General information
Full name plenum van 2001-06-20 14:16:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/50/ip135.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
50K1281
01/06/2001
✔
Projet de loi visant à favoriser le développement de services et d'emplois de proximité.
50K1267
23/05/2001
✔
Projet de loi modifiant l'article 38 du Code des impôts sur les revenus 1992 en matière d'intervention de l'employeur dans les frais de déplacement du domicile au lieu du travail.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#32
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#37
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#38
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#39
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#42
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#49
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#50
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#51
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#52
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#53
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#54
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#55
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#56
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#57
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#58
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#59
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#60
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#61
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#62
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#63
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#64
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#65
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#66
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#67
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#68
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#69
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#70
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#71
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#72
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#73
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#74
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#75
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#76
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#77
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#78
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#79
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#80
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#81
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#82
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#83
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#84
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#85
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#86
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#87
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#88
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#89
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#90
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#91
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#92
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is met zeer veel genoegen dat ik dit verslag uitbreng, mijnheer Leterme.
Vooraleer de hele discussie over de hervorming van de personenbelasting wordt gevoerd, is door de regering een apart wetsontwerp ingediend waarbij artikel 38 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen wordt gewijzigd. Dat artikel handelt over de bijdrage van de werkgever in de reiskosten van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling. Dit noemt men in de volksmond het woon-werkverkeer.
De bepalingen van dit wetsontwerp hebben betrekking op de inkomsten voor 2000, dus het aanslagjaar 2001. Het is op de valreep dat dit wetsontwerp in de Kamer kan worden goedgekeurd voordat de laatsten onder ons hun aangifte doen van de inkomsten van het jaar 2000. Het is de bedoeling van dit wetsontwerp de mobiliteit te bevorderen en het gemeenschappelijk vervoer te bevoordelen. Enerzijds zullen werkgevers een hogere bijdrage kunnen leveren in de kosten van abonnementen op openbaar gemeenschappelijk vervoer en anderzijds wordt de grotere tussenkomst van de werkgever in hoofde van de werknemer helemaal niet belast, wat natuurlijk een stimulering van het openbaar vervoer inhoudt.
Er werden een aantal opmerkingen gemaakt.
De heer Pinxten verklaarde dat deze zaak eigenlijk zou moeten worden behandeld tijdens de globale bespreking van de hervorming van de personenbelasting. De heer van Weddingen stelde de terechte vraag naar de budgettaire weerslag van deze zaak.
Wat die budgettaire weerslag betreft, heeft de minister van Financiën geantwoord dat, zeker voor het begrotingsjaar 2001, de weerslag vrij beperkt is en dat er geen enkel budgettair gevaar is op een ontsporing van de overheidsfinanciën.
Na deze uitleg, met die opmerkingen, werd dit ontwerp met 8 stemmen voor en 1 onthouding goedgekeurd.
Mijnheer de voorzitter, sta mij toe even mijn rol als verslaggever te buiten te gaan om een heel korte commentaar te geven en ook een vraag te stellen waarop ik graag, als u contact kunt opnemen met de minister van Financiën, een antwoord zou krijgen.
Ik heb nog een vraag over een maatregel die betrekking heeft op de inkomsten van het jaar 2000. Een aantal personen hebben op basis van de bestaande gekende wetgeving hun aangifte gedaan met beperking van de tussenkomst van de werkgever. Op welke manier kunnen zij eventueel een addendum aan hun aangifte toevoegen of de controleur erop wijzen dat er in het Parlement — weliswaar op de valreep — een verbetering van de vergoedingen voor woonwerkverkeer wordt goedgekeurd? Op welke manier kan dit worden opgelost? Moeten werkgevers hun werknemers daarop attent maken? Wat zijn de mogelijkheden? Of zal de Administratie van de Belastingen automatisch de gunstiger fiscale behandeling toepassen, ook als dit niet aldus door de werknemers zou zijn aangegeven? Het is een praktische vraag waarop wij graag een antwoord zouden krijgen, ofwel vandaag, ofwel morgen vooraleer erover wordt gestemd. Het is belangrijk dat dit zou worden opgenomen in het verslag van de plenaire vergadering.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, it is with great pleasure that I publish this report, Mr. Leterme.
Before the entire discussion on the reform of the personal tax is carried out, the Government has submitted a separate bill amending Article 38 of the Income Tax Code. That article concerns the contribution of the employer in the travel costs from the place of residence to the place of employment. This is commonly referred to as housing-working traffic.
The provisions of this bill relate to the income for 2000, i.e. the financial year 2001. It is on the brink that this bill can be approved in the House before the last of us make their declaration of the income of the year 2000. The purpose of this bill is to promote mobility and promote common transport. On the one hand, employers will be able to make a higher contribution in the cost of subscriptions to public public transport, and on the other hand, the larger intervention of the employer on behalf of the employee is not taxed at all, which, of course, constitutes an incentive to public transport.
A number of comments were made.
Mr Pinxten stated that this case should actually be addressed during the global discussion of the personal tax reform. Mr. van Weddingen raised the rightful question of the budgetary impact of this case.
As regards that budgetary impact, the Minister of Finance replied that, especially for the financial year 2001, the impact is quite limited and that there is no budgetary risk of a disruption of the public finances.
After this explanation, with those comments, this draft was approved with 8 votes for and 1 abstinence.
Mr. Speaker, allow me to go beyond my role as a reporter for a moment to give a very short comment and also to ask a question that I would like, if you can contact the Minister of Finance, to be answered.
I have another question concerning a measure relating to the income of the year 2000. A number of persons have made their declaration on the basis of the existing known legislation with limitation of the intervention of the employer. How can they, if any, add an addendum to their declaration or point out to the auditor that in Parliament, although on the run, an improvement in the remuneration for residential work traffic is approved? How can this be resolved? Should employers pay attention to their employees? What are the possibilities? Or will the Tax Administration automatically apply the more favourable tax treatment, even if it was not so indicated by the employees? It is a practical question to which we would like to get an answer, either today or tomorrow before it is voted on. It is important that this should be included in the report of the plenary session.
#2
Official text
Les rapporteurs se réfèrent à leur rapport écrit.
Translated text
The rapporteurs refer to their written report.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik dank uitdrukkelijk collega Tavernier voor zijn verslag. Zijn bereidheid om mondeling verslag uit te brengen steekt schril af tegen het ontbreken van een mondeling verslag over de begrotingscontrole en de programmawet. Mijnheer de rapporteur, ik dank u voor het werk dat u hier hebt geleverd.
Het is evident dat wij zullen stemmen over de voorgestelde wijziging van artikel 38 van het Wetboek van Inkomstenbelasting, maar wij hebben toch een aantal vragen. Zou u daarom de minister van Financiën kunnen laten roepen, mijnheer de voorzitter? Er is vandaag geen commissie voor de Financiën en het ontwerp betreft de Financiën; daarom vind ik het normaal dat de minister van Financiën beschikbaar is.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to express my thanks to Mr. Tavernier for his report. His willingness to submit a verbal report sharply contradicts the lack of a verbal report on budgetary control and the Programme Act. Mr. rapporteur, I thank you for the work you have done here.
It is obvious that we will vote on the proposed amendment to Article 38 of the Income Tax Code, but we still have a few questions. Can you call the Minister of Finance, Mr. President? There is no Committee on Finance today and the draft concerns Finance; therefore I find it normal that the Minister of Finance is available.
#4
Official text
Ik vind het een devolutie van het Parlement, wanneer alle rapporteurs naar hun schriftelijke verslag verwijzen. Dat kan toch niet.
Translated text
I consider it a devolution of Parliament when all rapporteurs refer to their written reports. That cannot be.
#5
Official text
Ik laat het nakijken. Mijnheer Leterme, spreekt u verder of gaan we over tot een ander onderwerp?
Translated text
I let it check. Mr. Leterme, do you talk further or do we move on to another topic?
#6
Official text
Ik veronderstel dat de medewerkers van de minister aanwezig zijn — of de minister van Sociale Zaken de essentie van mijn vraag zullen overmaken.
Translated text
I assume that the staff of the Minister will be present — or the Minister of Social Affairs will convey the essence of my question.
#7
Official text
Ik stel voor dat probleem in de Conferentie van voorzitters te bespreken om zo tot een afspraak te komen. Principieel kan ik uw visie delen.
Translated text
I propose that this issue be discussed in the Conference of Presidents in order to reach an agreement. In principle, I can share your vision.
#8
Official text
Le fait que tous les rapporteurs se réfèrent à leur rapport écrit constitue à mes yeux une dévalorisation du Parlement.
Translated text
The fact that all rapporteurs refer to their written report is, in my view, a devaluation of Parliament.
#9
Official text
Kunt u de essentie van uw vraag nog eens herhalen?
Translated text
Can you repeat the essence of your question?
#10
Official text
Je propose d'examiner cette question en Conférence des présidents, afin d'arriver à un accord sur ce point. Sur les plan des principes, je peux me rallier à votre position.
Translated text
I propose that this issue be considered in the Conference of Presidents in order to reach an agreement on this point. In terms of principles, I can agree with your position.
#11
Official text
Ik heb ze nog niet gebracht, mijnheer de minister.
Dit wetsontwerp is een goed ontwerp. Het feit dat het er nu komt en ter bespreking voorligt staat rechtstreeks in verband met ons standpunt van enkele maanden geleden, toen wij een vraag stelden over de mogelijke belastbaarheid van de 100%-tussenkomsten van de overheden in de regelmatige abonnementen voor openbaar vervoer van de ambtenaren van de betrokken overheden voor het inkomstenjaar 2000, aanslagjaar 2001.
Ik bedoel het niet slecht, maar ik wil even verwijzen naar onze ongelukkige collega, minister Luc Van den Bossche, die ik uiteraard een spoedig herstel toewens. In de foulée van de gemeenteraadsverkiezingen had hij tegen de ambtenaren grootmoedig gezegd dat ze gratis van het openbaar vervoer zouden kunnen gebruikmaken om van en naar het werk te gaan. Toen bleek dat er op de 100%-tussenkomst in de regelmatige abonnementen voor openbaar vervoer een belasting — of een fiscale aanslag zoals collega Tavernier het heeft genoemd — zou moeten worden betaald. Ik herinner mij dat minister Van den Bossche reageerde dat dit niet mogelijk was en dat het krankjorum was; men had er immers reeds lang in voorzien en opgelost.
Collega's, vandaag bespreken wij een wetsontwerp en morgen zullen wij stemmen over de aanpassing van artikel 38 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting op dit vlak. Dit bewijst dat minstens die ene keer minister Luc Van den Bossche het niet bij het rechte eind had. Net als collega Tavernier hadden we gelijk dat een probleem kon rijzen inzake de belastbaarheid van die tussenkomst, waardoor het noodzakelijk was een wijziging aan het Wetboek van de Inkomstenbelasting aan te brengen.
In zijn toelichting heeft de minister van Financiën verwezen naar de andere maatregelen voor het woon-werkverkeer die vervat zitten in het hangende wetsontwerp houdende hervorming van de personenbelasting. Dit wetsontwerp bevat een aantal nieuwe, voor de CVP soms complexe en op bepaalde punten slechte regelingen die weliswaar een lovenswaardig doel nastreven zoals een groter belang van het collectief vervoer in het woon-werkverkeer, de strijd tegen de files en meer aandacht voor de fietsers en het voetgangersverkeer. Het is me echter een raadsel waarom men niet onmiddellijk werkt met de korf. In de beleidsnota, het regeerakkoord en de passus over de hervorming van de personenbelasting wordt meer dan eens verwezen naar het systeem van korven dat onder meer zou worden ingevoerd bij de aftrekken voor het woonwerkverkeer. Ik herhaal dat het me een raadsel is waarom men niet werkt met een korf maar een punctuele maatregel uitwerkt.
Even duister is de reden waarom dit kleine wetsontwerp niet werd opgenomen in het grote ontwerp houdende hervorming van de personenbelasting. De meest voor de hand liggende reden kan zijn dat de minister van Financiën op het ogenblik dat het probleem zich voordeed — terecht wellicht - vreesde dat zijn groot ontwerp van de hervorming van de belastingen problemen zou kunnen opleveren. Dat is wellicht de meest evidente reden. Daarom heeft de minister ervoor gekozen dit probleem met een klein wetsontwerp op te lossen.
In het gedrukte stuk 1267/2, het verslag dat de heer Tavernier op uitmuntende wijze heeft naar voren gebracht, staat een voor de CVP-fractie moeilijk te begrijpen passage over de budgettaire kostprijs van deze maatregel voor het begrotingsjaar 2001. Mijn vragen hebben hierop betrekking.
De berekening van de budgettaire kostprijs die in het kader van het voorliggend ontwerp werd gemaakt, is eveneens van belang voor de berekening van de kostprijs van de maatregelen die vervat zijn in het globale ontwerp houdende hervorming van de personenbelasting. Volgens mij zal de inkohiering voor het aanslagjaar 2001, inkomsten 2000, vanaf oktober plaatsvinden. De inkohieringen die het bedrag bevatten dat moet worden bijbetaald door of teruggegeven aan de belastingplichtige — de inkohiering is de fiscale schuld aan weerszijden duidelijk maken - worden ongeveer twee maanden later afgerekend. Dat staat in het verslag. Dit systeem van inkohiering zou eveneens kunnen worden toegepast met betrekking tot de maatregelen ter hervorming van de personenbelasting. Een element uit het antwoord van de minister begrijp ik niet. Aangezien 18% van het aantal inkohieringen in 2001 gebeurt, neem ik aan dat ongeveer een derde of 6% effectief afgerekend wordt in 2001.
Ik neem aan dat ongeveer een derde van de 18%, dus 6% effectief afgerekend wordt in 2001. U kunt die logica trouwens vinden in het verslag van collega Tavernier. Als ik de totale kostprijs van deze maatregel, die op kruissnelheid op jaarbasis op 510 miljoen frank wordt berekend — hierbij rekening houdend met de negatieve en positieve inkohieringen bekom ik een bedrag van 30,6 miljoen frank. Deze berekening zou ik dan perfect kunnen toepassen voor de berekening van de maatregelen van het grote ontwerp dat we de volgende weken gaan bespreken en waarover wij zullen stemmen.
Ik vermoed dat deze berekening voor het verslag ook schriftelijk is medegedeeld en achteraf is toegevoegd. Tot mijn verbazing las ik in het verslag dat de budgettaire kostprijs slechts 10,2 miljoen frank bedraagt, met name 2% van 510 miljoen frank. Volgens de minister, opnieuw luidens het verslag, komt dit door de negatieve inkohieringen die voor het begrotingsjaar 2001niet aan 18%, maar aan 6% moeten worden aangerekend.
Graag had ik van de minister uitleg gekregen over de juiste betekenis van de term "in deze negatieve inkohieringen". Dat is van belang om de maatregelen die met dit ontwerp worden genomen te kunnen inschatten, maar ook om het te kunnen toetsen aan de realiteit. Waarom zou er "in deze" van een negatieve inkohiering sprake kunnen zijn, want men kan hier niet op worden aangepakt met een terugbetaling van een negatieve inkohiering. Neen, het gaat om een voordeel dat toegekend wordt en dat uitsluitend positief kan werken.
Over het wetsontwerp houdende de hervorming van de personenbelasting heeft rapporteur Tavernier een uitstekend verslag uitgebracht. Toch rijst de vraag hoe men is gekomen tot de redenering van de 2%.
Mijnheer de minister, is mijn redenering juist dat indien 18% van de inkohieringen in het aanslagjaar zelf worden verrekend, slechts 6% effectief wordt verrekend via een betaling door of teruggave aan de belastingplichtige? Dit is niet van enig politiek belang "gespeend", om het met de woorden van de voorzitter te zeggen, onder meer voor de aanrekening van de gefaseerde inwerkingtreding van de hervorming van de personenbelasting als voor de debatten die daarover de komende weken nog zullen worden gevoerd.
Tot daar een korte uiteenzetting over dit ontwerp, waarop ik het antwoord van de minister tegemoet zie.
Mijnheer de voorzitter, vermits wij mee aan de basis liggen van dit concrete ontwerp, willen wij dit ontwerp zeer graag mee opvolgen.
Translated text
I haven’t brought them yet, Mr. Minister.
This bill is a good draft. The fact that it is now coming and for discussion is directly related to our position a few months ago, when we asked a question about the possible taxability of the 100% public interventions in the regular public transport subscriptions of the officials of the public authorities concerned for the income year 2000, account year 2001.
I do not mean it badly, but I would like to refer to our unfortunate colleague, Minister Luc Van den Bossche, whom I naturally wish a quick recovery. In the foulée of the municipal council elections, he had generously told the officials that they would be able to use free public transportation to and from work. Then it turned out that on the 100% intervention in the regular subscriptions for public transport a tax — or a tax surcharge as colleague Tavernier called it — would have to be paid. I remember that Minister Van den Bossche reacted that this was not possible and that it was a hospital jorum; it had been anticipated and resolved for a long time.
Today we are discussing a bill and tomorrow we will vote on the adjustment of Article 38 of the Income Tax Code in this area. This proves that at least that time Minister Luc Van den Bossche was not at the right end. Like colleague Tavernier, we were right that a problem could arise with regard to the taxability of that intervention, which required an amendment to the Income Tax Code.
In his explanation, the Minister of Finance referred to the other measures for the housing-working movement contained in the pending bill concerning the reform of the personal tax. This bill contains a number of new regulations, sometimes complex and in certain points bad for the CVP, which, though, pursue a praiseworthy goal such as a greater importance of collective transport in residential-working traffic, the fight against traffic jams and more attention to cyclists and pedestrian traffic. However, it is a mystery to me why one does not immediately work with the basket. The policy note, the government agreement and the passage on the reform of the personal tax refers more than once to the system of baskets that would be introduced, among other things, in the deductions for the residential work movement. I repeat that it is a mystery to me why one does not work with a basket but develops a punctual measure.
Even darker is the reason why this small bill was not included in the large draft of personal tax reform. The most obvious reason may be that the Minister of Finance, at the time the problem arose — rightly ⁇ — feared that his large draft of tax reform could create problems. That is ⁇ the most obvious reason. Therefore, the Minister has chosen to solve this problem with a small bill.
In the printed document 1267/2, the report which Mr. Tavernier presented in an excellent manner, there is a passage difficult to understand for the CVP group on the budgetary cost of this measure for the financial year 2001. My questions relate to this.
The calculation of the budgetary cost cost made in the framework of the present draft is also important for the calculation of the cost cost of the measures contained in the overall draft reform of the personal tax. I believe that the incoherence for the financial year 2001, income 2000, will take place from October. The incoherences containing the amount to be repaid by or returned to the taxable person — the incoherence is to clarify the tax debt on both sides — are settled approximately two months later. This is stated in the report. This system of incoherence could also be applied in relation to the measures to reform the personal tax. I do not understand the Minister’s response. Since 18% of the number of incoherences occurred in 2001, I assume that about a third or 6% will be effectively settled in 2001.
I assume that about one-third of the 18%, i.e. 6%, will be effectively settled in 2001. You can find that logic in the report of colleague Tavernier. If I calculate the total cost of this measure, which is calculated at cross rate on an annual basis at 510 million francs — taking into account the negative and positive incoherences — I get an amount of 30,6 million francs. I could then perfectly apply this calculation for the calculation of the measures of the large draft that we will discuss in the coming weeks and on which we will vote.
I suspect that this calculation for the report was also communicated in writing and added subsequently. To my surprise, I read in the report that the budget cost price is only 10.2 million francs, notably 2% of 510 million francs. According to the Minister, this is due to the negative incohesions that for the financial year 2001 should be charged not to 18%, but to 6%.
I would like to have received an explanation from the Minister about the correct meaning of the term "in these negative incognitoes". This is important to be able to assess the measures taken with this design, but also to be able to test it to the reality. Why could there be "in this" of a negative incognition, since one cannot be addressed with a refund of a negative incognition. No, it is an advantage that is granted and that can only work positively.
On the draft law on the reform of the personal tax, rapporteur Tavernier issued an excellent report. However, the question arises how we have come to the reasoning of the 2%.
Mr. Minister, is my reasoning correct that if 18% of the incoherences are accounted for in the tax year itself, only 6% is effectively accounted for through payment by or refund to the taxable person? This is not of any political interest "spent" to say with the words of the President, including for the accounting of the phased entry into force of the reform of the personal tax as well as for the debates that will be held on this subject in the coming weeks. Their
Until then a brief explanation on this draft, to which I see the Minister’s response. Their
Mr. Speaker, since we are at the basis of this concrete draft, we would very much like to follow up on this draft.
#12
Official text
Dit toont aan dat kleine ontwerpen veel discussie kunnen uitlokken en grote ontwerpen weinig.
Translated text
This shows that small designs can trigger a lot of discussion and large designs a little.
#13
Official text
De twee leden die het woord wilden nemen, hebben beslist dat in de plenaire vergadering te doen. Er hoeft dus geen verslag te worden uitgebracht. De ene commissie is echter de andere niet.
Translated text
The two members who wanted to speak decided to do so in the plenary session. Therefore, there is no need to issue a report. However, one committee is not the other.
#14
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik verneem zopas dat er over de kwestie die de heer Leterme hier te berde heeft gebracht, gisteren reeds in commissie is gesproken en dat de minister daar een antwoord heeft verstrekt. Sta me toe daarnaar te verwijzen.
Wat de vraag van de heer Tavernier betreft, stel ik voor dat ik ze doorspeel aan de bevoegde minister die ze zo snel mogelijk zal beantwoorden.
Translated text
Mr. Speaker, I have just heard that the issue that Mr. Leterme raised here was already discussed yesterday in the committee and that the Minister gave a response there. Allow me to refer to this.
As regards Mr. Tavernier’s question, I propose that I pass it on to the competent minister, who will answer it as soon as possible.
#15
Official text
Les deux membres qui voulaient intervenir ont décidé de le faire ici, en séance plénière. Il n'y a donc pas de raison de faire un rapport. Cela dit, une commission n'est pas l'autre.
Translated text
The two members who wanted to intervene decided to do so here, in plenary session. There is no reason to report. One commission is not the other.
#16
Official text
Ik vind het ook beter dat minister Reynders, die nu nog in Luik is, morgen voor de stemmingen antwoordt.
Translated text
I also think it is better that Minister Reynders, who is still in Liège, responds tomorrow before the voting.
#17
Official text
Er zit toch een politieke lijn in de begrotingsaanpassing en in de programmawet. Daarnaast is er de visie van de oppositie. Daar moeten we op kunnen ingaan op basis van een verslag. Het is onaanvaardbaar dat de rapporteurs hun kat sturen of alleen verwijzen naar hun schriftelijk verslag.
Translated text
There is a political line in the budget adjustment and in the program law. There is also the view of the opposition. We should be able to address this on the basis of a report. It is unacceptable that the rapporteurs send their cat or only refer to their written report.
#18
Official text
On peut certes discerner une ligne politique dans l'ajustement budgétaire et dans la loi-programme. Mais il y a également le point de vue de l'opposition à prendre en compte. Cela doit faire l'objet d'un rapport. Il est inacceptable que les rapporteurs se dérobent ou ne renvoient qu'à leur rapport écrit.
Translated text
One can ⁇ discern a political line in the budget adjustment and in the law-program. But there is also the opposition’s point of view to be taken into account. This must be subject to a report. It is unacceptable that the rapporteurs steal themselves or only refer to their written report.
#19
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik stem daarmee in.
Ik laat wel opmerken - ik roep collega Tavernier tot getuige — dat dit onderwerp gisteren in de commissie helemaal niet aan bod is gekomen, in tegenstelling tot wat minister Vandenbroucke vandaag beweert.
Translated text
Mr. Speaker, I agree with this.
I would like to point out – I call on colleague Tavernier as a witness – that this issue was not discussed at all in the committee yesterday, contrary to what Minister Vandenbroucke today claims.
#20
Official text
Mijnheer de voorzitter, de heer Leterme heeft gelijk. Dit aspect werd niet opgeworpen en er is dus niet op gerepliceerd.
Translated text
Mr. Leterme is right. This aspect has not been raised and therefore has not been replicated.
#21
Official text
Ik zal de zaak aankaarten in de Conferentie van voorzitter.
Translated text
I will discuss this issue at the Conference of Presidents.
#22
Official text
Je soulèverai donc le problème en Conférence des présidents.
Translated text
I will therefore raise the issue at the Conference of Presidents.
#23
Official text
Mijnheer de voorzitter, het is logisch dat ik het punt hier naar voren breng, omdat het in het uitmuntende verslag verwoord werd en gisteren niet aan bod is gekomen.
Translated text
Mr. Speaker, it makes sense for me to highlight the point here, as it was expressed in the excellent report and was not discussed yesterday.
#24
Official text
De artikelen 54 tot 60 van de programmawet voorzien in de oprichting van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers. Er is gevraagd welke band dit Agentschap met het Bureau voor de vrijwillige terugkeer zal hebben en hoe het Parlement bij het opvangbeleid zal worden betrokken.
De minister antwoordde dat het Agentschap alleen de taken van de administratie zal kunnen overnemen. De vermelding ervan in de wet was noodzakelijk om een parastatale van het type A te kunnen oprichten. Het Agentschap is louter een beheersinstrument en heeft geen politieke dimensie.
Samen met de minister zijn wij tot het besluit gekomen dat het debat over de kwaliteit van de opvang in de verenigde commissies van Kamer en Senaat moet plaatsvinden en bijvoorbeeld het voorstel van de heer Cornil hiervoor als basis kan dienen.
U zal het jaarverslag van het Agentschap ontvangen.
Translated text
Articles 54 to 60 of the Program Law provide for the establishment of the Federal Agency for the Reception of Asylum Seekers. It asked how the Agency would be connected with the Voluntary Return Office and how Parliament would be involved in the reception policy.
The Minister responded that the Agency will only be able to assume the tasks of the administration. Its enumeration in the law was necessary in order to be able to establish a para-state of type A. The Agency is a mere management tool and has no political dimension.
Together with the Minister, we have decided that the debate on the quality of the reception should take place in the joint committees of the House and Senate and, for example, Mr. Cornil’s proposal can serve as the basis for this.
You will receive the annual report of the Agency.
#25
Official text
Mijnheer de minister, mag ik u vragen om de heer Reynders ervan op de hoogte te brengen dat ik morgen voor de stemming van hem een antwoord op de vragen verwacht? Het integraal verslag zal te zijner beschikking zijn.
Translated text
Mr. Minister, can I ask you to inform Mr. Reynders that I expect him to answer the questions tomorrow before the vote? The full report will be available.
#26
Official text
Les articles 54 à 60 de la loi-programme consacrant la création de l'Agence pour l'Accueil des réfugiés. La question a été posée de savoir quel serait le lien de cette Agence avec le Bureau pour le retour volontaire, et de savoir comment le Parlement serait associé à l'élaboration de la politique d'accueil.
Le ministre a répondu que l'Agence ne pourrait que reprendre les tâches de l'administration. Son insertion dans la loi était nécessaire pour la création d'un parastatal de type A. Il ne s'agit que d'un instrument de gestion, sans dimension politique.
Nous avons pensé, en accord avec le ministre, que le débat sur la qualité de l'accueil devrait se faire en commission réunie avec le Sénat, sur la base, par exemple, de la proposition Cornil.
Le rapport annuel de l'Agence vous sera transmis.
Translated text
Articles 54 to 60 of the Program Law concerning the establishment of the Agency for the Acceptance of Refugees. The question was asked about what would be the link of this Agency with the Bureau for Voluntary Return, and how the Parliament would be involved in the development of the reception policy.
The Minister responded that the Agency could only regain the tasks of the administration. Its insertion into the law was necessary for the creation of a type A parastatal. It is only a management instrument, without a political dimension.
by
We thought, in agreement with the minister, that the debate on the quality of reception should be held in a committee meeting with the Senate, based, for example, on the proposal Cornil.
by
The Agency’s annual report will be sent to you.
#27
Official text
Mijnheer de voorzitter, er wordt mij gemeld dat een medewerker onmiddellijk een antwoord kan verstrekken. Gelieve enige ogenblikken te wachten.
Translated text
Mr. Speaker, I am informed that an employee can provide an immediate response. Please wait a few moments.
#28
Official text
Deze programmawet is weer maar eens een verzameling van allerlei aanpassingen van wetten en de oprichting van allerlei instellingen. Daardoor wordt elk debat in de kiem gesmoord.
Bovendien worden via amendementen nog vlugvlug een aantal zaken geregeld. Ik denk daarbij aan de uitbating van het IPC door het kabinet van de premier. Het nieuwe communicatietijdperk begint via een "Slangengreep" met de afschaffing van de federale voorlichtingdienst. Ook in het centrum van Pater Leman worden enkele politieke creaturen gedropt. Dat alles staat in schril contrast met de mooie principes van Copernicus. De diensten van de eerste minister treden steeds meer op als een ministerie van de waarheid, die in "newspeak" de burgers benadert. De meerderheidspartijen laten dit betijen. Dat is niet verwonderlijk van de Franstalige partijen die nooit voorstander geweest zijn van een open voorlichtingsbeleid. Maar ook de Vlaamse partijen zwijgen. De politieke inhoud is onbelangrijk — alleen de populariteit van de regering telt. Dat is typisch voor ondemocratische regimes, overal ter wereld.
I n de sociale zekerheid is er opnieuw een tekort van acht miljard frank, na dat van 16 miljard frank in 2000. In die sector worden de jaarlijkse overschrijdingen, onder meer in de klinische biologie en de medische beeldvorming, slechts met vertraging in de begroting doorgerekend. Dat is boekhoudkundige camouflage. Talrijke Jadotrapporten en andere wetenschappelijke studies wezen al op de verschillen tussen Noord en Zuid. Deze regering heeft geen fundamentele oplossingen voor de bestaande consumptieverschillen en neemt geen enkel initiatief om de gezondheidszorgen integraal naar de regio's over te hevelen. Nochtans kan alleen dàt voorkomen dat de verschillen tussen de regio's op de federale begroting blijven wegen. Het amendement dat werd ingediend biedt geen oplossing ten gronde, het is slechts een boekhoudkundige ingreep.
Translated text
This program law is again and again a collection of all sorts of amendments of laws and the establishment of all sorts of institutions. Thus, every debate is broken into the germ. Their
In addition, some issues are quickly settled through amendments. I think of the use of the IPC by the Cabinet of the Prime Minister. The new era of communication begins through a "Slang Grip" with the abolition of the federal intelligence service. Also in the center of Pater Leman some political creatures are dropped. All this is in sharp contrast to the beautiful principles of Copernicus. The Prime Minister’s services are increasingly acting as a ministry of truth, which in “newspeak” approaches citizens. The majority parties let this bear. This is not surprising for the French-speaking parties who have never been in favour of an open information policy. But the Flemish parties also remain silent. The political content is irrelevant — only the popularity of the government counts. This is typical of undemocratic regimes, everywhere in the world. Their
In the social security sector there is again a deficit of eight billion francs, after that of 16 billion francs in 2000. In that sector, the annual surpluses, including in clinical biology and medical imaging, are only delayed in the budget. This is accounting camouflage. Numerous Jadotrapports and other scientific studies have already pointed out the differences between the North and the South. This government has no fundamental solutions to the existing consumption differences and does not take any initiative to transfer the health problems integrally to the regions. However, only this can prevent the differences between regions from continuing to weigh on the federal budget. The amendment that was submitted does not provide a substantial solution, it is only an accounting intervention.
#29
Official text
Cette loi-programme n'apporte rien de nouveau: elle n'est qu'une somme d'adaptations de lois existantes et entraînera la création de toutes sortes d'institutions. Il est, dès lors, impossible de mener un véritable débat.
De plus, on règle encore à la va-vite certaines choses par des amendements. Je pense à cet égard à l'exploitation du CPI par le cabinet du premier ministre. Celui-ci inaugure la nouvelle ère de la communication par une manoeuvre perfide, à savoir la suppression du service fédéral d'information. Il n'hésite pas, par ailleurs, à parachuter quelques créatures politiques au Centre du Père Leman, en violation des principes de la réforme Copernic. Les services du premier ministre prennent de plus en plus les allures d'un ministère de la Vérité. Les partis de la majorité laissent faire. De la part des partis francophones, il ne faut pas s'en étonner: ils n'ont jamais été favorables à la mise en oeuvre d'une véritable politique de l'information. Mais les partis flamands, eux aussi, sont muets. Le contenu politique est sans importance. Seule compte la popularité du gouvernement. Or, c'est là la caractéristique des régimes non démocratiques de par le monde.
La sécurité sociale accuse à nouveau un déficit de huit milliards de francs. En 2000, il y avait déjà un déficit de 16 milliards de francs. Les dépassements annuels, notamment en biologie clinique et en imagerie médicale, ne sont répercutés dans le budget qu'avec un certain retard. Il s'agit d'un maquillage comptable. Les rapports Jadot et de multiples études scientifiques n'ont cessé de souligner les écarts de consommation entre le nord et le sud du pays. Ce gouvernement n'a aucune solution à proposer afin d'y remédier et ne prend aucune initiative pour transférer les soins de santé dans leur intégralité aux Régions. Or, ce serait le seul moyen d'éviter que ces disparités entre régions ne continuent à obérer le budget fédéral. L'amendement déposé n'offre aucune solution réelle, si ce n'est en termes comptables.
Translated text
This law-program does not bring anything new: it is only a sum of adjustments of existing laws and will result in the creation of all kinds of institutions. Therefore, it is impossible to conduct a real debate. by
In addition, some things are quickly resolved by amendments. I think in this regard of the exploitation of the ICC by the Cabinet of the Prime Minister. This inaugurates the new era of communication through a perverse manoeuvre, namely the abolition of the federal information service. He also did not hesitate to parachute some political creatures at the Father Leman Center, in violation of the principles of the Copernic Reform. The Prime Minister’s services are increasingly taking the appearance of a Ministry of Truth. The majority parties are allowed. On the part of the French-speaking parties, we should not be surprised: they have never been in favour of the implementation of a true information policy. But the Flemish parties, too, are silent. Political content is irrelevant. It only depends on the popularity of the government. This is the characteristic of non-democratic regimes around the world. by
Social security is facing a deficit of eight billion francs. In 2000, there was already a deficit of 16 billion francs. Annual excesses, in particular in clinical biology and medical imaging, are reflected in the budget only with a certain delay. This is an accounting makeup. Jadot reports and numerous scientific studies have continuously highlighted the consumer gap between the north and south of the country. This government has no solution to propose to remedy it and does not take any initiative to transfer health care in its entirety to the Regions. However, this would be the only way to prevent these regional disparities from continuing to serve the federal budget. The submitted amendment offers no real solution, except in accounting terms.
#30
Official text
Door artikel 37 van het ontwerp wordt de overheveling van de onroerende goederen naar de politiezones geregeld, met alle bijbehorende rechten, plichten en lasten.
Met het oog op een billijke lastenverdeling zal bij een in ministerraad overlegd besluit worden vastgesteld wat elke gemeente wordt toebedeeld.
Translated text
Article 37 of the draft regulates the transfer of the real estate to the police zones, with all related rights, duties and charges.
In order to ensure a fair burden distribution, a decision adopted in the Council of Ministers will determine what is allocated to each municipality.
#31
Official text
L'article 37 du projet règle le transfert des biens immeubles aux zones de police, avec les droits, obligations et charges qui y sont attachés.
Translated text
Article 37 of the draft regulates the transfer of immovable property to the police zones, with the rights, obligations and charges attached to them. by
#32
Official text
En vue d'une répartition équitable des charges, un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres définira ce que recevra chaque commune. De ontwerptekst van artikel 248ter betreft de door de Regie der gebouwen gesloten huurcontracten om ambtenaren die naar de politiezones worden overgeheveld, te kunnen onderbrengen.
Translated text
In view of a fair distribution of charges, a royal decree deliberated in the Council of Ministers shall define what each municipality shall receive. De ontwerptext van artikel 248ter betreft de door de Regie der gebouwen gesloten huurcontracten om ambtenaren die naar de politiezones worden overgeheveld, te kunnen onderbrengen. by
#33
Official text
Artikel 248ter, derde lid, omvat de parameters voor de in het tweede lid van dat artikel bedoelde correctiemechanismen.
Translated text
Article 248ter(3) shall include the parameters for the corrective mechanisms referred to in paragraph 2 of that Article. Their
#34
Official text
Hoe zit het met de overige parameters?
Translated text
What about the other parameters?
#35
Official text
Op welk algemeen principe stoelen de correctiemechanismen?
Translated text
On what general principle are the corrective mechanisms based? Their
#36
Official text
Zal het bedrag variëren afhankelijk van de oppervlakte, de ouderdom en de staat van de gebouwen? L'article 248ter en projet concerne les contrats de location conclus par la Régie des bâtiments pour abriter des fonctionnaires transférés aux zones de police.
Translated text
Zal het bedrag variëren afhankelijk van de oppervlakte, from ouderdom in de staat van de gebouwen? Article 248b in the draft concerns lease contracts concluded by the Régie des bâtiments to accommodate officials transferred to police zones. by
#37
Official text
L'alinéa 3 de cet article traite des paramètres intervenant dans les mécanismes de correction visés à l'alinéa 2.
Translated text
Paragraph 3 of this Article deals with the parameters involved in the corrective mechanisms referred to in paragraph 2. by
#38
Official text
Qu'en est-il des autres paramètres?
Translated text
What about the other parameters? by
#39
Official text
Quel est le principe général des mécanismes de correction?
Translated text
What is the general principle of corrective mechanisms? by
#40
Official text
Le montant variera-t-il en fonction de la surface, de l'âge et de l'état des bâtiments? In welke regeling werd voorzien in geval van een gemengd gebruik van de gebouwen? Dan zou de huurovereenkomst naar mijn mening dienovereenkomstig moeten worden herzien. Quel mécanisme a été prévu en cas d'utilisation mixte des bâtiments? Le contrat de bail, me semble-t-il, devra alors être revu en conséquence.
Translated text
Le montant variera-t-il en fonction de la surface, de l'âge et de l'état des bâtiments? What arrangements were provided in the case of mixed use of the buildings? Then, in my opinion, the lease agreement should be revised accordingly. Quel mécanisme a été prévu et cas d'utilisation mixte des bâtiments? Le contrat de bail, me semble-t-il, devra alors être revu et conséquence.
#41
Official text
Wij streven uiteraard naar een evenwicht: de Regie der Gebouwen zal zich baseren op een raming, rekening houdend met het bouwjaar en de oppervlakte van het gebouw.
Er zullen een aantal klassieke parameters worden gehanteerd en men zal zich op een periode van twintig jaar baseren. Voor de voormalige rijkswachters geldt de toepassing van het principe van de verworven rechten.
Wat de huurovereenkomsten betreft is een aanhangsel bij het contract noodzakelijk aangezien de Regie der Gebouwen niet langer bevoegd is. Het komt de zone toe te beslissen of zij de huurovereenkomst al dan niet overneemt.
Voor de gebouwen waar de lokale politie samen met de federale politie is gehuisvest, zal de zone het gedeelte van het contract overnemen dat betrekking heeft op de voormalige rijkswachters.
Een en ander zal geschieden via een aanhangsel bij de huurovereenkomst en een overheveling van de begroting van de Regie der Gebouwen naar de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken, en dat tot wanneer de huurovereenkomst verstrijkt.
Bij de Regie der Gebouwen werd een task force opgericht, maar het bedrag van de overhevelingen kan pas worden berekend als het aankoopcomité
Translated text
We, of course, strive for a balance: the Management of Buildings will be based on an estimate, taking into account the year of construction and the surface area of the building. Their
A number of classical parameters will be used and one will be based on a period of twenty years. For former national guards, the principle of acquired rights applies. Their
As regards the lease agreements, an appendix to the contract is necessary since the Regie der Gebäude is no longer competent. It is up to the zone to decide whether or not to take over the lease agreement. Their
For the buildings where the local police is housed together with the federal police, the zone will take over the part of the contract relating to the former state guards.
All this will be done through an appendix to the lease contract and a transfer of the budget of the Regie der Gebäude to the budget of the Ministry of Internal Affairs, and that until the lease contract expires.
A task force was established at the Regie der Gebäude, but the amount of the lifts can only be calculated if the purchase committee
#42
Official text
Notre souci est évidemment de garantir un équilibre: la Régie des bâtiments se basera sur une estimation tenant compte principalement de l'âge et de la surface du bâtiment. On utilisera un certain nombre de paramètres classiques et on se basera sur une période de vingt ans. Quant aux ex-gendarmes, ils bénéficieront de l'application du principe des droits acquis.
Pour les contrats de location, la Régie des bâtiments n'étant plus compétente, un avenant au contrat est nécessaire. La zone décidera si elle reprend ou non le bail.
Pour les bâtiments où la police locale est hébergée avec la police fédérale, la zone reprendra la partie du contrat qui concerne les ex-gendarmes.
Cela se fera par le biais d'un avenant au contrat de bail et par un transfert du budget de la Région des bâtiments vers le budget du ministère de l'Intérieur, et ce jusqu'à la fin du bail.
Une task force a été créée au sein de la Régie des bâtiments, mais le montant des transferts ne pourra pas être calculé avant que le comité d'acquisition n'ait rendu ses estimations. zijn ramingen heeft meegedeeld.
Translated text
Our concern is obviously to ensure a balance: the Régie des bâtiments will be based on an estimate taking into account mainly the age and surface of the building. A number of classic parameters will be used and will be based on a period of twenty years. For ex-gendarmes, they will benefit from the application of the principle of acquired rights.
For lease contracts, as the Régie des bâtiments is no longer competent, an avenant to the contract is necessary. The area will decide whether to resume the lease or not.
For buildings where the local police is housed with the federal police, the area will take over the part of the contract that relates to the former gendarmes.
This will be done through an avenant to the lease contract and through a transfer of the budget of the Building Region to the budget of the Ministry of the Interior, and this until the end of the lease.
by
A task force has been created within the Régie des bâtiments, but the amount of transfers cannot be calculated until the acquisition committee has given its estimates. His ramingen has meegedeeld.
#43
Official text
Ik wil het hier hebben over de invoering van de verzekering voor risico's tijdens operaties.
In ex-Joegoslavië werden een aantal soldaten getroffen door ernstige ziekten zoals leukemie en ik breng in herinnering dat de heer Moerman een Wetsvoorstel terzake heeft ingediend.
Het komt erop aan een waardige, humane en snelle oplossing te vinden voor dit pijnlijke probleem. (Applaus op vele banken).
Translated text
I would like to talk here about the introduction of insurance for risks during operations. Their
In the former Yugoslavia, a number of soldiers were affected by serious diseases such as leukemia and I remind you that Mr. Moerman has submitted a bill on this subject. Their
It is important to find a dignified, humane and quick solution to this painful problem. (Applause to many banks)
#44
Official text
Je souhaite évoquer ici l'instauration de l'assurance risques en cours d'opération.
Des maladies graves, telle que la leucémie, ont frappé une série de soldats en ex-Yougoslavie, et je voudrais rappeler que M. Moerman avait déposé une proposition de loi en cette matière.
Il importe de trouver une solution digne, humaine et rapide à cette douloureuse question. (Applaudissements sur de nombreux bancs)
Translated text
I would like to mention the introduction of risk insurance in operation.
Serious diseases, such as leukemia, have hit a number of soldiers in the former Yugoslavia, and I would like to remind that Mr. Moerman had submitted a bill on this subject.
It is important to find a dignified, human and quick solution to this painful question. (Applause from many banks)
#45
Official text
Artikel 15 van de programmawet betreft de "startlening".
Voortaan komen alle werkzoekenden die zich als zelfstandige wensen te vestigen, en niet enkel meer de volledig uitkeringsgerechtigde werklozen, in aanmerking voor deze lening die dus voor jonge `starters' beschikbaar is evenals voor de vroegere zelfstandige werknemers en voor de werklozen wier uitkeringen werden geschorst.
Het Participatiefonds moet de zelfstandigen én de oprichting van KMO's blijven ondersteunen. De nadruk dient te worden gelegd op het ondernemerschap, wat deze maatregel ook doet. (Applaus op de banken van PRL FDF MCC)
Translated text
Article 15 of the Program Law relates to the “start loan”. Their
From now on, all job seekers who wish to establish themselves as self-employed, and not only the fully eligible unemployed, will be eligible for this loan, which is thus available to young ‘starters’ as well as for the former self-employed and for the unemployed whose benefits were suspended.
The Participation Fund should continue to support self-employed and the establishment of SMEs. The emphasis should be placed on entrepreneurship, whatever this measure does. (Applause to the banks of PRL FDF MCC)
#46
Official text
L'article 15 de la loi-programme concerne le «prêt de lancement.» Désormais, tous les demandeurs d'emploi désireux de s'établir comme indépendants, et plus seulement les chômeurs complets indemnisés, pourront obtenir le bénéfice de ce prêt, disponible pour les jeunes travailleurs autant que pour les anciens travailleurs indépendants et pour les chômeurs dont les allocations ont été suspendues.
Le Fonds de participation doit continuer à soutenir les indépendants et la création de PME. L'accent doit être mis sur l'entreprenariat, ce que fait cette mesure. (Applaudissements sur les bancs du PRL FDF MCC)
Translated text
From now on, all job seekers wishing to establish themselves as self-employed, and more only fully compensated unemployed, will be able to benefit from this loan, available for young workers as well as for former self-employed and unemployed whose benefits have been suspended.
The Participation Fund must continue to support self-employed and the creation of SMEs. The emphasis should be placed on entrepreneurship, which is what this measure does. (Applause on the banks of the PRL FDF MCC)
#47
Official text
Wij komen onze belofte na. Ik heb nota genomen van de voorstellen van de heer Moerman die door Mevrouw Lejeune worden overgenomen. Het doet er niet toe welke commissie dit dossier behandelt. Het belangrijkste is dat het probleem wordt opgelost.
Translated text
We keep our promise. I have taken note of the proposals of Mr. Moerman, which are taken over by Mrs. Lejeune. It does not matter which committee deals with this matter. The most important thing is that the problem is solved.
#48
Official text
Nous n'oublions pas la parole donnée ici. J'ai pris note des suggestions de M. Moerman relayées par Mme Lejeune. Peu importe la commission qui traite le dossier, l'essentiel, c'est de résoudre ce problème.
Translated text
We do not forget the word given here. I have taken note of the suggestions of Mr. Moerman relayed by Mrs. Lejeune. No matter which committee deals with the case, the main thing is to solve this problem.
#49
Official text
Wij hebben uitdrukking willen geven aan de politieke intentie om de druk op de gemeenten te verminderen. In de Senaat werd dit reeds vertaald in de nagenoeg eenparige goedkeuring van een voorstel van dezelfde strekking als dit amendement, dat ertoe strekt de 3% administratieve kosten die de gemeenten moeten betalen voor de inning van de persoonsbelasting, af te schaffen.
Er diende weliswaar opnieuw naar een zekere billijkheid gestreefd te worden onder de gemeenten inzake veiligheidsbeheer, vandaar de politiehervorming, maar sommigen hebben daarbij geen oog gehad of willen hebben voor de gevolgen van dat alles voor de gemeenten.
Translated text
We wanted to express the political intention to reduce the pressure on the municipalities. In the Senate this was already translated into the almost unanimous approval of a proposal of the same direction as this amendment, which aims to eliminate the 3% administrative costs that municipalities must pay for the collection of the personal tax.
Although it was necessary to seek again a certain level of equality among the municipalities in the field of security management, hence the police reform, some have not seen or want to see the consequences of all this for the municipalities.
#50
Official text
Nous avons voulu exprimer l'intention politique de soulager les communes, qui s'est traduite, au Sénat, par le vote à la quasi-unanimité d'une proposition allant dans le même sens que cet amendement et visant à supprimer les 3% de frais administratifs à charge des communes sur la perception de l'IPP.
Translated text
We wanted to express the political intention to relieve the communes, which was reflected, in the Senate, by the almost unanimous vote on a proposal going in the same direction as this amendment and aiming to remove the 3% of administrative costs borne by the communes on the perception of the IPP.
#51
Official text
Il fallait certes rétablir une certaine équité entre les communes, dans la gestion de la sécurité, par la réforme des polices. D'aucuns n'ont pas imaginé, ou voulu imaginer, quelles en seraient les conséquences pour les communes.
Translated text
It was ⁇ necessary to restore a certain equity between the communes, in the management of security, through the reform of the police. Some did not imagine, or wanted to imagine, what would be the consequences for the communes.
#52
Official text
Al heeft de federale regering via het overleg de gemeenten de hand gereikt, hun ongerustheid is daarmee niet weggenomen. Même si le gouvernement fédéral, par la concertation, a fait un pas vers les communes, les inquiétudes de ces dernières subsistent. Ik betreur het vertrek van de heer Bellot. Hij woonde net als ik gisteren een vergadering van 38 burgemeesters bij en had mij dunkt ons amendement kunnen steunen.
Translated text
Although the federal government has reached the hands of the municipalities through the consultation, their concerns have not been removed. Même si le gouvernement fédéral, par la concertation, a fait un pas vers les communes, les inquiétudes de ces dernières subsistent. I regret Mr. Bellot’s departure. He, as I did yesterday, attended a meeting of 38 mayors and I think I could have supported our amendment.
#53
Official text
Als de belastinghervorming de gemeenten ertoe noopt de opcentiemen te verhogen, zal ze in de praktijk niets opleveren.
Translated text
If the tax reform forces the municipalities to raise the interest rates, it will yield nothing in practice.
#54
Official text
Sommige Waalse gemeenten overschrijden moeiteloos de normen van het fiscaal pact. Is dat dan niet meer dan een vrome wens?
Translated text
Some Wallonian municipalities easily exceed the standards of the fiscal pact. Is this nothing more than a worthy wish?
#55
Official text
Ik herinner u eraan dat dat amendement door de Senaat zonder probleem werd aangenomen. Je regrette le départ de M. Bellot. Présent comme moi hier à une réunion de 38 bourgmestres, il aurait pu, je crois, soutenir notre amendement.
Translated text
I remember the amendment by the Senate without a problem was accepted. I regret the departure of Mr. by Bellot. Present as I was yesterday at a meeting of 38 mayors, I think he could have supported our amendment.
#56
Official text
Si la réforme fiscale amène les communes à devoir accroître leurs additionnels, il n'y aura aucun résultat pratique.
Translated text
If the tax reform causes the municipalities to have to increase their additional income, there will be no practical result.
#57
Official text
Certaines communes de Wallonie dépassent allègrement les normes prévues dans le pacte fiscal. Celui-ci ne serait-il qu'un voeu pieux?
Translated text
Some municipalities in Wallonia are allegedly exceeding the standards stipulated in the fiscal pact. Would this be just a pious wish?
#58
Official text
Je rappelle que cet amendement va être adopté sans aucun problème au Sénat.
Translated text
This amendment will be adopted without any problems in the Senate.
#59
Official text
Monsieur le président, j'ai été désignée co-rapporteuse par la commission. Ce projet de loi a été joint aux propositions de Mme Pieters et de M. Viseur, déposées antérieurement mais visant le même type de besoins. L'objectif de ces chèquesservices est de répondre aux nombreux besoins créés par la mutation de la famille et parallèlement, de répondre aux nombreux demandeurs d'emploi peu qualifiés qui souhaitent s'investir sur le marché du travail. Il existe une concordance entre les objectifs de lutte contre le travail au noir et ceux de la création d'emploi. Tout cela n'est possible que via une solvabilité de la demande.
Le Conseil d'Etat a relevé des problèmes liés aux compétences de chaque niveau. Il préconise que l'aide aux personnes passe par le filtre des communautés. La ministre a donc construit un système dans ce sens-là. L'agrément au niveau des services concernant l'aide aux personnes, passe d'abord par les communautés avant d'arriver aux régions. A l'heure actuelle, cette mesure concerne uniquement les particuliers.
Les secteurs concernés sont: l'aide à domicile, la garde d'enfants et l'aide aux personnes âgées. Les entreprises pouvant prester ces services peuvent tout aussi bien être de type commercial, qu'une ASBL, une mutualité ou une société à finalité sociale... Les emplois crées sont « véritables », c'est-à-dire des contrats de travail régis par la loi de 1978, devant être au minimum à mi-temps.
Comment va fonctionner le système? La personne qui souhaite faire appel à un travailleur engagé dans le cadre de cette opération, devra acheter des chèques à la société émettrice et signer un contrat avec l'entreprise prestataire de services. La société émettrice, après avoir reçu le chèque de l'employeur, ira collecter la moitié de la somme versée par l'Etat à la région, l'autre moitié à l'ONEM, et paiera l'ensemble à la société agréée prestant le service.
Le budget au niveau de l'Etat fédéral sera assuré par l'ONSS gestion globale. La société émettrice sera, elle aussi, financée par l'Etat fédéral. La déductibilité fiscale sera à la même hauteur que celle qui est à l'heure actuelle accordée aux ALE, afin de ne pas avoir une concurrence déloyale entre les deux systèmes. Une évaluation sera établie tous les six mois sur la base du nombre de chèques-services émis et du bilan de la situation relative à l'utilisation des budgets, cela afin d'éviter les éventuels dépassements.
Mme Pieters a déploré que la version néerlandaise du texte soit si mal écrite, ce que d'autres députés néerlandophones ont également relevé. Elle a regretté que le Conseil national du travail ne soit pas saisi une seconde fois après la réécriture du projet, et s'est inquiétée que la notion de conflit d'intérêts avec les communautés continue à être patente. Mme Pieters a l'impression, mais cela a été contredit par d'autres interlocuteurs néerlandophones par la suite, que la Région flamande n'a pas spécialement besoin de ce type d'emploi, étant donné que l'aide aux personnes est déjà très développée.
De plus, les Agences locales pour l'emploi participent déjà à cette réinsertion des chômeurs de longue durée et permettent déjà une lutte contre le travail au noir dans le secteur de l'emploi à domicile. Elle trouve aussi que les entreprises d'économie sociale qui sont actives dans ce type de service sont déjà bien développées en Flandre.
Elle regrette que les titres-services de type peinture et pose de papier peint aient été supprimés un peu rapidement par Mme Onkelinx et elle se demande comment s'articulera la concurrence entre ces nouveaux titres-services et l'ensemble des services d'aide familiale qui existent déjà sur le terrain. Cette demande sera d'ailleurs formulée plusieurs fois par les intervenants.
En ce qui concerne l'accueil des enfants, il est clair qu'un besoin subsiste mais étant donné que ces titres-services ne pourront pas être utilisés par les structures collectives, ce type de mesure ne pourra pas répondre à ce besoin. Elle se demande si ce texte apporte réellement quelque chose. Elle s'inquiète du fait qu'on risque de n'avoir qu'un effet de substitution entre services existants et nouveaux services reconnus. Elle se demande si du personnel supplémentaire sera embauché. Si ce n'était pas le cas, elle estime que ce serait une subvention pure et simple d'entreprises privées.
M. Viseur estime que la proposition va dans la bonne voie. Il se demande pour quelles raisons il y a des différences de traduction. En français, on parle de "titres-services" tandis qu'en néerlandais, on garde l'ancienne dénomination "dienstencheques". Il s'inquiète des problèmes de complémentarité et de concurrence entre les services existants et les nouveaux services qui seront agréés, tout particulièrement dans le domaine de l'aide aux personnes. Il demande à Mme Onkelinx, qui marque son accord, de préciser que les maisons de repos ne peuvent pas faire appel à ce type de mesure.
M. Viseur se demande encore comment on pourra faire concorder la faible qualification des travailleurs qui recherchent un emploi dans ce type de secteur avec la nécessité d'offrir des services de qualité.
Par ailleurs, M. Viseur et d'autres intervenants s'interrogent sur le problème de la limitation dans le budget. A l'heure actuelle, un milliard seulement est prévu au niveau fédéral. Cela risque d'être rapidement insuffisant.
M. Viseur et d'autres intervenants se posent la question de savoir comment la personne inscrite dans une structure de type ALE se sentira concernée par une nouvelle structure d'économie sociale. Une concurrence va donc en résulter.
Il rappelle que les besoins rencontrés par ces titres-services pourraient l'être aussi par cette assurance "dépendance" dont on parle beaucoup mais qui ne voit jamais le jour. Il y demeure cependant très attaché. Il s'interroge surtout sur le coût exact de ces chèques-service du fait que dans le projet, il n'est nulle part indiqué quel en sera le coût pour l'Etat et les régions.
M. Bonte émet des regrets vis-à-vis de la version néerlandophone qui a été un peu revue entretemps. Il regrette surtout les importantes délégations de compétences qui sont accordées au Roi. Un amendement est d'ailleurs prévu pour les réduire.
Plusieurs personnes, dont M. Bonte, s'inquiètent de savoir si les CPAS pourront eux aussi être reconnus en tant qu'entreprises agréées. Elles annoncent le dépôt d'un amendement, qui sera voté par la suite, visant à ce que les travailleurs concernés soient considérés comme des demandeurs d'emploi non occupés.
Mme Cahay s'inquiète du risque de concurrence avec des petits indépendants, tout particulièrement en ce qui concerne les emplois de jardinage. Mme Onkelinx lui répondra que le jardinage et la tonte ne sont pas permis par le système contrairement au système des ALE.
Mme Van de Casteele s'inquiète des confusions qui sont possibles entre les différents systèmes qui existent à l'heure actuelle: les chèques ALE, les chèques "soins" et les titres-services. Tout cela risque d'amener la confusion parmi les utilisateurs.
M. Delizée se réjouit que l'on sorte du cloisonnement entre secteurs privé et public, entre secteurs marchand et non marchand. Il apprécie également que l'on sorte de la dualité des petits boulots qui pouvaient exister dans le système ALE pour évoluer vers un système plus professionnel. Etant donné que les régions sont compétentes pour l'agrément, il s'inquiète du risque possible d'en arriver à un système à géométrie variable, où les services offerts seraient différents dans les trois régions. Il souhaite vérifier que les agences d'intérim ne peuvent être agréées, ce qui est confirmé. Voilà pour l'essentiel, monsieur le président.
Translated text
I was appointed co-rapporteur by the committee. This bill was accompanied by the proposals of Ms. Pieters and Mr. Visitor, filed previously but targeting the same type of needs. The purpose of these chequeservices is to meet the many needs created by the family shift and, in parallel, to meet the many low-skilled job seekers who wish to invest in the labour market. There is a consistency between the objectives of combating black labour and those of job creation. All this is possible only through a solvency of demand. by
The State Council highlighted problems related to the competence of each level. It advocates that assistance to people goes through the community filters. Therefore, the Minister has built a system in that sense. Approval at the service level concerning assistance to individuals first passes through communities before reaching regions. Currently, this measure only applies to individuals. by
The sectors concerned are: home assistance, childcare and assistance to the elderly. Companies that can provide these services can be of commercial type, as well as an ASBL, a mutuality or a social purpose company. The jobs created are “real”, i.e. labor contracts governed by the law of 1978, which must be at least half-time. by
How will the system work? The person who wishes to hire a worker engaged in this operation must purchase checks from the issuing company and sign a contract with the service provider. The issuing company, after receiving the cheque from the employer, will collect half of the amount paid by the State to the region, the other half to the ONEM, and will pay the whole to the authorized company providing the service. by
The budget at the federal state level will be provided by the ONSS Global Management. The issuing company will also be funded by the federal state. The tax deductibility will be at the same level as that currently granted to the EEAs, in order to avoid unfair competition between the two systems. An evaluation will be made every six months on the basis of the number of service checks issued and the balance sheet of the situation relating to the use of budgets, in order to avoid possible excesses.
Pieters regretted that the Dutch version of the text was so poorly written, which other Dutch-speaking MEPs also noted. She regretted that the National Labour Council was not addressed a second time after the re-writing of the project, and was concerned that the notion of conflict of interest with communities continues to be evident. Mr Pieters has the impression, but it has been contradicted by other Dutch speaking interlocutors subsequently, that the Flemish Region does not specifically need this type of employment, given that humanitarian aid is already highly developed.
In addition, local employment agencies are already participating in this reintegration of long-term unemployed and are already enabling the fight against black labour in the home employment sector. She also finds that social economy companies that are active in this type of service are already well developed in Flanders. by
She regrets that the title-services such as painting and wallpaper laying have been removed somewhat quickly by Ms. Onkelinx and she wonderes how the competition between these new title-services and all the family support services already existing on the ground will be articulated. This request will be made several times by the speakers.
When it comes to childcare, it is clear that there is still a need, but since these service titles cannot be used by collective structures, this type of measure will not be able to meet this need. I wonder if this book really brings something. It is concerned that there is a risk of having only a substitution effect between existing services and new recognized services. The question is whether additional staff will be hired. If this were not the case, she believes that it would be a pure subsidy from private companies. by
by Mr. Viser believes that the proposal is on the right track. He asks why there are differences in translation. In French, we speak of "titles-services" while in Dutch, we retain the old name "dienstencheques". It is concerned about the problems of complementarity and competition between existing services and new services that will be authorised, ⁇ in the field of humanitarian aid. He asks Ms. Onkelinx, who signs her agreement, to clarify that rest homes cannot resort to this type of measure. by
by Mr. Viseur still asks how we can reconcile the low qualification of workers seeking employment in this type of sector with the need to offer quality services. by
In addition, Mr. Viseur and other stakeholders question the problem of limiting the budget. At present, only one billion is planned at the federal level. This can quickly be insufficient.
by Mr. Viseur and other stakeholders ask themselves how the person enrolled in an ALE type structure will feel concerned by a new structure of social economy. This will result in competition.
He reminds that the needs met by these titles-services could also be by this insurance "dependence" of which we talk a lot but which never comes to light. However, he remains very attached. He asks himself above all about the exact cost of these service cheques because in the project, there is nowhere indicated what will be the cost for the state and the regions. by
by Mr. Bonte expresses regrets about the Dutch-speaking version that has been revised somewhat in the meantime. He especially regrets the important delegations of powers that are granted to the King. There is an amendment to reduce them. by
Many people, including Mr. Bonte, are concerned about whether CPAS can also be recognized as licensed companies. They announce the filing of an amendment, which will be voted subsequently, to ensure that the workers concerned are considered as unemployed job seekers. by
Ms. Cahay is concerned about the risk of competition with small self-employed, ⁇ with regard to gardening jobs. Ms. Onkelinx will answer that gardening and grinding are not allowed by the system unlike the ALE system.
Van de Casteele is concerned about the possible confusion between the different systems that exist at present: ALE cheques, “health” cheques and service securities. This can lead to confusion among users. by
by Mr. Delizée is pleased that we come out of the separation between private and public sectors, between merchant and non-merchant sectors. He also appreciates that one can get out of the duality of the small boulots that could exist in the ALE system to evolve towards a more professional system. Since the regions are competent for the approval, it is concerned about the possible risk of a variable geometry system, where the services offered would be different in the three regions. He wants to verify that interim agencies cannot be licensed, which is confirmed. This is the most important thing, Mr. President.
#60
Official text
Chers collègues, je vous prie de prendre note de la rectification suivante. Le document 1281/3 ne portait que le nom de Paul Timmermans en première page.
Je constate que Mme Genot était bien corapporteur: selon la signature mais pas selon l'intitulé.
Je crois que M. Langendries souhaite intervenir.
Translated text
Please note the following correction. The 1281/3 document only contained the name of Paul Timmermans on the front page.
I find that Ms. Genot was well co-rapporteur: according to the signature but not according to the title.
I think mr. Langendries wants to intervene.
#61
Official text
Monsieur le président, je voudrais savoir si Mme la ministre sera présente. Dans le cas contraire, je n'interviendrai pas.
Translated text
I would like to know if the Minister will be present. Otherwise, I will not intervene.
#62
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik heb met mevrouw Onkelinx afgesproken dat ik haar zou vervangen. Het probleem is dat zij momenteel een commissievergadering bijwoont.
Translated text
Mr. Speaker, I agreed with Ms. Onkelinx that I would replace her. The problem is that she is currently attending a committee meeting.
#63
Official text
Monsieur le président, dans ce cas, je préfère intervenir demain, à l'occasion du vote.
Translated text
In this case, I would rather intervene tomorrow, on the occasion of the vote.
#64
Official text
J'en prends acte.
Translated text
I take note of it.
#65
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik betreur eveneens dat de minister, mevrouw Onkelinx, hier niet aanwezig is voor een wetsontwerp waaraan zij ogenschijnlijk zoveel belang hecht en waarop zij zo lang heeft moeten studeren vooraleer het hier ter tafel kwam. Nu wij de plenaire bespreking moeten aanvatten, is zij afwezig. Hetzelfde geldt voor de meerderheid. In de commissievergaderingen werden wij voortdurend geconfronteerd met de partiële afwezigheid van de meerderheid, zodat we niet konden voortwerken. Ik vind dat niet goed. Ik vraag u daarom om de ministers ervan te verwittigen dat hun wetsontwerpen hier worden besproken, zodat zij aanwezig kunnen zijn.
Ik dank mevrouw Genot voor het verslag dat ze gebracht heeft. In grote lijnen heeft zij de bezorgdheden van onze partij weergegeven.
In eerste instantie wees ik erop dat de memorie van toelichting in een afschuwelijke taal is neergeschreven. De oorspronkelijke tekst was in het Frans gesteld en dat is duidelijk te merken. Men heeft geen enkele moeite gedaan om een goede vertaaldienst aan dat document te laten werken. Ik vind het schandalig dat wij met dergelijke Nederlandse teksten worden geconfronteerd. De minister heeft zich daarvoor verontschuldigd. Dat is uiteraard positief, maar het verandert niets, het feit is dat de tekst ongewijzigd blijft. Mijn bemerking in verband met het slechte Nederlands trek ik dus niet in.
Bij vragen rond dienstencheques, buurtdiensten en Plaatselijke Werkagentschappen (PWA's) heeft de minister zich in de commissie meermaals verantwoord voor het lange aanslepen van dit wetsontwerp. De reden daarvoor was dat zij zeer veel instanties moest raadplegen, zoals de Raad van State, Europa en de Nationale Arbeidsraad.
Wij hebben de minister geconfronteerd met de volgende twee zaken. Ten eerste, wat de Europese dimensie betreft, is er al snel een brief gekomen van de permanente vertegenwoordiger van de Europese Unie. Hij deelde de minister mee dat zij dat ontwerp niet moest overzenden aan Europa. Het argument "Europa" valt dus weg. Ten tweede, van de Nationale Arbeidsraad heeft de minister een advies gekregen op 18 juli 2000, aangevuld met zeer veel opmerkingen. Een van de vragen van de NAR was dat wanneer het wetsontwerp ingediend zou worden, de Nationale Arbeidsraad de zaak opnieuw zou kunnen bestuderen en een advies geven. De minister vindt het echter niet nuttig om de Nationale Arbeidsraad opnieuw te consulteren en heeft het ontwerp dus niet meer voorgelegd. Ondertussen zijn er sinds de afschaffing van de dienstencheques al twee jaren verstreken. Morgen kunnen wij eindelijk overgaan tot de stemming. Er is dus ongelooflijk veel tijd verloren gegaan aan zaken die vooropgesteld werden, maar die nooit zijn ingevuld.
De minister heeft het ontwerp geplaatst in de werkgelegenheidspolitiek. Uiteraard is dat een federale bevoegdheid. Daarentegen zijn de activiteiten waarop de buurtdiensten slaan, louter vormen van bijstand aan personen. Bijgevolg stelde de Raad van State dat het om een geregionaliseerde materie gaat. Wij hebben verwittigd voor een belangenconflict met mogelijke schorsing van de procedure. Momenteel wordt dat belangenconflict bij urgentie besproken in het Vlaams Parlement. Wij wachten nog op het resultaat van die bespreking.
Om u even te wijzen op het belang van de adviezen van de NAR, wil ik elementen van het advies van 18 juli 2000 naar voren brengen. De NAR vraagt uitdrukkelijk om betrokken te worden bij de evaluatie van het systeem. De NAR vraagt in tweede instantie dat dezelfde voorwaarden zouden gelden voor alle werknemers en de drie gewesten. Hieraan is niet tegemoetgekomen, niet in het oorspronkelijk wetsontwerp dat aan de NAR werd voorgelegd en evenmin in het uiteindelijke voorontwerp dat bij de Kamer werd ingediend. Ten derde, spreken de werknemersvertegenwoordigers over het gebrek aan voorafgaand onderzoek en evaluatie van het bestaande dienstenaanbod en de bestaande behoeften. De bepalingen van het ontwerp leiden volgens de NAR tot een opeenstapeling van verschillende ongestructureerde systemen, wat verwarrend kan zijn voor de potentiële gebruiker. Ik wil daar heel duidelijk aan toevoegen dat dergelijke wetsontwerpen niet passen in wat een behoorlijk bestuur hoort te zijn. Ten vierde, waarschuwen de werknemersvertegenwoordigers voor de kans op verschuivingen van het bestaande aanbod van diensten naar het nieuw voorgestelde systeem, wat uiteindelijk geen banengroei kan opleveren. De werkgevers van hun kant dringen aan op een gelijke erkenningsregeling voor de drie gewesten. De NAR bleef dus met een aantal vragen zitten waarop hij geen antwoord heeft gekregen. Ik heb dat zeer duidelijk gezegd aan de minister, wat mevrouw Genot in het verslag ook heeft meegedeeld. De minister heeft echter laten verstaan dat zij het absoluut niet opportuun vond om de NAR in tweede instantie te consulteren. De opmerkingen van de NAR zullen een rode draad vormen door onze uiteenzettingen.
Mijnheer de voorzitter, het nieuwe systeem van dienstencheques wordt opgezet omdat er nog veel behoeften bestaan. Dat wordt in de eerste alinea van het ontwerp vermeld. Wij moeten echter constateren dat de hulp aan personen — ik spreek vanuit de Vlaamse context — zeer sterk is uitgebouwd. Tal van organisaties hebben in het verleden initiatieven genomen om nieuwe behoeften van individuen en gezinnen in te vullen. Bekende voorbeelden zijn poetsdiensten en thuisverpleging. Deze diensten werden mee als gevolg van de stijgende arbeidsparticipatie van de vrouw en de groeiende levensverwachting uitgebouwd vanuit de filosofie dat mensen zo lang mogelijk in het vertrouwde thuismilieu moeten vertoeven. Een vroegere poging om voornamelijk voor langdurig werklozen nieuwe marktsegmenten aan te boren, wat ook in dit wetsontwerp is vervat, waren de PWA's. De PWA's kunnen als een tewerkstellingsmaatregel worden beschouwd aangezien het de bedoeling is werklozen te werk te stellen en ze aldus te laten doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt. De PWA's dienden nieuwe doelstellingen te verwezenlijken, in eerste instantie tewerkstelling creëren, in tweede instantie inspelen op de nieuwe behoeften van de gezinnen en ten slotte het witten van zwartwerk. Wij kunnen ons de vraag stellen wat dan de toegevoegde waarde is van de buurtdiensten die nu aan de orde zijn. De dienstencheque, die door de vorige minister van Tewerkstelling en Arbeid in het leven werd geroepen, heeft verkeerdelijk de naam dienstencheque gekregen. Ik geef dat toe. Men had hem beter handelscheque kunnen noemen omdat hij in de commerciële sector is gesitueerd, namelijk de schilder- en behangerssector.
Het was de bedoeling om daarmee zuurstof te geven aan een zeer beperkt marktsegment, daar het zwartwerk in te dijken, de kostprijs van deze cheques te verminderen en uiteindelijk de tewerkstelling te bevorderen. Verder dan een experiment is deze handels- of dienstencheque niet gekomen. Er rezen verscheidene problemen omdat slechts in een beperkt budget was voorzien en omdat de vraag bijzonder groot was.
Bij het aantreden van de nieuwe regering was het budget opgebruikt en moesten dus nieuwe middelen worden uitgetrokken. De minister van Werkgelegenheid heeft echter onmiddellijk een studie door de ULB laten uitvoeren. Uit deze studie is gebleken dat het tewerkstellingseffect niet was wat men uiteindelijk had verhoopt.
Wij hebben altijd onderstreept dat dit onmogelijk was aangezien het systeem zeer fragmentair was en omwille van de beperkte middelen die waren uitgetrokken. In 1999 bedroeg het aantal schildersbedrijven-acceptanten 3.708 en liep het aantal gebruikers op tot meer dan 18.000. Er werden meer dan 15.000 cheques verkocht voor een bedrag van meer dan 13.328 miljoen Belgische frank. 83% daarvan ging naar Vlaanderen, 13,7 procent naar Wallonië. De dienstencheques of de handelscheques waren bijzonder goed. Ik heb een nieuw voorstel ingediend dat een aantal bijsturingen bevatte naar aanleiding van vastgestelde gebreken.
Mijnheer de voorzitter, vooraleer mijn uiteenzetting zal ik de minister en de collega laten uitpraten.
Translated text
Mr. Speaker, I also regret that the Minister, Ms. Onkelinx, is not present here for a draft law to which she apparently attaches so much importance and which she had to study so long before it came to the table here. Now that we have to begin the plenary session, she is absent. The same goes for the majority. In the committee meetings we were constantly confronted with the partial absence of the majority, so we could not continue to work. I do not think that is good. I therefore ask you to inform the ministers that their draft laws are being discussed here so that they can be present.
I would like to thank Mrs. Genot for the report she brought. In general, she expressed the concerns of our party.
Initially, I pointed out that the memory of explanation is written in a horrible language. The original text was written in French and that is clear. No effort has been made to get a good translation service to work on that document. I find it scandalous that we are confronted with such Dutch texts. The Minister has apologized for this. That is, of course, positive, but it does not change anything, the fact is that the text remains unchanged. Therefore, my comment on the bad Dutch I do not take into account.
When asked about service cheques, neighborhood services and Local Employment Agencies (PWAs), the Minister has repeatedly held himself responsible in the committee for the long follow-up of this bill. The reason for this was that she had to consult very many bodies, such as the State Council, Europe and the National Labour Council.
We have faced the Minister with the following two issues. First, as regards the European dimension, a letter from the Permanent Representative of the European Union has soon arrived. He told the minister that it should not send that draft to Europe. The “Europe” argument is therefore gone. Secondly, the Minister received an opinion from the National Labour Council on 18 July 2000, supplemented by a very large number of comments. One of the NAR’s questions was that when the bill was submitted, the National Labour Council could re-examine the case and give an opinion. However, the Minister does not find it useful to re-consult the National Labour Council and has therefore no longer submitted the draft. Meanwhile, two years have passed since the abolition of service checks. Tomorrow we can finally go to the vote. Therefore, an incredible amount of time has been wasted on things that were predetermined but never completed.
The Minister has incorporated the draft into the employment policy. This is a federal authority. On the contrary, the activities covered by the neighborhood services are merely forms of assistance to persons. Consequently, the State Council concluded that it was a regionalized matter. We have warned of a conflict of interest with possible suspension of the procedure. This conflict of interest is currently being discussed urgently in the Flemish Parliament. We are still waiting for the outcome of this discussion.
In order to highlight the importance of the opinions of the NAR, I would like to highlight elements of the opinion of 18 July 2000. The NAR explicitly requests to be involved in the evaluation of the system. In the second instance, the NAR requests that the same conditions apply to all employees and the three regions. This has not been addressed, neither in the original bill submitted to the NAR nor in the final preliminary draft submitted to the Chamber. Thirdly, the workers’ representatives speak of the lack of pre-examination and evaluation of the existing service offering and the existing needs. The provisions of the design lead, according to the NAR, to a stacking of various unstructured systems, which can be confusing for the potential user. I would like to add very clearly that such draft laws do not fit into what good governance should be. Fourth, workers’ representatives warn of the possibility of shifts from the existing supply of services to the newly proposed system, which could ultimately not generate job growth. Employers, for their part, are calling for an equal recognition scheme for the three regions. The NAR therefore remained with a number of questions to which he did not get an answer. I have said this very clearly to the Minister, which Ms. Genot also communicated in the report. However, the Minister has made clear that it has absolutely not considered appropriate to consult the NAR in second instance. The comments of the NAR will form a red thread through our presentations.
The new system of service cheques is being established because there are still many needs. This is stated in the first paragraph of the draft. However, we must note that the aid to individuals — I speak from the Flemish context — has been developed very strongly. Numerous organizations have taken initiatives in the past to meet new needs of individuals and families. Well-known examples are washing services and home care. These services were incorporated as a result of the increasing labour participation of women and the increasing life expectancy from the philosophy that people should stay in the familiar home environment as long as possible. A previous attempt to attract new market segments primarily for long-term unemployed, which is also included in this bill, were the PWAs. PWAs can be regarded as an employment measure as they are intended to employ unemployed and thus allow them to flow into the regular labour market. The PWAs had to ⁇ new objectives, firstly creating employment, secondly responding to the new needs of the families and finally whitening black work. We can ask ourselves what the added value is of the neighborhood services that are now being discussed. The service cheque, which was created by the former Minister of Employment and Labour, was mistakenly named service cheque. I admit that. It could have been better called a trade cheque because it is situated in the commercial sector, namely the painter and tapestry sector.
It was intended to provide oxygen to a very limited market segment, in order to eliminate black labour, reduce the cost of these cheques and ultimately promote employment. Further than an experiment, this trade or service check did not come. Several problems arose because only a limited budget was provided and because the demand was ⁇ large.
When the new government came into office, the budget was exhausted and therefore new resources had to be allocated. However, the Minister of Employment immediately commissioned a study by the ULB. This study showed that the employment effect was not what was eventually expected.
We have always emphasized that this was impossible because the system was very fragmented and because of the limited resources that were allocated. In 1999, the number of painter companies-acceptants was 3,708 and the number of users rose to more than 18,000. More than 15,000 cheques were sold for more than 13,328 million Belgian francs. 83% of them went to Flanders, 13.7% to Wallonia. The service cheques or trade cheques were ⁇ good. I submitted a new proposal that included a number of adjustments due to identified shortcomings.
Before I speak, I will let the Minister and colleagues speak.
#66
Official text
Madame la ministre, je voudrais mettre certaines choses au point. Il y a quelques instants, M. Langendries a réclamé votre présence en séance. Je lui ai répondu que le ministre Vandenbroucke vous remplaçait, puisque vous deviez être présente au Sénat. Je veux donc bien que vous ayez une discussion en aparté avec M. Anthuenis, mais je crois que vous avez mal choisi le moment de le faire.
Translated text
Mr. Minister, I would like to point out some things. A few days ago, Mr. Langendries has requested your presence in the session. I replied that Minister Vandenbroucke would replace you, since you should be present in the Senate. Therefore, I would like you to have a separate discussion with mr. Anthuenis, but I think you chose the wrong time to do so.
#67
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, de dienstencheques worden na twee jaar opnieuw bovengehaald, weliswaar met een uitgesproken "dienst"karakter. Opnieuw wenste men "buurtdiensten" te operationaliseren. De beoogde activiteiten worden vandaag reeds aangeboden, onder meer aan zorgafhankelijken in de samenleving en het zijn voornamelijk de OCMW's en de zuilgebonden organisaties die zich hebben toegelegd op de ontwikkeling van dit marktsegment van bejaarden- en gezinshulp. Het zal wel toevallig zijn dat deze diensten in Vlaanderen sterker zijn uitgebouwd dan in Wallonië.
Mijnheer de minister, in het kader van een actieve welvaartstaat moet kinderopvang zeker worden uitgebouwd, maar ook hier bestaat reeds een ruim aanbod, opnieuw sterker ontwikkeld in Vlaanderen dan in Wallonië. In het ontwerp wordt expliciet ingeschreven dat voor kinderopvang collectieve structuren worden uitgesloten. Dat betekent dat instellingen voor kinderopvang geen cheques kunnen ontvangen.
Mijnheer de minister, zou dit betekenen dat de diensten voor kinderopvang uitgesloten zijn als toepassingsgebied van de wet, waardoor alleen de opvangouders in aanmerking komen voor hun prestaties als zelfstandigen? Dat beangstigt ons, want dit is niet de context waarbinnen wij en u de vraag naar onthaalhouders hebben gesteld.
Ik heb een tweede opmerking inzake de meerwaarde van dit voorstel. Men wil nieuwe activiteiten organiseren, maar deze activiteiten zijn nu reeds georganiseerd. Wil men een oplossing bieden aan de vraag van de opvanggezinnen naar een valabel statuut? Is dat het kanaal dat wordt gekozen om daarop een antwoord te geven? Mijnheer de minister, de buurtdiensten gebruiken om aan de opvanggezinnen een statuut te verlenen, is geen correcte toepassing van de wettelijke bepalingen van het arbeidsrecht en het recht op sociale zekerheid dat de onthaalouders vragen. Indien dit uw bedoeling zou zijn, is het perfide en niet aanvaardbaar voor de opvanggezinnen.
In de begroting is 1 miljard frank ingeschreven ten laste van de federale overheid. De betrokken gewesten zouden daar telkens 1 miljard frank moeten aan toevoegen
De verantwoording van deze maatregel slaat nergens op: men beweert dat in bestaande behoeften niet wordt voorzien. Toch bestaan er wel degelijk diensten die in het aanbod van het beoogde diensten van het ontwerp voorzien. Dat de vraag groter is dan het aanbod, is een feit. Beter zou men echter het aanbod verruimen. Nu wordt op de vraag ingespeeld. Bovendien zal de vraag stijgen, gelet op het fiscaal gunstig regime van de cheque. De vraag zal in het kader van deze wet van niet-erkende diensten naar erkende diensten verschuiven. Vandaag weten wij niet welke onderneming al dan niet een erkenning zal krijgen. Wij kennen ook de criteria niet. Wij komen in een samenwerkingsakkoord terecht. Het gevaar voor een onevenwicht is dus niet denkbeeldig. De vaststelling dat vandaag in een aantal behoeften niet wordt voorzien, zal dus over enkele jaren nog sterker bestaan dan vandaag.
Het uitgangspunt om dit in het Parlement te kunnen voorleggen, is dat men het als een tewerkstellingsmaatregel voordoet. Ons inziens is het banenscheppend karakter van deze maatregel echter totaal vrijblijvend. Het komt alleen voor in de definitie van artikel 2, 3°: ofwel gaat men de criteria tot erkenning opnemen in een samenwerkingsakkoord, ofwel kunnen ondernemingen zich laten erkennen en gebruikmaken van dienstencheques zonder bijkomend personeel aan te werven.
De minister deelt ook mee dat zij via dit wetsontwerp naar een vermindering van gendergebonden ongelijkheden streeft. Met dit wetsontwerp wil zij het voor vrouwen aantrekkelijker maken om in te treden in de zogezegde nieuwe activiteiten. Wij zijn ervan overtuigd dat hier geen continue activiteiten worden gecreëerd. Dit is een tijdelijke oplossing voor vrouwelijke werkloosheid. Het budget is immers beperkt en als de middelen opgebruikt zijn, zullen deze vrouwen opnieuw in de werkloosheid vallen. Het zou veel nuttiger zijn geweest om structurele maatregelen te nemen teneinde de vrouwelijke werkloosheid op te lossen en teneinde deze activiteiten, die reeds bestaande activiteiten zijn, via het reeds bestaande aanbod te verbreden.
Kinderopvang en bejaardenhulp zijn geen nieuwe activiteiten. Welke nieuwe economische activiteiten zullen deze activiteiten, verbonden aan de dienstencheques, genereren? Wij hebben het meermaals aan de minister gevraagd. Wij hebben daarop geen enkel antwoord gekregen. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat hier geen nieuwe activiteiten worden gecreëerd, maar dat nieuwe subsidiekanalen voor bestaande activiteiten worden gecreëerd.
De Koning kan het toepassingsgebied specificeren of uitbreiden. Het gevaar bestaat dus duidelijk dat de federale overheid hier aan bevoegdheidsoverschrijding doet. Dat gevaar wordt trouwens expliciet vermeld in het advies van de Raad van State. De maatregelen die de federale overheid neemt, moeten worden beperkt tot loutere tewerkstellingsaspecten en mogen geen inhoudelijke regeling inhouden van verleende bijstand, omdat die bijstand ressorteert onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen. Het belangenconflict dat momenteel wordt uitgevochten, zal hierover uitsluitsel moeten brengen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit ontwerp is taalkundig ongelooflijk slecht opgesteld. Als het de bedoeling van de regering weergeeft, zal een verre van volwaardig statuut het gevolg zijn. Voor Vlaanderen heeft het geen zin om dit ontwerp te bekrachtigen.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, after two years, the service checks are repaid, although with a pronounced "service" character. Again, they wanted to operate “neighborhood services”. The planned activities are already offered today, including to health care dependents in society and it is mainly the OCMWs and the pillar-linked organisations that have committed themselves to developing this market segment of aging and family assistance. It will be a coincidence that these services have been developed more strongly in Flanders than in Wallonia.
Mr. Minister, within the framework of an active welfare state, child care must ⁇ be expanded, but also here there is already a broad offer, again stronger developed in Flanders than in Wallonia. The draft explicitly states that collective structures for childcare are excluded. This means that childcare institutions cannot receive checks.
Mr. Minister, would this mean that childcare services are excluded from the scope of the law, thereby entering into the scope of their performance as self-employed workers only? That frightens us, because this is not the context in which we and you have asked for receiver holders.
I have a second observation on the added value of this proposal. They want to organize new activities, but these activities are already organized. Do you want to provide a solution to the demand of the host families for a valid status? Is this the channel that is chosen to answer this question? Mr. Minister, using the neighborhood services to grant a status to the host families is not the correct application of the legal provisions of the labour law and the right to social security that the recipient parents demand. If this is your intention, it is perfidious and unacceptable for the host families.
In the budget, 1 billion francs are registered at the expense of the federal government. The regions concerned would have to add 1 billion francs each.
The accountability of this measure is nonexistent: it is claimed that the existing needs are not met. Nevertheless, there are services that provide in the offer of the intended services of the design. The fact that demand is greater than supply is a fact. It would be better to expand the offer. Now the question is being questioned. In addition, the demand will rise, given the fiscal favourable regime of the check. The demand will shift from unrecognized services to recognised services within the framework of this law. Currently, we do not know which company will receive recognition or not. We do not know the criteria either. We have reached a cooperation agreement. The danger of an imbalance is therefore unimaginable. The assumption that some needs are not met today will therefore be even stronger in a few years than it is today.
The starting point of being able to present this in Parliament is that it is presented as an employment measure. In our view, however, the employment-creating nature of this measure is entirely non-binding. It occurs only in the definition of Article 2, 3°: either the criteria for recognition are to be included in a cooperation agreement, or companies can be recognised and use service cheques without hiring additional personnel.
The Minister also informs that through this bill it seeks to reduce gender-based inequalities. With this bill, she aims to make it more attractive for women to enter the so-called new activities. We are convinced that there is no continuous activity being created here. This is a temporary solution to female unemployment. After all, the budget is limited and if the resources are exhausted, these women will fall back into unemployment. It would have been much more useful to take structural measures to address female unemployment and to expand these activities, which are already existing activities, through the already existing supply.
Childcare and elderly care are not new activities. What new economic activities will these activities, linked to the service cheques, generate? We have asked the Minister several times. We have not received any response to this. We are therefore convinced that here no new activities will be created, but that new subsidy channels for existing activities will be created.
The King may specify or extend the scope. There is, therefore, a clear danger that the federal government is exceeding its powers here. This danger is explicitly mentioned in the opinion of the State Council. The measures taken by the federal government should be limited to mere aspects of employment and should not contain any substantive arrangements for the aid granted, as such assistance falls within the competence of the Communities. The conflict of interest that is currently being dealt with will have to exclude this.
Mr. Speaker, Mr. Minister, this draft is linguistically incredibly poorly drafted. If it reflects the intention of the government, a far from full-fledged status will be the result. For Flanders, it makes no sense to ratify this draft.
#68
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil mevrouw Pieters even onderbreken. Het beleid, zoals het op dit moment is uitgestippeld, voorziet niet dat onthaalouders via deze regeling betaald zouden worden. Wel is er sprake van de mogelijkheid om een kinderoppas, die thuis op een ziek kind komt passen, te betalen met dienstencheques. Het huidige ontwerp heeft echter geen betrekking op het systeem van de onthaalouders, waarover in Vlaanderen een debat aan de gang is. Mevrouw Pieters, ik weet niet wat de regering in de toekomst nog allemaal gaat bedenken. Ik kan niet ingaan op vragen naar onze eventuele intenties. Met het ontwerp zoals het thans voorligt willen wij wel een oplossing bieden voor de oppas van zieke kinderen thuis. Het is niet de bedoeling met deze regeling onthaalouders te ondersteunen.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to interrupt Mrs. Peters for a moment. The policy, as it is currently outlined, does not provide that recipients would be paid through this scheme. However, there is the possibility to pay a child care provider, who comes home to a sick child, with service checks. However, the current draft does not relate to the system of recipients, which is under discussion in Flanders. Mrs. Peters, I do not know what the government will think of in the future. I cannot answer questions about our possible intentions. With the design as presented today, we want to provide a solution for the care of sick children at home. This scheme is not intended to support recipients.
#69
Official text
Mijnheer de minister, ik ben blij dit van u te horen. Die vrees bestond wel degelijk. Met de recente betoging van onthaalouders is hij nog aangegroeid. Ik heb de vraag eerder aan minister Onkelinx gesteld, maar ik kreeg geen antwoord. Ik ben dus blij dat u me bevestigt dat dit niet het kanaal is.
Translated text
Mr. Minister, I am pleased to hear this from you. That fear really existed. With the recent protests of attendees, he has grown even more. I had previously asked the question to Minister Onkelinx, but I received no answer. So I’m glad you confirm me that this is not the channel.
#70
Official text
Mevrouw Pieters, ik wil een duidelijk antwoord geven. Wanneer u mij echter vraagt naar onze intenties voor de toekomst, kan ik u niet antwoorden. Ik kan u alleen zeggen wat de situatie vandaag is.
Translated text
Mrs. Peters, I want to give a clear answer. However, when you ask me about our intentions for the future, I cannot answer you. I can only tell you what the situation is today.
#71
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil nog onderstrepen dat de regering blijkbaar niets heeft geleerd uit het vroegere experiment met de dienstencheques, wat de rechtszekerheid voor de gebruikers betreft. Wij hebben meermaals geconstateerd dat mensen dienstencheques kochten maar ze nadien niet konden verzilveren. Hier worden wij opnieuw met hetzelfde principe geconfronteerd. Omdat er met budgetten wordt gewerkt, zal het nu ook een kwestie zijn van wie eerst komt, eerst maalt. Het gaat hier dus om een flagrante inbreuk op het gelijkheidsprincipe.
Mijnheer de minister, wanneer u dit principe hanteert, zullen de zwakkeren en de meest behoeftigen van onze maatschappij vaak laatst of helemaal niet in aanmerking komen voor deze regeling. U hebt duidelijk gezegd dat het maximumbedrag al vastligt. Ik herinner me nog duidelijk de desbetreffende vraag die ik aan u gesteld heb in de commissie voor de Sociale Zaken. U zegt dat het budget vast ligt. De uitgifte van cheques kan dus uitsluitend gebeuren binnen de perken van het budget. U hebt er tevens op gewezen dat het niet mogelijk zal zijn om meer cheques uit te geven dan budgettair mogelijk is, want u zult de uitgifte van cheques automatisch blokkeren zodra het budget overschreden wordt.
Ik stel vast dat u niets hebt geleerd uit het verleden, want dit creëert problemen.
Dat de gemeenschappen en de gewesten verschillende erkenningcriteria kunnen hanteren heeft een uiteenlopend toepassingsgebied tot gevolg waardoor het "shoppen" in de hand wordt gewerkt. Het is dan ook niet denkbeeldig dat een Vlaming die in de grensstreek woont de diensten zal testen in Wallonië. Op die manier kan hij uitzoeken waar het voor hem of haar het voordeligst is om deze diensten te kopen. De overeenkomsten tussen de gebruiker en de onderneming zijn qua inhoud niet omschreven wat moeilijkheden omtrent bewijsvoering, veiligheid en aansprakelijkheid zal creëren.
Wij zijn zeer ongelukkig met de vele koninklijke besluiten die nog moeten worden uitgevoerd. Dit is bijna een volmachtenwet. Aan ieder artikel wordt een koninklijk besluit toegevoegd dat voor specifieke verduidelijkingen moet zorgen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, tot daar een aantal bemerkingen over dit wetsontwerp dat onze verwachtingen alvast niet inlost.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to emphasize that the government has apparently learned nothing from the previous experiment with service checks, in terms of legal certainty for users. We have repeatedly observed that people bought service checks but were unable to repay them later. Here we are faced again with the same principle. As we work with budgets, it will now also be a question of who comes first, who sets first. This is a flagrant violation of the principle of equality.
Mr. Minister, when you apply this principle, the weakest and most needy in our society will often last or not at all be eligible for this scheme. You have clearly stated that the maximum amount has already been fixed. I remember clearly the relevant question I asked you in the Social Affairs Committee. You say the budget is fixed. The issuance of cheques can therefore only take place within the limits of the budget. You have also pointed out that it will not be possible to issue more cheques than is budgetarily possible, because you will automatically block the issuance of cheques once the budget is exceeded.
I assume that you have learned nothing from the past, because this creates problems.
The fact that the communities and regions can use different recognition criteria has resulted in a different scope of application, which makes "shopping" work in hand. It is therefore unthinkable that a Flaming who lives in the border region will test the services in Wallonia. In this way, he can find out where it is most advantageous for him or her to buy these services. The agreements between the user and the company are not specified in terms of content which will create difficulties with regard to evidence, security and liability.
We are very unhappy with the many royal decrees that have yet to be executed. This is almost a law of authority. Each article is accompanied by a royal decree to provide specific clarifications.
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, until then a few comments on this bill that does not meet our expectations.
#72
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le projet de loi qui nous est soumis et qui entend favoriser le développement de services et d'emplois de proximité par un système de titres- services vise simultanément trois objectifs: créer des emplois, rencontrer divers besoins sociaux actuellement insatisfaits et réprimer le travail illégal. La création de titres-services répond adéquatement à ce triple objectif.
L'évolution sociétale a créé des besoins nouveaux, liés à l'évolution du mode de vie, à l'augmentation du taux d'activité féminin, à l'apparition de plus en plus fréquente de familles monoparentales ou encore aux besoins spécifiques d'une population de plus en plus âgée, suscitant une demande potentielle de services de proximité. Ces besoins se révèlent actuellement insatisfaits, ou rencontrés partiellement par le moyen du travail illégal.
Le système des titres-services est de nature à pallier cette carence en créant de véritables emplois dans les services de proximité aux personnes, gage d'une amélioration de la qualité de vie pour les utilisateurs. Il existe potentiellement en ce domaine des millions d'heures de travail disponibles. L'accessibilité à cet énorme marché est un moyen simple et efficace pour permettre aux demandeurs d'emploi d'entrer dans le marché du travail ou d'y optimiser leur activité.
Cette possibilité est d'autant plus opportune qu'elle est proposée aux candidats, le plus souvent peu qualifiés, pour lesquels le marché du travail est actuellement peu accueillant. L'évaluation périodique de la mesure devra permettre d'en faire le bilan et, le cas échéant, d'en prévoir les aménagements. Nous ne pouvons qu'approuver un projet dont nous avions prôné le principe dès lors que, de manière pragmatique, il est largement susceptible de répondre simultanément aux objectifs que sont la rencontre de besoins sociaux nouveaux, nés de l'évolution du quotidien, la création d'emplois au profit particulièrement des demandeurs d'emploi peu qualifiés tout en collaborant, facteur non négligeable, à l'équilibre budgétaire de la sécurité sociale et à la lutte contre le travail illégal.
Pour toutes ces raisons, monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le groupe PRL FDF MCC approuvera le projet de loi qui nous est soumis aujourd'hui.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the bill that is submitted to us and which aims to promote the development of services and nearby jobs through a system of titles-services aims simultaneously to three objectives: to create jobs, to meet various social needs currently unsatisfied and to suppress illegal work. The creation of service titles adequately meets this triple objective.
The social evolution has created new needs, related to the evolution of lifestyle, the increase in the rate of female activity, the increasing appearance of single-parent families or the specific needs of an increasingly older population, raising a potential demand for proximity services. These needs are currently unmet, or partially met, by means of illegal labour. by
The title-services system is able to address this shortage by creating real jobs in people-near-to-people services, guaranteeing an improvement in the quality of life for users. There are potentially millions of hours of work available in this area. Access to this huge market is a simple and effective way for job seekers to enter the labour market or to optimize their activity there. by
This possibility is even more appropriate as it is offered to candidates, most often low-skilled, for whom the labour market is currently unwelcome. The periodic evaluation of the measure shall allow to make a balance of the measure and, where appropriate, to provide for its adjustments. We can only approve a project whose principle we had advocated since, in a pragmatic way, it is largely likely to simultaneously meet the objectives of meeting new social needs, born of the evolution of everyday life, the creation of jobs for the benefit especially of low-skilled job seekers while collaborating, not a negligible factor, to the budgetary balance of social security and to the fight against illegal labour.
For all these reasons, Mr. President, Mr. Minister, Dear colleagues, the PRL group FDF MCC will approve the bill that is submitted to us today.
#73
Official text
Mijnheer de voorzitter, in tegenstelling tot wat men op basis van het verslag van mevrouw Genot zou kunnen denken heeft het Vlaams Blok toch wel degelijk een aantal fundamentele opmerkingen. Mijnheer de minister, ook wij als Vlaams Blok zijn van mening dat het systeem van de dienstencheque een nuttig instrument kan zijn in de strijd tegen de illegale arbeid en uiteraard een nuttig instrument kan zijn om laaggeschoolde werklozen opnieuw op de arbeidsmarkt in te schakelen en dit met een volwaardige arbeidsovereenkomst. Het wetsontwerp op de buurtdiensten en de buurtbanen moest eigenlijk een alternatief vormen voor het systeem van dienstencheques dat in april 1999 werd ingevoerd maar dat door de minister van Werkgelegenheid reeds na enkele maanden terug naar af werd gestuurd. Er werd toen als reden aangegeven dat het systeem te duur was en dat er amper resultaten waren op het vlak van extra tewerkstelling. Wij haalden toen reeds, bijna twee jaar geleden, aan dat deze argumenten eigenlijk geen hout sneden. De minister weet dat de boodschap die de regering naar de sector zelf uitdroeg, namelijk dat het slechts om een experiment ging dat geëvalueerd moest worden, de hoofdreden is waarom het ontwerp inzake tewerkstelling niet tot het gewenste resultaat leidde.
Er was dus een fundamenteel probleem van continuïteit van het systeem waardoor de betrokken bedrijven terughoudend waren op het vlak van tewerkstelling. Ik ben ervan overtuigd dat bijna de helft deze bedrijven, indien zij uitzicht zouden hebben op een duurzame regeling, bereid zou zijn om extra mankracht aan te werven, zoals blijkt uit de studies die dienaangaande zijn uitgevoerd. Het systeem werd inderdaad populair en na enkele maanden was het vastgelegde budget reeds opgesoupeerd. In totaal werden meer dan 17.000 cheques uitgegeven voor een totaalbedrag van ongeveer 378 miljoen frank. Deze cijfers bewijzen dat er een grote vraag was bij het grote publiek om behang- en schilderwerken als het ware in het wit te laten uitvoeren waardoor men klussen die zich vroeger binnen de illegale arbeid situeerden wist af te leiden naar het normaal economisch circuit.
Een van de belangrijkste doelstellingen van de dienstencheques was volgens mij toch de strijd aanbinden tegen het zwartwerk. De cijfers bewezen dat het werkvolume van de betrokken bedrijven gevoelig steeg. De hoofdreden van de stopzetting van het vorige systeem heeft uiteraard alles te maken met het feit dat de dienstencheques vooral populair waren in Vlaanderen. Vlaanderen had een aandeel van maar liefst 86% in dit systeem van dienstencheques. U weet, mijnheer de voorzitter, dat deze minister van Werkgelegenheid niet onmiddellijk ... (onverstaanbaar), dus gedaan met de dienstencheques en er zou een alternatief komen
Wat het nieuwe systeem betreft, merken we op dat de invulling van de term buurtdiensten beperkt is tot de huishoudelijke hulp, de kinderopvang en de hulp aan huis aan bejaarden, zieken en gehandicapten. Wij zijn er ons als Vlaams Blok van bewust dat er op dit vlak nog heel wat behoeften bestaan maar wij willen er toch de aandacht op vestigen dat zeker in Vlaanderen op dit vlak reeds talrijke initiatieven werden ontwikkeld. Trouwens, ook het PWA-systeem is op dit terrein actief en dan vooral inzake de hulp in het huishouden.
Voortaan zullen kleine onderhoudswerken zoals schilderwerken, behangwerken of tuinonderhoud niet meer in aanmerking komen, niettegenstaande dit de sectoren zijn waar de niet aangegeven arbeid welig tiert. Men mag trouwens ook niet vergeten dat ten opzichte van de gebruikte materialen het aandeel van de factor arbeid met 75 tot 80% heel groot is in deze sector.
Wat de financiering betreft, hebben wij enkele vragen omtrent het mechanisme dat werd ingebouwd en dat moet toelaten om binnen het voorziene budget te blijven. Indien de buurtdiensten een groot succes zouden blijken te zijn, is het perfect mogelijk dat elk jaar na enkele maanden het systeem wordt geschorst voor de rest van het jaar zodra de centen zijn opgebruikt. Ik meen dat de erkende ondernemingen niet onmiddellijk geneigd zullen zijn om extra arbeidskrachten aan te werven als de continuïteit van het systeem niet gewaarborgd is. Het door u afgeschafte systeem van dienstencheques is daarvan het perfecte voorbeeld. Men vervalt dus eigenlijk in dezelfde zonde.
Wat de evaluatie van het effect op de tewerkstelling betreft, verwijst de minister naar het semestriële verslag dat zal worden opgesteld op basis van de inlichtingen die men van de betrokken paritaire comités zal ontvangen. Ook voor de stopzetting van het systeem van de dienstencheques werd door de minister voortdurend verwezen naar verslagen en studies waarin wij echter nooit inzage hebben gekregen. Ook nu wordt geen enkele waarborg gegeven dat het Parlement inzage zal krijgen in de evaluatieverslagen.
Wat het advies van de Raad van State betreft, blijven ook een aantal fundamentele opmerkingen overeind. Ik blijf me afvragen waarom ineens de hoogdringendheid werd gevraagd aan de Raad van State als men weet dat er tussen de opschorting van het vorige systeem van de dienstencheques en dit nieuwe wetsontwerp bijna twee jaar verliepen. Zo stelt de Raad van State dat binnen de hem toegemeten tijd geen grondig onderzoek heeft kunnen plaatsvinden naar de legistieke en taalkundige kwaliteit van het ontwerp. Bovendien heeft de Raad van State serieuze vragen bij de bevoegdheidsdelegaties aan de Koning. Het is toch wenselijkheid dat het toepassingsgebied van een regeling en alle essentiële elementen ervan in het wetsontwerp zelf worden geregeld door de wetgever. Als gevolg van die ruime bevoegdheidsdelegaties aan de Koning heeft de Raad van State geen volledig oordeel kunnen vellen over de conformiteit van het systeem met de regels die de bevoegdheden van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten regelen.
U weet dat het probleem van de bevoegdheidsafbakening ons inziens zeer gemakkelijk op te lossen is. Dit kan door de volledige bevoegdheid inzake tewerkstelling en dit in al zijn aspecten over te dragen aan de deelgebieden zodat men eindelijk eens een beleid kan voeren dat afgestemd is op de noden van de deelgebieden. Wij hopen trouwens ook dat wij, eens de samenwerkingsakkoorden zijn ondertekend, als Parlement ook inzage in deze documenten zullen krijgen. Mijnheer de voorzitter, ik besluit met te zeggen dat dit wetsontwerp geen goed ontwerp is. Het is een gemiste kans. Bijgevolg zullen wij het ontwerp niet goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, contrary to what one might think on the basis of the report of Mrs. Genot, the Flemish Blok has indeed a number of fundamental comments. Mr. Minister, also we, as Flemish Blok, believe that the system of the service cheque can be a useful tool in the fight against illegal labour and, of course, can be a useful tool for reintegrating low-skilled unemployed into the labour market with a full-fledged employment contract. The draft law on neighborhood services and neighborhood jobs was actually meant to be an alternative to the system of service cheques that was introduced in April 1999 but which was reversed by the Minister of Employment already after several months. The reason was then stated that the system was too expensive and that there were hardly any results in terms of additional employment. We already realized, almost two years ago, that these arguments do not actually cut wood. The Minister knows that the message the government sent to the sector itself, namely that it was only an experiment that needed to be evaluated, is the main reason why the draft on employment did not lead to the desired result.
There was, therefore, a fundamental problem of continuity of the system which caused the companies concerned to be reluctant in terms of employment. I am convinced that almost half of these companies, if they had a prospect of a sustainable scheme, would be willing to recruit additional manpower, as evidenced by the studies conducted in this regard. The system indeed became popular and after a few months the fixed budget had already been summed up. In total, more than 17,000 cheques were issued for a total amount of approximately 378 million francs. These figures prove that there was a great demand from the general public for wallpaper and paintings to be performed as if in the white, so that jobs that were previously situated within the illegal labour could be redirected to the normal economic circuit.
One of the main objectives of the service cheques was, in my opinion, to engage in the fight against black labour. The figures showed that the workload of the companies involved increased sensitively. The main reasons for the discontinuation of the previous system have, of course, all to do with the fact that the service checks were especially popular in Flanders. Flanders had a share of as much as 86% in this system of service cheques. You know, Mr. Speaker, that this Minister of Employment does not immediately ... (incomprehensible), so done with the service checks and there would be an alternative
As regards the new system, we note that the term neighborhood services is limited to household assistance, childcare and home assistance to the elderly, sick and disabled. We are aware that there are still many needs in this area, but we would like to draw attention to the fact that ⁇ in Flanders in this area numerous initiatives have already been developed. Furthermore, the PWA system is also active in this area and especially in the field of household assistance.
From now on, small maintenance works such as paintings, handicrafts or garden maintenance will no longer be eligible, despite these being the sectors where the undeclared labour is very tired. It should also be noted that in relation to the materials used, the proportion of the factor labour with 75 to 80% is very large in this sector.
With regard to funding, we have some questions about the mechanism that was built and which should allow to stay within the budget provided. If the neighborhood services prove to be a great success, it is perfectly possible that every year after a few months the system will be suspended for the rest of the year once the cents have exhausted. I believe that the approved undertakings will not be immediately inclined to recruit additional workforce if the continuity of the system is not guaranteed. The system of service cheques that you have abolished is a perfect example of this. In fact, we fall into the same sin.
As regards the assessment of the impact on employment, the Minister refers to the semi-annual report, which will be prepared on the basis of the information received from the relevant joint committees. Even before the closure of the system of service cheques, the Minister was constantly referring to reports and studies which we never got access to. Even now, there is no guarantee that Parliament will have access to the evaluation reports.
As regards the State Council’s opinion, a number of fundamental comments remain. I continue to wonder why the State Council was suddenly asked for the highest urgency when it is known that almost two years have passed between the suspension of the previous system of service cheques and this new bill. For instance, the State Council argues that, within the time granted to it, no thorough examination of the legal and linguistic quality of the draft has been possible. Furthermore, the State Council has serious questions with the delegations of powers to the King. However, it is desirable that the scope of a regulation and all its essential elements in the draft law itself be regulated by the legislature. As a result of such extensive delegations of powers to the King, the State Council has not been able to make a full judgment on the conformity of the system with the rules governing the powers of the federal government, the communities and the regions.
You know that the problem of the limitation of powers is very easy to solve in our opinion. This can be achieved by transferring the full competence on employment and this in all its aspects to the sub-regions so that one can finally implement a policy that is tailored to the needs of the sub-regions. We also hope that once the cooperation agreements have been signed, we, as Parliament, will also have access to these documents. Mr. Speaker, I conclude by saying that this bill is not a good bill. It is a missed opportunity. Therefore, we will not approve the draft.
#74
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, on dit souvent que les services de proximité constituent un gisement d'emplois, un potentiel inexploité. Nous en avons discuté lors du débat en commission et la question que nous nous posons est de savoir comment il est possible de transformer ce potentiel inexploité en véritables emplois et, par conséquent, faire reculer le travail au noir dans ce créneau.
Force est de constater que le développement des services de proximité s'accompagne souvent de recours à des formes alternatives de travail, notamment par des travailleurs inclus dans des programmes de résorption du chômage et également des prestataires d'agences locales pour l'emploi, des travailleurs indépendants, des bénévoles ou aussi des personnes qui travaillent au noir. Je pense que nous sommes tous d'accord pour dire que nous devons tout mettre en oeuvre pour faire reculer le travail au noir, pour faire reculer cette forme d'économie souterraine. Certaines familles assurent parfois certaines prises en charge elles-mêmes.
Ces formes de travail peuvent s'accompagner d'un objectif implicite ou explicite d'insertion socioprofessionnelle de publics défavorisés comme, par exemple, dans les structures d'économie sociale. La coexistence d'une pluralité de travailleurs aux statuts très inégaux et aux qualifications variables dans des champs d'activités soulève des problèmes tant vis-à-vis des usagers que vis-à-vis des travailleurs.
Tout d'abord, le profil de ces travailleurs pose des difficultés pour la mise en place d'un réseau de services professionnels, de qualité et qui s'inscrivent dans la durée. Ensuite, si les prestations bon marché qui sont offertes dans le cadre de certaines initiatives d'insertion peuvent constituer une alternative au travail au noir, elles n'en demeurent pas moins une forme de concurrence par rapport à certains services agréés comme le service d'aide familiale qui occupe des travailleurs engagés sous contrats classiques. Enfin, du point de vue des travailleurs eux-mêmes, des différences en termes de revenus, de conditions de travail, de protection sociale et d'image professionnelle - que l'on oublie trop souvent - créent incontestablement un problème d'équité mais aussi parfois un surcroît de travail administratif dû à la multiplication des types de contrats et d'aides financières.
Si aujourd'hui, de nombreux besoins restent encore insatisfaits, une réforme d'envergure s'impose tant pour ce qui concerne l'offre de services, en ce compris la qualité des emplois créés, qu'en ce qui concerne la demande.
En effet, le développement d'une offre structurée et plurielle n'agira pas automatiquement sur la consommation des ménages. De la même manière, une subvention à la consommation ne garantit pas pour autant d'office le développement adéquat d'une offre de qualité pour répondre à l'accroissement de la demande. Il faut cumuler les deux éléments pour arriver à une solution satisfaisante.
En outre, une intervention publique significative est d'autant plus justifiée que l'on se trouve en présence de services intensifs en emplois à faible productivité. Il s'agit d'une question d'intérêt général et d'équité quant à l'accès à ces services. Par contre, faire reposer le développement des services de proximité uniquement sur les seules règles du marché comporte des risques indéniables de dualisation. Ainsi, dans le domaine de l'aide à domicile, par exemple, on sait que la possibilité pour les personnes âgées dépendantes de rester dans leur cadre naturel de vie est fortement conditionnée par leur capacité pécuniaire à couvrir le coût élevé de services multiples et quotidiens. Le même raisonnement peut être suivi en ce qui concerne la garde d'enfants.
Le projet de loi que nous sommes amenés à examiner aujourd'hui et à voter demain répond de manière positive à l'ensemble de cette problématique, même si l'essentiel dépendra surtout du contenu des accords de coopération qui doivent être conclus et de l'adoption d'une série d'arrêtés d'exécution. Nous l'avions dit en commission et je le répète après l'intervention de Mme Pieters qui pose une série de questions sur les modalités d'exécution. Aujourd'hui on ne peut pas répondre de manière détaillée à toutes ces questions puisque, dans un deuxième temps, après avoir créé la base légale en adoptant la loi, il faut que les accords de coopération soient pris. Il y a certainement eu déjà beaucoup de discussions à ce sujet. Il faut encore que les arrêtés d'exécution viennent compléter le dispositif pour entrer dans tous les détails, dans les modalités d'application du système.
Il s'agit donc de structurer l'offre dans le sens où l'objectif est de développer un marché potentiel permettant tant à la filière marchande que non marchande de s'inscrire dans un réseau cohérent de prestataires de services de proximité, dans lequel la qualité et la sécurité sont garanties.
Le rôle des régions est essentiel. Cela a été souligné à de nombreuses reprises au cours de travaux de notre commission. Les régions devront fixer les critères d'agrément des entreprises candidates au système des titres-services, sur la base d'un accord de coopération avec l'Etat fédéral, comme je l'indiquais, il y a quelques instants. D'où l'importance, dans ce contexte, d'un cofinancement public pour soutenir une structuration durable de cette offre adaptée à une demande sociale importante.
L'exigence de la qualité des prestations a pour corollaire la professionnalisation et la qualification des travailleurs concernés. Ici aussi, le rôle régulateur des régions est essentiel parce que ce sont précisément les régions qui détiennent la solution permettant de remédier au déficit de formation que l'on constate aujourd'hui dans les services de proximité. Si les services ménagers requièrent des qualifications moins exigeantes que les services aux personnes, il n'en demeure pas moins qu'un certain nombre de garanties sont nécessaires afin d'assurer une offre de confiance aux consommateurs potentiels.
Il est aussi important d'abandonner une politique que l'on peut qualifier de traitement social du chômage. L'existence de vrais contrats de travail, donc soumis au droit commun, est aussi de nature à véhiculer une image valorisante et de confiance au travail de proximité, au même titre que l'autre condition d'octroi de la subvention.
Nous nous réjouissons de cette orientation concrétisée dans ce projet de loi et qui tranche radicalement avec le système des agences locales pour l'emploi. Pour ce qui concerne cellesci, comme nous l'avons déjà signalé à maintes reprises, il faut que la dynamique amorcée par la loi sur le contrat de travail en ALE se poursuive. La ministre a, en effet, fait allusion lors des travaux en commission au fait que, malgré ses avantages, le travail en ALE s'apparente toujours à de l'occupationnel amélioré par le lien du travailleur au chômage.
Pour répondre au problème de la dualité que ces deux lois vont immanquablement susciter, le projet en examen crée les conditions propices à l'engagement de personnes actuellement inscrites en ALE dans les liens d'un vrai contrat de travail, notamment par des accords avec des structures d'économie sociale. C'est une excellente chose et nous serons attentifs à cette évolution.
Si une demande reconnue et solvabilisée par l'intervention financière de l'Etat dans le coût de la prestation a un effet bénéfique sur l'emploi et la lutte contre l'économie informelle, c'est également un gage d'efficacité parce que la subvention à la consommation traduit directement des besoins en une demande effective.
Un autre avantage et non des moindres, c'est que l'emploi y est presté aux conditions normales du marché du travail, ce qui empêche l'assimilation des activités à une forme de domesticité.
Nous avons dit aussi en commission que le titreservice devrait être un instrument au service d'une véritable politique de redistribution des revenus. On peut comprendre que le gouvernement n'ait pas voulu instaurer une concurrence entre les ALE et les titres-services, mais il n'empêche qu'une subvention décroissante, par exemple, en fonction du revenu ou croissante en fonction des besoins, aurait permis respectivement de limiter d'éventuels effets d'aubaine et d'éliminer des effets d'écrémage. Nous demandons donc au gouvernement de réfléchir à cette modulation en particulier lorsqu'il sera amené à étendre le champ d'application à d'autres activités. Il y aura certainement une phase d'évaluation des résultats du présent dispositif.
Voilà, monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, si l'intérêt pour les travaux des services de proximité traduit une volonté politique de lutte contre le chômage, en particulier celui des moins qualifiés, ce projet de loi est également porteur d'un projet de société qui reconnaît la pluralité des enjeux collectifs et la nécessité de contribuer à leur implantation et à leur développement de façon durable. C'est un projet qui redéfinit les priorités publiques afin de donner aux différents opérateurs un horizon de travail, des perspectives d'avenir et de répondre aux réalités de terrain.
Nous insistons encore sur le fait que, pour nous, la promotion d'une économie nouvelle plurielle et partenariale implique deux choses:
1. Il faut sortir des cloisonnements entre le marchand et le non-marchand, l'économique et le social, le privé et le public. Cela se trouve dans le rapport. Mme Genot l'a rappelé tout à l'heure. Dans la mesure où les pouvoirs publics reconnaissent les bénéfices collectifs générés par certains services de proximité, et interviennent, dès lors, dans le contrôle de leur qualité, nous ne voyons aucune raison de limiter l'accès aux subventions aux seules entreprises du secteur non-marchand. 2. Il faut dépasser une vision réductrice selon laquelle les services de proximité se résument à un secteur d'insertion pour chômeurs de longue durée.
Ce projet de loi répond de manière globale à nos attentes. Nous le soutiendrons et nous lui souhaitons un plein succès.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, it is often said that proximity services constitute a field of employment, an unused potential. We discussed this during the committee debate and the question we are asking is how it is possible to transform this unused potential into real jobs and, consequently, to bring back black work in that niche.
It should be noted that the development of proximity services is often accompanied by the use of alternative forms of work, in particular by workers included in unemployment resorption programs and also by providers of local employment agencies, self-employed workers, volunteers or even people who work in the black. I think we all agree that we must do everything we can to bring back black labour, to bring back this form of underground economy. Sometimes some families take care of themselves.
These forms of work may be accompanied by an implicit or explicit objective of socio-professional insertion of disadvantaged audiences such as, for example, in structures of social economy. The co-existence of a plurality of workers with very unequal status and variable qualifications in various fields of activity raises problems for both users and workers.
First of all, the profile of these workers poses difficulties for the establishment of a network of professional, quality and long-term services. Further, while the cheap benefits offered in the context of certain integration initiatives may constitute an alternative to black labour, they remain no less a form of competition against certain authorised services such as the family support service that employs workers engaged under conventional contracts. Finally, from the point of view of the workers themselves, differences in terms of income, working conditions, social protection and professional image – which are too often forgotten – undoubtedly create a problem of equity but also sometimes an additional administrative work due to the multiplication of types of contracts and financial aid.
While today many needs remain unsatisfied, a comprehensive reform is necessary both in terms of the supply of services, including the quality of jobs created, and in terms of demand.
Indeed, the development of a structured and plural supply will not automatically affect household consumption. Similarly, a consumer subsidy does not, however, officially guarantee the adequate development of a quality offer to meet the increased demand. Both must be combined in order to find a satisfactory solution.
Moreover, significant public intervention is all the more justified in the presence of service intensive jobs with low productivity. This is a matter of general interest and fairness regarding access to these services. On the other hand, relying on the development of proximity services solely on market rules implies undeniable risks of dualization. Thus, in the field of home aid, for example, it is known that the ability for dependent elderly people to remain in their natural living environment is heavily conditioned by their monetary capacity to cover the high cost of multiple and daily services. The same reasoning can be followed with regard to childcare.
The bill that we are about to consider today and vote tomorrow responds positively to the whole of this problem, although the main part will depend mainly on the content of the cooperation agreements to be concluded and the adoption of a series of enforcement orders. We had said it in the committee and I repeat it after the intervention of Mrs. Pieters who poses a series of questions on the manner of execution. Today we cannot answer all these questions in detail because, in a second time, after creating the legal basis by adopting the law, cooperation agreements must be made. There has ⁇ already been a lot of discussion on this subject. It is still necessary that the execution stops complete the device to enter into all the details, in the methods of application of the system.
It is therefore a question of structuring the supply in the sense that the objective is to develop a potential market allowing both the market chain and non-market chain to join a coherent network of proximity service providers, in which quality and safety are guaranteed.
The role of regions is crucial. This has been emphasized many times during the work of our commission. Regions will have to set the criteria for the approval of candidate companies to the service securities system, on the basis of a cooperation agreement with the federal state, as I indicated a few moments ago. Hence the importance, in this context, of public co-financing to support a sustainable structuring of this supply adapted to a large social demand.
The requirement of the quality of the services is correlated with the professionalization and qualification of the workers concerned. Here too, the regulatory role of the regions is essential because it is precisely the regions that hold the solution to remedy the training deficit that we see today in proximity services. While household services require less demanding qualifications than people services, a number of safeguards are needed to ensure a confidence offering to potential consumers.
It is also important to abandon a policy that can be called social treatment of unemployment. The existence of real labour contracts, thus subject to common law, is also capable of bringing a valuable image and confidence in the work of proximity, in the same degree as the other condition for granting the subsidy.
We welcome this orientation, which is embodied in this bill and which is radically intertwined with the system of local employment agencies. With regard to these, as we have already pointed out many times, it is necessary that the dynamics initiated by the law on the employment contract in ALE continue. The Minister, in fact, made reference during the work in the committee to the fact that, despite its advantages, the work in ALE still resembles the employment enhanced by the link of the worker to unemployment.
To address the problem of the duality that these two laws will inevitably create, the draft under consideration creates the conditions favorable for the engagement of persons currently registered in ALE in the links of a real employment contract, in particular through agreements with structures of social economy. This is a great thing and we will be attentive to this development.
If a demand recognized and solvable by the financial intervention of the State in the cost of the service has a beneficial effect on employment and the fight against the informal economy, it is also a guarantee of efficiency because the consumer subsidy directly translates needs into effective demand. by
Another advantage, and not the least, is that employment is provided there under the normal conditions of the labour market, which prevents the assimilation of activities to a form of domesticity.
We also said in committee that titreservice should be an instrument at the service of a real revenue redistribution policy. It can be understood that the government did not intend to introduce competition between ETAs and service securities, but it does not prevent that a subsidy decreasing, for example, according to the income or increasing according to the needs, would have, respectively, allowed to limit the potential effects of aubaine and eliminate the effects of deflation. We therefore ask the government to think about this modulation, especially when it is necessary to extend the scope to other activities. There will ⁇ be a stage of evaluation of the results of this device. by
Here, Mr. Speaker, Mr. Minister, Dear colleagues, if the interest in the work of the proximity services reflects a political will to fight unemployment, especially those of the least qualified, this bill is also carrying a company project that recognizes the plurality of collective issues and the need to contribute to their settlement and development in a sustainable way. It is a project that redefines public priorities in order to give different operators a work horizon, future prospects and respond to field realities.
We further insist that, for us, the promotion of a new plural and partnership economy involves two things:
1 of 1. There must be separations between the merchant and the non-merchant, the economic and social, the private and the public. This is in the report. Mrs. Genot recently reminded her of it. As public authorities recognize the collective profits generated by certain proximity services, and therefore intervene in the control of their quality, we see no reason to limit access to subsidies only to companies in the non-market sector. 2 of 2. We must go beyond a reductive vision that proximity services are limited to an insertion sector for long-term unemployed. by
This draft law in a comprehensive way meets our expectations. We will support him and wish him full success.
#75
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de doelstellingen van de maatregel worden door de VLD net als door de andere partijen volmondig gesteund. Het is inderdaad onze grote bekommernis reguliere banen te kunnen creëren voor hoofdzakelijk laaggeschoolde werknemers. De jobs die worden beoogd door het systeem van de dienstencheque zijn echter laagproductieve jobs die voor particulieren te duur zijn en bijgevolg vaak in het grijze of zwarte circuit terechtkomen, of gewoon door hen zelf worden verricht. Met de introductie van dienstencheques komt er een betaalbare en fiscaal interessante regeling die blijkens een studie van het Planbureau voorziet in een terugverdieneffect van ongeveer 75% en soms zelfs 95%. Het systeem van dienstencheques kan bijdragen aan de bestrijding van de illegale arbeid en voor de gebruikers de combinatie gezin-arbeid vergemakkelijken. Dit beantwoordt ook aan de opties die door de VLD werden geformuleerd in haar werkgelegenheidsplan.
Wel hebben wij enkele aandachtspunten en bedenkingen. Het systeem van dienstencheques wordt beschouwd als complementair aan de PWA-cheques. Wij zagen het PWA-systeem liever volwaardig geïntegreerd in het systeem van de dienstencheques. Het is echter zeer belangrijk dat in het wetsontwerp wordt voorzien in een fiscaal gelijke behandeling van de PWA-cheque en de dienstencheque. Op die manier krijgen particulieren de keuze tussen een reguliere werknemer en een klussende werkloze, of kunnen zij beide combineren. Inzake het toepassingsgebied vragen wij ons af waarom het kleine tuinonderhoud werd uitgesloten voor de buurtdiensten. In de commissie antwoordde de minister dat hierdoor een te grote concurrentie zou ontstaan tussen de betrokken bedrijven. Die uitleg klinkt aannemelijk, maar dan vragen wij ons af waarom de PWA's wel in dat kleine tuinonderhoud mogen voorzien en bijgevolg in directe concurrentie mogen treden met de betrokken ondernemingen. De grootste bedreiging voor het welslagen van het systeem van de dienstencheques lijken ons de PWA's zelf. Wat is de situatie? Op dit ogenblik zijn ongeveer 15.000 mensen actief in de PWA's; zij zijn vrijgesteld als werkzoekende. Veelal gaat het om samenwonende werklozen die, in tegenstelling tot alleenstaanden en gezinshoofden, het risico lopen geschorst te worden en dat via de PWA's kunnen vermijden. Bovendien gaat het vaak om werklozen met kinderen die in de PWA's een goede combinatie van arbeid en gezin zien. Het systeem van dienstencheques betreft reguliere jobs. Dit impliceert de doorstroming van werklozen naar de arbeidsmarkt. Een groot aantal werklozen zit echter stevig verankerd in de PWA's — die trouwens ook al niet aan de vraag kunnen beantwoorden — en zal zich niet geroepen voelen een betrekking aan te nemen die, alles in acht genomen, financieel weinig of niet aantrekkelijker zal zijn dan het PWA-statuut. Bovendien is intussen duidelijk tot welke werkloosheidsval die PWA's verworden zijn. Ik meen dat een rapport van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid onlangs nog in die zin ging. Het mag niet de bedoeling zijn dat PWA's de doelgroep voor dienstencheques uithollen. Het wordt misschien eens tijd dat wij de vrijstelling voor PWA's nog eens ter discussie stellen.
Wij moeten erover waken dat dienstencheques geen doodgeboren kind worden. In de commissie waren er een aantal opmerkingen bij het amendement op het fameuze artikel 3, tweede lid. Dat bepaalt dat een erkende onderneming de diensten moet laten uitvoeren door een niet werkende werkzoekende die daarvoor minimaal op halftijdse basis wordt aangeworven. Hier spant men de kar voor het paard. Het is de bedoeling eerst bijkomende economische activiteit te creëren, die moet resulteren in bijkomende aanwervingen. Men mag niet eerst bedrijven verplichten bijkomende aanwervingen te verrichten opdat zij bijkomende activiteiten zouden kunnen verrichten, in dit geval in het kader van de buurtdiensten. Anders zal dit nieuwe systeem volgens mij weinig succes kennen.
Dat in het verslag wordt gestipuleerd dat erkende ondernemingen niet worden verplicht om een bijkomende werknemer aan te werven alvorens in te stappen in het systeem van de dienstencheques, juichen wij toe. De minister van Werkgelegenheid deelde mij daarnet in de wandelgangen mede dat dit de bedoeling is; dat verheugt ons.
Aangezien de invoering van de dienstencheques expliciet bijkomende jobcreatie beoogt, kunnen wij ons vanzelfsprekend ermee akkoord verklaren dat een onderneming die een bijkomende werknemer aanwerft ingevolge de gestegen activiteit door de dienstencheques, alsdan een niet-werkende werkzoekende ingeschreven persoon bij de VDAB, BGDA of FOREM moet aanwerven. Laat het evenwel duidelijk zijn dat wij artikel 3, 2 deze wijze wensen te lezen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, the objectives of the measure are fully supported by the VLD as well as by the other parties. Indeed, it is our great concern to be able to create regular jobs for mainly low-skilled workers. However, the jobs envisaged by the service cheque system are low-productive jobs that are too expensive for individuals and, consequently, often fall into the grey or black circuit, or are simply carried out by them themselves. With the introduction of service checks, there is an affordable and taxally interesting scheme that apparently provides for a return effect of approximately 75% and sometimes even 95%. The system of service checks can contribute to the fight against illegal labour and facilitate the combination of family work for users. This also corresponds to the options formulated by the VLD in its employment plan.
However, we have some concerns and concerns. The system of service checks is considered to be complementary to the PWA checks. We preferred the PWA system to be fully integrated into the service cheque system. However, it is very important that the bill provides for tax equal treatment of the PWA cheque and the service cheque. In this way, individuals can choose between a regular worker and a working unemployed, or they can combine both. Regarding the scope, we wonder why small garden maintenance was excluded for neighborhood services. In the committee, the minister replied that this would create excessive competition between the companies involved. That explanation sounds plausible, but then we wonder why PWAs can provide that small garden maintenance and therefore enter into direct competition with the companies concerned. The biggest threat to the success of the service cheque system seems to us to be the PWAs themselves. What is the situation? Currently, approximately 15,000 people are active in the PWAs; they are exempted as job seekers. In most cases, these are co-habiting unemployed persons who, unlike single persons and family heads, are at risk of being suspended and can avoid this through the PWAs. In addition, it is often about unemployed with children who see in the PWAs a good combination of work and family. The system of service checks relates to regular jobs. This implies the flow of unemployed people into the labour market. However, a large number of unemployed are firmly anchored in the PWAs — which, by the way, cannot answer the question — and will not feel called to assume a relationship that, given all, will be financially insufficient or not more attractive than the PWA statute. In addition, it is now clear to what unemployment drops that PWAs have accomplished. I think a report from the High Council for Employment recently went in that direction. It should not be intended that PWAs collect the target audience for service checks. It may be time for us to question the exemption for PWAs again.
We must take care that service checks do not become a deadborn child. In the committee there were a number of comments in the amendment to the famous Article 3, paragraph 2 . It stipulates that an approved undertaking must have the services performed by an unemployed jobseeker who is hired for this at least on a part-time basis. This is where you put the chariot for the horse. It is intended first to create additional economic activity, which must result in additional hiring. Companies should not be required first to carry out additional recruitment in order to be able to carry out additional activities, in this case in the context of neighborhood services. Otherwise, I think this new system will have little success.
We welcome the fact that the report stipulates that authorised undertakings are not required to hire an additional employee before entering the service cheque system. The Minister of Employment told me just in the walkways that this is the intention; that delights us.
Since the introduction of the service cheques explicitly aims at additional job creation, we can naturally agree that a company that recruits an additional employee as a result of the increased activity due to the service cheques, then a non-working job seeking registered person with the VDAB, BGDA or FOREM must recruit. However, let it be clear that we wish to read Article 3, 2 in this way.
#76
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, ce n'est pas l'envie qui me manque de m'exprimer ici en raison d'une certaine frustration de ne pas pu l'avoir fait au sein de la commission, à cause d'une chute de ce qui me sert de cheval — je parle de mon vélo.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, it is not the envy that I lack to express myself here because of a certain frustration of not being able to do so within the committee, because of a fall of what serves me as a horse — I am talking about my bike.
#77
Official text
A chacun sa monture, monsieur Timmermans!
Translated text
Everyone has their own mount, Mr. Timmermans!
#78
Official text
Absolument, monsieur le président, à chacun son mode de vie. Ce n'est sans doute pas l'enjeu ici et je me contenterai de porter un regard relativement critique sur ce projet, après l'ensemble des débats dont il faut reconnaître la qualité.
En préambule, je voudrais mettre en valeur un certain nombre d'éléments avant de revenir sur deux points de contenu.
1. Je veux souligner quant à la procédure, l'intérêt d'avoir permis un véritable débat sur cette problématique alors qu'on aurait pu céder à la tentation d'en faire un des multiples points d'une loi-programme. Il faut reconnaître que l'avoir extraite d'une loi-programme est quelque chose d'intéressant et avoir permis un véritable débat mérite d'être relevé.
2. Je tiens à rappeler enfin, même si on continue à le croire, en tout cas certains, que ce projet n'a rien à voir avec les titres-services "peinture et tapissage" qui procèdent d'une autre intention, d'un autre contexte, d'un autre marché, même si les termes qui qualifient chacune de ces opérations continuent à prêter à confusion, malgré les précisions apportées. Je vous avoue qu'il y aura sans doute encore d'autres confusions possibles avec les ALE puisqu'il s'agit là aussi de chèques et d'activités relativement semblables.
3. Je regrette que ce débat découle ou s'inscrive dans le cadre d'un plan de lutte contre le travail au noir dont il constitue la première étape. Ce faisant, il pourrait faire croire et il fait croire dans certains milieux, que la priorité des priorités dans la lutte contre le travail au noir est la lutte dans les services de nettoyage, sachant qu'il y a des fraudes sociales et fiscales organisées dans ce secteur par des entreprises. Mais l'essentiel du travail au noir exercé dans ce secteur du nettoyage est le fait de personnes de milieux populaires à faibles revenus, de familles monoparentales avec des problèmes de garde d'enfants, de cohabitants, d'exclus de l'article 80 - peut-être sera-t-il supprimé un jour ainsi que les problèmes qui y sont liés. Il n'est donc pas sûr que ces femmes, pour la majeure partie, qui se prêtent au travail en noir dans le nettoyage afin d'augmenter leur pouvoir d'achat, aient les compétences requises pour occuper les emplois que ce nouveau système vise à développer.
4. Je veux souligner que ce débat et la qualité des échanges, avaient leur place dans un débat bien plus large sur les services de proximité. Nous aurions aimé en débattre globalement. Le Conseil des ministres du 4 mai dernier a d'ailleurs approuvé en même temps que la réforme des titres-services, la réforme des ALE et la réforme des emplois de services, appelés aussi emplois Smets. Nous aurions aimé que le débat soit globalisé, comme il l'a été au Conseil des ministres et que l'on débatte des services de proximité et des gisements d'emplois qui y sont liés.
Ces préalables étant faits, je vais m'attacher à revenir sur deux points de contenu. Certains de mes prédécesseurs à la tribune ont dit tout le bien qu'ils pensaient de la réforme et cela me dispensera de le faire. Je développerai rapidement un point de vue légèrement plus nuancé sur deux aspects majeurs: celui de la création de l'emploi et de l'activité et celui du rôle de l'Etat dans la répartition des richesses.
Sur les matières "emploi" et autres activités créées à cette occasion, on nous annonce 3.000 équivalents temps plein, c'est une bonne chose. Je souligne d'ailleurs que l'amendement — j'ai une autre perception que M. Anthuenis — adopté à l'article 3 et adopté largement en commission, précise fort heureusement - et je m'inscris de cette manière dans les propos de M. Delizée - qu'il s'agit de nouveaux emplois à créer, de nouveaux contrats réservés à des demandeurs d'emplois non occupés et, y compris si j'ai bien lu le rapport, à des chômeurs non indemnisés.
On aurait aimé que cette mesure soit assortie d'un contrôle strict sur l'effet net produit sur l'emploi pour s'assurer qu'il ne s'agit pas d'un simple effet de substitution. Il y a un tel "turn over" dans ce secteur du nettoyage qu'il n'y aura aucune peine pour les entreprises à fournir de nouveaux contrats comme pièces justificatives.
A ce titre d'ailleurs, les formules techniques mises en place pour contrôler le développement de l'emploi dans le plan jeune appelé aussi "plan Rosetta" pourraient servir d'exemple. Il s'agit effectivement d'effets nets sur l'emploi.
Un autre paragraphe de la loi garantit que les emplois seront aussi des mi-temps, c'est une excellente chose. C'est un emploi qui s'inscrit dans le cadre de la sécurité sociale et qui garantit une véritable insertion dans le travail. C'est une position heureuse mais qui a aussi ses aspects très délicats dans la mesure où elle risque de confiner à nouveau des femmes dans des emplois mi-temps souvent faiblement rémunérés, aux conditions de travail pénibles et flexibles.
Il existe là un risque pour lequel selon nous, il n'est pas question de garde-fou si ce n'est une évaluation « ex-post » qui pourra nous en montrer les dérives. Ce risque nous apparaît comme peu compatible avec une politique d'égalité des chances, prônée par ailleurs avec une sincère conviction par le ministre de l'emploi et du travail et le gouvernement.
Trois mille équivalents temps plein, trois milliards d'investissements publics, c'est beaucoup pour lutter contre le travail au noir. Cette subvention par ailleurs ne dépasse pas les subventions habituelles - le bureau du plan le prétend - accordées aux créations d'emploi. Mais comme il s'agit dans ce cas-ci d'emplois à faibles qualifications et à qualité, il faut bien le reconnaître, relativement réduite, nous restons relativement sceptiques. Il ne s'agit pas d'emplois durables comme les écologistes et le gouvernement l'espèrent.
Une discrimination à ce propos, prévue dans la loi pour les entreprises à finalité sociale, les ALE ou les entreprises d'économie sociale, aurait permis de garantir plus sûrement une insertion de qualité, une priorité aux peu qualifiés parmi les demandeurs d'emploi et une plus grande qualité dans la réponse aux besoins de la population. Ces entreprises d'économie sociale, tout comme les ALE, ont accès au système. Ayant fait des calculs avec ces entreprises là, je doute que les conditions de financement leur permettent d'être concurrentiels ou rentables par rapport aux entreprises privées qui seront présentes sur ce marché. Bien sûr, des mesures complémentaires peuvent être prises par le département fédéral de l'économie sociale ou par les régions ou les communautés, mais comme nous n'en avons nulle trace à ce stade-ci, nous restons sceptiques.
Nous aurions pu imaginer que les trois milliards soient repartis en parts distinctes: une partie réservée aux entreprises privées et une autre aux entreprises d `économie sociale. Nous verrons donc dans un an, lors de l'évaluation, si nos craintes se vérifient.
Enfin, dernier point en ce qui concerne l'emploi, nous soulignerons avec satisfaction la volonté exprimée par la commission, de limiter l'extension à d'autres activités telles que celles prévues et rappelées par Mme Genot lors de la présentation du projet, et de lier l'extension à une évaluation et à un débat parlementaire. Tout le monde n'était pas convaincu au départ. Mais il s'avérera plus que nécessaire, dès la fin de la mise en oeuvre de la première phase, de procéder à ce débat parlementaire et de reprendre l'ensemble des problèmes.
Dernier point en ce qui concerne la réduction des inégalités: je pense que c'est un des rôles majeurs du pouvoir public que d'assurer la redistribution des richesses et de lutter contre les inégalités. Il faut reconnaître que nous avons à ce propos quelques insatisfactions et quelques craintes. Le projet de loi fait largement référence à des gisements d'emploi, à de nombreux besoins insatisfaits. Ceux-ci sont indéniables.
Monsieur Vandenbroucke, vous évoquiez tout à l'heure dans une réponse à Mme Pieters, qu'on pouvait faire garder ses enfants malades en échange d'un chèque. Je ne connais pas beaucoup de familles, même aisées, qui sont disposées à accorder 250 francs de l'heure pour faire garder un enfant malade, à moins d'une toute petite maladie qui dure un tout petit moment.
Il existe donc de fait une discrimination qui s'opère entre les familles aisées et les familles populaires au sein desquelles pourtant les mêmes besoins sont rencontrés. Rien n'est prévu sur le plan fédéral pour ces familles plus pauvres. Nous imaginons de possibles interventions des CPAS et des mutualités pour compenser le coût, mais nous ne savons ni quand, ni combien. Tout est donc encore possible. Il est difficile de favoriser d'abord les plus pauvres, mais par ailleurs, curieusement dirais-je, des encouragements sont prévus pour les familles les plus riches sous la forme de déductibilité fiscale. Bien sûr, nous nous réjouirons d'avoir évité le pire, c'est-à-dire de cumuler les déductibilités fiscales des ALE avec celles des titres services. Il faut reconnaître que nous aurions là fait dans l'outrance.
J'estime que c'est déjà un privilège de pouvoir se payer quelqu'un qui nettoie chez soi. C'est un double privilège que de faire supporter par la collectivité une partie du coût engendré par ce service. On aurait pu imaginer que le sens civique des familles les plus aisées aurait suffi et que la déductibilité n'était pas nécessaire. On aurait pu imaginer encore que le chèque varie selon les revenus des gens comme cela se fait dans les ALE. Pourquoi pas 300 francs pour les familles les plus riches et 150 francs pour les familles les plus pauvres? Cette hypothèse n'a pas été retenue. N'a pas été retenue non plus — et c'est dommage —, l'utilisation collective et mutualisée du chèque pour répondre à des besoins collectifs. On aurait pu par exemple faire garder plusieurs enfants par la même personne en mutualisant les chèques.
Ce projet de loi sera donc fort probablement voté puisqu'il fait l'objet de beaucoup d'attention de la part du Conseil des ministres. Il fait même l'objet d'une procédure d'urgence. L'absence de Mme Onkelinx se justifie d'ailleurs par le fait que ce même débat a lieu simultanément au Sénat. Les choses pressent; nous aurions aimé autant de célérité pour les projets permettant d'octroyer l'aide sociale aux candidats à la régularisation. "Nul ne gouverne innocemment", comme le disait, je pense, Saint-Just. Nous espérons que cette même diligence et cette même conviction animeront le gouvernement lorsqu'il s'agira de contrôler la mise en place du système et d'en faire l'évaluation en termes de besoins satisfaits, de volume et de qualité des emplois créés, et ce afin de procéder aux ajustements nécessaires.
En tant qu'écologistes, nous voulons relayer le souhait de bon nombre de syndicalistes, de représentants d'associations professionnelles et de l'économie sociale et nous assurer que cette énorme subvention publique, à savoir un milliard prélevé sur les caisses de la sécurité sociale, ne soit pas un cadeau de plus à des entreprises à but lucratif, avec des effets sur l'emploi trop peu souvent évalués. On connaît les effets des importantes cotisations sociales qui ont été mises en oeuvre. C'est donc sans enthousiasme qu'une majorité des écologistes soutiendra ce projet.
Translated text
Everyone has their own way of life. This is probably not the issue here and I will merely take a relatively critical look at this project, after all the debates of which quality must be recognized.
In the preamble, I would like to highlight a number of elements before returning to two points of content. by
1 of 1. I would like to emphasize as to the procedure, the interest of having allowed a real debate on this problem while one could have given in to the temptation to make it one of the multiple points of a law-program. It must be acknowledged that having extracted from a law-program is something interesting and having allowed a real debate deserves to be raised.
2 of 2. Finally, I would like to remind, even if one continues to believe it, in any case some, that this project has nothing to do with the titles-services "painting and tapping" that proceed from another intention, from another context, from another market, even though the terms that qualify each of these operations continue to lend confusion, despite the clarifications made. I confess to you that there will probably be other possible confusions with the ALE as this is also about checks and relatively similar activities.
3 of 3. I regret that this debate arises from or is part of a plan to combat black labour, the first step of which it constitutes. In doing so, he could make people believe and believe in some environments that the priority of the priorities in the fight against black labour is the struggle in cleaning services, knowing that there are social and tax fraud organized in this sector by companies. But most of the black work exercised in this cleaning sector is the fact of people from low-income populations, single-parent families with childcare problems, cohabitants, excluded from Article 80 - ⁇ one day it will be removed as well as the related problems. It is therefore uncertain whether those women, for the most part, who lend themselves to black work in cleaning in order to increase their purchasing power, have the skills required to occupy the jobs that this new system aims to develop.
4 of 4. I want to emphasize that this debate and the quality of the exchanges, had their place in a much broader debate on proximity services. We would have liked to discuss it globally. The Council of Ministers of 4 May approved, at the same time as the reform of service securities, the reform of ALE and the reform of service jobs, also called Smets jobs. We would have liked that the debate would be globalized, as it was in the Council of Ministers, and that the proximity services and related job deposits were discussed.
Having made these preconceptions, I will focus on returning to two points of content. Some of my predecessors at the tribune have said all the good they thought of reform and that will dispens me from doing so. I will quickly develop a slightly more nuanced view on two major aspects: that of job creation and activity and that of the role of the state in the distribution of wealth.
On the subjects "employment" and other activities created on this occasion, we are announced 3000 full-time equivalents, which is a good thing. I would like to point out that the amendment — I have a different perception than Mr. Anthuenis — adopted in Article 3 and widely adopted in the committee, he says fortunately — and I subscribe in this way to the remarks of Mr. Anthuenis. Delised – that it is new jobs to create, new contracts reserved for unemployed job seekers and, even if I read the report correctly, unpaid unemployed.
It would have been desired that this measure would be accompanied by a strict control of the net effect produced on employment to ensure that it is not a mere substitution effect. There is such a “turn over” in this cleaning sector that there will be no trouble for companies to provide new contracts as supporting documents.
As such, the technical formulas put in place to control the development of employment in the young plan also called "Rosetta plan" could serve as an example. This has a net impact on employment.
Another paragraph of the law guarantees that jobs will also be part-time, which is a great thing. It is an employment that falls within the framework of social security and guarantees real insertion in the workplace. This is a happy position, but it also has its very delicate aspects in that it risks confining women again in half-time jobs often low-paid, with difficult and flexible working conditions.
There is there a risk for which, in our opinion, there is no question of shamelessness unless it is an “ex-post” assessment that can show us the derivatives. This risk appears to us to be incompatible with a policy of equal opportunities, advocated by the Minister of Employment and Labour and the Government with a sincere conviction. by
Three thousand full-time equivalents, three billion public investments, that’s a lot to fight against black labour. This subsidy does not exceed the usual subsidies – the plan office claims it – granted to job creations. But since it is in this case low-qualified and quality jobs, we must recognize it, relatively reduced, we remain relatively skeptical. These are not sustainable jobs as environmentalists and the government hope. by
A discrimination in this regard, stipulated in the law for social-purpose enterprises, ALE or social-economic enterprises, would have helped to ensure a more secure quality insertion, a priority for low-skilled among job seekers and a higher quality in responding to the needs of the population. These social economy companies, like the ALE, have access to the system. Having made calculations with these companies there, I doubt that the financing conditions allow them to be competitive or profitable compared to the private companies that will be present on this market. Of course, additional measures can be taken by the Federal Department of Social Economy or by regions or communities, but as we have no trace of it at this stage, we remain skeptical. by
We could have imagined that the three billion would be divided into separate parts: one part reserved for private enterprises and another for social economy enterprises. We will see in a year, when we evaluate, if our fears come true. by
Finally, last point with regard to employment, we will with satisfaction underline the committee’s willingness to limit the extension to other activities such as those planned and recalled by Ms. Genot when presenting the project, and to link the extension to an evaluation and a parliamentary debate. Not everyone was convinced at first. But it will prove more than necessary, from the end of the implementation of the first phase, to proceed to this parliamentary debate and to resume all the problems. by
Last point regarding the reduction of inequalities: I think that one of the major roles of public power is to ensure the redistribution of wealth and to combat inequalities. It must be acknowledged that we have some dissatisfaction and some fears in this regard. The bill largely refers to employment deposits, to many unsatisfied needs. These are undeniable. by
Mr. Vandenbroucke, you mentioned recently in a response to Mrs. Pieters, that one could keep his children sick in exchange for a check. I do not know many families, even wealthy, who are willing to give 250 francs per hour to keep a child sick, except for a very small illness that lasts a very short moment. by
There is therefore in fact a discrimination that occurs between prosperous families and popular families in which, however, the same needs are met. Nothing is planned on the federal level for these poorer families. We imagine possible interventions from CPAS and mutualities to compensate for the cost, but we do not know when or how much. Everything is still possible. It is difficult to favor the poorest first, but on the other hand, curiously I would say, incentives are provided for the richest families in the form of tax deductibility. Of course, we will be pleased to have avoided the worst, that is, to cumulate the tax deductibilities of ALE with those of service securities. It must be acknowledged that we would have done this in the outrance. by
I think it is already a privilege to be able to pay someone who cleans his home. It is a double privilege to have the community bear a part of the cost incurred by this service. One could have imagined that the civic sense of the wealthiest families would have been enough and that deductibility was not necessary. One could still have imagined that the check varies according to people’s income as it is done in the ALE. Why not 300 francs for the richest families and 150 francs for the poorest families? This hypothesis was not accepted. Nor has it been retained — and it is a shame — the collective and mutual use of the cheque to meet collective needs. For example, it could have been possible to have several children held by the same person by mutualizing the checks.
This bill will therefore most likely be voted because it is the subject of much attention from the Council of Ministers. It is also subject to an emergency procedure. The absence of Ms. Onkelinx is justified by the fact that the same debate takes place simultaneously in the Senate. Things are pressing; we would have liked so much speed for projects that allow to grant social assistance to candidates for regularization. “No one governs innocently,” as Saint-Just said, I think. We hope that this same diligence and conviction will inspire the government when it comes to monitoring the implementation of the system and assessing it in terms of satisfied needs, volume and quality of the jobs created, in order to make the necessary adjustments.
As environmentalists, we want to convey the wish of many trade unionists, representatives of trade associations and the social economy and ensure that this enormous public subsidy, i.e. a billion drawn from the social security funds, is not an additional gift to profit-making enterprises, with employment effects too rarely evaluated. We are aware of the effects of the significant social contributions that have been implemented. It is therefore unenthusiastic that a majority of environmentalists will support this project.
#79
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst reageren op wat de heer Anthuenis heeft gezegd. Hij heeft een element aangehaald dat correct is. Ik herhaal een deel van zijn uiteenzetting: "Aangezien de invoering van dienstencheques exclusief de creatie van nieuwe jobs beoogt, kunnen wij ons er vanzelfsprekend mee akkoord verklaren dat, indien een onderneming een bijkomende werknemer aanwerft ingevolge de gestegen activiteit, ten gevolge van de dienstencheques ze een nietwerkende werkzoekende, die ingeschreven staat bij de VDAB, BGDA of FOREM, moet aanwerven". Volgens mij is dit de correcte interpretatie.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to reply first to what Mr. Anthuenis said. He cited an element that is correct. I repeat part of his explanation: "Since the introduction of service cheques aims exclusively to create new jobs, we can naturally agree that if a company recruits an additional employee as a result of the increased activity, as a result of the service cheques it must recruit an unemployed jobseeker, registered with the VDAB, BGDA or FOREM." I think this is the correct interpretation.
#80
Official text
Uit de uiteenzetting van de heer Anthuenis en uit het verslag van de commissie heb ik begrepen dat er vragen blijven bij de wijze waarop het in het wetsontwerp wordt omschreven. De heer Anthuenis vraagt zich ook af of er later geen interpretatiemoeilijkheden zullen zijn. In artikel 2, tweede lid, staat: "De Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad het toepassingsgebied bepalen en uitbreiden tot andere activiteiten of tot andere categorieën van personen, nadat een evaluatie en een bespreking hebben plaatsgegrepen in de federale wetgevende Kamers". Mevrouw Onkelinx en ik gaan ervan uit dat, indien er in de praktijk onduidelijkheid zou blijken over wat er in artikel 3 precies wordt bedoeld, we naar aanleiding van een dergelijke evaluatie en bespreking in de Kamer bij koninklijk besluit bepaalde elementen van de toepassing kunnen preciseren. Het lijkt me belangrijk hieraan te herinneren.
Translated text
From Mr. Anthuenis’s presentation and from the committee’s report, I have understood that there remain questions about how it is defined in the draft law. Mr. Anthuenis also asks whether there will be no interpretation difficulties later. Article 2, paragraph 2, states: “The King may, by a decision adopted after consultation in the Council of Ministers, determine and extend the scope of application to other activities or to other categories of persons, after an evaluation and discussion have taken place in the federal legislative chambers.” Ms. Onkelinx and I assume that if there is any uncertainty in practice as to what exactly is meant in Article 3, we may, following such an evaluation and discussion in the Chamber by royal decree, clarify certain elements of the application. I think it is important to remember this.
#81
Official text
Mevrouw Pieters heeft gesproken over de vergelijking tussen dit voorstel en de schildercheques. Ik denk dat we niet kunnen zeggen dat de maatregel succesvol is omdat er ontzettend veel cheques worden verspreid. Uiterlijk is dit natuurlijk een teken van succes, maar succes moet worden afgemeten aan netto nieuwe tewerkstelling. Eigenlijk moeten we concluderen dat deze negatief was door het zeer grote buitenbaaneffect. Aangezien het gaat om activiteiten die in het normale circuit nog niet bestaan, gaan we met de nieuwe regelgeving een veel sterker tewerkstellingseffect hebben.
Translated text
Ms. Pieters spoke about the comparison between this proposal and the painter cheques. I think we cannot say that the measure is successful because a huge number of checks are being distributed. Outwardly, this is, of course, a sign of success, but success should be measured by net new employment. In fact, we must conclude that this was negative due to the very large off-road effect. Since these are activities that do not yet exist in the normal circuit, we will have a much stronger employment effect with the new regulation.
#82
Official text
Mevrouw Pieters, u bent het daarmee niet eens, maar we moeten opletten met de verwijzing naar het verleden. Het grote succes van de schildercheques was een groot succes op het vlak van cheques. Op zijn zachtst gezegd blijft het de vraag of het ook een groot succes was op het gebied van jobs. Dit ontwerp biedt meer garanties wanneer we het evalueren op het gebied van netto tewerkstelling. Op dat gebied zullen we inderdaad kunnen spreken van een succes.
Translated text
Mrs. Pieters, you do not agree with this, but we should be careful with the reference to the past. The great success of the painter cheques was a great success in the field of cheques. To put it gently, it remains the question of whether it was also a great success in the field of jobs. This design provides more guarantees when we evaluate it in terms of net employment. In this area, we can talk about success.
#83
Official text
Wat de kinderopvang betreft, heb ik al gereageerd. Het gaat niet over de gewone kanalen, zoals onthaalmoeders en kindercrèches. Het gaat alleen over uitzonderlijke situaties van bijstand bij een ziek kind in het huis van het gezin zelf. Ik heb genoteerd wat de heer Timmermans daarover heeft gezegd. Het is echter belangrijk dat dit ter sprake komt.
Translated text
As for childcare, I have already responded. It’s not about the usual channels, such as welcoming mothers and nurseries. It is only about exceptional situations of assistance to a sick child in the home of the family itself. I have taken note of what Mr. Timmermans said about this. However, it is important that this is discussed.
#84
Official text
M. Timmermans a parlé d'un budget énorme. Je rétorquerai par la négative. Il y a 3.000 emplois pour lesquels les investissements publics se sont élevés à 2 milliards, ce qui ne représente pas un million par emploi. Nous croyons que les subsides publics entraînent des effets retour importants pour le budget de l'Etat, notamment le taux de TVA de 21%.
Translated text
by Mr. Timmermans spoke of a huge budget. I will repeat with the negative. There are 3,000 jobs for which public investment amounted to 2 billion, which is not one million per job. We believe that public subsidies have significant return effects for the state budget, including the 21% VAT rate.
#85
Official text
M. Timmermans nous reproche d'oublier les familles pauvres. A vrai dire, c'est une préoccupation que nous partageons. Il s'agit évidemment d'une discussion qui relève de la compétence des communautés. En effet, l'aide sociale, la problématique des subsides aux ASBL d'aide sociale, aux CPAS, sont des thèmes qui relèvent de la compétence des communautés.
Translated text
by Mr. Timmermans accuses us of forgetting the poor families. This is a concern we share. This is a matter that is within the competence of the communities. Indeed, social assistance, the problem of subsidies to the ASBL of social assistance, the CPAS, are topics that fall within the competence of communities. by
#86
Official text
A sa question relative à l'avantage fiscal, je dirai qu'il importe d'établir un équilibre entre le système fiscal pour les ménages faisant appel au chèquesservices, ceux faisant appel aux ALE et ceux faisant appel aux services de proximité.
Translated text
On his question regarding the tax advantage, I will say that it is important to establish a balance between the tax system for households using cheque-services, those using EEAs and those using proximity services.
#87
Official text
Il est donc important d'examiner ce projet dans une perspective comprenant ce système spécifique pour les ALE et c'est cet équilibre qui peut justifier l'usage d'un avantage fiscal ici aussi.
Translated text
It is therefore important to look at this project from a perspective that includes this specific system for EEAs and it is this balance that can justify the use of a tax advantage here too.
#88
Official text
De heer Timmermans heeft vragen gesteld over de deeltijdse werknemers. De lonen voor de deeltijdse werknemers zijn vastgelegd door de paritaire comités. Een voltijdse job in de schoonmaak is goed voor 55.000 frank bruto, een halftijdse job is goed voor ongeveer 28.000 frank.
Translated text
Mr Timmermans asked questions about part-time workers. The salaries for part-time workers are fixed by the parity committees. A full-time job in cleaning accounts for 55,000 francs gross, a part-time job accounts for about 28,000 francs.
#89
Official text
Wij hopen dat het voorliggend ontwerp nieuwe kansen zal bieden aan mensen die op dit ogenblik een deeltijdse job vervullen. Denken wij maar aan mensen die 's morgens en 's avonds een aantal uren werken in een bedrijf. Deze mensen kunnen deze prestaties aanvullen met werk in een gezin. Wij gaan ervan uit dat bepaalde mensen dankzij deze techniek boven de drempel van een deeltijdse job zullen kunnen geraken.
Translated text
We hope that the present draft will provide new opportunities for people who are currently working part-time. Think of people who work a few hours in a company in the morning and in the evening. These people can complement these achievements with work in a family. We assume that certain people will be able to get above the threshold of a part-time job thanks to this technique.
#90
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik hoop een duidelijk antwoord te hebben gegeven op de diverse vragen en meer bepaald op de problematiek die de heer Anthuenis heeft aangekaart.
Translated text
Mr. Speaker, I hope to have given a clear answer to the various questions and more specifically to the problem that Mr. Anthuenis addressed.
#91
Official text
Monsieur le président, j'aimerais adresser une petite remarque à M. Vandenbroucke, qui est également en quelque sorte le ministre de la sécurité sociale.
On sait qu'à l'heure actuelle, un milliard est prévu pour concrétiser ce projet mais à terme, si le projet évolue dans le sens souhaité par Mme Onkelinx, ce montant ne suffira pas. N'êtes-vous pas inquiet par tous ces projets qui se greffent peu à peu autour de la sécurité sociale et qui, bien qu'ils ressortissent au domaine de l'Emploi, relèvent aussi du domaine de la "solvabilisation" de la demande. Je m'interroge quant à la surcharge exagérée ou non du département de la sécurité sociale et ce, d'une manière dommageable, au vu du déficit de l'INAMI, etc.
Translated text
I would like to make a small comment to Mr. Vandenbroucke, who is also somehow the Minister of Social Security. by
It is known that at the moment, one billion is planned to realize this project but in the long run, if the project develops in the direction desired by Ms. Onkelinx, this amount will not be enough. Are you not concerned by all these projects that are gradually embroiled around social security and which, although they fall within the field of Employment, also fall within the field of “solvabilization” of demand. I wonder about the excessive or non-excessive overload of the Department of Social Security and this in a damaging way, given the INAMI deficit, etc.
#92
Official text
De algemene bespreking is gesloten. La discussion générale est close.
Translated text
General discussion is closed. The general discussion is closed.