General information
Full name plenum van 2004-07-01 14:15:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip076.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K0088
15/07/2003
✔
Projet de loi instaurant une taxe sur les opérations de change de devises, de billets de banque et de monnaies.
51K1116
29/03/2004
✔
Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération du 10 décembre 2003 entre l'Etat fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone, la Commission communautaire commune, la Commission communautaire française, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale visant la collaboration dans les domaines de l'environnement et de la santé.
51K0686
03/07/2003
✔
Projet de loi modifiant la date du 8 mai 1945 en 2 septembre 1945 dans certains statuts de reconnaissance nationale.
51K1169
28/05/2004
✔
Projet de loi modifiant la loi du 10 juin 1997 relative au régime général, à la détention, à la circulation et aux contrôles des produits soumis à accise.
51K1157
25/05/2004
✔
Projet de loi modifiant notamment, en matière de procédures d'insolvabilité, la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit et la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d'assurances.
51K0551
04/12/2003
✔
Projet de loi modifiant la loi du 22 août 2002 relative aux droits du patient en y insérant le droit pour toute personne de recevoir des soins visant à soulager sa douleur, ainsi que l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions des soins de santé.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#31
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#32
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#33
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#36
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#37
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#38
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#39
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#42
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#43
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#44
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#45
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#46
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#49
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#50
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#0
#1
Official text
Collega's, gezien het gevorderde uur en ook gezien de lijst van sprekers die ingeschreven zijn, zal ik het kort houden. Ik wil ook niet in herhaling vallen.
Het debat over het invoeren van de taks op speculatieve kapitaalstromen is een debat dat reeds lang meegaat, namelijk al meer dan vijf jaar. Het is echter nog zeker niet afgesloten. Ook vandaag zal het niet worden afgesloten.
De NGO-wereld pleit al jarenlang en wereldwijd voor de invoering van de Tobin-taks. Vandaag zetten we hier in België een belangrijke symbolische stap door het goedkeuren van het wetsvoorstel, dat een alternatief is voor de Tobin-taks, namelijk de Spahn-taks.
Uit de debatten is gebleken dat het heffen van zo een taks geen technische problemen doet rijzen. De vermoedelijke opbrengst van zo een taks wordt geraamd op meer dan 50 miljard euro. Dat is een heel bedrag, dat zou moeten worden aangewend voor de verdere uitbouw van de ontwikkelingssamenwerking, voor de strijd tegen de sociale en ecologische onrechtvaardigheid en voor het behoud van internationaal-publieke goederen. Dat is een nobel doel, dat daarom onze volledige steun verdient.
Door tegenstanders van de Tobin-taks wordt vaak beweerd dat een dergelijke taks niet realistisch is. De debatten hebben nochtans het tegendeel aangetoond. Dat vinden we ook terug in het wetsvoorstel. Belangrijk daarin is dat de taks slechts kan worden geheven op voorwaarde dat alle landen van de eurozone op één lijn zitten en dus een dergelijke wetgeving tot stand brengen of wanneer er een algemene, Europese regelgeving van kracht zou worden. België en de andere EU-lidstaten hebben natuurlijk in deze materie hun soevereine belastingbevoegdheid behouden. Die zullen ze ook blijven behouden. De Hoge Raad voor Financiën zegt dat het allicht zo is dat alle landen uit de eurozone op één lijn moeten zitten. Dat is een heel realistische benadering, die trouwens ook in het wetsvoorstel is ingeschreven. Daarmee kunnen we dan ook volledig instemmen.
Over de effectiviteit van de Spahn-taks om speculatie tegen te gaan, waren de meningen van de gehoorde experts verdeeld.
De CD&V-fractie steunt het wetsvoorstel. Ik wil echter ook wijzen op de opmerking die de heer Bogaert reeds in de commissie heeft gemaakt. Hij heeft benadrukt dat we wel bekommerd moeten zijn om de eventuele gevolgen van een grotere, fiscale druk. De belastingdruk in België is nu reeds heel hoog, zeker in vergelijking met de rest van Europa. Als ooit op Europees vlak de Tobin-taks er komt, zal het in elk geval belangrijk zijn dat daardoor de belastingdruk in België niet nog meer stijgt. We zitten nu al boven het gemiddelde van de andere landen. Wanneer de Tobin-taks er komt, moet in België ook worden nagedacht om deze te compenseren door een afschaffing of een vermindering van andere taksen. De CD&V-fractie blijft immers ijveren voor een lagere, globale belastingdruk, tot op het niveau van onze buurlanden. Dat is een gezond uitgangspunt en dat blijft ook ons uitgangspunt.
Zoals reeds bij het begin gezegd, zullen we het wetsvoorstel dat ik ook namens de fractie mee heb ondertekend uiteraard volledig steunen, ook omwille van de heel positieve effecten op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Wij mogen evenwel niet berusten bij het wetsvoorstel. Wij weten dat het werk nog niet af is.
Minister Reynders is aanwezig is en ik hoop dat hij luistert want ik verzoek de regering om op Europees vlak werk te maken van de invoering van de Tobin-taks. Pas als het op dat vlak wordt gerealiseerd kunnen wij in België ons steentje bijdragen. Ons land kan een voortrekker zijn om een Europese regelgeving tot stand te brengen.
Translated text
Collega's, gezien het gevorderde uur en ook gezien de lijst van sprekers die ingeschreven zijn, zal ik het kort houden. Ik wil ook niet in herhaling vallen.
Het debat over het invoeren van de taks op speculatieve kapitaalstromen is een debat dat reeds lang meegaat, namelijk al meer dan vijf jaar. Het is echter nog zeker niet afgesloten. Ook vandaag zal het niet worden afgesloten.
De NGO-wereld pleit al jarenlang en wereldwijd voor de invoering van de Tobin-taks. Vandaag zetten we hier in België een belangrijke symbolische stap door het goedkeuren van het wetsvoorstel, dat een alternatief is voor de Tobin-taks, namelijk de Spahn-taks.
Uit de debatten is gebleken dat het heffen van zo een taks geen technische problemen doet rijzen. De vermoedelijke opbrengst van zo een taks wordt geraamd op meer dan 50 miljard euro. Dat is een heel bedrag, dat zou moeten worden aangewend voor de verdere uitbouw van de ontwikkelingssamenwerking, voor de strijd tegen de sociale en ecologische onrechtvaardigheid en voor het behoud van internationaal-publieke goederen. Dat is een nobel doel, dat daarom onze volledige steun verdient.
Door tegenstanders van de Tobin-taks wordt vaak beweerd dat een dergelijke taks niet realistisch is. De debatten hebben nochtans het tegendeel aangetoond. Dat vinden we ook terug in het wetsvoorstel. Belangrijk daarin is dat de taks slechts kan worden geheven op voorwaarde dat alle landen van de eurozone op één lijn zitten en dus een dergelijke wetgeving tot stand brengen of wanneer er een algemene, Europese regelgeving van kracht zou worden. België en de andere EU-lidstaten hebben natuurlijk in deze materie hun soevereine belastingbevoegdheid behouden. Die zullen ze ook blijven behouden. De Hoge Raad voor Financiën zegt dat het allicht zo is dat alle landen uit de eurozone op één lijn moeten zitten. Dat is een heel realistische benadering, die trouwens ook in het wetsvoorstel is ingeschreven. Daarmee kunnen we dan ook volledig instemmen.
Over de effectiviteit van de Spahn-taks om speculatie tegen te gaan, waren de meningen van de gehoorde experts verdeeld.
De CD&V-fractie steunt het wetsvoorstel. Ik wil echter ook wijzen op de opmerking die de heer Bogaert reeds in de commissie heeft gemaakt. Hij heeft benadrukt dat we wel bekommerd moeten zijn om de eventuele gevolgen van een grotere, fiscale druk. De belastingdruk in België is nu reeds heel hoog, zeker in vergelijking met de rest van Europa. Als ooit op Europees vlak de Tobin-taks er komt, zal het in elk geval belangrijk zijn dat daardoor de belastingdruk in België niet nog meer stijgt. We zitten nu al boven het gemiddelde van de andere landen. Wanneer de Tobin-taks er komt, moet in België ook worden nagedacht om deze te compenseren door een afschaffing of een vermindering van andere taksen. De CD&V-fractie blijft immers ijveren voor een lagere, globale belastingdruk, tot op het niveau van onze buurlanden. Dat is een gezond uitgangspunt en dat blijft ook ons uitgangspunt.
Zoals reeds bij het begin gezegd, zullen we het wetsvoorstel dat ik ook namens de fractie mee heb ondertekend uiteraard volledig steunen, ook omwille van de heel positieve effecten op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Wij mogen evenwel niet berusten bij het wetsvoorstel. Wij weten dat het werk nog niet af is.
Minister Reynders is aanwezig is en ik hoop dat hij luistert want ik verzoek de regering om op Europees vlak werk te maken van de invoering van de Tobin-taks. Pas als het op dat vlak wordt gerealiseerd kunnen wij in België ons steentje bijdragen. Ons land kan een voortrekker zijn om een Europese regelgeving tot stand te brengen.
#2
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, à la fin de l'année 2000, une motion prônant l'établissement de la taxe Tobin était votée au Sénat. Parallèlement, des parlementaires de tous bords des deux assemblées entamaient des échanges réguliers particulièrement instructifs avec la société civile prônant cette taxe. Ces nombreux travaux et rencontres ont finalement abouti à une proposition de loi commune que nous examinons aujourd'hui. Quatre ans, il aura donc fallu quatre ans répartis sur deux législatures pour que le travail législatif autour de l'instauration d'une taxe sur les mouvements spéculatifs de capitaux arrive à son terme.
On pourrait présenter ce laps de temps comme un signe de lenteur de notre institution. Je préfère voir dans cet aboutissement un encouragement à poursuivre notre lutte. Le travail parlementaire nous apprend qu'il faut parfois savoir faire preuve de patience pour faire avancer un dossier. Il faut, en tout cas, faire preuve de ténacité et nous l'avons fait. Ce jour est aussi pour nous et pour tous ceux qui nous ont soutenus - et je les remercie - la récompense de plusieurs années de travail.
Le vote d'aujourd'hui nous donne l'occasion de devenir le premier pays au monde à se doter d'une loi instaurant une taxe sur les transactions financières internationales. A ce titre, le vote belge est attendu avec impatience dans les autres pays de la zone euro. Le texte que nous examinons est considéré comme le plus abouti en la matière. Plusieurs contacts européens nous confirment qu'il s'agira et qu'il sert déjà de référence aux parlementaires et aux associations qui luttent pour l'instauration d'une taxe Tobin-Spahn dans les autres pays européens.
Mon but ici n'est pas de dresser un historique des différents événements dont le vote aujourd'hui est l'aboutissement. Les discussions autour de ce texte furent nombreuses, toujours instructives en présence d'éminents spécialistes. Les arguments des partisans et des opposants ont été, un à un, mis sur la table et minutieusement analysés par nous.
La faisabilité technique de la mesure, déjà reconnue par le Conseil supérieur des finances en juin 2001, ne fait plus l'ombre d'un doute. Nous sommes donc actuellement devant un choix politique que nous allons poser. La croissance économique que le monde a connue à partir des années 1980 a sans doute occulté la nécessité de réguler les marchés financiers internationaux. On peut dire qu'aujourd'hui encore, la foi de certains dans la capacité du marché à s'autoréguler et à fonctionner au mieux des intérêts communs est toujours de rigueur.
Les années 1990 nous ont cruellement confirmé qu'il fallait lutter contre les fluctuations excessives des marchés de capitaux. En effet, souvenez-vous, avant que l'Europe ne se dote d'une monnaie unique, la monnaie française a fait l'objet d'une attaque en règle des spéculateurs. La France perdra en huit jours toutes ses réserves de dollars. Plus grave encore, la spéculation effrénée sur les monnaies et les économies fragiles plonge l'Asie du sud-est dans le chaos, dans le marasme dont certains essaient toujours de sortir. La même cause produisant les mêmes effets, il ne fait pas l'ombre d'un doute que de telles crises se reproduiront si nous laissons le monde financier s'autoréguler.
La circulation des capitaux, comme celle des biens et des services, doit être encouragée car elle est la source de croissance et de progrès. Cependant, nous ne pouvons accepter la circulation des capitaux pour la circulation des capitaux. La circulation financière doit être profitable à une économie durable et, par conséquent, s'inscrire dans une certaine stabilité.
La proposition de loi instaurant une taxe sur les mouvements de capitaux dans sa version Spahn est une première réponse à la spéculation excessive sur les marchés financiers. Par l'introduction d'une taxe à très faible montant, on ne pénalise pas les transferts liés à l'économie réelle. Avec la proposition telle qu'elle est formulée, un transfert d'une valeur de 10.000 se verra taxé de 2 seulement. Ce montant est inférieur au montant demandé à un particulier lorsqu'il souhaite échanger lui-même des devises. Il n'y a donc pas lieu de penser qu'une telle taxe pénaliserait le développement économique durable d'un pays. Dans le même ordre d'idée, certains avancent que l'introduction d'une telle taxe ferait fuir nos entreprises. Restons réalistes, le coût d'une délocalisation est bien supérieur à une taxe de 2 pour 10.000.
Je rappelle enfin que seulement 4% des transactions visées ont un rapport direct avec l'économie réelle sous forme d'échange de biens et de services.
Par contre, le taux de 81% prévu dans la proposition vise explicitement à pénaliser les mouvements financiers qui peuvent mettre en péril l'équilibre financier d'un pays et ainsi détruire très rapidement toute capacité de développement. Le choix politique que nous prenons aujourd'hui est celui d'une meilleure maîtrise des mouvements financiers. C'est aussi un choix réaliste car nous ne souhaitons pas que ce choix soit fait sans nos principaux partenaires économiques. En effet cela a été dit , l'entrée en vigueur de la proposition que nous sommes appelés à voter est conditionnée à la mise en place du même type de législation dans l'ensemble de la zone Euro.
Pour le parti socialiste, outre son rôle correctif par rapport aux comportements spéculatifs excessifs, la taxe Spahn présente un autre avantage: celui de viser les masses financières qui échappent pour le moment à l'impôt et qui prennent une place considérable dans l'économie. Pour le PS, la mise en oeuvre d'une taxe sur les mouvements de capitaux permet un début et seulement un début, monsieur le ministre de rééquilibrage de la fiscalité pesant sur le travail vers le capital, soit une plus grande solidarité entre les facteurs de production.
Comme nous l'ont expliqué les représentants du monde financier lors de nos auditions en commission de Mondialisation, ce mouvement financier joue un rôle important dans l'économie. Nous en sommes aussi convaincus. Ces mouvements sont créateurs de valeurs. A ce titre, ils doivent être taxés. Ils doivent d'autant plus l'être que nous assistons, depuis la fin des années 70, à une croissance extrêmement rapide du volume de transactions financières. Ce volume était évalué à 20 milliards de dollars en 1978. Il est aujourd'hui évalué à 1.500 milliards de dollars par jour. Il y a là un gisement d'impôts qui, selon les projections les plus raisonnables, serait équivalent au montant actuellement alloué à l'aide au développement par les principaux donateurs environ 50 milliards d'euros.
Cette aide au développement largement insuffisante, nous l'avons répété, et qui, en outre, a tendance à diminuer avec le temps - la Banque mondiale le dit tous les jours -, constitue pourtant un défi important. Le développement du reste du monde est une composante essentielle dans la durabilité de nos propres sociétés. Nous trouvons donc là un troisième argument qui permet au groupe socialiste de soutenir cette proposition de loi: l'institutionnalisation du financement de l'aide au développement. Cependant, ceci ne doit pas occulter le respect par chaque pays de ses engagements en matière de financement du développement. Là, nous sommes encore loin du compte!
En votant la proposition de loi aujourd'hui, la Belgique pose une première pierre à un édifice qui, à terme, pourra mener à une meilleure maîtrise des réseaux financiers internationaux. Par ce vote, nous envoyons un signal fort aux populations des pays qui subissent, tous les jours, des effets parfois dévastateurs de la spéculation financière. C'est aussi un signal concret de solidarité avec ces pays. Nous dépassons le discours habituel sur l'accroissement du fossé Nord/Sud. Nous posons un acte fort qui, je l'espère, sera rapidement suivi au niveau européen - nous comptons aussi sur vous, monsieur le ministre - ensuite au niveau mondial. Il faut mettre un terme à l'impunité avec laquelle certains groupes financiers agissent. Nous ne pouvons plus tolérer qu'une décision prise dans un bureau de Londres, de New York ou de Tokyo mette en péril toute l'économie d'un pays ou d'une région mais aussi la vie des citoyens de ce monde.
Notre vote aujourd'hui ne va pas tout changer du jour au lendemain, nous le savons, mais il peut avoir un effet d'entraînement, et nous l'espérons. Je salue d'ailleurs ici toutes les associations qui nous ont aidés et qui continuent à le faire en relayant l'information auprès de leurs contacts partout en Europe. Je voudrais établir une comparaison avec l'action que notre pays a menée contre les mines antipersonnel. Si cette action semblait avoir également, il y a 10 ans, une valeur purement symbolique, de plus en plus d'Etats signent, à l'heure actuelle, la convention conclue en la matière. Patience et ténacité sont les maîtres mots dans ce type de combat, et nous en avons!
Au-delà du débat sur la taxe Spahn, il y a d'autres chantiers sur lesquels il faut agir. Je pense bien sûr à l'ensemble des travaux de l'OCDE sur les paradis fiscaux et sur la lutte contre le blanchiment d'argent. Je pense aussi à la réforme et à la démocratisation des institutions financières internationales.
Tous ces thèmes feront ou font déjà l'objet d'une analyse prononcée en commission Mondialisation. Cette commission, instaurée à la demande du gouvernement, est un formidable outil pour le parlement, pour traiter en toute clarté de ces enjeux mondiaux. Nous avons encore beaucoup de pain sur la planche et, dès la rentrée, nous nous mettrons au travail pour d'autres projets en vue d'une meilleure égalité dans ce monde.
Translated text
At the end of the year 2000, a motion calling for the establishment of the Tobin tax was voted in the Senate. At the same time, parliamentarians from all sides of the two assemblies began regular, ⁇ instructive exchanges with civil society advocating this tax. These numerous work and meetings eventually resulted in a common bill that we are discussing today. Four years, therefore, would have taken four years, divided over two legislatures, before the legislative work around the introduction of a tax on speculative capital movements came to an end.
This period of time could be presented as a sign of the slowness of our institution. I prefer to see in this achievement an encouragement to continue our struggle. Parliamentary work teaches us that sometimes you need to know how to show patience to advance a case. We have to be persistent, and we did. This day is also for us and for all those who have supported us – and I thank them – the reward of many years of work.
Today’s vote gives us the opportunity to become the first country in the world to have a law introducing a tax on international financial transactions. In this regard, the Belgian vote is awaited with impatience in the other countries of the euro area. The text we are examining is considered to be the most successful in this regard. Several European contacts confirm that this will be the case and that it already serves as a reference to parliamentarians and associations who are fighting for the introduction of a Tobin-Spahn tax in other European countries.
My purpose here is not to draw up a history of the various events whose vote today is the outcome. The discussions around this text were numerous, always instructive in the presence of prominent specialists. The arguments of the supporters and opponents were, one by one, put on the table and carefully analyzed by us.
The technical feasibility of the measure, already recognized by the Supreme Council of Finance in June 2001, is no longer the shadow of doubt. We are now facing a political choice that we will make. The economic growth that the world has experienced since the 1980s has probably obscured the need to regulate international financial markets. It can be said that even today, the belief of some in the ability of the market to self-regulate and to function at the best of common interests is still rigorous.
The 1990s cruelly confirmed the need to combat excessive fluctuations in capital markets. Indeed, remember, before Europe was endowed with a single currency, the French currency was the subject of a regular attack by speculators. France will lose all its dollar reserves in eight days. Even more seriously, the frenetic speculation on currencies and fragile economies plunges Southeast Asia into chaos, into the marasme of which some are still trying to get out. The same cause producing the same effects, there is no shadow of doubt that such crises will repeat if we let the financial world self-regulate.
The circulation of capital, like that of goods and services, must be encouraged as it is the source of growth and progress. However, we cannot accept the movement of capital for the movement of capital. Financial circulation must be profitable to a sustainable economy and, therefore, enter into a certain stability. by
The proposal to introduce a tax on capital movements in its Spahn version is a first response to excessive speculation on the financial markets. The introduction of a very small tax does not penalize transfers related to the real economy. With the proposal as it is formulated, a transfer of a value of 10,000 will be taxed only by 2. This amount is lower than the amount requested from an individual when he wishes to exchange currencies himself. Therefore, there is no reason to think that such a tax would penalize the sustainable economic development of a country. In the same order of ideas, some advance that the introduction of such a tax would cause our ⁇ to run away. Let’s be realistic, the cost of a relocation is much higher than a tax of 2 per 10,000.
Only 4% of the transactions concerned have a direct relationship with the real economy in the form of exchange of goods and services.
In contrast, the 81% rate provided for in the proposal explicitly aims to penalize financial movements that can jeopardize the financial balance of a country and thus destroy very quickly any development capacity. The political choice we are making today is that of better control over the financial movements. It is also a realistic choice because we do not want this choice to be made without our main economic partners. Indeed – it has been said – the entry into force of the proposal we are called to vote on is conditional on the introduction of the same type of legislation throughout the euro area.
For the Socialist Party, in addition to its corrective role in relation to excessive speculative behavior, the Spahn tax presents another advantage: that of targeting the financial masses that are currently tax-free and which occupy a considerable place in the economy. For the PS, the implementation of a tax on capital movements allows a beginning – and only a beginning, Mr. Minister – of re-balancing the taxation that weighs on labour towards capital, i.e. a greater solidarity between the factors of production.
As representatives of the financial world have explained to us during our hearings in the Globalization Committee, this financial movement plays an important role in the economy. We are also convinced of this. These movements are creators of values. As such, they must be taxed. They must be so much more so as we witness, since the late 1970s, an extremely rapid growth in the volume of financial transactions. This volume was estimated at $20 billion in 1978. It is currently valued at $1,500 billion per day. There is a tax deposit that, according to the most reasonable projections, would be equivalent to the amount currently allocated to development aid by the main donors – approximately 50 billion euros.
This largely insufficient development aid, we have repeated, and which, in addition, tends to decrease with time – the World Bank says it every day – is yet a major challenge. The development of the rest of the world is an essential component in the sustainability of our own societies. We therefore find a third argument that allows the Socialist group to support this bill: the institutionalization of the financing of development aid. However, this should not obscure each country’s compliance with its commitments in terms of development financing. We are still far from counting! by
By voting on the bill today, Belgium sets a first stone to a building that, in the long run, can lead to a better control of international financial networks. With this vote, we send a strong signal to the populations of countries that suffer, every day, the sometimes devastating effects of financial speculation. It is also a concrete signal of solidarity with these countries. We are going beyond the usual discourse about increasing the North/South gap. We are making a strong act which, I hope, will soon be followed at European level – we also count on you, Mr. Minister – then at global level. The impunity with which certain financial groups operate must be put to an end. We can no longer tolerate that a decision made in an office in London, New York or Tokyo puts at risk the entire economy of a country or region but also the lives of the citizens of this world.
Our vote today will not change everything from day to day, we know it, but it can have a training effect, and we hope it. I greet here all the associations that have helped us and continue to do so by relaying the information to their contacts across Europe. I would like to make a comparison with the action our country has taken against anti-personnel mines. If this action also seemed to have, 10 years ago, a purely symbolic value, more and more States are signing, at the present time, the convention concluded in the matter. Patience and tenacity are the main words in this type of fighting, and we have them!
Beyond the debate on the Spahn tax, there are other construction sites on which action needs to be taken. I think of course of all the OECD work on tax havens and the fight against money laundering. I also think of the reform and democratization of the international financial institutions.
All of these topics will be or are already the subject of an analysis pronounced in the Commission on Globalization. This commission, set up at the request of the government, is a formidable tool for parliament to deal with these global issues with clarity. We still have a lot of bread on the board and, as soon as we come back, we will start working on other projects for better equality in this world.
#3
Official text
Collega's, gezien het gevorderde uur en ook gezien de lijst van sprekers die ingeschreven zijn, zal ik het kort houden. Ik wil ook niet in herhaling vallen.
Het debat over het invoeren van de taks op speculatieve kapitaalstromen is een debat dat reeds lang meegaat, namelijk al meer dan vijf jaar. Het is echter nog zeker niet afgesloten. Ook vandaag zal het niet worden afgesloten.
De NGO-wereld pleit al jarenlang en wereldwijd voor de invoering van de Tobin-taks. Vandaag zetten we hier in België een belangrijke symbolische stap door het goedkeuren van het wetsvoorstel, dat een alternatief is voor de Tobin-taks, namelijk de Spahn-taks.
Uit de debatten is gebleken dat het heffen van zo een taks geen technische problemen doet rijzen. De vermoedelijke opbrengst van zo een taks wordt geraamd op meer dan 50 miljard euro. Dat is een heel bedrag, dat zou moeten worden aangewend voor de verdere uitbouw van de ontwikkelingssamenwerking, voor de strijd tegen de sociale en ecologische onrechtvaardigheid en voor het behoud van internationaal-publieke goederen. Dat is een nobel doel, dat daarom onze volledige steun verdient. Door tegenstanders van de Tobin-taks wordt vaak beweerd dat een dergelijke taks niet realistisch is. De debatten hebben nochtans het tegendeel aangetoond. Dat vinden we ook terug in het wetsvoorstel. Belangrijk daarin is dat de taks slechts kan worden geheven op voorwaarde dat alle landen van de eurozone op één lijn zitten en dus een dergelijke wetgeving tot stand brengen of wanneer er een algemene, Europese regelgeving van kracht zou worden. België en de andere EU-lidstaten hebben natuurlijk in deze materie hun soevereine belastingbevoegdheid behouden. Die zullen ze ook blijven behouden. De Hoge Raad voor Financiën zegt dat het allicht zo is dat alle landen uit de eurozone op één lijn moeten zitten. Dat is een heel realistische benadering, die trouwens ook in het wetsvoorstel is ingeschreven. Daarmee kunnen we dan ook volledig instemmen.
Over de effectiviteit van de Spahn-taks om speculatie tegen te gaan, waren de meningen van de gehoorde experts verdeeld.
De CD&V-fractie steunt het wetsvoorstel. Ik wil echter ook wijzen op de opmerking die de heer Bogaert reeds in de commissie heeft gemaakt. Hij heeft benadrukt dat we wel bekommerd moeten zijn om de eventuele gevolgen van een grotere, fiscale druk. De belastingdruk in België is nu reeds heel hoog, zeker in vergelijking met de rest van Europa. Als ooit op Europees vlak de Tobin-taks er komt, zal het in elk geval belangrijk zijn dat daardoor de belastingdruk in België niet nog meer stijgt. We zitten nu al boven het gemiddelde van de andere landen. Wanneer de Tobin-taks er komt, moet in België ook worden nagedacht om deze te compenseren door een afschaffing of een vermindering van andere taksen. De CD&V-fractie blijft immers ijveren voor een lagere, globale belastingdruk, tot op het niveau van onze buurlanden. Dat is een gezond uitgangspunt en dat blijft ook ons uitgangspunt.
Zoals reeds bij het begin gezegd, zullen we het wetsvoorstel — dat ik ook namens de fractie mee heb ondertekend — uiteraard volledig steunen, ook omwille van de heel positieve effecten op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Wij mogen evenwel niet berusten bij het wetsvoorstel. Wij weten dat het werk nog niet af is.
Minister Reynders is aanwezig is en ik hoop dat hij luistert want ik verzoek de regering om op Europees vlak werk te maken van de invoering van de Tobin-taks. Pas als het op dat vlak wordt gerealiseerd kunnen wij in België ons steentje bijdragen. Ons land kan een voortrekker zijn om een Europese regelgeving tot stand te brengen.
Translated text
Colleagues, given the advanced hour and also given the list of speakers enrolled, I will keep it brief. I also do not want to fall into repetition.
The debate about the introduction of a tax on speculative capital flows is a debate that has been going on for a long time, namely for more than five years. However, it is ⁇ not yet closed. It will not be closed today either.
The NGO world has been advocating for years and globally for the introduction of the Tobin tax. Today, here in Belgium, we take an important symbolic step by approving the bill, which is an alternative to the Tobin tax, namely the Spahn tax.
The debates have shown that the imposition of such a tax does not raise technical problems. The expected income from such a tax is estimated at more than 50 billion euros. That is a whole amount, which should be used for the further expansion of development cooperation, for the fight against social and ecological injustice and for the preservation of international public goods. This is a noble goal, which therefore deserves our full support. Opponents of the Tobin tax often argue that such a tax is not realistic. However, the debates have demonstrated the opposite. This is also reflected in the bill. Importantly, the tax can only be levied on condition that all countries of the euro area are on the same line and thus adopt such legislation or when a general European regulation would come into force. Of course, Belgium and the other EU Member States have ⁇ ined their sovereign tax competence in this matter. They will continue to preserve them as well. The Supreme Council for Finance says it is likely that all countries in the eurozone should be on the same line. This is a very realistic approach, which, by the way, is also included in the bill. We can therefore fully agree with this.
On the effectiveness of the Spahn tactic to counter speculation, the opinions of the experts heard were divided.
The CD&V group supports the bill. However, I would also like to point out the comment that Mr. Bogaert has already made in the committee. He stressed that we should be concerned about the possible consequences of a greater, fiscal pressure. The tax burden in Belgium is already very high, ⁇ compared to the rest of Europe. If the Tobin tax ever comes in Europe, it will in any case be important that it does not increase the tax burden in Belgium. We are already above the average of other countries. When the Tobin tax is introduced, it should also be considered in Belgium to compensate for it by abolishing or reducing other taxes. After all, the CD&V group continues to strive for a lower, global tax pressure, up to the level of our neighbors. That is a healthy starting point and it remains our starting point.
As stated at the beginning, we will of course fully support the bill — which I also signed on behalf of the group — also because of its very positive effects in the field of development cooperation. However, we cannot rely on the bill. We know that the work is not yet finished.
Minister Reynders is present and I hope he will listen because I call on the government to work on the introduction of the Tobin tax at the European level. Only if it is realized in this area can we contribute a little in Belgium. Our country can be a pioneer in creating a European regulation.
#4
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, à la fin de l'année 2000, une motion prônant l'établissement de la taxe Tobin était votée au Sénat. Parallèlement, des parlementaires de tous bords des deux assemblées entamaient des échanges réguliers particulièrement instructifs avec la société civile prônant cette taxe. Ces nombreux travaux et rencontres ont finalement abouti à une proposition de loi commune que nous examinons aujourd'hui. Quatre ans, il aura donc fallu quatre ans répartis sur deux législatures pour que le travail législatif autour de l'instauration d'une taxe sur les mouvements spéculatifs de capitaux arrive à son terme.
On pourrait présenter ce laps de temps comme un signe de lenteur de notre institution. Je préfère voir dans cet aboutissement un encouragement à poursuivre notre lutte. Le travail parlementaire nous apprend qu'il faut parfois savoir faire preuve de patience pour faire avancer un dossier. Il faut, en tout cas, faire preuve de ténacité et nous l'avons fait. Ce jour est aussi pour nous et pour tous ceux qui nous ont soutenus - et je les remercie - la récompense de plusieurs années de travail.
Le vote d'aujourd'hui nous donne l'occasion de devenir le premier pays au monde à se doter d'une loi instaurant une taxe sur les transactions financières internationales. A ce titre, le vote belge est attendu avec impatience dans les autres pays de la zone euro. Le texte que nous examinons est considéré comme le plus abouti en la matière. Plusieurs contacts européens nous confirment qu'il s'agira et qu'il sert déjà de référence aux parlementaires et aux associations qui luttent pour l'instauration d'une taxe Tobin-Spahn dans les autres pays européens.
Mon but ici n'est pas de dresser un historique des différents événements dont le vote aujourd'hui est l'aboutissement. Les discussions autour de ce texte furent nombreuses, toujours instructives en présence d'éminents spécialistes. Les arguments des partisans et des opposants ont été, un à un, mis sur la table et minutieusement analysés par nous.
La faisabilité technique de la mesure, déjà reconnue par le Conseil supérieur des finances en juin 2001, ne fait plus l'ombre d'un doute. Nous sommes donc actuellement devant un choix politique que nous allons poser. La croissance économique que le monde a connue à partir des années 1980 a sans doute occulté la nécessité de réguler les marchés financiers internationaux. On peut dire qu'aujourd'hui encore, la foi de certains dans la capacité du marché à s'autoréguler et à fonctionner au mieux des intérêts communs est toujours de rigueur.
Les années 1990 nous ont cruellement confirmé qu'il fallait lutter contre les fluctuations excessives des marchés de capitaux. En effet, souvenez-vous, avant que l'Europe ne se dote d'une monnaie unique, la monnaie française a fait l'objet d'une attaque en règle des spéculateurs. La France perdra en huit jours toutes ses réserves de dollars. Plus grave encore, la spéculation effrénée sur les monnaies et les économies fragiles plonge l'Asie du sud-est dans le chaos, dans le marasme dont certains essaient toujours de sortir. La même cause produisant les mêmes effets, il ne fait pas l'ombre d'un doute que de telles crises se reproduiront si nous laissons le monde financier s'autoréguler.
La circulation des capitaux, comme celle des biens et des services, doit être encouragée car elle est la source de croissance et de progrès. Cependant, nous ne pouvons accepter la circulation des capitaux pour la circulation des capitaux. La circulation financière doit être profitable à une économie durable et, par conséquent, s'inscrire dans une certaine stabilité.
La proposition de loi instaurant une taxe sur les mouvements de capitaux dans sa version Spahn est une première réponse à la spéculation excessive sur les marchés financiers. Par l'introduction d'une taxe à très faible montant, on ne pénalise pas les transferts liés à l'économie réelle. Avec la proposition telle qu'elle est formulée, un transfert d'une valeur de 10.000 se verra taxé de 2 seulement. Ce montant est inférieur au montant demandé à un particulier lorsqu'il souhaite échanger lui-même des devises. Il n'y a donc pas lieu de penser qu'une telle taxe pénaliserait le développement économique durable d'un pays. Dans le même ordre d'idée, certains avancent que l'introduction d'une telle taxe ferait fuir nos entreprises. Restons réalistes, le coût d'une délocalisation est bien supérieur à une taxe de 2 pour 10.000.
Je rappelle enfin que seulement 4% des transactions visées ont un rapport direct avec l'économie réelle sous forme d'échange de biens et de services.
Par contre, le taux de 81% prévu dans la proposition vise explicitement à pénaliser les mouvements financiers qui peuvent mettre en péril l'équilibre financier d'un pays et ainsi détruire très rapidement toute capacité de développement. Le choix politique que nous prenons aujourd'hui est celui d'une meilleure maîtrise des mouvements financiers. C'est aussi un choix réaliste car nous ne souhaitons pas que ce choix soit fait sans nos principaux partenaires économiques. En effet — cela a été dit —, l'entrée en vigueur de la proposition que nous sommes appelés à voter est conditionnée à la mise en place du même type de législation dans l'ensemble de la zone Euro.
Pour le parti socialiste, outre son rôle correctif par rapport aux comportements spéculatifs excessifs, la taxe Spahn présente un autre avantage: celui de viser les masses financières qui échappent pour le moment à l'impôt et qui prennent une place considérable dans l'économie. Pour le PS, la mise en oeuvre d'une taxe sur les mouvements de capitaux permet un début — et seulement un début, monsieur le ministre — de rééquilibrage de la fiscalité pesant sur le travail vers le capital, soit une plus grande solidarité entre les facteurs de production.
Comme nous l'ont expliqué les représentants du monde financier lors de nos auditions en commission de Mondialisation, ce mouvement financier joue un rôle important dans l'économie. Nous en sommes aussi convaincus. Ces mouvements sont créateurs de valeurs. A ce titre, ils doivent être taxés. Ils doivent d'autant plus l'être que nous assistons, depuis la fin des années 70, à une croissance extrêmement rapide du volume de transactions financières. Ce volume était évalué à 20 milliards de dollars en 1978. Il est aujourd'hui évalué à 1.500 milliards de dollars par jour. Il y a là un gisement d'impôts qui, selon les projections les plus raisonnables, serait équivalent au montant actuellement alloué à l'aide au développement par les principaux donateurs — environ 50 milliards d'euros.
Cette aide au développement largement insuffisante, nous l'avons répété, et qui, en outre, a tendance à diminuer avec le temps - la Banque mondiale le dit tous les jours -, constitue pourtant un défi important. Le développement du reste du monde est une composante essentielle dans la durabilité de nos propres sociétés. Nous trouvons donc là un troisième argument qui permet au groupe socialiste de soutenir cette proposition de loi: l'institutionnalisation du financement de l'aide au développement. Cependant, ceci ne doit pas occulter le respect par chaque pays de ses engagements en matière de financement du développement. Là, nous sommes encore loin du compte!
En votant la proposition de loi aujourd'hui, la Belgique pose une première pierre à un édifice qui, à terme, pourra mener à une meilleure maîtrise des réseaux financiers internationaux. Par ce vote, nous envoyons un signal fort aux populations des pays qui subissent, tous les jours, des effets parfois dévastateurs de la spéculation financière. C'est aussi un signal concret de solidarité avec ces pays. Nous dépassons le discours habituel sur l'accroissement du fossé Nord/Sud. Nous posons un acte fort qui, je l'espère, sera rapidement suivi au niveau européen - nous comptons aussi sur vous, monsieur le ministre - ensuite au niveau mondial. Il faut mettre un terme à l'impunité avec laquelle certains groupes financiers agissent. Nous ne pouvons plus tolérer qu'une décision prise dans un bureau de Londres, de New York ou de Tokyo mette en péril toute l'économie d'un pays ou d'une région mais aussi la vie des citoyens de ce monde.
Notre vote aujourd'hui ne va pas tout changer du jour au lendemain, nous le savons, mais il peut avoir un effet d'entraînement, et nous l'espérons. Je salue d'ailleurs ici toutes les associations qui nous ont aidés et qui continuent à le faire en relayant l'information auprès de leurs contacts partout en Europe. Je voudrais établir une comparaison avec l'action que notre pays a menée contre les mines antipersonnel. Si cette action semblait avoir également, il y a 10 ans, une valeur purement symbolique, de plus en plus d'Etats signent, à l'heure actuelle, la convention conclue en la matière. Patience et ténacité sont les maîtres mots dans ce type de combat, et nous en avons!
Au-delà du débat sur la taxe Spahn, il y a d'autres chantiers sur lesquels il faut agir. Je pense bien sûr à l'ensemble des travaux de l'OCDE sur les paradis fiscaux et sur la lutte contre le blanchiment d'argent. Je pense aussi à la réforme et à la démocratisation des institutions financières internationales.
Tous ces thèmes feront ou font déjà l'objet d'une analyse prononcée en commission Mondialisation. Cette commission, instaurée à la demande du gouvernement, est un formidable outil pour le parlement, pour traiter en toute clarté de ces enjeux mondiaux. Nous avons encore beaucoup de pain sur la planche et, dès la rentrée, nous nous mettrons au travail pour d'autres projets en vue d'une meilleure égalité dans ce monde.
Translated text
At the end of the year 2000, a motion calling for the establishment of the Tobin tax was voted in the Senate. At the same time, parliamentarians from all sides of the two assemblies began regular, ⁇ instructive exchanges with civil society advocating this tax. These numerous work and meetings eventually resulted in a common bill that we are discussing today. Four years, therefore, would have taken four years, divided over two legislatures, before the legislative work around the introduction of a tax on speculative capital movements came to an end.
This period of time could be presented as a sign of the slowness of our institution. I prefer to see in this achievement an encouragement to continue our struggle. Parliamentary work teaches us that sometimes you need to know how to show patience to advance a case. We have to be persistent, and we did. This day is also for us and for all those who have supported us – and I thank them – the reward of many years of work.
Today’s vote gives us the opportunity to become the first country in the world to have a law introducing a tax on international financial transactions. In this regard, the Belgian vote is awaited with impatience in the other countries of the euro area. The text we are examining is considered to be the most successful in this regard. Several European contacts confirm that this will be the case and that it already serves as a reference to parliamentarians and associations who are fighting for the introduction of a Tobin-Spahn tax in other European countries.
My purpose here is not to draw up a history of the various events whose vote today is the outcome. The discussions around this text were numerous, always instructive in the presence of prominent specialists. The arguments of the supporters and opponents were, one by one, put on the table and carefully analyzed by us.
The technical feasibility of the measure, already recognized by the Supreme Council of Finance in June 2001, is no longer the shadow of doubt. We are now facing a political choice that we will make. The economic growth that the world has experienced since the 1980s has probably obscured the need to regulate international financial markets. It can be said that even today, the belief of some in the ability of the market to self-regulate and to function at the best of common interests is still rigorous.
The 1990s cruelly confirmed the need to combat excessive fluctuations in capital markets. Indeed, remember, before Europe was endowed with a single currency, the French currency was the subject of a regular attack by speculators. France will lose all its dollar reserves in eight days. Even more seriously, the frenetic speculation on currencies and fragile economies plunges Southeast Asia into chaos, into the marasme of which some are still trying to get out. The same cause producing the same effects, there is no shadow of doubt that such crises will repeat if we let the financial world self-regulate.
The circulation of capital, like that of goods and services, must be encouraged as it is the source of growth and progress. However, we cannot accept the movement of capital for the movement of capital. Financial circulation must be profitable to a sustainable economy and, therefore, enter into a certain stability.
The proposal to introduce a tax on capital movements in its Spahn version is a first response to excessive speculation on the financial markets. The introduction of a very small tax does not penalize transfers related to the real economy. With the proposal as it is formulated, a transfer of a value of 10,000 will be taxed only by 2. This amount is lower than the amount requested from an individual when he wishes to exchange currencies himself. Therefore, there is no reason to think that such a tax would penalize the sustainable economic development of a country. In the same order of ideas, some advance that the introduction of such a tax would cause our ⁇ to run away. Let’s be realistic, the cost of a relocation is much higher than a tax of 2 per 10,000.
Only 4% of the transactions concerned have a direct relationship with the real economy in the form of exchange of goods and services.
In contrast, the 81% rate provided for in the proposal explicitly aims to penalize financial movements that can jeopardize the financial balance of a country and thus destroy very quickly any development capacity. The political choice we are making today is that of better control over the financial movements. It is also a realistic choice because we do not want this choice to be made without our main economic partners. Indeed – it has been said – the entry into force of the proposal that we are called to vote on is conditional on the introduction of the same type of legislation throughout the euro area.
For the Socialist Party, in addition to its corrective role in relation to excessive speculative behavior, the Spahn tax presents another advantage: that of targeting the financial masses that are currently tax-free and which occupy a considerable place in the economy. For the PS, the implementation of a tax on capital movements allows a beginning — and only a beginning, Mr. Minister — of re-balancing the taxation that weighs on labour towards capital, i.e. a greater solidarity between the factors of production.
As representatives of the financial world have explained to us during our hearings in the Globalization Committee, this financial movement plays an important role in the economy. We are also convinced of this. These movements are creators of values. As such, they must be taxed. They must be so much more so as we witness, since the late 1970s, an extremely rapid growth in the volume of financial transactions. This volume was estimated at $20 billion in 1978. It is currently valued at $1,500 billion per day. There is a tax deposit that, according to the most reasonable projections, would be equivalent to the amount currently allocated to development aid by the major donors — approximately €50 billion.
This largely insufficient development aid, we have repeated, and which, in addition, tends to decrease with time – the World Bank says it every day – is yet a major challenge. The development of the rest of the world is an essential component in the sustainability of our own societies. We therefore find a third argument that allows the Socialist group to support this bill: the institutionalization of the financing of development aid. However, this should not obscure each country’s compliance with its commitments in terms of development financing. We are still far from counting!
By voting on the bill today, Belgium sets a first stone to a building that, in the long run, can lead to a better control of international financial networks. With this vote, we send a strong signal to the populations of countries that suffer, every day, the sometimes devastating effects of financial speculation. It is also a concrete signal of solidarity with these countries. We are going beyond the usual discourse about increasing the North/South gap. We are making a strong act which, I hope, will soon be followed at European level – we also count on you, Mr. Minister – then at global level. The impunity with which certain financial groups operate must be put to an end. We can no longer tolerate that a decision made in an office in London, New York or Tokyo puts at risk the entire economy of a country or region but also the lives of the citizens of this world.
Our vote today will not change everything from day to day, we know it, but it can have a training effect, and we hope it. I greet here all the associations that have helped us and continue to do so by relaying the information to their contacts across Europe. I would like to make a comparison with the action our country has taken against anti-personnel mines. If this action also seemed to have, 10 years ago, a purely symbolic value, more and more States are signing, at the present time, the convention concluded in the matter. Patience and tenacity are the main words in this type of fighting, and we have them!
Beyond the debate on the Spahn tax, there are other construction sites on which action needs to be taken. I think of course of all the OECD work on tax havens and the fight against money laundering. I also think of the reform and democratization of the international financial institutions.
All of these topics will be or are already the subject of an analysis pronounced in the Commission on Globalization. This commission, set up at the request of the government, is a formidable tool for parliament to deal with these global issues with clarity. We still have a lot of bread on the board and, as soon as we come back, we will start working on other projects for better equality in this world.
#5
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, waarde collega's, zoals door voorgaande sprekers reeds werd aangegeven, was het de Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar James Tobin, die in het begin van de jaren zeventig een plan ontwikkelde om een belasting op wisseltransacties in te voeren om de volatiliteit van vrij vlottende wisselkoersen zoals de dollar versus de yen en de dollar versus de euro te verminderen. Op zichzelf is dat geen onbelangrijk gegeven in een proces van toenemende mondiale marktintegratie en liberalisering. Het is ook niet onbelangrijk om aan te stippen, collega's, dat Tobin een fervent voorstander was van een vrije markteconomie. Hij zag de taks als een economisch instrument waarbij eventuele belastingopbrengsten niet het belangrijkste argument waren om de taks in te voeren. Hij zag de taks evenmin als een politiek instrument. Zijn bedoeling was om wat zand in het radarwerk van de buitensporige efficiënte internationale geldmarkten te strooien door op alle valutatransacties een lage proportionele belasting van 0,5 tot 1 procent te heffen. In die zin zou de Tobin-taks een middel kunnen zijn om de leegloop van de Westerse wereld, Europa en Amerika in de richting van de Derde Wereld wat te temperen om onze eigen welvaart en werkgelegenheid te vrijwaren.
De idee van een internationale uniforme taks op alle wisselverrichtingen van de ene munt in de andere sluimerde gedurende zo'n twintig jaar. Slechts op momenten van internationale muntspeculatie zoals in Mexico in 1994, in Zuid-Oost Azië in 1997, in Rusland in 1998 en in Brazilië in 1999 kwam de roep om een taks in te voeren weer naar voor. Afgelopen jaren kwam de taks bovendien in de actualiteit door de opkomst van de zogenaamde antiglobalistische of andersglobalistische beweging, die de taks als een geldbron zien. Zij zien het als een nieuwe vorm van wat ik herverdeling van rijkdom zou willen noemen als antwoord op de kapitalistische wereldorde. Groepen zoals Attac, Broederlijk Delen, 11.11.11 en andere linkse tot extreem-linkse bewegingen wilden de taks invoeren om ontwikkelingsprojecten in de Derde Wereld te financieren.
James Tobin heeft zich steeds verzet tegen de ideeën van onder andere Attac en de politiek propagandistische recuperatie van zijn idee. Tobin was van mening dat de antiglobalisten zijn ideeën gebruikten om met de opbrengst van de taks een bepaalde ontwikkelingspolitiek te voeren, waarmee hij het helemaal niet eens was. Zijn bedoeling was een vorm van stabilisatie op de markten te realiseren door de kortetermijnspeculaties met immense kapitalen tegen te gaan. Het merkwaardige is dat dat in de Europese Unie al gerealiseerd is door de invoering van de euro. Hierdoor behoren alle speculaties tussen de Duitse mark, de Franse franc en andere munten uit de eurozone tot het verleden.
Na enkele ontwrichtende speculatiegolven in Azië in de jaren negentig kwam er een zekere Spahn met een variant op de Tobin-taks voor de dag. Het ging om een zeer laag tarief op alle valutatransacties in normale tijden en een hoge toeslag in tijden van intense muntspeculatie. Op het eerste gezicht lijkt dat een verfijning, maar ik vrees dat zo'n mechanisme in de praktijk nog moeilijker te implementeren valt. Zowel Tobin als Spahn waren zich ervan bewust dat een belasting op internationale kapitaalbewegingen niet zo maar realiseerbaar is.
Bijgevolg zou ik van mijn spreektijd willen gebruikmaken, mijnheer de voorzitter, om toch een aantal problemen op het technische, economische, juridische en het politieke vlak onder de aandacht te brengen.
Collega's, wat de technische aspecten betreft, om marktverstoringen zoveel mogelijk tegen te gaan, moet de belastinggrondslag zo ruim mogelijk zijn. Geen enkele marktdeelnemer zou dus uitgesloten mogen worden. Wij stellen echter vast dat in de hedendaagse financiële markten steeds meer wordt gebruikgemaakt van allerlei afgeleide producten en termijncontracten. Een zuivere belasting op wisselverrichtingen zou dus enkel leiden tot ontduiking via andere financiële producten. De vraag rijst dan ook hoe de belastbare basis gedefinieerd moet worden en welke transacties in dat geval belastbaar zijn.
Ook de inning en de herverdeling van de taksen zullen problemen stellen. Sommigen stellen voor om die te laten doen door een supranationale instelling, zoals de Wereldbank of het Internationaal Monetair Fonds, maar ook daarover zijn de meningen verdeeld. Een aantal organisaties beschouwen het IMF en de Wereldbank zelfs als ondemocratische instituten. Zij zijn niet van oordeel dat zij in aanmerking komen om voor de verdeling van de opbrengsten te zorgen. Zelfs indien er voor een taks wordt gekozen, moet ook nog bepaald worden op welke wijze ze administratief verwerkt wordt dat is een ander technisch aspect en tegen welk internationaal uniform tarief.
Naast deze niet onbelangrijke obstakels rijst de vraag hoe men het onderscheid kan maken tussen speculatieve en niet-speculatieve geldstromen, bijvoorbeeld investeringskapitaal. Dit kan enkel als de intentie van de marktdeelnemer bekend is. Een taks op wisselverrichtingen impliceert dat alle transacties belast worden. Dit betekent dus ook dat normale handelstransacties onder de toepassing van de belasting zouden vallen, wat natuurlijk een weerslag heeft op de economische verrichtingen. Ons inziens kan dat niet de bedoeling zijn.
Collega's, wat de economische aspecten betreft, volgens de Bank voor Internationale Betalingen bedroeg de omzet op de internationale valutamarkten de voorbije jaren gemiddeld 1.500 miljard US dollar per dag. Dat is ongeveer zes keer het Belgisch bruto binnenlands product. Een wereldwijde transactieheffing van 1% zou, als men dat als een statische heffing zou aannemen wat op zich geen evidentie is, ongeveer 15 miljard US dollar per dag of 3.750 miljard US dollar op jaarbasis opleveren. Nogal wat experts en economische specialisten zijn van oordeel dat dit bedrag sterk genuanceerd moet worden.
Bovendien weten we uit de discussies en de hoorzittingen dat er nog lang geen internationale consensus bestaat over de invoering van die taks. Zo lang die niet wereldwijd wordt ingevoerd, heeft de taks onzes inziens weinig zin. Een groot gedeelte van de wisseltransacties zal eenvoudig verschuiven naar die landen waar de taks niet bestaat.
Er moet bovendien ook gewezen worden op de grote misvatting over de omvang van de speculatie op de wisselmarkten. Voorstanders van de taks gaan er vrijwel steeds van uit dat het overgrote deel van de transacties louter speculatieve bewegingen zijn. Professor De Grauwe, professor economie aan de KU Leuven en voormalig VLD- senator, een onverdachte bron terzake, wijst erop dat dit niet helemaal het geval is. Ongeveer 80% van deze transacties heeft te maken met risico-indekking, wat met een moeilijke term wordt omschreven als hedging. Het gaat daarbij over het aankopen en verkopen van dealers die zich wensen in te dekken tegen koersschommelingen. Juist vandaag, collega's, lees ik in De Tijd dat de Belgische banken vanaf het najaar ook hefboomfondsen dat zal wel de Nederlandse naam daarvoor zijn kunnen aanbieden voor particuliere beleggers, waarbij hefboomfondsen in werkelijkheid gebruik maken van afgeleide producten om beter ingedekt te zijn tegen koersdalingen en, vooral, om veel grover te speculeren op een stijgende markt. Hoe die twee met elkaar gerijmd moeten worden?! Dit lijkt mij toch wel tegenstrijdig. In de mate dat deze transacties door de taks getroffen worden, zal de indekking mijns inziens verminderen en zou de volatiliteit kunnen toenemen.
Volgens het oorspronkelijke idee van Tobin zouden de liberalisering en de mondialisering van de financiële markten leiden tot hogere schommelingen van de wisselkoersen. Als we even kijken naar de geschiedenis sedert het begin van de jaren tachtig kent de industriële wereld een sterke toename van de internationale kapitaalstromen. Dit leidde ongetwijfeld tot een zeer sterke expansie van de dagelijkse omzet op de wisselmarkten. Ondanks deze toename van de wisseltransacties is er tot op heden nog geen sluitend bewijs dat de volatiliteitsgraad tussen de belangrijkste munten is toegenomen. Integendeel, uit onderzoek zou zelfs blijken dat de volatiliteit gedurende het laatste decennium lichtjes is afgenomen, wat natuurlijk de stelling van Tobin ondermijnt.
Een Tobin-taks zou bovendien de wisselkoerscrisissen die hebben plaatsgevonden in de jaren negentig niet hebben kunnen verhinderen. In de dagen die de crisis voorafgaan, ontstaan immers verwachtingen die op korte termijn veel hoger zijn dan een belasting van 0,5% of zelfs 1%. De landen die door een crisis werden getroffen, hadden steeds te maken met devaluaties van twintig, dertig en meer procent, veelal als gevolg van de massale corruptie in het betrokken land, ofwel als gevolg van het feit dat een kleine elite een groot deel van de economische koek in handen had.
Ook de variabele belasting van Spahn zou geen oplossing geboden hebben. Bovendien zou de taks slechts in werking treden als de devaluatie reeds gebeurd is en zou die tevens perfect te ontwijken zijn.
Wat de juridische aspecten betreft, collega's, wil ik verwijzen naar het EG-Verdrag dat het vrij verkeer van kapitaal binnen de Europese Unie garandeert. Volgens dat Verdrag, meer bepaald volgens artikel 56, zijn alle beperkingen van het kapitaalverkeer tussen lidstaten onderling en tussen lidstaten en derdelanden verboden. In februari 2001 stelde een Zweeds lid van het Europees Parlement daarover een parlementaire vraag inzake de verenigbaarheid van artikel 56 van het EG-Verdrag, enerzijds en de Tobin-belasting, anderzijds. Het antwoord van de Commissie was negatief, in die zin dat zij van oordeel was dat de invoering van de oorspronkelijke Tobin-taks wellicht strijdig zou zijn met artikel 56, zelfs indien zij op communautair niveau zou worden doorgevoerd. Bijgevolg bestaat er op dat vlak dus geen consensus over de juridische haalbaarheid van een Tobin-taks binnen de Europese Unie, laat staan dat wij een akkoord of een consensus hebben op wereldvlak.
Tot slot, is er nog een aantal politieke aspecten. De zojuist aangehaalde argumenten hangen natuurlijk nauw samen met politiek aspect. Immers, een wereldwijde invoering van een belasting betekent dat de heffingsbevoegdheid en de her-allocatiebevoegdheid van de nationale staten ingeperkt worden. Voor België zou de invoering van een Tobin-taks in principe natuurlijk mogelijk zijn, op voorwaarde dat ook de globale belastingsdruk niet toeneemt, een van die Belgische illusies die wij na vijf jaar beleid van liberalen en socialisten nog onder ogen moeten zien, in die zin dat de globale belastingsdruk nog steeds niet spectaculair of in belangrijke mate is gedaald.
De nieuwe belasting zou dus gepaard moeten gaan met een verlaging of de afschaffing van andere inkomstenbronnen. Bovendien, zoals ik daarjuist al heb gezegd, kan België niet alleen die Tobin-taks invoeren daar die taks verband houdt met valuta. Door het feit dat ons land en alle andere landen van de eurozone, de bevoegdheid over het beheer van hun munt heeft afgestaan aan de Europese Centrale Bank, moet een Tobin-taks onvermijdelijk in samenspraak met de Europese partners geregeld worden. Tot nu toe hebben slechts zeer weinig landen de uitzondering is Frankrijk zich expliciet voor een Tobin- taks uitgesproken. Over het algemeen worden de motieven, namelijk een grotere beleidsautonomie, de stabilisatie van wisselkoersen en het tegengaan van speculatie, weliswaar onderschreven, maar er wordt aan getwijfeld of de Tobin-taks of de Spahn-varianten wel het aangewezen middel zijn om die doelstellingen te halen en of de maatregel uitvoerbaar en controleerbaar is.
Bijgevolg durf ik eraan te twijfelen of bij de invoering van zo'n taks aan de oorspronkelijke doelstelling wel zal worden voldaan, te weten het stabiliseren van de wisselkoersen en het afremmen van de speculatieve kapitaalstromen. In plaats van de symptomen te bestrijden moet, denk ik, het probleem aan de bron worden aangepakt. Waarom bijvoorbeeld geen systeem uitwerken voor tijdelijke controles op de in- en uitvoer van kapitaal, in plaats van belastingen te heffen op financiële transacties? Zo'n controle kan perfect door het IMF worden opgelegd gezien het IMF de bevoegdheid heeft om de macro-economische situatie van een land of van landen op te volgen en bijgevolg perfect kan ingrijpen. Eens het systeem bestaat en het betrokken land opnieuw voldoet aan de internationale monetaire, financiële en economische normen, kunnen de kapitaalbeperkingen uiteraard gradueel worden opgeheven. In het geval van een controlesysteem is het dus duidelijk dat dit aan strenge voorwaarden moet voldoen en slechts tijdelijk van aard mag zijn.
Het Vlaams Blok is voorstander van maatregelen die de werking van een vrije markt waar nodig corrigeren en dit op een gecontroleerde en niet schadelijke manier. Bovendien zijn wij voorstander van een sociaal en ecologisch gecorrigeerde vrijemarkteconomie als middel om het welzijn en de welvaart van landen of naties te bevorderen, wat echter niet belet om corrigerend op te treden tegen ontsporingen zoals financiële speculatie en economische destabilisering als gevolg van de ongebreidelde vrijhandel.
Vandaag stemmen wij over een eerder symbolische, maar ook cosmetische wet. Symbolisch, omdat de wet in haar huidige vorm hoogstwaarschijnlijk nooit een uitvoering zal kennen. Dat vind ik zeer merkwaardig. Ik dacht dat wij er als wetgever vanuit moesten gaan wetten te maken die ten minste worden uitgevoerd op korte termijn en niet binnen twintig jaar of nooit. Cosmetisch, omdat ik van oordeel ben dat de morele voldoening die de Tobintaks belooft aan haar aanhangers of protagonisten gebaseerd is op een illusie. Ik vrees dat het dragen van een badge met een smiley daaraan niet veel zal kunnen verhelpen.
Alleszins kijken wij met belangstelling uit naar het stemgedrag van de liberale fracties. In de verschillende hoorzittingen hebben zij zich hierover op bepaalde momenten zeer kritisch uitgelaten. Wij zijn zeer geïnteresseerd in het stemgedrag van de VLD in het bijzonder, tenzij zij opnieuw gehoorzamen en plooien voor de samenhorigheid in deze meerderheid.
Zoals wellicht uit mijn betoog bleek zal mijn fractie dit wetsvoorstel niet steunen. Wij zullen zelfs tegenstemmen.
Translated text
As previous speakers have already pointed out, it was the American economist and Nobel Prize winner James Tobin who, in the early 1970s, developed a plan to introduce a tax on foreign exchange transactions to reduce the volatility of fairly fluid exchange rates such as the dollar versus the yen and the dollar versus the euro. In itself, this is not an insignificant data in a process of increasing global market integration and liberalization. It is also not insignificant to point out, colleagues, that Tobin was a fervent advocate of a free market economy. He saw the tax as an economic instrument in which any tax revenues were not the main argument for introducing the tax. He also did not see the tax as a political instrument. His intention was to splash some sand in the radar work of the excessively efficient international money markets by imposing a low proportional tax of 0.5 to 1 percent on all foreign exchange transactions. In that sense, the Tobin tax could be a means of tempering the emptiness of the Western world, Europe and America towards the Third World to safeguard our own prosperity and employment. Their
The idea of an international uniform tax on all exchange transactions from one currency to another slumbered for about twenty years. Only at times of international currency speculation such as in Mexico in 1994, in Southeast Asia in 1997, in Russia in 1998 and in Brazil in 1999 came the call to impose a tax again. In recent years, the tax has also become actual due to the rise of the so-called anti-globalistic or other-globalistic movement, which see the tax as a source of money. They see it as a new form of what I would call redistribution of wealth in response to the capitalist world order. Groups such as Attac, Brotherly Divisions, 11.11.11 and other left-to-extreme-left movements wanted to introduce the tax to finance development projects in the Third World.
James Tobin has repeatedly resisted the ideas of, among others, Attac and the politically propagandistic recovery of his idea. Tobin believed that the anti-globalists used his ideas to carry out a certain development policy with the income of the tax, with which he did not agree at all. His intention was to ⁇ a form of stabilization in the markets by counteracting short-term speculation with immense capital. The strange thing is that this has already been achieved in the European Union with the introduction of the euro. As a result, all speculation between the German mark, the French franc and other currencies from the eurozone belongs to the past.
After some disturbing waves of speculation in Asia in the 1990s, a certain Spahn came up with a variant on the Tobin tax for the day. It was a very low rate on all foreign exchange transactions at normal times and a high surcharge in times of intense currency speculation. At first glance, it seems to be a refinement, but I fear that such a mechanism in practice becomes even more difficult to implement. Both Tobin and Spahn were aware that a tax on international capital movements is not so realisable.
Therefore, Mr. Speaker, I would like to use my speaking time to draw attention to a number of technical, economic, legal and political issues.
Colleagues, in terms of technical aspects, in order to prevent market distortions as much as possible, the tax base should be as broad as possible. No economic operator should therefore be excluded. However, we note that in today’s financial markets all sorts of derivatives and futures contracts are increasingly used. A net tax on exchange transactions would therefore only lead to evasion through other financial products. Therefore, the question arises how the taxable basis should be defined and which transactions are taxable in that case.
The collection and redistribution of taxes will also pose problems. Some suggest that this should be done by a supranational institution, such as the World Bank or the International Monetary Fund, but opinions are also divided. Some organizations even regard the IMF and the World Bank as undemocratic institutions. They do not consider that they are eligible to ensure the distribution of revenue. Even if a tax is chosen, it must also be determined how it will be administered – which is another technical aspect – and at what international uniform rate.
In addition to these not insignificant obstacles, the question arises how to distinguish between speculative and non-speculative cash flows, such as investment capital. This can only be done if the intention of the economic operator is known. A tax on exchange transactions implies that all transactions are taxed. This also means that normal trade transactions would fall within the scope of the tax, which of course has an impact on the economic transactions. In our view, that may not be the intention.
Colleagues, in terms of economic aspects, according to the Bank for International Payments, sales on the international foreign exchange markets amounted to an average of US$1,500 billion per day over the past few years. That is about six times the Belgian gross domestic product. A 1% global transaction tax, if taken as a static tax which is not evidence in itself, would yield approximately $15 billion per day or $3,750 billion annually. Some experts and economic specialists are of the opinion that this amount should be sharply nuanced.
Furthermore, we know from the discussions and hearings that there is far from an international consensus on the introduction of this tax. As long as it is not introduced globally, the tax has little meaning in our opinion. Much of the exchange transactions will simply move to those countries where the tax does not exist.
It should also be noted that there is a major misconception about the extent of speculation in the foreign exchange markets. Proponents of the tax almost always assume that the vast majority of transactions are merely speculative movements. Professor De Grauwe, professor of economics at KU Leuven and former VLD senator, an unmistakable source on the subject, points out that this is not quite the case. Approximately 80% of these transactions involve risk coverage, which with a difficult term is described as hedging. It is about buying and selling dealers who want to cover themselves against price fluctuations. Just today, colleagues, I read in De Tijd that from the autumn the Belgian banks can also offer leverage funds – which will be the Dutch name for it – for private investors, where leverage funds in reality use derivative products to be better covered against price drops and, above all, to speculate much more grossly in a rising market. How should these two be joined together?! This seems to me contradictory. To the extent that these transactions are affected by the tax, in my opinion, the coverage will decrease and the volatility could increase. Their
According to Tobin’s original idea, the liberalization and globalization of the financial markets would lead to higher fluctuations in exchange rates. If we look at the history since the early 1980s, the industrial world is experiencing a sharp increase in international capital flows. This undoubtedly led to a very strong expansion of daily turnover on the foreign exchange markets. Despite this increase in foreign exchange transactions, there is no conclusive evidence to date that the volatility rate between the major currencies has increased. On the contrary, research would even show that volatility has decreased slightly over the last decade, which naturally undermines Tobin’s position.
Moreover, a Tobin tax would not have been able to prevent the exchange rate crises that occurred in the 1990s. After all, in the days leading up to the crisis, expectations arise that are much higher in the short term than a tax of 0,5% or even 1%. The countries affected by a crisis have always faced devaluations of twenty, thirty and more percent, often due to the mass corruption in the country concerned, or because of the fact that a small elite held a large portion of the economic cake.
Even the variable tax of Spahn would not have offered a solution. Furthermore, the tax would only come into effect if the devaluation has already occurred and would also be perfectly avoidable.
As regards the legal aspects, I would like to refer to the EC Treaty, which guarantees the free movement of capital within the European Union. Under that Treaty, in particular Article 56, all restrictions on capital movements between Member States and between Member States and third countries are prohibited. In February 2001, a Swedish member of the European Parliament asked a parliamentary question on the compatibility of Article 56 of the EC Treaty, on the one hand, and the Tobin tax, on the other. The Commission’s response was negative, in the sense that it held that the introduction of the original Tobin tax could be incompatible with Article 56, even if it was implemented at Community level. Consequently, there is no consensus on the legal feasibility of a Tobin tax within the European Union, let alone a global agreement or consensus.
Finally, there are a number of political aspects. Of course, the arguments mentioned above are closely linked to the political aspect. After all, a global introduction of a tax means that the taxation power and the redistribution power of the national states are limited. For Belgium, the introduction of a Tobin tax would in principle, of course, be possible, provided that the global tax pressure does not increase, one of those Belgian illusions that we must still face after five years of policy by liberals and socialists, in the sense that the global tax pressure is still not spectacularly or significantly reduced. Their
The new tax should therefore be accompanied by a reduction or abolition of other sources of income. Moreover, as I have just said, Belgium cannot only introduce that Tobin tax because that tax is related to currency. Because our country and all other countries of the euro area have handed over the control of their currencies to the European Central Bank, a Tobin tax must inevitably be arranged in consultation with European partners. So far, only very few countries – with the exception of France – have explicitly voted in favour of a Tobin tax. In general, the motives, namely a greater policy autonomy, the stabilisation of exchange rates and the counter-speculation, are supported, but there are doubts as to whether the Tobin tax or the Spahn variants are the appropriate means to ⁇ those objectives and whether the measure is feasible and controllable.
Consequently, I dare to doubt whether the introduction of such a tax will satisfy the original objective of stabilizing exchange rates and curbing speculative capital flows. Instead of fighting the symptoms, I think, the problem should be addressed at the source. For example, why not develop a system for temporary controls on capital inputs and outputs, instead of taxing financial transactions? Such a control can be perfectly imposed by the IMF since the IMF has the power to monitor the macroeconomic situation of a country or countries and therefore can intervene perfectly. Once the system exists and the country concerned again meets international monetary, financial and economic standards, the capital constraints can of course be gradually lifted. In the case of a control system, it is therefore clear that it must meet strict conditions and should only be of a temporary nature.
The Flemish Bloc supports measures that correct the functioning of a free market where necessary and this in a controlled and non-harmful way. In addition, we are in favor of a socially and ecologically corrected free market economy as a means of promoting the well-being and prosperity of countries or nations, which, however, does not prevent corrective action against disruptions such as financial speculation and economic destabilization due to unrestricted free trade.
Today we vote on a formerly symbolic, but also cosmetic law. Symbolic, because the law in its current form will most likely never know an implementation. I find this very strange. I thought that we as legislators should start by making laws that are implemented at least in the short term and not in twenty years or never. Cosmetically, because I believe that the moral satisfaction that the Tobintaks promises to its followers or protagonists is based on an illusion. I fear that wearing a badge with a smiley will not help much.
We look forward to the voting behavior of the liberal groups. In the various hearings, they have been very critical about this at certain times. We are very interested in the voting behavior of the VLD in particular, unless they again obey and bend for cohesion in this majority. Their
As may be shown from my speech, my group will not support this bill. We will even vote against.
#6
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, nous examinons aujourd'hui une proposition de loi visant à mettre sur pied un mode de taxation devenu célèbre sous l'appellation de taxe Tobin.
Déjà lors de la dernière législature, des auditions avaient été menées dans le cadre de l'instauration en droit belge d'une taxe de type Tobin- Spahn. Pour rappel, il s'agit d'une taxe frappant les transactions financières. Elle a un double but. D'abord, récolter des fonds qui seront destinés à financer la coopération au développement. Dans cette optique une taxe de faible importance est prévue. Ensuite, porter un frein aux opérations de spéculation. Ces opérations sont perçues comme des attaques contre des monnaies, provoquant l'enrichissement du spéculateur et entraînant une crise monétaire dans le pays dont la monnaie en est victime.
Par conséquent, une taxe forte devait être prévue. Il s'agit d'une idée noble, généreuse, symbolique et porteuse de passion. Elle permettrait, selon les estimations, de dégager des sommes importantes destinées à la coopération au développement. L'utilisation de ces sommes donnerait des résultats probants et efficaces.
Au-delà de ces objectifs, qui n'appellent pas la critique et auxquels n'importe quel démocrate peut souscrire, il convient d'examiner les moyens mis en oeuvre pour y aboutir. Il s'agit de s'interroger sur l'instrument utilisé.
Tout d'abord, en ce qui concerne la libération de fonds, peut-être serait-il intéressant de rappeler que l'argent n'est pas une condition première au développement. Dégager des sommes importantes sans avoir des plans d'encadrement à long terme et de transmission progressive de connaissances économiques ne servirait à rien. L'accent doit donc être mis sur l'encadrement et la mise sur pied de structures plutôt que sur le financement pur et simple. Certains diront à raison que l'encadrement et la mise sur pied de structures ne se font que grâce au déblocage de moyens financiers.
J'en arrive donc à un autre point, la taxe Tobin. Les avantages ont été évoqués. Parlons désormais des inconvénients. Il semble que ce symbole de la lutte contre les spéculateurs et les crises financières soit doté d'une aura telle qu'il est impossible, impensable et sacrilège d'envisager l'éventualité d'une critique à l'égard de la taxe Tobin- Spahn. Ne soyons pas frileux, ne soyons pas démagogues! Cette idée comme tous les produits de l'activité humaine est imparfaite. L'imperfection de la mise en oeuvre concrète d'un projet dépasse parfois la légitimité de son but de manière telle qu'il vaut mieux y renoncer et chercher dans une autre direction.
Evoquons tout d'abord l'effet pervers d'une telle taxe. Cette taxe aurait pour effet de porter un frein à l'activité économique d'un pays. En effet, toute activité transfrontalière se faisant en deux devises est présumée spéculative lorsqu'elle se déroule en période dite trouble. Une telle présomption est inapplicable en pratique ou alors au prix de nombreux abus et de conséquences néfastes.
Voyez l'exemple d'une PME belge qui passe un contrat de fournitures avec un fournisseur grossiste américain. Le contrat dispose de certains termes à la date desquels le paiement devra être effectué, comme c'est régulièrement l'usage. Un délai plus ou moins long est prévu. Si à la date du paiement, une période trouble est en cours, la transaction prévue de longue date sera présumée spéculative et frappée d'une taxe prohibitive. Les conséquences néfastes sont prévisibles: impossible pour l'un de remplir son contrat, pertes importantes et difficultés financières.
De nombreux arguments vont contrer cette hypothèse, par exemple l'instauration d'un montant minimum à la transaction. Cet argument est facilement démonté par la réalité de la finance internationale qui veut que les opérations financières internationales passent par des banques qui disposent évidemment des structures, des fonds, des contacts, des liens nécessaires pour procéder à ces opérations de manière rapide et sécurisée. Les banques ne traitent cependant pas les dossiers séparément et individuellement. Elles agissent en cumulant les montants, ce qui leur permet de traiter plusieurs transactions en une seule fois. Il est plus que probable que dans ce cas le volume dépassera certainement le taux minimum exigé pour qu'on puisse parler de transaction spéculative.
Il convient également de mentionner l'effet bénéfique que certaines opérations peuvent avoir sur la stabilité internationale. Certaines spéculations peuvent permettre d'attirer l'attention des responsables internationaux sur les problèmes structurels de certaines économies et les pousser à y remédier. En outre, ces spéculations peuvent permettre de déceler la volonté de certaines banques centrales de procéder à une dévaluation de leur monnaie pour la faire ensuite remonter brutalement par l'une ou l'autre opération économique et boursière. La spéculation financière qui pousserait à acheter une monnaie bon marché lorsqu'on sait qu'elle va remonter aura donc un effet stabilisateur car elle fera remonter progressivement le cours de celle-ci.
Il ne faut pas perdre de vue les effets bénéfiques du transfert rapide et non coûteux de fonds d'une banque à une autre. L'histoire peut fournir des exemples de faillites bancaires dont les conséquences ont eu des répercussions internationales, touchant principalement des déposants et des créanciers. Le risque de contagion en finance internationale est très important. Cependant, l'instauration d'une taxe et de freins aux transactions internationales supprimerait la meilleure arme dont disposent les maisons mères pour contrer une telle contagion. Nous parlons évidemment du financement. Des banques peuvent en effet être sauvées rapidement et sans conséquences pour les déposants et les petits épargnants, par le biais de transferts rapides de fonds, d'achat d'actions et d'augmentations de capital par la maison mère. De telles manoeuvres seraient impossibles si une taxe frappant des transactions financières venait mettre un frein à celles-ci.
En outre, ne soyons pas dupes, l'instauration d'une taxe de type Tobin provoquerait rapidement l'instauration d'un marché parallèle et non contrôlé sur lequel auront lieu les transactions.
Ce marché serait d'autant plus obscur qu'il aurait pour but et objet de contourner la mise sur pied de cette taxe. Ce marché parallèle aurait d'autres répercussions néfastes. Il existe en effet une série d'accords entre banques centrales dont le but est de promouvoir une stabilité financière et une solidité et sécurité monétaire. Ces accords sont plus connus sous le nom d'accords de Bâle. Ces accords, rappelons-le, adoptés entre professionnels du secteur, portent sur le quota de fonds propres, la surveillance des filiales et des succursales, les opérations, les positions de change et tant d'autres, qu'il serait fastidieux et inutile de procéder à un inventaire exhaustif.
Ces accords ne sont cependant pas parfaits, nous le savons, et sont parfois contournés, malheureusement. Des scandales financiers tels que ceux de la Banque de crédit et de commerce international ont montré une fragilité de la sécurité des marchés financiers ainsi que la créativité des personnes qui veulent contourner les réglementations. Le fait d'instaurer un frein à la circulation des monnaies et des transactions donnerait aux spéculateurs une occasion supplémentaire d'exploiter les failles d'un système et révélerait une volonté de contourner ce frein au détriment de la transparence et de la sécurité du système tout entier.
Nous pourrions émettre une succession d'arguments contre l'instauration d'une taxe sur les transactions financières. Nous ne procéderons pas à un examen précis et exhaustif de chaque cas mais nous terminerons par une remarque générale qui reprend l'argument le plus important contre l'instauration d'une telle taxe.
La mise sur pied d'une taxe de type Tobin en Belgique aurait pour seul et unique résultat de voir les transactions financières internationales se dérouler à l'étranger. Toutes les banques internationales quitteraient notre territoire ainsi que tous les organismes de révisorat d'entreprises qui ont une activité internationale. Une telle initiative au sein de la zone euro aurait pour conséquence de voir les spéculateurs privilégier les places financières de Londres. Une mise en place au niveau de l'Union européenne verrait une délocalisation des transactions financières vers des villes américaines, suisses ou autres. D'où cette remarque finale: le but de cette taxe est louable. Renforcer les moyens financiers de la coopération au développement fait partie des volontés de tous les démocrates soucieux de la situation des êtres humains dans le monde. Le fait de freiner les spéculations financières destructrices et égoïstes participe à la même volonté d'empêcher une personne seule, pour son seul intérêt, de provoquer des catastrophes financières aux conséquences tragiques.
Tout le monde est d'accord sur ce point. L'instauration d'une taxe de type Tobin constituerait un outil non-négligeable. Nous sommes donc tous sur la même longueur d'onde. Le problème ne réside pas dans l'effet bénéfique de cette taxe mais plutôt dans son utilisation. Nous avons évoqué les effets pervers de cette taxe mais nous n'ignorons pas qu'une réflexion attentive, intelligente permettra d'y répondre et d'y remédier. Soyons clairs: cette taxe ne peut avoir qu'un caractère mondial. Sa création, sa mise en oeuvre au seul niveau belge, voire même au niveau européen, n'aurait absolument aucun sens et provoquerait plus de dommages que de bénéfices.
Je reviens d'ailleurs sur cette recommandation adoptée par le groupe de travail consacré à la mondialisation.
Parmi les amendements proposés par un groupe politique que je ne citerai pas, nous pouvions retrouver une considération selon laquelle, je cite, "la stabilité financière devrait être considérée comme un bien public mondial". Nous sommes parfaitement d'accord avec cette prise de position. C'est la raison pour laquelle nous avons voté cet amendement. Mais alors une question me taraude: comment peut-on assurer la mise en oeuvre d'un bien public mondial en agissant seulement au niveau européen? Si encore cette action était coordonnée au niveau européen, elle pourrait avoir une faible influence. Mais ce n'est même pas le cas. La loi prévoit son entrée en vigueur au moment où, je cite, "les Etats membres de l'Union économique et monétaire auront prévu une telle loi dans leur législation ou qu'une directive ou un règlement européen aura été adopté". Il n'est même pas exigé que la taxe soit la même, que les mesures d'application soient identiques, que l'assiette soit la même d'un Etat à un autre. Il n'est pas prévu non plus que cette taxation entrera en vigueur de manière effective en même temps.
La mise en oeuvre d'une taxe de type Tobin dans la seule zone euro aurait pour seule conséquence, je le rappelle, une délocalisation des centres de transaction dans d'autres pays et vers d'autres places financières. Une délocalisation des opérations financières internationales provoquerait cette conséquence de voir la place désertée et perdre un instrument important: le contrôle.
C'est la raison pour laquelle il faut s'opposer avec force à l'idée de voir instaurer une taxe de type Tobin-Spahn à une échelle inférieure à celle de l'OCDE. Compte tenu du fait que cette taxe vise à freiner les transactions spéculatives destructrices internationales et à financer la coopération au développement au moyen d'un prélèvement sur des transactions financières internationales, une telle taxe ne peut se concevoir qu'au niveau international. L'envisager au seul niveau européen ne ferait qu'isoler l'Europe. Cette taxe ne peut être efficace qu'en étant mondiale; je le répète.
A supposer qu'une taxe mondiale puisse être possible, encore faut-il que des structures soient prévues et mises sur pied de manière effective afin de franchir des obstacles techniques. D'aucuns diront que des obstacles techniques ne doivent pas constituer un mur devant la volonté et les symboles politiques attachés à l'instauration d'une telle taxe.
Au-delà de la sincérité des auteurs du projet, monsieur Van der Maelen, non remise en doute et tout à fait louable, nous devons rappeler qu'il s'agit d'un instrument économique. On ne manipule pas des outils fiscaux, et encore moins lorsqu'ils ont un caractère international.
Les conséquences en seraient trop graves et très tragiques. La technique fait partie de l'application de la loi. S'en tenir à la seule symbolique est futile et inutile. Si une loi doit être rédigée, c'est pour être appliquée. La technique doit donc impérativement être prise en compte. Qui va définir l'assiette de la taxe, son montant, l'institution compétente pour en assurer le recouvrement, les autorités judiciaires qui auront le pouvoir d'en vérifier la juste et entière application, les institutions chargées de récolter les fruits de la taxe, de l'archiver, de mettre sur pied des dossiers dans lesquels les activités de chaque débiteur de la taxe seront répertoriées? Voilà tant de questions, mais ma liste n'est pas exhaustive, auxquelles les propositions déposées ne répondent pas. Ces réponses sont, néanmoins, nécessaires.
En conclusion, chers collègues, nous reviendrons sur les deux objections principales à l'instauration actuellement d'une taxe de type Tobin-Spahn. La première, la plus importante, porte sur le caractère mondial de la taxe. Cette dernière n'a de sens que si elle a un caractère largement international. L'eurozone ne suffit pas. D'autres pays impliqués dans les transactions financières internationales doivent adopter un tel instrument et le mettre en oeuvre de manière effective. La deuxième objection concerne cette application effective. Des structures internationales dotées de pouvoir de coercition doivent être prévues, créées, ce qui n'est pas encore le cas à l'heure actuelle.
Pour toutes ces raisons, mesdames, messieurs, chers collègues, nous estimons que la taxe Tobin ne doit pas faire l'objet d'une loi en Belgique et que seul un consensus au niveau de l'OCDE pourrait permettre une adoption de celle-ci. Pourquoi n'a-t-on pas rédigé une proposition de résolution et demandé au gouvernement de porter ce projet au niveau international? Je le répète, nous sommes favorables au symbole positif que cela peut apporter aux populations victimes de la spéculation sauvage et aux peuples qui bénéficient de la coopération au développement. Nous sommes favorables à l'idée qu'il faut freiner la première et augmenter la seconde, mais nous ne sommes pas favorables à l'instrument tel qu'il est présenté. Il s'agit, je regrette de le dire, d'un texte incomplet, inapplicable, mauvais et qui ne mérite pas d'être voté.
Pour toutes ces raisons, le groupe MR s'abstiendra.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, today we are examining a bill proposing to establish a tax mode that became famous under the name Tobin tax.
Already during the last parliamentary term, hearings had been conducted in the context of the introduction in Belgian law of a Tobin-Span tax. This is a tax on financial transactions. It has a double purpose. First, collect funds that will be used to finance development cooperation. In this regard, a small tax is planned. Then put a brake on speculation operations. These operations are perceived as attacks on currencies, causing the speculator to enrich and resulting in a monetary crisis in the country whose currency is the victim.
Therefore, a high tax should be envisaged. It is a noble, generous, symbolic and passionate idea. It would, according to estimates, allow for significant amounts to be allocated to development cooperation. The use of these amounts would give proven and effective results.
Beyond these goals, which do not call for criticism and to which any Democrat can subscribe, it is necessary to examine the means employed to ⁇ them. The question is about the instrument used.
First of all, when it comes to the release of funds, it might be interesting to recall that money is not a prerequisite for development. Drawing out significant amounts without having long-term management plans and progressive transmission of economic knowledge would be useless. Therefore, the emphasis should be placed on the framework and establishment of structures rather than on pure financing. Some will rightly say that the frameworking and setting up of structures can only be done through the unlocking of financial resources.
Then comes another point, the Tobin tax. The benefits have been mentioned. Now let’s talk about the disadvantages. It seems that this symbol of the struggle against speculators and financial crises is endowed with an aura such that it is impossible, unthinkable and sacrilegious to consider the possibility of a criticism of the Tobin-Span tax. We are not demagogues, we are not demagogues. This idea, like all products of human activity, is imperfect. The imperfection of the concrete implementation of a project sometimes exceeds the legitimacy of its purpose in such a way that it is better to give it up and look in another direction.
Let us first mention the perverse effect of such a tax. This tax would have the effect of putting a brake on the economic activity of a country. Any cross-border activity that takes place in two currencies is presumed to be speculative when it takes place in a so-called turbulent period. Such a presumption is inapplicable in practice or then at the cost of many abuses and adverse consequences.
Take the example of a Belgian SME that concludes a supply contract with a U.S. wholesale supplier. The contract has certain terms on the date on which the payment will have to be made, as it is regular usage. A more or less lengthy period is planned. If at the date of payment, a troublesome period is in progress, the long-term planned transaction will be presumed to be speculative and be hit with a prohibitive tax. The adverse consequences are predictable: impossible for one to fulfill his contract, significant losses and financial difficulties.
Many arguments will contradict this hypothesis, for example the introduction of a minimum amount to the transaction. This argument is easily demonstrated by the reality of international finance that means that international financial operations go through banks that obviously have the structures, funds, contacts, links necessary to carry out these operations in a fast and secure manner. However, the banks do not handle the files separately and individually. They act by cumulating amounts, allowing them to process multiple transactions at once. It is more than likely that in this case the volume will surely exceed the minimum rate required to speak of speculative transaction.
It is also worth mentioning the beneficial effect that certain operations may have on international stability. Certain speculations can bring the attention of international leaders to the structural problems of certain economies and encourage them to address them. Furthermore, these speculations may allow to detect the will of some central banks to carry out a devaluation of their currency to subsequently make it rise abruptly by one or the other economic and stock market operation. Financial speculation that would drive to buy a cheap currency when it is known that it will go up will therefore have a stabilizing effect as it will gradually raise the price of the currency.
We should not lose sight of the beneficial effects of the quick and inexpensive transfer of funds from one bank to another. History can provide examples of bankruptcies whose consequences have had international repercussions, primarily affecting depositors and creditors. The risk of contagion in international finance is very significant. However, imposing a tax and brakes on international transactions would eliminate the best weapon that mothers have to counter such a contagion. Of course we are talking about financing. Banks can be saved quickly and without consequences for depositors and small savers, through quick fund transfers, purchase of shares and capital increases by the parent home. Such manoeuvres would be impossible if a tax on financial transactions would bring a brake to them. by
In addition, let’s not be fooled, the introduction of a Tobin type tax would quickly lead to the establishment of a parallel, uncontrolled market on which transactions will take place.
This market would be all the more obscure as its purpose and purpose would be to circumvent the establishment of this tax. This parallel market would have other negative repercussions. There is indeed a series of agreements between central banks aimed at promoting financial stability and monetary solidity and security. These agreements are better known as the Basel Agreements. These agreements, remember, adopted between industry professionals, cover the equity quota, the supervision of subsidiaries and branches, operations, foreign exchange positions and so many others, that it would be tired and unnecessary to carry out an exhaustive inventory.
These agreements, however, are not perfect, we know, and are sometimes bypassed, unfortunately. Financial scandals such as those of the Bank of Credit and International Trade have shown the fragility of the security of financial markets as well as the creativity of people who want to bypass regulations. The introduction of a brake to the circulation of currencies and transactions would give speculators an additional opportunity to exploit the weaknesses of a system and would reveal a willingness to bypass that brake at the expense of the transparency and security of the entire system.
We could issue a succession of arguments against the introduction of a financial transaction tax. We will not conduct an exhaustive and exhaustive examination of each case, but we will conclude with a general comment that takes up the most important argument against the introduction of such a tax.
The introduction of a Tobin type tax in Belgium would have the sole result of seeing international financial transactions take place abroad. All international banks would leave our territory as well as all corporate audit bodies that have international activity. Such an initiative within the eurozone would result in speculators preferring London’s financial places. A implementation at the European Union level would see a relocation of financial transactions to U.S., Swiss or other cities. Hence this final note: the purpose of this tax is praised. Strengthening the financial means of development cooperation is part of the will of all Democrats concerned with the situation of human beings in the world. The fact of curbing destructive and selfish financial speculation participates in the same desire to prevent a person alone, for his sole interest, from causing financial catastrophes with tragic consequences.
Everyone agrees on this point. The introduction of a Tobin type tax would be a non-negligible tool. We are all on the same wavelength. The problem is not in the beneficial effect of this tax but rather in its use. We have talked about the perverse effects of this tax, but we do not ignore that a careful, intelligent reflection will respond to it and remedy it. Let us be clear: this tax can only have a global character. Its creation, its implementation only at the Belgian level, or even at the European level, would have absolutely no meaning and would cause more damage than profits. by
I would like to return to this recommendation adopted by the Working Group on Globalization.
Among the amendments proposed by a political group that I will not cite, we could find a consideration that, I quote, “financial stability should be considered as a global public good.” We fully agree with this position. That is why we voted for this amendment. But then a question raises me: how can one ensure the implementation of a global public good by acting only at the European level? If this action was coordinated at the European level, it could have little influence. But this is not even the case. The law provides for its entry into force at the time, I cite, “the Member States of the Economic and Monetary Union shall have provided for such a law in their legislation or that a European directive or regulation has been adopted.” It is not even required that the tax be the same, that the measures of enforcement be the same, that the basis be the same from one State to another. Nor is it planned that this taxation will come into effect effectively at the same time.
The implementation of a Tobin type tax in the euro area alone would have as the sole consequence, I recall, a relocation of transaction centers to other countries and to other financial places. A relocalization of international financial operations would cause this consequence of seeing the square deserted and losing an important instrument: control.
This is why we must strongly oppose the idea of introducing a Tobin-Spahn tax on a lower scale than that of the OECD. Given that this tax is intended to curb destructive international speculative transactions and to finance development cooperation through a tax on international financial transactions, such a tax can only be conceived at the international level. Considering it only at the European level would only isolate Europe. This tax can only be effective by being global; I repeat it.
Assuming that a global tax may be possible, structures must be planned and put in place effectively to overcome technical obstacles. Some will say that technical obstacles should not constitute a wall against the will and political symbols attached to the introduction of such a tax.
Beyond the sincerity of the authors of the project, Mr. Van der Maelen, undisputed and quite praiseworthy, we must recall that this is an economic instrument. Tax instruments are not manipulated, and even less when they have an international character.
The consequences would be too serious and very tragic. Technology is part of law enforcement. To stick to the only symbol is futile and useless. If a law is to be drafted, it is to be enforced. The technique must therefore be taken into account. Who will determine the basis of the tax, its amount, the institution competent to ensure its recovery, the judicial authorities who will have the power to verify its correct and complete application, the institutions responsible for collecting the fruits of the tax, for archiving it, for setting up records in which the activities of each tax debtor will be listed? There are so many questions, but my list is not exhaustive, which the submitted proposals do not answer. These answers are, however, necessary. by
In conclusion, we will return to the two main objections to the current introduction of a Tobin-Spahn tax. The first, and most important, concerns the global character of the tax. The latter only makes sense if it has a largely international character. The Eurozone is not enough. Other countries involved in international financial transactions must adopt such an instrument and implement it effectively. The second objection concerns this effective application. International structures with coercive power must be planned, created, which is not yet the case at the present time.
For all these reasons, ladies, gentlemen, dear colleagues, we believe that the Tobin tax should not be the subject of a law in Belgium and that only a consensus at the OECD level could allow its adoption. Why wasn’t a draft resolution drafted and asked the government to bring this project internationally? I repeat, we are in favor of the positive symbol that this can bring to the populations victims of wild speculation and to the peoples who benefit from development cooperation. We are in favor of the idea that the first should be curtailed and the second increased, but we are not in favor of the instrument as it is presented. This is, I regret to say, an incomplete, inapplicable, bad text and which does not deserve to be voted.
For all these reasons, the group will abstain.
#7
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, waarde collega's, zoals door voorgaande sprekers reeds werd aangegeven, was het de Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar James Tobin, die in het begin van de jaren zeventig een plan ontwikkelde om een belasting op wisseltransacties in te voeren om de volatiliteit van vrij vlottende wisselkoersen zoals de dollar versus de yen en de dollar versus de euro te verminderen. Op zichzelf is dat geen onbelangrijk gegeven in een proces van toenemende mondiale marktintegratie en liberalisering. Het is ook niet onbelangrijk om aan te stippen, collega's, dat Tobin een fervent voorstander was van een vrije markteconomie. Hij zag de taks als een economisch instrument waarbij eventuele belastingopbrengsten niet het belangrijkste argument waren om de taks in te voeren. Hij zag de taks evenmin als een politiek instrument. Zijn bedoeling was om wat zand in het radarwerk van de buitensporige efficiënte internationale geldmarkten te strooien door op alle valutatransacties een lage proportionele belasting van 0,5 tot 1 procent te heffen. In die zin zou de Tobin-taks een middel kunnen zijn om de leegloop van de Westerse wereld, Europa en Amerika in de richting van de Derde Wereld wat te temperen om onze eigen welvaart en werkgelegenheid te vrijwaren.
De idee van een internationale uniforme taks op alle wisselverrichtingen van de ene munt in de andere sluimerde gedurende zo'n twintig jaar. Slechts op momenten van internationale muntspeculatie zoals in Mexico in 1994, in Zuid-Oost Azië in 1997, in Rusland in 1998 en in Brazilië in 1999 kwam de roep om een taks in te voeren weer naar voor. Afgelopen jaren kwam de taks bovendien in de actualiteit door de opkomst van de zogenaamde antiglobalistische of andersglobalistische beweging, die de taks als een geldbron zien. Zij zien het als een nieuwe vorm van wat ik herverdeling van rijkdom zou willen noemen als antwoord op de kapitalistische wereldorde. Groepen zoals Attac, Broederlijk Delen, 11.11.11 en andere linkse tot extreem-linkse bewegingen wilden de taks invoeren om ontwikkelingsprojecten in de Derde Wereld te financieren.
James Tobin heeft zich steeds verzet tegen de ideeën van onder andere Attac en de politiek propagandistische recuperatie van zijn idee. Tobin was van mening dat de antiglobalisten zijn ideeën gebruikten om met de opbrengst van de taks een bepaalde ontwikkelingspolitiek te voeren, waarmee hij het helemaal niet eens was. Zijn bedoeling was een vorm van stabilisatie op de markten te realiseren door de kortetermijnspeculaties met immense kapitalen tegen te gaan. Het merkwaardige is dat dat in de Europese Unie al gerealiseerd is door de invoering van de euro. Hierdoor behoren alle speculaties tussen de Duitse mark, de Franse franc en andere munten uit de eurozone tot het verleden.
Na enkele ontwrichtende speculatiegolven in Azië in de jaren negentig kwam er een zekere Spahn met een variant op de Tobin-taks voor de dag. Het ging om een zeer laag tarief op alle valutatransacties in normale tijden en een hoge toeslag in tijden van intense muntspeculatie. Op het eerste gezicht lijkt dat een verfijning, maar ik vrees dat zo'n mechanisme in de praktijk nog moeilijker te implementeren valt. Zowel Tobin als Spahn waren zich ervan bewust dat een belasting op internationale kapitaalbewegingen niet zo maar realiseerbaar is.
Bijgevolg zou ik van mijn spreektijd willen gebruikmaken, mijnheer de voorzitter, om toch een aantal problemen op het technische, economische, juridische en het politieke vlak onder de aandacht te brengen.
Collega's, wat de technische aspecten betreft, om marktverstoringen zoveel mogelijk tegen te gaan, moet de belastinggrondslag zo ruim mogelijk zijn. Geen enkele marktdeelnemer zou dus uitgesloten mogen worden. Wij stellen echter vast dat in de hedendaagse financiële markten steeds meer wordt gebruikgemaakt van allerlei afgeleide producten en termijncontracten. Een zuivere belasting op wisselverrichtingen zou dus enkel leiden tot ontduiking via andere financiële producten. De vraag rijst dan ook hoe de belastbare basis gedefinieerd moet worden en welke transacties in dat geval belastbaar zijn.
Ook de inning en de herverdeling van de taksen zullen problemen stellen. Sommigen stellen voor om die te laten doen door een supranationale instelling, zoals de Wereldbank of het Internationaal Monetair Fonds, maar ook daarover zijn de meningen verdeeld. Een aantal organisaties beschouwen het IMF en de Wereldbank zelfs als ondemocratische instituten. Zij zijn niet van oordeel dat zij in aanmerking komen om voor de verdeling van de opbrengsten te zorgen. Zelfs indien er voor een taks wordt gekozen, moet ook nog bepaald worden op welke wijze ze administratief verwerkt wordt — dat is een ander technisch aspect — en tegen welk internationaal uniform tarief.
Naast deze niet onbelangrijke obstakels rijst de vraag hoe men het onderscheid kan maken tussen speculatieve en niet-speculatieve geldstromen, bijvoorbeeld investeringskapitaal. Dit kan enkel als de intentie van de marktdeelnemer bekend is. Een taks op wisselverrichtingen impliceert dat alle transacties belast worden. Dit betekent dus ook dat normale handelstransacties onder de toepassing van de belasting zouden vallen, wat natuurlijk een weerslag heeft op de economische verrichtingen. Ons inziens kan dat niet de bedoeling zijn.
Collega's, wat de economische aspecten betreft, volgens de Bank voor Internationale Betalingen bedroeg de omzet op de internationale valutamarkten de voorbije jaren gemiddeld 1.500 miljard US dollar per dag. Dat is ongeveer zes keer het Belgisch bruto binnenlands product. Een wereldwijde transactieheffing van 1% zou, als men dat als een statische heffing zou aannemen wat op zich geen evidentie is, ongeveer 15 miljard US dollar per dag of 3.750 miljard US dollar op jaarbasis opleveren. Nogal wat experts en economische specialisten zijn van oordeel dat dit bedrag sterk genuanceerd moet worden.
Bovendien weten we uit de discussies en de hoorzittingen dat er nog lang geen internationale consensus bestaat over de invoering van die taks. Zo lang die niet wereldwijd wordt ingevoerd, heeft de taks onzes inziens weinig zin. Een groot gedeelte van de wisseltransacties zal eenvoudig verschuiven naar die landen waar de taks niet bestaat.
Er moet bovendien ook gewezen worden op de grote misvatting over de omvang van de speculatie op de wisselmarkten. Voorstanders van de taks gaan er vrijwel steeds van uit dat het overgrote deel van de transacties louter speculatieve bewegingen zijn. Professor De Grauwe, professor economie aan de KU Leuven en voormalig VLDsenator, een onverdachte bron terzake, wijst erop dat dit niet helemaal het geval is. Ongeveer 80% van deze transacties heeft te maken met risico-indekking, wat met een moeilijke term wordt omschreven als hedging. Het gaat daarbij over het aankopen en verkopen van dealers die zich wensen in te dekken tegen koersschommelingen. Juist vandaag, collega's, lees ik in De Tijd dat de Belgische banken vanaf het najaar ook hefboomfondsen — dat zal wel de Nederlandse naam daarvoor zijn — kunnen aanbieden voor particuliere beleggers, waarbij hefboomfondsen in werkelijkheid gebruik maken van afgeleide producten om beter ingedekt te zijn tegen koersdalingen en, vooral, om veel grover te speculeren op een stijgende markt. Hoe die twee met elkaar gerijmd moeten worden?! Dit lijkt mij toch wel tegenstrijdig. In de mate dat deze transacties door de taks getroffen worden, zal de indekking mijns inziens verminderen en zou de volatiliteit kunnen toenemen.
Volgens het oorspronkelijke idee van Tobin zouden de liberalisering en de mondialisering van de financiële markten leiden tot hogere schommelingen van de wisselkoersen. Als we even kijken naar de geschiedenis sedert het begin van de jaren tachtig kent de industriële wereld een sterke toename van de internationale kapitaalstromen. Dit leidde ongetwijfeld tot een zeer sterke expansie van de dagelijkse omzet op de wisselmarkten. Ondanks deze toename van de wisseltransacties is er tot op heden nog geen sluitend bewijs dat de volatiliteitsgraad tussen de belangrijkste munten is toegenomen. Integendeel, uit onderzoek zou zelfs blijken dat de volatiliteit gedurende het laatste decennium lichtjes is afgenomen, wat natuurlijk de stelling van Tobin ondermijnt.
Een Tobin-taks zou bovendien de wisselkoerscrisissen die hebben plaatsgevonden in de jaren negentig niet hebben kunnen verhinderen. In de dagen die de crisis voorafgaan, ontstaan immers verwachtingen die op korte termijn veel hoger zijn dan een belasting van 0,5% of zelfs 1%. De landen die door een crisis werden getroffen, hadden steeds te maken met devaluaties van twintig, dertig en meer procent, veelal als gevolg van de massale corruptie in het betrokken land, ofwel als gevolg van het feit dat een kleine elite een groot deel van de economische koek in handen had.
Ook de variabele belasting van Spahn zou geen oplossing geboden hebben. Bovendien zou de taks slechts in werking treden als de devaluatie reeds gebeurd is en zou die tevens perfect te ontwijken zijn.
Wat de juridische aspecten betreft, collega's, wil ik verwijzen naar het EG-Verdrag dat het vrij verkeer van kapitaal binnen de Europese Unie garandeert. Volgens dat Verdrag, meer bepaald volgens artikel 56, zijn alle beperkingen van het kapitaalverkeer tussen lidstaten onderling en tussen lidstaten en derdelanden verboden. In februari 2001 stelde een Zweeds lid van het Europees Parlement daarover een parlementaire vraag inzake de verenigbaarheid van artikel 56 van het EG-Verdrag, enerzijds en de Tobin-belasting, anderzijds. Het antwoord van de Commissie was negatief, in die zin dat zij van oordeel was dat de invoering van de oorspronkelijke Tobin-taks wellicht strijdig zou zijn met artikel 56, zelfs indien zij op communautair niveau zou worden doorgevoerd. Bijgevolg bestaat er op dat vlak dus geen consensus over de juridische haalbaarheid van een Tobin-taks binnen de Europese Unie, laat staan dat wij een akkoord of een consensus hebben op wereldvlak.
Tot slot, is er nog een aantal politieke aspecten. De zojuist aangehaalde argumenten hangen natuurlijk nauw samen met politiek aspect. Immers, een wereldwijde invoering van een belasting betekent dat de heffingsbevoegdheid en de her-allocatiebevoegdheid van de nationale staten ingeperkt worden. Voor België zou de invoering van een Tobin-taks in principe natuurlijk mogelijk zijn, op voorwaarde dat ook de globale belastingsdruk niet toeneemt, een van die Belgische illusies die wij na vijf jaar beleid van liberalen en socialisten nog onder ogen moeten zien, in die zin dat de globale belastingsdruk nog steeds niet spectaculair of in belangrijke mate is gedaald. De nieuwe belasting zou dus gepaard moeten gaan met een verlaging of de afschaffing van andere inkomstenbronnen. Bovendien, zoals ik daarjuist al heb gezegd, kan België niet alleen die Tobin-taks invoeren daar die taks verband houdt met valuta. Door het feit dat ons land en alle andere landen van de eurozone, de bevoegdheid over het beheer van hun munt heeft afgestaan aan de Europese Centrale Bank, moet een Tobin-taks onvermijdelijk in samenspraak met de Europese partners geregeld worden. Tot nu toe hebben slechts zeer weinig landen — de uitzondering is Frankrijk — zich expliciet voor een Tobintaks uitgesproken. Over het algemeen worden de motieven, namelijk een grotere beleidsautonomie, de stabilisatie van wisselkoersen en het tegengaan van speculatie, weliswaar onderschreven, maar er wordt aan getwijfeld of de Tobin-taks of de Spahn-varianten wel het aangewezen middel zijn om die doelstellingen te halen en of de maatregel uitvoerbaar en controleerbaar is.
Bijgevolg durf ik eraan te twijfelen of bij de invoering van zo'n taks aan de oorspronkelijke doelstelling wel zal worden voldaan, te weten het stabiliseren van de wisselkoersen en het afremmen van de speculatieve kapitaalstromen. In plaats van de symptomen te bestrijden moet, denk ik, het probleem aan de bron worden aangepakt. Waarom bijvoorbeeld geen systeem uitwerken voor tijdelijke controles op de in- en uitvoer van kapitaal, in plaats van belastingen te heffen op financiële transacties? Zo'n controle kan perfect door het IMF worden opgelegd gezien het IMF de bevoegdheid heeft om de macro-economische situatie van een land of van landen op te volgen en bijgevolg perfect kan ingrijpen. Eens het systeem bestaat en het betrokken land opnieuw voldoet aan de internationale monetaire, financiële en economische normen, kunnen de kapitaalbeperkingen uiteraard gradueel worden opgeheven. In het geval van een controlesysteem is het dus duidelijk dat dit aan strenge voorwaarden moet voldoen en slechts tijdelijk van aard mag zijn.
Het Vlaams Blok is voorstander van maatregelen die de werking van een vrije markt waar nodig corrigeren en dit op een gecontroleerde en niet schadelijke manier. Bovendien zijn wij voorstander van een sociaal en ecologisch gecorrigeerde vrijemarkteconomie als middel om het welzijn en de welvaart van landen of naties te bevorderen, wat echter niet belet om corrigerend op te treden tegen ontsporingen zoals financiële speculatie en economische destabilisering als gevolg van de ongebreidelde vrijhandel.
Vandaag stemmen wij over een eerder symbolische, maar ook cosmetische wet. Symbolisch, omdat de wet in haar huidige vorm hoogstwaarschijnlijk nooit een uitvoering zal kennen. Dat vind ik zeer merkwaardig. Ik dacht dat wij er als wetgever vanuit moesten gaan wetten te maken die ten minste worden uitgevoerd op korte termijn en niet binnen twintig jaar of nooit. Cosmetisch, omdat ik van oordeel ben dat de morele voldoening die de Tobintaks belooft aan haar aanhangers of protagonisten gebaseerd is op een illusie. Ik vrees dat het dragen van een badge met een smiley daaraan niet veel zal kunnen verhelpen.
Alleszins kijken wij met belangstelling uit naar het stemgedrag van de liberale fracties. In de verschillende hoorzittingen hebben zij zich hierover op bepaalde momenten zeer kritisch uitgelaten. Wij zijn zeer geïnteresseerd in het stemgedrag van de VLD in het bijzonder, tenzij zij opnieuw gehoorzamen en plooien voor de samenhorigheid in deze meerderheid.
Zoals wellicht uit mijn betoog bleek zal mijn fractie dit wetsvoorstel niet steunen. Wij zullen zelfs tegenstemmen.
Translated text
As previous speakers have already pointed out, it was American economist and Nobel Prize winner James Tobin who, in the early 1970s, developed a plan to introduce a tax on foreign exchange transactions to reduce the volatility of fairly fluid exchange rates such as the dollar versus the yen and the dollar versus the euro. In itself, this is not an insignificant data in a process of increasing global market integration and liberalization. It is also not insignificant to point out, colleagues, that Tobin was a fervent advocate of a free market economy. He saw the tax as an economic instrument in which any tax revenue was not the main argument for introducing the tax. He also did not see the tax as a political instrument. His intention was to splash some sand in the radar work of the excessively efficient international money markets by imposing a low proportional tax of 0.5 to 1 percent on all foreign exchange transactions. In that sense, the Tobin Tax could be a means of tempering the empty flow of the Western world, Europe and America towards the Third World to safeguard our own prosperity and employment.
The idea of an international uniform tax on all exchange transactions from one currency to another slumbered for about twenty years. Only at times of international currency speculation such as in Mexico in 1994, in Southeast Asia in 1997, in Russia in 1998 and in Brazil in 1999 came the call to impose a tax again. In recent years, the tax has also become actual due to the rise of the so-called anti-globalistic or other-globalistic movement, which see the tax as a source of money. They see it as a new form of what I would call redistribution of wealth in response to the capitalist world order. Groups such as Attac, Brotherly Divisions, 11.11.11 and other left-to-extreme-left movements wanted to introduce the tax to finance development projects in the Third World.
James Tobin has repeatedly resisted the ideas of, among others, Attac and the politically propagandistic recovery of his idea. Tobin believed that the anti-globalists used his ideas to carry out a certain development policy with the income of the tax, with which he did not agree at all. His intention was to ⁇ a form of stabilization in the markets by counteracting short-term speculation with immense capital. The strange thing is that this has already been achieved in the European Union with the introduction of the euro. As a result, all speculation between the German mark, the French franc and other currencies from the eurozone belongs to the past.
After some disturbing waves of speculation in Asia in the 1990s, a certain Spahn came up with a variant on the Tobin tax for the day. It was a very low rate on all foreign exchange transactions at normal times and a high surcharge in times of intense currency speculation. At first glance, it seems to be a refinement, but I fear that such a mechanism in practice becomes even more difficult to implement. Both Tobin and Spahn were aware that a tax on international capital movements is not so realisable.
Therefore, Mr. Speaker, I would like to use my speaking time to draw attention to a number of technical, economic, legal and political issues.
Colleagues, in terms of technical aspects, in order to prevent market distortions as much as possible, the tax base should be as broad as possible. No economic operator should therefore be excluded. However, we note that in today’s financial markets all sorts of derivatives and futures contracts are increasingly used. A net tax on exchange transactions would therefore only lead to evasion through other financial products. Therefore, the question arises how the taxable basis should be defined and which transactions are taxable in that case.
The collection and redistribution of taxes will also pose problems. Some suggest that this should be done by a supranational institution, such as the World Bank or the International Monetary Fund, but opinions are also divided. Some organizations even regard the IMF and the World Bank as undemocratic institutions. They do not consider that they are eligible to ensure the distribution of revenue. Even if a tax is chosen, it still needs to be determined how it will be administered — which is another technical aspect — and at what international uniform rate.
In addition to these not insignificant obstacles, the question arises how to distinguish between speculative and non-speculative cash flows, such as investment capital. This can only be done if the intention of the economic operator is known. A tax on exchange transactions implies that all transactions are taxed. This also means that normal trade transactions would fall within the scope of the tax, which of course has an impact on the economic transactions. In our view, that may not be the intention.
Colleagues, in terms of economic aspects, according to the Bank for International Payments, sales on the international foreign exchange markets amounted to an average of US$1,500 billion per day over the past few years. That is about six times the Belgian gross domestic product. A 1% global transaction tax, if taken as a static tax which is not evidence in itself, would yield approximately $15 billion per day or $3,750 billion annually. Some experts and economic specialists are of the opinion that this amount should be sharply nuanced.
Furthermore, we know from the discussions and hearings that there is far from an international consensus on the introduction of this tax. As long as it is not introduced globally, the tax has little meaning in our opinion. Much of the exchange transactions will simply move to those countries where the tax does not exist.
It should also be noted that there is a major misconception about the extent of speculation in the foreign exchange markets. Proponents of the tax almost always assume that the vast majority of transactions are merely speculative movements. Professor De Grauwe, professor of economics at KU Leuven and former VLD senator, an unmistakable source in the matter, points out that this is not exactly the case. Approximately 80% of these transactions involve risk coverage, which with a difficult term is described as hedging. It is about buying and selling dealers who want to cover themselves against price fluctuations. Just today, colleagues, I read in De Tijd that from autumn the Belgian banks can also offer leverage funds — which will be the Dutch name for it — to private investors, where leverage funds in reality use derivative products to be better covered against price drops and, above all, to speculate much more roughly in a rising market. How should these two be joined together?! This seems to me contradictory. To the extent that these transactions are affected by the tax, in my opinion, the coverage will decrease and the volatility could increase.
According to Tobin’s original idea, the liberalization and globalization of the financial markets would lead to higher fluctuations in exchange rates. If we look at the history since the early 1980s, the industrial world is experiencing a sharp increase in international capital flows. This undoubtedly led to a very strong expansion of daily turnover on the foreign exchange markets. Despite this increase in foreign exchange transactions, there is no conclusive evidence to date that the volatility rate between the major currencies has increased. On the contrary, research would even show that volatility has decreased slightly over the last decade, which naturally undermines Tobin’s position.
Moreover, a Tobin tax would not have been able to prevent the exchange rate crises that occurred in the 1990s. After all, in the days leading up to the crisis, expectations arise that are much higher in the short term than a tax of 0,5% or even 1%. The countries affected by a crisis have always faced devaluations of twenty, thirty and more percent, often due to the mass corruption in the country concerned, or because of the fact that a small elite held a large portion of the economic cake.
Even the variable tax of Spahn would not have offered a solution. Furthermore, the tax would only come into effect if the devaluation has already occurred and would also be perfectly avoidable.
As regards the legal aspects, I would like to refer to the EC Treaty, which guarantees the free movement of capital within the European Union. Under that Treaty, in particular Article 56, all restrictions on capital movements between Member States and between Member States and third countries are prohibited. In February 2001, a Swedish member of the European Parliament asked a parliamentary question on the compatibility of Article 56 of the EC Treaty, on the one hand, and the Tobin tax, on the other. The Commission’s response was negative, in the sense that it held that the introduction of the original Tobin tax could be incompatible with Article 56, even if it was implemented at Community level. Consequently, there is no consensus on the legal feasibility of a Tobin tax within the European Union, let alone a global agreement or consensus.
Finally, there are a number of political aspects. Of course, the arguments mentioned above are closely linked to the political aspect. After all, a global introduction of a tax means that the taxation power and the redistribution power of the national states are limited. For Belgium, the introduction of a Tobin tax would in principle, of course, be possible, provided that the global tax pressure does not increase, one of those Belgian illusions that we must still face after five years of policy by liberals and socialists, in the sense that the global tax pressure is still not spectacularly or significantly reduced. The new tax should therefore be accompanied by a reduction or elimination of other sources of income. Moreover, as I have just said, Belgium cannot only introduce that Tobin tax because that tax is related to currency. Because our country and all other countries of the euro area have handed over the control of their currencies to the European Central Bank, a Tobin tax must inevitably be arranged in consultation with European partners. So far, only very few countries — with the exception of France — have explicitly voted in favour of a Tobin Tax. In general, the motives, namely a greater policy autonomy, the stabilisation of exchange rates and the counter-speculation, are supported, but there are doubts as to whether the Tobin tax or the Spahn variants are the appropriate means to ⁇ those objectives and whether the measure is feasible and controllable.
Consequently, I dare to doubt whether the introduction of such a tax will satisfy the original objective of stabilizing exchange rates and curbing speculative capital flows. Instead of fighting the symptoms, I think, the problem should be addressed at the source. For example, why not develop a system for temporary controls on capital inputs and outputs, instead of taxing financial transactions? Such a control can be perfectly imposed by the IMF since the IMF has the power to monitor the macroeconomic situation of a country or countries and therefore can intervene perfectly. Once the system exists and the country concerned again meets international monetary, financial and economic standards, the capital constraints can of course be gradually lifted. In the case of a control system, it is therefore clear that it must meet strict conditions and should only be of a temporary nature.
The Flemish Bloc supports measures that correct the functioning of a free market where necessary and this in a controlled and non-harmful way. In addition, we are in favor of a socially and ecologically corrected free market economy as a means of promoting the well-being and prosperity of countries or nations, which, however, does not prevent corrective action against disruptions such as financial speculation and economic destabilization due to unrestricted free trade.
Today we vote on a formerly symbolic, but also cosmetic law. Symbolic, because the law in its current form will most likely never know an implementation. I find this very strange. I thought that we as legislators should start by making laws that are implemented at least in the short term and not in twenty years or never. Cosmetically, because I believe that the moral satisfaction that the Tobintaks promises to its followers or protagonists is based on an illusion. I fear that wearing a badge with a smiley will not help much.
We look forward to the voting behavior of the liberal groups. In the various hearings, they have been very critical about this at certain times. We are very interested in the voting behavior of the VLD in particular, unless they again obey and bend for cohesion in this majority.
As may be shown from my speech, my group will not support this bill. We will even vote against.
#8
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, nous examinons aujourd'hui une proposition de loi visant à mettre sur pied un mode de taxation devenu célèbre sous l'appellation de taxe Tobin.
Déjà lors de la dernière législature, des auditions avaient été menées dans le cadre de l'instauration en droit belge d'une taxe de type TobinSpahn. Pour rappel, il s'agit d'une taxe frappant les transactions financières. Elle a un double but. D'abord, récolter des fonds qui seront destinés à financer la coopération au développement. Dans cette optique une taxe de faible importance est prévue. Ensuite, porter un frein aux opérations de spéculation. Ces opérations sont perçues comme des attaques contre des monnaies, provoquant l'enrichissement du spéculateur et entraînant une crise monétaire dans le pays dont la monnaie en est victime.
Par conséquent, une taxe forte devait être prévue. Il s'agit d'une idée noble, généreuse, symbolique et porteuse de passion. Elle permettrait, selon les estimations, de dégager des sommes importantes destinées à la coopération au développement. L'utilisation de ces sommes donnerait des résultats probants et efficaces.
Au-delà de ces objectifs, qui n'appellent pas la critique et auxquels n'importe quel démocrate peut souscrire, il convient d'examiner les moyens mis en oeuvre pour y aboutir. Il s'agit de s'interroger sur l'instrument utilisé.
Tout d'abord, en ce qui concerne la libération de fonds, peut-être serait-il intéressant de rappeler que l'argent n'est pas une condition première au développement. Dégager des sommes importantes sans avoir des plans d'encadrement à long terme et de transmission progressive de connaissances économiques ne servirait à rien. L'accent doit donc être mis sur l'encadrement et la mise sur pied de structures plutôt que sur le financement pur et simple. Certains diront à raison que l'encadrement et la mise sur pied de structures ne se font que grâce au déblocage de moyens financiers.
J'en arrive donc à un autre point, la taxe Tobin. Les avantages ont été évoqués. Parlons désormais des inconvénients. Il semble que ce symbole de la lutte contre les spéculateurs et les crises financières soit doté d'une aura telle qu'il est impossible, impensable et sacrilège d'envisager l'éventualité d'une critique à l'égard de la taxe TobinSpahn. Ne soyons pas frileux, ne soyons pas démagogues! Cette idée comme tous les produits de l'activité humaine est imparfaite. L'imperfection de la mise en oeuvre concrète d'un projet dépasse parfois la légitimité de son but de manière telle qu'il vaut mieux y renoncer et chercher dans une autre direction.
Evoquons tout d'abord l'effet pervers d'une telle taxe. Cette taxe aurait pour effet de porter un frein à l'activité économique d'un pays. En effet, toute activité transfrontalière se faisant en deux devises est présumée spéculative lorsqu'elle se déroule en période dite trouble. Une telle présomption est inapplicable en pratique ou alors au prix de nombreux abus et de conséquences néfastes.
Voyez l'exemple d'une PME belge qui passe un contrat de fournitures avec un fournisseur grossiste américain. Le contrat dispose de certains termes à la date desquels le paiement devra être effectué, comme c'est régulièrement l'usage. Un délai plus ou moins long est prévu. Si à la date du paiement, une période trouble est en cours, la transaction prévue de longue date sera présumée spéculative et frappée d'une taxe prohibitive. Les conséquences néfastes sont prévisibles: impossible pour l'un de remplir son contrat, pertes importantes et difficultés financières.
De nombreux arguments vont contrer cette hypothèse, par exemple l'instauration d'un montant minimum à la transaction. Cet argument est facilement démonté par la réalité de la finance internationale qui veut que les opérations financières internationales passent par des banques qui disposent évidemment des structures, des fonds, des contacts, des liens nécessaires pour procéder à ces opérations de manière rapide et sécurisée. Les banques ne traitent cependant pas les dossiers séparément et individuellement. Elles agissent en cumulant les montants, ce qui leur permet de traiter plusieurs transactions en une seule fois. Il est plus que probable que dans ce cas le volume dépassera certainement le taux minimum exigé pour qu'on puisse parler de transaction spéculative.
Il convient également de mentionner l'effet bénéfique que certaines opérations peuvent avoir sur la stabilité internationale. Certaines spéculations peuvent permettre d'attirer l'attention des responsables internationaux sur les problèmes structurels de certaines économies et les pousser à y remédier. En outre, ces spéculations peuvent permettre de déceler la volonté de certaines banques centrales de procéder à une dévaluation de leur monnaie pour la faire ensuite remonter brutalement par l'une ou l'autre opération économique et boursière. La spéculation financière qui pousserait à acheter une monnaie bon marché lorsqu'on sait qu'elle va remonter aura donc un effet stabilisateur car elle fera remonter progressivement le cours de celle-ci.
Il ne faut pas perdre de vue les effets bénéfiques du transfert rapide et non coûteux de fonds d'une banque à une autre. L'histoire peut fournir des exemples de faillites bancaires dont les conséquences ont eu des répercussions internationales, touchant principalement des déposants et des créanciers. Le risque de contagion en finance internationale est très important. Cependant, l'instauration d'une taxe et de freins aux transactions internationales supprimerait la meilleure arme dont disposent les maisons mères pour contrer une telle contagion. Nous parlons évidemment du financement. Des banques peuvent en effet être sauvées rapidement et sans conséquences pour les déposants et les petits épargnants, par le biais de transferts rapides de fonds, d'achat d'actions et d'augmentations de capital par la maison mère. De telles manoeuvres seraient impossibles si une taxe frappant des transactions financières venait mettre un frein à celles-ci.
En outre, ne soyons pas dupes, l'instauration d'une taxe de type Tobin provoquerait rapidement l'instauration d'un marché parallèle et non contrôlé sur lequel auront lieu les transactions.
Ce marché serait d'autant plus obscur qu'il aurait pour but et objet de contourner la mise sur pied de cette taxe. Ce marché parallèle aurait d'autres répercussions néfastes. Il existe en effet une série d'accords entre banques centrales dont le but est de promouvoir une stabilité financière et une solidité et sécurité monétaire. Ces accords sont plus connus sous le nom d'accords de Bâle. Ces accords, rappelons-le, adoptés entre professionnels du secteur, portent sur le quota de fonds propres, la surveillance des filiales et des succursales, les opérations, les positions de change et tant d'autres, qu'il serait fastidieux et inutile de procéder à un inventaire exhaustif.
Ces accords ne sont cependant pas parfaits, nous le savons, et sont parfois contournés, malheureusement. Des scandales financiers tels que ceux de la Banque de crédit et de commerce international ont montré une fragilité de la sécurité des marchés financiers ainsi que la créativité des personnes qui veulent contourner les réglementations. Le fait d'instaurer un frein à la circulation des monnaies et des transactions donnerait aux spéculateurs une occasion supplémentaire d'exploiter les failles d'un système et révélerait une volonté de contourner ce frein au détriment de la transparence et de la sécurité du système tout entier.
Nous pourrions émettre une succession d'arguments contre l'instauration d'une taxe sur les transactions financières. Nous ne procéderons pas à un examen précis et exhaustif de chaque cas mais nous terminerons par une remarque générale qui reprend l'argument le plus important contre l'instauration d'une telle taxe.
La mise sur pied d'une taxe de type Tobin en Belgique aurait pour seul et unique résultat de voir les transactions financières internationales se dérouler à l'étranger. Toutes les banques internationales quitteraient notre territoire ainsi que tous les organismes de révisorat d'entreprises qui ont une activité internationale. Une telle initiative au sein de la zone euro aurait pour conséquence de voir les spéculateurs privilégier les places financières de Londres. Une mise en place au niveau de l'Union européenne verrait une délocalisation des transactions financières vers des villes américaines, suisses ou autres. D'où cette remarque finale: le but de cette taxe est louable. Renforcer les moyens financiers de la coopération au développement fait partie des volontés de tous les démocrates soucieux de la situation des êtres humains dans le monde. Le fait de freiner les spéculations financières destructrices et égoïstes participe à la même volonté d'empêcher une personne seule, pour son seul intérêt, de provoquer des catastrophes financières aux conséquences tragiques.
Tout le monde est d'accord sur ce point. L'instauration d'une taxe de type Tobin constituerait un outil non-négligeable. Nous sommes donc tous sur la même longueur d'onde. Le problème ne réside pas dans l'effet bénéfique de cette taxe mais plutôt dans son utilisation. Nous avons évoqué les effets pervers de cette taxe mais nous n'ignorons pas qu'une réflexion attentive, intelligente permettra d'y répondre et d'y remédier. Soyons clairs: cette taxe ne peut avoir qu'un caractère mondial. Sa création, sa mise en oeuvre au seul niveau belge, voire même au niveau européen, n'aurait absolument aucun sens et provoquerait plus de dommages que de bénéfices. Je reviens d'ailleurs sur cette recommandation adoptée par le groupe de travail consacré à la mondialisation.
Parmi les amendements proposés par un groupe politique que je ne citerai pas, nous pouvions retrouver une considération selon laquelle, je cite, "la stabilité financière devrait être considérée comme un bien public mondial". Nous sommes parfaitement d'accord avec cette prise de position. C'est la raison pour laquelle nous avons voté cet amendement. Mais alors une question me taraude: comment peut-on assurer la mise en oeuvre d'un bien public mondial en agissant seulement au niveau européen? Si encore cette action était coordonnée au niveau européen, elle pourrait avoir une faible influence. Mais ce n'est même pas le cas. La loi prévoit son entrée en vigueur au moment où, je cite, "les Etats membres de l'Union économique et monétaire auront prévu une telle loi dans leur législation ou qu'une directive ou un règlement européen aura été adopté". Il n'est même pas exigé que la taxe soit la même, que les mesures d'application soient identiques, que l'assiette soit la même d'un Etat à un autre. Il n'est pas prévu non plus que cette taxation entrera en vigueur de manière effective en même temps.
La mise en oeuvre d'une taxe de type Tobin dans la seule zone euro aurait pour seule conséquence, je le rappelle, une délocalisation des centres de transaction dans d'autres pays et vers d'autres places financières. Une délocalisation des opérations financières internationales provoquerait cette conséquence de voir la place désertée et perdre un instrument important: le contrôle.
C'est la raison pour laquelle il faut s'opposer avec force à l'idée de voir instaurer une taxe de type Tobin-Spahn à une échelle inférieure à celle de l'OCDE. Compte tenu du fait que cette taxe vise à freiner les transactions spéculatives destructrices internationales et à financer la coopération au développement au moyen d'un prélèvement sur des transactions financières internationales, une telle taxe ne peut se concevoir qu'au niveau international. L'envisager au seul niveau européen ne ferait qu'isoler l'Europe. Cette taxe ne peut être efficace qu'en étant mondiale; je le répète.
A supposer qu'une taxe mondiale puisse être possible, encore faut-il que des structures soient prévues et mises sur pied de manière effective afin de franchir des obstacles techniques. D'aucuns diront que des obstacles techniques ne doivent pas constituer un mur devant la volonté et les symboles politiques attachés à l'instauration d'une telle taxe.
Au-delà de la sincérité des auteurs du projet, monsieur Van der Maelen, non remise en doute et tout à fait louable, nous devons rappeler qu'il s'agit d'un instrument économique. On ne manipule pas des outils fiscaux, et encore moins lorsqu'ils ont un caractère international.
Les conséquences en seraient trop graves et très tragiques. La technique fait partie de l'application de la loi. S'en tenir à la seule symbolique est futile et inutile. Si une loi doit être rédigée, c'est pour être appliquée. La technique doit donc impérativement être prise en compte. Qui va définir l'assiette de la taxe, son montant, l'institution compétente pour en assurer le recouvrement, les autorités judiciaires qui auront le pouvoir d'en vérifier la juste et entière application, les institutions chargées de récolter les fruits de la taxe, de l'archiver, de mettre sur pied des dossiers dans lesquels les activités de chaque débiteur de la taxe seront répertoriées? Voilà tant de questions, mais ma liste n'est pas exhaustive, auxquelles les propositions déposées ne répondent pas. Ces réponses sont, néanmoins, nécessaires.
En conclusion, chers collègues, nous reviendrons sur les deux objections principales à l'instauration actuellement d'une taxe de type Tobin-Spahn. La première, la plus importante, porte sur le caractère mondial de la taxe. Cette dernière n'a de sens que si elle a un caractère largement international. L'eurozone ne suffit pas. D'autres pays impliqués dans les transactions financières internationales doivent adopter un tel instrument et le mettre en oeuvre de manière effective. La deuxième objection concerne cette application effective. Des structures internationales dotées de pouvoir de coercition doivent être prévues, créées, ce qui n'est pas encore le cas à l'heure actuelle.
Pour toutes ces raisons, mesdames, messieurs, chers collègues, nous estimons que la taxe Tobin ne doit pas faire l'objet d'une loi en Belgique et que seul un consensus au niveau de l'OCDE pourrait permettre une adoption de celle-ci. Pourquoi n'a-t-on pas rédigé une proposition de résolution et demandé au gouvernement de porter ce projet au niveau international? Je le répète, nous sommes favorables au symbole positif que cela peut apporter aux populations victimes de la spéculation sauvage et aux peuples qui bénéficient de la coopération au développement. Nous sommes favorables à l'idée qu'il faut freiner la première et augmenter la seconde, mais nous ne sommes pas favorables à l'instrument tel qu'il est présenté. Il s'agit, je regrette de le dire, d'un texte incomplet, inapplicable, mauvais et qui ne mérite pas d'être voté.
Pour toutes ces raisons, le groupe MR s'abstiendra.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, today we are examining a bill proposing to establish a tax mode that became famous under the name Tobin tax.
Already during the last parliamentary term, hearings had been conducted as part of the introduction in Belgian law of a TobinSpahn type tax. This is a tax on financial transactions. It has a double purpose. First, collect funds that will be used to finance development cooperation. In this regard, a small tax is planned. Then put a brake on speculation operations. These operations are perceived as attacks on currencies, causing the speculator to enrich and resulting in a monetary crisis in the country whose currency is the victim.
Therefore, a high tax should be envisaged. It is a noble, generous, symbolic and passionate idea. It would, according to estimates, allow for significant amounts to be allocated to development cooperation. The use of these amounts would give proven and effective results.
Beyond these goals, which do not call for criticism and to which any Democrat can subscribe, it is necessary to examine the means employed to ⁇ them. The question is about the instrument used.
First of all, when it comes to the release of funds, it might be interesting to recall that money is not a prerequisite for development. Drawing out significant amounts without having long-term management plans and progressive transmission of economic knowledge would be useless. Therefore, the emphasis should be placed on the framework and establishment of structures rather than on pure financing. Some will rightly say that the frameworking and setting up of structures can only be done through the unlocking of financial resources.
Then comes another point, the Tobin tax. The benefits have been mentioned. Now let’s talk about the disadvantages. It seems that this symbol of the fight against speculators and financial crises is endowed with an aura such that it is impossible, unthinkable and sacrilegious to consider the possibility of a criticism of the TobinSpahn tax. We are not demagogues, we are not demagogues. This idea, like all products of human activity, is imperfect. The imperfection of the concrete implementation of a project sometimes exceeds the legitimacy of its purpose in such a way that it is better to give it up and look in another direction.
Let us first mention the perverse effect of such a tax. This tax would have the effect of putting a brake on the economic activity of a country. Any cross-border activity that takes place in two currencies is presumed to be speculative when it takes place in a so-called turbulent period. Such a presumption is inapplicable in practice or then at the cost of many abuses and adverse consequences.
Take the example of a Belgian SME that concludes a supply contract with a U.S. wholesale supplier. The contract has certain terms on the date on which the payment will have to be made, as it is regular usage. A more or less lengthy period is planned. If at the date of payment, a troublesome period is in progress, the long-term planned transaction will be presumed to be speculative and be hit with a prohibitive tax. The adverse consequences are predictable: impossible for one to fulfill his contract, significant losses and financial difficulties.
Many arguments will contradict this hypothesis, for example the introduction of a minimum amount to the transaction. This argument is easily demonstrated by the reality of international finance that means that international financial operations go through banks that obviously have the structures, funds, contacts, links necessary to carry out these operations in a fast and secure manner. However, the banks do not handle the files separately and individually. They act by cumulating amounts, allowing them to process multiple transactions at once. It is more than likely that in this case the volume will surely exceed the minimum rate required to speak of speculative transaction.
It is also worth mentioning the beneficial effect that certain operations may have on international stability. Certain speculations can bring the attention of international leaders to the structural problems of certain economies and encourage them to address them. Furthermore, these speculations may allow to detect the will of some central banks to carry out a devaluation of their currency to subsequently make it rise abruptly by one or the other economic and stock market operation. Financial speculation that would drive to buy a cheap currency when it is known that it will go up will therefore have a stabilizing effect as it will gradually raise the price of the currency.
We should not lose sight of the beneficial effects of the quick and inexpensive transfer of funds from one bank to another. History can provide examples of bankruptcies whose consequences have had international repercussions, primarily affecting depositors and creditors. The risk of contagion in international finance is very significant. However, imposing a tax and brakes on international transactions would remove the best weapon that mothers have to counter such a contagion. Of course we are talking about financing. Banks can be saved quickly and without consequences for depositors and small savers, through quick funds transfers, shares purchases and capital increases by the parent home. Such manoeuvres would be impossible if a tax on financial transactions would put a brake on them.
In addition, let’s not be fooled, the introduction of a Tobin type tax would quickly lead to the establishment of a parallel, uncontrolled market on which transactions will take place.
This market would be all the more obscure as its purpose and purpose would be to circumvent the establishment of this tax. This parallel market would have other negative repercussions. There is indeed a series of agreements between central banks aimed at promoting financial stability and monetary solidity and security. These agreements are better known as the Basel Agreements. These agreements, remember, adopted between industry professionals, cover the equity quota, the supervision of subsidiaries and branches, operations, foreign exchange positions and so many others, that it would be tired and unnecessary to carry out an exhaustive inventory.
These agreements, however, are not perfect, we know, and are sometimes bypassed, unfortunately. Financial scandals such as those of the Bank of Credit and International Trade have shown the fragility of the security of financial markets as well as the creativity of people who want to bypass regulations. The introduction of a brake to the circulation of currencies and transactions would give speculators an additional opportunity to exploit the weaknesses of a system and would reveal a willingness to bypass that brake at the expense of the transparency and security of the entire system.
We could issue a succession of arguments against the introduction of a financial transaction tax. We will not conduct an exhaustive and exhaustive examination of each case, but we will conclude with a general comment that takes up the most important argument against the introduction of such a tax.
The introduction of a Tobin type tax in Belgium would have the sole result of seeing international financial transactions take place abroad. All international banks would leave our territory as well as all corporate audit bodies that have international activity. Such an initiative within the eurozone would result in speculators preferring London’s financial places. A implementation at the European Union level would see a relocation of financial transactions to U.S., Swiss or other cities. Hence this final note: the purpose of this tax is praised. Strengthening the financial means of development cooperation is part of the will of all Democrats concerned with the situation of human beings in the world. The fact of curbing destructive and selfish financial speculation participates in the same desire to prevent a person alone, for his sole interest, from causing financial catastrophes with tragic consequences.
Everyone agrees on this point. The introduction of a Tobin type tax would be a non-negligible tool. We are all on the same wavelength. The problem is not in the beneficial effect of this tax but rather in its use. We have talked about the perverse effects of this tax, but we do not ignore that careful, intelligent reflection will help to respond and remedy it. Let’s be clear: this tax can only have a global character. Its creation, its implementation only at the Belgian level, or even at the European level, would have absolutely no sense and would cause more damage than profits. I would like to return to this recommendation adopted by the Working Group on Globalization.
Among the amendments proposed by a political group that I will not cite, we could find a consideration that, I quote, “financial stability should be considered as a global public good.” We fully agree with this position. That is why we voted for this amendment. But then a question raises me: how can one ensure the implementation of a global public good by acting only at the European level? If this action was coordinated at the European level, it could have little influence. But this is not even the case. The law provides for its entry into force at the time, I cite, “the Member States of the Economic and Monetary Union shall have provided for such a law in their legislation or that a European directive or regulation has been adopted.” It is not even required that the tax be the same, that the measures of enforcement be the same, that the basis be the same from one State to another. Nor is it planned that this taxation will come into effect effectively at the same time.
The implementation of a Tobin type tax in the euro area alone would have as the sole consequence, I recall, a relocation of transaction centers to other countries and to other financial places. A relocalization of international financial operations would cause this consequence of seeing the square deserted and losing an important instrument: control.
This is why we must strongly oppose the idea of introducing a Tobin-Spahn tax on a lower scale than that of the OECD. Given that this tax is intended to curb destructive international speculative transactions and to finance development cooperation through a tax on international financial transactions, such a tax can only be conceived at the international level. Considering it only at the European level would only isolate Europe. This tax can only be effective by being global; I repeat it.
Assuming that a global tax may be possible, structures must be planned and put in place effectively to overcome technical obstacles. Some will say that technical obstacles should not constitute a wall against the will and political symbols attached to the introduction of such a tax.
Beyond the sincerity of the authors of the project, Mr. Van der Maelen, undisputed and quite praiseworthy, we must recall that this is an economic instrument. Tax instruments are not manipulated, and even less when they have an international character.
The consequences would be too serious and very tragic. Technology is part of law enforcement. To stick to the only symbol is futile and useless. If a law is to be drafted, it is to be enforced. The technique must therefore be taken into account. Who will determine the basis of the tax, its amount, the institution competent to ensure its recovery, the judicial authorities who will have the power to verify its correct and complete application, the institutions responsible for collecting the fruits of the tax, for archiving it, for setting up records in which the activities of each tax debtor will be listed? There are so many questions, but my list is not exhaustive, which the submitted proposals do not answer. These answers are, however, necessary.
In conclusion, we will return to the two main objections to the current introduction of a Tobin-Spahn tax. The first, and most important, concerns the global character of the tax. The latter only makes sense if it has a largely international character. The Eurozone is not enough. Other countries involved in international financial transactions must adopt such an instrument and implement it effectively. The second objection concerns this effective application. International structures with coercive power must be planned, created, which is not yet the case at the present time.
For all these reasons, ladies, gentlemen, dear colleagues, we believe that the Tobin tax should not be the subject of a law in Belgium and that only a consensus at the OECD level could allow its adoption. Why wasn’t a draft resolution drafted and asked the government to bring this project internationally? I repeat, we are in favor of the positive symbol that this can bring to the populations victims of wild speculation and to the peoples who benefit from development cooperation. We are in favor of the idea that the first should be curtailed and the second increased, but we are not in favor of the instrument as it is presented. This is, I regret to say, an incomplete, inapplicable, bad text and which does not deserve to be voted.
For all these reasons, the group will abstain.
#9
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, over de Tobin-taks hebben we al een lange discussie gehad in de commissie Globalisering waarbij voor- en tegenstanders dikwijls vanuit een vrij algemene macro-economische visie hun argumenten hebben ontwikkeld. De commissie Globalisering heeft bij meerderheid beslist dat ze de commissie voor de Financiën zou aanbevelen om het voorliggend wetsvoorstel goed te keuren. Men heeft dat volgens mij vrij snel gedaan, waarbij ik de bedenking moet maken, mijnheer de voorzitter, collega's, dat ik niet direct duidelijk zie hoe men dat gaat inpassen in, op zijn minst, de Europese context, wat toch de bedoeling zou moeten zijn. Men heeft er uiteindelijk voor gekozen om te verwijzen naar het tijdstip wanneer deze wet in werking zou treden. Ik heb toch nog altijd het gevoel dat ons werk niet af is en dat we nog altijd niet bijzonder goed weten in welk stelsel we nu eigenlijk verder zullen opereren.
Ik had eigenlijk ook een beetje een algemene terloopse benadering bedacht, maar nu ik de diverse uiteenzettingen heb gehoord zou ik mij toch meer willen afstemmen op het pragmatische vlak waarbij ik de gevolgen van het voorliggend wetsvoorstel zou willen toetsen aan de economische realiteit. Ik denk dat we als politici in dit halfrond toch de inspanning moeten doen om te kijken dat wat we voorstellen, zij het vanuit een ideologische benadering, zij het vanuit een algemene maatschappelijke benadering, beantwoordt aan wat zich afspeelt in de economische realiteit. Als we de doelstellingen willen halen waarmee iedereen het grosso modo eens is moeten we nagaan of dit wel de juiste manier is.
Ik zal het debat misschien iets scherper op de snee voeren, misschien voor sommigen uit een liberale visie. Mijn eerste bekommernis was echter toch te zien hoe dat nu in wezen gaat en wat de gevolgen in de praktijk zijn.
De eerste bedenking die ik moet maken, mijnheer de voorzitter, collega's, is dat de voorstanders van de Tobin-taks stellen dat het gaat om een weliswaar minimale taks van 0,01% of 0,02% die tot doel heeft de speculatieve bewegingen op de monetaire internationale markten te treffen.
Tegelijkertijd stel ik echter vast dat het een taks betreft die alle internationale geldbewegingen zal treffen. Men gaat daarbij uit van een bewering die, mijns inziens, niet correct is indien men ze aan de realiteit toetst. Men gaat ervan uit dat het overgrote deel van de internationale monetaire transacties een speculatief karakter heeft. In de praktijk is dit echter niet het geval. De vaststelling dat men in het geheel van deze bewegingen geen duidelijk onderscheid maakt tussen speculatieve en nuttige transacties is, mijns inziens, een zwak punt in het wetsvoorstel.
Ik kom tot een tweede bedenking. Een studie heeft uitgewezen dat 80 tot 85% van alle internationale transacties gebeuren en te maken hebben met investeringen of het zich indekken tegen de zogenaamde wisselkoersrisico's, zogenaamde hedgingoperaties die ontstaan uit economische en handelsactiviteiten die tot doel hebben de negatieve gevolgen van speculaties op mogelijke koersverschillen tussen valuta te vermijden. In de praktijk betekent dit dat de koper en de verkoper indien zij behoren tot landen met een verschillende valutazone er zich alleen willen van verzekeren dat de koers op basis waarvan zij een contract sluiten op het ogenblik van de levering en betaling nog dezelfde is. Met deze techniek maken ze de uitwisseling van goederen, diensten en investeringen tussen partners uit verschillende valutazones mogelijk. Deze operaties beschouwen als een deel van de internationale monetaire speculaties is, mijns inziens, geen goede invalshoek.
Derde bedenking. Een Tobin-taks met zijn afgeleiden er bestaan varianten kan niet-verstorend werken op voorwaarde dat een dergelijke praktijk in alle landen bestaat. Is dat niet het geval hetgeen thans de realiteit is zullen de internationale verrichtingen vooral geschieden in landen en valuta waar de Tobin-taks niet van toepassing is.
Ik zal het meer concreet stellen. Als morgen de Tobin-taks wordt ingevoerd in alle landen van de Europese Unie, dan zal in de toekomst de wereld meer en meer in dollar gaan betalen en wordt de euro als internationale valuta meer een marginaal element.
Ten vierde, deze bedenking heeft te maken met mijn vrees dat de Tobin-taks de investeringen niet zal bevorderen. Er leeft daar ook een groot misverstand dat onvoldoende is uitgeklaard tijdens de diverse commissiewerkzaamheden. Collega's, een investering is meer dan wat de voorstanders zich inbeelden. Het is dus niet een eenmalige transactie waarbij men in één klap tien miljoen of twintig miljoen dollar of euro stopt in een bepaald project in een bepaald land, ook in een ontwikkelingsland. De redenering in de voorstellen van de voorstanders is een beetje te simplistisch.
De investeerder die zijn middelen haalt uit een van de grote pensioenfondsen in de eurozone hoopt dat zijn investeringsproject goed loopt. Op een bepaald moment wil hij zijn dividenden te gelde maken in eigen land en dus in euro. Bij deze transfer moet hij bij voorliggend voorstel opnieuw de Tobin-taks betalen. Als hij nadien de opbrengsten in een niet-euroland wil investeren, moet hij opnieuw de weliswaar lage Tobin-taks van 0,01% of 0,02% ophoesten.
De lage Tobin-taks vormt door zijn cumulatieve kracht, door zijn herhalende kracht een niet-onbelangrijk kostenelement. Het kan uiteindelijk tot gevolg hebben dat de investeerder besluit dat alles bij mekaar hij beter in de eigen eurozone investeert. Het eindresultaat zou zijn dat het geld blijft waar het zich nu bevindt, dit is vandaag in het rijke Noorden en niet in het arme Zuiden. Als de Tobin-taks ooit wereldwijd wordt toegepast, is het een belasting die in de eerste plaats voor de ontwikkelingslanden het handel drijven en het proberen losweken van investeringen weken duurder zal maken. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Ten vijfde, de Spahn-variant, waarbij een hoge taks op transacties wordt geheven als de wisselkoers een vooraf bepaalde bandbreedte overschrijdt, is als vijgen na Pasen. Als de Spahn-variant in werking treedt, is de devaluatie een feit. De speculaties die daarbij optreden zijn niet de oorzaak, maar het gevolg van een nationaal gevoerd beleid. Men haalde tijdens de discussie als voorbeeld de grote monetaire en economische crisis van de jaren 1996, 1997 en 1998 in een aantal Aziatische landen zoals Zuid-Korea, Maleisië, Thailand en Indonesië aan.
Alle landen die toen door de crisis werden getroffen hadden gigantische schulden op korte termijn. Precies voor die schulden werd dit kortetermijnkapitaal met overheidswaarborg aangetrokken om met alle middelen en met de monetaire reserves de vaste wisselkoers van hun munt te garanderen en dit vooral ten overstaan van de dollar. Deze relatief goedkope kortetermijnleningen uit het buitenland werden dan aangewend om langetermijninvesteringen te realiseren tegen relatief lage intresten in eigen land. Die langetermijninvesteringen gebeurden vooral in staatsbedrijven of in door vrienden of familieleden gerunde grote en machtige binnenlandse groepen. Bovendien werden die groepen meestal nog ondersteund door verdoken staatssubsidies of door het opbouwen van monopolies op de binnenlandse markten.
De mastodonten waren internationaal niet competitief wat tot gevolg had dat de producten in deze landen andermaal alleen via exportsubsidies konden worden verkocht in het buitenland. Het was een fundamenteel ongezonde situatie die in feite berustte op een financiële zeepbel en niet op efficiënt investeren en beheren. Bovendien kwamen de opbrengsten van deze grote groepen in handen van een rijke, bevriende bovenlaag die ze voor een stuk omzette in buitenlandse deviezen die niet werden aangewend om de binnenlandse economie te ondersteunen. Het is dus niet verwonderlijk dat het vertrouwen in de munt op een bepaald moment in het gedrang kwam en helemaal zoekraakte. Precies op dat moment zagen speculanten door deze mogelijkheid de kans hun slag te slaan. Ik herhaal dat zij dus niet de oorzaak, maar het gevolg zijn van een falend binnenlands beleid waar de oppositie meestal ook politiek monddood wordt gemaakt om de wantoestanden niet te kunnen aanklagen.
Enkel een cumulatieve allesomvattende Tobin-taks kan miljarden opbrengen. Er is echter geen mens die een oplossing aanreikt ik heb er tenminste nog geen gehoord en zegt hoe via het kanaal van overheidsontwikkeling ervoor kan worden gezorgd dat deze kapitalen in de landen zelf efficiënt worden geïnvesteerd en bijdragen tot een verbetering van de economische toestand en het algemeen welzijn van de lokale bevolking.
Langs allerlei omwegen worden die kapitalen helaas dikwijls aangewend voor de versteviging van de eigen markt, alsook voor de uitbouw van een politieapparaat en een militair apparaat.
Daarbij aansluitend wil ik een stoute vraag stellen. Zou het niet beter en eenvoudiger zijn voor de herverdeling van de wereldrijkdom te pleiten voor de afbouw van de destructieve subsidielandbouwpolitiek in de rijke landen en voor het verder vrijmaken van onze markten waarvan de toegang wordt belemmerd door toltarieven of door allerhande administratieve hindernissen voor producten uit de ontwikkelingslanden? Dat vergt van ons allen natuurlijk wat meer politieke moed. Het is gemakkelijk steeds te verwijzen naar de dictatuur van de vrije markt, hoewel uit studies is gebleken dat precies de vrije markt van goederen, diensten en kapitaal kan leiden tot politieke vrijheid in ontwikkelingslanden en tot eerbied voor mensenrechten. Dat laatste is ook niet onbelangrijk vanuit Europees oogpunt. Ik verwijs naar het voorbeeld van China waar de activisten die ijveren voor meer democratie, voor meer decentralisatie, ook hebben geijverd voor de toetreding van China tot de internationale handelsorganisaties, waar de spelregels leiden tot meer decentralisatie en resulteren in mondigere consumenten en wereldburgers. Dat is voor liberalen een fundamentele reden waarom wij voorstanders zijn van vrijhandel, van vrij verkeer van diensten, goederen en kapitaal.
De Tobin-taks is volgens ons niet de beste methode om de vrije handel van goederen, diensten en kapitaal te realiseren en draagt ook niet fundamenteel bij tot het scheppen van een betere en rechtvaardigere wereld en een betere verdeling van de wereldrijkdom.
Om al die redenen zal de VLD-fractie het voorliggend voorstel niet goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, we have had a long discussion on the Tobin tax in the Committee on Globalization, where advocates and opponents have often developed their arguments from a fairly general macroeconomic view. The Committee on Globalization decided by a majority that it would recommend the Committee on Finance to approve the present bill. In my opinion, this has been done fairly quickly, and I have to argue, Mr. Speaker, colleagues, that I do not immediately see clearly how this will be adapted to, at least, the European context, which should be the intention. Finally, it was chosen to refer to the time when this law would come into force. However, I still feel that our work is not finished and that we still do not know very well in which system we will actually operate.
I had actually also conceived a bit of a general continuous approach, but now that I have heard the various statements, I would still like to adjust myself more to the pragmatic plane in which I would like to test the consequences of the present bill on the economic reality. I think that we, as politicians in this hemisphere, must make the effort to see that what we propose, whether from an ideological approach, whether from a general social approach, responds to what is taking place in the economic reality. If we want to ⁇ the goals we all agree on, we need to see if this is the right way.
I may be going to conduct the debate a little sharper on the cut, ⁇ for some from a liberal view. My first concern, however, was to see how this is now in essence and what the consequences are in practice.
The first consideration I must make, Mr. Speaker, Colleagues, is that the supporters of the Tobin tax state that it is a minimum tax of 0.01% or 0.02% aimed at affecting the speculative movements on the international monetary markets.
At the same time, however, I note that it is a tax that will affect all international money movements. This is based on an assertion that, in my opinion, is not correct if it is tested on reality. The majority of international monetary transactions are speculative. In practice, however, this is not the case. The finding that in the whole of these movements there is no clear distinction between speculative and useful transactions is, in my opinion, a weak point in the bill.
I come to a second consideration. One study found that 80 to 85% of all international transactions occur and involve investments or exposure to so-called exchange rate risks, so-called hedging operations arising from economic and trade activities aimed at avoiding the negative effects of speculation on possible exchange rate differences between currencies. In practice, this means that the buyer and the seller, if they belong to countries with a different currency zone, only want to ensure that the price on which they conclude a contract at the time of delivery and payment is still the same. With this technique, they enable the exchange of goods, services and investments between partners from different currency zones. Considering these operations as part of international monetary speculation is, in my opinion, not a good perspective.
Third consideration . A Tobin tax with its derivatives – there are variants – can work non-disturbingly provided that such practice exists in all countries. If this is not the case – which is now the reality – international transactions will mainly take place in countries and currencies where the Tobin tax does not apply.
I will put it more concrete. If tomorrow the Tobin tax is introduced in all countries of the European Union, then in the future the world will pay more and more in dollars and the euro as international currency becomes more and more a marginal element.
Fourth, this concern has to do with my fear that the Tobin tax will not promote investments. There is also a huge misunderstanding that has not been sufficiently clarified during the various committee work. Colleagues, an investment is more than what the advocates imagine. Therefore, it is not a one-off transaction in which one puts in one blow ten million or twenty million dollars or euros in a particular project in a particular country, including in a developing country. The reasoning in the proposals of the supporters is a bit too simplistic. Their
The investor who draws his funds from one of the major pension funds in the euro area hopes that his investment project will go well. At some point, he wants to pay his dividends in his own country and therefore in euros. In this transfer, he will have to pay the Tobin tax again. If he later wants to invest the proceeds in a non-eurozone country, he must again raise the – though low – Tobin tax of 0.01% or 0.02%.
The low Tobin tax, by its cumulative force, by its repetitive force, constitutes a non-insignificant cost element. It may ultimately result in the investor deciding that all together he is better invested in his own euro zone. The end result would be that the money remains where it is now, this is today in the rich North and not in the poor South. If the Tobin tax ever applies globally, it will be a tax that will cost weeks more for developing countries to drive trade and try to unlock investments. That may not be the intention.
Fifth, the Spahn variant, where a high tax on transactions is levied if the exchange rate exceeds a pre-determined bandwidth, is like fig after Easter. If the Spahn variant comes into effect, devaluation is a fact. The speculations that occur are not the cause, but the consequence of a national policy. The discussion took as an example the great monetary and economic crises of 1996, 1997 and 1998 in a number of Asian countries such as South Korea, Malaysia, Thailand and Indonesia.
All countries affected by the crisis at the time had huge short-term debts. It was precisely for those debts that this short-term capital with government guarantees was attracted to guarantee, with all means and with the monetary reserves, the fixed exchange rate of their currency, especially against the dollar. These relatively cheap short-term loans from abroad were then used to realize long-term investments at relatively low interest rates in the home country. These long-term investments occurred mainly in state-owned companies or in large and powerful domestic groups run by friends or family members. Furthermore, these groups were still supported mostly by dumped state subsidies or by building monopolies on domestic markets.
The mastodontes were not internationally competitive, which resulted in the products in these countries being sold abroad again only through export subsidies. It was a fundamentally unhealthy situation that in fact relied on a financial soap bubble and not on efficiently investing and managing. Furthermore, the proceeds of these large groups came into the hands of a wealthy, friendly upper layer which converted them in part into foreign currencies which were not used to support the domestic economy. Therefore, it is not surprising that confidence in the currency at some point was compromised and dropped altogether. Exactly at that moment, speculators saw this possibility as a chance to strike their battles. I repeat that they are, therefore, not the cause, but the result of a failing domestic policy where the opposition is usually also politically murdered in order not to be able to accuse the unrest. Their
Only a cumulative all-inclusive Tobin tax can generate billions. However, there is no one who offers a solution – I have at least not heard of it yet – and says how through the channel of public development it can be ensured that these capitals are efficiently invested in the countries themselves and contribute to an improvement of the economic condition and the general well-being of the local population.
Unfortunately, these capitals are often used on various routes for the consolidation of their own market, as well as for the development of a police apparatus and a military apparatus.
In the meantime, I would like to ask a silly question. Wouldn’t it be better and easier for the redistribution of world wealth to advocate for the removal of destructive subsidiary agricultural policies in the rich countries and for the further liberalization of our markets whose access is hindered by customs tariffs or by all sorts of administrative barriers for products from developing countries? This, of course, requires a little more political courage. It is easy to always refer to the dictatorship of the free market, although studies have shown that it is precisely the free market of goods, services and capital that can lead to political freedom in developing countries and to respect for human rights. This is also not unimportant from a European point of view. I refer to the example of China where the activists who are eager for more democracy, for more decentralization, have also eagerly eagerly for China’s accession to international trade organizations, where the rules of the game lead to more decentralization and result in more calm consumers and world citizens. For liberals, this is a fundamental reason why we are in favor of free trade, free movement of services, goods and capital.
We believe that the Tobin tax is not the best method to realize the free trade of goods, services and capital, nor does it fundamentally contribute to the creation of a better and fairer world and a better distribution of world wealth.
For all these reasons, the VLD group will not approve the present proposal.
#10
Official text
Monsieur le président, c'est en décembre 1999 que Jacky Morael déposait au Sénat une proposition de résolution relative à la mise en place d'un prélèvement minimal sur les transactions financières spéculatives. A cette époque, dans la foulée du sommet de l'OMC à Seattle, chacun prenait peu à peu conscience, tant dans la société civile que dans le monde politique, des enjeux de la libéralisation des échanges et de l'ouverture de frontières.
L'idée émise par James Tobin d'introduire un grain de sable dans les mécanismes de mondialisation des marchés financiers, de manière à éviter les dérapages qui en quelques heures peuvent déstabiliser l'économie d'un pays, allait faire pour la première fois l'objet d'une analyse scientifique et susciter un très large débat politique. Depuis 1999, de nombreuses auditions ont eu lieu, tant à la Chambre qu'au Sénat. Des études ont été réalisées qui concluaient notamment à la faisabilité technique du dispositif. Des débats, souvent très animés, aboutissent aujourd'hui au vote en séance plénière d'une proposition de loi instaurant une taxe sur les opérations de change de devises, de billets de banque et de monnaies.
A l'origine, la taxe Tobin consistait en un seul tarif applicable à toutes les transactions de change. Le problème essentiel de la taxe unitaire réside dans le fait qu'il est pratiquement impossible d'en déterminer la hauteur adéquate. Une taxe trop élevée engendre une fuite de capitaux, une taxe trop basse ne provoque pas l'effet dissuasif escompté. Par ailleurs, le système de Tobin ne garantit pas un flux de recettes stable puisque si l'effet est complètement dissuasif, il n'y a plus de recettes du tout. C'est ce que le ministre des Finances appelait la biodégradabilité de cette version.
C'est pourquoi le concept a été affiné par le professeur Spahn pour se transformer en un mécanisme viable qui propose un système à double tarif: un tarif peu élevé afin que les mouvements de capitaux ne soient pas perturbés tout en générant des recettes et un autre tarif très élevé appliqué lorsque la spéculation sur une monnaie se situe en dehors du cours pivot.
Si les travaux parlementaires aboutissent aujourd'hui au vote en plénière, c'est bien sûr parce que le processus législatif a suivi son cours et qu'une majorité s'est dégagée en commission des Finances. Mais c'est aussi c'est peut-être surtout grâce à la mobilisation sans faille de nombreux citoyens au sein de nombreuses organisations qui, depuis des années, réalisent un travail de conviction, de pédagogie et d'explicitation des enjeux. Ces nombreuses associations nous ont soutenus dans l'idée qu'il est temps de dépasser le stade des idées généreuses et qu'il faut poser des actes politiques concrets.
De mon point de vue, il y a deux types de décisions politiques: d'une part, des décisions de gestion immédiate ayant des conséquences directes et, d'autre part, des décisions qui constituent des signaux politiques indiquant aux citoyens et aux opérateurs du marché dans quel sens on veut orienter l'avenir.
La loi Tobin-Spahn dont nous débattons aujourd'hui est de ce deuxième type. C'est un signal fort qui inscrit une avancée démocratique dans le monde des transactions financières. C'est un signal fort qui propose une logique de solidarité entre échanges humains et échanges économiques. C'est un signal fort qui propose une réponse, certes partielle, mais bien réaliste au déséquilibre Nord/Sud, aux dérives de la mondialisation débridée et aux spéculations déstabilisantes.
Je voudrais aussi remercier tous les membres de la communauté scientifique, les professeurs d'université, les experts, qui nous ont aidés à valider la faisabilité du projet et sa mise en oeuvre technique.
Avec la France, la Belgique va donc, désormais, être à la pointe du combat européen pour la mise en oeuvre d'une taxation des opérations de change. Je suis d'accord avec les considérations de Mme Lejeune et de M. Cortois lorsqu'ils demandent que cette taxe s'applique dans une zone qui soit la plus large possible. Mais faute de gouvernement mondial, il me semble que le pragmatisme impose bien de commencer quelque part. Et je souhaite, à l'instar des groupes libéraux, que le gouvernement s'empare sans délai de cette proposition pour la défendre au niveau européen ou au niveau de l'OCDE.
Il est vrai que le combat doit se poursuivre, et il ne fait que commencer au niveau de l'Europe. Le nouveau Parlement européen, qui vient d'être élu et qui sera mis en place le 20 juillet, aura la tâche de poursuivre le travail de conviction auprès des autres Etats membres. Au niveau de l'intergroupe sur la fiscalité internationale, une résolution sera rapidement rédigée afin que les autres pays soient invités à suivre l'exemple de la Belgique et de la France.
Nous vivons donc aujourd'hui une étape importante mais de nombreux débats sont encore à l'horizon, pour apporter plus de solidarité dans les échanges internationaux et plus de justice sociale au niveau mondial.
Translated text
Mr. Speaker, it was in December 1999 that Jacky Morael submitted to the Senate a proposal for a resolution concerning the establishment of a minimum tax on speculative financial transactions. At that time, in the wake of the WTO Summit in Seattle, everyone gradually became aware, both in civil society and in the political world, of the challenges of liberalizing trade and opening borders.
The idea put forward by James Tobin to introduce a grain of sand into the mechanisms of globalization of financial markets, in order to avoid disruptions that in a few hours can destabilize the economy of a country, would for the first time be the subject of a scientific analysis and arouse a very broad political debate. Since 1999, numerous hearings have been held, both in the House and in the Senate. Studies were conducted which concluded in particular on the technical feasibility of the device. Debates, often very animated, result today in the plenary vote on a bill introducing a tax on exchange operations of currencies, banknotes and currencies.
Originally, the Tobin tax consisted of a single rate applicable to all foreign exchange transactions. The main problem with the unit tax lies in the fact that it is practically impossible to determine the appropriate amount. Too high tax leads to capital leakage; too low tax does not produce the expected deterrent effect. Furthermore, the Tobin system does not guarantee a stable revenue flow since if the effect is completely deterrent, there are no recipes at all. This is what the Minister of Finance called the biodegradability of this version.
That’s why the concept was refined by Professor Spahn to turn into a viable mechanism that proposes a double rate system: a low rate so that capital movements are not disturbed while generating revenue and another very high rate applied when speculation on a currency is located outside the pivot rate.
If parliamentary work today results in a plenary vote, it is of course because the legislative process has followed its course and a majority has emerged in the Finance Committee. But it is also – ⁇ mostly – thanks to the unwavering mobilization of many citizens within many organizations that, for years, have carried out a work of conviction, pedagogy and explanation of issues. These many associations have supported us in the idea that it is time to go beyond the stage of generous ideas and that concrete political acts must be made.
In my view, there are two types of political decisions: on the one hand, immediate management decisions with direct consequences and, on the other hand, decisions that constitute political signals indicating to citizens and market operators in what direction the future is aimed at.
The Tobin-Spahn law that we are discussing today is of this second type. This is a strong signal that marks a democratic advance in the world of financial transactions. It is a strong signal that proposes a logic of solidarity between human and economic exchanges. It is a strong signal that offers a partial but realistic response to the North/South imbalance, to the drifts of debrided globalization and to destabilizing speculation.
I would also like to thank all members of the scientific community, university professors, experts, who helped us validate the feasibility of the project and its technical implementation. by
Together with France, Belgium will now be at the forefront of the European struggle for the implementation of a tax on foreign exchange transactions. I agree with the considerations of Ms. Lejeune and Mr. Cortois when they request that this tax be applied in an area that is as wide as possible. But in the absence of a world government, it seems to me that pragmatism requires it right to start somewhere. And I wish, like the liberal groups, that the government seize this proposal without delay and defend it at the European level or at the OECD level.
It is true that the struggle must continue, and it is only just beginning at the European level. The new European Parliament, which has just been elected and will be set up on 20 July, will have the task of continuing the work of conviction with other Member States. At the level of the Intergroup on International Taxation, a resolution will be quickly drafted so that other countries are invited to follow the example of Belgium and France.
So today we are experiencing an important milestone, but many debates are still in the horizon, to bring more solidarity in international exchanges and more social justice at the global level.
#11
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, over de Tobin-taks hebben we al een lange discussie gehad in de commissie Globalisering waarbij voor- en tegenstanders dikwijls vanuit een vrij algemene macro-economische visie hun argumenten hebben ontwikkeld. De commissie Globalisering heeft bij meerderheid beslist dat ze de commissie voor de Financiën zou aanbevelen om het voorliggend wetsvoorstel goed te keuren. Men heeft dat volgens mij vrij snel gedaan, waarbij ik de bedenking moet maken, mijnheer de voorzitter, collega's, dat ik niet direct duidelijk zie hoe men dat gaat inpassen in, op zijn minst, de Europese context, wat toch de bedoeling zou moeten zijn. Men heeft er uiteindelijk voor gekozen om te verwijzen naar het tijdstip wanneer deze wet in werking zou treden. Ik heb toch nog altijd het gevoel dat ons werk niet af is en dat we nog altijd niet bijzonder goed weten in welk stelsel we nu eigenlijk verder zullen opereren.
Ik had eigenlijk ook een beetje een algemene terloopse benadering bedacht, maar nu ik de diverse uiteenzettingen heb gehoord zou ik mij toch meer willen afstemmen op het pragmatische vlak waarbij ik de gevolgen van het voorliggend wetsvoorstel zou willen toetsen aan de economische realiteit. Ik denk dat we als politici in dit halfrond toch de inspanning moeten doen om te kijken dat wat we voorstellen, zij het vanuit een ideologische benadering, zij het vanuit een algemene maatschappelijke benadering, beantwoordt aan wat zich afspeelt in de economische realiteit. Als we de doelstellingen willen halen waarmee iedereen het grosso modo eens is moeten we nagaan of dit wel de juiste manier is.
Ik zal het debat misschien iets scherper op de snee voeren, misschien voor sommigen uit een liberale visie. Mijn eerste bekommernis was echter toch te zien hoe dat nu in wezen gaat en wat de gevolgen in de praktijk zijn.
De eerste bedenking die ik moet maken, mijnheer de voorzitter, collega's, is dat de voorstanders van de Tobin-taks stellen dat het gaat om een — weliswaar minimale — taks van 0,01% of 0,02% die tot doel heeft de speculatieve bewegingen op de monetaire internationale markten te treffen.
Tegelijkertijd stel ik echter vast dat het een taks betreft die alle internationale geldbewegingen zal treffen. Men gaat daarbij uit van een bewering die, mijns inziens, niet correct is indien men ze aan de realiteit toetst. Men gaat ervan uit dat het overgrote deel van de internationale monetaire transacties een speculatief karakter heeft. In de praktijk is dit echter niet het geval. De vaststelling dat men in het geheel van deze bewegingen geen duidelijk onderscheid maakt tussen speculatieve en nuttige transacties is, mijns inziens, een zwak punt in het wetsvoorstel.
Ik kom tot een tweede bedenking. Een studie heeft uitgewezen dat 80 tot 85% van alle internationale transacties gebeuren en te maken hebben met investeringen of het zich indekken tegen de zogenaamde wisselkoersrisico's, zogenaamde hedgingoperaties die ontstaan uit economische en handelsactiviteiten die tot doel hebben de negatieve gevolgen van speculaties op mogelijke koersverschillen tussen valuta te vermijden. In de praktijk betekent dit dat de koper en de verkoper indien zij behoren tot landen met een verschillende valutazone er zich alleen willen van verzekeren dat de koers op basis waarvan zij een contract sluiten op het ogenblik van de levering en betaling nog dezelfde is. Met deze techniek maken ze de uitwisseling van goederen, diensten en investeringen tussen partners uit verschillende valutazones mogelijk. Deze operaties beschouwen als een deel van de internationale monetaire speculaties is, mijns inziens, geen goede invalshoek.
Derde bedenking. Een Tobin-taks met zijn afgeleiden — er bestaan varianten — kan niet-verstorend werken op voorwaarde dat een dergelijke praktijk in alle landen bestaat. Is dat niet het geval — hetgeen thans de realiteit is — zullen de internationale verrichtingen vooral geschieden in landen en valuta waar de Tobin-taks niet van toepassing is.
Ik zal het meer concreet stellen. Als morgen de Tobin-taks wordt ingevoerd in alle landen van de Europese Unie, dan zal in de toekomst de wereld meer en meer in dollar gaan betalen en wordt de euro als internationale valuta meer een marginaal element.
Ten vierde, deze bedenking heeft te maken met mijn vrees dat de Tobin-taks de investeringen niet zal bevorderen. Er leeft daar ook een groot misverstand dat onvoldoende is uitgeklaard tijdens de diverse commissiewerkzaamheden. Collega's, een investering is meer dan wat de voorstanders zich inbeelden. Het is dus niet een eenmalige transactie waarbij men in één klap tien miljoen of twintig miljoen dollar of euro stopt in een bepaald project in een bepaald land, ook in een ontwikkelingsland. De redenering in de voorstellen van de voorstanders is een beetje te simplistisch.
De investeerder die zijn middelen haalt uit een van de grote pensioenfondsen in de eurozone hoopt dat zijn investeringsproject goed loopt. Op een bepaald moment wil hij zijn dividenden te gelde maken in eigen land en dus in euro. Bij deze transfer moet hij bij voorliggend voorstel opnieuw de Tobin-taks betalen. Als hij nadien de opbrengsten in een niet-euroland wil investeren, moet hij opnieuw de — weliswaar lage — Tobin-taks van 0,01% of 0,02% ophoesten.
De lage Tobin-taks vormt door zijn cumulatieve kracht, door zijn herhalende kracht een niet-onbelangrijk kostenelement. Het kan uiteindelijk tot gevolg hebben dat de investeerder besluit dat alles bij mekaar hij beter in de eigen eurozone investeert. Het eindresultaat zou zijn dat het geld blijft waar het zich nu bevindt, dit is vandaag in het rijke Noorden en niet in het arme Zuiden. Als de Tobin-taks ooit wereldwijd wordt toegepast, is het een belasting die in de eerste plaats voor de ontwikkelingslanden het handel drijven en het proberen losweken van investeringen weken duurder zal maken. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Ten vijfde, de Spahn-variant, waarbij een hoge taks op transacties wordt geheven als de wisselkoers een vooraf bepaalde bandbreedte overschrijdt, is als vijgen na Pasen. Als de Spahn-variant in werking treedt, is de devaluatie een feit. De speculaties die daarbij optreden zijn niet de oorzaak, maar het gevolg van een nationaal gevoerd beleid. Men haalde tijdens de discussie als voorbeeld de grote monetaire en economische crisis van de jaren 1996, 1997 en 1998 in een aantal Aziatische landen zoals Zuid-Korea, Maleisië, Thailand en Indonesië aan.
Alle landen die toen door de crisis werden getroffen hadden gigantische schulden op korte termijn. Precies voor die schulden werd dit kortetermijnkapitaal met overheidswaarborg aangetrokken om met alle middelen en met de monetaire reserves de vaste wisselkoers van hun munt te garanderen en dit vooral ten overstaan van de dollar. Deze relatief goedkope kortetermijnleningen uit het buitenland werden dan aangewend om langetermijninvesteringen te realiseren tegen relatief lage intresten in eigen land. Die langetermijninvesteringen gebeurden vooral in staatsbedrijven of in door vrienden of familieleden gerunde grote en machtige binnenlandse groepen. Bovendien werden die groepen meestal nog ondersteund door verdoken staatssubsidies of door het opbouwen van monopolies op de binnenlandse markten.
De mastodonten waren internationaal niet competitief wat tot gevolg had dat de producten in deze landen andermaal alleen via exportsubsidies konden worden verkocht in het buitenland. Het was een fundamenteel ongezonde situatie die in feite berustte op een financiële zeepbel en niet op efficiënt investeren en beheren. Bovendien kwamen de opbrengsten van deze grote groepen in handen van een rijke, bevriende bovenlaag die ze voor een stuk omzette in buitenlandse deviezen die niet werden aangewend om de binnenlandse economie te ondersteunen. Het is dus niet verwonderlijk dat het vertrouwen in de munt op een bepaald moment in het gedrang kwam en helemaal zoekraakte. Precies op dat moment zagen speculanten door deze mogelijkheid de kans hun slag te slaan. Ik herhaal dat zij dus niet de oorzaak, maar het gevolg zijn van een falend binnenlands beleid waar de oppositie meestal ook politiek monddood wordt gemaakt om de wantoestanden niet te kunnen aanklagen.
Enkel een cumulatieve allesomvattende Tobin-taks kan miljarden opbrengen. Er is echter geen mens die een oplossing aanreikt — ik heb er tenminste nog geen gehoord — en zegt hoe via het kanaal van overheidsontwikkeling ervoor kan worden gezorgd dat deze kapitalen in de landen zelf efficiënt worden geïnvesteerd en bijdragen tot een verbetering van de economische toestand en het algemeen welzijn van de lokale bevolking.
Langs allerlei omwegen worden die kapitalen helaas dikwijls aangewend voor de versteviging van de eigen markt, alsook voor de uitbouw van een politieapparaat en een militair apparaat.
Daarbij aansluitend wil ik een stoute vraag stellen. Zou het niet beter en eenvoudiger zijn voor de herverdeling van de wereldrijkdom te pleiten voor de afbouw van de destructieve subsidielandbouwpolitiek in de rijke landen en voor het verder vrijmaken van onze markten waarvan de toegang wordt belemmerd door toltarieven of door allerhande administratieve hindernissen voor producten uit de ontwikkelingslanden? Dat vergt van ons allen natuurlijk wat meer politieke moed. Het is gemakkelijk steeds te verwijzen naar de dictatuur van de vrije markt, hoewel uit studies is gebleken dat precies de vrije markt van goederen, diensten en kapitaal kan leiden tot politieke vrijheid in ontwikkelingslanden en tot eerbied voor mensenrechten. Dat laatste is ook niet onbelangrijk vanuit Europees oogpunt. Ik verwijs naar het voorbeeld van China waar de activisten die ijveren voor meer democratie, voor meer decentralisatie, ook hebben geijverd voor de toetreding van China tot de internationale handelsorganisaties, waar de spelregels leiden tot meer decentralisatie en resulteren in mondigere consumenten en wereldburgers. Dat is voor liberalen een fundamentele reden waarom wij voorstanders zijn van vrijhandel, van vrij verkeer van diensten, goederen en kapitaal.
De Tobin-taks is volgens ons niet de beste methode om de vrije handel van goederen, diensten en kapitaal te realiseren en draagt ook niet fundamenteel bij tot het scheppen van een betere en rechtvaardigere wereld en een betere verdeling van de wereldrijkdom.
Om al die redenen zal de VLD-fractie het voorliggend voorstel niet goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, we have had a long discussion on the Tobin tax in the Committee on Globalization, where advocates and opponents have often developed their arguments from a fairly general macroeconomic view. The Committee on Globalization decided by a majority that it would recommend the Committee on Finance to approve the present bill. In my opinion, this has been done fairly quickly, and I have to argue, Mr. Speaker, colleagues, that I do not immediately see clearly how this will be adapted to, at least, the European context, which should be the intention. Finally, it was chosen to refer to the time when this law would come into force. However, I still feel that our work is not finished and that we still do not know very well in which system we will actually operate.
I had actually also conceived a bit of a general continuous approach, but now that I have heard the various statements, I would still like to adjust myself more to the pragmatic plane in which I would like to test the consequences of the present bill on the economic reality. I think that we, as politicians in this hemisphere, must make the effort to see that what we propose, whether from an ideological approach, whether from a general social approach, responds to what is taking place in the economic reality. If we want to ⁇ the goals we all agree on, we need to see if this is the right way.
I may be going to conduct the debate a little sharper on the cut, ⁇ for some from a liberal view. My first concern, however, was to see how this is now in essence and what the consequences are in practice.
The first consideration I must make, Mr. Speaker, colleagues, is that the supporters of the Tobin tax argue that it is a — although minimal — tax of 0,01% or 0,02% aimed at affecting the speculative movements on the international monetary markets.
At the same time, however, I note that it is a tax that will affect all international money movements. This is based on an assertion that, in my opinion, is not correct if it is tested on reality. The majority of international monetary transactions are speculative. In practice, however, this is not the case. The finding that in the whole of these movements there is no clear distinction between speculative and useful transactions is, in my opinion, a weak point in the bill.
I come to a second consideration. One study found that 80 to 85% of all international transactions occur and involve investments or exposure to so-called exchange rate risks, so-called hedging operations arising from economic and trade activities aimed at avoiding the negative effects of speculation on possible exchange rate differences between currencies. In practice, this means that the buyer and the seller, if they belong to countries with a different currency zone, only want to ensure that the price on which they conclude a contract at the time of delivery and payment is still the same. With this technique, they enable the exchange of goods, services and investments between partners from different currency zones. Considering these operations as part of international monetary speculation is, in my opinion, not a good perspective.
Third consideration . A Tobin tax with its derivatives — there are variants — can work non-disturbingly provided that such practice exists in all countries. If this is not the case—which is now the reality—international transactions will mainly take place in countries and currencies where the Tobin tax does not apply.
I will put it more concrete. If tomorrow the Tobin tax is introduced in all countries of the European Union, then in the future the world will pay more and more in dollars and the euro as international currency becomes more and more a marginal element.
Fourth, this concern has to do with my fear that the Tobin tax will not promote investments. There is also a huge misunderstanding that has not been sufficiently clarified during the various committee work. Colleagues, an investment is more than what the advocates imagine. Therefore, it is not a one-off transaction in which one puts in one blow ten million or twenty million dollars or euros in a particular project in a particular country, including in a developing country. The reasoning in the proposals of the supporters is a bit too simplistic.
The investor who draws his funds from one of the major pension funds in the euro area hopes that his investment project will go well. At some point, he wants to pay his dividends in his own country and therefore in euros. In this transfer, he will have to pay the Tobin tax again. If he subsequently wants to invest the proceeds in a non-eurozone country, he must again raise the – though low – Tobin tax of 0.01% or 0.02%.
The low Tobin tax, by its cumulative force, by its repetitive force, constitutes a non-insignificant cost element. It may ultimately result in the investor deciding that all together he is better invested in his own euro zone. The end result would be that the money remains where it is now, this is today in the rich North and not in the poor South. If the Tobin tax ever applies globally, it will be a tax that will cost weeks more for developing countries to drive trade and try to unlock investments. That may not be the intention.
Fifth, the Spahn variant, where a high tax on transactions is levied if the exchange rate exceeds a pre-determined bandwidth, is like fig after Easter. If the Spahn variant comes into effect, devaluation is a fact. The speculations that occur are not the cause, but the consequence of a national policy. The discussion took as an example the great monetary and economic crises of 1996, 1997 and 1998 in a number of Asian countries such as South Korea, Malaysia, Thailand and Indonesia.
All countries affected by the crisis at the time had huge short-term debts. It was precisely for those debts that this short-term capital with government guarantees was attracted to guarantee, with all means and with the monetary reserves, the fixed exchange rate of their currency, especially against the dollar. These relatively cheap short-term loans from abroad were then used to realize long-term investments at relatively low interest rates in the home country. These long-term investments occurred mainly in state-owned companies or in large and powerful domestic groups run by friends or family members. Furthermore, these groups were still supported mostly by dumped state subsidies or by building monopolies on domestic markets.
The mastodontes were not internationally competitive, which resulted in the products in these countries being sold abroad again only through export subsidies. It was a fundamentally unhealthy situation that in fact relied on a financial soap bubble and not on efficiently investing and managing. Furthermore, the proceeds of these large groups came into the hands of a wealthy, friendly upper layer which converted them in part into foreign currencies which were not used to support the domestic economy. Therefore, it is not surprising that confidence in the currency at some point was compromised and dropped altogether. Exactly at that moment, speculators saw this possibility as a chance to strike their battles. I repeat that they are, therefore, not the cause, but the result of a failing domestic policy where the opposition is usually also politically murdered in order not to be able to accuse the unrest.
Only a cumulative all-inclusive Tobin tax can generate billions. However, there is no one who offers a solution — I have at least not heard of it yet — and says how through the channel of public development it can be ensured that these capitals are invested efficiently in the countries themselves and contribute to an improvement of the economic condition and the general well-being of the local population.
Unfortunately, these capitals are often used on various routes for the consolidation of their own market, as well as for the development of a police apparatus and a military apparatus.
In the meantime, I would like to ask a silly question. Wouldn’t it be better and easier for the redistribution of world wealth to advocate for the removal of destructive subsidiary agricultural policies in the rich countries and for the further liberalization of our markets whose access is hindered by customs tariffs or by all sorts of administrative barriers for products from developing countries? This, of course, requires a little more political courage. It is easy to always refer to the dictatorship of the free market, although studies have shown that it is precisely the free market of goods, services and capital that can lead to political freedom in developing countries and to respect for human rights. This is also not unimportant from a European point of view. I refer to the example of China where the activists who are eager for more democracy, for more decentralization, have also eagerly eagerly for China’s accession to international trade organizations, where the rules of the game lead to more decentralization and result in more calm consumers and world citizens. For liberals, this is a fundamental reason why we are in favor of free trade, free movement of services, goods and capital.
We believe that the Tobin tax is not the best method to realize the free trade of goods, services and capital, nor does it fundamentally contribute to the creation of a better and fairer world and a better distribution of world wealth.
For all these reasons, the VLD group will not approve the present proposal.
#12
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, gelet op het gevorderde uur, zal ik heel kort zijn. Ik zou een drietal punten willen aanhalen.
Ten eerste, ik zou willen beginnen met een dankwoord uit te spreken aan alle collega's, zowel de voorstanders als de tegenstanders, voor de lange weg die we hebben afgelegd. We hebben in de Kamer nu vijf jaar over de kwestie gedebatteerd. Ik meen te mogen zeggen dat zowel van de kant van de tegenstanders als van de kant van de voorstanders werd geprobeerd om een debat op niveau te voeren. We hebben, zowel voor- als tegenstanders, tal van hoorzittingen georganiseerd, waarbij gerespecteerde sprekers het woord voerden die met goede argumenten het voor en tegen van een Tobin-taks in zijn Spahn-variante hebben bepleit.
Voor mij en ik meen ook voor de andere voorstanders is het duidelijk dat het hier gaat om een politieke keuze. De argumenten dat het niet zal werken, dat het niet kan en dat het wat ik vandaag opnieuw heb gehoord in strijd is met de Europese verdragen, hebben wij weerlegd. Ik kan degenen die nog twijfelen, als ze dat wensen, studies geven van professoren die ons duidelijk maken dat het wetsvoorstel helemaal in overeenstemming is met het Europees Verdrag, dat een opdracht ziet voor de Europese Unie om aan noordzuidsamenwerking te doen, om muntstabiliteit te realiseren, enzovoort.
De tegenstanders opperden ook dat het technisch niet zou kunnen werken. We hebben hier in de Kamer een Canadese expert gehoord, die duidelijk maakte dat met het bestaande systeem een minimale ingreep nu al, als men dat wil, kan men weten langs welke wegen alle kapitaalbewegingen tot stand komen volstaat om ervoor te zorgen dat de taks wordt geheven.
Mijn conclusie is dat het een politieke keuze is. Wil men de Tobin-taks al dan niet invoeren?
Ik heb respect voor andere meningen in deze, maar als sociaal-democraat is het voor mij duidelijk dat het niet kan dat de totale vrijheid ik herhaal, de totale vrijheid inzake kapitaalverkeer blijft bestaan. Ik vind ook dat de winsten die de actoren in dat totaal vrije kapitaalverkeer maken ook mogen belast worden en dat de opbrengst van die belasting mag aangewend worden om tot een meer menswaardige wereld te komen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, considering the advanced hour, I will be very brief. I would like to emphasize three points.
First, I would like to begin by thanking all my colleagues, both supporters and opponents, for the long road we have taken. We have been debating this issue in the Chamber for five years now. I think I can say that both on the side of the opponents and on the side of the supporters was an attempt to conduct a debate at the level. We have organized numerous hearings, both for and against, with respected speakers speaking with good arguments advocating for and against a Tobin tax in its Spahn variant.
For me – and I think also for the other supporters – it is clear that this is a political choice. We have rejected the arguments that it will not work, that it cannot and that – what I heard today again – is contrary to European treaties. I can give those who still have doubts, if they wish, studies of professors who make it clear to us that the bill is fully in line with the European Treaty, which sees a mandate for the European Union to engage in north-south cooperation, to ⁇ monetary stability, and so on.
Opponents also argued that it would not work technically. We heard a Canadian expert here in the Chamber, who made it clear that with the existing system, a minimal intervention – already now, if one wants it, one can know by which routes all capital movements will take place – is sufficient to ensure that the tax is levied.
My conclusion is that it is a political choice. Will the Tobin tax be introduced or not?
I have respect for other opinions in this, but as a social-democrat it is clear to me that it is not possible that the total freedom – I repeat, the total freedom – in the movement of capital may continue to exist. I also believe that the profits made by the actors in that total free movement of capital should also be taxed and that the proceeds from that tax may be used to bring about a more human-worthy world.
#13
Official text
Monsieur le président, c'est en décembre 1999 que Jacky Morael déposait au Sénat une proposition de résolution relative à la mise en place d'un prélèvement minimal sur les transactions financières spéculatives. A cette époque, dans la foulée du sommet de l'OMC à Seattle, chacun prenait peu à peu conscience, tant dans la société civile que dans le monde politique, des enjeux de la libéralisation des échanges et de l'ouverture de frontières.
L'idée émise par James Tobin d'introduire un grain de sable dans les mécanismes de mondialisation des marchés financiers, de manière à éviter les dérapages qui en quelques heures peuvent déstabiliser l'économie d'un pays, allait faire pour la première fois l'objet d'une analyse scientifique et susciter un très large débat politique. Depuis 1999, de nombreuses auditions ont eu lieu, tant à la Chambre qu'au Sénat. Des études ont été réalisées qui concluaient notamment à la faisabilité technique du dispositif. Des débats, souvent très animés, aboutissent aujourd'hui au vote en séance plénière d'une proposition de loi instaurant une taxe sur les opérations de change de devises, de billets de banque et de monnaies.
A l'origine, la taxe Tobin consistait en un seul tarif applicable à toutes les transactions de change. Le problème essentiel de la taxe unitaire réside dans le fait qu'il est pratiquement impossible d'en déterminer la hauteur adéquate. Une taxe trop élevée engendre une fuite de capitaux, une taxe trop basse ne provoque pas l'effet dissuasif escompté. Par ailleurs, le système de Tobin ne garantit pas un flux de recettes stable puisque si l'effet est complètement dissuasif, il n'y a plus de recettes du tout. C'est ce que le ministre des Finances appelait la biodégradabilité de cette version.
C'est pourquoi le concept a été affiné par le professeur Spahn pour se transformer en un mécanisme viable qui propose un système à double tarif: un tarif peu élevé afin que les mouvements de capitaux ne soient pas perturbés tout en générant des recettes et un autre tarif très élevé appliqué lorsque la spéculation sur une monnaie se situe en dehors du cours pivot.
Si les travaux parlementaires aboutissent aujourd'hui au vote en plénière, c'est bien sûr parce que le processus législatif a suivi son cours et qu'une majorité s'est dégagée en commission des Finances. Mais c'est aussi — c'est peut-être surtout — grâce à la mobilisation sans faille de nombreux citoyens au sein de nombreuses organisations qui, depuis des années, réalisent un travail de conviction, de pédagogie et d'explicitation des enjeux. Ces nombreuses associations nous ont soutenus dans l'idée qu'il est temps de dépasser le stade des idées généreuses et qu'il faut poser des actes politiques concrets.
De mon point de vue, il y a deux types de décisions politiques: d'une part, des décisions de gestion immédiate ayant des conséquences directes et, d'autre part, des décisions qui constituent des signaux politiques indiquant aux citoyens et aux opérateurs du marché dans quel sens on veut orienter l'avenir.
La loi Tobin-Spahn dont nous débattons aujourd'hui est de ce deuxième type. C'est un signal fort qui inscrit une avancée démocratique dans le monde des transactions financières. C'est un signal fort qui propose une logique de solidarité entre échanges humains et échanges économiques. C'est un signal fort qui propose une réponse, certes partielle, mais bien réaliste au déséquilibre Nord/Sud, aux dérives de la mondialisation débridée et aux spéculations déstabilisantes.
Je voudrais aussi remercier tous les membres de la communauté scientifique, les professeurs d'université, les experts, qui nous ont aidés à valider la faisabilité du projet et sa mise en oeuvre technique. Avec la France, la Belgique va donc, désormais, être à la pointe du combat européen pour la mise en oeuvre d'une taxation des opérations de change. Je suis d'accord avec les considérations de Mme Lejeune et de M. Cortois lorsqu'ils demandent que cette taxe s'applique dans une zone qui soit la plus large possible. Mais faute de gouvernement mondial, il me semble que le pragmatisme impose bien de commencer quelque part. Et je souhaite, à l'instar des groupes libéraux, que le gouvernement s'empare sans délai de cette proposition pour la défendre au niveau européen ou au niveau de l'OCDE.
Il est vrai que le combat doit se poursuivre, et il ne fait que commencer au niveau de l'Europe. Le nouveau Parlement européen, qui vient d'être élu et qui sera mis en place le 20 juillet, aura la tâche de poursuivre le travail de conviction auprès des autres Etats membres. Au niveau de l'intergroupe sur la fiscalité internationale, une résolution sera rapidement rédigée afin que les autres pays soient invités à suivre l'exemple de la Belgique et de la France.
Nous vivons donc aujourd'hui une étape importante mais de nombreux débats sont encore à l'horizon, pour apporter plus de solidarité dans les échanges internationaux et plus de justice sociale au niveau mondial.
Translated text
Mr. Speaker, it was in December 1999 that Jacky Morael submitted to the Senate a proposal for a resolution concerning the establishment of a minimum tax on speculative financial transactions. At that time, in the wake of the WTO Summit in Seattle, everyone gradually became aware, both in civil society and in the political world, of the challenges of liberalizing trade and opening borders.
The idea put forward by James Tobin to introduce a grain of sand into the mechanisms of globalization of financial markets, in order to avoid disruptions that in a few hours can destabilize the economy of a country, would for the first time be the subject of a scientific analysis and arouse a very broad political debate. Since 1999, numerous hearings have been held, both in the House and in the Senate. Studies were conducted which concluded in particular on the technical feasibility of the device. Debates, often very animated, result today in the plenary vote on a bill introducing a tax on exchange operations of currencies, banknotes and currencies.
Originally, the Tobin tax consisted of a single rate applicable to all foreign exchange transactions. The main problem with the unit tax lies in the fact that it is practically impossible to determine the appropriate amount. Too high tax leads to capital leakage; too low tax does not produce the expected deterrent effect. Furthermore, the Tobin system does not guarantee a stable revenue flow since if the effect is completely deterrent, there are no recipes at all. This is what the Minister of Finance called the biodegradability of this version.
That’s why the concept was refined by Professor Spahn to turn into a viable mechanism that proposes a double rate system: a low rate so that capital movements are not disturbed while generating revenue and another very high rate applied when speculation on a currency is located outside the pivot rate.
If parliamentary work today results in a plenary vote, it is of course because the legislative process has followed its course and a majority has emerged in the Finance Committee. But it is also – ⁇ most importantly – thanks to the unwavering mobilization of many citizens within many organizations that, for years, have carried out a work of conviction, pedagogy and explanation of issues. These many associations have supported us in the idea that it is time to go beyond the stage of generous ideas and that concrete political acts must be made.
In my view, there are two types of political decisions: on the one hand, immediate management decisions with direct consequences and, on the other hand, decisions that constitute political signals indicating to citizens and market operators in what direction the future is aimed at.
The Tobin-Spahn law that we are discussing today is of this second type. This is a strong signal that marks a democratic advance in the world of financial transactions. It is a strong signal that proposes a logic of solidarity between human and economic exchanges. It is a strong signal that offers a partial but realistic response to the North/South imbalance, to the drifts of debrided globalization and to destabilizing speculation.
I would also like to thank all members of the scientific community, university professors, experts, who helped us validate the feasibility of the project and its technical implementation. Together with France, Belgium will now be at the forefront of the European struggle for the implementation of a tax on foreign exchange transactions. I agree with the considerations of Ms. Lejeune and Mr. Cortois when they request that this tax be applied in an area that is as wide as possible. But in the absence of a global government, it seems to me that pragmatism requires a good start somewhere. And I wish, like the liberal groups, that the government seize this proposal without delay and defend it at the European level or at the OECD level.
It is true that the struggle must continue, and it is only just beginning at the European level. The new European Parliament, which has just been elected and will be set up on 20 July, will have the task of continuing the work of conviction with other Member States. At the level of the Intergroup on International Taxation, a resolution will be quickly drafted so that other countries are invited to follow the example of Belgium and France.
So today we are experiencing an important milestone, but many debates are still in the horizon, to bring more solidarity in international exchanges and more social justice at the global level.
#14
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil geen debat voeren met mijn goede vriend en collega. Mijnheer Van der Maelen, ik wil gewoon zeggen dat het verschil in uw redenering dat u niet maakt is dat u nu eigenlijk bezig bent met het belasten van bewegingen en niet het resultaat van die bewegingen. Als iemand, een bedrijf, winst maakt ingevolge monetaire transacties ik weet niet of u dat goed beseft dan wordt die daar vandaag ook op belast. Als men ingevolge wisselkoersschommelingen meer winst maakt dan men had voorzien, dan wordt die meeropbrengst belast. Wat jullie nu doen ik ben daar niet van overtuigd, maar ik weet dat het debat niet afgelopen is is een fundamentele fout maken, als ik dat woord fout mag gebruiken, in de benadering. Nu bent u eigenlijk bezig met normale bewegingen te belasten, terwijl u eigenlijk het resultaat zou moeten belasten.
Translated text
I do not want to discuss with my good friend and colleague. Mr. Van der Maelen, I just want to say that the difference in your reasoning that you do not make is that you are actually engaged in charging movements and not the result of those movements. If someone, a company, makes profits as a result of monetary transactions – I don’t know if you are aware of it – then they are taxed on that today. If, as a result of exchange rate fluctuations, one makes more profit than one had anticipated, then that surplus yield is taxed. What you are doing now – I’m not convinced of it, but I know that the debate is not over – is to make a fundamental mistake, if I can use that word wrong, in approximation. Now you’re actually working on normal movements while you’re actually having to work on the result.
#15
Official text
Ik heb uw punt begrepen en ik heb twee tegenwerpingen. We zijn nu wel het debat aan het herhalen. Eerste tegenwerping. De cijfers zijn hier al geciteerd. Tussen 1.500 miljard dollar en 2.000 per dag wordt er verschoven op de kapitaalmarkt. Dat is het eerste cijfer. Het tweede cijfer is afkomstig van de Bank voor Internationale Betalingen: 4.300 miljard per jaar heeft te maken met de reële economie. Dat wil zeggen dat het wisselverrichtingen zijn als gevolg van de verkoop van goederen of van investeringen.
Luister goed: 2.000 miljard kapitaalbewegingen en verschuivingen per dag en een reële economie van 4.300 miljard op jaarbasis. Simpel gezegd, meer dan 95% van de dagelijkse kapitaalbewegingen hebben niks te maken met de reële economie. Met die activiteiten worden grote winsten gemaakt.
Ik kom tot mijn tweede argument. De grootste stroper terzake kennen wij allemaal: George Soros. Hij heeft zijn miljardenrijkdom gebaseerd op speculatie tegen de Engelse pond. George Soros is vandaag een voorstander van een belasting op speculatieve kapitaalbewegingen. Hij weet dat dat een zeer winstgevende activiteit is. Daarstraks is door collega's van CD&V gezegd dat de belastingdruk niet mag worden verhoogd. Ik ben van oordeel dat voor de financiering van een meer menswaardige wereld, wij ons niet mogen beperken tot het systeem dat wij sinds 1970 gebruiken, namelijk aan de verschillende landen vragen dat zij een percentage van hun bnp besteden aan ontwikkelingshulp. Wie brengt dat op? Wij allemaal. Wij weten allemaal heel goed hoe onevenredig de verhouding is tussen belasting op kapitaal en belasting op arbeid in onze nationale belastingopbrengsten. Als ik naar u luister, zouden we aan degenen die een inkomen uit arbeid hebben, moeten vragen om de internationale uitdagingen waar wij voor staan, te financieren? Ik zeg dat ook het kapitaal daaraan zijn bijdrage moet leveren.
Het is hoog nodig. In 2004 bevinden wereldwijd 54 landen zich in een slechtere situatie dan begin de jaren negentig. Als wij doorgaan zoals wij nu bezig zijn en wij nog maar willen bereiken dat in subsaharaans Afrika, waarin onder meer onze ex-kolonies liggen, elk kind basisonderwijs geniet, terwijl we niks veranderen aan de financiering, dan halen wij die doelstelling dat zijn cijfers van de Wereldbank; die komen niet van Van der Maelen in 2129. Hebt u dat goed gehoord?
Als we voortdoen zoals we bezig zijn, zal in 2129 in de regio bezuiden de Sahara elk kind onderwijs krijgen. De kindersterfte zal bezuiden de Sahara met twee derde zijn teruggedrongen in 2169. Op het bannen van de honger kan men zelfs nu geen cijfer plakken.
Translated text
I understand your point and I have two objections. We are now repeating the debate. The first opposition. The figures have already been quoted here. Between $1,500 billion and $2,000 per day are shifted on the capital market. That is the first number. The second figure comes from the Bank for International Payments: 4,300 billion a year is related to the real economy. That is, they are exchange transactions resulting from the sale of goods or from investments.
Listen carefully: 2,000 billion capital movements and shifts per day and a real economy of 4,300 billion on an annual basis. Simply put, more than 95% of daily capital movements have nothing to do with the real economy. These activities generate huge profits.
I come to my second argument. We all know the greatest striker in this matter: George Soros. He has his billion-dollar wealth based on speculation against the British pound. George Soros is a supporter of a tax on speculative capital movements. He knows that this is a very profitable activity. Since then, CD&V colleagues have said that the tax pressure should not be increased. I believe that in order to finance a more human-worthy world, we should not limit ourselves to the system we have used since 1970, namely asking the different countries to spend a percentage of their GDP on development aid. Who brings it up? All of us. We all know very well how disproportionate the ratio between capital tax and labor tax in our national tax revenues is. If I listen to you, should we ask those who have an income from labour to finance the international challenges we face? I say that the capital must also contribute to this.
It is highly needed. In 2004, 54 countries worldwide were in a worse situation than in the early 1990s. If we continue as we are doing now and we only want to ⁇ that in sub-Saharan Africa, where among other things our former colonies lie, every child enjoys basic education, while we do not change the funding, then we ⁇ that goal – that is the figures of the World Bank; they do not come from Van der Maelen – in 2129. Have you heard this correctly?
If we continue as we are doing, in 2129 every child in the region south of the Sahara will receive education. Child mortality will be reduced south of the Sahara by two-thirds in 2169. On the eradication of hunger one cannot even now attach a number.
#16
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, gelet op het gevorderde uur, zal ik heel kort zijn. Ik zou een drietal punten willen aanhalen.
Ten eerste, ik zou willen beginnen met een dankwoord uit te spreken aan alle collega's, zowel de voorstanders als de tegenstanders, voor de lange weg die we hebben afgelegd. We hebben in de Kamer nu vijf jaar over de kwestie gedebatteerd. Ik meen te mogen zeggen dat zowel van de kant van de tegenstanders als van de kant van de voorstanders werd geprobeerd om een debat op niveau te voeren. We hebben, zowel voor- als tegenstanders, tal van hoorzittingen georganiseerd, waarbij gerespecteerde sprekers het woord voerden die met goede argumenten het voor en tegen van een Tobin-taks in zijn Spahn-variante hebben bepleit.
Voor mij — en ik meen ook voor de andere voorstanders — is het duidelijk dat het hier gaat om een politieke keuze. De argumenten dat het niet zal werken, dat het niet kan en dat het — wat ik vandaag opnieuw heb gehoord — in strijd is met de Europese verdragen, hebben wij weerlegd. Ik kan degenen die nog twijfelen, als ze dat wensen, studies geven van professoren die ons duidelijk maken dat het wetsvoorstel helemaal in overeenstemming is met het Europees Verdrag, dat een opdracht ziet voor de Europese Unie om aan noordzuidsamenwerking te doen, om muntstabiliteit te realiseren, enzovoort.
De tegenstanders opperden ook dat het technisch niet zou kunnen werken. We hebben hier in de Kamer een Canadese expert gehoord, die duidelijk maakte dat met het bestaande systeem een minimale ingreep — nu al, als men dat wil, kan men weten langs welke wegen alle kapitaalbewegingen tot stand komen — volstaat om ervoor te zorgen dat de taks wordt geheven.
Mijn conclusie is dat het een politieke keuze is. Wil men de Tonbintaks al dan niet invoeren?
Ik heb respect voor andere meningen in deze, maar als sociaaldemocraat is het voor mij duidelijk dat het niet kan dat de totale vrijheid — ik herhaal, de totale vrijheid — inzake kapitaalverkeer blijft bestaan. Ik vind ook dat de winsten die de actoren in dat totaal vrije kapitaalverkeer maken ook mogen belast worden en dat de opbrengst van die belasting mag aangewend worden om tot een meer menswaardige wereld te komen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, considering the advanced hour, I will be very brief. I would like to emphasize three points.
First, I would like to begin by thanking all my colleagues, both supporters and opponents, for the long road we have taken. We have been debating this issue in the Chamber for five years now. I think I can say that both on the side of the opponents and on the side of the supporters was an attempt to conduct a debate at the level. We have organized numerous hearings, both for and against, with respected speakers speaking with good arguments advocating for and against a Tobin tax in its Spahn variant.
For me — and I mean also for the other supporters — it is clear that this is a political choice. We rejected the arguments that it will not work, that it cannot and that it — which I heard today again — is contrary to European treaties. I can give those who still have doubts, if they wish, studies of professors who make it clear to us that the bill is fully in line with the European Treaty, which sees a mandate for the European Union to engage in north-south cooperation, to ⁇ monetary stability, and so on.
Opponents also argued that it would not work technically. We heard a Canadian expert here in the Chamber, who made it clear that with the existing system a minimal intervention — already now, if one wants it, one can know by which routes all capital movements will take place — is sufficient to ensure that the tax is levied.
My conclusion is that it is a political choice. Will the Tonbint Tax be introduced or not?
I have respect for other opinions in this, but as a social democrat, it is clear to me that it is not possible that the total freedom — I repeat, the total freedom — in the movement of capital continues. I also believe that the profits made by the actors in that total free movement of capital should also be taxed and that the proceeds from that tax may be used to bring about a more human-worthy world.
#17
Official text
Mijnheer Van der Maelen, mag ik u even onderbreken? Het is heel moeilijk om uw nochtans zeer interessante uiteenzetting te volgen want de akoestiek is hier afschuwelijk. Ik heb ondertussen ook de aandacht van de voorzitter.
U weet dat ik absolute voorstander ben om onze inspanningen in de internationale samenwerking op te drijven. We hebben er samen voor gepleit en geijverd. We zijn intussen aan het realiseren om een bepaald onderdeel van ons bbp 0,7 procent te besteden aan internationale samenwerking.
Het beeld dat u hier ophangt, is natuurlijk een zeer eenzijdig beeld. Er is inderdaad een inspanning nodig van het rijke Noorden om solidariteit te betonen met het Zuiden, maar alles begint bij een degelijk en goed bestuur. U kunt zo veel water uitkappen in de woestijn als u wilt, als er geen bodem aanwezig is om op een bepaald ogenblik dat water tegen te houden en ervoor te zorgen dat er een plant kan groeien, zult u water blijven uitstorten. Of men nu een Tobin-taks invoert of naar 1,5 of 3 procent van het bbp gaat, zal daaraan niets verhelpen. Ik wou dit ter nuancering van uw verhaal melden. U zegt dat het een kwestie van geld is, maar het is niet alleen een kwestie van geld.
Translated text
Mr. Van der Maelen, can I interrupt you for a moment? It is very difficult to follow your yet very interesting presentation because the acoustics here is horrible. I also have the attention of the President.
You know that I am absolutely in favour of increasing our efforts in international cooperation. Together we praised and preached. In the meantime, we are realizing to spend a certain part of our GDP – 0.7 percent – on international cooperation.
The image you hang here is, of course, a very one-sided image. Indeed, we need an effort from the rich North to show solidarity with the South, but everything begins with sound and good governance. You can cut out as much water in the desert as you want, if there is no soil present to stop that water at any given moment and ensure that a plant can grow, you will continue to cast out water. Whether you introduce a Tobin tax or go to 1.5 or 3 percent of GDP, nothing will fix that. I would like to report this to nuance your story. You say it’s a matter of money, but it’s not just a matter of money.
#18
Official text
Collega Versnick, ik heb dat ook nooit beweerd. Er moeten tal van voorwaarden, onder andere goed bestuur, zijn vervuld opdat de hulp die men geeft het gewenste effect zou hebben. Ik beweer nu dat we niet over het nodige geld beschikken.
Alle cijfers maken duidelijk dat als je dat wil doen via 0,7% van het bnp van verschillende landen, je er niet komt. Weet u dat voor het ogenblik, in 2003, wij in de OESO-landen komen aan gemiddeld 0,24% van het bnp? U gelooft het misschien nog, maar ik geloof niet dat we dit percentage over alle OESO-landen samen op heel korte termijn naar 0,7% zullen brengen. Dat geloof ik niet. Ons land doet een goede inspanning en daar zijn we blij om. Wij zitten voor het ogenblik aan 0,42%, wat goed is. Uitzonderlijk en eenmalig zitten we nu aan 0,6% omdat we de schuldkwijtschelding aan Congo hebben gedaan. Wij alleen mogen nog naar 0,7% gaan, maar dat helpt niet. Er is dus een andere bron nodig.
Naast de 0,7% die wij moeten blijven volhouden en waaraan vooral de factor arbeid bijdraagt, moeten we de nieuwe internationale financieringsbron aan de kant van het kapitaal zoeken. Als we een heffing van 0,01% of 0,02% mondiaal kunnen realiseren, komen we uit op een bedrag van ongeveer 50 miljard euro. De millenniumdoelstellingen kunnen we niet realiseren. Er zijn andere plannen om te proberen nog geld te vinden, maar ik voorspel u dat dit ook niet zal lukken. Voor de realisatie van de millenniumdoelstellingen, met name in de periode 2015-2025 aan alle mensen ter wereld eten, drinken, onderwijs, gezondheid verschaffen, hebben we per jaar minimaal 40 miljard euro nodig. Als we de Tobintaks mondiaal kunnen realiseren, hebben we de middelen om dat te doen. Dan hebt u gelijk en daarin volg ik u; het volstaat niet het geld op tafel te leggen, het moet ook goed worden aangewend en daarvan moet werk worden gemaakt.
Dat is de reden waarom het goed is dat een klein landje als België als eerste bewijst, niet alleen in de samenleving, maar ook in het Parlement, dat een meerderheid van parlementsleden van oordeel is dat we die weg moeten inslaan.
Als we dat straks goedkeuren is dit echter, zoals reeds gezegd, geen eindpunt; het is een beginpunt. We hebben reeds over een resolutie gestemd in dit Parlement in 2001 waarmee ik even wil antwoorden op de vraag waarom we geen resolutie goedkeuren. We hebben aan de Belgische regering en de minister van Financiën in het bijzonder gevraagd om het debat van de Tobin-taks op het Europese niveau te brengen. De minister heeft dat geprobeerd, maar het is niet gelukt. Zij die voorstander zijn van de idee hebben gezegd dat ze het daar niet wensen bij te laten. Als het niet kan via de weg van de regeringen, gaan ze het via de parlementen proberen.
We hebben een tekst geschreven die een vertaling is van de Spahn- variant van de Tobin-taks die door academici van verschillende universiteiten in België gemaakt is op basis van de structuur van de zesde BTW-richtlijn. Deze richtlijn wordt toegepast en gebruikt door meer dan 80 landen in de wereld. We hebben dus een techniek gebruikt die gemakkelijk exporteerbaar is.
Op 8 juli vindt in het Europees Parlement een eerste ontmoeting plaats met een reeks van collega's uit de 25 lidstaten. Het voorstel is al vertaald in de meeste talen van de Europese Unie en wordt gesteund door een breed sociaal middenveld. Het is de bedoeling dat wij 1, 2, 3 en liefst 5 of 6 andere landen in de Europese Unie kunnen verleiden een soortgelijk initiatief te nemen om aan hun regering te bewijzen dat er in hun samenleving en parlementen een politieke meerderheid is om deze stap te zetten. De financiering van een meer menswaardige wereld kan niet alleen overgelaten worden aan de 0,7- landen, wat een onbereikbaar doel is voor verschillende landen. Het gaat meestal om geld gegenereerd door de factor arbeid, want belastingen op kapitaal verlagen overal in de ontwikkelde wereld. Omdat deze factor zo mobiel is, moet je naar iets internationaals gaan.
Wij zijn van oordeel dat een Tobin-taks, een taks op kapitaalbewegingen de beste financieringsbron is voor deze versterkte inspanningen op het vlak van internationale solidariteit.
Ik hoop dat we straks in de Kamer een meerderheid geven aan het initiatief.
Dan begint voor de voorstanders ervan het werk. We zullen met het wetsvoorstel Europa en, als het moet, de rest van de wereld afdweilen en hen proberen te overtuigen van het nut van deze piste.
We staan niet alleen. James Wolfensohn, de voorzitter van de Wereldbank, heeft zelf reeds meermaals bevestigd dat hij eveneens van oordeel is dat de inspanningen niet kunnen financieren op de manier waarop we bezig zijn en dat we moeten gaan naar een interfinancieringsbron type Spahn-taks. Straks zullen we zo hoop ik - als eerste parlement in de Europese Unie bewijzen dat hier een politieke meerderheid bestaat om die piste te verkennen.
Translated text
Colleague Versnick, I have never said that. Many conditions, including good governance, must be fulfilled in order that the aid given will have the desired effect. I am saying now that we do not have the necessary money.
All the figures make it clear that if you want to do so through 0.7% of the GDP of different countries, you won’t get there. Did you know that for now, in 2003, we in the OECD countries make an average of 0.24% of GDP? You may still believe it, but I do not believe that we will bring this percentage across all OECD countries together to 0.7% in the very short term. I do not believe that. Our country is doing a good effort and we are happy for that. We are currently at 0.42%, which is good. Exceptionally and once, we are now at 0.6% because we have done the debt relief to Congo. We can only go to 0.7% but that doesn’t help. Therefore, another source is needed.
In addition to the 0.7% that we must continue to maintain and to which mainly the factor labour contributes, we must seek the new source of international financing on the side of capital. If we can ⁇ a tax of 0.01% or 0.02% globally, we expect an amount of approximately 50 billion euros. The Millennium Goals cannot be achieved. There are other plans to try to find more money, but I predict that this will not succeed either. In order to ⁇ the Millennium Goals, in particular in the period 2015-2025, providing food, drink, education, health for all people in the world, we need at least 40 billion euros annually. If we can realize the Tobint Tax globally, we have the resources to do so. Then you are right, and in this I follow you; it is not enough to put the money on the table, it must also be used properly and work must be done on it.
That is why it is good that a small country like Belgium is the first to prove, not only in society, but also in Parliament, that a majority of parliamentarians are of the opinion that we should take that path.
However, if we approve that later, this is, as already said, not a end point; it is a starting point. We already voted on a resolution in this Parliament in 2001, which I would like to answer for a moment why we do not adopt a resolution. In particular, we have asked the Belgian Government and the Minister of Finance to bring the debate on the Tobin tax to the European level. The Minister tried, but failed. Those who are in favour of the idea have said that they do not want to leave it there. If it cannot be done through the way of governments, they will try it through parliaments.
We have written a text that is a translation of the Spahn variant of the Tobin tax made by academics from various universities in Belgium based on the structure of the Sixth VAT Directive. This Directive is applied and used by more than 80 countries worldwide. So we used a technique that is easily exported. Their
On 8 July, a first meeting will take place in the European Parliament with a series of colleagues from the 25 Member States. The proposal has already been translated into most languages of the European Union and is supported by a broad civil society. It is intended that we can tempt 1, 2, 3, and ⁇ 5 or 6 other countries in the European Union to take a similar initiative to prove to their governments that there is a political majority in their societies and parliaments to take this step. The financing of a more human-worthy world cannot be left alone to the 0.7-country, which is an unattainable goal for various countries. It usually involves money generated by the factor labour, as taxes on capital lower everywhere in the developed world. Because this factor is so mobile, you need to go to something international.
We believe that a Tobin tax, a tax on capital movements, is the best source of financing for these enhanced efforts in the field of international solidarity.
I hope we will soon give a majority in the House to the initiative.
Then the work begins for its supporters. With the bill, we will distract Europe and, if necessary, the rest of the world and try to convince them of the usefulness of this track.
We are not alone. James Wolfensohn, the President of the World Bank, has himself repeatedly confirmed that he is also of the opinion that the efforts cannot be financed in the way we are doing and that we should move to a source of interfinancing type Spahn tax. Soon, I hope, as the first parliament in the European Union, we will prove that there is a political majority here to explore that track.
#19
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil geen debat voeren met mijn goede vriend en collega. Mijnheer Van der Maelen, ik wil gewoon zeggen dat het verschil in uw redenering dat u niet maakt is dat u nu eigenlijk bezig bent met het belasten van bewegingen en niet het resultaat van die bewegingen. Als iemand, een bedrijf, winst maakt ingevolge monetaire transacties — ik weet niet of u dat goed beseft — dan wordt die daar vandaag ook op belast. Als men ingevolge wisselkoersschommelingen meer winst maakt dan men had voorzien, dan wordt die meeropbrengst belast. Wat jullie nu doen — ik ben daar niet van overtuigd, maar ik weet dat het debat niet afgelopen is — is een fundamentele fout maken, als ik dat woord fout mag gebruiken, in de benadering. Nu bent u eigenlijk bezig met normale bewegingen te belasten, terwijl u eigenlijk het resultaat zou moeten belasten.
Translated text
I do not want to discuss with my good friend and colleague. Mr. Van der Maelen, I just want to say that the difference in your reasoning that you do not make is that you are actually engaged in charging movements and not the result of those movements. If someone, a company, makes profits from monetary transactions — I don’t know if you are aware of that — then it is taxed today. If, as a result of exchange rate fluctuations, one makes more profit than one had anticipated, then that surplus yield is taxed. What you are doing now—I am not convinced of it, but I know that the debate is not over—is to make a fundamental mistake, if I can use that word wrong, in approximation. Now you’re actually working on normal movements while you’re actually having to work on the result.
#20
Official text
Het was een boeiend debat. De minister heeft het woord.
Translated text
It was an interesting debate. The Minister has the word.
#21
Official text
Monsieur le président, chers collègues, je n'entrerai pas dans le débat sur le texte qui est non pas un prétexte mais un symbole aux yeux d'un certain nombre de membres de l'assemblée. Je me contenterai de rappeler quelques éléments.
Le premier on a beaucoup parlé de l'aide au développement , c'est l'engagement pris par la Belgique d'atteindre 0,7% de son produit intérieur brut en termes d'aide au développement d'ici 2010. J'aurai l'occasion je l'ai d'ailleurs rappelé avec plusieurs collègues européens de remettre ce point sur la table des ministres des Finances européens, mais aussi de la planète puisque nous nous réunirons à nouveau à l'occasion des sessions de la Banque mondiale. En effet, c'est la première des solutions pour atteindre plusieurs l'ont rappelé les objectifs du millénaire. A défaut, nous resterions dans un débat un peu marginal. D'ailleurs, la Belgique progresse. Nous avons dépassé de manière exceptionnelle, en 2003, les 0,6% du produit intérieur brut grâce à des remises de dette concernant la République démocratique du Congo. Nous sommes donc sur la bonne voie pour atteindre les 0,7%; ce qui est très rare non seulement à travers le monde, mais aussi en Europe.
Si l'ensemble des pays de l'OCDE respectait cet engagement d'atteindre 0,7% du produit intérieur brut, nous aurions probablement des moyens largement suffisants pour atteindre les objectifs que beaucoup d'Etats se sont donnés lors de conférences internationales.
J'en arrive au deuxième élément que je voudrais rappeler. Il n'y a pas de raison de s'opposer à une logique de taxation internationale. Il y a plusieurs pistes en la matière, que ce soit celle visant les mouvements financiers ou celle visant les armes. Plusieurs propositions ont été faites en la matière. A priori, il n'y a pas de raison de s'opposer à ce type de démarche de recherche de financements. Le problème est de savoir si elle est efficace et intéressante dans le cadre du prélèvement de ressources financières complémentaires.
C'est dans cet esprit que, jusqu'à présent, la position du gouvernement était de tenter d'approfondir le débat, non seulement en Belgique, mais aussi sur la scène internationale.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, I will not enter into the debate on the text which is not a pretext but a symbol in the eyes of a number of members of the assembly. I will only remind you of a few elements.
The first – a lot has been talked about development aid – is the commitment made by Belgium to reach 0.7% of its gross domestic product in terms of development aid by 2010. I will have the opportunity – I have also recalled this with several European colleagues – to put this point on the table of the Ministers of Finance of the European Union, but also of the planet as we will meet again on the occasion of the sessions of the World Bank. In fact, it is the first of the solutions to ⁇ – many have recalled – the Millennium Goals. Otherwise, we would remain in a somewhat marginal debate. Belgium is progressing. In 2003, we exceptionally exceeded 0.6% of gross domestic product through debt relief for the Democratic Republic of the Congo. We are therefore on the right track to reach 0.7%; which is very rare not only around the world, but also in Europe. by
If all OECD countries were to fulfill this commitment to reach 0.7% of GDP, we would probably have the means largely sufficient to ⁇ the goals set by many countries at international conferences.
I come to the second point that I would like to remind. There is no reason to oppose a logic of international taxation. There are several paths in this matter, whether it is the one targeting financial movements or the one targeting weapons. Several proposals have been made in this regard. A priori, there is no reason to oppose this type of approach to seeking funding. The problem is whether it is effective and interesting in the context of collecting additional financial resources.
It is in this spirit that, so far, the government’s position was to try to deepen the debate, not only in Belgium, but also on the international stage.
#22
Official text
Ik heb uw punt begrepen en ik heb twee tegenwerpingen. We zijn nu wel het debat aan het herhalen. Eerste tegenwerping. De cijfers zijn hier al geciteerd. Tussen 1.500 miljard dollar en 2.000 per dag wordt er verschoven op de kapitaalmarkt. Dat is het eerste cijfer. Het tweede cijfer is afkomstig van de Bank voor Internationale Betalingen: 4.300 miljard per jaar heeft te maken met de reële economie. Dat wil zeggen dat het wisselverrichtingen zijn als gevolg van de verkoop van goederen of van investeringen.
Luister goed: 2.000 miljard kapitaalbewegingen en verschuivingen per dag en een reële economie van 4.300 miljard op jaarbasis. Simpel gezegd, meer dan 95% van de dagelijkse kapitaalbewegingen hebben niks te maken met de reële economie. Met die activiteiten worden grote winsten gemaakt.
Ik kom tot mijn tweede argument. De grootste stroper terzake kennen wij allemaal: George Soros. Hij heeft zijn miljardenrijkdom gebaseerd op speculatie tegen de Engelse pond. George Soros is vandaag een voorstander van een belasting op speculatieve kapitaalbewegingen. Hij weet dat dat een zeer winstgevende activiteit is. Daarstraks is door collega's van CD&V gezegd dat de belastingdruk niet mag worden verhoogd. Ik ben van oordeel dat voor de financiering van een meer menswaardige wereld, wij ons niet mogen beperken tot het systeem dat wij sinds 1970 gebruiken, namelijk aan de verschillende landen vragen dat zij een percentage van hun bnp besteden aan ontwikkelingshulp. Wie brengt dat op? Wij allemaal. Wij weten allemaal heel goed hoe onevenredig de verhouding is tussen belasting op kapitaal en belasting op arbeid in onze nationale belastingopbrengsten. Als ik naar u luister, zouden we aan degenen die een inkomen uit arbeid hebben, moeten vragen om de internationale uitdagingen waar wij voor staan, te financieren? Ik zeg dat ook het kapitaal daaraan zijn bijdrage moet leveren.
Het is hoog nodig. In 2004 bevinden wereldwijd 54 landen zich in een slechtere situatie dan begin de jaren negentig. Als wij doorgaan zoals wij nu bezig zijn en wij nog maar willen bereiken dat in subsaharaans Afrika, waarin onder meer onze ex-kolonies liggen, elk kind basisonderwijs geniet, terwijl we niks veranderen aan de financiering, dan halen wij die doelstelling — dat zijn cijfers van de Wereldbank; die komen niet van Van der Maelen — in 2129. Hebt u dat goed gehoord?
Als we voortdoen zoals we bezig zijn, zal in 2129 in de regio bezuiden de Sahara elk kind onderwijs krijgen. De kindersterfte zal bezuiden de Sahara met twee derde zijn teruggedrongen in 2169. Op het bannen van de honger kan men zelfs nu geen cijfer plakken.
Translated text
I understand your point and I have two objections. We are now repeating the debate. The first opposition. The figures have already been quoted here. Between $1,500 billion and $2,000 per day are shifted on the capital market. That is the first number. The second figure comes from the Bank for International Payments: 4,300 billion a year is related to the real economy. That is, they are exchange transactions resulting from the sale of goods or from investments.
Listen carefully: 2,000 billion capital movements and shifts per day and a real economy of 4,300 billion on an annual basis. Simply put, more than 95% of daily capital movements have nothing to do with the real economy. These activities generate huge profits.
I come to my second argument. We all know the greatest striker in this matter: George Soros. He has his billion-dollar wealth based on speculation against the British pound. George Soros is a supporter of a tax on speculative capital movements. He knows that this is a very profitable activity. Since then, colleagues from CD&V have said that the tax pressure should not be increased. I believe that in order to finance a more human-worthy world, we should not limit ourselves to the system we have used since 1970, namely asking the different countries to spend a percentage of their GDP on development aid. Who brings it up? All of us. We all know very well how disproportionate the ratio between capital tax and labor tax in our national tax revenues is. If I listen to you, should we ask those who have an income from labour to finance the international challenges we face? I say that the capital must also contribute to this.
It is highly needed. In 2004, 54 countries worldwide were in a worse situation than in the early 1990s. If we continue as we are doing now, and we only want to ⁇ that in sub-Saharan Africa, which includes our ex-colonies, every child enjoys elementary education, while we do not change the funding, then we ⁇ that goal — that are figures from the World Bank; those are not from Van der Maelen — in 2129. Have you heard this correctly?
If we continue as we are doing, in 2129 every child in the region south of the Sahara will receive education. Child mortality will be reduced south of the Sahara by two-thirds in 2169. On the eradication of hunger one cannot even now attach a number.
#23
Official text
Dat is het geval geweest voor enkele voorstellen. Ten eerste, was dat het geval op Belgisch vlak. Ik heb een verslag gevraagd aan de Hoge Raad voor Financiën. Sinds enige tijd hebben wij nu een verslag. Ten tweede, was dat ook het geval op Europees vlak. Ik heb het in de Ecofin-raad gevraagd, tijdens het Belgische voorzitterschap, en wij hebben ook een verslag van de Europese Commissie. Ten derde, was dat ook het geval bij de G7. Wij waren gedurende een jaar lid van de G7. Ik heb ook daar gevraagd een bespreking te houden op internationaal vlak in dat verband. Dat gebeurt nu. Bijvoorbeeld met de Wereldbank hebben wij veel besprekingen in verband met de internationale taxatie, niet alleen op speculatie ik herhaal het maar ook op andere vlakken.
Is het nodig tot een wet te komen in België? Ik meen van niet, maar volgens de regering en dus ook voor mij, is er geen probleem toch tot een stemming over te gaan. In feite is het hetzelfde of we zo'n stemming houden over een wetsvoorstel of over een resolutie. Dat is hetzelfde.
Translated text
This has been the case for some proposals. First, this was the case at the Belgian level. I requested a report to the High Council for Finance. We have had a report for a while now. Secondly, this was also the case at the European level. I asked for it in the Ecofin Council, during the Belgian Presidency, and we also have a report from the European Commission. This was also the case at the G7. We were a member of the G7 for a year. I have also asked for an international discussion on this subject. This is happening now. For example, with the World Bank, we have many discussions related to international taxation, not only on speculation – I repeat it – but also in other fields.
Is it necessary to make a law in Belgium? I mean no, but according to the government and therefore also for me, there is no problem to go to a vote anyway. In fact, it is the same whether we hold such a vote on a bill or on a resolution. That is the same.
#24
Official text
Le texte qui nous est soumis aujourd'hui, qui nous a été soumis en commission des Finances et pour lequel j'ai proposé qu'on n'entre pas dans un long débat on a consacré finalement très peu de temps à l'examen du texte lui-même -, n'a aucune chance d'entrer un jour en vigueur, non pas simplement parce que les auteurs de ce texte eux- mêmes prévoient qu'il doit faire l'objet d'une adoption par l'ensemble des membres de la zone euro (les Douze aujourd'hui, peut-être quelques-uns de plus dans quelques années) mais surtout parce qu'il faudrait que les membres de la zone euro adoptent le même texte.
Comme je l'ai dit en commission et comme tout le monde en convient, il est évident que même si le débat sur la taxation internationale devait progresser, nous devrions revenir au parlement soit avec une proposition de modification ou d'amendement au texte actuel, soit un texte totalement différent. Cela ne change pas grand chose car l'intention annoncée était de poser un geste symbolique. On peut se demander, monsieur le président, si un texte à portée symbolique doit passer par le vote d'un texte de loi, puisque c'est d'un texte de loi qu'il s'agit. J'avais proposé qu'on interroge au moins le Conseil d'État à ce sujet mais sans insister. La commission ou en tout cas les auteurs de la proposition n'ont pas souhaité emprunter cette voie.
Donc, le parlement va poser un geste tout à l'heure qui est une sorte de recommandation à la communauté internationale. Je ne m'oppose pas à ce que ce geste soit posé, étant entendu que le débat qui va se poursuivre portera probablement sur un très grand nombre de propositions différentes. Si celle-ci devait être retenue, comme je l'ai dit en commission, elle ne pourrait l'être que par les membres de la zone euro et par les membres d'une autre zone monétaire. Quoi qu'il en soit, nous progressons dans un débat qui a au moins le mérite d'attirer l'attention sur la nécessité du financement de l'aide au développement ainsi que sur la nécessité de chercher d'autres sources de financement pour cette aide au développement et je partage cette dernière idée.
Translated text
The text submitted to us today, which was submitted to us in the Committee on Finance and for which I have proposed not to enter into a long debate – we have finally devoted very little time to the examination of the text itself – has no chance of entering into force one day, not simply because the authors of this text themselves foresee that it must be the subject of adoption by all the members of the euro area (the Twelve today, ⁇ a few more in a few years) but above all because it would be necessary for the members of the euro area to adopt the same text.
As I said in the committee and as everyone agrees, it is obvious that even if the debate on international taxation should progress, we should return to Parliament either with a proposal to amend or amend the current text, or a completely different text. This does not change much because the announced intention was to make a symbolic gesture. One can ask, Mr. Speaker, whether a text with a symbolic scope should pass through the vote of a bill, since it is a text of law that it is. I had proposed that at least the State Council be questioned about this, but without insisting. The committee, or at least the authors of the proposal, did not wish to take this path.
So, the Parliament will make a gesture right now that is a kind of recommendation to the international community. I am not opposed to this gesture being made, being understood that the debate that will continue will probably be about a very large number of different proposals. If it should be retained, as I said in the committee, it could only be retained by the members of the euro area and by the members of another monetary zone. In any case, we are progressing in a debate that has at least the merit of drawing attention to the need for financing development aid as well as the need to look for other sources of financing for this development aid – and I share this latter idea.
#25
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik heb in de commissie gezegd dat ik de tekst na de stemming in de Kamer naar de Europese Centrale Bank zou versturen. Ik zal de tekst ook naar de Europese Commissie sturen om duidelijke informatie te verstrekken. Ik zal die tekst ook aan alle collega's in de eurozone sturen. Dat is ook normaal. Uiteindelijk is het de vraag van het Parlement om, als het mogelijk is, dezelfde redering te volgen in andere landen. Overigens werd een gelijkaardige maar andere tekst voorgelegd in de nationale assemblee in Parijs.
Het is hoe dan ook nuttig om een advies te hebben van de Europese Centrale Bank en van de Europese Commissie en misschien ook om nieuwe besprekingen te voeren met alle collega's in de eurogroep. Ik zal dat dus doen op de volgende vergadering, misschien niet volgende week, maar in september of in oktober. We moeten die besprekingen voortzetten. Ik zal dat vragen aan Nederland, dat sinds 1 juli het voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt.
Translated text
Mr. Speaker, I said in the committee that I would send the text to the European Central Bank after the voting in the House. I will also send the text to the European Commission to provide clear information. I will also send this text to all my colleagues in the euro area. That is also normal. Ultimately, it is the Parliament’s request to follow, if possible, the same shipment in other countries. A similar but different text was presented at the National Assembly in Paris.
In any case, it is useful to have an opinion from the European Central Bank and the European Commission, and ⁇ also to conduct new discussions with all colleagues in the Eurogroup. So I will do it at the next meeting, maybe not next week, but in September or October. We must continue those discussions. The Netherlands has been holding the Presidency of the European Union since July 1.
#26
Official text
Mijnheer Van der Maelen, mag ik u even onderbreken? Het is heel moeilijk om uw nochtans zeer interessante uiteenzetting te volgen want de akoestiek is hier afschuwelijk. Ik heb ondertussen ook de aandacht van de voorzitter.
U weet dat ik absolute voorstander ben om onze inspanningen in de internationale samenwerking op te drijven. We hebben er samen voor gepleit en geijverd. We zijn intussen aan het realiseren om een bepaald onderdeel van ons bbp — 0,7 procent — te besteden aan internationale samenwerking.
Het beeld dat u hier ophangt, is natuurlijk een zeer eenzijdig beeld. Er is inderdaad een inspanning nodig van het rijke Noorden om solidariteit te betonen met het Zuiden, maar alles begint bij een degelijk en goed bestuur. U kunt zo veel water uitkappen in de woestijn als u wilt, als er geen bodem aanwezig is om op een bepaald ogenblik dat water tegen te houden en ervoor te zorgen dat er een plant kan groeien, zult u water blijven uitstorten. Of men nu een Tobin-taks invoert of naar 1,5 of 3 procent van het bbp gaat, zal daaraan niets verhelpen. Ik wou dit ter nuancering van uw verhaal melden. U zegt dat het een kwestie van geld is, maar het is niet alleen een kwestie van geld.
Translated text
Mr. Van der Maelen, can I interrupt you for a moment? It is very difficult to follow your yet very interesting presentation because the acoustics here is horrible. I also have the attention of the President.
You know that I am absolutely in favour of increasing our efforts in international cooperation. Together we praised and preached. In the meantime, we are realizing to spend a certain portion of our GDP — 0.7 percent — on international cooperation.
The image you hang here is, of course, a very one-sided image. Indeed, we need an effort from the rich North to show solidarity with the South, but everything begins with sound and good governance. You can cut out as much water in the desert as you want, if there is no soil present to stop that water at any given moment and ensure that a plant can grow, you will continue to cast out water. Whether you introduce a Tobin tax or go to 1.5 or 3 percent of GDP, nothing will fix that. I would like to report this to nuance your story. You say it’s a matter of money, but it’s not just a matter of money.
#27
Official text
A mon avis, ce sera la seule façon de tenter de progresser. Je le répète, le Parlement fait le choix aujourd'hui, après une résolution, de poser un autre geste symbolique. Il ne faut pas voir autre chose dans la démarche qui aboutirait à un vote. J'en tiendrai compte, au nom du gouvernement, dans le même esprit, c'est-à-dire en transmettant cette démarche symbolique vers l'ensemble de mes collègues au sein de l'euro-groupe. Je ne manquerai évidemment pas de tenir le Parlement informé des réactions de l'ensemble de mes collègues au sein de cette enceinte.
Monsieur le président, je ne voulais pas entrer dans le débat du texte puisqu'il n'a d'autre portée que d'adresser un message à un certain nombre d'acteurs dans les communautés internationales. Mais il est évident que, comme plusieurs l'ont demandé, je ne manquerai pas de porter ce message, comme j'ai déjà eu l'occasion de le faire depuis plusieurs années, au sein du G7, au sein de l'Union européenne, comme au sein d'autres instances internationales.
Translated text
In my opinion, this will be the only way to try to progress. I repeat, the Parliament makes the choice today, after a resolution, to make another symbolic gesture. There is nothing else to see in the approach that would lead to a vote. I will take this into account, on behalf of the government, in the same spirit, that is, by passing this symbolic approach to all my colleagues in the Eurogroup. I will, of course, keep Parliament informed of the reactions of all my colleagues at this meeting.
Mr. Speaker, I did not want to enter into the debate of the text since it has no other scope than to address a message to a number of actors in the international community. But it is obvious that, as many have requested, I will not fail to carry this message, as I have already had the opportunity to do for several years, within the G7, within the European Union, as well as within other international instances.
#28
Official text
Collega Versnick, ik heb dat ook nooit beweerd. Er moeten tal van voorwaarden, onder andere goed bestuur, zijn vervuld opdat de hulp die men geeft het gewenste effect zou hebben. Ik beweer nu dat we niet over het nodige geld beschikken.
Alle cijfers maken duidelijk dat als je dat wil doen via 0,7% van het bnp van verschillende landen, je er niet komt. Weet u dat voor het ogenblik, in 2003, wij in de OESO-landen komen aan gemiddeld 0,24% van het bnp? U gelooft het misschien nog, maar ik geloof niet dat we dit percentage over alle OESO-landen samen op heel korte termijn naar 0,7% zullen brengen. Dat geloof ik niet. Ons land doet een goede inspanning en daar zijn we blij om. Wij zitten voor het ogenblik aan 0,42%, wat goed is. Uitzonderlijk en eenmalig zitten we nu aan 0,6% omdat we de schuldkwijtschelding aan Congo hebben gedaan. Wij alleen mogen nog naar 0,7% gaan, maar dat helpt niet. Er is dus een andere bron nodig.
Naast de 0,7% die wij moeten blijven volhouden en waaraan vooral de factor arbeid bijdraagt, moeten we de nieuwe internationale financieringsbron aan de kant van het kapitaal zoeken. Als we een heffing van 0,01% of 0,02% mondiaal kunnen realiseren, komen we uit op een bedrag van ongeveer 50 miljard euro. De millenniumdoelstellingen kunnen we niet realiseren. Er zijn andere plannen om te proberen nog geld te vinden, maar ik voorspel u dat dit ook niet zal lukken. Voor de realisatie van de millenniumdoelstellingen, met name in de periode 2015-2025 aan alle mensen ter wereld eten, drinken, onderwijs, gezondheid verschaffen, hebben we per jaar minimaal 40 miljard euro nodig. Als we de Tobintaks mondiaal kunnen realiseren, hebben we de middelen om dat te doen. Dan hebt u gelijk en daarin volg ik u; het volstaat niet het geld op tafel te leggen, het moet ook goed worden aangewend en daarvan moet werk worden gemaakt.
Dat is de reden waarom het goed is dat een klein landje als België als eerste bewijst, niet alleen in de samenleving, maar ook in het Parlement, dat een meerderheid van parlementsleden van oordeel is dat we die weg moeten inslaan.
Als we dat straks goedkeuren is dit echter, zoals reeds gezegd, geen eindpunt; het is een beginpunt. We hebben reeds over een resolutie gestemd in dit Parlement in 2001 — waarmee ik even wil antwoorden op de vraag waarom we geen resolutie goedkeuren. We hebben aan de Belgische regering en de minister van Financiën in het bijzonder gevraagd om het debat van de Tobin-taks op het Europese niveau te brengen. De minister heeft dat geprobeerd, maar het is niet gelukt. Zij die voorstander zijn van de idee hebben gezegd dat ze het daar niet wensen bij te laten. Als het niet kan via de weg van de regeringen, gaan ze het via de parlementen proberen.
We hebben een tekst geschreven die een vertaling is van de Spahnvariant van de Tobin-taks die door academici van verschillende universiteiten in België gemaakt is op basis van de structuur van de zesde BTW-richtlijn. Deze richtlijn wordt toegepast en gebruikt door meer dan 80 landen in de wereld. We hebben dus een techniek gebruikt die gemakkelijk exporteerbaar is.
Op 8 juli vindt in het Europees Parlement een eerste ontmoeting plaats met een reeks van collega's uit de 25 lidstaten. Het voorstel is al vertaald in de meeste talen van de Europese Unie en wordt gesteund door een breed sociaal middenveld. Het is de bedoeling dat wij 1, 2, 3 en liefst 5 of 6 andere landen in de Europese Unie kunnen verleiden een soortgelijk initiatief te nemen om aan hun regering te bewijzen dat er in hun samenleving en parlementen een politieke meerderheid is om deze stap te zetten. De financiering van een meer menswaardige wereld kan niet alleen overgelaten worden aan de 0,7landen, wat een onbereikbaar doel is voor verschillende landen. Het gaat meestal om geld gegenereerd door de factor arbeid, want belastingen op kapitaal verlagen overal in de ontwikkelde wereld. Omdat deze factor zo mobiel is, moet je naar iets internationaals gaan.
Wij zijn van oordeel dat een Tobin-taks, een taks op kapitaalbewegingen de beste financieringsbron is voor deze versterkte inspanningen op het vlak van internationale solidariteit.
Ik hoop dat we straks in de Kamer een meerderheid geven aan het initiatief.
Dan begint voor de voorstanders ervan het werk. We zullen met het wetsvoorstel Europa en, als het moet, de rest van de wereld afdweilen en hen proberen te overtuigen van het nut van deze piste.
We staan niet alleen. James Wolfensohn, de voorzitter van de Wereldbank, heeft zelf reeds meermaals bevestigd dat hij eveneens van oordeel is dat de inspanningen niet kunnen financieren op de manier waarop we bezig zijn en dat we moeten gaan naar een interfinancieringsbron type Spahn-taks. Straks zullen we — zo hoop ik - als eerste parlement in de Europese Unie bewijzen dat hier een politieke meerderheid bestaat om die piste te verkennen.
Translated text
Colleague Versnick, I have never said that. Many conditions, including good governance, must be fulfilled in order that the aid given will have the desired effect. I am saying now that we do not have the necessary money.
All the figures make it clear that if you want to do so through 0.7% of the GDP of different countries, you won’t get there. Did you know that for now, in 2003, we in the OECD countries make an average of 0.24% of GDP? You may still believe it, but I do not believe that we will bring this percentage across all OECD countries together to 0.7% in the very short term. I do not believe that. Our country is doing a good effort and we are happy for that. We are currently at 0.42%, which is good. Exceptionally and once, we are now at 0.6% because we have done the debt relief to Congo. We can only go to 0.7% but that doesn’t help. Therefore, another source is needed.
In addition to the 0.7% that we must continue to maintain and to which mainly the factor labour contributes, we must seek the new source of international financing on the side of capital. If we can ⁇ a tax of 0.01% or 0.02% globally, we expect an amount of approximately 50 billion euros. The Millennium Goals cannot be achieved. There are other plans to try to find more money, but I predict that this will not succeed either. In order to ⁇ the Millennium Goals, in particular in the period 2015-2025, providing food, drink, education, health for all people in the world, we need at least 40 billion euros annually. If we can realize the Tobint Tax globally, we have the resources to do so. Then you are right, and in this I follow you; it is not enough to put the money on the table, it must also be used properly and work must be done on it.
That is why it is good that a small country like Belgium is the first to prove, not only in society, but also in Parliament, that a majority of parliamentarians are of the opinion that we should take that path.
However, if we approve that later, this is, as already said, not a end point; it is a starting point. We already voted on a resolution in this Parliament in 2001 — with which I would like to answer for a moment the question of why we do not adopt a resolution. In particular, we have asked the Belgian Government and the Minister of Finance to bring the debate on the Tobin tax to the European level. The Minister tried, but failed. Those who are in favour of the idea have said that they do not want to leave it there. If it cannot be done through the way of governments, they will try it through parliaments.
We have written a text that is a translation of the Spahn Variant of the Tobin Tax created by academics from various universities in Belgium based on the structure of the Sixth VAT Directive. This Directive is applied and used by more than 80 countries worldwide. So we used a technique that is easily exported.
On 8 July, a first meeting will take place in the European Parliament with a series of colleagues from the 25 Member States. The proposal has already been translated into most languages of the European Union and is supported by a broad civil society. It is intended that we can tempt 1, 2, 3, and ⁇ 5 or 6 other countries in the European Union to take a similar initiative to prove to their governments that there is a political majority in their societies and parliaments to take this step. The financing of a more human-worthy world cannot be left alone to the 0.7 countries, which is an unattainable goal for several countries. It usually involves money generated by the factor labour, as taxes on capital lower everywhere in the developed world. Because this factor is so mobile, you need to go to something international.
We believe that a Tobin tax, a tax on capital movements, is the best source of financing for these enhanced efforts in the field of international solidarity.
I hope we will soon give a majority in the House to the initiative.
Then the work begins for its supporters. With the bill, we will distract Europe and, if necessary, the rest of the world and try to convince them of the usefulness of this track.
We are not alone. James Wolfensohn, the President of the World Bank, has himself repeatedly confirmed that he is also of the opinion that the efforts cannot be financed in the way we are doing and that we should move to a source of interfinancing type Spahn tax. Soon, I hope, we will be the first parliament in the European Union to prove that there is a political majority here to explore that track.
#29
Official text
Het was een boeiend debat. De minister heeft het woord.
Translated text
It was an interesting debate. The Minister has the word.
#30
Official text
Monsieur le président, chers collègues, je n'entrerai pas dans le débat sur le texte qui est non pas un prétexte mais un symbole aux yeux d'un certain nombre de membres de l'assemblée. Je me contenterai de rappeler quelques éléments.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, I will not enter into the debate on the text which is not a pretext but a symbol in the eyes of a number of members of the assembly. I will only remind you of a few elements.
#31
Official text
Le premier — on a beaucoup parlé de l'aide au développement —, c'est l'engagement pris par la Belgique d'atteindre 0,7% de son produit intérieur brut en termes d'aide au développement d'ici 2010. J'aurai l'occasion — je l'ai d'ailleurs rappelé avec plusieurs collègues européens — de remettre ce point sur la table des ministres des Finances européens, mais aussi de la planète puisque nous nous réunirons à nouveau à l'occasion des sessions de la Banque mondiale. En effet, c'est la première des solutions pour atteindre — plusieurs l'ont rappelé — les objectifs du millénaire. A défaut, nous resterions dans un débat un peu marginal. D'ailleurs, la Belgique progresse. Nous avons dépassé de manière exceptionnelle, en 2003, les 0,6% du produit intérieur brut grâce à des remises de dette concernant la République démocratique du Congo. Nous sommes donc sur la bonne voie pour atteindre les 0,7%; ce qui est très rare non seulement à travers le monde, mais aussi en Europe.
Translated text
The first — a lot has been talked about development aid — is the commitment made by Belgium to reach 0.7% of its gross domestic product in terms of development aid by 2010. I will have the opportunity — I have also recalled this with several European colleagues — to put this point on the table of the European Finance Ministers, but also of the planet, since we will meet again on the occasion of the World Bank sessions. In fact, it is the first of the solutions to ⁇ — many have recalled — the Millennium Goals. Otherwise, we would remain in a somewhat marginal debate. Belgium is progressing. In 2003, we exceptionally exceeded 0.6% of gross domestic product through debt relief for the Democratic Republic of the Congo. We are therefore on the right track to reach 0.7%; which is very rare not only around the world, but also in Europe.
#32
Official text
Si l'ensemble des pays de l'OCDE respectait cet engagement d'atteindre 0,7% du produit intérieur brut, nous aurions probablement des moyens largement suffisants pour atteindre les objectifs que beaucoup d'Etats se sont donnés lors de conférences internationales.
Translated text
If all OECD countries were to fulfill this commitment to reach 0.7% of GDP, we would probably have the means largely sufficient to ⁇ the goals set by many countries at international conferences.
#33
Official text
J'en arrive au deuxième élément que je voudrais rappeler. Il n'y a pas de raison de s'opposer à une logique de taxation internationale. Il y a plusieurs pistes en la matière, que ce soit celle visant les mouvements financiers ou celle visant les armes. Plusieurs propositions ont été faites en la matière. A priori, il n'y a pas de raison de s'opposer à ce type de démarche de recherche de financements. Le problème est de savoir si elle est efficace et intéressante dans le cadre du prélèvement de ressources financières complémentaires.
Translated text
I come to the second point that I would like to remind. There is no reason to oppose a logic of international taxation. There are several paths in this matter, whether it is the one targeting financial movements or the one targeting weapons. Several proposals have been made in this regard. A priori, there is no reason to oppose this type of approach to seeking funding. The problem is whether it is effective and interesting in the context of collecting additional financial resources.
#34
Official text
C'est dans cet esprit que, jusqu'à présent, la position du gouvernement était de tenter d'approfondir le débat, non seulement en Belgique, mais aussi sur la scène internationale. Dat is het geval geweest voor enkele voorstellen. Ten eerste, was dat het geval op Belgisch vlak. Ik heb een verslag gevraagd aan de Hoge Raad voor Financiën. Sinds enige tijd hebben wij nu een verslag. Ten tweede, was dat ook het geval op Europees vlak. Ik heb het in de Ecofin-raad gevraagd, tijdens het Belgische voorzitterschap, en wij hebben ook een verslag van de Europese Commissie. Ten derde, was dat ook het geval bij de G7. Wij waren gedurende een jaar lid van de G7. Ik heb ook daar gevraagd een bespreking te houden op internationaal vlak in dat verband. Dat gebeurt nu. Bijvoorbeeld met de Wereldbank hebben wij veel besprekingen in verband met de internationale taxatie, niet alleen op speculatie — ik herhaal het — maar ook op andere vlakken.
Translated text
It is in this spirit that, until now, the position of the government was the attempt to deepen the debate, not only in Belgium, but also on the international scene. This has been the case for some proposals. First, this was the case at the Belgian level. I requested a report to the High Council for Finance. We have had a report for a while now. Secondly, this was also the case at the European level. I asked for it in the Ecofin Council, during the Belgian Presidency, and we also have a report from the European Commission. This was also the case at the G7. We were a member of the G7 for a year. I have also asked for an international discussion on this subject. This is happening now. For example, with the World Bank we have many discussions related to international taxation, not only on speculation — I repeat it — but also in other fields.
#35
Official text
Is het nodig tot een wet te komen in België? Ik meen van niet, maar volgens de regering en dus ook voor mij, is er geen probleem toch tot een stemming over te gaan. In feite is het hetzelfde of we zo'n stemming houden over een wetsvoorstel of over een resolutie. Dat is hetzelfde. Le texte qui nous est soumis aujourd'hui, qui nous a été soumis en commission des Finances et pour lequel j'ai proposé qu'on n'entre pas dans un long débat — on a consacré finalement très peu de temps à l'examen du texte lui-même -, n'a aucune chance d'entrer un jour en vigueur, non pas simplement parce que les auteurs de ce texte euxmêmes prévoient qu'il doit faire l'objet d'une adoption par l'ensemble des membres de la zone euro (les Douze aujourd'hui, peut-être quelques-uns de plus dans quelques années) mais surtout parce qu'il faudrait que les membres de la zone euro adoptent le même texte.
Translated text
Is it necessary to have a wet you come in Belgium? I think it is not, but according to the government in this also for me, is there is no problem yet to a vote over you go. In fact, it is the same thing that we do not vote over a wetsvoorstel or over a resolution. That is the same. The text submitted to us today, which was submitted to us in the Committee on Finance and for which I have proposed not to enter into a lengthy debate — we have finally devoted very little time to the examination of the text itself — has no chance of entering into force one day, not simply because the authors of this text themselves foresee that it must be the subject of adoption by all the members of the euro area (the Twelve today, ⁇ a few more in a few years) but above all because it would be necessary for the members of the euro area to adopt the same text.
#36
Official text
Comme je l'ai dit en commission et comme tout le monde en convient, il est évident que même si le débat sur la taxation internationale devait progresser, nous devrions revenir au parlement soit avec une proposition de modification ou d'amendement au texte actuel, soit un texte totalement différent. Cela ne change pas grand chose car l'intention annoncée était de poser un geste symbolique. On peut se demander, monsieur le président, si un texte à portée symbolique doit passer par le vote d'un texte de loi, puisque c'est d'un texte de loi qu'il s'agit. J'avais proposé qu'on interroge au moins le Conseil d'État à ce sujet mais sans insister. La commission ou en tout cas les auteurs de la proposition n'ont pas souhaité emprunter cette voie.
Translated text
As I said in the committee and as everyone agrees, it is obvious that even if the debate on international taxation should progress, we should return to Parliament either with a proposal to amend or amend the current text, or a completely different text. This does not change much because the announced intention was to make a symbolic gesture. One can ask, Mr. Speaker, whether a text with a symbolic scope should pass through the vote of a bill, since it is a text of law that it is. I had proposed that at least the State Council be questioned about this, but without insisting. The committee, or at least the authors of the proposal, did not wish to take this path.
#37
Official text
Donc, le parlement va poser un geste tout à l'heure qui est une sorte de recommandation à la communauté internationale. Je ne m'oppose pas à ce que ce geste soit posé, étant entendu que le débat qui va se poursuivre portera probablement sur un très grand nombre de propositions différentes. Si celle-ci devait être retenue, comme je l'ai dit en commission, elle ne pourrait l'être que par les membres de la zone euro et par les membres d'une autre zone monétaire. Quoi qu'il en soit, nous progressons dans un débat qui a au moins le mérite d'attirer l'attention sur la nécessité du financement de l'aide au développement ainsi que sur la nécessité de chercher d'autres sources de financement pour cette aide au développement — et je partage cette dernière idée. Mijnheer de voorzitter, ik heb in de commissie gezegd dat ik de tekst na de stemming in de Kamer naar de Europese Centrale Bank zou versturen. Ik zal de tekst ook naar de Europese Commissie sturen om duidelijke informatie te verstrekken. Ik zal die tekst ook aan alle collega's in de eurozone sturen. Dat is ook normaal. Uiteindelijk is het de vraag van het Parlement om, als het mogelijk is, dezelfde redering te volgen in andere landen. Overigens werd een gelijkaardige maar andere tekst voorgelegd in de nationale assemblee in Parijs.
Translated text
So, the Parliament will make a gesture right now that is a kind of recommendation to the international community. I do not oppose that this gesture be made, being understood that the debate that will continue will probably be about a very large number of different proposals. If it should be held, as I said in the committee, it could only be held by the members of the euro area and by the members of another monetary zone. In any case, we are progressing into a debate that has at least the merit of drawing attention to the need for financing development aid as well as the need to look for other sources of financing for this development aid — and I share this latter idea. Mijnheer de voorzitter, ik heb in de commission gezegd dat ik de tekst na de stemming in de Kamer naar de Europese Centrale Bank zou versturen. I will also send text to the European Commission to provide you with clear information. I will also send text to all colleagues in the eurozone. That is also normal. Uiteindelijk is het de vraag van het Parlement om, als het mogelijk is, the same redering te volgen in other countries. Overigens werd een gelijkaardige maar andere tekst voorgelegd in national assembly in Paris.
#38
Official text
Het is hoe dan ook nuttig om een advies te hebben van de Europese Centrale Bank en van de Europese Commissie en misschien ook om nieuwe besprekingen te voeren met alle collega's in de eurogroep. Ik zal dat dus doen op de volgende vergadering, misschien niet volgende week, maar in september of in oktober. We moeten die besprekingen voortzetten. Ik zal dat vragen aan Nederland, dat sinds 1 juli het voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt. A mon avis, ce sera la seule façon de tenter de progresser. Je le répète, le Parlement fait le choix aujourd'hui, après une résolution, de poser un autre geste symbolique. Il ne faut pas voir autre chose dans la démarche qui aboutirait à un vote. J'en tiendrai compte, au nom du gouvernement, dans le même esprit, c'est-à-dire en transmettant cette démarche symbolique vers l'ensemble de mes collègues au sein de l'euro-groupe. Je ne manquerai évidemment pas de tenir le Parlement informé des réactions de l'ensemble de mes collègues au sein de cette enceinte.
Translated text
Het is hoe dan ook nuttig om een advies te hebben van de Europese Centrale Bank en van de Europese Commission en misschien ook om nye besprekingen te voeren met alle colleagues in Eurogroup. I will do this for next meeting, maybe not next week, but in September or in October. We must continue the discussions. I will ask questions in the Netherlands, dated since 1 July the President of the European Union. In my opinion, this will be the only way to try to progress. I repeat, the Parliament makes the choice today, after a resolution, to make another symbolic gesture. There is nothing else to see in the approach that would lead to a vote. I will take this into account, on behalf of the government, in the same spirit, that is, by passing this symbolic approach to all my colleagues in the Eurogroup. I will ⁇ keep Parliament informed of the reactions of all my colleagues at this meeting.
#39
Official text
Monsieur le président, je ne voulais pas entrer dans le débat du texte puisqu'il n'a d'autre portée que d'adresser un message à un certain nombre d'acteurs dans les communautés internationales. Mais il est évident que, comme plusieurs l'ont demandé, je ne manquerai pas de porter ce message, comme j'ai déjà eu l'occasion de le faire depuis plusieurs années, au sein du G7, au sein de l'Union européenne, comme au sein d'autres instances internationales.
Translated text
Mr. Speaker, I did not want to enter into the debate of the text since it has no other scope than to address a message to a number of actors in the international community. But it is obvious that, as many have requested, I will not fail to carry this message, as I have already had the opportunity to do for several years, within the G7, within the European Union, as well as within other international instances.
#40
Official text
Mijnheer de voorzitter, met uw goedvinden, verwijs ik naar het schriftelijk verslag.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to refer to the written report.
#41
Official text
Dat had ik wel gedacht. Dat is goed.
Translated text
I would have thought so. That is good.
#42
Official text
Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, je suis très heureux de présenter la proposition de loi que j'avais déposée avec mes collègues Colette Burgeon et Marie-Claire Lambert et je me réjouis que la commission en ait approuvé le texte à l'unanimité.
Il est vrai qu'il était inscrit, dans l'accord de gouvernement que l'on allait se préoccuper de la douleur sur le plan éthique en matière médicale et de soins de santé à la population. En effet, la médecine a évolué et, aujourd'hui, on ne considère plus la douleur comme quelque chose d'inéluctable. Le soulagement de la douleur n'était que le moyen de diagnostiquer un mal et puis on ne s'en préoccupait plus, si ce n'est à l'aboutissement du traitement pour constater que, la douleur ayant disparu, le traitement a porté ses fruits et le malade est guéri et en bonne santé.
Aujourd'hui, on peut considérer que traiter la douleur fait partie de la thérapeutique, du processus de soins. Des expériences importantes menées dans plusieurs hôpitaux de notre pays montrent, de la pédiatrie à l'âge adulte, que l'on peut appréhender la douleur d'un patient, non seulement pour le soulager dans un certain nombre d'examens cliniques qui lui sont imposés mais également pour accompagner véritablement le processus de soins afin que le patient ne souffre pas d'un traumatisme supplémentaire du fait d'une souffrance intolérable et d'une douleur insupportable.
Soulager cette souffrance et cette douleur, c'était inscrit jusqu'à présent dans nos réflexions, notamment en ce qui concerne les soins palliatifs. L'ambition de cette proposition de loi est de l'inscrire plus largement dans l'ensemble du processus de soins.
Le ministre a fait allusion à une journée d'études scientifiques que nous avons tenue au CHU Saint-Pierre sur la question. On a pu constater comment, en pédiatrie, on pouvait soulager des prestations thérapeutiques avec une pommade particulière. On a vu comment, avec du peroxyde d'azote, on pouvait soulager la douleur d'un enfant chez lequel on effectuait une ponction lombaire, dans le cadre d'examens scientifiques liés à son cancer.
L'enfant supportait parfaitement la ponction en question grâce à ce produit anesthésiant. C'est dire que l'utilisation de ces produits dans le soulagement de la douleur liée à l'acte thérapeutique est importante et doit être prise en compte dans les processus de soins dans notre pays.
L'accord de gouvernement prévoit la mise en oeuvre d'un plan national de lutte contre la douleur. Nous souhaitons qu'un compendium soit élaboré à destination des médecins pour expliquer la manière d'utiliser les divers types de produits pour les divers cas possibles.
L'ambition de la proposition de loi déposée aujourd'hui vise, d'une part, à reconnaître l'expression de cette douleur dans le chef du patient, en modifiant la loi sur les droits du patient et en lui donnant la possibilité d'exprimer le voeu d'être entendu à ce sujet. Cela ne figure pas — paradoxe - dans cette formidable loi sur les droits du patient qu'on nous a fait voter sous la législature précédente.
Mais la proposition de loi implique aussi un changement dans le chef du médecin et donc également que l'arrêté royal 78 sur les soins de santé soit modifié de façon à ce que le médecin soit tenu d'entendre cette douleur, d'y répondre et de tenter de soulager le mal du patient. Il y a donc à la fois un droit nouveau dans le chef du patient et une obligation nouvelle dans le chef du médecin.
Il faudra selon nous aller plus loin - la commission y a insisté - sur notamment: - la prise en charge par l'assurance-maladie des produits anesthésiants et des antidouleurs qui ne sont pas aujourd'hui repris dans la nomenclature, afin de ne pas créer de discrimination dans l'accès à ce type de soins; - une meilleure formation des praticiens de la santé: des médecins mais aussi du personnel paramédical et de l'ensemble des personnels des hôpitaux; - le développement systématique du droit d'écoute des patients, pédiatriques ou adultes; - l'établissement de protocoles à l'échelle nationale afin d'inscrire la douleur dans l'ensemble des actes thérapeutiques.
Un dernier élément ne relève pas de notre niveau de pouvoir: l'enseignement. Le ministre serait bien avisé de prendre contact avec les responsables des Communautés en vue d'inscrire cette préoccupation dans l'enseignement de la médecine dans notre pays: elle doit en effet être aujourd'hui considérée comme une préoccupation éthique nouvelle et importante du développement de la médecine.
Voilà le sens de la proposition de loi qui est déposée et qui a été acceptée à l'unanimité en commission, ce dont je me réjouis. Elle s'inscrit dans un processus global de lutte contre la douleur et du plan que le gouvernement sortira prochainement, nous l'espérons.
Je me réjouis de ce que la Chambre voudra bien tout à l'heure adopter cette proposition de loi.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Ministers, dear colleagues, I am very pleased to present the bill I had submitted with my colleagues Colette Burgeon and Marie-Claire Lambert and I am pleased that the committee approved the text unanimously.
It is true that it was written in the government agreement that one would be concerned about the pain on the ethical level in medical matters and health care to the population. In fact, medicine has evolved and, today, pain is no longer considered something inevitable. Pain relief was only the means of diagnosing a disease and then one no longer cared about it, except at the end of the treatment to find that, having the pain disappeared, the treatment has brought its fruits and the sick is healed and healthy.
Today, it can be considered that treating pain is part of the therapeutic, the process of care. Important experiments conducted in several hospitals in our country show, from pediatrics to adulthood, that one can grasp the pain of a patient, not only to relieve him in a number of clinical examinations that are imposed on him but also to truly accompany the process of care so that the patient does not suffer additional trauma due to intolerable suffering and unbearable pain.
To alleviate this suffering and this pain, it was recorded so far in our reflections, especially with regard to palliative care. The ambition of this bill is to incorporate it more widely into the entire care process.
The Minister referred to a day of scientific studies that we held at CHU Saint-Pierre on the issue. It was possible to see how, in pediatrics, therapeutic benefits could be relieved with a particular ointment. We have seen how, with nitrogen peroxide, we could relieve the pain of a child who was performing a lumbar puncture, as part of scientific examinations related to his cancer.
The child perfectly tolerated the punctuation in question thanks to this anesthetic product. That is, the use of these products in the relief of pain related to the therapeutic act is important and must be taken into account in the care processes in our country.
The government agreement provides for the implementation of a national plan to combat pain. We would like a compendium to be developed for doctors to explain how to use the different types of products for the various possible cases.
The ambition of today’s bill aims, on the one hand, to recognize the expression of this pain in the patient’s head, by amending the Patient Rights Act and giving him the opportunity to express his wish to be heard on this subject. This does not appear — paradoxically — in this formidable law on the rights of the patient that we were voted for in the previous legislature.
But the bill also implies a change in the head of the doctor and therefore also that the Royal Decree 78 on health care is modified so that the doctor is obliged to hear this pain, to respond to it and to try to relieve the pain of the patient. Therefore, there is both a new right in the patient’s head and a new obligation in the doctor’s head.
We believe it will be necessary to go further - the Commission insisted - on in particular: - the coverage by the health insurance of the anesthetic products and analgesics that are not currently included in the nomenclature, in order not to create discrimination in the access to this type of care; - a better training of health practitioners: doctors but also paramedical staff and all staff of hospitals; - the systematic development of the right to listen for patients, pediatric or adults; - the establishment of protocols at the national level in order to include pain in all therapeutic acts.
One last element does not fall within our level of power: education. The Minister would be well advised to contact the leaders of the Communities in order to insert this concern in the teaching of medicine in our country: it must indeed be considered today as a new and important ethical concern of the development of medicine.
This is the meaning of the bill that is being submitted and which was unanimously accepted in the committee, which I welcome. It is part of a global process of fighting pain and the plan that the government will soon come out, we hope.
I am pleased that the House will soon adopt this bill.
#43
Official text
Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, on ne peut que souscrire à cette excellente initiative, chacun a en effet le droit de recevoir des soins pour soulager la douleur. Je voudrais vous faire part de deux réflexions. D'abord, que la douleur peut aussi être liée aux soins de fin de vie et que chaque Belge a droit à des soins de fin de vie de qualité. Or, les équipes d'accompagnement palliatif connaissent, depuis plusieurs mois, des problèmes de financement en raison du moratoire sur la convention soins palliatifs INAMI. En effet, certaines équipes - et je pense plus particulièrement au Foyer Saint-François à Namur ainsi qu'à l'ASBL Accompagner au Luxembourg - sont obligées de recourir à leurs fonds propres pour assurer l'accompagnement des personnes.
Monsieur le ministre, cher président de la commission Santé à l'initiative de cette proposition de loi, je voudrais d'abord attirer à nouveau votre attention sur cette problématique. Soulager la douleur, c'est aussi trouver une solution structurelle pour que ces équipes de soins palliatifs puissent maintenir leurs services aux patients.
Ensuite, la douleur n'est pas que physique. Je voudrais rappeler ici l'importance de la santé mentale. Je vous donne quelques chiffres-clé au niveau épidémiologique pour vous montrer son ampleur: 60 à 70 tentatives de suicide par jour en Belgique, c'est énorme! Le suicide est aujourd'hui, en Belgique, la cause de mortalité la plus importante pour les hommes de 25 à 44 ans et la deuxième cause pour la même tranche d'âge chez les femmes. Il est également la deuxième cause de mortalité chez nos jeunes de 15 à 24 ans. Il nous faut donc être très attentifs à la douleur psychologique ou à la douleur morale; quel que soit le terme utilisé, chacun comprendra bien à quoi cela fait allusion. Peut-être pourrons-nous d'ailleurs, dans le futur, compléter le texte en définissant la douleur sous ces deux composantes, comme je l'avais déjà proposé en commission.
En, conclusion, monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, nous soutenons pleinement cette proposition de loi et nous saluons l'initiative prise par M. Mayeur et ses confrères. Il me paraît cependant indispensable d'aborder et de répondre à la souffrance du patient et de sa famille sous ses multiples facettes.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Ministers, dear colleagues, we can only subscribe to this excellent initiative, because everyone has the right to receive care to relieve the pain. I would like to give you two reflections. First, that pain can also be related to end-of-life care and that every Belgian has the right to quality end-of-life care. However, the palliative care teams have been experiencing, for several months, financing problems due to the moratorium on the INAMI palliative care convention. Indeed, some teams - and I think more specifically at the Foyer Saint-François in Namur as well as at the ASBL Accompagner in Luxembourg - are obliged to use their own funds to ensure the accompaniment of people.
Mr. Minister, dear President of the Health Committee at the initiative of this bill, I would like to first draw your attention again to this problem. Relieving pain also means finding a structural solution so that these palliative care teams can maintain their services to patients.
The pain is not just physical. I would like to remind here the importance of mental health. I give you some key figures at the epidemiological level to show you its magnitude: 60 to 70 suicide attempts per day in Belgium, it is huge! Suicide is currently the leading cause of death in Belgium for men aged 25 to 44 and the second cause for the same age group among women. It is also the second leading cause of death among young people aged 15 to 24. We must therefore be very attentive to psychological pain or moral pain; whatever the term used, everyone will understand well what it alludes to. Per ⁇ , in the future, we will be able to supplement the text by defining the pain under these two components, as I had already proposed in the committee.
In conclusion, Mr. Speaker, Mr. Ministers, dear colleagues, we fully support this bill and welcome the initiative taken by Mr. Speaker. Mayor and his colleagues. It seems to me, however, indispensable to approach and respond to the suffering of the patient and his family in its multiple facets.
#44
Official text
Monsieur le président, chers collègues, la commission a examiné le présent projet de loi transmis par le Sénat au cours de ses réunions du 3 mars et du 29 juin 2004.
Le ministre de la Défense a souligné que le projet de loi à l'examen tend à prolonger la période entrant en compte pour l'octroi des avantages liés au statut des volontaires de guerre jusqu'au 2 septembre 1945. Le projet adopté à l'unanimité par le Sénat résultait d'une initiative parlementaire prise sans concertation avec la seule instance représentative: le Conseil supérieur des Invalides de guerre, anciens combattants et victimes de guerre. Or, le texte dans sa rédaction initiale risque de léser les catégories de volontaires de guerre qui n'ont pas été associées à son élaboration, notamment les volontaires de la Brigade Piron.
Le 3 mars 2004, la commission a décidé de solliciter l'avis du Conseil supérieur des Invalides de guerre sur le texte transmis par le Sénat afin de proposer, le cas échéant, des modifications qui permettraient de satisfaire l'ensemble des personnes concernées.
Lors de la réunion du 29 juin 2004, MM. Avart et Deneubourg, représentant respectivement l'administration des pensions militaires et le SPF Défense et qui avaient participé aux travaux du Conseil supérieur ont présenté à la commission les adaptations proposées par le Conseil. Ce dernier constate, en effet, que le projet de loi tel que rédigé ne permet pas de rencontrer l'objectif poursuivi. Sur la base de ce constat, le Conseil propose de procéder à diverses adaptations qui permettront d'améliorer le statut de l'ensemble des volontaires de guerre, y compris des combattants qui ont fourni des services similaires à ceux des volontaires de guerre mais qui bénéficient d'un autre statut, principalement le statut de reconnaissance nationale.
Le ministre a précisé que le coût budgétaire direct (rentes de guerre) et indirect (soins de santé) du projet de loi a été évalué à un million d'euros. Ces nouveaux avantages concernent environ dix mille personnes, dont une majorité de volontaires de guerre en tant que tels.
En ce qui concerne la discussion des articles et les votes, lors de la réunion du 29 juin 2004, les représentants des partis démocratiques ont déposé un amendement visant à adapter l'intitulé du projet de loi au contenu des amendements déposés à la suite de l'avis rendu par le Conseil supérieur des Invalides de guerre.
Au cours de cette même réunion, plusieurs amendements reprenant les suggestions du Conseil supérieur ont été déposés. Les amendements précédemment déposés ont été retirés.
Tous les amendements ont été adoptés à l'unanimité. Le vote sur l'ensemble a également recueilli l'unanimité.
Afin de pouvoir soumettre le texte adopté à la séance plénière de ce jour, la commission a marqué son accord sur un rapport oral.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, the committee examined this bill submitted by the Senate during its meetings of 3 March and 29 June 2004.
The Minister of Defense stressed that the bill under consideration tends to extend the period considered for the granting of advantages related to the status of war volunteers until September 2, 1945. The draft adopted unanimously by the Senate resulted from a parliamentary initiative taken without consultation with the only representative body: the Supreme Council of War Invalids, Former Combatants and War Victims. However, the text in its initial drafting risks harming the categories of war volunteers who have not been associated with its elaboration, especially the volunteers of the Piron Brigade.
On 3 March 2004, the committee decided to seek the opinion of the Supreme Council of War Invalids on the text submitted by the Senate in order to propose, if necessary, amendments that would satisfy all the persons concerned.
At the meeting of June 29, 2004, Mr. Avart and Deneubourg, respectively representing the Military Pension Administration and the SPF Defense and who had participated in the work of the Supreme Council, presented to the committee the adjustments proposed by the Council. The latter finds, in fact, that the bill as drafted does not allow to meet the aim pursued. On the basis of this finding, the Council proposes various adjustments to improve the status of all war volunteers, including fighters who have provided services similar to those of war volunteers but who enjoy a different status, mainly the status of national recognition.
The Minister specified that the direct budgetary cost (war rents) and indirect (health care) of the bill was estimated at one million euros. These new benefits affect about ten thousand people, including a majority of war volunteers as such.
Regarding the discussion of articles and voting, at the meeting of 29 June 2004, the representatives of the democratic parties submitted an amendment aimed at adapting the title of the bill to the content of the amendments submitted following the opinion given by the Supreme Council of War Invalides.
During this same meeting, several amendments with the suggestions of the Supreme Council were submitted. Previously submitted amendments have been withdrawn.
All amendments were adopted unanimously. The vote on the whole was also unanimous.
In order to submit the adopted text to today’s plenary session, the committee has agreed to an oral report.
#45
Official text
Il est évident qu'un rapport oral doit avoir lieu sinon on ne possède aucune trace de ce qui s'est dit en commission.
Translated text
It is obvious that an oral report must take place otherwise we have no trace of what has been said in the committee.
#46
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je voudrais rappeler l'importance de cette proposition de loi. Depuis des mois et même des années, les volontaires de guerre, notamment ceux qui se sont engagés dans les brigades d'Irlande, dans la brigade Piron et dans d'autres corps étaient lésés par cette fameuse date du 8 mai 1945. En effet, tout ce qui était postérieur à cette date n'entrait pas en ligne de compte.
Le Sénat a voulu s'occuper de la matière. Ma foi, heureusement que nous nous en occupons quelque peu puisque le Sénat, et Mme Lizin plus particulièrement, ont eu tout faux. Ils nous ont conduits dans une impasse et nous avons dû rectifier. À la Chambre et à la commission de la Santé présidée par Yvan Mayeur, nous avons tout de suite perçu que la loi sur laquelle le Sénat avait travaillé n'était pas la bonne. La chose a été dite et nous avons demandé l'avis du Conseil supérieur des invalides de guerre, des anciens combattants et des victimes de guerre. Si la Haute Assemblée avait demandé cet avis, sans doute aurions-nous gagné quelques mois. On aurait sans doute évité une série de malentendus dans le chef des bénéficiaires et des associations patriotiques qui les représentent et surtout, les membres de la Chambre n'auraient pas été accusés de vouloir retarder la loi.
Nous insistons sur le fait que les amendements que nous avons apportés à ce texte vont lui permettre d'entrer en vigueur le 1 er janvier prochain, même si le projet transmis par le Sénat souhaitait une entrée en vigueur "dans les meilleurs délais". À présent, les conditions sont réunies pour que l'unanimité soit fondée. La date du 8 mai 1945 sera bien remplacée dans chacun des textes et la loi entrera en vigueur dans moins de six mois, ce qui permettra au gouvernement de prévoir l'enveloppe budgétaire qui est estimée à environ un million d'euros. Les 10.000 bénéficiaires de la mesure, qu'il s'agisse des volontaires de guerre ou de leurs veuves, pourront bénéficier de l'application de cette loi enfin devenue réalité. Il va de soi que notre groupe votera en faveur de ce projet et contribuera ainsi, je l'espère, à une unanimité dans notre assemblée. Il ne restera plus au Sénat qu'à reconnaître la qualité du travail accompli par la Chambre, en émettant à son tour un vote unanime.
Je voudrais dire combien nous sommes heureux que les volontaires de guerre, ceux qui se sont engagés et investis personnellement pour la libération du territoire et, à la suite de cette libération, pour réaffirmer la démocratie dans nos Etats européens, soient enfin reconnus par rapport à leur mérite et puissent bénéficier des avantages de cette loi qui concerne les volontaires de guerres et les veuves des volontaires de guerre.
Translated text
I would like to emphasize the importance of this bill. For months and even years, war volunteers, especially those who engaged in the Irish brigades, in the Piron brigade and in other bodies, were hurt by this famous date of 8 May 1945. In fact, everything that was after that date did not come into account.
The Senate wanted to deal with the matter. My belief, fortunately that we are dealing with it somewhat since the Senate, and Ms. Lizin in particular, had everything wrong. They brought us into an impasse and we had to correct it. In the House and in the Health Committee chaired by Yvan Mayeur, we immediately realized that the law that the Senate had been working on was not the right one. The thing was said and we asked for the opinion of the High Council of War Invalides, Former Combatants and War Victims. If the High Assembly had asked for this opinion, we would probably have won a few months. We would probably have avoided a series of misunderstandings in the head of the beneficiaries and the patriotic associations that represent them and, above all, the members of the House would not have been accused of wanting to delay the law.
We insist that the amendments we have made to this text will allow it to enter into force on 1 January next year, even if the draft submitted by the Senate wanted to enter into force "as soon as possible". Now the conditions are met for unanimity to be founded. The date of 8 May 1945 will be well replaced in each of the texts and the law will come into force in less than six months, which will allow the government to provide for the budgetary envelope which is estimated at around one million euros. The 10,000 beneficiaries of the measure, whether they are war volunteers or their widows, will be able to benefit from the application of this law finally become a reality. It is of course that our group will vote in favour of this project and will thus contribute, I hope, to a unanimity in our assembly. It will no longer remain to the Senate but to recognize the quality of the work done by the House, issuing in turn a unanimous vote.
I would like to say how happy we are that the war volunteers, those who have committed and personally invested for the liberation of the territory and, as a result of this liberation, to reaffirm democracy in our European States, are finally recognized in relation to their merit and can benefit from the benefits of this law which concerns war volunteers and the widows of war volunteers.
#47
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
Translated text
I refer to the written report.
#48
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is een waar genoegen om hier verslag te mogen uitbrengen over het wetsontwerp inzonderheid tot wijziging, betreffende insolventieprocedures, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen en van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle van de verzekeringsondernemingen.
Dit ontwerp werd in de commissie voor de Financiën besproken op 15 en 22 juni 2004. Eens te meer hebben wij mogen vaststellen dat de lijvigheid van het ontwerp niet in verhouding staan tot de lengte van de bespreking die erover is gevoerd. Het gaat hier dan ook over een wetsontwerp dat door de regering werd ingediend met toepassing van een verordening van 29 mei 2000 en twee richtlijnen van 19 maart 2001 en 4 april 2001 over dezelfde materie.
De beide richtlijnen streven weliswaar dezelfde doelstelling na als de verordening, maar volgen hiervoor een andere benadering waarbij de regels inzake rechterlijke bevoegdheid en wetgevende bevoegdheid geüniformeerd worden door de lidstaat van herkomst om terzake een exclusieve bevoegdheid toe te kennen en derhalve de conform zijn wetgeving ingevoerde maatregelen en procedures te erkennen. De richtlijnen bevestigen aldus de beginselen van eenheid en universaliteit voor het bank- en verzekeringswezen.
Aangezien het doel en de inhoud van de richtlijnen identiek zijn, werd besloten 1 wetsontwerp uit te werken voor de kredietinstellingen en de verzekeringsondernemingen. De regels die beide richtlijnen voorschrijven zijn immers gelijkaardig op een gering aantal uitzonderingen na, zoals de materieelrechtelijke regel die een specifieke bescherming verleent aan de schuldeisers uit hoofde van verzekeringen.
Ik bespaar deze vergadering graag de veeleer technische aspecten die klaar en duidelijk in het verslag zijn opgenomen.
Over de artikelen 1 tot 27 werden geen opmerkingen gemaakt. Alleen op artikel 28 heeft de regering zelf een amendement ingediend over de inwerkingtreding. Het ontwerp werd aangenomen met 11 stemmen en 2 onthoudingen.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Colleagues, it is a genuine pleasure to report here on the draft law in particular amending, concerning insolvency proceedings, the Act of 22 March 1993 on the statute and supervision of credit institutions and the Law of 9 July 1975 on the audit of insurance undertakings.
This draft was discussed in the Committee on Finance on 15 and 22 June 2004. Once again we have been able to conclude that the smoothness of the design is not proportionate to the length of the discussion on it. It is therefore a draft law submitted by the Government pursuant to a regulation of 29 May 2000 and two directives of 19 March 2001 and 4 April 2001 on the same subject.
Although both directives pursue the same objective as the Regulation, they follow a different approach, in which the rules on jurisdiction and legislative jurisdiction are uniformed by the Member State of origin in order to grant exclusive jurisdiction in this area and therefore to recognise the measures and procedures introduced in accordance with its legislation. The directives thus confirm the principles of unity and universality for the banking and insurance sectors.
Since the purpose and content of the directives are identical, it was decided to draw up 1 bill for the credit institutions and the insurance undertakings. In fact, the rules prescribed by both directives are similar after a small number of exceptions, such as the substantive rule which grants a specific protection to creditors on the basis of insurance.
I would like to spare this meeting the more technical aspects that are clearly and clearly covered in the report.
No comments were made on Articles 1 to 27. Only on Article 28 the Government itself has submitted an amendment on the entry into force. The draft was adopted with 11 votes and 2 abstentions.
#49
Official text
M. Jeholet m'avait chargé d'avertir le chef de groupe qui vous en fera part.
Translated text
by Mr. Jeholet had instructed me to warn the group leader who will tell you about it.
#50
Official text
Monsieur le président, M. Jeholet voulait renvoyer au rapport écrit.
Translated text
The President, Mr. Jeholet wanted to return the written report.