General information
Full name plenum van 2007-02-01 14:15:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip262x.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K2762
22/11/2006
✔
Proposition de résolution relative aux paradis fiscaux.
51K2831
22/12/2006
✔
Projet de loi portant diverses modifications en matière d'accises.
51K1882
22/06/2005
✔
Proposition de résolution relative à la création d'un Institut d'analyse des accidents de la route.
51K1085
03/05/2004
✔
Proposition de résolution relative à l'établissement de normes de qualité et de sécurité obligatoires pour les vélos et leurs éléments.
51K2769
24/11/2006
✔
Projet de loi modifiant l'article 107 des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#26
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#30
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#39
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#40
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#41
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#42
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#49
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Minister Landuyt onderstreepte dat hij de doelstellingen ondersteunt, waardoor uiteindelijk het voorstel van resolutie unaniem en eenparig werd aangenomen door onze commissie.
Translated text
Minister Landuyt stressed that he supports the objectives, which eventually resulted in the unanimous and unanimous adoption of the draft resolution by our committee.
#2
Official text
Mijnheer De Padt, u hebt het woord over de resolutie, die van uw hand is en van andere collega's.
Translated text
Mr De Padt, you have the word on the resolution, which is in your hand and of other colleagues.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, vandaag de dag kan men overal een fiets kopen aan een steeds lagere prijs. In elk grootwarenhuis of speelgoedwinkel kan men voor een appel en een ei een op het eerste gezicht deftige fiets kopen.
Doordat die verkochte fietsen aan geen enkele technische eis moeten voldoen, uitgezonderd dat ze voorzien moeten zijn van reflectoren en reflecterende banden, kunnen handelaars fietsen verkopen die de veiligheid van de fietser in het gedrang brengen. Dat dat het geval is, blijkt onder meer uit de vaststellingen van de Fietsersbond en ook uit een aantal vaststellingen van Test-Aankoop, die desbetreffend onderzoeken hebben verricht.
De fietsers zijn als zwakke weggebruiker al te vaak het slachtoffer van ongevallen. De regering probeert terecht hieraan iets te doen aan de hand van verschillende maatregelen, zoals de dodehoekspiegel of de fietshelm. Dat alles helpt de veiligheid van de fietser te verhogen. Naar de kwaliteit van het rijtuig zelf, van de fiets werd tot nu toe echter amper gekeken.
Nochtans is er vraag en nood aan bepaalde normen. Organisaties als de Fietsersbond, ik heb het reeds gezegd, hebben studies uitgevoerd waaruit blijkt dat sommige verkochte fietsen verborgen gebreken hebben, zoals dynamo's die slibben bij regenweer of lampjes die om de haverklap springen. Dat alles brengt de zichtbaarheid en dus ook de veiligheid van de fietser in het gedrang.
Nog erger is het gesteld met de fietsen voor kinderen en jongeren. Sommige kinderfietsen hebben remmen die niet eens aangepast zijn aan kleine kinderhandjes. Kinderen worden het drukke verkeer ingestuurd met fietsen waarvan ze de remmen niet kunnen gebruiken, met als gevolg dat zij hun fiets in het geval van nood niet kunnen doen stoppen. Collega's, u kunt zich inbeelden welke gevaren dat met zich meebrengt voor de kinderen.
Het schrijnende is dat in de Belgische wetgeving wel technische reglementen zijn opgenomen voor bromfietsen, motorfietsen en auto's, maar niet voor fietsen. Nochtans zou een geregistreerde Belgische norm, die ik even zal noemen, NBN DIN 79100_2 een goede basis kunnen vormen voor het technisch reglement voor fietsen. De norm of een deel ervan zou dan natuurlijk een verplichtend karakter moeten krijgen.
De resolutie past dan ook uitstekend in de doelstellingen van de regering om het fietsgebruik verder te bevorderen. Het is mooi om fietspaden aan te leggen, maar wanneer men er fietsers op loslaat die niet kunnen stoppen of die over een slechte verlichting beschikken, zijn de nieuwe fietspaden nutteloos. Daarom drukken wij erop dat op termijn kwaliteits- en veiligheidsnormen voor fietsen verplichtend worden.
Translated text
Today, you can buy a bicycle everywhere at an increasingly low price. In any grocery store or toy store, for an apple and an egg, one can buy a bicycle that appears to be flawed at first sight.
Since those bicycles sold do not have to meet any technical requirements, except that they must be equipped with reflectors and reflective tires, traders may sell bicycles that endanger the safety of the cyclist. That this is the case is evidenced, among other things, from the findings of the Fietsersbond and also from a number of findings of Test-Akkup, which have conducted studies in this regard.
As weak road users, cyclists are too often victims of accidents. The government is rightly trying to do something about this by means of various measures, such as the dead-angle mirror or the bike helmet. All this helps to increase the safety of the cyclist. However, the quality of the vehicle itself, of the bike, has so far been hardly looked at.
However, there is a demand and need for certain standards. Organizations such as the Cyclists’ Federation, I’ve already said, have conducted studies showing that some sold bikes have hidden defects, such as dynamoes that slip in rainy weather or lamps that jump around the oat cloth. All this puts the visibility and thus also the safety of the cyclist at risk.
Even worse is the situation with bicycles for children and young people. Some children's bikes have brakes that are not even adapted to small children's hands. Children are sent to the busy traffic with bicycles of which they cannot use the brakes, with the result that they cannot stop their bicycle in case of emergency. Colleagues, you can imagine the dangers it brings to the children.
The striking thing is that in Belgian legislation, however, technical regulations are included for bicycles, motorcycles and cars, but not for bicycles. However, a registered Belgian standard, which I will name for a moment, NBN DIN 79100_2 could provide a good basis for the technical regulations for bicycles. The norm, or part of it, should therefore, of course, have a mandatory character.
The resolution therefore fits perfectly with the government’s objectives to further promote the use of bicycles. It’s nice to build cycling paths, but when you let off cyclists who can’t stop or who have poor lighting, the new cycling paths are useless. Therefore, we insist that quality and safety standards for bicycles become mandatory in the future.
#4
Official text
Bij het uitbrengen van deze norm is ook een zekere voorzichtigheid geboden. In de Europese Unie zijn er momenteel geen richtlijnen met betrekking tot de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor fietsen. Een exclusief Belgische regel zou door sommigen kunnen worden geïnterpreteerd als afscherming van de Belgische markt. Daarom willen wij de federale regering vragen om er bij de andere Europese lidstaten op aan te dringen een Europese richtlijn uit te werken.
In afwachting van een dergelijke richtlijn worden de betrokken producenten alvast uitgenodigd om zelf werk te maken van een deontologische code waarachter iedereen die is betrokken bij het produceren en verkopen van fietsen zich kan scharen.
Om te vermijden dat dit het ondernemerschap in de sector zou kunnen schaden, is het voor ons van groot belang dat de sector zelf, en misschien niet de regering, deze code opstelt met een minimum aan administratieve formaliteiten.
Translated text
When issuing this standard, some caution is also required. There are currently no directives in the European Union regarding the quality and safety standards for bicycles. An exclusive Belgian rule could be interpreted by some as covering the Belgian market. Therefore, we would like to ask the federal government to urge the other European Member States to draw up a European directive.
In anticipation of such a directive, the producers concerned are already invited to work on a deontological code that anyone involved in the manufacture and sale of bicycles can follow.
To prevent this from damaging entrepreneurship in the sector, it is of great importance for us that the sector itself, and ⁇ not the government, draw up this code with a minimum of administrative formalities.
#5
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal het kort houden aangezien beide sympathieke collega's al veel hebben gezegd en ik niet in herhaling wil vallen.
Ik wil eerst en vooral de rapporteur danken voor zijn volledig en goed onderbouwd verslag en collega De Padt voor de interessante wisselwerking en de discussie die wij in de commissie hebben gehad.
Zoals beide collega's al hebben gezegd, komen ongevallen met fietsers nog frequent voor. Soms zijn die te wijten aan onvoorzichtigheid van de fietser zelf of van de andere weggebruikers, soms aan de niet zo goede infrastructuur. Helaas gebeuren ongevallen ook wegens onvoldoende of slecht werkende fietsonderdelen, zoals bijvoorbeeld de fietsverlichting. Wij hebben allemaal, zeker in deze periode van het jaar, 's ochtends al jongeren opgemerkt die naar school fietsen met een slechte of defecte verlichting.
Men koopt snel een vervangstuk in een supermarkt of een winkel, dat echter niet blijkt te werken of na een week al kapot is. Wij willen met deze resolutie een einde stellen aan dat soort praktijken. Wij gaan daarmee in op een reeds eerder gestelde vraag van de Fietsersbond en van Test-Aankoop. Fietsconsumenten zijn immers ook consumenten.
Europa houdt zich met veel zaken bezig en het wordt tijd dat ook in deze sector een minimum aan normering wordt gemaakt. In afwachting van een Europese regelgeving vinden wij dat de Belgische regering al een aantal initiatieven kan nemen. Vooraleer producten de toelating krijgen om op de Belgische markt te worden verspreid en verkocht, kan men al een aantal testen doen om de grootste mankementen of de slechtste producten er al uit te halen.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I will be brief as both sympathetic colleagues have already said a lot and I do not want to fall into repetition.
First and foremost, I would like to thank the rapporteur for his comprehensive and well-founded report and colleague De Padt for the interesting interaction and discussion we have had in the committee.
As both colleagues have already said, accidents with cyclists are still frequent. Sometimes they are due to the carelessness of the cyclist himself or other road users, sometimes to the not so good infrastructure. Unfortunately, accidents also occur due to insufficient or poorly functioning bike parts, such as the bike lighting. We have all, especially at this time of the year, already noticed young people in the morning cycling to school with poor or defective lighting.
One quickly buys a replacement item in a supermarket or store, which, however, does not prove to work or is already broken after a week. With this resolution, we want to put an end to such practices. We are therefore responding to a previously asked question from the Bicycle Association and Test-Akkup. Bicycle consumers are also consumers.
Europe is busy with a lot of things, and it is time for a minimum of standardisation in this sector as well. In anticipation of a European regulation, we believe that the Belgian government can already take a number of initiatives. Before products are allowed to be distributed and sold on the Belgian market, a number of tests can already be done to eliminate the biggest defects or the worst products.
#6
Official text
Mijnheer de voorzitter, onze fractie heeft de kwaliteit van fietsen altijd al belangrijk gevonden. Collega Dirk Claes heeft al een aantal keren de minister van Consumentenzaken, mevrouw Van den Bossche, hierover ondervraagd en haar ertoe aangezet om bepaalde controles te laten uitvoeren.
Translated text
Our group has always considered the quality of bicycles important. Collega Dirk Claes has already several times questioned the Minister of Consumer Affairs, Ms. Van den Bossche, on this subject and urged her to carry out certain controls.
#7
Official text
Dit voorstel, dit idee van een kwaliteitscontrole zat immers reeds vervat in een plan van de federale regering, toen nog op initiatief van minister Anciaux, de bevoegde minister in het voorjaar van 2004, met name in het Totaalplan Fiets, waarin die kwaliteitscontrole stond opgenomen als een van de cruciale maatregelen om het fietsgebruik verder te stimuleren.
Wij moeten vaststellen dat de regering daar op zijn minst al volle twee jaar niets mee heeft gedaan. Zij heeft geen uitvoering gegeven aan die richtlijn. Vandaag moeten we als Parlement opnieuw de richtlijn geven om hier werk van te maken.
Translated text
This proposal, this idea of quality control, was already included in a plan of the federal government, then on the initiative of Minister Anciaux, the competent minister in the spring of 2004, in particular in the Total Plan Bicycles, which included that quality control as one of the crucial measures to further stimulate the use of bicycles.
We must conclude that the government has not done anything about it for at least two full years. It has not implemented that Directive. Today, as Parliament, we must again give the directive to work on this.
#8
Official text
De heer Ludo Van Campenhout, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
Translated text
Mr Ludo Van Campenhout, rapporteur, refers to his written report.
#9
Official text
Mijnheer de voorzitter, met alle respect, maar u zegt dat de heer Van Campenhout naar zijn verslag verwijst. Ik heb de heer Van Campenhout niet gezien. Mogelijk staat u telepathisch met hem in verbinding. Ik betreur het feit dat dit hier regelmatig gebeurt, temeer omdat men er in de commissie voor de Infrastructuur steeds als de kippen bij is om ervoor te zorgen dat zeker geen parlementslid van het Vlaams Belang dat zich vrijwillig aandient om het verslag te maken, dit mag maken maar wel steeds in deze zaal aanwezig is. Ik betreur dat en durf ervoor te pleiten dat in de toekomst steeds de rapporteur hier zou zijn of minstens dat er een geldige reden voor afwezigheid is.
Translated text
Mr. Speaker, with all respect, but you say that Mr. Van Campenhout refers to his report. I have not seen Mr. Van Campenhout. You may be telepatically connected to him. I regret the fact that this happens here regularly, especially because in the Infrastructure Committee one is always there as the chickens to ensure that ⁇ no member of Parliament of the Flemish Interest who volunteers to make the report can do this but is always present in this room. I regret that and dare to advocate that in the future the rapporteur would always be here, or at least that there is a valid reason for absence.
#10
Official text
Ik ben misschien wat vlug geweest, maar ik heb reeds lang de gewoonte als ik niemand zie, dit te beschouwen als een verwijzing naar het verslag.
Translated text
I may have been somewhat quick, but I have long had the habit when I see no one, to consider this as a reference to the report.
#11
Official text
Mijnheer de voorzitter, dit is niet de eerste keer. Gelukkig is de heer Van Campenhout hier en kan hij verslag uitbrengen, maar het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Ik heb al meermaals ondervonden dat men in de commissie voor de Infrastructuur op dat vlak werkelijk obstructie pleegt.
Translated text
This is not the first time. Fortunately, Mr. Van Campenhout is here and can report, but this is not the first time this happens. I have seen several times that there is a real obstacle in this area in the Infrastructure Committee.
#12
Official text
U hebt wel een punt, als ik dat hier bekijk. Men heeft dit op drie commissievergaderingen besproken, al durf ik niet zeggen of dit de hele vergadering duurde, want dat kan ik niet weten. Het is geen omvangrijk verslag, maar een relatief kort.
Translated text
You have a point, if I look at it here. This has been discussed in three committee meetings, although I do not dare to say whether this lasted the entire meeting, because I cannot know. This is not a large report, but a relatively short report.
#13
Official text
Mijnheer de voorzitter, dit is een principiële kwestie.
Translated text
This is a principle issue.
#14
Official text
Ik begrijp u, mijnheer Mortelmans.
Mijnheer Van Campenhout, ik ben wat snel geweest door, ingevolge onze telepathische ontmoeting, te verklaren dat u naar uw schriftelijk verslag zou verwijzen. U bent thans aanwezig. Quid?
Translated text
I understand you, Mr Mortelmans.
Mr. Van Campenhout, I was a bit quick to declare, following our telepathic meeting, that you would refer to your written report. You are present now. and Quid?
#15
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik begrijp de nervositeit van collega Mortelmans niet. Ik zie hem regelmatig in de commissie voor de Infrastructuur. Ik weet dat hij uit Lier afkomstig is. Misschien heeft hij recent frustraties opgelopen, in het bijzonder enkele weken geleden. Ik verwijs naar het schriftelijk verslag, omdat dit optimaal is opgesteld.
Translated text
I do not understand the nervousness of Mr. Mortelmans. I see him regularly in the Infrastructure Committee. I know he comes from Lier. Per ⁇ he has had frustrations recently, especially a few weeks ago. I refer to the written report because it is optimally drawn up.
#16
Official text
Ik zat dus toch op de goede golflengte met collega Van Campenhout. De algemene bespreking is nu geopend en de heer De Padt krijgt voor de tweede keer het woord in de algemene bespreking.
Translated text
So I was still on the right wavelength with colleague Van Campenhout. The general discussion is now opened and Mr De Padt is speaking in the general discussion for the second time.
#17
Official text
Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, het aantal slachtoffers op onze wegen zit al verschillende jaren in een dalende lijn. Sinds de introductie van de verkeersbarometer valt maand na maand een gestadige daling van het aantal ongevallen met dodelijke afloop op. Niemand kan dan ook ontkennen dat de kwaliteit en vooral de termijn van beschikbaarheid van de verkeersstatistieken sinds kort gevoelig is verbeterd. Eenmaal de registratie van verkeersongevallen op punt staat, dringt zich echter de volgende cruciale vraag op: waarom en in welke omstandigheden gebeuren de ongevallen? We moeten toegeven dat er op dat vlak nog weinig vooruitgang is geboekt en dat het onderzoek naar de oorzaken van verkeersongevallen in België, zeker in vergelijking met een aantal buurlanden zoals Nederland, nog in de kinderschoenen staat.
We hopen dat het voorstel dat nu ter stemming voorligt, zal zorgen voor meer bewustwording en een grondige mentaliteitswijziging op dat vlak. Wetenschappelijke kennis over verkeersongevallen is immers onontbeerlijk om doeltreffende hervormingen in het verkeersbeleid te kunnen doorvoeren, met als doel het aantal verkeersslachtoffers verder te doen dalen. Bij verkeersongevallen is er immers per definitie een complexe samenloop van omstandigheden waarbij zowel gedragsgerelateerde als voertuiggerelateerde en infrastructuurgerelateerde factoren worden aangetroffen die in meerdere of mindere mate bijdragen tot het ontstaan van een ongeval en de ernst ervan.
Niet-gefundeerde maatregelen werken dan ook vaak contraproductief en wekken heel wat ergernis en aversie op bij de weggebruikers op wie ze van toepassing zijn. We moeten durven toe te geven dat ook wij in de commissie voor de Infrastructuur en het Verkeer de voorbije jaren verschillende malen werden geconfronteerd met voorstellen en hervormingen die niet steeds even grondig waren onderbouwd, juist door een gebrek aan kennis.
Neem bijvoorbeeld de recente hervorming van de rijopleiding. Het lijkt vast te staan dat het slaagpercentage voor het rijexamen hoger wordt naarmate de rijervaring toeneemt. Niettemin is er een heuse welles-nietesdiscussie opgedoken over de vraag welk opleidingsmodel, hetzij via de rijschool, hetzij via vrije begeleiding, de hoogste slaagpercentages biedt en de kans op een verkeersongeval na het verkrijgen van het rijbewijs minimaliseert. Eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat er op dit ogenblik geen eenduidige of betrouwbare cijfers bestaan die een ondubbelzinnige relatie weergeven tussen het rijopleidingsmodel en de betrokkenheid bij ongevallen. Laten we hier dus dringend werk van maken in plaats van de discussie uitentreuren te blijven herhalen.
We denken bijvoorbeeld ook aan de betrokkenheid van vrachtwagens bij verkeersongevallen. Zowel een verbod op de klassieke cruisecontrolsystemen als een veralgemeende snelheidsverlaging werd reeds naar voren geschoven, zonder dat men precies weet waarom het aantal ongevallen met vrachtwagens in stijgende lijn zit.
Om die lacune weg te werken, pleit de resolutie voor de oprichting van een onafhankelijk beleidsondersteunend instituut voor ongevallenanalyse, samengesteld uit onafhankelijke onderzoekers, die worden belast met objectief onderzoek naar de oorzaken en omstandigheden van verkeersongevallen.
Translated text
The number of victims on our roads has been declining for several years. Since the introduction of the traffic barometer, there has been a steady decline in the number of fatal accidents month after month. Therefore, no one can deny that the quality and especially the period of availability of traffic statistics has improved considerably since recently. However, once the registration of road accidents has been completed, the following crucial question arises: Why and under what circumstances do accidents occur? We must admit that little progress has been made in this area and that the investigation into the causes of traffic accidents in Belgium, ⁇ in comparison with a number of neighboring countries such as the Netherlands, is still in its infancy.
We hope that the proposal that is now put to the vote will lead to greater awareness and a profound change of mentality in this area. Scientific knowledge on road accidents is essential in order to carry out effective reforms in the transport policy, with the aim of further reducing the number of road traffic casualties. Traffic accidents are, by definition, a complex conjunction of circumstances in which both behavioral and vehicle-related and infrastructure-related factors are identified that contribute to a greater or lesser extent to the occurrence of an accident and its severity.
Unfunded measures therefore often act counterproductively and cause a lot of annoyance and aversion among the road users to whom they apply. We must dare to admit that we in the Committee on Infrastructure and Traffic have also been confronted several times in recent years with proposals and reforms that were not always equally thoroughly supported, precisely by a lack of knowledge.
Take, for example, the recent reform of driving training. It seems to be firm that the success rate for the driving exam increases as the driving experience increases. Nevertheless, a real welles-nietes debate has emerged about which training model, either through the driving school or through free guidance, offers the highest stroke rates and minimizes the chance of a road accident after obtaining the driving license. To be honest, we must admit that there are currently no unambiguous or reliable figures that show an unambiguous relationship between the driving training model and involvement in accidents. So let us urgently work on this instead of repeating the discussion.
We also consider, for example, the involvement of trucks in road accidents. Both a ban on the classic cruise control systems and a generalized speed reduction were already pushed forward, without knowing exactly why the number of accidents with trucks is on the rise line.
To overcome this gap, the resolution calls for the establishment of an independent policy-supporting Institute for Accident Analysis, composed of independent investigators, charged with objective investigation into the causes and circumstances of road accidents.
#18
Official text
Ze zullen worden belast met het uitwerken van actieprogramma’s en doelstellingen met als doel toekomstige ongevallen maximaal te vermijden met een gedeelde verantwoordelijkheid tussen weggebruiker, voertuig en infrastructuur als uitgangspunt.
Translated text
They will be tasked with developing action programmes and targets aimed at avoiding future accidents as much as possible with a shared responsibility between road users, vehicle and infrastructure as a starting point.
#19
Official text
Mijnheer De Padt, de heer Mortelmans laat opmerken dat er geen minister aanwezig is.
Translated text
Mr De Padt, Mr Mortelmans points out that there is no minister present.
#20
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik hoor de heer De Padt een vraag aan de regering richten, terecht. Een resolutie is een vraag aan de regering. Ik kan mij toch niet van die indruk ontdoen dat de ministers vervroegd in paasvakantie zijn gegaan.
Translated text
Mr. President, I hear Mr. De Padt address a question to the Government, rightly. A resolution is a question to the government. I can’t get rid of the impression that the ministers went on Easter vacation early.
#21
Official text
Het is aan mijn aandacht ontsnapt. Mijnheer De Padt, ik hoor dat de minister op komst is.
Un seul être vous manque et l’univers est dépeuplé. U was vlakbij, maar niet hier, mijnheer de minister.
Translated text
It escaped my attention. Mr. De Padt, I hear that the Minister is coming.
One only being you lack and the universe is depopulated. You were near, but not here, Mr. Minister.
#22
Official text
Essentieel hierbij is dat de regering ook de nodige maatregelen treft voor een vlottere en verregaande samenwerking van de gerechtelijke diensten, de politie, de medische wereld en de verzekeringssector aan de geplande proefprojecten en werking van de dienst voor ongevallenanalyse. Belangrijk hierbij is evenwel dat de onafhankelijkheid van het onderzoek gewaarborgd blijft en dat de achterliggende oorzaken van het ongeval centraal staan. Momenteel zijn onderzoeken die worden ingesteld in opdracht van justitiële instanties of verzekeringsmaatschappijen, in eerste instantie gericht op het vergoeden van de schade van het ongeval en het vaststellen van de wettelijke aansprakelijkheid. Deze onderzoeken voldoen echter niet aan de vraag naar een onafhankelijk technisch onderzoek, waarvan de resultaten iets zeggen over de oorzaken van ongevallen en aanknopingspunten bieden voor de eventuele verbetering van de wetgeving.
Vanzelfsprekend vragen wij ook dat de regering bij de verdere uitvoering van haar verkeersbeleid terdege rekening zal houden met de resultaten en de aanbevelingen van het instituut.
Ten slotte moet de regering ook op Europees vlak een verdere samenwerking aanmoedigen met andere lidstaten en zoveel mogelijk streven naar een gemeenschappelijke methodiek en strategie voor onderzoek naar verkeersongevallen. Dit voorstel voert immers niet alleen een expliciete aanbeveling uit van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid op Belgisch vlak, maar past ook binnen de uitvoering van het Europees actieprogramma inzake verkeersveiligheid, waarmee de Europese Commissie zich engageerde om het aantal verkeersdoden tegen het jaar 2010 te halveren.
Wij zijn ervan overtuigd dat dit voorstel op een zeer groot maatschappelijk draagvlak kan rekenen. Zowel zwakke weggebruikers, verenigingen van automobilisten als de sector van het professionele vrachtvervoer over de weg zijn sinds jaren vragende partij voor een meer fundamentele kennis over de oorzaken van verkeersongevallen.
Translated text
It is essential that the Government also takes the necessary measures for a smoother and wider cooperation of the judicial services, the police, the medical world and the insurance sector on the planned pilot projects and the operation of the accident analysis service. It is important, however, that the independence of the investigation remains guaranteed and that the underlying causes of the accident are central. Currently, investigations initiated on behalf of judicial authorities or insurance companies are primarily aimed at reimbursing the damage caused by the accident and establishing the legal liability. However, these investigations do not meet the demand for an independent technical investigation, the results of which say something about the causes of accidents and provide points of reference for the possible improvement of legislation.
Of course, we also ask that the Government, in the further implementation of its traffic policy, will take due account of the results and recommendations of the Institute.
Finally, the Government should also encourage further cooperation with other Member States at the European level and, as far as possible, strive for a common methodology and strategy for the investigation of road accidents. This proposal not only implements an explicit recommendation from the State-General for Traffic Safety at the Belgian level, but also fits within the implementation of the European Action Programme on Traffic Safety, with which the European Commission committed to halving the number of road deaths by 2010.
We are convinced that this proposal can count on a very large social support. Both weak road users, associations of motorists and the professional road freight sector have been demanding for years for more fundamental knowledge about the causes of road accidents.
#23
Official text
Dit zal de geloofwaardigheid van het verkeersbeleid bij de burger verder ondersteunen.
Vorig jaar gaf de minister van Mobiliteit reeds een eerste aanzet om deskundigen samen te brengen rond het zogenaamde Belgian Accident Research Team, afgekort BART, in de schoot van het BIVV. Wij zijn van mening dat dit project slechts een eerste, bescheiden stap is in de goede richting. Op termijn, collega's, moet ongevallenanalyse vanuit een beleidsondersteunende instelling de hoeksteen van het verkeersbeleid worden. Wij dringen bij de regering dan ook aan op een spoedige uitvoering van deze resolutie.
Translated text
This will further support the credibility of traffic policy among citizens.
Last year, the Minister of Mobility already gave a first initiative to bring together experts around the so-called Belgian Accident Research Team, abbreviated BART, in the belly of the BIVV. We believe that this project is only a first, modest step in the right direction. In the long run, colleagues, accident analysis from a policy-supporting institution should become the cornerstone of traffic policy. We therefore urge the Government to implement this resolution promptly.
#24
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het Vlaams Belang gaat uiteraard volledig akkoord met deze resolutie. Het is reeds lang een eis van onze partij, die wij trouwens ook hebben opgenomen in het programma naar aanleiding van de verkiezingen voor het Vlaams Parlement in 2004.
Wij hebben slechts enkele bedenkingen. Dat deze resolutie wordt goedgekeurd, betekent nog niet dat alles in kannen en kruiken is. Deze resolutie moet natuurlijk nog in de praktijk worden omgezet. Het instituut zal er wel komen. Men is daar trouwens al mee bezig, maar er moet toch bijzondere aandacht worden geschonken aan de medewerking van alle diensten die daarbij betrokken zijn. Ik denk aan het gerecht, de verzekeringssector, de medische wereld, enzovoort. Dat zal de grote uitdaging zijn voor de toekomst.
Ik heb een tweede opmerking, mijnheer de voorzitter. Wij gaan dus principieel akkoord, maar ik stel vast dat, samen met mij, verschillende andere collega's van de andere politieke partijen die hier aanwezig zijn, niet gelukkig zijn met het niveau waarop wij dit gaan organiseren. Dan druk ik mij, wat mijn partij betreft, bijzonder zacht uit. Mobiliteit in het algemeen en verkeersveiligheid in het bijzonder, hoort voor ons thuis op het gewestelijk niveau. Vlaanderen zou daarvoor bevoegd moeten zijn. Ik stel met genoegen vast dat ook collega's van de andere politieke partijen vinden dat het federale niveau niet het juiste niveau is om dat allemaal te organiseren. Daarom vind ik het bijzonder jammer dat de bevoegde minister, minister Landuyt, die zich steeds op de borst klopt dat hij een federalist en regionalist is, er deze legislatuur niet in geslaagd is om de verkeersveiligheid te regionaliseren.
Wat heb ik de afgelopen vier jaar vastgesteld? We gaan nu naar het einde van deze legislatuur. Ik heb vastgesteld dat de Franstaligen wel zaken bekwamen die in het regeerakkoord stonden. Ik denk aan de Francorchamps-wet en de uitvoervergunningen voor wapens. De minimale eis van Vlaanderen inzake verkeersveiligheid bleef echter in de onderste lade liggen.
Dat vind ik jammer, maar niettemin zullen wij met volle overtuiging deze resolutie steunen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, the Flemish Interest of course fully agrees with this resolution. It has long been a demand from our party, which we have also included in the program following the 2004 Flemish Parliament elections.
We have only a few concerns. That this resolution is approved does not mean that everything is in pots and pots. This resolution must, of course, still be put into practice. The institute will come. This is already underway, but special attention should be paid to the cooperation of all the services involved. I think of the court, the insurance industry, the medical world, and so on. That will be the big challenge for the future.
I have a second comment, Mr. Speaker. So we agree in principle, but I note that, together with me, several other colleagues from the other political parties present here are not happy with the level at which we are going to organize this. So I express myself, as far as my party is concerned, ⁇ gently. Mobility in general and road safety in particular, belongs to our home at the regional level. Flanders should be responsible for this. I am pleased to note that colleagues from other political parties also consider that the federal level is not the right level to organize all that. Therefore, I find it ⁇ regrettable that the competent minister, Minister Landuyt, who is constantly knocking on his chest that he is a federalist and regionalist, this legislature has failed to regionalize road safety.
What have I established in the last four years? We are now reaching the end of this legislature. I have determined that the French speakers are competent in the affairs contained in the government agreement. I think of the Francorchamps Act and the export permits for weapons. However, the minimum requirement of Flanders on road safety remained in the bottom box.
I regret this, but nevertheless we will support this resolution with full conviction.
#25
Official text
Avant de donner la parole à Mme De Bue pour son rapport, je tiens à signaler aux chefs de groupe et aux services que nous voterons d'ici environ une demi-heure.
Translated text
Before giving the floor to Mrs De Bue for her report, I would like to point out to the heads of groups and services that we will vote in about half an hour.
#26
Official text
Monsieur le président, chers ministres, chers collègues, la résolution relative aux paradis fiscaux a été précédée d'une discussion et de plusieurs auditions d'experts ainsi que des représentants de la société civile.
Les commissaires ont également entendu l'exposé de M. Jamar, secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude fiscale. Un débat a eu lieu sur une série de thèmes comme le rôle de la Belgique en matière de lutte contre la fraude fiscale et l'équilibre à trouver entre, d'une part, la lutte contre les transactions financières destinées à éluder l'impôt et, d'autre part, la nécessité de la mise en œuvre d'une politique fiscale attractive dans le cadre d'une politique économique globale.
D'autres débats ont notamment porté sur les structures existantes ou à créer pour une politique de lutte efficace, sur les différentes listes qui existent pour définir les paradis fiscaux et enfin sur l'attitude à adopter à l'égard des pays du tiers-monde.
À la suite de cette discussion, une série d'amendements ont été présentés par les groupes MR et VLD, notamment sur les mesures prises ou à prendre par la Belgique, sur la création ou non d'une structure spécifique, sur la nécessaire harmonisation européenne et sur la problématique des pays en développement.
Ces amendements ont abouti à des amendements de compromis votés à l'unanimité.
Deux points ont cependant suscité plus de débats, à savoir la convention préventive de la double imposition et l'échange d'informations. Les amendements ont été approuvés par cinq voix pour et une abstention, dans la mesure où, d'une part, on a limité la non-conclusion de convention préventive de double imposition aux pays considérés comme paradis fiscaux par l'OCDE et, d'autre part, on étend les conventions d'échange d'informations avec les pays dont le régime fiscal est nettement plus favorable qu'en Belgique.
L'ensemble de la résolution, telle qu'amendée, a été approuvé par cinq voix pour et une abstention.
Translated text
The resolution on tax havens was preceded by a discussion and several hearings of experts and representatives of civil society.
The participants also heard the presentation of Mr. Jamar, Secretary of State for the Fight against Tax Fraud. A debate was held on a range of topics such as Belgium’s role in the fight against tax fraud and the balance to be found between, on the one hand, the fight against financial transactions aimed at tax evasion and, on the other hand, the need to implement an attractive tax policy as part of a comprehensive economic policy.
Other discussions focused on existing or to be created structures for an effective fighting policy, on the different lists that exist to define tax havens and finally on the attitude to be adopted towards third-world countries.
Following this discussion, a series of amendments were submitted by the MR and VLD groups, in particular on the measures taken or to be taken by Belgium, on the creation or not of a specific structure, on the necessary European harmonisation and on the problem of developing countries.
These amendments resulted in compromise amendments voted unanimously.
Two points have, however, sparked more debate, namely the Preventive Double Taxation Convention and the exchange of information. The amendments were approved by five votes in favour and one abstention, in so far as, on the one hand, the failure to conclude a preventive agreement on double taxation was limited to countries considered as tax havens by the OECD and, on the other hand, the agreements on exchange of information with countries whose tax regime is significantly more favourable than in Belgium were extended.
The entire resolution, as amended, was approved by five votes for and one abstention.
#27
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-premier, collega's, ik zal zeer kort zijn zodat mijn goede collega, de heer Van der Maelen, uitvoerig op zijn resolutie kan ingaan.
In wezen wordt in deze resolutie aan de federale regering gevraagd dat, ten eerste, België medewerking zou verlenen aan alle internationale en supranationale initiatieven tegen de zogenoemde belastingparadijzen en vooral die praktijken waarbij zwart geld wordt witgewassen of virtuele transacties worden verricht die enkel tot doel hebben de belastbare basis te verminderen.
Ten tweede denk ik dat uit de evolutie blijkt dat we de regering vragen dat ons land zich zou inschakelen in een algemeen Europees beleid ten overstaan van de belastingparadijzen.
Ten derde en niet onbelangrijk, we vragen de regering dat ze de ontwikkelingslanden in het bijzonder zou helpen, bijstand zou verlenen en technische knowhow zou leveren om tot meer good governance te komen. Op dat punt ben ik het met de heer Van der Maelen eens dat de overheid zich zo in het algemeen beter kan verdedigen tegen het leegroven van eigen rijkdom door eigen mensen met medewerking van buitenlandse bedrijven.
De VLD-fractie heeft weinig moeite met deze resolutie. Ik voeg daaraan toe tegenover collega's met twijfels dat de resolutie zich heeft ontwikkeld uit een beperkte, bijna ideologische visie op een gerezen probleem. Daarbij moeten we vaststellen dat we in een geglobaliseerde wereld leven, waarbij vooral door technologie het verkeer van mensen, goederen en kapitalen bliksemsnel kan gebeuren.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Deputy Prime Minister, colleagues, I will be very brief so that my good colleague, Mr. Van der Maelen, can discuss his resolution in detail.
In essence, this resolution calls on the federal government, first, to cooperate with all international and supranational initiatives against the so-called tax havens and in particular those practices of black money laundering or virtual transactions that are carried out with the sole aim of reducing the taxable base.
Second, I think that the evolution shows that we ask the government that our country engage in a general European policy in the face of tax havens.
Third, and not insignificant, we ask the government to help developing countries in particular, provide assistance and provide technical know-how to ⁇ better governance. On that point, I agree with Mr Van der Maelen that the government can generally better defend itself against the looting of own wealth by its own people with the cooperation of foreign companies.
The VLD faction has little trouble with this resolution. I would add to that in the face of colleagues with doubts that the resolution has evolved from a limited, almost ideological view of a problem raised. At the same time, we must recognize that we live in a globalized world, where, especially through technology, the movement of people, goods and capital can take place at a flash speed.
#28
Official text
Wij menen dat we deze omvangrijke inspanning samen in een goede geest hebben geleverd. Wij hebben veel specialisten gehoord. Wij hebben een rapport neergelegd van bijna 200 bladzijden. Uiteindelijk moeten wij dan ook vaststellen dat wij geen voldoende brede aanpak van deze problematiek hebben kunnen realiseren omdat er niet werd uitgegaan van de realiteit. Wij zijn een open economie. Wij moeten voor een groot stuk leven van in- en uitvoer. Wij hebben eigenlijk geen aandacht geschonken aan wat een van de meest fundamentele problemen is, met name het feit dat wij bedrijven en personen ertoe aanzetten om op een legale of minder legale manier belastingen te ontduiken. Maatschappelijk bestaat er in dit land immers het aanvoelen dat onze belastingdruk te hoog is en dat onze belastingsystemen te ingewikkeld zijn.
Mijnheer de voorzitter, dit was voor ons een leerrijke oefening met veel interessante commissievergaderingen. Ik had reeds gewezen op de dubbelzinnigheid vermits dit aanvankelijk een gemeenschappelijke activiteit betrof van Kamer en Senaat. Ik denk dat de meerderheid van onze fractie ongetwijfeld deze resolutie en de vragen die erin aan de regering worden gesteld, kan onderschrijven. Ik zal mij met een of twee collega's onthouden bij de stemming omdat ik van mening ben dat men een dergelijke problematiek niet kan bekijken vanuit een aspect, ook al betreft het terechte aspect van mogelijke fiscale paradijzen of paradijsachtige technieken het zou een andere benaming kunnen zijn.
Ik zal mij persoonlijk onthouden, weliswaar met al mijn dank aan en waardering voor mijn collega-rapporteur en al degenen die deelnamen aan de commissievergaderingen en met wie wij wekenlang in de beste verstandhouding hebben mogen samenwerken.
Translated text
We believe that we have carried out this vast effort together in a good spirit. We have heard many specialists. We have submitted a report of almost 200 pages. In the end, we must therefore conclude that we have not been able to realize a sufficiently broad approach to this problem because it was not based on reality. We are an open economy. We have to live for a large portion of import and export. We did not actually pay attention to what is one of the most fundamental problems, in particular the fact that we encourage companies and individuals to evade taxes in a legal or less legal way. Socially, there is a feeling in this country that our tax burden is too high and that our tax systems are too complicated.
Mr. Speaker, this was for us an educational exercise with many interesting committee meetings. I had already pointed out the ambiguity as this was initially a joint activity of the Chamber and Senate. I think that the majority of our group can undoubtedly endorse this resolution and the questions it poses to the government. I will abstain with one or two colleagues at the vote because I believe that such a problem cannot be viewed from one aspect, even if it is the justified aspect of possible tax havens or paradise-like techniques it could be a different name.
I will speak personally, though with all my thanks and appreciation to my fellow rapporteur and all those who participated in the committee meetings and with whom we have been able to work together in the best of understanding for weeks.
#29
Official text
Monsieur le président, je suis désolée de ne pas avoir entendu le rapport de ma collègue.
Monsieur le président, chers collègues, la résolution que nous allons voter tout à l'heure est dans l'air du temps. Elle concerne les paradis fiscaux qui, pour les uns, éloignent de notre beau pays des Johnny Hallyday qui peuvent viser plus haut ou, au contraire, attirent chez nous les moyennement grandes fortunes qui ne peuvent pas se payer pour autant le bon air suisse.
Ces plaisanteries faciles révèlent une certitude: les gens très fortunés et, plus encore, les grandes multinationales étudient de près les États pour déceler ceux qui offriront les plus grands avantages fiscaux. Les États sont des acteurs fiscaux: ils adoptent un système, une série de règles qui entraîneront ou non une certaine attractivité pour les investisseurs et les capitaux. Un État doit évidemment jouer au mieux son rôle d'acteur fiscal pour assurer le développement de son économie, mais il doit le faire avec l'objectif double de s'inscrire dans un système de redistribution pour maintenir le bien-être chez lui et de coopération, voire de solidarité avec les autres États.
Nous sommes là loin des raisons d'être d'un paradis fiscal qui, au contraire, joue les "freeriders" dans un marché et une économie mondialisée où la technologie a supprimé les barrières, où les grandes entreprises sont présentes dans tous les coins du monde, où la puissance publique donne parfois l'impression, en matière économique, de subir plutôt que d'agir.
Les paradis fiscaux qui facilitent et permettent la fraude et l'évasion fiscale sont plus ou moins bien identifiés aujourd'hui, même si les listes établies par les uns ou par les autres ne se recoupent pas toujours. Face au manque à gagner pour beaucoup d'États, face aux comportements criminels de facilitation de blanchiment d'argent, un mouvement tend à contrer les possibilités de profiter de ces avantages en empêchant certains montages, en signant des accords bilatéraux, multilatéraux, des codes de bonne conduite, et j'en passe.
Aux côtés des paradis fiscaux et judiciaires au sens strict, il existe également des États qui sont "borderline", qui adoptent des régimes fiscaux préférentiels pour attirer chez eux des capitaux et des investissements sur le dos d'autres États.
Ces États qui exacerbent une concurrence déloyale coûtent cher à la collectivité, font perdre des revenus énormes qui devraient être réinvestis dans l'intérêt général, enfoncent certains pays en voie de développement dans une plus grande misère encore. La lutte contre l'évasion et la fraude fiscale, favorisées par ces États, devrait être la raison sociale d'une institution internationale à part entière.
La Belgique, que l'absence d'impôt sur les grandes fortunes, par exemple, rend parfois aguichante aux yeux de ceux qui cherchent à éluder les impôts chez eux, n'est pour autant ni un paradis fiscal ni un État "borderline", comme je les ai appelés. Au contraire, depuis quelques années, elle s'est engagée dans la lutte contre les paradis fiscaux et les pratiques qu'ils favorisent. Mais pas assez, pas de manière proactive; un peu attentiste.
Cette résolution affiche l'ambition d'aiguiller le gouvernement afin qu'il adopte une politique dynamique de lutte contre les paradis fiscaux et la concurrence fiscale déloyale, tant sur le plan international que national.
Translated text
I apologize for not having heard my colleague’s report.
The resolution that we are going to vote for now is in the air of time. It concerns the tax havens that, for some, remove from our beautiful country the Johnny Hallyday who can aim higher or, on the contrary, attract to us the medium-sized fortunes that cannot pay for the good Swiss air.
These easy jokes reveal a certainty: very wealthy people and, moreover, large multinational companies are closely studying states to identify those that will offer the greatest tax advantages. States are tax actors: they adopt a system, a set of rules that will or will not result in some attractiveness for investors and capital. A state must obviously play its best role as a tax actor to ensure the development of its economy, but it must do so with the double goal of joining a redistribution system to maintain well-being at home and cooperation, or even solidarity with other states.
We are here far from the reasons for being a tax paradise that, on the contrary, plays the "freeriders" in a market and globalized economy where technology has removed barriers, where large corporations are present in every corner of the world, where public power sometimes gives the impression, in economic matters, of suffering rather than acting.
The tax havens that facilitate and enable tax evasion and fraud are more or less well identified today, even though the lists made by one or another do not always overlap. In the face of the lack of profit for many states, in the face of criminal conduct of facilitating money laundering, a movement tends to counter the possibilities of enjoying these benefits by preventing certain assemblies, by signing bilateral, multilateral agreements, codes of good conduct, and I pass.
Alongside tax and judicial havens in the strict sense, there are also states that are “borderline”, which adopt preferential tax regimes to attract capital and investments on the back of other states.
These states, which exacerbate unfair competition, cost the community a lot, lose enormous incomes that should be reinvested in the general interest, and plunge some developing countries into even greater misery. The fight against tax evasion and tax evasion, favoured by these states, should be the social reason of a full-fledged international institution.
Belgium, which, for example, the absence of tax on large fortunes, sometimes makes it awkward in the eyes of those seeking to evade taxes at home, is, however, neither a tax paradise nor a “borderline” state, as I have called them. Instead, for several years, it has been engaged in the fight against tax havens and the practices they promote. But not enough, not proactively; a bit attentive.
The resolution demonstrates the ambition to push the government to adopt a dynamic policy to combat tax havens and unfair tax competition, both internationally and nationally.
#30
Official text
Cette résolution n'est pas une suite de vœux pieux ou utopiques. Son adoption, cet après-midi, ne transformera évidemment pas ces États à la fiscalité de voyous en États coopératifs qui luttent contre le dumping social, mais elle permettra de mieux contrer toute une série de pratiques.
Je n'expliquerai pas ici la résolution. D'ailleurs, mon collègue Dirk Van der Maelen le fera, sans doute, de façon beaucoup plus brillante que je ne pourrais le faire. Je me contenterai de pointer deux éléments très importants à mes yeux.
À court terme – selon moi, c'est la grande avancée que nous obtiendrons aujourd'hui –, le gouvernement devra mettre sur pied une cellule spéciale, au sein de l'administration, qui sera exclusivement consacrée à la lutte contre la fraude et l'évasion fiscale via les paradis fiscaux. La mise sur pied de cette cellule est tirée de l'OAG irlandais.
Quelles doivent être ses missions? Repérer et inventorier les montages permettant la fraude et l'évasion fiscale, élaborer des mesures efficaces pour contrer cette évasion fiscale et mettre sur pied des systèmes permettant d'identifier les personnes qui utilisent les paradis fiscaux à des fins de fraude ou d'évasion fiscale.
J'insiste sur le fait que la création de cette cellule exclusivement destinée à la lutte contre la fraude et l'évasion fiscale via les paradis fiscaux n'est pas une énième structure bureaucratique, mais bien un véritable instrument de lutte qui a déjà fait ses preuves. Le financement de la réalisation d'études pointues sur cette pratique est très important; mieux on connaît la situation, mieux on peut mener la lutte.
Je terminerai en rappelant un autre point important de la résolution, à savoir l'adoption par notre pays des règles FIF, des règles CFC et des règles en matière de rapportage en ce qui concerne les transactions des entreprises établies dans les paradis fiscaux.
Même si je déplore qu'il nous faille attendre que la moitié des États membres de l'Union européenne ait fait de même avant que cela ne devienne une réalité, je tiens à souligner que nous nous inscrivons dans une démarche volontariste et que nous rejoindrons rapidement des États un peu moins frileux que nous.
Translated text
This resolution is not a sequence of pious or utopian wishes. Its adoption, this afternoon, will obviously not turn these state-taxed robbers into cooperative states that fight against social dumping, but it will better counter a whole series of practices.
I will not explain the resolution here. By the way, my colleague Dirk Van der Maelen will probably do it in a much brighter way than I could do. I will only point out two very important points in my view.
In the short term – I think this is the great advance we will get today – the government will have to set up a special cell within the administration, which will be exclusively devoted to the fight against fraud and tax evasion through tax havens. The establishment of this cell is derived from the Irish OAG.
What should be its tasks? Identify and inventory the assemblies allowing fraud and tax evasion, develop effective measures to counter this tax evasion and set up systems to identify people who use tax havens for the purpose of fraud or tax evasion.
I insist on the fact that the creation of this cell exclusively intended for the fight against fraud and tax evasion through tax havens is not another bureaucratic structure, but rather a real instrument of struggle that has already proved itself. The financing of the conduct of advanced studies on this practice is very important; the better one knows the situation, the better one can lead the struggle.
I will conclude by recalling another important point of the resolution, namely the adoption by our country of FIF rules, CFC rules and reporting rules with regard to transactions of companies established in tax havens.
Even though I regret that we have to wait until half of the Member States of the European Union have done the same before this becomes a reality, I would like to emphasize that we are joining a voluntary approach and that we will quickly join states somewhat less frileous than us.
#31
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, met deze resolutie hebben wij in de commissie Globalisering gepoogd om de achterstand die België heeft in het ontwikkelen van een beleid ten aanzien van fiscale paradijzen weg te werken.
In de westerse ontwikkelde landen groeit de bezorgdheid met betrekking tot de impact van fiscale paradijzen, niet alleen op de staatskas, maar ook op de economie van die landen. In de Verenigde Staten heeft de Senaat vorige zomer een rapport gepubliceerd met een berekening van wat de Amerikaanse staatskas aan fiscale inkomsten misloopt ten gevolge van het gebruik van fiscale paradijzen door Amerikaanse ondernemingen. Collega’s, dat bedrag is indrukwekkend. In het Senaatsrapport is er sprake van een verlies aan inkomsten van 70 miljard dollar. Dat is een immens bedrag. Het is evenveel als alle ontwikkelingshulp die in het jaar 2004 door het hele rijke Noorden gegeven werd aan ontwikkelingslanden.
Het Tax Justice Network schat, op basis van gegevens van de Bank for International Settlements en McKinsey, dat meer dan 11.500 miljard dollar aan vermogen offshore onderdak heeft gevonden. Dat is ongeveer een derde van het bruto mondiaal product. Ik zou ook cijfers kunnen geven over studies voor Frankrijk en Duitsland. Ik zal dat niet doen. Sta mij toe alleen vast te stellen dat, wat België betreft, wij geen cijfers hebben. Er zijn wel een aantal aanwijzingen. Waarom zou België zich trouwens onderscheiden van andere landen? Ik meen dat dit land een sterke cultuur heeft, wat fiscale ontduiking betreft. In België zal het dus wel even erg zijn als in andere landen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Secretary of State, colleagues, with this resolution, we in the Committee on Globalization attempted to remove the backwardness that Belgium has in developing a policy regarding tax havens.
In Western developed countries, concerns about the impact of tax havens are growing, not only on the state treasury, but also on the economies of those countries. In the United States last summer, the Senate published a report calculating what the U.S. Treasury is missing in tax revenues as a result of the use of tax havens by U.S. companies. That amount is impressive. In the Senate report, there is a loss of income of $70 billion. That is an immense amount. It is equal to all the development aid given to developing countries in 2004 by the entire wealthy North.
The Tax Justice Network estimates, based on data from the Bank for International Settlements and McKinsey, that more than $11.500 billion of assets have found offshore shelter. That is about a third of the global GDP. I could also give figures on studies for France and Germany. I will not do that. Let me only state that, as far as Belgium is concerned, we have no figures. There are some indications. Why would Belgium be different from other countries? I think this country has a strong culture in terms of tax evasion. In Belgium it will be as bad as in other countries.
#32
Official text
Er zijn een aantal aanwijzingen die dat volgens mij ondersteunen. Zo goed als alle in België actieve banken zijn aanwezig in verschillende belastingparadijzen om daar hun – Belgische? – klanten een waaier aan mogelijkheden te kunnen aanbieden. Dexia zit in Jersey. Fortis MeesPierson zit in Guernsey, het eiland Man en de Nederlandse Antillen. ING Private Banking zit in Curaçao, in Monaco en in Singapore. KBC zit in Monaco en Luxemburg. ABN AMRO Private Banking zit in Jersey, Gibraltar, Monaco en Curaçao. Van Lanschot Bankiers zit in Curaçao en Jersey. Wij kennen banken als private instellingen die maar iets doen als het opbrengt, als de kostprijs lager is dan de opbrengst die ze hebben. Zij moeten een rendement hebben. Als die banken daar zijn en daar blijven, heeft dat een betekenis.
Nog een andere illustratie is de volgende. Sinds november 2005 vliegt de Vlaamse Luchtvaartmaatschappij vanuit Antwerpen op het eiland Man. Reeds twee jaar. Ook een luchtvaartmaatschappij houdt een verlieslatende luchtlijn niet in stand als er geen voldoende grote bezetting is. Nochtans, op het eiland Man is er niet zo veel te zien. Er wonen 46.000 mensen. Maar het is wel juist dat er daar bankrekeningen zijn voor in totaal 46 miljard euro aan spaargeld en er zijn ook meer dan – luister goed! – 30.000 geregistreerde ondernemingen.
Voor degenen die er nog niet van overtuigd zijn dat er ook in België op dat vlak iets aan het schuiven is, kan ik het volgende zeggen. In het derde kwartaal van 2005 bedroegen de toegekende kredieten door Belgische banken aan ondernemingen in Jersey – houdt u vast! – 22,2 miljard euro. Dat is meer dan de kredieten aan ondernemingen in enig ander land.
Translated text
There are a number of indications that I think support this. Almost all banks operating in Belgium are present in different tax havens to have their – Belgian? Customers can offer a range of possibilities. Dexia is located in Jersey. Fortis MeesPierson is located in Guernsey, the island of Man and the Dutch Antilles. ING Private Banking is headquartered in Curaçao, Monaco and Singapore. KBC is headquartered in Monaco and Luxembourg. ABN AMRO Private Banking is located in Jersey, Gibraltar, Monaco and Curaçao. Van Lanschot Bankiers is located in Curaçao and Jersey. We know banks as private institutions that only do something when it yields, when the cost price is lower than the return they have. They must have a return. If those banks are there and stay there, that has a meaning.
Another illustration is the following. Since November 2005, the Flemish Airline has been flying from Antwerp to the island of Man. already two years. Even an airline does not maintain a losing airline if there is no sufficiently large occupation. However, on the island of Man there is not so much to see. There live 46,000 people. But it is true that there are bank accounts for a total of €46 billion in savings and there are also more than – listen carefully! 30,000 registered companies.
For those who are not yet convinced that there is something going on in this area in Belgium, I can say the following. In the third quarter of 2005, the loans granted by Belgian banks amounted to companies in Jersey – hold on! – 22.2 billion euros That’s more than loans to companies in any other country.
#33
Official text
Tot slot nog een aanwijzing. Alle grote audit- en consultantbureaus en financiële ondernemingen hebben zetels in belastingsparadijzen. Accenture en PWC Consulting hebben zelfs hun hoofdzetel in Bermuda. Ook Deloitte&Touch en KPMG hebben daar een afdeling om hun klanten ter wille te zijn. Tien dagen geleden werd onthuld welke rol KPMG in het Sabena-dossier heeft gespeeld.
Collega’s, de conclusie is duidelijk. Wereldwijd treedt men in actie. Verschillende landen alleen, maar ook in samenwerking met internationale organisaties, buigen zich over problemen van fiscaal gebruik en misbruik dat van belastingparadijzen wordt gemaakt. Zij zijn bezig met het ontwikkelen van een beleid.
Ik stel met genoegen vast dat wij in deze Kamer een meerderheid voor een begin van beleid hebben gevonden. Ik denk dat wij hier inderdaad aan een begin van een beleid staan. Wij zullen er na de verkiezingen werk van maken, maar ik hoop dat wij voor de verkiezingen al een aantal stappen kunnen zetten.
Waarover hebben wij in de commissie, en ik hoop straks ook in de plenaire vergadering, overeenstemming bereikt? Ik ga slecht vier of vijf punten opsommen.
Ten eerste, het bestellen van een studie. Dat werd hoog tijd. Daarover bestaan cijfers in de Verenigde Staten en in Frankrijk. Daar heeft men een beter inzicht in de manier waarop actoren van fiscale paradijzen gebruikmaken. Ik denk dat België dit ook moet weten. In de resolutie wordt gevraagd dat een dergelijke studie wordt besteld. Ik zou aan de staatssecretaris willen vragen om zo snel mogelijk de Hoge Raad voor de Financiën aan te spreken om te onderzoeken op welke manier de studie voor België kan worden uitgevoerd. Ik zou heel graag hebben dat wij die studie niet aan één persoon, organisatie of instelling toevertrouwen, want dan zouden wij weleens bij de duivel te biechten kunnen gaan. De knowhow ter zake zit bij consulting, bij auditbureaus en bij andere organisaties. Ik denk dat wij de studie best spreiden over zoveel mogelijk instanties zodat wij over een interne checks and balances kunnen beschikken en wij alles te weten kunnen komen.
Ten tweede, de resolutie beveelt aan om, zodra de helft van de andere EU-lidstaten de stap heeft gezet, ook België de stap zet om de aanbevelingen van de OESO betreffende nationale maatregelen uit te voeren. Het gaat hier om CFC- en FIF-maatregelen. Het nemen van die stap zou belangrijk zijn omdat het ons toelaat om door de schermen en de constructies van fiscale paradijzen heen te kijken. Zodra de helft van de EU-lidstaten die stap heeft gezet, beveelt de Kamer aan de regering aan om ook die stap te zetten.
Translated text
Finally, another indication. All major audit and consultancy firms and financial companies have seats in tax havens. Accenture and PWC Consulting even have their headquarters in Bermuda. Also Deloitte&Touch and KPMG have a division there to serve their customers. Ten days ago, the role played by KPMG in the Sabena file was revealed.
The conclusion is clear. Actions are being taken worldwide. Several countries alone, but also in collaboration with international organizations, are dealing with problems of tax use and abuse made of tax havens. They are developing a policy.
I am pleased to note that we have found a majority in this Chamber for the start of policy. I think we are at the beginning of a policy. We will work on it after the elections, but I hope we can take some steps before the elections.
What have we reached agreement on in the committee, and I hope later also in the plenary session? I will list four or five points.
First, ordering a study. It was high time. There are figures in the United States and in France. There is a better understanding of how actors use tax havens. I think Belgium should know this too. The resolution calls for such a study to be ordered. I would like to ask the Secretary of State to address the High Council for Finance as soon as possible to examine how the study for Belgium can be carried out. I would very much like that we do not entrust that study to a single person, organization or institution, for then we might one day go to confess to the devil. The relevant know-how is available in consulting, audit firms and other organizations. I think it is best to spread the study across as many bodies as possible so that we can have an internal checks and balances and we can find out everything.
Second, the resolution recommends that, once half of the other EU Member States have taken the step, Belgium also take the step to implement the OECD recommendations on national measures. These are CFC and FIF measures. Taking that step would be important because it allows us to look through the scenes and structures of tax havens. Once half of the EU member states have taken that step, the House recommends the government to take that step too.
#34
Official text
Een derde belangrijk voorstel in de resolutie is om naar het voorbeeld van Ierland een gespecialiseerde eenheid in de administratie op te richten die belast wordt met de bestrijding van belastingontwijking en belastingontduiking via belastingparadijzen. De opdracht van die cel zou, ten eerste, zijn de constructies in kaart te brengen. Het is nu al zo dat her en der in het ministerie van Financiën, bij andere instanties zoals de witwascel of bij het CDGEFID, informatie beschikbaar is in verschillende dossiers over de betrokkenheid van Belgen bij constructies via fiscale paradijzen. In Ierland heeft men beslist – en het voorstel in de resolutie gaat in dezelfde richting – om al die informatie en kennis samen te brengen en te laten analyseren door deskundigen en specialisten, zodanig dat men bepaalde patronen kan ontdekken in die constructies via fiscale paradijzen, al was het bijvoorbeeld maar de betrokkenheid van steeds dezelfde consultingmaatschappij bij een bepaalde vorm van constructie via fiscale paradijzen. Alleen al weten wie zich in België bezighoudt met het “verkopen” of het aansmeren van dat soort constructies, is al waardevolle informatie die speurders toelaat om te beginnen te zoeken waar wij in België een spoor zien.
De tweede opdracht van de cel of eenheid is de ontwikkeling van een beleid, een tegenbeleid. In verschillende landen, onder andere in de Verenigde Staten en in Duitland, is men daarmee bezig. Het is niet nodig dat die eenheid opnieuw het warm water uitvindt. Het volstaat contacten te leggen met de collega’s in andere landen om te zien welk soort beleid zij ontwikkelen en dat over te planten naar België. In Ierland heeft men bijvoorbeeld technieken ontwikkeld om door de schermen heen te kijken en te gaan naar de identiteit van de eigenlijke natuurlijke persoon die aan de touwtjes trekt van de schimmige constructies die soms bestaan om die persoon af te schermen.
De voorlaatste aanbeveling betreft het volgende. In de resolutie wordt aanbevolen om geen dubbelebelastingverdragen meer te sluiten met fiscale paradijzen, maar om integendeel het sluiten van informatie-uitwisselingverdragen met belastingparadijzen te versnellen.
Translated text
A third key proposal in the resolution is to set up a specialised administrative unit, following the example of Ireland, to combat tax evasion and tax evasion through tax havens. The task of that cell would, first of all, be to map the constructions. It is already the case that here and there in the Ministry of Finance, at other bodies such as the money laundering cell or at the CDGEFID, information is available in various files about the involvement of Belgians in constructions through tax havens. In Ireland, it has been decided – and the proposal in the resolution goes in the same direction – to bring together all that information and knowledge and to have it analyzed by experts and specialists, such that one can discover certain patterns in those constructions through tax havens, even if for example it was only the involvement of always the same consulting company in a certain form of construction through tax havens. Only knowing who in Belgium is engaged in “selling” or forging that kind of structures, is already valuable information that allows detectives to start searching where we in Belgium see a trace.
The second task of the cell or unit is the development of a policy, a counter-policy. In several countries, including the United States and Germany, this is being done. It is not necessary for that unit to re-invent the hot water. It is sufficient to establish contacts with colleagues in other countries to see what kind of policy they are developing and to transfer it to Belgium. In Ireland, for example, techniques have been developed to look through the screens and go to the identity of the actual natural person who draws to the ropes of the moldy constructions that sometimes exist to screen that person.
The last recommendation concerns the following. The resolution recommends no longer concluding double tax treaties with tax havens, but rather accelerating the conclusion of information exchange treaties with tax havens.
#35
Official text
Als gevolg van een OESO-beleid zijn verschillende van deze belastingparadijzen onder druk gezet om onder bepaalde voorwaarden op vraag van lidstaten informatie door te spelen. Daarvoor heeft men echter een informatie-uitwisselingsverdrag als basis nodig. Verschillende Europese landen zijn daarmee volop bezig. In onze resolutie bevelen wij aan dat ons land dit ook zou doen.
Ten slotte zijn er ook een reeks aanbevelingen met betrekking tot ontwikkelingslanden. Wij zaten in de commissie Globalisering. Wij hebben daarvoor vanzelfsprekend ook oog. Een van de belangrijkste maatregelen die wij aanbevelen in de resolutie is dat België het op zich zou nemen om die landen te helpen bij het terughalen van grote bedragen die bijvoorbeeld door dictators zoals Mobutu geplaatst zijn geweest in fiscale paradijzen en ook in andere landen.
Collega's, tot hier een eerste aanbeveling. Dit is een begin van beleid. Ik heb aan de minister gevraagd om de Hoge Raad voor Financiën ter zake aan te spreken.
Mijnheer de staatssecretaris, ik zou u willen vragen om zo snel mogelijk werk te maken van het installeren van de speciale eenheid in het ministerie van Financiën zodat wij, in afwachting van verdere discussies bijvoorbeeld in het komende regeerakkoord, bij de volgende regeringsvorming en ook in de volgende legislatuur, zo snel mogelijk zouden kunnen beschikken over de studie en zodat wij een eenheid in werking zien die voor ons mee gaat analyseren wat er allemaal gebeurt. Dat zal ons als beleidsmaker de kans geven, met de informatie die wij daarvan zullen krijgen, om de nodige passende en dringende maatregelen te nemen.
Translated text
As a result of an OECD policy, several of these tax havens have been pressured to transmit information on request from Member States under certain conditions. This requires an information exchange agreement as a basis. Several European countries are working hard on this. In our resolution, we recommend that our country do the same.
Finally, there are also a series of recommendations relating to developing countries. I was in the Committee on Globalization. Of course, we also have an eye for this. One of the key measures that we recommend in the resolution is that Belgium would take the task of helping those countries recover large amounts that have been placed, for example, by dictators such as Mobutu in tax havens and also in other countries.
So far, I have a first recommendation. This is the beginning of policy. I have asked the Minister to address the High Council for Finance on the matter.
Mr. Secretary of State, I would like to ask you to work as soon as possible on the installation of the special unit in the Ministry of Finance so that, in anticipation of further discussions, for example, in the coming government agreement, in the next government formation and also in the next legislature, we could have the study as soon as possible and so that we see a unit in operation that will go with us to analyze what all is happening. This will give us, as policymakers, the opportunity, with the information we will get from it, to take the necessary appropriate and urgent measures.
#36
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik heb met heel veel aandacht geluisterd naar collega Van der Maelen.
Eerst en vooral, de leden van de commissie voor de Financiën uit mijn fractie betreuren toch dat de discussie over hoofdzakelijk een aantal fiscale en financiële zaken enkel in de commissie voor de Globalisering werd gevoerd en niet in de commissie voor de Financiën. Het zou een meerwaarde hebben betekend als we ook in de commissie voor de Financiën over deze problematiek hadden kunnen discussiëren. Op het gevaar af verweten te worden dat onze fractie de strijd tegen belastingfraude en belastingparadijzen niet wil aangaan, wat helemaal niet waar is, willen wij toch waarschuwen voor een situatie waarbij we een aantal regels opleggen aan multinationals of buitenlandse bedrijven waardoor die ons land minder aantrekkelijk zouden vinden.
Collega's, voor alle duidelijkheid: de strijd tegen de sociale en die tegen de fiscale fraude gaan voor ons hand in hand. De heer Van der Maelen weet dat. Onder andere collega Daems heeft daar al enkele keren op gealludeerd en er zijn hand voor uitgestoken. We vragen evenwel dat dit efficiënt zou gebeuren en wij niet in een situatie zouden komen waarbij het medicijn slechter zou zijn dan de ziekte. Wij stellen vast dat volgens de heer Van der Maelen een aantal regels zou moeten worden ingevoerd in buitenlands aangehouden dochtervennootschappen als trusts of investeringsfondsen. Op een bepaald moment zijn er zoveel transparantievereisten voor deze dochtervennootschappen dat overdrachten vanuit een Belgische vennootschap naar het buitenland door de Belgische fiscus niet meer zouden worden aanvaard. Als je in een situatie komt waarbij die buitenlandse firma's het land zouden verlaten, zal dit volgens ons ten koste gaan van vele jobs. Bovendien zouden dan heel wat fiscale meerinkomsten wegvallen voor de Belgische overheid. Als men maatregelen neemt, moet men ervoor zorgen niet alle ondernemingen te viseren, dus ook de goede leerlingen van de klas. Dat is onze bekommernis.
Deze regering voert al een hele tijd een succesvol beleid – neem het voorbeeld van de coördinatiecentra of de notionele intresten – om hoofdzetels van multinationale ondernemingen aan te trekken en hier te houden.
Translated text
Mr. Speaker, I have listened very carefully to Mr. Van der Maelen.
First and foremost, the members of the Committee on Finance from my group regret, however, that the discussion on mainly a number of fiscal and financial matters was held only in the Committee on Globalization and not in the Committee on Finance. It would have added value if we could have discussed this issue in the Finance Committee as well. At the risk of being accused that our group is unwilling to engage in the fight against tax fraud and tax havens, which is not true at all, we would like to warn of a situation where we impose a number of rules on multinational or foreign companies which would make them find our country less attractive.
The struggle against the social and the struggle against tax fraud go hand in hand for us. Mr. Van der Maelen knows that. Among other things, colleague Daems has already alluded to this several times and has extended his hand for it. However, we ask that this should be done efficiently and we would not come into a situation where the medicine would be worse than the disease. We note that, according to Mr. Van der Maelen, a number of rules should be introduced in foreign-holded subsidiaries such as trusts or investment funds. At some point, there are so many transparency requirements for these subsidiaries that transfers from a Belgian company abroad would no longer be accepted by the Belgian tax authority. If you get into a situation where those foreign firms would leave the country, we believe that this will be at the expense of many jobs. In addition, a lot of additional tax revenues would be lost for the Belgian government. If one takes measures, one must make sure not to target all companies, thus also the good students of the class. That is our concern.
This government has been pursuing a successful policy for a long time – take the example of the coordination centers or the notional interest – to attract and keep headquarters of multinational corporations here.
#37
Official text
Rond deze dienstenindustrie zijn ook een heleboel zaken ontstaan zoals banken en verzekeringen. De heer Van der Maelen zegt dat als banken ergens blijven, dit betekent dat ze winst kunnen maken. Dat lijkt mij nogal logisch.
Ik heb wat problemen met de karikaturale voorstelling van zaken, alsof een bank geen winst mag maken. Mijnheer Van der Maelen, ik ontken niet dat u in een aantal zaken gelijk hebt. Ik heb van bij de aanvang gezegd dat wij die strijd wel willen voeren. Men hangt hier echter nogal vaak een beeld op van een sector die op een ongeoorloofde manier winst maakt.
We hebben onlangs een studie gehad waaruit het volgende bleek. Mocht de Belgische banksector de voorbije twintig jaar op dezelfde manier hebben kunnen groeien als de rest van de ondernemingen in ons land, had deze sector veel meer jobs gehad. Er zijn dus duizenden, zoniet tienduizenden jobs verloren gegaan in de banksector omat die sector de voorbije twintig jaar onvoldoende is gegroeid en onvoldoende rendement heeft kunnen halen.
Dat is de realiteit. Betekent dit dat de banken geen winst maken? Neen, maar voor ons is winst maken op zich geen verderfelijke zaak. Daarin verschillen wij nogal vaak van mening met uw partij, mijnheer Van der Maelen. Winst maken op zich is voor ons niet verderfelijk.
Daarom zal een aantal collega's uit mijn fractie zich onthouden. Ik benadruk dat wij niet zullen tegenstemmen, maar dat we ons zullen onthouden. Wij vinden immers dat in die resolutie een aantal elementen staat waarvan wij menen dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Wij betreuren ook dat deze discussie niet werd gevoerd in een gespecialiseerde commissie zoals de commissie voor de Financiën.
Translated text
A lot of business has also emerged around this service industry such as banks and insurance. Mr. Van der Maelen says that if banks stay somewhere, this means they can make profits. That seems quite logical to me.
I have some problems with the caricatural representation of things, as if a bank should not make a profit. Mr. Van der Maelen, I do not deny that you are right in some matters. I said from the beginning that we want to fight this fight. However, there is quite often an image of a sector that makes profits in an unauthorized way.
We recently had a study that showed the following. If the Belgian banking sector could have grown in the last twenty years in the same way as the rest of the companies in our country, this sector would have had much more jobs. Thus, thousands, or tens of thousands of jobs have been lost in the banking sector because that sector has not grown sufficiently in the last twenty years and has not been able to generate sufficient returns.
That is the reality. Does this mean that the banks do not make a profit? No, but for us, making profit is not a pernicious thing in itself. In this regard, we often differ in opinion with your party, Mr. Van der Maelen. Making profit in itself is not corrupt for us.
Therefore, a number of colleagues from my group will abstain. We will not vote against, but we will abstain. After all, we find that that resolution contains a number of elements that we believe the child is thrown away with the bath water. We also regret that this discussion was not conducted in a specialized committee such as the Committee on Finance.
#38
Official text
Monsieur le président, je voudrais apporter l'un ou l'autre élément, sans être trop long car il y a eu le rapport et les interventions des différents collègues.
Je voudrais d'abord souligner le fait que cette résolution est le résultat du travail mené lors de plusieurs réunions et que, finalement, elle rapproche les points de vue. Le texte initial, dans ses motivations et dans ses considérants nous paraissait, M. Van der Maelen le sait, parfois un peu rude, parfois un peu caricatural, parfois un peu inutilement "provocateur", même si je comprends la philosophie sous-jacente à ce qui est demandé aujourd'hui. Dans les demandes qui ont été faites, il y avait beaucoup de choses très intéressantes et très importantes; il y avait des choses qui ne servaient à rien, dans la mesure où si elles étaient agréables à entendre, elles étaient inopérantes sur le terrain, de sorte qu'au bout d'une ou deux réunions, que je qualifierais de constructives, le cabinet et les auteurs de la proposition ont collaboré pour aboutir à un texte, qui a tout le mérite d'exister.
J'entends, d'une part, le point de vue développé par Mme Lalieux et par M. Van der Maelen et, d'autre part, j'entends le point de vue développé par M. Tommelein aujourd'hui et par M. Cortois en commission. Je pense que ces deux points de vue ne sont pas antinomiques. Nous sommes quasiment en fin de législature et il appartiendra au prochain gouvernement, quel qu'il soit, de faire de ces recommandations ce qu'il veut.
Je ne prendrai qu'un simple exemple devant cette assemblée.
On retrouve chez nous l'ISI (l'Inspection spéciale des impôts), le CAF (le Comité anti-fraude), la CTIF (la Cellule de traitement des informations financières), notamment dans le cadre du blanchiment – on en a beaucoup parlé dans le cadre de la DLU –, l'OCDEFO (l'Organe de police économique) qui travaille de la même manière que les autres, la "Transfer Pricing", qui travaille sur les prix de transfert pour contrer les entreprises qui visent à jouer de manière anormale et illégale sur les prix différents entre sociétés sœurs d'un même multinationale et ainsi profiter du système de la mondialisation. En considérant ces cinq organes, sans citer l'AFER ou sans citer d'autres sous-groupes de la grande maison fiscale, il est peut-être judicieux de se rendre compte, à l'instar de l'Irlande, qu'avec davantage de coordination et de collaboration – même si on le fait déjà très bien –, il serait plus efficace de ne créer qu'une seule unité globalisée, en tenant compte de ce qui existe, pour être davantage opérationnel.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to bring one or the other element, without being too long because there was the report and the interventions of the various colleagues.
I would like to highlight the fact that this resolution is the result of the work carried out at several meetings and that, ultimately, it brings together the points of view. The original text, in its motivations and in its considerations, seemed to us, Mr. Van der Maelen knows it, sometimes somewhat rude, sometimes somewhat caricatural, sometimes somewhat unnecessarily "provocator", even though I understand the philosophy underlying what is asked today. In the requests that were made, there were many very interesting and very important things; there were things that were of no use, to the extent that if they were pleasant to hear, they were inoperable on the ground, so that after one or two meetings, which I would call constructive, the cabinet and the authors of the proposal collaborated to result in a text, which has all the merit of existing.
I agree, on the one hand, with the point of view developed by Ms. Lalieux and Mr. Van der Maelen and, on the other hand, I hear the point of view developed by Mr. Tommelin today and by mr. Cortois in committee. I think these two points of view are not antinomial. We are almost at the end of the legislature and it will be up to the next government, whatever it is, to make these recommendations what it wants.
I will only take a simple example in this assembly.
We find here the ISI (Special Inspection of Taxes), the CAF (The Anti-Fraud Committee), the CTIF (The Financial Information Processing Cell), especially in the context of laundering – we have talked a lot about it in the framework of the DLU –, the OCDEFO (The Economic Police Body) that works in the same way as the others, the “Transfer Pricing”, which works on transfer prices to counter companies that aim to play abnormally and illegally on different prices between sister companies of the same multinational and thus take advantage of the system of globalization. Considering these five bodies, without citing the AFER or without citing other subgroups of the big tax house, it may be wise to realize, like Ireland, that with more coordination and collaboration – even if it is already done very well – it would be more effective to create only one globalised unit, taking into account what exists, to be more operational.
#39
Official text
La grande difficulté réside dans la définition du paradis fiscal. Au GAFI (le Groupe d'action financière international), on vous parle d'une chose: des pays coopérants et de ceux qui ne le sont pas. Il ne reste que cinq ou six pays à faire de la résistance – des îles pour la plupart et inconnues du plus grand nombre, comme les îles Caïman, d'autres îles dans le Pacifique mais aussi le Nigeria ou l'Ukraine. À part cela, tous les autres sont considérés comme des pays coopérants au niveau fiscal.
L'OCDE considère que 38 pays appliquent un régime fiscal beaucoup trop avantageux par rapport aux autres et la Belgique considère qu'il y en a 51. Vous voyez toute la difficulté pour la Belgique d'adopter une attitude objective par rapport à tel pays qui se propose d'investir chez nous ou à tel autre qui n'est pas considéré comme dangereux par l'OCDE et encore moins par le GAFI qui lutte surtout contre le terrorisme, le blanchiment et de grandes opérations et qui a donc tendance à rassembler les pays de bonne volonté à cet égard.
Je terminerai en signalant qu'en juin 2005, alors que j'étais à Singapour, la Belgique a été le premier et jusqu'à présent le seul pays à répondre aux 40 recommandations de lutte anti-blanchiment et anti-terrorisme. Notre bulletin portait la mention "très bien", les deux seules remarques formulées à notre encontre portaient sur la lutte contre les passeurs de fonds – des dispositions sont prises, le Parlement est saisi et au mois de juin, on ne pourra plus quitter la Belgique avec plus de 10.000 euros à moins d'en faire la déclaration – et sur le gel des avoirs des personnes suspectées d'activités illégales.
La Belgique a pris ses dispositions, soit par voie légale soit par voie réglementaire. Tout sera bouclé pour la fin de la législature. J'invite les parlementaires à lire les demandes au gouvernement: il est alors difficile de ne pas être d'accord avec la philosophie sous-jacente de lutte contre la fraude fiscale.
Translated text
The main problem is the definition of tax havens. At the GAFI (International Financial Action Group), you are talking about one thing: cooperating countries and those who are not. There are only five or six countries left to resist – islands mostly and unknown to most, such as the Caiman Islands, other islands in the Pacific, but also Nigeria or Ukraine. In addition, all other countries are considered to be cooperating countries on the fiscal level.
The OECD considers that 38 countries apply a tax regime that is far too advantageous compared to others, and Belgium considers that there are 51. You see all the difficulty for Belgium to adopt an objective attitude towards such a country that proposes to invest in us or any other that is not considered dangerous by the OECD and even less by the FATF which fights primarily against terrorism, laundering and large-scale operations and which therefore tends to bring together goodwill countries in this regard.
In June 2005, when I was in Singapore, Belgium was the first and so far the only country to meet the 40 recommendations on anti-laundering and anti-terrorism. Our bulletin had the mention "very well", the only two comments made against us were on the fight against money smugglers - arrangements are made, the Parliament is seized and in June, we will no longer be able to leave Belgium with more than 10,000 euros unless the declaration is made - and on the freezing of assets of persons suspected of illegal activities.
Belgium has taken its provisions, either by legal or regulatory means. It will be completed by the end of the legislature. I invite parliamentarians to read the requests to the government: then it is difficult to disagree with the underlying philosophy of fighting tax fraud.
#40
Official text
Pour terminer, à voir les chiffres de la Commission européenne et le rapport McKinsey, la Belgique se situe malheureusement au troisième rang de la fraude fiscale, après l'Italie et la Grèce. D'après la Commission européenne, 10 à 15% du PIB constitue de la fraude; le rapport McKinsey signale même 22%. Si le produit fiscal de cette économie souterraine pouvait refaire surface, beaucoup de sujets dont nous parlons fréquemment, comme le vieillissement ou la santé, trouveraient bien plus aisément des solutions.
Il est donc de notre devoir de trouver ce bon compromis. Pour moi, cette résolution constitue un bon compromis et je vous invite à y faire droit. Ce travail a été réalisé en collaboration entre votre proposition et notre cellule stratégique. J'en ai fait rapport au gouvernement.
Je sais que certains termes peuvent parfois heurter. J'ai fait abstraction des considérants et des motivations pour m'arrêter au caractère pragmatique et à ce que demandait cette motion. Il appartiendra, d'abord à moi-même puis au prochain gouvernement, d'en tenir compte au maximum.
Translated text
Finally, according to figures from the European Commission and the McKinsey report, Belgium is unfortunately ranked third in tax fraud, after Italy and Greece. According to the European Commission, 10 to 15 percent of GDP is fraud; the McKinsey report even reports 22 percent. If the tax product of this underground economy could reappear, many of the topics we often talk about, such as ageing or health, would find solutions much easier.
Therefore, it is our duty to find this right compromise. For me, this resolution constitutes a good compromise and I invite you to make it right. This work was carried out in collaboration between your proposal and our strategic cell. I have ⁇ this to the government.
I know that certain terms can sometimes strike. I abstained from the considerations and motivations to stop at the pragmatic character and what this motion demanded. It will be up to me first and then the next government to take this into account as much as possible.
#41
Official text
Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.
Translated text
I am referring to my written report.
#42
Official text
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega's, de staatshervorming in ons land is complex, en de raakvlakken en dus potentiële conflictpunten met de Gemeenschappen zijn talrijk. Ook de subsidiëring van de kinderopvang…
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Ministers, colleagues, the state reform in our country is complex, and the interfaces and therefore potential conflict points with the Communities are numerous. Subsidies for childcare...
#43
Official text
(…).
Translated text
( ... )
#44
Official text
Mevrouw De Block heeft het woord.
Translated text
Mrs. De Block has the word.
#45
Official text
Ik stel voor dat u de Conferentie afschaft…
Translated text
I suggest that you cancel the conference...
#46
Official text
Ook de subsidiëring van de kinderopvang door het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten is sinds jaren zo'n discussiepunt. Naast de politieke discussie, waarover moet worden gepraat in het kader van een constitutionele hervorming, die daarover bestaat, was er sinds juni 2004 een juridische discussie ontstaan door het arrest van het Arbitragehof. Dit wetsontwerp heeft de verdienste dat het een juridisch kader uitwerkt waardoor de bevoegdheid van de federale overheid aanvaardbaar is binnen ons constitutioneel stelsel zoals het vandaag bestaat.
Dit wetsontwerp klaart drie dingen uit. Het Fonds blijft bevoegd voor de subsidiëring van vier types van kinderopvang: de buitenschoolse opvang, de opvang van zieke kinderen, de flexibele opvang en de noodopvang. Daarmee onderstreept het ontwerp de filosofie dat de federale overheid bevoegd blijft voor de kinderopvang die een betere combinatie van arbeid en gezin mogelijk moet maken. Die beleidslijn sluit naadloos aan bij de maatregelen die de federale regering de afgelopen jaren heeft genomen, in het bijzonder in het Generatiepact, om meer mensen aan het werk te krijgen. Wij mogen hopen dat na de goedkeuring van dit wetsontwerp, die ambitie ook de vrouwen in onze maatschappij betreft.
Ten tweede wordt duidelijk dat het Fonds in de eerste instantie niet de initiatieven subsidieert die aan kinderopvang doen maar wel een bijkomende toelage toekent per kind ten voordele van de kinderen die worden opgevangen in een van de eerder vermelde types van kinderopvang, zij het dat de toelage rechtstreeks wordt gestort aan de opvanginitiatieven. Op die manier krijgen we een soort derdebetalerssysteem zoals we dat ook in de gezondheidszorgen kennen. Op die manier wordt ook duidelijk een onderscheid gemaakt tussen de bevoegdheden van de Vlaamse, de Waalse en de federale overheden.
Ten slotte wordt via een samenwerkingsakkoord wel degelijk rekening gehouden met de bevoegdheden van de Gemeenschappen en Gewesten ter zake, waardoor ook de kwaliteit van de initiatieven kan worden bewaakt. Niet onbelangrijk is hier ook de financiële injectie van 150 miljoen euro extra, die de federale overheid geeft aan het Fonds om nog meer initiatieven te kunnen subsidiëren. Daarmee komt ook een einde aan het jarenlange moratorium dat was ingesteld wegens van een gebrek aan middelen. Ook dit is dus een zeer grote verbetering te noemen.
Zeker op het vlak van de buitenschoolse opvang en de flexibele opvang was een dergelijke financiële injectie absoluut noodzakelijk. Het is voor heel wat ouders een probleem om een oplossing te vinden voor de opvang van hun kinderen terwijl zij werken, hetzij aansluitend vóór of na de school, hetzij op minder evidente uren.
Translated text
The subsidisation of childcare by the Fund for Collective Equipment and Services has also been a topic of discussion for years. In addition to the political debate, which must be discussed within the framework of a constitutional reform, which exists about it, since June 2004, a legal debate has arisen by the judgment of the Arbitration Court. This bill has the merit that it develops a legal framework that makes the competence of the federal government acceptable within our constitutional system as it exists today.
This bill clarifies three things. The Fund remains responsible for subsidising four types of child care: out-of-school care, the care of sick children, the flexible care and the emergency care. Thus, the draft underlines the philosophy that the federal government remains competent for childcare, which should enable a better combination of work and family. That policy is seamlessly aligned with the measures the federal government has taken in recent years, in particular in the Generation Pact, to get more people to work. We can hope that after the adoption of this bill, that ambition also concerns women in our society.
Secondly, it becomes clear that, in the first instance, the Fund does not subsidise initiatives that provide childcare, but instead provides an additional allowance per child in favour of the children who are welcomed in one of the above-mentioned types of childcare, although the allowance is paid directly to the adoption initiatives. In this way, we get a kind of third-payer system as we know it in health care. In this way, there is also a clear distinction between the powers of the Flemish, the Wallish and the federal authorities.
Finally, a cooperation agreement does indeed take into account the competences of the Communities and Regions in this regard, thus also allowing to monitor the quality of the initiatives. Not insignificant here is also the financial injection of 150 million euros extra, which the federal government gives to the Fund to be able to subsidize even more initiatives. This also ends the years-long moratorium imposed due to a lack of resources. This is also a very significant improvement.
Especially in terms of extracurricular reception and flexible reception, such a financial injection was absolutely necessary. It is a problem for many parents to find a solution for the accommodation of their children while they work, either immediately before or after school, or at less obvious hours.
#47
Official text
Het samenwerkingsakkoord dat moet worden gesloten, moet garanties bieden op de kwaliteitsbewaking.
Mijnheer de minister, vanuit mijn partij wil ik er dan ook de aandacht voor vragen om bij de verdere afhandeling te waken over de administratieve rompslomp. Heel wat initiatieven hebben zowel plaatsen die worden gefinancierd door Kind en Gezin, als plaatsen die worden gefinancierd door het fonds. Wij moeten proberen om de papierwinkel ter zake tot een minimum te beperken en die van de Gemeenschappen en de federale overheid op mekaar af te stemmen, zodat de initiatieven weinig praktische last ondervinden van de dubbele bevoegdheid, zoals die vandaag bestaat.
Ten slotte hebben wij met veel genoegen tijdens de besprekingen in de commissie kunnen vaststellen dat de vroeger bestaande scheeftrekking van de verdeling van de subsidies hier toch voor een groot deel wordt weggewerkt. Wij willen daar ook onze appreciatie voor uitdrukken.
Zonder twijfel kunnen er nu heel wat nieuwe initiatieven uit de startblokken komen en kunnen bestaande initiatieven bijkomende plaatsen voor kinderopvang krijgen. Als werkende moeder kan ik vanuit de VLD alleen zeggen dat die initiatieven zeer welkom zullen zijn.
Translated text
The cooperation agreement to be concluded should provide guarantees on quality control.
Mr. Minister, from my party, I would therefore like to ask for the attention to watch over the administrative burden in the further treatment. Many initiatives have both places funded by Child and Family, as well as places funded by the Fund. We must endeavour to minimise the paper store in this area and to coordinate those of the Communities and the federal government, so that the initiatives are less practically burdened by the double authority, as it exists today.
Finally, we have been very pleased to conclude during the discussions in the committee that the previously existing gap in the distribution of subsidies is still largely removed here. We also want to express our appreciation for this.
There is no doubt that many new initiatives can now emerge from the start-up blocks and existing initiatives can get additional places for childcare. As a working mother, I can only say from the VLD that these initiatives will be very welcome.
#48
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, ik denk dat het goed is dat aan het voorliggende wetsontwerp een voorstel van het Vlaams Belang is gekoppeld, waarmee wij het debat naar zijn essentie terugbrengen. Daarmee bedoel ik het volgende. Het ontwerp, zoals het nu voorligt, is uiteindelijk het gevolg van een aantal uitspraken van het Arbitragehof. Mijnheer de minister, u moet nu, zoals collega De Block dat in de commissie voor de Sociale Zaken heeft verwoord, een oplossing à la belge uitwerken. Ik zeg u zeer eerlijk: voor onze fractie – in die zin zal mijn uiteenzetting dan ook zeer kort zijn – is kinderopvang wel degelijk persoonsgebonden materie en hoort het daarom integraal thuis op het bevoegdheidsdomein van de Gemeenschappen. U weet dat wij daarover ten gronde van mening zullen blijven verschillen.
In tweede orde zeg ik zeer duidelijk dat daaruit niet verkeerdelijk mag worden afgeleid als zouden wij geen voorstander zijn van verregaande steun voor kwalitatief hoogstaande buitenschoolse opvang. Wij zijn daar als fractie wel degelijk voorstander van, laat daarover geen onduidelijkheid bestaan. Wij kiezen echter, bij wijze van het gekoppelde wetsvoorstel, voor een oplossing waarbij het hele bevoegdheidspakket overgeheveld wordt naar de Gemeenschappen. Inderdaad, de Gemeenschappen moeten in dezen dan ook hun verantwoordelijkheid op zich nemen.
In die zin zullen wij dan ook het ontwerp, zoals het nu voorligt, niet steunen. Wij zullen wel degelijk een zeer duidelijke tegenstem uitbrengen. Ik kijk ter zake uit – dit is toch niet onbelangrijk – naar het stemgedrag van een aantal collega’s van CD&V en N-VA, die graag af en toe, als er kiescampagnes op komst zijn, wijzen op hun Vlaamsgezindheid. Vooral naar het stemgedrag van die collega’s kijk ik uit bij de stemming over het ontwerp.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, I think that it is good that the present bill is linked to a proposal of the Flemish Interest, with which we bring the debate back to its essence. I mean the following. The draft, as it now presents, is ultimately the result of a number of decisions of the Arbitration Court. Mr. Minister, you must now, as colleague De Block spoke in the Social Affairs Committee, work out a solution à la belge. I tell you very frankly: for our group – in that sense my presentation will therefore be very short – childcare is indeed a personal matter and therefore integrally belongs to the competence of the Communities. You know that we will continue to divide opinions on this matter.
In the second order, I say very clearly that this should not be inferred incorrectly if we were not in favour of extensive support for high-quality out-of-school care. As a group, we are indeed in favour of this, let there be no uncertainty about it. However, we choose, in the form of the linked bill, a solution by transferring the entire set of powers to the Communities. Indeed, the Communities must therefore assume their responsibilities in this regard.
In that sense, therefore, we will not support the draft, as it is now proposed. We will give a very clear opposition. I look forward to the voting behavior of some colleagues from CD&V and N-VA, who would like to occasionally, when electoral campaigns are coming, point out their Flemish attitude. In particular, I look forward to the voting behavior of those colleagues in the vote on the draft.
#49
Official text
De heer Dirk Van der Maelen, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
Translated text
Mr Dirk Van der Maelen, rapporteur, refers to his written report.