General information
Full name plenum van 2003-01-15 19:30:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/50/ip312.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
50K2131
20/11/2002
✔
Projet de loi modifiant certains aspects de la législation relative à l'organisation et au fonctionnement de la section de législation du Conseil d'Etat.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#5
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
De collega's Bourgeois en Viseur zijn verdwenen. Mijnheer Coveliers, u moet de spreektijd van deze twee collega's niet tot de uwe maken.
Translated text
The colleagues Bourgeois and Viseur have disappeared. Mr. Coveliers, you should not make the speaking time of these two colleagues yours.
#2
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal geen misbruik maken van deze ruime spreektijd, vooral omdat ik dat daarnet heb beloofd aan de vertegenwoordigers van de media, waarmee men af en toe toch eens goed moet staan. Ik tracht mijn belofte te houden. Er zullen trouwens ook geen onderbrekingen zijn, zodat ik geen bijkomende spreektijd kan vragen. Ik denk dat de samenvatting die de heer Smets heeft gegeven, een zeer degelijke en allesomvattende samenvatting is.
Mijnheer de minister, ik wil alleen het woord nemen omdat het soms wordt voorgesteld alsof dit ontwerp een onafhankelijk adviesorgaan wou muilkorven. Ik hoop in een tijdspanne van een tiental minuten te kunnen bewijzen dat dit niet zo is en dat het integendeel de bedoeling is om te trachten op een efficiënte manier de werkzaamheden van de Raad van State mogelijk te maken.
De voornaamste taak van de afdeling wetgeving van de Raad van State bestaat er immers in adviezen te geven. Soms geeft zij verplicht advies, soms wanneer men het nodig acht om die adviezen te vragen.
Er is ook een duidelijk verband tussen de werkzaamheden van de afdeling administratie en de afdeling wetgeving. Ik hoef daarop ook niet verder in te gaan. De discussie is reeds lang gevoerd op het ogenblik dat men erover sprak te splitsen en voor de Raad van State het cassatierecht tot haar administratief recht te maken. In ieder geval is het zo dat er van de adviezen ruim gebruikgemaakt wordt bij de afdeling administratie, wat logisch is.
Het probleem is natuurlijk dat de preventieve toetsing die de Raad van State doet, gebeurt wanneer de politieke besluitvorming al zeer ver gevorderd is. De wetgever, naar ik denk terecht, gaat ervan uit dat de Raad van State de uiteindelijke tekst moet toetsen, niet een oorspronkelijk voorontwerp, maar een uiteindelijke tekst die tot stand komt. Daarbij is onze rechtsorde, voornamelijk op administratiefrechtelijk vlak, toch erg complex geworden. Ik denk aan de toenemende internationalisering van het recht, de implementatie van een aantal richtlijnen, dwingende en andere, een grotere techniciteit, gelukkigerwijs ook een groeiende aandacht voor grondrechten, opeenvolgende staatshervormingen en daarmee samenhangende bevoegdheidsverdelende regelingen. Die brengen mee dat een ontwerp dat voor advies wordt voorgelegd eigenlijk aan een steeds grondiger onderzoek moet worden onderworpen, maar ook — en dat is belangrijk — dat het aantal adviesaanvragen op exponentiële wijze is gestegen.
Het is één zaak dat er een kwantitatieve toename is van het aantal adviesaanvragen bij de afdeling wetgeving van de Raad van State, een ander element is het groot aantal aanvragen om spoedbehandelingen. Wij maken dat trouwens ook in dit halfrond mede dat dit vrij veel gebeurt. Sinds de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarbij de overheden ertoe worden verplicht te motiveren waarom zij niet de door hen ontworpen teksten voor advies aan de afdeling wetgeving wensen voor te leggen en de deugdelijkheid van die motivering door de rechter later kan worden getoetst, is het aantal adviesaanvragen binnen een termijn van ten hoogste drie dagen sterk toegenomen.
Naast die door de wetgever bepaalde termijn van drie dagen, werd de afdeling Wetgeving eveneens geconfronteerd met adviesaanvragen waarin nog diverse andere termijnen werden vermeld. Er zijn adviesaanvragen waar, gelet op de concrete omstandigheden van de zaak, om een advies werd verzocht binnen de meest uiteenlopende termijnen, gaande van tien dagen, een maand, twee of drie maanden, of waarin zelfs een advies werd gevraagd tegen een uiterste datum.
De wetgever heeft op 4 augustus 1996 een einde willen maken aan de mogelijkheid om een advies te vragen binnen de door de betrokken overheid gewenste en vrij door haar bepaalde termijn. Vanaf dan kan iedere overheid die het aangewezen acht om een advies te verzoeken binnen een bepaalde termijn, dat enkel doen op een door de wetgever vastgestelde termijn. Een nieuwigheid wat dat betreft, was de termijn van ten hoogste één maand, waar geen motivering voor vereist is, maar wel een beraadslaging binnen de regering. Het was toen duidelijk de bedoeling dat de betrokken regering terzake een zeker beleid zou voeren en niet in alle gevallen zou instemmen met een adviesaanvraag op één maand, daar een regering geacht wordt om op een globaal niveau in te schatten welke ontwerpen dringend en welke minder dringend zijn. De vereisten van beraadslaging door de regering zou zo op zijn minst een procedurele rem moeten zijn op de adviesaanvragen op één maand.
We stellen vast dat op federaal niveau deze rem nog tot op zekere hoogte heeft gewerkt. Op het niveau van de Gemeenschappen en de Gewesten echter was deze rem in grote mate onwerkzaam. Ze was dit, omdat in de gemeenschaps- en gewestregeringen de collegialiteitsregel ertoe leidt dat haast elk reglementair besluit aan deze regeringen moet worden voorgelegd, zodat men in één adem — men moest toch overleggen in de regering — kon beslissen het advies op één maand te vragen. Er zijn zelfs ontwerpen bekend waarin reeds stond dat men het advies op één maand zou vragen na beraadslaging.
De invoering van een nieuwe termijn van één maand heeft in concreto dus niet geleid tot een vermindering van het aantal adviesaanvragen op drie dagen. Het leidde echter wel tot een drastische inkrimping van de adviesaanvragen zonder termijn. Dit kan in hoofdzaak worden verklaard door het feit dat er vóór 1996 in ruime mate een praktijk bestond om, zoals reeds aangestipt, op officieuze wijze een advies te vragen op een bepaalde termijn of tegen een bepaalde datum, ook al vond deze praktijk geen steun in de wet. Met andere woorden, het grote aantal adviesaanvragen binnen een termijn van ten hoogste één maand, gecombineerd met het nog steeds aanzienlijke aantal spoedeisende adviesaanvragen binnen een termijn van ten hoogste drie dagen maakt het voor de afdeling wetgeving bijna ondoenbaar om de eerstgenoemde categorie van adviesaanvragen strikt binnen de termijn van één maand af te handelen en er een gedetailleerd onderzoek aan te wijden. De adviesaanvragen op één maand sleepten in de meeste gevallen dan ook langer aan dan een maand. Het gebeurt zelfs dat de termijn van één maand al is overschreden, terwijl de auditeur nog niet is kunnen beginnen met het onderzoek van de zaak.
Dit alles toont aan dat de door de wetgever uitgewerkte termijnregeling niet naar behoren functioneert en dat het doel dat men hiermee voor ogen had, namelijk het inperken van het aantal adviesaanvragen, niet is bereikt. Het gaat dan om adviesaanvragen binnen een bepaalde termijn. Het uitblijven van adviezen irriteert de adviesaanvragers, omdat het voor hen een structurele vertraging betekent in het politieke besluitvormingsproces. De overbevraging van de afdeling wetgeving vormt een bron van ergernis voor de leden van deze afdeling. Ze doet dat vooral, omdat de diepgang van het juridisch onderzoek dat aan elk afzonderlijk dossier kan worden besteed, steeds afneemt en stilaan een kritische drempel dreigt te bereiken. Ik wil hierbij nog opmerken dat sommige overheden te vaak de afdeling wetgeving als een van de vele adviesorganen zien die zij moeten raadplegen. Ze beschouwen haar niet zelden als een onvermijdelijk en liefst zo snel mogelijk te nemen klip. Niet het streven naar een kwaliteitsvolle regeling staat daarbij dan centraal, maar wel de spoedige totstandkoming van de regelgeving, zonder dat al te veel juridische barrières worden opgeworpen. Men kan hier — ik denk terecht — tegen opwerpen dat de huidige samenleving een snelle besluitvorming verwacht en dat het vanuit politiekmaatschappelijk oogpunt in vele gevallen moeilijk aanvaardbaar is dat een juridisch advies over een ontwerp al te lang op zich laat wachten, zeker wanneer nadien blijkt dat er geen substantieel juridische problemen in de tekst schuilen.
Dit ontwerp komt dan ook tegemoet aan deze legitieme verzuchtingen. De nieuwe termijnregelingen — zoals ze geschetst werden door collega Smets — zullen komaf maken met de verschillende visies die de onderscheiden overheden er dienaangaande momenteel op nahouden. Een aantal collega's nemen, wanneer het gaat om een ontwerp van reglementair besluit, hoofdzakelijk aanstoot aan het feit dat de adviesaanvraag van de Raad van State kan worden onttrokken indien het advies niet is meegedeeld binnen de gevraagde eventueel verlengde termijnen.
De praktijk toont nochtans aan dat in een beduidend aantal gevallen het toezicht op de juridische en wetgevingstechnische kwaliteit van een tekst net zo goed op een meer efficiënte wijze gerealiseerd kan worden binnen de betrokken administratie. De maatregel om tien leden van het coördinatiebureau over te brengen naar het auditoraat waar zij bij voorrang in de afdeling wetgeving zullen worden ingezet, kan in deze context alleen maar worden toegejuicht.
Het stemt immers tot nadenken dat op dit ogenblik voor het onderzoek van alle ontwerpen die door de federale overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten voor advies worden voorgelegd slechts dertien auditeurs kunnen worden ingezet. De verdeling van de dossiers onder de auditeurs gebeurt weliswaar volgens de inhoudelijke materie maar voor één auditeur omvatte deze materie in de regel nog steeds verschillende ministeriële departementen. Het onvermijdelijk gevolg van dit beperkt aantal auditeurs in de afdeling wetgeving is dan ook de opbouw van een achterstand in de behandeling van de dossiers en het verlenen van adviezen. Het hoeft verder geen betoog dat de toenemende werklast van de afdeling wetgeving een reële bedreiging vormt voor de kwaliteit en de diepgang van haar adviezen. Hierbij mag immers niet uit het oog worden verloren dat de Raad verplicht is om advies uit te brengen maar dat hij in beginsel evenzeer verplicht is om een substantieel juridisch beredeneerd advies te geven.
De voorgestelde auditoraatuitbreiding doorheen de toevoeging van tien referendarissen brengt eveneens mee dat in de toekomst het coördinatiebureau niet meer zal deelnemen aan de werking van de afdeling wetgeving. Ook dit vormt een positief gegeven. In het verleden is er reeds menigmaal op het feit gewezen dat het dubbel onderzoek door het coördinatiebureau en het auditoraat in veel gevallen de efficiënte afhandeling van een dossier niet ten goede komt. Traditioneel is er wel een taakverdeling tussen deze beide geledingen van de Raad van State in die zin dat het coördinatiebureau zich inlaat met de samenstelling van de documentatie, de wetgevingstechnische opmerkingen alsook met de voorafgaande vormvereisten terwijl het auditoraat de inhoudelijke juridische aspecten onderzoekt. Dit neemt echter niet weg dat zowel de auditeur als de referendaris in kwestie hetzelfde dossier moeten onderzoeken. Bovendien gebeurt het dat de auditeur zijn onderzoek moet aanvatten terwijl de nota van het coördinatiebureau nog niet klaar is zodat de auditeur nog niet beschikt over de documentatie en zelf nog eens extra de nodige opzoekingen moet doen. Dit ontwerp, mijnheer de minister, maakt dan ook terecht een einde aan dit dubbel onderzoek. In de plaats zal het coördinatiebureau met een aantal documentalisten die voldoende vertrouwd moeten zijn met de informaticasystemen en de juridische heuristiek zodoende dat zij op een adequate wijze zullen kunnen instaan voor de samenstelling van documentatienota's voor elk dossier. De resterende referendarissen kunnen dan worden belast met het toezicht op deze taken en op de juridische databanken die het coördinatiebureau onderhoudt.
Het is bovendien zeer positief dat er uiteindelijk werk zal worden gemaakt van de openbaarheid van de adviezen van de afdeling wetgeving van de Raad van State zodat zij samen met de arresten die nu reeds op het internet worden gepubliceerd een geheel zullen vormen en zowel voor beleidsmakers, voor de controleurs van het beleid — het Parlement — en voor juristen een belangrijke bron van informatie zullen zijn bij hun taak. Om al deze redenen, mijnheer de minister, zullen wij dan ook de tekst die ik getracht heb binnen tien minuten te becommentariëren — ik ben even verder gegaan maar ik had de toelating van de voorzitter en de media hebben het nog niet zo ver gebracht dat ze dat ook nog kunnen bepalen, voorzitter — goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, I will not abuse this extensive time of speech, especially since I have just promised it to the representatives of the media, with which one must occasionally stand well. I try to keep my promise. There will also be no interruptions, so I cannot ask for additional speech time. I think the summary given by Mr Smets is a very solid and comprehensive summary.
Mr. Minister, I just want to take the word because it is sometimes proposed as if this draft was an independent advisory body. I hope in a period of ten minutes to be able to prove that this is not the case and that, on the contrary, it is intended to try to make the work of the State Council possible in an efficient manner.
The main task of the legislation department of the State Council is, in fact, to give opinions. Sometimes she gives compulsory advice, sometimes when one considers it necessary to ask for such advice.
There is also a clear link between the work of the Department of Administration and the Department of Legislation. I do not have to go further into this either. The discussion has been held for a long time at the time when it was discussed to divide and to make the Court of Cassation its administrative right for the Council of State. In any case, it is true that the advice is widely used in the administration department, which is logical.
The problem is, of course, that the preventive review that the State Council makes happens when political decision-making is already very advanced. The legislator, I think rightly, assumes that the State Council must review the final text, not an original preliminary draft, but a final text that comes into being. At the same time, our legal system, mainly on the administrative legal level, has become very complex. I think of the increasing internationalization of law, the implementation of a number of directives, compulsory and other, a greater technicality, fortunately also a growing attention to fundamental rights, successive state reforms and associated competence-sharing arrangements. These mean that a draft submitted for advice actually needs to be subject to an increasingly thorough examination, but also — and that is important — that the number of requests for advice has increased exponentially.
It is one thing that there is a quantitative increase in the number of requests for advice to the legislation department of the State Council, another element is the large number of requests for emergency treatments. We, by the way, also contribute to this half-course that this is happening quite a lot. Since the Ordinary Law of 9 August 1980 on the Reform of the Institutions, which requires public authorities to justify why they do not wish to submit the texts they have drawn up for advice to the Department of Legislation and the validity of that reasoning can be verified by the court later, the number of requests for advice has increased significantly within a period of not more than three days.
In addition to the three-day period laid down by the legislator, the Law Department also faced requests for advice in which several other deadlines were mentioned. There are requests for advice where, taking into account the concrete circumstances of the case, for an opinion was requested within the most diverse periods, ranging from ten days, a month, two or three months, or where even an opinion was requested at a deadline.
On 4 August 1996, the legislator intended to put an end to the possibility of seeking an opinion within the time limit desired by the public authority concerned and freely determined by it. From then on, any public authority which considers it appropriate to request an opinion within a specified period may only do so within a period fixed by the legislature. A novelty in this regard was the maximum period of one month, for which no justification is required, but rather a discussion within the government. It was then clearly intended that the government concerned would pursue a certain policy in this regard and not in all cases would agree to a one-month consultation request, since a government is considered to be able to assess on a global level which projects are urgent and which ones are less urgent. The requirements for government consultation should therefore be at least a procedural brake on the one-month consultation requests.
We note that at the federal level this brake has still worked to some extent. However, at the level of the Communities and the Regions, this brake was largely ineffective. It was this because in the community and northern governments the collegiality rule leads to the fact that almost every regulatory decision must be submitted to these governments, so that one could decide in one breath — one had to consult in the government — to ask for advice in one month. There are even drafts known that already stated that one would ask for the advice one month after discussion.
Thus, the introduction of a new one-month period did not result in a reduction in the number of requests for advice to three days. However, it resulted in a drastic reduction in unlimited requests for advice. This can be explained, in essence, by the fact that before 1996 there was a widespread practice of, as already stated, informally seeking advice at a certain period or at a certain date, even though this practice was not supported by law. In other words, the large number of requests for advice within a period of up to one month, combined with the still significant number of urgent requests for advice within a period of up to three days, makes it almost impossible for the Law Division to handle the former category of requests for advice strictly within the period of one month and assign a detailed examination to it. The one-month consultation requests therefore in most cases lasted longer than one month. It even happens that the one-month deadline has already been exceeded, while the auditor has not yet been able to start investigating the case.
All this demonstrates that the timetable set by the legislator does not function properly and that the aim for which it was intended, namely the reduction of the number of requests for advice, has not been achieved. These are requests for advice within a certain period of time. The absence of opinions irritates the consultancy seekers, as it means for them a structural delay in the political decision-making process. The overriding of the legislation department is a source of irritation for the members of this department. She does this especially because the depth of legal investigation that can be spent on each individual file is constantly decreasing and is gradually threatening to reach a critical threshold. I would like to point out that some governments too often see the Law Department as one of the many advisory bodies they need to consult. They do not rarely consider her as an inevitable and preferably as soon as possible to take the clip. The focus is not on the pursuit of a quality regulation, but on the prompt implementation of the regulation, without creating too many legal barriers. One can here — I think rightly — argue that today’s society expects a quick decision-making and that from a political society perspective it is in many cases difficult to accept that a legal opinion on a draft leaves itself too long, especially when it subsequently turns out that there are no substantial legal problems in the text.
This design therefore meets these legitimate aspirations. The new deadline arrangements – as outlined by colleague Smets – will disrupt the different visions that the respective governments currently have in this regard. A number of colleagues, when it comes to a draft regulatory decision, mainly object to the fact that the request for advice from the State Council can be withdrawn if the opinion has not been communicated within the requested extended deadlines.
Practice shows, however, that in a significant number of cases, the supervision of the legal and legislative quality of a text can equally be achieved in a more efficient way within the relevant administration. In this context, the measure of transferring ten members of the Coordination Bureau to the audit board where they will be prioritised in the legislation section can only be welcomed.
It considers that at the present time only thirteen auditors can be employed for the examination of all drafts submitted for advice by the federal government, the Communities and the Regions. Although the distribution of the files among the auditors takes place according to the substantive matter, but for one auditor this matter, as a rule, still included several ministerial departments. The inevitable consequence of this limited number of auditors in the legislation department is therefore the build-up of a lag in the handling of the dossiers and the provision of opinions. Furthermore, there is no need to argue that the increasing workload of the legislative department poses a real threat to the quality and depth of its opinions. Indeed, it should not be overlooked that the Council is obliged to give an opinion but that, in principle, it is equally obliged to give a substantially legally justified opinion.
The proposed extension of the auditory through the addition of ten referents also implies that in the future the coordination office will no longer participate in the operation of the legislative section. This is also a positive given. In the past, it has been repeatedly pointed out that the double investigation by the coordination office and the audit board in many cases does not contribute to the efficient handling of a file. Traditionally, however, there is a division of tasks between these two sections of the State Council in the sense that the coordination office is concerned with the composition of the documentation, the legislative technical observations as well as with the preliminary formal requirements while the audit board examines the substantial legal aspects. However, this does not exclude the fact that both the auditor and the referent concerned must examine the same file. In addition, it happens that the auditor must start his investigation while the coordination office note is not yet completed so that the auditor does not yet have the documentation and himself must make additional necessary searches. This draft, Mr. Minister, therefore, rightly ends this double investigation. Instead, the coordination office will consist of a number of documentaries who must be sufficiently familiar with the information systems and the legal heuristics in such a way that they will be able to adequately handle the preparation of documentation notes for each file. The remaining referents may then be charged with supervising these tasks and the legal databases ⁇ ined by the coordination office.
Furthermore, it is very positive that the publicity of the opinions of the Legislative Division of the State Council will eventually be made so that, together with the judgments already published on the Internet, they will form a whole and will be an important source of information in their tasks, both for policymakers, for policymakers — the Parliament — and for lawyers. For all these reasons, Mr. Minister, we will therefore also comment on the text that I have tried to comment within ten minutes — I went a little further but I had the permission of the President and the media have not yet brought it so far that they can still determine it, Mr. President — approve.
#3
Official text
Er moeten daar enkele afspraken zijn waar ik onwetend van ben. Dit gezegd zijnde, mijnheer Coveliers, dank u voor uw bondigheid.
Translated text
There must be some arrangements that I am unaware of. That being said, Mr. Coveliers, thank you for your briefness.
#4
Official text
Monsieur le président, avec votre autorisation, je répondrai de mon banc car je n'ai que deux mots à dire.
Tout d'abord, je remercie M. Smets pour son excellent rapport qui démontre que nous avons eu une discussion sérieuse et enrichissante en commission, ce qui me dispense de répéter ces justifications en séance plénière.
Ensuite, je me réjouis que ce projet soit examiné aujourd'hui en séance plénière de la Chambre, ce qui me laisse espérer qu'il pourra être adopté par le Parlement avant la fin de la législature. En effet, il s'agit d'un projet important qui donne au Conseil d'Etat des moyens supplémentaires, qui restructure l'organisation de ses services — ce qui devrait lui permettre d'atteindre une plus grande efficacité encore — et qui permet de concilier deux préoccupations légitimes, à savoir que la section de législation puisse jouer pleinement son rôle de conseiller utile et nécessaire de manière à avoir les textes les meilleurs, conformes à nos engagements internationaux et à la loi lorsqu'il s'agit d'arrêtés et, dans le même temps, que l'exécutif puisse disposer de ces avis dans un délai raisonnable dans un monde où les choses vont de plus en plus vite.
Je tiens à préciser que j'ai eu un dialogue très fructueux avec le Conseil d'Etat; c'est ensemble que nous avons trouvé cette solution équilibrée.
Monsieur le président, j'ajoute qu'à la suite de la suggestion de deux de nos collègues, j'ai déposé un amendement qui permettra au président de l'assemblée concernée, lorsque l'avis du Conseil d'Etat est sollicité pour une proposition de loi, de décret ou d'ordonnance, de désigner un délégué pour présenter la proposition au Conseil d'Etat et répondre aux questions éventuelles que celui-ci pourrait se poser.
Enfin, pour une fois, je crois pouvoir dire que nous devons être en présence d'un bon texte, sur le plan légistique en tout cas, puisque nous avons fait appel à une disposition de la loi sur le Conseil d'Etat et nous lui avons demandé de rédiger lui-même le texte qui est soumis aujourd'hui à la discussion en séance plénière de la Chambre.
Translated text
Mr. Speaker, with your permission, I will answer from my bank because I only have two words to say.
First, I would like to thank Mr. Smets for his excellent report which demonstrates that we have had a serious and rewarding discussion in the committee, which exempts me from repeating these justifications in the plenary session.
Then, I look forward to the fact that this draft is being discussed today in the plenary session of the House, which leaves me hoping that it will be able to be adopted by Parliament before the end of the legislature. Indeed, this is an important project that gives the State Council additional resources, that restructures the organization of its services – which should enable it to ⁇ even greater efficiency – and that helps to reconcile two legitimate concerns, namely that the legislative section can fully play its role of useful and necessary counseling in order to have the best texts, in accordance with our international commitments and the law when it comes to detainees, and, at the same time, that the executive can dispose of these opinions within a reasonable time in a world where things go more and more quickly.
I would like to clarify that I have had a very fruitful dialogue with the State Council; it is together that we have found this balanced solution. by
Mr. Speaker, I add that following the suggestion of two of our colleagues, I have submitted an amendment that will allow the President of the respective assembly, when the opinion of the Council of State is requested for a proposal of law, decree or order, to designate a delegate to submit the proposal to the Council of State and to answer any questions that may arise.
Finally, for one time, I believe I can say that we must be in the presence of a good text, on the legal level in any case, since we have appealed to a provision of the law on the Council of State and we have asked him to write himself the text which is submitted today to the discussion in plenary session of the House.
#5
Official text
Monsieur le ministre, je vous remercie. Il est évident qu'avec un peu d'humour, vous comprendrez qu'il y a parfois des propositions dont le président de la Chambre se demande quel représentant il devrait désigner pour les défendre au Conseil d'Etat! Ceci est un langage hermétique que comprennent ceux qui doivent comprendre!
Translated text
Mr Minister, I thank you. It is obvious that with a little humor, you will understand that there are sometimes proposals of which the chairman of the House asks what representative he should designate to defend them in the Council of State! This is a hermetic language that is understood by those who need to understand!
#6
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik juist zit met mijn interpretatie. De voorzitter kan bepalen of hij iemand stuurt.
Translated text
I think I am correct in my interpretation. The President can decide whether to send someone.
#7
Official text
Ik weet dat wel maar er zijn reeds wetsvoorstellen geweest met een grote "w" waarvan ik niet goed wist wie van de indieners moest worden aangeduid.
Translated text
I know that, but there have already been bills with a large "w" of which I did not know exactly which of the applicants should be named.
#8
Official text
U mag ook zelf gaan.
Translated text
You can go yourself too.