General information
Full name plenum van 2000-03-02 14:16:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/50/ip046.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
50K0353
28/12/1999
✔
Projet de loi attribuant une dotation annuelle à Son Altesse Royale le Prince Philippe et une dotation annuelle à Son Altesse Royale la princesse Astrid.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#4
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vandaag worden wij geacht het wetsontwerp met betrekking tot de toekenning van de jaarlijkse dotatie aan prins Filip en prinses Astrid te bespreken. Met dit wetsontwerp vraagt de regering een eenparige goedkeuring en bijgevolg levenslange bestendiging van de belastingvrije dotaties aan prins Filip en prinses Astrid. Als Vlaams-nationalisten zijn wij het koningshuis uit principe niet erg genegen. Het Vlaams Blok vindt dat het onze opdracht niet is om een familie te verdedigen, zelfs niet als ze Van SaksenCoburg heet. Het is onze opdracht om ons volk te vertegenwoordigen. Nadat de bevolking reeds 39 miljoen heeft bijgedragen aan het sprookjeshuwelijk van 4 december 1999, wenst deze regering de dotaties aan prins Filip en prinses Astrid aanzienlijk te verhogen. Wij stellen wat dat betreft geen historische trendbreuk bij deze regering vast. Integendeel, deze regering maakt van het koningshuis een gesubsidieerd volkstheater, een monarchistische droomfabriek. Het Britse tijdschrift Europe Business maakte onlangs een vergelijkende studie over de fortuinen van de Europese koningshuizen. Het privé-fortuin van Koning Albert II bedraagt ongeveer 25 miljard. Het persoonlijk fortuin van prins Filip wordt op 4 miljard geraamd. Prins Laurent bezit 1 miljard en prinses Astrid heeft 700 miljoen frank. Ik noem dit een Koningshuis met de K van kassa. Bovendien kunnen ze gratis beschikken over kastelen, domeinen en een aantal onroerende goederen, inclusief een 280-tal rijkswachters, die instaan voor hun persoonlijke bescherming en die van hun domeinen. De volledige verwarmingsfactuur en de kosten van het uitwendig onderhoud van de koninklijke verblijfplaatsen worden betaald vanuit de federale begrotingsposten, met belastinggeld. Het is merkwaardig dat in heel deze context met geen woord over de familie-inkomsten uit beleggingen, vastgoed en aandelen, wordt gerept. Beste collega's, toch voelt deze regering de onweerstaanbare drang om de dotaties opnieuw te verhogen. Via 3 amendementen stelt het Vlaams Blok voor om het jaarlijkse geschenk van de belastingbetaler aan het koningshuis, tot sociaal-maatschappelijk aanvaardbare bedragen terug te schroeven. Ten eerste, de dotatie aan prins Filip willen wij beperken tot 15 miljoen frank. Dat is een symbolisch bedrag, aangezien de modale inwoner van België over een gemiddeld consumptiebedrag van 1 miljoen beschikt; een budget dat 15 maal kleiner is. Ten tweede, de dotatie van prinses Astrid willen wij schrappen omdat zij gehuwd is met een niet onaanzienlijk persoon uit de bankwereld en uit solidariteit met prins Laurent, die op geen cent kan rekenen. Ten derde, willen we de dotatie voor de eenmalige installatiekosten schrappen vanwege het aanzienlijke familiekapitaal dat ik zojuist heb toegelicht. Ik wil besluiten met een laatste bedenking. Als parlementslid heeft het me steeds verwonderd dat er in het hart van de parlementaire democratie een aanzienlijke concentratie van macht is vrijgesteld van iedere parlementaire en democratische controle, dit in tegenstelling tot andere gezagsdragers zoals ministers die verantwoording verschuldigd zijn aan een hele reeks instanties. Mijnheer de voorzitter, het Vlaams Blok zal deze dotaties niet goedkeuren.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, colleagues, today we are expected to discuss the bill concerning the award of the annual dotation to Prince Philip and Princess Astrid. With this bill, the government demands unanimous approval and consequently lifetime continuation of the tax-free dotations to Prince Philip and Princess Astrid. As Flemish nationalists, we are in principle not very affectionate to the royal house. The Flemish Bloc believes that it is not our mission to defend a family, even if it is Van SaksenCoburg. It is our duty to represent our people. After the population has already contributed 39 million to the fairy tale wedding of 4 December 1999, this government wants to significantly increase the donations to Prince Philip and Princess Astrid. In this regard, we do not see any historical trend breaking in this government. On the contrary, this government makes the royal house a subsidized folk theatre, a monarchist dream factory. The British magazine Europe Business recently made a comparative study of the fortunes of the European royal houses. King Albert II’s private fortune is approximately $25 billion. Prince Philip’s personal fortune is estimated at $4 billion. Prince Laurent owns $1 billion and Princess Astrid has $700 million. I call this a royal house with the K of cash. In addition, they can freely dispose of castles, domains, and a number of real estate properties, including a total of 280 national guards, who are responsible for their personal protection and that of their domains. The full heating bill and the costs of the external maintenance of the royal residences are paid from the federal budget posts, with tax money. It is curious that in all this context with no word about the family income from investments, real estate and shares, is ripped. Dear colleagues, however, this government feels the irresistible urge to re-increase the dotations. Through three amendments, the Flemish Bloc proposes to reduce the annual gift of the taxpayer to the royal house to amounts socially acceptable. First, we want to limit the donation to Prince Philip to 15 million francs. That is a symbolic amount, since the modal resident of Belgium has an average consumption amount of 1 million; a budget that is 15 times smaller. Second, we want to remove the gift of Princess Astrid because she is married to a not insignificant person from the banking world and out of solidarity with Prince Laurent, who can count on no penny. Third, we want to remove the allocation for the one-time installation costs due to the considerable family capital I just explained. I would like to conclude with one final consideration. As a member of Parliament, I have always been surprised that in the heart of parliamentary democracy a significant concentration of power is exempt from any parliamentary and democratic control, this in contrast to other authorities such as ministers who are accountable to a whole range of institutions. The Flemish Bloc will not approve these subsidies.
#2
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vooraleer dieper in te gaan op het wetsontwerp inzake de dotaties wens ik me te verontschuldigen dat ik mijn betoog niet hebben kunnen houden in de bevoegde commissie omdat mijn aanwezigheid vereist was in de commissie voor de Verkiezingsuitgaven. Ik kan onmogelijk op twee plaatsen tegelijk zijn. Mijnheer de voorzitter, het is niet mijn bedoeling het fundamentele debat over het koningshuis te voeren. Dit debat zal echter ooit eens moeten worden gevoerd. Tijdens de bespreking van de Civiele Lijst van 1993 deelde de heer Tavernier dit standpunt. Als argument voor zijn onthouding bij de stemming voerde de heer Tavernier aan dat een debat over de toekomst van de monarchie in dit land dringend nodig was. Ik stel vast dat dit debat voor de groene parlementsleden en hun ministers afdoende gevoerd is. Blijkbaar zijn een prinselijk huwelijk en de geruchtenmolen over de eventuele gevolgen ervan voor de groenen voldoende om het debat over de toekomst van de monarchie gevoerd te hebben. Dit wetsontwerp heeft betrekking op de dotaties aan leden van het koningshuis. Het handelt niet over de vergoeding die wordt toegekend aan het staatshoofd ter vervulling van zijn wettelijke en grondwettelijke plichten. Daarvoor dienen de dotaties niet, daarvoor dient de Civiele Lijst. Het gaat evenmin over de vergoeding van de prinsen voor taken die hen wettelijk of grondwettelijk zijn opgedragen. Als zij dergelijke taken zouden hebben, quod non, zouden zij daarvoor vergoed worden via de Civiele Lijst. Het gaat ook niet over een vergoeding voor bepaalde taken die de prinsen vervullen in het algemeen belang maar bij specifieke instellingen. Als het de bedoeling zou zijn om aan prinses Astrid een vergoeding toe te kennen voor haar werkzaamheden bij het Rode Kruis, is het evident dat deze bezoldiging op het budget van het Rode Kruis wordt ingeschreven. Dit is eveneens het geval voor de arme prins Laurent die geen dotatie krijgt maar wel over een inkomen beschikt via een van zijn voorzitterschappen. Collega's, het gaat over een subsidie, een soort levensonderhoud dat aan prinses Astrid en prins Filip wordt toegekend. De ratio legis ervan is erg onduidelijk. Er werden reeds cijfers vermeld over de vermogenstoestand van de koninklijke familie. Het minste wat men over het vermogen van prins Filip kan zeggen is dat het afdoende groot is om een huisgezin, straks misschien aangevuld met enkele kleine prinsjes en prinsesjes, in menswaardige omstandigheden te onderhouden. Het is niet de dringende behoefte aan levensonderhoud die de verhoging van het budget van prins Filip rechtvaardigt. Bovendien zou het een onwaarschijnlijke discriminatie zijn de steeds onderschatte prins Laurent niets te gunnen. Al beschikken we niet over gegevens inzake de vermogenstoestand van prinses Astrid, we kunnen gerust stellen dat die afdoende is. Het is bovendien boeiend om vast te stellen dat het helemaal niet vastligt wie er tot de koninklijke familie behoort, in de betekenis van degenen die een dotatie krijgen. Lange tijd heeft prinses Lilian tot de koninklijke familie behoord. Blijkbaar behoren nu prins Filip en prinses Astrid wel tot de koninklijke familie en prins Laurent en de kinderen van prins Filip niet als afzonderlijke entiteit. Het zou alleszins van goed bestuur getuigen indien de criteria definitief worden vastgelegd om uit te maken wie tot de koninklijke familie behoort en wie niet. Ik kan nog een zekere argumentatie vinden in het gegeven dat prinses Astrid als tweede in lijn voor de troonopvolging een soort vergoeding zou krijgen en prins Laurent als zevende in lijn niet. Wat gaat men dan doen op het moment dat de volgorde in de troonopvolging wijzigt? Gaat men dan ook consequenties voor de dotaties naar voren brengen? Fundamenteel is deze kritiek gericht aan onszelf als parlement. De kritiekloosheid waarmee wij die dotatieuitbreidingen aanvaarden staat haaks op onze taak als controleur van de overheidsfinanciën om niet alles klakkeloos te aanvaarden. Al degenen die in het kader van dit debat beweren dat dit de juiste bedragen zijn, zullen met evenveel stelligheid beweren dat wanneer het wetsontwerp andere bedragen had bevat dit ook de juiste bedragen waren om aan de prinsen toe te kennen. Ik kom dan ook tot de conclusie dat het hier niet gaat over een objectieve verantwoorde bijdrage, maar over een meer fundamentele achtergrond. Het volstaat in dit land dat iets het bordje koninklijk heeft om sacrosanct te worden. De bedoeling van mijn betoog is dan ook niets anders dan aan al degenen die het moeten horen duidelijk te maken, mijnheer de minister, dat er niets taboe mag zijn omdat het raakt aan prinselijke prerogatieven, op financieel vlak, noch op het vlak van de organisatie van deze Staat. Mijnheer de minister, tot slot heb ik nog een kleine vraag over iets waarin ik mij hoop te vergissen en dat u misschien kunt rechtzetten omdat het toch niet echt elegant is. In artikel 5 van het wetsontwerp wordt bepaald dat de bedragen van de prinselijke toelagen gekoppeld worden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Op zichzelf is dit redelijk onschuldig. U moet mij echter duidelijk maken of u spreekt over de tabel van de gezondheidsindex waaraan het bedrag van lonen en wedden is gekoppeld of over het ruimere bedrag van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Ik zou het op prijs stellen als u hierover enige duidelijkheid zou verschaffen. Indien er een verschil is tussen de indexatie voor loon- en weddetrekkenden en indexatie van de dotaties, dan zou ik dit op zijn minst niet echt elegant vinden. Mijn fractie zal alleszins tegen het ontwerp stemmen omwille van de ondoorzichtigheid van deze toelagen naar omvang, criteria van toekenning en rationele onderbouw.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Colleagues, before going deeper into the draft law on grants, I would like to apologize for not being able to hold my speech in the competent committee because my presence was required in the Committee on Election Expenditures. I cannot be in two places at the same time. Mr. Speaker, it is not my intention to conduct the fundamental debate about the royal house. However, this debate will need to be held someday. During the discussion of the Civil List of 1993, Mr. Tavernier shared this view. As an argument for his abstinence at the vote, Mr Tavernier argued that a debate on the future of the monarchy in this country was urgently needed. I find that this debate has been sufficiently conducted for the Green MEPs and their ministers. Apparently, a prince marriage and the rumors about its possible consequences for the Greens are enough to have led the debate about the future of the monarchy. This bill concerns the dotations to members of the royal house. It does not refer to the remuneration granted to the Head of State for the performance of his legal and constitutional duties. This is not the purpose of the subsidies, this is the purpose of the Civil List. Nor does it concern the remuneration of the princes for duties entrusted to them by law or constitution. If they had such duties, quod non, they would be remunerated for it through the Civil List. It is also not about remuneration for certain duties performed by the princes in the general interest, but at specific institutions. If it was intended to grant Princess Astrid a remuneration for her work at the Red Cross, it is obvious that this remuneration will be registered in the Red Cross budget. This is also the case for the poor Prince Laurent who does not receive a grant but has an income through one of his presidencies. Colleagues, it is a subsidy, a kind of subsistence granted to Princess Astrid and Prince Philip. The ratio legis is very unclear. There have already been figures mentioned about the real estate of the royal family. The least one can say about the ability of Prince Philip is that it is sufficiently large to maintain a household, eventually supplemented by a few little princes and princesses, in humane conditions. It is not the urgent need for subsistence that justifies the increase in Prince Philip’s budget. Moreover, it would be an unlikely discrimination to give nothing to the ever-underestimated Prince Laurent. Although we do not have data on Princess Astrid’s assets, we can confidently say that it is sufficient. It is also fascinating to find that it is not at all fixing who belongs to the royal family, in the sense of those who receive a dotation. Princess Lilian has long belonged to the royal family. Apparently now Prince Philip and Princess Astrid belong to the royal family and Prince Laurent and the children of Prince Philip do not belong as a separate entity. It would be a good governance if the criteria were defined to determine who belonged to the royal family and who did not. I can find another certain argument in the fact that Princess Astrid would receive a kind of compensation as second in line for the throne succession and Prince Laurent not as seventh in line. What will then be done when the order in the throne succession changes? Are there consequences for the subsidies? Basically, this criticism is directed at ourselves as parliament. The uncriticalness with which we accept these grant expansions contradicts our task as the controller of the public finances to not accept everything blatantly. All those who, in the context of this debate, assert that these are the correct amounts, will with the same certainty assert that if the bill had other amounts included, these were also the correct amounts to be granted to the princes. I therefore come to the conclusion that this is not an objective responsible contribution, but a more fundamental background. It is enough in this country that something has the sign of royal to become sacrosanct. The purpose of my speech is therefore nothing but to all those who need to make it clear, Mr. Minister, that there must be nothing taboo because it touches prince prerogatives, on the financial level, nor on the level of the organization of this State. Finally, Mr. Minister, I have a small question about something in which I hope to be wrong and that you may be able to correct because it is not really elegant. Article 5 of the draft law stipulates that the amounts of the prince subsidies are linked to the index of consumer prices. In itself, this is quite innocent. However, you must clarify to me whether you are talking about the table of the health index to which the amount of wages and bets is linked or about the wider amount of the index figure of consumer prices. I would appreciate if you would provide some clarity on this. If there is a difference between the indexation for wage and bettors and the indexation of the grants, then I would at least not find this really elegant. My group will vote absolutely against the draft because of the opacity of these grants in terms of size, criteria for granting and rational basis.
#3
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, les arguments qui nous sont présentés pour nous amener à attribuer une dotation annuelle au prince Philippe et à la princesse Astrid ne m'ont pas convaincu. Plusieurs questions, en effet, doivent être posées. Si le prince Philippe et la princesse Astrid travaillent, le prince Laurent ne reste pas pour autant inactif et lui ne rec¸oit rien. Si le prince Philippe exécute une partie du travail de son père, la dotation prévue pour le Roi devrait suffire. En ce qui concerne les dix millions alloués pour l'installation du nouveau couple principer, Philippe et Mathilde, je constate néanmoins qu'il coûte moins cher aux contribuables d'installer une princesse dans un château qu'une ministre Ecolo dans ses bureaux. Je conclus sans préjuger de mon opinion personnelle au sujet du régime monarchique: je considère cette demande exagérée et voterai contre ce projet.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the arguments presented to us to lead us to allocate an annual grant to Prince Philip and Princess Astrid did not convince me. Several questions, indeed, must be asked. While Prince Philip and Princess Astrid are working, Prince Laurent does not remain inactive and he receives nothing. If Prince Philip performs part of his father’s work, the grant provided for the King should be sufficient. Regarding the ten million allocated for the installation of the new prince couple, Philippe and Mathilde, I find, however, that it costs taxpayers less to install a princess in a castle than a minister Ecolo in its offices. I conclude without prejudice of my personal opinion about the monarchic regime: I consider this request exaggerated and will vote against this draft.
#4
Official text
Monsieur le président, il n'est pas de tradition de débattre d'un tel sujet. C'est la raison pour laquelle je m'étais permis de renvoyer à mon rapport écrit. Je ne commenterai donc pas les propos des intervenants précédents, propos que, personnellement, j'estime peu dignes. Je me limiterai à réaffirmer, comme je l'ai fait en commission, que l'adaptation proposée des dotations me paraît nécessaire et fort modérée, notamment en comparaison des dotations d'autres familles régnantes. Je me réjouis donc qu'une adaptation ait lieu et j'apprécie la modération dont notre famille royale a toujours fait preuve dans ce domaine.
Translated text
It is not a tradition to discuss such a topic. That is why I was allowed to return to my written report. Therefore, I will not comment on the remarks of the previous speakers, words that, personally, I consider unworthy. I will limit myself to reaffirm, as I did in the committee, that the proposed adjustment of the allocations seems to me necessary and very moderate, ⁇ in comparison with the allocations of other ruling families. So I look forward to an adaptation and appreciate the moderation that our royal family has always shown in this area.
#5
Official text
Mijnheer de voorzitter, de heer van Weddingen vond dat wij weinig waardigheid hebben vertoond. Ook is hij zeer tevreden over de bedragen die aan de koninklijke familie worden toegekend. Mijnheer van Weddingen, wat denkt u ervan dat de brave prins Laurent nog altijd geen frank krijgt? Is dat geen discriminatie? Mocht dat het geval zijn, dan zou u zich misschien kunnen onthouden, al was het maar uit sympathie en solidariteit met deze telg van de koninklijke familie die wordt gediscrimineerd.
Translated text
Mr. President, Mr. Van Weddingen considered that we have shown little dignity. He is also very satisfied with the amounts allocated to the royal family. Mr. van Weddingen, what do you think of the fact that the brave Prince Laurent still does not get a franc? Is that not discrimination? If that were the case, you might be able to abstain, even if it was only out of sympathy and solidarity with this member of the royal family that is being discriminated against.