General information
Full name plenum van 2006-07-13 17:57:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip230.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K2594
03/07/2006
✔
Projet de loi portant dispositions diverses en matière de santé.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#9
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#10
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#11
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#12
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#13
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#14
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#15
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#16
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#40
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#41
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#42
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#43
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#44
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#45
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#49
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#50
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#51
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#52
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#53
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#54
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#55
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#56
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#57
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#58
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#59
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#60
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#61
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#62
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#63
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#64
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#65
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#66
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#67
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#68
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#69
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#70
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#71
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#72
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#73
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#74
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#75
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#76
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#77
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#78
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#79
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#80
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#81
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#82
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#83
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#84
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#85
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#86
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#87
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#88
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#89
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#90
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#91
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#92
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#93
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#0
#1
Official text
Of hebben zij met u onderhandeld?
Translated text
Or did they negotiate with you?
#2
Official text
Ja, iedereen heeft mij bijna gesmeekt om het kort te houden. De gezondheidswet beslaat ongeveer een driehonderdtal bladzijden. We hebben er toch een aantal uren en veel zweet aan besteed.
Ik zal het heel kort houden. Het eerste deel van het verslag gaat over de vergaderingen van 3 en 4 juli. Het tweede deel is een aanvullend verslag van een vergadering die vandaag nog gehouden is in verband met een amendement op hetzelfde wetsontwerp.
Wat het eerste deel betreft, zijn mevrouw Burgeon en ikzelf overeengekomen om het tamelijk beknopt te houden. Er waren heel veel amendementen en opmerkingen van verschillende parlementsleden. Wij denken dat het gepast is om dit niet allemaal opnieuw te herhalen, maar voor dat deel naar het schriftelijk verslag te verwijzen. De leden die toch nog een aantal dingen willen zeggen, kunnen dat sowieso in de plenaire vergadering doen.
Ik zal de belangrijkste punten van het wetsontwerp overlopen. Het gaat over een vijftiental hoofdstukken.
Hoofdstuk I voorziet in een regeling voor de vroedvrouwen. De minister wees erop dat tot nu toe het beroep van vroedvrouwen slechts zeer beperkt werd beschreven. Het wetsontwerp heeft als doel een gelijkaardige rechtsbasis te verlenen voor de vroedvrouwen zoals voor de andere gezondheidsberoepen. Er wordt een hoofdstuk aan hen besteed waarin enerzijds de activiteiten globaal worden beschreven en waarin anderzijds de voorwaarden om toe te treden tot het beroep, worden gespecificeerd.
Hoofdstuk II heeft betrekking op de bijzondere vrijstellingen voor de uitoefening van bepaalde handelingen van de geneeskunst — dat is een heel moeilijk stukje — zodat de doelgroep in België een zekere klinische opleiding kan volgen en dit in het kader van de medische en wetenschappelijke samenwerking met landen die geen lidstaat zijn van de Europese Unie. De ontworpen artikels beogen om enkel dit artikel te verduidelijken en dubbelzinnigheden te vermijden.
Hoofdstuk III betreft wijzigingen aan de wet betreffende het bloed en de bloedderivaten van menselijke oorsprong.
Hoofdstuk IV betreft de werking van het Kenniscentrum en voorziet in een plaatsvervanger voor de leidende ambtenaren van de FOD Volksgezondheid en Veiligheid van de Voedselketen, de FOD Sociale Zekerheid en het RIZIV in de raad van bestuur van het Kenniscentrum.
Hoofdstuk V heeft de wijzigingen van de wet van 1996 houdende sociale bepalingen tot doel en vooral de taken van de technische cel.
Hoofdstuk VI handelt over de registratie van gegevens en voorziet in een wettelijke basis voor de organisatie van een registratiesysteem en de verwerking van gegevens met betrekking tot kanker.
Hoofdstuk VII betreft de wet op de ziekenhuizen. Dat was ook een heel gevoelig debat. Ik denk dat er straks uitgebreid op teruggekomen zal worden. De bepalingen in verband met het hoofd van het verpleegkundig departement worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de andere bepalingen over de structurering van de verpleegkundige activiteit. Zo worden onder andere de opleidingsvoorwaarden uit de wet geschrapt. Ze worden voortaan uitsluitend vermeld in de erkenningsnormen. Er wordt ook een wijziging aangebracht met betrekking tot de patiëntenrechten in het ziekenhuis. Bovendien worden de bepalingen over de kamersupplementen en de ereloonsupplementen gewijzigd om de transparantie van de facturatie en de toegang tot de zorg voor alle patiënten te verbeteren.
Hoofdstuk VIII betreft de implantaten en medische hulpmiddelen. Het strekt ertoe de rechthebbenden beter te beschermen tegen supplementen verbonden aan implantaten en invasieve medische hulpmiddelen. Dit wordt nagestreefd door middel van een snellere tegemoetkoming voor deze prestaties door de verplichte verzekering. De andere doelstellingen bestaan erin de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering tegemoetkomt te verduidelijken en beter te omschrijven alsook de voorwaarden te verduidelijken voor hun financiering.
Hoofdstuk IX gaat over de rechten van de patiënt. Er wordt in de wet ingeschreven dat dit zowel op contractuele als op buitencontractuele rechtsverhoudingen van toepassing is. De aanwijzing van een vertrouwenspersoon wordt voor het recht op informatie vereenvoudigd. Voor het recht op inzage en afschrift van het patiëntendossier wordt de aanwijzingsprocedure behouden.
Hoofdstuk X betreft de gezondheidsbedreigende situaties. Zo hebben bijvoorbeeld SARS, de vogelgriep en dioxine geleid tot een nieuwe veiligheidstaak, de gezondheidsveiligheid. Het wetsontwerp voorziet in de oprichting van een netwerk en geeft een juridisch kader voor het beheer van informatie. Het richt ook een alarmsysteem op dat de minister toelaat uitzonderingsmaatregelen te nemen.
Het ontwerp vult tevens de maatregelen aan die moeten worden genomen in geval van dringende medische hulp.
Hoofdstuk XI betreft de geneesmiddelen. Naast formele technische correcties of herformuleringen van een aantal artikelen wordt in artikel 71 ook een beschermingsperiode ingevoerd na een aanbesteding. Artikel 72 bepaalt dat vanaf 2007 de geneesmiddelen die forfaitair worden vergoed in de ziekenhuizen uit de berekeningsbasis worden verwijderd die wordt gebruikt voor het berekenen van de heffingen die de farmaceutische firma's betalen.
Hoofdstuk XII voert belangrijke hervormingen in aan de wet over de responsabilisering van de zorgverstrekkers.
Hoofdstuk XIII bevat een reeks diverse wijzigingen aan de RIZIV-wet.
Hoofdstuk XV regelt de verzekerbaarheid van minderjarigen. Het hoofdstuk heeft tot doel de dekking inzake gezondheidszorg te verbeteren voor bijzonder kwetsbare minderjarigen, met andere woorden de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en kinderen ten laste van zelfstandigen van wie de verzekering niet in orde is.
Voor het overige wil ik verwijzen naar het schriftelijk verslag.
Wat het tweede luik betreft, het aanvullend verslag van deze ochtend, werd een amendement nr. 73 ingediend dat ertoe strekt het artikel 49, het vroegere artikel 44, te doen vervallen. Ik wil de doelstelling hier kort toelichten omdat het vanochtend wat snel is gegaan.
De doelstelling van het artikel was de invulling van twee lacunes in de huidige wetgeving wat betreft het overgaan tot opvordering met het oog op de continuïteit van de zorgverstrekking. Er is een leemte voor de uitsluitend openbare instellingen met betrekking tot bepaalde beroepscategorieën, en voor de private en de openbare sector in geval van gezondheidscrisissen en rampen.
Op initiatief van de minister van Werk werd een werkgroep opgericht om deze twee lacunes op te vullen. De indieners van het ontwerp willen erop aandringen dat de werkzaamheden van de werkgroep zouden worden bespoedigd. In afwachting van het beëindigen van het werk van deze werkgroep werd voorgesteld artikel 49 van het ontwerp in te trekken.
Er zijn daarop een aantal reacties gekomen, onder andere van de heer Goutry, die erop wees dat het advies van de commissie voor de Sociale Zaken over het wetsontwerp niet werd gevraagd. Artikel 49 is volgens hem duidelijk een materie die behoort tot de bevoegdheid van de commissie voor de Sociale Zaken. Indien de commissie zou zijn gevat door het ontwerp zou een dergelijke fout nooit mogelijk zijn geweest.
De heer Mayeur verduidelijkte dat hij aan de voorzitter van de commissie voor de Sociale Zaken had gevraagd of de commissie advies wou verlenen. De voorzitter stond daar niet op.
Mevrouw D'hondt herinnert zich niet dat een vraag tot het verlenen van advies werd voorgelegd aan de commissie. Indien de commissie had moeten stemmen over het artikel 49 zou het nooit aangenomen zijn. Ze is net als de heer Goutry in de algemene bespreking van oordeel dat het onmogelijk is om zo een belangrijk wetsontwerp in een week goed en volledig te behandelen.
De stemming dan. Amendement nr. 73 op artikel 49 werd eenparig aangenomen, bijgevolg werd het artikel opgeheven. Het aldus geamendeerde wetsontwerp werd aangenomen met 8 stemmen voor bij 3 onthoudingen.
Voor het overige verwijs ik naar het schriftelijke verslag.
Translated text
Almost everyone has begged me to keep it short. The Health Act covers about three hundred pages. We spent a few hours and a lot of sweat.
I will keep it very short. The first part of the report covers the meetings of 3 and 4 July. The second part is a supplementary report from a meeting held today in connection with an amendment to the same bill.
As for the first part, Mrs. Burgeon and I agreed to keep it fairly concise. There were many amendments and comments from various members of parliament. We think it is appropriate not to repeat all of this again, but to refer to the written report for that part. Members who want to say a few more things can do so in the plenary session anyway.
I will discuss the main points of the bill. It consists of fifteen chapters.
Chapter I provides for a regulation for midwives. The Minister pointed out that so far the profession of midwives has been described only very limited. The draft law aims to provide a similar legal basis for midwives as for other health professions. A chapter is assigned to them, which, on the one hand, describes the activities globally and, on the other hand, specifies the conditions for entering the profession.
Chapter II deals with the special exemptions for the exercise of certain acts of medicine – which is a very difficult part – so that the target group in Belgium can follow a certain clinical training and this in the context of medical and scientific cooperation with countries that are not members of the European Union. The articles designed aim only to clarify this article and to avoid ambiguity.
Chapter III deals with amendments to the Law on Blood and Blood Derivatives of Human Origin.
Chapter IV deals with the functioning of the Knowledge Centre and provides for a replacement for the senior officials of the FOD Public Health and Safety of the Food Chain, the FOD Social Security and the RIZIV in the board of directors of the Knowledge Centre.
Chapter V addresses the amendments to the Act of 1996 on social provisions and, in particular, the tasks of the technical unit.
Chapter VI deals with the registration of data and provides a legal basis for the organization of a registration system and the processing of data relating to cancer.
Chapter VII relates to the law on hospitals. It was also a very sensitive debate. I think it will be returned extensively soon. The provisions relating to the head of the nursing department are amended to align them with the other provisions relating to the structuring of the nursing activity. In this way, among other things, the training conditions are removed from the law. From now on, they will only be mentioned in the recognition standards. There is also a change in the rights of patients in the hospital. In addition, the provisions on room supplements and honorary supplements are amended to improve the transparency of invoicing and the access to care for all patients.
Chapter VIII relates to implants and medical devices. It aims to better protect rightholders against supplements associated with implants and invasive medical devices. This is achieved through a faster response to these benefits by the compulsory insurance. The other objectives include clarifying and better defining the conditions under which the compulsory insurance must meet, as well as clarifying the conditions for their financing.
Chapter IX deals with the rights of the patient. It is written in the law that this applies to both contractual and non-contractual legal relationships. The designation of a trust person is simplified for the right to information. For the right to access and copy the patient dossier, the appointment procedure shall be retained.
Chapter X deals with health hazards. For example, SARS, bird flu and dioxin have led to a new safety task, health safety. The bill provides for the establishment of a network and provides a legal framework for the management of information. It also establishes an alarm system that allows the Minister to take exceptional measures.
The draft also complements the measures to be taken in the event of urgent medical assistance.
Chapter XI relates to medicinal products. In addition to formal technical corrections or re-formulations of a number of articles, Article 71 also introduces a period of protection after a tender. Article 72 stipulates that from 2007 the medicinal products that are reimbursed on a flat-rate basis in hospitals shall be removed from the calculation basis used for calculating the fees paid by the pharmaceutical companies.
Chapter XII introduces major reforms to the law on the responsibility of healthcare providers.
Chapter XIII contains a series of various amendments to the RIZIV Act.
Chapter XV regulates the insurance of minors. The purpose of this chapter is to improve the coverage of health care for especially vulnerable minors, in other words, unaccompanied foreign minors and children in charge of self-employed persons whose insurance is not in order.
For the rest, I would like to refer to the written report.
As regards the second loop, the supplementary report of this morning, an amendment was introduced. 73 submitted with a view to repealing Article 49, the former Article 44. I would like to briefly explain the goal here because this morning it went a bit fast.
The aim of the article was to fill two gaps in the current legislation regarding the transition to recovery in order to ensure the continuity of the care provision. There is a gap for the exclusively public institutions with regard to certain categories of professions, and for the private and public sector in the event of health crises and disasters.
At the initiative of the Minister of Labour, a working group was established to fill these two gaps. The proposers of the draft wish to insist that the work of the working group should be accelerated. In anticipation of the completion of the work of this working group, it was proposed to withdraw Article 49 of the draft.
There have been a number of reactions, including from Mr. Goutry, who pointed out that the opinion of the Social Affairs Committee on the draft law was not sought. Article 49 is clearly a matter within the competence of the Social Affairs Committee. If the committee had been caught up by the draft, such a mistake would never have been possible.
Mr Mayeur clarified that he had asked the Chairman of the Committee on Social Affairs whether the committee would advise. The President did not stand on that.
Mrs D'hondt does not remember that a question for advice was submitted to the committee. If the committee had to vote on Article 49 it would never have been adopted. She is, like Mr. Goutry in the general discussion, of the opinion that it is impossible to properly and fully handle such an important bill in a week.
The vote then. Amendment No. 73 on Article 49 was unanimously adopted, hence the article was repealed. The amended bill was adopted with 8 votes in favor and 3 abstentions.
For the rest, I refer to the written report.
#3
Official text
Je suppose que, pour le reste, Mme Burgeon, qui est votre co-rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Translated text
I suppose that, for the rest, Mrs. Burgeon, who is your co-rapporteur, refers to her written report.
#4
Official text
Met het akkoord van de collega's, waarvoor ik de oppositieleden dank, zal ik nu eerst het woord geven aan mevrouw Dierickx, en daarna aan de heer Drèze en de heer Goutry. Wel bedankt, collega's Drèze en Goutry.
Translated text
With the agreement of the colleagues, for which I thank the opposition members, I will now give the word first to Mrs Dierickx, and then to Mr Drèze and Mr Goutry. Thank you, colleagues Drèze and Goutry.
#5
Official text
Mevrouw Dierickx, misbruik niet de gunstige positie die ik u gaf. U hebt het woord.
Translated text
Mrs Dierickx, do not abuse the favorable position I gave you. You have the word.
#6
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het onderwerp dat de bespreking van onderhavig wetsontwerp heeft gedomineerd, is ongetwijfeld de uitgebreide bevoegdheden voor de vroedvrouwen. Wanneer de wet in werking treedt, zullen de vroedvrouwen de mogelijkheid hebben geneesmiddelen voor te schrijven, echografieën te maken en aan bekkenbodemreëducatie te doen. Ook in de beroepsgroep zelf heeft dat geleid tot heel wat controverse. Wij hebben via de media vernomen dat de verschillende verenigingen van vroedvrouwen tegengestelde visies verdedigden. De ene groep vreesde precies die verantwoordelijkheid en die aansprakelijkheid, die met de uitbreiding van de bevoegdheden gepaard gaat. De andere groep van verenigingen van vroedvrouwen wilde juist een uitbreiding van de bevoegdheden, inclusief de verantwoordelijkheid.
Dat maakt het natuurlijk voor de politici niet gemakkelijk een mening te vormen en een beslissing te nemen. Het ontwerp heeft zeker de verdienste dat het enkele handelingen die vroedvrouwen vandaag stellen in de illegaliteit, wettelijk zal regelen. In die zin heeft de VLD geen probleem met de uitbreiding van de bevoegdheden.
Maar er blijven wel enkele knelpunten voor de VLD.
Ten eerste is er het probleem van de echografieën. Wij erkennen dat vandaag vroedvrouwen in de bevallingkamer echografieën maken om de positie van het kind te bepalen. Dat dat nu gelegaliseerd wordt, is natuurlijk geen probleem voor ons. Het gaat immers om een functionele echografie. Maar de aanvankelijke tekst ging veel verder en liet vroedvrouwen ook toe echografieën te maken waarbij een zwangerschap vastgesteld zou worden en dus te bepalen of er een extra- of een intra-uterine zwangerschap is en of er een risicovolle zwangerschap is, en dat gaat voor de VLD te ver. Morfologische echografieën vallen onder diagnose en diagnostiek vraagt een medische scholing, die veel verder gaat dan de scholing van de vroedvrouw. Gynaecologen volgen na hun opleiding als arts nog vele jaren specialisatie. Wij mogen dus hun diagnostische rol niet zomaar vrijmoedig overdragen aan mindergeschoolden. De diagnose van een foetus met een pathologie is immers te belangrijk, in de eerste plaats voor moeder en kind, maar ook voor de vroedvrouwen, want indien er zich een probleem voordoet, moet de verantwoordelijkheid enkel bij de arts liggen; het kan geen gedeelde verantwoordelijkheid bij arts en vroedvrouw zijn.
De VLD is dan ook tevreden dat de tekst in deze beperkende zin werd aangepast.
Een tweede bekommernis is de bekkenbodemreëducatie. Kinesisten moeten een bijzondere opleiding volgen om voornoemde behandeling te kunnen verstrekken. Wij zullen de competentie nu zomaar laten gebeuren door verpleegkundigen. Ook hier moet een grotere voorzichtigheid aan de dag worden gelegd. Ik heb immers de indruk dat de laatste jaren uit het oog wordt verloren dat elke medicus en elke paramedicus een eigen, specifieke opleiding hebben gevolgd. De opdrachten die elkeen vervult, kunnen niet zomaar worden verwisseld.
Inzake de implantaten staan er in de voorliggende gezondheidswet wel enkele goede zaken.
Ten eerste, er wordt voorzien in een verplichte notificatie van implantaten. Een niet-genotificeerd implantaat kan later niet meer aan de patiënten worden aangerekend.
Er wordt voor de terugbetaling ook een nieuwe structuur opgericht die te vergelijken is met de terugbetaling van geneesmiddelen.
De CTI, de Commissie Tegemoetkoming Implantaten en Invasieve Medische Hulpmiddelen, wordt opgericht. De bepalingen in de wet volgen grosso modo de bepalingen van de CTG, de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen. Dat is een goede zaak. Ook de termijnen die de CTG hanteert, worden door de CTI overgenomen. Ik hoop echter dat, wanneer na een jaar een evaluatie plaatsvindt, de termijnen kunnen worden ingekort. Zeker voor de implantaten moet dat mogelijk zijn.
De tekst van het wetsontwerp bepaalt echter dat, wanneer de CTI binnen 180 dagen geen voorstel formuleert en de minister binnen 45 dagen geen beslissing neemt, de aanvraag wordt verworpen. Ik begrijp de budgettaire redenen die achter voornoemde bepaling schuilen. Het is niettemin niet fair ten opzichte van de aanvrager, die de procedure dan van meet af aan mag herbeginnen, en dat omdat de CTI en de minister hun werk niet naar behoren hebben vervuld. Een positief antwoord zou hier meer stimulerend werken, zowel voor de CTI als voor de minister.
Bij het heikele thema van de supplementen hebben wij ons zorgen gemaakt over de pediaters, die al tot de minst betaalde specialisten behoren. De VLD vreesde dat ziekenhuizen het nog moeilijker zouden hebben om ziekenhuispediaters aan te trekken.
Mijnheer de minister, u weet dat dit vandaag een groot probleem is. De meeste, afgestudeerde pediaters kiezen immers voor een eigen praktijk.
Wij zijn dan ook blij dat afspraken werden gemaakt die voor een betere verloning van de ziekenhuispediaters zullen zorgen. De vraag is natuurlijk of de loonsverhoging voldoende zal zijn om de nadelen van alle, recent genomen maatregelen die de pediaters treffen, te compenseren, inbegrepen de maatregelen die de erkenningnormen voor de kinderafdelingen in ziekenhuizen beperken.
Ten slotte, kan ik niet nalaten mijn verwondering uit te drukken over artikel 123 van deze gezondheidswet. Dit artikel was oorspronkelijk niet opgenomen in het voorontwerp. Het bepaalt dat de voorzitter van de Overeenkomstencommissie tandartsen-mutualiteiten een ambtenaar moet zijn. Dit lijkt me eerder een bepaling die betrekking heeft op persoonlijke ambities dan ingegeven door een goed beleid. Het is natuurlijk gemakkelijker het voorzitterschap van de dentomut aan een ambtenaar te geven dan zich de woede van de artsen in de medicomut op de hals te halen. Het is jammer dat hiervoor de tandartsen worden opgeofferd. Mijnheer de minister, tandartsen zijn verdraagzaam en laten dit toe. Dit belet niet dat ik die politiek ten zeerste betreur.
Ik dank u voor uw aandacht.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, the topic that has dominated the discussion of this bill is undoubtedly the extended powers for midwives. When the law comes into force, midwives will have the opportunity to prescribe medications, take ultrasound and undergo pelvic floor reduction. Even in the professional group itself, this has caused a lot of controversy. We have heard through the media that the various associations of midwives defended opposing views. One group feared precisely that responsibility and that responsibility, which comes with the expansion of powers. The other group of nursing women’s associations wanted to expand their powers, including responsibility.
This makes it not easy for politicians to form an opinion and make a decision. The design ⁇ has the merit that it will legally regulate some acts that midwives today place in the illegality. In this sense, the VLD has no problem with the extension of powers.
However, there are still some difficulties for the VLD.
First, there is the problem of ultrasound. We acknowledge that today nurses in the laboratory do ultrasound to determine the position of the child. The fact that it is legalized now, of course, is not a problem for us. This is a functional ultrasound. But the original text went much further and also allowed midwives to make ultrasounds that would establish a pregnancy and thus determine whether there is an extra-or intra-uterine pregnancy and whether there is a high-risk pregnancy, which goes too far for the VLD. Morphological ultrasound falls under diagnosis and diagnostics requires medical training, which goes far beyond the training of the midwife. Gynecologists, after their training as a doctor, continue to pursue many years of specialization. Therefore, we should not simply freely transfer their diagnostic role to under-skilled people. After all, the diagnosis of a fetus with a pathology is too important, primarily for the mother and child, but also for the midwives, because if a problem arises, the responsibility should lie solely with the doctor; it cannot be a shared responsibility between the doctor and the midwife.
The VLD is therefore satisfied that the text has been adjusted in this restrictive sense.
A second concern is the pelvic floor reduction. Kinesists must undergo special training in order to be able to provide the aforementioned treatment. We will now simply allow the competence to be done by nurses. More caution should also be given here. After all, I have the impression that in recent years it has been lost from the eye that every doctor and paramedic have followed their own, specific training. The tasks each performs cannot simply be exchanged.
In terms of implants, there are some good things in the current Health Act.
First, it provides for a mandatory notification of implants. An ungenotified implant can no longer be charged to the patients later.
A new structure will also be established for the refund, which is comparable to the refund of medicines.
The CTI, the Commission on Implants and Invasive Medical Devices, is established. The provisions of the law follow the provisions of the CTG, the Commission on Medicines. That is a good thing. The time limits used by the CTG are also taken over by the CTI. However, I hope that when an evaluation takes place after a year, the deadlines can be shortened. This should be possible especially for the implants.
However, the text of the bill stipulates that if the CTI does not formulate a proposal within 180 days and the minister does not make a decision within 45 days, the application will be rejected. I understand the budgetary reasons behind the aforementioned provision. Nevertheless, it is not fair to the applicant, who can then restart the procedure from the outset, and that because the CTI and the minister have not performed their work properly. A positive response would be more stimulating here, both for the CTI and for the minister.
In the delicate theme of supplements, we have been concerned about the pediatricians, who are already among the least paid specialists. The VLD feared that hospitals would find it even more difficult to attract hospital practitioners.
Mr. Minister, you know that this is a big problem today. After all, most graduated pediatricians choose their own practice.
We are therefore pleased that agreements have been made that will ensure better remuneration of hospital practitioners. The question is, of course, whether the wage increase will be sufficient to compensate for the disadvantages of all recent measures taken by pediatricians, including those measures that limit the standards of recognition for children’s departments in hospitals.
Finally, I cannot fail to express my amazement over Article 123 of this Health Act. This article was not originally included in the preliminary design. It stipulates that the chairman of the Dental Mutualities Agreement Committee must be an official. This seems to me to be a provision relating to personal ambitions rather than inspired by good policy. It is, of course, easier to give the chairmanship of the dentomut to a civil servant than to grab the anger of the doctors in the medicine box on the neck. It is a pity that the dentists are sacrificed for this. Doctors are tolerant and tolerant. This does not prevent me from deeply regretting this policy.
I thank you for your attention.
#7
Official text
Mijnheer de minister, tandartsen zijn verdraagzaam.
Translated text
The dentists are tolerant.
#8
Official text
Monsieur Drèze, vous avez droit à 30 minutes mais vous n'en aurez peut-être pas besoin.
Translated text
Mr. Drèze, you are entitled to 30 minutes, but you may not need it.
#9
Official text
Monsieur le président, nous verrons.
Translated text
Mr. President, we will see.
#10
Official text
C'est le temps dont vous disposez dans la discussion générale.
Translated text
This is the time you have at your disposal in the general discussion.
#11
Official text
Monsieur le président, je resterai dans le temps imparti.
Translated text
I will stay within the time provided.
#12
Official text
C'est parfait.
Translated text
It is perfect.
#13
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, ce projet de loi comporte un conglomérat de dispositions diverses, mais néanmoins importantes, sur lesquelles on ne peut pas faire de commentaire général mais bien chapitre par chapitre.
Certains chapitres nous réjouissent; d'autres, par contre, ne nous conviennent pas. Nous avons déposé, en commission, des amendements concernant ces chapitres. Ces amendements ont été rejetés mais nous en déposons à nouveau une partie aujourd'hui car les arguments du ministre ne nous ont pas toujours convaincus.
Le chapitre premier renforce le statut des sagesfemmes et nous nous en réjouissons car ces professionnelles de l'accouchement remplissent un rôle de première ligne indispensable. Elles ont acquis, au fil des années, des compétences de plus en plus pointues et le projet de loi vient confirmer cette évolution. Nous préciserons que nos craintes quant au partage des responsabilités entre les sages-femmes et les autres professionnels de la santé, en particulier les médecins, ont pu être apaisées en commission grâce au dépôt d'amendements précisant la portée de certaines dispositions.
Le chapitre VII limite et interdit certains suppléments à charge du patient dans le cadre d'une hospitalisation. Le cdH plaide, comme le CD&V d'ailleurs, depuis de nombreuses années, pour une interdiction des suppléments d'honoraires en chambre commune et en chambre à deux lits et pour un plafonnement des suppléments en chambre individuelle. En effet, la hausse continue des suppléments hospitaliers et des frais à charge du patient réduit de manière inacceptable l'accessibilité aux soins, en particulier des personnes les plus démunies. Les disparités constatées entre les hôpitaux rompent l'égalité des patients devant le système des soins de santé.
Le système qui est proposé aujourd'hui par le ministre ne correspond pas à la mesure que nous aurions souhaité voir s'appliquer. En effet, elle est limitée à certaines catégories de patients: les patients admis dans les services d'urgence et les patients accompagnés de leurs parents. Nous sommes clairement en faveur de mesures permettant notamment aux enfants de bénéficier d'une prise en charge adaptée, en particulier dans un lieu tel qu'un hôpital. La mesure lève une barrière financière supplémentaire pour permettre aux parents d'accompagner leur enfant plus facilement dans de telles circonstances.
Toutefois, selon nous, la mesure n'aurait pas dû être ciblée sur un sous-groupe de patients car cela crée des discriminations vis-à-vis d'autres sous-groupes de patients.
Nous souhaitions que l'interdiction et le plafonnement soient étendus à tous.
La limitation de la mesure aux enfants accompagnés crée une distorsion dans le système de financement des hôpitaux et de rétribution des médecins spécialistes. En effet, malheureusement, le système des suppléments hospitaliers est devenu une façon de contourner le sous-financement structurel auquel les hôpitaux doivent faire face en transférant sur le patient la charge financière du manque de moyens. Cependant, le projet de loi ne résout pas le problème. Il l'aggrave même puisqu'il pénalise un groupe de spécialistes — les pédiatres — qui, au contraire d'autres spécialistes qui pourront continuer à percevoir des suppléments, verront leurs revenus limités. Or, la situation des pédiatres hospitaliers est déjà préoccupante.
Schématiquement leurs problèmes sont de deux ordres. Tout d'abord, le niveau de vie des pédiatres s'effrite depuis des années à cause, notamment, de la sous-valorisation des actes intellectuels par rapport aux actes techniques. L'indexation de leurs honoraires de surveillance, prévue dans l'accord médico-mutuellliste de décembre 2005, est intervenue plusieurs mois après la date prévue, ce qui les prive d'un revenu pour l'année 2006. Ensuite, l'évolution de la profession d'un point de vue sociologique et, en particulier, sa très large féminisation, ajoutée au numerus clausus, rend leur tâche d'autant plus difficile à assumer.
Dès lors, nous avons plaidé en commission pour que la mesure soit compensée par une revalorisation des honoraires de la profession.
En commission, le ministre Demotte a dit partager cette même vision et avoir conclu un accord avec les pédiatres à ce sujet. Néanmoins, nous nous permettrons de relayer l'inquiétude de l'Académie belge de pédiatrie car cet accord est, en principe, conditionné par la décision de la commission médico-mutuelliste, qui n'est, à ce jour, pas encore acquise. En d'autres termes, rien n'est acquis et, entre-temps, les conditions de travail de la profession continuent à se dégrader.
Voilà les raisons pour lesquelles nous soutiendrons l'amendement visant à inscrire dans la loi que la mesure n'entrera pas en vigueur avant 2007 et sans une telle revalorisation.
Enfin, le projet de loi laisse le plafonnement des suppléments en chambre individuelle à la libre appréciation de chaque hôpital, ce qui ne résoudra pas le problème des tarifs différenciés d'hôpital à hôpital et donc celui de l'inégalité d'accès selon l'hôpital choisi alors que le soin dispensé est censé être de qualité égale pour tous.
Au vu des critiques que je viens d'évoquer, nous maintenons notre amendement déposé en commission et cosigné avec le CD&V. Cet amendement vise, d'une part, à interdire la réclamation de tout supplément d'honoraires au patient lorsque celui-ci est hospitalisé en chambre commune ou à deux lits ce, pour tous les patients et pas seulement les enfants et les patients "urgents", et, d'autre part, à plafonner les suppléments d'honoraires éventuellement réclamés en cas d'hospitalisation en chambre particulière. Ce dernier plafond doit être fixé par référence au tarif de l'accord et non laissé à l'appréciation des hôpitaux.
Notre position va bien évidemment de pair avec une révision à la hausse du budget, car tout le monde connaît les problèmes de sousfinancement auxquels sont confrontés nos hôpitaux et les suppléments d'honoraires visés jusqu'ici et malheureusement, selon nous, à compenser. La nomenclature des prestations de santé doit, elle aussi, être revue de fond en comble afin de procéder au rééquilibrage qui s'impose, comme vous l'aviez promis en commission il y a près d'un an à la suite des sorties de Steve Stevaert, président du sp.a de l'époque, quand il avait mis en évidence les différences de revenus importantes entre certains spécialistes tels que les cardiologues et les médecins généralistes ou les pédiatres.
Le chapitre VIII crée une nouvelle procédure pour le remboursement des dispositifs médicaux implantables et des implants. Nous nous en réjouissons car une telle procédure ne peut que favoriser l'objectivité dans la prise en charge par l'assurance de tels produits, très utiles mais aussi de plus en plus coûteux.
Le chapitre IX porte sur les droits du patient. Le projet de loi apporte quelques modifications très ciblées à la loi du 22 août 2002 sur les droits du patient, modifications que nous soutenons. Néanmoins, le projet passe à côté de corrections importantes. C'est pourquoi nous avons introduit cinq amendements, certains d'entre eux se basant notamment sur le rapport de la médiatrice fédérale "Droits du patient" de juin 2005. Monsieur le président, comme je l'ai fait hier, je vais me permettre de résumer mes amendements maintenant, ce qui me permettra de ne plus y revenir tout à l'heure.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, this bill contains a conglomerate of various, yet important provisions, on which one cannot make a general comment, but rather chapter by chapter.
Some chapters delight us; others, on the other hand, do not suit us. We have submitted amendments to these chapters. These amendments were rejected but we are submitting a part of them again today because the arguments of the minister have not always convinced us.
The first chapter reinforces the status of midwives and we are delighted because these midwives perform an indispensable first-line role. They have acquired, over the years, more and more striking skills and the bill comes to confirm this evolution. We will clarify that our concerns about the sharing of responsibilities between midwives and other health professionals, in particular doctors, have been mitigated in the committee through the submission of amendments clarifying the scope of certain provisions.
Chapter VII limits and prohibits certain supplements to the patient in the context of hospitalization. The CDH has been advocating, like the CD&V, for many years, for a ban on supplementary fees in common room and in double bedroom and for a ceiling on supplements in single room. Indeed, the continued increase in hospital supplements and patient expenses unacceptably reduces access to care, especially for the most disadvantaged. The differences found between hospitals break the equality of patients in the health care system.
The system proposed by the Minister today does not correspond to the measure we would have wanted to see applied. Indeed, it is limited to certain categories of patients: patients admitted to emergency services and patients accompanied by their parents. We are clearly in favour of measures that allow children to receive appropriate care, especially in a place such as a hospital. The measure lifts an additional financial barrier to allow parents to accompany their child more easily in such circumstances.
However, in our view, the measure should not have been targeted at a subgroup of patients because this creates discrimination against other subgroups of patients.
We wanted the prohibition and ceiling to be extended to all.
The limitation of the measure to accompanying children creates a distortion in the system of financing hospitals and remuneration of specialists. In fact, unfortunately, the system of hospital supplements has become a way to bypass the structural underfinancing that hospitals have to deal with by transferring the financial burden of lack of funds to the patient. However, the bill does not solve the problem. It even aggravates it since it penalizes a group of specialists — the pediatricians — who, unlike other specialists who will continue to receive supplements, will see their income limited. However, the situation of pediatric hospitals is already worrying.
Schematically, their problems are of two orders. First, the standard of living of pediatricians has been collapsing for years due, in particular, to the undervaluation of intellectual acts compared to technical acts. The indexation of their surveillance fees, provided for in the medical-mutuellliste agreement of December 2005, took place several months after the scheduled date, which deprived them of an income for the year 2006. Then, the evolution of the profession from a sociological point of view and, in particular, its very broad feminisation, added to the numerus clausus, makes their task even more difficult to assume. by
Therefore, we advocated in commission that the measure be compensated by a revaluation of the professional fees. by
In a committee, Minister Demotte said he shared this same vision and had reached an agreement with pediatricians on this subject. Nevertheless, we will allow ourselves to relay the concern of the Belgian Academy of Pediatrics because this agreement is, in principle, conditioned by the decision of the medico-mutuellist commission, which is, to date, not yet acquired. In other words, nothing is acquired and, meanwhile, the working conditions of the profession continue to deteriorate.
These are the reasons why we will support the amendment aimed at inserting in the law that the measure will not enter into force before 2007 and without such revaluation.
Finally, the bill leaves the ceiling of individual room supplements to the free judgment of each hospital, which will not solve the problem of differentiated rates from hospital to hospital and therefore that of the inequality of access according to the hospital chosen while the care provided is supposed to be of equal quality for all.
In view of the criticisms I have just mentioned, we maintain our amendment filed in committee and co-signed with CD&V. This amendment aims, on the one hand, to prohibit the claim of any supplement of fees to the patient when the patient is hospitalized in a common room or two beds this, for all patients and not only children and patients "urgent", and, on the other hand, to ceil the supplements of fees possibly claimed in case of hospitalization in a particular room. This latter ceiling must be fixed by reference to the tariff in the agreement and not left to the hospital’s judgment.
Our position, of course, goes hand in hand with an increasing revision of the budget, because everyone knows the problems of underfinancing facing our hospitals and the fees supplements targeted so far and unfortunately, in our opinion, to compensate. The nomenclature of health benefits must, too, be revised from the bottom to the bottom in order to carry out the necessary re-balancing, as you promised in commission ⁇ a year ago following the departure of Steve Stevaert, president of the sp.a at the time, when he highlighted the significant income differences between certain specialists such as cardiologists and general physicians or pediatricians.
Chapter VIII establishes a new procedure for the refund of implantable medical devices and implants. We are pleased because such a procedure can only promote objectivity in the insurance coverage of such products, very useful but also increasingly expensive.
Chapter IX deals with the rights of the patient. The bill introduces some highly targeted amendments to the Act of 22 August 2002 on Patient Rights, amendments that we support. However, the project passes along with significant corrections. That’s why we introduced five amendments, some of which are based on the Federal Ombudsman’s “Patient Rights” report of June 2005. Mr. Speaker, as I did yesterday, I will allow myself to summarize my amendments now, which will allow me not to come back to them sooner.
#14
Official text
C'est tout à fait logique que vous les employiez comme "porte-manteau" à votre argumentaire.
Translated text
It is perfectly logical that you use them as a “pullover” to your argumentary.
#15
Official text
Notre amendement n° 10 vise à confirmer dans la loi qu'il appartient au praticien professionnel de prouver qu'il a bien donné au patient l'information sur son état de santé et son traitement. En effet, il existe aujourd'hui une controverse dans la pratique puisque certains juges estiment que c'est au patient qu'il revient de prouver qu'il n'a pas été informé, ce qui est pour le moins absurde. Comment apporter la preuve d'un fait négatif? Le collaborateur du ministre l'a d'ailleurs reconnu en commission.
Notre amendement n° 11 vise à donner à la déclaration anticipée de refus du consentement une valeur purement indicative, une fois écoulé un délai de trois ans après l'émission de cette déclaration. En effet, dans la pratique, il arrive que la science évolue spectaculairement entre le jour où un patient déclare qu'il refuse un traitement par anticipation et le jour où la situation se présente. Aujourd'hui, le médecin est obligé de respecter le refus de traitement, même si la science médicale a évolué entre-temps, permettant un traitement adéquat.
Notre amendement n° 12 abroge l'article 58 du projet qui vise à introduire une obligation de forme pour le patient: celle de consigner par écrit sa demande de consulter son dossier. Nous considérons que cette exigence est trop formaliste et qu'elle nuit à la relation de confiance entre le soignant et le soigné.
Notre amendement n° 13 vise à lever une contradiction existant, selon nous, dans la loi. En effet, dans la loi actuelle, le praticien professionnel peut refuser au patient de recevoir certaines informations particulièrement sensibles de son dossier (annotations personnelles et celles qui font l'objet de l'exception thérapeutique) mais il peut, par contre, les lui remettre indirectement par le biais d'un autre praticien professionnel.
Selon nous, de deux choses l'une: soit ces informations sont réellement trop sensibles et il faut les garder secrètes, soit elles ne le sont pas et il faut autoriser le patient à y avoir accès.
Notre cinquième amendement, l'amendement n° 14, a pour but de trouver une solution au problème de fonctionnement des services de médiation hospitalière. Ceux-ci sont en effet critiqués depuis le début quant à l'apparence de neutralité et d'indépendance qu'ils donnent aux patients hospitalisés par rapport à l'institution dont ils dépendent. Comment le patient pourrait-il se confier à eux sereinement s'il a l'impression que le médiateur est de parti pris envers l'hôpital qui le rétribue? Comment n'en serait-il pas autrement dans les cas où le médiateur occupe une autre fonction au sein de l'hôpital, par exemple s'il est directeur médical?
Notre amendement n° 14 vise à donner aux médiateurs hospitaliers les garanties d'indépendance, d'impartialité et de confidentialité nécessaires à l'exercice de leur fonction. Pour cela, nous nous basons sur la récente loi du 21 février 2005 modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la médiation.
Ces amendements ont été présentés en commission mais ont été rejetés par le ministre sur des bases qui, parfois, nous étonnent. En effet, la plupart de ces amendements semblaient recueillir l'assentiment du ministre sur le fond mais furent jugés prématurés, dans l'attente d'un avis de la Commission fédérale de médiation.
Ce qui nous étonne, c'est que, d'une part, ces problèmes sont bien connus de longue date et on ne voit pas très bien en quoi un avis supplémentaire pourra changer le fond du problème. D'autre part, le ministre, lui-même, présente, dans son projet de loi, quelques modifications à la loi sur les droits du patient. Nous ne comprenons donc pas pourquoi d'autres modifications devraient être refusées.
Le chapitre X crée un réseau de veille sanitaire permettant au ministre de gérer des situations à risque sanitaire. Nous sommes favorables à ces dispositions car la crise de la grippe aviaire a démontré la plus-value de disposer d'un outil permettant de mettre en place rapidement une politique coordonnée en cas de crise sanitaire grave. Néanmoins, nous répétons ici l'importance de veiller à respecter pour ce faire les compétences des Communautés et des Régions, comme relevé par le Conseil d'État, et l'utilité de mettre en place une politique concertée au moyen d'accords de coopération.
Le chapitre XII concerne la responsabilisation des prestataires de soins. Ce chapitre vise à corriger certains effets négatifs de la procédure actuelle des contrôles et des sanctions applicables aux médecins prescripteurs, mise à jour en particulier lors du contrôle opéré sur certains médecins en 2005, notamment dans la région de Gouvy et Lierneux. Le cdH avait été l'un des premiers à réagir face à ces événements en déposant en janvier 2006 une proposition de loi visant à humaniser les contrôles.
Dans son projet de loi, le ministre apporte des réponses concrètes aux problèmes soulevés mais nous laisse sur notre faim sur certains points et certains autres ne nous semblent pas encore réglés ou partiellement réglés.
Ainsi, premièrement, le ministre instaure une double procédure d'appel, un double degré de juridiction permettant au prestataire de faire valoir ses moyens de défense, éventuellement assisté d'un avocat. Le projet se limite néanmoins à des dispositions relativement générales quant à l'énoncé des garanties des droits de la défense, laissant au Roi la compétence de régler ultérieurement les règles plus concrètes de fonctionnement.
À une question que j'ai posée en commission, le ministre a répondu que les autres garanties seront bel et bien fixées dans l'arrêté royal: droit à recevoir copie du dossier, droit d'être entendu, etc. Nous veillerons à la concrétisation de ces engagements.
En deuxième lieu, nous redéposons deux derniers amendements, les n os 55 et 56, visant à inscrire dans la loi qu'un comportement dit "déviant", par comparaison soit aux indicateurs soit à la pratique courante, peut se justifier pour des raisons thérapeutiques ou par l'état de nécessité. En effet, certains patients n'ont pas la possibilité de se déplacer dans un hôpital et il est donc impossible d'obtenir l'accord d'un spécialiste. L'état de nécessité pourrait ici être invoqué, tout comme il pourrait l'être lorsque le généraliste est sûr que le traitement est urgent et que des examens en milieu hospitalier seraient superflus. Enfin, j'ai demandé à ce que l'on dissocie ma proposition de loi n° 2234 visant à stabiliser la réglementation en matière de médicaments et à humaniser les contrôles des dispensateurs de soins.
D'une part, comme je l'ai déjà indiqué, parce j'attends de connaître, monsieur le ministre, votre arrêté royal reprenant l'énoncé des garanties des droits de la défense. D'autre part, parce que je ne suis pas encore totalement rassuré en matière d'accès efficient des dispensateurs de soins à la réglementation en matière de médicaments.
Monsieur le ministre, vous m'aviez indiqué il y a six mois que les médecins allaient se voir offrir par l'INAMI un GSM PDA leur permettant de télécharger et d'actualiser facilement une version électronique du répertoire commenté des médicaments éditée par le CBIP. Je dis facilement car, après que vous me l'ayez montré tout à l'heure, j'ai essayé de consulter le site CBIP sur mon propre PDA et il faut reconnaître que c'est relativement lent et fastidieux.
Sur ce point, pouvez-vous me dire, monsieur le ministre, si votre idée d'offrir un instrument à chaque médecin est toujours d'actualité? Si oui, pourquoi n'est-elle pas encore exécutée? Quand le sera-t-elle?
Enfin, comme pour le projet de loi relatif au contrôle des institutions de retraite professionnelle débattu tout à l'heure, le ministre reconnaîtra que l'opposition a fait ici preuve de beaucoup de souplesse et de sens de l'intérêt général. En effet, le projet du gouvernement a été déposé au Parlement avec retard et, aujourd'hui encore, il a fallu l'amender en commission pour l'adopter dans la foulée en séance plénière.
Nous regrettons que le gouvernement n'ait pas retenu la leçon de la loi santé votée aux alentours de Pâques l'an dernier. A l'époque, nous avions perdu trois semaines suite à une erreur lors d'un vote précipité et tardif en commission. Monsieur le ministre, j'espère que, la prochaine fois, vous pourrez faire démentir le dicton "Jamais deux sans trois" et venir à temps devant le Parlement.
Translated text
Our amendment No. 10 aims to confirm in the law that it is up to the professional practitioner to prove that he has properly provided the patient with information about his health status and treatment. Indeed, there is now a controversy in practice since some judges believe that it is up to the patient to prove that he has not been informed, which is at least absurd. How to prove a negative fact? In addition, the Minister’s collaborator has acknowledged it in the commission.
Our 11 amendment aims to give the early declaration of refusal of consent a purely indicative value, once a period of three years has elapsed after the issuance of that declaration. Indeed, in practice, it happens that science evolves dramatically between the day a patient declares that he refuses treatment by anticipation and the day the situation appears. Today, the doctor is obliged to respect the refusal of treatment, even if medical science has evolved in the meantime, allowing adequate treatment.
Our 12th amendment repeals article 58 of the draft which aims to introduce a formal obligation for the patient: that of recording in writing his request to consult his file. We consider that this requirement is too formalist and that it undermines the relationship of trust between the caregiver and the caregiver.
Our 13th amendment aims to remove a contradiction existing, in our opinion, in the law. Indeed, in the current law, the professional practitioner can refuse to the patient to receive certain ⁇ sensitive information from his file (personal annotations and those which are the subject of the therapeutic exception), but he can, on the other hand, give them indirectly through another professional practitioner.
In our view, there are two things one: either this information is really too sensitive and you must keep it secret, or it is not and you must allow the patient to have access to it.
Our fifth amendment, amendment No. 14, aims to find a solution to the functioning problem of hospital mediation services. They have been criticized from the beginning for the appearance of neutrality and independence they give hospitalized patients in relation to the institution they depend on. How could the patient trust them serenely if he has the impression that the mediator is on the side of the hospital that rewards him? How would it not be otherwise in cases where the mediator occupies another function within the hospital, for example if he is a medical director?
Our 14 amendment aims to give hospital mediators the guarantees of independence, impartiality and confidentiality necessary for the performance of their duties. For this purpose, we rely on the recent law of 21 February 2005 amending the Judicial Code as regards mediation.
These amendments were submitted in the committee but were rejected by the minister on grounds that sometimes surprise us. Indeed, most of these amendments seemed to obtain the consent of the minister on the substance but were deemed premature, awaiting an opinion from the Federal Mediation Commission.
What surprises us is that, on the one hand, these problems are well-known for a long time and it is not very clear how an additional opinion can change the substance of the problem. On the other hand, the Minister, himself, presents, in his bill, some amendments to the law on the rights of the patient. Therefore, we do not understand why other changes should be rejected. by
Chapter X creates a network of health surveillance that enables the Minister to manage health-risk situations. We are in favor of these provisions because the crisis of avian influenza has demonstrated the added value of having a tool for rapidly implementing a coordinated policy in the event of a serious health crisis. Nevertheless, we repeat here the importance of ensuring that the competences of the Communities and Regions, as evidenced by the State Council, are respected in this regard, and the usefulness of establishing a concerted policy through cooperation agreements.
Chapter XII deals with the responsibility of care providers. This chapter aims to correct some of the negative effects of the current procedure of controls and sanctions applicable to prescribing physicians, updated in particular during the controls carried out on certain physicians in 2005, ⁇ in the Gouvy and Lierneux region. The CDH had been one of the first to react to these events by filing in January 2006 a bill aimed at humanizing controls.
In his bill, the minister provides concrete answers to the problems raised but leaves us hungry on some points and some others do not seem yet settled or partially settled.
Thus, firstly, the Minister establishes a double appeal procedure, a double degree of jurisdiction allowing the service provider to claim his means of defence, possibly assisted by a lawyer. The draft, however, is limited to relatively general provisions regarding the enunciation of the guarantees of the rights of defence, leaving the King the competence to regulate later the more concrete rules of operation.
To a question I asked in a committee, the minister replied that the other guarantees will be fixed in the royal decree: the right to receive a copy of the file, the right to be heard, etc. We will ensure that these commitments are fulfilled.
Secondly, we re-depose the last two amendments, no. 55 and 56, aiming to insert into the law that a behavior called "deviating", in comparison either to indicators or to common practice, can be justified for therapeutic reasons or by the state of necessity. In fact, some patients do not have the possibility to move to a hospital and therefore it is impossible to obtain the approval of a specialist. The state of necessity could here be invoked, just as it could be when the generalist is sure that treatment is urgent and that examinations in the hospital environment would be superfluous. Finally, I asked to dissociate my bill No. 2234 aimed at stabilizing the regulation in the field of medicines and humanizing the controls of health care providers.
On the one hand, as I have already indicated, because I await to know, Mr. Minister, your royal decree reprising the statement of the guarantees of the rights of defence. On the other hand, because I am not yet fully assured about the efficient access of health care providers to the regulation on medicines. by
Mr. Minister, you told me six months ago that doctors would be offered by the INAMI a GSM PDA allowing them to easily download and update an electronic version of the commented directory of medicines edited by the CBIP. I say easily because, after you showed it to me just recently, I tried to consult the CBIP site on my own PDA and it must be acknowledged that it is relatively slow and boring.
On this point, can you tell me, Mr. Minister, if your idea of offering an instrument to every doctor is still up to date? If so, why has it not yet been executed? When will it be?
Finally, as with the bill on the control of occupational pension institutions discussed recently, the minister will recognize that the opposition has shown a lot of flexibility and sense of the general interest. Indeed, the draft government was submitted to Parliament with delay and, even today, it had to be amended in committee to be adopted in the aftermath in plenary session.
We regret that the government has not taken the lesson from the health law passed around Easter last year. At that time, we had lost three weeks as a result of a mistake in a rushed and late vote in the committee. Mr. Minister, I hope that next time you will be able to deny the saying "Never two without three" and come in time before Parliament.
#16
Official text
Merci, monsieur Drèze. Vous m'avez surpris, c'est bien!
Translated text
Thank you, Mr Dressed. You surprised me, that’s fine!
#17
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, als ik het zo bekijk, zal ik mij schrap moeten zetten. Als ik uw supporters tel in de tribune, zijn die bijna met meer dan mijn supporters hier in de zaal. Het zal hier alvast een bitsige strijd worden rond de fameuze gezondheidswet. Mijnheer de minister, in elk geval moeten de mensen van uw kabinet op de tribune zich niet te druk maken: we zullen het vanavond niet eindeloos in technische uitwassen gaan zoeken. Ik denk dat de plenaire zitting vooral dient om een politiek statement te maken, om te zeggen hoe wij de verschillende onderdelen van de wetgeving zien en dat precies de commissiezittingen dienen om het technisch werk te bespreken.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, if I look at it this way, I will have to get rid of myself. If I count your supporters in the tribune, they are almost with more than my supporters here in the hall. It will soon be a bitter battle around the famous health law. Mr. Minister, in any case, the people of your cabinet on the tribune should not be too busy: we will not go searching this evening endlessly in technical washes. I think that the plenary session primarily serves to make a political statement, to say how we see the different parts of the legislation and that exactly the committee sessions serve to discuss the technical work.
#18
Official text
Een zeer goede bemerking, mijnheer Goutry!
Translated text
A very good comment, Mr Goutry!
#19
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zou toch uw absolute aandacht en vooral hulp willen vragen voor een terugkerend chronisch probleem. U weet dat in de volksgezondheid niets erger is dan chronische ziekten te laten betijen, want op de duur deint dat uit en wordt alles ziek. Iedereen wordt ziek als bepaalde dingen chronisch ziek worden.
Collega's, het is een chronische ziekte geworden onder deze paarse regeringen dat wij dit soort wetten altijd krijgen op een manier en in een procedure die parlementair totaal niet correct is. Het wetsontwerp telt nagenoeg honderddertig artikelen. Wij hebben de bespreking maandag aangevat op basis van een drukproef, waarin het nog wemelde van de fouten: wij hebben er nog veel helpen verbeteren. Wij hebben uiteindelijk de bespreking gevoerd op basis van de stukken officieel op dinsdag: 125 artikelen op één dag afgewerkt in de commissie. Iedereen kan tellen: de voorbereidingstijd voor dergelijk ontwerp was quasi nul.
Men kan zeggen daar lang op te hebben kunnen werken. Natuurlijk! Mensen uit de meerderheid zijn waarschijnlijk al geruime tijd voordien samengekomen in een meerderheidsoverleg. Zij hebben dat allemaal goed kunnen volgen, werden daar goed over gebrieft en waren uitstekend voorbereid, hoewel dat niet altijd in verhouding stond tot hun uiteenzettingen. Wat wij hebben moeten meemaken, is onderstreept en ik bedank de collega's van de meerderheid dat zij eindelijk — goed luisteren, mijnheer de voorzitter — gezegd hebben dat wij gelijk hebben en dat dit geen manier van werken is, niet meer is, nooit is geweest. Ik roep de voorzitter zelf tot getuige.
Men zou natuurlijk kunnen zeggen dat elk zijn spel speelt en dat het nu eens wordt gezegd, maar wat is de inzet? De inzet zijn honderddertig teksten: artikelen, verbeteringen dachten wij, op het vlak van gezondheidsreglementering, waarvan werd gezegd dat we ze nodig hadden. Daar moest hard aan gewerkt worden, we moesten goed weten wat we deden, we moesten een democratisch debat kunnen krijgen tussen meerderheid en oppositie en dan moesten we met kennis van zaken besluiten of dit maatschappelijk al dan niet een meerwaarde betekent voor onze mensen. Dat is de inzet van wetgeving, dat is waarom het Parlement nodig is.
Als wij natuurlijk op die manier blijven voortdoen, dat ook de oppositie niet de tijd krijgt om zich degelijk voor te bereiden en eigenlijk geen goed wetgevend werk kán verrichten — dat is uitgesloten —, dan staat de democratie van dit Parlement naar mijn aanvoelen een stap lager dan gewenst zou zijn.
Mijn tweede bemerking vooraf is de volgende.
Wetten als deze zijn als het ware reparatiewetten. Het zijn wetten die bestaan uit diversiteit. U hebt het gehoord: het gaat om een veertiental hoofdstukken met allemaal verschillende artikelen. Het zijn verzamelwetten. We zouden het programmawetten op het vlak van de volksgezondheid kunnen noemen, met allerlei bepalingen die gecorrigeerd moeten worden, waarvoor het niet de moeite is om er een wetsontwerp voor te maken. Al die bepalingen worden en cours de route in de programmawet gestoken. Er wordt verondersteld dat het Parlement daarvan niet onmiddellijk wakker ligt, en dat wordt goedgekeurd.
Maar wat blijkt vandaag? Dat het niet waar is. Er staan essentiële dingen in, in een samenraapsel van artikelen dat als geheel niets met mekaar te maken heeft, waarvan de regering vraagt dat we dat goedkeuren. Er staan belangrijke bepalingen in over de manier waarop we willen verdergaan met de verpleegkunde in ons land. De volgende thema's zijn aan de orde gekomen. Hoe gaan we verder met de verpleegkunde? Hoe gaan we verder met de vroedkunde? Welke bekwaamheden worden er van de mensen vereist? Hoe stellen we ons daartegenover op? Hoe zullen we dat wettelijk verankeren? Hoe zorgen we voor een goede aansprakelijkheidsregeling, want die mensen hebben verantwoordelijkheden te dragen? En zo voort. Dat werd allemaal in een paar artikelen gestoken, waarvan maar achteraf bleek — ik kom daar straks nog op terug — wat in feite de volle inzet ervan is. Hetzelfde, idem dito, geldt voor de supplementenregeling, die ik straks nog uitgebreider zal bespreken. De supplementenregeling gaat om wezenlijke dingen die goed kunnen zijn voor de mensen, die zeer belangrijk kunnen zijn voor onze mensen, voor wie wij hier uiteindelijk werken en door wie wij verkozen zijn.
Mijn conclusie is dat dit soort van werk geen goed werk is.
Ik heb mij in eer en geweten afgevraagd wat eigenlijk de meerwaarde is van deze wet. Ik zal uw wet niet steunen. In de veronderstelling dat ik vanavond naar huis ga, en uw wet gesteund zou hebben, met welk gevoel ga ik dan naar huis? Zou ik dan, als lid van de meerderheid, het gevoel hebben vandaag belangrijk te zijn geweest, een belangrijke wet te hebben goedgekeurd waar ik achter sta en die ik morgen overal zou kunnen verdedigen? Welke grote meerwaarde zou ik hebben toegevoegd?
De tweede vraag luidt welke de noodzaak is van deze wet. Volgens mij kon over alles wat erin staat nog rustig voort gedebatteerd worden, het kon het voorwerp zijn van nader overleg. De wet zou in een veel meer gerijpte toestand naar het Parlement zijn kunnen komen.
De derde vraag luidt wat de ratio legis is. Wat moet er ons, legistiek gezien, toe aanzetten om dingen te veranderen? Als wij die vraag niet goed kunnen beantwoorden, dan zijn wij eigenlijk niet goed bezig op wetgevend vlak.
Maar die vragen zijn niet aan de orde. Wel waren de volgende vragen aan de orde. Wie zal er hier gelijk halen, socialisten of liberalen? Wie heeft de sterkste invloed in deze meerderheid? Dienaangaande hebben wij die dag een ongelooflijke strijd meegemaakt, nooit gezien. Wie is hier de beste? Wie bereidt zich het beste voor op de verkiezingen? Wie sleept hier het meest uit de brand? Wie haalt het meeste binnen? De vraag was niet waar de mensen beter van worden, maar wel: wat is onze dada? Hoe zullen wij erin slagen om hier vandaag, tegen de rest in, onze dada binnen te halen?
Collega's, indien u nog twijfelt: er zijn door de meerderheid 20 amendementen ingediend die allemaal werden ingetrokken. Nooit gezien! Ik dacht dat een amendement weloverwogen hoorde te zijn. Bij ons is dat toch zo. Wij bespreken dat, wij vragen ons af wat we kunnen verbeteren, wij schrijven dat uit, wij laten dat toetsen, wij consulteren mensen en dan dienen wij met zeer veel zin voor verantwoording en een gevoel van nuttigheidswaarde een amendement in. De meerderheid heeft 20 van dergelijke gewrochten ingediend met variërende handtekening. Ik heb van alles gezien. Ik heb amendementen gezien met een handtekening en dan kwam hetzelfde terug met twee handtekeningen. Een beetje later kregen we hetzelfde amendement zelfs te zien met drie handtekeningen. Nog een beetje later waren dat er zelfs zes. Op dat moment dachten wij dat het amendement een kans kon maken en dan legden wij het rechts terwijl de andere links lagen. Alle amendementen die wij links hadden gelegd, omdat ze niet genoeg handtekeningen bevatten, werden allemaal ingetrokken. In totaal werden 20 amendementen ingetrokken: 4 van de sp.a en 16 van de MR/VLD.
Collega's, ik noem dat dreigamendementen. Dat is mekaar afdreigen. Dat is geen wetgevend werk. Dat is zeggen: als wij de supplementen niet krijgen voor moeder- en kindzorg dan gaan wij een amendement indienen over iets anders en dan zullen jullie nog wel eens zien. Dat was de sfeer in de commissie.
Tot wat heeft dit geleid, collega's? Het heeft geleid tot een onnozel schimmenspel waarbij de vergaderingen zich bijna heel de dag in de gang hebben afgespeeld en niet in de vergaderzaal. Wij als leden van de oppositie hebben de voorzitter voortdurend moeten vragen om die mensen terug binnen te roepen zodat wij ook konden meepraten. De minister werd op bepaalde momenten gevraagd om even naar het toilet, lees de wandelgangen, te gaan waar dan opnieuw wetgevend werk werd verricht. Dat is, voorzitter, wat er is gebeurd met deze wetgeving.
Collega's, ik ga toch een paar inhoudelijke opmerkingen geven die mogelijks enkele mensen kunnen interesseren. Het gaat meer bepaald over de vroedvrouwen. Zij zijn belangrijk in onze geneeskunde want zij bekommeren zich om nieuw leven. Dat nieuwe leven hebben wij nodig. De mensen die dat nieuwe leven begeleiden, de vroedvrouwen, zijn ook belangrijk. Er is het KB van '78. Dat KB werd verbeterd door het KB van '91. Daarin staat nog beter beschreven wat zij allemaal mogen doen. Plots komt men in deze wet met drie zaken op de proppen.
Ten eerste, een vroedvrouw moet voortaan geneesmiddelen kunnen voorschrijven - alsof er geen dokters meer zijn en we hebben er nochtans 35.000 in ons land, dus zijn er zeker geen te kort - zonder dat zij een diagnose kunnen stellen of een totaalbeeld hebben over de patiënt. Ik denk bijvoorbeeld aan contraceptiva, waarvan men mij zegt mij dat zij bepalend kunnen zijn voor het bloed van patiënten. Het is in zo'n geval goed dat men de voorgeschiedenis kent zodat men medisch de verantwoordelijkheid kan nemen om dergelijke zaken voor te schrijven.
Ten tweede, vroedvrouwen mogen nu al echografieën nemen. De minister gaat echter een stap verder door hen de verantwoordelijkheid te geven over het ontdekken van eventuele abnormaliteiten in de zwangerschap. De dokters die op dat moment in de zaal zaten, zijn toen recht gesprongen en hebben gezegd dat zoiets te ver gaat. Vroedvrouwen echografieën laten uitvoeren betekent hen een veel te grote verantwoordelijkheid geven. Dit heeft ons opnieuw tien amendementen gekost.
Het ging heen en weer. Er moest een woord bij, er moest een woord geschrapt worden, enzovoort. Uiteindelijk zat het mee in de deal en werd het goedgekeurd. Het is de vraag of men dit met een gerust gemoed kan goedkeuren. Ik stel mij grote vragen daarbij.
Iets anders is bijvoorbeeld het revalideren van de bekkenbodemspieren. Dat is natuurlijk niet onbelangrijk bij vrouwen die zijn bevallen. Vandaag wordt dit gebruikelijk door elke vroedvrouw geïnduceerd. Er wordt een begin mee gemaakt. Men legt uit hoe het kan gebeuren. Een kinesist moet het voortzetten, want die mensen zijn daarvoor opgeleid. In deze wet zal men de bevoegdheid over het revalideren en het opzetten van allerlei therapieën rond bekkenbodemspieren toevertrouwen aan een vroedvrouw. Begrijpe wie begrijpen kan! Wat is de meerwaarde? Niemand heeft mij daarop geantwoord. Toen ik vroeg wat de meerwaarde is en waarom dit in de wet staat, heeft niemand mij een antwoord gegeven.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to ask for your absolute attention and, above all, help with a recurring chronic problem. You know that in public health there is nothing worse than having chronic diseases, because in the long run that goes out and everything gets sick. Everyone gets sick when certain things become chronically sick. Their
Colleagues, it has become a chronic disease among these purple governments that we always get this kind of laws in a way and in a procedure that is parliamentarily totally incorrect. The bill consists of almost 100 articles. We started the discussion on Monday on the basis of a pressure test, in which it was still flooded by the mistakes: we have helped to improve a lot. We finally conducted the discussion based on the documents officially on Tuesday: 125 articles completed in one day in the committee. Anyone can count: the preparation time for such a design was almost zero. Their
You can say that you could have worked on it for a long time. of course ! People from the majority probably have met in a majority consultation for a while before. They were able to follow all that well, were well briefed and were excellently prepared, though that was not always in proportion to their presentations. What we have had to experience has been underlined and I thank the colleagues of the majority that they finally — listen carefully, Mr. Speaker — have said that we are right and that this is not a way of working, no longer is, never has been. I call the President himself as a witness. Their
One could, of course, say that everyone plays their game and that it is said now, but what is the bet? The commitment is one hundred and thirty texts: articles, improvements we thought, in terms of health regulation, of which we were said to need them. We needed to work hard on this, we needed to know well what we were doing, we needed to have a democratic debate between the majority and the opposition, and then we had to decide with knowledge of affairs whether or not this socially means an added value for our people. That is the implementation of legislation, that is why Parliament is needed. Their
If, of course, we continue to act in such a way that even the opposition does not have the time to properly prepare and actually do not do good legislative work — which is excluded — then the democracy of this Parliament is, in my opinion, a step lower than would be desired.
My second prefix is the following.
Laws like these are like repair laws. These are laws made up of diversity. You’ve heard it: it’s about fourteen chapters with all different articles. These are collective laws. We could call it program laws in the field of public health, with all sorts of provisions that need to be corrected, for which it is not difficult to make a draft law for them. All these provisions are put and cours de route in the program law. It is assumed that Parliament is not immediately aware of this, and that is approved.
But what is shown today? That it is not true. There are essential things in it, in a summary of articles that as a whole have nothing to do with each other, which the government asks us to approve. There are important provisions on how we want to continue with nursing in our country. The following topics have been discussed. How do we continue with nursing? How do we proceed with maternity? What skills are required from people? How do we stand against this? How will we legally anchor this? How do we ensure a good liability scheme, because those people have responsibilities to bear? And so on. All this was put into a few articles, of which only afterwards was revealed — I will return to that later — which in fact is the full commitment of it. The same, idem dito, applies to the supplement scheme, which I will discuss further later. The supplement scheme is about essential things that can be good for the people, which can be very important for our people, for whom we ultimately work here and by whom we are chosen.
My conclusion is that this type of work is not a good job.
I wondered with honour and conscience what the added value of this law really is. I will not support your law. Assuming that I’m going home tonight, and would have supported your law, with what feeling do I go home? Would I, then, as a member of the majority, have felt that I have been important today, that I have passed an important law that I support and that I could defend everywhere tomorrow? What great added value would I have added?
The second question is the need for this law. In my opinion, everything in it could still be debated quietly, it could be the subject of further discussion. The law could have come to Parliament in a much more mature state.
The third question is what the ratio legis is. What should motivate us, legalistically speaking, to change things? If we cannot answer this question correctly, then we are actually not doing well on the legislative level.
However, those questions are not in question. The following questions were addressed. Who will be right, liberals or socialists? Who has the most influence in this majority? In this regard, we experienced an incredible battle that day, never seen. Who is the best here? Who is best prepared for the elections? Who gets the most out of the fire? Who gets the most inside? The question was not what makes people better, but what is our dada? How will we succeed in getting our dada in here today, against the rest in?
A majority of 20 amendments were submitted, all of which were withdrawn. never seen ! I thought an amendment should be well thought out. With us it is so. We discuss that, we ask ourselves what we can improve, we write it out, we let that check, we consult people and then we submit an amendment with a very high sense of responsibility and a sense of utility value. The majority has submitted 20 of such warrants with varying signatures. I have seen everything. I saw amendments with a signature and then the same came back with two signatures. The same amendment was signed with three signatures. A little later, there were six. At that point, we thought the amendment could create a chance and then we put the right while the other left. All amendments that we left, because they did not contain enough signatures, were all withdrawn. In total, 20 amendments were repealed: 4 from the sp.a and 16 from the MR/VLD.
I call that threat endings. That is threatening. This is not legislative work. That is to say, if we do not get the supplements for maternal and child care then we will submit an amendment on something else and then you will see again. That was the atmosphere in the committee.
What has this led to, colleagues? It has led to a nonsense molding game in which the meetings took place almost the whole day in the hall and not in the meeting room. As members of the opposition, we have had to constantly ask the president to call those people back in so that we could also talk. At certain times, the minister was asked to go to the toilet, read the walkways, go where then again legislative work was carried out. That is what happened to this legislation.
Colleagues, I will give you a few substantive comments that may be of interest to some people. It is more specifically about midwives. They are important in our medicine because they care about new life. We need that new life. The people who accompany that new life, the midwives, are also important. There is the KB of '78. That KB was improved by the KB of '91. It is better to describe what they all have to do. Suddenly one comes into this law with three things on the spot. Their
First, a midwife must be able to prescribe medicines from now on – as if there are no doctors anymore and we still have 35,000 in our country, so there are ⁇ none too short – without them being able to make a diagnosis or have an overall picture of the patient. I think, for example, of contraceptives, of which I am told that they can be determining for the blood of patients. In such a case, it is good that one knows the history so that one can take the medical responsibility to prescribe such things.
Second, nursing women are now allowed to take ultrasound. However, the minister goes a step further by giving them responsibility for detecting any abnormalities in pregnancy. The doctors who were sitting in the room at that time jumped right and said that such a thing goes too far. Giving female women to perform ultrasound means giving them too much responsibility. This cost us ten amendments again.
It went back and forth. A word had to be added, a word had to be deleted, and so on. In the end, it was included in the deal and it was approved. The question is whether this can be accepted with a calm mind. I ask myself big questions about this.
Something else is, for example, the rehabilitation of the pelvic floor muscles. This, of course, is not unimportant for women who have given birth. Today, this is commonly induced by every midwife. A beginning is made. They explain how it can happen. A Chineseist must continue, because those people have been trained for that. In this law, the authority to rehabilitate and establish all kinds of therapies around pelvic floor muscles will be entrusted to a midwife. Understand who can understand! What is the added value? No one has responded to me. When I asked what the value added is and why this is stated in the law, no one gave me an answer.
#20
Official text
(...) als zij zelf voorbehoedsmiddelen voorschrijven, zichzelf ook niet overbodig te maken. Is dat het probleem dan niet?
Translated text
If they themselves prescribe contraceptives, they must not make themselves superfluous. Isn’t that the problem?
#21
Official text
Misschien kan dit tot gevolg hebben, mijnheer Tant, dat er veeleer vruchtbaarheidspillen voorgeschreven zullen worden in plaats van geboortebeperkingsmiddelen. Wie weet. Het antwoord is aan de vroedvrouwen. Wij hebben niets meer in de hand. Dat is duidelijk.
Collega's, wat is het treurige van de zaak? Ik ben daarom echt verdrietig, mijnheer de minister. Wij hebben u al lang geleden gevraagd wat u zult doen met de vroedkunde. Zult u de opleiding uitbreiden? De opleiding duurt nu drie jaar in Vlaanderen en vier jaar in Wallonië. Men klaagt er niet over. Men zegt dat de kwaliteit goed is en dat er voldoende kennis aanwezig is bij de vroedvrouwen. Moeten wij de studieduur uitbreiden?
Daarover werden de Vlaamse ministers bevoegd voor Onderwijs, vroeger de heer Van den Bossche, nu de heer Vandenbroucke, ondervraagd. Wat antwoordden zij? Dat zij daar niet achter staan, dat zulks niet nodig is, dat er geen probleem is en dat zij de studieduur voor vroedvrouwen op drie jaar willen houden. Wat zegt de minister? Dat hij het zal veranderen. Hij schrijft in de wet dat 180 studiepunten 240 studiepunten moeten worden. Dat betekent 60 per jaar, 240 gedeeld door vier, en dus vier studiejaren. Op die opmerking zegt de meerderheid dat het zo niet hoeft te zijn want wij beslissen dat niet. Zij beslissen dat de minister zelf zal beslissen bij KB of het er komt en, zo ja, wanneer. Iedereen is gerust en gaat naar huis. Dat is de manier waarop hier wetten worden gemaakt.
Collega's, ik zou toch liever hebben dat wij zo'n ontwerp, in zijn gerijpte vorm, zouden onderwerpen aan hoorzittingen, dat wij daarover interministerieel zouden confereren, dat wij ook de andere bevoegdheden, van Onderwijs, in volle rekening zouden brengen en dat wij de verpleegkunde in haar geheel zouden bekijken. Waar willen wij naartoe? Wat hebben wij te kort? Wat zijn de lacunes in de huidige opleiding? Kunnen wij het maken binnen de opleidingsduur? Dat zijn de vragen die gesteld worden. Men kan daarop niet antwoorden op een dag, met een voorbereiding van een paar uur. Daarvoor moet men de tijd nemen. Dat zijn debatten die moeten rijpen, zoals indertijd de hervorming van het HOBU, van het hoger onderwijs. Dat vraagt tijd. Mensen moeten daarvoor samen kunnen zitten. Zowel academici, technici, medici als verpleegkundigen moeten samen zitten om een antwoord te kunnen geven op de vragen waar men, kwalitatief gezien, nu staat, waar men naartoe wil en hoe men daar naartoe wil werken.
Men beslist zoiets op een drafje. Ik begrijp het niet, maar hoop dat iemand het me straks kan uitleggen.
Translated text
Per ⁇ this may result, Mr. Tant, that fertility pills will be prescribed rather than birth controls. Who knows. The answer is to the midwives. We have nothing more in our hands. That is clear.
Colleagues, what is the sad thing about this matter? I am very sad, Mr. Minister. We’ve asked you a long time ago what you’re going to do with obstetrics. Will you expand the training? The training is now three years in Flanders and four years in Wallonia. They do not complain about it. It is said that the quality is good and that there is sufficient knowledge in the midwives. Should we extend the study period?
In this regard, the Flemish ministers in charge of Education were questioned, formerly Mr. Van den Bossche, now Mr. Vandenbroucke. What did they answer? That they do not support it, that it is not necessary, that there is no problem and that they want to keep the duration of studies for midwives at three years. What does the Minister say? That he will change it. He writes in the law that 180 credits must become 240 credits. That means 60 per year, 240 divided by four, and therefore four years of study. On that comment, the majority says it doesn’t have to be so because we decide not to. They decide that the Minister himself will decide at KB whether it will come and, if so, when. Everyone is calm and goes home. This is the way laws are made here.
Colleagues, I would rather have that we submit such a draft, in its mature form, to hearings, that we confer on it inter-ministerial, that we also take the other competences, of Education, in full account, and that we look at nursing as a whole. Where do we want to go? What is too short? What are the gaps in the current education? Can we do it within the training period? These are the questions that are asked. One cannot answer it in a day, with a preparation of a few hours. For this one must take the time. These are debates that need to mature, such as the reform of the HOBU, of higher education. That requires time. People should be able to sit together. Both academics, technicians, doctors and nurses must sit together to be able to answer the questions where, qualitatively, one is now, where one wants to go and how one wants to work there.
They decide something like this on a draft. I don’t understand it, but I hope someone can explain it to me later.
#22
Official text
Mijnheer Goutry, mevrouw Avontroodt wenst u te onderbreken.
Als de heer Goutry onderbroken wordt, wordt hij meestal iets omstandiger.
Translated text
Mr. Goutry, Mrs. Avontroodt wishes to interrupt you.
When Mr. Goutry is interrupted, he usually becomes a little more circumstantial.
#23
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil de puntjes op de i zetten.
Mijnheer Goutry, mocht het debat zo ongenuanceerd zijn zoals u het van op het spreekgestoelte afschildert, zou u gelijk hebben. De waarheid — dat weet u ook — is genuanceerder. De lijst van hetgeen zal worden voorgeschreven, wordt naar onze voldoening, ook van de MR en de VLD en —denk ik — heel de meerderheid, goedgekeurd door de Koninklijke Academie voor Geneeskunde. Dat wilde ik kwijt omdat u, mijns inziens, een beetje genuanceerd uw verhaal moet brengen. Zoniet, mijnheer de voorzitter, ...
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I want to put the points on the i.
Mr. Goutry, if the debate were as unnuanced as you portray it from the speech table, you would be right. The truth — you know that too — is more nuanced. The list of what will be prescribed is to our satisfaction, also of the MR and the VLD and — I think — the whole majority, approved by the Royal Academy of Medicine. That I wanted to lose because, in my opinion, you should bring your story a little nuanced. Otherwise, Mr President...
#24
Official text
Collega's, ik had het gedacht. De heer Verhaegen wenst eveneens tussenbeide te komen.
Translated text
Ladies and gentlemen, I thought about it. Mr Verhaegen also wants to intervene.
#25
Official text
Zoniet, mijnheer de voorzitter, zal de heer Tant misschien nog veel meer fantasieën hebben dan hij nu al heeft.
Translated text
Otherwise, Mr. President, Mr. Tant may have many more fantasies than he already has.
#26
Official text
Er zijn beperkingen aan de oneindigheid en oneindigheden in de beperkingen.
Translated text
There are limitations to the infinity and infinities in the limitations.
#27
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Avontroodt, het verheugt me dat u zegt dat de situatie niet is zoals ze moet zijn. Ik weet dat CD&V quasi gesmeekt heeft om hoorzittingen te organiseren en mensen uit de praktijk te kunnen horen. Dat is niet gebeurd.
Wat de vroedvrouwen betreft, hebben we een praktijkgetuigenis gekregen van uw collega Germeaux. Volgens het verslag van mevrouw Detiège — niet aanwezig op dit ogenblik — werd de heer Germeaux een MR-etiket opgespeld. Dat staat op bladzijde 27. Het verslag is wat het is. Volgens de heer Germeaux zullen de vroedvrouwen de zwangerschappen moeten diagnosticeren en zullen zij zoveel mogelijk stelselmatig een functionele echografie uitvoeren omdat de morfologische echografie voor hen niet geschikt is. Dit betekent dat er een arts moet bijkomen. Er zijn evenwel slechts drie echografieën toegestaan. Dit betekent dat de vrouw financieel zal moeten opdraaien indien er meer echografieën gebeuren. In zijn praktijkgetuigenis waarschuwde de heer Germeaux ervoor dat zwangere vrouwen heel slecht zullen reageren wanneer vroedvrouwen de bevoegdheid krijgen echografieën uit te voeren. Het vertrouwen in de echografie wordt naar de dokters verschoven. Kortom, we vrezen voor nog meer overconsumptie omdat de vroedvrouw die geïnvesteerd heeft in het apparaat....
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Avontroodt, I am pleased that you say that the situation is not as it should be. I know that CD&V has almost begged to organize hearings and hear people from the practice. That has not happened.
As for midwives, we have received a practical testimony from your colleague Germeaux. According to the report of Mrs. Detiège — not present at this time — Mr. Germeaux was drawn a MR label. This is on page 27. The report is what it is. According to Mr. Germeaux, the midwives will need to diagnose the pregnancies and will perform a functional ultrasound as systematically as possible because the morphological ultrasound is not suitable for them. This means that a doctor needs to appear. However, only three ultrasounds are allowed. This means that the woman will have to finance if more ultrasounds are done. In his practice testimony, Mr. Germeaux warned that pregnant women will react very poorly when midwives are authorized to perform ultrasounds. Trust in ultrasound is shifted to doctors. In short, we fear even more overconsumption because the midwife who invested in the device....
#28
Official text
Mijnheer Verhaegen, u bent ingeschreven op de sprekerslijst. U houdt uw betoog terwijl de heer Goutry op het spreekgestoelte staat.
Translated text
Mr. Verhaegen, you are registered on the speaker list. You hold your speech while Mr. Goutry stands on the floor.
#29
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil alleen zeggen dat wij geen praktijkgetuigenissen hebben gekregen. Dat is hetgeen collega Goutry bedoelt.
Translated text
Mr. Speaker, I just want to say that we have not received any practical testimonies. This is what colleague Goutry meant.
#30
Official text
U zegt wat hij wilt zeggen.
Translated text
You say what he wants to say.
#31
Official text
(...) Iemand van de collega's weet waarover hij praat, maar bij de stemming was hij spijtig genoeg weg.
Translated text
Someone of the colleagues knows what he is talking about, but at the vote he was sorry enough away.
#32
Official text
De heer Goutry weet gewoonlijk wel waarover hij het heeft hier.
Translated text
Mr. Goutry usually knows what he is talking about here.
#33
Official text
Collega's, hier moeten we in grote lijnen het debat voeren. We kunnen dit niet allemaal uitdiscussiëren.
Het heeft mij toch getroffen dat in die zogenaamd eenvoudige, door iedereen gedeelde en overtuigde, in consensus gemaakte teksten over één artikel toch wel een ganse voormiddag werd gedebatteerd. Niet wij hebben daarin het voortouw genomen, maar wel de mensen van onder andere de VLD, met lange uiteenzettingen van de dokters in de zaal, met grote omstandigheid en grote voorzichtigheid.
Daarna geeft men de indruk — nu weer, maar dat is het spel — dat het allemaal klaar en duidelijk is en vraagt men mij waarover ik hier sta te zeuren. Men heeft nota bene bijna vier uur nodig gehad in een overlegde tekst — ik hoop dat het in de meerderheid is overlegd — om over één artikel tot gelijkstemmigheid te komen. Collega's, dat spreekt toch voor zich. Neem dan de oppositie niet kwalijk dat wij ons hier even opwarmen om te zeggen dat we op die manier toch niet beslissen over beroepsuitbreidingen en bijzondere beroepstitels voor zulke belangrijke paramedische bevoegdheden. Zo gaan we toch niet om met opleidingen en de duur van zo'n opleiding. Dat doen we toch niet naar aanleiding van een programmawet. Dat is uit den boze.
Collega's, ik beperk mij tot een paar hoofdstukken, degene met de meeste politieke waarde. Voor de wijzigingen aan de wet betreffende het bloed en de bloedderivaten van menselijke oorsprong, zijn wij zeker vragende partij. We ondersteunen ook het voorstel — vraag het aan de meerderheid, onder andere aan mevrouw Avontroodt — dat de tracering van stamcellen en het onderzoek naar de compatibiliteit van de donoren met de patiënten, zouden terugbetaald worden. Dat is een duur onderzoek. Men vindt onvoldoende donoren voor stamcellen. Als men zelf 200 euro uit eigen zak moet betalen om mensen te kunnen helpen, is dat toch moeilijk. Dat is een essentieel punt. Daarop zouden wij zeker willen aandringen.
Voor de zoveelste keer is er gesleuteld aan het Federaal Kenniscentrum. Ik blijf waarschuwen. Het Kenniscentrum is een zeer nuttig instrument, maar het is absoluut overvraagd. Ik heb opnieuw via de site gekeken welke opdrachten allemaal zijn toebedeeld aan het Kenniscentrum. Dat is veel te veel. Ik vrees dat dit een alibicentrum wordt en dat men op de duur studies gaat sturen naar het Kenniscentrum omdat men weet dat ze dan lange tijd niet terugkomen. Dat is een beetje het fenomeen van de Raad van State. Ga naar de Raad van State, dan weet men ten minste dat men er nog een paar jaar vanaf is.
Collega's, wat de wijzigingen aan de wet voor sociale bepalingen betreft — de gegevens in verband met het federale gezondheidsbeleid — zijn we natuurlijk voorstander van goede gegevens. Dat is beleidsinformatie. Die hebben we nodig. Zelfs in een veel beter gecroiseerde vorm, moeten wij die gegevens hebben, ook voor de verdere toekomst.
Wat de kankerregistratie betreft, heeft de minister eerst de Kankerstichting opgericht die moet zorgen voor de epidemiologische gegevens in verband met kankeraandoeningen en ongeneeslijke ziekten. Dat is wetenschappelijk natuurlijk van groot belang. Dit gebeurt in samenwerking met alle actoren. Dit is zeer belangrijk en wij ondersteunen dit. Het is alleen jammer dat hiermee natuurlijk het paard achter de kar is gespannen, want men heeft eerst de stichting opgericht en men heeft nu een legale basis gevraagd aan het Parlement om dat te doen. Dit zou men nog kunnen aanzien als een zeer goedbedoelde laattijdigheid.
Mijnheer de minister, wij durven er echter wel op te hameren dat er werk moet worden gemaakt van samenwerkingsakkoorden, zeker voor de kankerregistratie, waarmee u met een been in de gemeenschapsbevoegdheden staat. Wil u komen tot een goede registratie met een goede gegevensopbouw in verband met ongeneeslijke ziekten, dan zijn die samenwerkingsakkoorden zeer belangrijk.
Collega's, wij hebben dan een paar artikelen in verband met patiëntenrechten te verwerken gekregen. Ik vind dat eigenlijk een beetje knoeiwerk. Ik heb mij daar eigenlijk absoluut niet over willen uitspreken. Ook collega Verhaegen heeft dat niet gedaan en andere collega's hebben zich daarover zeer terughoudend betoond. U moet weten, collega's, dat de wet op de patiëntenrechten drie jaar bestaat. Elke wetgeving heeft haar inrijperiode. Dat betekent dat men iets doet met een goede intentie. Men maakt een wet. Als dat dan een wet is met een meerwaarde, wat we vandaag niet kunnen zeggen, kan die rekenen op onze steun. De patiëntenrechtenwet hebben wij indertijd gesteund, omdat wij vonden dat er heel wat punten met een meerwaarde waren. Na het inrijden moet men zijn wagen laten nakijken, om na te gaan of alles nog goed vastzit. Als er dan problemen opduiken, is het beter om geen tien keer naar de garage te rijden, maar om al die problemen in een keer te inventariseren. Men kan beter een keer naar de garage rijden en de auto een goede beurt laten geven. Dan heeft men weer een goed voertuig.
Wel, we gaan hier totaal de andere kant uit. Het is al begonnen. We gaan terug naar een soort reparatiebeleid. Vervolgens zullen we coördinatieteksten nodig hebben om dat allemaal herin te passen. We zullen de punten niet meer samen lezen en de samenhang begrijpen. We zullen een wet maken die rechten moet geven aan eenvoudige mensen zoals wij allemaal, de patiënten, in moeilijke omstandigheden. Als ze die teksten lezen, begrijpen ze die echter niet. Dan zullen we verwijzen naar ingelaste teksten, later goedgekeurde teksten en weer bij wet veranderde teksten. De mensen zullen er niets meer van begrijpen. Ik waarschuw dat we voor de zoveelste keer op weg gaan van een initieel goede wetgeving met een maatschappelijke meerwaarde naar een gecorrigeerde, almaar verder verbeterde wetgeving, die in fases of stukjes gebeurt, fragmentarisch. Na een tijd zal een kat haar jongen daar natuurlijk niet meer in vinden.
Translated text
Here we need to conduct the debate in a broad way. We cannot discuss all of this.
It has affected me, however, that in those supposedly simple, shared and convinced by all, consensus-made texts on one article, a whole morning was discussed. Not we took the lead in this, but the people of among others the VLD, with long presentations of the doctors in the hall, with great circumstance and great caution. Their
Then one gives the impression — now again, but that is the game — that everything is ready and clear, and one asks me what I’m talking about here. It has taken almost four hours in a negotiated text — I hope it has been negotiated by the majority — to reach unanimous agreement on one article. My colleagues, that speaks for itself. Do not blame the opposition for warming ourselves here for a moment to say that in this way we do not decide on professional expansions and special vocational titles for such important paramedical powers. This is not about training and the duration of such training. We do not do this because of a program law. This is from the evil.
Colleagues, I limit myself to a few chapters, the one with the most political value. For the amendments to the law on blood and blood derivatives of human origin, we are ⁇ the requesting party. We also support the proposal — ask the majority, including Mrs Avontroodt — that the tracking of stem cells and the research on the compatibility of donors with patients would be reimbursed. This is a costly research. There are not enough donors for stem cells. If you have to pay 200 euros out of your own pocket to help people, it is difficult. This is an essential point. We would ⁇ want to insist on this.
For the first time, the Federal Knowledge Centre has been encrypted. I continue to warn. The Knowledge Center is a very useful tool, but it is absolutely over-demanded. I looked again through the site which tasks are all assigned to the Knowledge Center. That is too much. I fear that this will become an alibi center and that in the long run studies will be sent to the Knowledge Centre because they know that they will not return for a long time. This is the phenomenon of the Council of State. Go to the State Council, then you know at least that you are still a few years away.
Colleagues, as regards the amendments to the Social Provisions Act — the data related to the federal health policy — we are of course in favour of good data. This is policy information. We need them. Even in a much better crossed form, we need to have that data, too, for the further future.
Regarding cancer registration, the Minister first established the Cancer Foundation to provide the epidemiological data related to cancer and incurable diseases. This is scientifically of great importance. This is done in collaboration with all stakeholders. This is very important and we support this. It is only a pity that, of course, the horse behind the chariot has been strained by this, because the foundation was first established and now a legal basis has been requested from the Parliament to do so. This could still be seen as a very well-intentioned delay.
Mr. Minister, however, we dare to emphasize the need to work on cooperation agreements, especially for the cancer registration, which puts you with a leg in the community’s powers. If you want to come to a good registration with a good data build in connection with incurable diseases, then these cooperation agreements are very important.
We have a few articles related to patient rights. In fact, I think it’s a bit of knitting. I did not really want to speak about this. Even colleague Verhaegen did not do that and other colleagues have expressed very reluctance in this regard. You should know, colleagues, that the Patient Rights Act exists for three years. Every legislation has its implementation period. That means doing something with good intentions. They make a law. If that is a law with added value, which we cannot say today, it can count on our support. We supported the Patient Rights Act at the time, because we felt that there were a lot of points with added value. After entering, one should have his car inspected, to see if everything is still fixed properly. If then problems arise, it is better not to drive to the garage ten times, but to inventory all those problems at once. One can better go to the garage once and let the car turn a good turn. Then you have a good vehicle.
Well, we’re going the whole other way here. It has already begun. We go back to some sort of repair policy. Then we will need coordination texts to fit it all back. We will no longer read the points together and understand the coherence. We will make a law that should give rights to simple people like us all, the patients, in difficult circumstances. However, when they read those texts, they do not understand them. Then we will refer to loaded texts, later approved texts and again by law amended texts. People will no longer understand it. I warn that once again we are moving from an initially good legislation with a social added value to a corrected, ever-improved legislation, which takes place in phases or pieces, fragmentary. After a while, a cat will no longer find her boy there.
#34
Official text
Ik kan naar aanleiding van de discussie toch niet nalaten om een aantal collega's te herinneren aan de periode waarin we de wet op de patiëntenrechten in het Parlement besproken hebben, ik meen onder het voorzitterschap van mevrouw Avontroodt in commissie. Ik herinner mij nog zeer goed onze opmerking in de discussie dat de bepalingen over de aansprakelijkheid van de ziekenhuizen voor de miskenning van de desbetreffende wet door de actoren die in het ziekenhuis actief zijn, ongeacht hun sociaal statuut, niet juist in mekaar zaten en dat er problemen waren. Mevrouw Avontroodt zal zich ongetwijfeld herinneren dat ik daarover bij herhaling vragen gesteld heb. Ik heb de minister daarna ook meerdere schriftelijke vragen gesteld. Nu wordt dat "geregeld". Het is natuurlijk al te simpel om te zeggen dat een ziekenhuis aansprakelijk is voor alles wat er in het ziekenhuis gebeurt, als men niet meteen het debat wil voeren over de vraag hoe men vanuit zo'n ziekenhuis sturing kan geven aan en verantwoordelijkheid nemen voor wat er gebeurt, uiteraard met respect voor de therapeutische vrijheid en een aantal verworvenheden. Dat debat voeren we niet. We repareren een wet waarvan we toen gezegd hebben dat ze niet correct in elkaar zat. Ik vrees alleen dat dat op het terrein weer enorm veel nieuwe discussies zal veroorzaken. We hadden daar beter een grondig debat over gehad.
Translated text
Following the discussion, I cannot fail to remind some colleagues of the period during which we discussed the law on the rights of patients in Parliament, I mean under the presidency of Mrs. Avontroodt in the committee. I still remember very well our comment in the discussion that the provisions on the responsibility of hospitals for the breach of the relevant law by the actors active in the hospital, regardless of their social status, were not correctly intertwined and that there were problems. Mrs. Avontroodt will undoubtedly remember that I have repeatedly asked questions on this subject. I submitted several written questions to the Minister. This is now “regulated”. It is, of course, too simple to say that a hospital is responsible for everything that happens in the hospital, if one does not want to immediately conduct the debate on how one can give guidance from such a hospital and take responsibility for what happens, of course with respect for the therapeutic freedom and a number of achievements. We do not conduct that debate. We are repairing a law that we said was not correct. I am only afraid that this will cause a lot of new discussions in the field again. We should have had a thorough discussion.
#35
Official text
Mijnheer de voorzitter, dat is perfect het punt dat wij gemaakt hebben. Dit is echt welgemeend.
Collega's, jullie hebben trouwens artikelen veranderd in de patiëntrechtenwet. Wij hebben destijds door middel van wet zelf een commissie opgericht die dat moet evalueren. Die commissie was daarmee bezig en dan zei de minister dat het te lang duurt. Ik heb hem gevraagd om met de adviezen rekening te houden vooraleer de wet te veranderen vermits wij die commissie zelf door middel van wet hebben geïnstalleerd. En dan wordt gezegd dat men daarop niet gaat wachten, dat men reeds het een en ander gaat veranderen.
U moet het zich voorstellen. Wij maken wetten. In de wet installeren wij een reparateur, iets wat ons voortdurend moet helpen om de wet te verbeteren. En dan geven wij die reparateur niet zijn adviesbevoegdheid. Men wacht dat niet af. Men zegt dat men het beter weet en het zelf gaat veranderen.
Ik zal u daarvan een voorbeeld geven. Er was één advies ter beschikking. Wij hebben het ter zitting gevraagd. Collega's, wij hebben een kleine test gedaan. Het is komisch. Wij hebben een amendement gemaakt van een bepaalde tekst die wij hebben overgeschreven uit dat advies. Dat ging over een tekst die ook in het ontwerp stond, maar anders geformuleerd. Wij hebben de letterlijke tekst van het advies genomen. Ons amendement werd weggestemd en dat van de regering werd goedgekeurd. Wij hebben de tekst letterlijk overgeschreven uit het advies. De minister zei dat zijn tekst er ook op lijkt en dat men zijn tekst ging nemen. Als men op die manier aan wetgeving doet, dan begrijp ik het niet meer, dan heb ik geen zin om mij daarvoor in te zetten, want dan heeft men echt het gevoel dat men niet goed bezig is en dat het allemaal niet veel zin heeft.
Collega's, het grootste en meest heikele punt gaat over de supplementen in de ziekenhuizen. Mijnheer de voorzitter, dit is een van de laatste punten die prominent aan bod moeten komen. Collega's, dit is een verhaal dat ik u moet vertellen, in al zijn lengtes en breedtes, in als zijn waarheden en juistheden, omdat ik vind dat onze bevolking daar recht op heeft.
De voorgeschiedenis is de volgende. Er is daar immers een voorgeschiedenis aan. Er mogen geen supplementen meer gevraagd worden wanneer ouders bij hun kinderen in het ziekenhuis blijven terwijl dat kind moet behandeld worden en wanneer de ouders 's nachts bij het kind de wacht willen houden, laten inslapen en een aantal taken voor dat kind willen opknappen, zekerheid bieden, de angst wegnemen. Dat is een zeer goede zaak. Een geneesheer mag daarvoor geen supplementen aanrekenen. Tot daar is dat een eerbare doelstelling.
Het is echter slechts een kleine restauratie van een maatregel die vroeger veel verder ging. Die werd vroeger nog beslist in een regering met socialisten en CVP'ers. Die maatregel gold voor alle omstandigheden. Het ging niet alleen over kinderen. Het ging ook over stervende mensen die angstig zijn en misschien begeleiding nodig hebben. Het ging ook over andere mensen die bijstand nodig hebben.
Wij hebben een uniforme, niet-complexe regeling gemaakt die zegt dat supplementen in tweepersoonskamers en meerpersoonskamers niet meer van deze tijd zijn, dat wij dat niet meer ging aanvaarden. Men moet ziekenhuizen maar voldoende financieren zodat zij er kunnen komen zonder supplementen van geneesheren. Men moet maar een herijking doen van de honoraria zodat men niet en stoemelings langs supplementen moet proberen een soort van duale gezondheidszorg in het leven te roepen.
Dat was het standpunt dat destijds kamerbreed gesteund werd. Wij hebben daarover wetgeving gemaakt. Het is misschien een beetje triest om het te moeten zeggen, maar het is wijlen Jan Lenssens en zijn collega Vermassen die daaraan hard gewerkt hebben, samen met mevrouw D'hondt en ikzelf, toen in de commissie voor de Sociale Zaken. Wij hadden daarvoor een kamerbrede meerderheid. Iedereen zei dat het een goede regeling was, dat het er moest komen, dat het een verbetering was voor de mensen en voor de patiënten.
Wat is er vervolgens gebeurd? De heer Vandenbroucke heeft het nadien terug afgeschaft onder meer onder druk van de artsen.
Men dicht u van alles toe, maar men is toch gezwicht. Men kwam niet tot een akkoord in 2002 en men heeft dan beslist dat in de deal te steken en dat af te schaffen. Nu begint men met een restauratiebeleid. Als we nu dus niet staan te trappelen voor de afschaffing van de supplementen voor kinderen, is het niet omdat we ertegen zijn. Wij zijn ervoor. We vinden het heel goed dat dat niet meer kan.
Men moet echter politiek correct zijn. Men kan geen dode mus brengen en zeggen dat men de koe heeft verkocht en dat we al tevreden moeten zijn met een dode mus. Daarover gaat het immers. Het gaat over restauratie.
Het zal de wetgeving op de supplementen alleen maar ondoorzichtiger maken. Ik heb zelf vier artikelen moeten lezen om het te kunnen begrijpen. Ik heb er de ziekenhuiswet bij moeten halen, ik heb er de wet op de ziekteverzekering bij moeten halen in twee of drie stukken en ik heb er een advies bij moeten halen om te kunnen begrijpen hoe de huidige supplementenregeling werkt. Wij menen dat het belangrijk is dat de patiënt op de hoogte is en goed geïnformeerd is en we zullen dat in de wet versterken.
Collega's, wat is de voorgeschiedenis? De Vlaamse en Waalse socialisten wilden dat per se en hebben daarover een wetsvoorstel ingediend. Dat werd een paar weken geleden besproken in de commissie voor de Volksgezondheid. Wat is er toen gebeurd? Het voorstel heeft de eindmeet niet gehaald. Er was duidelijk verzet. Het was niet altijd zo goed te merken, maar de liberalen wilden daarover niet stemmen en wilden het uitstellen.
De minister nam toen het voortouw en zei dat hij geen wetgeving over supplementen ter stemming zou leggen indien hij geen akkoorden van de Medicomut noch adviezen van het Verzekeringscomité had. Wij vonden dat legitiem.
Mevrouw D'hondt heeft toen haar voorstel ingediend om terug te keren naar de vorige goede regeling. Dat werd om dezelfde reden niet aanvaard. Men zei dat er geen adviezen waren en dat men wachtte. Dat is het pleidooi dat ik hier net heb gehouden. We kunnen ons dus perfect in die context inschrijven.
Wat gebeurt er nu? U zult het niet geloven, maar toen de gezondheidswet ons bereikte, zagen we daarin staan als belangrijkste punten: de supplementen en de moeder-kindzorg. Dat punt had pas een paar weken voordien de commissie niet doorstaan ondanks een meerderheid. Daarover zou nu door de meerderheid worden gestemd. Dan voelt men al dat er iets is. Een punt waarvoor weken voordien geen meerderheid kon worden gevonden, krijgt dat nu plots wel. Dat betekent dat er werd gemarchandeerd.
Wat gebeurde er? Het werd pijnlijk duidelijk toen in de loop van de dag de amendementen over de pediaters begonnen binnen te waaien, ingediend door onder andere dokter Bacquelaine op kop. De heer Bacquelaine heeft er voortdurend op gehamerd dat de supplementen niet mochten worden afgeschaft en dat de pecuniaire toestand van niet alleen de pediaters, maar van alle dokters die te maken hebben met het zieke kind, niet zou verbeteren, enzovoort.
Collega's, ik ben al veertien jaar parlementslid en ik heb het volgende nog nooit meegemaakt. Men heeft die honorariumverbetering zelfs in de wet ingeschreven. Dat is nog nooit gebeurd. Het tarievenakkoord is een soort CAO dat elk jaar wordt gesloten tussen de dokters en de ziekenfondsen en waarbij een dergelijke materie wordt onderhandeld. Dat werd nog nooit bij de wet geregeld, precies omdat de dokters nooit aanvaardden dat de supplementen bij de wet werden afgeschaft. Nu past men dezelfde tactiek toe en zegt men dat men de honorariumverbeteringen, vrij vaag, zal inschrijven in de wet.
De minister is niet van gisteren. Wij hebben een verstandige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, die zegt dat hij wel akkoord gaat met die supplementenregeling, maar dat hij over de honorariums nog moet onderhandelen. Hij zet dus de datum van 1 januari 2007 in de wet. Voor alle kinderen en ouders is er nu dus nog geen oplossing. Die zal er misschien zijn in 2007, aangezien het is gekoppeld aan de uitvoering van het andere akkoord.
Intussen zaten de pediaters niet stil. Wat hebben zij gedaan? Zij zagen dat de wet voorbij was en dat zij een beter honorarium zouden krijgen. Zij besloten nog eens naar de minister en zijn kabinetschef te stappen, wat zij vorige vrijdag ook hebben gedaan. Zij hebben er onderhandeld over hun pecuniaire toestand. De minister vertelde hun dat de bepaling al in de wet was opgenomen en dat zij er zeker van konden zijn. Het Parlement zou de wet de week na hun gesprek goedkeuren. De minister beloofde hun een betere toestand, maar het zou hun ook wat kosten.
Het paarse beleid is immers geen beleid van meerwaarde op maatschappelijk vlak en van goede wetgeving, die goed voor de mensen moet zijn. Het is een detectivespel, dat mensen op vakantie spelen. Wie zich verveelt, kan uitzoeken wie met wie heeft onderhandeld en hoe de combines in elkaar steken. Wie ze als eerste ontdekt, heeft gewonnen. Dat is ongeveer de inzet van de commissie geweest. Ik ben er niet uit gekomen. Ik weet al lang niet meer hoe alles is gebeurd.
Collega's, nu zult u toch even op uw ongemak zijn, ik kijk dan vooral naar dokter Bacquelaine, alsook naar mevrouw Avontroodt, die het zo dikwijls hebben opgenomen voor de kleinere streekziekenhuizen en de kleinere pediatriediensten. Wij hebben allen uit een mond gesproken tot de minister, die vier pediaters per ziekenhuis wil verplichten. Ik heb becijferd dat het beroep van pediater in Vlaanderen nog slechts door een vierhonderdtal artsen wordt uitgeoefend. Voor het hele land zijn er minder dan 1.000 pediaters op 35.000 geneesheren. De reden is dat zij niet goed worden betaald, te veel moeten werken en te vaak uit hun bed worden gebeld. Wij hebben de minister gevraagd om de streekdiensten uit te bouwen en te voorzien in een haalbare permanentie, aangezien er niet veel pediaters meer zijn. Wij hebben hem ook voorgesteld in de erkenningnormen te eisen dat er in de streekziekenhuizen hoogstens drie pediaters aanwezig zijn.
Dat werd uit de brand gesleept. Iedereen riep hoera, want er was eindelijk een ontwerp van koninklijk besluit dat bepaalde dat pediatriediensten in ziekenhuizen het met drie pediaters konden stellen.
U zal het niet geloven, maar voorbije vrijdag werd door de Koning en door de minister een koninklijk besluit ondertekend waarin in de erkenningnormen is opgenomen dat elk streekziekenhuis vier pediaters moet hebben om over een zelfstandige, pediatriedienst te mogen beschikken. Collega's, vier pediaters, dat betekent het volgende. Ik zeg dat niet; een studie heeft het vroeger al uitgewezen. Een vakblad schreef daarover dat in dat geval de helft van de pediatriediensten met sluiting wordt bedreigd. Van de 65 erkende pediatriediensten in de Vlaamse ziekenhuizen lopen er 31 het risico hun erkenning te verliezen, omdat zij niet over vier voltijdse kinderartsen beschikken en niet zullen kunnen beschikken.
Immers, collega's, u mag uzelf ook niet voorhouden dat pediatrie alleen maar supergrote, moeilijke gevallen behandelt. Tachtig procent van de taken van de pediatrie bestaat uit de behandeling van poliepen en amandelen en uit andere, kleinere ingrepen. Godzijdank is dat het gros van de ingrepen in de pediatrie. Wij zullen daar nu een specialist bijhalen en er een specialisme van maken. Wij zullen er erkenningnormen voor opleggen. De patiënten zullen zich voor dergelijke ingrepen tot een groot ziekenhuis, subregionaal of universitair, moeten wenden. Zij zullen hun eigen streekziekenhuis, dat een basiszorg verstrekt — pediatrie behoort tot de basiszorg —, moeten voorbijrijden.
Translated text
That is perfectly the point we have made. This is really common. Their
In addition, you have changed articles in the Patient Rights Act. At that time, we have created a committee by law itself that should evaluate this. That committee was working on it and then the minister said it would take too long. I asked him to take the advice into account before changing the law since we have installed that committee by law. And then it is said that one will not wait for it, that one will already change it one and another. Their
You have to imagine it. We make laws. In the law we install a repair, something that should constantly help us to improve the law. And then we do not give that repairman his advisory authority. They do not wait for that. It is said that one knows better and will change itself. Their
I will give you an example of this. There was one advice available. We asked for it in the session. We did a small test. It is funny. We have made an amendment to a certain text that we have transcribed from that opinion. It was about a text that was also in the design, but formulated differently. We have taken the literal text of the opinion. Our amendment was rejected and that of the government was approved. We literally transcribed the text from the advice. The Minister said that his text also looks like that and that his text was taken. If one makes legislation in this way, then I don’t understand it anymore, then I don’t have any sense of putting myself in for it, because then one really has the feeling that one is not doing well and that everything doesn’t make much sense. Their
Colleagues, the biggest and most delicate point is about the supplements in hospitals. This is one of the last points that should be prominently addressed. Colleagues, this is a story that I have to tell you, in all its lengths and widths, in as its truths and correctnesses, because I think our people have a right to it. Their
The prehistory is the following. There is a prehistory in that. Supplements should no longer be requested when parents remain with their children in the hospital while that child needs to be treated and when the parents want to stay with the child at night, to let him fall asleep and to repair a number of tasks for that child, to provide security, to remove the fear. That is a very good thing. A doctor should not charge supplements for this. Until then, that is a honourable goal. Their
However, it is only a small restoration of a measure that went much further in the past. This was previously decided in a government with socialists and CVP's. This measure applies to all circumstances. It was not just about children. It was also about dying people who are anxious and may need guidance. It was also about other people who need help.
We have created a uniform, non-complex scheme that says that supplements in double and multi-person rooms are no longer of this time, that we would no longer accept that. Hospitals need to be sufficiently funded so that they can get there without the supplements of doctors. One should just re-align the fees so that one should not and steamily alongside supplements try to bring about a kind of dual health care. Their
That was the position that was supported by the Chamber at the time. We have made legislation on this. It may be a little sad to have to say it, but it is late Jan Lenssens and his colleague Vermassen who worked hard on this, together with Mrs D'Hondt and myself, then in the Social Affairs Committee. We had a large majority for this. Everyone said that it was a good arrangement, that it had to come, that it was an improvement for the people and for the patients. Their
What happened then? Mr Vandenbroucke subsequently abolished it, among other things under pressure from the doctors.
They close you from everything, but you are still healthy. No agreement was reached in 2002 and it was then decided to put that into the deal and to cancel it. Now we are starting a restoration policy. So if we are not standing up for the abolition of supplements for children now, it is not because we are against it. We are for. We are very happy that this cannot be done anymore.
But we must be politically correct. One cannot bring a dead mouse and say that one has sold the cow and that we must already be satisfied with a dead mouse. That is what it is about. It is about restoration.
It will only make the legislation on the supplements more opaque. I had to read four articles to understand it. I had to read the Hospital Act, I had to read the Health Insurance Act in two or three papers and I had to get advice to understand how the current supplement scheme works. We believe that it is important that the patient is informed and well informed and we will strengthen that in the law.
Colleagues, what is the history? The Flemish and Wallish socialists wanted this necessarily and have submitted a bill on this. This was discussed in the Public Health Committee a few weeks ago. What happened then? The proposal did not reach the final meeting. There was clear resistance. It was not always so good to notice, but the liberals did not want to vote on it and wanted to postpone it.
The minister then took the lead and said that he would not vote on legislation on supplements if he did not have agreements from the Medicomut nor opinions from the Insurance Committee. We found that legitimate.
Mrs D'Hondt then submitted her proposal to return to the previous good arrangement. This was not accepted for the same reason. They said there were no advice and they were waiting. That is the plea I just held here. So we can perfectly fit into that context.
What is happening now? You won’t believe it, but when the Health Act reached us, we saw standing in it as key points: the supplements and mother-child care. That point had not passed a few weeks before the committee, despite a majority. This would now be voted by the majority. Then you feel that there is something. A point for which a majority could not be found weeks earlier, now suddenly gets it. This means that it was marshalled.
What happened? It became painfully clear when during the course of the day the amendments on the pediatricians began to flood, submitted by Dr. Bacquelaine, among others. Mr. Bacquelaine has constantly warned that the supplements should not be abolished and that the pecuniary condition of not only the pediatricians, but of all the doctors dealing with the sick child, would not improve, and so on.
I have been a member of Parliament for fourteen years and I have never experienced the following. This remuneration improvement has even been recorded in the law. This has never happened. The tariff agreement is a type of CAO that is concluded annually between doctors and the hospital funds and in which such a matter is negotiated. That was never regulated by law, precisely because the doctors never accepted that the supplements were abolished by the law. Now the same tactics are applied and it is said that the honorary improvements, quite vague, will be inscribed in the law.
The minister is not of yesterday. We have a wise Minister of Social Affairs and Public Health, who says that he does agree with that supplement scheme, but that he still has to negotiate on the fees. It thus introduces the date of 1 January 2007 in the law. For all children and parents, there is no solution yet. It may be there in 2007, as it is linked to the implementation of the other agreement.
In the meantime, the pediatricians were not silent. What have they done? They saw that the law was over and that they would receive a better reward. They decided to go back to the minister and his cabinet chief, which they also did last Friday. They negotiated their monetary situation. The minister told them that the provision had already been included in the law and that they could be sure of it. Parliament would approve the law a week after their talks. The minister promised them a better condition, but it would also cost them a bit.
After all, purple policy is not a policy of added value on the social level and of good legislation, which must be good for the people. It is a detective game that people play on vacation. Those who get bored can find out who has negotiated with whom and how the combinations fit together. Whoever first discovered it, won. This was approximately the commitment of the committee. I did not come out. I have not known how everything happened for a long time.
Colleagues, now you will be at your discomfort for a moment, I look especially to Dr. Bacquelaine, as well as to Mrs. Avontroodt, who have so often included it for the smaller regional hospitals and the smaller pediatric services. We all spoke out of one mouth to the minister, who wants to mandate four pediatricians per hospital. I have calculated that the profession of pediatrician in Flanders is still exercised only by about four hundred doctors. For the whole country, there are less than 1,000 pediatricians on 35,000 doctors. The reason is that they are not well paid, have to work too much and are called out of bed too often. We have asked the Minister to expand the regional services and provide a feasible permanentity, since there are not many pediatricians anymore. We also suggested that the recognition standards require that no more than three pediatricians are present in the regional hospitals.
This was pulled out of the fire. Everyone called the prostitute, because there was finally a draft royal decree that stipulated that pediatric services in hospitals could deal with three pediatricians.
You won’t believe it, but last Friday the King and the Minister signed a royal decree that included in the recognition standards that each regional hospital must have four pediatricians in order to have an independent, pediatric service. Colleagues, four pediatricians, that means the following. I’m not saying that; a study has already shown it. A journal ⁇ that in that case, half of the pediatric services would be threatened with closure. Of the 65 approved pediatric services in the Flemish hospitals, 31 are at risk of losing their recognition because they do not have four full-time pediatricians and will not be able to have them.
After all, colleagues, you should also not assume that pediatrics only deals with super-big, difficult cases. Eighty percent of the tasks of pediatrics consist of the treatment of polyps and tonsils and from other, smaller interventions. Thank God, this is the majority of the interventions in pediatrics. We will now find a specialist and make a specialism of it. We will impose recognition standards for them. Patients will have to turn to a large hospital, subregional or university, for such interventions. They will have to go past their own regional hospital, which provides basic care — pediatrics belongs to the basic care —.
#36
Official text
Mijnheer Goutry, de minister wil u onderbreken.
Translated text
Mr. Goutry, the Minister wants to interrupt you.
#37
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik maak eerst mijn redenering af. Er is immers nog een belangrijk punt.
Vrouwen bevallen ook. De bevalling is gekoppeld aan de pediatrie. Waar geen pediatrie meer is, is ook geen materniteit meer. Zij zijn immers ook aan elkaar gekoppeld.
Dus, niet alleen gaat de pediatrie verloren, ook de materniteit gaat verloren. Collega's, ik meen het nu echt: ik zou het u verschrikkelijk kwalijk nemen als er in de komende tijd collega's zouden worden opgejut door hun eigen ziekenhuis. U zult de bel nog wel horen luiden; het is nu nog vakantie, de mensen lezen niet veel en ze weten niet veel omdat ze gelukkig met andere dingen bezig zijn. Doch, ik voorspel u, zodra de vakantie voorbij is zal dit punt hun ter ore komen en zult u onder druk komen te staan en de minister vragen of dat wel echt moet.
Translated text
First, I will conclude my reasoning. After all, there is another important point.
Women like too. Childbirth is linked to pediatrics. Where there is no more pediatrics, there is no more maternity. They are also interconnected.
So, not only is pediatrics lost, motherhood is also lost. Colleagues, I really mean it now: I would be terribly sorry for you if in the coming time colleagues would be overwhelmed by their own hospital. You will still hear the bell ring; it’s still holiday now, people don’t read much and they don’t know much because they are happy to be busy with other things. However, I predict you, as soon as the holiday is over, this point will come to their ears and you will be under pressure and ask the minister if it really needs to be.
#38
Official text
Mijnheer Goutry, laat de minister u even onderbreken. Mijnheer de minister, de vragen zijn gesteld. U wou reageren?
Translated text
Mr. Goutry, let the Minister interrupt you for a moment. Mr. Minister, the questions are asked. Did you want to react?
#39
Official text
Monsieur le président, je voudrais dire que plusieurs approches sont analysées en même temps et qu'elles ont toutes trait au même objet.
Je voudrais faire une remarque concernant une critique formulée, relative au cadre un peu dispersé, hétéroclite, des mesures en matière de soins de santé.
Si on regarde chacune des mesures qui viennent d'être rappelées avec une certaine énergie par M. Goutry - je lui reconnais d'ailleurs cette qualité tant en commission qu'en séance plénière -, on pourra constater qu'il s'agit à chaque fois de thèmes importants. Il n'y a aucun thème dont on peut dire qu'il est accessoire.
En outre, je voudrais également attirer l'attention sur le fait que nous rompons, par la technique utilisée dans ce texte, avec une pratique condamnée par le parlement et selon laquelle ce genre dispositif figurait dans les lois-programmes. Ici, on a regroupé les mesures dans un projet de loi portant dispositions diverses en matière de santé pour leur donner un cadre cohérent — c'était d'ailleurs le but -, même si un certain nombre de dispositions ont trait à des aspects différents. Toujours est-il que la problématique des soins de santé est extrêmement vaste. Nous ferons d'ailleurs — tout du moins je l'espère — d'autres propositions en matière de soins de santé avant la fin de la législature.
J'en arrive à la problématique relative à la pédiatrie et aux pédiatres. En la matière, il y a deux débats concomitants.
Le premier est celui de la qualité de la pédiatrie. On vit dans un pays petit comme un mouchoir de poche — il faut le rappeler. Ce n'est pas un grand pays même s'il peut l'être dans notre coeur, où l'on trouve parfois des structures qui appartiennent au même pilier et qui vont se faire concurrence sur base de services qui n'auront jamais atteint les normes de qualité ou la capacité d'encadrer à suffisance.
Nous inspirant d'un rapport que vous connaissez tous, le rapport Casaer et Cannoodt, nous allons retirer les éléments qualitatifs.
Monsieur Goutry, vous avez raison sur un point et on ne pourrait pas dire plus clairement les choses que vous ne l'avez fait à la tribune: tant qu'on en est à l'énoncé théorique d'une disposition visant à apporter des améliorations d'un point de vue qualitatif, tout le monde est d'accord. Mais le jour où on dit que cela aura des conséquences sur le terrain, les choses se passent différemment. On sera d'accord ou non selon que cela touche ou non sa région, son pilier, son secteur.
Translated text
I would like to say that several approaches are being analyzed at the same time and that they all relate to the same object.
I would like to make a comment concerning a criticism formulated, concerning the slightly dispersed, heteroclite framework of healthcare measures.
If we look at each of the measures that have just been recalled with some energy by Mr. Goutry – I also recognize this quality to him both in the committee and in the plenary session – we can see that this is always important themes. There is no theme that can be said to be accessory.
Furthermore, I would also like to draw attention to the fact that we break, by the technique used in this text, with a practice condemned by Parliament and according to which this kind of device appeared in the laws-programmes. Here, the measures were grouped into a bill containing various health provisions to give them a coherent framework — that was the goal — even though a number of provisions deal with different aspects. The problem of health care is extremely large. We will also – at least I hope – make other healthcare proposals before the end of the legislature.
Then comes the issue of pediatrics and pediatrics. There are two simultaneous discussions on this subject.
The first is the quality of pediatrics. You live in a small country like a pocket handkerchief — it must be remembered. It is not a big country even if it can be in our heart, where we sometimes find structures that belong to the same pillar and that will compete on the basis of services that will never have reached the standards of quality or the ability to frame enough.
Inspired by a report that you all know, the Casaer and Cannoodt report, we will remove the qualitative elements.
Mr. Goutry, you are right on one point and one could not say things more clearly than you did at the tribune: as long as one is concerned with the theoretical statement of a provision aimed at bringing improvements from a qualitative point of view, everyone agrees. But the day it is said that it will have consequences on the ground, things happen differently. We will agree or not, depending on whether or not it affects his region, his pillar, his sector.
#40
Official text
Pas du tout.
Translated text
not at all.
#41
Official text
Je peux vous donner l'exemple de membres du CD&V, de libéraux francophones et néerlandophones, de socialistes des deux rangs. Jusqu'à présent, je ne peux vous citer de membres d'Ecolo, mais ce serait le cas s'ils étaient confrontés à des problèmes de cette nature. Lorsque cela touche leur région, tous viennent me dire que cela leur pose de problème.
(protestations sur certains bancs) Je ne veux nullement faire preuve de démagogie. J'estime que quand il y a des dispositions à prendre pour la qualité de la prestation, pour la défense d'une pédiatrie de qualité, je dois prendre mes responsabilités.
Je ne tiens pas des discours contradictoires comme j'en entends parfois tenir sur la qualité sans avoir le courage politique de le traduire en faits.
Le second débat concerne les pédiatres. Il s'agit d'une discussion à deux niveaux, à savoir les honoraires et les suppléments. En matière d'honoraires, on a dit longtemps qu'on devait les revaloriser. Je vous signale que nous avons fait des efforts pour des honoraires dans le cadre hospitalier en 2004, en 2005 et maintenant en 2006. Beaucoup en ont parlé mais les gestes concrets, jusqu'à présent, c'est surtout moi qui les ai posés avec l'aide de certains d'entre vous qui ont interpellé sur cette matière. Il y a là un geste cohérent dans la perspective d'une revalorisation des prestations intellectuelles. Je vous rappelle le débat qui a eu lieu l'année dernière en commission et qui a débouché sur la demande d'une réflexion globale sur les prestations intellectuelles. C'est ainsi que nous en sommes arrivés à la revalorisation des gériatres et, à l'autre bout de la pyramide des âges, des pédiatres dont on parle maintenant.
Au sujet des suppléments, plusieurs parlementaires, qui ne font pas nécessairement partie de groupes idéologiquement proches, ont pointé l'importance de la possibilité d'accompagnement des enfants et pour ce faire le besoin d'éviter les obstacles financiers à cet accompagnement. J'avais dit à l'époque qu'il fallait étudier la question du coût mais aussi les réactions du secteur, comme M. Goutry vient de le rappeler. Je dois cependant apporter une nuance aux propos tenus à la tribune. J'ai dit que nous étions prêts à travailler à ce modèle-là de limitation des suppléments d'honoraires à la condition qu'on ne propose pas de modèle alternatif acceptable dans le cadre des instances de la Medicomut.
Et les discussions se poursuivent avec une date butoir. Je serai donc plus nuancé que M. Goutry qui ne peut pas refaire tout le débat à cette tribune. Il était utile de le rappeler ici.
Translated text
I can give you the example of members of CD&V, French-speaking and Dutch-speaking liberals, socialists of both ranks. Until now, I can’t mention members of Ecolo, but that would be the case if they were facing problems of this nature. When it touches their area, everyone comes to me and says that it is a problem for them.
(Protests on some banks) I do not want to show demagogy at all. I believe that when there are arrangements to be made for the quality of the service, for the defense of a quality pediatric, I must take my responsibilities.
I do not hold contradictory discourses as I sometimes hear them hold on quality without having the political courage to translate it into facts. by
The second issue concerns pediatricians. This is a two-level discussion, namely fees and supplements. In terms of fees, it has long been said that they should be revalued. I would like to point out that we made efforts for fees in the hospital framework in 2004, in 2005 and now in 2006. Many have spoken about it, but the concrete gestures, so far, it is mostly me who has put them up with the help of some of you who have interpelled on this subject. This is a consistent gesture in the perspective of a revaluation of intellectual services. I remind you of the debate that took place last year in the committee and which resulted in the demand for a comprehensive reflection on intellectual benefits. This is how we came to the revaluation of geriatrics and, on the other end of the age pyramid, pediatrics of which we are talking now.
Regarding the supplements, several parliamentarians, who do not necessarily belong to ideologically close groups, pointed out the importance of the possibility of accompanying children and to this end the need to avoid financial obstacles to this accompanying. I had said at the time that it was necessary to study the question of cost but also the reactions of the sector, like Mr. Goutry just reminded him. However, I have to add a nuance to the statements made at the tribune. I said that we were ready to work on this model of limiting the supplementary fees on the condition that no acceptable alternative model is proposed within the Medicomut instances.
The talks continue with a deadline. I will be more subtle than Mr. Goutry who can’t re-enter the whole debate at this tribune. It was useful to mention it here.
#42
Official text
Monsieur Drèze, vous pouvez intervenir mais brièvement pour ne pas créer de débat dans le débat.
Translated text
Mr. Drèze, you can speak but briefly in order not to create a debate in the debate.
#43
Official text
Monsieur le président, quand le ministre reproche à Ecolo et au cdH de l'interpeller quand ils ont des soucis sousrégionaux, je dois rappeler d'abord que tous, ministre compris, sommes nés et vivons dans une sous-région et, ensuite, que les problèmes que nous mettons en avant sont des problèmes transversaux. Quand on parle de la cardiologie, de la pédiatrie, des suppléments d'honoraires, nous en parlons tous de là où nous sommes mais il s'agit de problèmes transversaux. Par conséquent, la critique du ministre est plutôt basse pour la plupart des cas.
Translated text
Mr. Speaker, when the Minister reproaches Ecolo and the CDH for interpelling him when they have sub-regional concerns, I must remind first that all, including the Minister, we are born and live in a sub-region and, then, that the problems we put forward are transversal problems. When we talk about cardiology, pediatrics, fees supplements, we all talk about where we are but it is transversal problems. Therefore, the criticism of the minister is rather low for most cases.
#44
Official text
Qui se sent morveux, qu'il se mouche!
Translated text
Whoever feels sick, let him be sick.
#45
Official text
Je citerai une phrase de l'Évangile: "Que celui qui n'a jamais péché jette la première pierre". Je n'en jetterai pas beaucoup!
Translated text
The Bible says, “He who has never sinned let him throw the first stone.” I will not throw away much.
#46
Official text
Men voelt waar dit debat op uitloopt. Men stemt immers over een wet waaromtrent het debat nog niet beëindigd is. Het is pas begonnen.
De vraag is of wij kwantitatieve criteria moeten invoeren. De minister zegt dat wij tot hogere kwaliteit moeten komen in de pediatrie. Men heeft echter een studie laten maken en wat is de conclusie van de twee professoren en pediaters Cannoot en Casaer? Dat wij geen kwaliteitsprobleem hebben en dat wij beschikken over een goede pediatrie. Die sector had men met rust moeten laten. Het enige wat men had kunnen doen, mijnheer de minister, en terecht, is een herijking. Dat geldt echter in het algemeen. In dat verband werd destijds een voorstel van collega Vandeurzen aangenomen om een commissie te installeren. Dat is het werk dat moet gebeuren in plaats van te prutsen aan het ereloon van de een of de ander, want dit zal nooit kunnen zonder discriminatie; het zal aanleiding geven tot precedenten, dat voelt men zo aan. In feite behandelt men zo de zaak niet ten gronde. Dit is pasmuntpolitiek en dat haalt niets uit. De zaken moeten grondig gebeuren. De erelonen, de technieken en de criteria die worden gebruikt om erelonen te berekenen en toe te kennen, moeten grondig worden herzien. Dan pas kan men voor de pediaters iets doen.
Trouwens, mijnheer de minister, u had een verbetering beloofd voor de eerste vijf dagen van het toezichtshonorarium met 100%. U hebt dat al beloofd eind vorig jaar. Het zou al voor een kwart zijn uitgevoerd op 1 februari. Het werd uitgevoerd op 1 mei en voor de geriaters op 1 februari. U bent dus al te laat. Wat zit u hier eigenlijk te doen? Er is een akkoord, het staat op papier, men voert het niet uit en nu neemt men het op in de wet. Collega's, men moet die materie werkelijk niet bevatten om aan te voelen dat dit gefoefel is, dat dit pasmuntwerk is, dat men onder mekaar tot akkoorden is gekomen en dat de ene en de andere hun dada hebben gehad. Dat was trouwens zo te zien, alleen wisten wij niet altijd goed in welk stuk van het toneel wij zaten. Op het einde, voordat het doek viel, hebben we echter alle acteurs gezien. Allen die hebben meegedaan hebben het publiek gegroet om zoveel generositeit en ze hebben elkaar een stevig applaus gegeven. Dan was het toneel voorbij. De vraag is of het een goed stuk is. Ik zou het in ieder geval niet willen regisseren. Of het al dan niet zal worden verfilmd, is nog een andere vraag.
Mijnheer de voorzitter, ik besluit. Het heeft geen zin om op dit uur collega's nog technisch te vermoeien.
Implantaten zijn een belangrijke zaak. Dat is nu iets goeds, mijnheer de minister. U gebruikt die wet om een commissie voor de implantaten te installeren, zodat er op dat vlak duidelijkheid komt. Dat noem ik nu een goed initiatief. Dit biedt de mensen duidelijkheid omtrent een probleem dat lang onduidelijk was. Zulke wetgeving zou uit dergelijke zaken moeten bestaan, niet uit de plotse instauratie van belangrijke gezondheidsproblemen met grote consequenties.
Ik neem het de mensen uit de meerderheid niet kwalijk, want ik had er bijwijlen soms medelijden mee. Soms zitten wij een beetje in een vechtpositie meerderheid-minderheid en proberen wij elkaar al eens tegen de schenen te stampen. Nu heerste eigenlijk een gevoel om die leden een klein beetje te willen helpen omdat zij sukkelaars zijn en zij er niets kunnen aan doen. Wij namen ons als het ware voor lief voor hen te zijn, zodat we op 13 juli allen met vakantie konden gaan. Zij hebben er immers ook niet om gevraagd en worden al zoveel op de proef gesteld in deze paarse meerderheid. Wij hadden werkelijk medelijden met de leden van de paarse meerderheid!
We hebben het vanmorgen immers gepresteerd om nog een amendement goed te keuren tot schrapping van een artikel waarvan wij hadden ontdekt dat het een grote onvolkomenheid zou zijn geweest in de wet. Eigenlijk zou het een kemel van formaat geweest zijn indien het was goedgekeurd. Wij hebben vanmorgen ons hand over ons hart gestreken en we hebben het ook helpen goedkeuren. Wij hebben het amendement helpen goedkeuren want anders was men er niet geraakt.
Tot slot, collega's, misschien nog een uitsmijter. Mijnheer Lano, het siert u en het doet mij een plezier dat u zo aandachtig hebt geluisterd. Er zouden meer collega's zoals u moeten zijn, collega's die de moeite doen om te luisteren naar de debatten.
De uitsmijter is het sectoraal comité voor de gezondheidsgegevens, toegevoegd aan de privacycommissie. De minister heeft dit in de wet gezet. Dat sectoraal comité moest er komen. Het gaat echter vooral om de samenstelling van dat comité want wat ze precies gaan doen is niet meteen duidelijk. Het gaat vooral over wie erin zal zetelen.
Wat is er gebeurd? Op een bepaald moment staat dit punt in het wetsontwerp en het wordt tijdens de vergadering "weggeamendeerd". De minister heeft gevraagd om dit punt niet te bespreken wegens te vroeg. Men was immers nog niet rond met de samenstelling van het comité. Wat is er gebeurd? Hetgeen de minister uit zijn wetsontwerp heeft gehaald, is later via een amendement terug ingevoerd. Dit is echter pas gebeurd nadat er groen licht was gekomen, nadat er witte rook uit de schouw was gekomen van de onderhandelingen.
Dat sectoraal comité was vooral een zaak van de liberalen. Zij hebben gezegd tegen de socialisten: "Wacht, wij gaan u ook eens pesten." De socialisten hebben uiteindelijk bakzeil moeten halen. Zij hadden eerst een tegenamendement ingediend maar ze hebben alsnog hun handtekening verleend om het oorspronkelijke artikel via een amendement opnieuw in te dienen. Het is kwestie van wat soepelheid zodat het spel sluitend is.
Op die manier zijn wij tot "nuttig" werk gekomen. Collega's, het is aan u om te beoordelen of u dat echt nuttig vindt. Ik kan alleen maar mijn toelichting geven. Ik kan alleen maar zeggen hoe ik het heb aangevoeld, hoe ik er in korte tijd een beetje zicht op heb gekregen. Ik zal het voor mezelf nog een paar keer overdoen tijdens de vakantie. Ik denk dat ik nog binnenpretjes zal hebben. (Applaus)
Translated text
We can feel what this debate is going on. There is a vote on a law on which the debate has not yet ended. It has just begun. Their
The question is whether we should introduce quantitative criteria. The Minister says we need to get higher quality in pediatrics. However, a study has been conducted and what is the conclusion of the two professors and pediatricians Cannoot and Casaer? That we have no quality problem and that we have a good pediatric. This sector should have been left in peace. The only thing that could have been done, Mr. Minister, and rightly, is a recalibration. However, this is true in general. In this context, a proposal from Mr Vandeurzen was adopted to establish a committee. That is the work that must be done instead of lulling on the honor of one or another, for this will never be done without discrimination; it will give rise to precedents, it feels like that. In fact, the case is not treated in this way. This is a passport policy and it does nothing. Things must be done thoroughly. The honorary wages, the techniques and the criteria used to calculate and award honorary wages should be thoroughly reviewed. Only then can one do something for the pediatricians. Their
By the way, Mr. Minister, you had promised an improvement for the first five days of the supervisory fee by 100%. You promised it at the end of last year. It would have already been carried out for a quarter on 1 February. It was performed on 1 May and for the geriaters on 1 February. So you are already too late. What are you actually doing here? There is an agreement, it is on paper, it is not implemented and now it is included in the law. Colleagues, one really does not need to contain that matter in order to feel that this is foolish, that this is pasmunt work, that one has reached agreements between one another and that one and the other have had their dada. That was, by the way, so to be seen, only we did not always know exactly in which piece of the stage we were in. At the end, however, before the canvas fell, we saw all the actors. All who participated greeted the public for so much generosity and they gave each other a strong applause. Then the stage was over. The question is whether it is a good piece. I ⁇ ’t want to direct it. Whether or not it will be filmed is another question. Their
Mr. Speaker, I will decide. It makes no sense to technically tire colleagues at this time.
Implants are an important thing. That is a good thing, Mr. Minister. You use that law to set up a commission for the implants, so that there is clarity on that matter. I call that a good initiative. This gives people clarity about a problem that has long been unclear. Such legislation should consist of such matters, not the sudden establishment of major health problems with great consequences. Their
I don’t blame the people of the majority, because I sometimes felt sorry for them. Sometimes we are a little bit in a majority-minority fighting position and we are already trying to strike each other against the cheeks. Now there was actually a feeling of wanting to help those members a little because they are fools and they can do nothing about it. We decided to be kind to them so that on July 13 we could all go on holiday. After all, they have also not asked for it and are already so much tested in this purple majority. We were really sorry for the members of the purple majority!
After all, we succeeded this morning in approving another amendment to remove an article that we had discovered would have been a major imperfection in the law. In fact, it would have been a camel of size if it had been approved. We stretched our hand over our heart this morning and we also helped approve it. We helped approve the amendment because otherwise it would not have been affected. Their
Finally, my colleagues, maybe another slander. Mr. Lano, it decorates you and it makes me a pleasure that you have listened so carefully. There should be more colleagues like you, colleagues who struggle to listen to the debates.
The screener is the sectoral committee for health data, added to the privacy committee. The Minister has put this into law. That sectoral committee had to come. However, it is primarily about the composition of that committee because what they will do exactly is not immediately clear. It is mainly about who will sit in it.
What has happened? At some point this point is included in the bill and it is “amended” during the meeting. The Minister has asked not to discuss this point because of too early. However, the composition of the committee has not yet been determined. What has happened? What the Minister took from his draft law was later reintroduced through an amendment. This, however, only happened after the green light came, after white smoke came out of sight from the negotiations.
That sectoral committee was primarily a matter of the liberals. They said to the socialists, “Wait, we will also bully you.” They had initially submitted a counter amendment, but they still gave their signature to re-submit the original article through an amendment. It is a matter of some flexibility so that the game is closing.
In this way we have come to “useful” work. Colleagues, it is up to you to judge whether you find it really useful. I can only give my explanation. I can only say how I felt it, how I got a little sight of it in a short time. I will do it for myself a few times during the holiday. I think I’ll still have some inside pleasures. (Applause of Applause)
#47
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat collega Goutry mij wel van op zijn bank zal antwoorden.
Translated text
Mr. Speaker, I think Mr. Goutry will answer me from his bench.
#48
Official text
Ik ben geen expert in zilverlingen.
Translated text
I am not an expert in silver.
#49
Official text
Voor hoeveel benoemingen is dit gebeurd? U begrijpt mij heel goed.
Translated text
For how many appointments has this happened? You understand me very well.
#50
Official text
Daar zijn we nog niet uit, mevrouw D'hondt.
Translated text
We are not yet out of that, Mrs. D'Hondt.
#51
Official text
De vakantie zal lang zijn.
Translated text
The vacation will be long.
#52
Official text
Ik kan misschien enige oplossing bieden. Het zijn geen 50 zilverlingen maar 2 gouden dukaten en ze zijn blauw aan beide kanten.
Translated text
Maybe I can offer some solution. They are not 50 silver but 2 gold dukates and they are blue on both sides.
#53
Official text
Gouden dukaten die blauw zijn aan beide kanten is toch iets speciaal.
Translated text
The golden dukates that are blue on both sides are something special.
#54
Official text
Let op, op het einde van de rit worden die in de tempel geworpen.
Translated text
Note, at the end of the ride those are thrown into the temple.
#55
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, comme le ministre vient de le rappeler, il est vrai que nous avons eu l'occasion d'examiner un projet de loi portant des dispositions en matière de santé, indépendamment des autres secteurs qui ont été examinés soit dans la loi-programme, soit dans le projet portant dispositions diverses de manière très générale. C'était effectivement une demande du parlement, tous groupes confondus, d'ailleurs.
Je me réjouis qu'il ait pu en être ainsi. De fait, il est parfois dommageable de débattre de projets qui couvrent une multitude de secteurs, sans pouvoir, à un moment donné, cibler un secteur privilégié, en l'occurrence celui de M. Goutry. La méthode que nous avons empruntée cette fois est de loin meilleure.
Je ne veux pas, pour ma part, reprendre l'ensemble des points qui sont abordés dans ce projet de loi. Je vais simplement m'attacher à l'une ou l'autre matière.
D'abord, le problème des sages-femmes. Nous avons beaucoup discuté de la possibilité pour les sages-femmes de réaliser un certain nombre d'examens échographiques ou autres, de prescrire des médicaments, etc. et nous avons émis plusieurs objections par rapport au projet initial. Nous considérons que, si les sagesfemmes ont un rôle tout à fait éminent et intéressant à un moment donné dans le cursus de la grossesse, il nous paraît toutefois que la maîtrise de l'ensemble des techniques doit rester l'apanage des gynécologues ou des radiologues en matière d'échographie. En particulier, le dépistage de la grossesse lors du premier examen échographique ainsi que des grossesses à risque doit rester l'apanage du corps médical. En effet, cela touche à la responsabilité.
Nous savons combien les gynécologues sont confrontés à la croissance continue des primes d'assurance en matière de responsabilité. Il nous est donc apparu que mettre les sages-femmes dans une situation de devoir prendre, ellesmêmes, la responsabilité du dépistage d'une grossesse à risque n'était pas correct par rapport à la répartition des responsabilités dans le secteur des soins de santé. Autant il est nécessaire de valoriser les capacités et les compétences de chacun en fonction de sa propre formation, autant il nous est apparu que le dépistage des grossesses à risque devait rester la responsabilité des gynécologues, des médecins. Nous avons, selon moi, bien fait d'opter pour voie-là!
M. Goutry a parlé de beaucoup d'amendements. Il est vrai qu'il y a eu de nombreux amendements mais ils ont tous convergé vers un certain nombre de problèmes, dont essentiellement le problème des sages-femmes et celui des suppléments d'honoraires. L'ensemble des amendements a permis, au contraire, d'ouvrir le débat, de faire en sorte que l'on puisse aller au fond du problème et, ensuite, de synthétiser le débat dans des amendements communs de la majorité qui ont permis d'améliorer le texte.
En ce qui concerne le problème des sagesfemmes, il me semble que nous sommes arrivés à un bon résultat: elles pourront réaliser des échographies fonctionnelles et auront un rôle revalorisé, notamment en ce qui concerne le moment du travail. Il était important que ce soit le cas. Par contre, toutes les garanties sont apportées à la justesse des examens techniques nécessaires pour le dépistage des grossesses à risque en termes de responsabilité. Il était utile qu'il en soit ainsi.
Je souhaiterais brièvement aborder un deuxième point: celui de la création du Comité sectoriel pour les données de santé au sein de la commission de la Protection de la vie privée.
Il était utile d'introduire des amendements pour réintroduire ce comité sectoriel, qui était apparu dans les textes puis qui en était sorti. Nous sommes heureux que ce comité sectoriel soit instauré par le projet de loi.
Ce comité sectoriel reçoit la compétence d'accorder une autorisation pour communiquer à des tiers des données à caractère personnel provenant des hôpitaux. Il s'agit notamment des résumés cliniques minimums. Par ailleurs, ce comité obtient certaines compétences qui ont trait à l'enregistrement des données relatives aux cancers. Il s'agit notamment de l'accord d'autorisation pour le couplage de données à caractère personnel, la transmission de la copie codée de données relatives à l'enregistrement visé au Centre fédéral d'expertise, l'INAMI et l'Agence inter-mutuelliste. Il s'agit donc, selon moi, d'une amélioration de la protection de la vie privée. Cela permettra à la commission de Protection de la vie privée de fonctionner de manière plus efficace dans le secteur des soins de santé.
Vient le problème des suppléments d'honoraires.
Je voudrais qu'on aborde la question plus au fond. Que veut-on exactement en la matière? S'il s'agit de supprimer globalement toute possibilité de faire des distinctions en fonction des engagements des praticiens par rapport à leurs pratiques, on va droit vers la disparition du système conventionnel. Telle est la véritable question: veut-on ou non rester dans un système conventionnel?
Si le gouvernement ou les assemblées parlementaires prennent, de manière autoritaire, des positions drastiques en matière de suppression de suppléments d'honoraires, le système conventionnel n'est plus nécessaire en matière de médecine hospitalière. On doit pouvoir tenir compte des commissions médicomutuellistes, de la participation de l'ensemble des acteurs du secteur pour déterminer la façon dont on organise l'affectation du budget des soins de santé. Il me semble qu'il faut garder une différence entre le médecin conventionné et le médecin non conventionné. Dans le cas contraire, selon moi, la convention est inutile.
S'il n'y a plus de médecins conventionnés et de médecins non conventionnés, si on n'opère plus de distinction entre les deux catégories, je ne vois vraiment pas l'intérêt de continuer à travailler dans le cadre d'un système conventionnel. Or je suis pratiquement convaincu que c'est notre système conventionnel qui a permis de créer une qualité des soins telle que nous la connaissons en Belgique, à un coût tel que nous le connaissons en Belgique. Sans ce système conventionnel, nous serions sans doute confrontés au problème que rencontrent la plupart des autres systèmes dans les autres pays et qui est nettement moins aigu chez nous.
Je plaide donc pour le maintien d'un système conventionnel. Il faudra permettre aux médecins qui ne souhaitent pas se conventionner pour la totalité de leur activité de bénéficier de certains suppléments d'honoraires.
Par contre, tout le monde — je l'espère — s'accorde pour vouloir garantir à chaque patient la possibilité de se faire soigner au tarif conventionnel, c'est-àdire au tarif des médecins conventionnés, sans supplément d'honoraires. Toutes les situations où le patient n'a pas le choix doivent être réglées.
C'est le cas des services d'urgence où nous y supprimons logiquement les suppléments demandés puisque le patient n'a pas le choix de se présenter ou non aux urgences.
Un enfant hospitalisé doit avoir le droit d'être accompagné de ses parents, quelle que soit leur situation financière. Il n'est donc pas question de pénaliser certains enfants pour cette raison financière.
Ainsi, il fallait trouver un système. Nous avons décidé la suppression des suppléments d'honoraires envers les enfants accompagnés de leurs parents, pour autant que quelqu'un finance ce système. Il est bien sûr facile de décider une mesure généreuse, mais rien n'est plus démagogique sur le plan politique que de promettre la gratuité. Sauf si un financement a été prévu: il est indispensable d'avoir établi un mode de financement. Il m'apparaît que la logique voulait que la suppression de ces suppléments d'honoraires se réalise à la condition d'une revalorisation des honoraires de surveillance en pédiatrie. Personne ne devait être lésé par un tel financement que nous aurions voulu assumer sous l'effet d'une grande générosité et solidarité.
Le système prévu permet de conditionner la suppression du supplément d'honoraires à la revalorisation des actes intellectuels des pédiatres. Ce me semble essentiel. Exiger une qualité irréprochable de la pédiatrie en Belgique ne peut se concevoir que grâce aux pédiatres; c'est la condition minimale. Sans pédiatre, la qualité des soins en pédiatrie baissera fortement. Sous prétexte de générosité, de solidarité et de créativité, il est possible de prôner des grandes réformes entraînant la suppression des suppléments ou certains honoraires, mais les problèmes apparaîtront lorsque nous n'aurons plus de pédiatre.
Pourtant, cette question n'est pas complètement illusoire. Notre pays souffre d'un risque majeur de manque d'attractivité de certaines professions relatives à la santé.
C'est le cas en matière de recherche. On sait que, très souvent, nos chercheurs quittent le pays — ce qui est très bien car ils peuvent ramener des expériences intéressantes — mais, malheureusement, beaucoup ne reviennent jamais. Nous avons aussi des problèmes en matière de grands médecins hospitaliers qui trouvent parfois dans d'autres pays des conditions nettement plus avantageuses et qui quittent la Belgique. L'attractivité de la profession est donc essentielle. Si on prend le risque de supprimer ce caractère attractif, nous nous dirigeons vers des problèmes majeurs que vont d'abord subir les patients et, en l'occurrence, les enfants qui nécessitent des soins pédiatriques de grande qualité. Je crois donc qu'il faut être très prudent lorsqu'on aborde ces questions.
La suppression de suppléments pour les enfants accompagnés des parents est une bonne chose mais le financement de l'activité pédiatrique dans les hôpitaux est essentiel.
Plus largement, lorsque M. Goutry pose le problème général de la suppression des suppléments, je le comprends. Je comprends également que les représentants des grandes organisations mutuellistes aient quelques problèmes par rapport à cela. Pourquoi? D'abord, parce qu'ils ont mis sur pied des assurances hospitalisation à grand renfort de publicité et que, bien entendu, quand la prime de l'assurance est payée, il est intéressant que la somme qu'on doit payer pour les suppléments hospitaliers des cotisants ne soit pas trop élevée, sinon il risque d'y avoir un déficit dans la mutuelle.
Je comprends bien les conflits d'intérêt dont on parle beaucoup pour le moment et celui-ci en est un magnifique.
Ceux qui sont liés au lobby mutuelliste ont effectivement intérêt à plaider pour la suppression totale des suppléments. C'est "bingo" pour les mutuelles: ils encaissent les primes et ils ne dépensent plus pour rembourser les suppléments aux patients.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, as the Minister just recalled, it is true that we have had the opportunity to examine a bill containing health provisions, independently of the other sectors that have been examined either in the program law or in the draft containing various provisions in a very general way. This was indeed a request from Parliament, all groups confused, by the way.
I am glad that it could have been so. In fact, it is sometimes damaging to discuss projects that cover a multitude of sectors, without being able, at a given time, to target a privileged sector, in this case that of Mr. and Goutry. The method we used this time is much better.
I do not want to repeat all the points discussed in this bill. I will just focus on one or the other subject.
First of all, the problem of wives. We have much discussed the possibility for midwives to perform a number of ultrasound or other examinations, prescribe medications, etc. There are several objections to the original project. We consider that, although the midwives have a quite prominent and interesting role at some point in the course of pregnancy, it seems to us, however, that the mastery of the set of techniques must remain the responsibility of gynecologists or radiologists in the field of ultrasound. In particular, the screening of pregnancy during the first ultrasound examination as well as risk pregnancies should remain the responsibility of the medical body. This is related to responsibility.
We know how gynecologists are facing the continuous growth of liability insurance premiums. We therefore found that putting midwives in a situation of having to take responsibility for the screening of a risky pregnancy on their own was not correct in relation to the distribution of responsibilities in the healthcare sector. As much as it is necessary to evaluate the abilities and skills of each according to their own training, so much it has appeared to us that the screening of pregnancies at risk should remain the responsibility of gynecologists, doctors. I think we have done well to choose this way!
by Mr. Goutry spoke of many amendments. It is true that there were many amendments, but they all converged towards a number of issues, including essentially the problem of midwives and the problem of supplementary fees. The set of amendments, on the contrary, allowed to open the debate, to make it possible to go to the bottom of the problem and, then, to synthesize the debate into common amendments of the majority that allowed to improve the text.
With regard to the problem of midwives, it seems to me that we have reached a good result: they will be able to perform functional ultrasounds and will have a revalued role, especially with regard to the time of work. It was important that this was the case. On the other hand, all guarantees are provided for the accuracy of the technical examinations necessary for the screening of risk pregnancies in terms of responsibility. It was useful that it was so.
I would like to briefly address a second point: that of the establishment of the Sectoral Committee on Health Data within the Privacy Protection Committee.
It was useful to introduce amendments to reintroduce this sectoral committee, which had appeared in the texts and then left. We are pleased that this sectoral committee is established by the bill.
This sectoral committee is empowered to authorise the disclosure to third parties of personal data from hospitals. These include minimum clinical summaries. In addition, this committee obtains certain powers related to the recording of cancer data. These include the authorization agreement for the coupling of personal data, the transmission of the encrypted copy of the data relating to the registration referred to the Federal Centre of Expertise, the INAMI and the Inter-Mutuelliste Agency. This is, in my opinion, an improvement in the protection of privacy. This will enable the Privacy Protection Commission to operate more effectively in the healthcare sector.
Then comes the issue of additional fees.
I would like to address the issue more thoroughly. What exactly do we want in this regard? If it comes to eliminating globally any possibility of making distinctions based on the commitments of practitioners in relation to their practices, we are headed towards the disappearance of the conventional system. This is the real question: do we want to stay in a conventional system or not?
If the government or parliamentary assemblies take, in an authoritarian way, drastic positions regarding the abolition of fee surpluses, the conventional system is no longer needed in hospital medicine. We must be able to take into account the medical committees, the participation of all the actors in the sector to determine how the allocation of the health care budget is organized. There is a difference between the conventional doctor and the unconventional doctor. Otherwise, I think the convention is useless.
If there are no more conventional doctors and non-conventional doctors, if there is no more distinction between the two categories, I really do not see the interest of continuing to work within the framework of a conventional system. But I am practically convinced that it is our conventional system that has allowed to create a quality of care as we know it in Belgium, at a cost as we know it in Belgium. Without this conventional system, we would probably face the problem that most other systems in other countries face and which is significantly less acute in our country.
Therefore, I advocate for the maintenance of a conventional system. Doctors who do not wish to contract for the whole of their activity should be allowed to benefit from certain supplementary fees. by
On the other hand, everyone — I hope — agrees to want to guarantee every patient the possibility of receiving treatment at the conventional rate, that is, at the rate of conventional doctors, without additional fees. All situations where the patient has no choice must be resolved.
This is the case of emergency services where we logically remove the supplements requested since the patient has no choice of appearing or not to the emergencies. by
A child hospitalized should have the right to be accompanied by his or her parents, regardless of their financial situation. Therefore, there is no question of penalizing certain children for this financial reason. by
So we had to find a system. We have decided to remove the fee supplements for children accompanied by their parents, as long as someone finances this system. It is, of course, easy to decide on a generous measure, but nothing is more demagogical politically than promising gratuitousness. Unless a financing has been planned: it is essential to have established a mode of financing. It seems to me that the logic meant that the abolition of these supplementary fees would take place on the condition of a revaluation of the pediatric surveillance fees. No one should be hurt by such funding that we would have wanted to assume under the effect of great generosity and solidarity. by
The planned system allows to condition the abolition of the fee supplement to the revaluation of the intellectual acts of pediatricians. This seems to me essential. Demanding an irreproachable quality of pediatrics in Belgium can only be conceived thanks to pediatricians; this is the minimum requirement. Without a pediatrician, the quality of pediatric care will decline sharply. Under the pretext of generosity, solidarity and creativity, it is possible to advocate major reforms resulting in the abolition of supplements or certain fees, but the problems will appear when we no longer have a pediatrician. by
However, this question is not entirely illusory. Our country suffers a major risk of lack of attractiveness of certain health-related professions.
This is the case with research. It is known that, very often, our researchers leave the country — which is very good because they can bring back interesting experiences — but, unfortunately, many never return. We also have problems with large hospital doctors who sometimes find in other countries significantly more favorable conditions and who leave Belgium. The attractiveness of the profession is therefore essential. If we take the risk of removing this attractiveness, we are heading towards major problems that will first suffer patients and, in this case, children who require high-quality pediatric care. We should be very careful when dealing with these issues.
Removing supplements for children accompanied by parents is a good thing but financing pediatric activity in hospitals is essential.
Furthermore, when Mr. Goutry poses the general problem of removing supplements, I understand it. I also understand that representatives of major mutualist organizations have some problems with this. Why Why ? First, because they have set up hospital insurance with great advertising support and that, of course, when the insurance premium is paid, it is interesting that the amount to be paid for the hospital supplements of the contributors is not too high, otherwise there is a risk of a deficit in the mutual.
I understand well the conflicts of interest that are being talked about a lot at the moment and this one is a wonderful one.
Those who are linked to the mutual lobby actually have an interest in advocating for the complete removal of supplements. This is “bingo” for mutuals: they collect bonuses and they no longer spend to repay the supplements to patients.
#56
Official text
Monsieur le président, je pense que M. Bacquelaine soulève un débat important. Les suppléments sont-ils effectivement un mode de financement? Il parle du coût d'une couverture complémentaire soins de santé par les mutuelles. On pourrait également citer l'assurance privée. Je peux vous parler d'un courrier récent de DKV particulièrement intéressant à cet égard.
C'est aussi la question de savoir si - M. Goutry a posé la question tout à l'heure -, ils ne sont pas là pour répondre à des déficits structurels du financement des hôpitaux.
Le débat est intéressant. Le gouvernement a effectivement, par tranches de 33 millions structurels, et en remboursant des arriérés d'une manière accélérée, essayé de répondre à cette question. Mais il reste vrai aujourd'hui que le débat ne concerne pas seulement les honoraires. Il faut pouvoir tenir le débat sous les deux angles. Il faut maintenir les prestataires dans les hôpitaux quand c'est possible.
Par exemple, je le dis de mémoire, il y a à peu près 600 pédiatres dans les hôpitaux sur un total d'environ 1.400 pédiatres dans le pays parce qu'il y a un déséquilibre entre la rémunération des prestations dans et en dehors des sites hospitaliers. Cela nous mène — monsieur Bacquelaine, vous le savez aussi — au débat sur la permanence à cause de cet élément.
Ma deuxième réflexion sur la question des suppléments est qu'il faudrait aujourd'hui avoir une logique d'identification - c'est un débat qu'on avait commencé l'an dernier mais qu'on n'a pas poursuivi cette année — des différents secteurs qui, dans les spécialisations hospitalières, posent problème en termes de rémunération, souvent liée d'ailleurs à une distinction anormale.
Je dois le dire. La Medicomut a du mal, pour le moment, à dépasser ce problème; c'est la sur- rémunération d'un certain nombre de prestations purement techniques au regard de la sousrémunération de prestations de type intellectuel. J'estime, pour ma part, que ce rééquilibrage doit faire l'objet d'un consensus entre nous, sachant que c'est difficile. En effet, une fois que l'on a acquis un droit en termes d'honoraires, un rééquilibrage est toujours ressenti de manière négative, sauf si les moyens nouveaux qui seront injectés n'obèrent pas les anciens moyens déjà injectés. Mais évidemment dans le contexte qui est le nôtre, avec la norme de croissance qui est la nôtre et nos moyens financiers, ce serait rêver tout haut que de penser que l'on peut tout faire en même temps.
Cela n'est pas contradictoire; cela vient compléter la réflexion. Cela démontre que nous ne sommes pas dans un jeu médiocre de marchandage comme cela a été dit à la tribune, il y a quelques instants. Prétendre que l'on rémunère mieux en contrepartie d'une meilleure qualité, ce n'est pas vrai. En réalité, comme je viens de le rappeler, on rémunère mieux parce qu'il y a eu des défaillances en matière d'alignement d'un certain nombre d'honoraires. Cela aide effectivement au maintien, dans le cadre hospitalier, d'un certain nombre de prestataires.
Translated text
I believe that Mr. Bacquelaine raises an important debate. Are supplements really a form of financing? It talks about the cost of a complementary health care coverage by mutual partners. We could also mention private insurance. I can tell you about a recent mail from DKV ⁇ interesting in this regard.
The question is also whether Mr. Goutry asked the question just recently – they are not there to address structural shortages in hospital financing.
The debate is interesting. The government has effectively, in tranches of 33 million structural, and by repaying backbacks in an accelerated way, tried to answer this question. But it remains true today that the debate is not just about fees. The debate must be held from both angles. Service providers should be kept in hospitals whenever possible.
For example, I say it from memory, there are approximately 600 pediatricians in hospitals out of a total of approximately 1,400 pediatricians in the country because there is an imbalance between the remuneration of benefits inside and outside hospital sites. This leads us — Mr. Bacquelaine, you know it too — to the debate about the permanence due to this element.
My second reflection on the question of supplements is that today we need to have a logic of identification – a debate that we started last year but did not continue this year – of the different sectors that, in the hospital specialties, pose problems in terms of remuneration, often linked to an abnormal distinction.
I have to say. Medicomut is struggling, for the moment, to overcome this problem; it is the overpayment of a number of purely technical services in relation to the underpayment of intellectual services. For my part, I believe that this re-balance must be the object of consensus between us, knowing that it is difficult. Indeed, once one has acquired a right in terms of fees, a re-balancing is always felt in a negative way, unless the new means that will be injected do not obey the old means already injected. But obviously in the context that is ours, with the growth standard that is ours and our financial means, it would be to dream high than to think that one can do everything at the same time. by
This is not contradictory; it complements the reflection. This demonstrates that we are not in a mediocre trading game as it was said at the tribune a few moments ago. Pretending that you pay better in exchange for better quality is not true. In reality, as I just recalled, you get better paid because there have been shortcomings in the alignment of a certain number of fees. This effectively helps to maintain, in the hospital framework, a number of providers.
#57
Official text
Monsieur le président, j'ai écouté avec intérêt et attention tout le développement de M. Bacquelaine qui tient assez bien la route.
Toutefois, je ne peux accepter qu'il considère la proposition du CD&V et du cdH en matière de suppléments comme démagogique.
Il me semble que M. Goutry et moi-même avons été clairs dans nos propos. Il faut évidemment compenser cette mesure financièrement parlant, notamment via le budget des moyens financiers. De plus, il faut savoir qu'aujourd'hui, dans les faits, certains patients n'ont pas accès à des services conventionnés et sans suppléments, soit parce que ces services ne sont pas facilement accessibles dans leur région, soit parce qu'on leur laisse entendre que les délais seront différents suivant qu'ils prennent une chambre avec supplément ou une chambre sans supplément.
Translated text
I listened with interest and attention to all the development of Mr. President. Bacquelaine that holds the road pretty well.
However, I cannot accept that he considers the CD&V and cdH’s proposal on supplements as demagogic.
It seems that mr. Goutry and myself were clear in our words. Of course, this measure must be compensated financially speaking, in particular through the budget of financial means. In addition, it should be known that today, in fact, some patients do not have access to conventional and non-supplemental services, either because these services are not easily accessible in their area, or because they are told that the deadlines will be different depending on whether they take a room with a supplement or a room without a supplement.
#58
Official text
Allons!
Translated text
Let us go!
#59
Official text
C'est la réalité, vous la connaissez mieux que moi!
J'ajoute que, ces dernières années, les coûts d'hospitalisation à charge des patients — il s'agit de chiffres émanant tant des mutualités chrétiennes que des mutualités socialistes — ont augmenté de près de 40% et que, dans les faits, on assiste à une dualisation en matière d'accès aux soins de santé qu'il faut pouvoir contrer par tous les moyens. Il n'est donc pas question ici de démagogie!
Translated text
This is the reality, you know it better than me!
I add that, in recent years, the costs of patient hospitalization — figures from both Christian mutualities and Socialist mutualities — have increased by ⁇ 40% and that, in fact, there is a dualization in access to health care that must be counterable by all means. There is no demagogy here.
#60
Official text
Monsieur Drèze, j'ose quand même espérer que, dans les hôpitaux chrétiens, on ne va pas jusqu'à différer l'accession aux soins nécessaires en fonction des capacités financières du patient. Si c'est le cas, vous m'interpellez!
Translated text
Mr. Drèze, I dare nevertheless hope that, in Christian hospitals, one does not go so far as to postpone access to the necessary care according to the financial capacity of the patient. If so, you are asking me.
#61
Official text
(...)
Translated text
The [...]
#62
Official text
Selon moi, le problème du financement des soins est fondamental. On va probablement un jour devoir se pencher réellement sur la révision globale de notre nomenclature parce que les soins évoluent, que le paysage même des soins médicaux et les progrès scientifiques font que, chaque jour, des prestations deviennent obsolètes et d'autres plus nécessaires. Par conséquent, la révision fondamentale de notre nomenclature s'inscrit dans une nécessité.
On devra la faire.
On devra poser aussi le problème du financement global. Et la question du deuxième pilier viendra un jour. Ce sujet ne peut pas rester tabou. Ce pilier existe déjà par le fait des assurances complémentaires des mutuelles et des assurances privées. Actuellement, il y a des financements accessoires, annexes, supplémentaires, qui couvrent une certaine partie des soins. Les mutuelles y participent activement, tant les socialistes que les chrétiennes, d'ailleurs. Les assurances privées y participent également.
Mais ce n'est pas une critique. Je fais seulement remarquer qu'il existe parfois une confusion des rôles entre l'organisme contrôleur qu'est naturellement la mutuelle et le pourvoyeur de prestations de type capitalistique que sont devenues les mutuelles en matière d'assurance hospitalisation. Selon moi, des conflits d'intérêt peuvent survenir parce que le propre assureur privé que devient parfois le mutuelliste participe à la convention médico-mutuelliste pour gérer l'argent public. À un moment donné, il y a des conflits d'intérêt qui peuvent poser des problèmes. Je ne prétends pas qu'on ne puisse pas les résoudre mais je crois qu'il faut se pencher sur cette question.
Translated text
In my view, the issue of financing healthcare is fundamental. We will probably one day really have to look at the overall revision of our nomenclature because care is evolving, that the very landscape of medical care and scientific advances make, every day, benefits become obsolete and others more needed. Therefore, a fundamental revision of our nomenclature is a necessity.
We will have to do it. by
The issue of global financing must also be addressed. And the question of the second pillar will come one day. This issue cannot remain taboo. This pillar already exists through complementary mutual insurance and private insurance. Currently, there are accessory funding, annexes, additional funding, which covers a certain part of the care. The mutualists are actively involved, both socialists and Christians. Private insurance companies are also involved. by
But this is not a criticism. I only point out that there is sometimes a confusion of roles between the control body which is naturally the mutual and the provider of capitalist-type benefits that have become the mutual in matters of hospital insurance. In my opinion, conflicts of interest may arise because the private insurer himself, who sometimes becomes the mutuellist, participates in the medical-mutuellist convention to manage public money. At some point, there are conflicts of interest that can create problems. I’m not saying that we can’t solve them, but I think we need to look at this issue.
#63
Official text
Mijnheer de voorzitter, dit is terecht een zeer interessant debat over de aanvullende verzekeringen, over de taken van de ziekenfondsen en van de private verzekeringen. Mijns inziens, valt dat een beetje buiten de context waarmee we bezig zijn.
We moeten ons evenwel behoeden op het spreekgestoelte tot stellingen over te gaan die als waarheid worden verkocht. Ten eerste, er zijn niet alleen socialistische en christelijke, maar ook liberale ziekenfondsen. U bent dat toevallig vergeten. Ten tweede, de supplementen, de implantaten en de grootste bijkomende kosten ten laste van de patiënten zitten niet in de verplichte verzekering, zelfs niet in de hospitalisatieverzekering, die facultatief door de ziekenfondsen worden aangeboden, maar worden privaat verzekerd. A la limite zou men kunnen stellen dat met het bedwingen van supplementen men het meest cadeau doet aan de private verzekeringsinstelling. Tot nader order bent u veeleer voorstander van private verzekeringen dan voor gesolidariseerde verzekeringen. U ondergraaft uw eigen markt.
Translated text
Mr. Speaker, this is rightly a very interesting debate on supplementary insurance, on the tasks of the health funds and of the private insurance. In my opinion, this is somewhat out of the context we are dealing with.
However, we must keep ourselves from passing over to statements that are sold as truth. First, there are not only socialist and Christian, but also liberal health funds. You accidentally forgot that. Second, the supplements, the implants and the largest additional costs incurred by the patients are not included in the mandatory insurance, not even in the hospitalization insurance, which are offered optional by the health funds, but are privately insured. A la limite one could say that with the restriction of supplements one gives the most gift to the private insurance institution. Until the next order, you are more in favour of private insurance than of solidary insurance. You are undermining your own market.
#64
Official text
Monsieur le président, je serai très bref.
Voilà quelques semaines, quand je ne sais plus quel parlementaire a demandé à M. Bacquelaine s'il savait faire la différence entre sa casquette de député et sa casquette de médecin, il a dit oui et je le crois! Par conséquent, les mutuelles qui sont, a fortiori, à but non lucratif savent aussi faire la distinction quand elles portent deux casquettes.
Pour conclure, je dirais que ce qui chatouille peutêtre ici c'est le fait que les assurances hospitalisation des mutuelles qui, je le rappelle, sont à but non lucratif, concurrencent les assurances privées qui ont aussi leur relais dans cette assemblée.
Translated text
I will be very brief.
For a few weeks now, I do not know which member of parliament asked Mr. Bacquelaine if he knew how to distinguish between his deputy hat and his doctor hat, he said yes and I believe it! Therefore, mutual companies that are, a fortiori, non-profit also know how to distinguish when they wear two hats.
To conclude, I would say that what may hurt here is the fact that the mutual hospital insurance that, I recall, are non-profit, compete with the private insurance companies that also have their relay in this assembly.
#65
Official text
Il faudrait se pencher sur les actionnariats croisés de certaines structures dans notre pays. C'est un autre débat qui pourrait être très intéressant. Nous verrions où se situent aujourd'hui nombre de multinationales dans le secteur.
Pour répondre à la question de M. Goutry, je dirais simplement qu'il ne faut pas avoir de tabou, me semble-t-il, par rapport aux techniques à mettre en oeuvre pour assurer demain le financement des soins de santé qui seront sans doute plus chers que ceux d'aujourd'hui. Cela me paraît inéluctable et cela correspond d'ailleurs à une échelle de valeur: la santé a une valeur sans cesse croissante dans l'esprit collectif. Il serait donc utile de tenir un débat pour examiner la façon dont on va financer à l'avenir un secteur qui va coûter de plus en plus cher.
La notion du deuxième pilier n'est pas un sujet tabou pour moi. Les inventeurs du second pilier sont d'abord les mutuelles. Ce sont elles qui ont inventé le concept de l'assurance complémentaire. Progressivement, il va falloir voir dans quelle mesure on élargit le concept du deuxième pilier et étudier les techniques à utiliser pour favoriser un deuxième pilier (les incitations fiscales, les assurances groupes dans les entreprises). Je pense que tous ces débats sont importants et nécessaires et que nous n'en ferons pas l'économie.
Translated text
We should look at the cross-sharing shareholders of certain structures in our country. This is another discussion that could be very interesting. We will see where many multinational companies are currently located in the sector.
Answering the question of Mr. Goutry, I would simply say that there should be no taboo, it seems to me, with regard to the techniques to be implemented to ensure the financing of health care tomorrow that will probably be more expensive than those of today. This seems to me inevitable, and it also corresponds to a scale of value: health has an ever-increasing value in the collective mind. Therefore, it would be useful to hold a debate to look at how to finance in the future a sector that will cost more and more expensive.
The concept of the second pillar is not a taboo subject for me. The inventors of the second pillar are first and foremost mutual. They were the ones who invented the concept of complementary insurance. Progressively, it will be necessary to see to what extent the concept of the second pillar is expanded and to study the techniques to be used to favor a second pillar (tax incentives, group insurance in companies). I think all these debates are important and necessary and that we will not make the economy of it.
#66
Official text
Je ne veux pas être long mais j'estime que l'intervention de M. Bacquelaine, le député, est excellente. En effet, j'aime quand la droite tient un discours de droite. C'est clair. On sait où on va: privatisation, deuxième pilier, etc. On cherche des alliés: les mutuelles, etc.
J'apprécie que l'on cherche des alliés pour un discours libéral classique de droite. Il faut donc laisser continuer M. Bacquelaine. Tous ses arguments sont à contrer quand nous dirons que nous voulons un système de santé solidaire qui permette à chacun de se faire soigner.
Translated text
I don’t want to be long, but I think the intervention of Mr. Bacquelaine, the member, is excellent. I like when the right speaks to the right. It is clear. We know where we are going: privatization, second pillar, etc. We are looking for allies: mutual allies, etc.
I appreciate that we are looking for allies for a classical right-wing liberal discourse. Therefore, it is necessary to continue Mr. and Bacquelaine. All his arguments are to be countered when we say that we want a solidary health system that allows everyone to get care.
#67
Official text
Monsieur Mayeur, c'est une pétition de principe. Elle est intéressante. Tout le monde peut la faire. Nous sommes tous pour un système solidaire où tout le monde peut être soigné.
Quelqu'un est contre? Non. Je crois que tout le monde est d'accord. Cela me paraît être d'une très haute teneur et cela alimente fortement le débat.
Vous êtes le seul à avoir prononcé le mot privatisation. J'en prends acte.
Nous aurons certainement la chance un jour d'aborder le débat de fond. En tant que président de la commission de la Santé, je comptais sur vous pour mettre à l'ordre du jour un débat intéressant sur le financement global des soins de santé au-delà de la décision de supprimer de temps en temps tel ou tel supplément, sans vraiment s'intégrer dans un raisonnement de fond sur la question. J'aborderai un dernier sujet qui me semble important, à savoir la réforme du service d'évaluation et du contrôle médical.
J'étais particulièrement attaché à avancer dans ce secteur. Moi-même j'avais déposé une proposition de loi davantage maximaliste, j'en conviens. En effet, je reste partisan de la suppression des catégories de médicaments. Les chapitres II et IV me semblent quelque peu obsolètes de par ces catégorisations; d'ailleurs, actuellement, ils ne correspondent plus du tout à l'esprit qui a prévalu lors de leur mise en place.
Pour moi, il s'agit surtout de traquer la surconsommation, celle qui n'est pas acceptable sur le plan de la qualité des soins. À partir du moment où une véritable surconsommation est constatée, il convient d'instaurer un contrôle, nécessaire et dans ce cas effectif: il aboutira à la suppression d'une source de surconsommation, ce qui le rendra bénéfique pour l'ensemble de la société et permettra d'alimenter la solidarité, particulièrement chère à M. Mayeur, président de la commission. Cette recherche de contrôle de la surconsommation est indispensable à mes yeux.
Comment ces contrôles doivent-ils être effectués? Évidemment, dans le cadre du respect des droits de la défense. M. Drèze s'est beaucoup battu sur ce sujet. D'après moi, ce projet apporte des améliorations notoires pour les droits de la défense, et je m'en réjouis.
Tout à l'heure, j'ai parlé d'attractivité de la profession médicale, et plus particulièrement des pédiatres, mais il est clair que cette attractivité concerne aussi l'ensemble de la profession. En soumettant continuellement la profession à des contrôles particulièrement tatillons, nous risquons d'engendrer une peur administrative, une inquiétude, une angoisse vis-à-vis de ces contrôles, parfois irraisonnable, à cause de leur multiplication et à leur modus operandi. Un surcroît de charges administratives et de contrôles trop minutieux sont à éviter vis-à-vis de cette profession qui risquerait de tourner le dos à ce qui ressemble de moins en moins à une véritable vocation. Restons-y attentifs!
Le projet que nous voterons ce soir amène diverses améliorations dans ces secteurs. Je m'en réjouis particulièrement tant il est vrai que les événements de Lierneux et d'autres étaient nocifs pour l'attractivité de la profession médicale et risquaient de concourir à cette pénurie mise en avant par certains, même si elle n'est pas encore effective sur le terrain. Nous ne pouvons pas encore parler de pénurie, mais le risque existe si les médecins poursuivent leur émigration, comme c'est le cas pour les 1.700 médecins belges qui travaillent en France et les 700 médecins belges aux Pays-Bas. Cet exode massif doit nous inquiéter relativement à la façon d'alimenter la charge administrative et aux contrôles de la profession.
Je ne peux qu'être particulièrement heureux de voir qu'on aborde ce problème sans trop de tabous, qu'on avance dans les droits de la défense des médecins et qu'on met en place un système qui se concentre sur le problème de la surconsommation plutôt que sur les entraves à la liberté thérapeutique, parfois par le biais d'un nombre élevé de contrôles.
Monsieur le ministre, monsieur le président, voilà les quelques remarques que je voulais faire à l'occasion de ce débat sur le projet de loi portant dispositions diverses en matière de santé, en étant convaincu que nous n'allons pas en rester là et que nous aurons d'autres occasions de débattre de la question, ce dont je me réjouis d'avance.
Translated text
This is a petition of principle. She is interesting. Everyone can do it. We are all for a solidary system where everyone can be treated.
Is anyone against? and no. I think everyone agrees. It seems to me to be of a very high content and this strongly fuels the debate.
You are the only one who has spoken the word privatization. I take note of it.
We will ⁇ have the chance one day to address the substantive debate. As chairman of the Health Committee, I counted on you to put on the agenda an interesting debate on overall health care funding beyond the decision to remove from time to time one or another supplement, without really integrating into a substantial reasoning on the issue. I will address a last topic that I think is important, namely the reform of the assessment service and the medical check.
I was especially committed to advancing in this sector. I myself had submitted a more maximistic bill, I agree with it. I am in favour of the abolition of medicines. Chapters II and IV seem to me somewhat obsolete by these categories; besides, at present, they no longer correspond at all to the spirit that prevailed when they were set up. by
For me, it is mainly about tracking overconsumption, which is not acceptable in terms of quality of care. From the moment when a real overconsumption is found, it is necessary to establish a control, necessary and in this case effective: it will result in the removal of a source of overconsumption, which will make it beneficial for the whole of society and will allow to feed solidarity, ⁇ dear to Mr. Mayeur, President of the Commission. This research into controlling overconsumption is indispensable in my view.
How should these controls be carried out? Of course, in respect of the rights of defence. by Mr. Drzeze has fought a lot on this subject. In my opinion, this project brings notorious improvements to defence rights, and I look forward to that.
Just recently I talked about the attractiveness of the medical profession, and more specifically of pediatricians, but it is clear that this attractiveness also concerns the whole profession. By continuously subjecting the profession to ⁇ subtle controls, we risk generating an administrative fear, anxiety, anxiety with regard to these controls, sometimes unreasonable, due to their multiplication and their modus operandi. Additional administrative burdens and excessively careful controls should be avoided with regard to this profession, which would risk turning back to what appears less and less to be a true vocation. Let us be attentive!
The project we will vote on tonight brings several improvements in these sectors. I am ⁇ pleased with this as it is true that the events of Lierneux and others were detrimental to the attractiveness of the medical profession and risked to contribute to this shortage highlighted by some, even though it is not yet effective on the ground. We cannot talk about shortages yet, but the risk exists if doctors continue their emigration, as is the case for the 1,700 Belgian doctors working in France and the 700 Belgian doctors in the Netherlands. This massive exodus should worry us about how to feed the administrative burden and the controls of the profession.
I can only be ⁇ pleased to see that this problem is addressed without too many taboo, that advances are made in the rights of defence of doctors and that a system is put in place that focuses on the problem of overconsumption rather than on barriers to therapeutic freedom, sometimes through a high number of controls.
Mr. Minister, Mr. Speaker, these are the few remarks I wanted to make on the occasion of this debate on the bill containing various health provisions, being convinced that we will not stay there and that we will have other opportunities to discuss the issue, which I look forward to in advance.
#68
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, er zijn tot op heden nogal denigrerende opmerkingen gemaakt over de voorliggende wet en dat is eigenlijk bijzonder jammer. Wij vinden de gezondheidswet die hier voorligt eigenlijk goed. Er zitten een aantal belangrijke zaken in die wij een warm hart toedragen. Ik zou er drie kort willen belichten tijdens deze uiteenzetting.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, there have been quite denigrating comments on the present law so far, and that is actually ⁇ regrettable. We think the health law that is here is actually good. There are a number of important things in which we attach a warm heart. I would like to briefly highlight three points during this presentation.
#69
Official text
Eerst en vooral is er de herwaardering van de eerste lijn in het kader van de vroedvrouwendiscussie. Ten tweede gaat het om het aan banden leggen van de supplementen, een belangrijk item. Ten derde is er de versterking van de patiëntenrechten. Ik zal hier punt voor punt een beetje dieper op ingaan. Ik zal mij dus niet bezighouden met het houden van een conference zoals bepaalde partijen dat blijkbaar achter deze micro doen. Ik hou mij niet bezig met politique politicienne of partijpolitieke haarkloverij. Wat voor ons belangrijk is, is wat goed is voor de mensen. Daar gaan we nu bij stilstaan.
Translated text
First and foremost, there is the revaluation of the first line in the context of the midwife debate. Second, it is about binding the supplements, an important item. Third, the strengthening of patient rights. I will go into this point by point a little deeper. So I will not be concerned with holding a conference like certain parties apparently do behind this microphone. I am not concerned with political politicians or party political haircuts. What matters to us is what is good for people. That is where we will now stop.
#70
Official text
Ten eerste, de vroedvrouwendiscussie. Het is in ons land een bekend fenomeen dat bevallen als een ziekte wordt beschouwd. Dat is een bijzonder eigenaardig fenomeen als men ziet wat er in de ons omringde landen en elders in de wereld gebeurt. Daar is bevallen doodnormaal. Bij ons wordt het echter gemedicaliseerd en dat is eigenlijk jammer. Vandaar dat wij het bijzonder belangrijk vinden dat de vroedvrouw opnieuw, ook op wettelijk vlak, de plaats krijgt die ze verdient.
Translated text
First, the maternity debate. It is in our country a well-known phenomenon that childbirth is considered a disease. This is a ⁇ peculiar phenomenon when one sees what is happening in the countries around us and elsewhere in the world. It was deadly normal. In our country, however, it is medicated and that is actually a pity. Therefore, we find it ⁇ important that the midwife again, also on the legal level, gets the place she deserves.
#71
Official text
Wat in deze wet staat, is dat de vroedvrouwen een beter statuut krijgen. Hiermee doen we eigenlijk niets anders dan de definitie volgen van de Wereldgezondheidsorganisatie. We doen eigenlijk niets anders dan de facto consacreren wat de vroedvrouw in 90% van de gevallen nu al doet in de meeste ziekenhuizen. Het gaat om het voorschrijven van geneesmiddelen van een heel gelimiteerde lijst, het doen van bepaalde echografieën, zonder van de morfologische te spreken, en bekkenbodemreëducatie. Dat zijn allemaal dingen die nu al gebeuren en die nu een meer wettelijk kader krijgen.
Translated text
What is stated in this law is that midwives get a better status. In fact, we do nothing but follow the definition of the World Health Organization. We actually do nothing but de facto consecrate what the midwife in 90% of cases already does in most hospitals. It involves prescribing drugs from a very limited list, doing certain ultrasounds, not to mention the morphological, and reduction of pelvic floor. These are all things that are already happening and that now get a more legal framework.
#72
Official text
Hierdoor doen we eigenlijk niets anders dan het beroep van vroedvrouw aantrekkelijker maken, meer toekomstmogelijkheden geven, een opwaardering geven en meer respect betonen. We zorgen er eigenlijk voor dat vroedvrouwen de erkenning krijgen die ze verdienen. Wij vinden wat in deze wet staat zeer goed. Het is gewoon een bekrachtiging van wat nu in de meeste gevallen al gebeurt. Het zorgt voor een versterking van de eerste lijn en, last but not least, het spaart geld uit.
Translated text
As a result, we do nothing but make the profession of midwife more attractive, give more future opportunities, give an upgrade and show more respect. We actually make sure that midwives get the recognition they deserve. I think what is in this law is very good. It is simply a reinforcement of what is already happening in most cases. It provides a reinforcement of the first line and, last but not least, it saves money.
#73
Official text
Ik wil mij dus fundamenteel verzetten tegen het beeld dat hier is opgehangen door bepaalde sprekers alsof vroedvrouwen een soort kneusjes zijn die optreden als de dienstmaagd van de gynaecoloog. Niets is minder waar, vroedvrouwen zijn eigenlijk gespecialiseerde professionals die in hun job zeer goed geplaatst zijn om aan een aantal tekortkomingen in onze geneeskunde tegemoet te komen op het vlak van begeleiding van zwangerschappen.
Translated text
So I want to fundamentally oppose the image that is hanged here by certain speakers as if midwives are a kind of knives acting as the maid of the gynecologist. Nothing is less true, nurses are actually specialized professionals who are very well placed in their job to address a number of shortcomings in our medicine in terms of accompanying pregnancies.
#74
Official text
Herinner u een recente vaststelling van het Intermutualistisch Agentschap. Daarin wordt gesteld dat bij ons door zwangere vrouwen uit lagere sociale klassen aan medische onderconsumptie wordt gedaan. Dat is een belangrijk gegeven.
Translated text
Recall a recent establishment of the Intermutualist Agency. It states that in our country pregnant women from lower social classes are subject to medical underconsumption. This is an important given.
#75
Official text
Wij denken dat vroedvrouwen zeer goed geplaatst zijn om hierin een goede intermediërende rol te spelen om iets te doen aan de onderconsumptie bij sociaal zwakke vrouwen.
Translated text
We believe that midwives are very well placed to play a good intermediary role in this, in order to do something about underconsumption among socially weak women.
#76
Official text
Ten tweede, de supplementendiscussie.
Translated text
Second, a supplementary discussion.
#77
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wens even te interveniëren. Ik dank u om mij het woord te geven. Ik heb gewacht tot mijn goede collega De Meyer het hoofdstuk over de vroedvrouwen afsluit.
Zij spreekt over de taakuitbreiding, waarvan zij zegt dat het nu toch al gebeurt, dat het wettelijk een beetje is bijgesteld enzovoort. Het is allemaal niet zo belangrijk. Men besteedt er eigenlijk meer aandacht aan dan nodig.
Mevrouw De Meyer, u hebt ook goedgekeurd dat het aantal studiepunten wordt uitgebreid van 180 naar 240. Is de sp.a voorstander van het uitbreiden van de opleiding van drie jaar naar vier jaar?
Translated text
Mr. Speaker, I would like to intervene. Thank you for giving me the word. I waited until my good colleague De Meyer closed the chapter about midwives.
She speaks about the expansion of tasks, which she says is already happening, that it has been legally adjusted a little, and so on. Everything is not so important. They are actually paying more attention than necessary.
Mr De Meyer, you also approved that the number of credits will be extended from 180 to 240. Is the sp.a in favour of extending the training from three years to four years?
#78
Official text
Wij vinden het bijzonder belangrijk dat er in de opleiding van de vroedvrouwen meer aandacht wordt besteed aan de interpretatie van echografieën. Dat was een van de belangrijke discussiepunten. Daar zijn wij absoluut voorstander van. Het zal moeten blijken uit de discussie, in overleg met de Gemeenschappen, op welke manier wij dat best invullen in het programma dat wordt aangeboden aan de vroedvrouwen. Ik wil daar op dit moment geen uitspraken over doen. Dat zal moeten blijken uit het overleg terzake.
Translated text
We find it ⁇ important that in the training of midwives more attention is paid to the interpretation of ultrasounds. This was one of the important discussion points. We are absolutely in favor of this. It will have to be evident from the discussion, in consultation with the Communities, how we can best complete that in the program offered to the midwives. I do not want to make any statements about this at the moment. This will be shown in the discussion on the subject.
#79
Official text
U kunt zeggen dat het de la politique politicienne is en dat wij hier niet aan politiek moeten doen, maar het Parlement is er natuurlijk om aan politiek te doen. I'm very sorry. Er zijn andere overlegorganen om overleg te plegen, maar hier doen we aan politiek. Hier stemmen we over zaken, voor of tegen. Men kan maar voor of tegen zijn. Ik wil u er alleen attent op maken dat als u straks de wet goedkeurt waarin 240 studiepunten vermeld staan, het slechts een kwestie van inwerkingtreding is. Dan consacreert u — om uw term te gebruiken — dat de opleiding voortaan vier jaar zal duren en geen drie jaar. Dat zult u goedkeuren. Dat is eigenlijk de essentie van het verhaal. Die taakuitbreiding doen ze nu toch al. U zegt het zelf; dat is een beetje regelen. Ik heb precies willen aantonen dat men door die taakuitbreiding, die niemand erg interesseert zoals u terecht zei, wil komen tot een argumentatie voor een opleiding van vier jaar. Het is belangrijk dat u dat weet. Dat is eigenlijk de inzet van de stemming: van drie naar vier jaar. Daar staat de sp.a achter, want zij zullen het goedkeuren.
Translated text
You can say that it is de la politique politicienne and that we should not do politics here, but Parliament is of course there to do politics. I’m very sorry. There are other consultative bodies for consultation, but here we are doing politics. Here we vote on things, for or against. You can be for or against. I would only like to point out that if you subsequently pass the law which lists 240 credits, it is only a matter of entry into force. Then you consecrate—to use your term—that the training will now last four years and not three years. You will approve that. That is actually the essence of the story. That extension is already being done. You say it yourself; that’s a little arrangement. I just wanted to show that through that task expansion, which no one is very interested in, as you rightly said, one wants to come to an argument for a four-year training. It is important that you know that. This is actually the use of the vote: from three to four years. The SP is behind, because they will approve it.
#80
Official text
Wij zullen dat inderdaad goedkeuren, mijnheer Goutry, want wij zijn ervoor dat vroedvrouwen een zeer goede en degelijke opleiding krijgen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de interpretatie van echografieën, die voor de verdere levensloop van het kind en voor de verdere opvolging van de bevalling van wezenlijk belang zijn.
Wat de supplementendiscussie betreft, wie vandaag in een ziekenhuis binnenstapt, houdt zijn hart en zijn portemonnee vast. De gemiddelde kostprijs per opname bedraagt vandaag meer dan 450 euro. Dat is natuurlijk een aanzienlijk bedrag voor steeds meer mensen. Het wordt dan ook voor steeds meer mensen moeilijk om de ziekenhuisfactuur te betalen. Het is een teken aan de wand dat heel wat OCMW's hun post "tussenkomst in de ziekenhuisfacturen" zien stijgen en onbetaalde ziekenhuisfacturen zijn al lang geen rariteit meer.
Wij weten allemaal dat in de ziekenhuizen momenteel een supplementenjungle heerst. Het is ontzettend belangrijk om die supplementen verder onder controle te houden. Ik zwijg dan nog over de problemen in verband met het opnameformulier, de facturatie enzovoort. Wij denken dat in de wet die nu voorligt een aantal heel belangrijke stappen gezet wordt om die fameuze supplementen verder aan banden te leggen, want wij zijn inderdaad ervan overtuigd dat vandaag, op het vlak van supplementen, de fatsoengrens is overschreden.
Inderdaad, wij dromen ook elke dag van de ideale wereld van Vermassen-Lenssens. Wij zouden die heel graag verwezenlijkt zien, maar we moeten ook rekening houden met de realiteit en het maatschappelijke draagvlak. Wij denken dat het heel belangrijk is om in onze gezondheidszorg een plaats te geven aan het sociaal overleg. Daarop rust onze Belgische samenleving. Het is bijzonder belangrijk dat het maatschappelijke draagvlak zo breed mogelijk is, om bepaalde maatregelen op het vlak van de gezondheidszorg te kunnen uitvoeren. Wij denken dus dat wij stap voor stap moeten gaan in de supplementendiscussie. De bijkomende stappen die in de wet worden gezet, verheugen ons dan ook zeer.
Ten eerste is er het verbod op gelijk welk supplement bij opname in de intensieve zorg of spoedafdeling. Dat is bijzonder belangrijk, want niemand kiest voor intensieve zorg. Niemand kiest ervoor om in de spoedafdeling terecht te komen. Dat is geen vrije keuze. Het is dus niet meer dan normaal dat hier geen supplement gevraagd kan worden.
Ten tweede, het achterpoortje van de honorariumsupplementen die nog altijd werden gevraagd voor dagopnames in tweepersoonskamers en gemeenschappelijke kamers voor bepaalde categorieën van mensen, wordt gesloten. In heel wat ziekenhuizen ging men daarmee namelijk nogal creatief aan de slag. Om bepaalde supplementen die verboden waren bij een klassieke ziekenhuisopname toch maar te kunnen aanrekenen, kanaliseerde men de mensen vlug naar de dagopname. Dat achterpoortje wordt nu definitief gesloten. Dat is een goede zaak.
Ten derde, maximumsupplementen voor individuele kamers, los van het al dan niet geconventioneerd zijn van de arts, zijn ook bijzonder goed. Anomalieën, zoals supplementen tot 300%, gaan eindelijk de wereld uit.
Ten slotte, last but not least, het verbod op de honorariumsupplementen voor kinderen begeleid door de ouders, verheugt ons uiteraard ontzettend. Inderdaad, het mag toch niet dat de aanwezigheid van een ouder bij een doodziek kind afhankelijk zou zijn van de dikte van de portemonnee. Dat is voor ons absoluut onaanvaardbaar. Daarom hebben wij het wetsvoorstel van collega Mayeur in verband met kinderen begeleid door de ouders mee getekend. Het verheugt ons dan ook zeer dat de minister het in zijn ontwerp heeft meegenomen.
Collega Goutry, ik wil onder uw aandacht brengen dat dit mogelijk is dankzij een amendement van de meerderheid dat goedgekeurd werd in de commissie. De discussie heeft voor heel wat parlementair animo gezorgd. Dat is een feit; dat is belangrijk en dat is ook een goede zaak. Daarom werd het amendement goedgekeurd zodat heel de regeling inzake supplementen voor kinderen in ziekenhuizen ten laatste op 1 januari 2007 zal ingaan, samen met de broodnodige herwaardering van de pediaters.
Voor sp.a zijn dit stuk voor stuk zeer goede zaken. Wij hadden graag nog iets meer gehad, in casu het fameuze verbod op het aanrekenen van honorariumsupplementen in de gemeenschappelijke kamers. Dit gebeurt nog steeds in vierpersoonskamers. We hebben daartoe een amendement ingediend. De minister heeft meegedeeld dit op een andere manier te willen oplossen. Hij wil een versnelling hoger gaan in de omvorming van de vierpersoonskamers in tweepersoonskamers. Er wordt geprobeerd hieraan een veel hogere financiering te geven tot 90% voor de omvorming van de vierpersoonskamers. Dit is een zeer goede zaak om uiteindelijk te komen tot tweepersoons- en eenpersoonskamers, hetgeen veel meer de huidige realiteit en wens van de samenleving is. Wat de implantatensupplementen betreft, is de verplichte notificatie als voorwaarde voor de terugbetaling een goede zaak. Op die manier komen we tot een soort register zoals we altijd bepleit hebben. Herinnert u de fameuze borstimplantaten. Toen bepleitten we reeds een dergelijk register. Een andere maatregel is de verplichte meldingsplicht voor bedrijven om het RIZIV te verwittigen wanneer producten uit de handel worden genomen, wijzigingen worden doorgevoerd, disfuncties of bijwerkingen optreden. Allemaal heel goede zaken om alles goed op te volgen zodat er onmiddellijk kan worden opgetreden bij problemen met implantaten.
Het laatste belangrijke onderdeel in de gezondheidswet voor sp.a zijn de patiëntenrechten. We zijn erg blij met de verbetering van het opnameformulier. Daar was werk aan. Het is goed dat er betere informatie komt over de diverse kosten. Herinner u de OIVOstudie terzake die eind vorig jaar de fameuze post "diverse kosten" aanklaagde omdat het een post op het opnameformulier en de factuur is die alles mogelijk maakt en ervoor zorgt dat de facturatie totaal ondoorzichtig wordt. Het is een goede zaak dat zowel op het opnameformulier als op de uiteindelijke factuur de post "diverse kosten" veel beter omschreven en geëxpliciteerd zal worden, zodat controle op die factuur veel eenvoudiger wordt.
Op het vlak van de patiëntenrechten komen er ook minder formaliteiten voor de vertrouwenspersoon. Het feit dat de contractuele en buitencontractuele rechtsverhoudingen, waarover collega Vandeurzen het daarnet had, meegenomen worden, is een goede zaak. Een maximumkostprijs voor het afschrift van het patiëntendossier geeft ook een verschil in de portemonnee van de patiënten. Meer mogelijkheden voor de nabestaanden om klacht neer te leggen is uiteraard ook mooi meegenomen.
Ten slotte, wij betreuren dat in de wijziging van de patiëntenrechten nog één item niet is meegenomen, dat volgens ons ontzettend wezenlijk is en dat ook een van de eisen en verzuchtingen is van de patiëntenorganisaties, namelijk het feit dat de ombudsdiensten in de ziekenhuizen onvoldoende onafhankelijk zijn.
Mijnheer de minister, dat is een oud zeer. U weet dat de ombudsmannen nu betaald worden door de ziekenhuizen. Vaak is het voor een ombudsman, die in loondienst is van een ziekenhuis en die daar vaak ook nog een andere functie heeft naast de functie van ombudsman, moeilijk om bepaalde dossiers echt onafhankelijk te beoordelen. Dat is volgens ons een probleem.
Wij pleiten dus voor een onafhankelijke ombudsdienst. Wij vinden het jammer dat die niet is kunnen meegenomen worden in het huidige ontwerp, maar wij hebben begrepen dat het advies van de commissie Rechten van de Patiënt u een beetje te laat bereikt heeft, dat u dat pas op 23 juni 2006 hebt gekregen. Het was dus een beetje te laat om het punt nog te incorporeren in de bestaande wet. Wij hebben trouwens ook een wetsvoorstel terzake klaarliggen.
Translated text
We will indeed approve this, Mr. Goutry, because we ensure that midwives receive a very good and proper training, with special attention being paid to the interpretation of ultrasounds, which are essential for the further course of the child’s life and for the further follow-up of the birth.
As for the supplement discussion, whoever enters a hospital today holds his heart and wallet. The average cost per entry is now more than 450 euros. This is, of course, a significant amount for more and more people. It is becoming increasingly difficult for more people to pay the hospital bill. It’s a sign on the wall that a lot of OCMWs see their post “intervention in hospital bills” rising and unpaid hospital bills have long been no longer a rarity.
We all know that there is currently a supplement jungle in hospitals. It is extremely important to keep these supplements under further control. Not to mention the problems associated with the admission form, invoicing and so on. We believe that the legislation that is now in place takes a number of very important steps to further restrict those famous supplements, because we are indeed convinced that today, in terms of supplements, the limit of decency has been exceeded.
Indeed, we also dream every day of the ideal world of Vermassen-Lenssens. We would very much like to see it realized, but we must also take into account the reality and the social support. We believe that it is very important to give a place to social consultation in our health care. This is the basis for our Belgian society. It is ⁇ important that the social support level is as broad as possible in order to implement certain measures in the field of health care. So we think we need to go step by step in the supplement discussion. The additional steps that are put into the law, we are therefore very pleased.
First, there is the prohibition of any supplement when admitted to the intensive care or emergency department. This is especially important because no one chooses intensive care. No one chooses to go to the emergency department. This is not a free choice. Therefore, it is no more than normal that no supplement can be requested here.
Second, the back door of the fee supplements that were still requested for day recordings in double rooms and common rooms for certain categories of people is closed. In many hospitals this has been done quite creatively. In order to be able to account for certain supplements that were forbidden in a classical hospital admission, people were quickly channeled to the day admission. The back door is now closed definitively. That is a good thing.
Third, maximum supplements for individual rooms, regardless of whether or not the doctor is conventional, are also ⁇ good. Anomalies, such as supplements up to 300%, finally go out of the world.
Finally, last but not least, the ban on the honorary supplements for children accompanied by parents, of course, delights us tremendously. Indeed, it should not be that the presence of a parent with a deadly ill child depends on the thickness of the wallet. This is absolutely unacceptable for us. Therefore, we have signed the bill of colleague Mayeur concerning children accompanied by the parents. We are very pleased that the Minister has included it in his draft.
Mr Goutry, I would like to point out that this is possible thanks to an amendment approved by a majority in the committee. The debate gave a lot of parliamentary animosity. That is a fact; that is important and that is also a good thing. Therefore, the amendment was adopted so that the entire scheme on supplements for children in hospitals will enter into force by 1 January 2007 at the latest, along with the urgent revaluation of pediatricians.
For sp.a, this piece by piece is very good. We would have liked to have something more, in this case the famous prohibition of charging honorary supplements in the common chambers. This is still happening in four-person rooms. We have submitted an amendment. The Minister has stated that he wants to resolve this in a different way. He wants to accelerate the transformation of the four-person rooms into two-person rooms. There are attempts to give this a much higher funding up to 90% for the transformation of the four-person rooms. This is a very good thing to eventually get to double and single rooms, which is much more the current reality and desire of society. With regard to implant supplements, the mandatory notification as a condition for the refund is a good thing. In this way we come to a sort of register as we have always advocated. Remember the famous breast implants. At that time, we already advocated such a register. Another measure is the mandatory reporting obligation for companies to notify the RIZIV when products are withdrawn from the market, changes are made, dysfunctions or side effects occur. All very good things to follow everything properly so that there can be immediate action in case of problems with implants.
The last important element in the Health Act for sp.a are the patient’s rights. We are very pleased with the improvement of the admission form. There was work there. It is good that there is better information about the various costs. Remember the OIVO study on this subject that at the end of last year accused the famous post "different costs" because it is an entry on the admission form and the invoice that makes everything possible and makes the invoice completely opaque. It is a good thing that both on the withdrawal form and on the final invoice the item "different costs" will be much better described and explained, so that control on that invoice becomes much easier.
In terms of patient rights, there are also fewer formalities for the trust person. The fact that the contractual and out-of-contractual legal relationships, which colleague Vandeurzen had discussed earlier, are taken into account, is a good thing. A maximum cost price for copying the patient dossier also indicates a difference in the patient’s wallet. More opportunities for relatives to lodge complaints are, of course, also well taken into account.
Finally, we regret that the patient rights amendment has not taken into account another item, which we consider to be extremely essential and that is also one of the demands and aspirations of patient organisations, namely the fact that the ombudsman services in hospitals are insufficiently independent.
Mr. Minister, that is a very old one. You know that the ombudsmen are now paid by the hospitals. Often it is difficult for an ombudsman, who is in employment of a hospital and who often also has another function there in addition to the function of ombudsman, to assess certain files truly independently. We think that is a problem.
We advocate for an independent Ombudsman. We regret that this has not been included in the current draft, but we have understood that the opinion of the Committee on the Rights of the Patient reached you a little too late, that you received it only on 23 June 2006. So it was a little too late to incorporate the point into the existing law. We have also prepared a bill on this subject.
#81
Official text
Madame De Meyer, sur ce point, je crois que nous ne devrons pas attendre votre proposition de loi, étant donné que votre amendement n° 64 sur la médiation a été redéposé. J'espère que nous aurons le courage de le voter tout à l'heure et de le faire passer tout de suite, sans plus attendre.
Translated text
Mrs. De Meyer, on this point, I believe that we will not have to wait for your bill, given that your amendment no. 64 on mediation has been resubmitted. I hope that we will have the courage to vote for it right now and make it pass right away, without waiting any longer.
#82
Official text
Mijnheer de voorzitter, de oppositie heeft het amendement opnieuw ingediend, omdat wij de onverenigbaarheid en de onafhankelijkheid erg ondersteunen.
Ik zou echter nog iets anders willen aanhalen.
Mevrouw De Meyer, uw woorden bewijzen hoezeer moet worden opgelet met discussies over patiëntenrechten. U zegt dat bij overlijden het recht van de nabestaanden om klacht neer te leggen, wordt uitgebreid. Dat is volgens u mooi meegenomen.
Weet u echter dat de Orde van Geneesheren een heel moeilijk probleem voortdurend naar voren schuift? Het blijkt immers dat heel wat mensen, op het einde van hun leven, hun testament nog veranderen, wat, als zij wilsbekwaam zijn, trouwens hun volledige bevoegdheid is. Heel wat familieleden vinden het soms niet prettig dat het testament nog wordt veranderd. Wat doen zij, niet omdat zij zich droevig voelen om het overlijden van de patiënt, maar omdat zij zich misdeeld voelen bij de erfenis? Zij vragen een dokter - anders kan het niet - om het dossier na te kijken en na te gaan of op het einde toch maar geen verdovend pilletje werd gegeven, waardoor de overledene iets heeft ondertekend zonder het te beseffen.
Doordat de procedure werd vergemakkelijkt, wordt de Orde van Geneesheren nu geconfronteerd met een klachtenregen, waarin de Orde niet meer wil meegaan. De Orde geeft een negatief advies en geeft aan de dokters het advies om zich in zulke dossiers niet meer te laten gebruiken en misbruiken.
Men moet dus opletten. Dat is trouwens een punt dat ik al heb aangehaald bij vraagstellingen en tijdens de discussie. Het is niet genoeg het klachtenrecht en andere zaken uit te breiden om alles op te lossen. De politiek kan ook zodanig veel klachten organiseren dat zij niet meer weet waar zij zal uitkomen.
Dat is precies de fijne discussie die over patiëntenrechten zou moeten worden gehouden. Uw uitspraak bewijst dat mijn stelling de juiste is, hoewel ik volgens u te veel cabaret heb gespeeld. Als u later mijn woorden zult ontleden, zult u zien dat er veel waarheid achter mijn theater school. Het was overigens geen cabaret dat ik opvoerde, maar een thriller.
Translated text
Mr. Speaker, the opposition has submitted the amendment again because we strongly support incompatibility and independence.
However, I would like to emphasize something else.
Mrs. De Meyer, your words prove the importance of being careful in discussions on patient rights. You say that in the event of death the right of the relatives to lodge a complaint is extended. You think this is well taken into account.
But did you know that the Order of Doctors is constantly pushing forward a very difficult problem? In fact, it turns out that many people, at the end of their lives, still change their will, which, if they are willing, is, by the way, their full authority. Many relatives sometimes find it unpleasant that the testament is still being changed. What do they do, not because they are saddened by the patient’s death, but because they feel offended by the inheritance? They ask a doctor – otherwise it can’t – to check the file and verify whether at the end of the day no narcotic pill was given, causing the deceased to sign something without realizing it.
As the procedure was facilitated, the Order of Physicians is now facing a rain of complaints, in which the Order no longer wants to participate. The Order gives a negative advice and advises the doctors not to be used and abused in such files.
Therefore, one must be careful. This is a point that I have already mentioned in questions and during the discussion. It is not enough to extend the right of complaint and other matters to resolve everything. Politics can also organize so many complaints that it no longer knows where it will come out.
That is exactly the fine discussion that should be held about patient rights. Your statement proves that my statement is correct, although you think I played too much cabaret. If you later analyze my words, you will see that there is a lot of truth behind my theater school. It was not a cabaret that I performed, but a thriller.
#83
Official text
Mijnheer de voorzitter, het verwondert mij dat de heer Goutry tijdens zijn toelichting verklaart dat er dokters zijn die zich door de nabestaanden laten gebruiken om testamenten opnieuw in vraag te stellen. Dat pleit niet voor de dokters in kwestie en voor hun deontologie.
Ik ken geen dergelijke dokters. Ik ga ervan uit dat onze dokters in België nog altijd te goeder trouw zijn en zich niet laten misbruiken voor dergelijke, pecuniaire toestanden. Ik hoop dat wij niet in een maatschappij zijn beland waarin dokters zich voor dergelijke diensten laten betalen.
De bedoeling van de wet is om ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld kinderen ook kunnen nagaan wat op het einde van het leven van hun ouders al dan niet is gebeurd of ten onrechte is gebeurd. Het is in het kader van de versterking van de patiëntenrechten belangrijk dat te kunnen doen.
Ten slotte, dank ik de oppositie voor het overgenomen amendement. Volgens de oppositie is het jammer dat er zoveel amendementen door de meerderheid werden ingediend en nadien opnieuw ingetrokken. Het was heel sympathiek van de oppositie dat zo'n goed amendement van ons werd overgenomen.
Wij steunen dat amendement ook, maar wij hebben ook begrip voor de positie van de minister. Overigens, ik meende toch dat u, collega's Goutry en Drèze, precies hetzelfde had gezegd. Ik meende dat u zich kon vinden in de verklaring van de minister dat hij het rapport van de commissie voor de Rechten van de Patiënt, dat klaar was, in de commissie voor de Volksgezondheid ter bespreking zou leggen om na te gaan hoe aan de conclusies ervan tegemoet zou kunnen worden gekomen. U hebt toen zelf nog gezegd dat u per se het rapport wou zien.
Ik meen dat het belangrijk is een en ander in zijn geheel te bekijken. Wij blijven er hoe dan ook voor ijveren dat die onafhankelijke ombudsdienst zo snel mogelijk in het leven zou worden geroepen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, voor ons is onderhavige gezondheidswet absoluut een stap vooruit, omdat ze de eerstelijngezondheidszorg versterkt, de supplementen aan banden legt en de patiëntenrechten versterkt.
Translated text
Mr. Speaker, I am surprised that Mr. Goutry, during his explanation, stated that there are doctors who are used by relatives to re-interrogate wills. This does not advocate for the doctors in question and for their deontology.
I do not know such doctors. I assume that our doctors in Belgium are still in good faith and do not allow themselves to be abused for such pecuniary conditions. I hope that we have not ended up in a society where doctors are paid for such services.
The purpose of the law is to ensure that, for example, children can also check what happened or didn’t happen at the end of their parents’ lives or what happened wrongly at the end of their parents’ lives. It is important to be able to do so in the context of strengthening the rights of patients.
Finally, I would like to thank the opposition for the adopted amendment. According to the opposition, it is regrettable that so many amendments were submitted by the majority and subsequently repealed again. It was very sympathetic from the opposition that such a good amendment was taken over from us.
We also support this amendment, but we also understand the position of the Minister. By the way, I meant that you, colleagues Goutry and Drèze, said exactly the same thing. I thought you could find yourself in the Minister’s statement that he would submit the prepared report of the Patient Rights Committee to the Public Health Committee for discussion in order to examine how its conclusions could be addressed. You said at the time that you would like to see the report.
I think it is important to look at everything in its entirety. In any case, we continue to strive for the establishment of this independent Ombudsman’s office as soon as possible.
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, for us, this Health Act is definitely a step forward, because it strengthens the primary health care, binds the supplements and strengthens the rights of patients.
#84
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je reviendrai, moi aussi, sur quelques points de cet important projet de loi Santé qui a été dissocié de la loi-programme. Cela a déjà été dit à plusieurs reprises mais cela vaut la peine de le répéter. Pour les débats parlementaires, nous étions demandeurs d'avoir ce type de configuration lorsqu'il s'agit d'examiner des projets.
Je vais passer en revue l'un ou l'autre des points, revenir sur ce que je considère comme essentiel et faire allusion à l'actualité, notamment sur la prise de position du gouvernement flamand. J'y reviendrai.
Le premier élément concerne les sages-femmes. La profession d'accoucheuse n'était que très sommairement décrite dans l'arrêté royal de 1967. Cette profession se voit maintenant attribuer de nouvelles compétences, tant au niveau des activités que des conditions d'exercice de la profession. Je rappellerai, comme certains l'ont fait, que les modifications introduites le sont aussi sur l'initiative du Conseil national des accoucheuses.
Le débat que nous avons mené a abouti à une solution équilibrée, à savoir les compétences limitées pour l'échographie, qui consacre la nécessité de nouvelles formations et des garanties par rapport à la constatation des grossesses à risque. Je pense effectivement que nous avons trouvé un accord équilibré en commission. C'est là toute l'utilité du travail parlementaire. Cette évolution n'est pas inédite, puisqu'elle se constate déjà dans de nombreux pays européens. La description des activités se voit dès lors adaptée aux missions et aux responsabilités qui incombent aux sages-femmes, c'est-à-dire assurer avec davantage d'autonomie les soins à la mère et à l'enfant en période périnatale, donner des soins requerrant l'accomplissement d'actes de plus en plus techniques et accompagner les jeunes parents dans la prise en charge de nouveau-nés. Tout ceci, sans oublier le rôle essentiel des médecins, en particulier des gynécologues. Pour ma part, je pense qu'il s'agit d'une bonne réforme.
Le deuxième élément sur lequel je souhaiterais intervenir est le problème des suppléments d'honoraires. Comme Mme De Meyer, je suis heureux que notre proposition de loi ait été finalement intégrée dans ce projet car elle visait à supprimer les suppléments d'honoraires pour les enfants hospitalisés avec un parent accompagnateur. C'est une bonne chose car la maladie, la convalescence après un accident, une hospitalisation constituent une épreuve difficile à affronter. Le parent peut jouer un rôle essentiel; c'est un partenaire idéal dans cette situation d'hospitalisation pour le personnel soignant. Bien entendu, il ne peut évidemment pas y avoir de discrimination entre les enfants fondée sur des considérations financières.
Malgré la qualité des soins prodigués dans notre pays, les soins de santé ont évidemment un coût, notamment par le biais des frais de séjour à l'hôpital, parfois très élevés pour de nombreuses familles. L'intervention à charge du patient demeure considérable pour les ménages qui ont des difficultés économiques ou parce que la maladie grave ou les traitements spécifiques entraînent des frais d'hospitalisation qui dépassent la capacité du budget familial.
Les modifications apportées par le projet de loi permettent d'assurer un parallélisme complet entre l'hospitalisation classique et l'hospitalisation de jour quant aux suppléments d'honoraires pour les patients. De même, aucun supplément ne pourra être demandé au patient lorsque l'admission se fait dans une unité de soins intensifs et de soins urgents. En effet, je crois que, là, nous n'avons pas le choix et il ne faut pas qu'il y ait de supplément d'honoraires à cette occasion.
Enfin, une clarification est apportée en ce qui concerne l'interdiction de suppléments sur honoraires forfaitaires à l'admission. Ce sont des petites avancées concernant la régulation des suppléments d'honoraires mais elles sont évidemment essentielles pour nous, tant on freine parfois, par ce biais, l'accès aux soins. En ce qui concerne la revalorisation des honoraires de surveillance des pédiatres hospitaliers, élargie à d'autres spécialistes et introduite par l'amendement de la majorité, il nous semble, au groupe PS, que c'est une mesure qui va dans le bon sens. C'est une mesure d'équité quand on connaît les difficultés du secteur. On ne pourra, de toute façon, on l'a dit mais je tiens à le répéter, se passer, à terme, d'une réflexion approfondie sur la revalorisation des prestations intellectuelles des médecins par rapport au paiement des actes techniques comme ils se font aujourd'hui. Je pense qu'il y a là une clé essentielle des conditions de la pratique médicale dans notre pays et de son financement.
En effet, il faut réduire les difficultés qui existent avec les pays voisins. J'étais, la semaine dernière, dans le sud de la France. La différence de traitement entre un médecin pratiquant là-bas et un médecin d'une clinique universitaire chez nous est de 1.500 euros nets par mois en faveur du médecin français. Cette différence salariale, même si le coût de la vie est plus élevé là-bas, est de nature à attirer des praticiens dans le sud. Cela pose un problème dans ce pays: il y a moins de praticiens dans le nord de la France que dans le sud où les tarifs sont plus élevés. Ils en sont d'ailleurs à trouver des incitants pour favoriser l'installation de médecins dans le nord.
Il est vrai que nous allons devoir revoir le mode de financement des prestations intellectuelles des médecins. Je crois que c'est la voie à suivre si on veut répondre, à l'avenir, au problème de pénurie auquel nous allons être confrontés, étant donné le numerus clausus.
Une meilleure protection du bénéficiaire contre des suppléments générés par des implants et des dispositifs médicaux invasifs est également recherchée par le biais d'une prise en charge plus rapide par l'assurance obligatoire. L'objectif est aussi d'éclaircir et de mieux définir leur prise en charge par le budget des moyens financiers des hôpitaux. C'est une bonne mesure que nous avons applaudie en commission.
On doit aussi saluer les progrès en matière de droits des patients — simplification administrative et autres — mais cette matière est en constante évolution. Elle doit s'adapter aux réalités du terrain. Il faudra là aussi remettre l'ensemble de l'ouvrage sur le métier: il faut réaliser une évaluation objective de l'application de la loi relative aux droits des patients. J'étais de ceux qui craignaient l'application de cette loi. Elle présente d'excellents aspects quant à l'information, la communication avec le patient, le rôle proactif qu'il joue dans le traitement et dans les soins. Cependant, il faut se livrer à une évaluation objective de ce qui se passe sur le terrain pour améliorer encore son application, notamment dans les grands centres hospitaliers.
Un autre sujet sur lequel je voudrais intervenir est celui des risques sanitaires. L'actualité des dernières années nous a montré que des risques de plus en plus importants pour la santé survenaient sous forme de pandémies, comme le SRAS ou la grippe aviaire ou comme les crises qui ont frappé la chaîne alimentaire (dioxine, maladie de la vache folle), et que les problèmes de santé publique sont de cet ordre de grandeur. Il est devenu indispensable et urgent que la loi confère un cadre juridique à la gestion de l'information pertinente, critique, à la gestion des situations de crise, la mise en place d'un système d'alerte qui autorise le ministre responsable à prendre des mesures exceptionnelles, limitées dans le temps comme on l'a dit.
La gestion des risques pour la santé, à défaut d'une attribution expresse, est restée — selon moi — de la compétence du législateur fédéral et elle se limite bien entendu à ce que requiert l'urgence. À ce propos, je suis étonné de l'intervention du gouvernement flamand, quoique je ne la trouve pas totalement inutile. Il a saisi le comité de concertation gouvernement fédéralCommunautés-Régions sur cette question indiquant qu'elle était essentielle et que les Communautés devaient avoir un rôle dans cette matière. C'est finalement une bonne chose d'avoir saisi le comité de concertation pour réclamer un rôle des Communautés dans cette matière.
Il faut sans doute un accord de coopération pour que chaque acteur institutionnel joue son rôle. Si tel est le sens de la saisine du Comité de concertation, je l'approuve. Si le sens de cette saisine était d'éviter que le gouvernement fédéral gère la problématique des risques sanitaires, estimant qu'elle relève de la compétence des Communautés parce qu'il s'agit de prévention, ce serait une erreur. Il ne faut, selon moi, pas suivre cette logique. En effet, quand on est confronté au problème, c'est le ministre fédéral que l'on interpelle. On lui demande d'apporter une solution identique pour l'ensemble du pays. On estime même — et le ministre a été interpellé plusieurs fois à ce sujet — qu'il faut également trouver des solutions au problème des risques sanitaires au niveau européen. Je comprends que les ministres communautaires ou régionaux puissent craindre qu'on les prive d'une de leurs compétences pour la rendre au fédéral. Mais il s'agit ici de risques sanitaires pour la population. Il me semble que la responsabilité doit être prise au niveau où on peut agir de façon adéquate. Comme cela a été dit en commission de la Santé - nous avons d'ailleurs fait des recommandations à ce sujet —, il faut une seule voie d'information. Il ne faut pas que l'information destinée au public souffre de perturbations. Il faut que les choses soient structurées et coordonnées et que l'on ne soit pas confronté à des discours antagonistes entre responsables de la santé à des niveaux différents et qui seraient contradictoires, ce qui ne ferait qu'envenimer le problème plutôt que de contribuer à le résoudre.
Le ministre fédéral a fait savoir au Comité de concertation qu'on était strictement dans le cadre des compétences fédérales. La loi ne vise d'ailleurs que les compétences fédérales. Il ne s'agit pas d'une loi spéciale qui impose des mesures aux Communautés.
Cela dit, il ne faut pas se tromper: la responsabilité se situe aussi au niveau fédéral et il ne doit évidemment pas s'en décharger. On pourrait avoir un ministre fédéral qui charge les Communautés de s'occuper du problème, mais je ne suis pas certain que ce soit la bonne solution.
On ne retire pas de compétences aux Communautés, mais on renforce les capacités du fédéral d'agir vite et bien par rapport à ces matières, comme cela a été le cas récemment encore par rapport au problème de la grippe aviaire. Je pense que le gouvernement et le ministre ont rempli leur rôle de façon tout à fait adéquate pour tenter de gérer cette problématique.
Il ne faut donc pas changer de position pour ce type de matière, même s'il faudra, un jour, débattre sur le fait de savoir si la prévention médicalisée doit rester du domaine des Communautés ou revenir au fédéral. Le groupe socialiste et moi-même avons d'ailleurs déposé une proposition de loi spéciale visant à rendre plus cohérente l'action en matière de santé en ramenant cette compétence au niveau fédéral. En effet, nous estimons que les Communautés n'ont pas réellement la capacité d'agir en cette matière.
On a retiré l'article 49 de la loi, celui qui permettait la réquisition du personnel pour veiller à la continuité des soins en temps de crise. Il fallait le retirer parce que la réaction des organisations syndicales était virulente. Elles comparaient l'article à une interdiction du droit de grève. Je ne pense pas que telle était l'ambition du ministre. En tout cas, ce n'était pas celle de la commission quand nous avons voté l'article initial. Étant donné qu'un problème d'interprétation se posait, j'estime qu'il valait mieux retirer l'article, comme nous l'avons fait, sagement, ce matin.
Néanmoins, il faudra revenir sur ce point car il faut combler les lacunes de la législation. On ne peut pas ne pas pouvoir réquisitionner le personnel nécessaire quand on est confronté à une situation de crise. Il faut évidemment le faire correctement et sans entraver les droits des travailleurs et des organisations qui les représentent et qui les défendent mais il faut pouvoir réagir dans cette situation. Après une concertation avec les organisations syndicales, on doit pouvoir revenir avec une proposition adéquate sur cette matière, de manière à ne pas être confronté, d'une part, à un vide juridique et, d'autre part, à un vide sur le terrain en cas de situation critique. Il n'est pas question de laisser des difficultés se développer lorsque la santé de la population est en jeu.
En matière de responsabilisation des prestataires de soins, afin de mieux garantir le respect des droits de la défense, le projet tente de recréer auprès de l'INAMI un double degré de juridiction. Ce ne sera donc plus un comité paritaire qui se prononcera mais une juridiction administrative avec des magistrats professionnels. Le mécanisme mis en place par la loi du 24 décembre 2002 visant à responsabiliser les dispensateurs dans la pratique de consommation et de prescription qui s'écarte des recommandations de bonne pratique n'avait pas, jusqu'à présent, bien fonctionné. Il fallait remédier à cette situation. Il faut permettre que le fonctionnaire dirigeant du service d'évaluations et de contrôles médicaux bénéficie maintenant de la compétence exclusive de sanctions pour ce qui concerne les infractions et l'incitation à la surconsommation ou à la sur-prescription. Il faut agir en cette matière. C'est aussi un gage de bonne gestion des deniers de la santé publique.
Le dernier point est celui de l'assurabilité des mineurs. On a beaucoup parlé du problème des réfugiés, de l'accueil des demandeurs d'asile, etc. Je voudrais souligner que, dans ce projet de loi qui concerne la santé, un chapitre a pour objectif d'améliorer la couverture en soins de santé dont bénéficient les mineurs d'âge particulièrement vulnérables.
Nous visons là notamment les mineurs étrangers non accompagnés (MENA) et les enfants à charge d'indépendants non couverts par l'assurance sociale. Cette mesure me semble essentielle pour la dignité de ces enfants.
Ces problèmes concernant les enfants étrangers ou réfugiés sont souvent évoqués en termes de contrôles, de flux et de difficultés liées à l'immigration et aux règles d'asile. Ici, la mesure est positive et il convient de le signaler. Reconnaissons que très concrètement, comme en matière de soins de santé pour ces MENA, ce projet de loi prévoit des mesures bénéfiques.
Le groupe socialiste ne peut que se réjouir de voter ce texte, même s'il comporte encore du moins bon. Nous avons eu un texte uniquement consacré aux soins de santé, ce qui est une bonne chose. Il n'était pas question d'une loiprogramme comportant d'autres sujets: nous pouvions la débattre, la corriger, l'amender et tout le monde y a participé.
La difficulté est qu'on en a débattu assez tard et que les conditions du travail parlementaire n'ont pas toujours été les plus adéquates. J'espère qu'on pourra y remédier à l'avenir. L'essentiel est que les matières abordées et les projets mis en chantier sont positifs à nos yeux et bénéfiques pour la population. Nous voterons donc ce projet.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, I will also come back on a few points of this important health bill that has been dissociated from the law-programme. This has already been said many times, but it is worth repeating. For parliamentary debates, we were demanding to have this type of configuration when it comes to considering projects.
I will review one or the other of the points, return to what I consider essential and make reference to the current situation, in particular on the taking of the position of the Flemish government. I will come back.
The first aspect concerns the mother-in-law. The profession of midwife was only very summarily described in the Royal Decree of 1967. This profession is now attributed to new skills, both in terms of activities and conditions for the exercise of the profession. I will remind, as some have done, that the amendments introduced are also on the initiative of the National Council of Parenting.
The debate we conducted led to a balanced solution, namely limited skills for ultrasound, which devotes the need for further training and guarantees in relation to the finding of risk pregnancies. I think we have reached a balanced agreement in the committee. This is all the usefulness of parliamentary work. This development is not unprecedented, as it is already seen in many European countries. The description of activities is therefore adapted to the tasks and responsibilities of midwives, i.e. to provide more autonomous care for the mother and child in the perinatal period, to provide care requiring the fulfillment of increasingly technical acts and to accompany young parents in the care of newborns. All this, without forgetting the essential role of doctors, especially gynecologists. I think this is a good reform.
The second point I would like to address is the issue of supplementary fees. Like Mrs. De Meyer, I am pleased that our bill has finally been incorporated into this project as it aimed to eliminate the fee supplements for children hospitalized with an accompanying parent. This is a good thing because illness, convalescence after an accident, hospitalization are a difficult challenge to face. The parent can play an essential role; it is an ideal partner in this hospitalization situation for caring staff. Of course, there can obviously be no discrimination between children based on financial considerations.
Despite the quality of the care provided in our country, health care obviously has a cost, including through the costs of hospital stay, sometimes very high for many families. Patient-care intervention remains considerable for households who have economic difficulties or because serious illness or specific treatments result in hospital spending that exceeds the capacity of the family budget.
The amendments made by the bill allow to ensure a complete parallel between conventional hospitalization and day hospitalization in terms of supplementary fees for patients. Similarly, no supplement can be requested from the patient when admission is made in an intensive care and emergency care unit. In fact, I believe that there is no choice and there should not be any additional fees on this occasion.
Finally, a clarification is made as regards the prohibition of supplements on fixed fee on admission. These are small advancements regarding the regulation of fees supplements but they are obviously essential for us, as we sometimes limit access to care. With regard to the revaluation of the surveillance fees of hospital pediatricians, extended to other specialists and introduced by the majority amendment, it seems to us, in the PS group, that this is a measure that goes in the right direction. This is a measure of fairness when you know the difficulties of the sector. We will not be able, anyway, we have said, but I want to repeat it, to avoid, in the long run, a thorough reflection on the revaluation of the intellectual benefits of doctors compared to the payment of technical acts as they are doing today. I think this is an essential key to the conditions of medical practice in our country and its financing.
In fact, the difficulties that exist with neighboring countries must be reduced. I was last week in southern France. The difference in treatment between a doctor practicing there and a doctor from a university clinic in our country is 1,500 euros net per month in favor of the French doctor. This wage difference, even though the cost of living is higher there, is likely to attract practitioners in the south. This poses a problem in this country: there are fewer practitioners in northern France than in the south where rates are higher. They are also looking for incentives to encourage the installation of doctors in the north.
It is true that we will have to re-examine the method of financing the intellectual benefits of doctors. I believe that this is the path to be followed if we want to address, in the future, the problem of shortage that we will face, given the numerus clausus.
Better protection of the beneficiary against supplements generated by implants and invasive medical devices is also sought through faster coverage by compulsory insurance. The aim is also to clarify and better define their budget support for the financial resources of hospitals. This is a good measure that we applauded in the committee. by
Progress in patients’ rights – administrative simplification and other – should also be welcomed, but this is constantly evolving. It must adapt to the realities of the field. The entire work on the profession must also be submitted there: an objective assessment of the application of the law on the rights of patients must be made. I was one of those who feared the enforcement of this law. It presents excellent aspects in terms of information, communication with the patient, the proactive role that he plays in treatment and care. However, an objective assessment of what is happening on the ground needs to be undertaken in order to further improve its application, ⁇ in large hospital centres. by
Another topic I would like to address is that of health risks. The latest news in recent years has shown us that increasing health risks occur in the form of pandemics, such as SARS or avian influenza, or as crises that hit the food chain (dioxin, mad cow disease), and that public health problems are of this order of magnitude. It has become indispensable and urgent that the law confers a legal framework to the management of relevant, critical information, to the management of crisis situations, the establishment of a warning system that authorizes the responsible minister to take exceptional measures, limited in time as said.
The management of health risks, in the absence of an express assignment, has remained – in my opinion – within the competence of the federal legislator and is, of course, limited to what the urgency requires. In this regard, I am surprised by the intervention of the Flemish government, although I do not find it totally useless. He referred to the Federal Government Consultation Committee Communities-Regions on this issue indicating that it was essential and that the Communities should have a role in this matter. It is ultimately a good thing to have referred to the Conciliation Committee to demand a role of the Communities in this matter.
There is a need for a cooperation agreement so that each institutional actor plays his or her role. If this is the meaning of the referral to the Conciliation Committee, I agree. If the purpose of this petition was to prevent the federal government from managing the problem of health risks, considering that it falls within the competence of the Communities because it is about prevention, it would be a mistake. We should not follow this logic. In fact, when you are faced with the problem, it is the federal minister who is called. He is asked to provide a similar solution for the whole country. It is even believed — and the minister has been questioned several times about this — that solutions to the problem of health risks must also be found at European level. I understand that community or regional ministers may fear that they will be deprived of one of their powers to return it to the federal. There are health risks to the population. I think that responsibility must be taken at the level where one can act appropriately. As it has been said in the Health Committee – we have also made recommendations on this subject – there is only one way of information. Information to the public should not be disturbed. Things need to be structured and coordinated and not confronted with antagonistic discourse between health officials at different levels that would be contradictory, which would only poison the problem rather than contribute to solving it.
The Federal Minister informed the Conciliation Committee that we were strictly within the framework of federal powers. The law concerns only the federal powers. This is not a special law that imposes measures on the Communities.
That said, we must not be mistaken: the responsibility also lies at the federal level and it must of course not be discharged from it. We might have a federal minister who will charge the communities to deal with the problem, but I’m not sure that’s the right solution.
The powers are not removed from the Communities, but the federal capacity is strengthened to act quickly and properly in relation to these matters, as has been the case recently with regard to the problem of avian influenza. I think the government and the minister have fulfilled their role in a quite adequate way to try to manage this problem.
Therefore, it is not necessary to change the position for this type of matter, even if one day it will be necessary to debate whether medical prevention should remain within the domain of the Communities or return to the federal. The Socialist Group and I have also submitted a special bill to make healthcare action more coherent by bringing this competence back to the federal level. Indeed, we believe that the Communities do not really have the capacity to act on this matter.
Article 49 of the law was removed, which allowed the recruitment of staff to ensure the continuity of care in times of crisis. It had to be removed because the reaction of the trade unions was virulent. They compared the article to a ban on the right to strike. This is not the ambition of the minister. In any case, it was not the commission when we voted the original article. Since an interpretation problem arose, I think it would be better to remove the article, as we wisely did this morning.
However, this issue will need to be addressed because the gaps in the legislation must be filled. One cannot not be able to recruit the necessary personnel when faced with a crisis situation. It must, of course, be done correctly and without compromising the rights of workers and organizations that represent and defend them, but it must be able to react in this situation. After a consultation with the trade union organisations, one must be able to come back with an appropriate proposal on this subject, so as not to be confronted, on the one hand, with a legal vacuum and, on the other hand, with a field vacuum in case of a critical situation. There is no question of allowing difficulties to develop when the health of the population is at stake.
In terms of accountability of care providers, in order to better guarantee the respect of the rights of defence, the project seeks to recreate in the INAMI a double degree of jurisdiction. Therefore, it will no longer be a parity committee, but an administrative court with professional magistrates. The mechanism established by the law of 24 December 2002 to empower dispensers in the practice of consumption and prescription that deviates from the recommendations of good practice has not, so far, worked well. This situation had to be corrected. It is necessary to allow the official in charge of the Health Assessment and Control Service to now have the exclusive competence of sanctioning in respect of infringements and incitement to overconsumption or overprescription. Action must be taken in this regard. It is also a guarantee of good management of public health funds.
The last point is the safety of minors. We talked a lot about the problem of refugees, the reception of asylum seekers, etc. I would like to emphasize that, in this health bill, a chapter aims to improve the coverage of health care for especially vulnerable minors.
In particular, we target unaccompanied foreign minors (MENA) and children cared for by self-employed persons not covered by social insurance. This measure is essential for the dignity of these children.
These issues concerning foreign or refugee children are often discussed in terms of controls, flows and difficulties related to immigration and asylum rules. Here, the measure is positive and it should be noted. Recognize that very concretely, as in health care for these MENAs, this bill provides for beneficial measures.
The Socialist group can only look forward to voting this text, even if it still contains at least good. We had a text dedicated only to health care, which is a good thing. It was not a loiprogram with other subjects: we could discuss it, correct it, amend it and everyone participated.
The difficulty is that it has been debated quite late and that the conditions of parliamentary work have not always been the most adequate. I hope that this can be corrected in the future. The main thing is that the subjects discussed and the projects under construction are positive in our eyes and beneficial for the population. We will vote on this project.
#85
Official text
Monsieur le président, je voudrais intervenir brièvement sur l'avantdernier point évoqué par M. Mayeur, à propos du retrait de l'article 49 sur la réquisition.
Nous nous en réjouissons parce que, pour nous, notamment en matière de soins hospitaliers, la base, qui respecte parfaitement la concertation sociale, est la loi du 19 août 1948 relative aux prestations d'intérêt public en temps de paix. On s'est rendu compte maintenant que le ministre de l'Emploi et du Travail, M. Vanvelthoven, travaille sur ce sujet, à notre demandée répétée il y a un an. Par ce biais, nous espérons que nous pourrons progresser, notamment dans le domaine des soins de santé. Je suis content de voir qu'aujourd'hui, M. Bacquelaine, de facto, se rallie à cette voie plutôt qu'à une réquisition un peu plus autoritaire à partir du milieu politique et que la voie de la loi de 1948 respecte davantage la concertation sociale.
Translated text
I would like to comment briefly on the previous point mentioned by Mr. Mayeur, concerning the withdrawal of Article 49 on the recovery.
We are delighted because, for us, especially in the field of hospital care, the basis, which fully respects social concertation, is the law of 19 August 1948 concerning the services of public interest in peacetime. The Minister of Employment and Labour, Mr. Vanvelthoven, working on this topic, at our repeated request a year ago. Through this, we hope that we can make progress, ⁇ in the field of health care. I am pleased to see that today, Mr. Bacquelaine, de facto, adheres to this path rather than to a somewhat more authoritarian recovery from the political environment and that the path of the law of 1948 respects more social concertation.
#86
Official text
Monsieur le président, M. Drèze me prête un rôle déterminant dans l'élaboration du projet de loi sur les soins de santé. Non, je ne suis pas à la base de l'introduction de l'article 49, rassurez-vous.
Il a été retiré par la commission ce matin, semblet-il à l'unanimité. Il n'y a donc pas de polémique sur le sujet. Par contre, je pense que les réquisitions en général ont eu lieu dans des structures qui vous sont particulièrement chères.
Translated text
Mr President Mr. Drèze gives me a decisive role in the drafting of the Health Care Act. No, I am not at the basis of the introduction of Article 49, so reassure yourself.
It was removed by the committee this morning, it appears to be unanimous. There is no controversy on the subject. On the other hand, I think that requests generally took place in structures that are especially expensive to you.
#87
Official text
Monsieur le président, il faut excuser M. Drèze, il n'était pas là ce matin en commission. Il se rallie à l'unanimité de la commission de ce matin dans laquelle il n'y avait personne du cdH. Je crois qu'il fallait lui permettre de le faire.
Translated text
Mr. President, I have to apologize. Dressed, he wasn’t there this morning in the commission. He joined the unanimity of the committee this morning in which there was no one from the CDH. I think he should be allowed to do it.
#88
Official text
Dat vind ik nu geen sympathieke opmerking. Als u de uren zou optellen die wij hebben moeten wachten totdat de meerderheid in quorum was, dan zou dat lang zijn.
Translated text
I do not find this a sympathetic comment. If you counted the hours we had to wait until the majority was in quorum, that would be long.
#89
Official text
U hebt dat daarstraks gezegd; ik heb dat goed gehoord.
Translated text
You said it later; I have heard it well.
#90
Official text
Chers collègues, essayons d'être assez concis, de manière à terminer cette séance plénière à une heure décente! Le ministre a déjà beaucoup répondu et j'ai de nombreux amendement à traiter. Vous aurez droit à une brève réplique à la fin du débat.
Translated text
Dear colleagues, let us try to be quite concise, so that we can finish this plenary session at a decent time! The Minister has already answered a lot and I have a lot of amendments to address. You will be entitled to a brief response at the end of the debate.
#91
Official text
Monsieur le président, je serai concise. Néanmoins, je souhaiterais prendre un peu de temps pour m'exprimer quant au contexte. Autant je trouve intéressant le fait d'avoir eu un projet de loi Santé indépendant des autres dispositions diverses et d'avoir eu un document, une "brique", qui concerne des projets importants avec des conséquences non négligeables pour les acteurs concernés, autant je regrette que nous n'ayons pas pu travailler dans les meilleures conditions. Je trouve dommage que la version finalisée, officielle (comportant son petit numéro), n'existe toujours pas sur le site de la Chambre alors que nous avons commencé les travaux le lundi. Je suis probablement impatiente. Personnellement, je suis pour la prévention, l'anticipation: j'aime bien que les choses soient préparées à l'avance.
Ce qui m'ennuie particulièrement dans la manière dont cela s'est passé, c'est que je ne suis pas médecin. Je ne fais pas partie des mutuelles ni des conseils d'administration des hôpitaux. Un réseau de personnes, acteurs dans le domaine de la Santé m'aident à comprendre, à lire, à analyser les choses. Cependant, il était impossible d'avoir des avis. Je ne pouvais pas leur dire: "cela figure dans ce texte", "je vais vous l'envoyer par e-mail" où "allez voir sur le site". De ce fait, je n'ai pas pu consulter correctement les personnes qui d'habitude savent me donner des avis, même si parfois ils sont divergents. Puis, deux jours après, ces textes étaient adoptés.
Cela ne m'étonne donc pas que des réactions à l'article n° 49 ne soient intervenues que ce matin. Pourtant, les syndicats sont des organismes qui, d'habitude, sont rapidement informés de ce qui se trame ici. Voilà une première réaction "contextuelle", en quelque sorte.
Un important chapitre du projet de loi concerne les sages-femmes. Je trouve effectivement qu'il est important de reconnaître le statut des sagesfemmes, de reconnaître leurs compétences et de valider des compétences et actes médicaux accrus qu'elles peuvent poser, entre autres l'accompagnement des grossesses et des accouchements.
J'ai néanmoins quelques remarques à formuler. L'intérêt des sages femmes, c'est que cela permet de démédicaliser le suivi de la grossesse et de l'accouchement. Or, j'ai le sentiment que la manière dont cette reconnaissance a été organisée consiste en un relevé des actes médicaux qu'elles peuvent poser.
En fait, cette reconnaissance et le statut de la sage-femme s'inscrivent toujours dans une vision médicalisée de la grossesse et de l'accouchement. Cela n'empêche pas que l'on puisse reconnaître leurs compétences et l'exercice de celles-ci.
En revanche, j'estime que ce projet ne répond pas à toute une série de problèmes rencontrés dans la pratique. Il s'agit de problèmes qui concernent également d'autres acteurs de la santé qui interviennent aussi dans le suivi des grossesses et des accouchements.
Certaines accoucheuses dénoncent le fait que de nombreux hôpitaux et de nombreux gynécologues leur interdisent l'accès au plateau parce qu'elles travaillent en tant qu'indépendantes à l'extérieur. C'est là un réel problème. En effet, il est impossible de choisir la personne qui interviendra lors de l'accouchement; de plus, on interdit à ces femmes d'exercer leur métier. Les accoucheuses se plaignent également de problèmes en matière de collaboration et de complémentarité avec les médecins généralistes et les gynécologues. C'est une situation qui doit également être prise en compte. Des médecins généralistes nous disent être en faveur de la reconnaissance des sages-femmes et en faveur de la démédicalisation du suivi des grossesses et des accouchements, mais se sentent floués par la manière d'y parvenir. En effet, selon eux, on reconnaît ces compétences aux sages-femmes alors qu'ils ne peuvent toujours pas accomplir certains actes que leur formation leur permettrait de poser. De plus, toutes ces décisions sont prises sans qu'ils aient été avertis préalablement.
En conclusion, on a assisté à un manque de consultations "croisées" entre les différents acteurs, ce qui est regrettable. En effet, pour le bon exercice de leur mission, il faut que les sagesfemmes puissent être reconnues et soutenues par les autres acteurs de la santé. Cela est sans doute dû à la précipitation dans laquelle a été examiné le texte afin qu'il puisse être voté avant les vacances.
J'en arrive à un autre point important pour les Ecologistes. Il s'agit du registre des cancers, du relevé de toutes les pathologies. Il vrai que l'on se limite ici aux cancers, mais commençons par eux. Il est nécessaire, selon nous, de pouvoir "croiser" des données de maladies et de procéder à des études épidémiologiques avec des données environnementales ou relatives aux activités.
Je persiste à dire que je regrette que ce ne soit pas un organisme public comme l'Institut scientifique de santé publique qui ait été chargé de remplir cette mission et qu'on ait préféré la confier à un organisme privé via la Fondation "Oeuvre pour le cancer" en lien avec les mutuelles. Nous avons perdu l'occasion de valoriser un outil à notre disposition et des personnes qui auraient pu remplir cette mission au bénéfice de l'ensemble de la population.
Ce qui m'inquiète dans les mesures concernant le registre des cancers, c'est que nous avons adopté un texte qui n'est pas encore achevé sous de nombreux aspects, à la fois dans la coopération entre le fédéral et les Communautés, dans la méthode, la manière de collecter les données et de les croiser, et dans le respect de la vie privée. Il y a encore de nombreux points à conclure. Là aussi, il y a eu un retard manifeste dans la préparation du projet de loi. Il est vrai que la difficulté à collecter des données en la matière date de nombreuses années.
Autre élément important, les mesures concernant les implants: à la fois une commission spécifique, à la fois une nomenclature, à la fois un remboursement plus rapide et qui évite des suppléments à charge des patients placés en hôpital. Ces mesures sont intéressantes mais, là aussi, de nombreuses dispositions concrètes doivent être prises et ne sont pas précisées dans le projet de loi.
Au sujet du droit des patients, j'apprécie le fait qu'on l'améliore par la transparence des honoraires qui vont lui être demandés, par le fait qu'on supprime les suppléments d'honoraires et de chambre pour les enfants accompagnés ainsi que pour les hospitalisations où il n'y pas de choix posé, c'est-à-dire aux urgences et en soins intensifs. Toutefois, une fois ces améliorations introduites, avant d'avoir le rapport de la commission Droit des patients, je trouve dommage que la commission ait refusé les amendements déposés par d'autres que moi sur l'indépendance des médiateurs. À partir du moment où on refuse l'amendement sur l'indépendance des médiateurs parce qu'on attend le rapport, je trouve curieux qu'on ne fasse pas pareil pour tout. Autant je peux être satisfaite des avancées et des améliorations, autant je vois des incohérences dans la manière de travailler et un manque de respect des intervenants.
Au sujet des suppléments de chambre, je partage l'objectif et je suis favorable à la suppression des suppléments de manière générale: je ne vois pas pourquoi on doit recourir à cette technique. Cela pose la question plus large de la valorisation des actes intellectuels des prestataires de soins et en particulier des pédiatres qui, au moment d'assurer leurs permanences, sont particulièrement mal traités financièrement, malgré le fait qu'ils soient des acteurs importants de la santé.
Nous sommes à la phase 1, c'est-à-dire dans un débat plus global, qui dépasse ce contexte.
Plusieurs ont déjà cité la nécessité d'avoir ce débat afin de conserver nos médecins au pays. Il convient d'y ajouter la nécessité de garder des spécialistes dans les hôpitaux plutôt que dans le privé, ce qui n'est pas facile vu que, dans le privé, ils peuvent exiger des honoraires supérieurs à ceux des hôpitaux. Nous devrons revoir la valorisation des actes intellectuels, mais aussi le financement des hôpitaux: il n'est pas non plus normal que les hôpitaux se financent au travers des prestations de leurs médecins et des actes techniques, avec pour conséquence une dévalorisation de la prestation intellectuelle et du temps passé avec le patient. Deux derniers éléments positifs.
Nous assistons à une amélioration des droits de la défense dans le cadre de la responsabilisation des médecins, notamment quant aux prescriptions. Dans les mois qui ont précédé, nous nous sommes rendu compte de l'importance de ce respect des médecins.
J'ajouterai que, à mon avis, il sera important de revoir la revalorisation du financement des prestations des médecins. Je suis en effet persuadée qu'une grande part de la surconsommation médicamenteuse et parfois d'actes techniques est due au manque de temps passé par le médecin avec son patient. Un meilleur financement de cette rencontre permettrait une meilleure écoute et une approche plus globale et moins de médicaments.
Enfin, l'amélioration de la couverture pour les mineurs vulnérables (MENA) et enfants d'indépendants non en règle de cotisation, est une avancée importante dans ce projet.
Nous constatons donc beaucoup de dispositions positives. Parmi elles, beaucoup restent à concrétiser via des arrêtés, via des accords de coopération, via des négociations, via des avis de la commission de la Vie privée. En fait, énormément de projets peuvent devenir très positifs, mais pourraient aussi devenir n'importe quoi.
Certains éléments me laissent donc perplexe et la manière de travailler ne m'a pas permis, en tant que groupe de l'opposition, d'analyser correctement ces textes avant leur adoption. Et cela, monsieur le président, je le regrette vraiment. C'est pourquoi je tenais à le répéter en fin d'intervention.
Translated text
I will be concise. However, I would like to take some time to express myself on the context. As much as I find interesting the fact that I have had a health bill independent of other various provisions and have had a document, a "brick", which concerns important projects with not negligible consequences for the actors concerned, as much I regret that we have not been able to work in the best conditions. I find it a pity that the finalised, official version (with its small number) still does not exist on the House website while we started the work on Monday. I am probably impatient. Personally, I am for prevention, anticipation: I like things to be prepared in advance.
What really annoys me about how this happened is that I am not a doctor. I am not part of the mutual associations or the board of directors of hospitals. A network of people, actors in the field of Health helps me to understand, read, analyze things. However, it was impossible to have opinions. I couldn’t tell them: “This is in this text”, “I’m going to send it to you by email” where “go see on the site”. As a result, I have not been able to properly consult people who usually know how to give me opinions, even though sometimes they are divergent. Then, two days later, these texts were adopted.
It is therefore not surprising that reactions to Article No. 49 occurred only this morning. However, trade unions are organizations that are usually quickly informed of what is going on here. This is a first “contextual” reaction, in some way.
An important chapter in the bill concerns the mother-in-law. I find it important to recognize the status of midwives, to recognize their skills and to validate the increased medical skills and acts that they can perform, including accompanying pregnancies and births.
However, I have a few comments to make. The interest of wise women is that this allows them to demedicalize the monitoring of pregnancy and childbirth. Now, I feel that the way in which this recognition has been organized consists of a record of the medical acts that they may make.
In fact, this recognition and status of the midwife is always part of a medical view of pregnancy and childbirth. This does not prevent the recognition of their competences and the exercise of them. by
However, I believe that this project does not address a whole series of problems encountered in practice. These are issues that also affect other health actors who are also involved in the monitoring of pregnancies and births.
Some midwives denounce the fact that many hospitals and many gynecologists prohibit them from accessing the plate because they work as independent outdoors. This is a real problem. Indeed, it is impossible to choose the person who will intervene during childbirth; moreover, these women are prohibited from exercising their profession. Birthwives also complain about problems in collaboration and complementarity with general practitioners and gynecologists. This is a situation that must also be taken into account. General physicians tell us that they are in favor of the recognition of midwives and in favor of the demedicalization of the follow-up of pregnancies and births, but they feel blurred by how to ⁇ this. In fact, according to them, these skills are recognized to midwives while they still cannot perform certain acts that their training would allow them to perform. In addition, all these decisions are made without being notified beforehand. by
In conclusion, there has been a lack of "cross consultations" between the different actors, which is regrettable. In fact, for the proper exercise of their mission, the midwives need to be recognized and supported by other health actors. This is probably due to the precipitation in which the text was examined so that it could be voted before the holidays.
Another important point for ecologists. This is the registry of cancers, the recording of all pathologies. It is true that we limit ourselves here to cancers, but let’s start with them. It is necessary, in our opinion, to be able to "cross" disease data and conduct epidemiological studies with environmental or activity data.
I continue to say that I regret that it is not a public body such as the Scientific Institute of Public Health that has been charged with fulfilling this mission and that it has been preferred to entrust it to a private body through the Foundation "Work for Cancer" in connection with mutual associations. We have missed the opportunity to value a tool at our disposal and people who could have accomplished this mission for the benefit of the entire population.
What worries me about the measures concerning the Cancer Register is that we have adopted a text that is not yet completed in many aspects, both in the cooperation between the federal and the Communities, in the method, how to collect data and cross it, and in respect of privacy. There are still many points to conclude. There was also a noticeable delay in the preparation of the bill. It is true that the difficulty of collecting data on this subject dates many years. by
Another important element, the measures concerning implants: both a specific commission, both a nomenclature, both a faster refund and which avoids supplements charged to patients placed in the hospital. These measures are interesting but, there too, many concrete arrangements need to be taken and are not specified in the bill.
Regarding the right of patients, I appreciate the fact that it is improved by the transparency of the fees that will be charged to it, by the fact that the fees and room supplements for accompanied children as well as for hospitalizations where there is no choice made, that is, for emergencies and intensive care. However, once these improvements have been introduced, before I have the report of the Patient Rights Committee, I find it regrettable that the committee has rejected the amendments submitted by others than me on the independence of mediators. From the moment when we reject the amendment on the independence of mediators because we are waiting for the report, I find it curious that we do not do the same for everything. The more I can be satisfied with the progress and improvements, the more I see inconsistencies in the way I work and a lack of respect for the speakers.
Regarding room supplements, I share the goal and I’m in favor of removing supplements in general: I don’t see why one should resort to this technique. This raises the broader question of the valuation of the intellectual acts of care providers and in particular pediatricians who, at the time of ensuring their stays, are ⁇ financially ill-treated, despite being important actors in health. by
We are in phase 1, i.e. in a more comprehensive debate, which goes beyond this context. by
Several have already cited the need to have this debate in order to keep our doctors in the country. It should be added to the need to keep specialists in hospitals rather than in the private, which is not easy given that, in the private, they can demand higher fees than those of hospitals. We will have to review the valuation of intellectual acts, but also the financing of hospitals: it is also not normal for hospitals to finance themselves through the services of their doctors and technical acts, with the consequence of a devaluation of the intellectual service and time spent with the patient. The last two positive aspects.
We are witnessing an improvement in the rights of defence as part of the accountability of doctors, in particular with regard to prescriptions. In the months that preceded, we realized the importance of this respect for doctors.
I would add that, in my opinion, it will be important to re-evaluate the revaluation of the financing of medical benefits. I am indeed convinced that much of the overconsumption of medicines and sometimes of technical acts is due to the lack of time spent by the doctor with his patient. Better funding for this meeting would allow for better listening and a more comprehensive approach and fewer medications.
Finally, the improvement of the coverage for vulnerable minors (MENA) and children of self-employed non-contributors is a major step forward in this project.
There are many positive provisions. Among them, many remain to be realized through decisions, through cooperation agreements, through negotiations, through opinions from the Privacy Commission. In fact, a lot of projects can become very positive, but they can also become anything. by
Some elements therefore leave me confused and the way I work has not allowed me, as an opposition group, to properly analyze these texts before they are adopted. And I really regret this, Mr. President. I would like to repeat this at the end of my speech.
#92
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik kan er niet over zwijgen, ik moet er toch ook over beginnen.
Het wordt stilaan een slechte gewoonte dat men op de valreep de documenten aan de commissieleden bezorgt. Dit is een klepper van 268 bladzijden met 130 artikelen. Wij krijgen dat per spoedbestelling in de bus, het weekend voor de commissie. Gelukkig heb ik die nog gelicht en het er uit kunnen halen. Ik zie die klepper met 130 artikelen en 's anderendaags moeten wij daarover debatteren in de commissie. Ik vind dat beneden alle peil. Met alle respect voor gemeenteraadsleden, maar zij krijgen ten minste drie dagen om stukken in te zien. Zelfs dat hebben wij niet gekregen. Dat stelt mij teleur.
De vertraging heeft ook automatisch overhaasting met zich meegebracht. De gezondheidswet werd er plots weer door gejaagd. Voor mij getuigt dat van onbehoorlijk parlementair werk. Het legistiek werk lijdt daaronder, zoals mijn collega ook heeft gezegd. Wij betreuren dat. Het is frappant dat ook collega De Meyer — momenteel niet aanwezig — van de meerderheid letterlijk zei dat deze werkwijze de commissieleden belet om met kennis van zaken hun deskundigheid te uiten. Ik vind dat bedroevend. Dat wil zeggen dat wij daar samen hebben gezeten en over een aantal zaken hebben gepraat, zonder de kern van de zaak te raken. Het gevolg is dat er een aantal amendementen — ik dacht 19 — door de meerderheid werden ingevoerd en ingetrokken en dat er zelfs een hoofdstuk werd geschrapt en heringevoerd via een amendement. Uiteindelijk was er in extremis de wat slinkse opvordering die vanochtend werd verijdeld. Dat is wat er is gebeurt op het vlak van de werkzaamheden.
Al bij al vinden wij een goed gezondheidsbeleid toch belangrijk, reden waarom wij constructief zijn blijven meewerken en onze ideeën zijn blijven uiten. De bespreking van deze gezondheidswet is begonnen door meer dan een halve dag te wijten aan het uitbreiden van de bevoegdheden van vroedvrouwen en de verlenging van de opleidingsduur. Wij zijn uiteraard gekant tegen die uitbreiding, omdat er weerstand is vanuit de sector zelf, omdat er weerstand is vanwege de gespecialiseerde kinesitherapeuten, omdat er weerstand is vanwege de gynaecologen en omdat er weerstand is, niet het minst, vanuit het departement Onderwijs. Ik vind het frappant wat mevrouw De Meyer hier vandaag zegt. Collega Detiège is hier nog alleen, dus ik zal haar niet beschuldigen. In alle geval, er werd gezegd dat wat de Vlaamse minister van Onderwijs ook zegt, het vier jaar zal worden. Ik vind dat een fameuze desavouering van de bevoegdheden van de Vlaamse minister van Onderwijs. Ik denk dat daar ook intern nog een woordje over moet gezegd worden.
Onze vrees voor de vroedvrouwen is dan ook dat de nieuwe regeling die nu is voorgesteld, ertoe zou kunnen leiden dat er ook hoge verzekeringspremies zullen moeten worden gesloten en dat een aantal vroedvrouwen in tweede instantie zullen doorverwijzen naar een gynaecoloog om zich in te dekken tegen een aantal mogelijke fouten. Hierdoor zal men juist het omgekeerde effect verkrijgen van hetgeen men betracht, namelijk een nog hogere medicalisering van de zwangerschap en de bevalling. Voor ons biedt dit hoofdstuk helemaal geen meerwaarde. Er is momenteel ook geen vraag naar, zeker niet in Vlaanderen. Er is geen juridisch vacuüm. Wij vinden dat men dit hoofdstuk best schrapt of op zijn minst herinvoert na een grondiger debat, na iedereen gehoord te hebben. Anders gaat iedereen toch aan de klaagmuur staan.
Wat het bloed en de bloedderivaten betreft, mijnheer de minister, was er een vraag van zowel de collega's Goutry als Avontroodt in verband met de terugbetaling van de stamceltherapieën. Daarop hebt u niet geantwoord. Misschien kunt u daar straks een antwoord op geven. Hoe is het met die terugbetaling? Komt het in orde of niet? Die vraag is zowel door de collega's Avontroodt als Goutry gesteld.
Het invoeren van een legale basis voor de kankerregistratie is inderdaad een belangrijke zaak, maar dat moest al veel langer door de Gemeenschappen gebeurd zijn. Het Vlaamse Kankerregistratienetwerk werkt goed. De Franse Gemeenschap heeft altijd nagelaten om dat op een degelijke manier te doen. Daarom krijgen we het klassieke verhaal: laten we dan maar herfederaliseren. Wij vinden dat fout. Ik heb dan ook mijn bezorgdheid geuit, zelfs voor een mogelijk samenwerkingsakkoord met de Gemeenschappen, omdat wij daarbij heel wat vraagtekens hebben. Ik heb het woord scepticisme gebruikt in de commissie omdat wij ervaringen hebben met een aantal andere samenwerkingsakkoorden die niet goed lopen. Ik verwijs naar drugs en tabak. U zegt dat dit zeker zal lukken, mijnheer de minister, omdat het niet zo'n gevoelig thema is. Het is in ieder geval toch een overschrijding van de bevoegdheden.
In verband met de structurele aanpak van de kosten voor de gezondheidszorg, zien wij heel veel in een aantal besparingen. Dat zijn misschien minder opvallende maatregelen, maar ze zijn wel een wijziging in het systeem. Ik bedoel daarmee het gestandaardiseerd elektronisch dossier per patiënt, waarvoor wij al lang pleiten. Iedereen moet met iedereen communiceren. Dat is winst. Zonder informatica lukt vandaag niets. Daarom hebben wij nog een vraag over het project BHealth. Hoe ver staat het met het wetsontwerp? Wij hadden gedacht dat dit wetsontwerp ook ergens verscholen zou zitten in deze gezondheidswet, maar dat is niet gebeurd. Het is wel belangrijk om te weten hoe ver het daarmee staat. De ziekenhuiskosten zijn inderdaad op vijf jaar tijd met 33% toegenomen. Ons voorstel van aanpak gaat eigenlijk een heel stuk verder dan dat van de regering. Wij zeggen dat zowel de geconventioneerde als de niet-geconventioneerde artsen uitsluitend binnen bepaalde forfaitaire grenzen ereloonsupplementen moeten aanrekenen aan patiënten die — dan nog op eigen verzoek — op een eenpersoonskamer verblijven. Dat is ons amendement. De minister heeft gevraagd hoe we dat zullen financieren. Ik vind dat structurele maatregelen nodig zijn. De financiële middelen van de ziekenhuizen moeten verhoogd worden, dat staat buiten kijf. De medische specialismen moeten geanalyseerd worden met het oog op een herijking van de erelonen. Dat zal de ontevredenheid tussen verschillende specialismen wegnemen.
Wij vinden ook dat het gemengde ziekenhuisbeleid van de federale regering en van de regeringen van de deelstaten toch wat cohesie mist. Ik geef een voorbeeld. Vandaag zijn de Gemeenschappen bevoegd voor de erkenning van ziekenhuizen, de Gewesten zijn bevoegd voor infrastructuurbetoelaging en de federale overheid is bevoegd gebleven voor de werkingssubsidies. Welnu, door een dergelijke regeling wordt een spaarzaam beleid door de Gemeenschappen niet gehonoreerd. Dat betreuren wij.
De bepalingen inzake de commissie voor de terugbetaling van implantaten en medische hulpmiddelen vinden wij een positieve zaak. Ook collega Goutry heeft dat gezegd. We hebben wel een aantal vragen gesteld, die ik hier zal herhalen. Zullen er voldoende medische hulpmiddelen hergebruikt worden? Hoe staat de minister tegenover het hergebruiken van medische hulpmiddelen, mits een aantal duidelijke instructies inzake hygiëne? Ik bedoel dan reinigen, desinfecteren, verpakken, hersteriliseren. In de FOD Volksgezondheid is in dat verband de werkgroep Reprocessing opgericht. Hoe staat het daarmee?
In de gezondheidswet werden de gezondheidsbedreigende situaties ingeschreven. Ik heb daar duidelijk een ander standpunt over. Collega Mayeur is er nu niet. Het doel is een soort gezondheidsbewakingsnetwerk uit te bouwen, dat gezondheidsbedreigende situaties opspoort, aanwijst en beheerst. Nu krijgt de minister van Volksgezondheid een juridische verankering van het voorzorgprincipe, wat hem ook toelaat om tijdelijke maatregelen te nemen. Volgens onze partij is er eigenlijk geen bijkomende federale wet nodig om in tijden van crisis noodmaatregelen te kunnen nemen. Via een aantal ministeriële besluiten, KB's en omzendbrieven kan de minister vandaag op federaal vlak snel en accuraat tijdelijke maatregelen opleggen. Waar is dus de ratio legis van het voorgestelde systeem?
De definitie van gezondheidsbedreigende situaties is daarenboven zo vaag omschreven dat het hele terrein van de gezondheidsinspectie geviseerd wordt, terwijl dat heel duidelijk een gemeenschapsniveau is. Ons voorstel strekt ertoe dat bij een ramp, bij het optreden van de civiele bescherming uiteraard, de diensten van de Gemeenschappen, die uiteindelijk bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid, volgens duidelijke draaiboeken, gedragscodes en handelingen optreden. Die diensten kennen ook de praktijk.
De heer Goutry heeft het voorbeeld van de provinciale inspecties en het miltvuur gegeven, waarbij blijkbaar lokaal een aantal aanwijzingen zou kunnen zijn dat in bepaalde industrieën voornoemd fenomeen zou kunnen optreden. Dat is volgens ons veel beter dan nogmaals een nieuwe reglementering en een nieuw samenwerkingsakkoord te maken, waardoor de complexiteit alleen maar zal toenemen. Daardoor zal ook dubbel gebruik mogelijk zijn en een parallel circuit worden bevorderd. Dat is geenszins een bijdrage tot een efficiënt beleid bij dreiging.
Het Vlaams Gewest heeft trouwens ook het preventiedecreet van 21 november 2003, dat het preventief gezondheidsbeleid definitief vastlegt. In Vlaanderen wordt bovendien stap voor stap een soort facettenbeleid uitgevoerd.
Mijnheer de minister, uw medewerker heeft trouwens ook erkend dat het Vlaamse decreet als voorbeeld van volledigheid geldt. Dat kan tellen.
Wij hebben dus in dit geval andermaal de indruk dat Vlaanderen het goed doet, maar dat, aangezien Wallonië en zeker ook Brussel — ik had in dat verband graag de heer Mayeur gehoord — achterblijven, de hele kwestie in de voorliggende gezondheidswet echter alweer zal worden gerefederaliseerd. Dat betreuren wij uiteraard ten zeerste.
Wij kunnen het niet laten. Ook de heer Mayeur heeft in zijn kaarten laten kijken, toen hij verklaarde dat een aantal zaken opnieuw op federaal niveau zou moeten worden uitgevoerd. Wij hebben daarvan staaltjes gehoord. Enkele dagen na het moeizame akkoord over de betaling van de vaccinatie van peuters tegen pneumokokken jaagt de minister de Vlamingen opnieuw de bomen in. Ik kan het niet anders vertolken.
Mijnheer de minister, er komt immers een uitbreiding van uw campagne over gezonde voeding, gericht aan de gemeenten. Sedert een aantal jaren hebben de gemeenten een rol in de voedingsprogramma's toebedeeld gekregen. In Vlaanderen is dat via de logo's.
U schrijft hen ook aan als volgt - ook ik voel mij dus aangesproken -: "Geachte burgemeester, met genoegen nodig ik u uit om deel te nemen aan de actie 'Gemeenten in vorm', enzovoort." .U nodigt dus de burgemeesters uit om mee te spelen en mee te draaien in een preventiecampagne over gezonde voeding en fitheid. U schrijft ook dat het snel moet gaan. In september moet de burgemeester een project indienen, blijkbaar enkele weken voor de gemeenteraadsverkiezingen. De tien beste, Vlaamse projecten, de tien beste, Waalse projecten en de vijf beste, Brusselse projecten worden dan gauw met een bedrag van 5.000 euro gehonoreerd.
Ik wil uiteraard niet over de verdeelsleutel discussiëren. Veel belangrijker is dat de deelstaten met dat opzet opnieuw de gordijnen worden ingejaagd. Het is nogmaals een aanvaring in het preventieve gezondheidsbeleid. Uiteindelijk wil de minister de burgemeesters op die manier over de brug halen.
Het is ook spijtig, mijnheer de minister, dat u in de brochure ook een aantal instellingen op Vlaams niveau vermeldt. Ik heb betrokkenen geraadpleegd.
Ik heb het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie of VIG en Kind en Gezin gevraagd wat zij dachten over de actie. Volgens hen is het echt niet nodig, los van het feit of het nu federale of Vlaamse materie is, omdat dergelijke actie op lange termijn moet worden gepland.
Het gaat dus niet op dergelijke actie gauw gauw te doen en daaraan even wat middelen te geven. Wil men zo'n actie doen slagen, dus een gedragswijziging tot stand brengen, dan moet dat op lange termijn. Zo snel gaat dat niet. Ik denk dat het weer een actie is die met de volgende verkiezingen te maken heeft. Ik vind het alleen maar spijtig dat met het Vlaamse niveau weer maar eens wordt afgerekend.
Ten slotte, mijnheer de minister, kan ik ook verwijzen naar het Tabaksfonds. Ondertussen heb ik de verdeling van de middelen gekregen en daaruit blijkt dat inderdaad dit jaar — ik geef dit schoorvoetend toe — enkele Vlaamse projecten ook worden ondersteund. In 2004 en 2005 werden evenwel enkel Waalse en nationale projecten gesteund met middelen uit het Tabaksfonds. Voor ons is het Tabaksfonds echter een zaak van preventief gezondheidsbeleid. Uiteindelijk gaat dat toch de Gemeenschappen aan. Ik kon niet nalaten dat even aan te halen.
Ik heb het kort gehouden, voorzitter. Om wat voorafgaat en uit respect voor iedereen die zorgbehoevend en ziek is of wordt, uit respect ook voor de instellingen in ons land, kunnen wij onderhavige gezondheidswet niet goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Mr. Colleagues, I can’t be silent about this, I have to start with it. Their
It is gradually becoming a bad habit to hand over the documents to the committee members. This is a 268 page valve with 130 articles. We get that by urgent order in the bus, the weekend for the commission. Fortunately, I have been able to clear it and get it out. I see that valve with 130 articles and the next day we should discuss it in the committee. I think it is below all levels. With all respect for municipal councillors, but they are given at least three days to view documents. Even that we did not get. That disappoints me. Their
The delay also automatically caused rush. The health law was suddenly hunted over again. For me, this testifies to inappropriate parliamentary work. The legal work suffers from this, as my colleague also said. We regret that. It is striking that also colleague De Meyer — currently not present — of the majority literally said that this method prevents commissioners from expressing their expertise with knowledge of matters. I find that sad. That is, we sat there together and talked about a number of things, without touching the core of the matter. As a result, a number of amendments — I thought 19 — were introduced and withdrawn by the majority, and even a chapter was deleted and reintroduced through an amendment. Ultimately, there was in extremis the somewhat sluggish recovery that was wiped out this morning. This is what is happening in the field of work. Their
Overall, we find good health policy important, which is why we have continued to cooperate constructively and have continued to express our ideas. The discussion of this health law has begun with more than half a day due to the expansion of the powers of midwives and the extension of the duration of training. We are, of course, opposed to that expansion, because there is resistance from the sector itself, because there is resistance because of the specialized kinesiotherapists, because there is resistance because of the gynecologists and because there is resistance, not least, from the Department of Education. I find it striking what Mrs. De Meyer says here today. Collega Detiège is still here alone, so I will not blame her. In any case, it was said that whatever the Flemish Minister of Education says, it will be four years. I think this is a famous disapproval of the powers of the Flemish Minister of Education. I think there should be a word on that too internally. Their
Our fear for midwives is therefore that the new scheme now proposed could lead to high insurance premiums being closed and that a number of midwives in second instance will refer to a gynecologist to cover themselves from a number of possible errors. This will ⁇ the opposite effect of what is considered, namely an even higher medicalization of pregnancy and childbirth. For us, this chapter offers no added value at all. There is no demand at the moment, ⁇ not in Flanders. There is no legal vacuum. We think it is best to remove this chapter or at least reintroduce it after a deeper discussion, after everyone has heard it. Otherwise, everyone will be on the complaint wall.
Regarding blood and blood derivatives, Mr. Minister, there was a question from both colleagues Goutry and Avontroodt in connection with the refund of the stem cell therapies. You did not respond to that. You may be able to answer it later. How about that reimbursement? Is it okay or not? This question was asked by both colleagues Avontroodt and Goutry.
The establishment of a legal basis for cancer registration is indeed an important matter, but this should have been done by the Communities for a long time. The Flemish Cancer Registry Network works well. The French Community has always failed to do so properly. That’s why we get the classic story: let’s just federalize. We find that wrong. I have therefore expressed my concern, even for a possible cooperation agreement with the Communities, as we have a lot of questions about this. I used the word skepticism in the committee because we have experiences with a number of other cooperation agreements that don’t go well. I refer to drugs and tobacco. You say that this will ⁇ succeed, Mr. Minister, because it is not such a sensitive topic. It is, in any case, an exceeding of powers.
In connection with the structural approach to healthcare costs, we see a lot in a number of savings. These may be less noticeable measures, but they are a change in the system. I mean the standardized electronic file per patient, which we have been advocating for a long time. Everyone needs to communicate with everyone. That is profit. Without computer science, nothing can be done today. Therefore, we have another question about the BHealth project. How far is the draft law? We had thought that this bill would also be hidden somewhere in this health law, but that has not happened. It is important to know how far it is. In fact, hospital costs have increased by 33% in five years. Our proposed approach goes far beyond that of the government. We say that both conventional and non-conventional doctors must only, within certain flat-rate limits, charge honorary remuneration supplements to patients who, if so, at their own request, stay in a single room. That is our amendment. The Minister asked how we would finance it. Structural measures are needed. The financial resources of the hospitals must be increased, which is undoubted. The medical specialties should be analyzed with a view to a re-equalization of honorary wages. This will eliminate dissatisfaction between different specialties.
We also find that the mixed hospital policy of the federal government and the governments of the states still lacks some cohesion. I will give an example. Today, the Communities are competent for the recognition of hospitals, the Regions are competent for infrastructure payment and the federal government has remained competent for operating subsidies. Well, such a arrangement does not honor an austerity policy by the Communities. We regret that.
We consider the provisions on the commission for the refund of implants and medical devices a positive thing. Colleague Goutry also said this. We have asked a few questions, which I will repeat here. Will enough medical devices be reused? How does the Minister deal with the reuse of medical devices, provided that there are a number of clear hygiene instructions? I mean cleaning, disinfecting, packing, re-sterilizing. In this context, the Working Group Reprocessing was established in the FOD Public Health. How is it with it?
In the Health Act the health-threatening situations were registered. I clearly have a different view on this. Mr. Mayeur is not there. The goal is to build a kind of health surveillance network that detects, identifies and controls health threats. Now the Minister of Health receives a legal anchoring of the precautionary principle, which also allows him to take temporary measures. According to our party, there is actually no need for additional federal law in order to take emergency measures in times of crisis. Through a number of ministerial decrees, KBs and letter of notice, the Minister can today impose temporary measures quickly and accurately on a federal level. So where is the ratio legis of the proposed system?
Furthermore, the definition of health-threatening situations is so vague that the entire area of the health inspection is fished, while that is clearly a community level. Our proposal aims to ensure that, in the event of a disaster, in the event of civil protection intervention, of course, the services of the Communities, which are ultimately responsible for health policy, act according to clear timetables, codes of conduct and acts. These services also know the practice.
Mr. Goutry gave the example of the provincial inspections and the milt fire, where apparently locally there could be some indications that the aforementioned phenomenon could occur in certain industries. That is, in our opinion, much better than making a new regulation and a new cooperation agreement again, which will only increase the complexity. This will also allow for double use and promote a parallel circuit. This is in no way a contribution to an efficient threat policy.
In addition, the Flemish Region has the Prevention Decree of 21 November 2003, which defines the preventive health policy. In addition, in Flanders, a kind of facet policy is implemented step by step.
Mr. Minister, your associate has also acknowledged that the Flemish decree is an example of completeness. That can count.
In this case, therefore, we have once again the impression that Flanders is doing well, but that, since Wallonia and ⁇ Brussels – I would have liked to hear Mr. Mayeur in that connection – remain behind, however, the whole issue in the health law in question will be again republicalized. Of course, we deeply regret this.
We cannot let it. Mr. Mayeur also showed in his maps when he declared that a number of matters should be carried out again at the federal level. We have heard of them. A few days after the difficult agreement on the payment of the vaccination of infants against pneumococcal pneumococcal, the Minister de Flamingen is hunting the trees again. I cannot interpret it otherwise.
Mr. Minister, after all, there is an expansion of your campaign on healthy nutrition, aimed at the municipalities. For several years, municipalities have been assigned a role in the nutrition programs. In Flanders, this is through the logos. Their
You also write them as follows – so I also feel invited –: “Dear Mayor, I am pleased to invite you to participate in the action ‘Communities in Shape’, and so on.” .So you invite the mayors to play and participate in a prevention campaign on healthy nutrition and fitness. You also write that it has to go quickly. In September, the mayor should submit a project, apparently a few weeks before the municipal council elections. The ten best Flemish projects, the ten best Wallish projects and the five best Brussels projects will soon be honored with a sum of 5,000 euros.
I do not want to discuss the distribution key. Much more importantly, the state states with this plan are being hunted up the curtains again. It is again a blow to the preventive health policy. In the end, the minister wants to get the mayors over the bridge in this way.
It is also regrettable, Mr. Minister, that in the brochure you also mention a number of institutions at the Flemish level. I consulted the stakeholders.
I asked the Flemish Institute for Health Promotion or VIG and Child and Family what they thought about the action. According to them, it is really not necessary, regardless of whether it is a federal or Flemish matter, because such action needs to be planned in the long term.
Therefore, it is not about taking such action quickly and giving it some resources. If one wishes to succeed in such an action, i.e. to bring about a change in behavior, then this must be done in the long term. It does not happen so quickly. I think it is again an action that has to do with the next elections. I only regret that the Flemish level is counted out once again.
Finally, Mr. Minister, I can also refer to the Tobacco Fund. In the meantime, I have received the distribution of the funds and it shows that indeed this year — I admit this scourgeously — some Flemish projects are also being supported. In 2004 and 2005, however, only Walloon and national projects were supported with funds from the Tobacco Fund. For us, however, the Tobacco Fund is a matter of preventive health policy. In the end, it is the communities. I couldn’t help adding that.
I have been brief, Mr. President. Because of what precedes and from respect for everyone who needs care and is or becomes sick, from respect also for the institutions in our country, we cannot approve this Health Act.
#93
Official text
Monsieur le président, il y a plusieurs points sur lesquels je ne suis pas intervenu tout à l'heure; je ne reviendrai donc pas sur ce qui a déjà été dit.
Un des points a trait à la question de la protection des droits du patient. Pour rendre indépendante la personne chargée de l'ombuds, un arrêté royal est en préparation. Il devrait être disponible, et je réponds notamment à Mme De Meyer qui a posé la question, dans le courant du deuxième semestre de cette année.
J'en viens à la question précise posée par M. Drèze sur la revalorisation du rôle des médecins dans leur fonction de prescription à travers la mise à disposition d'outils. On a parlé des PDA avec les sources documentaires relatives à la prescription. Sur le site du CBIP, il y a déjà aujourd'hui, en dehors des tableaux comparatifs, des fichiers que l'on peut télécharger. Cela permet d'en disposer sur les PDA. À la question de savoir si les PDA ont déjà été fournis aux médecins — on avait dit qu'on aurait une démarche de mise à disposition de PDA —, je peux répondre que j'insiste régulièrement auprès des organes de la Médicomut pour que cela soit mis en oeuvre. J'ai réservé les moyens budgétaires, je le rappelle ici aussi. J'espère que cela sera concrétisé dans les semaines et les mois qui viennent.
On a également soulevé les crises sanitaires. Je voudrais être tout à fait clair: il n'y a pas ici de conflit d'intérêts de niveaux de pouvoirs. Nous sommes devant une situation qui a trait aux crises. Quand on parle des crises, indépendamment des considérations sur leur communautarisation maintenue, renforcée ou la refédéralisation — c'est un autre débat —, on ne parle pas de médecine préventive. La médecine préventive concerne des maladies qui sont prévisibles dans leur évolution, par rapport auxquelles on peut mettre des stratégies en oeuvre. Ici, on parle de crises. Si nous entrons demain dans une crise de type pandémique sérieuse pour le pays, ceux qui feront de l'argutie de type juridique sur les niveaux de compétences tromperont l'opinion publique sur la réalité des dangers. Il faut, aujourd'hui, avoir des outils qui nous permettent, dans ces circonstances, de pouvoir répondre à la nécessité et de le faire dans l'urgence. Pour cela, il faut que le niveau fédéral, dans les circonstances précises que je viens de citer, ait la faculté de mettre en oeuvre ces politiques.
Je signale aussi que la commission de la Chambre ad hoc a effectivement recommandé la même chose. Je réponds donc non seulement à une résolution votée en plénière, mais je mets également en oeuvre une problématique qui a fait l'objet d'un débat en commission concernant des outils qui permettent de répondre à des crises.
Beaucoup de commentaires ont été faits sur la question de la réquisition. Nous sommes partis d'un constat qui était partiellement inexact, à savoir que l'outil n'existait pas. Il est vrai que la loi de 1948 permet de réquisitionner dans le secteur privé. Mais cela n'est pas possible dans toutes les situations. Ainsi, la situation que je viens de rappeler n'ouvre pas cette porte. Il fallait donc trouver un dispositif ad hoc. C'est vrai aussi pour le secteur public où il y a un vide juridique. La manière la plus élégante de le faire, c'est en concertation avec les interlocuteurs sociaux.
En conséquence, je pense, monsieur le président, que la bonne solution est celle de retirer l'article 49 et de le soumettre à nouveau dans le cadre d'une procédure qui prendra un peu plus de temps, mais qui donnera de meilleurs résultats selon moi. Après cela, nous disposerons d'un texte dont nous pourrons débattre devant cette assemblée.
Translated text
There are several points on which I have not intervened recently, so I will not return to what has already been said.
One of them is the protection of patient rights. To make independent the person in charge of the ombudsman, a royal decree is being prepared. It should be available, and I am responding in particular to Mrs. De Meyer who asked the question, in the course of the second half of this year.
I would like to come to the question asked by Mr. Dress on revaluing the role of doctors in their prescription function through the provision of tools. We talked about PDAs with documentary sources related to prescription. On the CBIP website, there are already today, apart from comparative tables, files that can be downloaded. This can be done on the PDA. To the question of whether PDAs have already been provided to doctors — it was said that we would have a procedure for providing PDAs — I can answer that I regularly insist on the organs of the Medicomut for this to be implemented. I have the budget resources reserved, I also recall this here. I hope this will be realised in the weeks and months to come.
Health crises have also been raised. I would like to be quite clear: there is no conflict of interests of power levels here. We are facing a situation related to crises. When we talk about crises, regardless of considerations about their ⁇ ined, strengthened communitarianization or refederalization — this is another debate — we are not talking about preventive medicine. Preventive medicine refers to diseases that are predictable in their evolution, against which strategies can be put in place. We are talking about crises. If we enter tomorrow into a serious pandemic-type crisis for the country, those who will do legal-type arrogance on skills levels will mislead public opinion about the reality of dangers. Today we need to have tools that allow us, in these circumstances, to be able to respond to the necessity and to do so in the emergency. For this, it is necessary that the federal level, in the precise circumstances I have just mentioned, has the power to implement these policies.
I also point out that the Ad hoc Chamber committee actually recommended the same thing. I am therefore not only responding to a resolution voted in the plenary session, but I am also implementing a problem that has been the subject of a discussion in committees on tools to respond to crises.
Many comments have been made on the question of the recovery. We started from a conclusion that was partially inaccurate, namely that the tool did not exist. It is true that the law of 1948 allows for requiring in the private sector. But this is not possible in all situations. So the situation I just mentioned does not open this door. Therefore, an ad hoc arrangement had to be found. This is also true for the public sector where there is a legal vacuum. The most elegant way to do this is in consultation with social interlocutors.
Consequently, I think, Mr. Speaker, that the right solution is to withdraw Article 49 and submit it again as part of a procedure that will take a little longer, but which, in my opinion, will give better results. After that, we will have a text that we will be able to discuss in this assembly.