenwoordigers gehoord van verschillende instellingen.
Eerst en vooral hebben we de Raad van State gehoord. De eerste voorzitter van de Raad van State herinnerde aan de zorgwekkende toestand bij de Raad van State. De achterstand bedraagt momenteel ongeveer 36.200 dossiers waarvan een zeer groot deel betrekking heeft op vreemdelingen. Bovendien worden er jaarlijks ongeveer 10.000 nieuwe dossiers ingediend waarvan zo'n 2.800 in gewone geschillen. De meerderheid ervan is in verband met vreemdelingen. De Raad van State is reeds jaren vragende partij voor de oprichting van een rechtsinstantie van eerste aanleg zoals nu in het wetsontwerp is opgenomen. Niettemin vraagt de Raad zich af of door de oprichting van die nieuwe administratieve rechtsinstantie, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, met het bijhorende cassatieberoep dat nog mogelijk is bij de Raad van State, geen nieuwe beroepsmogelijkheid in het leven wordt geroepen. Dat zou de situatie voor de Raad van State geenszins eenvoudiger maken. Alles valt of staat dus met het al dan niet inbouwen van een voldoende schiftingsregeling of, zoals we in de commissie vaak hebben gehoord, een goede filter, aldus de eerste voorzitter.
De Raad van State doet in zijn advies met betrekking tot het voorliggend ontwerp een aanbeveling inzake de schiftingsregeling waarbij drie toelaatbaarheidsgronden worden gehanteerd. Ten eerste, de eenheid van rechtspraak om te voorkomen dat rechtbanken beslissingen wijzen die alle kanten uitgaan. Ten tweede, het moet gaan om principiële rechtskwesties, met andere woorden zaken die alle rechtzoekenden aanbelangen en die het individueel belang overstijgen. Ten derde, het niet naleven door de rechtsinstantie van eerste aanleg, van de wezenlijke vormvereisten die borg staan voor de eerbiediging van de individuele rechten. Substantiële procedurefouten dus. Dat zijn drie criteria die de Raad van State vraagt om de filter efficiënt te doen werken.
Het ontwerp voorziet echter in een bijkomende toelaatbaarheidsgrond, meent de Raad van State, met name de schending van de wet. In werkelijkheid vormt de schending van de wet helemaal geen toelaatbaarheidsgrond maar een grond voor cassatieberoep. De toevoeging aan de drie voormelde voorwaarden zorgt ervoor dat het schiftingsmechanisme wordt omgevormd tot een zeef, zo waarschuwde de eerste voorzitter, terwijl het de bedoeling moet zijn om de toelaatbaarheidsgronden bij de Raad van State te beperken zoals dit bijvoorbeeld het geval is in Duitsland.
Deze visie wordt bijgetreden door de adjunct-auditeur-generaal bij de Raad van State. Aan de hand van de huidige dossiers en de voorstellen die de regering in het ontwerp heeft opgenomen, zal er volgens de spreker ongeveer 15 jaar nodig zijn om de huidige achterstand weg te werken.
Naast de instelling van de toelaatbaarheidsgronden is het onvermijdelijk nodig om ook voor meer middelen voor de Raad van State te zorgen, zo meent hij.
Met betrekking tot de invoering van nieuwe managementprincipes in de werking van de Raad van State, stelt de adjunct-auditeur-generaal dat het voorliggende ontwerp eigenlijk de zeer formalistische regeling heeft overgenomen die binnen de rechtelijke macht gangbaar is. Volgens de spreker werkt deze echter niet naar behoren, terwijl dit nu zo maar wordt toegepast op de Raad van State. De talrijke vormvereisten en de evaluaties zullen zoveel tijd in beslag nemen, dat de behandeling van de dossiers vertraging zal oplopen, zo vreest hij. Al deze elementen als, ten eerste, de ontoereikende filterprocedure, ten tweede, de toepassing van de nieuwe managementprincipes en, ten derde, het feit dat de oude dossiers nog steeds moeten worden weggewerkt, zullen er volgens hem toe leiden dat de verwezenlijking van de hervorming en de voornaamste doelstelling ervan, eigenlijk onzeker is. De Raad van State vraagt geen halve maatregelen.
Ten tweede hebben we de Orde van de Balie van de Franstalige en de Duitstalige Gemeenschap gehoord. Volgens de Orde moeten drie beginselen vooropstaan met betrekking tot de voorliggende problematiek. Ten eerste, het substantieel wegwerken van de achterstand bij de Raad van State. Daarbij moet er de waarborg op een billijk proces zijn voor iedereen. Ten tweede, bij de behandeling van het vreemdelingencontentieux mag geen lagere beschermingsgraad van de grondrechten gelden dan in andere geschillen. Ten derde, de oprichting van de administratieve rechtsinstantie inzake vreemdelingenzaken met volle rechtsmacht om de toevloed van dossiers bij de Raad van State te beperken.
Dit laatste punt lijkt in het ontwerp opgenomen te zijn, maar de Orde wil de aandacht in het bijzonder vestigen op enkele knelpunten. Ten eerste, het wegwerken van de huidige achterstand in de dossiers. Een regularisatie van deze dossiers lijkt voor de Orde de enige aanvaardbare werkwijze. Ten tweede, de schiftingsprocedure inzake administratieve cassatieberoepen. In dit verband stelt de Orde dat de door de Raad van State voorgestelde filter bijzondere problemen stelt, aangezien die volgens de Orde enkel voor vreemdelingendossiers zou gelden. Een schifting moet evenwel mogelijk zijn, rekening ermee gehouden dat beroep moet openstaan voor alle rechtzoekenden, dat de aanvrager kan gehoord worden en dat de beslissing met redenen omkleed wordt. Ten derde, de bekendmaking van de beslissing, zodat er voldoende transparantie is.
De derde instantie die we hoorden was de dienst Vreemdelingenzaken. De heer Roosemont besprak tijdens de uiteenzetting drie belangrijke aspecten met betrekking tot het voorliggende ontwerp, namelijk de wijziging van de asielprocedure, de aanpassingen van de voorwaarden en de procedure voor de gezinshereniging en het vervangen van artikel 9, 3° door twee nieuwe bepalingen in verband met de regularisatie. Met betrekking tot de asielprocedure zal de rol van de DVZ na de wetswijziging sterk dalen. De dienst Vreemdelingenzaken staat dan immers nog enkel in voor de opname van gegevens, het bepalen van de taal van het onderzoek en het Dublinonderzoek. Tevens zal de dienst Vreemdelingenzaken nog optreden bij een tweede of herhaalde asielaanvraag en bij het in overweging nemen daarvan.
Inzake de gezinshereniging brengt de heer Roosemont de voorgestelde wijzigingen in herinnering, in het bijzonder de langere periode waarin controle op misbruiken van gezinshereniging mogelijk wordt.
Met betrekking tot de regularisatie herhaalde de heer Roosemont de criteria die momenteel door DVZ worden gehanteerd. Sedert 2005 worden alle aanvragen ingediend vóór 1 januari 2001 prioritair behandeld. Deze werkwijze werd later herzien, zodat momenteel asielaanvragen ingediend vóór 30 juni 2003 nog steeds hangende zijn en voor regularisatie in aanmerking komen.
De vierde instantie die wij hoorden, was het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen.
De heer Van den Bulck komt tijdens zijn uiteenzetting terug op de maatregelen die werden genomen om de groeiende achterstand bij het Commissariaat-Generaal aan te pakken. Zo werd in januari 2001 het LIFO-principe — last in first out — toegepast. Dat heeft tot gevolg dat tijdens de voorbije jaren het Commissariaat-Generaal gemiddeld binnen een termijn van drie maanden een beslissing kon nemen. Dat neemt volgens de commissaris-generaal niet weg dat voor een groot aantal dossiers uit het verleden voornoemde, korte beslissingstermijn niet werd gehaald.
Sedert 2005 wordt echter steevast aan het wegwerken van de achterstand gewerkt. Dat werd mogelijk gemaakt door de inzet van goed en sterk gemotiveerd personeel, een betere organisatie van het werk en, voor een beperkt gedeelte, de afsluiting van dossiers zonder voorwerp na de regularisatie van verblijf omwille van een te lange procedure.
Bij de behandeling van de dossiers wordt bijzondere aandacht besteed aan de kwetsbare groepen, zoals minderjarigen, slachtoffers van mensenhandel en de genderproblematiek.
Voor een aantal belangrijke cijfergegevens verwijs ik naar het schriftelijk verslag.
De heer Van den Bulck is van mening dat de huidige procedure als heel goed en efficiënt kan worden beschouwd. Zij voldoet immers aan de belangrijkste criteria die aan een asielprocedure kunnen worden gesteld: de definitie moet alomvattend zijn en de procedure moet reële garanties op de rechten voor asielzoekers inhouden. Dat laatste wil zeggen dat de toegang tot de procedure moet zijn gegarandeerd. De asielzoeker moet bovendien de reële mogelijkheid hebben om zijn redenen uiteen te zetten. Ook moet hij kunnen rekenen op een effectief beroepsmiddel en op een beslissing binnen een korte termijn.
Tegelijkertijd moet de procedure efficiënt zijn. Een eindbeslissing moet binnen een korte termijn worden genomen. De procedure moet bovendien op een zodanige manier worden opgebouwd dat het misbruik ervan tot een minimum wordt herleid.
Dat neemt volgens de commissaris-generaal niet weg dat een hervorming, zoals ze nu wordt voorgesteld, niet nodig zou zijn. De hervorming is alleszins nodig. Belangrijk is immers de invoering van de subsidiaire beschermingsstatus en de noodzaak om de achterstand bij de Raad van State weg te werken.
In verband met de subsidiaire bescherming toonde de commissarisgeneraal zich bijzonder tevreden met de toepassing van de unieke procedure — procédure unique — waarvoor in het ontwerp werd gekozen. Op die manier wordt elk dossier tegelijkertijd gecontroleerd op de toepassing, enerzijds, van de Conventie van Genève en, anderzijds, op de voorwaarden voor subsidiaire bescherming.
Het ontwerp heeft echter ook zwakke kanten, meent de heer Van den Bulck. De huidige structuur van de wet van 1980 wordt immers behouden. De tekst wordt daardoor nog onleesbaarder dan hij nu al is. Een tweede zwak punt is het behoud van artikel 52 met betrekking tot de ontvankelijkheidcriteria, wat hij problematisch noemt.
De naleving van de richtlijn betreffende de minimumnormen voor de asielprocedure, die binnenkort nog moet omgezet worden in Belgisch recht, zal opnieuw een aanpassing van dit artikel vereisen. Het was misschien beter geweest dat dit in één keer gebeurde.
Nadien hebben wij de OCMW's van grote steden, de OCMW's van Luik en Antwerpen, gehoord. De voorzitter van het OCMW van Luik haalde in zijn betoog enkele knelpunten aan. Zo verzet hij zich uitdrukkelijk tegen de situaties die zijn ontstaan door de invoering van het LIFO-principe. Hij merkte op dat daardoor een FINO-groep ontstaat, first in-never out. Zij komen dan natuurlijk bij de OCMW's terecht voor steun. Deze mensen hebben immers nog recht op financiële steun.
Een tweede punt dat hij aanhaalde was de niet-naleving of slechte werking van het spreidingsplan voor asielzoekers.
Een derde knelpunt dat hij aanhaalde was de hypocrisie met betrekking tot het bevel om het grondgebied te verlaten. De overheid moet veel meer toezien dat dit daadwerkelijk wordt uitgevoerd, aldus de voorzitter van het OCMW van Luik.
De voorzitster van het OCMW van Antwerpen was tevreden met een aantal van de voorgestelde maatregelen in het ontwerp. Zij zei dat hierdoor een aantal van de illegalen die momenteel op ons grondgebied verblijven een wettelijke basis krijgen tot verblijf. Zij doelde hiermee op de invoering van de subsidiaire bescherming, de medische regularisatie en de uitbreidingen voor de gezinshereniging opgenomen in artikel 10.
Dit neemt voor de voorzitster echter niet weg dat er nog steeds een probleem rijst rond de vreemdelingen met een illegaal verblijf. Zij pleit in dat kader voor een uitbreiding van de middelen die ter beschikking staan van de OCMW's.
De voorzitster stelde dat de inkorting van de asielprocedure een positieve stap is, maar dat ook hier de vraag rijst wat men moet doen met de mensen die niet erkend worden. Met betrekking tot de procedure bij de Raad van State benadrukte de voorzitster dat de voorgestelde wijzigingen staan of vallen met een efficiënte filterprocedure voor de Raad van State en met een strikte navolging van de vooropgestelde termijnen in het voorliggende ontwerp.
De voorzitster pleitte ook voor een activeringsbeleid en aanzien van nieuwkomers. Taalachterstand en mogelijke cultuurproblemen zorgen te vaak ervoor dat deze mensen in de steun of het leefloon blijven zitten en dat de groep kans- en generatiearmen vergroot.
De spreekster betreurde ook dat er geen maatregelen werden genomen om de gezinshereniging van Belgen en EU-onderdanen te wijzigen. Het ontwerp biedt dus geen oplossing voor het probleem van Belgen van allochtone origine die hun ouders of grootouders laten overkomen om hen na korte tijd naar het OCMW te kunnen sturen als zij voor hen niet zelf kunnen blijven zorgen.
In dat kader verwijst de voorzitster van het OCMW van Antwerpen ook naar de problemen door de snel-Belg-wet. Daardoor ontstaan uitgebreide mogelijkheden van gezinshereniging van de nieuwe Belgen. Bovendien is er het georganiseerd gebruik van de uitzonderingen in de wet door de consulaten om de Belgische nationaliteit toe te kennen aan kinderen die in België worden geboren. Tot slot wijst de voorzitster nog op de problematiek van de nietbegeleide minderjarigen. Soms moet worden vastgesteld dat gespecialiseerde diensten, die daarvoor de nodige middelen krijgen, die kinderen toch niet aankunnen en ze toch doorsturen naar het OCMW, dat noch de setting, noch de middelen heeft om een kwalitatieve opvang te garanderen. De voogdijregeling heeft daarvoor geen oplossingen geboden, zo stelt de voorzitster.
De Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen werd ook gehoord. De eerste voorzitter van de Vaste Beroepscommissie toonde zich alvast tevreden met het voorliggende ontwerp, aangezien dat in grote mate overeenkomt met de verzuchtingen die de Vaste Beroepscommissie reeds jaren formuleert. In de eerste plaats is er de oprichting van een administratief rechtscollege in volle rechtsmacht voor alle zaken met toepassing van de wet van 1980, alsook de uitbreiding van het onderzoek naar de bescherming van de subsidiaire beschermingsstatus.
De spreker vestigde de aandacht op de groeiende achterstand bij de Vaste Beroepscommissie. Jarenlang is de achterstand beperkt gebleven, in het bijzonder in vergelijking met de andere asielinstanties. Het was echter nadat het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen na de toekenning van extra middelen de opgelopen achterstand is weg beginnen te werken, dat de achterstand bij de Vaste Beroepscommissie is opgelopen. Die dienst had immers te kampen met een belangrijke onderbezetting en kreeg, in verhouding met andere asieldiensten, minder middelen. Het is pas na de inspanningen in de loop van 2005 dat de achterstand een halt kon worden toegeroepen. Nu moet die achterstand nog worden weggewerkt.
Dat neemt niet weg dat met de huidige middelen en met toepassing van de vigerende procedure het wegwerken van de achterstand, die inmiddels is opgelopen tot 11.000 dossiers, nog jaren zal duren. Het voorliggende ontwerp biedt dan ook enige mogelijkheden, zo stelt de voorzitter nog. Zo zou de schriftelijke procedure, kwantitatief bekeken, de achterstand kunnen verminderen, hoewel de eerste voorzitter toegeeft dat mondelinge debatten eigenlijk het beste middel vormen om de eerlijkheid, evenals de gegrondheid van de vrees van de vreemdeling, te onderzoeken. De spreker benadrukte dat, om in te schatten of iemand werkelijk vervolgd wordt of redenen heeft om vervolging te vrezen, het meestal de voorkeur verdient om de betrokkene zelf in plaats van diens advocaat te horen.
In dat opzicht is de eerste voorzitter tevreden met de toevoeging van artikel 174 van het wetsontwerp tot hervorming van de Raad van State en de oprichting van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. In regel zal de verzoeker niet langer op welk ogenblik ook kunnen komen aandraven met nieuwe gegevens, die hij had moeten en kunnen overleggen bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen of bij zijn hoger beroep.
De rechter zal evenwel, in afwijking van die regel, kunnen beslissen rekening te houden met ongeacht welk hem ter kennis gebracht nieuw gegeven, indien dat gegeven met stelligheid het gegrond of ongegrond karakter van het beroep kan aantonen. De voorliggende ontwerpen komen, volgens de eerste voorzitter van de Vaste Beroepscommissie, tegemoet aan een aantal belangrijke knelpunten in die asielprocedure, zoals die vandaag geldt. Dat neemt niet weg dat er bijzondere aandacht moet worden besteed aan de huidige achterstand van de dossiers, meer dan elfduizend dossiers.
Wij hoorden ook de regularisatiecommissie. De regularisatiecommissie werd tijdens de hoorzittingen vertegenwoordigd door twee sprekers, ten eerste door de vice-eerste voorzitter van de Nederlandstalige kamers, mevrouw Vercammen, en ten tweede door de gewezen voorzitter van de vijfde Kamer, de heer Funck.
De vice-eerste voorzitter bracht de doelstelling van de regularisatiewet van 22 december 1999 in herinnering, met name een eenmalige operatie, die slechts korte tijd in beslag zou nemen. In werkelijkheid zijn vandaag nog steeds niet alle dossiers afgehandeld, meer in het bijzonder de dossiers die destijds door het parket in beslag werden genomen.
Hoe dan ook moet worden vastgesteld dat de start van de regularisatie bijzonder moeizaam was. Men kon ook op niets terugvallen.
De visie over het verloop verschilde bovendien enorm. Zo ontstond algauw een verschillende interpretatie van de wetteksten, die niet altijd duidelijk waren. Uit de parlementaire werkzaamheden blijkt dat de overheid veeleer een strikte interpretatie voorstond. De NGO's pleitten dan weer voor een uiterst soepele invulling, zodat zoveel mogelijk aanvragers zouden worden geregulariseerd. De magistraten opteerden meestal dan weer voor het legaliteitsbeginsel, zo getuigde mevrouw Vercammen.
Daarnaast werd al vlug vastgesteld dat nogal wat dossiers onmiskenbaar tekenen vertoonden van fraude en misbruiken, en dat de mogelijkheid, de ervaring en de toereikende onderzoeksmiddelen ontbraken om tijdig en efficiënt tegen die mistoestanden op te treden. In het bijzonder ging het om vervalste stukken, zoals huurcontracten en dokterattesten, en valse identiteit en nationaliteit. De hele operatie verliep volgens mevrouw Vercammen veeleer chaotisch door de omstandigheden, waarin moest worden gewerkt. De massa aanvragen diende geval per geval behandeld te worden, volgens de vaste procedure, door een onafhankelijke instantie. Op die evidente bepalingen werd echter inbreuk gepleegd door een tijdslimiet op te leggen en voor de onderzoekssecretariaten in quota te voorzien, waardoor de werkdruk voor iedereen ondraaglijk hoog werd en geen ernstig onderzoek van elk dossier kon gebeuren.
Ook bij de onafhankelijkheid van de Kamers kunnen enkele bedenkingen geformuleerd worden, zo stelt de vice-eerste voorzitter. De specifieke samenstelling van die Kamers lag volgens de spreekster soms gevoelig en gaf meermaals aanleiding tot mogelijke deontologische problemen en eventuele onverenigbaarheden.
Sommige advocaten zetelden de ene dag in de Kamer, terwijl zij de volgende dag optraden als verdediger van een van de aanvragers. De NGO's van hun zijde stuurden in hoofdzaak aan op positieve adviezen. Zij stonden niet onder eed en waren niet gebonden door deontologische voorschriften. De zwijgplicht of het respecteren van het geheim van het beraad lag bij hen soms moeilijk. Criminaliteit was zelden bespreekbaar, terwijl in dat alles de magistraten gebeurlijk in de minderheid werden gesteld en een advies moesten opmaken, waar zij eigenlijk niet achter stonden.
Mevrouw Vercammen concludeert dan ook dat de regularisatiecommissie in de vorm van de wet van 22 december 1999 niet voor herhaling vatbaar is.
Een geheel ander verhaal echter was te horen van de heer Funck. Zijn ervaring met de regularisatiecommissie was veeleer positief en hij toonde zich dan ook verbaasd over de uiteenzetting van zijn collega. De commissie vormde voor de heer Funck een belangrijke stap, zowel voor de menselijkheid als voor de rechtsuitlegging. Op menselijk gebied traden mensen naar voren die tot voor kort geen gezicht hadden. Volgens de spreker bevatte de wet duidelijke criteria, die echter bij de toepassing ervan moeilijkheden inzake de beoordeling gaven. Is iemand bijvoorbeeld wel wie hij beweert te zijn; klopt de nationaliteit; zijn de voorgelegde stukken wel authentiek?
In verband met de rechtsuitlegging moest de commissie wettelijke criteria toepassen die eerder door geen enkel rechtscollege werden toegepast. Ook de snelheid waarmee de dossiers moesten worden afgehandeld, was in vele gevallen een belangrijk probleem. Volgens de heer Funck was de samenstelling van de commissie, waarbij de inbreng van de NGO's en de advocaten van wezenlijk belang was, de reden waarom de campagne tot een goed einde kon worden gebracht. De conclusie van de heer Funck was dan ook dat de wet van 22 december 1999 wel degelijk als inspiratie zou kunnen dienen voor nieuwe maatregelen.
Wij hebben ook het Hoog Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties gehoord. Het Hoog Commissariaat moet onder meer toezien op de naleving van het Verdrag van Genève door de lidstaten. In die hoedanigheid verklaarde de vertegenwoordiger van het Hoog Commissariaat zich tevreden over de voorliggende ontwerpen. In het bijzonder de vereenvoudiging en de verkorting van de procedure en de invoering van de subsidiaire beschermingsstatus zijn positieve elementen in het ontwerp.
Niettegenstaande dat heeft het Hoog Commissariaat een zestal bedenkingen. Ten eerste, de ontvankelijkheidfase, die tot nu toe onder DVZ hoorde, wordt in de nieuwe procedure geschrapt. Toch blijven in de nieuwe procedure ontvankelijkheidcriteria behouden, waardoor de erkenning als vluchteling kan worden geweigerd op grond van louter formele criteria, die volkomen los staan van elke nood aan internationale bescherming. Dat is een eerste bedenking.
Ten tweede is er de bedenking over de rol van DVZ inzake de nieuw ingediende aanvragen, of nieuwe elementen. Het Hoog Commissariaat vraagt zich af of binnen de dienst in de toekomst nog wel de nodige ervaring aanwezig zal zijn, daar de dienst verder geen rol meer te spelen zal hebben in de nieuwe procedure.
Ten derde, de detentie wordt door het ontwerp veeleer gesystematiseerd. Opsluiten kan dan immers gedurende het Dublinonderzoek, gedurende het onderzoek door het Commissariaat- Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen, en gedurende de procedure voor de Raad van Vreemdelingenbetwistingen.
Het Hoog Commissariaat wil hierbij nog eens duidelijk stellen dat opsluiting steeds in verhouding moet staan tot de vooropgestelde doelstellingen.
Ten vierde, het Hoog Commissariaat ziet ook een probleem in het verschil tussen de mogelijkheden inzake gezinshereniging naargelang het gaat over een erkende vluchteling of iemand die onder subsidiaire bescherming valt.
Ten vijfde, de procedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is dan wel opschortend, toch valt te vrezen dat door de vormvoorschriften van de procedure in combinatie met de tamelijk korte termijnen, de asielzoekers dreigen over minder effectieve mogelijkheden te beschikken om hun zaak toe te lichten. Daarnaast is het ontbreken van eigen onderzoeksmogelijkheden van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen evenmin een verbetering.
Ook de rol van het Hoog Commissariaat wordt in het ontwerp beperkt. De vertegenwoordigster stelt dat het Hoog Commissariaat zijn rol echter te allen tijde zal doen gelden.
Ten slotte wordt ook de problematiek van de staatlozen aangehaald. Momenteel wordt de behandeling van de aanvragen inzake staatloosheid verdeeld over de burgerlijke rechtbanken, de dienst Vreemdelingenzaken en in mindere mate het Hoog Commissariaat. Hoewel het niet gemakkelijk is daarover informatie te vinden, blijkt uit bepaalde aanwijzingen dat de bestaande procedures problemen doen rijzen. Het Hoog Commissariaat meent dat deze wetsherziening zou moeten worden aangegrepen om daarin verbetering te brengen.
Wij hoorden ook de directeur van het gesloten centrum voor illegalen te Brugge. De directeur van het centrum voor illegalen stelde dat de gesloten centra tot doel hebben de vasthouding van de vreemdelingen met het oog op een eventuele verwijdering van het grondgebied en dit op een humane en respectvolle manier. De hoeksteen van de strijd tegen illegale immigratie is nu eenmaal de effectieve verwijdering van de afgewezen asielzoekers.
De vasthouding in een gesloten centrum kan volgens de directeur niet vergeleken worden met een gevangenisregime. Hiervoor zijn verschillende redenen. Het hoofddoel is niet de vreemdeling te straffen, maar om hem voor te bereiden op zijn vertrek. De duur van zijn verblijf in het centrum hangt af van zijn medewerking. Het regime in het centrum is een groepsregime, terwijl dit in een gevangenis een individueel celregime is. Ten slotte, in het centrum wordt ook voorzien in psychologische en administratieve begeleiding.
Een vaak te horen kritiek is de mogelijke duur van de detentie. De directeur zei dat deze initieel twee maanden bedraagt en eventueel nog kan verlengd worden met twee maanden in bepaalde omstandigheden. Indien de vreemdeling vrijwillig ons land verlaat, is de detentietijd vrijwel steeds kort. De vreemdeling kan ook beroep aantekenen tegen zijn vrijheidsberoving bij diverse instanties.
Een ander punt van kritiek is de vrijheidsberoving van minderjarigen. Het gaat in dit geval zowel over begeleide als over niet-begeleide minderjarigen. De begeleide minderjarigen worden steeds betrokken bij de procedure van hun ouders. Voor de niet-begeleide minderjarigen wordt alles in het werk gesteld om de duur van de vasthouding zo kort mogelijk te houden. Zo stelt de directeur.
In 2005 werd het aantal plaatsen bestemd voor families ook verhoogd. Ook daar zorgt het vrijwillig vertrek voor een zo kort mogelijke periode van vrijheidsberoving. De directeur betreurt dat dit in de praktijk veel te weinig gebeurt. De gemiddelde duur van de vasthouding van de families bedraagt drie weken.
De twee laatste instanties zijn de federale politie en het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Ik overloop ze nog snel.
De voornaamste opdracht van de federale politiediensten op de nationale luchthaven is de grenscontrole. Regelmatig worden de diensten in eerste lijn geconfronteerd met mensen die politiek asiel aanvragen. De taak van de federale politie is echter beperkt tot de opstelling van een formulier, en niet tot het afnemen van een verhoor of verklaring inzake de aanvraag. Die laatste zaken worden door de dienst Vreemdelingenzaken gedaan. In afwachting worden de mensen ondergebracht in een transitcentrum.
De taak van de federale politie is uiteraard ook de detectie van nieuwe fenomenen inzake mensenhandel en mensensmokkel.
Als derde pijler is de federale politie eveneens belast met het verwijderingsbeleid. Tijdens de gedwongen repatriëringen wordt de dwang steeds progressief aangewend en in verhouding met het verzet van de vreemdeling die moet worden verwijderd. Daarbij wordt ook permanent geëvalueerd of de aangewende dwang humaan en redelijk is. Als dat niet het geval is, wordt de poging tot verwijdering stopgezet en wordt er een nieuwe poging ondernomen, of wordt de vreemdeling voorzien op een gezamenlijke vlucht. In dat kader wordt vastgesteld dat er de jongste jaren een verhoogde samenwerking optreedt op Europees vlak.
De commissaris drukte nog de hoop uit dat door de versnelling en de verkorting van de asielprocedure het verzet tegen repatriëring ook zal afnemen.
Tot slot bevestigt de commissaris dat het ontwerp voorziet in de omzetting van een aantal aanbevelingen die door de commissieVermeersch werden gedaan in het kader van een humaan uitwijzingsbeleid.
Ten slotte, het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Het centrum verklaart zich tevreden met de wijzigingen die in het ontwerp werden opgenomen, in het bijzonder aangaande de rechtspositie van slachtoffers van mensenhandel, de definitie van de begunstigde van de subsidiaire bescherming en de oprichting van een administratieve rechtbank met volle rechtsmacht in asielzaken.
De wet van 15 december 1980 is echter ondertussen een bijzonder moeizame tekst geworden. De nieuwe wijzigingen dragen zeker niet tot een vergemakkelijking bij. Het centrum erkent de noodzaak aan nieuwe wijzigingen en stelt vast dat daardoor enkel problemen worden opgelost, maar de wijzigingen anticiperen nauwelijks op toekomstige problemen. Zo biedt het huidige wetsontwerp geen enkel instrument om toekomstige migratiestromen te beheersen.
Aangaande de ontwerpen merkt het centrum op dat zowel op nieuwe als op bestaande, oude statuten een veelheid aan verblijfsperioden met precair statuut van toepassing zijn.
Daarmee bedoelt men de toekenning van tijdelijke verblijfsvergunningen in afwachting van definitieve.
Enkele andere opmerkingen die het centrum met betrekking tot het ontwerp naar voren heeft gebracht zijn de volgende.
De discretionaire bevoegdheid van de minister wordt voor bepaalde materies behouden, soms wordt ze teruggeschroefd en vaak wordt ze ook uitgebreid. Zo wordt bijvoorbeeld de verblijfsvergunning voor ernstig zieken in de wet geregeld, wat het verlies betekent van de discretionaire bevoegdheid, terwijl de injunctiebevoegdheid ten opzichte van het commissariaat-generaal weer een uitbreiding is.
Zelfs tegen de achtergrond van de huidige rechtspraak vereist een democratische maatschappij dat de uitoefening van de discretionaire bevoegdheid transparanter en wetmatiger is, zo stelt het Centrum. Een aantal maatregelen zou daartoe positief kunnen bijdragen: de verankering van de ontvankelijkheidscriteria voor regularisatie in de wet, de bijstand van een onafhankelijke commissie en een beperking van de discretionaire bevoegdheid wanneer een rechtbank van eerste aanleg een staatloze erkent en wanneer het statuut van nietbegeleide minderjarige vreemdelingen werd erkend door een voogdijdienst.
Wat betreft kinderen en minderjarigen in onze verblijfswet, valt het volgens het Centrum te betreuren dat in het ontwerp geen enkele maatregel werd genomen inzake hun verblijfsstatuut. Volgens de directeur werd daardoor een grote kans gemist. Het gaat dus om de kinderen, om de niet-begeleide minderjarigen.
In het kader van de gezinshereniging heeft het Centrum bijzondere vragen rond de leeftijdsbeperking, die wordt verhoogd tot 21 jaar. De directeur betwijfelt of door die maatregel het beoogde doel zal worden bereikt. De vrees is ingegeven door de opmerking dat voor België geen gelijkaardige maatregel wordt genomen en door het bestaan van diverse bilaterale akkoorden met landen van herkomst. Het zijn precies die twee categorieën waarin bijvoorbeeld misbruik van gedwongen huwelijken wordt vastgesteld.
Met betrekking tot de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen ziet het Centrum eerder een verslechtering inzake de asielaanvragen, door het verlies van de eigen onderzoeksbevoegdheid en het verloren gaan van de mondelinge procedure. Meer dan nu zal de vreemdeling afhankelijk zijn van de kwaliteit van het werk van zijn advocaat.
In het kader van niet-asielzaken gaat het voordeel van de inrichting van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen grotendeels verloren als die instantie voor niet-asielzaken beperkt is tot een bevoegdheid van wettigheidscontrole. Het verdwijnen van het verzoek tot herziening en de vervanging daarvan door een beroep voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, betekenen zeker een achteruitgang op het vlak van de bescherming van de rechten van vreemdelingen. Het feit dat de vreemdelingen niet kunnen worden gehoord tijdens een mondelinge procedure en er enkel en alleen een legaliteitscontrole is, in plaats van een onderzoek ten gronde zoals nu bij een verzoek tot herziening, kunnen daarvoor als belangrijke punten worden aangehaald, zo brengt het Centrum naar voren.
Tot dusver het verslag van de hoorzittingen. Collega Claes heeft een deel gedaan en ook ik heb een deel gedaan van de hoorzittingen met betrekking tot de voorliggende ontwerpen.
Translated text
Mr. Speaker, as colleague Claes has already said, we have started hearings in the Committee on Internal Affairs in connection with these two bills. First were the organizations, the NGOs and the civil society. In addition, on a second day, we heard the representatives from different institutions.
First and foremost, we heard the State Council. The first chairman of the State Council recalled the worrying situation at the State Council. At present, there are approximately 36,200 files, a very large part of which concerns foreigners. Moreover, around 10,000 new files are submitted annually, of which around 2,800 are in ordinary disputes. Most of them are related to foreigners. For years, the State Council has been asking for the establishment of a judicial body of first instance as now included in the draft law. Nevertheless, the Council asks whether the establishment of that new administrative judicial body, the Council for Foreign Disputes, with the corresponding cassation appeal that is still possible at the Council of State, does not create a new appeal. That would not make the situation easier for the State Council. Everything falls or stands therefore with whether or not to incorporate an adequate shipping arrangement or, as we have often heard in the committee, a good filter, according to the first chairman.
In its opinion on the present draft draft, the State Council makes a recommendation on the shipping scheme using three permissibility grounds. First, the unity of jurisprudence to prevent courts from pointing out decisions that come out from all sides. Second, it must be a matter of legal principles, in other words, matters which concern all applicants and which outweigh the individual interest. Third, the non-compliance by the court of first instance with the essential formal requirements that guarantee the respect of individual rights. substantial procedural errors. Those are three criteria that the State Council requires to make the filter work efficiently.
However, the draft provides for an additional reason for admissibility, the Council of State considers, in particular the violation of the law. In reality, the violation of the law is not at all a basis of admissibility but a basis for a cassation appeal. The addition to the three above-mentioned conditions will ensure that the shipping mechanism is transformed into a seed, the first president warned, while it must be intended to limit the reasons of admissibility at the State Council as this is for example the case in Germany.
This view is supported by the Deputy Auditor General of the State Council. Based on the current files and the proposals that the government has included in the draft, according to the speaker, it will take about 15 years to remove the current backwardness.
In addition to the introduction of the permissibility grounds, it is inevitably necessary to provide for more resources for the State Council, he believes. Their
Regarding the introduction of new management principles in the functioning of the State Council, the Deputy Auditor General argues that the present draft has actually taken over the very formalist arrangement common within the legal power. According to the speaker, however, this does not work properly, while this is now applied to the Council of State. The numerous form requirements and the evaluations will take so much time that the processing of the files will be delayed, he fears. All these elements, such as, firstly, the inadequate filter procedure, secondly, the application of the new management principles and, thirdly, the fact that the old dossiers still need to be removed, will, in his opinion, lead to the achievement of the reform and its main objective, which is, in fact, uncertain. The State Council does not call for half measures. Their
Secondly, we heard the Order of the Balie of the French-speaking and German-speaking Community. According to the Order, three principles must prevail in relation to the problem presented. First, substantially remove the backwardness in the Council of State. There must be a guarantee of a fair trial for all. Secondly, in the settlement of the foreign contentieux, the level of protection of fundamental rights should not be lower than in other disputes. Third, the establishment of the administrative judicial authority in foreign matters with full jurisdiction to limit the flow of files to the State Council. Their
This last point seems to be included in the draft, but the Order wants to draw attention in particular to some tricky points. First, getting rid of the current backwardness in the files. A regularization of these dossiers seems to be the only acceptable procedure for the Order. Second, the shipment procedure concerning administrative cassation appeals. In this regard, the Order states that the filter proposed by the Council of State poses special problems, since according to the Order it would only apply to foreign register. However, shipment should be possible, taking into account that appeal must be open to all applicants, that the applicant can be heard and that the decision is motivated. Third, the publication of the decision so that there is sufficient transparency. Their
The third body we heard was the Foreign Affairs Service. During the presentation, Mr Roosemont discussed three important aspects of the present draft, namely the amendment of the asylum procedure, the adjustments of the conditions and the procedure for family reunification and the replacement of Article 9, paragraph 3° by two new provisions relating to regularization. With regard to the asylum procedure, the role of the DVZ will decline sharply after the legislative change. The Foreign Affairs Service is therefore only responsible for the recording of data, the determination of the language of the survey and the Dublin study. Furthermore, the Foreign Affairs Service will continue to act upon a second or repeated asylum application and when considering it. Their
Regarding family reunification, Mr Roosemont recalls the proposed changes, in particular the longer period in which control of abuse of family reunification will be possible.
With regard to regularization, Mr Roosemont repeated the criteria currently used by DVZ. Since 2005, all applications submitted before 1 January 2001 are treated as priority. This procedure was subsequently revised so that currently asylum applications filed before 30 June 2003 are still pending and eligible for regularization.
The fourth body we heard was the Commissioner General for Refugees and Stateless Persons.
During his presentation, Mr Van den Bulck returns to the measures taken to address the growing backwardness of the Commissioner-General. For example, in January 2001 the LIFO principle — last in first out — was applied. As a result, over the past years, the Commissioner-General was able to make a decision on average within a three-month period. This does not exclude the fact that for a large number of cases from the past the aforementioned short decision-making deadline was not met.
Since 2005, however, continuous efforts have been made to eliminate the backwardness. This was made possible by the employment of good and highly motivated personnel, a better organisation of the work and, for a limited part, the closure of files without object after the regularization of stay due to a too long procedure.
In handling the files, special attention is paid to vulnerable groups such as minors, victims of human trafficking and gender issues.
For some important numerical data, I refer to the written report.
Mr Van den Bulck believes that the current procedure can be considered very good and efficient. In fact, it meets the main criteria that can be met in an asylum procedure: the definition must be comprehensive and the procedure must contain effective guarantees of the rights of asylum seekers. The latter means that access to the procedure must be guaranteed. In addition, the asylum seeker should have the real opportunity to explain his reasons. He must also be able to rely on an effective remedy and on a decision within a short time.
At the same time, the procedure should be efficient. A final decision must be made within a short time. Furthermore, the procedure should be structured in such a way that its abuse is minimized.
This does not exclude the fact that a reform, as it is now proposed, would not be necessary. Reform is absolutely necessary. Indeed, the introduction of the subsidiary protection status and the need to remove the backwardness in the Council of State are important.
With regard to subsidiary protection, the Commissioner-General was ⁇ satisfied with the application of the unique procedure — procedure unique — which was chosen in the draft. In this way, each file is simultaneously checked on the application, on the one hand, of the Geneva Convention and, on the other hand, on the conditions for subsidiary protection.
However, the design also has weaknesses, says Mr Van den Bulck. The current structure of the 1980 Act is ⁇ ined. This makes the text even more unreadable than it already is. A second weakness is the maintenance of Article 52 regarding the admissibility criteria, which he calls problematic.
Compliance with the Directive on minimum standards for asylum procedures, which is soon to be transposed into Belgian law, will require another adaptation of this Article. It might have been better if this happened at once. Their
Then we heard the OCMWs of large cities, the OCMWs of Liège and Antwerp. The Chairman of the OCMW of Luik drew in his speech some trouble points. Thus, he expressly opposes the situations arising from the introduction of the LIFO principle. He noted that this creates a FINO group, first in-never out. They will then naturally go to the OCMWs for support. These people are still entitled to financial support. Their
A second point he cited was the non-compliance or poor functioning of the asylum seekers spread plan. Their
A third point he cited was the hypocrisy regarding the order to leave the territory. The government must be much more vigilant that this is actually implemented, according to the Chairman of the OCMW of Luik. Their
The Chair of the OCMW of Antwerp was satisfied with some of the measures proposed in the draft. She said that this will give some of the illegal persons currently residing in our territory a legal basis for residence. It referred to the introduction of subsidiary protection, medical regularization and the extension of family reunification provided for in Article 10. Their
However, this does not take away for the chairwoman that there is still a problem around the foreigners with an illegal residence. In that context, it calls for an expansion of the resources available to the OCMWs. Their
The chairwoman stated that the reduction of the asylum procedure is a positive step, but that also here the question arises what to do with the people who are not recognized. Regarding the procedure at the Council of State, the Chairperson stressed that the proposed amendments are or fall with an efficient filter procedure for the Council of State and with strict compliance with the deadlines set forth in the present draft. Their
The Chairperson also called for an activation policy and respect for newcomers. Language retardation and potential cultural problems too often cause these people to remain in the support or living wage and that the group increases chance and generation poor. Their
The speaker also regretted that no measures were taken to change the family reunification of Belgians and EU nationals. Therefore, the draft does not provide a solution to the problem of Belgians of immigrant origin who have their parents or grandparents to be able to send them to the OCMW after a short period of time if they cannot continue to take care of them themselves. Their
In that context, the chairwoman of the OCMW of Antwerp also refers to the problems caused by the fast-Belg-law. This creates extensive possibilities for family reunification of the new Belgians. In addition, there is an organized use of the exceptions in the law by the consulates to grant Belgian citizenship to children born in Belgium. Finally, the President points out the problem of unaccompanied minors. Sometimes it must be established that specialized services, which receive the necessary resources for this, can nevertheless not deal with those children and nevertheless forward them to the OCMW, which has neither the setting nor the means to guarantee a qualitative reception. The guardianship scheme has not provided any solutions to this, the chairperson says.
The Standing Professional Committee for Refugees was also heard. The first chairman of the Standing Professional Committee was already satisfied with the draft, as it largely corresponds to the aspirations that the Standing Professional Committee has been formulating for years. First, there is the establishment of an administrative jurisdiction in full jurisdiction for all cases in application of the Act of 1980, as well as the extension of the investigation to the protection of the subsidiary protection status.
The speaker drew attention to the growing backwardness in the Standing Professional Commission. For years, the backwardness has remained limited, ⁇ compared to other asylum authorities. However, it was after the Commissioner-General for Refugees and Stateless People began to work after the additional funding has been allocated, that the backwardness in the Standing Professional Committee has grown. That service faced a significant underoccupation and received fewer resources compared to other asylum services. It was only after the efforts in the course of 2005 that the backwardness could be stopped. Now that lag has to be removed.
Not to mention that with the current resources and with the application of the current procedure, it will take years to remove the downturn, which has now reached 11,000 cases. The present draft proposal therefore offers some possibilities, as the Chairman points out. For example, the written procedure, quantitatively viewed, could reduce the backwardness, although the first president admits that oral debates are actually the best means of examining the fairness, as well as the substance of the fear of the stranger. The speaker stressed that, in order to assess whether a person is actually being prosecuted or has reasons to fear prosecution, it is usually preferable to hear the person concerned himself rather than his or her lawyer.
In this regard, the First President welcomes the addition of Article 174 of the draft law reforming the State Council and the establishment of the Council for Foreign Disputes. As a rule, the applicant will no longer be able at any time to come up with new information, which he should have and can provide to the Commissioner-General for Refugees and Stateless persons or in his appeal.
However, the court may, by way of derogation from that rule, decide to take into account any new data communicated to him, if that data can prove with certainty the reasonable or unfounded nature of the appeal. According to the first chairman of the Standing Professional Committee, the present draft addresses a number of key difficulties in that asylum procedure, as it is today. Notwithstanding this, special attention should be paid to the current backwardness of the files, more than eleven thousand files.
We also heard the Regulation Committee. The regularisation committee was represented during the hearings by two speakers, firstly by the Vice-Prime President of the Dutch-speaking Chambers, Mrs Vercammen, and secondly by the former President of the Fifth Chamber, Mr Funck.
The Vice-First President recalled the objective of the Regulation Act of 22 December 1999, in particular a one-off operation, which would take only a short period of time. In reality, not all the files are still handled today, in particular the files that were seized by the prosecutor’s office at the time.
In any case, it should be noted that the start of the regularization was ⁇ difficult. They could also go back to nothing.
The view of the course was also very different. Thus arose a different interpretation of the legal texts, which were not always clear. Parliamentary work shows that the government favoured a strict interpretation. The NGOs then again advocated for an extremely smooth filling, so that as many applicants as possible would be regulated. The magistrates then usually opted again for the principle of legality, as Ms. Vercammen testified.
Furthermore, it was quickly established that a number of files showed indisputable signs of fraud and abuse, and that the ability, experience and adequate investigative resources lacked to act timely and efficiently against those misstatements. In particular, it involved counterfeit documents, such as rental contracts and medical certificates, and false identity and nationality. According to Ms. Vercammen, the entire operation was rather chaotic due to the circumstances in which it had to be worked. The mass of applications should be handled case by case by case, in accordance with the fixed procedure, by an independent body. However, these obvious provisions were violated by imposing a time limit and providing quotas for the investigation secretariates, making the workload unbearably high for everyone and preventing serious investigation of each dossier.
Some concerns can also be formulated regarding the independence of the Chambers, the Vice-Prime-President stated. According to the speaker, the specific composition of those chambers was sometimes sensitive and gave rise to possible deontological problems and possible incompatibilities.
Some lawyers sat in the Chamber one day, while they acted as defenders of one of the applicants the following day. The NGOs on their side mainly referred to positive opinions. They were not under oath and were not bound by deontological regulations. The duty to keep silence or to respect the secret of the council was sometimes difficult for them. Criminality was rarely discussable, while in all that the magistrates were eventually placed in the minority and had to draw up an opinion, which they actually did not support.
Mrs Vercammen thus concludes that the regularisation commission in the form of the law of 22 December 1999 is not subject to repeat.
A completely different story, however, was heard from Mr. Funck. His experience with the regularization committee was rather positive and he was therefore surprised by the presentation of his colleague. The committee was an important step for Mr. Funck, both for humanity and for the enforcement of justice. In the human sphere, people emerged who until recently had no face. According to the speaker, the law contained clear criteria, which, however, in its application presented difficulties with regard to the assessment. For example, is someone who he claims to be; is the nationality correct; are the submitted documents authentic?
In the context of law enforcement, the committee had to apply legal criteria that were not previously applied by any jurisdictional chamber. The speed with which the files had to be handled was also a major problem in many cases. According to Mr Funck, the composition of the committee, where the contribution of NGOs and lawyers was essential, was the reason why the campaign could be successfully completed. Mr Funck concluded that the law of 22 December 1999 could indeed serve as an inspiration for new measures.
We also listened to the United Nations High Commissioner for Refugees. The High Commissioner should, among other things, monitor the compliance of the Geneva Convention by the Member States. In that capacity, the representative of the High Commissioner’s Office expressed satisfaction with the draft presented. In particular, the simplification and shortening of the procedure and the introduction of the subsidiary protection status are positive elements in the draft.
Nevertheless, the High Commissioner has a number of concerns. First, the admissibility phase, which previously belonged to DVZ, is deleted in the new procedure. Nevertheless, in the new procedure, admissibility criteria are retained, allowing refusal of recognition as a refugee on the basis of purely formal criteria, which are completely independent of any need for international protection. That is a first consideration.
Second, there is concern about the role of DVZ with regard to the newly submitted applications, or new elements. The High Commissioner’s Office asks whether the service will still have the necessary experience in the future, as the service will no longer have a role to play in the new procedure.
Third, detention is rather systematized by the design. It can be included during the Dublin investigation, during the investigation by the Commissioner-General for Refugees and Stateless Persons, and during the procedure before the Council of Foreigners Disputes.
The High Commissioner’s Office wants to make it clear that imprisonment must always be proportionate to the objectives set forth. Their
Fourth, the High Commissioner’s Office also sees a problem in the difference between the possibilities of family reunification, depending on whether it is a recognised refugee or a subsidiary protection. Their
Fifth, the procedure before the Council for Strangers Disputes is either suspensive or suspensive, however, there is concern that due to the formal requirements of the procedure combined with the relatively short deadlines, the asylum seekers are at risk of having less effective options to clarify their case. Furthermore, the lack of own research possibilities of the Council for Foreign Disputes is also not an improvement. Their
The role of the High Commissioner is also limited in the draft. The representative states that, however, the High Commissioner’s Office will continue to exercise its role at all times. Their
Finally, the problem of stateless people is also mentioned. Currently, the processing of applications for statelessness is divided between the civil courts, the Foreign Affairs Service and, to a lesser extent, the High Commissioner. Although it is not easy to find information on this subject, some evidence shows that the existing procedures pose problems. The High Commissioner’s Office considers that this law revision should be used to improve it. Their
We also heard the director of the closed center for illegal persons in Bruges. The director of the Centre for Illegals stated that the closed centers aim to detain foreigners with a view to a possible removal from the territory and this in a humane and respectful way. The cornerstone of the fight against illegal immigration is the effective removal of rejected asylum seekers. Their
The detention in a closed centre cannot, according to the director, be compared to a prison regime. There are several reasons for this. The main goal is not to punish the stranger, but to prepare him for his departure. The duration of his stay in the center depends on his cooperation. The regime in the center is a group regime, while this in a prison is an individual cell regime. Finally, the centre also provides psychological and administrative guidance. Their
A frequently heard criticism is the possible duration of detention. The director said that this is initially two months and may be extended by two months in certain circumstances. If the foreigner voluntarily leaves our country, the detention period is almost always short. The foreigner may also appeal against his deprivation of liberty at various bodies. Their
Another point of criticism is the deprivation of liberty of minors. This includes both accompanied and unaccompanied minors. The accompanied minors are constantly involved in the procedure of their parents. For unaccompanied minors, every effort shall be made to keep the duration of detention as short as possible. This is what the director says. Their
In 2005, the number of places for families was also increased. Also there, the voluntary departure ensures a as short as possible period of deprivation of liberty. The director regrets that this is happening too little in practice. The average duration of family detention is three weeks.
The last two bodies are the Federal Police and the Centre for Equal Opportunities and for Anti-Racism. I will overwhelm them quickly.
The main task of the federal police services at the national airport is border control. Regularly, the services are confronted in the first line with people applying for political asylum. However, the task of the federal police is limited to the preparation of a form, and not to the taking of an interrogation or statement on the application. These are done by the Foreign Affairs Service. In attendance, the people are housed in a transit center.
The task of the federal police is of course also the detection of new phenomena related to human trafficking and human trafficking.
As a third pillar, the federal police are also responsible for the removal policy. During the forced repatriations, the coercion is always applied progressively and in proportion to the resistance of the foreigner to be removed. It also continuously evaluates whether the coercion applied is human and reasonable. If this is not the case, the attempt to remove is stopped and a new attempt is made, or the foreigner is provided for a joint flight. In that framework it is recognized that in recent years there has been an enhanced cooperation at the European level.
The Commissioner also expressed hope that the acceleration and shortening of the asylum procedure will also reduce the opposition to repatriation.
Finally, the Commissioner confirms that the draft provides for the implementation of a number of recommendations made by the Vermeersch committee in the context of a human expulsion policy.
Finally, the Centre for Equal Opportunities and for Combating Racism. The Centre expresses its satisfaction with the changes included in the draft, in particular as regards the legal status of victims of trafficking in human beings, the definition of the beneficiary of subsidiary protection and the establishment of an administrative court with full jurisdiction in asylum matters.
However, the law of 15 December 1980 has since become a ⁇ difficult text. The new changes ⁇ do not contribute to a relief. The Centre acknowledges the need for new changes and notes that these only solve problems, but the changes hardly anticipate future problems. For example, the current bill does not provide any tool to control future migration flows.
Regarding the drafts, the Centre notes that both new and existing, old statutes apply to a number of periods of residence with precarious status.
This refers to the granting of temporary residence permits pending definitive.
Some other comments the Centre has made regarding the design are as follows.
The discretionary power of the Minister is retained for certain matters, sometimes it is curtailed and often it is also extended. For example, the residence permit for seriously ill persons is regulated by law, which means the loss of the discretionary power, while the injunction power in relation to the commissariat-general is again an extension.
Even in the context of current jurisprudence, a democratic society requires the exercise of discretionary power to be more transparent and lawful. A number of measures could contribute positively to this: the anchoring of the admissibility criteria for regularization in the law, the assistance of an independent committee and a limitation of the discretion when a court of first instance recognizes a stateless person and when the status of unaccompanied minor foreigners was recognized by a guardianship service.
As regards children and minors in our Residence Act, it is regrettable, according to the Centre, that in the draft no measures were taken regarding their residence status. According to the director, a great opportunity was missed. This is about children, unaccompanied minors.
In the context of family reunification, the Centre has special questions about the age limit, which is raised to 21 years. The Director doubts whether the measure will ⁇ the intended objective. The concern has been raised by the observation that no similar measure is being taken for Belgium and by the existence of various bilateral agreements with countries of origin. These are exactly those two categories in which, for example, abuse of forced marriages is established.
With regard to the Council on Foreign Disputes, the Centre is more likely to see a deterioration in asylum applications, due to the loss of its own investigation power and the loss of the oral procedure. More than now, the foreigner will depend on the quality of the work of his lawyer.
In the context of non-asylum matters, the benefit of the establishment of a Council for Foreign Disputes is largely lost if that body for non-asylum matters is limited to a legality review competence. The disappearance of the request for revision and its replacement by an appeal to the Council for Foreign Disputes will ⁇ mean a decline in the protection of the rights of foreigners. The fact that the foreigners cannot be heard during an oral procedure and there is only a legality check, rather than a substantive investigation, as is now the case with a request for revision, can be cited as important points, the Centre points out.
So far the report of the hearings. Collega Claes has done a part and also I have done a part of the hearings related to the draft presented.
#29
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, M. Boukourna vous a déjà résumé l'exposé introductif du ministre de l'Intérieur relatif au projet de loi n° 2479 réformant le Conseil d'État et créant un Conseil du Contentieux des Étrangers.
Les auditions relatives à ce texte vous ont également été rapportées par Mme Lanjri. Il me revient de faire état de la discussion générale et de la discussion des articles tenues sur ce projet par votre commission lors des réunions des 23, 30 et 31 mai, 6, 7, 13, 14, 20, 21 et 26 juin 2006.
Quatre propositions de loi étaient jointes à ce projet du gouvernement.
La première proposition de loi visait à modifier l'article 71, alinéa 2 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers.
M. Mohammed Boukourna (PS) rappelle qu'un étranger, même lorsqu'il dispose d'un visa valable, peut se voir refuser l'accès au territoire et être maintenu dans un centre pour inadmissibles. Il peut introduire un recours contre cette décision devant la chambre du conseil.
L'étranger qui bénéficie d'une décision de libération prononcée par la chambre du conseil ne bénéficie pas pour autant de l'accès au territoire, car la chambre du conseil statue sur la légalité de la détention, non sur la mesure de refoulement.
L'étranger peut introduire contre la décision de la chambre du conseil un recours en suspension auprès du Conseil d'État, mais de telles demandes sont systématiquement déclarées irrecevables. Il ne restait dès lors à l'étranger plus d'autre solution que d'attendre que le Conseil d'État se prononce sur le fond, ce qui peut prendre plusieurs années. Selon les auteurs, un recours effectif doit donc être reconnu à ces personnes, tant contre la privation de liberté que contre le refoulement. La proposition de loi tend, par conséquent, à conférer à la chambre du conseil la plénitude de compétences.
La deuxième proposition de loi modifie la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers afin de confier à la Commission permanente de recours des réfugiés la compétence de connaître des recours urgents contre les décisions du commissaire général aux réfugiés et apatrides.
M. Philippe Monfils (MR) affirme, avant tout, que sa proposition de loi vise à résorber l'important arriéré auquel doit faire face le Conseil d'État. Ce retard n'est pas uniquement source de problèmes pour le citoyen individuel, mais il ralentit également le traitement général des dossiers, en ce compris ceux qui ne relèvent nullement de la problématique des étrangers. L'intervenant souligne en outre que le Conseil d'État constitue une juridiction administrative. Dans le cadre de la problématique des étrangers, le Conseil d'État est donc appelé à jouer un rôle qui, en réalité, n'est pas le sien. Par le passé, une série de suggestions ont déjà été formulées afin de pallier ce problème, comme l'accélération des procédures et l'instauration de tribunaux administratifs.
La solution proposée par l'auteur consiste à rendre la Commission permanente de recours des réfugiés compétente pour les recours contre les décisions du CGRA. Bien que le gouvernement ait opté pour un nouveau collège, M. Monfils estime que le projet de loi réformant le Conseil d'État et créant un Conseil du Contentieux des Étrangers répond entièrement à ses aspirations.
La troisième proposition de loi modifie la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers et instaure une Commission des étrangers afin de porter remède à l'arriéré du Conseil d'État.
Mme Marie Nagy (Ecolo) souligne que l'arriéré du Conseil d'État concerne non seulement la problématique des étrangers, mais aussi les autres dossiers.
Cet arriéré est provoqué par un manque de moyens qui dure déjà depuis 1991, par l'attribution constante de nouvelles tâches au Conseil d'État et par le fait que les citoyens s'adressent plus rapidement au Conseil d'État pour introduire un recours contre une décision administrative. Il s'ensuit qu'il faut attendre 7 à 8 ans pour qu'une affaire aboutisse. C'est pourquoi il est proposé de créer une commission des étrangers afin, d'une part, de décharger le Conseil d'État des dossiers relatifs aux étrangers et, d'autre part, d'instaurer un organe de concertation permanent chargé de formuler des propositions de solutions structurelles pour résorber l'arriéré existant et empêcher la création d'un nouvel arriéré. Une partie de la solution consiste en effet à augmenter les effectifs du Conseil d'État, une autre partie a trait au mode d'organisation du travail. L'intervenante peut dès lors souscrire à une série d'éléments du projet réformant le Conseil d'État et créant un Conseil du Contentieux des Étrangers. D'autres éléments, notamment l'extension du système du mandat, lui posent problème.
Mme Nagy souligne que cette proposition de loi s'inspire étroitement de la proposition de loi créant une Commission permanente de régularisation de séjour de certaines catégories d'étrangers séjournant sur le territoire du Royaume.
À propos de la quatrième proposition modifiant la loi relative aux étrangers concernant la procédure de reconnaissance du statut de réfugié, M. Dirk Claes (CD&V) renvoie au développement de sa proposition de loi.
Il n'est ensuite pas aisé de distinguer, dans ces discussions, ce qui relève du projet sur le Conseil et ce qui concerne la réforme de la loi de 1980. En substance, dans le cadre de la discussion générale, voici ce que l'on peut en retenir.
M. Anthuenis intervient quant au filtre instauré pour les recours en cassation devant le Conseil d'État. Pour l'intervenant, il est évident que ce filtre ne peut être trop lâche, comme l'a expliqué, lors des auditions, un représentant du Conseil d'État.
Pour Mme Marie Nagy, la procédure projetée devrait mener à une augmentation des motifs d'irrecevabilité et à la non-prise en considération des demandeurs d'asile. L'étranger qui fuit son pays et qui n'introduit pas sa demande d'asile aux autorités frontalières belges lorsqu'il est interrogé sur les raisons de sa venue en Belgique verra sa demande d'asile déclarée non recevable sans qu'un quelconque examen des craintes de persécution ne soit fait. Pour l'intervenante, un recours suspensif au Conseil du Contentieux des Étrangers ne sera pas possible, seul le recours en annulation au Conseil d'État pourra être envisagé. Or, ce recours est non suspensif et une expulsion pourra donc avoir lieu.
Par ailleurs, Mme Nagy dit que, même si la durée de l'enfermement est théoriquement limitée à un mois, ce délai est suspendu quand le demandeur d'asile introduit un recours contre une décision négative du Commissariat général aux réfugiés et apatrides (CGRA), ce qui a pour effet de rendre cette détention à durée indéterminée. En effet, le Conseil du Contentieux des Étrangers, organe de recours, n'est pas tenu à un délai pour prendre sa décision. Ensuite, pour l'intervenante, depuis des années, l'intérêt d'une procédure juridictionnelle de recours qui permette à l'étranger de venir s'exprimer oralement avec son avocat a été mise en évidence.
Une nouvelle juridiction d'appel du CGRA est créée: le Conseil du Contentieux des Étrangers (en abrégé CCE). L'avantage est qu'en matière d'asile, le recours devant le CCE est suspensif mais de moindre qualité que l'actuelle Commission permanente de recours des réfugiés (CPRR) puisque son fonctionnement est calqué sur celui du Conseil d'État. Le CCE n'a pas les pouvoirs d'instruction de l'actuelle CPRR. Mme Nagy rappelle la proposition de loi qu'elle a déposée pour tenter de répondre au problème de l'arriéré du Conseil d'État.
Enfin, l'intervenante estime que la procédure de filtre prévue en cassation administrative au Conseil d'État est trop sévère.
Pour Mme Douifi, l'un des objectifs centraux de la réforme est de rendre la procédure plus courte et efficace. À cet égard, on avance souvent la durée maximale de douze mois. Pour l'intervenante, le recours en cassation auprès du Conseil d'État doit rester un recours tout à fait exceptionnel. Pour éviter un usage multiple, il faut donc un filtre puissant qui apprécie la recevabilité de la demande. Le succès de cette réforme dépendra, dans une large mesure, de l'efficacité de ce filtre.
Mme Schryvers du CD&V souligne que le bon fonctionnement des plus hautes juridictions administratives dans un État de droit est de la plus grande importance. Les justiciables doivent pouvoir bénéficier de la sécurité juridique. L'intervenante évalue les apports du projet à l'examen. Elle note une amélioration sur le plan procédural, à savoir le fait que la demande de suspension et la demande d'annulation pourront faire l'objet d'un seul et même acte. Elle rappelle l'énorme arriéré qui s'est créé au fil des années au Conseil d'État, non seulement sur le plan du contentieux des étrangers mais aussi dans les procédures ordinaires. À cet égard, Mme Schryvers défend le fait que le projet de loi à l'examen est insuffisant et incomplet, dans la mesure où il se concentre seulement sur certains éléments de réforme du Conseil d'État au lieu d'en revoir le fonctionnement dans sa globalité.
En ce qui concerne la réforme du Conseil d'État, M. Maene souligne l'introduction des techniques de management afin d'adapter l'institution aux besoins d'une gestion moderne (avec mise en place d'un système de mandat et d'un système d'évaluation). Sur le plan de la procédure, l'enjeu est, pour l'intervenant, d'accélérer les procédures sans pour autant réduire le droit de la défense. Pour ce faire, sont instaurées des conditions d'admission pour les recours en cassation administrative, autrement dit, une procédure de filtre comme auprès d'autres juridictions européennes.
M. Drèze dit que l'audition des chefs de corps a fait apparaître que la haute juridiction administrative ne dispose pas aujourd'hui des moyens pour gérer le contentieux des étrangers dans des délais acceptables. En ce qui concerne la création d'une juridiction administrative, à savoir le CCE, M. Drèze estime que les effectifs projetés sont nettement insuffisants. L'intervenant évoque également le délai de 24 heures ouvert au requérant qui serait intenable pour introduire un recours suspensif contre un ordre d'expulsion, suivi du délai de 72 heures, trop court lui aussi, qui est imparti au juge pour statuer, après quoi un ordre d'expulsion peut être délivré alors même que le requérant n'aurait reçu aucune réponse. En conclusion, l'orateur estime que les projets, propositions de loi et résolutions en discussion doivent rencontrer les différents points exposés afin d'élaborer une procédure à la fois humaine, rapide et juste.
En réponse, le ministre de l'Intérieur a mis en évidence les éléments suivants.
Le Conseil du Contentieux des Étrangers et la procédure qui peut être engagée devant ce Conseil sont de nouveaux éléments. Bien que ceux-ci soient inconnus à ce jour, le fait d'avoir introduit la possibilité d'exercer un contrôle juridictionnel dans tous les cas constitue un important pas en avant.
En ce qui concerne la procédure devant le Conseil du Contentieux des Étrangers, le fait de prévoir une procédure écrite et de n'octroyer aucun pouvoir d'investigation aux magistrats du Conseil a constitué un choix politique clair. L'essentiel de la procédure d'asile doit en effet être confié au Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides qui est indépendant. Il doit prendre une décision de qualité. À cet égard, il doit également veiller à ce que tous les actes d'instruction à charge et à décharge soient posés. S'il ne le fait pas, il peut être sanctionné. Le Conseil du Contentieux des Étrangers peut en effet annuler sa décision et l'obliger à constituer un dossier mieux étayé s'il n'est pas possible de prendre clairement position sur la demande d'asile en se basant sur le dossier soumis.
La Commission générale a donc tout intérêt à constituer un dossier solide ou non. Pour le ministre, la procédure devant le Conseil du Contentieux des Étrangers satisfait aux exigences de l'article 13 de la Convention européenne des droits de l'homme (recours effectifs). Le premier président du Conseil d'État l'a expressément confirmé au cours des auditions.
Dans le cadre du fonctionnement du Conseil d'État et des adaptations proposées afin de résorber efficacement l'arriéré de cette juridiction, il a largement été question du filtre. Selon le Conseil d'État, ce système n'est pas assez strict. Pour les avocats, par contre, il l'est trop. En opérant ce choix, le gouvernement a songé en premier lieu au justiciable. S'il dispose de moyens de cassation valables sur le plan juridique, il doit pouvoir les faire valoir.
Le filtre de cassation est une nouvelle donnée dans l'ordre juridique belge. Les expériences de l'étranger nous apprennent qu'il s'agit d'un instrument valable qui peut fonctionner parfaitement. Le ministre ne voit dès lors pas pourquoi ce ne serait pas le cas en Belgique.
Certains estiment que le Conseil d'État devrait disposer d'encore plus de personnel et de moyens pour résorber rapidement l'arriéré. Une politique se bornant à octroyer des moyens financiers n'a pas donné lieu dans le passé à une augmentation significative du nombre d'arrêts rendus. Il faut donc donner une chance à d'autres pistes. Outre une augmentation limitée en nombre de conseillers d'État et d'auditeurs, l'on prévoit également une série d'adaptations procédurales et structurelles qui doivent aussi aider à résorber l'arriéré. Dans ce contexte, il est souligné que 80% des recours soumis au Conseil d'État concernent des contestations relatives à l'application de la loi sur les étrangers. Ce contentieux est transféré au Conseil du Contentieux des Étrangers.
A l'avenir, le Conseil d'État ne devra plus traiter qu'un cinquième du nombre actuel des litiges, tandis que son effectif augmentera encore. Dans ce contexte, il devrait être logiquement possible de résorber plus rapidement le contentieux n'ayant pas trait aux étrangers.
Pour le ministre de l'Intérieur, l'introduction de techniques de gestion et d'évaluation modernes portera aussi certainement ses fruits.
Viennent ensuite les répliques pour lesquelles je me permets de renvoyer à mon rapport écrit.
Dans le cadre de la discussion des articles, des amendements sont défendus par M. Drèze aux articles 6, 8, 12, 25, 33, 45 et 53. M. Drèze a également proposé de créer des articles 212bis et 212ter et de modifier l'article 216.
Mme Nagy dépose un amendement à l'article 8 et avec M. Drèze propose de modifier les articles 79, 118, 153, 155, 156, 161, 176 et 184.
Mme Lanjri et consorts déposent un amendement aux articles 8, 14, 19, 68, 69, 70, 79, 174 et 241bis. M. Maene et consorts proposent de modifier les articles 27, 52, 61, 206, 207 et 216 et un article 52bis est également proposé.
M. Borginon et consorts proposent des modifications à l'article 206.
Par de longues interventions, pour lesquelles je renvoie à mon rapport écrit, M. le ministre de l'Intérieur développe le point de vue du gouvernement sur chaque amendement.
Lors des votes, des modifications sont adoptées en ce qui concerne les articles 27, 52, 61, 150, 206 et 216. Un article 52bis est créé. Ces modifications concernent respectivement: - la composition du jury chargé de l'examen des candidatures à la fonction d'auditeur adjoint et de référendaire adjoint au Conseil d'État; - la fonction d'administrateur, qui doit être considérée comme une fonction de mandat réévaluée et adaptée aux exigences d'un management moderne; - le détachement de titulaires d'une fonction au Conseil d'État auprès d'une instance internationale ou supranationale; - le traitement de greffier au Conseil d'État; - le fait que la durée du mandat d'administrateur soit égale à celle d'administrateur du Conseil d'État, à savoir 5 ans; - l'évaluation après un an des recours en cassation dont le Conseil d'État est saisi; - le mandat adjoint de directeur d'encadrement du personnel et de l'organisation; - le mandat adjoint de directeur d'encadrement du budget et de la gestion et ce, pour une période de 5 ans renouvelable qui coïncide avec le début et la fin de la période durant laquelle l'administrateur exerce son mandat.
L'ensemble du texte ainsi modifié est adopté par 12 voix contre 1 et 2 absentions.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Dear colleagues, Mr. Boukourna has already summarized the introductory exhibition of the Minister of the Interior concerning Bill No. 2479 reforming the State Council and creating a Council of the Foreign Disputes. by
The hearings relating to this text were also ⁇ to you by Mrs. Lanjri. It is my responsibility to report the general discussion and discussion of the articles held on this project by your committee at the meetings of 23, 30 and 31 May, 6, 7, 13, 14, 20, 21 and 26 June 2006.
Four bills were attached to this government draft.
The first proposal was intended to amend Article 71, paragraph 2, of the Act of 15 December 1980 on the access to the territory, residence, establishment and removal of foreigners.
by Mr. Mohammed Boukourna (PS) recalls that a foreigner, even when he has a valid visa, can be denied access to the territory and kept in a centre for inadmissible. He may appeal against this decision before the Council Chamber.
The foreigner who benefits from a decision of release issued by the council chamber does not enjoy access to the territory, because the council chamber decides on the legality of detention, not on the removal measure.
The foreigner may appeal against the decision of the Chamber of Councils with a suspension appeal to the Council of State, but such requests are systematically declared inadmissible. Therefore, there was no other solution abroad than to wait for the State Council to decide on the substance, which can take several years. According to the authors, an effective remedy must therefore be recognized to these persons, both against deprivation of liberty and against rejection. The bill thus tends to confer on the Chamber of Councils full powers.
The second bill amends the Act of 15 December 1980 on the access to the territory, residence, establishment and removal of foreigners in order to entrust the Permanent Refugee Appeal Commission with the competence to hear urgent appeals against the decisions of the Commissioner-General for Refugees and Stateless Persons. by
by Mr. Philippe Monfils (MR) affirms, first of all, that his bill aims to remove the important backwardness facing the Council of State. This delay is not only a source of problems for the individual citizen, but it also slows down the general processing of cases, including those that are not entirely related to the problem of foreigners. The speaker further points out that the State Council constitutes an administrative court. In the context of the problem of foreigners, the State Council is therefore called to play a role that, in reality, is not its own. In the past, a number of suggestions have already been made to address this problem, such as the acceleration of procedures and the establishment of administrative courts.
The solution proposed by the author is to make the Permanent Refugee Appeal Commission competent for appeals against CGRA decisions. Although the government has opted for a new college, Mr. Monfils believes that the bill reforming the State Council and creating a Council of Foreign Disputes fully meets his aspirations.
The third bill amends the law of 15 December 1980 on the access to the territory, residence, establishment and removal of foreigners and establishes a Commission on Foreigners in order to remedy the backwardness of the State Council. by
Ms. Marie Nagy (Ecolo) emphasizes that the backwardness of the State Council concerns not only the problem of foreigners, but also other matters. by
This delay is caused by a lack of resources that has been ongoing since 1991, by the constant assignment of new tasks to the Council of State and by the fact that citizens turn to the Council of State more quickly to bring an appeal against an administrative decision. Therefore, it is necessary to wait seven to eight years for a deal to succeed. Therefore, it is proposed to create a Foreigners Commission in order, on the one hand, to discharge the State Council from the files relating to foreigners and, on the other hand, to establish a permanent consultation body responsible for formulating proposals of structural solutions to resolve the existing backward and prevent the creation of a new backward. Part of the solution is in fact to increase the staff of the State Council, the other part concerns the way of organizing work. The interviewer can therefore subscribe to a series of elements of the project reforming the State Council and creating a Council of the Foreign Dispute. Other aspects, including the extension of the mandate system, pose problems for him.
Ms Nagy emphasizes that this bill is heavily inspired by the bill establishing a Permanent Commission for Regularizing the Residence of Certain Categories of Foreigners Staying in the Kingdom.
On the fourth proposal amending the Foreigners Act regarding the procedure for recognition of refugee status, Mr. Dirk Claes (CD&V) refers to the development of his bill.
It is then not easy to distinguish, in these discussions, what falls within the draft on the Council and what concerns the reform of the law of 1980. Basically, in the context of the general discussion, here is what can be recalled from it.
by Mr. Anthuenis intervenes regarding the filter established for cassation appeals before the Council of State. For the speaker, it is obvious that this filter cannot be too loose, as explained, during the hearings, a representative of the State Council. by
According to Ms. Marie Nagy, the proposed procedure should lead to an increase in the grounds of inadmissibility and the non-consideration of asylum seekers. The foreigner who leaves his country and who does not submit his application for asylum to the Belgian border authorities when questioned about the reasons for his arrival in Belgium will see his application for asylum declared inadmissible without any examination of the fears of persecution being made. For the intervenient, a suspensive appeal to the Council of the Foreign Controversy will not be possible, only the appeal for cancellation to the Council of State can be considered. However, this appeal is not suspensive and therefore expulsion may take place. by
Furthermore, Ms Nagy says that even if the duration of detention is theoretically limited to one month, this period is suspended when the asylum applicant appeals against a negative decision of the General Commissioner for Refugees and Stateless Persons (General Commissioner for Refugees and Stateless Persons, CGRA), which has the effect of making this detention indefinitely. Indeed, the Council of the Dispute of Foreigners, the appeal body, is not bound to a deadline to make its decision. Then, for the interviewer, for years, the interest of a judicial appeal procedure that allows the foreigner to come to speak orally with his lawyer has been highlighted.
A new Court of Appeal of the CGRA is established: the Council of Foreign Disputes (CCE). The advantage is that in asylum matters, the appeal before the CCE is suspensive but of lower quality than the current Permanent Refugee Appeal Commission (CPRR) since its functioning is calculated on that of the State Council. The CCE does not have the instructional powers of the current CPRR. Ms Nagy recalls the bill she submitted to try to address the problem of the backwardness of the State Council.
Finally, the intervenient considers that the filtering procedure provided for in administrative cassation at the Council of State is too strict.
According to Ms. Douifi, one of the central objectives of the reform is to make the procedure shorter and more efficient. In this regard, the maximum duration of twelve months is often advanced. For the intervenient, the appeal in cassation before the State Council must remain a completely exceptional appeal. To avoid multiple uses, therefore, a powerful filter is needed that appreciates the acceptability of the request. The success of this reform will depend, to a large extent, on the efficiency of this filter.
Ms. Schryvers of CD&V points out that the proper functioning of the highest administrative courts in a rule of law is of the utmost importance. The prosecutors must be able to enjoy legal certainty. The speaker evaluates the contribution of the project to the examination. It notes a procedural improvement, namely the fact that the request for suspension and the request for cancellation can be the subject of a single act. It recalls the enormous backwardness that has been created over the years in the Council of State, not only in terms of foreign disputes but also in ordinary proceedings. In this regard, Ms. Schryvers defends the fact that the bill under consideration is insufficient and incomplete, inasmuch as it focuses only on certain elements of the State Council reform instead of reviewing its functioning as a whole.
With regard to the reform of the Council of State, Mr. Maene emphasizes the introduction of management techniques in order to adapt the institution to the needs of modern management (with the establishment of a mandate system and an evaluation system). On the procedural level, the challenge for the intervenient is to speed up the proceedings without thus reducing the right of defence. For this purpose, conditions of admission for appeals in administrative cassation are introduced, that is, a filtering procedure as before other European courts.
by Mr. Drèze says that the hearing of body heads has shown that the High Administrative Court does not currently have the means to handle foreign disputes within acceptable time limits. With regard to the establishment of an administrative court, namely the CCE, Mr. Drèze considers that the staff planned are clearly insufficient. The interviewer also refers to the 24-hour period open to the applicant which would be unavailable to bring a suspensive appeal against an order for expulsion, followed by the 72-hour period, too short, which is granted to the judge to decide, after which an order for expulsion can be issued even if the applicant has received no response. In conclusion, the speaker believes that the drafts, bills and resolutions under discussion must meet the various points outlined in order to develop a process that is both human, fast and fair.
In response, the Minister of the Interior highlighted the following elements.
The Foreign Dispute Council and the proceedings that may be initiated before this Council are new elements. Although these are unknown to date, the introduction of the possibility of exercising judicial control in all cases constitutes an important step forward.
As regards the proceedings before the Foreign Dispute Council, the fact of providing for a written procedure and not granting any investigative power to the Council’s magistrates constituted a clear political choice. The main part of the asylum procedure must be entrusted to the General Commissioner for Refugees and Stateless Persons, which is independent. You have to make a quality decision. In this regard, it must also ensure that all charge and discharge instruction documents are submitted. If he does not, he can be punished. The Council of the Foreign Controversy may indeed cancel its decision and require it to constitute a better supported file if it is not possible to take a clear position on the asylum application based on the file submitted.
Therefore, the General Commission has every interest in constituting a solid file or not. According to the Minister, the procedure before the Council of the Foreign Disputes meets the requirements of Article 13 of the European Convention on Human Rights (effective recourse). The First President of the State Council expressly confirmed this during the hearings.
Within the framework of the functioning of the State Council and the proposed adjustments to effectively resolve the backdrop of this jurisdiction, the filter has been widely discussed. According to the State Council, this system is not strict enough. For lawyers, it is too much. In making this choice, the government thought first of all of the justiciable. If he has legal means of cassation, he must be able to assert them. by
The cassation filter is a new feature in the Belgian legal order. Experiences from abroad teach us that this is a valid instrument that can work perfectly. Therefore, the Minister does not see why this would not be the case in Belgium. by
Some believe that the State Council should have even more personnel and resources to quickly resolve the backbone. A policy limited to providing financial resources has not in the past resulted in a significant increase in the number of arrests made. Therefore, another path needs to be given a chance. In addition to a limited increase in the number of State Councillors and Auditors, a series of procedural and structural adjustments are also planned to help remove the backbone. In this context, it is stressed that 80% of the appeals submitted to the State Council concern disputes relating to the application of the Foreigners Act. This dispute is transferred to the Council of the Foreign Dispute. by
In the future, the State Council will only have to deal with one-fifth of the current number of disputes, while its staff will continue to increase. In this context, it should logically be possible to resolve the non-foreign disputes faster. by
For the Minister of the Interior, the introduction of modern management and evaluation techniques will also ⁇ bear fruit.
Then came the replicas for which I allow myself to refer to my written report. by
As part of the discussion of the articles, amendments are defended by Mr. Articles 6, 8, 12, 25, 33, 45 and 53. by Mr. Drèze also proposed to create articles 212bis and 212ter and to amend article 216.
Ms Nagy submits an amendment to Article 8 and with Mr. Drèze proposes to amend articles 79, 118, 153, 155, 156, 161, 176 and 184.
Ms Lanjri et consorts submit an amendment to Articles 8, 14, 19, 68, 69, 70, 79, 174 and 241bis. by Mr. Maene et consorts propose to amend articles 27, 52, 61, 206, 207 and 216 and an article 52bis is also proposed.
by Mr. Borginon and consorts propose amendments to Article 206.
Through long interventions, for which I refer to my written report, Mr. The Minister of the Interior develops the Government’s view on each amendment. by
Amendments to Articles 27, 52, 61, 150, 206 and 216 shall be adopted during voting. Article 52a is introduced. These amendments relate respectively to: - the composition of the jury responsible for the examination of applications for the functions of Deputy Auditor and Deputy Referent to the State Council; - the function of Administrator, which should be considered as a re-evaluated and adapted to the requirements of a modern management; - the assignment of holders of a position to the State Council to an international or supranational body; - the treatment of Deputy Secretary to the State Council; - the fact that the duration of the mandate of Administrator is equal to that of Deputy Director of the State Council, i.e. 5 years; - the evaluation after one year of cassation appeals to which the State Council is referred; - the deputy mandate of Director of personnel management of the State Council and the organization; - the mandate of Deputy Director of the Budget and Management, which for the end of this period renews the administrative period and for which a period of 5 years is renewed.
The entire amended text is adopted by 12 votes against 1 and 2 abstentions.
#30
Official text
Madame Galant, je vous remercie pour votre rapport.
Nous avons entendu les rapporteurs des différents projets et propositions de loi. Nous pouvons maintenant poursuivre la discussion générale.
Onze orateurs sont inscrits, le premier étant M. Dirk Claes.
Translated text
Madame Galant, I thank you for your report. by
We have heard the rapporteurs of the various draft laws and proposals. We can now continue the general discussion. by
Eleven speakers are registered, the first being mr. by Dirk Claes.
#31
Official text
Geachte mijnheer de minister, ik zal een korte uiteenzetting houden, minder lang dan mijn mondeling verslag. Namens CD&V zal ik het hebben over de Raad van State en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Het andere deel wordt besproken door mijn collega Nahima Lanjri.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, het voorliggende ontwerp had een veelbelovend uitgangspunt, het ontwerp over de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. De oprichting van een volwaardig administratief rechtscollege, dat alle beroepen zou behandelen inzake beslissingen genomen met uitvoering van de wet van 15 december 1980 is een goede zaak. Daarnaast zou de Raad van State drastisch worden hervormd, waardoor de immense achterstand waarmee hij te kampen heeft, kan worden aangepakt.
Het uiteindelijke resultaat, collega's, is echter minder positief dan het wordt voorgesteld. In de eerste plaats is er de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Voor asielaangelegenheden treedt die raad op in volle rechtsmacht. We erkennen de positieve bijdrage, die de maatregel heeft op de behandeling van de asieldossiers en de vereenvoudiging die hiervan uitgaat. Negatief blijft echter dat de raad geen eigen onderzoeksbevoegdheid heeft, een belangrijke troef die zijn voorganger, de Vaste Beroepscommissie, wel heeft. In nietasielzaken heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen enkel de rol van cassatierechter te spelen. In vergelijking met de huidige procedure bij het verzoek tot herziening is dat ongetwijfeld een verzwakking van de positie van de vreemdeling die bijvoorbeeld verzoekt om gezinshereniging.
Wat de hervorming bij de Raad van State betreft, blijft het grote knelpunt de gebrekkige filter, die als compromis bij het ontwerp uit de bus is gekomen. De Raad van State vroeg zelf uitdrukkelijk om een schoktherapie en niet om halve maatregelen. Het is duidelijk dat de voorgestelde maatregel onvoldoende zal zijn. Het is echter van primordiaal belang dat de instroom van de dossiers bij de Raad van State onder controle wordt gebracht, anders is heel het ontwerp een maat voor niets geweest.
We hebben ons bij ons amendement terzake dan ook gebaseerd op de criteria die door de Raad van State zelf worden voorgesteld, met name enkel de zaken die aan de cassatiebevoegdheid van de Raad van State kunnen onderworpen worden en die, ten eerste, betrekking hebben op de eenheid van rechtspraak, om te voorkomen dat rechtbanken vonnissen zouden vellen die verschillende draagkracht zouden hebben. Ten tweede moet het gaan om principiële rechtsvragen, die het individuele belang overstijgen. Ten derde moet het gaan om substantiële procedurefouten of de niet-naleving door de rechtsinstanties van de wezenlijke vormvereisten, die borg staan voor de eerbiediging van de individuele rechten.
We stelden met genoegen vast dat ook sp.a en VLD tijdens de bespreking het licht hadden gezien en na ons een gelijkaardig amendement — het was bijna identiek — hadden ingediend. Het lot of veeleer de tucht van de regering heeft er echter anders over beslist.
Het is echter nog niet te laat voor de leden om opnieuw tot bezinning te komen. Wij zullen dan ook ons amendement opnieuw ter stemming voorleggen.
Mijnheer Anthuenis, u kunt er nog eens over nadenken wat u gaat doen met dat amendement inzake de filter. Dat is belangrijk.
Dit alles is ook de reden waarom wij als CD&V een grondige evaluatie hebben gevraagd, 1 jaar na inwerkingtreding van de wet. Wij stellen een evaluatie voor niet enkel van de filter maar van de volledige werking van de Raad van State en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Wij stellen ook voor dat de evaluatie toekomt aan het Parlement en niet aan de regering. Ook dat werd echter door het amendement van de meerderheid tot het minimum minimorum herleid. Bij deze wil ik inzake de hele bespreking zeggen dat ik toch een aantal zaken betreur. Minister Dewael heeft bij aanvang openheid aangekondigd bij de bespreking van die wetsontwerpen. Er is echter niet veel van in huis gekomen als blijkt dat ook de meerderheidspartijen hun amendementen moeten inslikken. De behandeling en de vele hoorzittingen ten spijt, moeten wij toch vaststellen dat door de regering een wetsontwerp wordt ingediend met potentie, althans, die potentie zou er zijn op voorwaarde van een correcte behandeling en de nodige bijsturing door het Parlement. Het heeft echter niet mogen zijn. En de aangekondigde openheid, mijnheer de minister, was er volgens mij spijtig genoeg niet.
Translated text
I will make a brief presentation, less long than my oral report. On behalf of CD&V I will talk about the Council of State and the Council for Foreign Disputes. The other part is discussed by my colleague Nahima Lanjri.
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the present draft had a promising starting point, the draft on the Council for Foreign Disputes. The establishment of a full-fledged administrative jurisdiction, which would handle all appeals concerning decisions taken in implementation of the Act of 15 December 1980 is a good thing. In addition, the State Council would be drastically reformed, allowing it to address the immense backwardness it faces.
However, the final result, colleagues, is less positive than it is suggested. First, there is the Foreign Disputes Council. In asylum matters, the council acts in full jurisdiction. We acknowledge the positive contribution that the measure has to the handling of the asylum dossiers and the simplification resulting from it. However, the negative remains that the council does not have its own investigative powers, an important asset that its predecessor, the Permanent Professional Committee, has. In non-asylum matters, the Council for Foreigners Disputes has only the role of cassation judge. Compared to the current procedure for the request for revision, that is undoubtedly a weakening of the position of the foreigner who, for example, requests family reunification.
As for the reform at the State Council, the major trouble remains the faulty filter, which came out of the bus as a compromise to the design. The State Council itself explicitly asked for shock therapy and not half-measures. It is clear that the proposed measure will be insufficient. However, it is of paramount importance that the flow of the files to the State Council is controlled, otherwise the whole draft has been a measure for nothing.
We have therefore based our amendment in this regard on the criteria proposed by the State Council itself, in particular only those matters which may be subject to the jurisdiction of the State Council in case of cassation and which, in the first place, relate to the unity of jurisprudence, in order to prevent courts from issuing judgments with different power. Secondly, there must be principled legal issues, which outweigh the individual interest. Third, it must be substantial procedural errors or the non-compliance by the judicial authorities with the essential formal requirements that guarantee the respect of individual rights.
We were pleased to find that sp.a and VLD had also seen the light during the discussion and had submitted a similar amendment after us — it was almost identical. However, the fate or rather the discipline of the government has decided differently.
However, it is not too late for members to rethink. We will therefore submit our amendment again to vote.
Mr. Anthuenis, you can think again about what you are going to do with that filter amendment. That is important.
All this is also the reason why we, as CD&V, requested a thorough review, 1 year after the law came into force. We provide an assessment not only of the filter but of the full functioning of the State Council and the Council for Foreign Disputes. We also suggest that the evaluation should be done by the Parliament and not by the government. However, this was also reduced by the majority amendment to the minimum minimum. In this context, I would like to say that I regret a number of things. Minister Dewael has initially announced openness during the discussion of these bills. However, not much has come into place as it turns out that the majority parties should also swallow their amendments. Despite the treatment and the many hearings, we must nevertheless conclude that a bill is submitted by the government with potential, at least, that potential would exist on condition of proper treatment and the necessary guidance by Parliament. However, it should not have been. And the announced openness, Mr. Minister, was unfortunately not there.
#32
Official text
Mag ik daar even op repliceren? Ten eerste, wat de evaluatie betreft, zegt u dat die zal gebeuren door de regering en dat zij eigenlijk zou moeten gebeuren door het Parlement. Zij zal door de twee gebeuren. Zij zal door de regering gebeuren en de regering zal natuurlijk eens de evaluatie gemaakt is van de procedure naar het Parlement komen en het Parlement zal uiteraard de gelegenheid hebben door middel van vraagstelling en interpellaties, of wat dan ook, daarover een uitspraak te doen. Dat is één.
Ten tweede, wat de openheid betreft, heb ik u gezegd, van meet af aan, dat ik voor een open parlementaire behandeling ben, maar voor mij is het belangrijk dat minstens de twee ontwerpen, zoals die door de Ministerraad zijn goedgekeurd, goedgekeurd kunnen worden. Daarover bestaat een consensus bij de vier meerderheidspartijen.
Amendementen kunnen voor mij, op voorwaarde dat u natuurlijk een consensus of, indien geen unanimiteit, toch een meerderheid hebt. Wat moet ik doen als ik vaststel dat die meerderheid er niet is, net alleen, mijnheer Claes, binnen de regeringsmeerderheid? Als ik echter de amendementen lees van CdH en Ecolo, dan neem ik aan dat u het daar ook niet mee eens bent. Kortom, de amendementen zijn ter stemming voorgelegd. Als de amendementen geen meerderheid kunnen behalen valt de regering, heb ik gezegd, op dat ogenblik terug op de twee ontwerpen die zij in het Parlement heeft ingediend. Dat is toch de normale parlementaire behandeling. U kunt toch niet zeggen dat de commissie daar geen tijd in heeft kunnen steken. Wij hebben daar uren en uren over gedebatteerd. Op een bepaald ogenblik heb ik gezegd dat het, na inspraak, ook via hoorzittingen, het Parlement zou sieren te komen tot een bepaalde uitspraak. Uitspraak heeft de commissie alleszins gedaan.
Translated text
Can I replicate that? First, as regards the evaluation, you say that it will be done by the government and that it should actually be done by the Parliament. It will happen through the two. It will be done by the Government and the Government will of course come to Parliament once the evaluation of the procedure has been made and the Parliament will of course have the opportunity to make a decision on it through questioning and interpellations, or whatever, through questioning and interpellations. That is one.
Second, as regards openness, I have told you, from the beginning, that I am in favour of an open parliamentary reading, but for me it is important that at least the two drafts, such as those approved by the Council of Ministers, can be approved. There is consensus among the four majority parties.
Amendments can be made for me, provided that you of course have a consensus or, if there is no unanimity, still have a majority. What should I do if I find that majority does not exist, just alone, Mr. Claes, within the government majority? However, if I read the amendments of CdH and Ecolo, I assume that you also do not agree. In short, the amendments have been submitted for voting. If the amendments are unable to obtain a majority, the government, I have said, at that point returns to the two drafts it has submitted to Parliament. This is the normal parliamentary procedure. You cannot say that the committee has not been able to put time into this. We discussed it for hours and hours. At one point I said that, after participation, including through hearings, it would decorate the Parliament to come to a certain judgment. The decision was made by the committee.
#33
Official text
Alleszins was het wetsontwerp zoals het was ingediend volgens mij niet voldragen. Er zijn heel wat goede amendementen voorgesteld, ook zelfs door sp.a en VLD, maar zij hebben die zelf moeten inslikken. Dat begrijp ik niet.
De filterprocedure was daarbij heel belangrijk. Wij wilden die verbeteren. Dat zelfs dit niet te slikken was, vind ik toch wel een brug te ver.
Qua evaluatie is het belangrijk dat door het Parlement een onafhankelijke commissie zou kunnen worden samengesteld om de evaluatie te doen. Wij vinden het niet correct dat eerst de regering dit doet en pas dan de controle door het Parlement zal kunnen gebeuren. Mijnheer de minister, in plaats van een voldragen wetsontwerp dat wij hier zouden moeten goedkeuren, ligt er een veredeld voorontwerp voor. Allicht werd er meer tijd en energie in gestoken om hieraan toch maar niets te moeten veranderen, dan dat er aan het schrijven van het ontwerp zelf is besteed. Ik denk dat er veel overleg is geweest binnen de meerderheid en dat de conclusie altijd was dat er niets meer aan zou worden veranderd. Ik zeg niet dat ik met alle amendementen akkoord ging, maar er zaten toch goede punten in die een verbetering zouden geweest zijn op wetgevend vlak. Die zijn er niet doorgekomen wegens de onderlinge tucht in de meerderheid.
Volgens mij zullen we snel worden geconfronteerd met reparatiewetgeving en met nieuwe wetgeving over dezelfde onderwerpen. Er zijn trouwens nog Europese richtlijnen die we snel zullen moeten uitvoeren en toepassen. U hebt trouwens gezegd dat u daarmee nog hierheen zult komen. Er werden voorzetten gegeven om dit nu al hierin op te nemen, maar dat is spijtig genoeg ook niet gebeurd.
Translated text
Alleszins was not fulfilling the bill as it was submitted in my opinion. A lot of good amendments have been proposed, even by sp.a and VLD, but they have to swallow them themselves. I do not understand that.
The filter process was very important. We wanted to improve them. That even this was not to be swallowed, I think a bridge too far. Their
In terms of evaluation, it is important that Parliament could set up an independent committee to carry out the evaluation. We do not think it is correct that first the government does this and only then the control by Parliament will be able to take place. Mr. Minister, instead of a complete draft law that we should approve here, there is a refined preliminary draft. Per ⁇ more time and energy was invested in not having to change anything about it, than it was spent writing the design itself. I think there has been a lot of consultation within the majority and that the conclusion was always that nothing else would be changed. I am not saying that I agreed with all amendments, but there were still good points that would have been an improvement on the legislative level. They did not go through because of the mutual discipline in the majority. Their
I think we will soon face repair legislation and new legislation on the same topics. In addition, there are still European directives that we will need to implement and apply quickly. By the way, you said that you will come here with this. There were proposals to include this in this already, but that has unfortunately not happened.
#34
Official text
Mijnheer de voorzitter, alvorens in te gaan op de twee ontwerpen die voorliggen, wil ik de toestand schetsen zoals die de voorbije jaren is gegroeid en die ertoe leidde, collega's, dat de notie "illegaal verblijf" onder paars bijna helemaal verdween uit de Belgische wetgeving.
Ik ga even terug in de geschiedenis. In 1999 luidt een van de eerste grote aankondigingen van Verhofstadt I dat er een massale regularisatiecampagne zou komen. Paarsgroen gaf meer dan 50.000 illegalen — de mensen zonder papieren, zoals ze dat zo eufemistisch omschrijven — de kans om toch aan papieren te geraken. De meerderheid van illegale vreemdelingen kreeg in de jaren daarop inderdaad een verblijfsvergunning. Hoeveel het er precies waren, kunnen we evenwel niet weten, omdat nog steeds niet alle dossiers afgehandeld zijn. Wellicht zitten we nu rond de 40.000.
Er is echter meer. De in 1999 aangekondigde regularisatiecampagne genereerde een gigantisch aanzuigeffect, waardoor een record aantal asielzoekers naar ons land kwam. In 1999 was er reeds een stijging tot 36.000, komende van 22.000 het jaar voordien. Dan kwam het jaar 2000 met niet minder dan 42.000 asielaanvragen.
De regering pronkt tegenwoordig met het feit dat de cijfers de voorbije jaren zijn verminderd, maar dat is natuurlijk niet moeilijk, als men eerst een tsunami van asielzoekers heeft uitgelokt. Tussen haakjes, op het einde van de regeerperiode-Verhofstadt I — Verhofstadt II, van 1999 tot pakweg begin volgend jaar, zullen in dit land om en bij de 200.000 asielzoekers zijn binnengekomen. Dat is de bevolking van Brugge en Mechelen samen.
Ten derde, Verhofstadt I voerde het lifo-principe in: last in, first out. Dat betekent dat de recentste asielaanvragen eerst werden behandeld. Nieuwe asielzoekers kregen dus vrij snel bericht of zij al dan niet het land moesten verlaten. In bijna 90% van de gevallen gaat het immers niet om politieke vluchtelingen. Met dat laatste zou men nog enigszins akkoord kunnen gaan, als de asielbedriegers ook effectief zouden vertrekken, maar dat doet de meerderheid dus niet. Omdat de linkse regering nu al jarenlang weigert een actief opsporingsbeleid te voeren, blijven er tienduizenden van hen in onze steden rondhangen als mensen zonder papieren.
Translated text
Mr. Speaker, before going into the two drafts presented, I would like to outline the situation as it has grown in recent years and which led, colleagues, that the notion of “illegal residence” under pairs almost completely disappeared from Belgian legislation. Their
Let me go back to history. In 1999, one of the first major announcements from Verhofstadt I was that there would be a massive regularization campaign. Purple green gave more than 50,000 illegals — the people without papers, as they so euphemistically describe it — the chance to get papers anyway. The majority of illegal foreigners were granted a residence permit in the following years. However, we can not know exactly how many there were, because not all the files have yet been handled. We are probably around 40,000 now. Their
However, there is more. The regularization campaign announced in 1999 generated a giant suction effect, bringing a record number of asylum seekers to our country. In 1999, there was already an increase to 36,000, coming from 22,000 the year before. Then came the year 2000 with no less than 42,000 asylum applications. Their
The government today shows that the numbers have decreased in recent years, but that is of course not difficult, if one first triggered a tsunami of asylum seekers. Between the end of the reign period – Verhofstadt I – Verhofstadt II, from 1999 to the beginning of next year, around 200,000 asylum seekers will have entered this country. That is the population of Bruges and Mechelen together.
Third, Verhofstadt I introduced the lifo principle: last in, first out. This means that the most recent asylum applications were processed first. As a result, new asylum seekers were quickly informed whether or not they had to leave the country. Nearly 90% of the cases are not political refugees. With the latter one could still agree somewhat, if the asylum fraudsters would also effectively leave, but that is not the majority. Since the leftist government has refused to conduct an active search policy for years now, tens of thousands of them continue to hang around in our cities as people without papers.
#35
Official text
Als u gelijk zou hebben, wat is dan uw oplossing?
Translated text
If you are right, what is your solution?
#36
Official text
Voor het asielprobleem? Waarde collega, constructief als wij zijn, geven wij eerst kritiek en naderhand geven wij ons voorstel van beleid inzake asiel.
Translated text
The asylum problem? Dear colleague, constructive as we are, we first criticize and then we propose our policy on asylum.
#37
Official text
De heer De Man zal het ons vertellen.
Translated text
The man will tell us.
#38
Official text
Ik zal het zeker vertellen, mijnheer de voorzitter. Niemand zal mij tegenhouden.
Als u nog even kunt wachten, mijnheer Cortois, dan wordt u op uw wenken bediend.
Ten vierde, het lifo-principe betekende ook dat de oudere asielaanvragen jarenlang bleven liggen. Met andere woorden, er was een nieuwe lichting te regulariseren vreemdelingen in de maak. Wat zien wij inderdaad? Veel van die vreemdelingen krijgen momenteel van Verhofstadt II een regularisatie, nota bene omdat zij te lang moesten wachten op een beslissing. U moet het maar doen, mijnheer Dewael. De regering blijft in gebreke. De illegalen worden beloond en de bevolking is de pineut. U geeft als minister van Binnenlandse Zaken tegenwoordig automatisch een verblijfsvergunning als het asieldossier vier jaar oud is, wat jullie fout is. U geeft hun een verblijfvergunning, zelfs na drie jaar, als de asielzoeker of asielzoekster een kind heeft.
Steeds vaker raken trouwens gevallen bekend van vrouwen die zich opzettelijk zwanger laten maken om een verblijfsvergunning te bekomen. Collega's, dat is met zoveel woorden gezegd door de voorzitter van het Antwerpse OCMW. Volgens de statistieken van Kind en Gezin werden vorig jaar, alleen al in Vlaanderen 1.220 kinderen geboren bij moeders zonder papieren. Men mag aannemen dat het in Brussel en Wallonië zeker niet minder is.
Men kan dus niet anders dan tot de volgende conclusie komen: het zo bejubelde lifo-principe werd omgebogen tot het fino-principe, first in never out. Als het asieldossier lang genoeg aansleept, moet men het land niet meer verlaten.
Dat is nog niet alles. Ook wie geen of nooit asiel aanvroeg, kan al dan niet via een kerkbezetting op een menselijke geste van Dewael rekenen. Begin juli meldden verschillende kranten hoe hij ook gretig regularisaties toekende aan illegalen die niet eens een regularisatieaanvraag hadden ingediend. Volgens zijn woordvoerder, Jo Deroo, nog zo'n links-liberaal, komt een kerkbezetting neer op een impliciete aanvraag. Geef toe, mijnheer Dewael, dat het werkelijk een daad van groot humanisme is als u al verblijfsvergunningen geeft terwijl de persoon in kwestie er niet eens om vraagt.
Translated text
I will tell you, Mr. President. No one will stop me.
If you can wait a moment, Mr. Cortois, you will be served on your hints.
Fourth, the lifo principle also meant that older asylum applications remained behind for years. In other words, there was a new leak to regularize foreigners in making. What do we actually see? Many of those foreigners are currently receiving regularization from Verhofstadt II, nota bene because they had to wait too long for a decision. You have to do it, Mr. Dewael. The government is still in shortfall. The illegals are rewarded and the people are the pineut. As the Minister of Home Affairs, you now automatically issue a residence permit if the asylum file is four years old, which is your fault. You give them a residence permit, even after three years, if the asylum seeker or asylum seeker has a child.
More and more cases of women who deliberately get pregnant in order to obtain a residence permit are becoming known. Colleagues, that has been said with so many words by the Chairman of the Antwerp OCMW. According to the statistics of Child and Family last year, in Flanders alone, 1,220 children were born to mothers without papers. It can be assumed that in Brussels and Wallonia it is ⁇ not less.
Therefore, one can come to the following conclusion: the so glorified lifo principle was turned over to the fine principle, first in never out. If the asylum file lasts long enough, one should no longer leave the country.
That is not all yet. Even those who have never or never applied for asylum can, whether or not through a church occupation, count on a human gesture of Dewael. In early July, several newspapers ⁇ that he was also eagerly granting regularisations to illegal persons who had not even submitted a regularization application. According to his spokesman, Jo Deroo, another such left-liberal, a church occupation comes down to an implicit request. Admit, Mr. Dewael, that it is truly an act of great humanism if you already give residence permits while the person in question does not even ask for them.
#39
Official text
(...).
Translated text
( ... )
#40
Official text
Mijnheer Cortois, ik ga eerst zoals gezegd...
Translated text
Mr. Cortois, I go first as I said...
#41
Official text
(...).
Translated text
( ... )
#42
Official text
Wacht een beetje, mijnheer Cortois.
Translated text
Wait a little, Mr Cortois.
#43
Official text
(...).
Translated text
( ... )
#44
Official text
Het doet wel pijn, mijnheer Cortois, want van uw minister van Binnenlandse Zaken is het volgende de bevolking opgevallen: door toe te geven aan de kerkbezetters is hij de eerste verantwoordelijke geworden voor de tientallen kerkbezettingen van de voorbije maanden. U hebt dat in feite in de hand gewerkt. U hebt toegegeven bij de bezetting van SintBonifacius. Aangemoedigd door de troglodieten van Groen!, Ecolo en een deel van de PS zijn er natuurlijk tientallen kerkbezettingen gevolgd.
Translated text
It hurts, Mr. Cortois, because from your Minister of Home Affairs the population has noticed the following: by surrendering to the church occupants he has become the first responsible for the dozens of church occupations of the past months. You actually worked that hand in hand. You have given in the occupation of SintBonifacius. Encouraged by the troglodites of Green!, Ecolo and part of the PS, dozens of church occupations have naturally followed.
#45
Official text
(...).
Translated text
( ... )
#46
Official text
Een ding is wel duidelijk, mijnheer Cortois: het humanisme van de VLD lijdt niet onder het feit dat er vanuit de Kerk een beroep op wordt gedaan. Dat is waarlijk een grote vooruitgang voor de, zeg maar voorheen, vrijzinnige liberale partij.
Laksheid en toegeeflijkheid troef dus! Ten bewijze: het aantal regularisaties ging onder de huidige minister van Binnenlandse Zaken spectaculair de hoogte in. Vorig jaar waren er 11.630 en dit jaar zal men wellicht uitkomen op zowat 10.000.
Collega's, nogmaals, het gaat hier niet om een Ecolo-minister of om een PS-minister. Het gaat hier wel degelijk om een VLD-minister. De heer Dewael houdt nochtans de kiezers voor dat hij nooit of te nimmer een tweede, massale regularisatie zal doorvoeren. Hij zegt tegen elke journalist die het horen wil — vandaag zal hij dat alleszins niet kunnen, want er is, heel toevallig, geen enkele journalist aanwezig — dat hij alleen individuele gevallen regulariseert.
Mijnheer Dewael, hoe individueel zijn 11.630 gevallen? Het doet mij denken aan de rassenrellen van 2005 in Frankrijk, toen ook in België her en der brand werd gesticht. Volgens uw zeggen werden toen 120 voertuigen individueel in brand gestoken. Ik weet niet of u beseft hoe schijnheilig u op zulke momenten bij de bevolking overkomt.
Translated text
One thing is clear, Mr. Cortois: the humanism of the VLD does not suffer from the fact that there is an appeal from the Church. This is indeed a great progress for the, let us say, liberal liberal party.
Leteness and indulgence thus treacherous! As a proof, the number of regularisations under the current Minister of Internal Affairs was spectacularly high. Last year there were 11,630 and this year it is likely to be around 10,000.
Colleagues, again, this is not about an Ecolo minister or a PS minister. This is a VLD minister. Mr. Dewael, however, assures the voters that he will never or will never carry out a second, mass regularization. He tells every journalist who wants to hear it — today he will not be able to do so at all, because there is, quite by chance, no journalist present — that he only regularizes individual cases.
Mr. Dewael, how individual are 11,630 cases? It reminds me of the racial riots of 2005 in France, when there was a fire in Belgium. At that time, 120 vehicles were individually set on fire. I don’t know if you realize how hypocritical you happen to the population at such moments.
#47
Official text
Vraag dan aan de heer Tastenhoye wat uw groep bezielt. Terwijl u het aantal regularisaties veel te veel vindt, is er voor de heer Tastenhoye alleszins één regularisatie te weinig. Hij vond immers dat zijn geval wel de moeite waard was om te worden geregulariseerd. Leg dat eens uit.
Hij vond dat geval humanitair verantwoord. Er waren immers kinderen en dies meer bij betrokken. Hij was het geval gaan bepleiten bij de minister van Binnenlandse Zaken. Er gebeurde dan een grote fout door de minister van Binnenlandse Zaken. Ik heb immers het geval, mij voorgelegd door het Vlaams Belang, niet geregulariseerd. Mijnheer De Man, probeer dat eens aan elkaar te praten.
Translated text
Then ask Mr. Tastenhoye what inspires your group. While you find the number of regularisations far too many, for Mr. Tastenhoye, one regularization is all too little. After all, he felt that his case was worth it to be regulated. Explain that.
He considered the case humanitarian. There were children and more involved. He went to the Minister of Internal Affairs. There was a big mistake made by the Minister of the Interior. After all, I did not regulate the case, submitted to me by the Flemish Interest. Sir, try to talk to each other.
#48
Official text
Mijnheer de voorzitter, verleent de minister hier tegenwoordig het woord?
Translated text
Does the Minister give the word today?
#49
Official text
U hebt het woord.
Translated text
You have the word.
#50
Official text
Mijnheer Dewael, voor de derde of de vierde keer, onze partij is niet gekant tegen artikel 9.3. (Rumoer)
Translated text
Mr. Dewael, for the third or fourth time, our party is not opposed to Article 9.3. (The Romanian)
#51
Official text
Eigen regularisaties eerst.
Translated text
Your own regulations first.
#52
Official text
Het betoog "Eigen volk eerst" is hier niet echt aan de orde.
Translated text
The argument “Our own people first” is not really concerned here.
#53
Official text
Het is niet alleen de heer Tastenhoye. Ik heb ook nog andere briefwisseling van uw fractie. Ik zal u daarmee te gelegener tijd eens confronteren.
Translated text
It’s not just Mr. Tastenhoye. I also have another letter exchange from your group. I will confront you with this occasionally.
#54
Official text
Mijnheer de voorzitter, waarom wordt de minister nu zenuwachtig, wanneer de heer de Man enkel maar de spectaculaire stijging van zijn regularisatiebeleid aan de kaak stelt?
Translated text
Mr. Speaker, why does the Minister become nervous now, when Mr. Man only denies the spectacular rise of his regularization policy?
#55
Official text
Wij voeren een debat. De heer de Man heeft het woord.
Translated text
We are conducting a debate. The man has the word.
#56
Official text
U moet toch kunnen aanvaarden dat wij zeggen dat artikel 9.3 voor ons eveneens blijft staan en dat de bevoegde minister terzake uitspraken doet. Alleen, voorheen kregen per jaar een paar honderden betrokkenen hun verblijfsvergunning via een beslissing van de minister, precies om humanitaire redenen en op basis van artikel 9.3. Dat paar honderden gevallen is echter de voorbije jaren geklommen van een paar duizend naar 11.630 regularisaties in 2005. Daarvoor is artikel 9.3 niet gemaakt.
Artikel 9, punt 3 is een automatisme geworden. De minister zegt het trouwens zeer duidelijk, mijnheer Cortois. Vanaf vier jaar illegaal verblijf wordt het toegekend of vanaf drie jaar illegaal verblijf als men kinderen heeft. Het principe mag van ons bestaan, maar de massale toepassing...
Translated text
However, you must be able to accept that we say that Article 9.3 remains for us as well and that the competent minister makes decisions on this subject. Only, previously, a few hundred individuals each year were granted their residence permit through a decision of the Minister, precisely for humanitarian reasons and on the basis of Article 9.3. That few hundred cases, however, have risen over the past few years from a few thousand to 11,630 regularisations in 2005. Article 9.3 has not been adopted.
Article 9, paragraph 3, has become an automation. The Minister, by the way, says this very clearly, Mr Cortois. From four years of illegal stay, it is granted or from three years of illegal stay if one has children. The principle may exist from us, but the mass application...
#57
Official text
Mijnheer De Man, de minister vraagt het woord.
Translated text
The Minister asks for the word.
#58
Official text
Ik verwijs naar het geval van de heer Tastenhoye. Hij heeft het openlijk bepleit, maar anderen van uw fractie doen dat in brieven ook. Het gaat telkenmale over de toepassing van artikel 9, punt 3. Het gaat telkenmale over mensen die volgens de briefschrijver te lang in de procedure gezeten hebben waardoor hun kinderen hier schoollopen, perfect geïntegreerd zijn, Nederlands spreken enzovoort. Dat zijn precies de criteria die ik gebruik, alleen gaat het natuurlijk wel over meer mensen dan diegenen die opgeraapt worden door uw fractie. Ik zal niet zeggen dat ik honderden brieven krijg, maar ze verwijzen alleszins naar de criteria die ik bepleit heb in de commissie. Als men drie of vier jaar in een procedure heeft gezeten en de asielinstanties geven geen antwoord, dan moet men op individuele basis, als er geen probleem is met de openbare orde, een regularisatie overwegen. Dat is precies de conclusie die ik in elke brief lees die uitgaat van uw fractie.
Translated text
I refer to the case of Mr. Tastenhoye. He has openly advocated it, but others in your group do so in letters as well. It is telkenmale about the application of Article 9, paragraph 3. It is about people who, according to the letter writer, have been in the procedure for too long so that their children go to school here, are perfectly integrated, speak Dutch and so on. That’s exactly the criteria I use, but of course it’s about more people than those picked up by your group. I will not say I get hundreds of letters, but they all refer to the criteria I have advocated in the committee. If a person has been in a procedure for three or four years and the asylum authorities do not respond, then on an individual basis, if there are no problems with public order, a regularization should be considered. That is exactly the conclusion I read in every letter that comes out of your group.
#59
Official text
Het is toch ongehoord dat deze regering en de vorige regering de achterstand organiseren, jarenlang de dossiers laten liggen en dan zeggen dat ze een fout hebben begaan en dat ze dus automatisch — vorig jaar 11.630 mensen — regulariseren. Dat hebt u ervan gemaakt. U hebt er een karikatuur van gemaakt. Artikel 9, punt 3 is voor schrijnende, humanitaire gevallen. Nogmaals, wij hebben daar geen probleem mee, maar als u de zaken laat aanrotten waardoor u meer dan 10.000 illegalen per jaar moet regulariseren, wat is dan in feite nog de notie van illegaal verblijf in dit land? Die bestaat blijkbaar niet meer.
Translated text
It is nevertheless unheard that this government and the previous government organize the backwardness, for years leave the files behind and then say that they have made a mistake and that they thus automatically — last year 11,630 people — regularize. You have made it. You made a caricature. Article 9, paragraph 3, is for urgent, humanitarian cases. Again, we don’t have a problem with that, but if you let things rotten and you have to regularize more than 10,000 illegal persons a year, what is actually the notion of illegally staying in this country? It apparently no longer exists.
#60
Official text
Als de overheid in dit land er niet in slaagt... Het dossier van de asielzoekers, mijnheer Cortois, is nu toch al ongeveer vijftien jaar aan de orde, want dat cijfer is begin jaren negentig beginnen oplopen. Na vijftien jaar komen we eindelijk tot de conclusie dat al die asielzoekers die jarenlang blijven zitten in de procedure, massaal verblijfsvergunningen worden toegekend en binnenkort ook allemaal nouveaux Belges worden. Dat weet u toch ook. Dat is de les die we moeten trekken uit vijftien jaar wanbeleid.
Translated text
If the government in this country fails... The file of the asylum seekers, Mr. Cortois, has been discussed for about fifteen years now, because that number is beginning to rise in the early 1990s. After fifteen years, we finally come to the conclusion that all those asylum seekers who remain in the procedure for years are granted mass residence permits and soon all become new Belgians. You know that too. This is the lesson we have to learn from fifteen years of mispolicy.
#61
Official text
Mijnheer De Man, de heer Bex wil interveniëren.
Translated text
Mr. De Man, Mr. Bex wants to intervene.
#62
Official text
De heer De Man gaat er nu vanuit dat een nieuwe minister van Binnenlandse Zaken tabula rasa kan maken en geen rekening moet houden met de fouten uit het verleden. Ik ben zelf even verontwaardigd dat die asielaanvragen zolang hebben aangesleept.
Translated text
Mr. De Man now assumes that a new Interior Minister can make tabula rasa and must not take into account the mistakes of the past. I am just as upset that these asylum applications have been drawn up for so long.
#63
Official text
Daarvoor is uw partij mee verantwoordelijk.
Translated text
Your party is responsible for this.
#64
Official text
Ten eerste zat mijn partij in de vorige legislatuur niet in de meerderheid, maar daarover gaat het nu zelfs niet. Mijnheer De Man, u zult er uw geschiedenisboekjes nog even moeten op nalezen. Tijdens de vorige legislatuur maakte mijn partij geen deel uit van de federale meerderheid.
Translated text
First, my party did not have a majority in the previous legislature, but this is not even the matter now. Mr. De Man, you will have to read your history books for a moment. During the previous legislature, my party did not form part of the federal majority.
#65
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#66
Official text
Men speelt het hier blijkbaar graag formalistisch. Ik kan alleen maar herhalen dat mijn partij tijdens de vorige legislatuur niet in de federale meerderheid zat en dat ik een aantal weken geleden een feestje heb gegeven ter gelegenheid van mijn dertigste verjaardag. U kunt dus misschien zeggen dat ik mee verantwoordelijk ben. Ik denk niet dat iemand die minister van Binnenlandse Zaken wordt, bijvoorbeeld verantwoordelijk kan worden gesteld voor een probleem dat is ontstaan op een ogenblik dat hij nog niet aan de macht was.
Mijnheer De Man, mijn vraag is heel simpel. U zegt dat u de vraag om regularisatie van de heer Tastenhoye terecht vindt. Stel dat u minister van Binnenlandse Zaken zou worden - wat hopelijk niet gebeurt - en u wordt geconfronteerd met die last van het verleden. Hoe zult u dat dan oplossen? Zult u durven zeggen dat u wordt geconfronteerd met een probleem uit het verleden - zoals dat altijd gebeurt wanneer men aan de macht komt - en dat u in de gegeven omstandigheden die 10.000 mensen die te lang hebben moeten wachten op een antwoord in verband met hun asielaanvraag, uit humanitaire overwegingen zult regulariseren?
Ik begrijp dat wanneer de heer Tastenhoye u een brief zou schrijven, u die individuele persoon wel zou regulariseren. Zou u durven zeggen dat voor iedereen dezelfde wetten gelden, dat iemand die zo lang heeft moeten wachten op een antwoord moet worden geregulariseerd en dat dit voor iedereen moet gebeuren?
Translated text
They seem to like to be formalistic. I can only repeat that my party was not in the federal majority during the previous legislature and that I gave a party a few weeks ago on the occasion of my 30th birthday. You may say that I am responsible. I do not think that someone who becomes Minister of Home Affairs, for example, can be held responsible for a problem that arose at a time when he was not yet in power.
Mr. De Man, my question is very simple. You say that you are right with Mr. Tastenhoye’s question of regularization. Suppose you would become Minister of Home Affairs – which hopefully won’t happen – and you’re facing that burden of the past. How will you resolve that? Will you dare to say that you are facing a problem from the past – as it always happens when one comes to power – and that you will regularize in the given circumstances that 10,000 people who have had to wait too long for a response in connection with their asylum application, for humanitarian considerations?
I understand that if Mr. Tastenhoye would write you a letter, you would regularize that individual person. Would you dare to say that the same laws apply to everyone, that someone who has had to wait so long for an answer must be regulated and that this must happen to everyone?
#67
Official text
Collega's, ik had mij blijkbaar beter gericht tot mevrouw Douifi. Zij is jarenlang de rechterhand - of de linkerhand - van de heer Vande Lanotte, toenmalig minister van Binnenlandse Zaken, geweest. Ik had mij tot haar moeten richten en niet tot de splinterpartij spirit, waarvoor mijn excuses, mijnheer Bex.
Ik blijf u zeggen dat wij de toepassing van artikel 9, 3. helemaal niet in vraag stellen. Wij zeggen alleen dat men er door een wanbeleid toe komt dit als ultiem middel te gebruiken om de tienduizenden illegalen die hier verblijven een verblijfsvergunning te verlenen en hen bovendien op de lange duur nog de nationaliteit cadeau doen. Dat vinden wij te ver gaan.
U zult toch niet ontkennen dat de voorbije jaren door deze meerderheid heel wat regularisaties en naturalisaties werden doorgedrukt die op zijn minst vragen doen rijzen. Ik zal de namen van de terroristen en de mensenhandelaars die hier gepasseerd zijn niet noemen, maar u zou eerlijk gezegd beter een toontje lager zingen wat dat betreft.
Er zal natuurlijk een aantal van die mensen gerepatrieerd worden. Mijnheer Cortois, het feit is dat er meer geregulariseerd wordt dan gerepatrieerd. De regularisatie is de regel geworden en repatriëring is de uitzondering geworden. Dat is nu het geval. De cijfers bewijzen dat, mijnheer Dewael. U regulariseert meer illegale vreemdelingen of asielzoekers dan dat u er repatrieert. Dat is de absolute waarheid.
Translated text
Colleagues, I had apparently better focused on Mrs. Douifi. For years, she has been the right hand – or the left hand – of Mr. Vande Lanotte, then Minister of Interior. I should have turned to her and not to the split-party spirit, for which I apologize, Mr. Bex.
I continue to tell you that we are applying Article 9, 3. No questioning at all. We only say that through a bad policy one comes to use this as the ultimate means to grant a residence permit to the tens of thousands of illegal residents who reside here and in addition, in the long run, still give them the nationality. We think that goes too far.
You will not deny, however, that in recent years this majority has pressed through many regularizations and naturalizations, which at least raise questions. I will not name the names of the terrorists and human traffickers who have passed here, but honestly you would rather sing a little lower in this regard.
Certainly, some of those people will be repatriated. Mr. Cortois, the fact is that there is more regulation than repatriation. Regularization has become the rule and repatriation has become the exception. This is now the case. The figures prove that, Mr. Dewael. You regularize more illegal foreigners or asylum seekers than you repatriate there. That is the absolute truth.
#68
Official text
Ik heb cijfers gegeven in de commissie.
U moet nu eens antwoorden op de vraag van de heer Bex. Als het criterium van de heer Tastenhoye een criterium is van een onredelijke lange procedure die maakt dat mensen geïntegreerd zijn, wat zou u doen als u zou moeten beslissen? Zou u iedereen nemen die objectief aan dat criterium beantwoordt? Of zou u alleen maar degenen nemen die u worden aanbevolen door uw eigen fractie? Als er een brief bij is van het Vlaams Belang, komen ze in aanmerking en anders misschien niet.
Of zou u zeggen dat drie tot vier jaar een objectief criterium is? Als u tot de vaststelling komt dat daaraan dan duizenden mensen beantwoorden, gaat u daarin nog eens een schifting doorvoeren? U bent immers niet tegen het principe van regularisatie. U bent voor een bepaald criterium.
Translated text
I gave figures in the committee. Their
Now you have to answer Mr. Bex’s question. If Mr. Tastenhoye’s criterion is a criterion of an unreasonably long procedure that makes people integrated, what would you do if you had to decide? Would you take anyone who objectively meets that criterion? Or would you just take those that are recommended to you by your own faction? If there is a letter attached from the Flemish Interest, they are eligible and otherwise may not. Their
Or would you say that three to four years is an objective criterion? If you come to the conclusion that thousands of people respond to it, will you carry out another shipment in it? You are not opposed to the principle of regularization. You are for a certain criterion.
#69
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#70
Official text
Mijnheer Annemans, is dat geen criterium? Dan kan ik u toch brieven tonen waaruit blijkt dat volgens leden van uw fractie dat wel een criterium is. Zij wijzen daar immers op. Zij zeggen dat die mensen reeds zo lang in België zijn, nog in een asielprocedure zitten die veel te lang heeft geduurd en dat de kinderen hier naar school gaan. Zij vragen om die mensen alstublieft in aanmerking te nemen voor regularisatie. Het zijn leden van uw fractie die dat doen.
Translated text
Mr Annemans, is that not a criterion? Then I can show you letters showing that according to members of your group that is a criterion. They point out that. They say that these people have been in Belgium for so long, are still in an asylum procedure that has taken too long and that the children here go to school. They ask that those people please be considered for regularization. It is members of your group who do that.
#71
Official text
Mijnheer Annemans, vraagt u het woord?
Translated text
Mr Annemans, do you ask for the word?
#72
Official text
(...), dan sprak hij niet namens het Vlaams Belang. Zo simpel is het.
Translated text
(...), then he did not speak on behalf of the Flemish Interest. So simple is it.
#73
Official text
Dan zal ik u de komende weken wel eens met een aantal andere dingen confronteren.
Translated text
Then I will confront you with a few other things in the coming weeks.
#74
Official text
Ik heb graag dat u boven de tafel discussieert en niet eronder.
Het criterium hier lang verblijven is voor het Vlaams Belang geen criterium om te regulariseren en voor de VLD wel. Zo simpel is het.
Wat wij ermee doen, is wat de VLD beloofde in 2000 ermee te zullen doen, net hetzelfde. Er is een verschil tussen de VLD van vroeger en de VLD van nu, maar er is geen verschil tussen het Vlaams Blok toen op dat moment en het Vlaams Belang nu.
Translated text
I would like you to discuss above the table and not below it. Their
The criterion of a long stay here is not a criterion for regularization for the Flemish Belang and for the VLD. So simple is it.
What we do with it is what the VLD promised to do with it in 2000, just the same. There is a difference between the VLD of the past and the VLD of today, but there is no difference between the Vlaams Blok then and the Vlaams Belang now.
#75
Official text
Mijnheer Cortois en anderen van de meerderheid, u probeert nu iets te ontlokken aan het Vlaams Belang. U vraagt welke criteria het Vlaams Belang zou hanteren als het Binnenlandse Zaken in handen zou hebben, wat wij hopen van niet? Dat is een duidelijke vraag die gesteld wordt. Welnu, het antwoord is gegeven door de minister zelf. Hij zegt dat hij de criteria niet kan vastleggen, dat hij weigert de criteria vast te leggen.
Translated text
Mr. Cortois and others of the majority, you are now trying to provoke something to the Flemish Interest. You ask what criteria the Flemish Interest would use if it had Internal Affairs in its hands, which we hope of not? This is a clear question that is being asked. The answer was given by the Minister himself. He says that he cannot set the criteria, that he refuses to set the criteria.
#76
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#77
Official text
Toch wel, mijnheer de minister, want u zei: "Ik kan niet alle gevallen vatten in teksten." U verlangt wel van ons dat wij hier plots teksten voorleggen en zus en zo zeggen. Dat kan gewoon niet. Men moet dus inderdaad de discretionaire bevoegdheid van de minister, wat dat betreft, laten.
Translated text
However, Mr. Minister, because you said, "I can't include all cases in texts." You want us to submit texts here suddenly and say sister and so on. It simply cannot. Therefore, the discretionary power of the Minister in this regard must be abandoned.
#78
Official text
Nee, u hebt niet geluisterd in de commissievergadering. Ik heb gezegd dat er drie categorieën zijn, en op termijn zullen die herleid worden tot nog een categorie, zijnde de humanitaire gevallen. Die gevallen zijn zeer moeilijk, zo niet onmogelijk te omschrijven.
Translated text
No, you did not listen at the committee meeting. I have said that there are three categories, and in the future they will be reduced to another category, which is the humanitarian cases. These cases are very difficult, if not impossible to describe.
#79
Official text
Precies wat ik zeg.
Translated text
Exactly what I say.
#80
Official text
Maar ik heb ten tweede ook gesproken over de zieken. Zij worden apart geregeld in het nieuwe ontwerp.
Ten derde heb ik ook gesproken over een categorie van mensen die onredelijk lang in een procedure hebben gezeten wegens het op een bepaald moment vastlopen van de asielinstanties. U zegt nu dat dit criterium het uwe niet is. De heer Annemans zegt dat het Vlaams Belang dat criterium verwerpt. Ik zeg alleen maar dat leden van uw fractie mij daar regelmatig op wijzen, en vragen daarvoor begrip te hebben. Dus: "Luister naar mijn woorden en kijk niet naar mijn daden". U draagt geen verantwoordelijkheid — ik hoop dat het zo zal blijven —, maar zelfs zonder verantwoordelijkheid te dragen, bent u eigenlijk al zo tweeslachtig als het maar kan.
Translated text
I also talked about the sick. They are arranged separately in the new design.
Third, I also talked about a category of people who have been in a procedure for an unreasonable length due to the seizure of the asylum authorities at some point. You now say that this criterion is not yours. Mr Annemans says that the Flemish Belang rejects that criterion. I only say that members of your group regularly point to me, and ask for understanding. “Listen to my words and do not look at my deeds.” You have no responsibility — I hope it will remain — but even without taking responsibility, you are already as bi-sexual as it can.
#81
Official text
Mijnheer Dewael, het getuigt van kwaadwillendheid als u niet wil aanvaarden dat wij zeggen dat artikel 9, 3de kan worden toegepast. Daarmee hebben wij geen probleem. Indertijd hadden we er al geen probleem mee, toen het over honderden gevallen per jaar ging.
Wij hebben er wel een probleem mee als, zoals u nu zelf zegt, er een automatisme ontstaat in de groep van mensen die hier lange tijd blijven, die in een procedure zitten die eigenlijk door jullie fout zo lang blijft duren. Daarmee hebben wij inderdaad wel een probleem. Collega Annemans heeft 100% gelijk dat het zich onttrekken aan een aantal zaken of het rekken van een procedure natuurlijk geen toegangskaartje kan bieden om hier geregulariseerd te worden. Dat is nogal wiedes. De duurtijd van de asielprocedure kan dus nooit een argument zijn. Wel kan de humanitaire reden een argument zijn, de categorie waarover u het hebt. Over humanitaire redenen kan er inderdaad nooit een tekst worden opgesteld, want al die redenen kunnen onmogelijk gevat worden in een tekst.
Dus, nogmaals, de humanitaire redenen blijven voor ons staan. Men kan hier lange tijd verblijven, omdat men bijvoorbeeld de procedure rekt. U weet ook dat die advocaten die procedure zo lang mogelijk rekken.
Translated text
Mr Dewael, it testifies to ill-intention if you do not want to accept that we say that Article 9, 3d can be applied. With this we have no problem. At the time we had no problem with it, when it was about hundreds of cases per year.
We have a problem with it if, as you now say yourself, there is an automation in the group of people who stay here for a long time, who are in a procedure that actually, by your mistake, continues to last so long. In fact, we have a problem with this. Collega Annemans is 100% right that escaping from a number of matters or extending a procedure, of course, can not provide an entry card to be regulated here. That is pretty widespread. The duration of the asylum procedure can therefore never be an argument. However, the humanitarian reason can be an argument, the category you are talking about. For humanitarian reasons, indeed, a text can never be drafted, because all those reasons can be impossible to be contained in a text.
So, again, the humanitarian reasons remain ahead of us. One can stay here for a long time, because one stretches the procedure, for example. You also know that those lawyers will extend this procedure as long as possible.
#82
Official text
Nu gaan we er misschien komen. De humanitaire redenen, zoals mevrouw Douifi zegt, hebben daarmee niets te maken.
Ik spreek over die onredelijk lange duurtijd. Ik treed u bij in die zin dat als het gaat om mensen die zelf aan de basis liggen van de volgehouden illegaliteit daaruit, op een bepaald ogenblik, geen rechten kunnen worden gepuurd.
Translated text
Now we may come there. The humanitarian reasons, as Ms. Douifi says, have nothing to do with this.
I am talking about that unreasonably long duration. I contribute to you in the sense that when it comes to people who are themselves at the basis of the persistent illegality therefrom, at a given moment, no rights can be purified.
#83
Official text
Juist.
Translated text
and right.
#84
Official text
Maar als het de overheid is die niet bij machte is om de 42.000 tot 43.000 aanvragen ...
Translated text
But if it is the government that is unable to handle the 42,000 to 43,000 applications ...
#85
Official text
... die u zelf hebt gegenereerd ...
Translated text
... ... Which you have created yourself...
#86
Official text
... op een redelijke tijdspanne de af te werken, daarover zegt u dat u dat verwerpt. De overheid had dat volgens u maar niet moeten laten gebeuren. Ik stel vast dat er aantallen, groepen van mensen zijn die te lang op een uitspraak hebben moeten wachten. Daar is de overheid in de fout gegaan. De mensen gaan niet in de fout, maar de overheid.
Translated text
... ... in a reasonable period of time to finish the work, about which you say you reject it. The government should not have allowed that to happen. I note that there are numbers, groups of people who have had to wait too long for a judgment. This is where the government is mistaken. It is not the people who are wrong, but the government.
#87
Official text
Dat is Verhofstadt I.
Translated text
This is Verhofstadt I.
#88
Official text
Voor die gevallen zeggen wij dat we er iets voor moeten doen. Daarvoor is er ook een draagvlak. Dat zien we in de wijken, in de buurten, in de gemeenten. Er komen mensen met petities. Ze zeggen dat het om geïntegreerde mensen gaan die geen gevaar vormen voor de openbare orde. Zij willen overigens werken.
Mijnheer De Man, u zegt nu heel duidelijk: njet. Dat is uw officieel partijstandpunt. Degenen die dan toch iets willen doen voor hun achterban, schrijven dan wel eens briefjes naar de minister naar Binnenlandse Zaken, die echter niet mogen bovenkomen.
Translated text
In these cases, we say we need to do something about it. There is also a support for this. We see this in the neighborhoods, in the neighborhoods, in the municipalities. People come with petitions. They say they are integrated people who do not pose a threat to public order. In addition, they want to work.
Mr. De Man, you say very clearly: NET. That is your official party position. Those who then want to do something for their backbone, write letters to the Minister for Home Affairs, which, however, should not overcome.
#89
Official text
Goed, dus als men de wachtende en de afgewezen asielzoekers optelt, dan gaat het om zo'n 50.000 vreemdelingen die momenteel een beroep doen op de regularisatie zoals bepaald in artikel 9, 3 van de vreemdelingenwet. Luidens de verklaringen van de minister gaat het immers om 25.400 dossiers, die gemiddeld betrekking hebben op twee personen. Dus grosso modo zitten er 50.000 in de pijplijn, mijnheer Dewael. U houdt dat natuurlijk deskundig uit de pers, maar we zullen toch proberen om dat zoveel mogelijk aan de bevolking mee te delen.
De tweede grootscheepse campagne voor de regularisatie is dus in feite volop bezig, collega's. De regering probeert dat echter te verbergen, zeker de VLD, die weet dat de blauwe kiezer dat niet lust. Dewael doet stiekem voort, Dewael blijft massaal regulariseren. We hebben de VLD de voorbije zes à zeven jaar al vaak door de knieën zien gaan en de PS is door de recente golf van schandalen toch enigszins aangeslagen. Hoewel de PS niet meer zoals vroeger de regering met een vingerknipje van de heer Di Rupo kan doen vallen, blijft de VLD volharden in de slaafse houding, die eigenlijk al sinds Verhofstadt I bestaat. Mijnheer Dewael, ik zeg het u: er is bijna een moord gebeurd in uw partij inzake de vreemdelingenwetgeving, hohoho. Er is een koningsdrama geweest tussen De Gucht en Verhofstadt, hohoho. Ik vind hier toch niets uit, hohoho. Waarom hebt u het vreemdelingenstemrecht in uw nek gekregen? Omdat u met de PS in bed kruipt. Daarom is er een koningsdrama geweest, daarom bent u zoveel stemmen verloren en daarom zult u volgend jaar nog eens zoveel stemmen verliezen, mijnheer Cortois. U moet maar leren de rug te rechten, mijnheer Dewael, anders krijgt u natuurlijk van het leer.
Translated text
Well, so if you count the waiting and the rejected asylum seekers, it is about 50,000 foreigners who are currently applying for regularization as provided in article 9, 3 of the Foreigners Act. According to the ministry’s statements, there are 25,400 files, which on average involve two persons. So grosso modo there are 50,000 in the pipeline, Mr. Dewael. You, of course, think this expertly from the press, but we will still try to communicate that to the public as much as possible.
The second large-scale campaign for regularization is therefore in fact full of work, colleagues. However, the government is trying to hide that, especially the VLD, who knows that the blue voter does not like that. Dewael continues secretly, Dewael continues to massively regularise. We have seen the VLD go through the knees many times in the last six to seven years and the PS has been slightly hit by the recent wave of scandals. Although the PS can no longer, as in the past, bring down the government with a finger-knip of Mr. Di Rupo, the VLD continues to persist in the slave attitude, which has actually existed since Verhofstadt I. Mr. Dewael, I tell you: there has been almost a murder in your party on foreign law, hohoho. There has been a king drama between De Gucht and Verhofstadt, hohoho. I don’t think anything about it, hohoho. Why did you get the foreign voting right in your neck? Because you are crawling in bed with the PS. That’s why there has been a king drama, that’s why you have lost so many votes and that’s why you will lose so many more votes next year, Mr. Cortois. You just have to learn to straighten your back, Mr. Dewael, otherwise you will, of course, get the lesson.
#90
Official text
...toch wel eens duidelijk zeggen.
Translated text
Sometimes to say clearly.
#91
Official text
Wel, het scheelde niet veel. De Gucht werd werkelijk gedefenestreerd in verband met die zaak.
Translated text
Well, it didn’t shake much. The Gucht was really defenestrated in connection with this case.
#92
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#93
Official text
Dat is toch wel de omkering van alle werkelijkheid. Er is dus een eerste minister, die zijn partijvoorzitter eruitstampt en zegt dat hij zelf ook nog eens voorzitter wordt van de VLD. En dan zijn wij de mannen die met messen rondlopen, komaan.
Translated text
This is the reversal of all reality. There is therefore a prime minister, who outstamps his party chairman and says that he himself will again become president of the VLD. And then we are the men who run around with knives, coman.
#94
Official text
(...) moeten de mond houden. Dat is de lijn. Er zijn er twee of drie die mogen spreken en naar de debatten gaan. De tweede, derde en vierde rij moeten zwijgen. Nadien...
Translated text
[...] You must keep your mouth. That is the line. There are two or three who can speak and go to the debates. The second, third and fourth rows should be silent. Then ...
#95
Official text
Zie mij hier staan.
Translated text
See me standing here.
#96
Official text
Mevrouw, misschien zou u best kunnen zwijgen. Als u de micro voor uw mond of voor uw neus krijgt, weet u, ten eerste, niet wat u moet zeggen. Als u dan toch iets zegt, dan zegt u dat u de heer Dewinter eens zult gaan vragen wat u mag zeggen.
Translated text
Maybe you might be able to keep silent. If you get the microphone before your mouth or before your nose, you, in the first place, do not know what to say. If you say anything, you say that you will ask Mr. Dewinter what you can say.
#97
Official text
Mijnheer Dewael, dat pik ik niet. Het was een dossier dat precies door de heer Dewinter behartigd werd in onze partij.
Wat moet je dan in hemelsnaam anders antwoorden? Komaan!
Translated text
Mr. Dewael, I don’t get that. It was a dossier that was represented precisely by Mr. Dewinter in our party.
What else do you have to answer in God’s name? Come to!
#98
Official text
"Kom eens terug met uw micro, ik moet eerst eens bellen naar de heer Dewinter om te weten wat ik mag zeggen."
Translated text
"Come back with your microphone, I must first call Mr. Dewinter to know what I can say."
#99
Official text
Dat is niet waar.
Translated text
That is not true.
#100
Official text
Leve de vrijheid van meningsuiting!
Translated text
Long live the freedom of expression!
#101
Official text
Als het om een dossier gaat waar Dewinter zich mee bezighoudt, kunt u toch onmogelijk verlangen dat zij iets anders zegt dan: "Dewinter kent dat dossier het best van al". Wat is dat nu voor iets? Ik zie daar niet meteen een probleem in.
Translated text
If it’s a file that Dewinter is dealing with, you can’t expect her to say anything other than, “Dewinter knows that file best of all.” What is this now for something? I do not immediately see a problem.
#102
Official text
Er is nog een aspect dat niet onbesproken mag blijven en dat gaat over de vele tienduizenden illegalen die niet alleen geregulariseerd worden, maar op vrij korte termijn ook nog eens worden genaturaliseerd tot `nouveaux Belges'. Heel wat geregulariseerden uit de periode-Duquesne kregen en krijgen momenteel de Belgische nationaliteit via de snel-Belg-wet, wat dan natuurlijk weer recht geeft op alle sociale voordelen en op het politiek stemrecht, iets waar de Franstalige — mijnheer Cortois — en de linkse partijen groot voordeel mee doen bij de verkiezingen. De VLD staat er alweer bij en kijkt ernaar. Ooit stelde een VLD-minister van Justitie dat het moest gedaan zijn om met de Belgische identiteitskaarten te gooien, maar die witte ridder van toen moest wat dat betreft natuurlijk in het zand bijten.
Ik vraag me trouwens het volgende af. Minister Dewael, u die in het kernkabinet zit en vice-eerste minister bent, waar blijft de herziening van de snel-Belg-wet? Waar blijft de herziening van die schandelijke wet? Uw collega Onkelinx belooft nu al bijna een jaar aan het Parlement om met een ontwerp te komen. U bevestigt dat. Welnu, waar blijft de aanpassing van de snel-Belg-wet? Of moet u wat dat betreft misschien ook nog eens uw broek laten zakken? Collega's, het zal in ieder geval niet meer voor het reces gebeuren. In ieder geval komt de snel-Belg-wet niet meer voor het reces. De PS houdt de VLD aan het lijntje, maar nogmaals, voor de VLD is dat blijkbaar geen probleem.
Ondertussen pronkt deze minister dus met twee ontwerpen. Hij zegt dat de asielprocedure zal worden ingekort, hetgeen nog te bezien valt, nietwaar? Hij zegt ook dat gezinshereniging zal worden bemoeilijkt, wat dus in zeer beperkte mate klopt en dat de Raad van State niet langer zal kreunen onder de tienduizenden vreemdelingendossiers.
Wat dat laatste betreft mogen we nu al stellen dat de Raad van State het volstrekt oneens is met de optimistische visie van de minister. Tijdens de hoorzittingen spraken twee topmagistraten van de Raad van State hun ergernis uit over de hervorming. Ik citeer: "Het zal nog 10 tot 14 jaar duren om de diverse achterstanden weg te werken." De Raad van State zegt voorts: "Wij willen geen halve maatregelen, maar wel een schoktherapie." Inzake de zoveel besproken filter sprak men van "une passoire" en men zei indringend op het einde: "Je vous exhorte de remédier à ce flot insurmontable".
Dat zegt de topman van de Raad van State. Eerlijk gezegd — in het Frans zegt men het zo — excusez du peu! Als men dat moet horen van die topmagistraat.
Het enige antwoord dat de minister kon verzinnen was het volgende. Ik citeer u: "De korpsoversten van de Raad van State moeten hun medewerkers maar een beetje harder en een beetje beter laten werken".
Translated text
There is another aspect that cannot be left untold and that is about the many tens of thousands of illegals who are not only regulated, but in a relatively short term also again naturalized into 'nouveaux Belges'. A lot of regulated persons from the Duquesne period received and currently receive Belgian nationality through the fast-Belg Act, which then naturally again gives right to all social benefits and to the political voting right, something that the French speaking — Mr. Cortois — and the leftist parties make great advantage with in the elections. The VLD stands up again and looks at it. Once, a VLD Minister of Justice stated that it had to be done to throw with the Belgian identity cards, but that white knight of the time had to bite in the sand in that respect of course.
By the way, I ask myself the following. Minister Dewael, you who are in the nuclear cabinet and vice prime minister, where is the revision of the rapid-Belg-law? Where is the revision of this shameful law? Your colleague Onkelinx has been promising to Parliament to come up with a draft for almost a year now. You confirm that. Where is the amendment of the rapid-Belgic law? Or maybe you should drop your pants again? In any case, this will not happen before the recession. In any case, the rapid-Belg-law no longer comes for the recess. The PS keeps the VLD on the line, but again, for the VLD that is apparently no problem.
In the meantime, this minister presents two drafts. He says that the asylum procedure will be shortened, which is still to be seen, right? He also says that family reunification will be complicated, which is thus in very limited degree true, and that the State Council will no longer curl among the tens of thousands of foreign file files.
With regard to the latter, we can already say that the Council of State completely disagrees with the optimistic vision of the Minister. During the hearings, two top judges of the State Council expressed their outrage over the reform. I quote: "It will take another 10 to 14 years to remove the various lags." The State Council further says: "We do not want half measures, but rather a shock therapy." Regarding the so many discussed filters, they spoke of "une passoire" and they said intrusively at the end: "Je vous exhorte de remédier à ce flot insurmontable".
This is stated by the head of the State Council. In French, it is said, excusez du peu! If you have to hear that from the Supreme Court.
The only answer the minister could come up with was the following. I quote you: "The Corps Chiefs of the State Council should only let their employees work a little harder and a little better."
#103
Official text
Bent u het daar niet mee eens?
Translated text
Do you not agree with this?
#104
Official text
Ja, maar als men verdorie...
Translated text
Yes, but if one is fucking...
#105
Official text
Daar zou ik uw mening eens over willen horen. Nu neemt u de Raad van State in bescherming. Ik wacht nog altijd de dag af dat in een of ander procedure uw partij wel eens in moeilijkheden zou kunnen komen door een uitspraak van de Raad van State.
Translated text
I would like to hear your opinion on this. Now you take the Council of State in protection. I am still waiting for the day that in some procedure your party might be in trouble due to a decision of the State Council.
#106
Official text
Het proces. Zeg maar met zoveel woorden: het proces waarmee u ons geld wil afpakken...
Translated text
The Process . Say it in so many words: the process by which you want to take our money...
#107
Official text
Dan zal uw mening over de Raad van State wel enigszins verschillen.
Maar vandaag stel ik dus vast dat de heer De Man de Raad van State in bescherming neemt!
Translated text
Then your opinion about the Council of State will be slightly different.
But today I am therefore determining that Mr. De Man protects the Council of State!
#108
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#109
Official text
Ik heb ook goed geluisterd naar wat u over de magistraten hebt gezegd. Dat heb ik goed gehoord. Maar nu neemt u de Raad van State dus in bescherming.
Translated text
I also listened carefully to what you said about the judges. I have heard it well. But now you take the Council of State in protection.
#110
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#111
Official text
Wij hebben het hier over een....
Translated text
We are talking about a...
#112
Official text
(...) minister van
Translated text
( ) Minister of
#113
Official text
Gerolf Annemans (Vlaams Binnenlandse Zaken over een procedure voor de Raad van State tegen het Vlaams Belang, die speculeert over de uitslag daarvan.
Translated text
Gerolf Annemans (Flemish Internal Affairs on a procedure before the Council of State against the Flemish Interest, which speculates on its outcome.
#114
Official text
Ja, ja!
Translated text
Yes Yes Yes!
#115
Official text
Ik vind dat u selectief verontwaardigd bent.
Translated text
I think you are selectively upset.
#116
Official text
Nee, nee. U weet zeer goed dat die procedure...
Translated text
No no no no. You know very well that this procedure...
#117
Official text
Als er een uitspraak komt van gerechtelijke instanties en zij staat u niet aan, zult u die magistraten met de grond gelijkmaken, met het woordgebruik dat u eigen is, maar nu worden de eerste voorzitter van de Raad van State...
Translated text
If there is a judgment of the judicial authorities and it does not stand you, you will equate those magistrates with the ground, with the use of the word that is your own, but now the first chairman of the Council of State...
#118
Official text
Nee, nee...
Translated text
No, no...
#119
Official text
...en de auditeur-generaal geciteerd om te zeggen: stoute minister van Binnenlandse Zaken, u moet die mensen meer helpen!
Translated text
...and the Auditor General quoted to say: stupid Minister of Home Affairs, you have to help those people more!
#120
Official text
Ja, ja.
Translated text
Yes Yes Yes.
#121
Official text
Ja, natuurlijk. Absoluut.
Translated text
Yes of course. Absolutely absolute .
#122
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#123
Official text
Wat wacht u af?
Translated text
What are you waiting for?
#124
Official text
Wat er ooit zal gebeuren waardoor u van toon zult veranderen.
Translated text
What will ever happen that will change your tone.
#125
Official text
Ah, gaat er iets gebeuren waardoor ik van toon zou kunnen veranderen?
Translated text
Is there anything going to happen that could change my tone?
#126
Official text
Ik heb gezien wat u in het verleden over magistraten hebt verteld.
Translated text
I have seen what you have said in the past about magistrates.
#127
Official text
Niks! Geen woord. Al de juridische hoofdrolspelers van het proces tegen het Vlaams Belang zitten in mijn geheugen gegrift. Punt. Dat is alles wat ik heb gezegd. Maar wat u zegt over wat het Vlaams Belang zal doen wanneer de Raad van State zich zal uitgesproken hebben, is volgens mij een uitspraak die de minister van Binnenlandse Zaken zich niet mag permitteren, want vooralsnog is er voor het Vlaams Belang geen enkele reden om daar ontevreden over te zijn. Of wel?
De Raad van State heeft die zaak nog niet eens in beraad.
Translated text
Nothing is! Not a word. All the legal protagonists of the trial against the Flemish Interest are engraved in my memory. The point. That is all I said. But what you say about what the Flemish Interest will do when the Council of State will have spoken, is, in my opinion, a decision that the Minister of Internal Affairs should not allow himself, because for now there is no reason for the Flemish Interest to be dissatisfied with it. Or is it?
The State Council has not even dealt with this matter.
#128
Official text
Wat drijft de heer De Man om nu te
Translated text
What drives the man to now
#129
Official text
zeggen — ik heb hetzelfde tegen hem in de commissie gezegd — dat de Raad van State en de eerste voorzitter veel te veel zullen moeten werken en zij nog meer personeel moeten krijgen.
Ik zeg: waarom is er geen hogere productiviteit bij de Raad van State? Durft het Vlaams Belang misschien die vraag niet te stellen? Bent u altijd even bekommerd, even vriendelijk en even lief voor magistraten?
Translated text
I have said the same thing to him in the committee that the State Council and the first president will have to work too much and they will have to get even more staff.
I say, why is there no higher productivity at the State Council? Could the Flemish Interest not dare to ask that question? Are you always as concerned, as kind and as kind to the magistrates?
#130
Official text
Ja, absoluut.
Translated text
Yes absolutely .
#131
Official text
Ja, absoluut?
Translated text
Yes absolutely ?
#132
Official text
(...) de Raad van State gelijk krijgen. En als de Raad van State gelijk heeft zullen wij, en het Vlaams Belang in de eerste plaats, de Raad van State gelijk geven. Ik zou willen dat de regering dat ook deed.
Dat zij natuurlijk nu een beetje overbelast zullen zijn wegens de zaken die onze kameraad van spirit heeft aangebracht...
Translated text
The Council of State is equal. And if the State Council is right, we, and the Flemish Interest in the first place, will give the State Council the right. I would like the government to do that too.
That, of course, they will now be a little overloaded because of the things that our companion of spirit has done...
#133
Official text
Eerlijk gezegd...
Translated text
Honestly speaking...
#134
Official text
Wij mogen over de Raad van State nog altijd zeggen wat wij willen. Punt.
Translated text
We can still say what we want about the State Council. The point.
#135
Official text
Wij mogen vooral, collega Annemans, de Raad van State citeren als de eerste voorzitter en de auditeur-generaal hun ongenoegen uitspreken over een ontwerp van de regering. Dat mag toch nog?
Translated text
In particular, Mr. Annemans, we can cite the State Council as the first president and the auditor-general express their dissatisfaction with a draft government. It can still be, right?
#136
Official text
Absoluut.
Translated text
Absolutely absolute .
#137
Official text
Als u daar een bede van mij in ziet om ons in september of oktober vrij te spreken en ons geld niet af te nemen, dan doet u maar! Zo perfide ben ik, eerlijk gezegd, toch niet! U blijkbaar wel. Sorry.
Translated text
If you see in it a prayer from me to give us a free speech in September or October and not to take our money, then do it! I am so perfidious, frankly, I am not. You apparently do. Sorry to.
#138
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#139
Official text
U had het over een procedure. Welke procedure?
Translated text
You talked about a procedure. What Procedure ?
#140
Official text
Zeg mij nu eens wat u hebt tegen de uitspraken die ik in de commissie heb gedaan. Ik heb gezegd dat de Raad van State inzake management ook eens zou moeten zien naar de eigen productiviteit.
Translated text
Tell me now what you have against the statements I made in the committee. I said that the State Council on management should also look at its own productivity.
#141
Official text
Mijnheer Dewael, als verantwoordelijk minister maakt u er zich veel te gemakkelijk van af! Die arme mensen bij de Raad van State zitten al jaren met tienduizenden dossiers en nu zegt u: "Dat is niet onze fout, u moet maar een beetje beter werken!". Dat is er ver over en daarom neem ik hier, voor zover ik dit kan, de Raad van State in bescherming.
U hakt in feite een beetje in op de Raad van State, nadat u tienduizenden dossiers zich hebt laten opstapelen. Dan zegt u dat u vroeger advocaat was en u toen hebt gemerkt dat in sommige rechtbanken goed werd gewerkt en in andere slecht. Dus werkt de Raad van State slecht en vindt u als advocaat, die dat in een vroeger leven heeft gezien, dat ze maar een beetje beter moeten werken. Dat is er wel serieus over.
Translated text
Mr. Dewael, as a responsible minister, you get too easily out of it! Those poor people at the State Council have been sitting with tens of thousands of files for years and now you say, “It’s not our fault, you just need to work a little better!” That’s a long way away, and that’s why I take here, as far as I can, the Council of State in protection.
In fact, you’re actually getting a little bit into the State Council, after you’ve gotten tens of thousands of files stacked up. Then you say that you used to be a lawyer and then you noticed that in some courts it was done well and in others badly. So the State Council works badly and you find as a lawyer, who has seen that in a previous life, that they just need to work a little better. This is serious about.
#142
Official text
Ik heb twee zaken gezegd en ben benieuwd om ook daarover eens uw mening te horen. Ik heb gezegd dat we een beetje meegaan in het geven van meer middelen en meer effectieven aan de Raad van State. Men kan dat proces echter niet aan een zijde voeren: bij de Raad van State zelf moet men ook meer efficiëntie krijgen. Hij moet, met andere woorden, met technieken van management ervoor zorgen dat de productiviteit stijgt. Men geeft enerzijds meer middelen en men vraagt anderzijds dat hij met een beleidsplan komt om de achterstand binnen een redelijke tijdsspanne in te lopen.
U bent blijkbaar tegen het tweede! U zegt dat nog meer middelen moeten worden gegeven, nog meer magistraten, nog meer auditeurs, nog meer staatsraden. Vragen dat men met een beleidsplan komt of vragen of de Raad van State wel altijd en overal even efficiënt werkt, mag niet. Waarvan akte!
Translated text
I have said two things and look forward to hearing your opinion on this too. I’ve said that we’re getting a little bit in giving more resources and more efficiency to the State Council. However, this process cannot be left aside: in the Council of State itself, more efficiency must also be achieved. In other words, with management techniques, he must ensure that productivity increases. One, on the one hand, gives more resources and one, on the other hand, asks him to come up with a policy plan to overcome the backwardness within a reasonable timeframe.
You are apparently against the second! You say that more resources need to be given, more magistrates, more auditors, more state councils. Asking that one comes up with a policy plan or asking whether the State Council works always and everywhere equally efficiently should not. of which act.
#143
Official text
U legt mij woorden in de mond. Wie zegt hier dat de vraag naar een beter management niet mag worden gesteld? Niemand heeft dat hier gezegd. Ik heb gezegd dat u er zich wat gemakkelijk van af maakt door te zeggen dat u vroeger advocaat was en toen gezien hebt dat de ene rechtbank goed werkt en de andere niet en men dus maar wat harder moet werken. Dat kan niet volstaan.
U geeft de Raad van State extra middelen, maar die zegt sorry. De auditeur-generaal zegt op dat moment nog tien tot veertien jaar te moeten wachten, mijnheer Dewael, als u niet meer middelen dan die geeft. U wil zelfs geen filter.
Er is dagenlang gediscussieerd over de filter voor de Raad van State. Er is een amendement van de heer Borginon van de VLD geweest. U zult zich dat toch nog herinneren? Wat zei het amendement van de heer Borginon? Wij moeten proberen de filter voor de Raad van State te verstrengen, anders is er een probleem. Als ik mij niet vergis, heeft de heer Anthuenis het mee ondertekend. De heer Borginon is toch de VLD-fractieleider, zij het recent. Dat is toch iemand die het beleid van de fractie bepaalt, dacht ik? Welnu, de heer Borginon, de kersverse "lijder' heeft het amendement nr. 41 ingediend, dat de filter moest verstrengen. Maar wat zegt de PS? De PS zegt: "Njet, non, cela ne passe pas". En de heer Borginon heeft dus zijn staart mogen intrekken.
Translated text
You put words in my mouth. Who says there is no need for better management? No one has said that here. I’ve said that you get rid of it a little easily by saying that you used to be a lawyer and then saw that one court works well and the other doesn’t and you just need to work a little harder. That cannot be enough.
You give the State Council additional resources, but it says sorry. The auditor-general says at that time that you will have to wait another ten to fourteen years, Mr. Dewael, if you don’t give more resources than that. You don’t even want a filter.
For days there has been discussion about the filter for the Council of State. There was an amendment by Mr. Borginon of the VLD. You will still remember that, right? What did Mr Borginon’s amendment say? We should try to tighten the filter for the Council of State, otherwise there is a problem. If I am not mistaken, Mr. Anthuenis has signed it. Mr. Borginon is still the VLD faction leader, though it has been recently. That’s someone who determines the policy of the group, I thought. Well, Mr. Borginon, the Christmas fresh “lider” has the amendment no. 41 submitted, that the filter had to tighten. What does the PS say? The PS says: “Njet, non, cela ne passe pas.” So Mr. Borginon was allowed to pull his tail.
#144
Official text
En de heer Van der Maelen dan?
Translated text
And what about Mr. Van der Maelen?
#145
Official text
De heer Van der Maelen idem dito voor de sp.a. Maar ik mik niet eens op de sp.a, want de leden zijn allemaal voor zulke zaken. We hadden alleen een beetje de hoop dat de VLD meer de rug zou rechten in dat soort dossiers. Blijkbaar is dat niet het geval.
U hebt het amendement laten schieten, omdat de PS gezegd heeft: "Non". Dat is de waarheid.
De minister heeft dan geprobeerd de schijn te redden - hij is daar zeer goed in - door te zeggen dat we de filter na een jaar zullen evalueren. Dat heb ik toch goed begrepen, niet? Ondertussen is echter het kwaad geschied, collega's. Ondertussen zullen duizenden en duizenden beroepsaanvragen bij de Raad van State binnengelopen zijn. Ik zie werkelijk het nut van een evaluatie na een jaar niet in. De grote massa zit nu in de pijplijn, niet over een jaar. Die zal nu versast worden door al dat soort gauchistische advocaten naar de Raad van State.
Het andere deel van de hervorming betreft de gezinshereniging. In veel gevallen gaat het om gezinsvorming. Ik kan u als interessant feit meegeven dat de verstrenging nauwelijks zal uitgevoerd worden. Er waren heel wat kritische geluiden tijdens de hoorzitting. Het gaat jaarlijks om ongeveer 30.000 vreemdelingen, die dan nog voor een belangrijk deel ten laste komen van onze gemeenschap. De voorzitter van het Antwerps OCMW is in haar tekst - ik zal die straks aan collega Annemans meegeven - zeer indrukwekkend. De voorzitter van het Antwerps OCMW, die tot nader order niet van Vlaams Belang of VLOTT is, stelt - ik citeer -: "Men laat de situatie verkankeren". Zij zegt dat er op termijn een zeer zware druk komt op onze sociale zekerheid. Zij zegt dat we moeten opletten niet alle sukkels met medische problemen aan te trekken. Er bestaat nu inderdaad zoiets als het medisch toerisme, op onze kosten natuurlijk. Zij zegt dat grootouders naar hier worden gehaald en na korte tijd gedumpt worden in een studio. Collega Annemans, de status quaestionis in die tekst is indrukwekkend; u kunt er maar uw voordeel mee doen in de komende maanden.
Ik geef ook nog een voorbeeld uit de Gazet van Antwerpen van 14 juni. Een geregulariseerde vreemdeling laat zijn vrouw en negen kinderen overkomen. De vier meerderjarige kinderen bieden zich meteen aan bij het OCMW voor het aanvragen van een leefloon.
Collega's van VLD, dat gebeurt nu, op een ogenblik dat het deficit van de OCMW's in de steden elk jaar groter wordt en dat elk jaar meer door de belastingbetaler moet worden bijgepast. Ik vraag mij werkelijk af of u nu gelooft dat de Vlamingen deze opendeurpolitiek zullen blijven betalen. Denkt u dat de bevolking aanvaardt of blijft aanvaarden dat de regering per jaar tienduizenden steuntrekkers naar ons land importeert?
Voorts is er sprake van huichelarij. Er is de aangekondigde strengere toepassing — ik heb het onder meer over de verhoging van de leeftijd van 18 naar 21 jaar — van de regeling inzake gezinshereniging of gezinsvorming. Dat geldt bijvoorbeeld niet voor vreemdelingen uit landen waarmee een bilateraal akkoord werd gesloten.
Collega's, welke landen zijn dat? Kijk eens aan, dat zijn Marokko, Tunesië, Algerije en Turkije. Dat zijn precies de landen, mijnheer Anthuenis, waar de meerderheid van de gezinsherenigers of gezinsvormers vandaan komt.
Ook het strenger maken van de asielprocedure klopt niet. Ten eerste, de dienst Vreemdelingenzaken zal nauwelijks nog een rol spelen. Van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen is geweten dat het een heel ruime interpretatie geeft aan het begrip "vluchteling".
Collega's, de volgende anekdote kan tellen. Het kan moeilijk anders dan dat voornoemd begrip bij het Commissariaat-Generaal heel ruim wordt geïnterpreteerd, wanneer u weet dat aldaar zelfs personeel dat een islamitische hoofddoek draagt asielaanvragen moet beoordelen. Men gelooft dus zijn eigen ogen of oren niet. De commissarisgeneraal geeft het echter zelf toe in De Standaard. Ook pater Leman zei het trouwens een paar jaar geleden. Dat is werkelijk Belgisch. Dat is surrealisme in de hoogste graad.
Het is trouwens de commissaris-generaal zelf die op 20 juni in de krant verklaart dat de asielwet neerkomt op een versoepeling, onder meer door de subsidiaire bescherming.
Translated text
Mr. Van der Maelen idem dito for the sp.a. But I do not even refer to the SP, because the members are all for such things. We only had a little hope that the VLD would be more back-to-back in such files. Apparently this is not the case.
You made the amendment shoot because the PS said “No”. That is the truth.
The minister then tried to save the appearance - he is very good at it - by saying that we will evaluate the filter after a year. I well understood that, right? In the meantime, however, the evil has happened, colleagues. Meanwhile, thousands and thousands of appeals will have entered the State Council. I really do not see the usefulness of an evaluation after a year. The big mass is in the pipeline now, not in a year. It will now be carried out by all those kinds of leftist lawyers to the State Council.
The second part of the reform concerns family reunification. In many cases, it is about family formation. I can tell you as an interesting fact that the effort will hardly be carried out. There were a lot of critical sounds during the hearing. This is about 30,000 foreigners annually, who are still a significant part of the burden of our community. The Chairperson of the Antwerp OCMW is very impressive in her text – I will submit it to colleague Annemans later – very impressive. The chairman of the Antwerp OCMW, who is not from Vlaams Belang or VLOTT until later, states - I quote -: "You let the situation cancer." She says that in the long run there will be a very heavy pressure on our social security. She says that we should be careful not to attract all fools with medical problems. There is now indeed such a thing as medical tourism, at our own expense, of course. She says that grandparents are taken here and dumped in a studio after a short time. Colleague Annemans, the status quaestionis in that text is impressive; you can only take advantage of it in the coming months.
I will also give an example from the Gazet of Antwerp of 14 June. A regulated foreigner leaves his wife and nine children. The four adult children immediately apply to the OCMW for a living allowance.
Colleagues of VLD, that is happening now, at a time when the deficit of the OCMWs in the cities is growing every year and the taxpayer needs to adjust more every year. I really wonder if you now believe that the Flammers will continue to pay for this open-door policy. Do you think that the population accepts or continues to accept that the government imports tens of thousands of support trucks to our country every year?
There is also hypocrisy. There is the announced stricter application — I am talking, among other things, about raising the age of 18 to 21 years — of the regime for family reunification or family formation. This does not apply, for example, to foreigners from countries with which a bilateral agreement has been concluded.
Colleagues, which countries are these? Take a look, these are Morocco, Tunisia, Algeria and Turkey. These are precisely the countries, Mr. Anthuenis, where the majority of family reunificators or family formers come from.
Strengthening the asylum procedure is also not right. First, the Foreign Affairs Service will hardly play a role. The Commissioner-General for Refugees and Stateless Persons is aware that it gives a very broad interpretation of the concept of "refugees".
The following anecdote can count. It can hardly be interpreted otherwise than the above-mentioned concept at the Commissioner-General is very broadly interpreted, when you know that there even staff who wear an Islamic headscarf must assess asylum applications. People do not believe their own eyes or ears. However, the Commissioner-General himself acknowledges it in The Standard. Father Leman also said it a few years ago. This is really Belgian. Surrealism at the highest level.
By the way, it is the Commissioner-General himself who stated in the newspaper on 20 June that the asylum law represents a relief, including through subsidiary protection.
#146
Official text
Mijnheer De Man, de heer Bex vraagt het woord.
Translated text
Mr De Man, Mr Bex asks for the word.
#147
Official text
Mijnheer De Man, ik wil u toch even een vraag stellen, want ik begrijp niet helemaal waar u naartoe wilt.
Ik ga mij niet uitspreken over het feit of die persoon daar met die hoofddoek op moet zitten. Dat is een andere discussie. Beweert u nu dat het feit of die persoon al dan niet een hoofddoek draagt, de beslissingen die de persoon neemt, zal veranderen? Ik neem aan dat u niet beweert dat die dame daar ook niet zou mogen zitten indien zij die hoofddoek niet zou dragen. Beweert u dan dat zo'n hoofddoek mensen opeens van gedacht doet veranderen?
Translated text
Mr. De Man, I would like to ask you a question, because I do not understand exactly where you want to go.
I’m not going to comment on whether that person should be sitting there with that cloth. That is another discussion. Are you now arguing that whether or not that person wears a headband will change the decisions that the person makes? I assume that you do not claim that that lady would not sit there either if she did not wear that headband. Do you claim that such a headscarf makes people suddenly change their minds?
#148
Official text
Ik ben het absoluut oneens met het feit dat iemand die zich afficheert als moslim, dergelijke asielaanvragen mag beoordelen. Ik vind dat onaanvaardbaar. De hoofddoek is voor mij het symbool voor het aanhangen van het moslimgeloof. Ik vind dat dat dus niet kan. Als u met dat soort zaken ten strijde wil trekken bij de verkiezingen, wens ik u veel succes. Het kan gewoon niet.
Translated text
I absolutely disagree with the fact that anyone who displays as a Muslim may review such asylum applications. I find this unacceptable. For me, the head cloth is the symbol of adherence to the Muslim faith. I think that cannot be done. If you want to fight these kinds of issues in the elections, I wish you a lot of success. It simply cannot.
#149
Official text
Mevrouw, de vrijheid van godsdienst betekent een aantal zaken, maar zeker niet dat men ambtenaren met een hoofddoek op asielaanvragen moet laten beoordelen.
Translated text
Mrs. Freedom of Religion means a number of things, but ⁇ not that officials should be judged with a headscarf on asylum applications.
#150
Official text
Beweert u dat moslims, of zij nu een hoofddoek dragen of niet, niet bekwaam zijn of alleszins geen dossiers zouden mogen behandelen bij de dienst Vreemdelingenzaken of bij het commissariaat-generaal?
Translated text
Do you claim that Muslims, whether or not they wear a headscarf, are incompetent or should not handle files at the Foreign Affairs Service or at the General Commissariat?
#151
Official text
Ik vind dat moslims dat niet mogen.
Translated text
I think Muslims do not want that.
#152
Official text
Ik vind dat een ronduit racistische uitspraak, die bovendien volledig ingaat tegen de vrijheid van godsdienst, die in onze Grondwet gegarandeerd is.
Translated text
I find that a purely racist ruling, which, in addition, is completely contrary to the freedom of religion, which is guaranteed in our Constitution.
#153
Official text
U leutert maar op, mijnheer Bex. Ik vind dat moslims op het commissariaat-generaal geen recht hebben om zich uit te spreken over asielaanvragen. Zo simpel is dat.
Translated text
You are talking, Mr Bex. I believe that Muslims at the Commissioner-General have no right to speak about asylum applications. So simple is that.
#154
Official text
M. Boukourna m'a demandé la parole.
Translated text
by Mr. Boukourna asked me for the word.
#155
Official text
Mijnheer De Man, (...) dat moslims in de commissie voor de Naturalisaties in deze Kamer het recht hebben om zich uit te spreken over naturalisatieaanvragen?
Dat is precies hetzelfde en u beweert dat dit niet zou kunnen. Ik vind dat schandalig, ik vind dat racistisch. U bent daarvoor in het verleden al veroordeeld en als u zo doorgaat, zult u daarvoor in de toekomst nog worden veroordeeld.
Translated text
Mr. De Man, (...) that Muslims in the Commission for Naturalizations in this Chamber have the right to express their views on naturalization applications?
That is exactly the same and you claim that this could not be. I think this is scandalous, I think it is racist. You have already been convicted for this in the past, and if you continue to do so, you will still be convicted for this in the future.
#156
Official text
Monsieur le président, nous savions qu'un certain nombre de professions étaient interdites aux étrangers. Cette problématique pourrait d'ailleurs faire l'objet d'une vaste discussion.
Aujourd'hui, nous apprenons que des personnes de certaines confessions ne pourront pas participer à un certain nombre de décisions. Cette situation est scandaleuse. Je me joins à M. Bex pour attirer l'attention des membres sur le nouveau pas franchi par un parti de cette assemblée dans l'affirmation d'une attitude raciste.
Translated text
We knew that a number of professions were banned from foreigners. This issue could be the subject of extensive discussion.
Today, we learn that people of certain confessions will not be able to participate in a number of decisions. This situation is scandalous. I am joining Mr. Bex to draw the attention of members on the new step taken by a party in this assembly in the affirmation of a racist attitude.
#157
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik ben hier minstens al een dozijn keer onderbroken. Ik probeer af te ronden.
Er is hier sprake van huichelarij. De verhoging van 18 naar 21 jaar geldt niet voor een aantal landen waar precies de grote meerderheid van de gezinsherenigers en gezinsvormers vandaan komen. De verstrenging van de asielprocedure is werkelijk op zijn Belgisch. Het commissariaat-generaal heeft zelf op 20 juni in de krant verklaard dat de hele hervorming neerkomt op een versoepeling, onder meer door de subsidiaire bescherming.
Collega's, ik kom tot onze visie terzake. Mijnheer de voorzitter, ik sluit af, als ik tenminste niet word onderbroken. Wij zijn tegen de opengrenzenpolitiek die u nu de facto voert. Weliswaar wordt die op een verdoken en indirecte wijze gevoerd, maar u moet toegeven dat het neerkomt op een opengrenzenpolitiek.
Wij pleiten voor gesloten opvangcentra voor asielzoekers en voor een lijst van veilige landen van waaruit asielaanvragen niet worden aanvaard. Mijnheer Cortois, dat geldt zeker als het nota bene gaat om landen die lid of kandidaat-lid zijn van de Europese Unie. Waar zijn we in hemelsnaam mee bezig dat we vanuit die landen aanvragen voor politieke vluchtelingen willen behandelen.
Wij pleiten ook voor een striktere beperking van de gezinshereniging en zeker van de gezinsvorming. Als men per se aan gezinsvorming wil doen, moet men dat doen in het land van herkomst. Wanneer een Marokkaan bijvoorbeeld een schoonheid uit het Rifgebergte wil huwen, moet hij dat doen in Marokko. Wanneer een Turk wil trouwen met zijn nicht, moet hij dat doen in Anatolië.
Wij pleiten voor opvangcentra aan de buitengrenzen van de Europese Unie.
Wij pleiten voor de terugkeer naar het oorspronkelijk opzet van de Conventie van Genève waardoor politieke vluchtelingen in hun eigen werelddeel worden opgevangen. Voor wie het niet wist, de Conventie werd na de Tweede Wereldoorlog door de Europeanen opgesteld om verdreven Europese bevolkingsgroepen een nieuwe kans te geven. Het was toen zeker niet de bedoeling om OCMW te spelen voor de hele wereld.
Translated text
I have been interrupted here at least a dozen times. I try to round.
There is hypocrisy here. The increase from 18 to 21 years does not apply to a number of countries where exactly the vast majority of family reunificators and family formers come from. The strictness of the asylum procedure is indeed in its Belgian. The Commissioner-General himself stated in the newspaper on 20 June that the whole reform represents a easing, including through subsidiary protection.
Ladies and gentlemen, I come to our view on this subject. I will close, if at least I am not interrupted. We are opposed to the open border policy that you are now de facto pursuing. Indeed, it is carried out in an obscure and indirect manner, but you must admit that it represents an open border policy.
We advocate closed reception centres for asylum seekers and a list of safe countries from which asylum applications are not accepted. Mr. Cortois, this is ⁇ true if the note bene concerns countries that are members or candidate members of the European Union. What are we doing to deal with requests for political refugees from those countries.
We also advocate a stricter limitation of family reunification and ⁇ of family formation. If one wants to form a family, it must be done in the country of origin. For example, if a Moroccan wants to marry a beauty from the Rif Mountains, he must do so in Morocco. If a Turk wants to marry his nephew, he must do so in Anatolia.
We advocate for reception centres on the external borders of the European Union.
We advocate for the return to the original layout of the Geneva Convention, which will accommodate political refugees in their own continents. For those who didn’t know, the Convention was drafted by Europeans after World War II to give displaced European populations a new chance. At that time it was ⁇ not intended to play OCMW for the whole world.
#158
Official text
Chers collègues, je vous propose d'entendre encore l'intervention de M. Maene avant de clôturer la séance de ce matin.
Huit membres prendront la parole cet après-midi.
Translated text
Dear colleagues, I invite you to listen again to the intervention of Mr. Mr. Maine before closing this morning’s session. by
Eight members will speak this afternoon.
#159
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, comme nous venons de le constater, les débats sont vifs. Mais, faut-il le rappeler, la force d'une démocratie se mesure à sa capacité de tolérance et à la manière dont celle-ci se traduit non seulement dans les intentions ou les déclarations, mais aussi et surtout dans les actes.
Après de longs débats en commission de l'Intérieur, nous devons examiner aujourd'hui, dans cette enceinte, deux projets de loi qui concrétisent deux réformes.
La première a trait au statut administratif des étrangers qui concerne essentiellement le droit d'asile et le droit au regroupement familial.
La seconde concerne le Conseil d'État. Elle a pour objectif d'améliorer son fonctionnement afin, notamment, de résorber, de maîtriser l'arriéré. Cette dernière réforme aura un impact sur l'ensemble du contentieux administratif du Conseil d'État.
Je tiens à remercier les rapporteurs de nous avoir relaté les débats que nous avons eus en commission. Le travail effectué a été difficile. Je tiens également à remercier les services de la Chambre pour leur contribution à la réalisation de ce rapport.
Comme je l'ai dit, les discussions en commission ont parfois été vives. Elles le sont également aujourd'hui. Elles attestent du caractère sensible des matières examinées.
Aussi, je me félicite du fait que nous ayons pu entendre, en commission, des acteurs publics des secteurs concernés, mais aussi la voix des représentants de la société civile, notamment des délégués des sans-papiers.
Je mettrai toutefois un bémol à mes propos concernant ces derniers. En effet, si la commission a pu les écouter, je ne suis pas certain que tous ses membres aient bien entendu la parole de ceux qui, par accident ou par choix, ont trouvé un jour le chemin de notre pays avec l'espoir de pouvoir y poser leurs valises pour un certain temps, voire même, pour nombre d'entre eux, définitivement.
Les projets de loi que nous examinons concrétisent aussi les engagements de la déclaration gouvernementale de juillet 2003 concernant une politique d'asile humaine et réaliste pour l'avenir.
Notre pays se devait également de transposer en droit interne une série de directives en matière d'accès au territoire. La politique suivie par les pays européens dans le domaine de la condition juridique des étrangers, de l'immigration est essentiellement définie au niveau européen actuellement. C'est la logique de l'intégration européenne et la volonté des États membres de créer en Europe un espace de libre circulation, de liberté et de sécurité. La sécurité est effectivement prépondérante dans tout ce que nous dit l'Europe, tout comme le côté anti-raciste et anti-discriminatoire des positions prises au niveau européen, faut-il le rappeler.
Le contexte dans lequel s'inscrit notre débat parlementaire est marqué à la fois par cette européanisation de la décision en la matière, par l'augmentation et la complexification des flux migratoires dans le monde ainsi que par la situation interne qui se traduit, de manière paradoxale, par un essor économique relativement important, en tout cas dans une partie du pays. Cette même partie du pays ne cesse de s'interroger sur des questions allogènes, ce qui ne manque pas de nous interpeller!
Dans ce cadre, l'enjeu est de maintenir notre modèle d'accueil des étrangers et notre modèle de citoyenneté tout en osant refuser les coups de boutoir des partisans du repli sur soi. Nous venons d'ailleurs d'en avoir un très bel exemple!
En tant que socialistes, nous considérons que les migrations volontaires ou forcées doivent être régulées et accompagnées. Lorsque des personnes arrivent chez nous et invoquent des raisons humanitaires, il est de notre devoir de les accueillir dignement. Dans ce cadre, la sécurité juridique reconnue aux étrangers constitue l'une des conditions indispensables de la crédibilité de notre État de droit.
La réforme de la procédure d'asile devenait plus que nécessaire, l'actuelle étant effectivement trop longue et complexe, si bien que les instances chargées de statuer sur les demandes d'asile connaissent ou ont connu un arriéré trop important. Des milliers de personnes vivent actuellement des temps d'attente et d'incertitude beaucoup trop longs, et ce depuis de trop nombreuses années.
Nous demandons depuis longtemps une procédure d'asile plus rapide, plus simple et davantage respectueuse des droits des étrangers. Nous nous réjouissons que les différents textes en discussion intègrent des avancées significatives en ce sens. Pour l'avenir.
Demain sera donc un jour meilleur, de nombreux drames humains seront peut-être ainsi évités. En effet, aujourd'hui, des personnes bien intégrées sont expulsées après avoir séjourné plusieurs années en Belgique parce qu'elles reçoivent tardivement une décision de refus, bien trop longtemps après l'introduction de leur demande.
Les améliorations introduites par le projet de loi sont significatives. Pour nous, ces différentes réformes du droit d'asile assurent la mise en oeuvre d'une politique de protection plus humaine et plus cohérente, dans un plus grand respect de la dignité et des droits des étrangers. Il est de notre devoir d'accueillir en Belgique les personnes qui fuient leur pays d'origine pour des raisons humanitaires ou qui expriment des craintes de voir leurs droits fondamentaux violés.
Par ailleurs, si ces réformes constituent des avancées considérables, nous estimons que ce processus doit se poursuivre. Si, au sein de ce parlement, nous osons des projets de loi qui s'inscrivent dans le souci d'améliorer le sort de ceux qui frappent à notre porte et si la volonté est bien de rendre plus humaines les conditions d'accueil ou de refus d'accès au territoire, alors nous devons oser agir sans frilosité.
Les projets de loi en discussion règlent le futur et éviteront que les situations que nous connaissons aujourd'hui ne se reproduisent. Restent le présent et les conséquences de la lourdeur et de la complexité de la procédure.
Je rappelle que des milliers de personnes, que nous côtoyons tous les jours, vivent de manière paisible parmi nous mais sont dans une situation de semi-clandestinité voire de clandestinité totale, ce qui est intolérable dans un État de droit.
La question est donc bien de savoir quel est le bon choix entre une politique qui favorise le contrôle dans ses multiples facettes, en ce compris ce qui peut en résulter (le maintien dans la précarité, l'expulsion, la clandestinité, etc.), ou une politique qui privilégie l'intégration. Certains, nous l'avons entendu en commission et aujourd'hui encore, affirment que nous ne pouvons développer une politique d'intégration qu'à la condition de mener parallèlement une politique d'accès très restrictive, fondée non pas sur ces critères préalables, définis objectivement avant l'entrée sur le territoire, mais sur des conditions d'intégration draconiennes ou, bien évidemment, sur le fait de présenter un intérêt sur le plan économique.
Le nouvel article 9bis qui remplacera l'actuel article 9.3 de la loi de 1980 laisse intact le droit de demander un séjour pour circonstances exceptionnelles. Cette disposition est acceptable comme procédure résiduaire ou pour régler des problèmes techniques, mais elle est totalement insuffisante pour trouver une solution acceptable pour toutes les personnes qui résident dans notre pays de manière paisible depuis plusieurs années et qui, du fait même de leur présence depuis autant de temps, justifient pleinement de leur volonté d'intégration. La compétence du ministre de l'Intérieur reste discrétionnaire et les critères objectifs pour l'appréciation par l'administration des circonstances exceptionnelles ne sont pas précisés.
Le groupe socialiste a déposé une proposition de loi précisant les critères objectifs pour régulariser une série de personnes et prévoyant une procédure devant une commission indépendante.
Lors de la présentation des projets de loi, vous avez, monsieur le ministre, évoqué certains critères de régularisation qui correspondent à une pratique actuelle de l'Office des étrangers. Des instructions sont ou seront données afin de permettre de régulariser, d'une part, des personnes ayant introduit une demande d'asile depuis trois ou quatre ans, sauf problème d'ordre public ou de sécurité nationale et, d'autre part, des personnes vivant des situations humaines très graves.
Restent les autres personnes non visées par les accords: - les personnes qui ont introduit une demande d'annulation et de suspension au Conseil d'État et dont la procédure s'éternise depuis de nombreuses années; - les personnes qui n'ont jamais introduit de demande de séjour et qui résident sur le territoire belge de façon paisible depuis également de nombreuses années.
Nous ne sommes pas arrivés à un accord. Je regrette qu'au sein de la majorité, nous nous soyons retrouvés seuls. Notre intransigeance n'aura pas été payante.
Nous considérons qu'il est essentiel de régler les situations du passé. Il en va de la réussite de cette réforme importante car si nous ne réglons pas ces situations pénibles, qui résultent d'une inaction ou d'un manque de moyens des autorités administratives, cela sera contre-productif. Nous donnerons le signal que la réforme permettra une nouvelle fois des situations inacceptables, ce qui la videra de ses objectifs et de son contenu. Je crains, monsieur le ministre, que cela ne soit déjà chose faite!
Un autre point reste, à nos yeux, problématique; il s'agit de l'enfermement des mineurs et des familles avec enfant(s) dans les centres fermés.
Si, à l'initiative du ministre Christian Dupont, la situation des mineurs non accompagnés a été sensiblement améliorée, reste la situation des familles et de leurs enfants.
À ce jour, des dizaines d'enfants sont enfermés dans les centres fermés. Leur nombre est variable; il peut arriver qu'une cinquantaine d'enfants y soient présents.
Cette situation est inacceptable. Des rapports d'experts considèrent que l'enfermement des mineurs en centre fermé constitue de la maltraitance psychologique comportant des conséquences inévitables sur le développement de l'enfant. Cela nous a été longuement exposé en commission et je n'ai pas entendu, parmi les nombreux intervenants, de défenseurs ou de partisans de cet enfermement.
Je rappelle que la Belgique a signé la Convention internationale relative aux droits de l'enfant du 20 novembre 1989 qui pose notamment les principes suivants. L'intérêt supérieur de l'enfant doit être une considération primordiale. L'enfant ne peut être séparé de ses parents contre leur gré et la détention d'un enfant ne peut être qu'une mesure de dernier ressort et doit être d'une durée aussi brève que possible. La Belgique ne respecte manifestement pas ces différentes règles car des enfants sont détenus avec leur famille dans des centres fermés, parfois pendant plusieurs mois.
Monsieur le ministre, vous nous avez déclaré en commission de l'Intérieur que l'enfermement des enfants devait rester une mesure ultime et la seule justification donnée à cela est que c'est le seul moyen d'éviter la disparition de ces familles en cas de décision d'expulsion. Vous vous êtes engagé à commander une étude universitaire sur les alternatives possibles à la détention des familles avec enfants.
Si nous serons particulièrement attentifs à la concrétisation de cet engagement, nous ne pouvons que déplorer que dans notre pays on utilise l'enfermement de familles comme épouvantail, d'autant que l'efficacité de ce dispositif n'est pas prouvée. Aussi, je me demande si ce n'est pas la pertinence de l'enfermement qui mériterait en priorité une étude universitaire et, en attendant, s'il ne serait pas opportun de consacrer dans le texte que l'enfermement reste une mesure extrême appliquée par défaut.
La semaine dernière, des parents avec enfants ont été amenés dans des centres, alors qu'ils étaient très loin d'envisager une quelconque clandestinité, et cela en totale contradiction avec vos propos.
Monsieur le ministre, en ce qui me concerne, j'ai tendance à vouloir vous faire confiance, mais vos services n'appliquent pas ce que vous dites, parce que cela n'est pas précisé dans les textes, parce qu'on ne leur a pas dit que l'enfermement des enfants reste une mesure extrême. Aussi, à notre demande, nos propositions de loi et de résolution sur ce sujet ont-elles été disjointes des projets de loi en discussion. Nous y reviendrons donc avec fermeté.
Comme le disaient fort justement les représentants du Centre pour l'égalité des chances lors des auditions, ces projets de loi constituent une première étape dans la réforme du droit des étrangers en Belgique. D'autres rendez-vous attendent notre Parlement. Nous ne pourrons pas faire non plus l'impasse sur la concrétisation du Livre vert de l'Union européenne sur l'immigration économique. Ce sera un débat important qui permettra peut-être un repositionnement de certains.
Le PS votera favorablement les deux projets de loi en discussion.
En ce qui concerne le droit d'asile, la nouvelle procédure permettra d'éviter la situation que nous connaissons aujourd'hui. Il s'agit donc d'une amélioration. Toutefois, cela ne règlera pas le cas des sanspapiers. J'affirme à nouveau notre regret de devoir constater, pour l'instant, l'absence d'une majorité parlementaire afin de régler ce problème. C'est la règle démocratique, mais pour le Parti socialiste, ce dossier sera une des priorités qu'il tentera, si possible, d'inclure dans le cadre du prochain accord gouvernemental.
Pour terminer, je souhaiterais évoquer un point d'actualité: l'expulsion des sans-papiers de l'église d'Anderlecht et les actes de violence qui auraient été commis par des policiers contre certains d'entre eux. Je me fais ici l'écho de la presse ou de certaines associations, dont le sérieux ne souffre aucune remise en cause.
Mercredi dernier, je vous ai interrogé sur la mesure de police prise par le bourgmestre libéral d'Anderlecht d'ordonner l'expulsion des sanspapiers de l'église. Vous m'avez répondu: "L'Office des étrangers exécute sa mission légale et moi je dois appliquer la loi". Mais il y a la manière de l'appliquer.
Nous apprenions dernièrement que certains étrangers auraient été — au conditionnel — victimes de violences policières lors de leur transfert vers le centre de Vottem. Je me réfère à la fois au communiqué de presse du CIRE et à celui de la police; la vérité doit se situer quelque part entre les deux versions présentées. Une plainte aurait été déposée au Comité P.
Monsieur le ministre, au moment d'aborder ces textes de loi plus qu'importants, je pense qu'une clarification s'impose de votre part. L'Office des étrangers et le détachement de la police fédérale qui a procédé au transfert de ces personnes relèvent de votre responsabilité. Pourriez-vous nous donner votre version des faits? Que s'est-il passé ce 4 juillet au soir?
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. But, it should be recalled, the strength of a democracy is measured by its capacity for tolerance and by the way in which it is reflected not only in intentions or statements, but also and above all in actions.
After lengthy debates in the Interior Committee, we have to consider today, in this hall, two bills that concrete two reforms. by
The first concerns the administrative status of foreigners, which essentially concerns the right of asylum and the right to family reunification. by
The second concerns the State Council. It aims to improve its functioning in order, in particular, to resorb, to control the back. This last reform will have an impact on the entire administrative litigation of the State Council.
I would like to thank the rapporteurs for telling us about the discussions we had in the committee. The work done was difficult. I would also like to thank the House Services for their contribution to the implementation of this report.
As I said, the discussions in the committee have sometimes been lively. They are also today. They attest to the sensitive nature of the subject matter examined. by
I am therefore pleased that we have been able to hear, in committees, public actors from the sectors concerned, but also the voice of representatives of civil society, in particular delegates of the paperless.
However, I would like to make a few remarks about them. Indeed, if the commission was able to listen to them, I am not sure that all its members have heard the words of those who, by accident or by choice, one day found the way of our country with the hope of being able to put their suitcases there for a certain time, or even, for many of them, definitively.
The bills we are examining also concrete the commitments of the Government Declaration of July 2003 on a human and realistic asylum policy for the future.
Our country also had to transpose into domestic law a series of directives on access to the territory. The policy pursued by European countries in the field of legal status of foreigners, immigration is essentially defined at the European level at present. This is the logic of European integration and the will of the Member States to create in Europe an area of free movement, freedom and security. Security is indeed preponderant in all that Europe tells us, as is the anti-racist and anti-discriminatory side of the positions taken at the European level.
The context in which our parliamentary debate enters is marked both by this europeanization of the decision in the matter, by the increase and complexity of migration flows in the world as well as by the internal situation which, paradoxically, is reflected by a relatively significant economic boom, at least in a part of the country. This same part of the country continues to question itself on allogeneous issues, which does not lack to interpell us!
In this context, the challenge is to maintain our model of reception of foreigners and our model of citizenship while daring to refuse the knock-outs of the backbone supporters on themselves. We have just gotten a very good example!
As socialists, we believe that voluntary or forced migration must be regulated and accompanied. When people come to us and invoke humanitarian reasons, it is our duty to welcome them with dignity. In this context, the legal certainty granted to foreigners is one of the indispensable conditions for the credibility of our rule of law.
The reform of the asylum procedure became more than necessary, the current being indeed too long and complex, so that the bodies responsible for deciding on asylum applications know or have experienced too much backwardness. Thousands of people are currently experiencing far too long waiting and uncertainty times, and this has been too many years.
We have long called for a faster, simpler and more respectful asylum procedure for foreigners. We are pleased that the various texts under discussion incorporate significant advances in this direction. for the future. by
Tomorrow will be a better day, so many human dramas may be avoided. In fact, today, well-integrated persons are expelled after having stayed in Belgium for several years because they receive a decision of refusal late, too long after their application was introduced. by
The improvements introduced by the bill are significant. For us, these different reforms of the asylum law ensure the implementation of a more humane and coherent protection policy, with greater respect for the dignity and rights of foreigners. It is our duty to welcome in Belgium people who flee their home country for humanitarian reasons or who express fears of their fundamental rights being violated. by
Furthermore, if these reforms constitute considerable advances, we believe that this process must continue. If, within this parliament, we dare draft laws that are part of the concern of improving the fate of those who knock at our door and if the will is good to make more humane the conditions of reception or refusal of access to the territory, then we must dare to act without frilosity.
The bills in discussion regulate the future and will prevent the situations we know today from repeating themselves. It remains the present and the consequences of the weight and complexity of the procedure. by
I recall that thousands of people, whom we meet every day, live peacefully among us but are in a situation of semi-clandestinity or even total clandestinity, which is intolerable in a rule of law.
The question is, therefore, what is the right choice between a policy that promotes control in its multiple facets, including what can result (maintaining in precariousness, expulsion, clandestinity, etc.), or a policy that favors integration. Some, we have heard it in the committee and still today, claim that we can only develop an integration policy on the condition that we carry out a very restrictive access policy, based not on these prior criteria, objectively defined before entering the territory, but on draconian conditions of integration or, of course, on the fact of presenting an economic interest.
The new article 9bis, which will replace the current article 9.3 of the 1980 law, leaves intact the right to request a stay for exceptional circumstances. This provision is acceptable as a residual procedure or to resolve technical problems, but it is completely insufficient to find an acceptable solution for all people who have resided in our country peacefully for several years and who, by the very fact of their presence for so long, fully justify their will to integrate. The competence of the Minister of the Interior remains discretionary and the objective criteria for the administration’s assessment of exceptional circumstances are not specified.
The Socialist Group submitted a bill specifying the objective criteria for regularizing a number of persons and providing for a procedure before an independent committee.
In the presentation of the bills, you mentioned, Mr. Minister, certain criteria for regularization that correspond to the current practice of the Foreign Office. Instructions are or will be given in order to enable the regularization, on the one hand, of persons who have lodged an asylum application for three or four years, except for issues of public order or national security, and, on the other hand, of persons living in very serious human situations.
The other persons not covered by the agreements remain: - persons who have submitted a request for cancellation and suspension to the Council of State and whose procedure has been ongoing for many years; - persons who have never submitted a request for residence and who have resided peacefully in the Belgian territory for also many years.
We have not reached an agreement. I regret that in the majority, we found ourselves alone. Our uncompromising will not pay off. by
We believe that it is essential to resolve past situations. It is a matter of the success of this important reform because if we do not settle these painful situations, which result from inaction or lack of means by the administrative authorities, it will be counterproductive. We will signal that the reform will once again allow for unacceptable situations, which will empty it from its objectives and its content. I am afraid, Mr. Minister, that this is already done!
Another point remains, in our view, problematic; it is the imprisonment of minors and families with children (s) in closed centres. by
While, on the initiative of Minister Christian Dupont, the situation of unaccompanied minors has been significantly improved, the situation of families and their children remains.
So far, dozens of children are locked in closed centers. The number is variable; it can happen that about fifty children are present.
This situation is unacceptable. Experts report that the imprisonment of minors in a closed centre constitutes psychological abuse with inevitable consequences for the development of the child. This has been long exposed to us in the committee and I have not heard, among the many speakers, any defenders or supporters of this imprisonment.
I would like to remind you that Belgium has signed the International Convention on the Rights of the Child of 20 November 1989, which contains the following principles. The best interests of the child must be a primary consideration. The child may not be separated from his or her parents against their will and the detention of a child may be only a measure of last resort and must be of the shortest duration possible. Belgium clearly does not respect these different rules because children are detained with their families in closed centres, sometimes for several months.
Mr. Minister, you have stated to us in the Committee on the Interior that the imprisonment of children should remain an ultimate measure and the only justification given to this is that it is the only way to prevent the disappearance of these families in the event of a decision on expulsion. You have committed to ordering an academic study on possible alternatives to the detention of families with children.
If we are especially attentive to the implementation of this commitment, we can only regret that in our country family confinement is used as a horror, especially since the effectiveness of this device is not proven. Also, I wonder whether it is not the relevance of the enclosure that would deserve in priority a university study and, in the meantime, if it would not be appropriate to conserve in the text that the enclosure remains an extreme measure applied by default.
Last week, parents with children were brought to centres, while they were very far from considering any clandestinity, and this in total contradiction with your words. by
Mr. Minister, as far as I am concerned, I tend to want to trust you, but your services do not apply what you say, because this is not specified in the texts, because they have not been told that the imprisonment of children remains an extreme measure. Also, at our request, our bills and resolutions on this subject have been disjoined from the bills under discussion. We will return to it with determination.
As the representatives of the Centre for Equal Opportunities said during the hearings, these bills constitute a first step in the reform of the foreign law in Belgium. Other meetings await our Parliament. We will not be able to make the impasse on the implementation of the European Union’s Green Paper on economic immigration. This will be an important debate that may allow a repositioning of some. by
The PS will vote in favour of the two bills under discussion. by
With regard to the right to asylum, the new procedure will help to avoid the situation we know today. This is an improvement. However, this will not resolve the case of paperless persons. I reaffirm once again our regret that we have to see, for now, the absence of a parliamentary majority in order to resolve this problem. This is the democratic rule, but for the Socialist Party, this issue will be one of the priorities that it will try, if possible, to include in the framework of the next government agreement.
Finally, I would like to refer to an actual point: the expulsion of the undocumented from the church of Anderlecht and the acts of violence that were allegedly committed by police officers against some of them. I make myself here the echo of the press or of certain associations, whose seriousness does not suffer any question. by
Last Wednesday I asked you about the police measure taken by the liberal mayor of Anderlecht to order the expulsion of the paperless from the church. You answered me: “The Foreign Office performs its legal mission and I must enforce the law.” But there is a way to apply it.
Recently we learned that some foreigners were – conditionally – victims of police violence when they were transferred to the center of Vottem. I am referring to both the CIRE press release and the police press release; the truth must be somewhere between the two versions presented. A complaint was submitted to the Committee p.
Mr. Minister, when addressing these more than important legislative texts, I think a clarification is necessary on your part. The Office of Foreigners and the Federal Police Detachment that carried out the transfer of these persons are your responsibility. Could you give us your version of the facts? What happened on the evening of July 4?
#160
Official text
Monsieur Maene, il faut savoir ce
Translated text
Mr. Maine, you need to know this.
#161
Official text
que l'on veut. S'il s'agit des faits — et vous nous en avez parlé de façon conditionnelle —, ils méritent un examen.
Si une plainte est déposée auprès du Comité P, il faut attendre le rapport du Comité P. Ou bien on dépose une plainte auprès du ministre de l'Intérieur: je peux demander à l'Inspection générale d'instruire une enquête.
Je ne peux commenter, de façon conditionnelle, des faits qui doivent, le cas échéant, encore être examinés. Le Comité P ressortit à la compétence du parlement et l'Inspection générale à ma compétence. S'il m'arrive une plainte, je ferai le nécessaire pour entamer son examen.
Translated text
What we want. If these are facts — and you have told us of them conditionally — they deserve an examination.
If a complaint is submitted to Committee P, it must wait for the report of Committee P. Or a complaint is filed with the Minister of the Interior: I can ask the General Inspection to instruct an investigation.
I cannot comment, conditionally, on facts that should, if necessary, still be examined. The Committee P was within the competence of the Parliament and the General Inspection was within my competence. If I get a complaint, I will do what is necessary to start its examination.
#162
Official text
Monsieur le ministre, je voulais simplement insister sur le fait que cela rend détestable le climat dans lequel nous devons situer nos débats.
Le jour même où nous votons en commission, la police débarque dans une église pour pendre une série de mesures; des actes violents auraient été commis, etc. Cela nous empoisonne l'existence!
Vous êtes le ministre responsable de ces différents services, je vous demande donc un éclaircissement sur ce qui s'est réellement passé. Il me semble que cela fait partie d'un débat normal au sein de ce parlement.
Si les faits étaient avérés, il ne fait aucun doute qu'il s'agirait d'une regrettable bavure, d'une infraction à la loi et au nouveau code de déontologie des policiers, récemment adopté par le gouvernement. Si les faits sont avérés en ce qui concerne la mise en oeuvre de mesures disproportionnées à l'égard de certaines personnes — je pense qu'elles le sont —, cela confirmera ma conviction que cela ne sert à rien de proclamer ce que l'on ne veut pas écrire dans un texte normatif.
Translated text
Mr. Minister, I just wanted to insist on the fact that this makes detestable the climate in which we must place our debates.
On the same day we vote in commission, the police land in a church to hang a series of measures; violent acts would have been committed, etc. It is poisoning our existence.
You are the minister responsible for these different services, so I ask you to clarify what really happened. It seems to me that this is part of a normal debate in this parliament.
If the facts were proven, there would be no doubt that it would be a regrettable bullshit, a breach of the law and the new police code of ethics, recently adopted by the government. If the facts are proven in relation to the implementation of disproportionate measures towards certain persons — I think they are — it will confirm my conviction that it is useless to proclaim what one does not want to write in a normative text.