General information
Full name plenum van 2001-07-04 14:30:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/50/ip147.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
50K1276
30/05/2001
✔
Projet de loi modifiant l'article 161, 1°, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe et l'article 149 du Code des droits de succession.
50K1274
30/05/2001
✔
Projet de loi modifiant la loi du 7 mai 2000 attribuant une dotation annuelle à Son Altesse Royale le Prince Philippe et une dotation annuelle à Son Altesse Royale la Princesse Astrid.
50K1270
28/05/2001
✔
Projet de loi portant réforme de l'impôt des personnes physiques.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#40
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#41
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#42
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#43
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#49
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#50
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#51
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#52
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#53
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#54
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#55
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#56
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#57
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#58
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#59
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#60
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#61
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#62
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#63
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#64
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#65
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#66
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#67
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#68
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#69
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#70
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#71
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#72
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#73
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#74
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#75
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#76
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#77
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#78
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#79
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#80
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#81
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#82
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#83
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#84
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#85
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#86
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#87
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#88
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#89
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#90
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#91
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#92
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#93
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#94
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#95
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#96
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#97
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#98
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#99
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#100
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#101
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#102
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#103
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#104
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#105
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#106
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#107
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#108
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#109
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#110
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#111
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#112
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#113
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#114
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#115
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#116
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#117
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#118
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#119
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#120
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#121
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#122
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#123
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#124
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#125
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#126
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#127
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#128
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#129
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#130
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#131
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#132
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#133
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#134
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#135
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#136
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#137
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#138
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#139
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#140
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#141
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#142
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#143
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#144
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#145
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#146
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#147
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#148
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#149
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#150
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#151
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik kan deze opmerking van de heer Vanvelthoven niet aan mij voorbij laten gaan. Het is niet mijn bedoeling de sprekers voortdurend te onderbreken. Deze morgen hebben we alleen op dit punt onderbroken. Ik verschiet ervan dat de heer Vanvelthoven opnieuw naar dit punt verwijst. Dit zou er kunnen op wijzen dat hij mijn reactie op de stelling van de minister niet heeft gehoord.
Translated text
I cannot ignore this comment by Mr. Vanvelthoven. It is not my intention to interrupt the speakers constantly. This morning we only interrupted on this point. I am reluctant that Mr Vanvelthoven again refers to this point. This could indicate that he did not listen to my response to the Minister’s statement.
#2
Official text
Toch wel.
Translated text
Yet yes.
#3
Official text
Het huidige wetsontwerp bevat een aantal bepalingen die slechts in werking treden in de loop van de volgende legislatuur en van kracht worden op 1 januari 2003 en op 1 januari 2004.
Translated text
The current bill contains a number of provisions that will only come into force in the course of the next legislature and will come into force on 1 January 2003 and 1 January 2004.
#4
Official text
1 januari 2003 is — zo hoop ik — de huidige legislatuur.
Translated text
January 1, 2003 is, I hope, the current legislature.
#5
Official text
Mijnheer de minister, een heleboel maatregelen worden slechts op 1 januari 2004 van kracht.
Translated text
Many measures will only come into force on 1 January 2004.
#6
Official text
U weet dat we de tweederde meerderheid hebben gehaald. Het wordt misschien gemakkelijker om het tot 2003 vol te houden.
Translated text
We have obtained a two-thirds majority. It may be easier to keep it up until 2003.
#7
Official text
Mijnheer de minister, geruchten doen de ronde dat deze regering gebruik wil maken van het vermoedelijk meevallen van de Europese ontwikkelingen om vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Laten wij dat debat echter niet voeren.
Een zaak staat vast. De meeste maatregelen treden slechts in werking in 2003 en 2004. Het gros van de maatregelen komt slechts op kruissnelheid vanaf 2005-2006. Let op, dit is geen punt van kritiek.
Dat laatste zou een inconsistente kritiek zijn. Als ik het aanklaag dat het effect stijgt doorheen de tijd, hebt u gelijk als u mij antwoordt dat met de indexering hetzelfde gebeurt. Inderdaad heeft de maatregel om te beslissen de belastingschalen te indexeren een glooiend effect doorheen de tijd. Dat is coherent. Ik alludeer erop dat een aantal maatregelen in deze wet slechts in werking treden nadat een volgende legislatuur al in functie is. Bij de indexering van de belastingschalen is dat niet het geval, hoewel jaarlijks een koninklijk besluit wordt uitgevaardigd. Volgens mij is daar toch een verschil tussen.
Ten tweede, vind ik dat er in dit debat wat intellectuele eerlijkheid mag zijn rond het volgende. De budgettaire marge om al deze dingen te realiseren is eigenlijk in de vorige legislaturen tot stand gekomen. Helemaal op het einde van de vorige legislatuur, die jarenlang onpopulair moest zijn, werden twee populaire maatregelen genomen. In de eerste plaats gaat het om de heel bescheiden aanpassing van de indexering. De tweede maatregel betrof een aanpassing van 1000 frank voor de wegwerking van de discriminaties voor gehuwden. Die twee bescheiden maatregelen kon men invoeren met de erg beperkte beschikbare ruimte. Uw budgettaire ruimte is nu groter. U kan ze invullen. Tegenover de vorige legislatuur bent u echter zo ondankbaar dat u zelfs niet wil erkennen dat die twee maatregelen door de vorige legislatuur werden genomen. Ik betreur dat u de vorige legislaturen zelfs die verdienste niet gunt. Mijnheer de voorzitter, dat kan ik geen nieuwe politieke cultuur noemen.
Translated text
Mr. Minister, there are rumors that this government wants to use the alleged coincidence of European developments to call for early elections. However, let us not conduct this debate.
One case is fixed. Most measures only enter into force in 2003 and 2004. The majority of the measures are only at cross-speed from 2005-2006. Please note, this is not a point of criticism.
This would be an inconsistent criticism. If I claim that the effect increases over time, you are right if you answer me that with indexing the same happens. Indeed, the measure to decide to index the tax scales has a sliding effect over time. That is coherent. I would like to point out that some measures in this law only enter into force after the next legislature is already in office. When indexing the tax scales, this is not the case, although a royal decree is issued annually. I think there is a difference between them.
Second, I think that in this debate there may be some intellectual honesty around the following. The budgetary margin to realize all these things has actually been created in the previous legislatures. Just at the end of the previous legislature, which was supposed to be unpopular for years, two popular measures were taken. First, it is the very modest adjustment of indexing. The second measure concerned an adjustment of 1000 francs for the elimination of discrimination against married persons. These two modest measures could be introduced with the very limited available space. Your budget space is now bigger. You can fill them. However, you are so ungrateful to the previous legislature that you do not even want to acknowledge that those two measures were taken by the previous legislature. I regret that you do not even give the previous legislatures that merit. This cannot be called a new political culture.
#8
Official text
Mijnheer Pieters, het is niet mijn taak om te oordelen. U hebt wel al enkele minuten opgenomen van de toespraak die u straks zal houden.
Translated text
Mr. Peterson, it is not my job to judge. You have already recorded a few minutes of the speech you will hold later.
#9
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal op de vragen later een antwoord geven. Toch wil ik even reageren. Ik wil erop wijzen dat er saneringen hebben bestaan, echter niet gedurende één of twee legislaturen, maar wel gedurende twintig jaar. Daarop bestond een uitzondering tussen 1987 en 1992, tijdens welke periode geen echte sanering werd doorgevoerd. In feite zijn er gedurende twintig jaren lang saneringen geweest. De ruimte die wij nu hebben, is te danken aan de saneringen van die twintig jaren. Dat is dus niet de verdienste van de vorige legislatuur alleen.
Translated text
I will answer the questions later. Nevertheless, I would like to respond. I would like to point out that there have been sanctions, however, not during one or two legislatures, but over twenty years. There was an exception between 1987 and 1992, during which period no actual sanitation was carried out. In fact, there have been repairs for twenty years. The space we have now is due to the renovations of those twenty years. This is not the merit of the previous legislature alone.
#10
Official text
Ik stel voor dat u de heer Vanvelthoven toestaat het woord te voeren, hoewel ik niets heb tegen een onderbreking met zijn toestemming. Wij zouden echter wel moeten kunnen doorwerken.
Translated text
I propose that you allow Mr Vanvelthoven to speak, although I have nothing against interrupting with his consent. However, we should be able to continue working.
#11
Official text
Mijnheer Pieters, met u wil ik de verdienste opnemen voor de moeilijke saneringsmaatregelen in de jaren negentig. Die verdienste komt dus niet alleen u toe, maar ook ons. Wij claimen ze eveneens, alsmede de moeilijke zaken die wij hebben kunnen verbeteren voor de burgers.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de herindexering heb ik genoemd. Ook is de geleidelijke afschaffing van de crisisbijdrage in de wet opgenomen. Die afschaffing is prioritair gericht naar de lage inkomens. De aftrekbaarheid van de kinderopvangkosten is opgetrokken. De uitkeringen voor arbeidsongevallen en beroepsziekten zijn geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van belasting. Op voorstel van de SP zijn er nog andere fiscale maatregelen gekomen, zoals de aftrekbaarheid van de kapitaalaflossingen. Mensen die wegens een erfelijke aandoening of een vroegere ziekte geen levensverzekering konden verkrijgen, wordt gegarandeerd dat zij een huis kunnen aankopen. Het fiscaal voordeel geldt dus ook voor hen. In deze legislatuur zijn daarover al enkele zaken beslist in het voordeel van de belastingplichtigen. Het fiscale landschap in België is op twee jaar tijd toch wel enigszins veranderd. Die maatregelen komen volgens mij vooral de lage en de middeninkomens ten goede.
De kers op de taart is de bespreking van vandaag, waarover morgen wordt gestemd. Ik zal al die maatregelen niet een voor een bespreken. Wij hebben onze appreciatie of mindere appreciatie al in de commissie laten blijken. Ik zal me beperken tot de hoofdlijnen.
Wij denken dat deze belastinghervorming in elk geval de lage en gemiddelde inkomens ten goede komt. Ik wil dat illustreren met een aantal cijfers. 21 miljard frank, 15% van het totale budget van de beschikbare middelen, is expliciet bestemd voor gezinnen met een laag inkomen. Ik heb het dan natuurlijk over de terugbetaalbare belastingkredieten. Er is een terugbetaalbaar belastingkrediet voor werknemers met een laag inkomen. Dat betekent concreet dat die mensen kunnen rekenen op een opslag van 1.500 frank netto per maand boven op hun loon. Mijnheer de minister, wij hopen dat uw administratie erin zal slagen om dat belastingkrediet zo snel mogelijk via de bedrijfsvoorheffing aan de betrokken belastingplichtigen toe te kennen en dat de belastingplichtigen niet moeten wachten tot op het ogenblik waarop zij de aanslag ontvangen. Daarnaast omvat de hervorming nog voor ongeveer 70 miljard frank, meer dan de helft van het beschikbare budget, forfaitaire belastingverminderingen die de lage en gemiddelde inkomens verhoudingsgewijs meer voordeel opleveren: de verhoging van het belastingvrij minimum voor gehuwden met 22.000 frank per gezin, de aangepaste belastingvermindering voor gehuwde gepensioneerden met 20.000 frank per gezin en de verhoging van de forfaitaire beroepskosten voor werknemers die zo'n 4.000 frank per jaar oplevert. In dit verband wil ik verwijzen naar een bijdrage van twee fiscalisten van de ACVstudiedienst in "De Gids op Maatschappelijk Gebied" van september 2000. Zij hebben drie mogelijkheden om de druk op arbeid te verlagen geëvalueerd. Het gaat om de verhoging van de forfaitaire beroepskosten voor bescheiden inkomens, de aanpassing van de tariefschijven en het optrekken van het belastingvrij minimum. Zij hebben de impact van die voorstellen getoetst aan de hand van een simulatieprogramma. Hieruit blijkt dat al deze maatregelen, samen goed voor 85 miljard frank of twee derde van het totale budget, goed tot zeer goed scoren op het vlak van herverdeling van het inkomen. Wij zijn ook verheugd dat het totale pakket maatregelen, inclusief het afschaffen van de twee hoogste tarieven, de progressiviteit van de belastingen verhoogt. Dat wil dus zeggen dat na de belastinghervorming de hoogste inkomens een groter deel van de pot belastinggeld zullen vullen. Dat is voor de SP een belangrijk gegeven om deze belastinghervorming goed te keuren. Het gaat niet om een lineaire belastingverlaging van 10% voor iedereen maar er komt wel een belastingverlaging die in globo 10% bedraagt. Verhoudingsgewijs zullen de lagere inkomens echter meer profiteren van de belastingverlaging dan de hogere inkomens.
Translated text
Mr. Pieters, I would like to share with you the merit for the difficult sanitation measures in the 1990s. That merit is not only to you, but also to us. We also claim them, as well as the difficult things we have been able to improve for citizens.
Mr. Speaker, Mr. Minister, I mentioned the reindexing. The gradual abolition of the crisis contribution is also included in the law. This abolition is primarily aimed at low-income. The deductibility of child care costs has been increased. Benefits for occupational accidents and occupational diseases are completely or partially exempt from tax. On the proposal of the SP, other fiscal measures have been introduced, such as the deductibility of capital settlements. People who were unable to obtain life insurance due to an inherited condition or a previous illness are guaranteed to be able to purchase a home. The tax benefit also applies to them. In this legislature, several matters have already been decided in favour of the taxpayers. The tax landscape in Belgium has changed slightly in two years. These measures are especially beneficial to low and medium-income groups.
The cherry on the cake is the discussion of today, which will be voted on tomorrow. I will not discuss all these measures one by one. We have already shown our appreciation or less appreciation in the committee. I will limit myself to the main lines.
We believe that this tax reform will at least benefit low and middle income. I want to illustrate this with a few figures. 21 billion francs, 15% of the total budget of the available resources, is explicitly allocated to low-income families. I am talking about the repayable tax credits. There is a refundable tax credit for low-income workers. This concrete means that these people can count on a stockpile of 1,500 francs net per month in addition to their salary. Mr. Minister, we hope that your administration will succeed in granting that tax credit to the taxable persons concerned as soon as possible through the corporate advance tax and that the taxable persons do not have to wait until the moment they receive the attack. In addition, the reform includes, for approximately 70 billion francs, more than half of the available budget, flat-rate tax reductions that benefit low and middle-income relatively more: the increase of the tax-free minimum for married persons by 22,000 francs per family, the adjusted tax reduction for married pensioners by 20,000 francs per family, and the increase of the flat-rate professional costs for workers, which generates approximately 4,000 francs per year. In this regard, I would like to refer to a contribution of two taxists of the ACV Study Service in "The Guide on the Social Area" of September 2000. They have evaluated three ways to reduce the pressure on labor. These include the increase of the flat-rate operating costs for modest income, the adjustment of the tariff discs and the increase of the tax-free minimum. They assessed the impact of those proposals through a simulation program. This shows that all these measures, together amounting to 85 billion francs or two-thirds of the total budget, score well to very well in terms of reallocation of income. We are also pleased that the overall package of measures, including the abolition of the two highest rates, increases the progressiveness of taxes. This means that after the tax reform, the highest incomes will fill a larger portion of the pot tax money. That is an important data for the SP to approve this tax reform. It is not a linear tax reduction of 10% for everyone, but there is a tax reduction that is 10% in globo. Proportionally, however, lower incomes will benefit more from the tax reduction than higher incomes.
#12
Official text
Mijnheer Pieters, laat de heer Vanvelthoven zijn speech houden. U komt straks nog aan het woord.
Translated text
Mr. Pieter, let Mr. Vanvelthoven hold his speech. You will be speaking later.
#13
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zou voorzichtig zijn in de manier waarop u zich uitdrukt na wat hier deze week is gebeurd rond onder andere Belgacom. Als er zich dan al eens een situatie voordoet waarin zich een normaal debat kan ontwikkelen, vraagt u dat men niet zou interveniëren. U die zoveel interviews hebt gegeven over de herwaardering van het Parlement, vraagt dat men zou zwijgen zodra men de vinger opsteekt.
Translated text
Mr. Speaker, I would be cautious in the way you express yourself after what happened here this week around among others Belgacom. If there ever arises a situation in which a normal debate can develop, you ask not to intervene. You who have given so many interviews about the revaluation of Parliament, ask that one should be silent as soon as one raises the finger.
#14
Official text
Mijnheer Pieters, de heer Vanvelthoven heeft gevraagd zijn speech te mogen houden en ik respecteer dat. U hebt gevraagd om straks meer spreektijd te krijgen en dat zal ook gebeuren. Laat de heer Vanvelthoven echter eerst zijn speech afwerken.
Translated text
Mr. Pieters, Mr. Vanvelthoven has asked to hold his speech and I respect that. You have asked for more speech time later, and that will happen. However, let Mr. Vanvelthoven finish his speech first.
#15
Official text
Mijnheer de voorzitter, als de heer Vanvelthoven effectief gevraagd heeft om hem geen vragen te stellen, dan zal ik dat ook niet doen.
Translated text
Mr. Speaker, if Mr. Vanvelthoven effectively asked him not to ask questions, then I will not do so.
#16
Official text
De heer Vanvelthoven heeft mij zonet gezegd dat hij graag zijn speech zou houden. Mijnheer Pieters, ik heb hier al een paar zaken gehoord waarvan ik het wat op mijn heupen krijg. U zegt dat er weinig openbare debatten waren in de Kamer. Ik heb een lijst laten maken en het is gebleken dat er nog nooit zoveel zijn geweest dan sedert ik voorzitter ben. Ik wil ook gerust een lijst laten maken van de onderbrekingen. Als er iemand onderbrekingen toestaat, en terecht, dan is het wel deze voorzitter. Men moet de spreker echter ook de gelegenheid geven zijn gedachtegang af te maken. Als u werkelijk een onbedwingbare nood voelt om te onderbreken, dan kan ik daar namens de Kamer natuurlijk ook moeilijk aan weerstaan. Is dat nu het geval?
Translated text
Mr. Vanvelthoven just told me that he would like to hold his speech. Mr. Pieters, I have heard a few things here that I get some on my hips. You say there were few public debates in the Chamber. I made a list and it turned out that there have never been so many since I am president. I would also like to make a list of interruptions. If someone allows interruptions, and rightly, then it is this president. However, one should also give the speaker the opportunity to finish his course of thought. If you really feel an insurmountable need to interrupt, then I can of course hardly resist that on behalf of the Chamber. Is that the case now?
#17
Official text
Mijnheer de voorzitter, dit steunt blijkbaar op een misverstand tussen u en mij. Ik dacht zelfs dat onderbrekingen nu en dan u genegen waren Als nu blijkt dat dit niet het geval is, zal ik dat niet meer doen. Het is dus geen onweerstaanbare dwang.
Als ik de heer Vanvelthoven echter hoor zeggen dat de progressiviteit van het belastingstelsel toeneemt, is het normaal dat ik hem de vraag wil stellen of de afschaffing van de toptarieven daarvan ook deel uitmaakt.
Translated text
This is due to a misunderstanding between you and me. I even thought that interruptions now and then you were tenderness If now it turns out that this is not the case, I will not do it again. It is not an irresistible coercion.
However, if I hear Mr Vanvelthoven say that the progressivity of the tax system is increasing, it is normal that I want to ask him whether the abolition of the maximum rates is also part of it.
#18
Official text
Dat is inderdaad een goede vraag.
Translated text
That is indeed a good question.
#19
Official text
Mijnheer de voorzitter, dat is inderdaad een goede vraag. Als de heer Pieters echter goed had geluisterd, had hij gehoord dat ik dat al eerder heb uitgelegd.
Zelfs rekening houdend met 7 miljard frank afschaffing van de hoogste tarieven, verhoogt deze belastinghervorming de progressiviteit. Ik geef twee voorbeelden. Voor kleine verdieners met een inkomen lager dan 500.000 frank dalen de belastingen met meer dan 50%. Voor de hoogste inkomens, hoger dan 2 miljoen frank, daalt de belasting met 6%. Dat bedoel ik met een verhoging van de progressiviteit van de belasting. De hoge inkomens zullen in de toekomst meer bijdragen tot de totale belastingpot dan de kleine inkomens dan vandaag het geval is.
Translated text
This is indeed a good question. However, if Mr. Pieters had listened carefully, he would have heard that I have already explained it.
Even taking into account the abolition of the highest rates of 7 billion francs, this tax reform increases progressivity. I give two examples. For small earners with an income below 500,000 francs, the taxes fall by more than 50%. For the highest income, above 2 million francs, the tax is reduced by 6%. This means increasing the progressiveness of the tax. High incomes will contribute more to the total tax pot in the future than small incomes do today.
#20
Official text
Mijnheer Vanvelthoven, hoe zit het met de progressiviteit voor een schijf boven 1,2 miljoen frank? U moet mij niet verkeerd begrijpen, mijnheer Vanvelthoven, ik ben hiervan ook voorstander. Zeggen dat de progressiviteit stijgt als men de toptarieven naar beneden haalt, zult u echter nergens verkocht krijgen.
Translated text
Mr. Vanvelthoven, what about the progressivity for a disk above 1.2 million francs? Do not misunderstand me, Mr. Vanvelthoven, I am also in favor of this. Saying that progressivity rises when one gets the top rates down, however, you won’t get sold anywhere.
#21
Official text
Mijnheer Pieters, de gegevens tonen dit wel aan. Met progressiviteit bedoel ik dat de lage inkomens meer van deze belastinghervorming profiteren dan de hoge inkomens, ondanks uw en deels ook onze kritiek. Voor ons moesten de hoogste tarieven niet worden afgeschaft, maar dat zit nu eenmaal in het pakket maatregelen. Globaal gezien — iedereen kan de rekening maken — zullen de lage inkomens een grotere belastingvermindering krijgen dan de hoge inkomens.
Translated text
Mr. Peters, the data shows this. With progressivity I mean that the low-income benefit more from this tax reform than the high-income, despite your and partly our criticism. For us, the highest rates should not be abolished, but that is part of the package of measures. Globally speaking — anyone can account — low-income people will receive a greater tax reduction than high-income people.
#22
Official text
Dat betekent dat de progressiviteit is verstrekt.
Translated text
This means that progressivity is provided.
#23
Official text
De progressiviteit is inderdaad versterkt. De belasting voor lage inkomens zal een stuk minder worden dan vandaag het geval is. Daarom is er een groter verschil in progressiviteit.
Translated text
Progressivity is indeed strengthened. The tax on low incomes will be much lower than it is today. Therefore, there is a greater difference in progressiveness.
#24
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik heb medelijden met de heer Vanvelthoven.
Translated text
I apologize to Mr Vanvelthoven.
#25
Official text
Mijnheer Pieters, u moet geen medelijden met ons hebben. Wij voelen ons goed bij de belastinghervorming. Ik heb begrepen dat u zich daarbij ook goed voelt. Het enige waarmee u een probleem hebt, is dat bepaalde maatregelen voor u misschien sneller in werking zouden moeten treden. Ik hoorde u echter zeggen dat u kunt instemmen met de globaliteit van deze belastinghervorming, ondanks het feit dat u zich morgen zult onthouden.
Translated text
Mr. Peterson, you should not have any pity on us. We feel good about the tax reform. I understand that you also feel good about it. The only thing you have a problem with is that certain measures might need to come into effect for you faster. However, I heard you say that you can agree with the globality of this tax reform, despite the fact that you will abstain tomorrow.
#26
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal tegen stemmen.
Translated text
Mr. Speaker, I will vote against.
#27
Official text
U bent er zelfs tegen, mijnheer Pieters.
Mijnheer de voorzitter, globaal gezien kan deze belastinghervorming onze goedkeuring wegdragen. Dat neemt niet weg dat wij in de commissie en ook vandaag voor een aantal bestaande onrechtvaardigheden aandacht hebben gevraagd.
Een van die onrechtvaardigheden zit nog in een ander punt van artikel 154 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Dat artikel voorziet in een belastingvrijstelling voor mensen voor wie het belastbaar inkomen alleen uit vervangingsinkomsten bestaat die niet boven een maximumbedrag gaan. Wij hebben daarover een amendement in de commissie ingediend, waarin wij enkele voorbeelden hebben uitgewerkt. De toepassing van dit artikel kan in een aantal gevallen tot ongewenste belastingsupplementen aanleiding geven. Iemand met een werkloosheidsuitkering die in een bepaald jaar zelfs slechts enkele honderden franken bijverdient, wordt met een meerbelasting van meer dan 10.000 frank geconfronteerd. Dat is nooit de bedoeling van de wetgever geweest. Hetzelfde geldt voor iemand die van een pensioen leeft. Een lichte verhoging van het pensioen tot boven het maximumbedrag geeft ook aanleiding tot belangrijke belastingsupplementen.
Wij hebben terzake een amendement ingediend om die meerbelasting in ieder geval te beperken tot het supplement aan inkomen. U hebt in de commissie gezegd dat u dit een voorstel vond dat in elk geval het onderzoeken waard is. De behandeling in de commissie duurde niet lang genoeg om de kostprijs ervan te berekenen en de technische uitwerking te realiseren. U hebt echter toegezegd om dit door de administratie te laten onderzoeken. Ik wil hierop nogmaals aandringen.
In de commissie werd ook ernstig gedebatteerd over de problematiek van de eenoudergezinnen en meer bepaald het feit dat kinderen van dergelijke gezinnen, die een vakantiejob doen, worden gediscrimineerd ten opzichte van kinderen uit tweeoudergezinnen. In het wetsontwerp werd deze discriminatie aangekaart en opteerde u voor een oplossing waarbij het maximum bij te verdienen bedrag zou worden opgetrokken met 18.000 Belgische frank. Onze maar ook andere fracties deden het voorstel om het onderhoudsgeld niet meer mee te rekenen in de bepaling van de hoegrootheid van de netto bestaansmiddelen. De oplossing, die uit de bus is gekomen en die erin bestaat dat 6.000 frank onderhoudsgeld per maand niet wordt meegerekend bij de bepaling van de netto bestaansmiddelen, kan onze goedkeuring wegdragen, te meer omdat dit is gekoppeld aan de verhoging van het bij te verdienen bedrag voor kinderen van alleenstaanden. Dit betekent volgens onze berekeningen toch dat — tot een onderhoudsgeld van 13.000 frank per maand — kinderen van alleenstaanden een zelfde vakantiejob kunnen doen als kinderen van gehuwde koppels.
In dit verband heb ik nog twee vraagjes voor u, mijnheer de minister. Ten eerste, u weet dat het voor de betrokkenen moeilijk te berekenen is hoeveel zij elk jaar mogen bijverdienen om nog ten laste te blijven van de ouders. Het is dan ook misschien nuttig om een eenvoudig rekenprogramma op uw website te plaatsen zodat dit voor de belastingplichtigen gemakkelijk toegankelijk en gemakkelijk te berekenen is. Een tweede vraag heeft betrekking op de gewijzigde tekst. Er zou discussie kunnen ontstaan over de vraag of onderhoudsgelden, die niet belastbaar zijn uit hoofde van het kind, aftrekbaar zijn uit hoofde van bijvoorbeeld de vader wegens het feit dat hij bijvoorbeeld achterstallen betaalt of niet regelmatig stort. Een dergelijke situatie kan toch niet tot gevolg hebben dat dit kind, dat die onregelmatig gestorte onderhoudsgelden ontvangt, deze onderhoudsgelden in rekening moet brengen om de netto bestaansmiddelen te bepalen. Zoals de tekst nu is geformuleerd, zou men eruit kunnen afleiden dat enkel regelmatig gestorte onderhoudsgelden niet meer in aanmerking worden genomen om de netto bestaansmiddelen te bepalen. Het lijkt mij toch ook de bedoeling te zijn geweest om elke soort onderhoudsgeld — ook de niet regelmatig gestorte onderhoudsgelden — uit te sluiten tot 6.000 frank per maand.
Een andere verbetering voor gezinnen waarvan de ouders gescheiden zijn, betreft ongetwijfeld de mogelijkheid die nu is ingevoerd om de gescheiden echtgenoten niet langer aan te spreken voor schulden van de andere echtgenoot. In het wetsvoorstel waarover morgen zal worden gestemd, is daarvoor een oplossing gevonden voor de toekomst. Dit is een zeer goede zaak. Er zijn terzake zeer veel schrijnende voorbeelden. Mijnheer de minister, wat zal er gebeuren met zaken uit het verleden?
Mijnheer de minister, er bestaan nog heel wat schrijnende situaties. Vorige week nog kwam er een gescheiden vrouw met vier kinderen ten laste naar mij toe. Zij werkt zelf nog, en ze is al een aantal jaren gescheiden van een zelfstandige. Haar woning is intussen verkocht. Door de herziening van de belastingen van haar ex-man heeft ze nu aanslagen van 1,5 miljoen frank en 2 miljoen frank gekregen. Voor die vrouw is dit een catastrofe. Ze wordt nu geconfronteerd met loonbeslag en met de inhouding van teruggaven van de belastingen. Mijnheer de minister, is het niet mogelijk een oplossing te vinden voor dergelijke mensen, die niet meer kunnen profiteren van het huidige ontwerp? Die mensen lopen vaak met het hoofd tegen de muur. Men zegt wel vaak "dura lex, sed lex," "de wet is hard, maar hij is wat hij is," maar een oplossing moet toch mogelijk zijn in dergelijke gevallen?
Mijnheer de minister, ik wil nog twee opmerkingen maken. Ten eerste, het prettige gedeelte is achter de rug, denk ik. De belastingverlaging — met 134,5 miljard frank — is geregeld. Het moeilijke gedeelte moet nog komen. Hiermee bedoel ik de discussie over de omvorming van de aftrekken, de korven, en de vereenvoudiging van ons stelsel van personenbelasting, waarvoor we wachten op het advies van de Hoge Raad voor Financiën. Ik denk dat de vereenvoudiging niet gemakkelijk zal worden. Het geld dat ter beschikking was, gaat immers naar de belastingverlaging. Er zal in elk geval moed nodig zijn om het belastingstelsel eenvoudiger en doorzichtiger te maken voor de belastingplichtige. Wij dringen erop aan nog tijdens deze legislatuur er ernstig werk van te maken.
Ten tweede, wil ik een opmerking maken over de gebrekkige fiscale controles. Ik heb u er enige tijd geleden reeds over geïnterpelleerd. Dit is een onderwerp dat u uiteraard nauw aan het hart ligt. Ik ga niet zover als de regeringscommissaris, de heer Zenner, die via de pers zijn mening verkondigde dat de belastingadministratie "une entreprise en quasi faillite" is. Maar het is wel vijf voor twaalf voor de belastingadministratie, dus denk ik dat er dringend maatregelen moeten worden getroffen. Naar aanleiding van mijn vorige interpellatie hebt u aangekondigd dat u met een boordtabel zou komen zowel inzake fiscale fraude, als inzake de dagdagelijkse fiscale controle. Volgens uw aankondiging zou dit nog voor het reces gebeuren. Het reces begint binnenkort, dus verwachten wij van u hierover enig concreet nieuws.
Translated text
You are even against it, Mr. Pieters.
From a global perspective, this tax reform can take away our approval. That is not to mention that we have called attention in the committee and also today for a number of existing injustices.
One of those injustices lies in another point of Article 154 of the Income Tax Code. That article provides for a tax exemption for persons for whom the taxable income consists only of replacement income that does not exceed a maximum amount. We have submitted an amendment to this issue in the committee, in which we have drawn up some examples. The application of this Article may in some cases give rise to undesirable tax additions. A person with an unemployment benefit that earns only a few hundred francs in a given year is faced with a surplus tax of more than 10,000 francs. That was never the intention of the legislator. The same applies to someone who lives out of a pension. A slight increase of the pension above the maximum amount also gives rise to significant tax additions.
We have submitted an amendment to limit this surplus tax at least to the income supplement. You said in the committee that you found this a proposal that is worth investigating in any case. The discussion in the committee did not take long enough to calculate its cost and realize the technical development. However, you have pledged to have this investigated by the administration. I would like to insist on this again.
The committee also seriously debated the problem of single-parent families and more specifically the fact that children from such families, who do a holiday job, are discriminated against children from two-parent families. The draft law addressed this discrimination and opted for a solution in which the maximum amount to be contributed would be raised by 18,000 Belgian francs. Our and other groups proposed that the maintenance allowance should no longer be included in the determination of the amount of net livelihoods. The solution, which came out of the bus and which consists in not taking into account the maintenance allowance of 6,000 francs per month in the determination of net livelihoods, may take away our approval, moreover because this is linked to the increase of the amount to earn for children of single persons. This means, according to our calculations, that — up to a maintenance allowance of 13,000 francs per month — children of single persons can do the same vacation work as children of married couples.
I have two questions for you, Mr. Minister. First, you know that it is difficult for those concerned to calculate how much they can earn each year in order to remain in charge of their parents. Therefore, it may be useful to place a simple calculation program on your website so that it is easily accessible and easy to calculate for taxpayers. The second question relates to the amended text. Disputes could arise as to whether maintenance payments, which are not taxable on the basis of the child, can be deducted on the basis of, for example, the father, because, for example, he pays retirement payments or does not regularly deposit. Such a situation cannot, however, result in this child, who receives irregularly deposited alimony, having to charge those alimony in order to determine the net means of subsistence. As the text is now formulated, it could be inferred that only regularly paid maintenance payments are no longer taken into account in determining net livelihoods. Nevertheless, it seems to me that it was also intended to exclude any kind of maintenance, including non-regularly paid maintenance, up to 6,000 francs per month.
Another improvement for families whose parents have been separated is undoubtedly the possibility now introduced to no longer bring the divorced spouses to court for debts of the other spouse. In the bill, which will be voted on tomorrow, there is a solution for the future. This is a very good thing. There are many striking examples in this regard. What will happen to things from the past?
Mr. Minister, there are still a lot of scary situations. Last week, a divorced woman with four children came to take care of me. She still works herself, and she has been separated from a self-employed for several years. Her home has been sold in the meantime. As a result of the revision of her ex-husband's taxes, she has now received attacks of 1.5 million francs and 2 million francs. For this woman this is a catastrophe. She is now faced with wage confiscation and with the withdrawal of tax refunds. Mr. Minister, is it not possible to find a solution for such people, who can no longer benefit from the current design? These people often walk with their heads against the wall. It is often said “dura lex, sed lex,” “the law is hard, but it is what it is,” but a solution must still be possible in such cases?
Mr. Minister, I would like to make two comments. First, the pleasant part is behind the back, I think. The tax reduction — by 134.5 billion francs — has been settled. The difficult part has yet to come. With this I mean the discussion on the transformation of the deductions, the baskets, and the simplification of our system of personal tax, for which we await the opinion of the High Council for Finance. I think the simplification will not be easy. The money that was available goes to tax cuts. In any case, courage will be needed to make the tax system simpler and more transparent for the taxable person. We urge serious work to be done during this legislature.
Secondly, I would like to comment on the lack of fiscal controls. I interviewed you about it some time ago. This is a topic that is of course close to your heart. I do not go as far as the government commissioner, Mr. Zenner, who through the press announced his opinion that the tax administration is "une entreprise en quasi faillite". But it’s five for twelve for the tax administration, so I think urgent action needs to be taken. Following my previous interpellation, you announced that you would come up with a boardboard on both tax fraud and on the daily tax control. According to your announcement, this would happen even before the recess. The journey begins soon, so we expect some concrete news from you about this.
#28
Official text
Mijnheer de minister, collega's, ik wens aan de Kamer mee te delen dat onze goede collega, de heer Stefaan De Clerck, mij een vriendelijke brief geschreven heeft. Daarin biedt hij zijn ontslag aan als lid van deze Kamer. Hij vraagt dat zijn ontslag zou ingaan op 4 juli 2001.
Ik wilde mijn waardering voor de heer De Clerck uitdrukken terwijl hij aanwezigheid was, maar hij heeft gevraagd om dat niet te doen. Toch kan ik het niet nalaten hem te bedanken voor de vele dagen, maanden en jaren die hij als minister, als kamerlid en als partijvoorzitter in ons midden heeft doorgebracht. Vermoedelijk donderdag zullen wij overgaan tot de eedaflegging van zijn opvolger.
Translated text
Mr. Minister, colleagues, I would like to inform the Chamber that our good colleague, Mr. Stefaan De Clerck, wrote me a friendly letter. In this he offers his resignation as a member of this Chamber. He requested that his resignation be filed on 4 July 2001.
I wanted to express my appreciation for Mr. De Clerck while he was present, but he asked not to do so. Nevertheless, I cannot fail to thank him for the many days, months and years that he has spent among us as a minister, as a member of the Chamber and as a party chairman. On Thursday, we will take the oath of his successor.
#29
Official text
Mijnheer de voorzitter, uit uw woorden meen ik te begrijpen dat u verlangt naar een herhaling van de goede ervaringen met de heer De Clerck.
Translated text
Mr. Speaker, I think I understand from your words that you wish to repeat the good experiences with Mr. De Clerck.
#30
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, als wij naar dit ontwerp kijken vanuit een groene invalshoek, dan kunnen wij ons moeilijk van de indruk ontdoen dat de minister er op korte in geslaagd is om zijn groene collega's twee keer in te pakken. Een eerste keer heeft hij dat gedaan in verband met de ecotaksen. Gisteren heeft de heer Leterme, onze fractieleider, daar reeds de aandacht op gevestigd en wij zullen er de aandacht op blijven vestigen. Als wij kijken naar het ontwerp betreffende de hervorming van de personenbelasting hebben wij ook daar het gevoelen dat er niet veel groene accenten in zitten.
Bij de lezing van de stukken vroeg ik mij af hoe dat kwam. Spontaan dacht ik dan terug aan een tv-programma van Bruno Wyndaele, De Laatste Show, waarin de Agalev-excellentie die deel uitmaakt van het kernkabinet aanwezig was en waar zij voor de camera blinkend kond kwam doen van haar eerste nachtelijk conclaaf op Lambermont. Op de vraag aan minister Aelvoet hoe zij dat kon volhouden antwoordde zij: "Ja, maar af en toe doe ik ook een tukje tussendoor". Ik moest daar spontaan aan denken toen ik dit doornam. Ik denk dat de groene excellenties continu hebben geslapen. Immers, als ik kijk naar dit hele fiscale pakket van bijna 135 miljard frank dan heb ik bijna een telescoop nodig om ook maar ergens één groen accentje te bespeuren. Wij vinden dan wel wat: ergens onderaan vinden wij 1,5 miljard frank voor de vergroening van de fiscaliteit vanaf het inkomstenjaar 2003, omgerekend in procenten een soortelijk gewicht van de groenen in deze regering van 1,1%. Inderdaad, mijnheer van Weddingen, wij moeten dit corrigeren, want in de eerste krachtlijn — vermindering van de last op arbeid — zit ook een nog iets. Er zit 2,5 miljard frank in voor het woonwerkverkeer, met ingang van inkomstenjaar 2001, en een half miljard voor de terugbetaling van de kosten voor het openbaar vervoer. Mits een kleine correctie kunnen wij dat soortelijk gewicht, dat groene soortelijk gewicht in deze fiscale hervorming optrekken van 1,1% tot 4,5% in totaal, waarvan het grootste stuk dan nog slaat op het inkomstenjaar 2003. Er zijn er ooit in vroegere regeringen met minder tevreden geweest.
Ik begrijp dan ook volkomen dat de voorzitter/secretaris van Agalev in De Morgen verklaarde dat hij maar matig tevreden was over deze regering. Eerlijk gezegd zou ik dat in zijn plaats ook zijn. Hij heeft alle reden om heel matig tevreden te zijn over het geleverde regeringswerk. In mijn uiteenzetting wil ik het meer concreet hebben over de artikelen 6 en 9 van het ontwerp die bij elkaar aansluiten. Mijn fractie stelt voor die artikelen te schrappen omdat het sop de kool gewoon niet waard is.
Met artikel 9 wordt — zogezegd — het woonwerkverkeer en het verkeer via andere vervoersmodi dan de eigen wagen gestimuleerd. Men wil dat doen door een forfaitaire aftrek van 6 frank per kilometer toe te kennen, zelfs al liggen de eigenlijke kosten lager. Er zijn beperkingen op, zoals u weet: 2 x 25 kilometer. Bovendien valt het bedrag binnen de regeling van de bewezen beroepskosten en verder is er de budgettaire beperking van 2,5 miljard frank. Dit zijn de 3 contraintes die daarop wegen. Omgerekend betekent dit dat het gaat over een bedrag van maximum 66.000 frank per jaar. Legt men daar de tabel van de forfaitaire beroepskosten naast en rekent men de percentages om naar een inkomen, dan stelt men vast dat men eigenlijk al forfaitaire beroepskosten heeft voor een inkomen van 479.000 frank. Dit houdt in dat mensen die meer dan 479.000 frank verdienen, beter gebruik maken van hun forfait. Men kan zich afvragen of dat er veel of weinig zijn. Daarop kan niemand precies antwoorden. Het enige wat wij weten is dat de gemiddelde belastbare bezoldiging, in vergelijking met die 479.000 frank, vandaag toch ligt op om en bij de 780.000 frank. In 2001 ligt dit wellicht nog hoger. Zelfs voor de gehuwde echtgenotes ligt dit op om en bij de 600.000 frank, dus nog een heel stuk hoger.
De groep die op deze maatregel een beroep zou kunnen doen, zal uiterst klein zijn van bij het begin. Concreet betekent dit dat artikel 9 bijzonder weinig, tot zelfs geen nut heeft. Ik ben dan ook heel benieuwd naar de evaluatie die u hebt aangekondigd. Ik ben benieuwd te weten hoeveel mensen in de praktijk een beroep zullen doen op het nieuwe artikel 9 van het ontwerp.
Ik wil er niet lang over uitweiden, maar men zou nota bene de vergelijking kunnen maken tussen wat in artikel 9 wordt voorgesteld en wat door de vorige regering werd beslist met betrekking tot artikel 38 van het Wetboek op de Inkomstenbelasting inzake de vrijstelling van fietsvergoeding. Men maakt die vergelijking al eens graag in de regering en ik wil dat hier dan ook eens doen. Die maatregel sloeg en slaat in Vlaanderen op 12% van de mensen die zich van de woon- naar de werkplaats begeven. 12% Vlamingen doen dat vandaag per fiets, tegen 1% in Brussel en Wallonië. Dat was ten minste — laat mij even chauvinistisch zijn — een maatregel die een belangrijk impact had op een grote groep werknemers.
Rekening houdend met de regeling die de vorige regering terzake had doorgevoerd, heeft het nieuwe artikel 9 als concreet gevolg voor het woon-werkverkeer per fiets dat de werknemer alleen gebaat is met een keuze voor het forfait. Het nieuwe artikel heeft dus weinig of geen zin. Wij beweren dit niet omdat we in de oppositie zitten, mijnheer de minister, wij proberen de zaak objectief te benaderen. Ik citeer de Belastinggids, een handig boekje dat is samengesteld door een aantal fiscalisten, met betrekking tot artikel 9 van het ontwerp: "Het zal als stimulans zeker onvoldoende zijn de belastingplichtige ervan te overtuigen zijn auto voor het woon-werkverkeer aan de kant te laten. Daarom is de fiscale impact van deze maatregel te verwaarlozen". Deze bewering komt dus niet van ons, maar kan men lezen in de Belastinggids.
Bovendien zal de maatregel ertoe leiden dat de onderbezette en overbelaste ambtenaren van uw ministerie nog meer vragen om uitleg zullen krijgen over deze onduidelijke regeling, over deze zinloze nieuwigheid, en dat is erg. Dit zal een extra complicatie tot gevolg hebben voor de werknemers die zich met een andere vervoersmodus dan hun eigen auto naar het werk begeven. Dus, meer complicatie en minder efficiëntie van de belastingtoepassing. Dit geldt voor de fietsers, maar nog meer voor wie gebruik wil maken van carpooling; want voor hen wordt het systeem immers hopeloos ingewikkeld.
Laten wij ervan uitgaan dat men na de evaluatie van artikel 9 sleutelt aan de parameters, aan de 2 x 25 km-regeling of aan de 6 frank-regeling, om de maatregel zinvol te maken. Ik raad u aan zich over het resultaat te bezinnen, want wanneer de maatregel effectief wordt doorgevoerd, zal men minder gebruik maken van het forfait. Dit zal een extra belasting van de belastingdiensten tot gevolg hebben. Op dat ogenblik zal er een contradictie ontstaan tussen de aangekondigde wijziging van artikel 9 en wat u eigenlijk met artikel 6 van uw ontwerp beoogt, met name de aanmoediging van een groep werknemers om van het kostenforfait af te zien. Met artikel 9 zult u dus op termijn iets invoeren dat haaks staat op wat u vandaag met artikel 6 wil bereiken: met name, de bevolking ervan overtuigen af te zien van het kostenforfait.
Mijnheer de voorzitter, de auteurs van Fiscoloog spreken over dit artikel 6 van een verslechtering. Het tijdschrift Trends — een onverdachte niet-CVPbron — publiceerde over artikel 6 een artikel met als titel: "Fiscale ontmoediging openbaar vervoer". En dat met een paarsgroene regering, vooralsnog paars met een groen tintje!
Artikel 6 gaat over de al dan niet vrijstelling van de werknemer van de bijdrage betaald door de werkgever, in de kosten om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven. Hierover zal ik niet uitweiden, maar mij beperken tot volgende opmerking.
Het betreft hier de categorie personen die, zoals bepaald in het ontwerp en het WIB, geregeld gebruikmaakt van het openbaar vervoer. Welnu, thans bestaat er geen verschil tussen werknemers en belastingplichtigen die ofwel een beroep doen op het forfait, ofwel hun beroepskosten bewijzen. Inderdaad, wordt er geen abonnement gekocht, dan geldt voor de werknemer hoe dan ook een fiscale vrijstelling van 6.000 frank en wordt er wel een abonnement gekocht, dan wordt het volledige bedrag van de werkgeversbijdrage voor de verplaatsing naar het werk vrijgesteld. Dat betekent dat werknemers die geregeld het openbaar vervoer gebruiken en hun werkelijke beroepskosten bewijzen, kunnen genieten van de volledige vrijstelling.
Ik bespaar u in dat verband een uitvoerig voorbeeld, maar het komt erop neer dat wanneer een werknemer een treinabonnement van 80.000 frank als beroepsonkosten inbrengt en de werkgever hierin voor 40.000 frank tussenkomt, de werknemer vrijgesteld is van belastingen op deze tussenkomst.
Wat doet deze regering echter? Hoe zal zij deze werknemer treffen? Welnu, door hem toe te staan het bedrag van 80.000 frank voor zijn treinabonnement af te trekken, maar door hem meteen erop te wijzen dat de werkgeversbijdrage van 40.000 frank voortaan slechts belastingvrij is wanneer hij de werkelijke kosten niet bewijst. Dat betekent concreet dat een belastingplichtige die ervoor opteert zijn beroepskosten te bewijzen — en dat is het recht van elke belastingplichtige — en zijn treinabonnement voorlegt, fiscaal wordt gestraft. Voor iemand met een treinabonnement van 80.000 frank maakt dat een belangrijk bedrag uit, aangezien betrokkenen tegen een tarief van 50% wordt gestraft. Indien de werkgeversbijdrage 40.000 frank bedraagt wordt hij gestraft voor de helft, hetzij 20.000 frank. Tegen een tarief van 45% is het uiteraard iets minder.
Wat er ook van zij, de werknemer die zich via het openbaar vervoer naar zijn werk begeeft en hiervoor een abonnement koopt waarvoor hij vrijstelling wilt, wordt gestraft omdat hij wordt verplicht af te zien van het forfait.
Hieruit kan ik slechts besluiten dat men via artikel 6 onmiskenbaar een aantal personen ontmoedigt om zich via het openbaar vervoer naar hun werk te begeven.
Men doet dat omdat gebruikers van het openbaar vervoer, die vandaag hun beroepskosten bewijzen, er fors op achteruitgaan. Het gaat om die zeer substantiële categorie. Vandaar dat men in De Fiscoloog terecht spreekt van een verslechtering, een fiscale ontmoediging van het openbare vervoer.
Ik wil afronden met een algemeen besluit. Ik neem aan dat het doel van het ontwerp is de fiscale druk te stabiliseren. Mijn opinie is dat men een verlaging van de fiscale druk alleen maar kan bereiken als de economische groei in ons land in elkaar stort. Stort die niet in elkaar, dan zal men geen verlaging van de fiscale druk krijgen. Als de fiscale druk zal afnemen, zal het niet toe te schrijven zijn aan deze fiscale hervorming, maar aan slappe economische groei.
Ik kom tot een tweede eindconclusie. Dit ontwerp schiet tekort op het vlak van de aangekondigde vereenvoudiging en verhoogde transparantie van ons fiscaal stelsel. In uw beleidsnota van 21 november sprak u van het samenbrengen van een aantal aftrekmogelijkheden in een drie-, viertal korven. U had een korf voor de tewerkstelling, een korf voor de mobiliteit, een korf voor de spaarfiscaliteit en een korf voor investeringen in onroerend goed. Vandaag presenteert u ons een ontwerp waarmee u de kans geboden wordt om daar daadwerkelijk gebruik van te maken, om vereenvoudiging in te voeren. U doet in uw ontwerp echter eigenlijk net het tegendeel. U maakt de zaken nog ingewikkelder. Over de techniek van het belastingkrediet wil ik niet meer zeggen. Voor het woon-werkverkeer wordt de situatie voor de gewone belastingplichtige hopeloos ingewikkeld. U spreekt in uw beleidsnota over transparantie en vereenvoudiging en u doet vandaag het tegendeel. Sommigen zullen zeggen dat dit eigen is aan politici, maar ik had dat van u toch niet verwacht.
Een laatste, voor ons storende conclusie is dat u met dit ontwerp de fiscaliteit niet alleen ingewikkelder en minder toegankelijk maakt voor de gewone burger, maar dat u eigenlijk ook het openbaar vervoer durft te ontmoedigen. Van een regering waarvan Agalev en Ecolo deel uitmaken, hadden wij ons nooit kunnen indenken dat zij zouden aanvaarden dat er ook maar een artikel of een passus in zou staan die een ontmoediging van het gebruik van het openbaar vervoer voor een grote categorie van belastingplichtigen, meer bepaald de groep die gebruik maakt van het openbaar vervoer en tegelijk zijn werkelijke kosten bewijst, tot gevolg zou hebben.
Ik wil eindigen met de titel van de nieuwsbrief over fiscaliteit uit de De Fiscoloog van 30 mei 2001, die volledig gewijd is aan het ontwerp dat ons vanmiddag bezighoudt en waarover morgen zal worden gestemd. De titel spreekt voor zich: `Hervorming personenbelasting: wachten op betere tijden'. Mijnheer de minister, dat is ook wat wij van plan zijn te doen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, if we look at this draft from a green perspective, we can hardly get rid of the impression that the Minister has shortly succeeded in taking his green colleagues twice. This is the first time he has done so in connection with the ecotaxes. Yesterday, Mr. Leterme, our group leader, has already paid attention to this, and we will continue to pay attention to it. When we look at the draft on the reform of the personal tax we also feel that there are not many green accents in it.
While reading the papers, I wondered how that happened. Spontaneously I then thought back to a television program by Bruno Wyndaele, The Last Show, in which the Agalev excellence that is part of the core cabinet was present and where she could come blinking in front of the camera to do her first night conclave at Lambermont. When asked by Minister Aelvoet how she could sustain that, she replied: "Yes, but occasionally I also do a tukye between." I had to think about it spontaneously when I went through this. I think the green excellences have continuously slept. After all, if I look at this entire fiscal package of almost 135 billion francs, I almost need a telescope to detect one green accent anywhere. We find something: somewhere at the bottom we find 1.5 billion francs for the greening of fiscality from the income year 2003, converted into percentages a kind of weight of the greens in this government of 1.1%. Indeed, Mr. van Weddingen, we must correct this, for in the first force line — reduction of the burden on labor — there is also something else. 2.5 billion francs will be allocated for residential work traffic, starting from the income year 2001, and half a billion for the reimbursement of public transport costs. Subject to a small correction, we can increase that type weight, that green type weight in this tax reform from 1.1% to 4.5% in total, of which the largest part is still in the income year 2003. There have been times in previous governments with less satisfaction.
I therefore fully understand that the chairman/secretary of Agalev stated in De Morgen that he was only moderately satisfied with this government. Honestly, I would be that in his place. He has every reason to be very moderately satisfied with the government work delivered. In my presentation, I would like to speak more concretely about the Articles 6 and 9 of the draft which are interconnected. My group suggests removing those articles because the soup is simply not worth the cabbage.
Article 9 – so-called – encourages the movement of residential work and the movement by means of other modes of transport than the own car. One wants to do so by granting a flat-rate deduction of 6 francs per kilometer, even if the actual costs are lower. There are limitations on, as you know: 2 x 25 kilometers. In addition, the amount falls within the proof-of-proof cost scheme and further there is the budgetary limit of 2.5 billion francs. These are the three constraints that lead to this. In turn, this means that it is a maximum amount of 66,000 francs per year. If one adds the table of the fixed occupational expenses and calculates the percentages into an income, then one finds that one actually already has fixed occupational expenses for an income of 479,000 francs. This means that people who earn more than 479,000 francs make better use of their package. One can ask whether there are many or few. No one can answer it exactly. The only thing we know is that the average taxable salary, compared to that 479,000 francs, today still stands at and around the 780,000 francs. In 2001 this could be even higher. Even for the married wives, this is about and at the 600,000 francs, so much higher.
The group that could rely on this measure will be extremely small from the outset. In particular, this means that Article 9 has very little or even no use. I look forward to the evaluation you have announced. I am curious to know how many people in practice will resort to the new article 9 of the draft.
I will not extend it long, but one could note bene the comparison between what is proposed in Article 9 and what was decided by the previous government in relation to Article 38 of the Income Tax Code regarding the exemption of bicycle fee. This comparison has already been made in the government and I would like to do it here. In Flanders, this measure affects 12% of people who move from home to workplace. 12% of Flemish people do this today by bicycle, compared to 1% in Brussels and Wallonia. That was at least — let me be chauvinist — a measure that had a significant impact on a large group of workers.
Taking into account the arrangement that the previous government had implemented in this regard, the new Article 9 has as a concrete consequence for the residential-work movement by bicycle that the employee is only benefiting from a choice for the flat fee. So the new article has little or no meaning. We do not claim this because we are in the opposition, Mr. Minister, we try to approach the matter objectively. I quote the Tax Guide, a handy booklet compiled by a number of taxists, regarding article 9 of the draft: “It will ⁇ not be enough as an incentive to persuade the taxpayer to leave his car for residential-working traffic aside. Therefore, the fiscal impact of this measure must be neglected.” This statement does not come from us, but can be read in the Tax Guide.
Furthermore, the measure will cause the underoccupied and overloaded officials of your ministry to receive even more requests for explanation about this vague arrangement, about this meaningless novelty, and that is very much. This will result in additional complications for workers who go to work using a different mode of transport than their own car. So, more complication and less efficiency of tax application. This applies to cyclists, but even more to those who want to use carpooling; because for them, after all, the system becomes hopelessly complicated.
Let us assume that after the evaluation of Article 9, the parameters, the 2 x 25 km scheme or the 6 frank scheme, are used to make the measure meaningful. I advise you to reflect on the outcome, because when the measure is effectively implemented, one will use less of the package. This will result in an additional tax on the tax authorities. At that point, there will arise a contradiction between the announced amendment to Article 9 and what you actually intend with Article 6 of your draft, in particular the encouragement of a group of workers to give up the cost-for-payment. With Article 9, you will thus, in the long run, introduce something contrary to what you want to ⁇ today with Article 6: in particular, persuade the public to give up the cost-for-payment.
Mr. Speaker, the authors of Fiscologist talk about this article 6 of a deterioration. The magazine Trends — an unmistakable non-CVP Source — published on Article 6 an article entitled: "Fiscal discouragement public transport". And that with a purple-green government, for now purple with a green tint!
Article 6 deals with whether or not the employee is exempt from the contribution paid by the employer, in the costs of moving from his place of residence to his workplace. I will not extend this, but limit myself to the following comment.
This concerns the category of persons who, as defined in the draft and the WIB, regularly use public transport. Well, now there is no difference between employees and taxpayers who either rely on the flat rate or prove their professional expenses. Indeed, if no subscription is purchased, then the employee is in any case exempt from tax of 6,000 francs and if a subscription is purchased, then the full amount of the employer's contribution for the move to work is exempt. This means that employees who regularly use public transport and prove their actual professional costs can benefit from the full exemption.
I will save you an exhaustive example in this regard, but it comes down to the fact that when an employee enters into a train subscription of 80,000 francs as professional expenses and the employer intervenes in this for 40,000 francs, the employee is exempt from tax on this intervention.
But what does this government do? How will she hit this employee? Well, by allowing him to deduct the amount of 80,000 francs for his train subscription, but by reminding him immediately that the employer’s contribution of 40,000 francs is now only tax-free if he does not prove the actual costs. In particular, this means that a taxable person who chooses to prove his professional expenses — and that is the right of every taxable person — and submits his train subscription is punished by tax. For someone with a train subscription of 80,000 francs, that makes it a significant amount, as those involved are punished at a rate of 50%. If the employer’s contribution amounts to 40,000 francs, he shall be punished for half, or 20,000 francs. At a rate of 45% it is, of course, a little less.
Whatever it is, the employee who goes to his work by public transport and buys a subscription for which he wants exemption is punished because he is obliged to renounce the flat fee.
From this I can only conclude that Article 6 undoubtedly discourages a number of persons from going to their work by means of public transport.
This is because public transport users, who today prove their professional costs, are declining significantly. This is a very substantial category. Therefore, in The Fiscologist, one rightly speaks of a deterioration, a fiscal discouragement of public transport.
I would like to conclude with a general decision. I assume that the purpose of the draft is to stabilize the fiscal pressure. My opinion is that a reduction in fiscal pressure can only be achieved if economic growth in our country collapses. If you don’t put them together, then you won’t get a reduction in the fiscal pressure. If the fiscal pressure decreases, it will not be attributed to this fiscal reform, but to slow economic growth.
I come to a second final conclusion. This draft fails in terms of the announced simplification and increased transparency of our tax system. In your policy note of 21 November, you talked about bringing together a number of withdrawal options in three or four baskets. You had a basket for employment, a basket for mobility, a basket for savings taxation and a basket for real estate investments. Today you present to us a design that gives you the opportunity to actually use it, to introduce simplification. However, in your design you actually do exactly the opposite. You make things even more complicated. I do not want to say more about the technology of the tax credit. For the residential-working movement, the situation for the ordinary taxpayer becomes hopelessly complicated. In your policy note, you are talking about transparency and simplification, and today you are doing the opposite. Some will say that this is inherent to politicians, but I did not expect that from you.
A final, disturbing conclusion for us is that with this draft, you not only make taxation more complex and less accessible for the ordinary citizen, but that you actually dare to discourage public transportation as well. Of a government of which Agalev and Ecolo are part, we could never have imagined that they would accept that there would be even one article or a passage that would result in a discouragement of the use of public transport for a large category of taxpayers, namely the group that uses public transport and at the same time proves its actual costs.
I would like to conclude with the title of the newsletter on taxation from the De Fiscoloog of 30 May 2001, which is entirely devoted to the draft that concerns us this afternoon and which will be voted tomorrow. The title speaks for itself: ‘Personal tax reform: waiting for better times’. Mr. Minister, that is what we intend to do.
#31
Official text
De rapporteur, de heer van Weddingen, zal — wat vaak de gewoonte is — de laatste spreker zijn. Collega's, u moet weten dat de rapporteur in deze Kamer het recht heeft naast de minister te zitten. Er was een tijd dat de rapporteur, ongeacht zijn partij, naast de minister plaatsnam. De rapporteur beantwoordde soms bemerkingen die verband hielden met het verslag.
Translated text
The rapporteur, Mr. van Weddingen, will – which is often the custom – be the last speaker. Colleagues, you should know that the rapporteur in this Chamber has the right to sit next to the Minister. There was a time when the rapporteur, regardless of his party, sat next to the minister. The rapporteur sometimes responded to comments related to the report.
#32
Official text
Mijnheer de voorzitter, waarom is die gewoonte afgeschaft?
Translated text
Why is this custom abolished?
#33
Official text
Ze is niet afgeschaft.
Translated text
It has not been abolished.
#34
Official text
Ze wordt niet meer gebruikt?
Translated text
Is it no longer used?
#35
Official text
Ik zeg maar dat de rapporteur destijds naast de minister zat om de situatie te verduidelijken. Toen de commissies nog niet openbaar waren en men alleen over het verslag beschikte, kon de rapporteur getuigen wat er in de commissie was gezegd.
Translated text
I can only say that the rapporteur was at the time next to the minister to clarify the situation. When the committees were not yet public and only the report was available, the rapporteur was able to testify to what was said in the committee.
#36
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik kan de collega misschien uit de nood helpen waarom die gewoonte in onbruik is geraakt. Het heeft wellicht te maken met de gewoonte van de huidige ministers om tijdens de pleidooien de hele tijd te telefoneren. Het heeft geen zin dat men als rapporteur naast een telefonerende minister gaat zitten.
Translated text
Mr. Speaker, I may be able to help the colleague out of the need why that habit has become unused. It may have to do with the custom of current ministers to call the phone all the time during the pleasures. It makes no sense to be sitting next to a calling minister.
#37
Official text
Mijnheer Pinxten, u moet altijd opletten wat de toekomst u kan bieden. Als ik zo rustig blijf bij het fillibusteren, was dat omdat een goede voorzitter of boswachter een uitstekende stroper moet zijn geweest, onder de enige voorwaarde dat hij al zijn streken niet kwijt zou zijn.
Mijnheer Pieters heeft het woord.
Translated text
Mr. Pinxten, you should always pay attention to what the future can offer you. If I remain so quiet at fillibusting, it was because a good chairman or forest guard must have been an excellent stroper, on the only condition that he would not have lost all his lines.
Mr Peterson has the word.
#38
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega Van Weddingen, ik sluit mij aan bij de lovende woorden die collega Leterme deze morgen heeft uitgesproken over uw verslag en uw bekwaamheid om eventueel toelichting te geven bij het verslag indien zich dat zou opdringen.
Als laatste spreker van de CVP wil ik enerzijds onze opmerkingen en kritieken nogmaals heel bondig samenvatten en anderzijds op enkele elementen ingaan die door de collega's Leterme en Pinxten nog niet werden uitgediept.
Het ontwerp bevat zeker positieve aspecten. Dat zou er nog aan ontbreken. De personenbelastingen worden verlaagd en het ontwerp verlaagt terecht de inkomensbelastingen van de natuurlijke personen, want de bevolking heeft jarenlang financiële inspanningen moeten leveren om de budgettaire crisis te overwinnen. Door die inspanningen die in de vorige legislaturen werden geleverd, is hiervoor sinds 1981 — met onderbreking — opnieuw een budgettaire marge beschikbaar.
We vinden het ook positief dat de regering eindelijk erkent dat er een probleem is inzake de fiscale discriminatie van gehuwden en in haar plan dan ook de afschaffing van een aantal fiscale discriminaties heeft opgenomen. Het verheugt ons ook dat zij zich daarbij vooral heeft gebaseerd op het wetsvoorstel van de CVP, dat ik samen met de heer Leterme had ingediend. In zekere zin zouden we kunnen zeggen dat we op een zeer efficiënte manier oppositie hebben gevoerd vermits we ganse stukken tekst uit ons eigen voorstel in dit ontwerp terugvinden.
In dit ontwerp worden trouwens nog enkele andere voorstellen en amendementen van de CVP opgenomen. Ik verwijs naar het voorstel van mevrouw Creyf, met betrekking tot de maximale leeftijd voor vrouwen inzake belastingvermindering voor verzekeringen en naar het debat over de vrijstelling van de onderhoudsgelden voor de berekening van de netto-bestaansmiddelen. Hiervoor verwijs ik naar de geamendeerde wetsvoorstellen van de collega's Van Eetvelt, Leterme en Pieters.
De negatieve aspecten zal ik in tien punten samenvatten. Ten eerste, slechts een zesde van het plan wordt door deze regering uitgevoerd. Van het belastingplan ten belope van 134,5 miljard wordt slechts 25 miljard in deze legislatuur gerealiseerd. Het saldo van meer dan 100 miljard komt slechts vanaf 2006 op kruissnelheid, waardoor het plan in grote mate meer een belofte dan een feit is.
Ten tweede, de afschaffing van de fiscale discriminatie is duidelijk geen prioriteit van de paarsgroene regering, ook al erkennen ze het probleem. Van de belastingverlaging met 25 miljard in deze legislatuur, zal slechts 3 miljard naar de afschaffing van de fiscale discriminaties vloeien.
Ten derde, niet alle fiscale discriminaties tussen gehuwden en samenwoners worden afgeschaft, want de gepensioneerden met een gezinspensioen, de bruggepensioneerden en de werklozen vallen buiten de regeling. We kunnen aantonen dat nog 14 discriminaties feitelijk blijven bestaan.
Wij kunnen aantonen dat er in feite nog veertien discriminaties blijven bestaan.
Ten vierde, de echte alleenstaande blijft in de kou. Wij hadden voorgesteld om de echte alleenstaanden fiscaal voordeliger te blijven behandelen om aldus het draagkrachtbeginsel te laten spelen. De regering is het daarmee niet eens. Deze vier punten werden reeds door fractieleider Yves Leterme toegelicht.
Ten vijfde, de regering maakt de complexe regeling van woon-werkverkeer nog complexer, zoals juist door collega Pinxten werd betoogd.
Ten zesde, de regering verlaagt de fiscale druk op arbeid, maar niet op de meest efficiënte wijze. Vooral de invoering van het belastingkrediet stuit op onze kritiek. Het is een complexe formule waarbij het voordeel voor de lagere arbeidsinkomens slechts met vertraging ter beschikking komt. Ons eenvoudig alternatief luidt: verhoog de forfaitair aftrekbare beroepskosten. De regering had zich bij dit ontwerp tot hervorming van de personenbelasting de vraag moeten stellen of heel wat van de voorliggende maatregelen, die een grote hap nemen uit de federale budgettaire marge, wel in de fiscaliteit moesten genomen worden. Vanuit economische en sociale efficiëntie is het immers vaak meer aangewezen om de sociale uitkeringen zoals de kinderbijslagen te verhogen of de eigen bijdragen van de werknemers aan de sociale zekerheid te verminderen zodat de afstand tussen bruto- en nettolonen kleiner wordt. De invoering van een terugbetaalbaar belastingkrediet van ongeveer 20.000 frank per jaar gericht op de lage arbeidsinkomens is niet de best mogelijke techniek. De terugbetaling gebeurt niet via de bedrijfsvoorheffing maar via de afrekening van de aanslag, dus één tot drie jaar na de vaststelling van het lage arbeidsinkomen. Het is dus niet op het ogenblik dat de burger het echt nodig heeft, namelijk wanneer zijn of haar arbeidsinkomen laag is, dat deze paarsgroene regering met de bepalingen van dit wetsontwerp ter hulp snelt en een actieve welvaartsstaat vestigt, maar ongeveer twee jaar later, wanneer de inkomenssituatie reeds grondig kan veranderd zijn. Daarnaast is niet iedereen met een laag arbeidsinkomen financieel behoeftig. Zelfs de Raad van State stelde in zijn advies de vraag of het gerechtigd is dat een echtgenoot een terugbetaalbaar belastingkrediet verkrijgt als de andere echtgenoot aanzienlijke inkomsten heeft.
Onze collega mevrouw Greta D'Hondt heeft hierover een wetsvoorstel ingediend dat reeds door de huidige coalitie weggestemd werd. Nochtans wordt de voorgestelde techniek van verhoging van de forfaitaire aftrek voor beroepskosten eveneens verdedigd door alle sociale partners in een gemeenschappelijk advies van de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en het beheerscomité van de Rijkssociale Zekerheid. Mevrouw D'Hondt zal trouwens een nieuw wetsvoorstel in die zin indienen.
Ten zevende, de groep van belastingplichtigen wier inkomen wordt vastgesteld volgens forfaitaire grondslagen van aanslag wordt uitgesloten van het nieuwe belastingskrediet voor de lage arbeidsinkomsten. Dit is onbegrijpelijk. In de toelichting staat uitdrukkelijk dat het belastingkrediet een instrument moet blijven ter bevordering van de werkgelegenheid en ter bestrijding van de armoede. De stap vanuit de werkloosheid naar een zelfstandige zaak, waarbij de inkomsten in het begin soms zeer laag liggen, zou te groot zijn. In ons amendement vindt men een opsomming van de beroepen die op forfaitaire wijze kunnen worden belast. Het betreft 27 groepen, waaronder de landbouwers en vele kleine zelfstandigen. Om een voorbeeld te geven: 80% tot 90% van de landbouwers werkt forfaitair. Iedereen weet dat velen onder hen nog nauwelijks de eindjes aan elkaar kunnen knopen en toch wordt hen dit voordeel niet gegund. Het is voor mij onbegrijpelijk en ongelooflijk dat de liberale fracties hebben aanvaard dat deze zelfstandigen niet mogen genieten van het voordeel van de 20.000 frank belastingskrediet.
Ten achtste, de verhoging van de fiscale aftrek voor kinderopvang wordt afgewezen. Er komt voor de erkende kinderopvang geen verhoging van het maximale dagbedrag en ook geen verhoging van de leeftijd tot 12 jaar. Wij waren voorstander van een aftrek zonder maximum, aangezien de kosten voor een dag kinderopvang vaak al 450 frank overschrijden. Ik verwijs naar het verslag voor de rest van de uiteenzetting hierover.
Ook de niet-erkende kinderopvang wordt op fiscaal vlak en in vergelijking met de erkende kinderopvang veel te weinig gewaardeerd. Het is slechts een verhoging van de belastingvrije som van 16.000 frank. Nochtans is de niet-erkende kinderopvang dikwijls een noodzaak. Zelfs als het geen noodzaak is, verdient deze opvang maatschappelijke waardering.
Ten negende, de maatregelen ten gunste van de kinderen ten laste zijn ontoereikend. Ik verwijs naar de problematiek van de verhoging van de netto bestaansmiddelen voor kinderen van alleenstaanden met betrekking tot de kinderen van echtgescheiden ouders die een alimentatie ontvangen en een studentenjob willen doen. Het voorstel zoals het in het ontwerp was opgenomen, bood geen afdoend antwoord. De CVP heeft haar amendement terzake toegelicht. Het werd opnieuw ingediend door de meerderheid. Het is slechts door de hoofse houding van de heer Van Weddingen dat de CVP het amendement dat inhoudelijk het onze is, in extremis nog hebben mogen mee ondertekenen. Op die manier wordt het geschetste probleem gedeeltelijk opgelost.
Het belastingskrediet voor kinderen van alleenstaanden poogt de non take up op te lossen. Op dit punt is onze kritiek dezelfde als degene die we hebben verwoord met betrekking tot het activiteitsinkomen. Het is geen allerbeste maatregel omdat hij te laattijdig werkt, slechts via de inkohiering — dus met 1 tot 3 jaar vertraging — en omdat hij complex is. Wij kiezen voor de weg van de defiscalisering gecombineerd met een verhoging van de kinderbijslagen. Voor meer toelichting verwijs ik naar het verslag.
De inwerkingtreding van de maatregelen uit het wetsontwerp die iets met kinderen te maken hebben, gebeurt via de inkohiering vanaf het aanslagjaar 2003. Dit betekent dat bijna al de belastingplichtigen tot 2004 — tot in de volgende legislatuur — moeten wachten om iets van deze maatregelen te merken. Ten tiende, er is geen compensatie voor de negatieve weerslag op de financiële middelen van de gemeenten, door de CVP geraamd op ongeveer 8 miljard frank als het geheel op kruissnelheid komt. Ik verwijs opnieuw naar het verslag maar ook naar de bespreking van het wetsontwerp tot vermindering en/of afschaffing van de 3% inningkosten die de federale overheid de gemeenten aanrekent. Dit debat werd gisteren in de commissie gevoerd.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, rekening houdend met deze 10 punten van kritiek zult u kunnen begrijpen dat de CVP gemengde gevoelens heeft over dit wetsontwerp. Onze kritieken wegen niet licht. Alhoewel deze belastinghervorming voor de belastingbetaler goed nieuws bevat, heeft ze veel kansen laten liggen. De belastingbetaler zal de positieve effecten slechts vanaf de helft van de volgende legislatuur echt voelen op voorwaarde dat de budgettaire marge op dat ogenblik reeds niet aan andere leuke dingen is besteed.
Translated text
Mr. Speaker, colleague Van Weddingen, I agree with the praiseful words that colleague Leterme spoke this morning about your report and your ability to give any explanation to the report if it would be necessary.
As the final speaker of the CVP, I would like, on the one hand, to summarize our comments and criticisms once again very briefly and, on the other hand, to address some elements that have not yet been deepened by colleagues Leterme and Pinxten.
The design ⁇ contains positive aspects. That would still be lacking. Personal taxes are reduced and the draft rightly reduces the income taxes of natural persons, as the population has had to make financial efforts for years to overcome the budgetary crisis. Thanks to the efforts made in the previous legislatures, a budgetary margin has been again available since 1981 – with interruption.
We also find it positive that the government finally acknowledges that there is a problem with the tax discrimination of married persons and has therefore included in its plan the elimination of a number of tax discriminations. We are also pleased that it was primarily based on the CVP bill, which I had submitted together with Mr. Leterme. In a sense, we could say that we have opposed in a very efficient way as we find whole pieces of text from our own proposal in this draft.
In addition, this draft includes several other proposals and amendments of the CVP. I refer to Mrs. Creyf’s proposal concerning the maximum age for women for tax reduction in insurance and to the debate on the exemption of maintenance payments for the calculation of net livelihoods. In this regard, I refer to the amended bills of colleagues Van Eetvelt, Leterme and Pieters.
I will summarize the negative aspects in ten points. First, only one-sixth of the plan is implemented by this government. Of the tax plan of 134.5 billion, only 25 billion will be realized in this legislature. The balance of more than 100 billion comes at cross-speed only from 2006, making the plan much more a promise than a fact.
Second, the elimination of tax discrimination is clearly not a priority of the purple-green government, even though they recognize the problem. Of the 25 billion tax cuts in this legislature, only 3 billion will flow to the abolition of tax discrimination.
Third, not all tax discrimination between married and cohabitants will be abolished, as pensioners with a family pension, bridge pensioners and unemployed are excluded from the scheme. We can demonstrate that there are still 14 discriminations.
We can prove that in fact there are still 14 discriminations.
Fourth, the real single remains in the cold. We had proposed to continue to treat real single persons taxally more favourably in order to allow the principle of carrying power to play. The government does not agree with this. These four points have already been explained by group leader Yves Leterme.
Fifth, the government makes the complex arrangement of housing-working traffic even more complex, as was argued by colleague Pinxten.
Sixth, the government is reducing the fiscal pressure on labor, but not in the most efficient way. Especially the introduction of the tax credit strikes our criticism. It is a complex formula in which the benefit of the lower labor income is only available with delay. Our simple alternative is: increase the flat-rate deductible professional costs. In this draft reform of the personal tax, the government should have asked itself whether much of the prevailing measures, which take a large slice of the federal budget margin, should be taken into the fiscal system. Indeed, from the point of view of economic and social efficiency, it is often more appropriate to increase social benefits such as child allowances or to reduce workers’ own contributions to social security in order to reduce the gap between gross and net wages. The introduction of a refundable tax credit of approximately 20,000 francs per year aimed at low labor income is not the best possible technique. The refund is not made through the company advance tax but through the settlement of the surcharge, i.e. one to three years after the establishment of the low employment income. It is therefore not at the moment when the citizen really needs it, namely when his or her labor income is low, that this purple-green government rushes to help with the provisions of this bill and establishes an active welfare state, but about two years later, when the income situation may already have changed thoroughly. Not everyone with low income is financially needy. Even the State Council raised in its opinion the question of whether it is legitimate for one spouse to obtain a repayable tax credit if the other spouse has significant incomes.
Our colleague Greta D'Hondt has submitted a bill on this subject that was already rejected by the current coalition. However, the proposed technique of increasing the flat-rate deduction for professional costs is also defended by all social partners in a joint opinion of the National Labour Council and the Central Council for Business and the management committee of the National Social Security. Ms. D'Hondt will, by the way, submit a new bill in that sense.
Seventh, the group of taxable persons whose income is determined on a flat-rate basis of taxation is excluded from the new tax credit for low employment income. This is incomprehensible. The explanatory note expressly states that the tax credit should remain an instrument for promoting employment and combating poverty. The step from unemployment to a self-employed business, with incomes sometimes very low in the beginning, would be too big. Our amendment lists the occupations that can be taxed in a flat-rate manner. It involves 27 groups, including farmers and many small self-employed. For example, 80 to 90 percent of farmers work on a flat-rate basis. Everyone knows that many of them are hardly able to connect the ends, and yet they are not given this advantage. It is incomprehensible and unbelievable for me that the liberal factions have accepted that these self-employed should not enjoy the benefit of the 20,000 franc tax credit.
Eighth, the increase in the tax deduction for childcare is rejected. For the approved childcare, there is no increase in the maximum daily amount and no increase in the age to 12 years. We were in favour of a deduction without a maximum, as the cost of a day of childcare often already exceeds 450 francs. I refer to the report for the rest of the presentation on this subject.
Unrecognized childcare is also undervalued on the fiscal level and in comparison with recognised childcare. It is only an increase in the tax-free sum of 16,000 francs. However, unrecognized childcare is often a necessity. Even if it is not a necessity, this reception deserves social appreciation.
Ninth, the measures in favour of the children under custody are insufficient. I refer to the problem of increasing net livelihoods for children of single persons with regard to the children of divorced parents who receive maintenance and want to do a student job. The proposal as it was included in the draft did not provide an adequate answer. The CVP explained its amendment on this subject. It was submitted again by the majority. It is only because of the main attitude of Mr. Van Weddingen that the CVP has yet to sign the amendment that is substantially ours, in extremis. In this way, the described problem is partially solved.
The tax credit for children of single persons seeks to solve the non take up. At this point, our criticism is the same as the one we have expressed in relation to the activity income. It is not the very best measure because it works too late, only through incoherence — thus with one to three years delay — and because it is complex. We choose the path of defiscalization combined with an increase in child allowances. For further explanation, I refer to the report.
The entry into force of the measures contained in the draft law that have something to do with children is carried out by means of incubation from the year of application 2003. This means that almost all taxpayers will have to wait until 2004 — until the next legislature — to notice any of these measures. Tenth, there is no compensation for the negative impact on the financial resources of the municipalities, estimated by the CVP at around 8 billion francs if the whole comes at cross-speed. I refer again to the report but also to the discussion of the bill for reducing and/or abolishing the 3% collection costs that the federal government charges municipalities. This debate was held in the committee yesterday.
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, considering these 10 points of criticism you will be able to understand that the CVP has mixed feelings about this bill. Our criticisms are not light. Although this tax reform has good news for the taxpayer, it has missed many opportunities. The taxpayer will really feel the positive effects only from half of the next legislature, provided that the budget margin has not already been spent on other fun things at that time.
#39
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, il est vrai que le dernier orateur se doit d'être bref et je le serai.
Que dire, monsieur le ministre, sinon qu'il y a bien longtemps que j'attendais une vraie réforme fiscale! Mieux, une véritable réduction de la pression fiscale! Une réduction si importante que chaque contribuable aura réellement l'occasion de la ressentir concrètement!
Ainsi, en tenant compte des mesures fiscales déjà adoptées depuis la formation de ce gouvernement, nous assisterons, dès 2003 — année appartenant encore à cette législature —, à une réduction de la pression fiscale de plus de 10%. On parle de 10,8%, et même de plus de 24% à partir de 2006.
Monsieur Pinxten, vous riez, car l'année 2006 vous semble si loin. Pourtant, elle n'est en réalité pas si éloignée, car pour parvenir à la fin normale de cette législature et laisser le temps nécessaire à un autre gouvernement pour éventuellement corriger la réforme, nous serons déjà en 2006!
Partant, il n'est pas du tout illogique de montrer dès maintenant ce que sera, jusqu'en 2006, l'impact de cette réforme et de l'ensemble des autres mesures prises depuis la formation de ce gouvernement, parce que les contribuables bénéficieront véritablement des avantages de celles-ci jusqu'en 2006, en espérant qu'ils en bénéficieront encore par la suite. En tout cas, jusqu'en 2006, il paraît certain qu'ils bénéficieront des avantages de cette réforme!
Tous les contribuables — dont, hélas, je suis — attendaient cela.
Il est vrai que les circonstances le permettent aujourd'hui et que ce ne fut pas toujours le cas jusque dans un passé récent. Toutefois, monsieur le ministre, vous avez magnifiquement saisi la balle au bond et, pour reprendre un terme de saison, vous en avez fait une « balle de match ».
En commission, j'ai déclaré que votre projet répondait, à mes yeux, aux trois grandes caractéristiques de toute réforme fiscale réussie.
Tout d'abord, vous avez élaboré un projet compréhensible pour tous, parce que s'articulant autour de quelques axes fort simples que tout le monde peut percevoir. Certes, il demeure quelques complexités. Néanmoins, la majorité des complexités techniques sont essentiellement dues au phasage. Partant, par définition, celles-ci disparaîtront avec le temps, puisqu'il s'agit de mesures transitoires.
Ensuite, votre projet présente cette nécessaire seconde qualité, à savoir une réduction suffisamment sensible pour être concrètement perceptible par chacun. Monsieur le ministre, vous nous en avez d'ailleurs fourni suffisamment d'exemples concrets pour nous en convaincre.
Enfin, votre projet est équitable: il touche toutes les catégories de contribuables.
D'ailleurs, lorsque l'on examine le projet, il est difficile de choisir — pour s'en réjouir, dans mon cas — une mesure plutôt qu'une autre. Je ne compte pas sacrifier ici à un jeu traditionnel qui consiste à mettre en exergue certaines mesures au détriment d'autres, au motif qu'elles correspondraient plus à ma philosophie. Ce qui frappe dans ce projet, c'est son équilibre. Toute intervention trop ciblée aurait nécessairement pour effet de dénaturer le projet. Le fer a été porté partout où c'était nécessaire, sans privilégier une catégorie de contribuables par rapport à une autre. C'est d'ailleurs ce qui assurera, je l'espère, la pérennité de la réforme. Rien n'est plus dommageable en matière fiscale — et nous l'avons encore connu dans un passé récent — que des révisions répétées et parfois contradictoires de la législation fiscale. Non seulement, cela engendre l'insécurité fiscale mais c'est aussi une des causes principales d'évasion fiscale. Je serais donc très mal à l'aise si je m'enthousiasmais pour une mesure en en laissant une autre dans l'ombre car je considère honnêtement que toutes les mesures proposées étaient nécessaires. De là à conclure qu'aucune autre mesure n'aurait été utile ou qu'il n'eût pas été intéressant d'aller encore plus loin pour certaines mesures, c'est un pas que je ne franchirai pas, monsieur le ministre, sinon vous ne me reconnaîtriez pas! Je ne vous en proposerai pas non plus puisque la masse budgétaire actuelle et prévisible ne permettrait pas raisonnablement de les réaliser et l'on tomberait dans ce travers que je viens de dénoncer comme à éviter, à savoir que nous serions éventuellement obligés, après avoir pris ces mesures, de faire marche arrière.
Ce qui importe, c'est d'être conscient que, au même titre que la réduction de notre endettement doit se poursuivre, la réduction de la pression fiscale ne se termine pas avec ce projet. Le bout du tunnel, même s'il devient perceptible grâce à ce projet, n'est pas encore atteint, nous le savons. En effet, l'objectif était le rattrapage de la moyenne européenne. Au début de cette législature, au moment de l'accord de gouvernement, cet objectif nécessitait un allègement de l'ordre de 400 milliards. Or, si le montant de réduction de 328 milliards annoncé pour 2006 nous rapproche très sensiblement de cet objectif d'origine, dans le même temps, des réformes sont en cours dans les principaux pays voisins et, pendant que nous nous approchons de la moyenne européenne, cette dernière continue à baisser. C'est au moment où la réforme sera entièrement entrée en vigueur, au moment où elle sera en vitesse de croisière qu'il faudra faire le point et apprécier quel sera encore notre handicap à cette époque. Le ministre a d'ailleurs rappelé, dans son exposé introductif — je l'ai relu, c'est l'avantage d'être rapporteur! -, que la convergence fiscale constituait la sixième étape de la stratégie du gouvernement, après ce projet qui en est la cinquième.
J'ai dit que je ne traiterais pas d'une mesure en particulier, et je compte m'y tenir. Mais un mot tout de même de la réduction des taux les plus élevés. J'ai senti, surtout en commission, des réticences. Je ne dirai pas davantage, j'ai senti des réticences sur cette mesure-là en particulier. Pourtant, c'est une mesure aussi indispensable que peu coûteuse. Notre taux le plus élevé, vous le savez, va passer de 55 à 50%, plus encore des additionnels communaux, mais ne prenons que les taux de base. On parle d'harmonisation fiscale européenne, on parle d'indispensables convergences, or, sait-on que l'Allemagne de Schröder ramène son taux maximum de 53 à 45%? Aujourd'hui, en 2001, il est déjà ramené à 48,5%. Sait-on que la France de Jospin envisage, et il y a déjà un projet qui existe, de passer de 54 à 43,2%? Sait-on que le Luxembourg, quelle horrible comparaison, passe de 46 à 38%? Je n'oserais pas vous parler de la réforme Bush, mais là, on envisage de ramener le taux maximum de 39,6 à 33%. Comme je le disais, le bout du tunnel est visible, mais pas encore atteint.
Je reconnais, pour cette dernière comparaison, que les impôts des Etats qui s'ajoutent à l'impôt fédéral sont plus importants que nos additionnels locaux et régionaux.
Ce n'est pas pour conclure qu'il faut très rapidement baisser encore les taux les plus hauts, mais il faut, et je crois que c'est fondamental, que le prochain effort porte encore sur le barème et sur les tranches moyennes. Le projet permet déjà de récupérer 50% de dix années de nonindexation des barèmes, il reste donc encore quelque chose à faire.
L'effet psychologique de la suppression des deux taux les plus élevés était nécessaire et je félicite le ministre d'avoir osé le proposer et le soutenir. Je me réjouis d'ailleurs qu'il n'y ait pas eu d'attaque démagogique, mais uniquement certaines réticences.
L'effet de cette réforme sur l'économie sera incontestablement bénéfique. Mme Moerman a rappelé un certain nombre de chiffres du Bureau du plan. Je ne retiendrai que les 20% d'effet de retour sur le plan des recettes, et c'est d'ailleurs comme cela que, si la réforme coûte normalement au budget à peu près 134 milliards, en fait, elle représente pour les contribuables une réduction de pression fiscale de 169 milliards.
En conclusion, cette première vraie réforme devrait permettre la restauration d'une certaine crédibilité fiscale pour les contribuables. On dit que "chat échaudé craint l'eau froide". Les contribuables belges sont, quant à eux, tous devenus des "chats fiscalement échaudés" après plus de dix années de rage taxatoire. C'est là la principale cause de l'étendue de l'évasion fiscale.
Si l'on veut restaurer — et je crois que beaucoup ici le souhaitent — le civisme fiscal, il faut d'abord restaurer la crédibilité fiscale de l'autorité. Je pense sincèrement que le présent projet est un facteur important de cette restauration. C'est donc avec conviction que nous le soutiendrons.
Translated text
It is true that the last speaker must be brief and I will be.
What can I say, Mr. Minister, except that I was waiting for a real tax reform a long time ago! A real reduction in tax pressure. A reduction so significant that every taxpayer will actually have the opportunity to feel it concretely!
Thus, taking into account the tax measures already adopted since the formation of this government, we will witness, from 2003 — a year still belonging to this legislature — a reduction of the tax pressure by more than 10%. We are talking about 10.8%, and even more than 24% from 2006.
Mr. Pinxten, you laugh, because 2006 seems so far away to you. Nevertheless, it is not really so far away, because in order to reach the normal end of this legislature and leave the time needed to another government to eventually correct the reform, we will already be in 2006!
Therefore, it is not at all illogical to show from now what will be, until 2006, the impact of this reform and of all the other measures taken since the formation of this government, because taxpayers will really benefit from the benefits of them until 2006, hoping that they will benefit from them again later. In any case, until 2006, it seems certain that they will benefit from this reform!
All taxpayers — of which, unfortunately, I am — were expecting this.
It is true that the circumstances allow it today and that it was not always the case until in a recent past. However, Mr. Minister, you have magnificently seized the ball at the jump and, in order to resume a season term, you have made it a “match ball”.
As a committee, I stated that your project meets, in my view, the three main characteristics of any successful tax reform.
First of all, you have developed a project understandable for everyone, because articulating around a few very simple axes that everyone can perceive. However, there are still some complexities. Nevertheless, most of the technical complexities are mainly due to phasing. Thus, by definition, these will disappear with time, since these are transitional measures.
Then your project presents this necessary second quality, i.e. a reduction sufficiently sensitive to be concrete perceived by everyone. Mr. Minister, you have given us enough concrete examples to convince us.
Finally, your project is fair: it affects all categories of taxpayers.
By the way, when one examines the project, it is difficult to choose — to rejoice, in my case — one measure rather than another. I do not intend to sacrifice here to a traditional game of highlighting certain measures at the expense of others, on the grounds that they would correspond more to my philosophy. What strikes in this project is its balance. Any too targeted intervention would necessarily have the effect of distorting the project. Iron was carried wherever it was necessary, without privileging one category of taxpayers over another. This will, I hope, ensure the continuity of the reform. Nothing is more harmful in tax matters — and we have still known it in the recent past — than repeated and sometimes contradictory revisions of tax legislation. Not only does this create fiscal insecurity but it is also one of the main causes of tax evasion. I would therefore be very uncomfortable if I were enthusiastic about one measure while leaving another in the shadow because I honestly consider that all the proposed measures were necessary. From this to the conclusion that no other measure would have been useful or that it would not have been interesting to go even further for some measures, this is a step that I will not take, Mr. Minister, otherwise you would not recognize me! I will not propose them either, since the current and foreseeable budgetary mass would not reasonably allow them to be realized and we would fall into this passage that I have just denounced as to be avoided, namely that we would eventually be obliged, after taking these measures, to take a step back.
What matters is to be aware that, just as the reduction of our debt must continue, the reduction of the fiscal pressure does not end with this project. The end of the tunnel, even if it becomes perceptible thanks to this project, is not yet reached, we know it. The goal was to reach the European average. At the beginning of this legislature, at the time of the government agreement, this goal required a relief of the order of 400 billion. However, while the 328 billion reduction amount announced for 2006 brings us very significantly closer to this original goal, at the same time, reforms are underway in the main neighboring countries and, as we approach the European average, the latter continues to decline. It is at the time when the reform will fully enter into force, at the time when it will be in cruise speed that we will need to make the point and evaluate what will still be our disadvantage at that time. The Minister also recalled, in his introductory presentation — I read it again, it is the advantage of being a rapporteur! - that fiscal convergence constituted the sixth stage of the government’s strategy, after this project which is the fifth.
I said that I would not deal with a particular measure, and I intend to stick to it. But a word still about the reduction of the highest rates. I felt, especially in the committee, reluctance. I will not say more, I felt reluctant about this measure in particular. However, it is a measure as necessary as it is inexpensive. Our highest rate, you know, will go from 55 to 50%, more of the municipal additional, but let’s only take the base rates. We are talking about European tax harmonization, we are talking about indispensable convergences, but do we know that Schröder’s Germany reduces its maximum rate from 53% to 45%? Today, in 2001, it has already been reduced to 48.5%. Is it known that France de Jospin is considering, and there is already a project that exists, to increase from 54 to 43,2%? Is it known that Luxembourg, what horrible comparison, has gone from 46% to 38%? I would not dare to talk to you about the Bush reform, but here, we are considering reducing the maximum rate from 39.6 to 33%. As I said, the end of the tunnel is visible, but not yet reached.
I recognize, for this last comparison, that the state taxes which are added to the federal tax are greater than our local and regional additional taxes.
This is not to conclude that the highest rates must be lowered very quickly, but it is necessary, and I believe that it is fundamental, that the next effort is still focused on the balance sheet and on the middle tranches. The project already allows to recover 50% of ten years of non-indexation of the barems, so there is still something to do.
The psychological effect of the removal of the two highest rates was necessary and I congratulate the minister for daring to propose and support it. I am pleased that there was no demagogic attack, but only some reluctance.
The effect of this reform on the economy will undoubtedly be beneficial. Ms. Moerman recalled a number of figures from the Plan Bureau. I will only retain the 20% return effect in terms of revenue, and it is also so that, while the reform normally costs the budget about 134 billion, in fact, it represents for the taxpayers a reduction of tax pressure of 169 billion.
In conclusion, this first real reform should allow the restoration of some tax credibility for taxpayers. There’s a saying that “calmed cat fears cold water.” Belgian taxpayers, on the other hand, have all become "tax-checked cats" after more than ten years of taxative rage. This is the main cause of the extent of tax evasion.
If one wants to restore — and I think many here want it — the tax civism, one must first restore the tax credibility of the authority. I sincerely believe that this project is an important factor in this restoration. We will therefore support it with conviction.
#40
Official text
Monsieur le président, chers collègues, je ne rappellerai pas l'ensemble des éléments du projet, presque tous les groupes ayant jugé opportun d'intervenir dans cette discussion générale.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, I will not recall all the elements of the project, almost all the groups having found it appropriate to intervene in this general discussion.
#41
Official text
Je m'attarderai simplement à quelques éléments après avoir remercié M. van Weddingen pour le rapport qu'il a rédigé, mais aussi présenté oralement en séance plénière ainsi que les services qui ont travaillé rapidement pour rédiger ce document. Je voudrais également remercier la commission. Je rappelle, en effet, que le débat a surtout eu lieu en commission. Je sais qu'il est toujours un peu désolant de débattre en séance plénière devant un hémicycle clairsemé, où l'on retrouve à peu près les mêmes intervenants qu'en commission Chacun doit, je le répète, comprendre que le débat a essentiellement eu lieu en commission. D'autres débats ont d'ailleurs encore lieu, pour l'instant, dans d'autres commissions, ce qui empêche des parlementaires de nous rejoindre.
Translated text
I will just comment on a few points after thanking. van Weddingen for the report he has drafted, but also presented orally at the plenary session as well as the services who have worked quickly to draft this document. I would also like to thank the Commission. The discussion took place mainly in the committee. I know that it is always a bit unfortunate to debate in a plenary session in front of a clear-seated session, where we find roughly the same speakers as in a committee. Other discussions are still taking place, for now, in other committees, which prevents members from joining us.
#42
Official text
Je voudrais encore faire mes remerciements pour le travail accompli puisqu'un certain nombre d'amendements ont été adoptés en commission — ce qui est peut-être encore trop rare — et ont permis d'améliorer certains aspects du projet à l'avantage de certains contribuables. Je pense en particulier à la problématique des rentes alimentaires que l'on a évoquée, qui a effectivement connu une évolution favorable au sein de la commission tout comme, en matière de mobilité, à la possibilité offerte aux entreprises de passer à 120% de déductibilité des frais qu'elles exposent pour l'organisation de mécanismes ou de systèmes de transport en commun spécifiques à l'entreprise ou à plusieurs entreprises, dès l'exercice fiscal 2003, c'est-à-dire les revenus de 2002. Ce sont des mesures nouvelles qui ont été introduites à l'occasion du débat en commission, qui rejoignent pour partie des demandes formulées dans l'accord interprofessionnel, en particulier cette disposition concernant les entreprises, ou qui rejoignent des préoccupations que des membres de la commission avaient évoquées.
Translated text
I would also like to thank you for the work done since a number of amendments have been adopted in committees — which may still be too rare — and have helped to improve some aspects of the project to the benefit of some taxpayers. I think in particular of the problem of the alimony rents mentioned above, which has indeed experienced a favorable development within the Commission, as well as, in the field of mobility, the possibility offered to enterprises to increase to 120% of deductibility of the costs they incur for the organization of mechanisms or systems of public transport specific to the enterprise or to several enterprises, from the fiscal year 2003, i.e. the revenues of 2002. These are new measures that were introduced during the committee debate, which are partly in line with the demands made in the Interprofessional Agreement, in particular this provision concerning companies, or which are part of the concerns raised by members of the committee. by
#43
Official text
Je voudrais confirmer que nous ne rencontrerons aucune difficulté du côté de la Commission européenne en ce qui concerne cette mesure de déductibilité renforcée pour les entreprises. Il est utile de préciser que le projet dont nous discutons aujourd'hui a connu un certain nombre d'améliorations dans le cadre du débat en commission.
Translated text
I would like to confirm that we will not encounter any difficulties on the part of the European Commission with regard to this enhanced deductibility measure for companies. It is worth clarifying that the project we are discussing today has undergone a number of improvements as part of the committee debate.
#44
Official text
Ik wil kort enkele elementen aangeven van het algemeen kader van deze belastinghervorming.
Translated text
I would like to briefly point out some elements of the general framework of this tax reform.
#45
Official text
De heer Pieters stelde vast dat gedurende de vorige regeringen in België werd gesaneerd. We kenden in België al saneringen gedurende ongeveer twintig jaar. Ik heb dat al gezegd in de commissievergadering en herhaal dat nu in de plenaire vergadering. De huidige marge is aan die saneringen te danken. Er was echter een probleem in de periode 1988-1993. De sanering van de schuldratio en het deficit stopte toen. Tussen 1988 en 1993 blijft het deficit op ongeveer 7%, waardoor de schuldratio automatisch verhoogde tot ongeveer 138%. In de twintigjarige saneringsperiode daalde de schuldratio vanaf 1993 in de daaropvolgende acht jaar.
Translated text
Mr. Pieters noted that during the previous governments in Belgium it was repaired. In Belgium, we have known repairs for about twenty years. I have already said this in the committee meeting and repeat it now in the plenary session. The current margin is due to these repairs. However, there was a problem in the period 1988-1993. The restructuring of the debt ratio and the deficit stopped. Between 1988 and 1993, the deficit remained at around 7%, automatically increasing the debt ratio to about 138%. During the twenty-year recovery period, the debt ratio decreased from 1993 in the following eight years.
#46
Official text
Een belastinghervorming is nodig. In die twintig jaar lange saneringsperiode zijn er verschillende periodes. Tijdens de jaren '80 werden tegelijkertijd de overheidsfinanciën gesaneerd en de fiscale druk verlaagd. Die hervorming werd doorgevoerd na de fiscale hervorming van de heer Grootjans. Vanaf ongeveer 1985 daalde de fiscale druk dus concreet, terwijl de openbare financiën werden gesaneerd. In de jaren '90 werden de openbare financiën eveneens gesaneerd, maar de fiscale druk verhoogde door enkele maatregelen. Zo werden de fiscale barema's niet geïndexeerd en voerde men de anti-crisisbelasting in, een nieuwe belasting vanaf ongeveer 1994. Momenteel is de fiscale druk dus zeer hoog. Het spreekt voor zichzelf dat we een andere richting moeten uitgaan.
Translated text
A tax reform is needed. During that twenty-year repair period there are different periods. During the 1980s, simultaneously, the public finances were sanctioned and the fiscal pressure was reduced. This reform was implemented following the fiscal reform of Mr Grootjans. From around 1985 the fiscal pressure therefore decreased concrete, while the public finances were sanited. In the 1990s, public finances were also sanctioned, but fiscal pressure increased by some measures. For example, the tax bars were not indexed and the anti-crisis tax was introduced, a new tax from around 1994. At present, the fiscal pressure is very high. It speaks for itself that we must go in a different direction.
#47
Official text
De heer Leterme herinnerde aan de "rage taxatoire".
Translated text
Mr. Leterme recalled the “rage taxatoire”.
#48
Official text
Il s'agissait, si je ne me trompe, d'une expression régulièrement utilisée à l'intérieur comme à l'extérieur de cette enceinte par Jean Gol qui a beaucoup usé de cette formule pendant les années 90. D'une certaine façon, je remercie M. Leterme d'y faire allusion parce que c'est la démonstration de ce qui s'est passé pendant quelques années.
Translated text
It was, if I am not mistaken, an expression regularly used inside and outside of this speaker by Jean Gol who used this formula a lot during the 1990s. In a way, I would like to thank Mr. Leterme to refer to it because it is the demonstration of what has happened for a few years.
#49
Official text
Il est vrai que c'est la poursuite de l'assainissement des finances publiques mais avec, malheureusement, pour une bonne part, un assainissement reposant sur une augmentation des charges pour les contribuables. Je pourrais presque utiliser la formule aujourd'hui - je crois que Jean Gol l'apprécierait -: nous sommes peutêtre en train de nous lancer à certains égards dans une sorte de "rage détaxatoire"; mais cela n'est jamais que détricoter ce qui a été tricoté pendant un certain nombre d'années.
Translated text
It is true that it is the continuation of the sanitation of public finances but with, unfortunately, for a large part, a sanitation based on an increase in the burdens for taxpayers. I could almost use the formula today — I think Jean Gol would appreciate it —: we may be launching ourselves in some ways into a kind of “detaxatory rage”; but it is never just detricting what has been strapped for a certain number of years. by
#50
Official text
Cependant, nous allons plus loin. Je crois que nous diminuons plus fortement la pression fiscale au cours de ces exercices qu'elle n'a été augmentée au cours des précédents.
Translated text
However, we are going further. I believe that we are decreasing the tax pressure more sharply during these years than it has been increased in the previous years.
#51
Official text
Het is dus normaal dat wij nu een nieuwe prioriteit vastleggen, namelijk het verminderen van de last op arbeid. Er is een verschil voor de vennootschappen. Het gaat eerste en vooral om het verminderen van de sociale lasten. Wij moeten nog werken aan een fiscale hervorming van de vennootschapsbelasting. Eerst en vooral komt er echter een vermindering van de sociale lasten. Er werd reeds een eerste stap gezet in dat verband tijdens de vorige legislatuur door een aantal beslissingen van de vorige regering. Voor de particulieren gaat het om een vermindering van de personenbelasting. Wij werken dus in twee richtingen. Voor de vennootschappen gaat het om een vermindering van de sociale lasten en voor de particulieren om een verlaging van de personenbelasting.
Translated text
It is therefore normal that we now set a new priority, namely the reduction of the burden on labour. There is a difference for companies. First and foremost it is about reducing the social burden. We still need to work on a tax reform of corporate tax. First and foremost, however, there is a reduction in the social burden. A first step has already been taken in this regard during the previous legislature by a number of decisions of the previous government. For private individuals, it is a reduction in the personal tax. We work in two directions. For companies it is a reduction in the social burden and for individuals a reduction in the personal tax.
#52
Official text
Pour ce qui concerne la stratégie fiscale suivie, au-delà de ce cadre général de l'assainissement des finances publiques qui nous permet de disposer de marges, je voudrais couper les ailes à une sorte de canard, d'image régulièrement présentée: il existe une stratégie arc-en-ciel en matière de réforme fiscale et d'évolution de la fiscalité, mais qui ne doit pas être découpée en tranches. C'est un projet commun et l'accord de gouvernement le précise bien.
Translated text
Regarding the fiscal strategy pursued, beyond this general framework of the sanitation of public finances that allows us to have margins, I would like to cut the wings to a kind of duck, of an image regularly presented: there is a rainbow strategy in terms of tax reform and evolution of taxation, but that should not be cut into slices. This is a common project and the government agreement clearly states this.
#53
Official text
L'ensemble des formations de la majorité souhaite avancer dans une réforme fiscale qui a d'importants effets sociaux, qui avantage de manière tout à fait légitime et importante des catégories sociales qui disposent de revenus faibles. Chacun souhaite aller dans cette direction. Tous, nous souhaitions aussi supprimer l'essentiel des discriminations qui portent finalement préjudice à certains choix de vie opérés par nos concitoyens. Nous souhaitons tous diminuer l'impôt sur le travail - aucun doute en la matière - de la même manière que l'on veut voir - j'y reviendrai - avancer la simplification de la législation fiscale ou que l'on veut atteindre divers objectifs spécifiques, que ce soit en matière de mobilité ou de développement durable, par exemple.
Translated text
All formations of the majority want to move forward in a tax reform that has important social effects, which benefits in a quite legitimate and significant way the social categories with low incomes. Everyone wants to go in that direction. We all also wanted to eliminate most of the discrimination that ultimately harms certain life choices made by our fellow citizens. We all want to reduce the tax on labor – no doubt in this matter – in the same way that we want to see – I will return to it – advance the simplification of tax legislation or that we want to ⁇ various specific objectives, whether in terms of mobility or sustainable development, for example.
#54
Official text
Il me semble donc un peu absurde de vouloir cantonner la marque, l'empreinte d'une partie d'une coalition à un des volets de la réforme fiscale. L'ensemble de la réforme était voulu par les différentes formations de la majorité arc-enciel. C'est dans ce sens qu'il me paraît le plus raisonnable d'analyser cette réforme comme un tout, qui s'intègre dans une stratégie en plusieurs étapes. On l'a rappelé à plusieurs reprises.
Translated text
So it seems to me somewhat absurd to want to tune the mark, the footprint of a part of a coalition to one of the components of the tax reform. The whole reform was wanted by the various formations of the Arc-Encel majority. It is in this sense that it seems to me most reasonable to analyze this reform as a whole, which is integrated into a multi-stage strategy. It has been recalled several times.
#55
Official text
Il est vrai qu'il paraît légèrement étonnant aujourd'hui de le rappeler mais le stop fiscal était déjà une nouveauté vu que, pendant dix ans, les impôts ne cessaient d'augmenter. Appliquer le stop fiscal pour la première fois dans le budget 2000, le budget qui a dû prendre en charge certains coûts liés à la crise de la dioxine, ce n'était pas si simple quand on se remémore la situation dans laquelle se trouvait notre pays à l'été et l'automne 1999, lors de l'élaboration du budget 2000. Ce fut le stop fiscal.
Translated text
It is true that it seems somewhat surprising today to recall it, but the tax stop was already a novelty given that, for ten years, taxes were constantly increasing. Applying the tax stop for the first time in the 2000 budget, the budget that had to support some costs related to the dioxin crisis, was not so simple when we recall the situation in which our country was in the summer and autumn 1999, when drawing up the 2000 budget. This was the tax stop.
#56
Official text
L'indexation des barèmes fiscaux n'a pas fait l'objet d'une décision du gouvernement précédent. De temps en temps, il est bon de rappeler la réalité. Le gouvernement précédent a seulement enfin choisi de ne plus suspendre; donc il n'a rien fait mais il a choisi de ne pas suspendre une nouvelle fois l'indexation des barèmes fiscaux. Avant les élections de 1995, l'engagement avait déjà été pris de ne plus supprimer cette indexation, de ne plus la suspendre mais, dès l'année suivante, la suspension intervenait à nouveau. Il y a eu une hésitation en 1999: va-t-on encore suspendre? C'est vrai qu'il n'y a pas eu de nouvelle décision et l'indexation a donc dû rejouer. Comme je l'ai rappelé tout à l'heure, cette indexation n'a cependant pas joué à l'époque dans les précomptes professionnels pour le premier trimestre de l'année.
Translated text
The indexation of tax rates has not been the subject of a decision of the previous government. From time to time, it is good to recall the reality. The previous government has only finally chosen not to suspend anymore; so it has done nothing but has chosen not to suspend again the indexation of tax rates. Before the 1995 elections, the commitment had already been made to no longer remove this indexation, to no longer suspend it but, from the following year, the suspension intervened again. There was a hesitation in 1999: will we still be suspended? It is true that there was no new decision and therefore the indexation had to play again. As I recently recalled, however, this indexation did not play at the time in the professional pre-accounts for the first quarter of the year.
#57
Official text
C'est en cela que je dis qu'il faut non seulement prendre de nouvelles décisions, ce que nous faisons pour intégrer cette indexation dans les barèmes fiscaux, mais aussi pour payer, pour rembourser aux contribuables, en 2001, le surplus d'impôts qui leur a été demandé sur leurs revenus de 1999 parce que les précomptes n'étaient pas adaptés. C'était une deuxième étape.
Translated text
It is in this that I say that it is necessary not only to make new decisions, what we are doing to incorporate this indexation into the tax schemes, but also to pay, to repay taxpayers, in 2001, the surplus of taxes that they were asked on their 1999 income because the pre-accounts were not adapted. This was a second step.
#58
Official text
La troisième a consisté bien sûr dans la suppression progressive de la cotisation complémentaire de crise. Je voudrais apporter des précisions à ce sujet et prendre deux références dans cette législature: - au 1 er janvier 2002, il n'y aura plus qu'un seul pour cent de cotisation de crise sur l'ensemble des revenus. Le taux maximum d'imposition en Belgique sera descendu à 52%; - au 1 er janvier 2003, dans les précomptes également, il n'y aura plus du tout de cotisation de crise: 3% d'impôts disparaissent et le taux maximum d'imposition sera de 50% dès les précomptes professionnels.
Translated text
The third was, of course, the gradual abolition of the complementary crisis contribution. I would like to clarify this issue and take two references in this legislature: - on 1 January 2002, there will be only one percent of crisis contribution on all incomes. The maximum tax rate in Belgium will be reduced to 52%; - on 1 January 2003, there will also be no longer any crisis contribution in the pre-accounts: 3% of taxes will disappear and the maximum tax rate will be 50% from the professional pre-accounts.
#59
Official text
La mesure suivante, c'est la réforme et je vais y revenir. Bien sûr, il faudra aller plus loin et j'y reviendrai également mais d'autres mesures sont déjà prises. Je pense aux mesures en matière de rentes pour accident du travail et maladies professionnelles, la participation des travailleurs aux résultats de leur entreprise (votée à l'unanimité dans cette assemblée), d'autres mesures aussi sur la déductibilité des frais de garde pour les enfants de moins de 3 ans.
Translated text
The next step is the reform, and I will return to it. Of course, it will have to go further and I will also come back to it, but other steps have already been taken. I think of the measures regarding pensions for accidents of work and occupational diseases, the participation of workers in the results of their business (voted unanimously in this assembly), other measures also on the deductibility of custody costs for children under 3 years.
#60
Official text
Quelle est l'ambition de ce volet de la stratégie fiscale déjà réalisé? Indexation, cotisation de crise, réforme fiscale. On a beaucoup cité de chiffres. Monsieur le président, je vais me permettre d'en citer trois sur les différentes périodes évoquées: - en 2003, dernière année de la législature: 138 milliards de réduction de l'IPP, par rapport à ce qu'aurait été la pression fiscale si rien n'avait été changé depuis 1999. C'est un peu plus de 10% de réduction de la pression fiscale sur les particuliers et je vous fais grâce des éléments après la virgule; - en 2006: 328 milliards, c'est-à-dire plus de 24% de réduction de la pression fiscale par rapport à ce qu'aurait été cette charge fiscale sur les particuliers sans changement depuis 1999; - j'ai présenté en commission un tableau regroupant l'ensemble des éléments et nous allons, entre 1999 et 2003, appliquer de manière cumulative une réduction de l'IPP, toujours par rapport à ce qu'il aurait été sans changement, de 318 milliards de francs.
Translated text
What is the ambition of this part of the fiscal strategy already achieved? Indexation, crisis contribution, tax reform. A lot of numbers have been cited. Mr. Speaker, I will allow myself to cite three of the different periods mentioned: - in 2003, the last year of the legislature: 138 billion reduction of the IPP, compared with what would have been the fiscal pressure if nothing had changed since 1999. It is a little more than 10% reduction of the tax pressure on individuals and I thank you for the elements after the virgule; - in 2006: 328 billion, that is, more than 24% reduction of the tax pressure compared to what would have been this tax burden on individuals without change since 1999; - I presented in commission a table gathering all the elements and we will, between 1999 and 2003, apply cumulatively a reduction of the IPP, always compared to what would have been unchanged, of 318 billion francs. by
#61
Official text
Ce n'est peut-être pas grand-chose pour certaines formations politiques dans cet hémicycle. Cependant, 318 milliards de francs sur la législature, rendus d'une certaine manière aux contribuables via l'IPP, cela me paraît tout de même un élément significatif. Je ne fais aucune comparaison avec quelque autre mesure prise pendant cette législature parce que ce type de dossier intègre plusieurs préoccupations et j'y reviendrai.
Translated text
This may not be much for some political formations in this hemicycle. However, 318 billion francs over the legislature, returned in some way to the taxpayers through the IPP, this still seems to me a significant element. I do not make any comparison with any other measure taken during this legislature because this type of file contains several concerns and I will return to it.
#62
Official text
Wij gaan naar een algemene hervorming van de personenbelasting met bepaalde kosten, maar ook met een evenwicht tussen alle categorieën van inkomens en tevens tussen alle doelstellingen. Het gaat niet alleen om neutraliteit tussen de verschillende vormen van samenleven maar ook om het verlagen van de belasting op arbeid. Eerst en vooral gaan wij de belastingen op arbeid verlagen. Dat is een eerste doelstelling. Ten tweede gaan wij bijna alle discriminaties afschaffen. Ik heb in de commissie reeds gezegd dat ook de nog resterende discriminaties moeten worden weggewerkt. Met een wetsvoorstel of een wetsontwerp kan men misschien tot verdere verbeteringen komen inzake discriminaties. De belangrijkste discriminaties worden echter reeds in dit wetsontwerp weggewerkt. Wij werken ook met nieuwe gunstige maatregelen, bijvoorbeeld inzake mobiliteit, duurzame ontwikkeling en rationeel energiegebruik. Er zijn verschillende nieuwe gunstige maatregelen in de hervorming vervat. Bovendien worden er belangrijke maatregelen genomen met betrekking tot een vereenvoudiging. Het afschaffen van twee schalen is al een eerste vereenvoudiging. Ook het afschaffen van alle discriminaties is een belangrijke vereenvoudiging van ons stelsel.
Translated text
We are moving towards a general reform of the personal tax with certain costs, but also with a balance between all categories of income and also between all objectives. It is not just about neutrality between the different forms of coexistence but also about reducing the tax on labor. First and foremost, we will reduce the taxes on labor. That is a first goal. Secondly, we will eliminate almost all discrimination. I have already said in the committee that the remaining discrimination must also be eliminated. A draft legislation or a draft legislation may be able to bring further improvements in the field of discrimination. However, the main discrimination is already eliminated in this bill. We are also working on new favourable measures, such as mobility, sustainable development and rational energy use. There are several new favourable measures included in the reform. In addition, important measures are being taken in relation to simplification. The abolition of two scales is already a first simplification. The abolition of all discrimination is also an important simplification of our system.
#63
Official text
Dans ce cadre, j'insisterai sur deux points. Je répondrai aux questions de M. Vanvelthoven et de Mme Moerman mais je dirai aussi un mot sur le volet relatif à la mobilité, dont il a été souvent question.
Translated text
In this context, I will emphasize two points. I will answer the questions of Mr. Vanvelthoven and Ms. Moerman but I will also say a word on the aspect relating to mobility, which has been often discussed.
#64
Official text
La mobilité est un thème soutenu et voulu par l'ensemble des membres de la majorité. J'ai cru comprendre qu'il l'était aussi par tous les groupes au sein de cette assemblée. Pour qu'il n'y ait pas de malentendus, toutes les mesures qui existent aujourd'hui en matière de déductibilité ou d'autres mécanismes fiscaux liés à la mobilité, sont maintenues. J'ai lu qu'il y avait quelques hésitations concernant deux catégories. On posait notamment la question suivante: "Pourra-t-on encore déduire six francs du kilomètre si l'on utilise son propre véhicule automobile pour se rendre de son domicile au lieu de travail sur une distance plus importante que 25 kilomètres aller et 25 kilomètres retour?". Je vous réponds par l'affirmative. Rien ne change. Si l'on vient d'Ostende ou de Liège, on pourra toujours dépasser les 100 kilomètres par jour et par trajet, c'est-à-dire 200 kilomètres aller et retour seront déductibles à six francs le kilomètre. Il n'y a aucun doute: la mesure reste inchangée pour celui qui bénéficie aujourd'hui d'une mesure de déductibilité.
Translated text
Mobility is a theme supported and wanted by all members of the majority. I thought I understood that it was also by all the groups within this assembly. To avoid misunderstandings, all the measures that exist today regarding deductibility or other tax mechanisms related to mobility, are ⁇ ined. I read that there was some hesitation about two categories. In particular, the following question was asked: "Can one still deduct six francs per kilometer if one uses his own motor vehicle to go from his home to the place of work on a distance greater than 25 kilometers to go and 25 kilometers back?" I answer you by the affirmative. Nothing changes. If you come from Ostende or Liège, you will always be able to exceed 100 kilometers per day and by journey, that is, 200 kilometers to go and return will be deducible at six francs per kilometer. There is no doubt: the measure remains unchanged for those who today benefit from a measure of deductibility.
#65
Official text
Il en va de même en ce qui concerne l'utilisation des motos. Le doute à ce propos a également été introduit pendant un certain temps dans le débat. Je vais donc clarifier cette question: les utilisateurs de motos ou de motocyclettes peuvent déduire l'ensemble des frais qu'ils peuvent prouver; il n'y pas de limitation à six francs le kilomètre. Cette disposition est maintenue et il y a toujours une déductibilité complète en la matière. Nous avons simplement ajouté de nouveaux incitants visant à favoriser le transport en commun public, à travers la possibilité d'exonération totale dans le chef d'un bénéficiaire: des remboursements opérés par l'employeur en ce qui concerne les frais d'abonnement de train, de bus ou de métro, les transports en commun organisés par des entreprises. Tout à l'heure, j'ai évoqué la déductibilité qui peut aller jusque 120%: 100% sur les revenus 2001, puis 120%, à partir des revenus 2002, des initiatives prises par les entreprises pour organiser elles-mêmes des transports en commun. Aujourd'hui, nous sommes souvent limités à 75%. A présent, on passe à 100%, puis à 120%.
Translated text
The same goes for the use of motorcycles. Doubts about this have also been introduced for a while in the debate. I will therefore clarify this question: motorcycle or motorcycle users can deduct all charges they can prove; there is no limit to six francs per kilometer. This provision is ⁇ ined and there is always a full deductibility in this matter. We simply added new incentives aimed at favouring public transport, through the possibility of total exemption in the head of a beneficiary: reimbursements made by the employer in relation to train, bus or subway subscription costs, public transport organized by companies. Just recently, I mentioned the deductibility that can go up to 120%: 100% on income 2001, then 120%, from income 2002, initiatives taken by companies to organize public transport themselves. Today, we are often limited to 75%. Now we go to 100% and then to 120%.
#66
Official text
Des mesures concernent aussi le co-voiturage. De quoi s'agit-il? Les personnes qui décideront de se regrouper dans le véhicule individuel d'une seule personne, pourront, même si elles n'exposent aucun frais pour utiliser ce système de transport, déduire, dès les revenus 2001, six francs le kilomètre sur un total de maximum 50 kilomètres aller/retour. Dans l'exposé des motifs, nous avons clairement indiqué, et cela a été exposé en commission, que nous augmenterons cette distance dès les revenus 2002. Après une analyse de la situation, on pourra peut-être encore envisager d'autres majorations à l'avenir.
Translated text
Measures also concern co-carrying. What is it about? Those who decide to group themselves in the individual vehicle of a single person, will be able, even if they do not expose any costs for using this transport system, to deduct, from the 2001 income, six francs per kilometer on a total of a maximum of 50 kilometers to go/return. In the explanation of reasons, we have clearly stated, and this has been stated in commission, that we will increase this distance from the 2002 income. After an analysis of the situation, we may still be able to consider further increases in the future. by
#67
Official text
Toutes ces mesures visent à favoriser l'utilisation d'autres modes de transport que le véhicule automobile individuel. Mais l'on sait — et c'est pour cela que nous avons maintenu la déductibilité de six francs par kilomètre et les dispositions relatives aux avantages en nature pour les voitures de société — qu'un certain nombre de personnes ne peuvent pas faire autrement aujourd'hui qu'utiliser leur véhicule individuel.
Translated text
All these measures aim to promote the use of other modes of transport than the individual motor vehicle. But it is known — and that is why we have ⁇ ined the deductibility of six francs per kilometre and the provisions on the benefits in kind for commercial cars — that a number of people cannot do otherwise today than to use their individual vehicle.
#68
Official text
A l'avenir, ces incitants devront être analysés, et ce également en fonction d'autres mesures qui viendront s'y ajouter. Les sociétés de transport en commun devront s'adapter à ces nouvelles mesures: il faudra prévoir des parkings de dissuasion, des liens plus faciles entre différents modes de transport, des horaires mieux adaptés. Les entreprises devront, elles aussi, s'adapter. Je citerai un exemple qui sort des compétences fiscales: avec un incitant fiscal pour le covoiturage, il est évident que l'on devra prévoir des parkings sécurisés pour permettre aux personnes de se rendre en un point de rencontre avant de voyager en commun. Le long des autoroutes, on constate que des voitures stationnent, notamment sur les ponts d'autoroute, parce que leur propriétaire pratiquent le co-voiturage. Il faudrait évidemment prévoir une sécurité plus grande. Ce sont des efforts que les pouvoirs publics devront effectuer.
Translated text
In the future, these incentives will need to be analyzed, and this also depends on other measures that will be added to them. Public transport companies will need to adapt to these new measures: dissuasive parking lots, easier connections between different modes of transport, better-adjusted timetables. Companies will also need to adapt. I will quote an example that goes out of tax skills: with a tax incentive for carpooling, it is obvious that secure parking spaces will need to be provided to allow people to get to a meeting point before traveling in common. Along the highways, it is seen that cars are parked, especially on highway bridges, because their owner practices co-carrying. Of course, greater security should be provided. These are efforts that public authorities will have to make.
#69
Official text
La mobilité est un secteur - j'aurais pu en prendre d'autres - qui connaît des évolutions importantes, mais qui viennent s'ajouter aux éléments existants.
Translated text
Mobility is a sector – I could have taken others – which is undergoing significant developments, but which are being added to the existing elements.
#70
Official text
Ik kom tot de vragen van de heer Vanvelthoven en mevrouw Moerman.
Translated text
I come to the questions of Mr. Vanvelthoven and Mrs. Moerman.
#71
Official text
Een eerste vraag betrof de toestand van het verleden inzake de feitelijke scheiding. Er is een oplossing voor de toekomst, maar wat moet er gebeuren voor het verleden? Er zal misschien een studie terzake moeten worden verricht. Daarom zal ik aan mijn administratie een verslag over de toestand van het verleden vragen. Er kan dan misschien een nieuwe maatregel worden genomen of een nieuwe oplossing voor het verleden worden gevonden. Dit is echter een probleem van rechtswaardigheid. Er zijn immers verschillende situaties. Sommige mensen hebben reeds een betaling gedaan. Er kan misschien een nieuwe maatregel worden ingevoerd voor mensen die nog geen betaling of een gedeeltelijke betaling hebben gedaan. Er moet een juiste keuze terzake worden gemaakt. Ik ben bereid om een concreet voorstel terzake, eventueel in oktober, aan de commissie voor te leggen.
Translated text
The first question concerned the status of the past with regard to the actual separation. There is a solution for the future, but what should be done for the past? A study on this may need to be done. Therefore, I will ask my administration for a report on the state of the past. Maybe a new measure can be taken or a new solution for the past can be found. However, this is a problem of legality. After all, there are different situations. Some people have already made a payment. A new measure may be introduced for people who have not yet made a payment or a partial payment. A correct choice must be made in this regard. I am prepared to submit a concrete proposal on this subject to the committee, possibly in October.
#72
Official text
Ten tweede werd gevraagd of het mogelijk is een berekeningsmodel op de website te zetten? Ik heb reeds contact met de diensten opgenomen om dit na te gaan. Dat moet mogelijk zijn voor berekeningsmodellen van verschillende bronnen van inkomsten, in de eerste plaats voor de jongeren.
Translated text
Secondly, it was asked whether it is possible to put a calculation model on the website? I have already contacted the services to check this. This should be possible for calculation models of different sources of income, primarily for young people.
#73
Official text
Ten derde, werd de vraag naar onregelmatige uitkeringen gesteld. Er is geen verschil. Er is geen sprake van een taxatie in de twee gevallen. De referentie met artikel 90,3 is alleen een referentie voor de definitie van de uitkeringen. Voor mijn administratie is het echter duidelijk dat er geen verschil is tussen onregelmatige of regelmatige uitkeringen.
Translated text
Third, the demand for irregular benefits was raised. There is no difference. There is no taxation in both cases. The reference to Article 90.3 is only a reference for the definition of benefits. However, it is clear to my administration that there is no distinction between irregular or regular benefits.
#74
Official text
Ten vierde, wat de boordtabel van een commissaris inzake de strijd tegen de fiscale fraude en vereenvoudiging betreft, heb ik goed nieuws. Morgen staan de twee boordtabellen op de agenda van het directiecomité. De presentatie zal dus nog voor het reces kunnen plaatsvinden. Dat is misschien zeer laat, maar het is binnen de termijn.
Translated text
Fourth, as regards the boardboard of a Commissioner on combating tax fraud and simplification, I have good news. Tomorrow the two board tables will be on the agenda of the Board of Directors. The presentation can therefore take place even before the recess. That may be very late, but it is within the deadline.
#75
Official text
Pour ce qui concerne le phasage et l'entrée en vigueur des différentes mesures, je voudrais rappeler trois éléments qui sont parfois passés inaperçus.
Translated text
Regarding the phases and the entry into force of the various measures, I would like to recall three elements that have sometimes gone unnoticed.
#76
Official text
Le phasage proprement dit. Les revenus de 2001 seront déjà concernés par la réforme et elle sera totalement d'application pour les revenus perçus dès le 1 er janvier 2004. Je voudrais d'ailleurs signaler que pour ce qui concerne les indépendants, dès le 1 er janvier 2004, toute la réforme leur sera d'application, à travers les versements anticipés. Donc, j'espère qu'à travers les précomptes professionnels, nous pourrons, en fonction des disponibilités budgétaires, rendre la réforme la plus rapidement sensible pour tous les contribuables, y compris ceux payant ces précomptes professionnels.
Translated text
The phase itself. Income from 2001 will already be covered by the reform and it will be fully applicable to income received from 1 January 2004. I would like to point out that as regards independent workers, from January 1, 2004, all the reform will apply to them, through advance payments. So, I hope that through the business pre-accounts, we will be able, depending on budget availability, to make the quickest reform sensible for all taxpayers, including those paying these professional pre-accounts.
#77
Official text
Mijnheer Leterme, de wet is de wet. Wij krijgen een nieuwe wet met een integrale toepassing van de hervorming vanaf de inkomsten van 2004. Het is misschien mogelijk om terzake een debat te voeren maar een dergelijke wet zal zorgen voor een volledige hervorming vanaf de inkomsten van 2004.
Translated text
Mr. Leterme, the law is the law. We get a new law with full application of the reform from the 2004 income. It may be possible to have a debate on this issue, but such a law will ensure a complete reform from 2004 onwards.
#78
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wou even stilstaan bij de gefaseerde inwerkingtreding van deze belastinghervorming die in het wetsontwerp is opgenomen. Wij stellen vast dat grosso modo een vijfde van die belastinghervorming in deze legislatuur wordt uitgevoerd terwijl de rest een groot vraagteken blijft. Dit is geen taal van de oppositie. Ik herhaal dat de vice-eerste minister en minister van Begroting heeft gezegd dat voor hem de maatregelen voor 2002 voor een bedrag van 10 miljard frank en voor 2003 voor een bedrag van 25 miljard frank verworven zijn. Voor de rest zal men kijken naar van de economische groei afhankelijke beschikbare marges. De tabel tot 2006, waarin sprake is van maatregelen voor een bedrag van 134,5 miljard frank en waarbij werd rekening gehouden met de terugverdieneffecten, bindt eigenlijk niemand want de vice-eerste minister zegt zelf dat dit afhangt van de economische toestand. De economische omslag, die aanleiding moet geven tot budgettaire voorzichtigheid, leidde reeds tot een begrotingscontrole ten belope van ongeveer 20 tot 25 miljard frank. Het is duidelijk dat het eerste dat zal sneuvelen, wanneer er moet worden gesaneerd, zullen een aantal maatregelen zijn die in de fasering zijn opgenomen. Dit is een vaststelling die wij afleiden uit de woorden van de minister van Begroting.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to stop for a moment with the phased entry into force of this tax reform included in the bill. We note that grosso modo one fifth of that tax reform is implemented in this legislature while the rest remains a big question. This is not the language of the opposition. I repeat that the Deputy Prime Minister and Minister of Budget said that for him the measures for 2002 were acquired in the amount of 10 billion francs and for 2003 in the amount of 25 billion francs. For the rest, we will look at the available margins dependent on economic growth. The table until 2006, which covers measures amounting to 134.5 billion francs and which took into account the effects of revenue, does not actually bind anyone because the Deputy Prime Minister himself says that this depends on the economic situation. The economic shift, which should give rise to budgetary prudence, has already led to a budgetary control of approximately 20 to 25 billion francs. It is clear that the first thing that will die, when it needs to be repaired, will be a number of measures included in the phasing. This is a conclusion that we derive from the words of the Minister of Budget.
#79
Official text
In de regering werd terzake een akkoord bereikt en ik ben het dan ook eens met de minister van Begroting. Ik heb reeds aangekondigd dat heel de hervorming van toepassing zal zijn vanaf januari 2004. De eerste maatregelen zullen echter al in 2001 van kracht worden. Wij hebben een akkoord bereikt inzake de bedrijfsvoorheffing voor de jaren 2002 en 2003. Wat 2004 en later betreft, zullen wij misschien zelfs vlugger kunnen gaan. Er komt een wet die een integrale toepassing van de hervorming mogelijk maakt vanaf 2004. Het is echter vanzelfsprekend dat een betere economische groei zal zorgen voor een snellere invoering van de maatregelen. Als het mogelijk is, wil ik op het vlak van de bedrijfsvoorheffing meer maatregelen doorvoeren. De wet die een integrale toepassing van de hervorming vanaf 2004 zal mogelijk maken, moet echter eerst worden goedgekeurd. Als het mogelijk is, kunnen wij misschien zelfs vlugger gaan op het vlak van de bedrijfsvoorheffing.
Translated text
The government has reached an agreement on this, and I agree with the Minister of Budget. I have already announced that the entire reform will apply from January 2004. However, the first measures will come into force in 2001. We have reached an agreement on the company advance tax for the years 2002 and 2003. As for 2004 and beyond, we may be able to go even faster. There will be a law that will allow for the full implementation of the reform from 2004. However, it is obvious that better economic growth will lead to a faster implementation of the measures. If possible, I would like to implement more measures in the field of corporate taxation. However, the law that will allow for the full implementation of the reform from 2004 must first be approved. If possible, we might even be able to move faster in terms of corporate taxation.
#80
Official text
Ik kom dan tot een tweede opmerking. Het gaat niet alleen over de invoering van bepaalde maatregelen gedurende de jaren 2001 tot en met 2004 maar ook over een invoering in twee of meer legislaturen. Dit klopt. 1 januari 2004 is zes maand na het einde van deze legislatuur.
Translated text
I come to a second comment. It is not only about the introduction of certain measures during the years 2001 to 2004 but also about the introduction in two or more legislatures. This is correct. January 1, 2004 is six months after the end of this legislature.
#81
Official text
A plusieurs reprises, j'ai eu l'occasion de poser la question en commission. Etant donné que nous dépassons de six mois la durée de la législature, il est important pour les contribuables de savoir qui, dans cet hémicycle, souhaite remettre en cause les mesures qui seront d'application au 1 er janvier 2004.
Translated text
I have repeatedly asked this question in the committee. Since we exceed the length of the legislature by six months, it is important for taxpayers to know who, in this homicide, wants to challenge the measures that will apply on 1 January 2004.
#82
Official text
J'ai cru comprendre que la seule critique émise dans cet hémicycle consistait à demander que ces mesures soient avancées pour l'essentiel d'entre elles, c'est-à-dire celles qui touchent la discrimination entre les différents types de choix de vie. La question qui se posera est de savoir s'il existe un groupe, une formation qui souhaite, pour les prochaines élections, faire campagne sur le thème de la remise en cause des mesures fiscales qui interviendront au 1 er janvier 2004. Sinon, il est assez illusoire de mener un débat sur les faits et mesures au-delà de cette législature. Toute disposition que nous prenons dans cette assemblée a vraiment un effet sur plusieurs législatures. A mes yeux, il est normal de travailler sur quatre années pour une réforme fiscale de cette ampleur et que chacun sache s'il entre dans les intentions de l'un ou l'autre groupe, une fois la réforme votée, de remettre en cause certains de ses aspects à partir de 2004.
Translated text
I thought I understood that the only criticism expressed in this homicide was to demand that these measures be advanced for the most of them, that is, those that affect the discrimination between the different types of life choices. The question that will arise is whether there is a group, a formation that wants, for the next election, to campaign on the theme of challenging the tax measures that will take place on 1 January 2004. Otherwise, it is quite illusory to conduct a debate on facts and measures beyond this legislature. Any measure we take in this assembly really has an effect on several legislatures. In my view, it is normal to work over four years for a tax reform of this magnitude and that everyone knows if they enter into the intentions of one or the other group, once the reform is voted, to question some of its aspects from 2004.
#83
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil de minister kort onderbreken voor twee opmerkingen.
Mijnheer de minister, ten eerste leeft in onze fractie de vraag om de discriminatie van gehuwden weg te werken. Het siert u dat u die vraag genoteerd hebt. Wij vragen wel dat u de maatregelen ter wegwerking van de discriminaties, die nu detailmaatregelen zijn, en die minder ver gaan dan wat op het einde van de vorige legislatuur werd beslist door de regering Dehaene-Van Rompuy, nu op het voorplan brengt.
Wij hebben er meteen bijgezegd dat voor ons de schrapping van de twee toptarieven gedeeltelijk kon worden verschoven naar een later tijdstip. Wij zijn intellectueel consistent, en niet demagogisch. Die 7 miljard frank kunnen worden gebruikt om de discriminaties sneller weg te werken. Dit is voor ons prioritair. Het is duidelijk dat dit voor u niet het geval is.
Ten tweede, wil ik een opmerking maken over de fasering en over de onzekerheid inzake de belastingverlaging na de verkiezingen van 2003. Niet wij, of een andere groep in deze Kamer, zetten daar vraagtekens bij. Het is de vicepremier, de minister van Begroting van deze regering, die zegt dat hij alleen gebonden is voor 2002 en 2003. De rest, zegt hij, moet worden bekeken overeenkomstig de economische groei.
Translated text
I would like to briefly interrupt the Minister for two comments.
Mr. Minister, first of all, in our group there is a demand to eliminate the discrimination against married people. It’s nice that you’ve noted that question. However, we ask that you now put the measures to eliminate discrimination, which are now detailed measures, and which go less far than what was decided at the end of the previous legislature by the Dehaene-Van Rompuy government, on the forefront.
We immediately added that for us the removal of the two top tariffs could be partially postponed to a later date. We are intellectually consistent, not demagogic. That 7 billion francs could be used to eliminate discrimination faster. This is a priority for us. It is clear that this is not the case for you.
Second, I would like to comment on the phases and the uncertainty regarding the tax reduction after the 2003 elections. Not we, or any other group in this Chamber, question this. It is the Deputy Prime Minister, the Minister of Budget of this government, who says that he is bound only for 2002 and 2003. The rest, he says, should be looked at according to economic growth.
#84
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega Leterme, de wet is de wet. De wet bepaalt een integrale toepassing van de maatregelen vanaf 2004. Het is misschien mogelijk vlugger te werken als er de volgende jaren een grotere economische groei is.
Translated text
Mr Leterme, the law is the law. The law provides for the full application of the measures from 2004. It may be possible to work faster if there is greater economic growth in the coming years.
#85
Official text
Le point qui m'a le plus frappé concernant le calendrier est que, dans le phasage, un certain nombre d'intervenants souhaitaient découper les contribuables en morceaux! Ils ne semblent pas se rendre compte qu'il peut exister des couples mariés qui vont bénéficier des mesures concernant la mobilité, la révision des barèmes, la suppression des taux supérieurs ou toute une série d'autres dispositions comme celle des frais professionnels. Il est vrai qu'il existe un phasage mais celui-ci concerne d'abord la diminution et, par priorité, la diminution sur les revenus du travail de tous les contribuables, mariés ou non, et progressivement la suppression de toutes les discriminations mais en quatre ans de revenus ce qui me semble particulièrement court.
Translated text
The point that struck me most about the calendar is that, in the phase, a number of speakers wanted to cut taxpayers into pieces! They do not seem to realize that there may be married couples who will benefit from measures related to mobility, the revision of rates, the abolition of higher rates or a whole series of other provisions such as the work expenses. It is true that there is a phase, but this concerns first the decrease and, by priority, the decrease on the labor income of all taxpayers, married or not, and gradually the elimination of all discrimination but in four years of income which seems to me ⁇ short.
#86
Official text
C'est un peu le même raisonnement que celui qui consiste à isoler d'une certaine façon les enfants. On oublie un peu facilement que toutes les mesures favorisant les contribuables en général, favorisent très souvent les enfants parce que leur particularité, surtout des enfants en bas âge, est d'être très souvent à charge d'adultes sur le plan fiscal. Les mesures qui réduisent la fiscalité sur l'ensemble des contribuables viennent d'abord en aide aux familles avec enfants et ensuite, s'ajoutent des mesures plus spécifiques. Il ne faut pas découper les contribuables en morceaux. Ils forment un tout et lorsqu'une famille bénéficie d'une réduction importante de la fiscalité, cette réduction bénéficie aux enfants.
Translated text
This is somewhat the same reasoning as the one that consists of isolating children in some way. It is easily forgotten that all measures favouring taxpayers in general, very often favour children because their peculiarity, especially young children, is that they are very often borne by adults on the fiscal level. Measures that reduce taxation on all taxpayers come first to help families with children and then, more specific measures are added. Taxpayers should not be cut into pieces. They form a whole and when a family benefits from a significant tax reduction, this reduction benefits the children.
#87
Official text
Je ferai deux dernières remarques, monsieur le président - je ne reviendrai pas sur les mesures puisqu'elles ont été longuement débattues - l'une concernant l'ampleur de la réforme et l'autre une opposition un peu systématique ces derniers temps entre le fiscal et le social.
Translated text
I will make two final remarks, Mr. Speaker – I will not return to the measures since they have been long debated – one concerning the extent of the reform and the other a somewhat systematic opposition in recent times between the fiscal and the social.
#88
Official text
Wat de kalender betreft, heb ik al gezegd dat er een nieuwe fasering komt op vier jaar. Ik heb kritiek gehoord op het genoemde bedrag. Nu eens vindt men het bedrag te hoog, dan weer te weinig. Mijnheer Leterme, voor 2002 en 2003 vindt u het bedrag misschien niet zo hoog, maar tijdens het begrotingsdebat vond u het bedrag wel te hoog en zei u dat er misschien geen marge voor was. Er is dan echter ook geen marge voor andere maatregelen. Ik begrijp het niet meer. Men kan het bedrag te hoog of te laag vinden, maar niet allebei tegelijk.
Translated text
As for the calendar, I have already said that there will be a new phase in four years. I have heard criticism about the aforementioned amount. Once the amount is too high, then again too little. Mr. Leterme, for 2002 and 2003 you may not find the amount so high, but during the budget debate you found the amount too high and you said there might be no margin for it. There is no room for other measures. I no longer understand. It can be either too high or too low, but not both at the same time.
#89
Official text
Ik denk dat we tot een belangrijke hervorming zullen komen. Er zal een belangrijke vermindering van de belasting op arbeid plaatsvinden. Die vermindering weegt niet te veel voor de begroting, en ze weegt zeker niet te veel voor de belastingplichtige.
Translated text
I think we will come to an important reform. There will be a significant reduction in the tax on labor. That reduction does not weigh too much for the budget, and it ⁇ does not weigh too much for the taxpayer.
#90
Official text
On doit, et c'est apparu très souvent en commission, éviter d'entrer dans des critiques contradictoires qui, à certains moments, consisteraient à dire qu'il n'y a rien dans cette réforme et qu'on y retrouve pas grand-chose, et à d'autres moments que, malgré des marges importantes, la réforme est trop forte par rapport à celles-ci.
Translated text
One must, and it has appeared very often in committees, avoid entering in contradictory criticisms which, at some times, would consist in saying that there is nothing in this reform and that there is not much there, and at other times that, despite significant margins, the reform is too strong in relation to these.
#91
Official text
Depuis moins d'un an, je suis assez habitué à vivre avec ces critiques et depuis l'annonce de cette réforme l'année dernière, je vis dans l'alternance d'une certaine façon: parfois, il faut aller plus vite et en faire plus et parfois cela va trop vite et on fait trop, le budget ne supportera pas la situation.
Translated text
For less than a year, I’ve been quite accustomed to living with these criticisms and since the announcement of this reform last year, I’ve lived in alternation in a certain way: sometimes you have to go faster and do more and sometimes it goes too fast and you do too much, the budget will not support the situation.
#92
Official text
Il faut garder une logique crédible dans la démarche. La réforme est importante; elle s'intègre dans d'autres éléments de diminution de la pression fiscale et s'intègre surtout dans une politique d'ensemble — et c'est la dernière remarque que je ferai en reparlant des éléments fiscaux et sociaux car cette opposition est souvent absurde.
Translated text
There must be a credible logic in the approach. The reform is important; it integrates itself into other elements of reducing the fiscal pressure and is mainly integrated into a general policy — and this is the last note I will make when referring to tax and social elements because this opposition is often absurd.
#93
Official text
Mais, monsieur le président, je crois que M. Leterme souhaite réagir.
Translated text
However, I believe that Mr. Leterme wants to react.
#94
Official text
Je serais également ravi d'entendre une première intervention du groupe de M. Smets dans ce débat.
Translated text
I would also be pleased to hear a first speech from the group. Stop this debate.
#95
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, vous dites qu'il faut éviter d'opposer le fiscal et le social et j'espère que chacun sera convaincu de ce que vous avancez. Mais je constate qu'actuellement il y une opposition entre le fédéral et le communal. Et c'est ce qui m'inquiète. Vous savez comme moi que les mandataires communaux sont de plus en plus en proie à d'énormes difficultés de maîtrise des finances publiques, que la commune est la base de la démocratie et son autonomie est de plus en plus relative.
Or, l'on constate un transfert manifeste de charges financières — qui sont décidées au Parlement — vers les budgets des communes, alors que ces dernières ne sont même pas associées à ces décisions.
A ce propos, le cas le plus évident demeure, me semble-t-il, celui de la réforme des polices. Bon nombre de discussions ont été menées par votre gouvernement avec l'ensemble des représentants de la police; pourtant, leurs employeurs principaux, que sont désormais les communes, n'y ont pas du tout été associés.
Partant, la situation actuelle est simple: nous ne savons pas où nous allons dans ce dossier - et même M. Eerdekens l'affirme: personne ne parvient à préciser ce que la réforme des polices coûtera en fin de compte et bon nombre de communes sont inquiètes devant leurs difficultés grandissantes à maîtriser les coûts de la police. A mes yeux, une opposition entre le niveau fédéral et le niveau communal se dessine de plus en plus clairement.
Par ailleurs, un autre cas préoccupant réside dans le fait que de nombreuses communes se trouvent actuellement confrontées à des retards considérables dans les versements du niveau fédéral pour alimenter les CPAS. Vous le savez, monsieur le ministre — si vous voulez bien m'écouter —, que ce problème devient de plus en plus inquiétant. La semaine dernière, M. Vande Lanotte le reconnaissait d'ailleurs à cette tribune. Je peux en tout cas vous confirmer que de nombreuses communes — et ce n'est pas la nôtre, vous êtes bien placé pour le savoir — se trouvent aux prises avec de graves difficultés de trésorerie tant au niveau de leurs CPAS qu'au niveau de la globalité de leurs dépenses. Et au train où vont les choses, je ne peux craindre que le pire. Certes, et je suis le premier à m'en réjouir, l'on assiste au niveau fédéral à une maîtrise des finances: celleci est d'ailleurs le fruit des efforts consentis par les gouvernements précédents — et c'est la première fois que je vous entends le reconnaître dans cet hémicycle...
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, you say that you must avoid opposing the fiscal and the social and I hope that everyone will be convinced of what you are moving forward. But I see that there is currently an opposition between the federal and the municipal. And that is what worries me. You know, as I do, that municipal mandators are increasingly affected by enormous difficulties in controlling public finances, that the commune is the basis of democracy and its autonomy is increasingly relative.
However, there is a clear transfer of financial charges — which are decided in Parliament — to the budgets of the municipalities, while the latter are not even associated with these decisions.
In this regard, the most obvious case remains, I think, that of the police reform. Many discussions have been conducted by your government with all the representatives of the police; however, their main employers, which are now the municipalities, have not been associated at all.
Therefore, the current situation is simple: we do not know where we are going in this case - and even Mr. Eerdekens says: No one can specify what the policy reform will ultimately cost, and many municipalities are concerned about their growing difficulties in controlling police costs. In my view, an opposition between the federal level and the municipal level is drawn more and more clearly.
Another worrying case is that many municipalities are currently facing considerable delays in federal payments to feed CPAS. You know, Mr. Minister—if you want to listen to me—that this problem is becoming increasingly worrying. Last week, Mr. Vande Lanotte recognized him in this tribune. In any case, I can confirm that many municipalities — and this is not our one, you are well placed to know it — are struggling with serious cash difficulties both at the level of their CPAS and at the level of their overall expenditure. And in the train where things go, I can only fear the worst. Certainly, and I am the first to rejoice at this, we are witnessing at the federal level a control of the finances: this is also the fruit of the efforts made by the previous governments — and this is the first time I hear you recognize it in this hemisphere...
#96
Official text
Si vous veniez plus souvent en commission, vous m'entendriez le dire plus souvent.
Translated text
If you came to the committee more often, you would hear me say it more often.
#97
Official text
Certes, au niveau fédéral, il y a une maîtrise plus grande des finances. Et tandis que des pays comme l'Allemagne, la France et l'Italie sont actuellement surpris par la dégradation économique, vous nous rassurez, monsieur le ministre, en nous garantissant que la Belgique maîtrise ses finances.
Néanmoins, je demeure particulièrement inquiet face à cet écart énorme qui se profile désormais entre la maîtrise des finances au niveau fédéral et la « déglingue » des finances communales.
Aussi, monsieur le ministre, je me permets de vous interroger sur les mesures que vous comptez adopter à ce sujet. Car il me revient que certaines communes n'ont pas vu leur budget communal approuvé — quelles que soient d'ailleurs les tendances politiques de leurs responsables.
Translated text
Of course, at the federal level, there is greater control of the finances. And while countries like Germany, France and Italy are currently surprised by the economic degradation, you reassure us, Mr. Minister, by guaranteeing us that Belgium controls its finances.
Nevertheless, I remain ⁇ concerned about this huge gap that now appears between the control of the finances at the federal level and the “slinking” of the municipal finances.
Also, Mr. Minister, I allow myself to ask you about the measures you intend to take in this regard. Because it seems to me that some municipalities have not seen their municipal budget approved – regardless of the political trends of their officials.
#98
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's ik wou een onjuistheid rechtzetten. Indien onze fractie zou worden bedoeld is dit een onjuiste interpretatie van onze gedachtegang in verband met een consequente toepassing van de begrotingssanering, enerzijds en het beklemtonen dat wat nu gebeurt te gering zou zijn, anderzijds.
Het is lichtjes anders. Wij formuleren de kritiek dat de regering, zoals in zoveel andere dossiers, in deze legislatuur veel minder doet dan wat ze op termijn belooft. Wanneer wij erop wijzen dat zij maar 25,7 miljard realiseert tot de volgende verkiezingen, dan betekent dit "veel minder dan wat de mensen was beloofd".
Als u de belastingen tot aan de volgende verkiezingen slechts met 25,7 miljard frank verlaagt, doet u heel wat minder dan u aan de mensen hebt beloofd, zoals in zovele zaken. Dit is een belovende macht, maar geen uitvoerende macht. Dat is de contradictie. Wat de consequentie in de begrotingssanering betreft, blijven wij bij ons standpunt. Als u 25 miljard aan belastingverlagingen wilt besteden, vragen wij om dat geld consequent te gebruiken om prioritair de fiscale discriminaties ten aanzien van de gehuwden weg te werken. Dat is een totaal verschil van oriëntatie en prioriteit tussen, enerzijds, deze heterogene paars-groene meerderheid, die in deze kwestie niet coherent is, en, anderzijds, onze consequente houding dat prioritair werk moet worden gemaakt van de wegwerking van die discriminaties.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. If our group was intended, this would be a misinterpretation of our mindset in connection with a consistent application of the budget reform, on the one hand, and the emphasis that what is happening now would be too small, on the other.
It is lightly different. We formulate the criticism that the government, as in so many other files, in this legislature does much less than what it promises in the long run. If we point out that it only achieves 25.7 billion until the next election, it means “much less than what was promised to the people.”
If you reduce your taxes by only 25.7 billion francs until the next election, you will do much less than you promised to the people, as in so many things. This is a promising power, but not an executive power. That is the contradiction. With regard to the consequences in the budget rectification, we remain with our position. If you want to spend $25 billion in tax cuts, we ask you to consistently use that money to prioritize eliminating tax discrimination against married people. That is a total difference of orientation and priority between, on the one hand, this heterogeneous purple-green majority, which is not coherent in this issue, and, on the other hand, our consistent attitude that priority work should be made of eliminating those discriminations.
#99
Official text
Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral, mijnheer Leterme, het was een goede formule, maar alleen dat. Tien procent lastenverminderingen voor de particulieren — de personenbelasting — in 2003 vertegenwoordigt een bedrag van 138 miljard frank. Dat is toch een zekere ingreep gedurende deze legislatuur. Dat is belangrijker dan uw bezorgdheid. Het ACV heeft dezelfde kritiek geuit. In sommige kringen wordt de regering bekritiseerd omdat ze te veel voor de personenbelasting doet. Er is een contradictie tussen de twee verschillende zaken. Het is toch waar dat wij in 2003 een vermindering van de personenbelasting met 10% moeten realiseren?
Translated text
Mr. Speaker, first and foremost, Mr. Leterme, it was a good formula, but only that. Ten percent burden reductions for individuals — the personal tax — in 2003 represents an amount of 138 billion francs. This is a certain intervention during this legislature. This is more important than your concerns. The ACV has expressed the same criticism. In some circles, the government is criticized for doing too much for the personal tax. There is a contradiction between the two different things. Is it true that in 2003 we should ⁇ a 10% reduction in the personal tax?
#100
Official text
Je répéterai à M. Smets ce que j'ai dit en commission, car manifestement l'information circule mal. Je me réjouis de cette première intervention de votre groupe dans ce débat. Elle porte sur les communes.
Translated text
I will repeat to Mr. Remove what I said in the commission, because obviously the information is circulating wrong. I look forward to this first intervention of your group in this debate. It relates to municipalities.
#101
Official text
Concernant le département des finances, vous parlez de charges qui viendront plus tard. On évoque à cet égard la réforme des polices. Ce n'est pas une raison pour certaines communes d'augmenter déjà les impôts communaux cette année. Je ne suis pas sûr que, dans les budgets 2001, il se justifie de prévoir des charges en matière de police. Il faudra peut-être faire la clarté en la matière.
Translated text
Regarding the finance department, you talk about charges that will come later. In this regard, we are talking about the police reform. This is not a reason for some municipalities to raise municipal taxes already this year. I am not sure that, in the 2001 budgets, it is justified to provide police charges. Per ⁇ it will need to be made clear on this issue.
#102
Official text
Première remarque. Dès mon arrivée au département, j'ai tenté de rembourser aux communes les arriérés que mes prédécesseurs avaient laissés s'accumuler. On avait atteint des sommes astronomiques: 15, 17 milliards de retard de paiement à l'égard des communes au sein du ministère des Finances. Ces retards ont été totalement résorbés. Les communes sont à jour. J'ai même, cette année, pris l'initiative de faire des avances aux communes pour éviter tout retard dans les paiements en ce qui concerne l'impôt des personnes physiques.
Translated text
The first observation. As soon as I arrived in the department, I tried to reimburse to the communes the delays that my predecessors had allowed to accumulate. Astronomical amounts were reached: 15, 17 billion in late payments to municipalities within the Ministry of Finance. These delays have been completely removed. The municipalities are updated. I even took the initiative this year to make advances to the municipalities to avoid any delay in payments in relation to the tax of natural persons.
#103
Official text
Deuxième remarque: qu'allons-nous faire? A ce sujet, une proposition de M. Bacquelaine cosignée par d'autres membres de l'assemblée a été adoptée en commission. Elle tend à réduire les frais retenus par le fédéral sur les centimes additionnels communaux de 3% cette année à 2% en 2002 et à 1% en 2003, tout en instaurant en parallèle, une nouvelle section au Conseil supérieur des Finances qui vérifiera les paiements effectués du fédéral vers les communes. Je crois que c'est une évolution positive au-delà de la résorption de l'arriéré à travers des mesures nouvelles.
Translated text
Second note: What are we going to do? In this regard, a proposal by Mr. Bacquelaine co-signed by other members of the assembly was adopted in committee. It tends to reduce the fees held by the federal on municipal additional cents from 3% this year to 2% in 2002 and 1% in 2003, while in parallel, establishing a new section in the Supreme Council of Finance that will verify the payments made by the federal to the municipalities. I believe this is a positive evolution beyond the resorption of the backward through new measures.
#104
Official text
Troisième élément, l'autonomie communale. J'y suis au moins autant attaché que vous. C'est pour cette raison qu'une des critiques que j'entends souvent à propos de la réforme fiscale, je ne la comprends pas! La réforme fiscale n'a absolument aucune conséquence sur les communes. Il appartient aux communes de fixer elles-mêmes le pourcentage de centimes additionnels qu'elles souhaitent appliquer. Il y a, là aussi, une contradiction: ou bien c'est au fédéral de prendre la décision, mais alors on abandonne l'autonomie communale, ou bien on maintient l'autonomie communale et on laisse aux autorités communales le soin d'accompagner la réforme fiscale ou non, donc de diminuer aussi l'impôt sur le travail ou de choisir de le maintenir à son niveau actuel en augmentant les centimes additionnels. On ne peut pas, à certains moments, plaider pour l'autonomie communale et puis, lorsque c'est un peu plus dérangeant parce qu'il s'agit de fiscalité, demander à l'Etat de faire son travail.
Translated text
The third aspect is municipal autonomy. I am at least as attached to it as you. That’s why one of the criticisms I often hear about tax reform, I don’t understand! The tax reform has absolutely no impact on the municipalities. It is up to the municipalities to determine the percentage of additional cents they wish to apply. There is, here too, a contradiction: either it is to the federal to make the decision, but then the municipal autonomy is abandoned, or the municipal autonomy is ⁇ ined and the municipal authorities are left to take care of accompanying the tax reform or not, therefore also to decrease the tax on labour or to choose to maintain it at its current level by increasing the additional cents. One cannot, at some times, advocate for communal autonomy and then, when it is a little more disturbing because it is taxation, ask the State to do its job.
#105
Official text
Je n'ai d'ailleurs pas entendu beaucoup, ces dernières années, les communes se plaindre lorsque des mesures étaient favorables pour leurs finances. Je pense par exemple, malheureusement pour le contribuable, à la nonindexation des barèmes fiscaux, qui a augmenté les recettes de l'Etat mais aussi les recettes des communes sans qu'elles aient rien à faire, ou l'indexation décidée en ce qui concerne le précompte immobilier. Je crois qu'il faut être correct en matière d'autonomie. Il appartiendra aux communes de faire leur choix.
Translated text
I have not heard much, in recent years, municipalities complain when measures were favourable for their finances. I think, for example, unfortunately for the taxpayer, of the non-indexation of tax rates, which has increased the revenue of the state but also the revenue of the municipalities without having anything to do, or the indexation decided with regard to the real estate pre-count. We need to be honest about autonomy. It will be up to the municipalities to make their choices.
#106
Official text
Je conclus dès lors, comme annoncé, en disant que le dernier point que je voulais évoquer, c'est cette opposition que l'on entend souvent entre le social et le fiscal. Je reste convaincu que la réforme fiscale qui prend, c'est vrai, une part très importante des moyens budgétaires disponibles aujourd'hui, mais je dirais plutôt: qui rend à la population un part très importante des moyens qui ont été prélevés sur cette même population pendant les périodes d'assainissement budgétaire, contient des éléments particulièrement favorables sur le plan social. Elle contient des mesures favorables aux plus bas revenus, tels le crédit d'impôt, les barèmes d'imposition, les frais forfaitaires qui sont augmentés, des mesures en matière de décumul en termes de pension, de prépension. Mais toutes ces mesures ne peuvent pas être isolées d'une politique sociale dans son ensemble. L'instrument fiscal sert bien sûr à réduire, comme c'est le cas ici, l'impôt sur le travail, à mener de nouvelles politiques en matière de mobilité, de développement durable, d'économie d'énergie mais aussi de nouvelles politiques sociales.
Translated text
I conclude therefore, as announced, saying that the last point I wanted to mention is this opposition that is often heard between the social and the fiscal. I remain convinced that the fiscal reform, which takes, indeed, a very significant part of the budgetary resources available today, but I would rather say: which makes the population a very significant part of the resources that were taken from that same population during periods of budgetary sanitation, contains elements ⁇ favourable on the social level. It contains measures favourable to the lowest incomes, such as the tax credit, tax schemes, flat-rate fees that are increased, measures regarding decumulation in terms of pension, prepension. But all these measures cannot be isolated from a social policy as a whole. The tax instrument, of course, serves to reduce, as is the case here, the labour tax, to conduct new policies in matters of mobility, sustainable development, energy saving but also new social policies.
#107
Official text
Cela doit être très clair: il n'y a pas, à mes yeux, d'opposition entre ces différentes matières. La réforme, si elle tend à une simplification, à une réduction de l'impôt, tend aussi à promouvoir la croissance économique, l'emploi, à travers un pouvoir d'achat plus important, et à mettre en oeuvre un certain nombre de dispositifs favorables sur le plan social.
Translated text
This must be very clear: there is, in my view, no opposition between these different subjects. The reform, if it tends to simplify, to reduce taxes, also tends to promote economic growth, employment, through greater purchasing power, and to implement a number of socially favourable arrangements.
#108
Official text
Je voudrais, monsieur le président, remercier la Chambre d'avancer dans cette réforme fiscale. Mais ainsi que plusieurs intervenants l'ont rappelé, il convient d'aller plus loin encore, y compris en ce qui concerne l'impôt des personnes physiques et l'impôt des sociétés, en vue de rester dans la moyenne européenne.
Translated text
I would like to thank the House for moving forward with this tax reform. But, as several speakers have recalled, it is necessary to go further, including in terms of personal tax and corporate tax, in order to stay within the European average.
#109
Official text
Je suis heureux d'entendre que personne ne souhaite remettre en cause les éléments de cette réforme qui sont prévus après les prochaines échéances électorales. La présente réforme est particulièrement attendue par l'ensemble des contribuables de notre pays. On peut regretter l'absence d'unanimité sur un tel texte, tant espéré par nos concitoyens. J'espère au moins que personne ne voudra s'y opposer.
Translated text
I am pleased to hear that no one wants to question the elements of this reform that are planned after the next election deadlines. This reform is especially expected by all taxpayers in our country. We can regret the lack of unanimity on such a text, so hoped by our fellow citizens. I hope at least no one will want to oppose it.
#110
Official text
De algemene bespreking is gesloten. La discussion générale est close.
Translated text
General discussion is closed. The general discussion is closed.
#111
Official text
Monsieur le président, je me réfère au rapport écrit.
Translated text
I refer to the written report.
#112
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, met deze paarsgroene regering gaat er geen begroting of geen begrotingsaanpassing voorbij of er moet geld worden versluisd naar het koningshuis. De beslissing van de kabinetsraad over de dotatie aan prins Laurent kende een nogal duister of geheimzinnig verloop en is geen voorbeeld van open communicatie. Met het voorliggende wetsontwerp wordt prins Laurent uiteindelijk beloond met een leefloon, een soort "win for life" van zowat 920.000 frank netto per maand of zowat 45.000 frank per werkdag. Dit alles gebeurt zonder enige zinnige motivering, tenzij het feit dat de eerste minister goed wil staan bij het Hof.
Ik durf zelfs verwijzen naar de uitspraak van professor Van den Wyngaert, hoogleraar nieuwste geschiedenis en dynastiekenner en bijgevolg een onverdachte bron terzake, die stelde dat de regering met deze dotatie een stap te ver doet en zei "...dat bijgevolg de 11 miljoen frank dotatie voor prins Laurent niet te verantwoorden zijn". Daarom hebben wij nog tijdens de zitting een amendement ingediend dat ertoe strekt de dotaties aan prinses Astrid en prins Laurent te schrappen. Gezien de commentaren van de laatste weken, hoeft dit geen verdere toelichting.
Ik heb het steeds merkwaardig gevonden dat voor de noden van deze nutteloze — of moet ik zeggen: niet zinvolle — prins deze regering met één pennentrek 11 miljoen frank vrijmaakt, gewoon omdat zijn wieg in het paleis stond en niet in een Volkshuis. Hoe de socialistische mandatarissen deze beslissing uitleggen of verkopen aan hun militanten in de Volkshuizen, is mij een raadsel. Sinds de paleisdweil bij uitstek, Willy Claes, verkondigde dat "...de royalistische formule de enige denkbare is in dit land", is de ideologische houding van de socialistische politici verworden tot die van aan België verslaafde politici die zich koesteren in het Lakense zonnetje. Nochtans waren het in het verleden wel degelijk de socialisten — de gemotiveerde socialisten dan, niet de salonsocialisten — die aanvankelijk de republikeinse kaart trokken. Toen de afgevaardigden van de toenmalige unitaire BSP als erkende republikeinen in het Parlement terechtkwamen, werd nagenoeg elke troonrede verstoord door geroep voor, onder andere, algemeen stemrecht.
Tijdens de commissiebesprekingen heb ik reeds uitgebreid het historische kader van de dotaties evenals de huidige financiële toestand of wat men de "kassa" van de leden van het koningshuis zou kunnen noemen, toegelicht.
In het kader van deze algemene bespreking wil ik het over een andere boeg gooien en een poging doen om het momenteel nog gesloten debat over de monarchie wat open te trekken. Gezien de stevige verklaringen en uitlatingen van een aantal leden van de VLD-fractie naar aanleiding van het toekennen van deze dotatie aan Laurent, moet dat toch wel enigszins kunnen. In de hoop dat tijdens deze plenaire discussie in het halfrond ten minste een aantal VLD'ers de moed hebben om hun standpunt hierover te verdedigen, wil ik mijn betoog als volgt opbouwen. De commentator van de VLD-krant, de VLD-Pravda, was in zijn opiniestuk met als titel "Het laatste taboe valt" op 20 juni 2001 bijzonder scherp. Luc Van der Kelen stelde: "Niet het feit dat de koninklijke familie betaald wordt voor het werk dat ze doet is het probleem, wel het feit dat er een dotatie moet zijn voor elk afzonderlijk familielid: nu vijf, en straks hoeveel als de jongste generatie prinsenkinderen volwassen wordt?
De zaak-Opgrimbie en de dotatie van prins Laurent hebben kwaad bloed gezet en een open debat over de functie van de monarchie is nog moeilijk of niet te vermijden". Bijgevolg moet in dit Parlement de discussie over de grenzen van de koninklijke macht en de principiële vraag over de aanvaardbaarheid van het constitutionele model worden gevoerd.
Er is een tijd geweest dat het koningschap een reële zaak was. Die tijd is stilaan voorbij. Precies uit de erfelijkheid van de koningsfunctie blijkt de volstrekte onbelangrijkheid. Het doet er niet toe wie er koning is. Het koningschap is de enige maatschappelijke functie waarvan grondwettelijk vaststaat dat iedereen — zelfs de domste onder ons — haar kan opnemen.
Het aan de orde stellen van de macht van de Koning lijkt een taboe te zijn geworden. Het is onze overtuiging dat een dergelijk instituut niet meer past in deze tijd en dat het fenomeen van de erfelijke troonopvolging niet getuigt van respect voor haar onderdanen. Dit op nostalgie gebaseerde sprookje past niet meer in deze tijden van modernisering van de natie en van internationalisering. Over de bestaansreden van het koningshuis moet even open en onbeladen kunnen worden gediscussieerd als over elk actueel onderwerp. De monarchie moet dringend op een zinnige en kritische wijze worden beoordeeld, los van de emotionele component.
Volgens mij kan men een analyse van het koningshuis op twee manieren maken. Ten eerste, via tijdloze argumenten tegen de monarchie en bijgevolg voor de republiek, vanuit psychologisch, maatschappelijk en staatsrechterlijk oogpunt. Ten tweede, via het weerleggen van de meest gehoorde argumenten om de monarchie als staatsvorm te handhaven.
Bij discussies over het koningshuis stel ik vast dat er steeds moet worden opgebokst tegen onbestemde angsten, vooroordelen en de vrees voor verandering. De voorstanders van de monarchie zitten met de sentimentele of gevoelsmatige behoefte aan verering en bewondering voor wie boven ons staat. Dit wordt periodiek gevoed door lofprijzingen van hoogwaardigheidsbekleders van verschillende gezindheden, en natuurlijk door de media.
Een rechtgeaarde republikein wordt telkens weer geconfronteerd met de vrees dat een republiek het gevaar impliceert van Franse of Amerikaanse toestanden, met een politiek aanvechtbaar staatshoofd. Als alternatief kan men echter ook denken aan staatsvormen zoals die van Duitsland en Finland, waar een heer of dame van onberispelijken huize de symbolische functie van het staatshoofd vervult, zonder enige feitelijk bemoeienis met het regeringswerk.
Er bestaat ook het vooroordeel dat een vorstenhuis een waarborg is voor het behoud van de waarden en de normen. In werkelijkheid weten we echter zeer weinig van de al dan niet verfijnde manieren, opvattingen of moraal van het staatshoofd en de verwante familie. Alle feitelijke gegevens worden immers zorgvuldig afgeschermd door het protocol. Door die geheimhouding ontstaat een soort van afglans van het mysterie.
Een ander element dat tegen de borst stuit, is het feit dat in ons huidig stelsel een soort zwarte doos is geïnstalleerd, waarin de controle van de volksvertegenwoordiging niet kan doordringen. In een fatsoenlijk staatsbestel moet iedereen die macht uitoefent voortdurend worden gecontroleerd en kritisch op de vingers worden gekeken. De Grondwet schrijft echter voor dat de federale uitvoerende macht bij de Koning berust. Tezelfdertijd is die macht echter oncontroleerbaar wegens het stelsel van de ministeriële verantwoordelijkheid.
De Grondwet is een document waarin de basisregels van de parlementaire democratie en de hoofdlijnen van de staatsorganisatie zijn vastgelegd, onder meer met betrekking tot de lagere overheden. De positie van de Koning is vastgelegd in artikel 37 en artikel 88 van de Grondwet.
Voornamelijk bij de vorming van een nieuwe regering speelt de Koning een belangrijke rol, zowel als bij de keuze van de personen in dat proces.
Om het voornaamste bezwaar tegen de monarchie direct naar voren te schuiven: zij strookt niet met de democratie. Dit is niet alleen een formeel argument. Ik verklaar mij nader. Gelet op de inhoud van artikel 88 waarin wordt bepaald dat de Koning onschendbaar is en dat zijn ministers verantwoordelijk zijn, wordt de indruk gewekt dat de onschendbaarheid is gebaseerd op de mythe van de goede Koning en zijn slechte raadgevers. De Koning wil immers voor eenieder het goede, maar zijn dienaren misleiden hem en voeren het land ten gronde. In het hart van het staatsbestel is dus wel bewust een speler toegelaten die niet direct onder een democratische controle staat.
Een ander aspect van het ondemocratische karakter van het koningschap is het elitaire karakter ervan. Het gaat nochtans onmiskenbaar om een publieke functie in openbare dienst. En toch staat deze functie niet open voor burgers; men kan er bij wijze van spreken geen examen voor afleggen en men kan er evenmin voor verkozen worden. De burgers zijn als het ware niet op gelijke voet in deze functie benoembaar. Nochtans bepaalt artikel 10 van de Grondwet dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet en benoembaar zijn in een openbare dienst. Ook het feit dat het koningschap is gereserveerd voor een beperkt aantal leden van een bepaalde familie versterkt het ondemocratisch karakter en ondergraaft het gelijkheidsbeginsel.
Een heel andere kant van het vraagstuk betreft de menselijke factor, waarbij de aanstaande opvolging een centrale vraag blijft in het debat. In de Grondwet wordt niet gesproken van een recht op troonopvolging; het gaat hier om een opgelegde plicht, niet alleen een recht of een verwachting. Dit houdt in dat de troonopvolger, of beter gezegd de nakomeling van de Koning, die zijn vermoedelijke opvolger is, voorbestemd is en als dusdanig moet worden gevormd en opgeleid. Hiervan kan niet zonder meer afstand worden gedaan. Het grondwettelijk beeld is immers dat de troonopvolger opvolgt, zonder afweging van zijn kant.
Een ander element dat wordt ingeroepen is het feit dat de Koning onontbeerlijk is voor de continuïteit van het staatsbestel. Wat zou er gebeuren indien de bepalingen over de Koning uit de Grondwet worden verwijderd? Eerst en vooral moet de Grondwet worden aangepast teneinde geen leemte te creëren voor een aantal procedurele bepalingen. Het zijn voornamelijk procedureregels die vervallen zoals een aantal bepalingen over het proces van wetgeving en de kennisgeving van het besluit tot bekrachtiging van bijvoorbeeld een wetsontwerp. In de plaats van de Koning kan een verkozen president plaatsnemen die niet tegelijk regeringsleider is en die de bevoegdheid krijgt over een aantal representatieve taken. Dit alles kan volgens mij worden gerealiseerd zonder het parlementair stelsel aan te tasten, een omwenteling zonder bloedvergieten door statuut, Grondwet en wet aan te passen.
De grenzen van de koninklijke macht versus de republikeinse staatsvorm is en blijft een taboe in dit land. Met deze uiteenzetting ondernam ik een poging om het debat omtrent de zin of de onzin van het Koningshuis te openen, met het inzicht om een aantal collega's aan te zetten tot een intellectuele discussie ten gronde.
Een zaak staat echter wel vast, met name dat de troon lang niet meer zo vast verankerd is in de vaderlandse bodem, zoals iedereen tot dusver veronderstelde. Dit stemt ons hoopvol voor de toekomst.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Colleagues, with this purple-green government, there is no budget or budget adjustment going by, or money has to be encrypted into the royal house. The Cabinet Board’s decision on the donation to Prince Laurent had a rather dark or mysterious course and is not an example of open communication. With the bill, Prince Laurent will eventually be rewarded with a living wage, a kind of "win for life" of about 920,000 francs net per month or about 45,000 francs per working day. All this is done without any meaningful justification, except the fact that the Prime Minister wants to be good at the Court. Their
I dare even refer to the statement of Professor Van den Wyngaert, professor of recent history and dynasty expert and consequently an unmistakable source on the subject, who argued that the government with this dotation is taking a step too far and said "...that consequently the 11 million francs donation for Prince Laurent are unresponsible". Therefore, during the session, we submitted an amendment aiming at removing the donations to Princess Astrid and Prince Laurent. Given the comments of the last few weeks, this does not need further explanation.
I have always found it strange that for the needs of this useless — or must I say: meaningless — prince frees this government with one penny, 11 million francs, simply because his wing was in the palace and not in a People's House. How the socialist mandatarists explain or sell this decision to their militants in the People’s Houses is a mystery to me. Since the palace desert at the forefront, Willy Claes, proclaimed that "...the royalist formula is the only conceivable in this country", the ideological attitude of the socialist politicians has turned to that of the Belgian addicted politicians who cherish themselves in the Lakense sunshine. Nevertheless, in the past it was indeed the socialists — then the motivated socialists, not the salosocialists — who initially drew the republican card. When the delegates of the then unitary BSP arrived in Parliament as recognized republicans, almost every throne speech was disturbed by calls for, among other things, universal voting rights. Their
During the committee discussions I have already extended the historical framework of the dotations as well as the current financial situation or what one could call the "cash" of the members of the royal house. Their
Within the framework of this general discussion, I would like to speak about another arc and try to open up the debate on the monarchy that is currently closed. Given the firm statements and statements made by some members of the VLD group following the granting of this grant to Laurent, this must, however, be somewhat possible. In the hope that during this plenary debate in the hemisphere at least a number of VLDs will have the courage to defend their position on this matter, I would like to build on my argument as follows. The commentator of the VLD newspaper, the VLD-Pravda, was ⁇ sharp in his opinion article entitled “The Last Taboo Falls” on 20 June 2001. Luc Van der Kelen stated: “Not the fact that the royal family is paid for the work they do is the problem, but the fact that there must be a donation for each individual family member: now five, and later how much when the youngest generation of princess children grows up? Their
The case-Upgrimbie and the dotation of Prince Laurent have bled evil and an open debate about the function of the monarchy is still difficult or not to be avoided.” Consequently, in this Parliament the discussion on the limits of the royal power and the principle question on the acceptability of the constitutional model must be carried out.
There has been a time when the kingdom was a real thing. That time is slowly passing. It is precisely from the heredity of the king's function that the absolute insignificance is revealed. It does not matter who is king. The kingdom is the only social function of which it is constitutionally stipulated that everyone — even the most foolish of us — can assume it.
Disputing the power of the King seems to have become a taboo. It is our conviction that such an institution is no longer suitable in this time and that the phenomenon of hereditary throne succession does not testify to respect for its subjects. This nostalgic-based fairy tale no longer fits in these times of modernization of the nation and of internationalisation. The reasons for the existence of the royal house must be discussed as openly and unloadedly as on any current topic. The monarchy must urgently be judged in a sensible and critical way, independent of the emotional component.
In my opinion, one can analyze the royal house in two ways. First, through timeless arguments against the monarchy and consequently for the republic, from a psychological, social and state-legal point of view. Second, through the refutation of the most heard arguments for ⁇ ining the monarchy as a form of state.
In discussions about the royal house, I note that there must always be rebellion against undetermined fears, prejudices, and the fear of change. The supporters of the monarchy sit with the sentimental or emotional need for worship and admiration for those above us. This is periodically fuelled by praise prizes from high-quality dressers of different temperaments, and of course by the media.
A right-wing republican is repeatedly confronted with the fear that a republic implies the danger of French or American states, with a politically challenging head of state. Alternatively, however, one can also think of state forms such as those of Germany and Finland, where a gentleman or lady of unshakable house fulfils the symbolic function of the head of state, without any actual interference with the work of government.
There is also the prejudice that a prince’s house is a guarantee for the preservation of values and norms. In reality, however, we know very little about whether or not the sophisticated manners, opinions or morals of the head of state and the related family. After all, all actual data is carefully shielded by the protocol. Through this secrecy, a kind of gloss of the mystery arises.
Another element that strikes the chest is the fact that in our current system a sort of black box is installed, into which the control of the people’s representation cannot penetrate. In a decent state order, everyone who exercises power must be constantly controlled and critically looked at the fingers. However, the Constitution stipulates that the federal executive power rests with the King. At the same time, however, this power is uncontrollable due to the system of ministerial responsibility.
The Constitution is a document that sets out the basic rules of parliamentary democracy and the main lines of state organization, including with regard to the lower authorities. The position of the King is defined in Articles 37 and 88 of the Constitution.
Mainly in the formation of a new government, the King plays an important role, both in the choice of the persons in that process.
To put forward directly the main objection to the monarchy: it is incompatible with democracy. This is not just a formal argument. I explain myself more closely. Given the content of Article 88 which stipulates that the King is inviolable and that his ministers are responsible, it gives the impression that inviolability is based on the myth of the good King and his bad counselors. The king wants to do good for everyone, but his servants deceive him and destroy the land. In the heart of the state system is therefore deliberately admitted a player who is not directly under democratic control.
Another aspect of the undemocratic character of the kingdom is its elite character. However, it is undoubtedly a public function in public service. And yet this position is not open to citizens; one cannot, by way of speech, pass an exam for it, nor can one be elected for it. Citizens cannot be appointed on an equal footing in this position. However, Article 10 of the Constitution stipulates that all Belgians are equal before the law and can be appointed in a public service. Also, the fact that the kingdom is reserved for a limited number of members of a particular family reinforces its undemocratic character and undermines the principle of equality.
A very different side of the issue concerns the human factor, with the upcoming succession remaining a central issue in the debate. The Constitution does not speak of a right to succession to the throne; it is an imposed duty, not just a right or expectation. This implies that the successor to the throne, or rather the descendant of the King, who is his presumed successor, is predestined and must be formed and trained as such. This cannot be removed without a doubt. After all, the constitutional image is that the throne successor succeeds, without consideration on his part.
Another element that is invoked is the fact that the King is indispensable for the continuity of the state order. What would happen if the provisions on the King were removed from the Constitution? First and foremost, the Constitution must be adjusted in order not to create a void for a number of procedural provisions. These are mainly procedural rules that expire, such as a number of provisions on the legislative process and the notification of the decision ratifying, for example, a draft law. The King may be replaced by an elected President who is not at the same time the head of government and who is given the power over a number of representative duties. All this, in my opinion, can be realized without altering the parliamentary system, a turning point without bloodshed by modifying the statute, the Constitution and the law.
The boundaries of royal power versus the republican state form is and remains a taboo in this country. With this explanation I made an attempt to open the debate about the meaning or nonsense of the Royal House, with the insight to encourage a number of colleagues to a fundamental intellectual discussion.
One thing, however, is certain, in particular, that the throne is no longer so firmly anchored in the patriotic soil, as everyone previously assumed. This gives us hope for the future.
#113
Official text
Monsieur le président, je souhaite simplement qu'il soit acté que j'estime l'intervention que nous venons d'entendre peu digne mais qu'il serait cependant inopportun de réagir.
Translated text
Mr. Speaker, I simply wish that it be acted that I consider the intervention we have just heard unworthy but that it would nevertheless be inopportune to react.
#114
Official text
Monsieur van Weddingen, la freedom of speech règne à cette tribune. La responsabilité des propos appartient au député qui les exprime. Ici, tout peut se dire.
Translated text
Mr van Weddingen, freedom of speech reigns on this tribune. The responsibility for the statements belongs to the member who expresses them. Here everything can be said.
#115
Official text
Monsieur le président, je voulais exprimer mon sentiment sur ce qui a été dit!
Translated text
I want to express my feelings about what has been said.
#116
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, de commissie voor de Financiën en de Begroting heeft dit wetsvoorstel besproken tijdens vier vergaderingen, op 6, 21, 25 en 27 juni 2001.
In de inleidende uiteenzetting wees de heer JeanJacques Viseur in verband met dit voorstel van de heer Poncelet erop dat het van belang is dat het onderwijs voor de kinderen in de best mogelijke omstandigheden kan plaatshebben. Als gevolg van de federale staatsstructuur heeft België inzake BTW een handicap ten opzichte van andere landen die het onderwijs op nationaal niveau beheren. Voor die landen is de invloed van de BTW onbestaande omdat de Staat de BTW als eindgebruiker betaalt, maar ze vervolgens terugwint in de begroting. Het wetsvoorstel van de heer Poncelet beoogt de verlaging van het BTWtarief naar 6% voor de verbouwings-, renovatie,verbeterings-, herstellings- of onderhoudswerken van een voor onderwijs bestemd gebouw of van een gedeelte ervan. Een dergelijke maatregel vereist echter het akkoord van Europese instanties. De ministers van Financiën zegden op 6 juni 2001 toe om dat akkoord van de Europese Commissie te vragen.
Tijdens de vergadering van 21 juni 2001 heeft de heer Poncelet twee amendementen ingediend die door zijn collega Jean-Jacques Viseur werden toegelicht. Daarbij stipte de heer Viseur aan dat de amendementen van de heer Poncelet aan het wetsvoorstel een andere richting geven. Voor de heer Viseur is die andere richting niet onverenigbaar met het feit dat de minister van Financiën aan de Europese Commissie vragen heeft gesteld over de oorspronkelijke bedoeling van het wetsvoorstel.
Amendement 1 van de heer Poncelet heeft tot doel de kosteloosheid van de registratie te verzekeren als reële rechten op voor onderwijs aangewende of bestemde goederen worden overgeheveld naar vermogensrechtelijke VZW's, ongeacht of die door leningen worden bezwaard.
Amendement 2 van de heer Poncelet strekt ertoe diezelfde overdrachten vrij te stellen van de bij artikelen 147 en volgende van het Wetboek der Successierechten voorgeschreven taks tot vergoeding van de successierechten, voor zover die overdrachten door de gemeenschappen worden gevorderd om de financiering te verkrijgen van werkzaamheden met betrekking tot dergelijke goederen.
Uw rapporteur beklemtoonde dat het wetsvoorstel, alsook de door de heer Poncelet ingediende amendementen, deel uitmaken van een aantal toegevingen aan de PSC-fractie om de steun van die fractie te verkrijgen voor de twee toen nog aanhangig zijnde en aan het Parlement voorgelegde ontwerpen inzake de staatshervorming.
De spreker legde er ook nog de nadruk op dat in de formulering van de amendementen deze maatregelen uitsluitend het vrij onderwijs van de Franse Gemeenschap ten goede zullen komen, omdat het beheer van de voor het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap bestemde gebouwen volkomen verschillend is georganiseerd. De heer Jef Tavernier betwistte die interpretatie. Het geamendeerde wetsvoorstel zou volgens collega Tavernier ook voordelig zijn voor het gesubsidieerd vrij onderwijs dat in Vlaanderen door een meerderheid van de leerlingen wordt gevolgd. Het beheer van de voor het vrij onderwijs bestemde gebouwen is immers ook daar in handen van gesubsidieerde VZW's. Volgens de heer Tavernier was er dus helemaal geen sprake van maatregelen die de ene gemeenschap meer zouden bevoordelen dan de andere. Collega Fientje Moerman is het met de uitspraak van de vorige spreker, de heer Tavernier, volmondig eens.
In Vlaanderen kent de DIGO de subsidies toe voor de werkzaamheden die in de schoolgebouwen van het vrij, gesubsidieerd onderwijs worden uitgevoerd. Of voorzien is, zoals collega Moerman beweert, in de belastingvrije overdracht van de reële rechten op de voor onderwijs aangewende of bestemde gebouwen naar vermogensrechtelijke VZW's zoals door de amendementen 1 en 2 van de heer Poncelet wordt beoogd, is echter een heel andere zaak. Het vrij gesubsidieerd onderwijs in Vlaanderen is ook voor een groot deel georganiseerd in de vorm van VZW's. Die zullen dus ook van de voorgestelde maatregelen gebruik kunnen maken.
In de vergadering van 21 juni 2001 werden het oorspronkelijke wetsvoorstel en de amendementen aan een stemming onderworpen. Artikel 1 werd aangenomen met 10 stemmen en 1 onthouding. Amendement 1 van de heer Poncelet tot vervanging van artikel 2 werd aangenomen met dezelfde stemverhouding. Amendement 2 van de heer Poncelet tot invoering van een nieuw artikel 3 in het oorspronkelijk wetsvoorstel werd eveneens aangenomen met 10 stemmen voor en 1 onthouding.
Amendement 3 van de heer Poncelet, tot vervanging van het opschrift van het wetsvoorstel, wordt aangenomen met dezelfde stemming. Door uw rapporteur werd een tweede lezing van de geamendeerde tekst gevraagd. Deze tweede lezing ging door op 25 juni 2001. Tijdens deze vergadering diende uw rapporteur amendement nummer 4 in, dat ertoe strekt de omschrijving "Vermogensrechtelijke Verenigingen zonder Winstoogmerk, waarvan het doel erin bestaat onroerende goederen ter beschikking te stellen welke diegene die ze betrekt zonder winstbejag aanwendt voor onderwijs", te vervangen door de woorden `Vereniging zonder Winstoogmerk'. De indiener stelde vast dat, mocht de bepaling uit het wetsvoorstel zoals aangenomen in eerste lezing, definitief worden aangenomen, de aan een Vermogensrechtelijke Vereniging zonder Winstoogmerk gedane inbreng van gebouwen die aangewend worden of bestemd zijn voor onderwijs alleen, aan een algemeen vast recht van 1.000 frank zou zijn onderworpen. Volgens uw rapporteur zou de bedoelde maatregel vooral het Franstalig vrij onderwijs ten goede komen aangezien de organiserende instanties in Vlaanderen doorgaans al onder een VZWstructuur werken met inbegrip van het beheer van de schoolgebouwen.
Volgens de rapporteur hebben de Vlaamse VZW's een ruimer sociaal oogmerk dan alleen het beheer van het vermogen. Uw rapporteur stelt derhalve voor het toepassingsveld uit te breiden tot alle VZW's teneinde ze het voordeel van de voorgestelde maatregel niet te ontzeggen. Volgens hem druist het artikel 2 van het wetsvoorstel zoals geredigeerd overduidelijk in tegen het in artikel 10 van de Grondwet bedoelde gelijkheidsbeginsel. Met een amendement nummer 5 beoogt uw rapporteur de vervanging van het voorgestelde en in eerste lezing aangenomen artikel 3 door de volgende bepaling: "ten vierde, de Verenigingen Zonder Winstoogmerk betreffende het onderwijs".
Tijdens de daaropvolgende bespreking merkte de heer Poncelet op dat de voorgestelde bepalingen in zijn wetsvoorstel en in de amendementen zoals aangenomen geen enkele vorm van uitsluiting bevatten. Ze betreffen, aldus de heer Poncelet, VZW's waarvan het doel er onder meer in bestaat onroerende goederen ter beschikking te stellen die door diegene die ze betrekt zonder winstoogmerk worden aangewend voor onderwijs. Ze kunnen dus evengoed betrekking hebben op de Vlaamse VZW's waarvan het doel ruimer is.
Uw rapporteur voerde aan dat uit wetgevingstechnisch oogpunt een afwijking van de algemene regel steeds duidelijk en uitputtend moet worden omschreven. In dit geval gaat het dus wel degelijk om VZW's die tot doel hebben onroerende goederen ter beschikking te stellen die door degene die ze betrekt worden aangewend voor onderwijs en niet voor andere soorten activiteiten. De voorzitter van de Commissie, de heer Maingain, deed opmerken dat het goed waarop het vermogenbeheer betrekking heeft daadwerkelijk moet worden aangewend voor onderwijs. Niets belet echter, volgens de heer Maingain, dat de betrokken VZW nog een ander doel zou hebben dat natuurlijk verband houdt met het onderwijs, zoals bijvoorbeeld optreden als onderwijsorganiserende instantie. Mevrouw Moerman was het erover eens dat een afwijkende maatregel steeds beperkend moet worden geïnterpreteerd. De spreekster vroeg zich echter af of de uitbreiding van het geldingsgebied van de voorgestelde vrijstellingsmaatregelen tot VZW's met andere doelstellingen dan onderwijs geen aanleiding zou kunnen geven tot misbruiken. Mevrouw Moerman zei ook nog niet onder indruk te zijn van de door de heer Leterme, uw rapporteur, ontwikkelde argumentaties in verband met de kans op misbruik. Zij verklaarde dan ook de voorgestelde amendementen niet te steunen, maar suggereerde om later nog op deze zaak terug te komen. Namens haar fractie wenste zij nog te verduidelijken dat dit wetsvoorstel pas aan de plenaire vergadering van de Kamer zou worden voorgelegd na de stemming over het ontwerp van bijzondere wet houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan gewesten en gemeenschappen.
Uw rapporteur stipte aan dat zijn tweede amendement ertoe strekt het nieuwe artikel 3, zoals in eerste lezing aangenomen, te vervangen door de bepaling, "ten vierde: de vereniging zonder winstoogmerk betreffende het onderwijs". Daaruit zou duidelijk moeten blijken dat er geen sprake kan zijn van een ander sociaal oogmerk dan het onderwijs. De rapporteur herhaalde zijn vraag naar de precieze betekenis van het begrip vermogensrechtelijke VZW. Welke criteria bepalen of een VZW al dan niet vermogensrechtelijk is? Wat met een VZW die een ziekenhuis niet alleen beheert, maar er tevens de zorgverstrekking organiseert? Kan een dergelijke VZW als vermogensrechtelijke VZW worden beschouwd en maakt zij aldus aanspraak op het voorgestelde belastingvoordeel?
De minister preciseerde een vermogensrechtelijke vzw als een vzw die een roerend of onroerend vermogen beheert. De besproken bepalingen leggen inzonderheid de nadruk op de bestemming van de gebouwen die deel uitmaken van dat vermogen. Desnoods, aldus de minister, zal een administratieve rondzendbrief de samenstelling van dat vermogen nader omschrijven. De verslaggever beklemtoonde dat het belangrijk is om in de wet zelf, en niet in de administratieve rondzendbrief, nauwkeurig de toepassingssfeer van de maatregelen aan te geven.
De heer Maingain stelde een aantal tekstverbeteringen voor waarmee de commissie het eens kon zijn.
In het licht van de preciseringen door de diverse sprekers aangebracht, vroeg collega mevrouw Brepoels waarom absoluut nader moet worden bepaald dat het om een vermogensrechtelijke vzw gaat. Volgens haar spreekt het immers vanzelf dat ongeacht welke vzw het beheer van onroerende goederen tot doel kan hebben. Verslaggever de heer Dirk Pieters stelde derhalve met amendement nummer 6 voor in artikel 2 het begrip "vermogensrechtelijke" weg te laten en in artikel 3 het nieuwe woord "vermogensverenigingen" te vervangen door het woord "verenigingen", zodat de belastingvrijstellingen op alle vzw's zou kunnen worden toegepast.
Tenslotte werden een aantal tekstverbeteringen en technische verbeteringen aangebracht aan de tekst van het voorstel.
De amendementen nummers 4, 5 en 6 van de heer Pieters werden verworpen met 11 stemmen tegen 4. Artikel 2 en het nieuwe artikel 3 werden aangenomen in tweede lezing met 11 stemmen tegen 4. Het gehele wetsvoorstel zoals het werd geamendeerd, met inbegrip van de wetgevingstechnische verbeteringen, werd op 27 juni 2001 aangenomen met 11 stemmen tegen 4. Het opschrift van het wetsvoorstel wordt dienovereenkomstig aangepast. Het verslag werd eenparig goedgekeurd.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, the Committee on Finance and Budget discussed this bill at four meetings, on 6, 21, 25 and 27 June 2001.
In his introductory presentation, Mr JeanJacques Viseur, in connection with this proposal by Mr Poncelet, pointed out that it is important that the education of children can take place in the best possible conditions. Due to the federal state structure, Belgium has a disability in terms of VAT compared to other countries that manage education at the national level. For those countries, the impact of VAT is non-existent because the State pays VAT as the end user, but then recovers it in the budget. Mr Poncelet’s bill aims to reduce the VAT rate to 6% for the renovation, renovation, improvement, repair or maintenance works of an educational building or of a part thereof. However, such a measure requires the consent of the European institutions. On 6 June 2001, the Ministers of Finance agreed to request that agreement from the European Commission.
During the meeting of 21 June 2001, Mr Poncelet submitted two amendments which were explained by his colleague Jean-Jacques Viseur. At the same time, Mr Viseur pointed out that Mr Poncelet’s amendments to the bill give a different direction. For Mr Viseur, that other direction is not incompatible with the fact that the Minister of Finance has asked the European Commission about the original purpose of the bill.
Amendment 1 of Mr. Poncelet aims to ensure the free of charge of registration when real rights on goods intended for education or intended for education are transferred to asset-law VZWs, regardless of whether they are borrowed by loans.
Amendment 2 of Mr. Poncelet aims to exempt those same transfers from the fee for reimbursement of succession rights prescribed by Articles 147 and following of the Code of Succession Rights, insofar as those transfers are claimed by the communities in order to obtain the financing of operations relating to such goods.
Your rapporteur stressed that the bill, as well as the amendments submitted by Mr. Poncelet, are part of a number of concessions to the PSC group in order to obtain the support of that group for the two draft state reforms still pending and submitted to Parliament.
The speaker also emphasized that in the formulation of the amendments these measures will only benefit the free education of the French Community, because the management of the buildings intended for the free education of the Flemish Community is organized completely differently. Mr Jef Tavernier disputed that interpretation. According to colleague Tavernier, the amended bill would also be beneficial for the subsidized free education that is followed in Flanders by a majority of pupils. The management of the buildings intended for free education is also in the hands of subsidized VZWs. According to Mr. Tavernier, there were no measures at all that would benefit one community more than the other. Collega Fientje Moerman fully agrees with the statement of the previous speaker, Mr. Tavernier.
In Flanders, DIGO grants grants for the work carried out in the school buildings of the free, subsidized education. Whether, as colleague Moerman argues, the tax-free transfer of the real rights on the buildings used or intended for education to property-right VZWs as envisaged by Mr. Poncelet’s amendments 1 and 2 is, however, a very different matter. Free-subsidised education in Flanders is also organized in the form of VZWs. They will also be able to take advantage of the proposed measures.
At the meeting of 21 June 2001, the original bill and the amendments were voted. Article 1 was adopted by 10 votes and 1 abstinence. Amendment 1 by Mr Poncelet replacing Article 2 was adopted with the same vote ratio. Amendment 2 by Mr. Poncelet introducing a new article 3 into the original bill was also adopted by 10 votes in favour and 1 abstinence.
Amendment 3 by Mr Poncelet, replacing the title of the bill, is adopted by the same vote. Your rapporteur requested a second reading of the amended text. This second reading continued on 25 June 2001. During this meeting, your rapporteur submitted Amendment No. 4, which aims to replace the description "Non-Profit Property Associations, whose purpose is to make available real estate that the one who acquires them uses for educational purposes without profit" by the words "Non-Profit Association". The applicant concluded that, if the provisions of the bill as adopted in first reading were finally adopted, the contribution made to a non-profit property association of buildings used or intended for education alone would be subject to a general fixed duty of 1,000 francs. According to your rapporteur, the measure in question would ⁇ benefit free French-speaking education since the organising bodies in Flanders usually already operate under a VZW structure including the management of the school buildings.
According to the rapporteur, the Flemish VZWs have a broader social purpose than just the management of assets. Your rapporteur therefore proposes to extend the scope to all VZWs in order not to deny them the benefit of the proposed measure. According to him, Article 2 of the bill as amended clearly contradicts the principle of equality referred to in Article 10 of the Constitution. By amendment number 5, your rapporteur aims to replace the proposed and adopted in first reading Article 3 with the following provision: "Fourth, non-profit educational associations".
During the subsequent discussion Mr Poncelet noted that the proposed provisions in his bill and in the amendments as adopted do not contain any form of exclusion. They concern, according to Mr Poncelet, VZWs whose purpose is, inter alia, to make available real estate which is used for education by the person who engages in them without a profit. Thus, they can also relate to the Flemish VZWs whose purpose is wider.
Your rapporteur argued that from a legislative point of view, a derogation from the general rule should always be defined in a clear and exhaustive manner. In this case, therefore, it is really a matter of VZWs whose purpose is to make available real estate which is used by the person who engages them for education and not for other types of activities. The President of the Commission, Mr. Maingain, noted that the assets concerned by the asset management must actually be used for education. However, nothing prevents, according to Mr Maingain, that the VZW concerned would have another purpose that is naturally related to education, such as, for example, acting as an educational organising body. Ms. Moerman agreed that a derogatory measure should always be interpreted restrictively. However, the speaker wondered whether the extension of the scope of the proposed exemption measures to VZWs with other purposes than education could not give rise to abuse. Ms. Moerman also said she was not yet impressed by the arguments developed by Mr. Leterme, your rapporteur, regarding the likelihood of abuse. She therefore stated that she did not support the proposed amendments, but suggested to return to this issue later. On behalf of its group, it would also like to clarify that this bill would only be submitted to the plenary session of the House after the vote on the draft special law transferring various powers to regions and communities.
Your rapporteur pointed out that its second amendment aims to replace the new Article 3, as adopted in first reading, with the provision, "fourth: the non-profit association concerning education". It should clearly show that there can be no other social purpose than education. The rapporteur repeated his question on the precise meaning of the concept of asset law VZW. What criteria determine whether a VZW is or is not asset law? What about a VZW that not only manages a hospital, but also organizes the provision of care? Can such a VZW be considered as a property-right VZW and thus claim the proposed tax advantage?
The Minister specified a property-legal business as a business that manages a movable or immovable asset. The provisions discussed emphasize, in particular, the destination of the buildings that form part of that asset. If necessary, according to the Minister, an administrative circulation letter will further describe the composition of that asset. The rapporteur emphasized the importance of precisely indicating the scope of the measures in the law itself, and not in the administrative circular letter.
Mr Maingain proposed a number of text improvements with which the committee could agree.
In the light of the clarifications made by the various speakers, colleague Mrs. Brepoels asked why it is absolutely necessary to determine in more detail that it is a property-legal business. According to her, it is of course that, regardless of the type of business, the management of real estate may have a purpose. The rapporteur, Mr Dirk Pieters, therefore proposed, by amendment No. 6, to remove the concept of "asset rights" in Article 2 and to replace the new word "asset associations" in Article 3 with the word "associations", so that the tax exemptions could be applied to all CSOs.
Finally, a number of text improvements and technical improvements were made to the text of the proposal.
The amendments 4, 5 and 6 of Mr Pieters were rejected by 11 votes against 4. Article 2 and the new Article 3 were adopted in second reading with 11 votes against 4. The entire bill as amended, including the legislative technical improvements, was adopted on 27 June 2001 by 11 votes against 4. The title of the bill is adjusted accordingly. The report was unanimously adopted.
#117
Official text
De lijst met sprekers ziet er als volgt uit: eerst krijgt mevrouw Moerman het woord, vervolgens de heer André Smets en tenslotte de heer Leterme. Zijn er nog andere kandidaatsprekers? (Nee)
Ik sluit de lijst.
Translated text
The list of speakers is as follows: first Mrs. Moerman, then Mr. André Smets and finally Mr. Leterme. Are there other candidate speakers? (No to)
I close the list.
#118
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in de eerste plaats dank ik de verslaggever voor zijn zeer gedetailleerd en grondig verslag. Dat leek me wel nodig, want onderwijsmateries zijn op zich al een ingewikkelde zaak. Ze komen hier ook bijna nooit meer ter sprake. Wanneer men er ook communautaire aangelegenheden bij betrekt, krijgt men een heel ingewikkelde mix. Ik probeer toe te lichten waarom in de plenaire vergadering nu twee amendementen ter tafel liggen, ondertekend door de heer Leterme, mevrouw Brepoels en mijzelf. Die twee amendementen wijzigen nogmaals de oorspronkelijke tekst, zoals hij in de commissie werd goedgekeurd. Ik zal ook trachten uit te leggen waarom wij de tekst wijzigen.
Het wetsvoorstel van de heer Poncelet heeft een lange weg doorlopen. Aanvankelijk was het de intentie om de BTW op de bouw van schoolgebouwen te verlagen tot 6%. Uiteindelijk is men gekomen tot een vrijstelling van registratie- en successierechten. Men heeft wellicht ingezien dat de kans om het BTW-tarief te verlagen klein was, aangezien dit onder Europees toezicht moet geschieden. Aanvankelijk was dus voor een oplossing gekozen waarbij in een vrijstelling was voorzien voor de zogenaamde patrimoniale vzw's. Dat zijn een soort tussen-vzw's tussen de inrichtende machten en de overheid. Die patrimonium-vzw's zouden de gebouwen ter beschikking stellen aan de inrichtende machten en zelf vrijgesteld zijn van registratie- en successierechten.
Hier ziet men hoe op niet al te lange termijn de wetgevingen in de Vlaamse en de Franse gemeenschap uit elkaar zijn gegroeid, met name inzake onderwijs. Aan Vlaamse zijde worden schoolgebouwen gefinancierd door DIGO, de Dienst Infrastructuur voor het Gesubsidieerd Onderwijs. Dat geldt zowel voor het vrij als voor het officieel gesubsidieerd onderwijs. Een van de vereisten van de DIGO is dat de inrichtende machten eigenaar zijn van de gebouwen die voor subsidie in aanmerking komen. Als men gaat werken met de tussenstap van een patrimoniumVZW, dan beantwoordt men natuurlijk niet meer aan die vereiste van de DIGO. Zoals het voorstel oorspronkelijk was geformuleerd, zou het wel heel moeilijk zijn om het ook te laten toepassen aan Vlaamse kant. Vandaar de amendementen van de heer Leterme, mevrouw Brepoels en mijzelf die nu ter tafel liggen. Ze zijn eigenlijk vrij eenvoudig, in die zin dat ze de lat gelijkleggen — een uitdrukking die men meer gebruikt in het Vlaamse dan in het federale Parlement — voor het officieel en het vrij onderwijs. Dit betekent dat het vrij onderwijs, dat in de toekomst zijn patrimonium wil reorganiseren, zal vrijgesteld worden van het betalen van registratierechten en ook van de betaling van successierechten — wat minder frequent voorkomt — wanneer zij iets in hun patrimonium opnemen. Door dat er ook bij te betrekken is de rekening die oorspronkelijk door de heer Poncelet werd voorgesteld bruikbaar in de twee delen van ons land, wat een goede zaak is.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, first of all, I thank the reporter for his very detailed and thorough report. I thought it was necessary, because educational matters are already a complex matter in themselves. They are almost never mentioned here. When one also engages in community affairs, one gets a very complicated mix. I try to explain why two amendments are now on the table in the plenary session, signed by Mr Leterme, Mrs Brepoels and myself. These two amendments modify the original text, as approved in the committee. I will also try to explain why we amend the text.
Mr. Poncelet’s bill has gone a long way. Initially, it was intended to reduce the VAT on the construction of school buildings to 6%. Finally, there was an exemption from registration and succession rights. It may have been understood that the possibility of reducing the VAT rate was small, as this must be done under European supervision. Initially, therefore, a solution was chosen in which an exemption was provided for the so-called patrimonial units. This is a kind of intermediate between the establishing powers and the government. These patrimonium-vzws would make the buildings available to the establishing powers and themselves exempt from registration and succession rights.
Here we can see how in the not too long term the legislation in the Flemish and French community has grown apart, in particular on education. On the Flemish side, school buildings are financed by DIGO, the Service Infrastructure for Subsidized Education. This applies to both free and officially subsidized education. One of the requirements of the DIGO is that the establishing powers own the buildings that are eligible for subsidy. If one goes to work with the intermediate step of a patrimoniumVZW, then, of course, one no longer responds to that requirement of the DIGO. As the proposal was originally formulated, it would be very difficult to apply it on the Flemish side. Hence the amendments of Mr. Leterme, Mrs. Brepoels and myself, which are now on the table. They are actually quite simple, in the sense that they equalize the lat – an expression that is used more in Flemish than in the federal Parliament – for official and free education. This means that free education, which in the future seeks to reorganize its patrimony, will be exempt from paying registration fees and also from paying succession fees – which is less frequent – when they include something in their patrimony. By also involving that, the account originally proposed by Mr. Poncelet is useful in the two parts of our country, which is a good thing.
#119
Official text
Ook in Brussel, mevrouw.
Translated text
Also in Brussels.
#120
Official text
Natuurlijk ook in Brussel. Men heeft daar in elk geval hetzij Franstalig, hetzij Nederlandstalig onderwijs aangezien dit gemeenschapsmateries zijn.
Als indirecte uitloper van de staatshervorming is dit een goede zaak voor het vrij onderwijs. Mijnheer Leterme, we zullen allemaal moeten toegeven dat dit een goede zaak is voor het vrij onderwijs, zowel aan Vlaamse als aan Waalse kant. Mijn verleden als schepen van onderwijs en ondervoorzitter van een hogeschool stelt mij in staat te zeggen dat de herschikkingen in het onderwijslandschap die nu in snel tempo plaatsvinden, met name in het landschap van het hoger onderwijs, belemmerd werden door de bepalingen die nog golden inzake het betalen van registratierechten. Ik beveel de collega's dan ook aan om deze twee amendementen op het voorstel-Poncelet goed te keuren.
Translated text
Also in Brussels, of course. In any case, there is either French-speaking or Dutch-speaking education, since these are community matters. Their
As an indirect outcome of the state reform, this is a good thing for free education. Mr. Leterme, we will all have to admit that this is a good thing for free education, both on the Flemish and Wallish side. My past as educational vessels and vice president of a university allows me to say that the rearrangements in the educational landscape that are now taking place at a rapid pace, ⁇ in the higher education landscape, were hindered by the provisions still in force regarding the payment of registration fees. I therefore recommend the colleagues to approve these two amendments to the Poncelet proposal.
#121
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een vraag voor mevrouw Moerman. Mevrouw Moerman, ik stel vast dat het wetsvoorstel een rare wending krijgt door het creëren van die pratimonium-VZW's. Hebt u er een idee van hoeveel bijkomende VZW's er gecreëerd moeten worden om dit te organiseren? Men lost hier immers een politiek probleem op door er opnieuw een soort VZWstructuur tussen te schuiven. Ik neem aan dat het voor Vlaanderen niet om drie VZW's gaat.
Translated text
Mr. Speaker, I have another question for Mrs. Moerman. Mrs. Moerman, I note that the bill gets a strange turn by creating those pratimonium VZWs. Do you have any idea of how many additional VZWs need to be created to organize this? After all, one solves a political problem here by again shifting a kind of VZW structure between them. I assume that for Flanders it is not three VZWs.
#122
Official text
Mijnheer Leterme, mevrouw Moerman, ik heb een probleem met uw amendementen. Door uw amendementen op artikel 2 en artikel 3 vervangt u de dito artikelen.
Het amendement nr. 8 van de heer Leterme en de dames Moerman en Brepoels wil artikel 2 vervangen. Mijnheer Leterme, uw amendement nr. 6 amendeert echter het vroegere artikel 2. U moet daarmee iets doen.
Translated text
Mr Leterme, Mrs Moerman, I have a problem with your amendments. With your amendments to Article 2 and Article 3, you replace the aforementioned Articles.
The Amendment No. 8 of Mr. Leterme and the Ladies Moerman and Brepoels wish to replace Article 2. Mr Leterme, your amendment no. However, Article 6 amends the previous Article 2. You have to do something about it.
#123
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal daar straks iets mee doen.
Translated text
I will do something about this later.
#124
Official text
Mijnheer Leterme, hetzelfde geldt voor amendement nr. 9. Dit amendement vervangt artikel 3, maar u amendeert zelf het vroegere artikel 3.
Ik deel dit mee zodat u erover kunt nadenken vooraleer ik de amendementen behandel.
Translated text
The same applies to amendment no. 9 of 9. This amendment replaces Article 3, but you amend the previous Article 3.
I share this so that you can think about it before I discuss the amendments.
#125
Official text
Mijnheer de voorzitter, wij moeten accepteren dat de wegen van de materies die tot de bevoegdheden van de gemeenschappen behoren, meer en meer uit elkaar groeien en dat men in de verschillende delen van het land even creatieve, maar andere oplossingen aan een probleem geeft. Registratie- en successierechten zijn nog steeds een federale bevoegdheid. In de federale wetgeving moeten de oplossingen van de gemeenschappen worden geëerbiedigd. Dat is in een federale staat onvermijdelijk. Daarom deze amendementen. Wij willen de oplossing langs Vlaamse zijde, noch de oplossing langs Franstalige zijde als de juiste naar voren schuiven. Wij nemen er gewoon akte van dat dit de gekozen oplossingen zijn. De federale wetgeving moet zo worden geconstrueerd dat beide kunnen bestaan.
Translated text
Mr. Speaker, we must accept that the roads of the subjects which belong to the competence of the communities are growing more and more apart, and that in the different parts of the country there are equally creative but different solutions to a problem. Registration and succession rights are still a federal jurisdiction. In federal law, the solutions of the communities must be respected. This is inevitable in a federal state. This is why these amendments. We want to push the solution along the Flemish side, nor the solution along the French-speaking side forward as the right one. We simply take note that these are the chosen solutions. Federal legislation must be constructed in such a way that both can exist.
#126
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, je remplace M. Poncelet, empêché. Personnellement, sans aborder le problème de façon technique, j'aimerais soutenir à cette tribune sa première proposition qui concernait la réduction du taux de TVA de 21% à 6%.
J'ai bien entendu que le ministre s'est engagé à interroger la Communauté européenne pour voir dans quelles conditions on pourrait oeuvrer. En tant qu'ancien directeur d'école, je constate combien partout, même à Bruxelles et en Flandre, comme en Wallonie, il existe des problèmes énormes, relatifs à l'entretien et à l'aménagement de bâtiments scolaires.
Je ne prendrai qu'un cas concret: les normes de sécurité. Il est évident qu'on ne peut accepter une rivalité scolaire à ce niveau, qu'il y ait guerre scolaire en matière de bâtiments, puisqu'un enfant est un enfant, que ce soit en Wallonie, à Bruxelles ou en Flandre. Il y va de la sécurité des enfants, quel que soit le réseau, que les bâtiments soient dans un état de qualité.
Je trouve que la mesure prônée par M. Poncelet mérite d'exister; elle a l'avantage de réduire considérablement les charges eu égard à ces normes de sécurité qu'il s'agit de rencontrer, mais aussi tout simplement à des normes de qualité de vie dans chaque école. Combien nous serions heureux qu'une solution se dégage en obtenant une réduction de 21% à 6%! En attendant, puisqu'il semble qu'il faille passer dans un premier temps par des amendements pour essayer d'obtenir une exonération des droits d'enregistrement et de succession, je peux témoigner que ces charges sont très lourdes et que, non seulement cette situation décourage tous ceux qui, souvent bénévolement, consacrent du temps au coeur même des écoles, mais en plus ces charges empêchent de se tourner davantage vers des réalisations pédagogiques.
Dans ce cadre, forcément, le débat est ouvert. Aux techniciens de trouver des solutions. Moi, j'entends bien, et je m'en réjouis, que vous cherchez une solution, si j'ai bien compris, au bénéfice de tous, que ce soient des enfants du communal, de la Communauté, de la Région ou de l'enseignement libre: un enfant est un enfant, mais aussi des solutions qui concernent l'ensemble du pays en adoptant des législations si nécessaire adaptées de région à région. Je crois qu'il faut être clair: qu'on le regrette ou non, nous allons vers un système confédéral. Ayons le courage de le dire. De toute façon, l'enseignement est une matière communautarisée. C'est tout de même ahurissant de voir l'argent qu'on aura consacré pour les bâtiments scolaires, ne seraitce que pour rencontrer des normes élémentaires de sécurité. J'ajoute que le coeur même des villes rencontre souvent des problèmes encore plus complexes dans la mesure où les coûts de construction sont encore plus élevés, compte tenu des problèmes de mobilité que l'on rencontre.
Monsieur le président, je ne viens pas ici pour déposer des normes techniques. Je suis actuellement incapable de le faire. Reconnaître ses difficultés, c'est aussi se grandir. Je dis simplement que le problème est posé et que je m'en réjouis. J'ai bien entendu qu'une démarche sera faite dans le cadre d'une concertation avec l'Europe. En attendant, s'occuper d'un dossier qui concerne les enfants, c'est capital. J'insiste sur les normes de sécurité.
Si vous me le permettez, je vais peut-être vous faire part d'un rêve à cette tribune. A l'heure actuelle où si souvent, on rappelle la nécessité de faire se rencontrer davantage les réalités scolaires et la réalité d'entreprise, je vais adresser une question à M. le ministre, question que je pose depuis dix ans. Je ne vous mets donc pas en cause.
N'est-il pas possible d'obtenir, dans le cadre de l'enseignement, des possibilités de déductibilité fiscale pour des ASBL liées à des écoles ou pour les écoles elles-mêmes? Je trouve ahurissant que cette possibilité n'existe pas alors qu'il y a tant d'entreprises ou de particuliers qui bénéficient d'une déductibilité fiscale pour des dons à des oeuvres sociales, par exemple. Un geste social par excellence serait de s'occuper de l'école de sa commune et de sa région, qu'elle soit primaire, secondaire ou même universitaire. A ce niveau, la question mérite d'être posée et je suis ravi, monsieur le ministre, de pouvoir le faire et il me plairait d'avoir une réponse positive, un jour ou l'autre.
Translated text
Mr. President, Mr. Minister, I am replacing Mr. President. Poncelet is prevented. Personally, without addressing the problem in a technical way, I would like to support this tribune’s first proposal concerning the reduction of the VAT rate from 21% to 6%.
I have heard that the Minister has pledged to question the European Community to see under what conditions we could work. As a former school director, I see how everywhere, even in Brussels and Flanders, as in Wallonia, there are huge problems related to the maintenance and arrangement of school buildings. by
I will only take a concrete case: safety standards. It is obvious that one cannot accept a school rivalry at this level, that there is a school war in matters of buildings, since a child is a child, whether in Wallonia, in Brussels or in Flanders. It is important for the safety of children, regardless of the network, that the buildings are in a quality state.
The measure proposed by Mr. Poncelet deserves to exist; it has the advantage of significantly reducing the burden given those safety standards that it is about to meet, but also simply to standards of quality of life in each school. How happy would we be if a solution came out by getting a 21% to 6% discount! Meanwhile, since it seems that in the first place it is necessary to pass through amendments to try to obtain an exemption from registration and succession rights, I can testify that these charges are very heavy and that, not only does this situation discourage all those who, often voluntarily, devote time to the very heart of the schools, but in addition these charges prevent more to turn towards pedagogical achievements. by
In this context, the debate must be open. Technicians need to find solutions. I, I hear well, and I rejoice, that you are looking for a solution, if I have understood well, for the benefit of all, whether it be children of the communal, of the Community, of the Region or of the free education: a child is a child, but also solutions that concern the whole country by adopting legislation if necessary adapted from region to region. I think we need to be clear: whether we regret it or not, we are moving towards a confederate system. Let us have the courage to say it. Education is a community-oriented subject. Nevertheless, it is scary to see the money that has been spent on school buildings, even if only to meet basic safety standards. I add that the very heart of cities often encounters even more complex problems as the construction costs are even higher, given the mobility problems we encounter.
I am not here to lay down technical standards. I am currently unable to do that. Recognizing your difficulties also means growing. I simply say that the problem is posed and that I am pleased with it. I have heard that a step will be taken within the framework of a consultation with Europe. In the meantime, dealing with a case that concerns children is crucial. I insist on safety standards.
If you allow me, maybe I’ll tell you about a dream in this tribune. At the present time when so often the need to make school realities and business realities meet more, I will address a question to Mr. This is a question I have been asking for 10 years. I do not question you.
Is it not possible to obtain, in the context of education, tax deductibility opportunities for ASBLs linked to schools or for the schools themselves? I find it astounding that this possibility does not exist when there are so many companies or individuals who benefit from tax deductibility for donations to social works, for example. A social gesture by excellence would be to take care of the school of its municipality and its region, whether primary, secondary or even university. At this level, the question deserves to be asked and I am pleased, Mr. Minister, to be able to do so and I would like to have a positive answer, one day or another.
#127
Official text
Monsieur Smets, je ne peux vous donner de garantie absolue car je souhaite rester assez longtemps dans ce département mais peut-être qu'un jour, quelqu'un d'autre viendra prendre ma place une fois que la réforme fiscale sera totalement exécutée.
Cela étant dit, vous souhaitez une déductibilité financée par les communautés ou par le fédéral? Dans le débat sur la compétence fiscale des régions, nous avons évidemment prévu la possibilité pour elles d'aménager des dispositifs fiscaux à l'avantage de leurs compétences mais moyennant récupération sur le budget régional.
Vous proposez qu'on octroie une déductibilité qui serait compensée par exemple sur les dotations des communautés?
Translated text
Mr. Smets, I can’t give you absolute guarantee because I want to stay long enough in this department but maybe someday someone else will come to take my place once the tax reform is fully implemented.
That being said, do you want a deductible funded by the communities or the federal? In the debate on the tax competence of the regions, we obviously envisaged the possibility for them to develop tax arrangements at the advantage of their competence but with recovery from the regional budget.
Do you propose that a deductibility be granted that would be compensated, for example, on the allocations of communities?
#128
Official text
Monsieur le ministre, vous venez d'introduire un élément de complexité et cela impose la réflexion. Je dis simplement que la question est posée. Je vais envisager un complément d'information en vue de déposer une proposition, à un moment donné.
Translated text
Mr. Minister, you just introduced an element of complexity and this requires reflection. I simply say that the question is asked. I will consider supplementing information in order to submit a proposal at some point.
#129
Official text
Dans un cas, c'est un refinancement des communautés par le fédéral, à travers des déductibilités fiscales. Dans l'autre cas, c'est un choix de politique en matière d'enseignement par l'autorité qui serait responsable en la matière. On n'en est pas là puisque l'autonomie fiscale ne va pas si loin en ce qui concerne les communautés. Si vous déposez une proposition, on l'examinera avec attention.
Translated text
In one case, it is a refinancing of communities by the federal, through tax deductibilities. In the other case, it is a choice of education policy by the authority that would be responsible in the matter. This is not the case, as tax autonomy does not go so far in regards to communities. If you submit a proposal, it will be considered carefully.
#130
Official text
Mijnheer Smets, het lijkt mij ook belangrijk dat wij op een bepaald moment als federaal parlementslid ook even een definitie formuleren van wat dat precies inhoudt en welke belangen wij moeten verdedigen. Volgens mij verschilt de definitie van een federaal parlementslid van die van een regionaal parlementslid. De financiën en de zorg voor bepaalde evenwichten zijn uiteraard pijnlijke punten. Wij hebben vorige week, met uw steun, de desbetreffende wetsontwerpen goedgekeurd zodat een herfinanciering van de Gemeenschappen mogelijk werd en dit ten koste van het federale niveau. Als er natuurlijk voortdurend nieuwe transfers van het federale niveau naar de Gemeenschappen worden goedgekeurd, komen bepaalde evenwichten in het gedrang. Ook op het federale niveau kan daardoor de afbouw van de staatsschuld in het gedrang komen. Ik vind dat wij goed moeten beseffen op welk niveau wij zitten en wat onze verantwoordelijkheid is.
Als ik u volg in uw redenering zullen we op een bepaald moment misschien in een gunstige BTWregeling of gunstige fiscale aftreksystemen voorzien op het niveau van de Gemeenschappen ten koste van bijvoorbeeld het wegwerken van fiscale discriminaties van gehuwden op het federale niveau. Wij hebben in het kader van de akkoorden een afspraak gemaakt over de verdeling van de middelen tussen het federale niveau en de Gemeenschappen en Gewesten. Volgens mij moeten we eerst het systeem uittesten vooraleer er andere transfers kunnen worden tot stand gebracht die de zeer delicate evenwichten in het gedrang kunnen brengen.
Translated text
Mr. Smets, it also seems to me important that at some point as a federal parliamentary member we also formulate a definition of what this exactly means and what interests we must defend. In my opinion, the definition of a federal parliamentary member differs from that of a regional parliamentary member. The finances and the care of certain balances are, of course, painful points. Last week, with your support, we approved the relevant draft laws to enable the refinancing of the Communities at the expense of the federal level. Of course, if new transfers from the federal level to the Communities are continually approved, certain balances will be compromised. Also at the federal level, this could jeopardize the reduction of state debt. I think we need to be well aware of what level we are at and what our responsibility is.
If I follow you in your reasoning, we may at some point provide for a favourable VAT regime or favourable tax deduction systems at the level of the Communities at the expense of, for example, eliminating the tax discrimination of married persons at the federal level. As part of the agreements, we have reached an agreement on the distribution of resources between the federal level and the Communities and Regions. In my opinion, we must first test the system before other transfers can be made that could compromise the very delicate balances.
#131
Official text
Monsieur Tavernier, je partage votre souci d'équilibre.
Monsieur le président, comme disent les proverbes: "hâtez-vous lentement, cent fois sur le métier remettez votre ouvrage, polissez-le sans cesse, ajoutez quelques fois et souvent effacez." L'essentiel est d'avoir un débat constructif et j'en mesure tout à fait la complexité. Au-delà des clivages, l'important est que les gens se parlent et cherchent des solutions au bénéfice de tous.
Translated text
Mr. Tavernier, I share your concern about balance.
Mr. Speaker, as the proverbs say: "Have a slow rush, a hundred times on the profession put your work back, polish it continuously, add a few times and often delete." Beyond the divisions, the important thing is that people talk to each other and look for solutions for the benefit of all.
#132
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen beknopt te zijn alhoewel ik toch wel een en ander te zeggen heb over dit merkwaardige wetsvoorstel. Het gaat hier toch wel om een zeer eigenaardige manier van wetgevend werk.
Op 6 juni hebben we mogen vaststellen dat er plots een brede golf door de meerderheid ging die een probleem wou oplossen in verband met het vrij onderwijs. Het ging in eerste instantie om een wetsvoorstel van collega Poncelet om de BTWvoet te verlagen voor de vernieuwingswerken aan schoolgebouwen. Vervolgens kregen we een pirouette te zien van amendementen over de registratie- en successierechten. Dit illustreert natuurlijk de methode-Verhofstadt zoals we die de laatste maanden aan het werk hebben gezien. Men beweert meermaals dat er een globaal akkoord werd bereikt en in extremis moet men toch nog een aantal stemmen afkopen met onder andere benoemingen maar vooral ook met wetsvoorstellen die uit het niets verschijnen en waarvan niemand eigenlijk goed weet wat ze bevatten. Vorige week werd er dan ook een voorstel van bijzondere wet weggestemd zonder dat de meerderheid wist wat er aan de hand was. Wij hebben vastgesteld dat Verhofstadt zijn engagement terzake aan onder meer collega Van Hoorebeke gedaan naar aanleiding van een mondelinge vraag, niet is nagekomen. Dat is de realiteit.
Translated text
Mr. Speaker, I will try to be concise though I still have a few things to say about this strange bill. This is a very strange way of legislative work.
On June 6, we were able to see that there was suddenly a wide wave of majority seeking to solve a problem related to free education. It was initially a bill proposed by colleague Poncelet to reduce the VAT rate for the renovation works of school buildings. Then we saw a pirouette of amendments on registration and succession rights. This, of course, illustrates the method-Verhofstadt as we have seen working in the last few months. It is repeatedly claimed that a global agreement has been reached and in extremis one must still buy a number of votes with, among other things, appointments but above all also with bills that appear from scratch and of which no one actually knows exactly what they contain. Last week, a special bill was rejected without the majority knowing what was going on. We have found that Verhofstadt has failed to fulfill its commitment in this regard to, among other things, colleague Van Hoorebeke on the basis of an oral question. That is the reality.
#133
Official text
Mijnheer Leterme, mijnheer Van Hoorebeke heeft tegengestemd.
Translated text
Mr Leterme, Mr Van Hoorebeke voted against.
#134
Official text
Mijnheer de voorzitter, de minister neemt mij de woorden uit de mond. Als ik mij niet vergis, hebben vier leden van de Volksuniefractie tegen het bewuste voorstel van bijzondere wet gestemd. Het probleem lag niet in de meerderheid want die heeft voor het voorstel gestemd.
Translated text
The Minister takes the words out of my mouth. If I am not mistaken, four members of the People’s Union Faction voted against the deliberate proposal for a special law. The problem was not in the majority because they voted for the proposal.
#135
Official text
Mevrouw Moerman, wij hebben vastgesteld dat de vraag vanuit de Volksunie om een verruiming te krijgen van de bevoegdheden inzake voogdij en administratief toezicht over de politie niet werd ingewilligd.
Mijnheer de minister, ik weet niet waarom de Volksunie verdeeld stemde. Waarschijnlijk was wat op tafel lag onvoldoende, zoals dat ook voor ons het geval was. De belofte aan de Volksunie werd in elk geval niet ingewilligd.
Translated text
Mrs. Moerman, we have determined that the request from the People’s Union to obtain an extension of the powers of guardianship and administrative supervision of the police was not met.
I don’t know why the party voted divided. Probably what was on the table was not enough, as was the case for us. The promise to the People's Union was not fulfilled.
#136
Official text
Mijnheer Leterme, was het geen voorstel van de CVP?
Translated text
Mr. Leterme, was it not a proposal from the CVP?
#137
Official text
Mijnheer de minister, het was ons voorstel niet. Wij keurden het ontwerp niet goed, omdat wij niet tevreden zijn met een kruimel of een snoepje. Anderen zijn dat blijkbaar wel. Ik herhaal, wat de heer Verhofstadt aan die mensen van de Volksunie had toegezegd, werd niet gerealiseerd. En wat ter tafel lag was blijkbaar onvoldoende.
Ik ken nog andere voorbeelden. Zo was er het wetsvoorstel tot verlaging van de BTW-voet van 21% naar 6%. Tussen haakjes, mijnheer de minister, hoe zit het daar precies mee? Ik hoor dat mevrouw Moerman verklaart dat het er niet meer van zal komen. In de commissie voor de Financiën hebt u gezegd dat u het advies van de Europese Commissie zou vragen. Daarnet zei mevrouw Moerman dat men intussen beseft dat de verlaging er niet onmiddellijk kan komen, en dat ze er misschien nooit kan komen. Daarnet sprak u dat dan weer tegen.
Translated text
This was not our proposal. We did not approve the design because we are not satisfied with a crumb or a candy. Others apparently are. I repeat, what Mr. Verhofstadt had promised to those people of the People’s Union was not realized. And what was on the table was apparently insufficient.
I know other examples. For example, there was the bill proposing to reduce the VAT rate from 21% to 6%. In the meantime, Mr. Minister, what exactly does this mean? I hear that Mrs. Moerman declares that it will not happen again. In the Committee on Finance, you said that you would seek the opinion of the European Commission. Just then, Ms. Moerman said that in the meantime it is understood that the reduction cannot come immediately, and that it may never come. Then you spoke against it again.
#138
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik voel me niet echt geviseerd, maar ik wil dit verduidelijken. Ik heb waarschijnlijk gezegd dat men intussen heeft ingezien dat het niet zo eenvoudig is de BTW-voet te verlagen, omdat de BTW-materie inderdaad aan Europese supervisie en goedkeuring onderworpen is. De verlaging is dus niet voor vandaag of morgen. Mijnheer Leterme, indien u gisteren in de commissie voor de Financiën was geweest - u kunt echter niet op alle plaatsen tegelijk zijn -, had u de minister horen uitleggen op welke termijn de BTWverlaging wel mogelijk is. Blijkbaar is dit inderdaad niet vandaag of morgen.
Translated text
Mr. Speaker, I do not really feel damaged, but I would like to clarify this. I have probably said that in the meantime it has been realized that it is not so easy to lower the VAT rate, because the VAT matter is indeed subject to European supervision and approval. The reduction is not for today or tomorrow. Mr. Leterme, if you had been in the Committee on Finance yesterday – however you cannot be in all places at the same time – you would have heard the Minister explain at what time the VAT reduction is possible. Apparently this is not today or tomorrow.
#139
Official text
Mijnheer de voorzitter, die verlaging is niet voor morgen of overmorgen, maar de bespreking is wel voor dinsdag. Dan wordt in de Ecofin-raad het eerste debat gehouden over alle verlagingen van BTWtarieven, op vraag van België. Dat heb ik afgesproken met de Europese Commissie tijdens de algemene commissievergadering. Het gaat niet alleen over zaken in verband met onderwijs of opleiding, maar ook over mobiliteit, ontwikkelingssamenwerking, en over een aantal andere zaken.
Kortom, volgende dinsdag wordt in de Ecofin-raad de eerste stap gezet voor de verlaging van de BTW-tarieven.
Translated text
Mr. Speaker, that reduction is not for tomorrow or aftermorrow, but the discussion is for Tuesday. Then in the Ecofin Council will be held the first debate on all reductions in VAT rates, at the request of Belgium. This was agreed with the European Commission during the general meeting of the committee. It is not just about matters related to education or training, but also about mobility, development cooperation, and a number of other matters.
In short, next Tuesday, the Ecofin Council will take the first step for the reduction of VAT rates.
#140
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik verheug mij op het antwoord op die eerste vraag, maar ik vervolg. De gebeurtenissen rond dit wetsvoorstel illustreren de koopmansmethodiek van Verhofstadt die voor het bereiken van de tweederde meerderheid allerlei snoepjes heeft moeten uitdelen en stemmen heeft moeten afkopen zonder eigenlijk goed te weten waaraan men begint en nog minder waar men zal landen. Als bewijs haal ik het wetsvoorstelPoncelet aan, waar de titulatuur verwees naar een verlaging van de BTW-voet. Welnu, op een tweede commissiebijeenkomst is zowel de inhoud als de titulatuur volledig vervangen door een wetsvoorstel met dezelfde beneficiant, maar met een andere inhoud. In dit verband kan men zelfs de vraag stellen of er momenteel vanuit de PSC nog een wetsvoorstel op tafel ligt om de BTW-voet van 21% naar 6% te verlagen.
Mijnheer de minister, bestaat er op dit moment een wetsvoorstel waarover u de Europese Commissie raadpleegt? Ja of nee? (Nee) Welnu, dit illustreert de koopmanskunst alweer.
Translated text
I look forward to the answer to that first question, but I continue. The events surrounding this bill illustrate the merchant methodology of Verhofstadt who, in order to reach the two-thirds majority, had to distribute all sorts of candies and have to buy out votes without actually knowing exactly where one begins and even less where one will land. As evidence, I refer to the billPoncelet, where the title referred to a reduction in the VAT rate. Well, at a second committee meeting, both the content and the title have been completely replaced by a bill with the same beneficiary, but with a different content. In this context, one can even ask whether there is currently a bill on the table from the PSC to reduce the VAT rate from 21% to 6%.
Mr. Minister, is there currently a bill you are consulting the European Commission on? Yes or No? (No) Well, this illustrates the merchant art again.
#141
Official text
Mijnheer de voorzitter, wij hadden een wetsvoorstel en er is een bespreking op Europees vlak. Het is perfect mogelijk voor de regering om naar het Parlement te komen met een ontwerp van wet. Na een bespreking op Europees vlak, met het akkoord van de Europese Commissie, is het perfect mogelijk hier te komen met een wetsontwerp.
Translated text
We had a draft law and there is a discussion at the European level. It is perfectly possible for the government to come to Parliament with a bill. After a discussion at the European level, with the agreement of the European Commission, it is perfectly possible to come here with a draft law.
#142
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, bedankt voor dit aanvullend antwoord, maar het gebeuren rond het wetsvoorstel-Poncelet illustreert het werken van uur tot uur, zonder te weten waar men landt. Plots wordt het geweer van schouder veranderd en komt met men een wetsvoorstel op de proppen dat totaal verschillend is van inhoud. De communicatie in de constitutionele meerderheid is dermate deficiënt dat heel wat leden, zelfs leden van de meerderheid in de commissie, geen duidelijkheid hebben over de inhoud van de te behandelen amendementen. Ik zal niet te technisch uitweiden omdat het verslag en de toelichting van mevrouw Moerman op dat vlak voldoende uitgebreid zijn. Om te bewijzen dat men handelt à la tête du client, zonder goed te weten wat op tafel ligt, verwijs ik naar het vaststaand gegeven dat, op het ogenblik dat de heer Poncelet amendementen indiende, de realiteit die wij nu kennen door leden van de meerderheid — mevrouw Moerman en de heer Tavernier — op een verkeerde manier werd ingeschat. Is dit waar of niet? Ik kan het verslag erbij nemen.
Toen ik in de commissie ervoor waarschuwde dat de voorliggende tekst op maat van het Franstalig onderwijs was gesneden en een discriminatie van het Vlaams vrij gesubsidieerd onderwijs zou inhouden, hebt u gezegd dat u niet overtuigd was door mijn argumenten. Zowel de heer Tavernier als mevrouw Moerman, zij het wat genuanceerd, hebben toen gezegd dat er geen enkele reden was om mijn amendementen te aanvaarden. Waar of niet?
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, thank you for this additional answer, but the events around the bill-Poncelet illustrate working from hour to hour, without knowing where one lands. Suddenly the gun is changed from shoulder to shoulder and comes with a bill on the props that is completely different in content. Communication in the constitutional majority is so deficient that many members, even members of the majority in the committee, have no clarity about the content of the amendments to be considered. I will not extend too technically because the report and Ms. Moerman’s explanation on this subject are sufficiently comprehensive. To prove that one acts at the head of the client without knowing exactly what is on the table, I refer to the established fact that, at the time that Mr. Poncelet submitted amendments, the reality we now know was misestimated by members of the majority — Mrs. Moerman and Mr. Tavernier. Is this true or not? I can take the report.
When I warned in the committee that the above-mentioned text was tailored to the French language education and would involve a discrimination against the Flemish free-subsidised education, you said that you were not convinced by my arguments. Both Mr. Tavernier and Mrs. Moerman, though somewhat nuanced, said that there was no reason to accept my amendments. Where or not?
#143
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijnheer Leterme haalt hier twee zaken door elkaar. Eerst was er het oorspronkelijke geamendeerde voorstel-Poncelet, dat inderdaad onmogelijk in Vlaanderen te gebruiken was. Dit kwam niet voort uit de federale wetgeving, maar wel uit de Vlaamse wetgeving op de DIGO die eist dat de Inrichtende Macht eigenaar is van de schoolgebouwen.
Mijnheer Leterme, ik zal u ogenblikkelijk toegeven dat uw kennis van het vrij onderwijs en de subtiliteiten van de DIGO-subsidiëring waarschijnlijk groter is dan de mijne. Tweede punt betrof uw amendement op die teksten. U stelde voor dat eruit te halen en het van toepassing te maken op alle vzw's die zich met onderwijs bezighielden. Toen heb ik gezegd dat men moest oppassen — u hebt dit amendement ook maar in de commissie ter tafel gebracht — want dat u het te ruim formuleerde. Ik heb erop gewezen dat men best op een bepaald ogenblik een overdracht doet eraan toevoegend dat het gebouw uitsluitend voor onderwijsdoeleinden wordt overgedragen. Vijf jaar later kan men het dan aan een ander doel affecteren zonder dat iemand daar ooit iets zal van weten.
Zoals het nu is geformuleerd, overigens in gemeenschappelijk akkoord, is het technisch juister en sluit het ook alle mogelijke misbruiken of onoplettendheden terzake uit. Deze toelichting wilde ik toch geven.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, Mr. Leterme confuses two things here. First, there was the original amended proposal-Poncelet, which was indeed impossible to use in Flanders. This did not come from the federal legislation, but rather from the Flemish legislation on the DIGO which requires that the Establishing Power be the owner of the school buildings.
Mr. Leterme, I will immediately admit to you that your knowledge of free education and the subtleties of the DIGO subsidy is probably greater than mine. The second point concerned your amendment to those texts. You suggested taking that out and applying it to all VZWs engaged in education. Then I said that one should be careful — you put this amendment to the table in the committee — because you formulated it too broadly. I have pointed out that it is best to transfer at a given moment, adding that the building is transferred solely for educational purposes. Five years later one can then affect it to another purpose without anyone ever knowing anything about it.
As it is now formulated, by the way in mutual agreement, it is technically correct and also excludes any possible abuse or negligence in this regard. This explanation I wanted to give.
#144
Official text
Mijnheer Leterme, ik denk dat u met uw argumenten toch nog met iets rekening moet houden. U noemt het in het voordeel van het Franstalig onderwijs en in het nadeel van het Vlaams onderwijs.
Translated text
Mr. Leterme, I think you should still take some consideration with your arguments. You mention it in favor of the French language education and at the disadvantage of the Flemish education.
#145
Official text
"Discriminerend" heb ik het genoemd.
Translated text
I called it “discriminatory.”
#146
Official text
Er is een voordeel aan de nieuwe regeling of benadering inzake registratie- en en successierechten ten opzichte van het oorspronkelijk voorstel van BTW. Indien er een BTW-verlaging was, ging dit ten koste van de federale staatskas. Op het moment dat het gaat over registratie- en successierechten, komt dat uiteindelijk voor rekening van de regio's. Daarom heb ik geen probleem met een technisch goed geformuleerd amendement, indien de betrokken gewestregeringen zich daarmee min of meer akkoord verklaren. Als zij achter het anders geformuleerde voorstel staan, is dat geen probleem. Zij zijn degenen die daarvan trouwens de gevolgen moeten dragen. Dat is wel belangrijke aanvulling.
Translated text
The new scheme or approach on registration and succession rights has an advantage over the original proposal for VAT. If there was a VAT reduction, it was at the expense of the federal state treasury. When it comes to registration and succession rights, this is ultimately the region’s responsibility. Therefore, I have no problem with a technically well-formulated amendment, if the Northern Governments concerned agree to it more or less. If they are behind the otherwise formulated proposal, that is not a problem. They are the ones who must bear the consequences. This is an important supplement.
#147
Official text
Mijnheer Tavernier, wat het laatste punt betreft moeten de gewestregeringen geen bindend advies geven. Op dat vlak zat ik verkeerd. De minister heeft mij daarop gewezen. Toen ik er in de commissie de aandacht van de Vlaamse collega's op vestigde dat de amendementen-Poncelet die ertoe strekten het wetsvoorstel integraal te vervangen, eenzijdig het Franstalig onderwijs bevoordeelden, hebt u gezegd dat dit niet juist was. Mevrouw Moerman, ook u hebt dat gezegd, zij het iets genuanceerder. Opdat hierover geen discussie zou blijven bestaan, lees ik voor uit het verslag dat ook door u werd goedgekeurd: "De spreker — uw dienaar — onderstreept dat deze maatregelen uitsluitend het vrij onderwijs van de Franse Gemeenschap ten goede zullen komen, omdat het beheer van de voor het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap bestemde gebouwen volkomen verschillend is georganiseerd en wordt gesubsidieerd door DIGO. De heer Jef Tavernier (Agalev-Ecolo) betwist die interpretatie. Het geamendeerde wetsvoorstel zal volgens hem ook voordelig zijn voor het gesubsidieerd vrij onderwijs dat in Vlaanderen door een meerderheid van de leden wordt gevolgd. Het beheer van de voor het vrij onderwijs bestemde gebouwen is immers in handen van gesubsidieerde vzw's. Er is dus helemaal geen sprake van maatregelen die de ene gemeenschap meer zou bevoordelen dan de andere. Mevrouw Fientje Moerman is het met de uitspraak van de vorige spreker volmondig eens. In Vlaanderen kent de DIGO de subsidies toe voor de werkzaamheden die in de schoolgebouwen van het vrij onderwijs worden uitgevoerd. Voorzien in de belastingvrije overdracht van de reële rechten op de voor het onderwijs aangewende of bestemde gebouwen naar vermogensrechtelijke vzw's zoals door de amendementen 1 en 2 van de heer Poncelet wordt beoogd, is echter een heel andere zaak". Vandaar de nuance naar u toe, mevrouw Moerman.
Het vrij gesubsidieerd onderwijs in Vlaanderen is echter ook grotendeels georganiseerd in de vorm van VZW's. Zij zullen dus ook van de voorgestelde maatregelen nuttig gebruik kunnen maken.
Mijnheer Tavernier, u moet echter ruiterlijk toegeven dat ik opkom voor het Vlaams belang wanneer ik de meerderheid waarschuw voor de koopmanskunst van de heer Verhofstadt. Men keurt immers amendementen goed die men niet eens begrijpt, en die nadelig en discriminerend zijn voor het Vlaams onderwijs. Geef toe dat u hebt gezegd dat ik ongelijk had en dat mijn bezorgdheid misplaatst was. Ik geef een kort historisch overzicht. Op maandagochtend heb ik op het partijbureau van mijn partij gezegd dat dit nadelig was voor het Vlaams vrij onderwijs. Op dinsdag of op woensdag heeft Vlaams volksvertegenwoordiger Luc Martens in opdracht van het partijbureau in het Vlaams Parlement een dringende mondelinge vraag — of hoe dat daar ook heet — gesteld aan de minister-president van Vlaanderen, de heer Dewael. Wat u en de Vlaamse meerderheid betreft, is de zaak pas aan het rollen gegaan toen minister-president Dewael in het Vlaams Parlement de volgende bevrijdende woorden heeft uitgesproken: "De heer Leterme heeft gelijk en u zou zijn amendement beter goedkeuren, zoniet wordt het Vlaams onderwijs gediscrimineerd voor ongeveer 1,1 miljard frank".
Pas op dat ogenblik is de zaak gekanteld en heeft men toegegeven — mevrouw Moerman als eerste, ere wie ere toekomt — dat men een fout had begaan, en dat wij eigenlijk gelijk hadden. Pas dan werd de eerste zware tegenreactie weerlegd tegen wat ik in de commissie had gezegd. Ik wil het mes niet in de wonde draaien, maar als iemand een goed onderbouwd argument heeft, ook al zit die persoon in de oppositie, is het verkeerd te zeggen dat hij geen gelijk heeft, gewoon omdat het van de oppositie komt en omdat het niet past in een of ander politiek akkoord, in casu met de PSC. Tijdens de vorige legislatuur heb ik dit immers ook nooit gedaan. Het zou beter geweest zijn indien we binnen de commissie tot een goede oplossing waren gekomen.
Mijnheer de voorzitter, ik geef toe dat de amendementen nummers 7 en 8, of 8 en 9, zo meteen weet ik het niet precies, die ik samen met mevrouw Brepoels ondertekende, snel werden geredigeerd; op de hoek van de tafel als het ware. Dat is gedeeltelijk een antwoord op uw vraag.
Dergelijke wetsvoorstellen worden door het Parlement gejaagd en thans gebeurt precies hetzelfde met belangrijke wetsontwerpen. Dat werd vandaag trouwens ook aangehaald tijdens de Conferentie van voorzitters.
Een dergelijke werkwijze leidt niet alleen tot slecht wetgevend werk, maar ook tot situaties zoals deze, waarbij een aantal scheeftrekkingen moeten worden rechtgezet.
De amendementen die ik ondertekende samen met mevrouw Brepoels zijn op wetgevend en technisch vlak inderdaad minder goed opgesteld dan de tekst van de amendementen die mevrouw Moerman opstelde en die zij mij vorige week voorlegde, waarbij zij mij in alle redelijkheid — wat ik apprecieer — voorstelde om ze samen in te dienen.
De amendementen ondertekend door mevrouw Moerman en mijzelf zijn degelijke amendementen en ik hoop dat de meerderheid ze zal willen goedkeuren.
Afgezien van de technische inhoud van de documenten wens ik nog het volgende te zeggen. Wanneer men in een dergelijke situatie wordt geconfronteerd met argumenten die inhoudelijk moeilijk kunnen worden weerlegd, is het aangewezen deze argumenten te accepteren, ook al komen zij van de oppositie.
Hoe dan ook, dit was voor mij — en hopelijk ook voor u, collega's - een belangrijke les. Blijkbaar is het pas wanneer op een ander niveau, in het Vlaams Parlement, een minister van dezelfde partij zegt dat de oppositie in de Kamer een punt behaalt, dat er wat beweegt. Terzake had het Vlaams belang beter kunnen worden gediend.
Wat er ook van zei, ik ben ervan overtuigd dat een bekeerde ziel meer vreugde ervaart dan iemand die volhardt in de boosheid. Het verheugt mij dat deze documenten kunnen worden goedgekeurd.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, betreur ik, wellicht samen met andere collega's, het volgende. Tijdens de commissievergadering waarvan daarnet sprake, heerste er veel animositeit en bewogenheid in de geledingen en was er ook veel media-aandacht voor de bespreking van de dotatie van Prins Laurent.
Welnu, zodra het volgende punt werd besproken, zijnde het wetsvoorstel van de heer Poncelet en de amendementen die werden neergelegd en die het wetsvoorstel eigenlijk vervingen door een nieuwe tekst, namen heel wat leden hun boekentasje en verlieten zij de zaal, zelfs al hadden sommigen onder hen bij het vorige punt grote dithyramben uitgesproken in het kader van het Vlaams, nietwaar, mijnheer Goyvaerts. Zij vonden het zelfs niet nodig dit voor Vlaanderen nadelige wetsvoorstel te bestrijden.
Translated text
Mr Tavernier, as regards the last point, the Western Governments should not give binding advice. In that regard, I was wrong. The Minister has pointed to this. When I drew the attention of the Flemish colleagues in the committee that the Poncelet amendments aimed at replacing the bill in its entirety unilaterally favoured the French language education, you said that this was not correct. Mrs. Moerman, you said that too, though it is a bit more nuanced. To avoid any further discussion, I read from the report that was also approved by you: “The speaker – your servant – emphasizes that these measures will only benefit the free education of the French Community, because the management of the buildings intended for the free education of the Flemish Community is completely differently organized and subsidized by DIGO. Mr Jef Tavernier (Agalev-Ecolo) disputes this interpretation. The amended bill will also be beneficial for the subsidized free education that is followed in Flanders by a majority of the members. Indeed, the management of the buildings intended for free education is in the hands of subsidised VZWs. Therefore, there are no measures that would benefit one community more than the other. Ms. Fientje Moerman fully agrees with the statement of the previous speaker. In Flanders, DIGO grants grants for the work carried out in the school buildings of free education. However, providing for the tax-free transfer of the real rights on the buildings used or intended for education to property-right entities as envisaged by Mr. Poncelet’s amendments 1 and 2 is a very different matter.” Hence the nuance to you, Mrs. Moerman.
However, free-subsidised education in Flanders is also largely organized in the form of VZWs. They will therefore also be able to make useful use of the proposed measures.
Mr. Tavernier, however, you must confess riderly that I stand up for the Flemish interest when I warn the majority for the merchant art of Mr. Verhofstadt. After all, amendments are approved that are not even understood, and that are detrimental and discriminatory for the Flemish education. Admit that you said I was wrong and that my concerns were wrong. Let me give you a brief historical overview. On Monday morning I told the party office of my party that this was detrimental to the Flemish free education. On Tuesday or Wednesday, Flemish People’s Representative Luc Martens, on behalf of the Party Bureau in the Flemish Parliament, asked an urgent oral question — or whatever the name there is — to the Prime Minister of Flanders, Mr Dewael. As far as you and the Flemish majority are concerned, the matter has only started to roll when Prime Minister Dewael in the Flemish Parliament spoke the following liberating words: “Mr. Leterme is right and you would better approve his amendment, otherwise the Flemish education is discriminated for about 1.1 billion francs”.
At that very moment, the case has been settled and it has been admitted — Mrs. Moerman first, honouring whoever is worthy of honour — that one had made a mistake, and that we were actually right. Only then was the first heavy counter-reaction rejected against what I had said in the committee. I do not want to turn the knife into the wound, but if someone has a well-founded argument, even if that person is in the opposition, it is wrong to say that he is not right, simply because it comes from the opposition and because it does not fit in any political agreement, in this case with the PSC. In the previous legislature, I never did this. It would have been better if we had come to a good solution within the committee.
Mr. Speaker, I admit that the amendments 7 and 8, or 8 and 9, as soon as I do not know exactly, which I signed with Mrs. Brepoels, were quickly edited; in the corner of the table as if. That is partly the answer to your question.
Such bills are being pursued by Parliament and now exactly the same happens with major bills. This was also mentioned today at the Conference of Presidents.
Such a process leads not only to poor legislative work, but also to situations such as this, in which a number of shift stretches need to be corrected. Their
Indeed, the amendments I signed together with Mrs. Brepoels are less well drawn up legislatively and technically than the text of the amendments drawn up by Mrs. Moerman and submitted to me last week, in which she reasonably suggested to me — which I appreciate — to submit them together.
The amendments signed by Mrs. Moerman and myself are solid amendments and I hope that the majority will want to approve them.
Apart from the technical content of the documents, I would like to say the following. When in such a situation one is faced with arguments which can be difficult to refute in terms of content, it is appropriate to accept these arguments, even if they come from the opposition.
In any case, this was an important lesson for me — and hopefully also for you, colleagues. Apparently it is only when at another level, in the Flemish Parliament, a minister of the same party says that the opposition in the House gets a point, that there is something moving. In this regard, the Flemish interest could have been better served.
Whatever it said, I am convinced that a converted soul experiences more joy than one who persists in wrath. I am pleased that these documents can be approved.
Finally, Mr. Speaker, I regret, ⁇ together with other colleagues, the following. During the committee meeting that was just discussed, there was a lot of animosity and agitation in the ranks and there was also a lot of media attention for the discussion of the donation of Prince Laurent.
Well, as soon as the next point was discussed, namely the bill proposed by Mr. Poncelet and the amendments that were submitted and which actually replaced the bill with a new text, many members took their book bags and left the hall, even though some of them had at the previous point uttered large thyrambes in the framework of the Flemish, no, Mr. Goyvaerts. They didn’t even find it necessary to combat this for Flanders detrimental bill.
#148
Official text
Mijnheer Leterme, u gaat toch niet zover anderen te verwijten media-aandacht te organiseren in de commissie?
Translated text
Mr. Leterme, you are not going to blame others for organizing media attention in the committee?
#149
Official text
Mijnheer Tavernier, iedereen strijdt met de middelen waarover hij beschikt.
Ik zei slechts dat het wetsontwerp in verband met de dotatie van Prins Laurent weliswaar aandacht verdiende, maar dat die aandacht niet in proportie was met het de geringe aandacht voor een wetsvoorstel dat het Vlaams belang ook dient, maar waaraan minder belang werd gehecht omdat het te technisch was om het in extenso te volgen.
Mijnheer de voorzitter, tot hier beperkt zich mijn betoog in de algemene bespreking.
Wat de artikelsgewijze bespreking betreft meen ik dat wij niet veel uitleg meer moeten verstrekken. De strekking van de amendementen is duidelijk uit de uiteenzettingen en de schriftelijke motivering.
Voor alle duidelijkheid: wij trekken de amendementen nummers 6 en 7 in.
Translated text
Mr. Tavernier, everyone struggles with the resources at their disposal.
I only said that the bill in connection with the dotation of Prince Laurent deserved attention, but that attention was not in proportion to the little attention to a bill that also serves the Flemish interest, but to which less attention was attached because it was too technical to follow in extension.
To this limit my discussion in the general discussion.
As for the article-by-article discussion, I think we should not give much explanation anymore. The scope of the amendments is clear from the statements and the written justification.
For the sake of clarity, we withdraw the amendments 6 and 7.
#150
Official text
Ik wens de leden te doen opmerken dat destijds meer dan eens errata verschenen in het Belgisch Staatsblad.
Hieraan trachtten wij allen samen te verhelpen via twee technieken. Ten eerste, ik ben zeer gevoelig voor het uitstekend werk van de commissiesecretarissen en dat wens ik te onderstrepen.
Ten tweede, sedert februari van vorig jaar beschikken wij in de Kamer over een fulltime juridische dienst die uitstekend werk levert naast het werk van de commissiesecretarissen.
Ten derde, het Reglement is gewijzigd en er wordt in een soort legistieke lezing voorzien. Regelmatig worden er legistieke opmerkingen geformuleerd door de commissiesecretariaten en door de juridische dienst. Immers, niets is vervelender dan een wet te zien verschijnen in het Belgische Staatsblad en enkele weken later errata te moeten signaleren.
Niets is immers gênanter dan een Belgisch Staatsblad te zien waarin een wet verschijnt waarop enkele dagen of weken later een reeks errata volgt. Het kan nog gebeuren, maar de Kamer heeft een reeks juridische zandzakjes aangebracht om die dijkbreukjes tegen te houden. Ik vind dat dit ook mag worden gezegd en ik wil hulde brengen aan de diensten terzake.
Translated text
I would like to point out that at that time errata appeared more than once in the Belgian Staatsblad.
We all tried to solve this problem through two techniques. First, I am very sensitive to the excellent work of the committee secretaries, and I would like to emphasize that.
Secondly, since February last year, we have a full-time legal service in the Chamber that provides excellent work in addition to the work of the committee secretaries.
Third, the Rules of Procedure have been amended and a sort of legal reading is provided. Regularly, legal observations are submitted by the committee secretariates and by the legal service. After all, nothing is more annoying than seeing a law appear in the Belgian Staatsblad and having to signal errata a few weeks later.
After all, nothing is more embarrassing than seeing a Belgian Staatsblad in which a law appears which a few days or weeks later follows a series of errata. It may still happen, but the Chamber has put on a set of legal sandbags to stop those dive breaks. I think this should also be said and I would like to pay tribute to the services in question.
#151
Official text
Mijnheer de voorzitter, het bestaan van die juridische zandzakjes, zoals u dat in een nieuw decrooïsme noemt, mag niet beletten dat men ook in commissies probeert de werkzaamheden zo te organiseren dat er zinvol, wetgevend werk gebeurt, ook al leveren die diensten uitstekend werk. Het is mijn overtuiging dat het de laatste dagen op dat vlak een beetje de verkeerde kant uitgaat. Ik hoop dat wij in u een medestander zullen vinden om dit correct te organiseren.
Translated text
Mr. Speaker, the existence of those legal sandbags, as you call it in a new decrousism, must not prevent attempts in committees to organize the work in such a way that meaningful, legislative work takes place, even though these services provide excellent work. It is my conviction that in the last few days it has been on the wrong side in this area a little bit. I hope that we will find a partner in you to organize this correctly.