General information
Full name plenum van 2003-02-26 14:15:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/50/ip0332.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
50K2141
22/11/2002
✔
Projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits ayant pour but la promotion de modes de production et de consommation durables et la protection de l'environnement et de la santé et portant des dispositions diverses.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Denkt u dat ik de commissie moeten laten opschorten? Ik wil dat doen.
Translated text
Do you think I should suspend the commission? I want to do that.
#2
Official text
Eerlijkheidshalve moet ik ook zeggen dat daar hoorzittingen bezig zijn. Men heeft mensen geïnviteerd, dat maakt het wat moeilijk.
Translated text
To be honest, I must also say that hearings are underway. People are invited, which makes it difficult.
#3
Official text
Mijnheer Goutry, ik heb u ingeschreven, ik heb ook een amendement van de heer Bultinck. Er zijn hearings geagendeerd in de Congreszaal.
Translated text
Mr. Goutry, I have registered you, I also have an amendment from Mr. Bultinck. Hearing is scheduled in the Congress Hall.
#4
Official text
De commissie voor de Volksgezondheid is bezig met hoorzittingen.
Translated text
The Public Health Committee is holding hearings.
#5
Official text
Mijnheer Tant, wat u interesseerde is reeds behandeld. In de Conferentie van voorzitters hebt u mij gezegd dat er geen probleem was en dat er ook in de commissie geen moeilijkheden waren. Zoniet zou ik het niet hebben gedurfd om iets in uw absentie te ondernemen. Ik zal mijn licht opsteken bij de commissie.
Mevrouw Descheemaeker heeft het woord voor haar verslag.
Translated text
Mr. Tante, what you were interested in has already been addressed. At the Conference of Presidents you told me that there was no problem and that there were no difficulties in the committee. Otherwise, I would not have dared to do anything in your absence. I will light up my light at the committee.
Ms. Descheemaeker has the word for her report.
#6
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, dit wetsontwerp werd in de commissie voor de Volksgezondheid besproken en is een uitbreiding van de wet van 21 december 1998. Het ontwerp wordt de kaderwet voor alle producten, teneinde het leefmilieu en de gezondheid maximaal te beschermen via de volgende bepalingen. Er mag geen tegenstrijdigheid ontstaan met de bestaande bepalingen in andere wetten die een gelijkaardige doelstelling nastreven. Het toepassingsgebied wordt uitgebreid met de landbouwproducten en de gewasbeschermingsmiddelen.
Een ander artikel behelst de introductie van een reductieprogramma voor gevaarlijke stoffen in gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Daarbij zal een samenwerkingsakkoord met de Gewesten en de Gemeenschappen totstandkomen. De bevoegdheden van de toezichtambtenaren worden verduidelijkt. Voor lichte overtredingen kan een waarschuwingsprocedure worden ingesteld, maar afhankelijk van de ernst van de vaststellingen of de herhaling ervan kunnen zwaardere sancties worden uitgesproken door de rechter. Een volgend artikel vereenvoudigt de omzetting van Europese richtlijnen.
Ten slotte wordt de financiering van bepaalde opdrachten geregeld door bijdragen en retributies die door een koninklijk besluit binnen het jaar door het Parlement moeten worden bekrachtigd. Het is de bedoeling deze bijdragen snel bij te sturen, zowel naar omhoog als naar omlaag. De inkomsten komen in een begrotingsfonds terecht. De sector is nauw betrokken bij het beheer ervan.
In de algemene bespreking kwam het volgende aan bod. De heer Goutry is om principiële redenen tegen het wetsontwerp gekant. Naast de wet van 1998 bestaan er reeds specifieke reglementeringen. Hij verzet zich ook tegen de retributies en de bijdragen, die hij als nieuwe belastingen bestempelt. De heer Hondermarcq betuigt de steun van zijn fractie aan de bevordering van duurzame productiewijzen en consumptie. De MR-fractie heeft wel vragen over wie de kosten moet dragen die verbonden zijn aan de uitvoering van een controle op een andere plaats dan waar het voertuig werd stilgehouden.
Hij vraagt ook hoe het zit met retributies op verpakkingen die reeds onderworpen zijn aan de regelgeving inzake ecoboni en milieutaksen.
Mevrouw Descheemaeker preciseert de steun van de Agalev-Ecolofractie aan een wet die een antwoord biedt aan de verwachtingen van een groot deel van de bevolking. Deze verwachtingen zijn het bieden van maximale garanties voor de volksgezondheid, voor de voedselveiligheid en voor de bescherming van het milieu. Zij vraagt ook of de contractuele personeelsleden in overheidsdienst bedoeld worden wanneer de wet aan ambtenaren een bepaalde bevoegdheid toekent.
De minister onderstreept dat controles absoluut in het belang van de ondernemingen zijn. Ze versterken immers het consumentenvertrouwen. De retributies en bijdragen voor die controles kunnen alleen opgelegd worden bij besluit dat in de Ministerraad werd overlegd en dat binnen het jaar moet bekrachtigd worden in het Parlement. De minister verklaart dat contractuele personeelsleden niet de bevoegdheden van ambtenaren hebben.
De minister preciseert op de vraag van de heer Hondermarcq dat er geen bezwaar is tegen het beperken van de verplaatsing van een voertuig voor controle tot een aantal kilometers. Als het om een grotere afstand gaat, zal het fonds tussenkomen als er bij de controle geen inbreuken vastgesteld worden.
De heer Goutry herhaalt zijn fundamentele kritiek tegen dit ontwerp.
Bij de artikelsgewijze bespreking stelt de minister via een amendement een betere formulering van paragraaf 2 van artikel 3 voor. Hierdoor wordt duidelijker dat bij tegenstrijdigheden tussen wetten de specifieke wet prioritair geldt op deze kaderwet.
Mevrouw Avontroodt vroeg zich af wat de ratio is van de uitbreiding tot de voedings- en geneesmiddelensector. De minister antwoordde hierop dat deze producten hoe dan ook reeds vermeld waren in de bestaande wet van 1998.
De heer Goutry stelt dat het reductieprogramma voor biociden en gewasbeschermingsmiddelen in artikel 7 moeilijk kan uitgevoerd worden zonder samenwerkingsakkoord. De heer Hondermarcq vraagt wie deze inventarisatie zal opstellen.
De minister antwoordde dat een globaal programma niet belet dat elk van de overheden een aantal maatregelen kan nemen. De inventaris wordt momenteel door de Gewesten opgesteld. De verantwoordelijkheid ligt bij de gewestregeringen, maar het geheel moet op federaal niveau worden gecoördineerd en reductie moet worden doorgevoerd na onderlinge afspraken.
De heer Hondermarcq diende op artikel 9 een amendement in dat ertoe strekt dat de kosten alleen ten laste van de vervoerder zijn voor zover de verplaatsing voor de controle maximum vijf kilometer bedraagt.
Artikel 11 handelt over de sancties. De heer Goutry is meer een voorstander van een hogere pakkans dan van hogere boetes. Volgens hem is de marge tussen de maxium- en de minimumbedragen te groot. In dat verband verwees de minister naar de beoordelingsbevoegdheid van de rechter en stipte aan dat in de bestaande wet ook een marge is ingeschreven, van honderd frank tot een miljoen frank vermenigvuldigd met de opcentiemen.
Over artikel 16 dat de bijdragen en retributies regelt, ontspon zich een langere discussie. De heer Bultinck beschouwde dit artikel als een blanco cheque en meent dat de uitvoeringsbesluiten nog moeilijk kunnen worden afgewerkt voor het einde van de legislatuur. Hij werd hierin bijgetreden door de heer Goutry en door mevrouw Van de Casteele die zelf evenwel de bezorgdheid deelt met betrekking tot het leefmilieu.
De minister herhaalde dat er steeds overleg zal worden gepleegd met de betrokken sectoren en dat de bekrachtiging door het Parlement eveneens een garantie biedt en dat eenzelfde grondslag nooit het voorwerp kan worden van een dubbele heffing. Dit ontwerp slaat aldus bijvoorbeeld niet op producten die reeds zijn onderworpen aan de verpakkingsheffing.
Volgens mevrouw Avontroodt moeten de kosten voor de controle die door de overheid wordt opgelegd, niet ten laste van de producent of van de fabrikant vallen. Hierop antwoordde de minister dat de overheid het algemeen belang moet dienen. Voor de financiering van controles zijn er twee mogelijkheden: ofwel worden de kosten uit de algemene middelen, dus uit de belastingopbrengsten betaald, ofwel door de sector, dus de keten van degenen die bij het product zijn betrokken.
Basiscontroles gebeuren met algemene middelen; voor de specifieke controles moet een deel door de sector betaald worden, zodat zij die geen gebruikmaken van het product, ook niet bijdragen.
De heer Hondermarcq, mevrouw Avontroodt en de heer Goutry menen dat ook het aspect van de autocontrole van de sector niet mag worden vergeten. De minister beaamt de waarde van autocontrole maar wijst, gezien de recente gebeurtenissen, op de noodzaak van een complementaire controle door de overheid.
De heer Germeaux geeft een gedetailleerd overzicht van alle retributies en bijdragen die nu in het kader van de bestaande wet betaald worden. De minister herhaalt dat het wetsontwerp betrekking heeft op productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en van de volksgezondheid. De gehanteerde techniek voor financiering is niet nieuw. De bijdragen zullen volgens de ingestelde procedure worden aangepast naar boven of naar beneden. Het fonds wordt gecompartimenteerd, zodat de door een bepaalde sector aangebrachte inkomsten terugvloeien naar die sector. Bij een overschot aan middelen blijven die in het fonds en zal een aanpassing van de bijdragen worden doorgevoerd.
Na de discussie wordt het wetsontwerp goedgekeurd met 8 stemmen voor, 1 stem tegen en 2 onthoudingen.
Translated text
This bill was discussed in the Committee on Public Health and is an extension of the Act of 21 December 1998. The draft will become the framework law for all products, in order to maximize the protection of the environment and health through the following provisions. There shall be no conflict with the existing provisions of other laws which pursue a similar objective. The scope is extended to include agricultural products and plant protection products.
Another article includes the introduction of a program for the reduction of hazardous substances in plant protection products and biocides. A cooperation agreement will be concluded with the Regions and the Communities. The powers of the supervisory officers shall be clarified. A warning procedure may be established for minor infringements, but depending on the severity of the findings or their repetition, heavier penalties may be imposed by the court. The following article simplifies the transposition of European directives.
Finally, the financing of certain contracts is governed by contributions and remuneration that must be approved by a royal decree by Parliament within the year. It is intended to update these contributions quickly, both up and down. The revenue goes to a budget fund. The sector is closely involved in its management.
In the general discussion, the following was discussed. Mr. Goutry is opposed to the bill for principled reasons. In addition to the 1998 law, there are already specific regulations. He also opposes the salaries and contributions, which he identifies as new taxes. Mr Hondermarcq expresses his group’s support for promoting sustainable production and consumption. However, the MR group has questions about who should bear the costs associated with the conduct of an inspection at a place other than where the vehicle was stopped.
He also asks how it is with remuneration on packaging that is already subject to ecoboni regulations and environmental taxes. Their
Ms. Descheemaeker specifies the support of the Agalev-Ecolofraction for a law that responds to the expectations of a large part of the population. These expectations are to provide maximum guarantees for public health, food safety and environmental protection. It also asks whether contractual staff members are intended to be in public service when the law grants a certain power to officials. Their
The Minister emphasizes that checks are absolutely in the interests of the companies. They reinforce consumer confidence. The remuneration and contributions for those checks may only be imposed by a decision that has been consulted in the Council of Ministers and must be ratified by Parliament within the year. The Minister declares that contractual staff members do not have the powers of officials. Their
The Minister specifies on the question of Mr Hondermarcq that there is no objection to limiting the movement of a vehicle for inspection to a number of kilometers. If it is a longer distance, the Fund will intervene if no violations are found during the control. Their
Mr. Goutry reiterates his fundamental criticism of this design. Their
In the article-by-article discussion, the Minister proposes, through an amendment, a better wording of paragraph 2 of Article 3. This makes it clearer that in the event of conflicts between laws the specific law applies priority to this framework law. Their
Mrs Avontroodt wondered what the ratio of the expansion to the food and pharmaceutical sector is. The Minister responded that these products were already mentioned in the existing law of 1998. Their
Mr Goutry argues that the reduction programme for biocidal products and plant protection products in Article 7 can be difficult to implement without a cooperation agreement. Mr. Hondermarcq asks who will prepare this inventory. Their
The minister replied that a global program does not prevent each of the governments from taking a number of actions. The inventory is currently being prepared by the Regents. The responsibility lies with the Western governments, but the whole must be coordinated at the federal level and reduction must be carried out after mutual agreement.
Mr Hondermarcq submitted an amendment to Article 9 to make the costs to be borne by the carrier only insofar as the movement for the control is not more than five kilometers.
Article 11 is about sanctions. Mr Goutry is more in favour of a higher package chance than of higher fines. According to him, the margin between the maximum and the minimum amounts is too large. In that regard, the Minister referred to the judgment of the judge and pointed out that the existing law also contains a margin, ranging from one hundred francs to one million francs multiplied by the options.
On Article 16, which regulates contributions and remuneration, there is a longer discussion. Mr Bultinck regarded this article as a blank check and believes that the implementing decisions can still be difficult to complete before the end of the legislature. He was assisted by Mr. Goutry and by Mrs. Van de Casteele who, however, himself shares the concerns concerning the environment.
The Minister reiterated that consultations with the sectors concerned will continue and that the approval by Parliament also provides a guarantee and that the same basis can never be subject to double taxation. This design thus does not include, for example, products already subject to the packaging tax. Their
According to Ms. Avontroodt, the costs of the control imposed by the government should not be borne by the manufacturer or the manufacturer. The Minister responded that the government must serve the public interest. For the financing of controls, there are two options: either the costs are paid from the general resources, i.e. from the tax revenues, or by the sector, i.e. the chain of those involved in the product.
Basic controls are carried out with general resources; for the specific controls, a portion must be paid by the sector, so that those who do not use the product do not contribute.
Mr Hondermarcq, Mrs Avontroodt and Mr Goutry consider that the aspect of the sector’s self-control should also not be forgotten. The Minister emphasizes the value of self-control but points out, given recent events, the need for a complementary control by the government.
Mr. Germeaux gives a detailed overview of all remuneration and contributions currently paid under the existing law. The Minister reiterates that the bill relates to product standards to promote sustainable production and consumption patterns and to protect the environment and public health. The technology used for financing is not new. The contributions will be adjusted up or down according to the established procedure. The fund is divided so that the revenue generated by a particular sector returns to that sector. In the event of a surplus of resources, those resources will remain in the Fund and an adjustment of the contributions will be carried out.
After discussion, the bill is approved with 8 votes for, 1 vote against and 2 abstentions.
#7
Official text
Ik dank u, mevrouw Descheemaeker voor uw verslag. Ik ben blij dat de heer Goutry zich als spreker heeft ingeschreven voor de algemene bespreking en daarin nu het woord kan nemen. Mijnheer Goutry, u bent ook in de commissie zeer actief geweest; ik heb dat vastgesteld.
Translated text
I would like to thank you, Mrs. Descheemaeker, for your report. I am pleased that Mr. Goutry has registered as speaker for the general discussion and can now take the floor. Mr. Goutry, you have also been very active in the committee; I have noted that.
#8
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, beide collega's, ik heb al dikwijls redelijk lang moeten wachten om een uiteenzetting te kunnen houden. Ik ben blij dat ik ditmaal de eerste spreker ben in dit wellicht langdurige debat over het wetsontwerp. Het wetsontwerp zou belangrijk moeten zijn, gezien de energie die inzake papiervolume besteed is aan het ontwerp. We kunnen, ook door een erg ongelukkige samenloop van omstandigheden, enkel vaststellen dat bijna niemand bij de bespreking in plenaire vergadering aanwezig is. Ik had trouwens aangekondigd dat er op hetzelfde moment een vergadering is van de commissie voor de Volksgezondheid. Het resultaat is dat enkel mijn dierbare collega, mevrouw De Cock, hier aanwezig is. Zij heeft nochtans niet eens aan de besprekingen in de commissie deelgenomen. Het siert haar dus dat zij de moeite wil nemen om te komen luisteren.
Mijnheer de minister, verder is hier niemand aanwezig. Als dit kenmerkend is voor de nog resterende tijd tot de verkiezingen, zegt dit veel over de parlementaire belangstelling voor het regeringswerk op dit ogenblik. Mijnheer de minister, ik herhaal dat ik eigenlijk erg ontstemd ben over het slordige, wetgevende werk dat wij hier leveren. Ik heb dat ook in de commissie duidelijk aangegeven. Als ik de nota bekijk die de juridische dienst op het vlak van wetgevingstechniek heeft gemaakt voor ons, dan tel ik zes volle bladzijden in kleine druk met opmerkingen over de tekst. Het gaat om allerlei technische opmerkingen, fouten, verkeerde schrijfwijzen, verkeerde vertalingen, vergeten zinnen, slechte verwijzingen naar paragrafen, enzovoort. Ik vraag mij af hoe zoiets mogelijk is. Dit zijn zes bladzijden tekst. Dat is bijna zoveel als het wetsontwerp zelf. We hebben nochtans in de commissie zelf via amendementen al heel wat proberen recht te zetten. We hebben onder elkaar ook een aantal technische zaken aangenomen. De tekst krioelt echter van de fouten.
Dat werk moet door een hobbyist gedaan zijn, of door iemand na zijn werkuren. In elk geval, dat kan toch moeilijk serieus wetgevingstechnisch werk worden genoemd. Ik wil eigenlijk ook mijn waardering uitspreken voor de diensten van de Kamer, die daaraan zoveel werk moeten besteden. Maar ik denk dat dat niet hun taak is. De diensten van de Kamer moeten vooral de correcties en het nazicht doen, maar toch niet bijna een heel wetsontwerp herschrijven. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van de juridische dienst van de Kamer. Mijnheer de minister, daarvoor hebt u toch zelf een kabinet. De regering moet normaal toch in zijn eigen ontwerpen voorzien. Ook parlementsleden kunnen moeilijk een wetsvoorstel laten schrijven door de juridische dienst van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het is, denk ik, al een slechte start om op basis van zo'n tekst de bespreking te moeten voeren.
Bovendien, zoals ik ook gezegd heb bij de bespreking, ontgaat mij totaal de zin of het doel van dat wetsontwerp. Er is inderdaad een uitbreiding naar landbouwproducten, maar vooral naar vele andere, afgeleide producten die zogenaamd uitgesloten werden door de wet van 1998, precies omdat zij reeds onderworpen zijn aan de wetgeving inzake Volksgezondheid. Wij hebben dat ook gezegd bij de bespreking. Wat komt dat in dit wetsontwerp doen? Er bestaat al een aparte reglementering voor. Dat wordt er nu ingeschoven, maar in de wet van 1998 werd dat er niet in aangenomen, precies omdat er een specifieke wetgeving voor bestaat. Begrijpe wie kan.
Ik heb voorafgaandelijk — ik herhaal die vragen — vragen gesteld over de toepassing van de wet van 1998. De vraag rijst natuurlijk wat er de voorbije vier tot vijf jaar met die wetgeving is gebeurd. Wat is de evolutie van die wet? Welke uitvoeringsbesluiten werden er genomen? Wij kwamen tot de constatering dat er met de wet van 1998 tot nu toe quasi niets gebeurd is. Zonodig moet er nu toch dringend een nieuw wetsontwerp komen, dat enerzijds al allerlei zaken regelt die eigenlijk al in andere wetgevingen geregeld zijn, en dat anderzijds een aantal zaken herneemt van de wet van 1998 die tot nu toe bij wijze van spreken dode letter is gebleven.
Vandaar onze vraag wat de meerwaarde van dit wetsontwerp is. Dat is ons helemaal niet duidelijk geworden bij de bespreking, tenzij het neerkomt op een soort verdoken belastingsheffing. Het venijn zit gewoonlijk in de staart en op het einde ziet men dan ook dat de artikelen 16 en 17 gaan over de retributies en de bijdragen. Ik heb de mensen in de commissie daarmee geconfronteerd. Het gaat uiteindelijk om een verdoken belastingverhoging, drie maanden voor de verkiezingen. Ik zou het niet doen. Het is niet wijs, maar het is aan ons, als democratische oppositie, om dit vast te stellen. Wij hebben ook de reactie gezien van de VLD-leden in de commissie. Zij waren geschrokken. Zij wisten blijkbaar niet dat het daarover ging. Vandaar dat de heer Germeaux zich heeft uitgeput om een tekst af te lezen die hij waarschijnlijk de week daarvoor in handen had gekregen, waarin hij alle mogelijke retributies en heffingen heeft opgesomd. Daarmee wilde hij ofwel bewijzen dat er vroeger ook bepaalde belastingen zijn geheven — dat kan uiteraard niet worden ontkend — ofwel wilde hij zeggen dat het nu wel genoeg is en dat er geen belastingen meer moeten bijkomen. Het is te zien wat hij daarmee heeft bedoeld. Dat is niet duidelijk, want hij is daarop niet meer dieper ingegaan.
Ik herhaal mijn vraag. Waar ligt de meerwaarde van dit wetsontwerp? Het wetsontwerp bepaalt trouwens dat moet worden onderzocht of er geen tegenstrijdigheden zijn tussen de wetgevingen. Hoe zal dat in de praktijk mogelijk zijn? Wij hebben het daarover gehad, ook in de commissie. De kans op verwarring, zowel bij producenten als bij consumenten, is opnieuw bijzonder groot met dit wetsontwerp, als het al een toepassing vindt. Als het hetzelfde lot wordt beschoren als zijn voorganger, dan zal dit uiteraard op het terrein tot niet veel leiden.
Ik kom tot de sleutelartikels 16 en 17, mijnheer de voorzitter, waar het gaat over de retributies en bijdragen die nog door de Koning moeten worden geregeld. Hierover is de Raad van State in zijn advies duidelijk. Ik heb het ook geciteerd in de commissie, mijnheer de minister. De Raad van State merkt duidelijk op dat het hier eigenlijk om belastingen gaat en als het gaat om belastingen, klopt het artikel niet want er is geen heffingsvoet bepaald en er zijn geen nauwkeurige omschrijvingen opgegeven die normaal wettelijk zijn vereist om belastingen te kunnen heffen.
Dan heeft men dat wel ingezien. Men heeft gezien dat het daar moeilijk zat. De regering heeft de opmerking naast zich neergelegd, en men heeft een oplossing gezocht en gevonden door te stellen dat elk koninklijk besluit binnen het jaar door een wet moet worden bekrachtigd. Dit is de techniek om eraan te ontlopen. Daarom gebruiken wij de term verdoken belastingverhoging. Een belastingverhoging is het sowieso. Mevrouw Descheemaeker heeft het ook aangegeven in haar verslag. De discussie ging over wie dit uiteindelijk zal betalen. Zal de overheid dit betalen, of zal de sector het zelf betalen? Het is echter een verhoging van de retributie van de taksen, en bovendien een verdoken verhoging. Aangezien ze wettelijk niet kan in dit ontwerp zitten, heeft men een omweg gezocht door dit via een koninklijk besluit en een bekrachtigingswet te regelen.
Dat lijkt ons helemaal niet kosjer. Dat lijkt ons helemaal geen goede manier van werken. Wij hebben dat ook in de commissie gezegd, mijnheer de voorzitter. Het zijn trouwens ook uw partijgenoten die door onze plausibele uitleg zijn beginnen twijfelen. Zij hebben toen veel vragen gesteld, maar tussenin was er waarschijnlijk een meerderheidsoverleg, waardoor de toon in de eerste en de tweede bijeenkomst vooral bij de VLD anders was. Het was dan veeleer een motiverende toon. De heer Germeaux las de hele lijst voor, om zich op die manier uit de pekel te helpen. Hij was het trouwens ook die sprak op dat ogenblik, en niet meer mevrouw Avontroodt, noch mevrouw Van de Casteele, kersvers VLD-lid.
De vraag is, mijnheer de minister, hoe men daaraan een zinvolle uitleg kan geven. Bovendien stel ik mij zelfs de volgende vraag. Het moet via een bekrachtigingswet en een koninklijk besluit. Ik acht het zelfs niet haalbaar door alle achterstanden bij het opstellen en publiceren van uitvoeringsbesluiten van wetten die jaren geleden werden goedgekeurd. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de kaderwet van 1998, de voorganger van dit wetsontwerp, waarvoor nog tal van uitvoeringsbesluiten niet werden genomen.
Hoe kunnen we nu de garantie hebben dat het zo nodige uitvoeringsbesluit dat deze retributie zal moeten regelen binnen de termijn die u zelf geeft - binnen het jaar - zal worden genomen. Nadien zal uw opvolger, tenzij u zichzelf opvolgt, misschien een correctie moeten doen door via een of andere programmawet opnieuw een legale basis te zoeken om de zaak te kunnen regelen.
Mijnheer de voorzitter, ik heb een laatste opmerking in verband met artikel 5. Er zullen waarschijnlijk na mij nog heel wat sprekers hierover het woord willen nemen. Daarom zal ik mijn uiteenzetting een beetje beknopt houden.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, both colleagues, I have often had to wait fairly long to be able to deliver a presentation. I am pleased that this time I am the first speaker in this ⁇ lengthy debate on the bill. The draft law should be important, given the energy spent on the draft in terms of paper volume. We can only conclude, even by a very unfortunate coincidence of circumstances, that almost no one is present at the plenary discussion. I had also announced that there will be a meeting of the Public Health Committee at the same time. The result is that only my dear colleague, Mrs. De Cock, is present here. However, he did not even participate in the discussions in the committee. It is so adorable that she wants to take the effort to come and listen.
Mr. Minister, no one is present here. If this is characteristic of the remaining time until the elections, this says a lot about the parliamentary interest in government work at this time. Mr. Minister, I reiterate that I am actually very upset about the sluggish, legislative work that we do here. This was clearly stated in the committee. If I look at the note made for us by the legal service in the field of legislative technology, I count six full pages in small print with comments on the text. These include all kinds of technical remarks, errors, wrong writing, wrong translations, forgotten sentences, bad paragraph references, and so on. I wonder how such a thing is possible. This is six pages of text. That is almost as much as the bill itself. However, we have already tried to correct a lot in the committee itself through amendments. We also agreed on a number of technical issues. However, the text is filled with mistakes.
That work must be done by a hobbyist, or by someone after his working hours. In any case, that can hardly be called serious legislative technical work. I would also like to express my appreciation for the services of the Chamber, which must devote so much work. But I think that is not their job. The services of the Chamber must primarily make the corrections and the inspection, but nevertheless not rewrite almost a whole draft law. That cannot be the intention of the Chamber’s legal service. For this, you have a cabinet. The government usually has to make its own plans. Parliamentarians can also find it difficult to get a bill written by the legal service of the House of Representatives. It is, I think, already a bad start to have to conduct the discussion based on such a text.
Furthermore, as I also said in the discussion, I completely dismiss the meaning or purpose of that draft law. There is indeed an extension to agricultural products, but especially to many other, derivative products that were supposedly excluded by the Act of 1998, precisely because they are already subject to public health legislation. We also said this during the discussion. What is there to do in this bill? There is already a separate regulation. That is now being postponed, but in the law of 1998 it was not adopted, precisely because there is a specific legislation for it. Understand who can.
I have previously – I repeat those questions – asked questions about the application of the law of 1998. The question is, of course, what has happened with this legislation in the last four to five years. What is the evolution of this law? What implementing decisions were taken? We have come to the conclusion that with the law of 1998 so far almost nothing has happened. If necessary, a new draft law must be drawn up urgently, which, on the one hand, already regulates all kinds of matters that have already been regulated in other legislations, and that, on the other hand, takes back a number of matters from the law of 1998, which has so far remained by way of speech dead letter.
The question here is what the value of this bill is. This has not become clear to us at all during the discussion, unless it represents a kind of dumped taxation. The venin is usually in the tail, and at the end of it can be seen that the articles 16 and 17 are about remuneration and contributions. I have confronted the people in the committee with this. In the end, it is a big tax hike, three months before the elections. I would not do it. It is not wise, but it is up to us, as a democratic opposition, to establish this. We have also seen the reaction of the VLD members in the committee. They were scared. They apparently did not know that it was about that. Hence, Mr. Germeaux has exhausted himself from reading a text which he had probably received the week before, in which he has summarized all possible remuneration and charges. Through this, he either wanted to prove that certain taxes were also levied in the past — which, of course, cannot be denied — or he wanted to say that it is now enough and that there should be no more taxes. It can be seen what he meant with this. This is not clear, because he has not gone deeper into it.
I repeat my question. What is the added value of this bill? The draft law, by the way, stipulates that it must be examined whether there are no contradictions between the legislation. How will this be possible in practice? We talked about this, including in the committee. The likelihood of confusion, both among producers and consumers, is again ⁇ high with this bill, if it already finds an application. If it is scored the same fate as its predecessor, then this will of course lead to not much on the ground.
I come to the key articles 16 and 17, Mr. Speaker, where it is about the salaries and contributions that have yet to be arranged by the King. This is clearly stated by the State Council in its opinion. I also cited it in the committee, Mr. Minister. The State Council clearly points out that this is actually about taxes and when it comes to taxes, the article is not correct because there is no tax rate defined and there are no precise descriptions provided that are normally required by law to be able to collect taxes.
Then it has been realized. We have seen that it was difficult there. The government laid the comment by itself, and a solution was sought and found by asserting that every royal decree must be ratified by a law within the year. This is the technique to avoid it. This is why we use the term tax increase. An increase in taxes is anyway. Ms. Descheemaeker has also stated this in her report. The debate was about who will ultimately pay for this. Will the government pay for it, or will the industry pay for it? However, it is an increase in the remuneration of the taxes, and in addition a bulky increase. Since it cannot legally be included in this draft, a reversal has been sought by regulating this through a royal decree and a ratification law.
That doesn’t seem to be a cushion at all. This does not seem to be a good way of working. We have said this in the committee, Mr. Speaker. By the way, it is also your party colleagues who have begun to doubt by our plausible explanation. They then asked many questions, but in the meantime there was probably a majority consultation, making the tone in the first and second meeting different, especially with the VLD. It was rather a motivating tone. Mr. Germeaux read the entire list to help himself out of the hell. He was, by the way, the one who spoke at that moment, and no longer Mrs. Avontroodt, nor Mrs. Van de Casteele, Kersvers VLD member.
The question is, Mr. Minister, how to give a meaningful explanation. In addition, I even ask myself the following question. It must be through a ratification law and a royal decree. I find it not even feasible due to all the lags in the preparation and publication of implementing decisions of laws adopted years ago. I refer, for example, to the Framework Act of 1998, the predecessor of this draft law, for which many implementing decisions have not yet been taken.
How can we now have the guarantee that the so necessary implementation decision that this remuneration will have to settle within the time you give yourself - within the year - will be taken. Subsequently, unless you succeed yourself, your successor may need to make a correction by again seeking a legal basis to settle the matter through some program law.
I have a final comment on Article 5. There will probably be a lot of speakers after me who will want to speak on this subject. Therefore, I will keep my presentation a bit concise.
#9
Official text
De voorzitter: Dat optimisme siert u. Het is een les voor de toekomst.
Translated text
The President: That optimism adorns you. It is a lesson for the future.
#10
Official text
Mijnheer de voorzitter, zo ben ik. Onder grote persbelangstelling en onder grote parlementaire belangstelling ben ik altijd op mijn best. Mijnheer de minister, in artikel 5 werden trouwens maatregelen opgenomen die de Koning ter bescherming kan treffen. Dit is iets wat mij stoort. Er was een consensustekst van de Raad voor het Verbruik, van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en van een groot deel van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Hoewel die consensustekst er was, werd hij gewoon niet gebruikt. U hebt deze tekst naast u neergelegd. Er is geen rekening mee gehouden. Ik vraag mij af waarvoor dergelijke adviezen dan nog dienen.
Mijnheer de voorzitter, dat is in algemene lijnen wat ik technisch op het ontwerp aan te merken had. Politiek zou ik willen besluiten met de vaststelling dat dit debat, de behandeling van dit wetsontwerp, helemaal niet veel om het lijf heeft. Het is schrijnend dat we moeten vaststellen dat zoiets kan passeren zonder dat daarover veel kritische vragen worden gesteld. Het is derhalve veel meer een symbooldossier voor de groenen. Ze hebben de laatste tijd al heel wat van dergelijke dossiers gehad: dit dossier, de drugswet, Francorchamps. Heel wat dossiers zijn in de schoot van de groenen gevallen, wat niet anders kan dan leiden tot een grote verkiezingsoverwinning straks, mijnheer de minister, na 18 mei.
Voor het overige is het mij in elk geval onduidelijk wat de bedoeling kan zijn. Ik heb tot driemaal toe de vraag gesteld naar de meerwaarde. Wij hebben daarover wat gediscussieerd, maar het blijft voor allemaal onduidelijk., Ook onze bespreking van de reductieprogramma's, de reductienormen en de toezichtambtenaren was trouwens niet onmiddellijk een succesnummer. Men wist niet zeer goed hoe dat via de Gewesten zal gebeuren en nog minder hoe die zo noodzakelijke samenwerkingsakkoorden zullen totstandkomen.
Samengevat, u zegt terecht dat het een kaderwet is, maar het is een kaderwet die handelt over een dode mus. Het heeft niet veel om het lijf en het heeft voor mij in ieder geval geen enkele meerwaarde tegenover de wet van 1998. Die wet verschafte al een aantal instrumenten en tal van uitvoeringsbesluiten ervan zijn tot op vandaag nog niet genomen.
Translated text
Mr. Speaker, that is how I am. With great press interest and great parliamentary interest, I am always at my best. Mr. Minister, Article 5 contained, by the way, measures that the King can take for protection. This is something that disturbs me. There was a consensus text from the Consumer Council, the Central Council for Business and a large part of the Federal Council for Sustainable Development. Although that consensus text was there, it was simply not used. You submitted this text next to you. It has not been taken into account. I wonder why such advice is needed. Their
This, in general, is what I had to point out technically on the draft. Politically, I would like to conclude with the conclusion that this debate, the treatment of this bill, does not have much to do at all. It is shocking that we must find that such a thing can pass without asking a lot of critical questions about it. It is therefore much more a symbolic file for the Greens. They have had a lot of such files lately: this file, the drug law, Francorchamps. A lot of files have fallen into the belly of the Greens, which can only lead to a major election victory later, Mr. Minister, after May 18.
For the rest, it is at least unclear to me what the intention may be. I have asked the question of the value added three times. We have discussed some of this, but it remains unclear for everyone., Even our discussion of reduction programmes, reduction standards and supervisors was not immediately a success number. One did not know very well how this would happen through the Wests, and even less how those so necessary cooperation agreements would come about.
In summary, you rightly say that it is a framework law, but it is a framework law that deals with a dead mouse. It does not have much to do with the body and it has no added value for me at least against the law of 1998. That law already provided a number of instruments and many implementing decisions have not yet been taken.
#11
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Goutry, mevrouw De Cock, de heer Goutry vraagt naar de meerwaarde. Ik kan duidelijk verwijzen naar de toelichting bij het wetsontwerp en zelfs naar de samenvatting. Daarin worden de belangrijkste wijzigingen aangeduid. Het gaat over een nieuw toepassingsgebied dat ruimer is dan vroeger. Daarnaast zijn er verduidelijkingen over het juridische regime. Artikel 7 gaat meer specifiek en uitdrukkelijk over een reductieprogramma voor gevaarlijke werkzame stoffen, gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Er komen mogelijkheden voor toezichtambtenaren. Een aantal sancties wordt veranderd en werkbaarder gemaakt.
Ook de waarschuwingsprocedure wordt besproken, de mogelijkheid tot een snellere omzetting van de Europese richtlijnen en wijzigingen aan de publicatie, net als — inderdaad — de mogelijkheid bijdragen en retributies te regelen via een begrotingsfonds.
Mijnheer Goutry, ik denk dat er een interne tegenstrijdigheid zit in wat u zegt. U zegt enerzijds, dat het ontwerp geen meerwaarde heeft en anderzijds, dat het aanleiding heeft gegeven tot heel wat discussie en tot heel wat bezwaren vanuit bepaalde hoeken. Het is het een of het andere. Als het ontwerp inderdaad een lege doos was, zou het waarschijnlijk zonder discussie gepasseerd zijn. Als er een discussie is, is dat precies omdat het een beter instrument is.
Een derde punt waarop ik wil ingaan — na ten eerste, wat zijn de wijzigingen en ten tweede, heeft het ontwerp een meerwaarde, en ik denk duidelijk van wel — is wat er met de vorige wet is gebeurd? Daarmee is nooit iets gebeurd, sorry. Gisteren bijvoorbeeld is in het Belgisch Staatsblad het besluit gepubliceerd over het verbieden van fosfaten in wasmiddelen. Dat is precies ter uitvoering van de wet van 1998. Bepaalde Europese richtlijnen inzake gevaarlijke stoffen zijn sneller omgezet. Ook dat is ter uitvoering van de wet van 1998. Bepaalde scheikundige stoffen en preparaten worden verboden. Dat is precies ter uitvoering van de wet van 1998. Als derde element van mijn antwoord op uw vraag, zeg ik dus dat de wet van 1998 reeds gebruikt is. Uiteraard, het ging over een soort kaderwet, een wet die de minister van Volksgezondheid en Leefmilieu de mogelijkheid biedt op te treden. Wel, met de aanpassing van de wet die hier besproken wordt, zullen wij een nog beter instrument hebben ten bate van het leefmilieu. Dat is uiteindelijk de bedoeling. Ik hoop dat u ons in deze doelstelling steunt.
Translated text
Mr. Chairman, Mr. Goutry, Mrs. De Cock, Mr. Goutry asks for the added value. I can clearly refer to the explanation attached to the draft law and even to the summary. It identifies the main changes. It is about a new scope of application that is wider than before. In addition, there are clarifications on the legal regime. Article 7 more specifically and explicitly deals with a reduction programme for dangerous active substances, plant protection products and biocides. There are opportunities for supervisory officers. Some sanctions are being changed and made more workable.
It also discusses the warning procedure, the possibility of faster transposition of European directives and changes to the publication, as well as – indeed – the possibility of arranging contributions and remuneration through a budget fund.
Mr. Goutry, I think there is an internal contradiction in what you say. You say, on the one hand, that the design has no added value and, on the other hand, that it has given rise to a lot of discussion and to a lot of objections from certain angles. It is one or the other. If the design was indeed an empty box, it would probably have passed without discussion. If there is a discussion, it is precisely because it is a better tool.
A third point I would like to address — after first, what are the amendments and second, the draft has an added value, and I clearly think so — is what happened to the previous law? Nothing has ever happened, sorry. For example, yesterday in the Belgian Staatsblad was published the decision on the prohibition of phosphate in detergents. This is precisely for the implementation of the law of 1998. Some European directives on dangerous substances have been transposed faster. This is in accordance with the Act of 1998. Certain chemical substances and preparations are prohibited. This is precisely for the implementation of the law of 1998. As a third element of my answer to your question, I therefore say that the law of 1998 has already been used. Of course, it was a kind of framework law, a law that gives the Minister of Public Health and Environment the opportunity to act. Well, with the modification of the law discussed here, we will have an even better tool for the benefit of the living environment. That is ultimately the intention. I hope you support us in this goal.